colossus, abattoir fermé, ccmechelen en nona, 2015
DESCRIPTION
ProgrammaboekjeTRANSCRIPT
Abattoir Fermé, NONA
& Cultuurcentrum Mechelen presenteren
3 t/m 20 december 2014 om 20u, NONA
COLOSSUS Abattoir Fermé, NONA & Cultuurcentrum Mechelen Woe 3 t/m za 6, woe 10 t/m za 13
en woe 17 t/m za 20 december 2014
De voorstelling begint om 20u en duurt tot middernacht.
Er is pauze.
“Eigenlijk strookt dat niet met theater. Normaal pluk je alles juist leger. Maar het is
mijn guilty pleasure om de grenzen af te tasten van wat kan en mag. Zoals in de
begindagen van Abattoir, vijftien jaar geleden. Theater als een vuil trashy feest! Vol
satire, revue, burleske. (…) Aan Colossus is heel kort gerepeteerd, met veel volk.
Steeple op de korte sprint, toneel als happening. Want ook dat was de barok:
hoogtijd voor de totale toneelmachine, met grootse effecten en bizar vertoon. Bij
zoveel theater-in-het-theater gaat Lernous vanzelf likkebaarden.” De Standaard,
woensdag 3 december 2014
“Het verhaal gaat over een onplezierig personage in een nog onplezierigere wereld
die compleet ontspoord is. “De wereld is vergaan en wat is er nog over? Maar de
toekomst is ook een middel om met de nodige afstand naar de huidige wereld te
kijken. Het gaat ook over nu en over de toekomst van het theater. Het affichebeeld
is voor mij de regering die haar eigen kind opeet.“ De Morgen, zaterdag 29 novem-
ber 2014
Colossus, zijt geprezen!
We bevinden ons in 't verschrikkelijke jaar 3616.
We wisten indertijd dat het niet kon blijven duren.
De opties waren legio: een ongeneeslijke pandemie, een verschroeide pla-
neet, full-out war, of een musical over 14-18. Vooral dat laatste leek een on-
afwendbaar einde van de beschaving zoals we die anno 2014 beleefden.
1500 jaar geleden vond de reus Colossus, op wandeling door de kosmos,
de aarde.
Hij zag die bol als een geblutste appel. Hij had moeten weten dat ge dat
wat op de grond ligt, niet zomaar in uw mond moogt steken. Maar dat
deed Colossus wél en die appel was zuur.
Hij spoog het stuk uit en daar op dat brokske, zitten wij nu.
Apen.
BAROK IS THE NEW BLACK
door Karel Vanhaesebrouck
In The Devils, van Ken Russell uit 1971, wordt een priester van hekserij beschuldigd: een
Ursulinenklooster in Loudun zou door de duivel bezocht zijn. Russell ensceneert gods-
dienstwaanzin in een lange orgiastische scène die onderbroken wordt door een ver-
momde Louis XIV. Die beweert een heilig relikwie bij zich te hebben dat prompt de dui-
vels zal verjagen. De nonnen laten zich maar wat graag door dit relikwie “genezen” om
vervolgens verbouwereerd vast te stellen dat het doosje van Louis leeg is. Hun zorgvul-
dig geënsceneerde realiteit bleek een fictie te zijn.
Russell heeft de essentie van de vroegmoderne barok begrepen. Aan het einde van de
Middeleeuwen valt de eenheidscultuur die aan het volledige Europese continent een
mentale cohesie gaf, weg. De Reformatie slaat de eerste barsten in het blazoen van de
religie die tot dan toe op alle levensvragen een eenduidig antwoord wist te geven. De ko-
loniale ontdekkingen confronteren de Europeaan met een ongekend universum dat
soms angst aanjaagt, maar even vaak fascineert en zelf erotiseert. En stilletjes aan dringt
het besef door dat die rare snuiter Copernicus wel eens gelijk zou kunnen hebben: de
mens is niet langer de navel van zijn eigen universum, maar een onooglijk klein partikel
in een steeds verder uitdeinend universum waarvan hij amper de contouren kan bevat-
ten.
Na het euforische zelfbewustzijn van de Renaissance gaapt enkel nog een grote, donke-
re leegte. Theater wordt het middel om angst voor de leegte, die horror vacui, te lijf te
gaan. De angstaanjagende realiteit wordt een spektakel, waarin alles zinsbegoocheling
en rollenspel is. Theater wordt met andere woorden het middel bij uitstek om die verwar-
ring te lijf te gaan, niet door ze weg te veilen, maar precies door ze in vol ornaat te en-
sceneren. Wat is echt? Wat is illusie? Wat kan ik nog geloven? Op die vragen zal het ba-
rokke theater gretig in gaan. En de religie, die wordt een deel van dat grootse spektakel.
Niet toevallig wordt het begrip illusie in het zeventiende-eeuwse woordenboek van Antoi-
ne Furetière als ‘diabolisch’ en dus gevaarlijk omschreven. Het theater van toen schurkt
zich gretig tegen dat gevaar aan door te spelen met de vraag of datgene wat op het po-
dium gebeurt ook echt kan zijn. Daarom zullen auteurs als bijvoorbeeld Corneille
(L’illusion comique) of Molière (L’impromptu de Versailles) heel expliciet het theater zelf
thematiseren. En zo kijkt de toeschouwer bijvoorbeeld naar andere kijkers die op hun
beurt weer naar een voorstelling-in-de-voorstelling kijken, net zoals de hoofdfiguren in
Colossus uiteindelijk zelf toeschouwers worden van het groteske barokspektakel Mundo
in Dolore.
Baroktheater probeert met spektakel en effecten de existentiële angst voor een reali-
teit waarin alles veranderlijk is, weg te spelen, precies door die veranderlijkheid in
haar volle ornaat te laten zien. En dus worden er identiteiten gewisseld, worden man-
nen vrouwen of omgekeerd, spelen ontwerpers met perspectief, ontwerpen am-
bachtlui ‘gloires’ of overvliegende wolken en gebruikt men de kennis van de specta-
culaire mysteriespelen uit de Middeleeuwen om de kijker met allerhande effecten te
verwonderen. En die kijker weet best dat die effecten niet echt zijn (hij hoort dan ook
het gedonder van de toneelkatrollen), maar laat zich tegelijk gretig meenemen. Pre-
cies in die gespletenheid ligt de essentie van barok: de kijker meenemen in een illusie
en tegelijk diezelfde kijker verwonderen met allerhande zichtbare effecten. ‘Het is net
echt’, denkt die, en tegelijk weet hij dus dat het niet echt is.
Alles moet letterlijk vol. Men vult letterlijk de leegte met spektakel. En in het midden
van al dat geraas en gedonder staat het menselijke lichaam, als laatste restje authen-
tieke aanwezigheid. Het lichaam van de heilige, het lichaam van de martelaar, van de
koning, van de crimineel, na de executie of op de dissectietafel in een anatomisch
theater. En zelfs dat lichaam wordt spektakel. Nooit zijn we dichter terug bij de barok
geweest als vandaag, een tijd waarin de werkelijkheid fundamenteel onkenbaar is en
elke dag verder lijkt uit te deinen in het digitale zwerk, een tijd waarin strijders journa-
listen onthoofden om vervolgens van hun daad een media-spektakel te maken, een
tijd waarin de angst voor de toekomst de motor geworden is van alle politieke hande-
len. De realiteit gaat verscholen achter een extravagant media-spektakel. En we blij-
ven spelen, als volleerde narren, om toch maar niet dat grote zwarte gat in de ogen te
moeten kijken. Wie onze hedendaagse wereld, waarin alles wat stabiel leek funda-
menteel veranderlijk is geworden, wil begrijpen, vindt een spiegel in het barokke thea-
ter.
Ook in Colossus gaat achter de burleske barok waarin identiteiten altijd rollen zijn, een
diep gewortelde existentiële angst schuil, alsof de apocalyps net achter de rug is en
alweer voor de deur staat. Achter het spektakel gaapt de leegte. Colossus toont ons
de impasse van de moderniteit, het tochtgat dat ook Anish Kapoor ons onthult met
zijn intrigerende werk Dark Brother (2005). Het werk is niet meer dan een gitzwart vlak
dat ergens op de museumvloer van het MADRE in Napels ligt. Wie zich echter voor-
over buigt, ziet geen vlak, maar een onmetelijke diepte. Kapoor speelt niet alleen met
onze blik, maar toont ons een metafysische leegte voorbij de religieuze kitsch. ‘Ik ga
alleen maar naar beneden’ zegt de liftboy in Colossus dan ook aan het hoofdpersona-
ge Onderling.
Daarom: baroque is the new black.
't Is 3 december 2014.
Twee jaar geleden hebben we 'Apocalypso' gemaakt. Een burleske en-
scenering van 'De Komst van de Grand Macabre' van Michel De Ghel-
derode, om het nakende einde van de wereld te vieren. Een spannend
-om-maken en feestelijk spektakel dat uitverkocht raakte nog voor de
eerste affiche in het straatbeeld hing. Het was plezant spelen en we
dachten, allez nog eens, maar niet ‘t zelfde. Anders, verder, met nog
scherper spelen als inzet. Met enkele spelers van ‘Apocalypso’ en een
paar nieuwe gezichten hebben we ons in september 2014 tien dagen
op een werktekst gesmeten. Daaruit volgde een kort toonmoment. De
tekst werd herschreven op basis van de resultaten van die workshop
en op tweeënhalve week tijd opnieuw geënsceneerd. 17 november
was de eerste repetitie. And here we are.
Mensen die mij kennen weten dat ik graag drie maand aan een pro-
ductie werk. Maar de enige manier om dít soort spektakel te enscene-
ren binnen de schaarse middelen die ons zijn toebedeeld, is door ex-
treem kort te werken en met veel effort én goodwill van alle betrokken
partijen. En veel stagiair(e)s. Veel, heel veel stagiair(e)s.
Daarom: een heel erg vette dankuwel voor iedereen! En ik bedoel dan
ook écht iedereen die deze productie mogelijk maakte. Ik durf alle be-
trokkenen niet op te sommen omdat ik er zekerst ga vergeten, en dat
wil ik niet op mijn geweten hebben.
Zonder jullie had de voorstelling er niet gestaan. Merci!
Stef Lernous
COLOSSUS
Een productie van Abattoir Fermé, NONA en Cultuurcentrum Mechelen
werd gemaakt door
Regie: Stef Lernous
Spel: Tine Van den Wyngaert, Kirsten Pieters, Chiel van Berkel, Linda Lugtenborg,
Darya Gantura, Dominique Van Malder, Eva Schram, Steve Geerts, Louis van der
Waal, Annica Muller, Femke Platteau, Lobke Leirens, Michèle Even en Sander Geu-
dens
Muziek: Kreng, Jorunn Bauweraerts en Wim De Busser
Beeld: Stef Lernous
Regie-assistentie: Maja Westerveld
Standby barok-connaisseur par excellence: Karel Vanhaesebrouck
Kostuum: Margerita Sanders
Kostuumteam: Amber De Saeger, Carmen Schabracq, Elisabeth
Michiels, Nathalie Aerts, Rosa Schützendorf
Decorontwerp: Sven Van Kuijk en Stef Lernous
Decorteam: Fabian Luyten, Ann Van Genechten, Freek Van den Bergh, Lies Van
Loock, Luc Derkinderen, Lunia Gigase
Techniek: An De Hondt, Bob Wouters, Jannis Arfeuille, Milan Van
Doren, Tobias Uyttendaele
Productieleiding: Nathalie Tabury
Productieteam: Alessandra Soetarto, Chanel Selleslach, Gudrun Ghesquière, Lennerd
Carrein, Lien De Trogh, Myrthe Douma en Rita De Grandi
Zakelijke leiding Abattoir Fermé: Nick Kaldunski
Met speciale dank aan Eingjell Arapi
NONA: Bart Vanvoorden, Ilse Thienpont, Nele Samyn, An De Hondt, Jolien Vanden
Wyngaert en Siska Van Nieuwenhove
Met dank aan alle vrijwilligers die zich vol enthousiasme in dit proces gestort hebben,
HETPALEIS, Pizza Roma, HVH reclame, De Cirque, Lamot, De Gouden Vis, Akzo No-
bel, Thiry Paints Mechelen, CG Power Systems, Van Dievel, Bram Van der Auwera,
Rita Peeters, Alfatex, Artsen Zonder Vakantie, De Groenmarkt, Uit in Mechelen, Sjouk-
je Smedts, de vrijwilligers van NONA: Sandra, Ellen, Saskia, Patricia, Greet, Marianne,
Paul, Ria, Fouad, Sammy, Mieke, Sarah, Hanne, Koen, Eliot, Tinne...
NONA, Begijnenstraat 19, 2800 Mechelen | www.nona.be | 015 20 37 80
COLOSSUS
BAROK IS THE NEW BLACK
WACHTLIJST
3 t/m 20 december om 20u, NONA
Met extra dank aan onze sponsors