de actrice - · pdf filetijdloos geschreven. zo kan het stuk eveneens geplaatst worden in de...
TRANSCRIPT
1
"DE ACTRICE" (The Actress)
een blijspel / komedie door
Peter Quilter
(Vertaling Gie Beullens)
Dit werk mag slechts worden opgevoerd na voorafgaande schriftelijke toelating van
AUTEURSBUREAU ALMO bvba
Jan Van Rijswijcklaan 282, B-2020 Antwerpen
Tel 03/ 260.68.16
E-mail [email protected]
www.almo.be
2
PERSONAGES: (2D / 5H)
LYDIA MARTIN, DE ACTRICE (50+ of 60)
DANIËL, HAAR ZOON (vroege jaren 20)
KATHERINE, HAAR KLEEDSTER
PAUL, DANIËL'S VADER (iets jonger dan Lydia)
ROGER, HAAR REGISSEUR
CHARLES, HAAR OUDERE VERLOOFDE
BARRY, HAAR AGENT
(alle personages zijn fictief)
SETTING:
Het stuk speelt zich af vandaag. Het is echter niet in een specifiek tijdskader geplaatst, maar eerder
tijdloos geschreven. Zo kan het stuk eveneens geplaatst worden in de jaren 30, 50, 80 enz. Het is aan de
regisseur en de decorontwerper om het als dusdanig te beslissen.
De locatie is ook flexibel. "DE ACTRICE" wordt gespeeld in de kleedkamer van de ster van een groot
theater. De Schminktafel is bedekt met make-up attributen. Souvenirs, doekjes, crèmes, parfums,
bekertjes, cadeautjes en een paar flessen Champagne. Een platenspeler of muziekinstallatie (afhankelijk
van het tijdskader). De spiegels zijn volgehangen met wenskaarten. In de kamer staat een sofa en een
stoel. Ze is verder gevuld met een groot aantal extravagante boeketten. Het is een waar bos van bloemen,
je kan nog met moeite door de kamer lopen. Er hangt een intercom aan de muur. Er zijn ingekaderde en
getekende affiches aan de muur van producties waarin Lydia Martin de vedette was in ditzelfde theater.
3
EERSTE BEDRIJF
SCENE 1
(BACKSTAGE IN EEN GROOT THEATER, VOORBEREIDING VOOR EEN
AFSCHEIDSVOORSTELLING VAN ACTRICE LYDIA MARTIN. LYDIA’S
KLEEDKAMER. KATHERINE, LYDIA’S KLEEDSTER KOMT OP, GEVOLGD
DOOR LYDIA’S KNAPPE ZOON, DANIËL. KATHERINE GAAT ONMIDDELIJK
NAAR DE SCHMINKTAFEL OM TIJDIG KLAAR TE ZIJN ALS LYDIA AANKOMT.
DANIËL STAAT IN DE DEUR EN BEKIJKT DE GROTE HOEVEELHEID
BLOEMEN)
DANIËL: Is er iemand gestorven ..?
KATHERINE: Ze brachten ze de hele dag binnen, het heeft niet gestopt. Ik kan ze nog niet
wegzetten. Niet tot zij ze heeft gezien. Je weet hoe ze van bloemen houdt.
DANIËL: En hoe ze bloemen haat. (KATHERINE KIJKT HEM VRAGEND AAN) Het hangt
er allemaal van af waar ze vandaan komen. Denk je niet?
KATHERINE: Ik zou het niet weten. De laatste keer dat iemand me bloemen kocht, was in…
(ZE DENKT NA, MAAR AN ZICH NIET HERINNEREN WANNEER HET WAS)
Oh...
DANIËL: Zo lang al?
KATHERINE: (VERWIJDERT SOMMIGE DINGEN VAN DE SCHMINKSTOEL, ZODAT DEZE
LEEG IS) Hier, ga zitten.
DANIËL: Ik kan daar niet gaan zitten. Dat is de stoel van moeder. Nee, dat zou ze niet
prettig vinden.
KATHERINE: Dan moet je de sofa leegmaken.
DANIËL: Ik zal genoegen nemen met een sigaret. (HIJ NEEMT EEN PAKJE SIGARETTEN
EN STEEKT ER EEN IN ZIJN MOND)
KATHERINE: Daniël…
DANIËL: Wat?
KATHERINE: Je weet het maar al te goed.
DANIËL: Ik ga wel naar buiten, oké? Bij alle andere stoute jongens?
KATHERINE: Ze moet haar keel beschermen. Vanavond nog meer dan op andere avonden...
Waar ga je naartoe?
DANIËL: (STEEKT DE SIGARET TERUG IN ZIJN MOND) Naar de bar, waarschijnlijk.
Roep me maar als ze hier aankomt.
4
(DANIËL GAAT AF. KATHERINE BESLUIT OM DE SOFA AF TE RUIMEN EN
ZET VERSCHILLENDE BOEKETTEN EN BLOEMPOTTEN OP DE VLOER. EEN
OGENBLIK LATER HOREN WE EEN KLOP OP DE DEUR)
KATHERINE: Ja?
(DE DEUR GAAT OPEN EN ROGER KIJKT BINNEN)
ROGER: Is ze hier al?
KATHERINE: Nog niet.
ROGER: (KIJKT ROND) Oh. Bloemen.
KATHERINE: Ja.
ROGER: Ze kan een winkel openen. (KATHERINE FORCEERT EEN LACHJE) We gaan
wat later beginnen, de lobby zit vol acteurs. Het is er erg luidruchtig. Het kan uren
duren om ze te laten stoppen met roddelen en om ze in hun zetels te krijgen.
Toch dacht ik dat ze hier vroeg zou zijn. Over acteurs gesproken… Jenny zegt
dat ze keelpijn heeft. Als ze de voorstelling al overleeft, zegt ze, is ze zeker dat ze
al om tien uur griep zal krijgen. Ik vertelde haar: “Het is de laatste voorstelling,
lieverd. Je kan tegen tien uur kanker krijgen en dan nog zal niemand er zich
zorgen over maken”. De ondersteunende cast is trouwens gewoon een stuk decor
vanavond. Alle ogen zullen op Lydia gericht zijn. Haar grote afscheid... Missen we
niets?
KATHERINE: Alleen de pruik. (DE TELEFOON RINKELT, KATHERINE BEANTWOORD HEM)
Ja?… Nog niet. (ZE HANGT OP)
ROGER: Ben je van plan iets te stelen?
KATHERINE: Wat?
ROGER: Haar lippenstift, haar poederdoos, alles? Je moet echt iets in je handtas steken. Ik
heb een oogje op een paar kleine rekwisieten. Ze zijn misschien wel iets waard
binnen twintig jaar. Tegen die tijd zal niemand van onszelf nog iets waard zijn.
(HIJ ONDERZOEKT EEN PAAR OBJECTEN OP DE SCHMINKTAFEL)
KATHERINE: Sorry Roger, ik moet verder doen met…
ROGER: Ja, ja natuurlijk... Ik zal de pruik voor je opsnorren.
KATHERINE: Dank je. Nog een goede voorstelling.
ROGER: (SCHUDT NEGATIEF HET HOOFD) Nee. (ROGER AF, SLUIT DE DEUR
ACHTER HEM. EEN MOMENT LATER BELT DE TELEFOON OPNIEUW.
ROGER KOMT OPNIEUW TE VOORSCHIJN IN DE DEUR) Je telefoon rinkelt.
KATHERINE: Ja, ik… (KATHERINE BEANTWOORDT DE TELEFOON) Hallo?... Goed, dank je
wel.
5
ROGER: Is ze daar?
KATHERINE: (LEGT DE TELEFOON NEER) Zij is daar.
ROGER: (NEEMT DIEP ADEM VOORDAT HIJ SPREEKT) Fasten your seat belts! Ik kan
haar misschien beter wat later laten oproepen. Haar eerst wat laten bijkomen.
Hopelijk zullen al deze bloemen haar in een goede stemming brengen.
(KATHERINE SPUIT WAT PARFUM IN DE KAMER. ROGER SNUIFT)
Lavendel?
KATHERINE: Het helpt haar om te ontspannen.
(ROGER LACHT IRONISCH EN GAAT AF, LAAT DE DEUR WAT OPEN.
KATHERINE DOET NOG WAT LAATSTE VOORBEREIDINGEN. ZE DOET DE
LICHTEN OM DE SPIEGEL AAN, ZE ZET DE MAKE-UP KOFFER OPEN, GIET
EEN GLAS WATER IN, ZET DE STOEL IN DE CORRECTE POSITIE, ALS DIT
GEDAAN IS, GAAT ZE NAAST DE DEUR STAAN EN WACHT. WE HOREN EEN
CONVERSATIE IN DE GANG. ZE SPUIT NOG EEN BEETJE PARFUM)
LYDIA: (ACHTER) Ik kan er nu niet over praten, ik moet nog teveel wenen... Nee, laat het
daar, ik kan het vandaag niet allemaal meenemen, we zullen morgen een wagen
sturen - of een camionette, een vrachtwagen, wat dan ook... Oh God, oh God!
(LYDIA KOMT OP, ZE ZIET DE BLOEMEN) Oh God! Die kunnen niet allemaal
voor mij zijn. Nee toch!
KATHERINE: Jawel.
LYDIA: Zoveel!
KATHERINE: Mensen willen je alleen feliciteren met je afscheid.
LYDIA: Zoveel om vaarwel te zeggen vanavond.
KATHERINE: Ja. Roger is al langs gekomen. (ER KOMT GEEN REACTIE OP) En Daniël wilde
hier een sigaret komen roken.
LYDIA: Is hij toch gekomen?
KATHERINE: Hij zou het niet willen missen.
LYDIA: Jawel, dat zou hij wel willen. Daniël houdt er niet van om mij in een schijnwerper
te zien... Zoveel bloemen... (LYDIA DOET HAAR JAS UIT, DIE KATHERINE
OPHANGT. ZIJ GAAT AAN HAAR SCHMINKTAFEL ZITTEN EN BEKIJKT
ZICHZELF IN DE SPIEGEL) Goeie God...! (ZE BEKIJKT DE WALLEN ONDER
HAAR OGEN, TREKT HAAR HUID OP) Al die duizenden avonden die dit
invallende gezicht aanstaren voor elk optreden. In ieder geval zal ik dat niet meer
moeten doen. Ik heb alle spiegels in het nieuwe huis laten overschilderen. Het is
niet aangenaam om jezelf zo in detail oud te zien worden. Elke nieuwe vlek of
6
grijze streep. We verstoppen het met grote vaardigheid, maar we weten dat het er
is. O God, ja, dat doen we. (ENTHOUSIAST DOOR EEN PLOTS IDEE) Zullen we
vanavond de spiegel kapot slaan? (KATHERINE IS GESCHOKT) Waarom niet?
Gooi er een stoel in! Versplinter het op de vloer in kleine, smerige stukken. Dan
zullen ze weten dat ik het meende. (ZE SLAAT MET HAAR HAND PLAT OP DE
SPIEGEL, OP DE REFLECTIE VAN HAAR GEZICHT) Weg! Uitgewist.
KATHERINE: Misschien heb je een kruidenthee nodig?
LYDIA: Nee… Cognac. Geef me een Cognac. (KATHERINE VINDT EEN FLES COGNAC
EN GIET EEN GLAS VOOR HAAR IN) Neem er zelf ook één. We zullen toasten.
KATHERINE: Oh, meestal drink ik geen…
LYDIA: Je zal het wel overleven. Maar als je er mee klaar bent, steek je ze weg. Anders
zal elk personage dat door die deur komt, een glas willen. En ik zal vanavond de
hele verdomde fles zelf nodig hebben. (KATHERINE HEEFT DE TWEE GLAZEN
UITGEGOTEN, EEN KLEINTJE VOOR ZICHZELF. ZE TOASTEN) Voor
Katherine die zo goed voor me zorgt.
KATHERINE: Dank je. En voor jou… voor alles wat je voor me hebt gedaan.
LYDIA: Heb ik dan iets voor je gedaan?
KATHERINE: Ja. Ik voel me… ik heb het gevoel dat ik het er een deel van uitmaakte. Een deel
van… je weet wel, het wonder van dit alles. Het is memorabel... Ik ben je heel
dankbaar.
LYDIA: Oh, dat is… ik heb daar nooit bij stil gestaan. Dat is heel leuk. Dank je. Ik weet
niet waarom ik zo verbaasd ben. Ik veronderstel dat wij actrices denken dat al
onze kleedsters ons achter onze rug allemaal haten.
KATHERINE: Oh, dat doen we ook! Het is meestal helemaal waar. Maar niet hier bij jou.
LYDIA: Je zal me missen als ik weg ben.
KATHERINE: Iedereen zal dat.
LYDIA: Misschien... alleen maar een jaar of twee. Dan zullen ze een ander monument
vinden voor hun toewijding. Ik vind het niet erg. Dat vuur brandend houden is
vermoeiend, hoe dan ook… (HEFT HAAR GLAS OP) Op Katherine.
KATHERINE: Nee. Op Lydia Martin. Haar grote afscheid. Een triomfantelijke prestatie.
LYDIA: Triomfantelijk? Ik hoop maar dat we er levend doorheen komen. Drink het in een
keer op.
(ZE DRINKEN DE COGNAC IN EEN KEER UIT. ZE KIJKEN ELKAAR AAN,
GLIMLACHEN)
KATHERINE: Ik haal je pruik.
7
LYDIA: (KNIKT EN KATHERINE GAAT AF. LYDIA LOOPT DOOR DE KAMER EN KIJKT
NAAR ALLE BLOEMEN. ZE NEEMT HAAR TELEFOON EN BELT NAAR DE
ARTIESTENINGANG) Is mijn zoon daarbuiten?.. Zeg dat hij naar hier komt, ik wil
hem zien! En vertel hem dat hij niet zou moeten roken. (ZE LEGT DE TELEFOON
NEER. ER WORDT OP DE DEUR GEKLOPT) Ja?
ROGER: (ACHTER) Het is Roger.
LYDIA: Nu niet, Roger. Daniël is onderweg.
ROGER: Oh oké. Het is gewoon dat… (HIJ OPENT DE DEUR EN KIJKT BINNEN) Sorry,
ja natuurlijk. Ik geef je tien minuten. Nerveus? Opgewonden?
LYDIA: Ja. (DREIGEND NAAR HEM) Plus geïrriteerd.
ROGER: Ik ga eerst langs de anderen. Ik heb een paar kleine notities voor jou.
(LYDIA LACHT ER LUID OM. ROGER IS ONZEKER OVER DE REACTIE EN
VERDWIJNT. LYDIA ONDERZOEKT EEN VAN DE KAARTJES AAN DE
BLOEMEN EN GLIMLACHT. DAN VINDT ZE EEN ANDER DAT ZE NIET
APPRECIEERT. HAAR GLIMLACH VERDWIJNT. ZE NEEMT EEN SCHAAR EN
EEN VUILBAK EN KNIPT DE BLOEMEN EEN VOOR EEN UIT DIT BOEKET.
DANIËL KOMT OP)
DANIËL: Wat ben je..?
LYDIA: Ze zijn van je vader.
DANIËL: (REAGEERT MET EEN WRANGE LACH) Ik veronderstel dat het beter is dan ze
door te spoelen in het toilet.
LYDIA: Ja, dat zou verspilling zijn.
DANIËL: Kan je daarmee stoppen?
LYDIA: Nee, ik geniet ervan.
DANIËL: Mama.
LYDIA: (KNIPT DE LAATSTE BLOEM AF) Nu kan je me een knuffel geven.
DANIËL: Nu kan het me niet meer schelen.
LYDIA: (OPENT HAAR ARMEN VOOR HEM) Daniël!
DANIËL: Te laat. Het moment is voorbij. Het gaat allemaal om timing… Ik had gedacht dat
je daar iets over zou weten. (HIJ GAAT OP DE SOFA ZITTEN)
LYDIA: Nee! Je kan vanavond niet gemeen doen. Ik ga met pensioen.
DANIËL: Totdat je je in Zwitserland verveelt. Mag ik roken?
LYDIA: Ik zal me niet vervelen in Zwitserland. Het is er mooi, romantisch, schoon. En
nee, dat mag je niet. Ik dacht dat je gestopt was?
DANIËL: In deze familie stoppen we niet met onze verslavingen.
8
LYDIA: Ik wel.
DANIËL: Dat valt nog te bezien, nietwaar?
LYDIA: Helemaal niet. Ik ben verliefd, Daniël. Charles zal mij zo'n rijk, vol leven geven. Ik
zal niet terugkijken. Ik zal rusten! Daar heb ik altijd al van gedroomd. Wat zou je
willen dat ik doe, hier in mijn kleedkamer sterven na een miljoenste voorstelling…
alleen, moe.
DANIËL: Beter dan dood te gaan van de kou of van teveel chocolade.
LYDIA: Wat?
DANIËL: Zwitserland, moeder. Ze hebben daar chocolade. En sneeuw. Hebben ze je dat
niet verteld?
LYDIA: Je bent gemeen.
DANIËL: Ik dacht dat ik realistisch was. Of misschien heb ik geen zin in een gesprek?
Sorry.
LYDIA: Maak je geen zorgen over vanavond. De lobby zit vol beroemde acteurs.
DANIËL: Oh… acteurs. (ZWAK) Hoera! Ik zal een drankje nodig hebben.
LYDIA: Je kan wat Cognac krijgen. (ZIJ WIJST DE FLES AAN) Maar slechts één druppel.
Ik zal er vanavond op moeten vertrouwen.
DANIËL: Wil je de voorstelling dan dronken doen? (NEEMT DE COGNAC)
LYDIA: Ik denk erover om de voorstelling helemaal niet te doen. Dus dronken kan de
enige oplossing zijn. (DANIËL GIET TWEE GLAZEN COGNAC IN) Zal je me
komen bezoeken? In Genève.
DANIËL: Kan zijn. Ik weet het niet.
LYDIA: Waarom weet je het niet? Hou je niet van sneeuw en chocolade?
DANIËL: Daar hou ik juist veel van. Van Charles, anderzijds, niet zo erg.
LYDIA: Wat is er mis met hem?
DANIËL: Maakt het wat uit? Ik hoef hem niet leuk te vinden. Hij is jouw keuze. Jij bent
degene die met hem naar bed gaat.
LYDIA: Waarom gaat het alleen om de slaapkamer in jouw generatie? Je mist het punt.
Er is meer dan seks in onze relatie.
DANIËL: Oh, dat hoop ik in ieder geval. De man kan nauwelijks de trap opkomen.
LYDIA: Je bent stout. Waarom ben je zo stout? Eerlijk gezegd weet ik niet eens waar je
dat vandaan haalt.
DANIËL: (GEEFT HAAR EEN VAN DE GLAZEN COGNAC) Jawel, dat weet je goed
genoeg. Succes! (HIJ DRINKT ZIJN DRANKJE)
9
LYDIA: Zeg dat niet. "Succes" wensen brengt ongeluk in het theater… Dat heb ik je al
eerder verteld.
DANIËL: Ik was het vergeten. Het maakt niet uit. Het is toch allemaal maar dikke…
LYDIA: Shit, ja. En dat is wat je zou moeten wensen. "Merde", “Shit”, veel stront… En
weet je waarom?
DANIËL: Ik herinner het me niet. Of het kan me niet schelen, het ene of het andere.
LYDIA: De operahuizen in Parijs. De paardenrijtuigen die de rijke mensen naar het
theater brachten. Hoe meer wagens, hoe meer paarden, hoe meer mensen in het
publiek, en dus hoe meer kak op de weg op het einde van de avond. Daarom
wens je de acteurs veel stront toe.
DANIËL: En ik ben er vanavond van overtuigd dat de stank kilometers ver te ruiken zal zijn.
LYDIA: Dank je wel, Daniël, dat is heel lief van je.
(LYDIA DRINKT NU HAAR COGNAC UIT. DANIËL BEKIJKT HAAR
NAUWLETTEND)
DANIËL: Is alles oké? Je ziet er een beetje, eum… bleek uit.
LYDIA: Ik ben nog niet klaar met mijn make-up, dat is alles.
DANIËL: Is het dat?
LYDIA: Ik ben een beetje fragile, vanavond. Misschien was ik beter met stille trom
vertrokken, zonder grote aankondiging. Wegsluipen als niemand keek.
DANIËL: Och kom, moeder. En dan nog een moment in de spotlight missen?
LYDIA: Ja, maar vanavond kan het zich tegen mij keren en me bijten.
(KATHERINE KOMT OP MET DE PRUIK VAN LYDIA, OP EEN
PRUIKENSTAND)
DANIËL: Te laat. Katherine bracht je hoofd al binnen.
KATHERINE: (NAAR LYDIA) Charles is komende.
DANIËL: Echt waar? Waar is hij?
KATHERINE: Hij komt de trap op.
DANIËL: O, dan hebben we nog tien minuten.
LYDIA: Hij zal binnenkort je stiefvader zijn. Dus kan je maar beter aardig voor hem zijn.
DANIËL: Hij zal mijn stiefvader niet zijn - hij zal jouw man zijn. Ik kies zelf wel wie mijn
vader is, dat moet geen gemeentedienst doen.
(CHARLES KOMT OP, EEN OUDER EN DUIDELIJK RIJKE GENTLEMAN,
TRAAG EN WANKEL OP ZIJN VOETEN)
LYDIA: Dag schat. (ZE OMHELSEN ELKAAR) Kijk… Daniël is hier.
CHARLES: Dag Daniël
10
DANIËL: Charles. (EEN PAUZE. TEGEN CHARLES) Wel, het was leuk om nog eens met
je te praten. Ik ga naar de lobby, die zit vol acteurs… Ik kan niet wachten om daar
aan te komen en alles te moeten aanhoren over... Nu ja, over hen. Dus jullie
twee, doe wat jullie moeten doen en ik zie je later wel… Doei. (DANIËL GAAT AF)
CHARLES: Hij mag me niet.
LYDIA: Natuurlijk wel, hij vindt je leuk! Hij neemt gewoon zijn tijd om aan mensen te
wennen. Hij negeerde mij zelfs tot hij tien was. (ZE TREKT ZIJN DAS EN HEMD
RECHT) Je ziet er piekfijn uit.
CHARLES: Ik kom recht van de bank.
LYDIA: Alles klaar?
CHARLES: Oh ja. Alles wat ik nu nodig heb, is mijn hoofdactrice.
LYDIA: Je hoeft niet lang te wachten. Nog slechts één kleine voorstelling. Heb je al die
bloemen gezien?
CHARLES: Ja. Zijn ze allemaal van knappe ex-minnaars?
LYDIA: Nee, niet allemaal. Sommige zijn van mijn agent.
CHARLES: (EEN BEETJE WANTROUWEND) Ik maakte maar een grapje.
LYDIA: Ah. Wel, mijn lieveling, dat maakt niets meer uit. Jij hebt de hoofdprijs gewonnen.
CHARLES: Ja. (ALLE BLOEMEN BEKIJKEND) Maar ik had niet gedacht dat er zoveel
concurrentie zou geweest zijn.
LYDIA: Ga even zitten.
CHARLES: Nee… we hebben gasten, ik moet beneden zijn. Ik wou je alleen een prachtige
avond wensen. En je dit geven. (HIJ PRESENTEERT HAAR EEN KLEINE
JUWELENDOOS)
LYDIA: Oh, je bent zo… (ZE OPENT DE DOOS EN ER KLINKT EEN MELODIETJE)
CHARLES: De dame in de winkel zei dat het een theaterlied was.
LYDIA: Het is heel mooi. Dank je. (ZIJ LEGT DE MUZIEKDOOS WEG EN NEEMT ZIJN
BEIDE HANDEN) Ik zal vanavond naar je zoeken. Waar zit je..?
CHARLES: Ik weet het niet meer. Beneden.
KATHERINE: Parterre… F12.
LYDIA: Ik zal even naar je gluren tijdens mijn grote repliek in het tweede bedrijf. Zorg
ervoor dat je het merkt.
CHARLES: Maak je geen zorgen. Ik zal mijn ogen niet van je afhouden. (HIJ GEEFT HAAR
EEN KUS).De hele stad is van jou vanavond. (CHARLES ZEGT NIETS MEER
EN GAAT DE KAMER UIT)
LYDIA: (ROEPT HEM NA) Wees voorzichtig… hou de reling vast.
11
KATHERINE: Wanneer vertrekken jullie eigenlijk?
LYDIA: Bijna onmiddellijk. Hij heeft bedienden die thuis al alles hebben ingepakt. Dus we
krijgen nog een paar uur rust en morgenochtend is dan de vlucht. (LYDIA ZIT
AAN HAAR SCHMINKTAFEL, ZE BEREIDT HAAR MAKE-UP VOOR, ENZ) Ik
wilde hier niet blijven op alles teren. Een mooie vertrek. Hoewel ik niet weet waar
al die haast voor nodig is. Charles doet alles langzaam - hij loopt langzaam, eet
langzaam - maar dit gaat allemaal erg snel. Misschien wil hij me geen kans geven
om van gedacht te veranderen? Maar het is vreemd. Ik bedoel maar, we hebben
nog zoveel tijd. Vanaf morgen hebben we niets anders dan tijd...
KATHERINE: Wilt u al gekleed worden?
LYDIA: Nee nee. Ik wil niet dat het doek op tijd opgaat. We laten ze vanavond wat
wachten. Je moet wat verwachting scheppen. Ik wil het podium oplopen op het
moment dat ze zich afvragen of ik nog wel zal komen. (ZIJ ZET HAAR PRUIK
OP) Het is allemaal een deel van de opvoering. Als actrice moet je niet alleen je
replieken kunnen zeggen.
KATHERINE: Niet als je een ster bent.
LYDIA: Wel, het publiek geeft je die kroon… en ze nemen het net zo gemakkelijk van je
af. De truc is om de deur dicht te doen voordat zij de kans krijgen.
KATHERINE: Is dat wat je doet?
LYDIA: Misschien... Of misschien is het gewoon liefde? Ik heb geen idee. Wij acteurs,
weten zelden wat we echt voelen. Of - voor het grootste deel van de tijd - wie we
echt zijn. Als we dat deden, zou het niet nodig zijn om elke avond te doen alsof
we iemand anders zijn. We zijn allemaal maar een stap verwijderd van het
gekkenhuis... Was de pruik opgemaakt?
KATHERINE: Ja, we moeten haar gewoon…
(OP DIT MOMENT KOMT PAUL, LYDIA’S EX-MAN OP. HIJ IS SLANK, GROOT
EN ZIET ER GOED UIT)
PAUL: Ik kom alleen “hallo” zeggen. Wat je ook doet, vertel me niet dat ik moet
“vertrekken”!
LYDIA: (STAAT OP) Vertrek!
PAUL: Lydia…
LYDIA: Ik zei: "Vertrek"! Ik had het je toch heel duidelijk gemaakt, ik wil je niet meer zien.
PAUL: Dat is niet erg gastvrij.
LYDIA: Ik meen het, Paul! Je hebt geen recht om hier te zijn. Om Godswil - net voor een
optreden!
12
PAUL: Ik zou hier al eerder geweest zijn, maar ik moest een oude man helpen om de
trap af te dalen.
LYDIA: Hoezo oud? (EVEN ONZEKER, OMDAT ZE BESEFT DAT DIT CHARLES WAS)
Ga nu maar, alsjeblieft. Ik heb geen zin om in je gezelschap te zijn.
PAUL: Hou maar op! Je kan nu stoppen met actrice zijn… Je bent met pensioen.
LYDIA: Je moet me niet te vertellen wat te doen. Ik meen het, Paul, ga nu alsjeblieft weg.
PAUL: Dat zal ik absoluut niet. Dit is mijn laatste kans om je nog eens te zien. En ik zal je
zien of je het nu leuk vindt of niet. En bovendien, ik heb een kaartje gekocht. Ja,
betaald. Van mijn eigen zuurverdiende geld. En jij bent duur!
LYDIA: En met recht en reden ben ik dat, verdomme. En ik ben elke cent waard. Je hebt
geluk dat je nog binnengeraakt bent! Dus nu kan je mij twee uur aanstaren op het
podium en hoef je me nu niet te zien.
PAUL: (DRAAIT NAAR KATHERINE) Hallo. Ben jij een vriendin van mevrouw?
KATHERINE: Nee, ik ben haar kleedster. Ik bedoel: ja, ik ben haar kleedster.
PAUL: En je hebt het overleefd? Hartelijk gefeliciteerd. De straten liggen bezaaid met de
oud-kleedsters van Lydia. Ze had er zo’n drie per week. Gooi een steen uit het
raam en de kans is groot dat je één van hen raakt.
LYDIA: Stop daarmee, stop. Dat is verre van waar.
KATHERINE: Ik heb het heel prettig gevonden om met haar te werken.
PAUL: Jezus, Lydia. Waar heb je deze gevonden?
KATHERINE: Je bent erg onbeleefd.
PAUL: Ja, dat ben ik. Heel erg.
LYDIA: Waarom ga je niet naar de lobby? Ik ben er zeker van dat er daar genoeg andere
mensen zijn die je kan irriteren.
PAUL: Ik wil hier liever wat problemen veroorzaken.
LYDIA: Oh God, je bent onuitstaanbaar.
PAUL: Heb je mijn bloemen gekregen? Ik heb je mooie bloemen gestuurd. Ze moeten
hier ergens staan.
LYDIA: Oh, ja, de bloemen. Ja, ik heb ze gekregen. (LYDIA LOCALISEERT OP DE
VLOER DE STELEN VAN DE BLOEMEN DIE ZE VOORDIEN AFGEKNIPT HAD.
ZE HOUDT ZE FIER OMHOOG) En ze zijn mooi. Zo attent van je. Zoek er een
vaas voor, Katherine. Er moet nog ergens aan de artiestenuitgang een oude
confituurpot staan.
KATHERINE: (NEEMT ZE OVER EN GAAT ERMEE NAAR DE DEUR) Ik zal zien wat ik kan
vinden. (KATHERINE GAAT AF)
13
PAUL: Word je al deze ‘theatraliteiten’ niet moe?
LYDIA: Nee, dat doe ik niet. Maar ik word jou wel moe. Dus het is geen gevoel dat
onbekend voor me is. Hoe ben je zelfs achter de schermen geraakt? Ze zijn erg
streng. Er zijn altijd tientallen jonge bewonderaars die willen binnendringen, maar
ze geraken er zelden door. Tenzij ze er hopeloos goed uitzien of walgelijk rijk zijn.
PAUL: Daniël heeft me er door gekregen.
LYDIA: Hij zou beter moeten weten.
PAUL: Hij weet meer dan je denkt. Hoewel hij het heel goed verbergt, denk ik dat onze
zoon vrij slim is.
LYDIA: Ja, dat heeft hij van mij. (LYDIA GAAT TERUG AAN HAAR SCHMINKTAFEL
ZITTEN EN DOET VERDER MET HAAR MAKE-UP)
PAUL: Je ziet er prachtig uit.
LYDIA: Oh, in Godsnaam! Dat weet ik!
PAUL: (KRUIST NAAR DE SOFA) Wie die kerel ook is die je naar Zwitserland
meeneemt, ik hoop dat hij het zich realiseert.
LYDIA: Wel, hij is niet blind, als je dat bedoelt.
PAUL: (GAAT OP DE SOFA ZITTEN) Is hij hier vanavond?
LYDIA: Dat is jouw zorg niet. Ga niet zitten! Je bent niet gevraagd om te gaan zitten!
PAUL: Spreek wat stiller, Lydia, ze kunnen je op het balkon horen.
LYDIA: Je moet vertrekken… Ik verwacht vrienden.
PAUL: Welke vrienden?
LYDIA: Belangrijke vrienden, leuke vrienden. Al mijn ex-minnaars.
PAUL: Allemaal!? We moeten het meubilair uit de weg zetten.
LYDIA: (GEINTRIGEERD) Jaloezie, Paul? Van jou?
PAUL: Nee nee. Ik heb je nu los gelaten. Je kan doen wat je maar wilt. We hebben onze
tijd samen gehad. En dat was het. Het is een herinnering. Een souvenir. Hoewel
ik het gevoel niet kan onderdrukken te denken dat het erg prettig was, zolang het
duurde.
LYDIA: Was dat zo? Het is al zo lang geleden dat ik me het niet kan herinneren.
PAUL: Ah, maar dat doe jij wel. En dat is het probleem.
LYDIA: Er is geen probleem, geloof me. Ik ben erg opgelucht dat ik niet meer met je
getrouwd ben.
PAUL: Maar ik was tenminste met je getrouwd. Niemand anders heeft dat ooit gedaan.
LYDIA: Nog niet. Maar er zijn enkele mooie kerken in Zwitserland.
14
PAUL: Ja, en je kan er tot aan het altaar skiën. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat
ons huwelijk zou gewerkt kunnen hebben. Daniël doet dat ook.
LYDIA: Oh, stop… dat is een leugen. Het was chaos. Het hele ding was absurd.
PAUL: Absurd ja, maar passioneel. Oh God, zoveel passie!
LYDIA: En daarom was het zo chaotisch. Het was niets anders dan passie. Het was
uitputtend. Passie is heel erg spannend voor een tijdje, maar mijn god, je moet af
en toe eens kunnen stoppen. Ik heb nooit boodschappen gedaan. Weet je hoe
het voelt om zeven jaar slaap achter te staan? Maar dat gaat nu veranderen.
PAUL: Is hij rijk?
LYDIA: Wie?
PAUL: Is hij dat?
LYDIA: Ik hoef geen vragen van je te beantwoorden. Je bent op mijn grondgebied. Dus
nu moet je vertrekken. Ik moet me omkleden.
PAUL: Je zal nooit veranderen. (HIJ STAAT OP) En ik hoop dat deze 'Charles' dat
weet... Tot ziens, Lydia.
LYDIA: Ja ja! Sluit de deur als je buiten gaat.
PAUL: Niet eens een snelle kus?
LYDIA: Waarom? Er zijn genoeg andere ongelukkigen die je kunnen kussen.
PAUL: Ja, ik had het die oude sukkelaar op de trap kunnen vragen… maar ik dacht: het
moet veel leuker zijn om jou te kussen. Zelfs al was het alleen als herinnering aan
de goeie ouwe tijd.
LYDIA: En als ik dat doe, voor de goeie ouwe tijd, ga je dan weg?
PAUL: Absoluut.
(LYDIA OFFREERT ZICH OM GEKUST TE WORDEN. PAUL WIL HAAR
KUSSEN, MAAR OP HET LAATSTE MOMENT DRAAIT ZIJ HAAR HOOFD,
ZODAT DE KUS OP HAAR KAAK LANDT)
PAUL: Ofwel heb je je hoofd weggedraaid, ofwel staat mijn vizier slecht gericht.
LYDIA: Ik veronderstel niet dat je tegenwoordig veel kans maakt om op doel te schieten?
(PAUL NEEMT HAAR MET BEIDE HANDEN VAST EN KUST HAAR OP HAAR
LIPPEN. BELEDIGD DUWT LYDIA HEM WEG) Hoe durf je! Jezelf zo aan mij
opdringen. Ik zou de politie moeten bellen!
PAUL: Ah ja, de ‘liefdespolitie’. Maar ze zijn er nooit als je ze nodig hebt.
LYDIA: Je bent schandalig!
PAUL: (LACHEND) Ja, dat weet ik.
LYDIA: Ik ben blij dat je het zo grappig vindt. Onze relatie was altijd al een grap voor jou.
15
PAUL: Nietwaar. Maar het heeft wel altijd een glimlach op mijn gezicht getoverd. We
hadden een gelukkige tijd, niet?
LYDIA: Ik veronderstel dat we onze momenten hadden.
PAUL: Die hadden we zeker... Ik wed dat je er nog elke dag aan terugdenkt.
LYDIA: Nee, dat doe ik niet! Je bent zo arrogant. Ik heb allerlei soorten minnaars gehad…
van wie je bij velen in de schaduw zou blijven.
PAUL: Oh, dat vind ik heel onwaarschijnlijk.
(HIJ GRIJPT HAAR OPNIEUW VAST EN KUST HAAR WEER. ZIJ TREKT ZICH
WEG EN SLAAT HEM IN HET GEZICHT)
LYDIA: Blijf van me af!
PAUL: Zou je ook eens aan de andere kant willen slaan, ik wil hier niet vertrekken met
een half verlamd gezicht. (ZE SLAAT HEM OP ZIJN ANDERE KAAK) Dank je.
Dat is al veel beter.
(HIJ KUST HAAR WEER. ZE DUWT HEM OPNIEUW WEG)
LYDIA: Ik moet nog een voorstelling doen!
PAUL: Ik ook!
(ZE GRIJPEN ELKAAR VAST EN KUSSEN ELKAAR PASSIONEEL EN
VEELVULDIG. ZE STROMPELEN DOOR DE KAMER TERWIJL ZE ELKAAR
BESTOKEN. PAUL SLAAGT ERIN OM EEN PAAR WOORDEN TE ZEGGEN)
PAUL: Die klappen deden trouwens echt pijn. Ik denk dat ik een tand heb verloren.
(WANKELEND DOOR DE VERSCHILLENDE BLOEMEN DIE OMGESTOTEN
WORDEN, VALLEN ZE SAMEN OP DE VLOER EN BOVENOP DE BLOEMEN.
VERSCHILLENDE GELUIDEN EN GEKREUN ORKESTREREN DE FYSIEKE
ACTIE TUSSEN DE BLOEMEN. TIJDENS DIT SPEKTAKEL WORDT ER OP DE
DEUR GEKLOPT, WAT ZIJ NEGEREN. EEN MOMENT LATER GAAT DE DEUR
OPEN EN ROGER LOOPT BINNEN)
ROGER: Het is bijna tijd, dus ik dacht dat we echt eens een paar notities moesten
doornemen. Lydia?
(HIJ ZIET DE BEWEGINGEN OP DE VLOER EN WEET NIET GOED HOE HIJ
EROP MOET REAGEREN. HIJ NEEMT ZIJN NOTITIEBOEKJE EN, ZO STIL
ALS HIJ KAN, SCHEURT HIJ ER DE PAGINA MET LYDIA'S OPMERKINGEN
UIT EN LEGT HET OP DE SCHMINKTAFEL. HIJ GAAT DAN AF, SLUIT HET
DEUR ACHTER HEM)
LYDIA: Nee, nee, nee! Dit is niet het moment… Ik heb een… Dit is belachelijk!
PAUL: Ik hou van belachelijk. Viva belachelijk!
16
LYDIA: Nee, stop. Hou op! (ZE KOMT VAN DE VLOER, LICHT VERFROMFAAID EN
BEZAAID MET BLOEMBLAADJES IN HAAR HAAR) Je hebt mijn mooie bloemen
verwoest! Ik kan het niet... Daarom heeft ons huwelijk nooit gewerkt. Je kent geen
grenzen.
PAUL: (ZIT RECHT. ZIJN OVERHEMD OPEN, ZIJN HAAR DOOR ELKAAR) Oh, naar
de hel met grenzen.
LYDIA: Ik kan dit niet doen, ik moet nog optreden! Ik bedoel, ik heb een verloofde! Ik heb
een verloofde en nog een optreden te doen.
PAUL: En ik hou nog steeds van je.
LYDIA: Dat doe je niet! Hou op! Je houdt van de actrice, Paul. Dat is alles. Het is alles
wat het ooit was. En ik ben geen actrice meer.
PAUL: (LACHEND) Maar dat is het juist. Dat ben je wel. En dat zal je altijd zijn. Je kan
wegvluchten van het theater, maar het zal je steeds achtervolgen en te pakken
krijgen.
LYDIA: Daar heb je het mis. Ik ben er klaar mee. Klaar met dit alles. Ik wil een… een
simpel leven.
PAUL: Saai! Saai!
LYDIA: Je bent hier de afgelopen tien jaar niet geweest. Je herinnert het je alleen maar
zoals het was. En ja, het was geweldig… soms, maar... Oh Jezus, ik hoef het je
niet te verklaren. Je zou het toch nooit begrijpen.
PAUL: Wat ben je in hemelsnaam aan het doen? Hier weggaan, verhuizen naar
Zwitserland, je nestelen bij een saaie man… Je leven is hier, Lydia.
LYDIA: Het is nu anders. Er moet iets aan veranderen.
PAUL: Dus verander het. Duik onder de lakens met die oude zak uit Zürich.
LYDIA: Genève.
PAUL: Misschien geeft hij je wat wij samen hadden. Ga! Geniet ervan! Maar kom terug!
Je bent gek als je niet terugkomt. Dit is jouw hele wereld.
LYDIA: Maar het duwt me weg. Ik hou ervan… Je weet hoeveel ik... Ja, als je er nog
greep op hebt, is het nog steeds geweldig... Maar het wachten. Het wachten
maakt me kapot. (ZE GAAT ZITTEN)
PAUL: Sorry, ik begrijp het gewoon niet.
LYDIA: Natuurlijk doe je dat niet. Je staat aan de buitenkant naar binnen te kijken. Je ziet
het hele plaatje niet. Wat jij je niet realiseert is dat ze geen rollen voor ons
schrijven. Voor ons, vrouwen. Zodra we een bepaalde leeftijd bereiken... Er is
maar een handvol rollen en je moet wachten tot ze je oproepen. Terwijl de
17
jongere actrices van de ene scene naar de volgende rennen, moet de oudere
actrice gewoon wachten. Ik was ook gewoon om zo te rennen, zoals zij dat doen.
Van een repetitie naar een voorstelling, van een interview naar een concert.
Rennen, haasten, buiten adem. En het was spannend. En dan komt de herfst en
je vindt jezelf terug… verloren, ongeduldig... je afvragend of je misschien
vergeten bent. Vrezend dat je dat eigenlijk bent. En uiteindelijk krijg je een rol,
natuurlijk krijg ik een rol, ik ben Lydia Martin. De grote ster. Maar tanend nu,
omdat ik er op moest wachten. Zo lang wachten dat die pauze me bijna kapot
maakte. En hoe fantastisch het ook is wanneer het gebeurt, het is nooit genoeg.
Het veegt die angst niet weg.
PAUL: En leven bij een meer, starend naar het uitzicht… is dat dan genoeg?
LYDIA: Het voldoet tenminste aan zijn verwachtingen. En ik denk dat het mooi zal zijn.
(ZIJ BEKIJKT ZICHZELF IN DE SPIEGEL) Ik ben zo moe, Paul.
PAUL: De onvermoeide Lydia. Eindelijk verslagen.
LYDIA: Niet verslagen. Gewoon terugtrekkend. (ZE BEGINT ZICH OPNIEUW OP TE
MAKEN) O god, kijk naar mijn haar. Ik lijk wel op een heg te zijn gevallen.
PAUL: Ja, je hebt er nooit beter uitgezien.
LYDIA: (DRAAIT NAAR HEM, MET EEN KLEINE GLIMLACH) Het is tijd om weg te gaan.
Ik meen het.
PAUL: Oké. Maar een diner, morgen. Stel je reis 24 uur uit.
LYDIA: Nee.
PAUL: Met Daniël. Breng Daniël mee. Ons gedrieën. Nog een laatste keer.
LYDIA: Paul, zeg gewoon ‘tot ziens’.
PAUL: (STAAT OP EN GAAT NAAR DE DEUR) Nee, dat zal ik niet. Ik weiger. (OP DIT
MOMENT KOMT KATHERINE TERUG OP. ZIJ HEEFT EEN OUDE VAAS BIJ,
WAARIN DE STENGELS STEKEN) Ze zien er zoveel mooier uit nu je ze wat
geschikt hebt.
KATHERINE: Lydia, nog tien minuten.
LYDIA: Ja bedankt. Zet die hier maar op mijn tafel.
KATHERINE: (ZET DE VAAS OP DE SCHMINKTAFEL VAN LYDIA) Je hebt nog een bezoeker,
maar we moeten ons niet meer laten ophouden. We zullen te laat opgaan.
LYDIA: Wie is het? Toch geen andere minnaar. (TEGEN PAUL) Ik ben al die minnaars
moe.
KATHERINE: Nee, het is je agent.
LYDIA: Oh.
18
KATHERINE: Ja, dat is wat ik ook zei. Maar hij wil je absoluut zien.
LYDIA: Dat wil hij altijd. Goed, ik veronderstel dat het dan maar moet. Maar vertel Barry
dat hij het kort moet houden, omdat ik nog niet eens omgekleed ben.
KATHERINE: Ja natuurlijk.
LYDIA: Je kunt net zo goed beneden wachten. Ik zal je laten roepen.
KATHERINE (KNIKT DAT DIT GOED IS EN GAAT AF. WE HOREN ZE PRATEN ACHTER DE
DEUR) Ze heeft niet veel tijd, dus hou het kort, als je het niet erg vindt.
BARRY: (ACHTER) Natuurlijk, natuurlijk. (BARRY KOMT BINNEN. HIJ HEEFT EEN FLES
COGNAC BIJ)
BARRY: Hier is ze! Bravo! Bravo!
LYDIA: Barry, schat. Fijn je te zien. En je bent met alcohol gewapend. Dus nog fijner.
(ZE KUSSEN ELKAAR EN DE FLES WORDT OP DE TAFEL GEZET)
BARRY: Het was het minste dat ik kon doen. Ik had hem eigenlijk bijna weggegeven. Er
was een oude man, die moeite had om de trappen naar beneden af te geraken,…
Die eruit zag alsof hij het meer nodig had dan wij. Eerlijk gezegd wist ik echt niet
wat ik je moest geven. Bloemen zijn zo voorspelbaar. Ik dacht dat Zwitserse
Chocolade wel grappig zou geweest zijn. Maar toen dacht ik 'Oh Barry dat is
helemaal niet grappig’ en daarom heb ik die niet meegebracht. De meeste van
mijn klanten zijn niet grappig… en zelfs niet de komieken. Dus het laatste wat we
hier nodig hebben is een grappige agent. Dus heb ik ze niet meegebracht. Maar
hier heb je Cognac in de plaats. Sorry, ik denk dat ik een beetje zenuwachtig ben.
Vertel ik zelfs iets zinnigs? Het is gewoon zo'n buitengewone avond.
LYDIA: Ja, dat is het. Ik probeer er niet teveel over na te denken. Ken je Paul nog? Mijn
ex-man? Hij ging juist weg.
BARRY: Paul, ja. Hoe gaat het met je?
PAUL: Richting de deur, blijkbaar. (ZE SCHUDDEN ELKAAR DE HAND)
LYDIA: (TEGEN BARRY) Wil je een drankje? (KIJKT OP HET ETIKET VAN DE FLES
COGNAC) Misschien wel eentje van deze goedbedoelde, maar goedkope
Cognac die je voor me hebt gekocht?
BARRY: Een Cognac, ja dat zou fijn zijn.
LYDIA: Zou jij de honneurs willen waarnemen?
BARRY: Natuurlijk.
PAUL: Laat me je helpen.
BARRY: Dank je. (BARRY EN PAUL VINDEN GLAZEN EN GIETEN DRIE COGNACS IN,
TERWIJL LYDIA ZICH MET HAAR MAKE-UP BEZIG HOUDT. TEGEN PAUL)
19
Het is zo'n emotionele avond. Ik ga naar veel belangrijke theaterevenementen,
zoals je je kan voorstellen, maar dit is heel anders. Ik ben erg zenuwachtig.
Sommige voorstellingen zijn uiteraard erg slecht, maar je kan er niets over
zeggen, wat gewoon verschrikkelijk is. Ik moet er altijd nog terug kunnen komen
en er mijn tien procent verdienen. Soms zou ik willen dat ze me er misschien op
de een of andere manier zouden kunnen wegslepen. Met een reusachtige haak of
zo. Maar dan ga ik allemaal mooie dingen aan al deze verschrikkelijke acteurs
zeggen, ongeacht welke verschrikking ze me net heb voorgeschoteld. (ZE
NEMEN ELK EEN GLAS) Na mijn vele jaren in de business - wat trouwens
volkomen dankzij Lydia is - voel ik nu dat, als een acteur slecht is, we hem dat
maar moeten vertellen. Het kan alleen nuttige informatie zijn. Anders gaan ze
allemaal voor de rest van hun leven denken dat ze geweldig zijn, terwijl dat niet
de waarheid is. En dat is best gevaarlijk voor al deze theaterproducties. Ik bedoel,
ik wil niet met iemand in een auto zitten die ‘denkt’ dat hij een goede chauffeur is.
Ik wil een echte goede chauffeur, als je begrijpt wat ik bedoel. Anders zouden we
allemaal wel eens levend verbrand kunnen worden. Dat is geen leuke manier om
dood te gaan. Hoe dan ook… (HEFT ZIJN GLAS) Gezondheid!
(LYDIA EN BARRY DRINKEN EEN SLOKJE VAN HUN COGNAC. PAUL
DRINKT ZIJN GLAS IN EEN SLOK LEEG)
PAUL: Dit is verschrikkelijk! Ik denk dat ik er nog één neem. (GIET ZICHZELF NOG EEN
COGNAC IN)
LYDIA: Ik dacht dat je ging vertrekken.
PAUL: Oh, ik ga wel weg. Nog eentje voor onderweg. (HIJ DRINKT ZIJN GROTE
COGNAC IN EEN SLOK UIT) Tot ziens!
LYDIA: Eindelijk!
PAUL: Nog een snelle kus, misschien? (LYDIA HEEFT GENOEG VAN HEM. ZIJ KOMT
UIT HAAR STOEL EN DUWT PAUL LETTERLIJK BUITEN). Ik zal dat maar als
een 'nee' beschouwen.
(LYDIA SLAAT DE DEUR DICHT)
BARRY: (GRINNIKEND) Hij heeft zijn charmes nog niet verloren.
LYDIA: Nee. We zullen een chirurg moeten vinden om ze te laten verwijderen.
BARRY: Het is leuk dat jullie vrienden zijn gebleven.
LYDIA: Doe niet belachelijk. Oh, Barry, het is zo'n vreemde avond. Iedereen komt uit het
niets tevoorschijn. Er kwamen bloemen van allerlei mensen… van jaren geleden.
Mensen waar ik van gehouden heb, gehaat of bewonderd heb en die ik in veel
20
gevallen volledig vergeten was. Ik weet niet goed wat ik hierover moet denken. Ik
had in stilte moeten verdwijnen.
BARRY: Nee… nooit. Dompel je erin. Daar ben je altijd goed in geweest. (LYDIA ZIT
TERUG AAN SCHMINKTAFEL) Ik weet niet wat ik zal moeten doen als jij weg zal
zijn. Je bent mijn enige grote ster. Natuurlijk heb ik nog andere klanten, maar…
Oh, het zijn allemaal zo’n talentloze dwazen.
LYDIA: Barry!
BARRY: Het is waar. Ik bedoel het niet beledigend… natuurlijk vallen ze niet allemaal in
beide categorieën. Sommigen zijn talentloos en anderen zijn dwaas. Maar ze
lijken het één of ander te zijn. Ik ben zo'n verschrikkelijke agent. Ik kies alleen
verkeerde mensen. Behalve jij dan. Ik ben er helemaal niet voor gemaakt.
Misschien was ik beter een acteur geworden?
LYDIA: Nu word je hysterisch. Drink je Cognac maar op.
(BARRY DRINKT WEER WAT VAN ZIJN COGNAC, ZOALS OPGEDRAGEN)
BARRY: Vergeef me. Je maakt me zenuwachtig.
LYDIA: Waarom?
BARRY: Je maakt iedereen nerveus. Dat weet je toch? Je zou er trots op moeten zijn. Dat
is hoe je weet dat je een echte ster bent… wanneer iedereen panikeert in je
aanwezigheid. En jij bent echt een ster, Lydia. Toch nog voor één avond. Hoe
voel je je?
LYDIA: Zo anders.
BARRY: Ik zal je enorm missen. Dat vind ik erg. En ik bedoel niet alleen de commissie.
Agenten zijn niet alleen geïnteresseerd in commissie. Ondanks de geruchten!
(EEN KLEINE LACH) Nee, we zorgen voor de ‘echte’ talenten. We worden een
beetje verliefd op onze beste mensen. Ik veronderstel, als het erop aankomt, dat
we zelf allemaal gefrustreerde artiesten zijn, diep in ons. Nu ja, niet zo diep. En
we beleven onze droom door onze klanten… door jou maakte ik er een deel van
uit. Van deze magie. En het zal niet hetzelfde zijn. Het spijt me je het te moeten
zeggen. Hoewel, ik heb vanmorgen een heel interessant aanbod voor je
gekregen. Als je wil, kunnen we er maandag bij de lunch eens over praten?
LYDIA: Dan ben ik in Genève. Geen maandagen meer, Barry.
BARRY: Wel, ik vond dat ik het moest vermelden, voor het geval dat… Kan je niet
overtuigd worden?
LYDIA: Barry, ik heb hier al vele jaren over nagedacht.
BARRY: Ik weet dat je dat gedaan hebt.
21
LYDIA: Het gaat allemaal om de juiste timing. Ik wil niet één van die oude actrices zijn die
alleen op begrafenissen komt acteren. Daar zijn er al teveel van. Ik wil stoppen op
het toppunt van mijn carrière. Of op een punt waar ik er nog steeds een uitzicht
op heb. Maar ik zal het ook missen. Alles. Ik zal jou zelfs missen.
BARRY: Doe dat niet. Straks moet ik nog wenen.
LYDIA: Voorzichtig, Barry. Je wilt alle andere agenten toch niet laten weten dat je een
hart hebt. Ze zullen je levend opvreten.
BARRY: Oh schat, oh schat. Heb je een zakdoek? Ik denk dat ik er op een bepaald
ogenblik wel één zal nodig hebben. (LYDIA GEEFT HEM EEN PAPIEREN
DOEKJE. HIJ GAAT OP DE SOFA ZITTEN EN SNUIT ZIJN NEUS) Hij is erg
gerieflijk.
LYDIA: Wie?
BARRY: De sofa.
LYDIA: Oh ja. Ik heb hem van thuis meegebracht. Het is een oude, maar hij doet het hem
nog.
BARRY: Gaat hij mee naar Zwitserland?
LYDIA: Nee, ik dacht dat ik hem hier zou kunnen achterlaten. Voor wie hierna in mijn
schoenen komt te staan, mijn loge inneemt en mijn spiegel overpakt. Het wordt de
sofa van de volgende rijzende ster… de volgende grote actrice. Dus die teef mag
het comfortabel hebben. (EEN WREDE GRIJNSLACH) Waar hebben we elkaar
weer ontmoet, Barry? Ik ben het vergeten.
BARRY: "Hedda Gabler".
LYDIA: Oh ja. Ik was daarin niet erg goed.
BARRY: Niet goed!? Je was spectaculair.
LYDIA: Nee, dat was ik niet. Was ik het wel?
BARRY: Je was wonderlijk. De hele wereld opende zich voor je na die voorstelling. Ik
moest vechten om je te mogen vertegenwoordigen. Ja! Elke agent in de stad
wilde je. Maar ik had je uiteindelijk. En dat voor al deze prachtige jaren. Je hebt
veel meer gedaan voor mijn carrière dan ik ooit voor jou kon doen. En dat is de
waarheid. Je mag mij alles vragen… respect. 'Dat is Lydia Martins agent', zeiden
ze dan. En ze knikten beleefd. Voordien was ik gewoon niemand. Altijd in de
backstage rondhangend… zoals een oud decorstuk. Ik heb zoveel om dankbaar
voor te zijn. Om jou dankbaar voor te zijn. (HIJ BEGINT TE WENEN)
LYDIA: Oh, Barry… Pak de hele doos maar. (ZIJ SMIJT HEM DE HELE DOOS
KLEENEX TOE EN HIJ DROOGT ER ZIJN TRANEN MEE) Kan je geen tranen
22
voor bij het applaus bewaren? Een beetje openlijk wenen doet het altijd vreselijk
goed.
BARRY: Ik zal mijn best doen.
LYDIA: Als je zou kunnen. Heb je een sigaret?
BARRY: Ja. (HIJ NEEMT EEN PAKJE SIGARETTEN UIT ZIJN ZAK EN NEEMT ER EEN
UIT)
LYDIA: Steek ze aan en blaas de rook in mijn gezicht.
BARRY: Wat?
LYDIA: Barry, je weet goed genoeg dat ik niet rook. En ik wil er nu niet meer mee
beginnen, het kostte me jaren om het op te geven. Maar als je even kan…
BARRY: (NEEMT ZIJN AANSTEKER, VERVOLGD) En je wil dat ik…?
LYDIA: Steek die vervloekte sigaret aan en blaas de rook in mijn gezicht. Ik had gedacht
dat ik duidelijk genoeg was!
BARRY: Goed, een momentje.
(STEEKT DE SIGARET AAN EN BLAAST DE ROOK IN LYDIA'S GEZICHT
ZOALS ZE GEVRAAGD HAD. LYDIA ADEMT DE ROOK DIEP IN. DANIËL
KOMT TERUG OP, VERBIJSTERD BIJ HET ZIEN VAN DIT RITUEEL)
DANIËL: Oh, om Godswil, moeder, neem toch gewoon een sigaret.
LYDIA: Ik ben gestopt met roken, Daniël. En ik ga er niet meer aan beginnen. Dat is het
probleem van jouw generatie, jullie hebben geen wilskracht. (TEGEN BARRY)
Blaas nog wat meer. (BARRY BLAAST NOG MEER ROOK IN LYDIA’S
GEZICHT) Wat voor merk is het?
BARRY: Winston.
LYDIA: Ah, Winston, ja goed...
DANIËL: Ik dacht, ik spring snel nog even binnen, want die man zei dat we nu allemaal
moesten weggaan. Hij zei dat je anders te laat zou zijn.
LYDIA: Welke kerel?
DANIËL: De vervelende man met dat klembord.
LYDIA: Hij is niet vervelend, hij is de toneelmeester. Het is zijn taak om ervoor te zorgen
dat we op tijd beginnen. En mijn werk is om ervoor te zorgen dat we dat niet
doen.
DANIËL: Hoe dan ook… (BARRY BLAAST NOG WAT ROOK) Dus… tot later?
LYDIA: Kom terug bij de pauze.
DANIËL: Heb je het dan niet te druk?
LYDIA: Het is nooit te druk om jou te zien, lieveling. Nooit, nooit, nooit.
23
(BARRY BLAAST NOG WAT ROOK)
DANIËL: (TEGEN BARRY) Kan je daarmee stoppen? Het is erg irritant. Het is alsof ik met
mijn moeder probeer te praten in de mist.
LYDIA: Eigenlijk kan je Barry maar beter mee naar beneden nemen. Voordat hij al mijn
papieren zakdoekjes opgebruikt. Ik zal ze nog nodig hebben.
(ZIJ WIJST NAAR DE KLEENEXDOOS OP DE SOFA. DANIËL GEEFT ZE AAN
HAAR)
BARRY: Sorry, ja. Een emotionele avond.
LYDIA: Dus… ik zie jullie straks allebei.
DANIËL: Langs hier dan. Ik laat je de binnenweg zien.
BARRY: (TEGEN LYDIA) Vaarwel, jij fantastische vrouw. (HIJ KUST LYDIA)
LYDIA: (FLUISTERT IN ZIJN OOR) Laat die sigaret maar hier.
(BARRY LAAT HEIMELIJK DE SIGARET ACHTER EN DANIËL GAAT MET HEM
LANGS DE DEUR AF. LYDIA IS NU ALLEEN IN DE KAMER. ZE NEEMT EEN
DRIEPE HAAL VAN DE SIGARET EN DUWT ZE DAN UIT. ZE SPUIT WAT
PARFUM ROND IN DE KAMER. ZE NEEMT HAAR TELEFOON EN BELT NAAR
DE ARTIESTENINGANG)
LYDIA: (WANNEER ZE CONTACT HEEFT) Is Katherine daar? Wel, wat zit ze daar te
doen? We gaan te laat zijn! En geen bezoekers meer. Hoe erg ze er ook op uit
zijn. (ZIJ HANGT OP. ZE ZET WAT OPERAMUZIEK OP. EEN KLASSIEKE,
ZACHTE ARIA VAN EEN GROTE SOPRANO. ZE DIMT DE LICHTEN IN DE
KAMER. EN GEBRUIKT DE MUZIEK OM TE RELAXEN EN OM ZICHZELF TE
FOCUSSEN. KORT DAARNA KOMT KATHERINE OP. ONDANKS LYDIA HAAR
OGEN GESLOTEN HEEFT WEET ZE DAT KATHERINE DAAR IS. BOVEN DE
MUZIEK UIT) Laten we eraan beginnen. (ONDER DE OPERA-ARIA MAAKT
KATHERINE LYDIA’S KOSTUUM KLAAR, ZODAT LYDIA ER MAAR HOEFT IN
TE STAPEN. KATHERINE VERWIJDERT EEN KLEIN PLUISJE OP DE
KLEDING EN RITS HEM DICHT. LYDIA GAAT NU AAN HAAR SCHMINKTAFEL
ZITTEN EN KATHERINE PLAATS EEN HAARNETJE OVER LYDIA’S HOOFD.
ZIJ ZET DAARNA DE PRUIK OP. ALS ZE DE PRUIK WAT RECHTZET,
DIMMEN DE LICHTEN NAAR BLACKOUT)
EINDE VAN DE EERSTE SCENE
24
SCENE 2
(DE MUZIEK LEIDT ONS DOOR DE DECORVERANDERING, DE SCENE
OPENT. EEN NIEUW GEBIED WORDT ZICHTBAAR ACHTER, BOVEN OF
NAAST DE KLEEDKAMER. WE ZIEN EEN KORTE SCENE UIT ‘DE
KERSENTUIN’ VAN TSJECHOV. HET IS DE LAATSTE VOORSTELLING VAN
DIT STUK EN WE ZIEN EEN STUK VAN HET DECOR - EEN PAAR MEUBELS,
EEN SAMOVAAR (EEN RUSSISCHE THEE/KOFFIEPOT), EEN ROOD
GORDIJN WORDT DECORATIEF OVER DE HELFT VAN DE SCENE
GETROKKEN. LYDIA SPEELT DE ROL VAN ‘LJOEBOW RANEVSKAYA’. DE
VOORSTELLING IS TEGENGESTELD OPGEZET, ZODAT DE ACTEURS MET
HUN RUG NAAR DE WERKELIJKE TOESCHOUWERS STAAN. WIJ ZIEN
DAAROM MEESTAL DE SILHOUETTEN VAN DE ACTEURS DIE OPGELICHT
WORDEN DOOR VOETVERLICHTING AAN HET VERSTE EIND ACHTERAAN
DE SCENE, WAARACHTER WE HET DONKER VAN HET PUBLIEK
VERWACHTEN. DE ANDERE ROLLEN IN DIT TONEELSTUK WORDEN
GESPEELD DOOR DE ACTEUR DIE CHARLES SPEELT (IN DE ROL VAN
LOPACHIN, EEN HANDELAAR) EN ROGER (IN DE ROL VAN GAJEW,
LJOEBOW'S BROER). MAAR WE ZIEN NOOIT HUN GEZICHTEN. DE SCENE
IS DE TWEEDE SCENE UIT "DE KERSENTUIN")
LOPACHIN: U moet mij excuseren voor deze uitspraak, maar ik heb nog nooit eerder zo'n
frivole mensen als u ontmoet, of iemand die zo oncommercieel en eigenaardig is.
Ik vertel u hier in duidelijke taal dat uw landgoed verkocht zal worden, en u lijkt
dat niet te begrijpen.
LJOEBOW: Wat moeten we doen? Vertel ons dat?
LOPACHIN: Ik vertel het je elke dag. Ik zeg elke dag hetzelfde. Zowel in de kersentuin als op
het land moeten zomerhuisjes gezet worden en wel onmiddellijk… de veiling is
onvermijdelijk, begrepen! Zodra u het eens bent over de zomerhuisjes, zult u
zoveel geld hebben als u wilt en bent u gered.
LJOEBOW: Zomerhuisjes en hun bewoners… het is zo vulgair, excuseer mij.
GAJEW: Ik ben het er helemaal mee eens.
LOPACHIN: Ik moet huilen of schreeuwen of flauwvallen! Ik kan er niet tegen! Het is teveel
voor mij! (TEGEN GAJEW) Jij oude vrouw!
GAJEW: Werkelijk!
LOPACHIN: Oude vrouw! (HIJ VERTREKT)
25
LJOEBOW: Nee, ga niet weg, wees een schat en blijf alsjeblief. Alstublieft. Misschien komen
we er wel uit!
LOPACHIN: Waarom denken dat het goed is om het te proberen!
LJOEBOW: Ga alsjeblieft niet weg. Het is prettiger als je hier blijft. Ik blijf wachten op iets dat
zal gebeuren, alsof het huis op ons hoofd gaat vallen.
GAJEW: (DENKT DIEP NA) Dubbel in de hoek... en dan in het midden...
LJOEBOW: We hebben te zondig geleefd...
LOPACHIN: Welke zonden heb je gepleegd?
GAJEW: (STEEKT SNOEP IN ZIJN MOND) Ze zeggen dat ik met snoep al mijn geld heb
opgegeten. (HIJ LACHT)
LYDIA: (DIE LJOEBOW SPEELT, GEEFT DEZE REPLIEK DWARS OVER DE SCENE,
ZODAT WE HAAR DUIDELIJK IN PROFIEL ZIEN) Oh, mijn zonden. Ik heb altijd
met geld gestrooid zonder me in te houden, zoals een gekke vrouw, en ik trouwde
met een man die niets anders dan schulden heeft gemaakt. Mijn man is dood
gegaan aan champagne - hij heeft vreselijk gedronken - en tot mijn ongeluk
raakte ik verliefd op een andere man en ging met hem weg, en op dat moment -
het was mijn eerste straf, een slag die ik nooit te boven kwam - hier, in de rivier ...
verdronk mijn zoon, en ik ging weg, ver weg, om nooit meer terug te keren, nooit
meer deze rivier te zien. Ik sloot mijn ogen en liep weg zonder na te denken, maar
hij rende achter me aan... zonder medelijden, zonder respect. Ik kocht een villa in
de buurt van Menton, omdat hij daar ziek werd, en gedurende drie jaar kende ik
geen dag of nacht rust meer. Die zieke man heeft me gebroken en mijn ziel
opgedroogd. En vorig jaar, toen zij die villa verkocht hadden om mijn schulden te
betalen, ging ik naar Parijs en daar heeft hij me beroofd van alles wat ik had en
me bedrogen met een andere vrouw. Ik heb mezelf vergiftigd. Het was zo dom, zo
beschamend. En opeens verlangde ik om terug in Rusland te zijn, mijn eigen
land, met mijn kleine meid ... (ZIJ DROOGT HAAR TRANEN) Heer, Heer, wees
mij genadig, vergeef me mijn zonden! Straf me niet nog meer! (ZIJ NEEMT EEN
TELEGRAM UIT HAAR ZAK. ER IS MUZIEK TE HOREN IN DE VERTE) Ik kreeg
dit vandaag uit Parijs. Hij vraagt mij om vergiffenis, hij vraagt me om terug te
keren... (ZE VERSCHEURT DE TELEGRAM) Hoor ik nu geen muziek? (ZE
LUISTERT)
GAJEW: Dat is onze gevierde Joodse band. U herinnert het zich nog wel - vier violen, een
fluit en een dubbele bas.
26
LJOEBOW: Dus hij bestaat nog steeds? Het zou leuk zijn als ze eens een avond langs
kwamen.
LOPACHIN: (LUISTEREND) Ik kan ze niet horen... (ZINGT IN STILTE) "Voor geld zullen de
Duitsers een Fransman van een Russische maken." (HIJ LACHT) Ik zag zo'n
vreselijk grappig ding in het theater gisteravond.
LJOEBOW: Ik ben er zeker van dat er helemaal niets grappigs aan was. Je zou niet naar het
theater moeten gaan, je zou naar jezelf moeten gaan kijken.
(DE LICHTEN DIMMEN NU OP DE TONEELSCENE EN WIJ HOREN HET
GELUID VAN EEN PUBLIEK DAT ENTOESIAST APPLAUDISEERT)
EINDE VAN DE TWEEDE SCENE
27
SCENE 3
(DE THEATERSCENE VERDWIJNT EN WE ZIJN TERUG IN DE KLEEDKAMER.
HET IS PAUZE. LICHTEN GAAN IN DE KLEEDKAMER OP ALS KATHERINE
BINNENKOMT. ZE BEREIDT ALLES VOOR TEGEN DAT LYDIA TERUGKEERT.
EEN DRANKJE, EEN HANDDOEK, EEN BEETJE PARFUM SPUITEN, ENZ.
HET APPLAUS KAN WORDEN GEHOORD DOOR DE INTERCOM. EEN
MOMENT LATER KOMT LYDIA OPGETOGEN BINNEN)
LYDIA: Oorverdovend! Heb je het gehoord?
KATHERINE: Ja, het was… oh, het was geweldig.
(HET APPLAUS LOOPT OP ZIJN EINDE)
LYDIA: Ik heb nog nooit zo’n applaus gehoord. En we geven ze een tragedie! Nu ja,
hoogstens een tragikomedie. Als het een klucht was geweest, zou het dak ervan
afgeblazen zijn. Oh god, ik beef ervan.
KATHERINE: Ga zitten… haal diep adem.
(KATHERINE GEEFT LYDIA EEN KLEIN HANDDOEKJE OM HAAR
VOORHOOFD TE DEPPEN)
LYDIA: Zijn er ooit al zo’n avonden geweest? Heb jij dat al beleefd?
KATHERINE: Nog nooit.
LYDIA: Geweldig. Geweldig!
KATHERINE: Ik wed dat je niet kan wachten om daar terug te gaan staan.
LYDIA: Nee! Ik wil niet terug gaan. Ik wil het voor vanavond hierbij houden… het is goed
zoals het is. En weglopen. Het gaat zo goed dat alles wat we nog kunnen doen, is
het vergallen... Heb je thee gezet?
(KATHERINE BRENGT HAAR EEN KOP KRUIDENTHEE)
KATHERINE: Hij is nog wat te warm. (ZE BLAAST ER IN)
LYDIA: Wel wel. Wat een avond. (ZE KIJKT IN DE SPIEGEL) Ik zie er plotseling tien jaar
jonger uit. (ZE DRINKT WAT THEE) Oh, hij is nog een beetje te warm.
(KATHERINE NEEMT DE KOP TERUG EN BLAAST ER WEER IN. TERWIJL ZE
DAT DOET MERKT LYDIA DE NOTA’S VAN DE REGISSEUR OP DE TAFEL)
Wat is dit?
KATHERINE: Enkele notities van de regisseur.
(LYDIA LACHT SPOTTEND EN BEGINT ER EEN PAPIEREN VLIEGER VAN TE
MAKEN. EEN KLOP OP DE DEUR)
LYDIA: Kom alleen binnen als je knap bent!
28
(EEN PAUZE, DE DEUR GAAT NIET OPEN)
ROGER: (VAN BUITEN DE DEUR). Het is Roger.
LYDIA: Goed, kom dan toch maar binnen.
ROGER: (KOMT BINNEN, GLIMLACHEND, NOTITIEBOEK IN DE HAND) Wat een avond!
LYDIA: Ja. Ja!
ROGER: Ik ben er erg blij om. Alles wat we besproken hebben is aanwezig. Ik ben erg
tevreden. Heb je de notities gezien die ik had achtergelaten?
LYDIA: Ja ja. Bukken!
(OP DIT MOMENT GOOIT ZE HET PAPIEREN VLIEGTUIG NAAR ROGER. HIJ
DUIKT WEG ALS HET VOORBIJ VLIEGT)
ROGER: Oh, ik... Waren ze niet echt behulpzaam?
LYDIA: Ik heb geen idee. Zag je dat ze allemaal zijn opgestaan? Het was nog maar het
einde van het eerste bedrijf. Dat heb ik nog nooit gezien.
ROGER: Nee.
KATHERINE: Nog nooit.
LYDIA: Nog nooit. Het is een avond voor de geschiedenisboeken.
ROGER: Dat denk ik ook.
LYDIA: Alles wat we nu nog kunnen doen, is het verpesten.
ROGER: Inderdaad. Het tweede deel heeft verschillende gevaarpunten. En met dat in
gedachten…
(HIJ GAAT OP DE SCHMINKTAFEL ZITTEN TERWIJL HIJ DOOR ZIJN
NOTITIEBOEKJE BLADERT)
LYDIA: Wat doe je..? Je kan daar niet zitten. Er gaat pannenkoek aan je achterwerk
kleven. Zit op de sofa. Dat is veel normaler.
ROGER: Hij staat wat te ver weg. Ik wilde een intiem gesprek hebben.
LYDIA: Waarom?
ROGER: (TEGEN KATHERINE) Kunnen we die een beetje naar hier trekken? Die sofa?
(KATHERINE HELPT ROGER OM DE SOFA DICHTER BIJ LYDIA’S TAFEL TE
TREKKEN. LYDIA KIJKT WANHOPIG TOE, MAAR DRINKT GEWOON HAAR
THEE) Dat is beter.
LYDIA: Hoe lang hebben we nog?
KATHERINE: Iets meer dan tien minuten.
LYDIA: Normaal gezien slaap ik nog vijf minuten. Maar vanavond kan ik het niet. Ik ben te
opgewonden.
29
(ROGER ZIT OP DE SOFA EN CONTROLEERT ZIJN NOTITIE’S. LYDIA PAKT
HAAR POEDERDOOS EN POEDERT ZICH AF)
ROGER: Dus ik had wat ideeën voor het tweede deel.
LYDIA: Wel, ik ben blij voor jou… maar wat heb ik daar mee te maken?
ROGER: De repetities eindigen nooit, Lydia… We blijven het altijd verbeteren.
LYDIA: Oh, wat is daar het nut van, Roger? Binnen een uur of zo pak ik mijn laatste koffer
voor Genève in. Verbetering is van geen belang meer voor mij.
ROGER: Lydia, doe nu even mee…
LYDIA: Hoorde je dat applaus? Heb je dat gehoord?
ROGER: Ja, dat heb ik gehoord.
LYDIA: En? (ROGER GEEFT GEEN ANTWOORD. KRACHTIGER). En?
ROGER: Lydia, ik wil niet…
LYDIA: (WOEDEND) En !! ??
ROGER: (REALISEREND) Oh… en je was geweldig.
LYDIA: Dank je! (ZE GOOIT HAAR POEDERDOOS NEER OP DE TAFEL,
VERBITTERD) Waar is mijn drankje? (KATHERINE GEEFT HAAR THEE WEER
AAN) Nee, de andere. (KATHERINE GEEFT HAAR DE COGNAC EN EEN GLAS
EN LYDIA GIET ZICHZELF ER EEN IN) Je weet dat je erg begaafd bent, Roger.
Je hebt de gave om alle energie uit een kamer te zuigen. Niet veel mensen
kunnen dat.
ROGER: Ik doe gewoon mijn werk.
LYDIA: Jouw taak is het om de hoofdactrice te ondersteunen.
ROGER: Ja, dat is waar… maar mijn werk is ook om te leiden.
LYDIA: Je zou net zo goed een blinde kunnen leiden. Je groep acteurs weet precies wat
ze doen. Anton Tsjechov heeft de dialoog geschonken, Maria de kostuums, en
die vreemde man die steeds in slaap valt, heeft het decor gemaakt. We hebben
onszelf rond het meubilair geloodst en alles wat jij gedaan hebt, is "heerlijk"
gezegd of "dat komt goed", afhankelijk van hoe je voelde dat het ging. Dat is niet
leiden, dat is murmelen, terwijl niemand luistert. Tijdens week twee van de
repetities was er een dag, dat we half in het eerste bedrijf waren voordat iemand
zich zelfs realiseerde dat je nog niet was opgedaagd!
ROGER: Dat was niet mijn schuld. Mijn taxi was de weg kwijt.
LYDIA: Dat was je carrière ook.
ROGER: Oh Lydia! Ik ben nog nooit zo beledigd geweest.
30
LYDIA: Oh, natuurlijk wel! En dit zijn alleen de dingen die ze je in het gezicht zeggen! Als
je de rest ervan hoorde, zou je bezwijken. Nu je mijn avond hebt bedorven, ga nu
alsjeblieft iemand anders ambeteren. Praat eens met Jenny… haar stem is erg
ruw en krast vanavond. Het publiek wordt er erg door verward. Zij denken dat
haar personage door de duivel is bezeten.
ROGER: Ik kan dit nauwelijks geloven. (MET ZIJN HANDEN OMHOOG IN ONGELOOF)
Je laat het lijken alsof je de opmerkingen niet eens wilt.
LYDIA: (VERBIJSTERD) Doe ik dat echt ?!
ROGER: Dan zal ik ze niet aan je geven. Je kunt gewoon doorgaan en het hele ding
verknoeien. (STAAT OP) Ik wilde je gewoon helpen om het beste uit jezelf te
halen vanavond. En als dat voor jou niet interessant genoeg is, dan zij het maar
zo. (GOOIT ZIJN NOTABOEKJE OP DE GROND) Ik laat je over aan de goden!
(OP DIT MOMENT STAPT CHARLES DE KAMER IN, WANKEL EN BUITEN
ADEM)
LYDIA: Charles! Wat doe jij hier?
CHARLES: Ik wilde je zien... Sinds wanneer hebben ze al die extra trappen gebouwd?
LYDIA: Je bezorgt jezelf nog een hartaanval. Kom en ga zitten.
CHARLES: Nee, nee… ik moet nu al terug gaan of ik mis het tweede deel.
LYDIA: Jij domme, domme, mooie man. Wil je iets drinken?
CHARLES: Een drankje? Nee nee, mijn adem zou stokken. Kijk, ik wilde je gewoon vertellen
hoe geweldig je was.
LYDIA: Je had kunnen bellen.
CHARLES: Maar dan zou ik geen kus hebben gekregen.
LYDIA: Oh, jij gekke, gekke lieverd…
(ZIJ GEEFT HEM EEN INNIGE KUS EN EEN STEVIGE KNUFFEL)
CHARLES: Je bent een kostbaar juweel. Ik zou voor altijd in je armen kunnen verblijven.
(EEN KORTE PAUZE) Goed, dan ga ik maar weer.
LYDIA: Oh Charles.
CHARLES: Het tweede deel. Ik wil er geen seconde van missen. Zullen zij de boomgaard
verkopen? Of niet? Het is aangrijpend.
LYDIA: Laat Katherine je helpen. De trap is erg steil. (DOET KATHERINE TEKEN EN
DIE GAAT HEM HELPEN OM WEG TE GAAN)
CHARLES: We zullen ons moeten haasten.
LYDIA: Je hebt tien minuten. Het komt wel goed.
CHARLES: (ZIET ROGER) Wie is dat?
31
LYDIA: Dat is niemand.
CHARLES: (ACHTERDOCHTIG) Een andere ex-minnaar?
LYDIA: Hij is de regisseur! En actrices slapen nooit met regisseurs. Dat is
onprofessioneel. En helemaal geen hulp aan je carrière, voor zover ik heb kunnen
ervaren. Hij heeft dit stuk geleid.
CHARLES : Een regisseur?
ROGER : Hallo.
CHARLES: (TEGEN LYDIA) Wat heeft hij geleid? Een blinde?
LYDIA: (LACHT UITBUNDIG) Oh, je bent zo grappig. Ik zou zoiets nooit bedacht hebben.
(TEGEN ROGER) Is het geen grapjas, Roger?
ROGER: (DROOG) Ja, jullie zijn een perfect koppel.
LYDIA: (TEGEN CHARLES) Ik zie je wel na de voorstelling. Wacht maar beneden. Ik kom
wel naar je toe.
(KATHERINE GAAT MET CHARLES AF. CHARLES GOOIT HAAR NOG EEN
KUS TOE ALS HIJ AFGAAT)
ROGER: Dus dat was Charles?
LYDIA: Ja. Hij is een cadeau uit de hemel.
ROGER: Hoe laat vlieg je met hem naar Genève morgen?
LYDIA: Om 11 uur.
ROGER: Misschien moet je maar om 10 uur gaan, het lijkt erop dat hij het niet zo lang
meer zal uithouden. (ROGER LACHT OM ZIJN EIGEN GRAP, MAAR LYDIA IS
NIET ONDER DE INDRUK. ZE GOOIT HAAR GLAS COGNAC IN ROGER’S
GEZICHT) Lydia!
LYDIA: En dat, Roger, is jouw cue om weg te gaan.
ROGER: Ik kan het niet geloven… Hoe durf je? Geef me een handdoek.
LYDIA: Ik geef je geen van mijn handdoeken, je stal er al één als souvenir.
ROGER: Dat is absurd! (ROGER GAAT WOEDEND NAAR DE DEUR) Ik zal nooit meer
met je werken!
LYDIA: Oh, jij dwaas… niemand zal ooit nog met me werken.
ROGER: Dat hoop ik... ik hoop dat je je tekst vergeet, tegen het meubilair aanloopt en… en
in de orkestbak valt! Je pruik eerst!
(HIJ GAAT AF MET SLAANDE DEUREN. LYDIA PAUSEERT EVEN, DAN
GIECHELEND TEGEN ZICHZELF)
LYDIA: Ik zal het theater missen
32
(ZE BEKIJKT ZICH SNEL IN DE SPIEGEL EN NEEMT VERVOLGENS DE
TELEFOON OM DE TONEELMEESTER TE BELLEN. ALS DIE ANTWOORD)
Hoe lang heb ik nog? Zeg Katherine dat ze me moet komen halen op het laatste
moment. Wie? Oh ja, dat is goed. Maar zeg hem dat ik slaap.
(ZIJ LEGT DE TELEFOON NEER EN BESLUIT OM SNEL NOG WAT TE
RUSTEN. ZE DIMT DE LICHTEN, GAAT OP DE SOFA LIGGEN EN SLUIT
HAAR OGEN. EEN BEETJE LATER, IN HET HALF DONKER, GAAT DE DEUR
OPEN. DANIËL KOMT ZACHTJES BINNEN)
DANIËL: (FLUISTERD) Zal ik maar gewoon terug naar beneden gaan?
LYDIA: Nee, kom bij me zitten. Ik heb nog een minuutje of twee. Ik kan die met jou
doorbrengen.
DANIËL: Ik kwam Charles tegen op de trap. Je kan hem sneller beneden krijgen met een
touw rond zijn middel, weet je.
LYDIA: Wees niet zo onbeleefd.
DANIËL: En er was ook een boze man met een rood gezicht, ruikend naar cognac.
LYDIA: Dat was de regisseur. Uiteindelijk gaan die allemaal aan de drank. (ZIJ SLAAT
OP DE ZIJKANT VAN DE SOFA) Kom hier zitten. (DANIËL GAAT OP DE VLOER
NAAST DE SOFA ZITTEN, DICHT BIJ LYDIA. ZE SPEELT LIEDEVOL MET ZIJN
HAAR. NA EEN OGENBLIK) Daniël.
DANIËL: Ja moeder?
LYDIA: Je moet je haar eens wassen.
DANIËL: (GESCHOFFEERD) Dat is de mode, moeder. Maar ik beloof je dat ik het zal
wassen voordat ik naar Zwitserland kom.
LYDIA: Dat zal waarschijnlijk nog maanden duren. Je zal er dan spek in kunnen bakken.
Je zal toch ooit eens komen?
DANIËL: Ja, ik zal komen.
LYDIA: Ik wil dat je komt. Ik zal je missen. Het is daar heel mooi. Hoge bomen en
glooiende heuvels. En de sneeuw. Zo veel sneeuw. Het is daar helemaal wit
zoals in de films. Niet zoals de sneeuw die we hier kennen, modderig en slijmerig.
De sneeuw is er puur. Zuiver en perfect. Charles kan je leren skiën.
DANIËL: Goed. En ik zal hem leren lopen.
LYDIA: Daniël...
DANIËL: Het is een grap. Kan je geen grapjes meer verdragen?
LYDIA: De laatste persoon die bij me een grap heeft gemaakt, kostte me een glas
cognac. Misschien verlies ik mijn gevoel voor humor wel. En God, daar heb ik mij
33
mijn lieve leven lang aan kunnen optrekken. Het heeft me vele malen gered van
een of andere ramp die ik had verwekt.
DANIËL: Doe niet zo dwaas. Hoorde je dat applaus?
LYDIA: Niet mijn carrière. Daarin heb ik prachtig werk geleverd. Maar ik zou het allemaal
opgegeven hebben voor een familie. Een normale familie. Een zondagse lunch.
Kerstdag vieren. Lange wandelingen. Eindeloze zinloze discussies voor het
haardvuur. (DANIËL GRINNIKT) Het spijt me dat je dat gemist hebt. Kinderen
hebben een stabiel thuisleven nodig. Ze moeten een moeder en vader samen
zien, verliefd. Hoe weten ze anders hoe het leven zou moeten gaan?
DANIËL: Ik heb het niet gemist. Ik vond die hele ramp heel tof. Een week bij jou, de
volgende bij papa. Nooit wetende waar ik de volgende dag naartoe zou gaan. Al
die verschillende bedden. Het houdt je zeker wakker.
LYDIA: Heb je al iemand gevonden? Om lief te hebben, bedoel ik… Om mee om te
gaan?
DANIËL: Je hoeft je geen zorgen over mij te maken.
LYDIA: Maar ik maak me juist wel zorgen. Ik zal hier niet meer zijn om op je te passen.
DANIËL: Moeder… je was hier nooit om op me te passen. De dag dat ik mijn arm brak was
je ergens ver op locatie. Toen ik mijn eerste liefdesverdriet had, was je druk bezig
met het ophalen van een prijs. En toen ik in de puberteit raakte, was je op tournee
als Lady Bracknell.
LYDIA: Wanneer heb je dat liefdesverdriet gehad?
DANIËL: Ik was elf. Haar naam was Jennifer. Ze was veel ouder dan ik. Zeker al twaalf. Ik
was erg overstuur. Ik wist niet wat ik moest doen.
LYDIA: Je haar moeten wassen, om te beginnen. Het spijt me dat ik er niet was.
DANIËL: Het is niet erg. Ik denk dat ze nu - vreemd genoeg - in het theater werkt.
LYDIA: Werkelijk? Geef me haar volledige naam, ik zal haar vermoorden.
DANIËL: Laten we het niet dramatiseren. Ik heb me erover gezet.
LYDIA: Misschien heb je dat wel niet gedaan. Diep in je hart. Misschien is het daarom dat
je nog steeds alleen bent.?
DANIËL: Ik ben niet alleen.
LYDIA: Ben je dat niet? Heb je een vriendin?
DANIËL: Nee, moeder.
(LYDIA STOPT EVEN MET ZIJN HAAR TE STRELEN, ZE DENKT NA EN
OPENT HAAR OGEN. NA EEN PAUZE SLUIT ZE HAAR OGEN WEER EN
STREELT ZIJN HAAR OPNIEUW. KATHERINE KOMT STILLETJES BINNEN)
34
KATHERINE: Het is tijd.
LYDIA: Oei.
KATHERINE: Heb je je Cognac leeg gedronken?
LYDIA: Nee, Roger heeft het voor mij gedaan.
(KATHERINE GIET HAAR EEN NIEUWE COGNAC IN. DANIËL STAAT OP)
KATHERINE: Wil je er één, Daniël?
DANIËL: Nee, ik ga nog snel een sigaret roken.
LYDIA: Zorg ervoor dat je haar niet in brand schiet. (GAAT RECHT ZITTEN)
DANIËL: Stop daarmee. Ik zie je wel na de voorstelling.
(DANIËL GAAT AF, ZIJN HAAR BETASTEND OM TE KIJKEN HOE VETTIG
HET IS. KATHERINE GEEFT LYDIA HAAR COGNAC)
KATHERINE: Hij is zo cool. Je hebt veel geluk met hem.
LYDIA: Ja. Hoe heb ik dat in hemelsnaam klaar gespeeld?
(KATHERINE DRAAIT DE LICHTEN WEER OP VOLLE KRACHT. DAN GAAT
ZE NAAST LYDIA OP DE SOFA ZITTEN)
KATHERINE: Kijk eens naar me. (LYDIA DRAAIT HAAR HOOFD NAAR KATHERINE, DIE
HAAR PRUIK RECHT ZET) Dat is beter. Goed? Ben je klaar om het huis te laten
ontploffen? Voor de laatste keer?
LYDIA: Nog één laatste keer.
(LYDIA DRINKT HAAR COGNAC EN STAAT OP. KATHERINE HAALT EEN
LANGE BONTJAS, EEN KOSTUUM VOOR HET VOLGENDE BEDRIJF VAN DE
VOORSTELLING. ZE DOET DE JAS BIJ LYDIA AAN. WANNEER DIT GEDAAN
IS, GEEFT LYDIA EEN LIEFDEVOLLE TIK OP KATHERINE’S KAAK)
LYDIA: Dank je.
KATHERINE: Haal diep adem. Het is bijna voorbij
(LICHTEN GAAN UIT IN DE KLEEDKAMER)
EIND VAN SCENE DRIE
35
SCENE 4
(DE SCENE GAAT NU WEER OPEN NAAR DE "SCENE", BOVEN OF NAAST
DE KLEEDKAMER. DEZE KEER IS HET EEN WINTERLANDSCHAP, EEN
BOOMGAARD MET BOMEN EN DE GROND BEDEKT MET SNEEUW. HET IS
RUSLAND IN DE WINTER. MAAR HET KAN VERGELEKEN WORDEN MET
ZWITSERLAND. LYDIA WANDELT IN HET WINTERLANDSCHAP, DRAPEERT
DE BONTJAS DICHT ROND HAAR LICHAAM. EEN BLAUW / GRIJS LICHT
GEEFT DE SFEER VAN EEN MAANVERLICHTE AVOND. MUZIEK IS TE
HOREN IN DE VERTE. LYDIA STAAT IN HET MIDDEN VAN DE SCENE.
SNEEUW VALT LICHTJES OP HAAR. NA EEN TIJDJE VERVAGEN DE
LICHTEN NAAR BLACKOUT)
EINDE VAN HET EERSTE BEDRIJF
36
TWEEDE BEDRIJF
SCENE 1
(OP HET PODIUM. EEN TWEEDE STUKJE UIT "DE KERSENTUIN" IN
HETZELFDE DECOR ALS BIJ DE VORIGE SCENE. LYDIA SPEELT WEER
LJOEBOW, CHARLES IS LOPACHIN, ROGER IS GAJEW. DE VOORSTELLING
WORDT NAAR ACHTER GESPEELD, MET UITZONDERING VAN LYDIA DIE
REGELMATIG IN PROFIEL SPEELT)
LJOEBOW: Ik zal hier nog een moment gaan zitten. Het is alsof ik nooit echt had opgemerkt
hoe de muren en plafonds van dit huis eruit zagen en nu kijk ik er gretig naar met
zo'n zachte liefde...
GAJEW: Ik herinner me, toen ik zes jaar oud was, op Allerheiligen, dat ik bij dit raam zat en
buiten keek en hoe ik mijn vader naar de kerk zag gaan...
LJOEBOW: Zijn alle dingen weg?
LOPACHIN: Ja, alles denk ik.
LJOEBOW: Wij gaan weg en niemand blijft achter.
LOPACHIN: Tot de lente.
GAJEW: (ZEER GERAAKT, BIJNA IN TRANEN) De trein... Het station... Het kruis in het
midden, een dubbele witte in de hoek...
LJOEBOW: Laten we gaan!
LOPACHIN: Ja, kom! Tot de lente dan! Kom... tot we elkaar weer ontmoeten!
(LOPACHIN GAAT AF. LJOEBOW EN GAJEW BLIJVEN ALLEEN ACHTER. ZIJ
VALLEN IN ELKANDERS ARMEN EN SNIKKEN INGEHOUDEN EN STIL,
SCHRIK DAT IEMAND HEN KAN HOREN)
GAJEW: (IN WANHOOP) Mijn zus, mijn zus...
LJOEBOW: Om zo de muren en de ramen voor de laatste keer te bekijken… Mijn dode
moeder liep graag rond in deze kamer...
GAJEW: Mijn zus, mijn zus!
LJOEBOW: Mijn dode, mijn zachte, mooie boomgaard! Mijn leven, mijn jeugd, mijn geluk, tot
ziens! Vaarwel!
(DE LICHTEN DIMMEN OP DE SCENE EN GAAN OVER OP DE
KLEEDKAMER)
EIND VAN DE EERSTE SCENE
37
SCENE 2
(KATHERINE IS ALLEEN IN DE KLEEDKAMER, ZE RUIMT WAT DINGEN OP
EN DRINKT EEN WARME DRANK. DANIËL KOMT BINNEN. ZE IS VERBAASD
HEM DAAR TE ZIEN)
KATHERINE: Wat doe je hier? Ga je niet kijken?
DANIËL: Ik heb het al gezien. Ik weet hoe het eindigt. Ze verkopen de boomgaard.
Uiteindelijk. Na drie uur.
KATHERINE: Maar het is de laatste opvoering van je moeder.
DANIËL: En ik ben geïnteresseerd in mijn moeder. Niet in de opvoering. (KATHERINE
KIJKT ONGERUST) Katherine, het is niet belangrijk, het is maar een stom
toneelstuk! (KATHERINE SLUIT DE DEUR SNEL, ALSOF HIJ IETS
VERSCHRIKKELIJKS GEZEGD HEEFT)
KATHERINE: Wees toch stil. De acteurs zullen je kelen als ze je dat horen zeggen. (DANIËL
LACHT) Ik weet dat een toneelstuk niet belangrijk is. En zij ook… soms. Maar
meestal vergeten ze dat. Het is alsof het einde van de wereld nabij is als ze het
niet goed doen. Ze voelen dat echt. Onderschat nooit hoeveel het voor deze
mensen betekent. Ik meen het.
DANIËL: Ik kan zien dat je dat doet. En ik zie ook dat je te lang in theaters hebt gewerkt.
KATHERINE: Denk je dat ik dat niet weet? Ik veronderstel dat je een drankje wil? Het water is
nog warm. Ik kan je een kruidenthee ingieten.
DANIËL: Dat klinkt afschuwelijk.
KATHERINE: Het is gewoon een drankje. (ZIJ BEREID ZIJN DRANKJE) Je moet niet zo'n hoge
verwachtingen hebben.
DANIËL: En… wat doe je hier wanneer ze... nu ja, niet hier is.
KATHERINE: Alles netjes maken, rusten. Een paar van haar pralines opeten. Ze dan
herschikken zodat het haar niet opvalt.
DANIËL: Kan je niet naar buiten?
KATHERINE: Nee, als er eens iets zou gebeuren? Een gescheurde jurk, een gebroken enkel,
een pruik die los raakt. Ik moet standby staan, zoals de brandweerman. Ik vind
het leuk om hier in de kamer te zijn. Als iedereen weg is. Sommige mensen
vinden lege theaters leuk - je weet wel, met slechts een enkel spooklicht en met
rijen lege stoelen - maar ik hou van een lege kleedkamer. De stilte voor de storm.
(GEEFT HEM HET DRANKJE) Hier is je afschuwelijke drankje.
DANIËL: Dank je.
38
KATHERINE: Bedank me niet tot je het hebt geproefd. (DANIËL NEEMT EEN SLOK EN TREKT
EEN GEZICHT) Je moeder drinkt het om te ontspannen.
DANIËL: Dus het smaakt slecht en het helpt niet. (HIJ GAAT ZITTEN) Wat ga je dan doen?
Volgende week wanneer moeder in de Alpen zit.
KATHERINE: Een ander stuk. Een andere actrice.
DANIËL: Is het zo gemakkelijk?
KATHERINE: Zodra je met Lydia Martin hebt gewerkt, ben je een beetje meer gevraagd. Een
andere verwende "diva" zal op mij zitten wachten, zodat ik voor haar
boodschappen kan doen en me door haar kan laten uitschelden.
DANIËL: Ik dacht dat ze slavernij hadden afschaft?
KATHERINE: Ze zijn vergeten daar kleedsters bij te rekenen. Maar nogmaals, ik hou ervan. Ik
vind het leuk om ze te helpen, hun te helpen om hun werk te kunnen doen. En ik
vind het leuk dat ik ze kan redden met een paar ongedwongen woorden van
aanmoediging. Er zijn veel gevallen waar de voorstelling absoluut niet zou zijn
begonnen als de kleedster op het juiste moment niet het juiste had gezegd. We
houden altijd een paar complimentjes in reserve. Klaar om ze uit de hoed te halen
als het gillen begint. Ik vind al die hysterie echt verfrissend. Het is spannend, op
het randje van de kling. De gekheid, de angst, de tranen en het conflict. Wie wil
daar geen deel van uitmaken? (DANIËL STEEKT ALLEEN TRAAG EN STIL ZIJN
HAND IN DE LUCHT) Je zou verrast zijn. Het is erg onderhoudend. Beter dan elk
toneelstuk.
DANIËL: Je hebt duidelijk nog jarenlang therapie nodig.
KATHERINE: Duidelijk. Maar ze betalen me er niet genoeg voor. Wil je één van haar pralines?
DANIËL: Ik zou niet durven. Ik wed dat ze jou leuk vindt.
KATHERINE: We vinden elkaar leuk.
DANIËL: Ik weet zeker dat ze je erg zal missen.
KATHERINE: Denk je? Ik denk niet dat ze mijn naam zelfs nog zal kennen over een jaar of
twee. Het is nogal schokkend hoe snel ze ons vergeten zodra de voorstellingen
voorbij zijn. En het is verdrietig omdat… ik van haar hou.
DANIËL: De hele wereld houdt van haar. Dat is het sterrendom.
KATHERINE: Nee, dat bedoelde ik niet. Ik bedoel - weet je - ik hou echt van haar. (ZE
DRINKEN VAN HUN THEE) En hoe zit het met jou, Daniël? Van wie hou jij?
DANIËL: Van niemand. Als kind is dat uit me geslagen.
(KATHERINE GEEFT HIER GEEN REACTIE OP. ZIJ ZET DE INTERCOM OP
EN WE HOREN DE ACTEURS OP DE SCENE)
39
KATHERINE: We zijn nu bijna aan het einde. Weet je zeker dat je dat wil missen? Ze zal een
toespraak houden, denk ik.
DANIËL: We kunnen die hier toch ook horen?
KATHERINE: Ja, als ik het wat harder zet.
(KATHERINE VERHOOGT HET VOLUME VAN DE INTERCOM, OP HET
MOMENT DAT DE TOESCHOUWERS APPLAUDISSEREN. DE LICHTEN OP
DE KLEEDKAMER FADEN UIT EN GAAN AAN OP DE "SCENE")
EINDE VAN DE TWEEDE SCENE
40
SCENE 3
(LYDIA IS ZICHTBAAR EN BUIGT DIEP NAAR DE TOESCHOUWERS - IN DE
ZAAL - DUS KIJKT ZE NU NAAR VOOR. ZE STAAT ALLEEN IN EEN GROTE
WIJDE SPOT. HET APPLAUS MET TOEJUICHINGEN EN VELE BRAVO’S IS
NU LUID TE HOREN. LYDIA KOMT RECHT, HAAR GEZICHT GLIMT VAN
TEVREDENHEID. ZE LAAT HAAR OGEN RONDGAAN DOOR HET VOLLEDIGE
AUDITORIUM, OPENT HAAR ARMEN ALSOF ZE HEN ALLEMAAL WIL
OMHELZEN EN BUIGT WEER DIEP. ROGER KOMT DE SPOTLIGHT IN MET
EEN ENORM BOEKET BLOEMEN. LYDIA KIJKT GELUKKIG EN NEEMT ZE
AAN. ZE DOET HET PUBLIEK STIL ZIJN ZODAT ZE KAN SPREKEN. ALS HET
RUSTIG IS, OVERDENKT ZE EVEN HAAR WOORDEN)
LYDIA: Dames en heren. Vrienden. Deze avond… (ZE REALISEERT ZICH DAT DE
BLOEMEN HAAR HALF VERSTOPPEN, DUS GEEFT ZE HET BOEKET TERUG
AAN ROGER. DAN REALISEERT ZIJ ZICH DAT ROGER DAAR TE DICHT BIJ
HAAR STAAT. KALM) Roger, kun je een klein beetje achteruit gaan. (HIJ GAAT
EEN STAP ACHTERUIT, MAAR BLIJFT NOG STEEDS IN DE SPOT) Nog een
beetje meer... Nog een stap. (ROGER GAAT NOG EEN STAP TERUG, ZODAT
HIJ NU IN HET VOLLEDIG DUISTER STAAT. LYDIA IS TEVREDEN) Dat is
beter. (ZE KIJKT OPNIEUW NAAR HAAR PUBLIEK) Zo... Wat valt er te zeggen?
Ik heb niets opgeschreven, geen toespraak. Als Tsjechov hier maar was om me
wat tekst te geven! Nu ja... (ZIJ DENKT NA) Vanavond, beste mensen, is zowel
een einde als een begin. En het laat me stilstaan bij de reden waarom ik voor dit
beroep gekozen heb. Dit beroep dat mijn hele leven al menige decennia heeft
verbruikt. Wat mij ertoe bracht, was in het begin niet de ambacht, niet de
woorden, de kostuums. Om eerlijk te zijn, leek het gewoon de beste manier om
mijn leven te leiden, op dat moment. Als kind kon ik nooit met vol vertrouwen een
kamer ingaan en als een jonge vrouw was ik nooit ontspannen in een kamer vol
vreemden. Je moet weten waarom je een actrice wil zijn. En als je eigen huid niet
lijkt te passen, dan is het spelen in een fantasiewereld een goede manier om je
plaats te vinden in deze wereld, om te voelen dat je erbij hoort. Een journalist
vroeg me eens waarvan ik hier het meeste hield. En ik sprak over het werken met
een ensemble, ik sprak over het publiek vermaken, over creativiteit en
ontdekking. Ik heb gesproken over Tsjechov en Shakespeare en Ibsen. Maar het
was niet de waarheid. Waar ik van hou - en ik schaam me bijna om het toe te
41
geven - is het applaus. Zij zullen u vertellen dat onzekerheid, het gebrek aan
liefde en goedkeuring die je als kind had, de noodzaak tot waardering, de reden
is. Maar ze hebben hier nooit gestaan en het gehoord. Het gevoel als het over je
heen walst. Voor sommige acteurs is het niets. Het laatste momentje werk, voor
de weg naar de bus. Maar voor mij is het alles. Het is mijn drug. En ik zal het
missen... Maar vanavond... op de een of andere manier... was het niet het jonge
meisje dat haar plek nog steeds probeerde te vinden. Niet de verslaafde die
wacht tot het gordijn opgaat. Vanavond heb ik van de tekst genoten, ik vond er
nieuwe betekenissen in, nieuwe uitdagingen in de ogen van de andere acteurs,
nieuwe ideeën. Ik denk vanavond, wetende dat dit het einde was, dat het puur
vakwerk werd. Bijna voor de eerste keer. Hoe onverwacht. Dat op een avond met
zo'n applaus, dat ik minder mezelf en meer de actrice was. Dat is het
afscheidscadeau dat jullie vanavond aan mij gegeven hebben. En het was een
echte verrassing, die ik dankbaar ontvang. Nog een goede avond. Vaarwel. En
bedankt voor ieder van jullie die mij in de warmte van de schijnwerpers zetten. Ik
zal jullie missen. En de warmte ervan. Alles.
(ZIJ NEEMT HET BOEKET TERUG VAN ROGER. WE HOREN HET PUBLIEK
ENTHOUSIAST APPLAUDISSEREN. LYDIA WANDELT UIT DE SPOTLIGHT EN
VAN DE SCENE. DE SPOT GAAT UIT. BLACKOUT)
EINDE VAN SCENE DRIE
42
SCENE 4
(DE LICHTEN GAAN OP IN DE KLEEDKAMER. DANIËL EN KATHERINE
LUISTEREN INTENS NAAR DE INTERCOM, NAAR HET GEWELDIGE
APPLAUS. KATHERINE ZET HET UIT)
KATHERINE: Zo, dat is het. Het einde van een tijdperk. Ik moet alles klaar maken.
(KATHERINE CONTROLEERT NU OF ALLES KLAAR STAAT VOOR DE
TERUGKEER VAN LYDIA EN BEREIDT EEN EXTRA KRUIDENTHEE VOOR)
DANIËL: Moet ik weggaan, denk je?
KATHERINE: Ik weet het niet. Ja. Misschien ja. Voor een momentje. Kom terug als alle anderen
hier zijn. Er is een lege kleedkamer hiernaast, je kan daar wachten.
DANIËL: Oké.
(DANIËL OPENT DE DEUR OM WEG TE GAAN)
KATHERINE: Je bent je thee vergeten.
DANIËL: Ja, dat weet ik..
(DANIËL VERTREKT ZONDER ZIJN THEE. KATHERINE VERWIJDERT DE
KOP EN SPUIT PARFUM IN DE KAMER. KORT NADIEN KOMT LYDIA
BINNEN. ZE SLUIT DE DEUR EN HOUDT ER ZICH AAN VAST. ZE HAALT
EENS DIEP ADEM)
KATHERINE: Het ging perfect.
LYDIA: Dat deed het inderdaad. En zo onverwacht.
KATHERINE: Uw toespraak was mooi.
LYDIA: Tsjechov zou hem beter geschreven hebben. Verdomde dramaturgen. Ze zijn
altijd dood als je ze nodig hebt.
(LYDIA GAAT VAN DE DEUR NAAR HET CENTRUM VAN DE KAMER. ZE
LAAT HAAR HOOFD ZAKKEN, ZODAT KATHERINE DE PRUIK EN HET
HAARNETJE GEMAKKELIJK KAN VERWIJDEREN. KATHERINE GEEFT LYDIA
EEN HANDDOEK, ZODAT DIE HAAR EIGEN HAAR KAN DROGEN)
LYDIA: Het was daar erg heet. Ik dacht dat ik zou smelten.
KATHERINE: Ik zal je wat water halen.
(EEN KLOP OP DE DEUR)
LYDIA: Nu al!? Mijn god, wat zijn ze snel!
BARRY: (BUITEN AAN DE DEUR) Het is Barry… Hallo?
KATHERINE: Ik kan hem vragen om te wachten.
LYDIA: Wat heb je gedaan, Barry? Ben je naar hier gelopen?
43
BARRY: Ik kon geen seconde wachten om je te zien.
LYDIA: Wel, hou het nog even vol, ik ben nog steeds niet uit mijn kostuum geraakt.
BARRY: (NOG STEEDS BUITEN AAN DE DEUR) Wel, schiet dan op! (KATHERINE
HELPT LYDIA UIT HAAR KOSTUUM) Je was hemels. Heerlijk.
LYDIA: (TEGEN KATHERINE) Hij laat het klinken alsof ik een dessert ben.
BARRY: Ik zou je kunnen opeten!
LYDIA: Daar heb je het, wat heb ik je verteld?
KATHERINE: (GRINNIKEND) Wat wil je aandoen?
LYDIA: De kamerjas, de paarse.
BARRY: Heb je nog wat tijd nodig? Of kan ik nu binnenkomen?.. Lydia? Je was om op te
vreten. Jum, jum. jum, jum!
LYDIA: (TEGEN KATHERINE) Waarom is er nooit een machinegeweer in de buurt als je
er één nodig hebt? (KATHERINE HELPT LYDIA MET DE KAMERJAS EN BINDT
HEM DICHT) Hoe zie ik eruit?
KATHERINE: Je ziet er geweldig uit.
LYDIA: Nee, ik zie er verschrikkelijk uit. Maar je bent goed opgevoed. Laat hem maar
binnen.
(KATHERINE OPENT DE DEUR EN BARRY, MET ZIJN ARMEN WIJD OPEN,
VLIEGT NAAR LYDIA)
BARRY: Oh, Lydia!
LYDIA: Oh, ga zitten! Stop met dat gedoe.
(HIJ SLUIT HAAR OP IN EEN GROTE OMARMING)
BARRY: Een avond uit de duizend! Ik zou mijn geluk kunnen uitschreeuwen! Geef me een
kus!
LYDIA: Oh, dat is toch echt niet nodig.
BARRY: Je kan me nu geen kus ontzeggen… niet na al die jaren.
LYDIA: Och ja, als het moet... (ALS ZE HEM WIL KUSSEN KOMT DANIËL DE KAMER
BINNEN EN ZIET ZE DE MOGELIJKHEID OM ERAAN TE ONTSNAPPEN)
Daniël! Oh, mijn engel! (ZE LOOPT VOORBIJ DE WACHTENDE LIPPEN VAN
BARRY NAAR HAAR ZOON) Je hebt de timing van je moeder. Slimme jongen.
DANIËL: Ze zeggen dat het heel goed ging.
LYDIA: Ja. (ZIJ KUST HEM) Ja. En jij was erbij. Dat was het beste van alles.
(ROGER EN PAUL KOMEN NU DE KAMER IN. ROGER DRAAGT DE
RUSSISCHE SAMOVAAR VAN HET TONEELSTUK)
44
PAUL: Ah, dus hier is waar het feest is. Lydia… je was fantastisch. Ik had het zelf niet
beter kunnen doen. Dit is Roger, overigens… de regisseur. Ik wist niet of jullie
elkaar al ontmoet hadden?
ROGER: Dat hebben we zeker! En ik heb de littekens om het te bewijzen. Bravo Lydia. Een
geweldige avond.
BARRY: We zouden champagne moeten hebben. (TEGEN KATHERINE) Is er
champagne?
KATHERINE: Ja, heel veel. Help me eens een handje, Daniël.
(TERWIJL HET GESPREK VERDER GAAT, VULLEN DANIËL EN KATHERINE
DE GLAZEN MET TWEE FLESSEN CHAMPAGNE. LYDIA ZIET DE
SAMOVAAR)
LYDIA: En waarom heb je die Samovaar naar hier gebracht? Zit hij vol Wodka?
ROGER: Nog niet, maar dat is een verdomd goed idee. Dit is mijn souvenir. Een cadeau
van de producenten.
LYDIA: Je bedoelt dat je het stal als ze niet keken?
ROGER: Hoe dan ook… hij is van mij!
PAUL: Ik moet zeggen, Lydia, je leek wel twintig jaar jonger op het podium vanavond.
BARRY: Inderdaad! Dat is waar! Het was magisch.
ROGER: Ik dacht dat het applaus nooit zou eindigen.
BARRY: En je speech…
PAUL: Ja. Zeer interessant, vond ik.
BARRY: Zo gevoelig.
PAUL: Bijna echt. Alsof je het al niet weken had ingestudeerd.
LYDIA: Dat had ik niet. Echt niet.
PAUL: Zo ben jij helemaal niet. Misschien verander je wel.
LYDIA: Wel, het werd tijd.
ROGER: Dat kan ik onderschrijven!
(OP DIT PUNT KNALT DE CHAMPAGNEKURK. EEN VOCALE REACTIE VAN
IEDEREEN. ZIJ NEMEN ELK EEN GLAS ALS DANIËL EN KATHERINE DE
DRANKJES UITGIETEN)
BARRY: Iemand zou een toespraak moeten houden... Misschien ik wel. (BARRY GAAT
NAAR HET CENTRUM VAN DE KAMER, KLAAR OM EEN TOAST UIT TE
BRENGEN, MAAR ZONDER TE WETEN WAT HIJ WIL ZEGGEN) Beste
vrienden. Bij een gelegenheid als deze… Op zo'n groot en belangrijk… Oh, Lydia.
45
Beste Lydia. Als we ... Als ik ... Eum… wacht, wacht, laat me gewoon even... Ik
weet het weer… Lydia… we heffen ons glas op... een momentje…
LYDIA: Waarom doen we dit niet later, nadat je het gerepeteerd hebt?
BARRY: Sorry. Ik heb een goede regisseur nodig.
LYDIA: (OM ROGER BEWUST TE BELEDIGEN) Wel, helaas, er is er in geen mijlen één
te bespeuren!
PAUL: Och, de toespraken kunnen de pot op, laten we die verdomde dingen opdrinken.
(ER IS EEN VOCAAL AKKOORD VAN IEDEREEN EN ALLEN DRINKEN) Dat is
niet slecht. Is er iets te eten?
(OP DIT MOMENT VALT CHARLES BINNEN, SERIEUS BUITEN ADEM)
CHARLES: Een stoel! Snel!
LYDIA: Charles! Ik dacht dat we het er over eens waren.
CHARLES: Laat me zitten.
LYDIA: O, jij domme man. (ZIJ BRENGT HAAR STOEL TOT BIJ CHARLES, DIE ZICH
EROP LAAT VALLEN) Je zult jezelf nog iets aandoen.
CHARLES: Maak je geen zorgen over mij. Ik ben een voorbeeld van de perfecte gezondheid.
Heeft iemand wat zuurstof?
PAUL: Probeer de champagne, daar zitten bubbels in.
(PAUL NEEMT EEN GLAS CHAMPAGNE VAN DANIËL)
CHARLES: Champagne, ja. (TEGEN LYDIA) Je was buitengewoon, vanavond. Ik kon niet
langer wachten om je te zien, zodat ik je dat kon vertellen. Je sneed mijn adem af.
Zelfs meer dan de trap dat deed.
LYDIA: Alsjeblieft, niet nog meer complimenten. Ik kan het niet meer aan. (TEGEN
IEDEREEN) Je bent allemaal erg vriendelijk, maar ik wil vanavond geen
complimenten meer horen.
PAUL: Werkelijk? Zijn we in de juiste kamer?
BARRY: (PROBEERT OM DE AANDACHT VAN IEDEREEN TE KRIJGEN) Het spijt me.
Het spijt me iedereen. Maar ik ben er nu klaar voor. Laat me opnieuw beginnen.
(IEDEREEN NEGEERT BARRY. PAUL GEEFT CHARLES HET GLAS
CHAMPAGNE)
PAUL: Hierzo, kerel. Drink het langzaam op.
CHARLES: Dank je. Gezondheid iedereen!
PAUL: Dus jij bent Charles? Charles van Genève?
CHARLES: Ja. Kennen wij elkaar? (TEGEN LYDIA, ALS GRAP) Toch weer geen van je ex-
minnaars, zeker?
46
LYDIA: (VERANDERD VAN ONDERWERP) Heeft iedereen nog een drankje? Schenk
nog eens in, Daniël.
(DANIËL EN KATHERINE VULLEN ALLE GLAZEN BIJ)
PAUL: Wel, Lydia, je zei dat je rust wilde. (KIJKT NAAR CHARLES) En ik denk dat we je
dat zonder probleem kunnen garanderen.
LYDIA: Paul, hou op en ga op de sofa zitten.
PAUL: Ja mevrouw.
(PAUL GAAT OP DE SOFA ZITTEN, EEN GROTE GLIMLACH OP ZIJN
GEZICHT. DANIËL BIED ROGER NOG WAT CHAMPAGNE AAN)
ROGER: Nee, niet meer voor mij. Ik moet de andere castleden nog bezoeken. Tot ziens
iedereen. Vaarwel Lydia.
CHARLES: Moet je niet "au revoir" zeggen?
ROGER: Nee, ik geloof niet dat ik dat zou moeten doen. (HIJ NEEMT DE SAMOVAAR OP)
Doe ze de groeten in Genève. (TEGEN LYDIA) Ik hoop dat de frisse lucht je goed
zal doen… en je terug komt als een ander mens. En nu mijn grote afgang!
(ROGER GAAT, EXTREEM RAAR, AF MET ZIJN SAMOVAAR)
CHARLES: Hij is een beetje vreemd… je regisseur.
LYDIA: Eigenlijk is hij één van de meest normale. Regisseurs zijn een heel rare groep
mensen. Echt… ze zouden ze allemaal eens moeten tentoonstellen. De mensen
zouden erdoor gefascineerd zijn.
BARRY: (VOLHARDEND) Ik denk dat ik nu weet wat ik wilde zeggen.
LYDIA: De vraag is, Barry, of iemand er naar wil luisteren? (ZE LACHT)
BARRY: (ONTEVREDEN) Ik vind dat dat een beetje te…
LYDIA: (EEN PLOTSE INVAL, HEM ONDERBREKEND) Chocolade! Zijn er pralines?
DANIËL: Ik denk dat Katherine ze allemaal heeft opgegeten.
KATHERINE: Niet waar! Hier zijn ze.
(KATHERINE PRESENTEERT DE DOOS MET PRALINES AAN LYDIA.
ONDERTUSSEN GIET BARRY ZIJN CHAMPAGNE IN DE VAAS MET DE
BLOEMENSTELEN EN VULT ZIJN CHAMPAGNEGLAS TOT AAN DE RAND
MET COGNAC)
LYDIA: Ik zal de mensen missen die me chocolade sturen. (ZIJ NEEMT EEN PRALINE)
CHARLES: We hebben ook chocolade in Zwitserland, weet je.
LYDIA: Oh ja, natuurlijk!
CHARLES: Ik zal je er elke ochtend gaan kopen. Ik sta op terwijl je nog slaapt en loop dan
naar de winkel.
47
PAUL: Ik hoop dat die winkels niet op een berg gevestigd zijn of je zult hem de hele dag
niet zien.
CHARLES: Sorry, wat was dat?
PAUL: Niets, ik was gewoon… (TEGEN LYDIA) Ik zou graag wat meer van Zwitserland
willen weten. Vertel me er eens over.
LYDIA: Oh, in Godsnaam… Je bent niet in het minst geïnteresseerd…
PAUL: Toch wel! Ik ben dat echt. Als je dit alles voor die plek wilt verlaten, dan wil ik
weten wat er zo speciaal aan is. Is het er mooi?
LYDIA: Meer dan mooi. Aan de andere kant van het meer kan je de Alpen zien… Wit
besneeuwd en met hun perfecte reflectie in het koele water. En vogels vliegen
over je hoofd, terwijl er een toevallige boot langs drijft, langs de rand van het meer
en de houten staketsels. En de charmante kleine dorpjes. En in het voorjaar zijn
er, overal waar je kan zien, kleine kleurrijke bloemen. En frisse lucht in een zachte
wind.
CHARLES: Dat klopt, dat is volledig juist.
LYDIA: En dat is niet alles. Er zijn zoveel plaatsen om te bezoeken… Franse, Italiaanse,
Duitse. Elk met hun eigen restaurants. In één namiddag kan je croissants, pizza's
en worsten eten, elk in hun eigen taal.
PAUL: Ga je dan niet dik worden?
LYDIA: Oh, dat hoop ik wel. Het eten is er uitzonderlijk, de mensen beleefd, de straten
schoon. Ik droomde van zo een plek. En nu is die van mij. En ik kan het allemaal
met Charles delen.
PAUL: En wat wil je de hele dag doen… met Charles? Behalve eten?
LYDIA: (TEGEN CHARLES) Oh, de tijd vliegt als we samen zijn, nietwaar?
CHARLES: We praten urenlang. Prachtige gesprekken.
(HIJ BEGINT TE HOESTEN BIJ HET WOORD ‘GESPREKKEN’, MAAR
VERMANT ZICH SNEL)
LYDIA: Het is waar. We hebben nooit gesprekstof tekort. Alhoewel ik soms volkomen stil
word en gewoon wil luisteren. Als een studente, die verliefd is op haar leraar. Hij
is een fascinerende, wonderbaarlijke man. De liefde van mijn leven.
PAUL: Dus je heb eindelijk alles wat je wilde?
LYDIA: Inderdaad.
PAUL: Goed. Goed voor je.
BARRY: (TEGEN ZICHZELF, TERWIJL HIJ SNEL ZIJN COGNAC OPDRINKT) Ja, goed
voor jou...
48
ROGER: (VERSCHIJNT OPNIEUW, NU ZONDER SAMOVAAR) Ze willen de kostuums
voor de vrachtwagen. (ER GEBEURT NIKS) De vrachtwagen, de vrachtwagen!
De kostuums! (KATHERINE REAGEERT NU, BEGINT DE KOSTUUMS TE
VERZAMELEN) Weg met het oude, terug met de nieuwe!
KATHERINE: Ga jij de pruik ook meenemen, Roger?
ROGER: Dat zou ik kunnen. (ROGER KIJKT NAAR DE PRUIK OP DE MANNEQUIN) Ik
zou ze naar huis kunnen meenemen om ze tentoon te stellen in de hal…
Bovenop een spies!
(ROGER LACHT. HIJ GAAT AF, KATHERINE VOLGT HEM MET HAAR ARMEN
VOL KOSTUUMS)
LYDIA: Ik begin hem te haten...
DANIËL: Misschien moet je alles maar weggooien? Moet het niet allemaal weg zijn tegen
vanavond?
LYDIA: Ik vertraag het. Ik bereid me er op voor. De laatste voorstelling is altijd een heel
vreemde zaak, zelfs bij de meest onbeduidende tournees. Er heerst een feestelijk
gevoel achter de scène, een grote bui van opwinding, tranen en glimlachjes en de
chaotische uitwisseling van telefoonnummers. En dan vertrekt elke acteur met
een lachje en een vrolijk gewuif. Maar als je ze de straat ziet overlopen, zien ze er
vreselijk eenzaam uit. Dat is het ding, zie je. Na al dat gezelschap en gebabbel,
na het applaus en de extase, gaan ze - wij - alleen naar huis. Daarom drinken
acteurs zoveel. Dat vertrek zo lang mogelijk uitstellen als we kunnen. En dat is
waarom acteurs de gelukkigste, zieligste mensen zijn, die je ooit zal ontmoeten.
(ZE DRINKT)
CHARLES: Maar je bent niet verdrietig vanavond. Want je gaat naar huis met mij.
LYDIA: Ja. En dat op de vooravond van een groot avontuur... Dus - je hebt gelijk - we
kunnen er maar evengoed mee beginnen. (TEGEN DANIËL) Daniël, kan je me
even helpen om deze kaarten op te ruimen? (DANIËL BEGINT DE KAARTEN
ROND DE SPIEGEL EN IN DE KAMER TE VERZAMELEN) Moet er nog iemand
een drankje hebben?
BARRY: Ah ja, dank je.
(HIJ HELPT ZICHZELF DOOR ZIJN CHAMPAGNEGLAS MET NOG MEER
COGNAC TE VULLEN)
LYDIA : Nog wat champagne, Charles?
CHARLES: Nee, ik moet doorgaan.
LYDIA: Wacht schat, ik ben hier snel klaar.
49
CHARLES: Maar ik heb een voorsprong nodig.
LYDIA: Onzin.
DANIËL: (REFEREERT NAAR DE KAARTEN) Ken je al deze mensen echt?
LYDIA: Het zijn meestal acteurs. Elke kaart draagt een herinnering aan één of andere
oude voorstelling. Dit beroep laat je met zoveel herinneringen achter.
DANIËL: Je hebt veel geluk. Om iets te mogen doen waar je van houdt. (KIJKT NAAR EEN
VAN DE KAARTEN IETS DUIDELIJKER) Dat geeft je zoveel om naar terug te
kijken.
LYDIA: Ik ben gelukkig. En ik weet het. Je zult ook ooit geluk hebben.
DANIËL: (KIJKT NAAR LYDIA) Eigenlijk ben ik niet zeker dat ik dat zal hebben. Ik heb het
idee dat ik nooit zal ontdekken wat ik met mijn leven wil doen.
LYDIA: Daniël ..
DANIËL: Oh, ik vul het wel op de één of andere manier op. Maar ik heb nog geen idee
waar het naartoe gaat.
LYDIA: Doe niet onnozel.
DANIËL: Oh, het is niet onnozel. Het is zoals het is. Ik ben niet uniek. Ik denk dat mijn hele
generatie naar de knoppen gaat. Heel weinig van mijn vrienden hebben een pad,
een doel. We drijven allemaal gewoon wat mee. (HIJ KIJKT NAAR ALLE
KAARTEN IN ZIJN HAND EN DAN TERUG NAAR LYDIA) Maar dan kijk ik naar
jou. En hoe jij op zo'n jonge leeftijd al wist wat je wilde doen. Je realiseerde je niet
hoe jaloers ik daarover was. Hoe ik wenste dat er iets van die vonk naar mij zou
overslaan en me een doel zou geven. (HIJ GEEFT HAAR DE KAARTEN) Maar jij
bent nooit verloren gelopen, nietwaar?
LYDIA: Het vinden van welke carrière je wil in het leven, zorgt niet noodzakelijkerwijs voor
geluk.
DANIËL: Nee. Maar je weet wie je bent.
LYDIA: (STREELT ZIJN KAAK, MET AFFECTIE) En we vinden wel wie jij bent, Daniël.
Het heeft alleen wat meer tijd nodig. En daar heb ik nu genoeg van. Ik zal je
helpen. Je kan langs komen en zo lang blijven als je wilt.
DANIËL: Ik vind het hier leuk.
LYDIA: Maar ik zal hier niet zijn, lieveling. Zotje. (VERANDERD VAN ONDERWERP) Er
zullen ook kaarten aan de bloemen hangen. Verwijder die ook, alsjeblieft. Ik wil ze
niet kwijt geraken als ze uitgebloeid zijn.
DANIËL: Neem je niet alle bloemen mee?
50
LYDIA: Nee, alleen de kaarten. We geven de bloemen weg. Wij kunnen ze aan de
daklozen geven.
PAUL: Waarom zouden de daklozen bloemen willen?
LYDIA: Voor de decoratie! Ze moeten hier allemaal buiten. We kunnen er elk een armvol
van meenemen. Jij natuurlijk niet, Charles. Barry kan er wat extra nemen.
BARRY: Nee, Barry kan dat niet!
LYDIA: (TEGEN BARRY) Wat is er met jou vanavond?
BARRY: Ik had een toespraak!
(LYDIA ZIET ZIJN GLAS EN DE LEGE COGNACFLES)
LYDIA: Heb je al mijn cognac opgedronken? Waarom heb je de andere cognac niet
opgedronken, diegene die jij gekocht had? De mijne was duurdere! Komaan
zeg… hij is half leeg… ik dacht dat je maar 10% van alles afnam? Enfin...
(TEGEN DE ANDEREN) Kom, laten we deze verdomde bloemen weg doen. Paul,
neem jij de boeketjes die het dichtst bij je staan, en Daniël… pak een paar van die
grote boeketten mee. (PAUL EN DANIËL DOEN, ZOALS HUN GEVRAAGD
WERD, LYDIA ORGANISEERT ALLEEN) En Barry, jij kan die in de potten daar
achteraan nemen.
BARRY: Niemand mag vertrekken… we hebben nog niet getoast!
LYDIA: We gaan niet meer toasten, we doen de bloemen weg. Probeer eens bij te blijven.
(PAUL EN DANIËL STAAN NU TE WACHTEN MET HUN ARMEN VOL
BLOEMEN)
CHARLES: Bewaar er één voor in mijn knoopsgat.
LYDIA: Je kan er een heel bos hebben voor in je knoopsgat. Waarom nemen we niet een
paar van die rozen en persen ze plat in onze boeken?
PAUL: Boeken!? Lees je tegenwoordig ?! Wanneer begon die dwaasheid?
BARRY: Ik wil graag een toast uitbrengen op Lydia en…
LYDIA: (NEGEERT BARRY) Ik heb nooit gelezen. Toch geen boeken. Alleen scripts en
nog eens scripts. Maar boeken zijn zo geweldig… Je kan er helemaal in
wegzinken. Charles heeft me de complete set van…
BARRY: (ONDERBREEKT MET EEN VERHOOGDE STEM) Zou ik eindelijk eens mogen
spreken !?
LYDIA: Och, hou toch je mond, Barry!
BARRY: (ZIJN GEDULD VERLIEZEND) Nee, hou jij je mond! Verdomme!! (IEDEREEN
BEVRIEST. LUID) Jij staat nu niet meer in de spotlight. Ik moet je iets vertellen!
51
En ik zou dankbaar zijn als je me wat hoffelijkheid zou laten zien en er naar zou
luisteren, verdomme!
LYDIA: Barry! Je schreeuwt! (SCHREEUWT) Ik wil niet dat in mijn kleedkamer wordt
geschreeuwd!
BARRY: Het is jouw kleedkamer niet meer, Lydia. Margaret Lovechild start dinsdag in
"Cleopatra"… dus zij erin en jij eruit!
LYDIA: Ik apprecieer die toon van je niet.
BARRY: Jij apprecieert niets. Of niemand! Dat heb je nooit gedaan. Je laat ons allemaal
achter je aan lopen als onnozele puppy’s. Je zaagt en klaagt constant en niets is
ooit goed - of goed genoeg - en het enige wat we steeds doen, is je het beste van
alles geven. De beste theaters, de beste stukken, het beste salaris en het is nooit
genoeg. Nooit. Er zijn actrices - duizenden van hen – die van plezier zouden
huilen op het vooruitzicht om slechts één nacht in je schoenen te mogen staan.
En jij spuwt op ieder van hen.
LYDIA: (VERBAASD) Wat geeft je het recht om…
BARRY: Heb je al één seconde nagedacht over wat er gebeurt als je die deur uitstapt? De
mensen die door jou worden vertrapt? Ik heb niets meer als jij weg bent. Niets.
Heb je me ooit gevraagd of ik met pensioen wilde? Heb je dat? Wel, dat wil ik
niet! Ik wil niet met pensioen gaan. Ik wil een leven… meer van dit leven hier. Ik
wil dat mensen me blijven zien, me goeiedag komen zeggen. Om gerespecteerd
te worden. Om in het midden van de actie te zijn. En daar geeft jij niks om. Jij
geeft niets om wat er met mij gebeurt. En wat zal er met mij gebeuren? Het is
gedaan. Ik ben al vergeten. Jij zelfzuchtige, egoïstische, harteloze vrouw!
(BARRY BARST NU IN TRANEN UIT. HIJ GRIJPT DE DOOS MET TISSUES.
IEDEREEN IS SPRAKELOOS)
LYDIA: Wel, ik...
CHARLES: (STAAT OP, TEGEN BARRY) Ik denk dat je maar beter vertrekt.
BARRY: Dat is het, gooi me maar op de straat! (HIJ GAAT NAAR DE DEUR, MAAR KOMT
WEER TERUG) Egoïstisch. (SCHREEUWT) Zelfzuchtig!
(BARRY VERTREKT, SLAAT DE DEUR DICHT ACHTER HEM)
PAUL: (NA EEN KORT PAUZE) Kom… wees eerlijk. Ben ik de enige die dat leuk vond?
LYDIA: Ik kan bijna niet…
DANIËL: Vergeet het gewoon. Hij had te veel Cognac gedronken.
LYDIA: Het is mijn schuld niet, zijn klantenlijst is een acteurskerkhof. Waarom is dat mijn
schuld? Gezien zijn absolute incompetentie bij het selecteren van mensen, zou hij
52
me verdomd dankbaar moeten zijn dat hij mij al die jaren heeft gehad. Ik wilde
niet eens een agent!
CHARLES: Kalmeer nu maar, Lydia.
LYDIA: Echt niet Alles wat ze doen is in de weg lopen. Wat is het punt?
PAUL: Ik verwacht dat ze je in de hand moeten houden.
LYDIA: Niemand vraagt je wat, Paul. Je weet er niets van. Oh God, ik kan hier binnen niet
ademen. Al die verdomde bloemen… het is verstikkend. Het is mijn recht om met
pensioen te gaan wanneer ik wil. Om te doen wat ik wil, te gaan waar ik wil. Is het
niet? In Godsnaam, dat is geen retorische vraag - toch !? (ALLEN DRUKKEN
EEN ALGEMEEN "JA" UIT) Haal nu die bloemen hier weg voordat ik hooikoorts
krijg.
(CHARLES BEGINT TE KUCHEN. PAUL EN DANIËL GAAN NAAR DE DEUR
MET DE BLOEMEN, PAUL PAUZEERT EVEN OM SNEL EEN COMMENTAAR
OP CHARLES TE GEVEN ALS HIJ AF GAAT)
PAUL: Als je niet meer bij ons bent op het moment dat ik terugkom, was het leuk om je
ontmoet te hebben.
(PAUL EN DANIËL AF. CHARLES VOLGT HEN)
LYDIA: Waar ga je heen?
CHARLES: Ik ben al dit geschreeuw niet gewoon. Ik heb wat lucht nodig. Ik wacht op je bij de
uitgang.
LYDIA: Dus dat is hoe het zal zijn? Wanneer er iets onaangenaams gebeurt, loop je zo
snel mogelijk weg?
CHARLES: Ik wou dat ik hier weg kon lopen.
LYDIA: Ik heb soms hulp nodig. Iemand om op te steunen. Mag ik op je rekenen,
Charles? Kan ik dat? Of ga je gewoon omvallen?
CHARLES: We zullen dit bespreken als je besluit om weer redelijk te zijn.
LYDIA: Redelijk?
CHARLES: Redelijk, ja. Weet je zelfs niet wat dat betekent?
LYDIA: Natuurlijk weet ik dat, jij Zwitserse gek.
CHARLES: Oké… de gek gaat wel weg.
LYDIA: Goed. Ga dan maar! Ga!
CHARLES: We zullen dit de komende 24 uur maar vergeten. En dan kunnen we het allemaal
bespreken, aan het meer.
LYDIA: Ja, of gooi je jezelf er maar ineens in!
(KATHERINE KOMT TERUG BINNEN)
53
KATHERINE: Wat is er gebeurd? Ik heb enorm veel kabaal gehoord.
LYDIA: Dat was het geluid van de carrière van mijn agent die aan z’n eind kwam. Het was
nogal luidruchtig.
KATHERINE: Je ruimt de bloemen op? Zal ik…
LYDIA: Ja, neem maar een paar boeketjes mee en help Charles van de trap. Of duw hem
maar naar beneden, wat je zelf wil. Op dit moment maakt het mij niets meer uit.
(KATHERINE NEEMT WAT BLOEMEN)
CHARLES: Het beste wat we kunnen doen, is je zo snel mogelijk uit dit gebouw weghalen,
denk ik. Theaters zijn duidelijk niet goed voor je gemoedstoestand. Van wat ik
gezien heb, gedraag je je als een halve gare.
LYDIA: Slechts een ‘halve"?!
(KATHERINE ASSISTEERT CHARLES NAAR DE DEUR)
CHARLES: (TEGEN KATHERINE) We hebben zeer weinig acteurs in Zwitserland. Daarom is
het er zo stil...
(ZE VERLATEN LYDIA. ZE PROBEERT ZICH TE KALMEREN. ZE IS NU
ALLEEN IN DE KAMER. ZE SLUIT HAAR OGEN EN ZUCHT DIEP. WANNEER
ZIJ HAAR OGEN OPNIEUW OPENT, REALISEERT ZE ZICH HOE LEEG DE
KAMER IS. ZE WANDELT DOOR DE KAMER, RAAKT DE MUUR AAN, DE
MEUBELS, HAAR MAKE-UPKIST. ZIJ WORDT EMOTIONEEL EN BEGINT TE
HUILEN. ZIJ BRENGT HAAR HANDEN NAAR HAAR GEZICHT OM ZICH TE
HERPAKKEN. PAUL KOMT IETS LATER IN DE DEUR STAAN, HIJ LEUNT
TEGEN DE DEURSTIJL)
PAUL: Gaat het ?
LYDIA: Nee, ik denk het niet. Het is hier zo leeg.
PAUL: Om eerlijk te zijn, een beetje minder leeg nu ik hier sta... Heb je geweend?
LYDIA: Nee… gewoon een traan of twee. Ik ben er verbaasd over, ik dacht dat ik me van
die emotie al had bevrijd tijdens het stuk. Ik denk dat echte tranen uit een ander
deel van je lijf komen. Ik ben een beetje bang.
PAUL: Jij? Jij bent nergens bang voor.
LYDIA: Ik was dat niet. Maar ik word ouder.
PAUL: Doe niet belachelijk. Actrices worden niet ouder. Ze krijgen gewoon grotere
pruiken en meer make-up.
LYDIA: (LACHT EEN BEETJE) Dat is waar. Tot het moment komt wanneer je je replieken
niet meer van buiten kunt leren. Dan verouder je zo snel dat je er van omver
valt... Ga je daar gewoon blijven staan? Je ziet eruit alsof je de muur recht houdt.
54
PAUL: Dat zou nodig kunnen zijn. Het gerucht gaat dat als jij uit dit gebouw vertrekt, het
dak instort. Het heeft geen zin om hier nog te staan zonder jou.
LYDIA: Ik zou dat graag willen geloven. Maar de volgende vrachtwagen diva’s rijdt al de
stad in.
PAUL: Heb je een knuffel nodig? Ik ben volledig beschikbaar voor knuffels. Of - indien
nodig -voor iets meer…
LYDIA: Laat me je niet weer moeten slaan. Het is niet goed voor mijn handpalmen.
PAUL: Dan blijf ik hier, als je het niet erg vindt. Mijn tandarts zal het waarderen. Ik bekijk
je wel van op afstand.
LYDIA: Er bestaat geen wet die dat verbiedt.
PAUL: Er zou er één moeten zijn… je weet niet waar ik aan denk... (EEN MOMENT)
Waarom heb je me ooit verlaten?
LYDIA: Oh Paul… nu niet.
PAUL: Wel, het was niet logisch. (PAUL BEKIJKT ZICH SNEL IN DE SPIEGEL) Ik ben
aantrekkelijk.
LYDIA: Nee, je bent arrogant en kortzichtig. Dat is niet hetzelfde.
PAUL: Ik denk dat jij en ik het meer kans hadden moeten geven…
LYDIA: Meer kans !? Je kreeg een dozijn kansen, Paul!
PAUL: Een dozijn! Mijn god, je overdrijft. Het waren er niet meer dan tien.
LYDIA: Ha!
PAUL: En je had me toen al verlaten.
LYDIA: We waren nog getrouwd.
PAUL: Alleen technisch gezien. Het huis stond te koop, je had al je bezittingen al
verwijderd en je had me gezegd dat je me nooit meer wilde zien.
LYDIA: Wat niet werkte. Je bent me over het hele land gevolgd tijdens de opvoeringen
van "Hamlet"… ik kon me niet van jou ontdoen.
PAUL: Ik wilde dat er dingen bleven plakken.
LYDIA: En hoe heb je dat gedaan? Door seks te hebben met de actrice die Ophelia
speelde! Ik voelde me zo vernederd. De arme meid wist trouwens ook niet wat
haar overkwam.
PAUL: Ik zou het zo niet stellen.
LYDIA: En je had verschillende slippertjes met de kleedster van één van de dames… of
als het gerucht waar is, met allebei. Aan het eind van het tournee had je met elke
vrouw in Denemarken geslapen!
55
PAUL: Wat had je dan verwacht, als je me elke avond afwees,? Ik hield van je! Voor
'Hamlet' heb ik nooit naar een andere vrouw gekeken. (EEN BLIK VAN LYDIA) Ik
deed het echt niet! Ik was er voor jou.
LYDIA: Als dat zo was, heb ik het toch niet gezien.
PAUL: Dan had je misschien soms eens van je scripts moeten opkijken? Het is niet
makkelijk om voor je aandacht te concurreren met duizenden juichende fans. Als
je in het theater was, was dat allemaal heel normaal, maar als je over niets
anders meer praat en dat alles is waar je mee bezig bent, hoeveel ruimte blijft er
dan over voor een echte menselijke relatie? Verdomme, Lydia. Als je daar met die
oude bankier kan van weggaan, waarom kon je dat dan niet met mij?
LYDIA: Ik weet het niet.
PAUL: Dat is geen antwoord.
LYDIA: Het is alles wat ik kan zeggen. Ik kan niet meer uitleggen hoe ik me tien jaar
geleden over iets gevoeld heb. Ik weet bijna niet meer wat ik gisteren voelde. Het
werkte gewoon niet. Dat is mijn pathetische antwoord. Sorry. Maar - voor wat het
waard is - het spijt me… soms. En voor de goede orde, ik ben er zeker van dat
Ophelia het ook betreurt!
PAUL: Dat betwijfel ik heel erg. Wat is er overigens met haar gebeurd?
LYDIA: Wel, ze rende niet naar een klooster, als het dat was wat je hoopte. Zo goed ben
je ook weer niet. Ik denk dat ze eindigde in “de tante van Charley”. Maar moeten
we echt over haar praten?
PAUL: Nee, laten we over jou praten... En over mij.
LYDIA: Je bent vermoeiend.
PAUL: (EEN GLIMLACH) Bedankt.
(LYDIA GAAT ZITTEN EN ZUCHT DIEP. ZIJ KIJKT DE KAMER ROND)
LYDIA: Is deze kleedkamer niet verschrikkelijk? Het zijn de meest afschuwelijke plaatsen
zodra ze alles weg halen. Plotseling ben je precies op een begrafenis.
PAUL: Haal me hier dan ook weg. Laten we een stukje gaan wandelen.
LYDIA: Een wandeling? Ja, oké. Waarom niet? Ik wil graag een laatste wandeling door
de boomgaard maken.
PAUL: Boomgaard? Welke boomgaard?
LYDIA: Die van de Kersentuin.
PAUL: Ik dacht dat je die verkocht had?
LYDIA: Doe niet zo idioot.
56
PAUL: Dat klopt, dat herinner ik me…aan één of andere Russische bediende. Jezus,
vertel me niet dat ik daar drie uur heb gezeten en dat er niets van waar was!
LYDIA: (KAN HET NIET HELPEN, MAAR MOET EEN BEETJE LACHEN) Je zal het leuk
vinden om eens op het podium te staan, nu de voorstelling gedaan is. Het heeft
een zeer bijzondere sfeer. Spookachtig, maar vriendelijk. We nemen de laatste
bloemen met ons mee. Verspreiden de bloemblaadjes op de trap.
PAUL: Maar Charles is nog steeds op die trap. De mensen zullen denken dat hij pas
getrouwd is.
LYDIA: Kan je stoppen om met hem te lachen?
PAUL: Nee! Als hij dan toch zo lang wil leven, verdient hij alles wat hij krijgt.
(KATHERINE KOMT TERUG BINNEN)
LYDIA: We kunnen langs de ander kant gaan. Achter de gordijnen… recht op het podium.
Katherine, zijn de lichten nog aan op het podium?
KATHERINE: Er is een spooklicht, dat is alles. Maar ze hebben het decor nog niet opgeruimd.
Dus ik denk dat je daar nog naartoe zou kunnen gaan, als je dat wil. (LYDIA
NEEMT DE LAATSTE BOEKETTEN BLOEMEN OP EN VERDEELT ZE TUSSEN
HAAR EN PAUL. ZIJ STEEKT DE DOOS PRALINES IN HAAR TAS) Charles
wacht beneden op je.
LYDIA: Ik weet het. We gaan maar voor een paar minuten... (WIJZEND NAAR DE ITEMS
DIE OP HAAR TAFEL BLEVEN LIGGEN) Wil jij die laatste dingen opruimen?
Steek ze allemaal maar in mijn beautycase?
KATHERINE: Natuurlijk. Ik zet ze wel bij Charles.
LYDIA: Dank je. Je bent een engel. (LYDIA KUST KATHERINE) Ik zal je missen.
KATHERINE: Zal je dat?
(LYDIA GEEFT GEEN ANTWOORD, ENKEL EEN GLIMLACH. ZE GAAT WEG
MET PAUL. KATHERINE VERWIJDERT DE LAATSTE DINGEN OP DE
SCHMINKTAFEL EN DOET ZE IN DE MAKE-UPKIST. ALLES, BEHALVE HET
POEDER. ZIJ DENKT EVEN NA EN STEEKT HET DAN IN HAAR ZAK. DE
LICHTEN DIMMEN IN DE KLEEDKAMER. BLACKOUT)
EINDE VAN SCENE VIER
57
SCENE 5
(HET ‘SCENE’-GEBIED. DE KERSENTUIN-DECOR. EEN VAN DE BOMEN LIGT
NEER OP DE VLOER, KLAAR OM TE WORDEN WEGGENOMEN. EEN
SPOOKLICHT OP EEN STATIEF IS HET ENIGE STERKE LICHT OP DE
SCENE. MAAR BLAUWE EN RODE WERKLICHTEN ACHTERAAN GEVEN
KLEUR AAN DETAILS IN DE DUISTERNIS. LYDIA EN PAUL WANDELEN
OVER DE SCENE EN IN HET GEBIED DAT VERLICHT WORDT DOOR HET
SPOOKLICHT. ZE HEBBEN DE BLOEMEN NIET MEER BIJ)
LYDIA: Het is niet te stofferig. Ze vegen het voor elke voorstelling. Of we zouden op de
boom kunnen gaan zitten? (DIT LIJKT EEN BETER IDEE EN ZE GAAN BEIDEN
OP DE OMGEVALLEN BOOM ZITTEN) Een praline? (ZE BIEDT DE DOOS
PRALINES AAN EN HIJ NEEMT ER EEN UIT EN STEEKT HET IN ZIJN MOND)
PAUL: Die zijn goed. Wie heeft ze gekocht?
LYDIA: Ik herinner het me niet. Eén van mijn ex-minnaars.
PAUL: Welke? (LYDIA KIJKT OP HET KAARTJE BIJ DE DOOS VAN DE PRALINES.
ENIGSZINS VERSCHRIKT DOOR WIE ZE HEEFT GEGEVEN, GOOIT ZE DE
DOOS OVER HET PODIUM) Vind je dan niemand leuk waarmee je naar bed
bent geweest?
LYDIA: Ik deed het wel toen ik met hun naar bed ging. Maar op een gegeven moment
voelen ze dat ze moeten praten. En het gaat meestal al bergaf van dat moment.
PAUL: Je heb altijd al een vreselijke smaak in vriendjes gehad. Maar wel een goede
smaak in echtgenoten.
LYDIA: Dat zou jij moeten zeggen.
PAUL: Ja, dat heb ik net gezegd. (GEEFT HAAR EEN SNELLE KUS)
LYDIA: Niet doen. Daarvoor zijn we niet hier.
PAUL: Ik dacht dat het daar misschien wel om zou zijn. We hebben toch van onze kleine
tuimelpartijen in de bloemen genoten, hé?
LYDIA: Dat was een bewijs van onnozelheid, dat zal niet meer gebeuren. Het was voor
de voorstelling. Ik was erg nerveus, bang. Ik weet niet meer wat ik was… maar ik
was niet mezelf.
PAUL: Oh, je was absoluut wel jezelf. Ik zag het goed genoeg. En het was geen slechte
manier om goeiedag te zeggen. Of tot ziens. Mag ik eens vragen… die Charles,
hoe oud is die precies? Ik heb geen exact antwoord nodig, hoor… de
dichtstbijzijnde eeuw is al genoeg.
58
LYDIA: Maakt het wat uit? Leeftijd is slechts een getal. Er is geen wet, die zegt dat je
naar je leeftijd moet handelen. Het zou even verstandig zijn om naar je
huisnummer te handelen. En Charles - wat zijn getal ook is - heeft de geest van
een krachtige 40-jarige en het seksuele libido van een tiener.
PAUL: Je bedoelt dat hij geen idee heeft van wat hij doet, maar dat hij het doet met veel
enthousiasme?
LYDIA: Hij is een fantastische man. Maar je zal er nooit genoeg tijd mee doorbrengen om
dat te realiseren. Maar ik weet dat zeker.
PAUL: Niets is nog zeker deze dagen. Ga je echt weggaan, Lydia?
LYDIA: Oh Paul, doe niet zo belachelijk. Kan je nooit de dingen accepteren zoals ze zijn?
PAUL: Ik dacht, toen je op het podium stond - de toespraak aan het eind van de
voorstelling… Ik dacht dat ik toen iets zag. Een flikkering van twijfel.
LYDIA: Dat zag je verkeerd. En ik zal het je bewijzen. Over een jaar kan je ons komen
bezoeken en zien hoe bezadigd we zijn. Hoe gelukkig we zijn.
PAUL: Hoe koud je het zal hebben.
LYDIA: Je voelt er de kou niet, omdat het er zo charmant is. Zo verschillend. Zo proper.
PAUL: Zie je wel, ik ben altijd bezorgd wanneer het voornaamste bijvoeglijk naamwoord,
voor iets wat ergens beschreven wordt, "proper" is. Wie wil ergens wonen omdat
het er 'proper' is? Ik had gedacht dat dat het laatste was waar jij je zorgen zou
over maken. Als er niet een paar blikjes in de straat liggen, een rat of twee
rondlopen en een beetje bloed en urine te bespeuren is, hoe spannend kan zo’n
plek dan zijn? Ik wil niet ergens wonen waar je gezond wordt, ik wil ergens wonen
waar het sexy is, een beetje gevaarlijk. Dan weet je tenminste dat je leeft... Je kan
nog van mening veranderen.
LYDIA: Nee.
PAUL: Jawel. En dat moet je doen. Als je niet helemaal zeker bent waar je naartoe gaat,
blijf dan waar je bent. Oké, ik heb dat op een poster gelezen. Maar dat betekent
niet dat het niet waar is.
LYDIA: Ik heb een script nodig. Dat is mijn probleem. Om me te vertellen wat ik moet
doen, welke woorden ik moet zeggen. Maar ik weet zeker dat ik genoeg van dit
absurde theatrale leven heb gehad.
PAUL: Maar zonder dat - wie ben jij dan?
LYDIA: Dus als je me zo goed kent, vertel me dan hoe het zal eindigen.
PAUL: Dat beslis je toch zelf, Lydia.
LYDIA: Maar ik weet het niet. Ik weet niet hoe het zal eindigen.
59
DANIËL: (KOMT OP DIT MOMENT OP) Ik wel.
(HIJ KOMT NAAR DE OMGEVALLEN BOOM EN ZET ZICH NAAST LYDIA,
ZODAT HIJ EN PAUL ELK AAN EEN ANDERE ZIJDE VAN HAAR ZITTEN.
LYDIA HOUDT DE HANDEN VAN ZOWEL PAUL ALS DANIËL VAST EN ZE
LEUNEN TEGEN ELKAAR, CHARLES KOMT OP AAN DE KANT VAN HET
PODIUM, HALF VERLICHT)
CHARLES: Ik wacht op je. Kom je, Lydia? Kom je?
(ER VOLGT EEN LANGE PAUZE)
LYDIA: Ja, Charles.
(LYDIA LAAT HUN HANDEN LOS EN GAAT RICHTING CHARLES. HIJ DOET
ZIJN ARMEN OPEN OM HAAR TE BEGROETEN, GLIMLACHEND. VOOR ZE
BIJ CHARLES IS ZEGT PAUL IETS)
PAUL: Lydia… (LYDIA PAUZEERT, STAAT STIL) Je komt ooit weer terug.
(ZE KEERT ZICH NAAR PAUL EN DANIËL)
LYDIA: Misschien… op een dag… (ZE KIJKT NAAR DE KANT WAAR DE
TOESCHOUWERS ZOUDEN MOETEN GEZETEN HEBBEN. DAN TERUG
NAAR PAUL) Denk je dat ze op me zullen wachten?
PAUL: Ik heb geen idee… Maar ik wel.
(LYDIA GLIMLACHT NAAR HEM. DE ACTEURS BEVRIEZEN IN DEZE
POSITIE. DE VERLICHTING VERANDERT. HET BLAUW LICHT GAAT UIT EN
DE LICHTEN ACHTERAAN KOMEN OP OM HET SILHOUET VAN DE
ACTEURS IN EEN ZACHT LICHT TE OMHULLEN. SNEEUW BEGINT ZACHT
OP ELK VAN HEN TE VALLEN. WE HOREN, IN DE VERTE, HET MUZIEKJE
DAT LYDIA VOORDIEN IN HAAR KLEEDKAMER HEEFT GESPEELD. DAARNA
GAAT HET GORDIJN LANGZAAM DICHT EN GAAN DE LICHTEN TRAAG UIT)
(ALTERNATIEF - DE LICHTVERANDERING EN DE SNEEUW VALT OP DE
ACTEURS. IN DE VERTE HOREN WE HET GELUID VAN APPLAUDISERENDE
PUBLIEK. LYDIA VERLAAT DE SCENE DOOR NAAR VOOR TE WANDELEN
EN DOOR DE ZAALGANG NAAR HET FOYER TE LOPEN, DE HELE TIJD
GEVOLGD DOOR EEN SPOT. ALS ZE BUITEN IS GAAT HET GORDIJN DICHT
EN GAAN DE LICHTEN UIT. BLACKOUT)
EINDE