cdja interruptie nr. 4 2009

17
1 CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4

Upload: cdja

Post on 12-Mar-2016

217 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Hoe beleven Ronald Plasterk en Marja van Bijsterveldt hun kerstdagen? Je vindt het antwoord in deze Interruptie. Maar ook een interview met Mirjam Sterk, die pleit voor een steviger aanpak van huwelijksmigratie. Deze Interruptie gaat over integratie en over andere actuele politieke kwesties.

TRANSCRIPT

Page 1: CDJA Interruptie nr. 4 2009

1CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4

Page 2: CDJA Interruptie nr. 4 2009

2 CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4 3CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4

INTEGRATIEOpstand der gematigden. Het is de titel van een boek dat door Jeroen van Velzen in deze Interrup-tie wordt gerecenseerd. Maar het had evengoed het thema kunnen zijn van deze Interruptie. Wa-ren het namelijk 1,5 - 2 jaar geleden nog vooral de rechtse CDJA-rakkers die van zich lieten horen op het thema Integratie, thans zijn het met name de ‘gematigden’ die aan het woord komen over dit thema. De ironie van het verhaal wil, dat het log-

ge CDA-voertuig zich inmiddels langzaam aan het verplaatsen is in de strenge integratierichting die het CDJA destijds wees. Het kan verkeren. nu hoeft een vriendelijk integratiebeleid een hard immigra-tiebeleid niet uit te sluiten. Integendeel, in de huidige omstandigheden is dat laatste zelfs een voorwaarde voor het eerste. Dat wordt helaas nog steeds weersproken door naïevelingen die stellen dat nederland in het verleden een verdraagzaam land was dat met open armen klaarstond om van huis en haard verdrevenen op te vangen, en dat daarom nog steeds moet doen. Die inschatting van onze houding in de geschiede-nis mag deels terecht zijn, de gevolgtrekking - dat we ons nog steeds zo zouden moeten opstellen - is achterhaald. Waarom, dat wordt in het WI-rapport Investeren in Integratie (2003) helder verwoord. Ten eerste is het aantal niet-westerse immigranten tegenwoordig bijzonder groot. Tussen hun samenleving van herkomst en de nederlandse samenleving bestaat een veel grotere emotionele en culturele afstand dan voor de immigranten van weleer het geval was. Ten tweede kan de relatie met land en cultuur van oorsprong intenser dan ooit intact worden gehou-den via schotelantennes, mobiele telefoons en toegenomen reismoge-lijkheden. Ten derde heeft de verzorgingsstaat de verantwoordelijkheid voor het eigen levensonderhoud overgenomen, wat de participatie niet ten goede komt. De concentratie van allochtonen in grote steden, met de resulterende segregatie, zorgt vervolgens ook nog eens voor een afne-mende bereidheid van autochtonen om de last van de verzorgingsstaat voor etnische minderheden te dragen. Iets anders wat we nog kunnen noemen is dat de spankracht van nederland is bereikt omdat het een ecologisch kwetsbaar landje is. Ofwel, nederland is een beetje vol. Wegens de aard en de om-vang van de immigratie in de afgelopen decennia moeten we er daarom eerst maar eens voor zorgen dat we het weer met recht over onze sa-menleving kunnen hebben. Laten we even de tijd nemen om te werken aan een samenleving waarin eenieder verantwoordelijkheid draagt voor zijn eigen leven en voor de samenleving. In het kader van dergelijke kwesties is het altijd weer de vraag wat de rol van de overheid moet zijn. Dat is dan ook het thema van de volgende aflevering. Wat zijn kerntaken van de overheid? Waar kan ze een stapje terugdoen - en dus bezuinigen? Ook kunnen we ons bijvoor-beeld oriënteren op de vraag hoe de overheid zich moet opstellen in-zake morele vraagstukken. De redactie ziet uit naar je bijdrage. Gebruik daarbij de au-teursinstructies, dat komt de kwaliteit van ons blad ten goede.

Of je nu gematigd bent of niet, ik zie je graag in opstand komen in de volgende aflevering!

Gerard [email protected]

Aan het werk dus… Aan het werk!

Het CDJA mist kwaliteit en durf. Verwijten we het kabi-net een gebrek aan visie, zelf hebben we die evenmin. Wat is óns grote verhaal? Hoe moet nederland er vol-gens óns uitzien na de crisis? We verwijten het kabinet besluiteloosheid en een gebrek aan ideeën, maar waar blijven die van ons? In plaats van ons actief bezig te houden met de werkelijk grote uitdagingen van deze tijd dienen we een zeer gering aantal weinig spectacu-laire resoluties in op het CDA Congres. resoluties die de grote onderwerpen nauwelijks raken. Liever voeren we actie tegen de acties van de FnV. Maar het CDJA moet niet de horzel zijn van de FnV, maar van het CDA. Het CDA is overstag inzake de AOW-discussie. Bravo! Dat verdient hulde aan het CDA, maar rechtvaardigt geen herhaalde ‘actie’ van het CDJA. Het punt is binnen, wij moeten verder. Er is werk te doen.

Maar waarom gebeurt er dan zo weinig in onze vereni-ging? Waarom stellen de werkgroepen geen resoluties meer op? Waarom zien we nauwelijks CDJA’ers in de-batten? Waarom hebben we niet eens zelf meer een debatvereniging? Juist in een tijd die vraagt om verge-zichten én concrete voorstellen blijven we hangen in discussies over de financiering van een tweede master. Hoe belangrijk ook, het mag hier niet bij blijven. Het CDJA heeft behoefte aan een langetermijnvisie, een de-batcultuur en… nieuwe ideeën.

We mogen ons als CDJA best wat zelfbewuster profile-ren en vaker inhoudelijk de confrontatie aangaan met het kabinet en het CDA, daar waar dat nodig is. Op onze eigen manier: niet provoceren om het provoceren, niet door te (over)schreeuwen, niet door moedige compro-missen af te kraken. Wel door te kiezen voor creativi-teit, humor, durf, originaliteit en een goed gevoel voor timing! Vasthoudend en weldoordacht. Met gebruikma-king van de kennis die in onze werkgroepen zit, soms diep verstopt.

Maar het kabinet een gebrek aan algemene visie ver-wijten is link. Want een totaalvisie van het CDJA? Die ben ik nog niet tegengekomen… [email protected]

UN

DE

RC

OV

ER

Interruptie 1 - 2010Inleverdatum: 5 maart 2010

Thema: De rol van de overheid

De auteursinstructies vind je op www.interruptie.nl

DEADLINE

REDACTIONEEL

2

3

4

5

6

9

10

12

13

14

15

16

17

18

20

21

22

23

24

25

26

27

28

30

31

32

Undercover

Redactioneel

Ronald Plasterk over Kerst

Marja van Bijsterveldt over Kerst

Interview met Mirjam Sterk

Wisselcolumn

Essay

Mijn Mening

CDA Gedachtegoed

Recensie

Interview

De Moraalridder

Recensie

Fotopagina

Onze democratie

CDA Gedachtegoed

Van de Werkgroep

De Mens

Standplaats Engeland

De Klaagmuur

Onze democratie

Internationaal

Ingezonden

Nieuws uit de afdeling

Colofon

Van Velzens Visie

unDErCOVEr / DEADLInE rEDACTIOnEEL / InHOuD

INHOUD

Page 3: CDJA Interruptie nr. 4 2009

4 CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4 5CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4

Marja van Bijsterveldt over kerst

steeds zo. Maar er zit geen religieuze component bij.’ Of hij wel vindt dat er bepaalde waarden zijn waar je extra bij stil zou moeten staan met kerst? Plasterk: ‘Volgens mij doe je er wijs aan om in je leven zelf te kijken welke overwegingen het meest natuurlijk opkomen. Ik denk dat het niet goed en niet verstandig is om dat aan de kalender te koppelen. Er zijn ook mensen die met nieuwjaar terug- en vooruitkijken. Dat is ook een ritueel. Voor mij was Pasen vroeger zo’n mo-ment. Maar voor mij is dat bij Pasen nu helemaal weg. Het kan verstandig zijn om op bepaalde momenten na te denken over wat belangrijk is voor jou, maar het is volgens mij niet no-dig om dat aan een bepaalde dag te verbinden.’

KerstboodschapMaar… er zijn wel veel mensen die met Kerst extra nadenken over hun leven, over hoe ze omgaan met hun medemens en omgeving. Heeft Plas-terk dan misschien een tip voor jon-geren die wel waarde hechten aan een kleine overdenking op kerst-avond? Plasterk: ‘Dan vraagt u naar een kerstboodschap. Laten we eens denken aan de actualiteit. Misschien is het dit jaar dan aardig om mensen mee te geven dat we veel trotser op nederland mogen zijn. Die woorden hebben tegenwoordig natuurlijk een andere lading gekregen, maar ik denk dat we ook in deze tijd van crisis mo-gen denken: ‘We hebben het gewoon goed.’ Dat is ook wel wat mijn moeder vroeger met kerstmis riep: ‘Jongen, wat hebben we het toch goed’. En die boodschap geldt individueel, maar ook voor het land. Er zijn spannin-gen, er zijn problemen, maar je mag er ook bij stilstaan wat woorden als ‘spanningen’ en ‘problemen’ in andere delen van de wereld betekenen. Laten we dan trots zijn op hoe we het hier met elkaar geregeld hebben. We mo-gen het hele jaar op z’n Hollands mop-peren, maar laten we dan met kerst even stilstaan bij wat we wél hebben.’

Caroline tax

rituelenWat hij het belangrijkste tijdens zo’n vakantie vindt? Plasterk: ‘Wat we doen is skiën. Maar het belangrijkste is dat het een gelegenheid is waar-bij je met z’n vieren echt gezin bent.’ Voor de minister is het samenzijn niet aan een kerstgedachte verbonden. Plasterk: ‘Mijn associatie met kerst is dat we daar in de sneeuw zitten. Maar dat is gewoon omdat het dan vakantie is. We zijn die dagen heerlijk buiten bezig en ’s avonds met elkaar.’ Maar… wat viert de minister dan met kerst? Plasterk: ‘Bij ons thuis was kerst vroe-ger heel erg met rituelen omgeven. Echte kaarsjes in de kerstboom, het plaatsen van de piek, het stalletje, het kerstdiner. Dat is er met de paplepel ingegoten. Ik ging toen ook nog naar de nachtmis op kerst. nu niet meer.’

Of er zoiets als een kerstgedachte bestaat volgens de minister? Door zijn opvoeding was er wel zoiets als een warme gedachte en associatie met gezelligheid. Plasterk: ‘Dat is nog

KErsT

Interview met Camiel Eurlings

KerstsferenIn de adventstijd geniet ze van het Weihnachtsoratorium van Bach. ‘Het is zo’n prachtig stuk, ik kan er altijd wel naar luisteren, maar ik mag hem van mezelf pas rond 1 december in de cd-speler doen. Mijn dorp schiplui-den verkeert tijdens die weken ook in kerstsferen. Met ondermeer de jaar-lijkse kerstmarkt aan de voet van de oude Hervormde kerk, waar binnen de kaarsen branden in de gouden kroon-luchters.’ Dit jaar zal ze op die dag in de kerk een kerstverhaal voorlezen. ‘Daar kan ik me echt op verheugen. schipluiden is een prachtige gemeen-schap en ik vind het altijd geweldig ie-dereen weer te zien en te spreken.’

In de laatste week voordat het kerst-reces start komt haar team van het ministerie bij haar thuis eten. De on-derlinge sfeer bij ons op OCW is erg goed. Er wordt hard gewerkt, politiek is echt teamwork. Ik vind het daarom belangrijk om het jaar goed met elkaar af te sluiten. Hoe ze kerst viert? Marja van Bijsterveldt lacht: ‘Mijn man is katholiek en ik ben gereformeerd. Een geweldige combinatie overigens. Een echt CDJA huwelijk; we zijn door

5

KErsT

‘Je mag er ooK bIJ stIlstaan wat woorden als ‘spannIngen’ en ‘problemen’ In andere delen van de wereld beteKenen.’

‘IK geloof In de KraCht van de geest, waar enthousIasme uIt voortKomt.’

het CDJA Zuid Holland Bestuur bij el-kaar gekomen. We gaan vaak naar de kerstnachtmis in de Katholieke kerk en de andere ochtend ga ik soms ook nog naar de Protestantse kerk.’ In de kerstnacht is er traditioneel een kerst-nachtmaaltijd met goede vrienden. De feestdagen zelf staan in het teken van de kinderen en familie, lang tafelen en een goed glas wijn.

bezinningOf er bepaalde gedachten leidend zijn in de kerstdagen? Marja van Bijster-veldt: ‘Kerst is aan de ene kant het prachtige verhaal van je geborgen weten in het Evangelie van Christus, maar aan de andere kant ook een tijd van warmte en geborgenheid in de kring van mensen om je heen.’ Daarbij vindt ze de voorbereiding op Kerst bijna mooier dan Kerst zelf. Van Bijsterveldt: ‘Wat ik er zo mooi aan vind? De verstilling, de opbouwende ‘spanning’ naar Kerst. Midden in dat hectische bestaan een periode van bezinning.’ Of dat specifiek gebonden

is aan het Kerstfeest? ‘Met de veertig-dagentijd heb ik dat evengoed; ook de voorbereidingstijd op Pasen bestaat uit prachtige weken.’

De dagen rondom Kerst ervaart de staatssecretaris onwillekeurig ook als een tijd om stil te staan bij alles wat ze heeft. ‘Juist rond kerst bedenk je vaak hoe goed we het hier hebben. Ik vind mijn zekere bestaansgrond in God, maar ook gewoon in mijn dage-lijks bestaan hier. Ik heb grond onder de voeten, een stabiel, warm gezin een mooie baan, eten, drinken, aan niets tekort. Zo’n stevige basis heeft niet iedereen.’

bergen verzettenWat ze de nederlanders toewenst voor kerst? ‘Dat men in de hectiek van alledag momenten vindt om stil te staan bij wat je diepste motivatie is. Dat je dicht bij jezelf blijft door rust in te bouwen.’ Verder zou Marja van Bijsterveldt alle nederlanders willen zeggen: ‘Wees enthousiast in de din-gen die je doet. Ik geloof in de kracht van de Geest, waar enthousiasme uit voortkomt. Als mensen de dingen met hart en ziel doen, kunnen ze ber-gen verzetten.’ En voor de CDJA-ers? ‘Wees een betrokken mens!’

Caroline tax

Minister Plasterk viert kerst in Frankrijk. Enthousiast vertelt de mi-nister: ‘Al jarenlang gaan mijn vrouw, onze twee zonen en ik met kerst naar Frankrijk om te skiën. We hebben altijd een mooie kerst: een appartement in de sneeuw, skihelling naast de deur, geen auto bij de hand. Boodschappen doen we met de ski’s. Het is echt iets pri-mitiefs; een twee kamerappartementje met een kleine ruimte om te koken, waar ieder van ons om de beurt kookt.’

Voor staatssecretaris Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart begint kerst eigenlijk al enkele weken voor de kerstdagen. Van Bijsterveldt: ‘De adventstijd is een tijd van verstilling, een mooie voorbereiding op Kerst.’

‘Laten we met kerst stilstaan bij wat we wél hebben.’

‘Kerst is het prachtige verhaal van je geborgen weten in het Evangelie’

Ronald Plasterk over kerst

Page 4: CDJA Interruptie nr. 4 2009

6 CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4 7CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4

slechterd dan was verwacht. Wel is er te weinig beleid op het gebied van huwelijksmigratie. Ook worden de huwelijksmigranten te weinig bege-leid. We hebben hen wel Arabisch ge-leerd, maar geen nederlands, vanuit de veronderstelling dat ze toch wel terug zouden keren. De eerste gene-ratie, maar ook de tweede generatie, beheerst de nederlandse taal onvol-doende. Dat is niet alleen slecht voor hen, maar ook voor hun kinderen,

die zo met een taalachterstand op de basisschool beginnen. Begin 2000 zijn er veranderingen gekomen in het beleid inzake huwelijksmigratie; je moet nu in het buitenland met je inburgering beginnen. De integratie is gericht op het vinden van een plek in nederland. Langzaamaan zie ik het beter gaan. Wat ik ook erg positief vind, is dat allochtone gemeenschap-pen zelf proberen interne problemen op te lossen.’

wat is de visie van het Cda op inte-gratie? ‘Onze visie op integratie spitst zich vooral toe op huwelijksmigratie. 20 Procent van de huwelijksmigranten is kansarm. Wij hebben voorgesteld om neef-nicht huwelijken te verbieden, en gelukkig heeft de minster dit voor-stel overgenomen. Ook vinden wij het absoluut onwenselijk dat er sociale dwang is op huwelijksmigranten. Er zijn in nederland 1374 polygame hu-welijken, dat is voor ons onbestaan-baar. Ook het feit dat een in het bui-

u heeft de portefeuille integratie. hoe ziet uw werkveld eruit en hoe zal het zich ontwikkelen?‘Als Kamerlid heb ik me al eerder beziggehouden met Integratie, maar ik ben er enkele jaren ‘tussenuit ge-weest’ als woordvoerder Gezinsza-ken. sinds afgelopen zomer ben ik weer Integratiewoordvoerder. Je gaat mee in de overleggen die er zijn op integratiegebied. Verder heb ik met opnieuw moeten inlezen.’

‘Op het vlak van integratie gaat veel goed. De afgelopen tien jaar is de participatie verbeterd. Ook is de ar-beidsmarktpositie van allochtonen verbeterd. In het afgelopen jaar van de kredietcrisis is dit minder ver-

InTErVIEW MET MIrJAM sTErK

Interview met Camiel Eurlings

tenland gesloten huwelijk met een meisje van 15 jaar in nederland ge-accepteerd wordt is onverantwoord. Mijns inziens moeten alleen huwelij-ken tussen volwassenen worden ge-accepteerd. Verder zou een man die zijn vrouw mishandelt niet nog een keer een partner uit het buitenland mogen halen. Er zijn dus genoeg pun-ten waar de nederlandse regering ac-tie op moet ondernemen.’

denkt u dat religie belemmerend werkt voor integratie?‘Wij als CDA zouden het belang en de goede kanten van religie moeten on-derkennen. religie kan echter ook be-lemmerend werken. Er zijn groepen binnen de islam - met name het sa-lafisme - die te veel naar binnen zijn gekeerd. Wij moeten dat probleem keihard aanpakken en proberen hen uit hun isolement te halen.’

er bestaan bepaalde misstanden, zo-als vrouwenbesnijdenis en kwalita-tief slecht onderwijs, met name onder moslims. vindt u het niet erg dat, om deze problemen op te lossen, soms de rechten van alle inwoners worden beperkt of ter discussie gesteld?‘Ik vind het niet goed dat elke meisje op besnijdenis moet worden ge-controleerd, zoals dat eens door de VVD bij monde van Ayaan Hirsi Ali is voorgesteld. Dat is te veel van het goede en tast ook nog eens de licha-melijke integriteit van de vrouw aan. Dat probleem kan beter aangepakt worden. Als een gynaecoloog ziet dat een vrouw besneden is, dan moet dat geregistreerd worden. Ook moeten we ouders bijstaan om het taboe op vrouwenbesnijdenis te doorbreken. Veelal worden meisjes in het buiten-land besneden onder sociale druk van familieleden aldaar.’

‘Het christendom is in nederland overduidelijk de dominante cultuur. Daarom moeten bijvoorbeeld christe-lijke feestdagen niet ingeruild worden

7

InTErVIEW MET MIrJAM sTErK

‘dat een In het buItenland ge-sloten huwelIJK met een meIsJe van 15 Jaar In nederland geaC-Cepteerd wordt Is onverant-woord.’

‘ChrIstelIJKe feestdagen moe-ten nIet IngeruIld worden te-gen IslamItIsChe.’

‘soms heeft de pvv wel een punt.’

tegen islamitische. Daarvoor vind ik het nog veel te vroeg. Wel moeten we mensen zoveel mogelijk gelijkwaardig behandelen. Allochtonen die passie hebben en die iets willen bereiken in onze samenleving moeten we stimu-leren. We moeten investeren in scho-ling en discriminatie aanpakken.’

hoe gaat u om met de populistische visie van geert wilders op dit thema?‘Ik ben er van overtuigd dat veel PVV-stemmers heus wel weten dat de standpunten van Geert Wilders en de zijnen irrationeel zijn. soms heeft de PVV echter wel een punt! Zo had ik onlangs een overleg met minister van der Laan (PvdA, Wonen, Wijken en Integratie). Een PVV-kamerlid sprak er schande van dat sommigen maar liefst zeven of acht keer een partner uit het buitenland halen. Ze scheiden gewoon van hun vrouw en laten de volgende uit het buitenland overko-

men. Toen heb ik gezegd: ‘Als dat zo is, moeten we er samen aan werken dat aan deze praktijk een einde komt’. Het is jammer dat de PVV vaak goo-chelt met cijfers, alle moslims over één kam scheert en met slechte oplos-singen komt. Ik vind echter dat we de PVV daarom niet moeten stigmatise-ren zoals D66 doet, door er het etiket ‘extreemrechts’ op te plakken. Boven-dien is de PVV op sociaaleconomische punten haast linkser dan de sP, en de discussie schiet met die etikettering helemaal niets op. Met etiketjes plak-ken gaat het niet meer over de inhoud, maar alleen nog over de vorm. Terwijl de inhoud zo belangrijk is.’

u noemde d66 al: deze partij heeft een heel andere visie op integratie dan de pvv. Ze streeft naar kosmo-politisme en bezingt europa als ba-zaar van wereldculturen. wat vindt u daarvan?‘Veel Tweede Kamerleden zijn veel meer kosmopolitisch en hebben een

Sinds 2002 is ze al lid van de Tweede Kamer: Mirjam Sterk. Ze heeft niet alleen naam gemaakt als blondine tussen oude mannen in krijt-streeppakken, maar vooral als een sterk inhoudelijke woordvoerder op het terrein van integratie en gezin. ‘Veel gaat goed met de integra-tie, maar het kan beter. Vooral huwelijksmigratie moet harder aange-pakt worden. Ik pleit daarnaast voor een assertief burgerschap.’

‘20 Procent van de huwelijksmigranten is kansarm.’Mirjam Sterk heeft het gehad met de huwelijksmigratie

Page 5: CDJA Interruptie nr. 4 2009

8 CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4 9CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4

‘Ik ben voor het selectieve migratie-beleid. Kennismigranten moeten zich gemakkelijk in nederland kunnen vestigen. In principe moet een ken-nismigrant binnen twee weken klaar zijn met de toelatingsprocedure om in nederland te kunnen werken. scep-tischer ben ik ten aanzien van laag-geschoolde arbeid, dat voornamelijk door Poolse arbeiders wordt verricht. We praten nu over de integratiepro-blemen van vooral Marokkanen, Tur-ken en Antillianen. Voorkomen moet echter worden dat we over dertig jaar over dezelfde problemen praten, maar dan met betrekking tot de Polen.’

‘In een selectief migratiebeleid moet het begrip ‘startkwalificatie’ centraal staan. Kennismigranten moeten mi-nimaal de lagere school gedaan heb-ben, liefst ook een middelbare school hebben afgerond, want dat helpt hen enorm bij het leren van de neder-landse taal. Als je nederlander wordt, vinden wij dat het wel een feestje waard is! De overhandiging van je nederlandse paspoort moet daarom een feestelijke bijeenkomst zijn.’

Carel Kauffmann en geurt henk spruyt

betere opleiding dan de gemiddelde nederlander. Veel nederlanders le-ven in een eigen wereldje, dat geo-grafisch gezien niet erg groot is. Daar is niets mis mee. Wel kan daardoor onbegrip ontstaan tussen de Kamerle-den en hun kiezers. Voor mij is de les van het referendum over de Europese Grondwet geweest dat mensen bang zijn voor het verliezen van de neder-landse identiteit. Kosmopolitisme is vooral voor hoogopgeleiden met veel geld. We mogen als nederland wel wat trotser zijn op onze waarden. Wanneer wij als land namelijk meer zelfvertrouwen zouden hebben, dan denk ik dat we het ook minder ‘eng’ zouden vinden om in de Europese unie op te gaan.’

u bent dus voorstander van patriot-tisme, meer trots op nederland? ‘nou, patriottisme zou ik dit niet willen noemen. Wel vind ik dat we moeten streven naar assertief burgerschap.’

welke rol ziet u voor de europese unie bij immigratie? ‘We lopen in nederland voorop met strengere eisen aan immigranten. Andere landen zien in nederland een voorbeeld voor hun eigen beleid. Er is soms wel een spanning tussen de vrijheden van een Eu-burger en de oplossingen die er mogelijk zijn. In België zijn de eisen die gesteld wor-den aan huwelijksmigranten veel minder streng dan in nederland. Veelal immigreert men eerst naar België en vervolgens vanuit België naar nederland. Dat is zonder pro-blemen mogelijk, omdat er binnen de Europese unie vrij verkeer van per-sonen geldt. Dit is een voorbeeld van een probleem waar Europese samen-werking voor nodig is. Daarom ben ik ook voor meer Europees beleid op het gebied van migratie.’

heeft nederland meer migratie no-dig? Zo ja, moet dat dan selectieve migratie zijn?

InTErVIEW MET MIrJAM sTErK

Interview met Camiel Eurlings 9

WIssELCOLuMn

‘onZe vIsIe op IntegratIe spItst ZICh vooral toe op huwelIJKs-mIgratIe.’

‘wat IK ooK erg posItIef vInd, Is dat alloChtone gemeensChap-pen Zelf proberen Interne pro-blemen op te lossen.’

De tirannieke Procrustus verdrijven

friezen en marokkanenToegegeven: Procrustus heeft het op bepaalde terreinen iets moeilijker gekregen, dan pakweg een tien jaar geleden. Ik herinner mij dat we een jaar of tien geleden als sGP-fractie in de Tweede Kamer een eenzame tegenstem uitbrachten tegen het Ka-derverdrag over de bescherming van nationale minderheden. Wij waren het er niet mee eens dat Friezen en Marokkanen op één lijn werden ge-steld als nationale minderheden.In diezelfde periode lukte het ook niet een Kamermeerderheid ervan te overtuigen dat het een billijke eis was om van degenen die nederlan-der wilde worden, te verlangen dat ze ook een flink mondje nederlands spreken. De brochuretorens op de stadhuizen stonden vol folders in alle mogelijke talen. Wat waren we toch verdraagzaam…Die scherpste kantjes zijn er nu wel af. Velen hebben meer oog voor de verschillen tussen Friezen en Marok-kanen. En tegenwoordig vindt ieder-een het normaal dat een inburgeraar nederlands moet leren. Procrustus heeft op het terrein van de taal een stap terug moeten doen. nederlands en Marokkaans hoeven niet meer ge-lijk behandeld te worden.

‘het Is beledIgend, om het gepas-te wantrouwen dat geboden Is tegenover een orthodoxe Imam, Zomaar te KopIëren naar een domInee dIe het ChrIste-lIJKe geloof vertolKt waarmee nederland groot Is geworden.’

gebedsoproepMaar daarmee is Procrustus nog niet verdreven. sterker nog: vooral op het terrein van de religie is hij nog volop actief. Zijn strategie blijft hetzelfde: alle inhoudelijke en historische ver-schillen maskeren, en hard roepen dat elk onderscheid dat wordt ge-maakt, discriminatie is. Is er op zon-dagmorgen al eeuwenlang een kerk-klok te horen? Denk erom, dat dan voortaan ook de Arabische gebedsop-roepen vanuit de moskee strikt gelijk behandeld worden! Is er gedoe met een fundamentalistische imam? Denk erom, dat we dan ook de orthodoxe dominees in de gaten houden...

Alle godsdiensten en overtuigingen lijken ook in volstrekt ongelijke ge-vallen gelijk behandeld te moeten worden. Die kortzichtige Procrustus-benadering roept bij veel burgers ver-vreemding op. Het is beledigend om het gepaste wantrouwen dat geboden is tegenover een orthodoxe imam die is opgegroeid in een tiranniek-islamitisch land, zomaar te kopiëren naar een dominee die het klassieke christelijke geloof vertolkt waarmee

nederland groot is geworden. Het wordt tijd voor een veel meer gedif-ferentieerde benadering. Er zijn grote inhoudelijke en historische verschillen tussen godsdiensten. Laat dat gewoon erkend en in beleid verwerkt worden.

star gelijkheidsdenkennederland is een land dat gestempeld is door het christendom. De christelij-ke overtuiging heeft ook onze rechts-staat en onze staatkundige orde door-desemd. Dat is niet alleen iets van het verleden. nog steeds is een zeer groot deel van de bevolking bij een christe-lijke kerk aangesloten. In ons land hebben we geen alge-meen erkende islamitische feestda-gen, maar wel algemeen erkende christelijke feestdagen. In een star gelijkheidsdenken klopt dat eigenlijk niet. In een christelijk-historische be-nadering is daar niets mis mee. Dan houd je wel rekening met andersden-kenden, maar lever je niet je eigen identiteit in. Het wordt tijd dat Procrustus verder wordt aangepakt. nee, het probleem is niet zozeer het bed waarop de reizi-gers worden gelegd. Werkelijk gelijke gevallen moeten gelijk behandeld worden. Maar het probleem zit vooral in het politiek-correcte dekentje dat erover heen wordt gespreid. Verschil mag er zijn.

Cees van der staaij (Tweede Kamerlid namens de sGP)

Wat heeft die Procrustus een ellende aangericht! Procrustus was een wrede rover uit een Griekse sage. Hij legde passerende reizigers op een bed en paste hun lengte daaraan aan. Wie te kort was, werd flink uitgerekt. Bij reizigers die te lang waren, werd een stuk van hun benen afgehakt. Een gelijke behandeling met catastrofale gevolgen! De sage is van lang geleden, maar Procrustus is nog volop onder ons. Zeker in het integratiebe-leid. Hij heeft zijn bedje gespreid op artikel 1 van de Grondwet: gelijke behandeling. Alle verschillen worden toegedekt met de verstikkende deken van het anti-discriminatiegeloof.

Page 6: CDJA Interruptie nr. 4 2009

10 CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4 11CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4

Maak van het integratie-beleid geen richtingenstrijdIs het echt zo kwaad kaas eten met moslims, of liggen de problemen elders?

burgers tot harde en op angst geba-seerde uitspraken, die niet passen bij de realiteit en wenselijkheid van een open en moderne samenleving.

Ik zal deze twee punten hieronder verder uitwerken en zal dan terugko-men op de prangende vraag naar een (uniek) christendemocratisch integra-tiestandpunt.Om te beginnen is het goed de veel ge-bezigde term ‘integratieprobleem’ dui-delijk te definiëren. Dit kan uiteraard op vele manieren; hier is mijn versie:Een deel van de (niet-westerse) al-lochtonen die in nederland woont, spreekt onvoldoende nederlands, is onvoldoende opgeleid en/of ge-

draagt zich onvoldoende in over-eenstemming met de nederlandse maatschappelijke maatstaven om op sociaal-economisch vlak succesvol te zijn. Binnen deze groep is, concreet, de werkloosheid hoog, het gemid-delde inkomen laag, en de sociale participatie (buiten de eigen groep) beperkt. Leden van deze groep wonen vaak geconcentreerd in stadsdelen met veel goedkope huurwoningen die relatief hoge criminaliteitscijfers ken-nen. Bovendien hebben hun slechtere sociaal-economische omstandighe-den de neiging zichzelf in stand te houden: allochtone jongeren missen de middelen, of de ambitie om door middel van een opleiding of baan hun wereld te vergroten en hogerop te ko-men, en ouderen blijven vaak steken in een sociaal isolement.

ZelfontplooiingKort gezegd: het integratieprobleem heeft in de eerste plaats betrekking op de niet goed geïntegreerde neder-landers zelf. Het is problematisch voor henzelf dat zij tot de hierboven be-schreven groep behoren, omdat hun kwaliteit van leven en mogelijkheden tot zelfontplooiing beperkt zijn ten opzichte van landgenoten uit andere bevolkingsgroepen. In het publieke debat wordt de nadruk meestal niet op dit aspect gelegd, maar op de pro-blemen die autochtone nederlanders

Als CDJA geven wij al enige tijd het signaal af dat we bezorgd zijn over het ontbreken van duidelijkheid en daadkracht bij het CDA aangaande de integratieproblematiek, en daarom is bovenstaande vraag voor ons erg rele-vant. We vragen van het CDA een so-lide christendemocratisch standpunt ten aanzien van integratie en min-derheden, maar weten we wel wat dit standpunt dan zou moeten inhouden?

IntegratieprobleemTegenwoordig wordt de term ‘integra-tie’ in het publieke debat erg gemak-kelijk geassocieerd met moslims en ‘de komst van de islam’, ook binnen het CDJA. Ik heb daar om twee rede-nen problemen mee. Ten eerste denk ik dat de focus op de islam het zicht ontneemt op de eigenlijke integratie-problemen. Ten tweede leidt deze dis-cussie bij veel nederlandse politici en

EssAy

Interview met Camiel Eurlings

ondervinden als gevolg van het slecht geïntegreerd zijn van sommige al-lochtone minderheden. Er is bijvoor-beeld sprake van een taalbarrière, of er ontstaan fricties als gevolg van ver-schillende culturele gewoonten. Maar vaak ook zijn de problemen groter omdat de criminaliteitscijfers onder allochtone jongeren de pan uit rijzen of meningsverschillen niet meer met behulp van het (vrije) woord, maar met geweld worden beslecht.

Deze problematiek is reëel en moet daarom erkend worden als tweede facet van de overkoepelende term ‘het integratieprobleem’. Het feit dat sommige niet goed geïntegreerde nederlanders op allerlei niveaus moeilijkheden kunnen veroorzaken in hun omgeving mag geen enkele democratische politieke partij ervan weerhouden zich ten volle in te zetten voor het welzijn en de sociaalecono-mische ontplooiing van alle burgers. Christendemocraten hebben wat dat betreft nog een extra verantwoorde-lijkheid omdat zij expliciet het princi-pe van sociale gerechtigheid noemen in hun uitgangspunten. Door het na-streven hiervan, zo merkt prof. Wol-dring op in zijn Politieke filosofie van de christendemocratie (2003, p. 22), ‘wordt het welzijn van de mensen ge-diend en aan een hoopvolle toekomst voor de samenleving gewerkt’.

wilders’ mytheDeze hoopvolle toekomst lijkt echter, als je sommige rechtse politici - maar ook leden van het CDJA - mag gelo-ven, verder weg dan ooit. Geert Wil-ders lijkt een steeds groter deel van de nederlandse bevolking, inclusief sommige gematigder politici, mee te slepen in zijn schrikbeeld van de ‘isla-misering van nederland’. Hij bedoelt hier kennelijk mee een georganiseerd en systematisch oprukken van de is-lamitische cultuur en religie met als doel de oude christelijke cultuur in West-Europa van de troon te stoten. In deze betekenis is de ‘islamisering’ echter niets anders dan een mythe. De islamitische wereld is niet één in haar denkbeelden en de minderheid van

11

EssAy

het IntegratIeprobleem heeft In de eerste plaats betreKKIng op de nIet goed geïntegreerde nederlanders Zelf.

ooK In nederland Is het aantal extremIstIsChe moslIms KleIn en de IslamItIsChe gemeen-sChap nIet erg georganIseerd.

fundamentalistische moslims die een jihad willen voeren tegen het westen wordt vaak ook in islamitische landen bestreden. Ook in nederland is het aantal extremistische moslims klein en de islamitische gemeenschap in het algemeen niet erg georganiseerd.

Feitelijk gezien hebben we te maken met een toenemend aantal immigran-ten uit islamitische landen, die (dus) ook in nederland hun islamitische ge-loof willen beleven. uitingen hiervan die tegen de nederlandse wet ingaan, dienen uiteraard niet getolereerd te worden. Maar de angst die Wilders creëert leidt niet alleen de aandacht af van de werkelijke integratieproble-matiek zoals hierboven beschreven, maar veroorzaakt ook in toenemende mate een harde, exclusieve houding bij nederlanders ten aanzien van al-lochtone minderheden en werkt zo verdere segregatie in de hand. Poli-tici die dit niet inzien en toch zwich-ten voor de verleiding symbolische maatregelen te nemen die de islam verklaren tot een ongewenst element in de nederlandse samenleving, houd ik graag een citaat voor van Paul van Geest, bekend CDA’er en hoogleraar, uit het septembernummer van cda.nl: ‘De geschiedenis leert dat het ge-voel van onveiligheid dat ontstaat [als angst hele bevolkingsgroepen in de ban houdt] grotere, ongunsti-ger gevolgen kan hebben voor een samenleving dan de geconstateerde verschijnselen zélf. Gelukkig een land waarin de bevolking nuchter blijft [...]. Wie dat namelijk doet, legt de basis voor een veilige samenleving.’

ChristendemocratenBehalve het riskeren van een veilige samenleving impliceert het koste wat het kost willen stoppen van islamiti-sche invloeden in nederland ook een weinig realistische kijk op de wer-kelijkheid. De wereld globaliseert in hoog tempo en nederland is, in de

woorden van minister van Integra-tie Van der Laan, ‘als onderdeel van mondiale migratiebewegingen een migratiesamenleving, of we dat wil-len of niet’ (Trouw, 18-11-09). Het wil-len tegenhouden van wereldwijde veranderingsprocessen is naïef en strookt niet met de christendemocra-tische visie op internationale solida-

riteit. Beter zetten we ons in om in regionaal en Europees verband mi-gratie en integratie zo veel mogelijk in goede banen te leiden.

Zijn er twee soorten christendemo-craten? Ik hoop het niet. Binnen CDA en CDJA zouden we, door terug te grijpen op onze grondslagen, in kun-nen zien hoe we in het huidige tijd-perk kunnen werken aan een veilige en ongepolariseerde samenleving, waarin iedereen aanspraak kan ma-ken op sociale rechtvaardigheid en niemand persoonlijke ontplooiing wordt onthouden. Dit kan door blij-vend in te zetten op het slechten van de taalbarrière en het omkeren van de negatieve spiraal waarin veel ach-terstandswijken terecht dreigen te komen. Bovendien moeten we voor ogen houden dat tolerantie en aan-passingsvermogen de nederlandse samenleving alleen maar sterker zul-len maken, en opgewassen tegen de uitdagingen van de 21e eeuw. Om te voorkomen dat er straks werke-lijk twee soorten christendemocraten zijn, zullen we ons grondig moeten bezinnen op de vraag welke van de twee stijlen uit de inleiding het beste past bij het CD(J)A. Mijn keuze mag in ieder geval duidelijk zijn: ‘Ich bin ein Balliner’.

maarten de vries

‘Zijn er twee soorten christendemocraten?’ vroeg politiek redacteur Hans Goslinga zich onlangs af in Trouw (14-11-09) naar aanleiding van twee publieke optredens van CDA’ers. Kamerlid Marleen de Pater kreeg ruime steun voor een motie die het onmogelijk maakt dat isla-mitische ambtenaren in hun eedaflegging naar Allah verwijzen, ter-wijl minister van Justitie Hirsch Ballin een rede hield bij de Commissie Gelijke Behandeling waarin hij juist pleitte voor het in stand houden van culturele en religieuze verscheidenheid omdat deze ‘samen met tolerantie de basis zijn van een duurzame, krachtige staat’. Dit artikel sluit aan bij de opvatting van Hirsch Ballin.

Page 7: CDJA Interruptie nr. 4 2009

12 CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4 13CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4

Koester de verschillen Partij van de

emancipatie

bijvoorbeeld in een grondwettelijk recht voor gemeentes om processies te verbieden. Dit verbod werd pas in 1983 geschrapt.

burgerschapKoester de verschillen… Is dat niet te gemakkelijk? Zijn we niet tè verschil-lend? En is de samenleving door het verdwijnen van de zuilen niet te on-voorspelbaar geworden?Daarom hier ook een pleidooi voor goed burgerschap. Burgerschap gaat het over de taal spreken, belasting be-talen en de wet niet overtreden. Goed burgerschap behelst echter meer. Het ministerie van Binnenlandse Zaken is bezig met een zogenaamd Handvest Burgerschap. Er is een site geopend waar gediscussieerd kan worden over wat burgerschap in-houdt. Je kunt je mening geven over het belang van de taal spreken en vrijwilligerswerk doen. Maar ook over een open houding hebben ten opzichte van elkaar, en plezierig met

elkaar omgaan. En of goede burgers lid moeten zijn van een politieke par-tij. In een enquête op de site wordt steeds de vraag gesteld: mogen we dit van elkaar verwachten?Verwachtingen zijn niet vast te leggen in wetten en kun je niet opleggen aan je medeburger. Dat geldt voor veel aspecten van goed burgerschap. Toch mogen we een hartelijk voorstander zijn van bijvoorbeeld goede omgangs-vormen en het doen van vrijwilligers-werk. En dat moeten we mijns inziens ook meegeven aan iedereen die inte-greert in nederland.

IdeaalbeeldHoewel totnogtoe weinig burgers hebben meegedacht, is het Handvest van het ministerie een goed initiatief voor een maatschappelijke discussie. We mogen van elkaar zaken verwach-ten die verder gaan dan het niet over-treden van de wet. Tegelijk moeten we ons bewust zijn van de weerbarstig-heid van de werkelijkheid. niet ieder-een zal aan een ideaalbeeld kunnen en willen voldoen.

Kijk naar jezelf. Als je dit leest ben je naar alle waarschijnlijkheid hoogop-geleid. Je bent lid van een politieke partij en daar nog actief ook. Prachtig. Maar als iedereen hetzelfde zou zijn als jij en ik, dan zou de hele maat-schappij morgen uit elkaar vallen. Die draait namelijk niet alleen op hoog-opgeleiden die hun avonden beste-den aan politieke debatten in kleine zaaltjes met twintig mensen en het schrijven van stukjes (voor de duide-lijkheid: ik heb het ook over mezelf).

Vroeger had ik in mijn kinderkamer een gedichtje aan de muur. Het ging erover dat je moet zijn als een kaarsje, brandend in de nacht. straal iets uit naar anderen, wees een voorbeeld, doe mee. En het gedicht eindigde met: ‘jij in jouw klein hoekje, ik in ’t mijn’.

Janneke beumer

In een utopische wereld is iedereen het met elkaar eens, maar deze we-reld staat tevens stil en neigt naar to-talitarisme. De kern van democratie is juist dat we het oneens kunnen zijn, dat het mogelijk is om tot een minder-heid te behoren.

democratie en diversiteitHet idee dat verschillen nodig zijn voor een goed werkende democratie heeft gevolgen voor hoe je de maat-schappij ziet. Ook in de samenleving bestaan verschillen en deze moeten we koesteren. Als iedereen dezelfde ideeën heeft en dezelfde maatschap-pelijke activiteiten ontplooit, dan valt het middenveld uit elkaar.Tijdens de verzuiling waren de ver-schillende minderheden sterk geor-ganiseerd. Dit kanaliseerde de me-ningen zodat iedereen in zijn eigen wereld kon leven zonder steeds ruzie te maken met andersdenkenden. Toch was nederland in die tijd niet be-paald tolerant. Over katholieken werd vaak hetzelfde gezegd als nu over moslims. Ze hebben een raar geloof, zijn loyaal aan een vreemde macht (rome), ze planten zich veel meer voort dan anderen… Dat resulteerde

MIJn MEnInG

Interview met Camiel Eurlings

Tegelijk is er echter ook de plicht van nederlanders om allochtonen die kansen te bieden. Het komt te veel voor dat allochtonen op de arbeids-markt gediscrimineerd worden en geen echte kans krijgen mee te doen. Zie migranten niet als kwetsbare mensen, maar als burgers die veel te bieden hebben.

Het CDA is de partij van de emancipa-tie. Voor mij betekent dat automatisch dat het CDA een bovengemiddeld ge-voel en respect heeft voor cultureel-religieuze verschillen. Wij hebben bijvoorbeeld duidelijke ideeën over de positie van de islam. Voor het CDA geldt dat iedereen in ons land zijn eigen religie mag belijden; privé- én publiek. Wie meent dat religie alleen achter de voordeur mag worden be-leden, heeft van godsdienstvrijheid niets begrepen. religie, dus ook de

13

CDA GEDACHTEGOED

als Iedereen hetZelfde Zou ZIJn als JIJ en IK, dan Zou de hele maatsChappIJ morgen uIt el-Kaar vallen.

JuIst bIJ onZe Jongeren proef IK een sterK gevoel voor de waarde van dIversIteIt.

islam, heeft immers ook een maat-schappelijke betekenis. Vanzelfspre-kend dient het geloof beoefend te worden binnen de kaders van onze democratische rechtstaat en vrijwil-lig; geloofsdwang wijzen wij af.Het debat over de islam wordt ‘ver-vuild’ door te suggereren dat moslims in ons land een bedreiging vormen voor de rechtstaat. Dat is onjuist. Daarvoor kijk ik slechts naar moslims binnen onze eigen kring; al die (kan-didaat-)raadsleden die zich voor het versterken van onze rechtsstaat in-zetten. Met hen wil het overgrote deel van de nederlandse moslims gewoon meedoen op basis van respect voor de kernwaarden van onze samenleving.

Een klein deel hangt de fundamenta-listische islam aan en is ontvankelijk voor radicalisering. Deze groep wordt door onze veiligheidsdiensten terecht goed in het oog gehouden.Het voortdurend centraal stellen van de islam in het integratiedebat heeft als nadeel dat andere beleids-onderdelen in het publieke debat ondersneeuwen. Beheersing van het nederlands, inburgering, goed on-derwijs, werk, ontmoetingen tussen allochtonen en autochtonen zijn veel belangrijker voor geslaagde integra-tie dan onnodige fixatie op de religie van nieuwkomers. De Integratiebrief van het kabinet stelt wat dat betreft de juiste prioriteiten.

Voor het CDA staat centraal dat nieuwkomers moeten meedoen in de samenleving. Dat legt ook een taak bij ons. Veel migranten voelen zich aan-getrokken door ons christendemocra-tische gedachtegoed en willen graag actief zijn voor onze partij. Ik ben blij met andere gelovigen die zich op ba-sis van onze uitgangspunten willen inzetten. Als volkspartij weerspiege-len we onvoldoende die maatschap-pelijke diversiteit. Daar zie ik een heel duidelijke rol voor het CDJA; dé kweekvijver voor ons CDA talent! Jul-lie staan dicht bij de vele, jonge, maat-schappelijk geëngageerde nieuwko-mers die op het punt staan een partij te kiezen. Juist bij onze jongeren proef ik een sterk gevoel voor de waarde van diversiteit en een reëel besef van wat de echte problemen zijn en dat wat slechts door de media opgeklopte problemen zijn. Zeg daarom waarom jij voor het CDJA kiest en waarom zij dat ook zouden moeten doen! Het bestuur heeft vanuit dit zelfde besef gekozen voor het opzetten van een Kleurrijk netwerk binnen de partij.

Een volkspartij als het CDA dient im-mers open te staan voor verschillende religies en groepen. Dat doen wij op basis van een verbindende en veelei-sende visie; in het belang van de hele samenleving.

peter van heeswijk

Democratie bestaat bij de gratie van diversiteit. Zonder verschillende meningen geen debat en dus geen democratische besluitvorming. Zon-der alle minderheden die ons land rijk is hoeven gekozen politici niet op zoek naar het beste besluit, waarbij de verschillende minderheden gezien en ontzien worden.

Verbindend en veeleisend. Met deze woorden schets ik het integra-tiebeleid van het CDA. Wij willen een samen-leving waarin mensen vanuit verschillende westerse en niet-westerse achtergronden daad-werkelijk samenleven en -werken. Jammer dat we die tweede groep gemakkelijk onder één label problematiseren. Ik zie het CDA als een partij van de emancipatie. We willen dat iedereen de kansen krijgt om mee te doen; in wijk, dorp, vereniging, in betaald- en vrijwilli-gerswerk. Voor nieuwkomers liggen hier naast sociaaleconomische drempels ook taal- en culturele drempels. Meedoen kan alleen slagen als men de Nederlandse taal spreekt en voldoende ingeburgerd is. Dat is in het belang van de nieuwkomers zelf. Daarom dient het integratie-beleid veeleisend te zijn. Zoals het kabinet terecht stelt in haar Inte-gratiebrief mogen van nieuwkomers extra inspanningen worden ver-wacht. Als zij die inspanningen weigeren, zijn sancties op hun plaats.

Page 8: CDJA Interruptie nr. 4 2009

14 CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4 15CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4

Succesverhaal van een Turkse ondernemer

Islamitisch burgerschapDe film Fitna van Geert Wilders leidde tot een interessante ontwikke-ling in de nederlandse samenleving. Verschillende moslimorganisaties namen in aanloop naar Fitna afstand van Wilders en benadrukten in isla-mitische landen dat de boodschap van een parlementariër niet samenvalt met die van de regering of het gehele parlement. Tegelijkertijd riepen zij in nederland moslims op om de kalmte te bewaren. Zoals bekend bleef het kalm na Fitna en spraken de nederlandse moslims zich alleen in woorden uit. Moslims leken door de provacatie van Fitna juist weerbaarder geworden.

Het meest interessante hoofdstuk gaat over (islamitisch) burgerschap. Bin-nen de moslimgemeenschap wordt onderscheid gemaakt tussen de rekke-lijken, die geloven in een (gematigde) nederlandse islam, en de preciezen, die stellen dat er maar één complete islam is. De preciezen, zoals Imam van de Ven, vinden dat moslims geen con-cessies moeten doen. De rekkelijken stellen daar tegenover dat moslims zelf richting moeten geven aan hun geloof. Hun stelling is dat religie zich aan de samenleving moet aanpassen.

salafistenstadsdeelvoorzitter Marcouch, die op televisie het debat aanging met de salafistische imam Fawaz, stelt dat de reacties op zijn optreden opvallend waren. ‘De eenheid die moslims koes-teren noemt Marcouch ‘bijna dictatori-aal’. Marcouch kreeg echter openlijke steun van het samenwerkingsver-band Marokannen in nederland. De Vereniging van Imams in nederland (VIn) en het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) hielden zich he-laas wel stil. Marcouch irriteert zich er aan dat academici en politici zeggen dat het afgelopen moet zijn met de is-lamdiscussie. ‘Wat binnen de politiek ontbreekt, is een heldere visie op het inpassen van de islam - inclusief or-thodoxie - in een seculiere staat. In-tegratie is te lang benaderd vanuit de sociaaleconomische positie.’ De strijd tegen de politieke salafisten woedt binnen de moslimgemeenschap in nederland, maar ook wereldwijd. Het is volgens Marcouch daarom belang-rijk dat gematigde moslims zich men-gen in het debat.

Opstand der gematigden biedt een in-teressante kijk in de ontwikkeling van nederlandse (gematigde) moslims in de afgelopen jaren, al biedt het geen diepgaande analyse over de islam als religie. Je kunt vraagtekens stellen bij het enthousiasme van de auteurs dat ze überhaupt gematigde moslims hebben gevonden. Het boek biedt wel een aantal aanknopingspunten voor het islamdebat in nederland en bin-nen het CDA. De roep van noor om moslims niet als homogene groep te benaderen en de boodschap van Mar-couch, dat het islamdebat vooral niet afgelopen moet zijn, kunnen we ter harte nemen.

Groen, J. & A. Kranenberg: Opstand der Gematigden. 223 pagina’s, uitge-verij Meulenhoff

Jeroen van velzen

homogene groepDe auteurs nemen de ophef rondom het comité van ex-moslims van Eh-san Jami in 2007 als vertrekpunt. Het openlijk bespreekbaar maken van af-valligheid binnen de islam raakte een gevoelige snaar in de nederlandse moslimgemeenschap. Comités van ex-moslims waren er ook in andere landen, zoals in Engeland, onder leiding van Maryam namazie. namazie bekritiseert gematigde mos-lims of hervormers die benadrukken dat de islam vredig is. Zo halen zij namelijk de aandacht weg van de ide-ologische variant: de politieke islam. In het islamdebat worden moslimver-tegenwoordigers vrijwel nooit uitge-daagd door andere of ex-moslims.

Een moslimhervormer is Farish noor die andere moslims oproept om hun mond open te trekken tegen extre-misten. Het islamdebat is volgens noor verworden tot zeepkistretoriek met enerzijds radicaliserende mos-lims en anderzijds rechtse politici. De oplossing zit er volgens hem in, mos-lims niet langer te beschouwen als homogene groep. Voor moslims geeft hij aan dat hun loyaliteit niet bij de umma (wereld-wijde moslimsgemeenschap) moet liggen, maar bij nederland. noor riep op een PvdA bijeenkomst in neder-land op om moslims niet als groep maar als individu aan te spreken.

rECEnsIE

Interview met Camiel Eurlings

erkenning en ruimteOnlangs werd bekend dat hoogopge-leide jonge Turkse nederlanders en masse naar Turkije verhuizen omdat ze in nederland amper erkenning en ruimte krijgen. Dat zou ons achter de oren moeten doen krabben. Het indivi-du wordt blijkbaar niet meer herkend in de verhalen over de groep. In een boek van Gabriël van den Brink wordt in het kader van integratie de nadruk gelegd op burgerschap. Iedere neder-lander behoort naar vermogen mee te kunnen doen in de samenleving. Van den Brink noemt vier kwaliteiten van goed burgerschap: zelfwerkzaamheid, betrokkenheid, redelijkheid en gelijk-waardigheid. Oftewel: je eigen inko-men verdienen, betrokken zijn bij de samenleving, je keuzes verantwoor-den en beseffen dat iedereen voor de wet gelijk is.

15

InTErVIEW

wat bInnen de polItIeK ont-breeKt, Is een heldere vIsIe op het Inpassen van de Islam In een seCulIere staat.

‘Je bent hIer te gast, dus Je moet nederland respeCteren en hard werKen voor Je geld.’

Om het individu weer zichtbaar te ma-ken in de vele verhalen over de groep, volgt hieronder een interview met de Turkse ondernemer yalçin Cihangir. Een successtory, maar net zo waar als de verhalen over Marokkaanse jon-gens in Kanaleneiland. Het interview is met toestemming overgenomen van de auteur, Geert Meijering.

Acht jaar geleden opende hij zijn eer-ste Fietsfabriek in de Amsterdamse Pijp. Inmiddels telt zijn bedrijf tien nederlandse en zes buitenlandse vestigingen. Daarnaast heeft yalçin Cihangir een ‘eerlijke’ kledinglijn, yC Clothing, en zit hij sinds een halfjaar in de biologische landbouw.

yalçin Cihangir: ‘Ik repareerde wel vaker fietsen van vrienden en kennis-sen. Acht jaar geleden vroeg iemand mij echter waarom ik geen eigen zaak begon. nouja, dat heb ik toen maar gedaan. In het begin was het wel las-tig omdat ik de taal niet goed sprak en ik van alles bij de Kamer van Koop-handel moest regelen. Ik ben toch maar gewoon aan de slag gegaan en door mijn contacten met klanten heb ik nederlands geleerd.

Doordat veel bekende nederlanders als Martijn Krabbé en prinses Marilè-ne op mijn fietsen rijden vinden veel politici mij een voorbeeld voor andere

allochtonen. Ik wil echter gewoon hard werken en daardoor mensen verder helpen. Dat zeg ik ook tegen andere al-lochtonen: ‘Je bent hier te gast, dus je moet nederland respecteren en hard werken voor je geld. Met een uitkering mag je geen genoegen nemen.’

Ik had ooit een paar stagiaires van het rOC Amsterdam, twee Marokkanen en twee surinamers. Door hun lui-heid konden zij mij een slechte naam opleveren. Daarom heb ik ze voor de keuze gesteld: óf ze gingen hard aan het werk, óf ik stuurde ze weg. Toen bleek dat zij eigenlijk geen fietsenma-ker wilden worden, maar liever met mode bezig waren. nou, toen ben ik begonnen met yC Clothing en zij heb-ben me geholpen.

sinds een halfjaar investeer ik ook in biologische landbouw. Ik heb eigen grond in Turkije. Boeren kunnen daar weer op natuurlijke wijze hun eigen gewassen verbouwen. Ik kies voor biologisch omdat het beter is voor mens en natuur. Eigenlijk geldt dat ook voor mijn fietsen en kleren.

Ik vind het belangrijk om mijn ideeën door te geven aan anderen. Je kunt natuurlijk veel praten over integratie of over een beter milieu, maar als het daarbij blijft, heb je er helemaal niets aan. Mijn motto is dan ook: Ga het ge-woon doen.’

harry van der molen

Nederlandse moslims zitten in een emancipatieproces. Dat is de bood-schap van Volkskrant journalisten Janny Groen en Annieke Kranen-berg in hun boek ‘Opstand der gematigden’. De gematigde moslims worden weerbaarder en komen in opstand tegen extremisten.

Van het onderwerp integratie wordt al snel een abstract verhaal gemaakt. Containerbegrippen vlie-gen je om de oren. Wilders claimt een tsunami van de islamisering, er wordt gesproken over burgerschap, over gedeelde waarden en over spanningen tussen bevolkingsgroe-pen. Op de tsunami van Wilders na zijn al die zaken van belang. Inte-gratie is een complex probleem dat niet met een enkele oplossing aan de kant te schuiven is. Veranderin-gen in de samenleving werken op alle niveaus door. Toch dreigen we wel eens uit het oog te verliezen dat een aanzienlijk deel van de im-migranten zichzelf redden en goed geïntegreerd zijn.

‘Ga het gewoon doen.’OPSTAND DER gEMATIgDEN

Page 9: CDJA Interruptie nr. 4 2009

16 CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4 17CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4

Immigratie in Europees perspectief

bespreken van problemen, dan houdt niemand ze tegen om als vrouwen bij elkaar te gaan zitten.

uitkeringIk zei al: ‘is een cadeau niet wat lief en vrijblijvend?’ nu getuigt het weige-ren van een cadeau niet bepaald van dankbaarheid. Toch zijn er nog steeds allochtonen die er geen enkele moei-te voor doen om in te burgeren. Zij laten het cadeau dat hen wordt aan-geboden dus links liggen. Enerzijds kunnen we zeggen dat dit probleem bij de allochtonen zelf ligt. Anderzijds moet de overheid veel minder vrijblij-vend optreden richting allochtonen die weigeren te integreren. De term ‘cadeau’ van minister Van de Laan is een prachtige term, maar in het geval van inburgering is een zekere dwang noodzakelijk. Het is de taak van de overheid om ervoor te zorgen dat alle burgers op een goede manier participeren in de maatschappij. Wie geen zin heeft om te integreren kan niet zomaar onderdeel worden van het nederlandse volk. Wie geen zin heeft om te werken kan toch ook niet zomaar een uitkering aanvragen?

KerstboomIn mijn inleiding liet ik per ongeluk de term ‘nieuwe’ nederlander al een keer vallen. Een term die volgens de minister ‘toekomstgericht’ is. Het is heel fijn dat we een minister hebben die allochtonen positief inschat, maar we moeten er voor waken dat we door middel van het spelen met woorden een probleem gaan verbloemen. Ik behoef u toch hopelijk niet te herin-neren aan de pijnlijke geschiedenis-sen rondom Vogelaars ‘krachtwijken’? Het is niet de bedoeling dat we een allochtoon direct bij zijn aankomst de titel ‘nederlander’ geven. Het is een titel die hij moet verdienen door het cadeau van inburgering te benutten.

Als we de inburgering dan toch ver-gelijken met een cadeau, dan kun-nen we de nederlandse samenleving misschien wel vergelijken met een kerstboom. Als een kerstboom ver-sierd wordt is er ruimte voor verschil-lende versieringen met verschillende kleuren. Voorwaarde is echter wel dat het geheel uiteindelijk een eenheid vormt. En zo is het ook met integratie. Er is ruimte voor verschillende reli-gies, culturen en ‘kleuren’, mits deze een zekere eenheid vormen.Blijven mensen zich verzetten tegen die eenheid, dan dient ook streng te worden opgetreden. De nederlandse overheid kan niet als de een of andere sinterklaas (hetzij met, hetzij zonder kruis op de mijter) met het inburge-ringscadeau blijven rondstrooien.

Johannes ten hoor

praatgroepjeHet is natuurlijk heel fijn als je al-lochtonen bij hun komst in nederland een cadeau aanbiedt. Maar daarbij moet men wel helder nadenken over de vormgeving van dat cadeau. Die heeft namelijk grote gevolgen voor de manier waarop deze mensen kennis-maken met de nederlandse samen-leving. Zo is het bijvoorbeeld vreemd dat er nog steeds verschillende ca-deaus bestaan voor mannen en vrou-wen. Juist, we hebben het over ge-scheiden inburgeringscursussen. Hoe kunnen we bij de inburgeringscursus geloofwaardig overbrengen dat één van de kernwaarden van de inburge-ring is dat man en vrouw gelijk zijn in nederland, terwijl de mannen in het ene lokaaltje zitten en de vrou-wen in het andere? Voorstanders van gescheiden inburgering stellen dat allochtone vrouwen zich veiliger zou-den voelen onder seksegenoten en daar eerder hun problemen bespre-ken. De inburgeringscursus is echter geen praatgroepje. Het is een cursus waar kennis over de nederlandse taal en samenleving wordt overge-dragen. Mochten allochtone vrouwen daarnaast behoefte hebben aan het

DE MOrAALrIDDEr

Interview met Camiel Eurlings

Een voorbeeld van een onjuiste stel-ling die telkens van stal wordt gehaald is de bewering dat immigratie goed is tegen de vergrijzing. De Amerikaanse Caldwell is het daar niet mee eens: de kosten van het integreren van im-migranten zijn gigantisch, bovendien zullen de immigranten zelf ook ver-grijzen. niet alleen ‘economische’, ook ‘his-torische’ argumenten worden gretig gebruikt in het debat over migratie. Caldwell heeft in elk West-Europees land intellectuelen gevonden die zei-den dat hun land altijd al een ‘land van migranten’ was. Maar, brengt hij daar tegenin, deze immigratie was niet zo massaal als nu en deze migranten kwamen niet uit een absoluut andere cultuur wat betreft religie en taal.

te massaalDe indringende vraag die Caldwell ons stelt is: waarom ontkennen wij zo hardnekkig de gigantische maat-schappelijke, psychologische en po-litieke effecten van immigratie? Zijn boek laat zien hoe Europa eruit zag toen de massale immigratie op gang kwam. Ook toont hij aan hoe juist dit vraagstuk zo omgeven is met de mo-rele waarden van het nieuwe Europa:

17

rECEnsIE

waarom ontKennen wIJ Zo hardneKKIg de gIgantIsChe maatsChappelIJKe, psyChologI-sChe en polItIeKe effeCten van ImmIgratIe?

relativisme en individualisme, vrij-heid en mensenrechten. Verdraag-zaamheid is heden ten dage in Eu-ropa het hoogste goed. Caldwell moet echter wel spijtig constateren dat deze verdraagzaamheid en de gerela-teerde immigratie wel ten koste gaan van orde en veiligheid, billijkheid en onderlinge verstaanbaarheid.

‘De Europese culturele fundamenten en sociale zekerheid veranderen tot in de kern, maar vreemd genoeg bleef het politieke vocabulaire hetzelfde als toen immigratie nog een randver-schijnsel was.’ Dit komt door zowel de migranten als door de Europese samenleving zelf. Van migranten had verwacht mogen worden dat ze zich beter aanpasten en de taal gingen leren. Ze hadden hun traditioneel-religieuze waarden eerder moeten aanpassen aan hun nieuwe situatie. Europeanen maakten de fout te den-ken dat de gastarbeiders wel zouden

terugkeren naar het land van her-komst. Men heeft te lang te weinig ge-investeerd in integratie. De immigra-tie was veel te massaal. En nog steeds wordt de eigen identiteit enorm gere-lativeerd.

CultuurtrotsDe oplossingen liggen in een selec-tiever migratiebeleid, een meer ver-plichtend inburgeringsbeleid en een voor allochtonen gunstig arbeids-marktbeleid. Juist op die punten heeft de regering onlangs daadkracht ge-toond. Oplossingen voor dit enorme probleem liggen echter niet alleen bij de overheid. De cultuur is de onder-bouw van politiek en economie. Alle maatregelen die hieraan voorbijgaan bestaan in het beste geval uit lapwerk en symptoombestrijding. Mirjam sterk pleit in het interview in dit blad voor een assertief burgerschap. Mijns inziens moet daarbij alle nadruk gaan vallen op kennis van de nederlandse taal, geschiedenis, waarden en demo-cratische rechtsstaat, ook bij ‘autoch-tonen’. nederlanders mogen wel wat trotser zijn op hun cultuur, aldus de CDA-politica, en gelijk heeft ze!

Caldwells boek gaat in op de situatie in Europa, het belicht niet alleen ne-derland. Bij Caldwell niet, zoals bij veel andere islamcritici, doemverha-len over een toekomstige overheer-sing van de islam in Europa, ‘bewe-zen’ met quasiwetenschappelijke demografische cijfers. Ook schrijft hij niet vanuit een liberale, Verlichting-fundamentalistische achtergrond. Je kunt je wel afvragen of hij voldoende rekening houdt met de enorme vita-liteit van onze Europese cultuur. On-danks deze kanttekening is De Euro-pese revolutie een boek dat ons kan helpen bij het debat over dit moeilijke vraagstuk en bij het vinden van oplos-singen.

Caldwell, C.: De Europese revolutie. 391 pagina’s, uitgeverij Ambo

geurt henk spruyt

De dagen worden korter en kouder. Winkelcentra en openbare ge-bouwen worden omgetoverd tot ware kerstsprookjes. Nog even en de cadeautjes liggen weer onder de kerstboom. Met dat beeld nog in mijn hoofd hoor ik minister Van der Laan bij Pauw & Witteman zeggen dat inburgering een ‘cadeau’ is. Terecht wijst hij op een heel aantal faciliteiten waar ‘nieuwe Nederlanders’ gebruik van kunnen maken. Maar klinkt dat niet iets te lief en vrijblijvend, inburgering als cadeautje?

Door de opkomst van en de moord op Pim Fortuyn en later de moord op Theo van Gogh, is in Nederland een stevig debat over immigra-tie, islam en de Nederlandse identiteit op gang gekomen. Met de opkomst van Geert Wilders is dit debat enorm verhard. Christopher Caldwell plaatst met zijn boek, De Europese Revolutie, dit debat in een breder, Europees perspectief. Met een jaloersmakende eruditie, een ontstellende hoeveelheid cijfermateriaal en een scherpe argu-mentatie ontkracht hij vele onjuiste opvattingen.

Inburgering als cadeau!?

De Nederlandse overheid kan niet als een Sinterklaas met het inburgeringscadeau blijven rondstrooien.

Page 10: CDJA Interruptie nr. 4 2009

18 CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4 19CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4FOTOPAGInA CDJA - nAJAArsCOnGrEs - KErKrADE Bekijk: www.cdja.nl/fotos FOTOPAGInA CDJA - nAJAArsCOnGrEs - KErKrADE Bekijk: www.cdja.nl/fotos

Page 11: CDJA Interruptie nr. 4 2009

20 CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4 21CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4

Het christelijk geloof als fundament van onze samenleving

worden van de staat en haar poli-tiek. scheiding tussen kerk en staat wordt dan eerder gebruikt voor het vrij zijn van godsdienst dan voor het waarborgen van vrij praktiseren van godsdienst. Of zoals een politicus het onlangs verwoorde: ‘Geloven?, dat doe je maar in je eigen tijd.’

Het treurige is, dat dergelijke opvat-tingen onrecht doen aan de funda-menten waar de nederlandse sa-menleving op rust. nederland is sterk gevormd door het christendom. De zo gehuldigde scheiding tussen kerk en staat is historisch gegroeid vanuit de relatie tussen de staat en de christelij-ke kerk. Het is dan ook interessanter om te vragen wat het christelijk geloof met staat en samenleving verbindt.

Kerken en de christelijke religie mo-gen weliswaar geen directe invloed uitoefenen op politiek, maar leveren wel het sociale en morele kapitaal van waaruit politiek bedreven wordt. Een positief voorbeeld hiervan is het reveil geweest, de christelijke op-wekkingsbeweging aan het begin van de negentiende eeuw. Met gedeelde ideeën en daden paarde deze bewe-ging maatschappelijke vooruitstre-

vendheid aan christelijke beginselen. Haar aanhangers streden tegen al-coholisme, armoede en slavernij. De geest van het christendom vond hier haar praktische weerslag in sociaal handelen. Let wel: niet macht, status, of politieke invloed waren het doel. Ook niet de emancipatie van de eigen groep, of ongezonde behoudszucht. Hier sprak een meelevend en mee-voelend christendom dat zich uitte in een burgerschapsideaal dat geen rapport of richtlijn van de overheid kan evenaren. Geen ‘geprivatiseerd’ christen zijn in ‘eigen tijd’, maar een christelijke betrokkenheid bij het maatschappelijk leven.

De scheiding van kerk en staat bete-kent niet dat het christendom geen waarde heeft voor de zaken waar de staat over gaat. Het reveil is er een voorbeeld van hoe nederland mede is gebouwd op een fundament van ongeschreven regels en tradities. Dit fundament was het christelijk geloof. De staat kan wel proberen dit te ver-bannen tot achter de voordeur, om ‘s ochtends op het nachtkastje achter te laten wanneer wij het ‘publieke do-mein’ betreden, de vraag blijft waar-mee het gat dat achterblijft gevuld zal worden. Want gedragsregels kunnen nog zo mooi in handboeken en richt-lijnen vervat zijn, zij kunnen morele plichten en ongeschreven wetten in de harten van mensen niet vervan-gen. Daarom is het onze taak de chris-telijke traditie en cultuur te bescher-men en uit te dragen.

Carel Kauffmann

Wanneer gesproken wordt over staat en religie, dan valt al snel de term ‘scheiding tussen kerk en staat’. Kerk en staat zijn institutioneel van elkaar gescheiden. Beiden zijn actief, ver-antwoordelijk en autonoom op eigen terrein. richting de kerken neemt de staat een onpartijdige positie in. Voornaamste doel voor haar is pu-blieke gerechtigheid. Voor zowel kerk als staat is dit de best bewandelbare weg. Het bewaart de vrede en voor-komt bemoeizucht die het geloof kan corrumperen.

Hoewel deze ‘scheiding’ zo vaak aan-gehaald en gebezigd wordt, blijken er vaak verkrampte en drammerige opvattingen over te bestaan. Institu-tionele scheiding is volgens die op-vattingen te karig. Waar de instituties voor staan, het gedachtegoed, moet ook gescheiden worden. Dus de kerk en haar religie moeten gescheiden

gedragsregels Kunnen nog Zo mooI In handboeKen en rICht-lIJnen vervat ZIJn, ZIJ Kunnen morele plIChten en ongesChre-ven wetten In de harten van mensen nIet vervangen.

De discussie omtrent geloof en politiek heeft de eigenaardige trek om in mum van tijd in een kramp te schieten, of overheerst te worden door seculier gedram. Een positieve waardering van het christelijke geloof zou hier meer breedte in kunnen brengen. In tegenstelling tot de heersende opvatting hebben Kerk en Staat in Nederland elkaar over de eeuwen heen positief beïnvloedt. Kerk en geloof als kern van het maatschappelijk leven leidde tot een kruisbestuiving die heilzaam was voor de gehele samenleving.

OnZE DEMOCrATIE CDA GEDACHTEGOED

Het ongemak van de christendemocratie

In 2008 werkte ik mee aan het raads-stuk ‘religie binnen de democratische rechtstaat’, waarin wij uitspraken dat de ‘huidige nederlandse democrati-sche rechtsstaat is gefundeerd in de joods-christelijke traditie’. nu ik een jaar en wat geschiedenisboeken ver-der ben, durf ik dat niet meer zo stel-lig voor mijn rekening te nemen.

theocratische gevoelensIn zowel de rooms-katholieke, de Lutherse als calvinistische tradities heeft men namelijk tot ver in de 19e eeuw geageerd tegen vormen van volkssoevereiniteit en democratie. De Encycliek Quanta Cura wees volkssoe-vereiniteit nog af en pas met Vatica-num II werd de democratie omarmd. Opvallend daarbij is dat de afwijzing van de democratie beargumenteerd werd vanuit zeer principiële filosofi-sche en theologische overwegingen.

Tot op de huidige dag lijkt de demo-cratie nog niet van harte omarmd te worden binnen de christelijke tra-dities. Ook binnen de brede Protes-tantse Kerk van nederland leven nog theocratische gevoelens: ‘Kerk-zijn en theocratie bevorderen, daar kun je

IK ben geneIgd te denKen dat de CombInatIe van ‘ChrIsten’ en ‘demoCraat’ mInder voor de hand lIggend Is dan wIJ door-gaans denKen.

Bijbels gezien niet omheen’, aldus dr. A.A.s. ten Kate op de recente synode van de PKn.

Verder wijs ik er nog eens op dat anno 2009 het belijden van de PKn nog steeds het omstreden artikel 36 van de nederlandse Geloofsbelijdenis omvat. Daarin staat dat de overheid dient ‘te weren en uit te roeien alle afgoderij en valsen godsdienst, om het rijk van den antichrist te gronde te werpen, en het Koninkrijk van Je-zus Christus te doen vorderen, het woord des Evangelies overal te doen prediken, opdat God van een iegelijk geëerd en gediend worde, gelijk Hij in Zijn Woord gebiedt’. natuurlijk wordt de soep niet zo heet gegeten als zij in 1561 werd opgediend, maar het geeft wel de worsteling weer.

woordverbondWe zullen eerlijk moeten erkennen dat christendemocratie geen vanzelf-sprekend en gemakkelijk ‘woordver-bond’ is. Het omarmen van democra-tie, met de bijbehorende pluraliteit, zorgt wellicht voor pijn in de chris-telijke gemeente en zal voor discus-sies blijven zorgen binnen de partij. Deze discussies leken na de vorming van het CDA in 1980 afgerond te zijn, maar worden nu opnieuw opgepakt binnen delen van het CDJA. Daar is niets mis mee; de discussie over ge-loof, democratie en diversiteit is een reële discussie. Het christendemocra-tisch gedachtegoed biedt daarbij een bescheiden en realistisch kader.

soms verneem ik de suggestie dat het omvormen van het CDA tot een con-servatieve partij een oplossing zou zijn om meer duidelijkheid te ver-schaffen in de plaatsbepaling van het CDA. Dat zou ook meer aansluiten bij de geseculariseerde samenleving, die de C minder goed kan plaatsen. Het conservatisme lijkt onder jongeren een grotere rol te gaan spelen. Op in-ternet ontstaat een levendige conser-vatieve dialoog, waaruit soms blijkt dat men binnen het CDA ook meer ruimte zoekt voor het conservatisme, of zelfs de C van het CDA wil inwisse-len voor de C van het conservatisme. Maar over welk conservatisme heb-ben we het dan?

bescheidenheidsommigen van conservatieven ver-houden zich moeizaam tot de plura-liteit van onze democratie. nogal wat conservatieve bloggers lijken de klok terug te willen draaien, bijvoorbeeld door homoseksualiteit af te wijzen en opnieuw vragen te stellen bij eutha-nasiewetgeving. Verder wordt heel veel van mensen verwacht: een klas-siek deugdzaam leven volgens de na-tuurlijke ordeningen.

Daar wordt de bescheidenheid van het christendemocratische mensbeeld gemist. Die bescheidenheid is zo es-sentieel voor het dagelijkse politieke handelen en de benadering van grote morele thema’s. Daarom geloof ik nog steeds in het christendemocratisch gedachtegoed. Maar dan wel onder het voorbehoud dat het een voorlo-pig, gebroken, bescheiden, maar rea-listisch denken is.

ardin mourik

‘Hij was een echte christendemo-craat…’. Deze woorden horen we regelmatig bij het uitspreken van het In Memoriam bij partijcongres-sen. Nu wil ik daar absoluut niet aan twijfelen, maar ik vraag mij de laatste tijd steeds vaker af hoe een christendemocraat eruit ziet. Ik ben geneigd te denken dat de combinatie van ‘christen’ en ‘demo-craat’ minder voor de hand liggend is dan wij doorgaans denken.

Page 12: CDJA Interruptie nr. 4 2009

22 CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4 23CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4

ZesjescultuurDe nivelleringsslag in het hoger on-derwijs is exemplarisch voor dit ge-dachtegoed. De eigen fractie steunt Plasterk in zijn plannen om excelle-rende studenten netjes in het gareel te duwen naast de zwakkere broeders of notoire luiwammesen in de colle-gezaal. En al langer heeft deze quasi-communistische opstelling huisge-houden in ons onderwijssysteem. Op alle niveaus viert de zesjescultuur hoogtij en hoewel er steeds meer mensen hoger onderwijs genieten kunnen we ons afvragen of al die mensen intelligenter zijn, of dat de norm daalt.

In dezelfde lijn past het faciliteren van positieve discriminatie op de ar-beidsmarkt. recentelijk werd bekend dat een meerderheid in de Tweede Kamer, inclusief de CDA-fractie, voor-stander is van streefcijfers voor het aantal vrouwen aan de top. Ook pleit het CDAV al jaren voor quota om de sekseongelijkheid te voorkomen. Maar is het legitiem en raadzaam om als overheid in te grijpen op dit vlak? Het is de vraag of zij fundamenteel iets kan veranderen in de cultuur en manier van denken in de top van het bedrijfsleven. Kunstmatig wordt dan iets in stand gehouden en er is geen enkele garantie dat de beoogde mentaliteitsverandering zal optreden. Misschien moeten vrouwen op eigen kracht hun posities bereiken?

overheidontbijtEenzelfde houding is eenvoudig te herkennen in het integratiebeleid dat het kabinet voert. Hoewel minis-ter Van der Laan de laatste tijd ferme taal uitslaat over de eigen verant-woordelijkheden is zijn departement hard aan het ingrijpen. Er wordt ge-probeerd vanuit de overheid een ver-andering teweeg te brengen in het

functioneren van de allochtone me-demens. Miljoenen zijn er uitgetrok-ken om alle pracht-, kracht-, Vogelaar- of probleemwijken tot fatsoenlijke buurten te maken. Buurthuizen zijn enorm belangrijk volgens het minis-terie. Maar waarom zou de overheid ontbijt, muziekles, sport en spel moe-ten verzorgen? Is een fatsoenlijke opvoeding niet primair een taak voor mensen zelf? Het is sterk de vraag of deze jas de regering goed past. Zij kan eindeloos initiatieven financieel sti-muleren, maar als het niet uit mensen zelf komt ontstaat er niets. Zolang de verantwoordelijkheid niet drastisch verschoven wordt van de overheid naar de burger zelf, blijft integratie een moeizaam proces.

Kinderlijke gedachteHet moge duidelijk zijn: Enige te-rughoudendheid mogen het kabinet en het CDA wel betrachten in haar beleid. Ondanks de lange lijst met lessen uit het verleden wil het CDA soms nog steeds een artificiële ge-lijkheid forceren in de maatschappij. Deze missie betekent niet alleen te-veel hooi op haar vork, het is ook een kinderlijke gedachte dat dit gecreëerd kan worden. De Franse politiek filo-soof Alexis de Tocqueville schreef al dat, wanneer in Frankrijk een boom op de hoofdweg valt, de hele buurt steen en been klaagt tot de gemeente de schade herstelt. In Amerika zou in eenzelfde situatie een burger samen met zijn buurman die boom eigen-handig wegslepen. Zelfredzaamheid is een groot goed.

Burgers moeten de basis vormen in het functioneren van de maatschap-pij. De politiek moet accepteren dat daarin slechts een bijrol voor haar in het verschiet ligt. Het CDA weet dat en moet niet wankelen maar dat gedach-tegoed trouw blijven.

Joram verstoep

Werkgroep Justitie & Binnenlands [email protected]

hoewel er steeds meer mensen hoger onderwIJs genIeten Kun-nen we ons afvragen of al dIe mensen IntellIgenter ZIJn, of dat de norm daalt.

Hoewel het CDA de reputatie kent een standvastige partij te zijn, wil zij nog wel eens opzij leunen. De ei-gen solide basis ten spijt wordt dan links of rechts een politieke filosofie geleend. Zo wil de partij soms mee-gaan in het egalitarisme dat diep verankerd zit in de linkse partijen; het doorgevoerde gelijkheidsden-ken dat in haar naïviteit nog steeds meent dat de mens maakbaar is. Het CDA heeft van oudsher gestreden te-gen een sterk verdelende overheid, begeeft het zich nu niet op een wan-kel pad door hierin mee te gaan? Een eenvoudige wet leert immers dat het evenwicht sterk vermindert wanneer men het eigen fundament verlaat.

Waarom het CDA niet moet wankelen

VAn DE WErKGrOEP DE MEns

naamJohannes ten Hoor

leeftijd18 jaar

opleiding of werkCommunicatie- en Informatieweten-schappen aan de universiteit van utrecht.

wat zijn je voornaamste activiteiten binnen het CdJa?Ik zit sinds een paar maanden in de redactiecommissie.

beoefen je een sport?nee. Wel probeer ik regelmatig de fiets te pakken om nog een beetje te bewegen.

belangrijkste politieke themaIntegratie, onderwijs en klimaat.

omschrijf je karakter eensOptimistisch, idealistisch en een tik-keltje perfectionistisch.

Christendemocratie betekent voor jou:Bijbels geïnspireerde politiek, ge-rechtigheid, rentmeesterschap.

grootste voorbeeld:Mahatma Gandhi. Het is heel bijzon-der wat deze man voor een land, maar ook voor de wereld betekend heeft. Churchill of obama?Obama. Hij komt op het moment voor mij toch dichterbij dan Churchill. Daarnaast is het een briljant rede-naar, wat ik ook vanuit mijn studie interessant vind.

Je bent minister-president, welke actie onderneem je als eerste?Weinig zeggende plannen als studie-financiering veiligstellen en iets doen aan de kamernood voor studenten komen bij zo’n vraag al snel omhoog. Maar waar ik op dit moment echt actie zou willen zien is in het bestrijden van ‘straatterreur’ door hangjongeren.

wat betekent god voor jou?Hij is mijn Koning en Leidsman. Het doel in mijn leven.

wat grijpt jou aan?Onrecht, schending van de mensenrechten.

welk boek heb je voor het laatst gelezen?Ik ben al weken bezig met In Europa van Geert Mak met 1000 euro ga je:Een wereldreis maken

levensmotto:Live Life to the Max

De mens:

Johannes ten H

oor

Page 13: CDJA Interruptie nr. 4 2009

24 CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4 25CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4

Standplaats EngelandLet’s be fair

beelden. Toen ik in een pub een En-gelse studiegenoot van mij de ene cyni-sche grap na de andere hoorde maken, vroeg ik hem: ‘Hoe komt het dat jullie Engelsen zo cynisch zijn?’ Waarop hij met uitgestreken gezicht antwoordde: ‘Have you seen our weather? And have you heard our politicians?’ Tsja, dat had ik inderdaad. De politiek in En-geland is extreem gepolariseerd. Het is voor of tegen. succes of mislukking. Een hard oordeel of geen oordeel. Van compromissen hebben ze hier nog nooit gehoord. Veel langer dan drie maanden zou ik dat ook niet uithou-den zonder cynisch te worden!

mythbustersAndere stereotypen bleken minder waar te zijn dan ik dacht. De Engelsen zijn een stuk beleefder en formeler dan nederlanders, maar ja, dat is al snel het geval... En bovendien neemt onder jongeren de onbeleefdheid en informaliteit in rap tempo toe. Verder blijken de bacons and eggs for break-fast net zo sporadisch geconsumeerd te worden als de haring in nederland. En sinds de dood van prinses Diana

in 1997 is er van de spreekwoordelijke British stiff upper lip niet zoveel meer over. Met name over de oorlog in Af-ghanistan lopen de publieke emoties zeer hoog op. En - gelukkig - blijken de Engelsen helemaal geen grote hekel te hebben aan nederlanders en Duit-sers. Wat uiteraard niet wil zeggen dat ze ons niet graag belachelijk maken.

duurzaamheidCynisch of niet, het valt wel onmiddel-lijk op dat de Engelsen ontzettend veel aandacht hebben voor duurzaamheid. Als je naar de supermarkt gaat, kun je Fairtrade huismerken kopen, de CO2-uitstoot van de meeste producten van het etiket aflezen, de boodschappen meenemen in een biologisch afbreek-baar tasje, de bedragen controleren op een bonnetje van FsC-papier en tenslotte het afval gescheiden in vijf groepen weggooien. Het mooie hier-van is dat duurzaam consumeren dankzij deze consistente en positieve aanpak echt een way of life is gewor-den voor de Britten. Geloof het of niet, maar ik ga hier in Engeland zelfs naar een Fairtrade kerk... Kortom, ik zal aan mijn tijd in Engeland mooie en duur-zame herinneringen overhouden!

paul schenderling([email protected].)

Over geen enkel land bestaan zulke genuanceerde stereotypen als over Engeland. In jouw beleving zijn En-gelsen beleefd, net gekleed en traditi-oneel, nietwaar? Maar je weet waar-schijnlijk ook wel dat de Engelsen een gevoel voor humor hebben dat vooral tot uiting komt als het ten koste van anderen gaat... En dus hoef je in En-geland niet verbaasd te zijn als je een gentleman de meest grove belediging hoort uiten. niet voor niets luidt de definitie: ‘A gentleman is someone who is only rude intentionally.’

Ik beschouw het dan ook als een ple-zierig voorrecht dat ik de kans heb ge-kregen om drie maanden in Engeland te studeren, zodat ik met eigen ogen kan zien hoe Engeland echt in elkaar zit. Het uitwisselingsprogramma waar ik aan deelneem bracht mij naar de university of Essex, te Colchester, de oudste stad van Engeland met ro-meinse wortels. Het is een fantasti-sche ervaring: de taal, de gewoonten, de Britse en internationale contacten, de kerkelijke traditie (of wat daar van over is), en de cultuur. CynismeEn het leuke en merkwaardige is: veel stereotypen over Engeland blijken nog waar te zijn ook! Een paar voor-

de engelsen ZIJn een stuK be-leefder en formeler dan ne-derlanders, maar Ja, dat Is al snel het geval...

Op zekere dag kwam de toenmalige leider van de Conservatives, Winston Churchill, het herentoilet van de House of Commons binnen. Toen hij Clement Attlee, leider van Labour, zag staan bij een van de urinoirs, liep Churchill door en ging bij een urinoir aan het andere eind van het toilet staan. ‘Feeling stand-offish today, are we, Winston?’ zei Attlee. ‘That’s right,’ antwoordde Churchill. ‘Every time you see something big, you want to nati-onalise it!’

sTAnDPLAATs DE KLAAGMuur

Fantastisch of een flop? Een quotum voor vrouwen aan de top

brute overheidsingreepDe afgelopen maanden werd zeker elke week een actualiteitenprogram-ma of opinieartikel gewijd aan het probleem, of de ontkenning daarvan, van het gebrek aan vrouwen aan de top. Zo ondertekenden eind oktober 200 topvrouwen een manifest waarin er voor werd gepleit, dat in het jaar 2014 40 procent van de leden van de raden van commissarissen vrouw moest zijn. Zo’n vrouwenquotum is niet iets nieuws. In ‘socialistische heilstaat’ noorwegen hanteren ze het ook, daar moet eveneens 40 procent van de leden van raden van commis-sarissen vrouw zijn, anders heft de overheid de nV op. Helaas wordt dit vrouwenquotum niet slechts bejubeld door een groep eigenzinnige feministes. Ook Kamer-lid Paul Kalma van de PvdA is voor, zij het in een iets afgezwakte vorm. Kalma stelde eind oktober een wet-telijk streefcijfer voor, dat er op ziet om 30 procent van de functies in de raden van bestuur en de raden van commissarissen door een vrouw te laten vervullen. Voldoet een bedrijf daar in 2016 niet aan, dan moet het uitleggen waarom niet en moet het

de 2,9 mIlJard dIe de regerIng In de KInderopvang heeft gesto-Ken, heeft sleChts 10.000 extra banen opgeleverd. en waar werKen deZe vrouwen vooral? JuIst, In de KInderopvang!

met een verbeterplan komen. Wan-neer de streefcijfers in 2016 wel wer-kelijkheid zijn geworden, kunnen ze worden afgeschaft. Lukt dit niet, dan volgt alsnog een quotum. De PvdA kon rekenen op steun van de Tweede Kamer, ook het CDA stemde in met wettelijk verankerde streefcijfers. Dit is opmerkelijk, omdat vorig jaar geen Kamermeerderheid kon worden be-haald voor een quotum. Hoewel het plan van de PvdA niet meteen een quotum inhoudt, riekt het er wel naar en is het een eerste stap richting een brute overheidsingreep als een vrou-wenquotum.

seksistischOnlangs verscheen een boeiend boek van de hand van Marike stellinga, journaliste bij Elsevier. In ‘De mythe van het glazen plafond’ legt ze uit waarom een vrouwenquotum geen goed idee is. Ze bestudeerde hiertoe de noorse situatie en kwam tot de conlusie dat mannen er worden ge-discrimineerd. Immers, wanneer vijf procent van de topmanagers vrouw is, en die vijf procent vrouwen 40 procent van de leden van de raden van bestuur moet leveren, dan maken mannen au-tomatisch veel minder kans op een plek. En dit alles uitsluitend op basis van sekse, en niet op geschiktheid. In de Verenigde staten zijn dergelijke quota verboden, daar wordt het als seksistisch beschouwd om iemand te beoordelen op zijn of haar sekse. niet alleen is het quotum om boven-staande reden onverstandig, ook kun

je je sterk afvragen of het vrouwen nu daadwerkelijk omhoog zal stu-wen. nederlanders zijn namelijk dik tevreden over het gangbare ander-halfverdienersmodel, waarbij de man fulltime werkt, en de vrouw parttime. En zelfs in een parttime baan kan een vrouw zich in nederland goed uitge-daagd voelen, waarbij ze ook nog tijd over heeft voor haar gezin. Wíl de ne-derlandse vrouw wel meer werken? De 2,9 miljard die de regering in de kinderopvang heeft gestoken, heeft slechts 10.000 extra banen opgele-verd, reken maar uit hoeveel die dan hebben gekost. En waar werken deze vrouwen vooral? Juist, in de kinderop-vang!, aldus stellinga.

Aan tafel bij Pauw&Witteman werd door een aantal dames gesteld dat er van DsB meer was terechtgekomen, hadden er vrouwen aan het roer ge-staan. Wat daar ook van waar is, ik hoop toch echt dat de keuzevrijheid die door feministes altijd is bejubeld, niet corrumpeert tot een vrijheidsbe-nemende vorm van afgedwongen ge-lijkheid, die haar doel volledig voorbij streeft...

leonie ten have

De laatste tijd wordt veel gespro-ken over een gebrek van vrouwen aan de top, met daarbij telkens de verzuchting dat dit een problema-tische zaak is. Een vrouwenquotum wordt gezien als oplossing van dit probleem. Maar hebben we wel een probleem en is een quotum de oplossing? Zou de bank van Dirk Scheringa niet - of minder snel - ten onder zijn gegaan, wanneer er ook een vrouw in de Raad van Com-missarissen had gezeten?

Page 14: CDJA Interruptie nr. 4 2009

26 CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4 27CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4

Het kiezen voor een politieke partij

vormDe manier waarop een partij op je overkomt, is afhankelijk van hoe je met een partij in aanraking komt. Al-lereerst zijn er natuurlijk de media; politici komen dagelijks op de televi-sie, de radio en in de krant. Maar om echt een goed beeld van een partij te krijgen moet je ook verkiezingspro-gramma’s lezen, met leden praten en naar debatten en vergaderingen gaan.De manier van politiek bedrijven is niets meer dan de interne en externe partijcultuur. Een voorbeeld van een dramatische interne partijcultuur hebben we gezien bij de LPF. In die partij heerste sterke verdeeldheid en daarmee samenhangend een ma-tige samenhorigheid. Een ander voor-beeld van een twijfelachtige partijcul-tuur hebben we gezien bij de manier waarop minister Vogelaar is afgezet door de PvdA-fractie destijds.

Externe partijcultuur is de houding van een partij ten opzichte van de an-dere partijen en ook de mate waarin een partij bereid is om landsbelang boven partijbelang te verkiezen. Dit laatste zie ik alleen bij het CDA terug.Als laatste de personen. Het kiezen

voor een partij is altijd in meer of mindere mate het kiezen voor bepaal-de personen; bij verkiezingen speelt de lijsttrekker hierin een sleutelrol. Er wordt gekeken naar eigenschap-pen als integriteit, authenticiteit en charisma. Want hoe sterk de inhoud je ook aanspreekt, je moet wel het vertrouwen hebben dat de partij haar doelen efficiënt kan nastreven.

niet iedereen hangt dezelfde gewich-ten aan de vier hierboven beschreven elementen. Dat hoeft ook niet, wel kan ik eenieder aanraden om bij de keuze voor een politieke partij je van alle elementen bewust te zijn.

ruben bakker

De inhoud betreft alles waar de partij voor staat, het is de partij ‘op papier’. De vorm is de manier waarop de in-houd aan je verschijnt. Dit onderscheid is voor mij een verhelderend middel geweest om op een rijtje te zetten waar een partij voor staat en waarin zij verschilt met andere partijen.

InhoudAan de inhoud ligt een bepaald mens-beeld ten grondslag. Een mensbeeld heeft betrekking op hoe je de mens ziet en waartoe je een mens in staat acht. Wat je ziet als het doel van de mens in het leven is hiermee verbon-den. Bij christelijke en christendemo-cratische partijen is dit doel ingevuld, terwijl bij andere partijen het uit-gangspunt is dat je zelf je doelen stelt en zelf daarvoor de middelen kiest. Het sterke van het christendemocra-tische mensbeeld vind ik dat het echt van de mens uitgaat en niet is afge-leid van een bepaald ideaalbeeld van de samenleving.De standpunten van alle politieke partijen komen voort uit een aantal grondslagen. Politieke grondslagen geven de beoogde relatie weer tussen de mens en de overheid, uitgaande van een bepaald mensbeeld. Vragen als ‘Waar ligt de verantwoordelijkheid voor het welzijn van individuen?’ en ‘Wanneer is iets rechtvaardig?’ wor-den opgevuld en verwoord. De grondslagen van het CDA werpen licht op alle elementen in de samen-leving. Wat mij het meeste aan de christendemocratische grondslagen aanspreekt is, dat ze breed toepas-baar en niet slechts een product van de tijd zijn, waardoor het CDA niet met de waan van de dag mee hoeft te gaan, maar haar rug recht kan houden in tijden van verwarring.

OnZE DEMOCrATIE

Interview met Camiel Eurlings

yepp seminaryEPP (young EPP) is de jongeren-organisatie van de EPP (Europese Volkspartij) en het fungeert als de koepelorganisatie van de verschil-lende christendemocratische en con-servatieve politieke jongerenorga-nisaties. Ongeveer vier keer per jaar organiseert het een seminar waarbij de lidorganisaties samenkomen om gezamenlijk over Europese thema’s standpunten te formuleren. Van 3 tot 6 september organiseerde het CDJA een dergelijk seminar in Den Haag. Gedurende deze vier dagen waren 75 jongeren uit dertig landen bijeen om met elkaar in discussie te gaan over het thema 3D: Defence, Development and Diplomacy. Tijdens dit seminar werden zij toegesproken door o.a. staatsecretaris Jan Kees de Jager en de Kamerleden raymond Knops en Kathleen Ferrier. Als gastheer had het CDJA een working-paper over het 3D-concept geschreven met als bood-schap deze benadering op Europees niveau over te nemen. Daarnaast diende het CDJA een resolutie in over de piraterij voor de kust van somalië met de oproep om deze missie verder uit te breiden en ook de oorzaken van piraterij verder aan te pakken. Beide documenten zijn op de laatste verga-derdag met unanimiteit aangenomen.

27

InTErnATIOnAAL

hoe sterK de Inhoud Je ooK aan-spreeKt, Je moet wel het ver-trouwen hebben dat de partIJ haar doelen effICIënt Kan na-streven.

nederlandse Jongeren ZIJn nIet de enIge puInruImgeneratIe In europa.

deutschlandtagVerder waren Jeroen van Velzen en Frank Lambermont ook aanwezig op de Deutschlandtag (congres van de Junge union). Deze Deutschlandtag stond in het teken van de verkiezings-overwinning van de CDu. De CDu is wederom bij de grootste partij ge-worden de landelijke verkiezingen in Duitsland en door de zetelwinst van de FDP (liberalen) kunnen ze nu hun gedroomde ‘zwart-gele’ coalitie vor-men. Deze overwinning heeft echter een bittere bijsmaak. Hoewel de CDu de grootste partij is geworden van Duitsland, heeft het verlies geleden qua uitgebracht stemmenaantal.

Daarom was het verkiezingsresultaat enigszins teleurstellend. Deze teleur-stelling was goed te merken op het

congres. Op de Deutschlandtag werd dan ook veelvuldig de vraag gesteld hoe dit negatieve resultaat kan wor-den omgebogen.

Daarnaast werden de congresgangers door verschillende sprekers toege-sproken. Ook Jeroen sprak de plenaire zaal toe over de goede samenwerking tussen de Junge union en het CDJA. Een andere spreker was Edmund stoiber, de voormalige minister-pre-sident van de deelstaat Beieren. Hij ging in op het belang van de jonge-ren voor de toekomst van Duitsland. De kern van zijn betoog was, dat de huidige generatie politici te gemak-kelijk de rekening doorschuift naar de komende generatie. Een ontwikkeling die we ook in nederland zien. Ofwel, nederlandse jongeren zijn niet de enige puinruimgeneratie in Europa.

frank lambermont (Internationaal secretaris)

Wanneer ik vertel dat ik lid ben van het CDA en het CDJA is de vraag die daarop volgt vaak niet waarom ik lid geworden ben van een politieke partij, maar waarom ik voor het CDA gekozen heb. Gevraagd wordt hoe ik die keuze heb gemaakt. Dit vind ik altijd moeilijk om kort uit te leggen. Zelf kreeg ik er pas echt in-zicht in toen ik het onderscheid maakte tussen inhoud en vorm.

Het CDJA is de afgelopen maan-den internationaal erg actief geweest. Niet alleen was het CDJA vertegenwoordigd op de Deutschlandtag in Münster, ook was het gastheer van het YEPP seminar in Den Haag.

YEPP Seminar in Den Haag en de Deutschlandtag in Münster

Page 15: CDJA Interruptie nr. 4 2009

28 CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4 29CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4

Een rechtvaardige invulling van het vrije marktsysteem

gen, maar ook door de verminderde wereldhandel en de grotere protectio-nistische tendensen van ontwikkelde landen. Juist nu is er een groter gevaar voor schulden, waardoor men meer wil lenen bij bijvoorbeeld de Wereld-bank. Een gevolg hiervan zou kunnen zijn dat de landen als een speer gaan produceren om maar genoeg terug te verdienen. Afgezien van de milieuef-fecten en de overschotten, is dit ook nadelig voor de mensen. Er zijn na-melijk altijd multinationale bedrijven die prachtige ‘business climates’ zien verrijzen - lees lage arbeidskosten, welwillende overheid, lage belastin-gen -. Dit kan een kans zijn voor zo’n land, maar het is veel vaker rampza-lig, door gecreëerde afhankelijkheid en het plotselinge vertrek van het bedrijf wanneer productie elders nog ‘voordeliger’ is. Een instabiele econo-mie, werkloosheid en andere narig-heid zijn de gevolgen.

Capitalist pigLang leve de vrije markt, of niet? Mis-schien wel, maar wat nu bestaat is geen vrije markt, dat ten eerste. Daar-

bij komt, dat deze markt duidelijke regels nodig heeft. Hoe meer secto-ren geliberaliseerd worden, hoe meer regulatie over het algemeen nodig is. Dat is niet erg, maar het raakt wel de kern van de zaak. We willen zoge-naamd globalisering en kapitalisme, maar we meten met twee maten: voor ons moet de weg vrij zijn, maar dat geldt natuurlijk niet voor iedereen. Ons eigen belang stellen we voorop door de regels vooral op anderen te projecteren. Het wordt maar al te snel vergeten dat bijvoorbeeld het pro-tectionisme van de Eu en de Vs niet echt bijdragen aan een vrije handel. Verder lijkt het verwaarloosbaar dat mensen zulke lage lonen en erbarme-lijke arbeidsomstandigheden genie-ten in de landen waar onze kleding, mobiele telefoon en computer van-daan komen. ‘De kosten zijn er ook lager, dus het is oké.’ niet waar. Wij houden de kosten expres laag omdat dit onszelf wel ten goede komt. Wij kunnen goedkope spullen kopen, om-dat we bewust of onbewust een groot deel van de wereldbevolking van ons eigen consumptiepatroon uitsluiten. uiteindelijk willen we wel wat ont-wikkelingsprojectjes komen uitvoeren om het leven draaglijker te maken. Misschien is het zo gek nog niet dat steeds meer landen hun poorten slui-ten voor hulp onder het motto: ‘We want trade, no aid!’. noem het nu niet links, blind liberalisme is dom en is uiteindelijk alles behalve vrijheid- en kansenscheppend. We houden men-

Maar is het werkelijk zo eenvoudig dat het allemaal geen zin heeft en dat de markt zijn gang laten gaan het magi-sche recept is? Onmacht zorgt mis-schien voor deze naïviteit, maar een goedkope afschrijving is onterecht. Het CDA moet zich inzetten voor ontwik-kelingslanden en de verbetering van systemen, maar niet vanuit een neo-liberalistisch pessimisme en schrale globaliseringsgedachte. Dit geldt ook in een tijd van economische crisis.

rampzaligOorzaken van de groeiende impopu-lariteit zijn ongetwijfeld een minder dikke beurs en kritische geluiden van types als Linda Polman, Dambisa Moyo en politici die hun verhaal over-nemen zonder nuance. Het draagvlak voor ontwikkelingsgelden van de ne-derlandse staat wordt daardoor lang-zaam kleiner. Zeker in tijden van crisis vindt men dat we het geld zelf harder nodig hebben. Helaas is de econo-mische crisis daardoor niet alleen nadelig voor het globale noorden; ook ontwikkelingslanden zijn de klos. niet alleen omdat ze minder geld krij-

InGEZOnDEn

Interview met Camiel Eurlings

sen vast in hun armoedige situatie als we ons excuseren met de smoes over vrije wereldhandel.

Dit is geen linkse soep, maar een pleidooi voor aandacht voor de com-plexiteit. Het is ook belangrijk dat we ontwikkeling niet willen vergelijken met de Westerse wereld omdat we sowieso te maken hebben met een geheel andere situatie. Westerse mo-dernisatieprocessen willen toepassen op ontwikkelingslanden is niet alleen dom, het werkt ook niet.

Een leuk voorbeeld is het demogra-fisch principe. Dit houdt in dat in een land dat moderniseert het aantal ge-boren baby’s flink zal dalen. Echter, voor moslimlanden blijkt dit principe niet op te gaan. Ieder situatie en iede-re context is anders, daarom bestaat er geen algemeen recept zoals een indu-striële ontwikkeling of iets dergelijks die met de juiste mix van ingrediën-ten de problemen zal oplossen.

CyniciLinda Polman, Dambisa Moyo en neoliberalen zijn over het algemeen erg negatief over ontwikkelings-samenwerking en velen lijken ze te willen geloven. Polman kaart terecht misstanden aan, maar verklaart ex-cessen van toepassing op de gehele situatie, ook wel ‘de drogreden van de generalisatie’ genoemd. Moyo wil terug naar de moderniseringsideo-logieën en denkt alles op te kunnen lossen met de vrije markt. Helaas is ontwikkeling(hulp) bijzonder com-plex omdat iedere situatie anders is.

29

InGEZOnDEn

wIJ Kunnen goedKope spullen Kopen, omdat we bewust of onbewust een groot deel van de wereldbevolKIng van ons eIgen ConsumptIepatroon uIt-sluIten.

blInd lIberalIsme Is dom en Is uIteIndelIJK alles behalve vrIJ-heId- en KansensCheppend.

In nederland werKt veel beleId ooK nIet.

Het is daarom wel erg gemakkelijk om de ogen te sluiten en te stellen dat niets werkt. Ook hier duikt helaas weer het probleem op van het meten met twee maten. Kritische evaluatie is zeker hard nodig, alleen dan kan er verbeterd worden. Toegeven dat er fouten worden gemaakt is noodzake-lijk, maar daarbij mag ook benadrukt worden dat fouten maken menselijk is en dat het op alle beleidsterreinen gebeurt. In nederland werkt veel be-leid ook niet, of alleen voor bepaalde groepen. Het is waanzin te denken dat ontwikkelingswerk altijd kwantitatief meetbare resultaten moet opleveren.

Wij hebben een verantwoordelijkheid en streven hopelijk naar rechtvaardig-heid. De situatie is anders als hulp de problemen verergert. Polman en Moyo mogen daarom niet genegeerd wor-den. Hun hoofdargument is, dat hulp afhankelijkheid creëert en dat daaruit verdere problemen ontstaan die de situatie uiteindelijk vergeren en zelfs uitzichtloos maken. Afhankelijkheid moet zeker vermeden worden, de op-lossing die vervolgens echter ontrecht wordt aangedragen, is het volledig af-schaffen van hulp. Als sneeuw voor de zon zullen dan corruptie, machtswel-lust en uiteindelijk armoede verdwij-nen. Ofwel, blind vertrouwen op de vrije markt is de truc. Heeft de crisis echter niet laten zien waar dat blinde vertrouwen toe leidt? Het kapitalistisch systeem is niet een kwaad, of een structuur waaruit we verlost moeten worden. Het is veel-eer een menselijk systeem waarin mensen ter verantwoording moeten worden geroepen wanneer correctie nodig is. Het gaat om mensen en alle mensen hebben verantwoordelijk-heid voor het systeem, ze zijn er zelf deel van.

geen gesjoemelnieuwe visies op ontwikkelings-hulp zijn verfrissend en nodig, maar slaan soms door. Dit komt het draag-vlak voor ontwikkelingshulp niet ten

goede. De economische crisis verer-gert de zaken door een kleinere geld-stroom, verminderde wereldhandel en protectionistische tendensen. Het eigen belang van het Westen wordt vooropgesteld door regels eerst en vooral op anderen te projecteren. Ze-ker nu is het echter essentieel dat sta-ten verder durven te kijken dan hun eigen belang. Het zou getuigen van lef als mensen, organisaties en staten durven zoeken naar welvaart voor het grotere geheel en daarmee werkelijk rechtvaardigheid willen nastreven.

Globalisering is in dat opzicht nood-zakelijk. Het is een onmiskenbare ontwikkeling die we positief en ne-gatief kunnen invullen, want we zijn geen hulpeloze slachtoffers, slaven of gevangenen in een systeem. Integen-deel, Europese parlementariërs heb-ben wel degelijk iets te zeggen over het protectionisme van de Eu en zij zouden ook naar algemene welvaart moeten streven. Van het CDA vraagt dit een streven naar rechtvaardigheid en een bredere solidariteit, juist nu. Geen gesjoemel, maar eerlijk kijken naar systemen en de invloed van de politiek!

martine oldhoff

Aan negatieve aandacht voor ontwikkelingssamenwerking geen ge-brek. Nu er wat minder geld beschikbaar is en er bezuinigd moet wor-den, is ontwikkelingssamenwerking ook aan de beurt. Dit debat wordt steeds harder gevoerd. Heeft ontwikkelingssamenwerking zin? En is ontwikkelingshulp überhaupt wel een verantwoordelijkheid van de overheid? De negatieve toon overheerst en het draagvlak voor ontwik-kelingshulp neemt gestaag af.

Ontwikkelings-samenwerking

Page 16: CDJA Interruptie nr. 4 2009

30 CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4 31CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4

Essay: Normen en Waarden Interview met Hilbrand Visser

COLOFONInterruptie is een uitgave van het CDJA en verschijnt vier keer per jaar onder verantwoorde-lijkheid van de CDJA-redactie-commissie, bestaande uit:

hoofdredacteur:Gerard Adelaar

Carel KauffmannElias van der PlichtGeurt Henk spruytJohannes ten HoorLeontien WagenaarMaarten neuteboomMartijn simonsMartine Oldhoff

adviserend lid:Caroline Tax (DB)

foto’s:Dirk Hol

ontwerp en lay-out:studio Piraat (bno)Den Haag

druk:DeltaHage bv - Den Haag

redactie-adres:Pelikaanhof 27d2312 EB Leidentel. +31 (0)6 48 37 22 [email protected]

abonnement:12,50 euro (4 nrs.) Leden van het CDJA ontvangen Interruptie gratis. Advertentiemogelijk-heden op aanvraag.

Dit ledenblad is gedrukt op milieuvriendelijk papier. De redactie behoudt zich het recht voor stukken te weigeren, te redigeren of in te korten. Inzending geeft de redactie het recht een bijdrage ook via internet, databank of anders-zins openbaar te maken. Eventuele auteursrechten blijven berusten bij de schrijver.

www.cdja.nl

cdja secRetaRiaat

bezoekadresBuitenom 182512 XA Den Haag

postadresPostbus 304532500 GL Den Haag

tel. +31 (0)70 34 24 851fax +31 (0)70 36 43 [email protected]

officemanagerBert Platelltel. +31 (0)70 34 24 [email protected]

daGelijks BestUUR

voorzitterJeroen van Velzen+31 (0)6 427 99 [email protected]

secretarisJennifer Pees+31 (0)6 230 02 [email protected]

penningmeesterHerman van de Bent+31 (0)6 380 89 [email protected]

Communicatie Arrie Vis+31 (0)6 141 58 [email protected]

politiekMarijse Klink+31 (0)6 427 53 [email protected]

organisatie en vormingFrank Visser+31 (0)6 217 08 [email protected]

ledenbeleidWilke van Beest+31 (0)6 452 57 059

www.cdja.nl

alGeMeen BestUUR

drentheJoske [email protected]

flevolandWytze [email protected]

fryslânFoppe Harmen [email protected]

gelderlandThijs [email protected]

groningenWolter [email protected]

limburgMichiel [email protected]

noord-brabantstephan van der [email protected]

noord-hollandJitske [email protected]

overijsselJerry [email protected]

utrechtBart-Jan [email protected]

ZeelandJeffrey [email protected]

Zuid-hollandruben [email protected]

weRkGRoePen

oC&wJordi [email protected]

JbbJoram [email protected]

buitenlandJozef [email protected]

europaWieteke van der [email protected]

seZVacature

vwsArjen [email protected]

mIrniels van der [email protected]

landbouwMieke [email protected]

coMMissies

Commissie [email protected]

vormingscommissieBart-Jan [email protected]

redactiecommissieGerard [email protected]

organisatiecommissieJohn [email protected]

Internationaal secretarisFrank [email protected]

WORD OOK LID!

Standplaats.de

nIEuWs uIT DE AFDELInG

CDJA ‘t gooi & VechtstreekNog iets moois van ‘de matras’

CDJA Tubbergen nieuw leven ingeblazen!

waarom? Als CDJA Tubbergen zien wij een te grote afstand tussen jon-geren en politiek. Deze afstand willen we verkleinen! We zijn van mening dat jongeren een grote bijdrage en vernieuwing kunnen leveren aan de gemeentelijke politiek. Het CDA staat deze vernieuwing duidelijk niet in de weg, aangezien drie CDJA-bestuursle-den op de kieslijst voor de komende

Een paar dagen daarvoor hadden drie Gooische heren hun eigen feestje ge-vierd. De omstandigheden vertoon-den iets minder glitter en glamour en Chantal werd zeker gemist, maar de aanleiding was er niet minder om. Het CDJA kreeg er een gloednieuwe afdeling bij in ‘t Gooi. Carl Moll nam de voorzittershamer ter hand. samen met Ahmet yorulmaz en Bart van Beek ging hij de uitdaging aan om iets moois te creëren.

Omdat veel oudere jongeren onze regio verlaten als ze gaan studeren, ligt onze focus op de zo vaak vergeten jonge jongeren. Het is een pertinente misvatting om te denken dat deze jongeren (jonger dan 20) geen hart

gemeenteraadsverkiezingen staan. Het gaat hierbij om Tom aan de steg-ge uit Fleringen (nr 15), Hilde Everlo uit Tubbergen (nr 17) en roy de Witte uit Manderveen (nr 26).

hoe? Wij vinden het belangrijk om steeds na te denken over hoe dingen anders en beter kunnen in de ge-meente Tubbergen, nu en in de toe-komst. Het CDJA Tubbergen wil een platform zijn voor alle jongeren tus-sen de 14 en 31 jaar uit de gemeente Tubbergen om hun (politieke) ideeën te uiten. Daarbij ligt de focus niet al-leen op jongerenthema’s, maar ook op andere thema’s die van belang zijn.

hebben voor politiek. Velen van hen hebben daarover namelijk wel dege-lijk een mening. Ook aan spontaniteit en de wil om de handen uit de mou-wen te steken geen gebrek, mits je ze de ruimte geeft voor eigen inbreng. Met dit in ons achterhoofd willen wij jongeren de mogelijkheid bieden om hun maatschappelijke stage bij ons te komen vervullen. Daarnaast gaan we ons actiever inzetten om de al be-staande debatcultuur hier in ‘t Gooi te verbreden.

Een lage drempel, ruimte voor nieuwe inbreng en echt jong! Het zal niet lang meer duren voor je zult merken dat ‘t Gooi ook andere potentie heeft dan die welke Linda de Mol liet zien.

Hiervoor willen we ook in gesprek gaan met bestuurders, verenigingen, de woningcorporatie, het onderwijs, de politie, de horeca, en vele andere organisaties uit de gemeente Tub-bergen én daarbuiten. Ten slotte wil-len we een gezellige vereniging zijn waarbij jongeren elkaar kunnen leren kennen en ervaringen kunnen delen.

wat? Op korte termijn zullen we een bijeenkomst organiseren voor alle ge-interesseerden en nieuwe leden die in Tubbergen of nabije omgeving wonen. Tevens willen we minimaal één keer per jaar een activiteit organiseren bin-nen of buiten de gemeente Tubbergen.

Je kunt het haast niet gemist hebben, die spannende televisieavond van 23 oktober. Wie zou er naar huis gaan met de Gouden Televizier-Ring? De spanning liep, dankzij het vlijmscher-pe commentaar van Chantal Jansen, hoog op. ‘Boer zoekt vrouw’, Wie is de Mol’ of toch? Ja, toch: het werd Linda de Mol met haar programma ‘Gooische Vrouwen’. Terecht, want ze had ‘de Gooische matras’ weer op de kaart gezet.

Na een aantal jaar zonder actieve afdeling is er weer een CDJA in Tub-bergen! Een jonge club van enthou-siaste leden heeft de afdeling weer nieuw leven ingeblazen.

Page 17: CDJA Interruptie nr. 4 2009

32 CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4 33CDJA - InterruptIe 2009 - nr. 4

NR. 4

JAAR

gANg: 2

1

2009

Van Velzens VisieIdentiteit

Elk discussieonderwerp lijkt tegenwoordig binnen ‘het integratiedebat’ te passen. Of het nu gaat om omgangsvormen, leefbaarheid in wijken, islamkritiek, veiligheid, onderwijs, emancipatie, de arbeidsmarkt, vrij-heid van meningsuiting, alles wordt genoemd in het integratiedebat.

Het onstuimige integratiedebat van de afgelopen jaren is erg belang-rijk geweest. Met de invoering van inburgeringcursussen, een strenger immigratiebeleid en terrorismewetgeving zijn grote stappen gemaakt. Toch blijft er een grote ontevredenheid onder mensen in het integra-tiedebat. Die ontevredenheid hangt samen met een onzekerheid over de nederlandse cultuur en identiteit. Ik zou de focus dan ook willen verleggen van een integratiedebat naar een identiteitsdebat.

De vraag naar wat nederland is en wie wij zijn is in de afgelopen jaren aangewakkerd door maatschappelijke ontwikkelingen zoals globali-sering, europeanisering, individualisering, migratie en multiculturali-sering. sinds het essay ‘het multiculturele drama’ van Paul scheffer in 2001 is het multiculturele denken (uitzonderingen daargelaten) ver-worpen, maar rijst tegelijkertijd de vraag wat onze nieuwe nationale identiteit is. Oftewel, een nederlandse identiteitscrisis.

In 2007 constateerde de Wetenschappelijke raad voor het regerings-beleid (Wrr) in een rapport dat het debat over de nationale identiteit in de geschiedenis van nederland al vaak is gevoerd maar nooit een eenduidige uitkomst heeft opgeleverd. Daarom zou het beleidsmatig inzetten van de nationale identiteit niet werken en automatisch men-sen uitsluiten. De Wrr gooit dan ook de nationale identiteit over-boord en beveelt de overheid aan om zich te richten op het investeren in identificatieprocessen.

Hoewel het investeren in identificatieprocessen geen slechte zaak is, wordt mijn inziens de stap van nationale identiteit naar processen wel te snel gemaakt. Zonder een rigide blauwdruk van de nationale iden-titeit neer te leggen zullen we moeten erkennen dat we gezamenlijke waarden delen die in de loop van de geschiedenis zijn ontstaan en zijn verankerd in onze grondwet - denk aan godsdienstvrijheid.

Burgerschap speelt hier een essentiële rol. Het nederlanderschap brengt rechten en plichten met zich mee. Dit betekent dat de burger moet kiezen voor nederland - geen zaken als een dubbele nationa-liteit voor mensen die hier geboren zijn - en een overheid die alle burgers als volwaardig nederlander beschouwt en burgers niet aan-spreekt als groep, maar als individu

Het onderkennen van gezamenlijke waarden is essentieel voor een uitweg uit onze identiteitscrisis. Juist in een tijd waarin mensen angst hebben voor de islam, voor europeanisering en globalisering, moeten we uitgaan van nederlandse gezamenlijke waarden. En welke partij kan nu beter de leidende rol in de discussie over identiteit en burger-schap oppakken dan het diep in de nederlandse geschiedenis gewor-telde CDA?

ww

w.cd

ja.nl

ww

w.cdja.nl

MIRJAM STERK PLEIT VOOR HARDERE AANPAK

HUWELIJKSMIgRATIEHET ONgEMAK VAN DE

CHRISTENDEMOCRATIEDE VERSTIKKENDE DEKEN VAN HET

ANTI-DISCRIMINATIEgELOOF

IntegratIe

Jeroen van VelzenVoorzitter CDJA