creatief mediaconcept college 5 1011 incl aantekeningen.pptx
TRANSCRIPT
Customised communica.on gaat om het zo vergaand mogelijk segmenteren van informa.e naar specifieke personen, doelgroepen. Niniane Veldhoen en Ma?hijs Ro?e hebben voor het lectoraat Crossmedia (CELL: Crossmedia, experience Learning labarotorium) van de HU onderzoek gedaan naar de wijze waarop de mentaliteiten van mensen een uitgangspunt zouden kunnen vormen voor deze segmenta.e. Hun argument is dat de huidige (online) consument niet in sociodemografische hokjes meer te plaatsen is. Segmenta.e op basis van mentaliteiten past volgens hun beter in het B2C-‐model.
Het doel van het model is mens, merk en media aan elkaar te knopen. Hierbij gaan ze ervan uit dat zowel merk, mens als media kan worden voorzien van een iden.teit, waarbinnen een mentaliteit ligt verankerd.
1
Het vaststellen van communica.edoelgroepen geschiedde tot op heden via klassieke methoden van doelgroepsbepaling (Van Raaij en Verhallen, 1990) Hierbij is geen rekening gehouden met slimme zoekmachines of de vergaande mogelijkheden voor segmenta.e die social networks mogelijk maken. En al helemaal niet met seman.sche mogelijkheden van de toekomst.
-‐Algemene: min of meer vaste/permanente/stabiele factoren: lee%ijd, geslacht, opleiding, inkomen, postcode. Met uitstapjes naar aTtudes, interesses, opinies
-‐Domeinspecifiek: variabelen die in verband staan met domein van een product: koop-‐ gebruiksgedrag, productervaring, betrokkenheid, domeinspecifieke waarden en het beslisproces
-‐merkspecifiek: merktrouw speelt hier een rol. Hoe men hech;ng heeV met het merk
2
Dat algemene niveau (voor dit verhaal interessant) werd onderzocht op basis van vier aspecten/elementen
1) Geografische kenmerken: woon, verblijfplaatsregio, provincie, urbanisa;e, postcode
2) Socio-‐economische kenmerken: geslacht, lee%ijd, samenwoningsvorm, gezinssamenstelling, godsdienst, beroep, klasse, welstand, opleiding, inkomen
3) Psychografische kenmerken: aBtudes, interesses, opinies (modegevoeligheid, opvaBgen over manvrouwrol etc)
4) Productbezit: bezit van strategische goederen: eigen woning, tuin, auto, caravan, huisdier, sport-‐hobbyuitrus;ng (zegt iets over welstand en biedt inzicht in behoeVe aan complementaire goederen)
Toch wordt de laatste .en jaar ervaren dat deze indeling niet voldoende meer segmenteert en zelfs verkeerde info biedt.
Kortgezegd: als men elkaar makkelijker kan vinden vervagen de stabiele grenzen.
3
Vervolgens is men gaan kijken wat het dichtst op de huid van de iden;teit kan worden gesignaleerd.
Uiteraard zoekt men steeds naar concrete aanwijzingen waardoor iemand tot een bepaalde groep kan worden gerekend.
Wat verstaan we onder mentaliteit?
4
5
Mentaliteit wordt gezien als iets dat kan worden: gedeeld, overgedragen, beves;gd.
Dit gebeurt op basis van conversa;es, discoursen.
Men hoort van elkaar, wisselt uit en stemt af.
6
De oude push vorm is verminderd effec;ef. Het is niet het bedrijf, de producent die het gesprek bepaalt. Het zijn de consumenten.
En zij informeren de business.
Klassieke demografische segmenta;e werkt niet meer: ouderen willen kinds zijn, jongeren zelfstandig, sociale milieus verwateren en geografische ligging is te verwaarlozen Doelgroep segementa.e op algemeen niveau bestaat uit 4 onderdelen: 1. geografisch 2. sociografisch economisch 3. psychografsich en 4. productbezit Deze houden geen rekening met eigen alterna.even, scheren over een kam en vangen juist niet de driVende mentaliteit
Consument wordt meer en veelzijdiger beinvloed en legt alles langs de eigen persoonlijke meetlat (iden.teit, waarden, normen, karakter etc.) Consument heeV meer macht gekregen Consument laat zich minder vertellen dat iets goed is door de producent Er is te veel info om pushend nog de aandacht te krijgen
7
Dit model van Kees Winkel laat zien hoe gedrag vanuit de karakteris.eken van een mens tot stand wordt gebracht. Het laat ook zien hoe alle fases met elkaar samenhangen. Als je mensen vraagt naar hun mentaliteit zwalkt het antwoord dan ook tussen iden.teit, aTtude en gedrag in.
Dit model stelt dat iden.teit leidt tot een bepaalde mentaliteit, leidt tot en bepaalde aTtude, leidt tot gedrag.
Het model, zoals hier afgebeeld was nog niet af. Harry van Vliet merkte op dat het gaat om emo.onele processen die niet zo liniair kunnen worden voorgesteld.
8
Daarnaast bleek dat iden.teit een dominante rol speelt in de totstandkoming van mentaliteit. Dus moest meegewogen worden hoe iden.teit wordt opgebouwd.
Bourdie heeV in 1984 gesteld dat iden.teit voortkomt uit waarden en normen.. Deze gedachte hebben de onderzoekers overgenomen. De vervolgvraag was vervolgens: wat valt er onder waarden en onder normen?
Waarden vloeien voort uit achtergrondfactoren, Normen uit .jdsgebonden factoren.
Als je nu kijkt naar waar die factoren weer uit bestaan dan kun je de vraag stellen: welke vallen niet onder de sociodemografische factoren? De normen, deze zijn grilliger, veranderen sneller en zijn individueler?
9
Segmenta.emodellen zijn niet nieuw. Maar er wordt wel opnieuw naar gekeken. Meer mensen hebben de verouderde segmenta.emodellen geconstateerd en er hun variant op ontwikkeld. Een van die varianten zie je hier: de valuebox waardensegmenta;e van NFO Trendbox
Zij delen op basis van de waardentheorie van Milton Rokeach de mens op in waarden en normen. Ze kwamen tot zes mentaliteitsclusters:
Evenwich.g, behoudend, geëngageerd, genieters, luxezoekers, ruimdenkers, zakelijken, zorgzamen)
Wat is het verschil met de benadering van RoOen en veldhoen, winkel en van Vliet: de inhouden liggen hier vast. Je behoort tot een bepaalde groep. Bij Winkel Van vliet wordt steeds opnieuw gekeken naar de mentaliteit die een bepaalde groep bezit, gebruikers van een merk, gebruikers van een plaSorm beziOen
10
Zo zijn er meer (het WIN-‐model van TNS nipo: waardesegmenten in nederland) Evenwinch.g, behoudend, geengageerd, genieters, luxezoekers, ruimdenkers, zakelijken, zorgzamen)
Mentaliteitsmodel mo;vac;on: 8 consistente sociale milieus: Tradi.onele burgerij, gemaksgeorienteerden, moderne burgerij, nieuwe conserva.even, kosmopolieten, opwaarts mobielen, postmaterialisten, moderne hedonisten Hevolgd door 3 waardeorienta.es: gericht op ‘behouden’, gericht op ‘bezi?en en verwennen’, gericht op ‘ontplooien en beleven’
Wat is het verschil met de benadering van RoOen en veldhoen, winkel en van Vliet: de inhouden liggen hier vast. Je behoort tot een bepaalde groep. Bij Winkel Van vliet wordt steeds opnieuw gekeken naar de mentaliteit die een bepaalde groep bezit, gebruikers van een merk, gebruikers van een plaSorm beziOen
11
Segmenta.emodellen zijn niet nieuw. Maar er wordt wel opnieuw naar gekeken. Meer mensen hebben de verouderde segmenta.emodellen geconstateerd en er hun variant op ontwikkeld. Een van die varianten zie je hier: de valuebox waardensegmenta;e van NFO Trendbox
Zij delen op basis van de waardentheorie van Milton Rokeach de mens op in waarden en normen. Ze kwamen tot zes mentaliteitsclusters:
Zo zijn er meer (het WIN-‐model van TNS nipo: waardesegmenten in nederland) Evenwinch.g, behoudend, geengageerd, genieters, luxezoekers, ruimdenkers, zakelijken, zorgzamen)
Mentaliteitsmodel mo;vac;on: 8 consistente sociale milieus: Tradi.onele burgerij, gemaksgeorienteerden, moderne burgerij, nieuwe conserva.even, kosmopolieten, opwaarts mobielen, postmaterialisten, moderne hedonisten Hevolgd door 3 waardeorienta.es: gericht op ‘behouden’, gericht op ‘bezi?en en verwennen’, gericht op ‘ontplooien en beleven’
12
13
Wat is het verschil met de benadering van RoOen en veldhoen, winkel en van Vliet: de inhouden liggen hier vast. Je behoort tot een bepaalde groep. Bij Winkel Van vliet wordt steeds opnieuw gekeken naar de mentaliteit die een bepaalde groep bezit, gebruikers van een merk, gebruikers van een plaSorm beziOen
14
Wat is het verschil met de benadering van RoOen en veldhoen, winkel en van Vliet: de inhouden liggen hier vast. Je behoort tot een bepaalde groep. Bij Winkel Van vliet wordt steeds opnieuw gekeken naar de mentaliteit die een bepaalde groep bezit, gebruikers van een merk, gebruikers van een plaSorm beziOen
Het spinnenwebmodel geeV vervolgens aan welke neigingen, elementen dominant zijn.
15
Via brainstorms verken je de woorden die ui.ng geven aan mentaliteiten.
Met de resultaten stel je een lijst op met statements die vorm geven aan mentaliteiten. Op basis van die lijst stel je mentaliteitsprofielen samen
Om tot een segmenta.emodel te komen zoek je uit hoe de profielen ingezet kunnen worden om mens, merk en media te koppelen.
Zo selecteer je de juiste mensen bij de juiste merken en kies je je media/communica;e
16
1) Woorden opschrijven die met mentaliteit te maken hebben
2) Onder verdelen in groepen posi.ef, neutraal, nega.ef
3) Overeenkomende woorden groeperen
4) In één of een paar kernwoorden formuleren wat de kern van de groep is
5) Kernwoorden plaatsen in een assenstelsel
17
Nadat statements zijn geformuleerd leg je ze voor om te ranken, of zoek je naar uitspraken die een dergelijk statement onderschrijven.
Zo maak je profielen van mensen die tot de doelgroep behoren. Vervolgens cluster je de verschillende statements tot enkele klusters
18
Ro?e en Veldhoen onderscheiden zes mentaliteitsprofielen.
In elk profiel zijn bepaalde specifieke kenmerken aanwezig die het profiel uniek maakt.
Vervolgens hebben ze de profielen weer voorzien van een beschrijving (print)
19
Nu is de vraag hoe je met de profielen mens, merk en media aan elkaar koppelt.
1) Achterhaal de iden.teit van het merk 2) Die communiceert het merk door bepaalde gedragingen houdingen over te
brengen 3) Een merk heeV dus ook een mentaliteit, die kun je onderzoeken en achterhalen
en er een profiel bij plaatsen, net als bij personen. 4) Voor verschillende social media geldt hetzelfde. Social media zijn eigenlijk
dienstverlenende merken, en communicatoren van mentaliteit 5) Door de mentaliteiten van mensen en merken te passen op socialmedia die
daarin voorzien maak je de koppeling (print)
20
Via brainstorms verken je de woorden die ui.ng geven aan mentaliteiten.
Met de resultaten stel je een lijst op met statements die vorm geven aan mentaliteiten. Op basis van die lijst stel je mentaliteitsprofielen samen
Om tot een segmenta.emodel te komen zoek je uit hoe deze profielen ingezet kunnen worden om mens, merk en media te koppelen.
Zo selecteer je de juiste mensen bij de juiste merken en kies je je media/communica.e
21
Via brainstorms verken je de woorden die ui.ng geven aan mentaliteiten.
Met de resultaten stel je een lijst op met statements die vorm geven aan mentaliteiten. Op basis van die lijst stel je mentaliteitsprofielen samen
Om tot een segmenta.emodel te komen zoek je uit hoe dee proefielen ingezet kunnen worden om mens, merk en media te koppelen.
Zo selecteer je de juiste mensen bij de juiste merken en kies je je media/communica.e
22
Via brainstorms verken je de woorden die ui.ng geven aan mentaliteiten.
Met de resultaten stel je een lijst op met statements die vorm geven aan mentaliteiten. Op basis van die lijst stel je mentaliteitsprofielen samen
Om tot een segmenta.emodel te komen zoek je uit hoe dee proefielen ingezet kunnen worden om mens, merk en media te koppelen.
Zo selecteer je de juiste mensen bij de juiste merken en kies je je media/communica.e
23
Via brainstorms verken je de woorden die ui.ng geven aan mentaliteiten.
Met de resultaten stel je een lijst op met statements die vorm geven aan mentaliteiten. Op basis van die lijst stel je mentaliteitsprofielen samen
Om tot een segmenta.emodel te komen zoek je uit hoe dee proefielen ingezet kunnen worden om mens, merk en media te koppelen.
Zo selecteer je de juiste mensen bij de juiste merken en kies je je media/communica.e
24