coördinatie en afstemming – hoe? 4 - regio wf. interregionaal... · strategie / voortgang...
TRANSCRIPT
9
4Coördinatie en afstemming –Hoe?
4.1 Wanneer wordt opgeschaald?
Opschaling naar de inwerkingtreding van het
BAE en het actief worden van de evacuatieleider
vindt plaats op initiatief van één van de betrokken
veiligheidsregio’s.
In de praktijk zal een verzoek tot opschaling vaak
komen van een operationeel leider van een ROT. De
operationeel leider dient een verzoek in bij het eigen
RBT tot opschaling naar een BAE en een evacuatie-
leider. Tegelijkertijd alarmeert de operationeel leider
de evacuatieleider. De evacuatieleider stelt vervol-
gens zijn team samen, zodat zij reeds in actie zijn
voor het bijeenkomen van het BAE.
4.2 Wie organiseert het eerste overleg?
De partij die de opschaling initieert, draagt zorg voor
de organisatie van het eerste BAE-overleg en de
facilitering van de evacuatieleider en diens team. Het
BAE-overleg kan een fysieke bijeenkomst zijn, maar
dit kan ook vorm krijgen middels een telefonische
conferentie.
4.3 Hoe ziet de crisisorganisatie eruit?
De crisisbeheersingsstructuur sluit zoveel mogelijk
aan bij bestaande structuren en afspraken. Dit bete-
kent dat de evacuatieleider op het gebied van evacu-
atie het informatieknooppunt is voor de operationeel
teams en dat het BAE dit is voor de beleidsteams.
De ROT’s leveren actief informatie aan bij de evacu-
atieleider en het team ten behoeve van de evacua-
tiestrategie. Daarnaast levert de waterbeheerder het
actuele waterbeeld inclusief duiding aan.
De informatie-uitwisseling tussen de RBT’s en ROT’s
verloopt nog steeds via de eigen (crisis)organisatie
daarnaast is er een informatielijn voor de bestuurlijke
terugkoppeling vanuit het BAE via de EL.
10 CONCEPT - Interregionaal Coördinatieplan Overstroming, Wateroverlast & Evacuatie boven het Noordzeekanaal
Op hoofdlijnen ziet de opgeschaalde crisisstructuur
er als volgt uit:
Bestuurlijk
Afstemmings-
overleg
Evacuatie
Evacuatieleider
+ team
RWS
Provincie
HHNK
Bestuurders nemen
zitting in BAE
Informatie en advies
door evacuatieleider
Besluiten
en acties
Afstemmen
binnen eigen
Veiligheidsregio
Informatie en besluiten
en acties
Voorzitters RBT nemen
zitting in BAERBT
RBT
RBT
RBT
ROT
ROT
OT
ROT
ROT
4.4 Welke informatie is nodig?
Bij coördinatie en afstemming speelt informatievoor-
ziening een belangrijke rol. Om de evacuatiestrate-
gie te kunnen vormgeven is minimaal de volgende
informatie nodig:
een overzicht van de beschikbare
capaciteit per veiligheidsregio
een dreigingsanalyse van het verloop van
de overstroming van de waterbeheerders
evacuatie aantallen
een omgevingsanalyse (media en communicatie)
gebiedsinformatie, zoals beschikbaarheid
van wegen en kwetsbare objecten
511
Evacuatie – Hoe doen we dat samen?
5.1 Wat zijn de taken van de evacuatieleider?
De taken van de evacuatieleider en diens team rich-
ten zich op het bepalen en indien nodig aanpassen
van de evacuatiestrategie wat betreft timing, fasering
en prioritering. Per soort scenario wordt vooraf een
evacuatiestrategie opgesteld. De eerste taak van
de EL na zijn aanstelling is analyseren welke acties
moeten worden uitgezet, aan de hand van de voor-
bereiding in relatie tot de werkelijke situatie. Dit legt
hij daarna zo spoedig mogelijk voor aan het BAE.
De ROT’s, het Waterschap Operationeel Team (WOT)
en het RCT (Regionaal Crisisteam van RWS) leveren
de benodigde informatie aan bij de evacuatieleider
en zijn team. De evacuatieleider en zijn team staan
vervolgens aan de lat voor interregionale strategie-
bepaling op het gebied van evacuatie en commu-
nicatie. Hieronder vallen ook de prioritering in de
evacuatiestrategie, de verdeling van schaarste en de
synchronisatie van maatregelen.
Evacuatieteam
Adviseur
crisis-
communicatie
Evacuatie-
leider
Adviseur
water
Adviseur
vitale
infrastrauctuur
Adviseur
zorg
Adviseur
mobiliteit
verslaglegger/
notulist
Informatie-
manager
Organogram team evacuatieleider
12 CONCEPT - Interregionaal Coördinatieplan Overstroming, Wateroverlast & Evacuatie boven het Noordzeekanaal
Synchronisatie van maatregelen
Synchronisatie van maatregelen betekent het
afstemmen van maatregelen van betrokken crisis-
partners en geraakte sectoren en instellingen zodat
de evacuatie van mensen hierdoor niet wordt gehin-
derd. De evacuatie van mensen krijgt te allen tijden
absolute voorrang. Basaal betreft het de indeling in
tijdvakken waarbinnen de gelegenheid is tot gebruik
van het wegennet, of prioritering in de verdeling van
schaarse middelen, zoals zandzakken. Binnen dat
kader zijn en blijven de betrokken crisispartners,
sectoren en instellingen zelf verantwoordelijk voor
hun maatregelen.
Voorbeelden van mogelijk betrokken sectoren zijn:
de evacuatie van gevangenen, evacuatie van vee,
veiligstellen van vitale objecten risico-objecten of
evacuatie van cultureel erfgoed of bedrijfsinventaris.
Bijstand
De evacuatieleider vraagt de ROT’s om hun
gewenste en hun daadwerkelijke capaciteit met hem
te delen. Op basis daarvan verdeelt de evacuatie-
leider de schaarste binnen zijn bestuurlijk geaccor-
deerd mandaat.
Ook de aanvraag om eventuele bijstand ten behoeve
van de evacuatie bij het LOCC wordt gestroomlijnd
door de evacuatieleider. De EL verzorgt de aanvraag
voor het gehele plangebied en verdeelt de toegewe-
zen capaciteit binnen zijn bestuurlijk geaccordeerd
mandaat. De daadwerkelijke operationele aansturing
van de toegewezen capaciteit gebeurt door de ROT’s.
5.2 Hoe organiseren we dit samen?
Het ROT, WOT en RCT deelt de eigen informatie
proactief met de evacuatieleider en zijn team. De
evacuatieleider wordt ondersteund door een infor-
matiemanager. Deze informatiemanager draagt zorg
voor een wederzijdse informatiestroom. De EL stemt
regelmatig met de OL af met betrekking tot de voort-
gang en samenhang van de evacuatie.
613
Crisis-communicatie – Samen sterk
Communicatie vormt één van de belangrijkste
instrumenten voor het vlot en soepel laten verlopen
van een evacuatie. In dit hoofdstuk beschrijven we
de werkwijze rondom de communicatie bij het in
werking treden van dit plan.
Omdat er veel partners zijn die communiceren, zijn
de volgende basisafspraken van belang:
Iedere partij communiceert – in afstemming
met de betrokken partners – vanuit de eigen
verantwoordelijkheid, met de eigen doelgroep
en zo veel mogelijk via bestaande middelen.
Om de communicatie zoveel mogelijk te
stroomlijnen en de actiecentra communicatie
van de afzonderlijke organisaties te ontlasten,
worden een aantal taken op interregionaal niveau
gecoördineerd en uitgevoerd door een Boven
Regionaal Actiecentrum Communicatie (BRAC).
De partijen communiceren binnen de
afspraken en kaders die uitgezet worden door
het BRAC. (Bijvoorbeeld met betrekking tot
handelingsperspectief, timing, toonzetting etc.).
Berichtgeving van partners wordt ondersteund
door de andere partijen en waar relevant wordt
doorverwezen of relevante informatie doorgeleid.
(denk aan retweeten, delen van facebookposts.)
Het is ook mogelijk dat het BRAC reeds wordt opge-
start voordat de evacuatieleider is aangewezen. In
een dergelijke situatie zoekt de strategisch commu-
nicatie adviseur zo spoedig mogelijk na benoeming
van de evacuatieleider contact met de evacuatielei-
der om hem hierover te informeren.
In de tabel hieronder staan de reguliere communica-
tieverantwoordelijkheden zoals deze altijd gelden. Ze
beschrijven op hoofdlijnen wie waarover communi-
ceert. Deze rolverdeling blijft gelden bij de opscha-
ling van de landelijke crisisstructuur. De afspraak om
af te stemmen met het NKC geldt in alle gevallen.
14 CONCEPT - Interregionaal Coördinatieplan Overstroming, Wateroverlast & Evacuatie boven het Noordzeekanaal
Communicatie over: Verantwoordelijk:
Feiten lokaal / regionaal, evacuatie Veiligheidsregio’s
Duiding en handelingsperspectieven lokaal/regionaal Burgemeester / Voorzitter veiligheidsregio
Waterstaatkundige zaken RWS / Waterschap
Strategie / voortgang bovenregionaal, evacuatie Voorzitter BAE
Feiten nationaal en duiding nationaal Betrokken vakministers (IenM, EZ en VenJ)
Duiding en handelingsperspectieven nationaal Minister-president
Duiding nationaal en symboolfunctie Koning
Duiding internationaal Vakministers / Minister-president
6.1 Welke taken voeren we gezamenlijk uit?
Binnen het BRAC worden in ieder geval de volgende
deelprocessen georganiseerd:
Strategische communicatie behorende
bij het evacuatieplan.
– Bij aanvang zal het voorbereide evacuatieplan
en de daarbij passende communicatiestrategie
worden getoetst aan de werkelijke situatie.
De strategisch communicatieadviseur past
de communicatiestrategie aan aan de acute
situatie en zit namens het BRAC in het
Evacuatieteam.
– De strategisch communicatieadviseur
adviseert de evacuatieleider en het
Evacuatieteam.
Afstemming en communicatie met de actiecentra
van de veiligheidsregio’s en Waterbeheerders.
Het hoofd BRAC zorgt ervoor dat de informatie
vanuit het BRAC (met betrekking tot
communicatie en voorlichting) bij de overige
communicatieteams terecht komt omdat daar
ook externe communicatie plaats zal vinden.
Woordvoering ten aanzien van de evacuatie.
– De media zullen van de voorzitter van het BAE
verwachten dat deze communiceert over de
algehele evacuatiestrategie en de voortgang
hiervan. De voorbereiding en ondersteuning
hiervan gebeurt vanuit het BRAC. Naar ver-
wachting zal de betre)ende bestuurder zich
laten ondersteunen door zijn eigen woordvoer-
der/communicatieadviseur die, om dit goed te
kunnen doen, nauw contact onderhoudt met
het BRAC. Daarbij is het van belang dat alle
andere partners van de strategie, boodschap
en timing op de hoogte zijn.
Omgevingsanalyse (landelijke media).
– Vanuit het BRAC wordt een analyse van de
landelijke (sociale) media gemaakt. Deze info
wordt met alle regionale teams gedeeld zodat
daar geen aparte analyse van de landelijke
media hoeft te worden gedaan (faciliterend).
– Combineren van de door de regionale
teams aangeleverde omgevingsanalyses,
regionale en lokale media, stakeholders en
publieksvragen.
– De analisten kunnen de omgevingsanalyse
doen vanuit de eigen hoofdkwartieren. De
adviseurs die deze analyses combineren zitten
op de locatie waar het BRAC zit.
Het BRAC en de actiecentra van de betrokken par-
tijen kunnen www.crisis.nl als communicatie-kanaal
inzetten om informatie vanuit het Evacuatieteam te
delen. Voordeel van dit kanaal is dat informatie van
alle betrokken partijen via één kanaal ontsloten kan
worden. Het BRAC zal partijen verzoeken om infor-
matie via dit kanaal te delen.
6.2 Hoe organiseren we dit samen?
De evacuatieleider en zijn team worden ondersteund
door een Bovenregionaal Actiecentrum communi-
catie (BRAC). Het BRAC onderhoudt contact met de
regionale actiecentracommunicatie en de actiecentra
communicatie van het waterschap en RWS. Daar-
naast stemt het BRAC de communicatie af met de
vitale partners.
Het BRAC bestaat ten minste uit een strategische
adviseur communicatie, deze vormt de linking pin
met de evacuatieleider. Het BRAC staat onder leiding
van een ervaren hoofd actiecentrum die beschikt
over regionale kennis.
15
De organisatiestructuur ziet er daarmee als volgt uit:
Bestuurlijk
afstemmings-
overleg
Evacuatie
Evacuatieleider
+ team
Bovenregionaal
Actiecentrum
Communicatie
RWS
Provincie
HHNK
Bestuurders
nemen zitting
in BAE
Informatie
en advies
Besluiten
en acties
Afstemmen
binnen eigen
Veiligheidsregio
Afstemmen binnen
eigen Veiligheidsregio
Informatie en
besluiten en acties
Informatie
en advies
Informatie voor
BRAC en informatie
voor ACC
Voorzitters RBT
nemen zitting
in BAE
RBT
RBT
RBT
RBT
ROT
ROT
ROT
ROT
ACC
ACC
ACC
ACC
16 CONCEPT - Interregionaal Coördinatieplan Overstroming, Wateroverlast & Evacuatie boven het Noordzeekanaal
Bijlage A Afkortingenlijst
ACC Actiecentrum communicatie
BAE Bestuurlijk Afstemmingsoverleg Evacuatie
BRAC Bovenregionaal Actiecentrum Communicatie
CdK Commissaris van de Koning
EL Evacuatieleider
ET Evacuatieteam
HHNK Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
GRIP Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure
ICCb Interdepartementale Commissie Crisisbeheersing
LCO Landelijke Coördinatiecommissie Overstromingsdreiging
LOCC Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum
MCCb Ministeriële Commissie Crisisbeheersing
NCC Nationaal Crisiscentrum
NKC Nationaal Kernteam Communicatie
RBT Regionaal Beleidsteam
RCT Regionaal Crisis Team
ROT Regionaal Operationeel Team
RWS Rijkswaterstaat
RWS-WNN Rijkswaterstaat West-Nederland Noord
VR Veiligheidsregio
VRAA Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland
VRK Veiligheidsregio Kennemerland
VR NHN Veiligheidsregio Noord-Holland Noord
VR ZW Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland
WMCN Watermanagement Centrum Nederland
WOT Waterschap Operationeel Team
17
Bijlage B Voorbeeldscenario’s
Bij het opstellen van het interregionaal coördinatie-
plan heeft het hoogheemraadschap Hollands-Noor-
derkwartier een aantal scenario’s geïdentificeerd
welke een representatief voorbeeld vormen voor de
dreigingen waar het plangebied aan blootgesteld kan
worden.
De voorbeeldscenario’s zijn opgesteld met als doel
het bespreken en concretiseren van de coördinatie-
mechanismen. Dit betekent dat er in alle scenario’s
sprake is van een (dreigende) overstroming.
Voor alle hierna beschreven scenario’s geldt dat de
trigger voor overstroming niet wordt gevormd door
alleen een hoge waterstand, maar door een onvoor-
ziene gebeurtenis, namelijk het bezwijken van een
dijk, de exacte aanleiding hiervoor is van onder-
geschikt belang voor het coördinatieplan.
De scenario’s zijn slechts voorbeelden, om een
indicatie te geven van het impactgebied en wat dit
betekent voor het optreden van de betrokken par-
tijen. Ieder incident/gebeurtenis is namelijk uniek
en zal in meer of mindere mate afwijken van de
voorbeeldscenario’s.
In de keuze voor de voorbeeldscenario’s hebben we
een onderscheid gemaakt in twee typen dreigingen
op basis van de impact van de overstroming. De
dreigingen zijn veiligheidsregio-overschrijdend of
niet. Ook in het geval het impactgebied niet veilig-
heidsregio-overschrijdend is, kan coördinatie zinvol
zijn vanwege de noodzaak tot snel handelen en de
impact van een evacuatie of andere e* ecten, ook
voor de omliggende veiligheidsregio’s.
Daarnaast onderscheiden we zes verschillende ‘rich-
tingen’ van waaruit de dreiging kan komen. Te weten:
vanuit Noordzee/Waddenzee, het IJsselmeer, het
Markermeer, het Noordzeekanaal, dreiging door het
bezwijken van een regionale kering en dreiging door
extreem weer.
In dit plan onderscheiden de volgende voorbeeld-
scenario’s. Per scenario geven we een korte toe-
lichting op het scenario en het impactgebied per
scenario.
1. Noordzee/Waddenzee
a. Impact veiligheidsregio-overschrijdend:
Helderse zeewering
b. Impact binnen één veiligheidsregio: Texel
2. IJsselmeer
a. Impact veiligheidsregio-overschrijdend:
Wieringermeerpolder
3. Markermeer
a. Impact veiligheidsregio-overschrijdend:
Waterland
b. Impact veiligheidsregio-overschrijdend:
Hoorn-Drieban
4. Noordzeekanaal
a. Impact veiligheidsregio-overschrijdend:
Westzanerpolder
5. Regionale kering
a. Mono-impact: Polder Heerhugowaard
6. Extreem weer
a. Mono-impact: Heemskerk Beverwijk
18 CONCEPT - Interregionaal Coördinatieplan Overstroming, Wateroverlast & Evacuatie boven het Noordzeekanaal
Noordzee/Waddenzee - Helderse zeewering
Dit scenario kan optreden bij een ernstige stormvloed met een noord-
westerstorm in combinatie met springtij. De verwachte waterstand op
de Noordzee is circa +4.00 mNAP. Voor de uitwerking van dit scenario
is gesimuleerd dat de Helderse zeewering bezwijkt.
Impactgebied:
Noordwestelijk deel van de kop
van Noord-Holland komt onder
water te staan. Het water in het
overstromingsgebied zal een
maximale stand van ongeveer 1
meter diep.
Het impactgebied is stedelijk
gebied (onder andere gemeente
Den Helder) en poldergebied met
agrarisch gebruik met kapitaal-
intensieve teelt (onder andere
bloembollen).
In dit scenario ligt het brongebied
in het beheersgebied van veilig-
heidsregio Noord-Holland Noord.
Het impactgebied betreft ook
andere veiligheidsregio’s.
Bijzonderheden:
Het water dat binnen-
stroomt is zout.
Er is sprake van
getijdenbewegingen; eb en
vloed. Dit heeft invloed op
de impact en het verloop
van de instroom van water.
Het hoogheemraadschap
heeft de mogelijkheid om
de coupures van de tweede
waterkering te sluiten om het
impactgebied te verkleinen.
Dit heeft gevolgen voor de
evacuatieroutes; deze worden
hiermee mogelijk geblokkeerd.
Er ligt een marinebasis
in het gebied, deze raakt
geïsoleerd vanaf het land.
Vliegveld de Kooi
overstroomt eveneens.
19
Noordzee/ Waddenzee - Texel
Dit scenario kan optreden bij een ernstige stormvloed met een noord-
westerstorm in combinatie met springtij. De verwachte waterstand op
de Noordzee en Waddenzee is circa +4.00 mNAP. Voor de uitwerking
van dit scenario is gesimuleerd dat de IJsdijk bezwijkt.
Impactgebied:
Het eiland Texel overstroomt. Het
water in het overstromingsgebied
bereikt een maximale stand van
ongeveer 1 meter boven maaiveld.
Het impactgebied is overwegend
poldergebied.
In dit scenario is het brongebied
en het impactgebied het beheers-
gebied van veiligheidsregio
Noord-Holland Noord.
Bijzonderheden:
Het water dat
binnenstroomt is zout.
Er is sprake van getijden
bewegingen; eb en vloed.
Dit heeft invloed op de
impact en het verloop van
de instroom van water.
Het betreft een eiland.
20 CONCEPT - Interregionaal Coördinatieplan Overstroming, Wateroverlast & Evacuatie boven het Noordzeekanaal
IJsselmeer - Wieringermeerpolder
Dit scenario kan optreden bij een hoge waterstand op het IJsselmeer
als gevolg van hoge rivierafvoeren en-, geen spuimogelijkheden van
het Ijsselmeer. De verwachte waterstand op de IJsselmeer is circa
+0.70 mNAP. Voor de uitwerking van dit scenario is gesimuleerd dat de
Wieringemeerdijk bezwijkt.
Impactgebied:
Als gevolg van het bezwijken van
de Wieringermeerdijk komt de
Wieringermeerpolder onder water
te staan. Het water in het over-
stromingsgebied zal een maxi-
male stand van ongeveer 3 meter
diep bereiken.
Het impactgebied is overwegend
poldergebied met agrarisch
gebruik met kapitaalintensieve
teelt (glastuinbouw).
in dit scenario ligt het bron-
gebied in het beheersgebied van
veiligheidsregio Noord-Holland
Noord. Het impactgebied van
dit scenario betreft meerdere
veiligheidsregio’s.
Bijzonderheden:
In het gebied ligt hoogwaardig
bedrijventerrein (Microsoft).
In het gebied ligt een
gasverdeelstation, richting
Randstad en buitenland.
De A7 loopt door de
Wieringermeerpolder en
komt buiten gebruik. Dit
kan gevolgen hebben voor
de evacuatiestrategie.
Friesland is alleen nog
bereikbaar via de landzijde.
21
Markermeer - Waterland
Dit scenario kan optreden bij een hoge waterstand als gevolg van
hoge rivierafvoeren, geen spuimogelijkheden van het IJsselmeer. De
verwachte waterstand op Markermeer is circa +0.70 mNAP. Voor de
uitwerking van dit scenario is gesimuleerd dat de Waterlandse Zeedijk
en ringdijk Marken bezwijkt.
Impactgebied:
Als gevolg van het bezwijken van
de Waterlandse Zeedijk en ringdijk
Marken komt Waterland en eiland
Marken onder water te staan. Het
water in het overstromingsgebied
bereikt een maximale waterstand
van 0,5 meter tot 1 meter. In de
droogmakerij bereikt deze maxi-
maal 4 meter.
Het impactgebied is overwegend
polder gebied met agrarisch
gebruik met extensieve
bebouwing.
in dit scenario ligt het brongebied
in het beheersgebied van veilig-
heidsregio Zaanstreek-Waterland
en veiligheidsregio Amsterdam-
Amstelland. Het impactgebied
van dit scenario betreft meerdere
veiligheidsregio’s.
Bijzonderheden:
Droogmakerijen vullen zich
snel met water. Let op! Deze
zijn bewoond en liggen
dicht bij Markermeer.
Marken is een eiland.
Het water rukt op naar
Amsterdam-Noord
en Purmerend.
De N247 komt mogelijk
onder water te staan. Dit
kan gevolgen hebben voor
de evacuatiestrategie.
22 CONCEPT - Interregionaal Coördinatieplan Overstroming, Wateroverlast & Evacuatie boven het Noordzeekanaal
Markermeer - Hoorn-Drieban
Dit scenario kan optreden bij een hoge waterstand als gevolg van hoge
rivierafvoeren, geen spuimogelijkheden van het IJsselmeer. De ver-
wachte waterstand op Markermeer is circa +0.70 mNAP. Voor de uitwer-
king van dit scenario is gesimuleerd dat de Zuiderdijk bezwijkt.
Impactgebied:
Als gevolg van het bezwijken van
de Zuiderdijk komt het gebied
tussen Hoorn en Enkhuizen ten
zuiden van Westfrisiaweg onder
water te staan. Het water in het
overstromingsgebied bereikt een
maximale waterstand van 2 meter.
Het impactgebied is overwegend
stedelijk gebied (Hoorn) met agra-
risch gebruik (zaadverdeling en
hoogwaardige tuinbouw).
in dit scenario ligt het bron-
gebied in het beheersgebied van
veiligheidsregio Noord-Holland
Noord. Het impactgebied van
dit scenario betreft meerdere
veiligheidsregio’s.
Bijzonderheden:
De spoorlijn Hoorn –
Enkhuizen komt onder
water te staan. Dit kan
gevolgen hebben voor
de evacuatiestrategie.
De N302 komt mogelijk
onder water te staan. Dit
kan gevolgen hebben voor
de evacuatiestrategie.
De op- en afritten van de
A7 komen mogelijk onder
water te staan. Dit kan
gevolgen hebben voor
de evacuatiestrategie.
23
Noordzeekanaal - Westzanerpolder
Dit scenario kan optreden bij een normale waterstand van het Noord-
zeekanaal. De omringdijk van de Westzanerpolder bezwijkt.
Impactgebied:
Als gevolg van het bezwijken van
de omringwijk van de Westzaner-
polder komt de Westzanerpolder
onder water te staan. Het water in
het overstromingsgebied bereikt
een maximale waterstand van 3
meter.
Het impactgebied is overwegend
hoogwaardige bedrijvigheid.
in dit scenario ligt het brongebied
in het beheersgebied van veilig-
heidsregio Zaanstreek-Waterland.
Bijzonderheden:
Polders stromen snel
vol (binnen enkele uren,
meerdere meters water).
In het impactgebied bevindt
zich een gevangenis met
niet-zelfredzamen.
Als gevolg hiervan
wordt waarschijnlijk het
scheepvaartverkeer op het
Noordzeekanaal gestremd.
De S150 loopt in korte
tijd onder water. Dit kan
gevolgen hebben voor
de evacuatiestrategie.
24 CONCEPT - Interregionaal Coördinatieplan Overstroming, Wateroverlast & Evacuatie boven het Noordzeekanaal
Regionale kering - Heerhugowaard
Dit scenario kan optreden bij een normale waterstand. De boezemkade
kanaal Omval-Kolhorn bezwijkt.
Impactgebied:
Als gevolg van het bezwijken van
de boezemkade kanaal Omval-
Kolhorn komt de polder Heer-
hugowaard onder water te staan.
Het water in het overstromings-
gebied bereikt een maximale
waterstand van 1 meter.
Het impactgebied is overwegend
stedelijk gebied (Heerhugowaard)
met hoogwaardige bedrijvigheid
(winkelcentrum, gemeentehuis,
hoofdkantoor HHNK).
in dit scenario ligt het brongebied
in het beheersgebied van veilig-
heidsregio Noord-Holland Noord.
Bijzonderheden:
Hoogheemraadschap heeft
diverse mogelijkheden
om schade beperkende
maatregelen te nemen.
De spoorlijn Alkmaar
– Hoorn komt mogelijk
onder water te staan.
De N242 komt mogelijk
onder water te staan. Dit
kan gevolgen hebben voor
de evacuatiestrategie.
Als gevolg van de schade-
beperkende maatregelen wordt
scheepvaart op het Noord-
hollands kanaal gestremd.