de basisfuncties mantelzorg in de praktijk
TRANSCRIPT
De basisfuncties mantelzorg in de praktijk
Deze brochure is een uitgave van MOVISIE
Tekst: Antoinette Tanja, Ilse de Bruijn,
Roos Scherpenzeel, Susanne Brink SBS tekst,
Pamela van der Kruk (Acquest),
Trudy Schreuder Goedheijt
Eindredactie: afdeling Communicatie MOVISIE
Vormgeving: Suggestie en Illusie
Druk: Drukkerij Anraad
Fotografie: iStockphoto
Juni 2009
Deze publicatie is mogelijk gemaakt door
financiering van het ministerie van VWS
Inhoudsopgave
Inleiding 3
1 Voor wie maakt de gemeente mantelzorgbeleid? 41.1 Mantelzorgers: wie zijn dat? 4
1.2 Mantelzorgers zijn geen vrijwilligers 4
1.3 Ik? Mantelzorger? 5
1.4 Mantelzorgers hebben niet gauw een probleem 6
1.5 Wanneer hebben mantelzorgers hulp nodig? 6
1.6 Risicogroepen 7
1.7 Potentieel conflicterende beleidslijnen 8
2 Randvoorwaarden voor mantelzorgbeleid bij de gemeente 92.1 Participatie en inspraak 9
2.2 Doelgroepbenadering 9
2.3 Regie en keuzevrijheid voor mantelzorgers 10
2.4 Er- en herkenning van en waardering voor mantelzorg 10
2.5 Regie en samenwerking van de gemeente 10
3 Basisfuncties mantelzorg 113.1 Informatie 12
3.2 Advies en begeleiding 13
3.3 Emotionele steun 14
3.4 Educatie 15
3.5 Praktische hulp 16
3.6 Respijtzorg 18
3.7 Financiële tegemoetkoming 19
3.8 Materiële hulp 20
4 Cases en Valkuilen 22 Case 1: 22
Case 2: 22
Case 3: 23
Meer weten? 24
De basisfuncties mantelzorg in de praktijk 3 * * *
Inleiding
Gemeenten hebben met de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning
(Wmo) in 2007 de wettelijke taak gekregen om de ondersteuning van mantelzorgers en
vrijwilligers vorm te geven. In de Wmo wordt een appèl gedaan op de eigen verantwoor-
delijkheid van burgers om zoveel mogelijk voor elkaar te zorgen. Hier valt ook mantel-
zorgondersteuning onder. Want mantelzorgondersteuning gaat over elkaar helpen en
over dè kernbegrippen van de Wmo zoals wederkerigheid, sociale samenhang, zelfred-
zaamheid en participatie.
Het richtinggevend kader is door de staatssecretaris, Jet Bussemaker, geformuleerd in de
vorm van een achttal basisfuncties voor mantelzorg. Met deze basisfuncties hebben
gemeenten houvast om hun lokale ondersteuningsstructuur effectief in te richten, aan
te sturen en lokale inspanningsverplichtingen te formuleren. Het laat gemeenten de vrij-
heid om zelf te bepalen welk mantelzorgbeleid zij vaststellen, uitvoeren en welke rollen
zij daarin willen vervullen. Het doel van de basisfuncties is een betere ondersteuning van
mantelzorgers zodat zij hun werk langer en met meer plezier kunnen doen.
In deze brochure kunt u meer lezen over mantelzorgers, randvoorwaarden voor mantel-
zorgondersteuning en de verdere uitwerking van de basisfuncties.
Om het mantelzorgbeleid op lokaal niveau verder te stimuleren is in opdracht van de
staatssecretaris van VWS, Jet Bussemaker, het landelijk project “Goed voor Elkaar” gestart.
Dit project gaat zowel over mantelzorg- als over vrijwilligerswerkbeleid. MOVISIE coördi-
neert dit project vanuit haar rol als landelijk kennisinstituut en adviesbureau voor onder
anderen mantelzorg en vrijwilligerswerk. Zij doet dit in samenwerking met de provinciale
Centra voor Maatschappelijke Ontwikkeling (CMO’s). Het project loopt tot en met 2012.
“Goed voor Elkaar” gaat in samenwerking met gemeenten na wat zij al doen op het ter-
rein van mantelzorg en vrijwilligerswerkbeleid. Als gemeenten hieraan behoefte hebben
kunnen zij ook een advies krijgen. In dit traject zijn de basisfuncties een belangrijke lei-
draad in de versterking van het mantelzorg- en vrijwilligerswerkbeleid. Hoe u dat verder
kunt invullen? Daarvoor geeft deze brochure u de bouwstenen.
* * * 4 De basisfuncties mantelzorg in de praktijk
Voor wie maakt de gemeente mantelzorgbeleid?
Bij het formuleren van mantelzorgbeleid is één van de eerste vragen: Voor wie is
mantelzorgondersteuning bedoeld?
Deze vraag is niet te beantwoorden met een eenduidige definitie van mantelzorg.
Een omschrijving met een aantal kenmerkende elementen geeft wel houvast om mantel-
zorg te duiden en te onderscheiden van andere vormen van zorg en ondersteuning.
1.1 Mantelzorgers: wie zijn dat? Mantelzorg is de extra zorg die voortvloeit uit een sociale/familiaire relatie en verleend
wordt aan naasten met beperkingen en/of gezondheidsproblemen.
Tussen mantelzorger en zorgbehoevende naaste bestaat een persoonlijke band: partner,
ouder, kind, kleinkind, familie, vriend.
Mantelzorg kan allerlei vormen van zorg/hulp omvatten, zoals huishoudelijke hulp,
praktische steun, verzorging, verpleging, begeleiding, emotionele steun, toezicht.
Mantelzorg wordt niet vanuit een beroep verleend en is niet betaalde arbeid.
1.2 Mantelzorgers zijn geen vrijwilligersZowel mantelzorgondersteuning als vrijwillige zorg vallen onder Wmo prestatieveld 4.
Maar er zijn verschillen. Het schema op de volgende pagina geeft deze weer.
1
De basisfuncties mantelzorg in de praktijk 5 * * *
Vrijwillige zorgMantelzorg
Extra zorg voor iemand in eigen kring/
sociaal netwerk
Zorg/hulp naast of in plaats van
professionele zorg
Niet afdwingbaar door de overheid, in
principe vrije keus, maar wel sprake van
morele plicht
Niet afdwingbaar door overheid,
wel stimulans vrije keus
Overkomt je Bewuste keuze
Motivatie: uit liefde, verantwoordelijkheid,
behulpzaamheid
Motivatie: uit liefde, verantwoordelijkheid,
behulpzaamheid, ervaring opdoen, verrijking
Honorering: onbetaald Honorering: onbetaald, mogelijk vergoeding
Ongeorganiseerd Vanuit georganiseerd verband
Doorlopend, soms 24 uur per dag Afgebakend in tijd
Ongedifferentieerd, je moet alles doen,
ook wat je niet ligt
Je bepaalt zelf de aard van het werk
Ondergewaardeerd, als vanzelfsprekend
beschouwd
Waardering, wordt `mooi`gevonden
Beperkt je in onderhouden van
andere contacten
Collegiale contacten
Geen feedback Coördinatie, deskundigheidsbevordering
Risico van overbelasting
(fysiek en psychisch) en isolement
Geen risico op overbelasting,
vrijwilliger bepaalt zelf hoeveelheid
werk; geen isolement, maar verruiming
contactmogelijkheden
1.3 Ik? Mantelzorger? Veel mantelzorgers zien zichzelf niet als mantelzorger. Zorgen voor je kind, je partner,
vader of moeder is toch heel gewoon? Vooral jongeren spreekt de term mantelzorger
niet aan. Allochtonen herkennen zich er niet in en spreken meer over familiezorg.
Dat maakt het niet makkelijker om hen te bereiken. Eén van de problemen bij het bepa-
len van mantelzorgbeleid is dat mantelzorgers nergens geregistreerd staan en ze dus
ook lastig te benaderen zijn om naar hun wensen te vragen. De uitdaging voor organi-
saties voor mantelzorgers, zoals mantelzorgsteunpunten, is manieren te vinden om de
mantelzorgers te bereiken.
Er zijn veel typen mantelzorgers. Sommige worden makkelijk over het hoofd gezien.
Bijvoorbeeld: het jonge kind dat haar meervoudig gehandicapte broertje helpt aankleden
* * * 6 De basisfuncties mantelzorg in de praktijk
en met hem naar de speeltuin gaat. Of een oudere vrouw die haar dementerende man
helpt. Op de site www.prestatieveld4.nl vind je een overzicht van de verschillende
soorten mantelzorgers.
1.4 Mantelzorgers hebben niet gauw een probleem Eén van de belangrijkste knelpunten bij de ondersteuning is dat mantelzorgers niet
gauw zelf met een hulpvraag komen. Ook als ze rechtstreeks gevraagd wordt of ze hulp
nodig hebben zullen ze dat vaak ontkennen. Ze zien zelf niet dat ze overbelast zijn.
Dat heeft verschillende oorzaken. Zij zijn in de situatie gegroeid, vinden de zorg van-
zelfsprekend, durven geen hulp te vragen of weten niet waar ze die moeten zoeken.
Mantelzorgers zullen eerder hulp zoeken voor de zorgvrager dan voor zichzelf. Ook kan
het voorkomen dat de zorgvrager geen professionele hulp wil. In veel situaties leidt zelfs
overbelasting van de mantelzorgers niet eens altijd tot concrete vragen om ondersteu-
ning. Bepaalde symptomen kunnen wel op overbelasting duiden, zoals oververmoeidheid,
depressie en gezondheidsklachten.
1.5 Wanneer hebben mantelzorgers hulp nodig? Terwijl de ene mantelzorger fluitend door het leven gaat, zakt een ander weg in een
depressie of wordt overspannen omdat het evenwicht tussen ‘draaglast’ en ‘draagkracht’
zoek is. Met andere woorden: de mantelzorger raakt overbelast. Het is moeilijk om objec-
tief vast te stellen of er overbelasting dreigt maar er is wel een aantal factoren te noemen
waarvan bekend is dat ze het risico vergroten. Deze zijn:
Kenmerken van de mantelzorger zoals leeftijd, gezondheid, competentie, inkomen en •
andere activiteiten naast het mantelzorgen (betaalt of vrijwillig werk). Mantelzorgen
wordt zwaarder als de mantelzorger zelf slecht ter been is, een zware baan heeft of
geldzorgen.
Kenmerken van de zorgvrager. De ene zorgvrager vergt meer van een mantelzorger dan •
een ander: is de zorgvrager veeleisend en nooit tevreden? Is de zorgvrager depressief of
juist heel opgewekt? Aard en duur van de aandoeningen en beperking kunnen ook een
rol spelen.
Kenmerken van de relatie zorgvrager en mantelzorger. Kunnen mantelzorger en •
zorgvrager goed omgaan met de ongelijke posities waarin ze verkeren? Gaat het om
een terminale zieke? Hoeveel kan de zorgvrager zelf? Als de mantelzorger eigenlijk
de enige is in het leven van de zorgvrager en de mantelzorger niemand heeft om af te
lossen is het risico van overbelasting groot. Deze mantelzorgers worden ‘spilzorgers’ of
‘solo-zorgers’ genoemd.
Ook de woonsituatie van mantelzorger en zorgvrager speelt een rol. Woont de mantel-•
zorger in hetzelfde huis of ver weg? Laat de woonsituatie toe dat de mantelzorger ook
een eigen leven kan leiden?
De basisfuncties mantelzorg in de praktijk 7 * * *
De aanwezigheid van een netwerk dat de lasten kan verlichten en zorgtaken kan verde-•
len. Klikt het met de vrijwillige of beroepsmatige zorg/hulp? Is de hulp flexibel? Goede
samenwerking en afstemming met de vrijwillige of beroepsmatige zorg/hulp maken een
wereld van verschil.
1.6 RisicogroepenVooral mensen die langdurig en intensief mantelzorg verlenen, lopen een vergrootte
kans op overbelasting. Naast eerdergenoemde risicofactoren zijn er ook risicogroepen te
benoemen.
Behoefte aanWie
75-plussers die bijna volcontinu voor
hun partner zorgen, dreigen uitgeput
te raken. Ook omdat zij zelf vaak
gezondheidsproblemen hebben.
Praktische hulp, respijtzorg en momenten
vrijaf van de zorg.
Werkende mantelzorgers met een
stervende partner.
Flexibele werktijden en thuiszorg die
aansluit op hun werktijden. In geval van een
grillig ziektepatroon willen ze zo nu en dan
kortdurend zorgverlof op kunnen nemen.
Ouders van kinderen met een handicap. Huishoudelijke hulp zodat ze energie
overhouden voor de ontwikkeling en
opvoeding van hun kind.
Partners en ouders van mensen met een
psychiatrische problematiek.
Betrokken worden bij de behandeling.
Informatie over het ziektebeeld en
cursussen over omgangsvormen.
Allochtone mantelzorgers die veelal de
zorg in eigen kring vinden en onbekend zijn
met het zorgaanbod. Uitbesteding van zorg
voor ouderen is moeilijk bespreekbaar in
sommige culturen en het bestaande aanbod
sluit niet altijd aan.
Passende hulp. Het kost extra inspanning
om deze doelgroep te bereiken en voor
passende hulp te zorgen.
Jonge mantelzorgers lopen het gevaar dat
hun opleiding en persoonlijke ontwikkeling
in de knel komt.
Aangepaste communicatie en vrije tijd
om andere dingen te doen dan zorgen.
De benadering van de leeftijdsgroep
onder de 20 jaar vraagt om aansluiting bij
hun leefstijl en communicatiemiddelen,
aangepaste activiteiten en contact met
leeftijdgenoten.
* * * 8 De basisfuncties mantelzorg in de praktijk
1.7 Potentieel conflicterende beleidslijnenIn het beleid van VWS is het recht op maatschappelijke participatie van de mantelzorger
erkend. Mantelzorgers moeten kunnen blijven werken en aan hun gezin, de krant en vrije
tijd kunnen toekomen. De erkenning uit zich onder meer in het stimuleren van respijt-
zorg. Mantelzorg is vrijwillig en niet afdwingbaar is het uitgangspunt. Dit in tegenstelling
tot een nieuw gecreëerde beleidscategorie ‘gebruikelijke zorg’, de zorg die huisgenoten
elkaar redelijkerwijs kunnen geven. Bij gebruikelijke zorg gaat het om kortstondige
(minder dan drie maanden) overname van huishoudelijke en verzorgende taken door huis-
genoten, bijvoorbeeld na een operatie.
De verschillende beleidslijnen sluiten niet op elkaar aan. Enerzijds staan keuzevrijheid
en vrijwilligheid van de mantelzorger hoog in het vaandel. Aan de andere kant hebben
indicatiestellers de opdracht om efficiënt en doelmatig te indiceren om aanspraken op
AWBZ zorg binnen de perken te houden. Oplopende zorgkosten en schaarste aan AWBZ
zorg nopen tot een zuiniger verdeling. Het protocol Gebruikelijke Zorg vervult daarin een
poortwachterfunctie en brengt een scheidslijn aan tussen indiceerbare en niet indiceer-
bare zorg. De aanwezigheid van huisgenoten is medebepalend voor de beoordeling van
te indiceren zorg omdat zij geen professionele hulp kunnen krijgen voor taken die onder
het begrip ´gebruikelijke zorg´ vallen.
Het expliciete beroep op de verantwoordelijkheid voor zorg in eigen kring in de Wmo
staat ook op gespannen voet met de doelstelling in het arbeidsbeleid om de arbeidsparti-
cipatie van vrouwen en ouderen substantieel te verhogen. Vrouwen en vijftigplussers zijn
de grootste leveranciers van mantelzorg, 7 van de 10 vrijwilligers in de zorg is een vrouw.
De basisfuncties mantelzorg in de praktijk 9 * * *
Randvoorwaarden voor mantelzorgbeleid bij de gemeente
Bij het ontwikkelen van lokaal mantelzorg ondersteuningsbeleid is een aantal rand-
voorwaarden van belang die mede de richting en inkleuring van het beleid bepalen.
2.1 Participatie en inspraak De Wmo verplicht gemeenten om partijen die het aangaat bij de verschillende presta-
tievelden te raadplegen en om verantwoording over het gevoerde beleid af te leggen.
Lokale mantelzorgers en hun (belangen)organisaties moeten inspraak krijgen of in
een vroegtijdig stadium bij de ontwikkeling van beleid betrokken zijn. Mantelzorgers
kunnen apart of als doelgroep benaderd worden of bijvoorbeeld via de Wmo raad.
2.2 DoelgroepbenaderingDe diversiteit aan mantelzorgsituaties is zo groot dat verschillende groepen mantelzorgers
het beste benaderd kunnen worden met een op de situatie toegespitst aanbod. Maatwerk
is essentieel. Risicogroepen vragen daarin expliciete aandacht. Dat zijn onder andere:
mantelzorgers van mensen met dementie, jonge en allochtone mantelzorgers.
2
* * * 10 De basisfuncties mantelzorg in de praktijk
2.3 Regie en keuzevrijheid voor mantelzorgersHet vertrekpunt bij mantelzorgondersteuning is dat mantelzorgers altijd zelf de regie
behouden. Zij moeten in staat gesteld worden zelf keuzes te maken. Factoren die daar-
bij een rol spelen: tijd, competentie, inkomen en de situatie van de zorgvrager.
Er zijn gemeenten waar mantelzorgers vrijwillig een overeenkomst afsluiten en zo toe-
gang hebben tot een ondersteuningspakket waaruit ze kunnen kiezen wat in hun situatie
het beste is. Sommige gemeenten kennen een vouchersysteem voor de mantelzorger.
2.4 Er- en herkenning van en waardering voor mantelzorgBlijvende aandacht in de samenleving voor mantelzorg en -ondersteuning is van belang.
Wanneer gemeenten en andere partijen expliciet communiceren over het belang van
mantelzorg, de waardering voor mantelzorg en de mogelijkheden van mantelzorg-
ondersteuning, dan weten mantelzorgers zich meer gesteund. Dit is een vorm van indi-
recte mantelzorgondersteuning en richt zich op het brede publiek en op professionals
en beleidsmakers.
2.5 Regie en samenwerking van de gemeenteMantelzorgondersteuning vraagt beleid binnen verschillende lokale beleidsterreinen,
zoals wonen, zorg, welzijn en werk en inkomen. Het betreft verschillende prestatievelden
van de Wmo en ook andere kaders, zoals Wet Werk en Bijstand. Het is van belang daar
samenhang in te brengen. Waar dat van toepassing is, kan dat ook in intergemeentelijke
samenwerking plaatsvinden.
In het licht van de Wmo vervullen gemeenten een regierol. Voor een aantal taken van
mantelzorgondersteuning kunnen gemeenten de uitvoerende verantwoordelijkheid
nemen. Daarnaast leggen zij verbindingen of maken afspraken tussen diverse betrokken
partijen en faciliteren en stimuleren samenwerking en afstemming. Deze partijen, zoals
aanbieders van zorg en welzijnsdiensten, vrijwilligersorganisaties, verzekeraars,
het indicatieorgaan, hebben zelf ook verantwoordelijkheid om aandacht te schenken
aan mantelzorgondersteuning.
De basisfuncties mantelzorg in de praktijk 11 * * *
Basisfuncties mantelzorg Mantelzorgers hebben uiteenlopende vragen, afhankelijk van hun situatie of de fase
waarin zij aankloppen voor hulp. Om zo goed mogelijk op alle vragen in te kunnen gaan
zijn de basisfuncties benoemd. Welke vragen van mantelzorgers zijn er en welke basis-
functies horen daarbij?
BasisfunctieVraag
Waar moet ik met mijn vragen naar toe? Informatie
Wie denkt met mij mee? Advies en begeleiding
Wie biedt mij een luisterend oor? Emotionele steun
Hoe kan ik leren om …? Educatie
Wie kan mij helpen met …? Praktische hulp
Hoe neem ik tijd voor mezelf? Respijtzorg
Welke financiële tegemoetkomingen zijn er? Financiële tegemoetkoming
Welke voorzieningen zijn beschikbaar? Materiële hulp
3
* * * 12 De basisfuncties mantelzorg in de praktijk
3.1 Informatie
Wat houdt deze functie in?
Informatie kan zich direct op de individuele mantelzorger richten, maar heeft ook een
meer algemene en indirecte functie. Informatie aan een breed publiek over mantelzorg
en mantelzorgondersteuning draagt bij aan bewustwording over, (h)erkenning van man-
telzorg en het belang van ondersteuning daarbij.
De basisfunctie bestaat uit:
Informeren over mantelzorg•
Informeren over ziekten, aandoeningen, beperkingen, •
handicaps en patiëntenverenigingen
Informeren over het aanbod van hulp, ondersteuning, zorg •
(voorzieningen en aanbieders)
Informeren over wet- en regelgeving •
Wie geeft die informatie?
Gemeenten kunnen in de (Wmo of gemeente) loketten (mondelinge) informatie over
mantelzorg geven. Ook zijn mantelzorgers te bereiken via Steunpunten Mantelzorg
of vrijwilligersorganisaties etc. Hier geldt weer dat mensen zichzelf vaak niet in de term
‘mantelzorger’ herkennen. Dan zijn laagdrempelige vormen van informatieverstrekking
nuttig. Bijvoorbeeld regelmatig berichten in gemeentebladen of in de plaatselijke
huis-aan-huiskrant. Ook digitale informatie, bijvoorbeeld in de sociale kaart van de ge-
meente, kan een groot bereik hebben.
Voorbeeld: Laagdrempelig rijdend loket
Er rijdt een bus rond met de functie van zorgloket. De bus rijdt wekelijks door
vijf kleine dorpskernen de hoofdstraat in. In de bus geeft een ouderenadviseur
antwoorden op vragen als: Kan ik maaltijden thuis laten bezorgen? Hoe vraag ik
een alarmeringsapparaat aan? De ouderenadviseur kan via de computer verbinding
zoeken met de centrale computer van Welzijn Ouderen. Achter in de bus is plek om
een kop koffie te drinken met vrijwilligers van de bus.
De basisfuncties mantelzorg in de praktijk 13 * * *
3.2 Advies en begeleiding
Wat houdt deze functie in?
Een groot aantal mantelzorgers heeft behoefte aan meer dan alleen informatie. Een luis-
terend oor is vaak allereerst van belang. Vervolgens het ondersteunen en begeleiden bij
het vinden van de weg in het grote aantal mogelijkheden, het zetten van stappen naar in-
stanties, het maken van keuzes. De functie advies en begeleiding geeft hier een antwoord
op en kenmerkt zich door een individuele benadering. Zij kunnen verleend worden aan
huis bij de mantelzorger of elders.
De basisfunctie bestaat uit:
Adviesgesprek / vraagverheldering•
Ondersteunen bij aanvraag materiële en financiële hulp•
Doorverwijzing naar mantelzorgondersteuning•
Zorgregie / casemanagement•
Wie geeft advies en begeleiding?
De gemeente kan in het Wmo loket adviezen geven. Ook kan zij in overleg met lokale
samenwerkingspartners ervoor zorgen dat deze de mantelzorger adviseren en begeleiden.
Het mantelzorgsteunpunt kan hierbij een cruciale rol spelen.
Voorbeeld: Preventief huisbezoek
Om te voorkomen dat mantelzorgers overbelast raken kan huisbezoek door een
ouderenadviseur of vrijwilliger een preventieve werking hebben. Op deze manier
krijgen zij in een vroeg stadium suggesties om overbelasting te voorkomen.
Een methode om mantelzorgers bruikbaar preventief te ondersteunen is: POM
(preventieve ondersteuning mantelzorgers). Dit is een vragenlijst waarmee
knelpunten aan het licht komen.
Voorbeeld: Mantelzorgconsulenten, -makelaars en -coaches
Voor mantelzorgers zijn regelzaken een grote bron van stress en ergernis. Een
goed voorbeeld om iemand te ondersteunen is een mantelzorgmakelaar die de
regeltaken overneemt. Hij/zij heeft een groot netwerk met allerlei relevante
organisaties. De mantelzorgmakelaar kan werken bij een Steunpunt Mantelzorg of
een regionale mantelzorgorganisatie.
* * * 14 De basisfuncties mantelzorg in de praktijk
Voorbeeld: Bijscholing medewerkers Lokaal loket
Medewerkers van het loket toerusten om mantelzorg te signaleren. Ze zijn
alerter op signalen dat de mantelzorgers zelf ondersteuning kunnen gebruiken.
Loketmedewerkers moeten wel regelmatig geschoold worden voor deze vorm van
mantelzorgondersteuning.
3.3 Emotionele steun
Wat houdt deze functie in?
De behoefte van mantelzorgers gaat soms verder dan een luisterend oor. Zorg, ziekte
en snel veranderende perspectieven vragen een specifieke ondersteuning, omdat de
ermee gepaard gaande emoties het moeilijk maken om mantelzorg te verlenen zonder
overbelast te raken. De functie emotionele steun staat meestal niet los van de functies
informatie, advies en begeleiding. Emotionele steun kan individueel of groepsgewijs
worden gegeven.
De basisfunctie kan invulling krijgen met:
Inloopspreekuur•
Individuele begeleiding•
Lotgenotengroepen mantelzorgers•
Mantelzorgsalon / café •
Verwendagen / ontspanningsactiviteiten mantelzorgers•
Chatbox / sms-service•
Vriendschappelijk huisbezoek•
Maatjescontacten, zoals vriendendienst en buddyzorg•
Wie geeft emotionele steun?
Emotionele steun kan gegeven worden door iedereen die contact heeft met de mantelzor-
ger. Dat kunnen zijn mensen uit de eigen omgeving/kring, loketmedewerkers, het mantel-
zorgsteunpunt, maar ook vertrouwenspersonen uit kerken en vrijwilligersorganisaties als
de Zonnebloem en het Nederlandse Rode Kruis.
De vraag ‘En hoe is het met jou?’ kan een opening zijn voor een persoonlijk gesprek en
emotionele steun. Daarnaast kan emotionele steun gegeven worden in groepsbijeenkom-
sten of lotgenotencontacten die georganiseerd kunnen worden door het patiëntenplat-
form of mantelzorgsteunpunt.
De basisfuncties mantelzorg in de praktijk 15 * * *
Om emotionele steun aan mantelzorgers te realiseren, kunnen gemeenten ervoor kiezen
de regie op zich te nemen. Ze kunnen nagaan welke organisaties emotionele steun bieden
aan mantelzorgers en die faciliteren. Een concreet voorbeeld van een bijeenkomst waar
emotionele steun wordt geboden is het Alzheimer café. Gemeenten kunnen een belang-
rijke rol spelen in het realiseren en in stand houden van deze cafés, bijvoorbeeld door het
bieden van financiële middelen en een locatie.
Voorbeeld: Zorgen delen in de Mantelzorgsalon
Diverse steunpunten Mantelzorg organiseren Mantelzorgsalons. De
Mantelzorgsalon biedt gelegenheid aan mantelzorgers om in een informele sfeer
met anderen te praten over hun ervaringen en emoties. Elkaars verhalen herkennen
en erkenning van ieders situatie kunnen het zorgen makkelijker maken. Daarnaast
biedt de mantelzorgsalon ontspanningsactiviteiten en wordt aan de hand van een
thema informatie en advies gegeven.
3.4 Educatie
Wat houdt deze functie in?
Mantelzorgers kunnen gebaat zijn bij voorlichting en training. Dit gaat verder dan
informatie en advies en wordt meestal groepsgewijs aangeboden, maar het kan ook in-
dividueel. Vaak is binnen de setting van educatie ook emotionele steun te vinden, omdat
deelnemers ook lotgenoten zijn. De educatie kan zich richten op zorg en ziekte, maar
ook op de mantelzorger zelf.
De basisfunctie bestaat uit educatie gericht op zorg en ziekte:
Grenzen stellen / goed voor jezelf zorgen / empowerment•
Deskundigheidsbevordering over mantelzorg en de ondersteuning •
(algemeen of specifiek)
Instructie voor het juiste gebruik van hulpmiddelen of een praktische training•
Cursussen over ziektes, ziektebeelden, omgaan met ziektes •
(bijvoorbeeld Dementie of psycho-educatie)
Om educatieve steun aan mantelzorgers te geven kunnen gemeenten lokale
organisaties bijvoorbeeld mantelzorgsteunpunt, patiëntenplatform of het maatschappe-
lijk werk vragen hieraan uitvoering te geven.
* * * 16 De basisfuncties mantelzorg in de praktijk
Trainingen
Er zijn verschillende trainingen die mantelzorgers kunnen volgen op dit gebied.
Een aantal hiervan geeft MOVISIE:
Training Maatjesproject•
Training Werk maken van respijtzorg •
Kijk voor meer informatie op www.movisie.nl/training
3.5 Praktische hulp
Wat houdt deze functie in?
Mantelzorgers hebben veelal behoefte aan diverse vormen van praktische hulp. Deze
praktische hulp is vaak gericht op de zorgbehoevende, maar het is beter om voor het hele
systeem (huishouden, familie) de specifieke situatie in kaart te brengen en na te gaan wel-
ke praktische ondersteuning verder nog verlichting van de mantelzorgtaak kan brengen.
Zowel professionals al vrijwilligers kunnen praktische zorg verlenen. Deze vorm van steun
kan grofweg worden onderverdeeld in huishoudelijke hulp en hand- en spandiensten.
Hand- en spandiensten bestaan onder meer uit maaltijdvoorziening, klussendienst, bood-
schappenservice en vervoer. Deze diensten zijn veelal opgezet vanuit vrijwilligersorganisa-
ties zoals het Rode Kruis en de vrijwillige thuishulp of vanuit het welzijnswerk (ouderen).
Maar ook thuiszorgorganisaties, instellingen voor verpleging en verzorging en commerci-
ële bedrijven bieden steeds meer praktische diensten aan.
Deze basisfunctie kan uit de volgende diensten bestaan:
Huishoudelijke hulp•
Welzijn- en gemaksdiensten: klussendienst, maaltijdservice•
Vrijwillige hulp•
Administratieve hulp •
Extra kinderopvang •
De basisfuncties mantelzorg in de praktijk 17 * * *
Wat is de rol van de gemeente?
De gemeente kan, met uitzondering van die voorzieningen waarvoor een zorgplicht1
geldt, bepalen welke concrete voorzieningen zij zal verlenen. Het gaat hier om voorzie-
ningen die aan de behoefte van het individu moeten zijn aangepast. De voorziening kan
wel op collectieve wijze vorm krijgen.
Bij het uitvoeren van praktische hulp is het belangrijk om allereerst een overzicht (bij-
voorbeeld sociale kaart) te hebben van de organisaties die hulp kunnen bieden. Als dat
duidelijk is, is de volgende vraag of er overlap is in het aanbod of dat er juist gaten zijn.
Als er overlap is, wil dit niet automatisch zeggen dat er voldoende aanbod is voor alle
inwoners van de gemeente. Bij gaten dient gekeken te worden wie deze in kan vullen;
welke organisaties hebben de juiste kwaliteiten?
Eén van de aspecten bij de vraag naar voldoende praktische dienstverlening is dat mantel-
zorgers en hun naasten de diensten bij voorkeur dicht bij hen in de buurt willen heb-
ben. Initiatieven op buurtniveau zouden in dit licht ook uitkomst kunnen bieden. Buren
kunnen elkaar praktisch gezien ondersteunen waarmee tevens de sociale betrokkenheid
bevorderd wordt.
Voorbeeld: Eigen kracht-conferentie
“Mijn buurjongen Mike heeft een ernstige nierziekte. Drie keer per week rijden zijn
ouders met hem naar het ziekenhuis, maar ook thuis vergt de verzorging veel van
hen. Na de geboorte van hun tweede kind werd het ze af en toe te veel. Naast werk,
de huishouding, de opvoeding en de organisatie van de zorg rondom Mike was
er weinig ruimte meer voor een sociaal leven. Tijdens de Eigen Kracht-conferentie
hebben we met familie, vrienden en buren praktische oplossingen gezocht.
Regelmatig gaat nu iemand anders met Mike naar het ziekenhuis en zorgen we er
met elkaar voor dat mijn buren af en toe samen iets kunnen ondernemen.”
Bron: www.eigen-kracht.nl
1 Richtlijnen AWBZ
* * * 18 De basisfuncties mantelzorg in de praktijk
3.6 Respijtzorg
Wat houdt deze functie in?
Respijtzorg is een verzamelbegrip voor voorzieningen die de mantelzorg tijdelijk en
volledig overnemen, zodat de mantelzorger de zorg uit handen kan geven om eigen
activiteiten te ontplooien (werk, opleiding, ontspanning). Het doel is een adempauze of
even vrijaf voor mantelzorgers. Mantelzorgers ervaren nog veel drempels om van respijt-
zorg gebruik te maken. Maar eenmaal over de drempel wordt vaak verlichting ervaren.
Om werkelijk deze ruimte te ervaren hebben mantelzorgers vaak ondersteuning nodig
bij het vinden van een invulling van de tijd ter ontspanning.
De basisfunctie bestaat uit vrijwillige en professionele voorzieningen:
Vrijwillige respijtzorg, zoals oppas, bezoekservice, vrijwillige thuishulp, •
vervangende mantelzorg
Professionele respijtzorg, oppas, ondersteunende begeleiding, thuisondersteuning•
Dagvoorziening / opvang. Dat is zowel vrijwillig als professioneel mogelijk•
Meerdaagse voorzieningen zoals een logeerhuis of zorghotel•
Aangepaste vakanties•
Activiteiten ter ontspanning van de mantelzorger gecombineerd met •
respijtzorgvoorzieningen
Respijtzorg omvat niet alleen zorg, maar ook welzijnsaspecten. De zorgvrager doet nieu-
we indrukken op en legt nieuwe sociale contacten. De mantelzorger krijgt de gelegenheid
om op adem te komen en meer aan het maatschappelijk leven deel te nemen. Daarnaast
kan de relatie tussen de mantelzorger en zorgontvanger verbeteren omdat stress, depres-
sie en eenzaamheid bij mantelzorgers afnemen.
Doordat mijn partner regelmatig naar de dagopvang gaat, heb ik mijn baan
kunnen behouden. Ik voel me daardoor prettiger en ervaar afwisseling tussen
werk en zorg.
Ik kwam van de hel in de hemel. De zorglast valt even van je af. Het is
heerlijk om eens rustig thuis te kunnen zitten en je volledig op andere zaken te
kunnen richten.
De basisfuncties mantelzorg in de praktijk 19 * * *
Mantelzorgers kunnen pas een werkelijk gevoel van vrijaf en respijt ervaren en nieuwe
energie opdoen om te (blijven) mantelzorgen als respijtzorgvoorzieningen aan een aantal
voorwaarden en kwaliteitseisen voldoen zoals:
Vroegtijdig, anders is het effect gering of nihil•
Flexibel. Openingstijden, snel inzetbaar•
Veilig. De omgeving en de zorg•
Vertrouwd. De omgeving, continuïteit in personeel•
Respijtzorg is een basale vorm van mantelzorgondersteuning.
De rol van de gemeenten kan zijn:
Informeren, faciliteren en stimuleren om in samenspraak met •
(zorg)partners respijtzorg concreet vorm te geven
Informatie geven over soorten respijtzorgvoorzieningen en •
inbedding in de sociale kaart
Mantelzorgers op een uitnodigende manier de weg wijzen, •
bijvoorbeeld in gemeentelijke voorlichting
3.7 Financiële tegemoetkoming
Wat houdt deze functie in?
Mantelzorgers die vanwege het zorgen in financiële problemen raken, hebben
behoefte aan tegemoetkoming in de kosten, bijvoorbeeld fiscale compensatie of
bijzondere bijstand.
De basisfunctie krijgt invulling met bijvoorbeeld:
Fiscale compensatie. •
Hier vallen de buitengewone uitgaven onder.
Bijzondere bijstand. De gemeente is verantwoordelijk voor de (aftrekregelingen) •
Bijzondere Bijstand. Uitkerings- en bijstandsgerechtigde mantelzorgers kunnen soms
niet voldoen aan de bijzondere voorwaarden vanwege hun mantelzorgtaken. Soms
zijn zij als gevolg daarvan zelfs terecht gekomen in de bijstand.
Tegemoetkoming onderhoudskosten thuiswonende gehandicapte kinderen.•
Kosten kinderopvang voor mantelzorgers.•
Vrijstelling van sollicitatieplicht. Het UWV kan vrijstelling van sollicitatieplicht •
verlenen aan mantelzorgers die een WW- of bijstandsuitkering hebben.
Het Persoonsgebonden Budget. Dit is in principe geen financiële tegemoetkoming, •
maar biedt wel mogelijkheden om een mantelzorger te betalen voor verleende
(geïndiceerde) zorg.
* * * 20 De basisfuncties mantelzorg in de praktijk
Het Mantelzorgcompliment. Dit is een landelijke regeling om mantelzorgers te waar-•
deren. Het compliment is in 2007 door de overheid ingesteld en is bedoeld voor alle
mantelzorgers die voldoen aan de landelijk vastgestelde criteria (gerelateerd aan
AWBZ-indicatiestelling). Op basis van de regeling kunnen zorgvragers hun mantelzor-
gers jaarlijks in aanmerking laten komen voor een mantelzorgcompliment. Meer
actuele informatie is te vinden op www.mezzo.nl/mantelzorgcompliment.
De gemeente kan op verschillende manieren invulling geven aan de ontwikkeling en
uitvoering van deze functie. Als uitvoerder van de Wet Werk en Bijstand kan ze voorzie-
ningen beschikbaar stellen en voorts kan de gemeente de verschillende mogelijkheden
van de voorzieningen door middel van voorlichting onder de aandacht brengen.
Voorbeeld: Vrijstelling sollicitatieplicht
In sommige gevallen kan iemand die mantelzorg of vrijwilligerswerk doet gehele
of gedeeltelijke vrijstelling van de sollicitatieplicht krijgen. Kijkt u voor meer
informatie hierover op www.uwv.nl
3.8 Materiële hulp
Wat houdt deze functie in?
Naast praktische en/of financiële steun kunnen mantelzorgers materiële hulp gebruiken,
ook dit is sterk afhankelijk van de situatie en behoeften. Vaak is deze materiële hulp
primair gericht op een zorgbehoevende (voorzieningen gehandicapten). Bij de toewijzing
kan ook expliciet het belang van de mantelzorger(s) betrokken worden.
De uitvoering van de materiële hulp wordt gedaan door de uitvoeringsorganisatie van
de Wmo. Sommige gemeenten hebben dat in eigen beheer, vaak uitgevoerd door Sociale
Zaken. Een aantal gemeenten heeft die uitvoering volledig uitbesteed. Voor de invulling
van de uitvoering zullen aanvullende afspraken gemaakt moeten worden over de invul-
ling van het beleid. De Wmo-consulenten zijn de intermediairs voor informatie, advies en
begeleiding bij de aanvraag van deze voorzieningen.
De basisfuncties mantelzorg in de praktijk 21 * * *
Vormen van materiële hulp
Hulpmiddelen en woningaanpassing •
Zorgvragers kunnen via de Wmo hulpmiddelen aanvragen. Mantelzorgers gebruiken
vooral transferhulpmiddelen (bijvoorbeeld tilliften), hulpmiddelen bij de persoonlijke
verzorging (bijvoorbeeld toilet verhoger en beugels) en hulpmiddelen voor veiligheid
en behandeling. Bij woningaanpassing valt ook te denken aan een mantelzorgwoning,
of –kamer
Parkeerplaatsen en parkeervergunningen (indicatie nodig) •
Gemeenten hebben de bevoegdheid om een (tijdelijke) parkeervergunning af te geven
of een parkeerplaats te reserveren
Aangepast vervoer (indicatie nodig)•
Autoaanpassing (indicatie nodig)•
Vervangend vervoersvoorziening, regionaal vervoer (indicatie nodig)•
Belbus (geen indicatie)•
Voorbeeld: Parkeerpas
Speciaal voor mantelzorgers hebben sommige gemeenten een parkeerpas
mantelzorg ingesteld. De zorgontvangers vragen de pas aan. Zij kunnen met de
pas hun mantelzorger voordelig laten parkeren in een buurt waar betaald parkeren
geldt. Mensen met een CIZ-indicatie, of hun wettelijk vertegenwoordiger of
gemachtigde, kunnen de pas aanvragen met een formulier dat verkrijgbaar is via
internet en bij de betreffende gemeenteloketten.
* * * 22 De basisfuncties mantelzorg in de praktijk
Cases en ValkuilenCase 1: Kris zorgt voor zijn dementerende vrouw Marjan (75). Hij wil dat graag thuis blijven doen.
‘Daar zijn we toch ook voor getrouwd’, zegt hij. Kris is geen prater. Hij zat vroeger het
liefst in zijn eentje te vissen, maar daar kan nu geen sprake meer van zijn. Het echtpaar
heeft veel familie. Marjan komt namelijk uit een groot gezin en was altijd heel close met
haar zussen. Die hebben wel aangeboden af en toe een dag te helpen, maar Kris slaat die
hulp af. Hun enige zoon woont in New York.
Valkuil: Kris loopt de risico’s van een ‘spilzorger’. Dat wil zeggen dat hij zich onmisbaar
heeft gemaakt als verzorger van Marjan. De kans is groot dat hij overbelast raakt.
Mantelzorgondersteuning: Kris komt alleen met vragen over Marjan naar de huisarts. Om
Kris te bewegen toch meer hulp van anderen aan te nemen, zou er bij het gemeentelijk
Wmo loket of door de ouderen adviseur bij het preventief huisbezoek doorgevraagd kun-
nen worden om hem op de hoogte te brengen van de mogelijkheden die er voor hem zijn.
Case 2: Martin en Estelle hebben drie kinderen. Hun middelste kind, John van vijf, is verstandelijk
en motorisch gehandicapt. Hij heeft het niveau van een kind van een halfjaar, kan niet
zelf eten en drinken en heeft regelmatig problemen met zijn ademhaling. Eigenlijk kan
hij geen minuut alleen gelaten worden. Er is voor John dagopvang. Helaas heeft die dag-
opvang tijden die voor Martin en Estelle erg moeilijk te combineren zijn met hun werk.
Estelle is van vier dagen al teruggegaan naar twee dagen werken. Dochter Esmeralde van
4
De basisfuncties mantelzorg in de praktijk 23 * * *
twaalf voelt zich erg verantwoordelijk en helpt vaak bij het aan- en uitkleden van John.
Op school houdt ze spreekbeurten over de aandoening van haar broertje. Soms is ze zo
intensief bezig met haar broertje dat ze haar huiswerk vergeet. Ook heeft ze steeds min-
der vriendjes en vriendinnetjes om mee te spelen. Als Estelle overspannen wordt en naar
de bedrijfsarts stapt, wordt duidelijk dat het gezin mogelijkheden moet krijgen om af en
toe zonder John op stap te kunnen.
Valkuil: Estelle overweegt helemaal te stoppen met werken, terwijl ze juist zo van haar
werk houdt en die dagen dat ze in een andere omgeving verkeert ook juist hard nodig heeft.
In alle zorgen rondom John dreigt dochter Esmeralda vergeten te worden omdat ze ver-
der geen problemen geeft.
Mantelzorgondersteuning: Martin en Estelle zouden baat hebben bij aangepaste tijden
van de dagopvang. Ook moet gekeken worden of het gezin andere vormen van hulp kan
krijgen die de druk verlichten. Dochter Esmaralda valt in de categorie jonge mantelzorgers
die vaak wordt vergeten. Het kan goed voor haar zijn om met een vertrouwenspersoon te
praten. Misschien vindt ze ook via de website www.jongemantelzorgers.nl leeftijdsgeno-
ten in een soortgelijke situatie om mee te chatten zodat ze uit haar isolement raakt. Ook
de school zou op de hoogte kunnen worden gesteld van haar situatie.
Case 3: De Marokkaanse Mohammed en Fátima zijn de ouders van Achmed (21) met schizofrenie.
Achmed is de oudste van zes kinderen. Mohammed werkt op onregelmatige tijden en
Fátima durft haar zoon niet alleen te laten. Het is moeilijk voor hen om steun te zoeken
in hun omgeving. De schaamte is groot. Het liefst laten ze dat zo min mogelijk merken
aan anderen. Ze zijn zelfs van plan om een huwelijkskandidaat uit Marokko over te laten
komen zonder haar te vertellen over de schizofrenie van hun zoon. Mohammed en Fátima
hebben regelmatig ruzie over Achmed. Fátima vindt dat haar man te ongeduldig is met
Achmed. Ze vertelt hem niet dat Achmed haar al een keer heeft bedreigd. Daarnaast heeft
ze ook veel zorgen over Youssef, haar twaalfjarige zoon, die de situatie thuis ontvlucht en
op straat rondhangt.
Valkuil: Omdat de schaamte over schizofrenie in veel Marokkaanse gezinnen zo groot is,
zijn deze gezinnen erg moeilijk te bereiken. Het risico van overbelasting is levensgroot,
vooral voor de moeder.
Mantelzorgbeleid: In sommige gemeenten zijn gespreksgroepen opgezet voor Marok-
kaanse mantelzorgers van kinderen die last hebben van schizofrenie. Het is erg belangrijk
om daar Marokkaanse zelforganisaties bij te betrekken om te voorkomen dat mensen niet
op komen dagen omdat de gespreksgroepen voor zowel vrouwen als mannen zijn.
In Rotterdam is een Kennisplatform opgericht waarin alle instellingen die zich met alloch-
tone mantelzorgers bezighouden hun kennis en ervaring bundelen. Ook houden ze elkaar
op de hoogte van hun activiteiten.
* * * 24 De basisfuncties mantelzorg in de praktijk
Meer weten?
Op de site www.prestatieveld4.nl is belangrijke aanvullende informatie over de basis-
functies te vinden en over de manier waarop gemeenten invulling kunnen geven aan
beleid gericht op mantelzorgondersteuning. Bijvoorbeeld: een instrument om het aantal
mantelzorgers in uw gemeente te berekenen op grond van de grootte van uw gemeente
en de bevolkingsopbouw, een overzicht van maatschappelijke ontwikkelingen die invloed
hebben op mantelzorgers en de verschillende mantelzorgfasen.
Naast deze brochure is een soortgelijke brochure voor de basisfuncties vrijwilligerswerk
beschikbaar. Voor vragen over de basisfuncties kunt u contact opnemen met de helpdesk:
[email protected] of 030 789 2009.
MOVISIE * Postbus 19129 * 3501 DC Utrecht * T 030 789 20 00 * F 030 789 21 11 www.movisie.nl * [email protected]
MOVISIE: werkt aan een krachtige samenleving
MOVISIE is hét landelijke kennisinstituut en adviesbureau voor
maatschappelijke ontwikkeling. We bieden toepasbare kennis,
adviezen en oplossingen bij de aanpak van sociale vraagstukken
op het terrein van welzijn, participatie, zorg en sociale veiligheid.
In ons werk staan vijf actuele thema’s centraal: huiselijk & seksueel
geweld, kwetsbare groepen, leefbaarheid, mantelzorg en vrijwillige
inzet. Onze ambitie is daadwerkelijk te investeren in een krachtige
samenleving waarin burgers zoveel mogelijk zelfredzaam
kunnen zijn.