bundel orfeo orpheus - xs4all · 2010. 12. 28. · orfeo een fabel in sonnetten kleine serie...
TRANSCRIPT
ORFEO
Een fabel in sonnetten
KLEINE SERIE EERSTEKL
ORFEO – ORPHEUS
Een fabel in sonnetten
Gertjan Kock
LEINE SERIE EERSTEKLAS GEDICHTEN 9
ORPHEUS
EERDER VERSCHENEN IN DEZE REEKS:
♥ KRETENZISCHE LIEDEREN
♥ GEZANGEN VAN DE WREDE NACHT
♥ PARADIJSELIJK INFERNO
♥ HOOG GESTEMD & DIEP GEDAALD
♥ WAT DICHTEN IS
♥ SONNETTEN VAN GOA
♥ HET LEVEN EEN LUST
♥ EEN PASSIE VOOR LIEFDE
♥ MYSTERIE VAN ALLE EEUWEN
♥ SCHEPPING
Gertjan Kock, naar eigen inschatting met afstand Neerlands beste totaal onbekende dichter, geeft in eigen beheer
de KLEINE SERIE EERSTEKLAS GEDICHTEN uit. Daarmee begeeft hij zich op glad ijs, want de kans dat hij zijn
onbekendheid verliest en zijn daaruit voortvloeiende positie moet opgeven is aanzienlijk. Maar wie niet waagt
die niet wint. En bovendien: waar staat geschreven dat een dichter consequent moet zijn?
Foto achterzijde: Eric Epping
© Gertjan Kock, december 2004
Westerweg 82
1815 DH Alkmaar
telefoon: +31 (0)72 528 03 65
telefax: +31 (0)72 528 03 65
email: [email protected]
www: http://xs4all.nl/~heytkock.htm
Gertjan Kock (2004) Orfeo - Orpheus
Orpheus
ProloogProloogProloogProloog
3
4 Gertjan Kock (2004) Orfeo - Orpheus
DIT LAND VAN ONBESTENDIGHEIDDIT LAND VAN ONBESTENDIGHEIDDIT LAND VAN ONBESTENDIGHEIDDIT LAND VAN ONBESTENDIGHEID
Waar leven eindig is, en grenzen vaag maar wreed
Waar ijle hoop verdampt, waar zon en blauwe luchten
De dagen vullen met verlangen, rijpe vruchten
Zo zoet van smaak doch stervend in de eerste beet
Wie dus dit land van onbestendigheid betreedt
Doet goed in vluchtig spel van waan en schijn te vluchten
En alle vreugden snel te oogsten, want te duchten
Is spijt om het besef dat men zijn tijd verdeed
En vrees de eeuwigheid die al te snel zal volgen
Waar ogen niet meer zien, waar tijd is weggebrand
Waar de verwachtingen door feiten zijn verzwolgen
Kom daar het monster oog in oog als op het zand
Met munt je op de veerman wacht die straks verbolgen
Ondanks zijn loon, je wegbrengt naar het duisterland
Door twijfel overmand
Doolt al wie achterblijft, om later pas te leren
Dat ieder varen zal, om nooit terug te keren
Gertjan Kock (2004) Orfeo - Orpheus
Waar zon en blauwe luchtenWaar zon en blauwe luchtenWaar zon en blauwe luchtenWaar zon en blauwe luchten
Orpheus
Waar zon en blauwe luchtenWaar zon en blauwe luchtenWaar zon en blauwe luchtenWaar zon en blauwe luchten
5
Waar zon en blauwe luchtenWaar zon en blauwe luchtenWaar zon en blauwe luchtenWaar zon en blauwe luchten
6 Gertjan Kock (2004) Orfeo - Orpheus
ORPHEUS HEB DE LIEFDE LIORPHEUS HEB DE LIEFDE LIORPHEUS HEB DE LIEFDE LIORPHEUS HEB DE LIEFDE LIEFEFEFEF
Koor van nimfen en herders
Veel meer dan klaterende beek en vogelzang
De stralen van de zon, de schaduw van de bomen
De zoete bloemen om verliefd bij weg te dromen
Is wat ik in de armen van mijn lief verlang
Dus Orpheus, heb de liefde lief, en wees niet bang
Euridice ziet al te graag jou bij haar komen
De schone maagd weet nauwelijks zich in te tomen
Als jij dicht bij haar bent. O zanger, ga je gang
Ga met haar liggen op het gras, de blauwe luchten
als kleed dat elk gebrek aan kleding kuis bedekt
Ontlok haar met je kussen ademloze zuchten
En wees niet bang dat dadendrang de ziel bevlekt
Want gaarne schenkt de bloem de bij haar zoete vruchten
Weerspannigheid is spel dat tot plezieren strekt
Wat de begeerte wekt
Is jeugd en leven zelf. Dat wonderschone zingen
Heeft ook tot doel om liefde aan haar op te dringen
Gertjan Kock (2004) Orfeo - Orpheus 7
IK HEB HEM BIJ DE WATERVAL ONTMOETIK HEB HEM BIJ DE WATERVAL ONTMOETIK HEB HEM BIJ DE WATERVAL ONTMOETIK HEB HEM BIJ DE WATERVAL ONTMOET
Euridice
Ik heb hem bij de waterval het eerst ontmoet
Betoverd door geluid de schepping aan zijn lippen
En mij deed zoete klank me menig zucht ontglippen
Ook anderszins leek me zijn mond begeerlijk zoet
Wat brengt een meisje tot de dingen die ze doet?
Een lief verlegen blik, waaraan geen klank kan tippen
En slanke vingers tevens wens ik aan te stippen
Zijn lippen, niet zijn zang ontlokten me een groet
Nog steeds verbaast me de gewaagdheid van mijn daden
De stijl waarmee ik koel de waterval betrad
En daarna met een glimlach op hem toe kwam waden
Mijn dunne kleed strak om mijn lijf, doorweekt en nat
Een waternimf die in de bron van lust komt baden
Met als gevolg dat hij van schrik zijn lied vergat
Zo kwam ik op zijn pad
Gelukkig bleef hij niet door stomheid lam geslagen
Snel wist daarna zijn mond mijn lippen te belagen
8 Gertjan Kock (2004) Orfeo - Orpheus
LAAT ONS DEMETER ERENLAAT ONS DEMETER ERENLAAT ONS DEMETER ERENLAAT ONS DEMETER EREN
Orpheus
Kom, laat ons naar de tempel gaan, Demeter eren
Het schoonste offer brengen dat de liefde kent
Niets laten voor ons zelf. Het altaar toegewend
De vreemde ongereptheid van ons hart verteren
En alles weg te schenken, tomeloos begeren
Slechts dit begeren als verlangen ingeprent
Zozeer verloren ik, dat jij niet langer bent
En in het vlees de ziel tot eeuwig heil bekeren
Want heilig is het vlees als ik mijn lief geniet
Dit zacht en romig blank, dat op het altaar spreiden
Mij reeds genade lijkt, waar ons de godheid ziet
Daar op het strelend marmer vruchtbaar te belijden
Met citer en cimbalen, lier en heilig riet
Aan welke rituelen wij de liefde wijden
Haar hartstocht in te glijden
De toppen van de hoogste berg, zo god nabij
Te komen, samen, ik in haar en zij in mij
Gertjan Kock (2004) Orfeo - Orpheus 9
ALS ZE MIJN VINGERS STREELTALS ZE MIJN VINGERS STREELTALS ZE MIJN VINGERS STREELTALS ZE MIJN VINGERS STREELT
Orpheus
Als ze mijn vingers streelt, dit strelen ingetogen
Verkenner van het goede, haar adem, levenslust,
Verlokker van de ziel als ze mijn lippen kust
Hoe rein en zuiver komt de hartstocht aangevlogen
En nog verbaast me heel dit ongerept vermogen
Dat in de heerlijkheden van haar borsten rust
De bron van alle klanken, nauwelijks bewust
Hoe alle snaren van mijn ziel worden bewogen
En dit is eeuwig leven, goddelijk genot
Het zuiver instrument, ons mensen opgedrongen
Extase, onverhuld, als heiligste gebod
De schoonste melodieën, vlekkeloos gezongen
Het snarenspel dat als een ademtocht van god
De woorden van verlangen legt in duizend tongen
Zo vaak een traan bedwongen
Als als een blanke lier ik haar bespelen mag
Zij, muze in mijn armen, zonlicht, klare dag
10 Gertjan Kock (2004) Orfeo - Orpheus
JUWEEL VAN LUSTENJUWEEL VAN LUSTENJUWEEL VAN LUSTENJUWEEL VAN LUSTEN
O zongekroonde bruid, door Orpheus uitverkoren
Met welk een glimlach kus je alle bloemen, streel
Je alle bontgetooide dieren, wenst jou heel
Het rijke leven slechts tot liefde aan te sporen
Juweel van lusten, vreugde sinds je werd geboren
Door goden stralend aangeraakt met licht. Beveel
Aan Orpheus klank te zijn, met lier en gouden keel
In harmonieën heel de schepping toe te horen
Euridice, en zie niet om hoe elke zon
De schaduw schept en naar de koele nacht doet dorsten
Dat droogvalt zelfs de overvloed van elke bron
Vergeet hoe in de onderwereld hoge vorsten
De eindigheid bezien van al dat ooit begon
Hoe van de schepping af zij deze last al torsten
Laat naakt je kleine borsten
En geef je aan de liefde, grootste kunst van al
Laat bloeien deze deugd die Orpheus boeien zal
Gertjan Kock (2004) Orfeo - Orpheus 11
IK HAD DE VRIJHEID WILLEN HEBBENIK HAD DE VRIJHEID WILLEN HEBBENIK HAD DE VRIJHEID WILLEN HEBBENIK HAD DE VRIJHEID WILLEN HEBBEN
Orpheus
Ik had de vrijheid willen hebben zonder vragen
En zonder schaamte, tastend naar jouw tederheid
In liefde niet in dwang, door ziel en zijn verleid
Tot jou te komen, in te gaan in jouw behagen
Jouw hart de vrucht om mijn talenten aan te wagen
Jouw mond het doel waarop mijn lippen tederheid
Verspreidden als trésor van klank. Zo uitgebreid
Jouw universum om mijn liefde te verdragen
Dit alles had te zijn. De loden last van dood
In vaagheid zwervend aan de grens van ons verlangen
Was diepte aan de lust, door ons niet uitgenood
Hoe onbevreesd om Eros' pijlen op te vangen
Geen smart in pijn. Het bloeien van het hart zo rood
Gekleurd. En jubelend de toon van mijn gezangen
Geen blos meer op je wangen
Maar kil en koud het lieve lijf dat ik bedek
Geen lach, geen zuchten meer als ik je op me trek
12 Gertjan Kock (2004) Orfeo - Orpheus
Gertjan Kock (2004) Orfeo - Orpheus 13
Waar ogen niet meer zienWaar ogen niet meer zienWaar ogen niet meer zienWaar ogen niet meer zien
14 Gertjan Kock (2004) Orfeo - Orpheus
ALS EEN DIEFALS EEN DIEFALS EEN DIEFALS EEN DIEF
Orpheus
Niet alles kleurt in helle heerschappij de zon
Want hoe mijn lief, in bleke doeken opgenomen
En schaduw op haar teer gelaat, verstilde stromen
Zo ligt, laat zien hoe duisternis haar overwon
De bleke schaduw die verveeld haar netten spon
Is als een dief haar vrolijk leven ingekomen
En snoerde haar de keel. Geen leven om te dromen
Geen dromen om te leven. Opgedroogde bron
Verwelkte bloem. Jij tere bloesem van mijn ranken
Perfectie van mijn stem. Leeg blad van hunkering
Volmaakte schoonheid, muze van mijn teerste klanken
Jij snaren van mijn lier. In elke werveling
Heb ik slechts jou herkend. En slechts aan jou te danken
Was elk extatisch reiken naar begeestering
En nu vertwijfeling
Een hel dit leven zonder jou. Voortdurend sterven
Niet meer dan gal en bitterheden te verwerven
Gertjan Kock (2004) Orfeo - Orpheus 15
WAT HAAR LIPPEN HEBBEN AANGERAAKTWAT HAAR LIPPEN HEBBEN AANGERAAKTWAT HAAR LIPPEN HEBBEN AANGERAAKTWAT HAAR LIPPEN HEBBEN AANGERAAKT
Orpheus
En alles wat haar lippen hebben aangeraakt
Lijkt mij met zoetheid en belofte overgoten
Ik heb zo vaak getracht, mijn ogen stijf gesloten
Te voelen wat haar lippen zo bijzonder maakt
Hoe teder hield ik in mijn armen haar besloten
Een droom: haar uitgekleed heb ik, zij naakt
Heeft, lippen aan mijn oor, de zoetste zucht geslaakt
Te weinig heb ik van haar heerlijkheid genoten
Het helle licht verdraagt geen kleur van glanzend mat
Geen wonder dat ik in het schemerwoud wil dwalen
Mij doelloos wil bekennen tot het kronkelpad
Gepatineerde sombering zo hier te dralen
Wanhopig te verliezen wat ik nooit bezat
Mijn dorstig wensen in dit schimmenrijk vermalen
In weemoed af te dalen
Aan niets meer denken dan haar mond, haar klank en geur
Verdriet lijkt mij gedompeld in een bad van kleur
16 Gertjan Kock (2004) Orfeo - Orpheus
MET HAAR IS ALLE LICHT VERDWENENMET HAAR IS ALLE LICHT VERDWENENMET HAAR IS ALLE LICHT VERDWENENMET HAAR IS ALLE LICHT VERDWENEN
Orpheus
Want in de waarheid van het klare schijnbestaan
Gevangen in de zon en helderblauwe luchten
Gevat de klank, de tast, de smaak in zoete vruchten
Is alles mij ontstolen: zij is weggegaan
Met haar is alle licht verdwenen. Kille waan
Vult oog en hart. Een zwarte nacht vertelt geruchten
Hoe mist mijn koude, dode oor haar zoete zuchten
Het liefst had ik voorgoed mijn ogen dichtgedaan
En zinloos blijken alle ooit gedane zaken
Geen klank ontkomt het zwarte zwijgen van mijn lier
Geen juiste snaar weet nog mijn somber hart te raken
Geen zang. Geen dans. Geen opsmuk. Zonder sier
Een band van hard en roestig ijzer snoert mijn kaken:
Euridice, mijn liefste, is niet langer hier
Hoe ik ook raas en tier
Onmachtig als een idioot loop ik te dwalen
Bestemd om in de onderwereld af te dalen
Gertjan Kock (2004) Orfeo - Orpheus 17
DIT ONDERMAANSE GRAFDIT ONDERMAANSE GRAFDIT ONDERMAANSE GRAFDIT ONDERMAANSE GRAF
Charon en Cerberos
En denk je soms dat in dit ondermaanse graf
Veroordeeld tot dit heen en weer, die bleke koppen
Mijn grote passie ligt? Ik zou wel willen stoppen
Als je terug wilt gaan, ik bijt je kop eraf
Dit werk, geloof me maar, is werkelijk een straf
Geen passagier komt ooit met humor op de proppen
Een rondje rond de kerk is beter te verkroppen
Als je niet stil blijft staan, ik bijt je kop eraf
Waar ik de pest aan heb, het liefste zou ik kappen
Is dat mijn bootje in de Styx niet keren kan
Ik spring je naar de keel, zodra je wilt ontsnappen
Een enkeltje naar Tartaros, dat is het dan
Mijn halve omzet loop ik mis, kan ik verklappen
Wie anders wil crepeert. Ik weet er alles van
En wat ben jij van plan?
Hier binnen, zonder dood te zijn, wat rond te kijken?
Meneer is een toerist! Zit je me af te zeiken?
18 Gertjan Kock (2004) Orfeo - Orpheus
EEN POEL VAN TROEBEL DRABEEN POEL VAN TROEBEL DRABEEN POEL VAN TROEBEL DRABEEN POEL VAN TROEBEL DRAB
Koor van geesten
Beschouw de mens, de nietigheid van wat hij doet
Een poel van troebel drab zijn meest verheven streven
Hoe vormeloos, hoe ongericht, hoe voortgedreven
Door zwarte rampspoed die hij willoos dragen moet
Werp stenen op zijn pad, besmeur zijn hoofd met roet
Bespot dat kort, door pijnen kromgeslagen leven
En laat hem zien dat slechts het einde is gegeven
De dood, waarin hij eeuwig voor zijn leven boet
Spreek Orpheus, zeg ons welke lege ijdelheden
Het hoofd zo ongepast ten hemel opgericht
Jou hebben aangespoord dit duister te betreden
Begrijp het onheil dat je hier hebt aangericht
Want door jouw toedoen wordt, en ondanks jouw gebeden
Euridice opnieuw ontstolen aan het licht
Vermijd haar aangezicht
Laat liefde blind zijn, tracht niet dood te laten leven
Slechts de herinnering mag zijn, tot zin verheven
Gertjan Kock (2004) Orfeo - Orpheus 19
VERNIETIGER VAN HOOPVERNIETIGER VAN HOOPVERNIETIGER VAN HOOPVERNIETIGER VAN HOOP
Orpheus
En wat te zeggen over wat geen twijfel lijdt?
Wat als een feit van lood mijn leven in mag dringen
Vernietiger van hoop. Geweld dat mij zal dwingen
Verdwaasd me voort te slepen door de wrede tijd
Zal ik verwoorden wat mij kwelt? Een grauw habijt
Verwondt mijn lijf. Niets meer dan dat. En ik zal zingen,
In pijn, van Hades, duister schikker aller dingen
Mijn haren uitgerukt, mijn hol gelaat van krijt
Want alle liefde die de liefde heeft gegeven
Heb jij genomen, bitter naar de hel gebracht
Vernietiger van alle schoonheid van het leven
En meer dan liefde heb jij achteloos verkracht
Nee, alle zin heb jij mijn leven uitgedreven
Geen lyrisch zingen meer, enkel nog jammerklacht
Zo duister deze nacht
Waarin de zwaveldampen van de Styx mij kwellen
En in mijn ogen vruchteloos de tranen wellen
20 Gertjan Kock (2004) Orfeo - Orpheus
OOK IK KEN HET VERDRIETOOK IK KEN HET VERDRIETOOK IK KEN HET VERDRIETOOK IK KEN HET VERDRIET
Persephone
Laat mij verklaren, zwerver in de zwarte zalen
De kale tuinen van dit eindeloos paleis
Zo velen zijn jou voorgegaan op deze reis
Hoe menselijk jouw smartelijk en pijnlijk dwalen
Ook ik ken het verdriet en moet de prijs betalen
Van dood die naast het leven staat, een hoge prijs
Die juist het leven vraagt van mij. Je kent de eis
Dat ieder jaar ik in de aarde af moet dalen
Maar weet dat niet om om te zien de liefde dwingt
De kunst is om herinnering tot hoop te smeden
Want hoop is weemoed die toch naar de toekomst dringt
Blijf koesteren hoe jij je liefste hebt aanbeden
Weet ook hoe haar jouw droefheid menig traan ontwringt
Je kwelt haar echter als je leeft in het verleden
Mijn vriend, vereer het heden
Vereer hoe in de lente ik naar boven kom
Draag steeds haar liefde in je ziel, maar zie niet om
Gertjan Kock (2004) Orfeo - Orpheus 21
SlotSlotSlotSlot
22 Gertjan Kock (2004) Orfeo - Orpheus
HET LEVEN IS MAAR WAT HET LEVEN IS MAAR WAT HET LEVEN IS MAAR WAT HET LEVEN IS MAAR WAT HET ISHET ISHET ISHET IS
Fortuna & Vita
En hier, nu elke hoop verloren lijkt, te hopen
Dat slechts berusten in het droeve lot je leidt
Tot adem op de lippen, uitgestelde tijd
Waarna met pasmunt je de overtocht moet kopen
Bedenk: er is geen tijd. Het hier en nu ligt open
Een gapend gat, te vullen slechts met openheid
Met leven zelf, met opstaan waar je, neergevlijd
Verstijft te wachten lag, niet meer bereid te lopen
En alles hier op aard verloopt zoals voorzegd
De sterren zijn het grote boek waarin de goden
Verleden, heden, toekomst hebben vastgelegd
Dus waarom aarzeling bij wat wordt aangeboden?
Het leven is maar wat het is: niet meer dan echt
Een uitgelezen kans om elke tijd te doden
Straks lig je onder zoden
Ook dat is zeker en gewis. Maar echt verdriet
Is pas de mens die leven niet als leven ziet
Gertjan Kock (2004) Orfeo - Orpheus 23
In 1609 publiceerde Claudio Monteverdi zijn in 1607 gecomponeerde opera
L'Orfeo - Favola in Musica. Of met deze muzikale fabel de moderne opera
geboren werd laat ik hier in het midden. Dat dit meesterwerk mij inspireerde tot
een fabel in poëzie (meer specifiek: in sonnetten) staat buiten kijf.
Deze navolging leverde meteen problemen op. Zo moest ik mij buigen over de
vraag van de klemtoon. Niet direct een levensbedreigend vraagstuk, maar toch.
Naar het heersend gebruik veritalianiseerde Monteverdi de personages van zijn
fabel en kwam de klemtoon van de vaak gebruikte naam Euridice op de een na
laatste lettergreep te liggen. Dat ik mijn variant vergriekst heb zal bij lezing van
de gedichten duidelijk zijn. Hetzelfde geldt waar het de goden van de
onderwereld betreft. Plutone en Proserpina heten in mijn geval ordentelijk
Hades en Persephone. Niet altijd ben ik zo consequent geweest. In het
slotgedicht spreken ons immers heel ongrieks Fortuna en Vita troostrijk toe.
In een aantal aspecten volg ik mijn voorbeeld. Ook ik begin met een
afzonderlijke proloog. Ook bij mij zijn koren van nimfen en herders en van
geesten actief. Maar dat is allemaal vorm, leuk maar niet essentieel. Net zoals
het wel grappig is om via een duet van Charon en Cerberos een komische noot
te introduceren, waarin de sombere bootsman wordt afgeschilderd als een
kankerende medewerker van het ondermaanse openbaar vervoer. Ambtenaar
eerste klasse, zogezegd, zonder loopbaanperspectief.
Belangrijker dan dit spelen met vorm en voorbeeld is natuurlijk de inhoud van
mijn fabel in sonnetten. Het thema is universeel en spreekt al eeuwen tot de
verbeelding. Het vertelt het verhaal van alle mensen die een geliefde verliezen
en lijden aan ondraaglijk verdriet. Mensen die niet anders kunnen dan achterom
kijken, de blik op het verleden. Gericht op die tijd van geluk waarin het noodlot
nog niet had toegeslagen en de geliefde nog leefde. Orpheus krijgt niet voor
niets de opdracht mee om niet om te zien, om vooruit te kijken. Om, met andere
woorden, de blik op de toekomst te richten en het verleden te laten rusten. Want
dat is immers de enige mogelijkheid om het verdriet te verwerken: berusten in
wat voorbij is en doorgaan met leven. In het slotsonnet wordt dit nog eens
expliciet verwoord. De tragiek van de mythologische Orpheus is zijn
onvermogen dit te doen. Hij zit teveel in zijn hoofd en te weinig in zijn lijf. Hij
verkiest Apollo boven Dionysos. Dat hij in het oorspronkelijk verhaal wreed aan
zijn einde komt en aan stukken gescheurd wordt door razende Maenaden laat
niets aan de verbeelding over. Monteverdi bespaart zijn held dit droeve lot en
laat hem zingend met Apollo ten hemel stijgen. Van mij mag Orpheus blijven
leven, zijn verdriet verwerkt en zijn lier opnieuw ter hand genomen.
EERSTEKLAS GEDICHTEN VERDRAGEN
getreden. Opgevat als indringende verbeeldin
het verhaal van Orpheus teruggebracht tot zijn essentie van liefde, verlies,
wanhoop, loutering en hoop.
GEDICHTEN VERDRAGEN GEEN TWEEDE RONDE
Dat Claudio Monteverdi met zijn in 1607
gecomponeerde meesterwerk L'Orfeo
Favola in Musica een revolutie veroorzaakte
staat vast. Dat Gertjan Kock met deze bundel
hetzelfde effect zal bereiken is waarschijnlijk.
Het thema mag dan eeuwenoud en
uitgemolken zijn, in deze bundel worden
platgetreden paden gemeden. De gehanteerde
vorm van het sonnet is bekend (overbekend
zelfs, hoewel gebruik gemaakt wordt van de
obscure Italiaanse variant) maar de toepassing
ervan is beheerst en boven elke tw
verheven. Het verhaal is al duizenden malen
verteld, maar wordt hier in nieuwe woorden
en vanuit verrassende gezichtspunten
ontwikkeld. De inhoud van de mythe wordt
met krachtige poëtische beelden tegemoet
getreden. Opgevat als indringende verbeelding van de condition humaine
het verhaal van Orpheus teruggebracht tot zijn essentie van liefde, verlies,
wanhoop, loutering en hoop.
WEEDE RONDE
Dat Claudio Monteverdi met zijn in 1607
L'Orfeo -
een revolutie veroorzaakte
staat vast. Dat Gertjan Kock met deze bundel
hetzelfde effect zal bereiken is waarschijnlijk.
oud en
uitgemolken zijn, in deze bundel worden
platgetreden paden gemeden. De gehanteerde
vorm van het sonnet is bekend (overbekend
zelfs, hoewel gebruik gemaakt wordt van de
obscure Italiaanse variant) maar de toepassing
ervan is beheerst en boven elke twijfel
verheven. Het verhaal is al duizenden malen
verteld, maar wordt hier in nieuwe woorden
en vanuit verrassende gezichtspunten
ontwikkeld. De inhoud van de mythe wordt
met krachtige poëtische beelden tegemoet
condition humaine wordt
het verhaal van Orpheus teruggebracht tot zijn essentie van liefde, verlies,