dossier dividend
TRANSCRIPT
? Geen beleggingsbeslissing zonder Morningstar
Dossier Dividend
Alle informatie over dividendbeleggen in een gids
Dossier Dividend
Editie November 2012
1
Inhoud
Pagina
Voorwoord 2
1. Dividendbeleggen 3
1.1 Traditionele dividendsectoren onder druk
1.2 Signalen voor dividendverlaging
1.3 Het vinden van dividendaandelen
1.4 Het samenstellen en beheren van een dividendportefeuille
1.5 Het ene dividendfonds is het andere niet
1.6 Spannend: hoogdividendfondsen beleggen wel degelijk
in opkomende landen
2. Dividendaandelen 19
2.1 Royal Dutch Shell
2.2 Unilever
3. Dividendfondsen 24
3.1 Kempen Global High Dividend Fund
3.2 DWS Top Dividende
3.3 BNP Paribas Global High Income Equity Fund
3.4 ING Hoog Dividend Aandelen Fonds Inc
4. Dividend-ETFs 32
4.1 db x-trackers Stoxx Global Select Dividend 100 ETF
Woordenlijst 35
2
Voorwoord
Dividend is hot. Op hun zoektocht naar rendement komen beleggers al ruim een jaar uit bij dividend,
want het biedt in het gure klimaat met weinig economische groei, lage rente en volatiele
aandelenbeurzen een aantrekkelijk alternatief. Terecht wordt inmiddels de vraag gesteld of dividend
niet too hot is. De vraag naar dividendaandelen jaagt de koers omhoog en zijn deze aandelen
inmiddels niet te duur geworden? Dat hangt er van af. In de Verenigde Staten hebben aandelen uit
typische dividendsectoren als telecommunicatie en nutsbedrijven een hoge waardering. In Europa
daarentegen niet, dus er valt als belegger zeker nog in te spelen op dividendaandelen. Maar de
omgeving voor de dividendbelegger is wel veranderd. Traditionele dividendsectoren staan onder
druk. Zo heeft een hele trits telecomondernemingen een dividendverlaging aangekondigd en waar
banken in het verleden de hoeksteen van menig dividendportefeuille waren is dat met de financiële
crisis wel anders geworden. Waar Amerikaanse banken echter weer dividend gaan uitkeren, hebben
hun sectorgenoten in de eurozone met de staatsschuldencrisis wel wat anders aan hun hoofd.
Met dit Dossier Dividend wil Morningstar beleggers wijzen op wat er bij dividendbeleggen komt
kijken. We beschrijven recente ontwikkelingen in enkele dividendsectoren, wijzen op signalen die
duiden op een mogelijke dividendverlaging en laten zien dat het ene dividendfonds het andere niet is.
We sluiten af met analistenrapporten over diverse dividendaandelen, -beleggingsfondsen en –ETFs.
Deze gids is speciaal voor de Dag van de Belegger 2012 samengesteld. Op dit evenement gaven
ondergetekenden ook presentaties over beleggen met een focus op dividend.
Ons doel is dat u met alle informatie in deze gids betere beleggingsbeslissingen kunt nemen.
Amsterdam, november 2012.
Jeffrey Schumacher, CFA
beleggingsfondsanalist Morningstar Benelux
Maarten van der Pas
financial markets editor Morningstar Benelux
3
1. Dividendbeleggen
1.1. Traditionele dividendsectoren onder druk
Voor dividendbeleggers is het zeer belangrijk om alert te zijn op marktomstandigheden
die de zekerheid van dividend kunnen aantasten. Ook traditionele dividendsectoren
ontkomen niet aan de crisis.
Er is een aantal sectoren dat van oudsher bekend staat om zijn aantrekkelijke dividend. Banken en
verzekeraars waren voor lange tijd de hoeksteen van menig dividendportefeuille. Deze zekerheid is
echter met het uitbarsten van de kredietcrisis in rap tempo verdwenen. Banken werden
genationaliseerd of liggen aan het infuus bij de Europese Centrale Bank (ECB), waarmee het uitkeren
van dividenden aan aandeelhouders is beperkt of zelfs helemaal niet meer mogelijk is.
In de laatste maanden komen ook de dividenden van ondernemingen in andere traditionele
dividendsectoren onder druk te staan. Vastgoedfonds Wereldhave kondigde in juli aan dat het
dividend drastisch verlaagd gaat worden. In de genereus dividenduitkerende telecomsector hebben
een aantal bedrijven als gevolg van de hoge schuldenlast tijdens de presentatie van hun tweede
kwartaalcijfers aangekondigd het dividend te moeten verlagen.
Malaise
Nederlandse trots KPN is een in het oog springend voorbeeld van een telco die zijn dividend beperkt.
Tijdens het bekendmaken van de tweede kwartaalcijfers in juli kondigde bestuursvoorzitter Eelco
Blok aan, dat het dividend voor 2012 wordt verlaagd van EUR 0,90 naar EUR 0,35: een krimp van
maar liefst 61 procent. Aanleiding is de netto schuldenberg van ruim EUR 12 miljard, die moet
worden teruggebracht. De netto schuld/EBITDA ratio was aan het eind van het tweede kwartaal 2,6,
waar het doel 2,0 tot 2,5 is.
KPN heeft het lastig op de Nederlandse thuismarkt. Daarnaast moet het blijven investeren om de
concurrentie het hoofd te kunnen bieden. Een samenloop van een hoge schuldenlast en dalende
kasstromen heeft geleid tot het besluit om met de dividendtraditie te breken. Of is het toch de
Mexicaanse invloed die zich hier al doet gelden?
KPN is echter niet het enige voorbeeld in de telecomsector. Ook andere Europese spelers zoals
Portugal Telecom, het Spaanse Telefonica, France Telecom, Telecom Italia en Telekom Austria
waren recent genoodzaakt om het dividend te verlagen als gevolg van de moeilijke Europese markt
en de druk om de schuldenberg te verkleinen.
Lichtpuntjes
Is het hoge dividend binnen de telecomsector dan helemaal verleden tijd? Nee, dat niet. Vodafone
was in staat om haar dividendtraditie die sinds 1999 is opgestart een vervolg te geven. Belangrijker,
het management bevestigde de doelstelling om het dividend met 7 procent te laten groeien. British
Telecom kondigde eveneens aan het dividend dit jaar met 12 procent te verhogen en streeft ernaar
om het dividend de komende drie jaar met 10-15 procent te laten groeien.
4
Ook bij banken en verzekeraars gloort er weer licht aan de horizon. Hoewel Europese financials het
lastig hebben, zijn er de laatste maanden ook weer positievere berichten naar buiten gekomen over
het hervatten of verhogen van dividendbetalingen. Aegon betaalt sinds het uitbreken van de
kredietcrisis in 2008 voor het eerst weer dividend, een voorbeeld dat ING kan gaan volgen wanneer
het de staatssteun volledig heeft terugbetaald. Ook andere Europese banken zoals BNP Paribas en
Société Générale hinten op het verhogen of hervatten van dividendbetalingen. Wat Amerikaanse
banken betreft zijn er ook lichtpuntjes te noemen, zoals bijvoorbeeld Wells Fargo, dat het dividend in
het tweede kwartaal van 2012 met 83 procent verhoogde.
Ook in andere sectoren zijn lichtpuntjes te vinden, zoals bijvoorbeeld in de oliesector. Royal Dutch
Shell presenteerde kwartaalresultaten die minder sterk waren dan een jaar geleden, maar
verhoogde desondanks wel het dividend met 1 dollarcent naar USD 0,43 per aandeel.
In de technologiesector kan Cisco als voorbeeld worden genomen, dat in augustus naast sterke
kwartaalcijfers aankondigde het dividend met 75 procent te verhogen naar 14 dollarcent per
aandeel. Als laatste kon Diageo recent toasten met haar beleggers. Deze dranken-multinational,
bekend van onder andere Johnnie Walker en Guinness, verhoogde het dividend met 8 procent als
gevolg van stijgende verkopen in opkomende landen.
Monitoring
Deze verschillende ontwikkelingen onderstrepen het belang van de dividendbelegger om zijn
aandelen continu te monitoren en scherp te letten op veranderingen in de marktomgeving,
ontwikkeling van winst en kasstroom en de financiële leverage van ondernemingen gezien de grote
invloed die deze factoren kunnen hebben op de dividenduitkering.
Door Jeffrey Schumacher
5
1.2. Signalen voor een mogelijke dividendverlaging
Dividendbeleggen lijkt gemakkelijk: een kwestie van een paar aandelen met een hoog
dividendrendement selecteren. Dat is echter te mooi om waar te zijn.
Bij dividendbeleggen is de zekerheid van het dividend een zeer belangrijke factor. Hoewel
ondernemingen met een lange historie als het gaat om het uitbetalen en laten groeien van dividend
hun dividendbeleid te allen tijde willen handhaven, kunnen er situaties ontstaan waarbij het
management besluit om het dividend te verlagen of helemaal te schrappen.
In het (recente) verleden hebben ondernemingen als Thomas Cook, Nokia, KPN en Telefonica hun
dividendhistorie moeten opgeven. Ook nu zijn er regelmatig berichten over bedrijven waarbij het
dividend mogelijk ter discussie staat, zoals blijkt uit het eerste artikel in deze serie Traditionele
dividendsectoren onder druk. Omdat dividendverlagingen vaak gepaard gaan met sterke
koersdalingen is het voor een dividendbelegger belangrijk om zijn aandelen goed te monitoren. In dit
artikel geeft Morningstar zeven indicatoren waaraan een mogelijk onhoudbaar dividend kan worden
herkend.
1. Hoge payout ratio
De payout ratio is een eerste, makkelijke screening om de zekerheid van het dividend te toetsen. De
payout ratio geeft aan welk gedeelte van de winst wordt uitbetaald als dividend. Een dividend per
aandeel van 20 cent op een winst per aandeel van 80 cent geeft dus een payout ratio van 25
procent. Hoe lager deze ratio is, des te zekerder het dividend. Zo kan immers in het voorbeeld de
winst 75 procent dalen voordat de uitkering van het dividend in gevaar komt.
Wanneer een bedrijf een hoge payout ratio heeft is dit een aandachtspunt. Een harde bovengrens
voor de payout ratio is echter niet te geven. De hoogte van deze ratio verschilt namelijk per sector,
wat weer verband houdt met de mate van cycliciteit van de sector. Een sector die tamelijk
ontwikkeld is en waarin ondernemingen stabiele kasstromen genereren zoals bijvoorbeeld
nutsbedrijven, kan het zich veroorloven om hogere payout ratio’s te hanteren zonder dat het dividend
in gevaar komt.
Voor meer cyclische bedrijven is een hoge payout ratio een groter risico. Om te bepalen of de payout
ratio een gevaar vormt kan de historische trend van de payout ratio worden bekeken, of kan de
payout ratio worden afgezet tegen het sectorgemiddelde. Vanzelfsprekend is een payout ratio boven
100 procent een rode vlag, omdat de onderneming dan meer geld uitkeert aan dividend dan dat er
winst wordt gemaakt.
2. Marktomstandigheden – dalende winst en vrije kasstroom
Trends in winst en vrije kasstroom vormen de sleutel tot de zekerheidsanalyse van dividend. De
eerder besproken payout ratio geeft het belang van de winst al aan: als de winst daalt, dan wordt de
payout ratio hoger, waardoor de druk op de houdbaarheid van het dividend toeneemt.
Belangrijker is echter de ontwikkeling van de vrije kasstroom. Dit is namelijk geld waaruit het
dividend betaald dient te worden. Kasstroom is de financiële olie die door een bedrijf stroomt en als
die stroom opdroogt dan heeft het bedrijf een serieus probleem. De ontwikkeling van de winst en
6
vrije kasstroom is dan ook van cruciaal belang. Hoe deze zich ontwikkelen hangt sterk af van de
algemene marktomstandigheden en de concurrentiepositie van het bedrijf.
3. Zwakkere balans
Het beoordelen van de zekerheid van een dividend draait om het analyseren van de financiële
stabiliteit van het bedrijf. Hierbij kan de balans niet buiten beschouwing worden gelaten. Voor
dividendbeleggers is het van belang om de schulden van een onderneming goed in de gaten te
houden. Er kan namelijk pas dividend worden uitbetaald als de rente aan obligatiehouders en
verstrekkers van leningen is betaald.
Deze schuldeisers hebben vaak randvoorwaarden gesteld waaraan het bedrijf moet voldoen en die
zijn vastgelegd in convenanten. Zodra deze worden geschonden, kunnen zij hun uitgeleende geld
terugeisen en is het uitkeren van dividend vaak niet meer toegestaan. Als een bedrijf hoge schulden
heeft, dan vormt dit dus een risico. Ratio’s als netto schuld/EBITDA en interest coverage-ratio zijn
hierbij belangrijke kengetallen. Een tegenovergestelde situatie ontstaat als bedrijven beschikken over
veel eigen vermogen of over hoge kasmiddelen. Dit biedt een buffer voor tijdelijke tegenslagen.
4. Dividendhistorie
De dividendhistorie kan een indicatie zijn van de soliditeit van het dividend. Een onderneming die al
jaren een stabiel -liefst groeiend- dividend uitkeert geeft meer zekerheid dan een bedrijf dat dit voor
het eerst doet. Een lange dividendhistorie laat zien dat het management zich heeft gecommiteerd
aan het uitkeren van dividend en dat geeft vertrouwen. Echter, het uitkeren van dividend is geen
verplichting en een dividend uit het verleden is geen garantie voor de toekomst!
5. Extreme dividenden
Hoewel verleidelijk is dividendbeleggen niet het simpelweg investeren in de aandelen met het
hoogste dividendrendement. Wanneer u dat doet, dan zal uw portefeuille een sterke afwijking
hebben naar traditionele dividendsectoren zoals telecom en nutsbedrijven. Dit kan de benodigde
diversificatie beperken. Daarnaast ontkomt u er dan niet aan dat u in een dividend-valkuil trapt: u
koopt een aandeel met een hoog dividendrendement op papier, maar later blijkt dat de
dividenduitkering wordt verlaagd en het dividendrendement dus veel lager is dan gedacht.
Een dividendrendement dat significant hoger is dan het historisch gemiddelde of een
sectorgemiddelde is eerder een waarschuwingssignaal dan een gouden kooptip. In kranten en op
internet kunt u van diverse aandelen de dividendrendementen opzoeken. Deze dividendrendementen
zijn berekend door het laatst uitgekeerde dividend te delen door de huidige koers. Wanneer het
slecht gaat met een bedrijf dan zal de koers dalen. Hierdoor stijgt het dividendrendement. De grote
vraag is echter of het laatst uitgekeerde dividend nog wel realistisch is. Het hoge dividendrendement
lijkt interessant, maar is gebaseerd op het verleden. En dat geeft geen garantie voor de toekomst.
6. Lagere dividendgroei
Het uitkeren van dividend is een soort commitment van het management naar aandeelhouders en
geeft aan dat zij vertrouwen hebben in hun onderneming. Dit maakt het handhaven en verhogen van
het dividend zo belangrijk. Idealiter zal het management het dividend ook ieder jaar willen laten
groeien. Een stabiel groeipercentage is een goed teken. Naar mate het bedrijf volwassen wordt zal
7
de groei van het dividend afnemen. Dit is een logisch gevolg van de ontwikkeling van het bedrijf. Een
plotselinge verandering in de groei van het dividend kan echter wijzen op een diepere oorzaak en is
dus een aanleiding om aanvullend onderzoek te doen.
7. Managementstrategie
Aandeelhouders hebben geen recht op dividend. Zij zijn hiervoor afhankelijk van het management
van de onderneming. Als het management besluit dat de kasstroom beter aangewend kan worden
om een investering of een overname te doen of om de schuld te verlagen, dan kan dat gevolgen
hebben voor het dividend. Deze factor is erg onvoorspelbaar, maar kan een grote impact hebben op
het dividend zoals in 2009 bleek toen farmaceut Pfizer het dividend onverwachts drastisch verlaagde
om een overname te kunnen financieren.
Uit het bovenstaande blijkt dat dividendbeleggen de nodige tijd en oplettendheid van beleggers
vereist om succesvol toegepast te kunnen worden. U kunt, indien u zich daar comfortabel bij voelt
en beschikt over voldoende tijd en financiële kennis, zelf uw dividendaandelen selecteren.
Voor passieve beleggers zijn er ETFs beschikbaar die een hoogdividendindex volgen, zoals de iShares
Euro Stoxx Select Dividend 30, de Amundi ETF MSCI Europe High Dividend of het db x-trackers
Stoxx Global Select Dividend 100 ETF.
Een andere mogelijkheid is het aanschaffen van een actief beheerd beleggingsfonds dat zich richt op
dividendbeleggen. Als gevolg van de populariteit van dividendbeleggen zijn er de afgelopen twee jaar
door diverse fondshuizen dividendfondsen gelanceerd. Dividendfondsen die wereldwijd beleggen in
waarde-aandelen en die kunnen bogen op een langer track record zijn het BNP Paribas Global High
Income Equity Fund, DWS Top Dividende, ING Hoog Dividend Aandelenfonds en Kempen Global High
Dividend Fund.
Door Jeffrey Schumacher
8
1.3. Het vinden van dividendaandelen
Morningstar's dividendgoeroe Josh Peters vertelt hoe aantrekkelijke dividendaandelen te
selecteren.
Eén van de problemen waar veel beleggers mee worden geconfronteerd, is het gebrek aan
inkomsten uit hun beleggingen in deze periode met karige rendementen. Een mogelijke strategie is
om op zoek te gaan naar kwaliteitsaandelen met hoge dividenduitkeringen, die de storm op de
financiële markten doorstaan en voor aantrekkelijke totaalrendementen in contanten zorgen.
Hoge en veilige dividenden zijn traditioneel een kenmerk van sectoren zonder veel cyclische
blootstelling, zoals nutsbedrijven, defensieve consumptiegoederen, gezondheidszorg,
telecommunicatie en energie. “Deze sectoren zijn al getest onder stress en hebben beleggers goede
resultaten opgeleverd tijdens de crash van 2008-2009”, zegt Josh Peters. Hij is Morningstar’s
Director of Equity-Income Strategy, auteur van The Ultimate Dividend Playbook en redacteur van de
DividendInvestor-nieuwsbrief. “Ik verwacht voor de nabije toekomst een even sterke veerkracht van
deze sectoren en zelfs in een zeer onzekere economische situatie met lage groei geloof ik dat het
mogelijk is om dividenden te vinden die sneller groeien dan de inflatie.”
Dividend drill
Voor Peters zijn de belangrijkste vragen bij dividend: is het dividend veilig en zal het toenemen?
Hoewel er geen eenduidige definitie is van wat een veilig dividend inhoudt, ligt het antwoord in de
payout ratio. De payout ratio is het gedeelte van de winst dat als dividend aan aandeelhouders
wordt uitgekeerd en geeft aan wat ondernemingen doen met hun winsten. Een lage ratio betekent
dat een bedrijf er vooral op gericht is de winst in te houden in plaats van dividend uit te keren. De
payout ratio geeft ook aan hoe goed de winst de dividenduitkeringen ondersteunt: bij gelijke
omstandigheden geldt: hoe lager de ratio, hoe veiliger het dividend. Want lagere dividenden zijn
makkelijker uit te betalen dan hogere. Ondernemingen met een stabiele omzet en winst zijn echter in
een betere positie om hoge dividenden uit te keren dan cyclische of volatiele ondernemingen.
Het antwoord op de vraag wat zorgt voor dividendgroei ligt in de winstgroei in combinatie met de
payout ratio. Hoewel een bedrijf met een lage ratio zijn dividend zelfs zonder winstgroei kan
verhogen, is het op lange termijn normaliter de groei van de winst per aandeel die zorgt voor een
hoger dividend.
In Peters’ strategie wordt het totale rendement voor de dividendbeleggers aangegeven door de som
van het initiële dividendrendement en de toekomstige dividendgroei. De fundamentele factoren die
dividendverhogingen bepalen, zijn de organische groei van de onderneming in de loop van de tijd, de
winstgevendheid van de interne groei, de mogelijkheid van prijsmacht of ingebouwde indekking
tegen inflatie en de kapitaalallocatie (wat er met de ingehouden winst gebeurt). Lage opbrengsten
leiden vaak tot een zwakke correlatie tussen het dividend en de aandelenkoers, zelfs als het dividend
toeneemt. Uiterst hoge rendementen kunnen te riskant zijn. “Ik richt me op wat ik de sweet spot
noem, rendementen tussen 3-4 procent en 7-8 procent”, zegt Peters.
Door Maarten van der Pas
9
1.4. Het samenstellen en beheren van een
dividendportefeuille
Morningstar's dividendgoeroe Josh Peters vertelt hoe een dividendportefeuille op te
bouwen en deze te onderhouden.
In het vorige artikel legt Morningstar’s Director of Equity-Income Strategy Josh Peters uit wat voor
beleggers belangrijke factoren zijn als ze zich willen richten op dividendaandelen. Hieronder gaat hij
verder en komt het samenstellen en beheer van een dividendportefeuille aan de orde.
6 Regels
Samenstelling en beheer van een dividendportefeuille begint bij het bepalen van doelstellingen voor
rendement en groei, het vinden van aandelen die aan uw doelstellingen voldoen, het volgen van uw
portefeuille en het aanpassen en verbeteren ervan naargelang de omstandigheden. Peters zegt
hierover: “Een hoger dividendrendement betekent meestal minder groei, maar ik doe het niet voor
minder dan de inflatie.”
Screening voor dividendbeleggingen is vooral een eliminatieproces volgens Peters. Hij geeft 6
belangrijke regels die niet werken voor een dividendstrategie:
Aandelen die helemaal geen dividend uitkeren
Aandelen met een dividend van minder dan 3 procent
Bedrijven zonder identificeerbare concurrentievoordelen
Bedrijven met hoge schulden
Bedrijven met sterk schommelende winsten
Bedrijven met negatieve corporate governance
De basisparameter voor dividendscreening is dat het moet gaan om ondernemingen met een
marktkapitalisatie van USD 500 miljoen of meer (EUR 370 miljoen of meer). “Omvang heeft een
zekere correlatie met financiële slagkracht en concurrentiekracht”, zegt Peters. De Morningstar-
beoordeling van de ‘moat’ of concurrentievoorsprong moet “Narrow” of “Wide” zijn en het oordeel
over de onzekerheid van de schatting van de reële waarde van het aandeel of de fair value moet
“Low” of “Medium” zijn.
Peters licht dit toe: “Duurzame concurrentievoordelen op lange termijn ondersteunen zowel de
zekerheid als de groei van het dividend. En hoewel de onzekerheidswaardering van Morningstar niet
specifiek zijn gekoppeld aan dividendrisico’s, hebben ramingen van de reële waarde met een ‘hoge’
of ‘zeer hoge’ onzekerheid een sterke signaalfunctie. Het huidige dividendrendement moet over het
algemeen 3,0 procent of hoger zijn.
“Het maximaliseren van de huidige dividendinkomsten is een prima strategie, maar er zitten wel
beperkingen aan vast”, waarschuwt de dividendstrateeg. “Je moet passende maatstaven voor
dividendzekerheid vinden, eisen dat de dividendgroei ten minste gelijk is aan de inflatie en zorgen
voor voldoende diversificatie over bedrijven en sectoren heen.”
10
Over diversificatie: leg niet alle eieren in één mand. De richtlijn van Peters is om 12 tot 20
afzonderlijke aandelen in bezit te hebben en een blootstelling aan ten minste 4 tot 5 afzonderlijke
sectoren. Zorg er bovendien voor dat de portefeuille niet zorgt voor slapeloze nachten. Dit komt neer
op een risico- en volatiliteitsniveau dat een belegger aanvaardbaar vindt, zelfs tijdens perioden van
turbulente in de economie en op de markt.
Op welk moment zou een dividendbelegger aandelen moeten kopen of verkopen? Men moet
verkopen als het dividend wankel lijkt en het risico nog niet helemaal in de aandelenkoers verwerkt
zit, als de dividendgroei herhaaldelijk achterblijft op de verwachtingen of als de aandelenkoers zo
sterk stijgt dat er vanaf dat punt geen goed totaalrendement meer kan worden verwacht.
Een aankoopkans doet zich voor als een nieuw aandeel meer rendement biedt dan een bestaande
positie met dezelfde dividendgroei, meer dividendgroei bij hetzelfde rendement of een betere
fundamentele kwaliteit met vergelijkbare vooruitzichten wat totaalrendement betreft.
Zekerheid
Gezien de huidige volatiliteit op de aandelenmarkten gaan beleggers op zoek naar zekerheid.
Dividend is één van de weinige aantrekkelijke terreinen waarop het nog mogelijk is om goede
contante inkomsten te realiseren. “Dividendbeleggen is geen modeverschijnsel en heeft niets te
maken met oude of gepensioneerde beleggers”, zegt Peters tot slot. “Het is essentieel om een visie
op lange termijn te hebben en de nadruk te leggen op dividendzekerheid, dividendgroei en
totaalrendement. En dan moeten de bedrijven maar aan de slag om voor uw rendement te zorgen.”
Door Maarten van der Pas
11
1.5 Het ene dividendfonds is het andere niet
Vier actief beheerde dividendfondsen die dividendbeleggen op geheel eigen wijze
uitvoeren. Dat resulteert in interessante verschillen in beleggingsstrategie, portefeuille
en prestatie.
De lage rentestanden in combinatie met de onzekere economische groei hebben beleggers
geïnteresseerd gemaakt voor dividend. De toenemende vraag naar hoogdividendfondsen leidde
ertoe dat diverse fondshuizen in de afgelopen twee jaar dividendfondsen hebben gelanceerd.
In dit artikel wordt de aandacht gevestigd op vier in Nederland verkrijgbare dividendfondsen die zich
richten op ondernemingen met een bovengemiddeld dividendrendement. Het zijn het BNP Paribas
Global High Income Equity Fund (BNP IP), DWS Top Dividende (DWS), ING Hoog Dividend
Aandelenfonds (ING IM) en het Kempen Global High Dividend Fund (Kempen).
4 Hoogdividendbeleggingsfondsen Analyst Rating Morningstar Rating
BNP Paribas Global High Income Equity Fund Bronze (not ratable)
DWS Top Dividende Silver
ING Hoog Dividend Aandelenfonds Neutral
Kempen Global High Dividend Fund Gold
(Bron: Morningstar november 2012)
Deze beleggingsfondsen hebben een aantal zaken gemeen. Het zijn alle vier wereldwijd beleggende
hoogdividendfondsen en ze beschikken over een solide track record ten opzichte van concurrenten
en/of de benchmark. Maar daarmee houden de overeenkomsten dan ook wel op. Dit artikel gaat
dieper in op de verschillen tussen deze fondsen. Hierbij is rendement niet de belangrijkste factor,
maar wel de onderliggende en onderscheidende factoren die hieraan ten grondslag liggen: het
beheerteam en het beleggingsproces. Dat resulteert uiteindelijk in portefeuilles die duidelijke
verschillen hebben. Het ene dividendfonds is het andere niet.
Beheerteams
Het eerste punt waarop deze fondsen van elkaar verschillen is de managementstructuur. Hoewel
alle vier de fondsen beschikken over ervaren en uitgebreide beheerteams, is er op dit vlak duidelijk
onderscheid te maken.
Lokaal versus concentratie
BNP IP kent een unieke aanpak omdat het beleid decentraal wordt uitgevoerd. Hoofdbeheerder
Wouter Weijand bedacht in 2002 de blauwdruk voor dit fonds. Hij gelooft in de toegevoegde waarde
van lokale teams die autonoom kunnen opereren. Weijand overziet dan ook drie teams die over de
wereld zijn verspreid. Het beheer voor het Amerikaanse gedeelte van de portefeuille is uitbesteed
aan River Road AM in Louisville, terwijl een eigen team van BNP IP in Hong Kong verantwoordelijk is
voor de aandelenselectie in Azië. Europa wordt beheerd vanuit Amsterdam. Weijand is ervan
overtuigd dat deze lokale aanwezigheid leidt tot betere inzichten en toegevoegde waarde voor de
aandelenselectie.
DWS, ING IM en Kempen houden het daarentegen dichter bij huis. De beheerteams van deze
fondsen hebben zich geconcentreerd in respectievelijk Frankfurt, Den Haag en Amsterdam. De
beheerders hechten veel waarde aan laagdrempelige directe overlegstructuren met hun collega’s en
analisten dicht in de buurt.
12
Ondersteuning
Alle vier de fondsen beschikken over een uitgebreid team van ervaren beheerders en/of analisten.
Wie echter verder kijkt dan het aantal teamleden ziet verschillen in de wijze van ondersteuning.
Bij BNP IP is Wouter Weijand al negen jaar de gepassioneerde leidsman van het hoogdividendteam.
Hij is zelf verantwoordelijk voor de top-down regio-allocatie van het fonds en stuurt daarnaast zijn
regionale teams aan. Het Amerikaanse team wordt geleid door drie ervaren beheerders met
ondersteuning van zes analisten. Het Aziatische team bestaat uit hoofdbeheerder Arthur Kwong en
twee analisten. Het Europese team telt twee ervaren beheerders die geen verdere ondersteuning
hebben van analisten. Dat is opmerkelijk, omdat Europa voor dit fonds het grootste gedeelte van het
belegbare universum beslaat.
De kern van het team is sinds de oprichting bij het fonds betrokken, waardoor het veel ervaring heeft
met het beleggingsproces en het selecteren van dividendaandelen. De grootte van het team
gecombineerd met de relevante ervaring en toewijding van de beheerder aan de strategie geeft
Morningstar vertrouwen.
DWS Top Dividende bestaat sinds 2003 en wordt vanaf oktober 2005 beheerd door Thomas
Schüssler en Oliver Pfeil. Schüssler is bij DWS hoofd van het waardeteam. Dat bestaat uit zes
personen en is verantwoordelijk voor diverse waardestrategieën, waaronder dit wereldwijde
dividendfonds. De overige vier teamleden zijn iets minder ervaren met dividendbeleggen. Verdere
ondersteuning komt van de diverse sectoranalisten bij DWS.
Ondanks de brede ondersteuning is Schüssler de belangrijkste persoon bij het fonds. Deze
afhankelijkheid vormt een risico, maar Morningstar waardeert de stabiliteit van het team en is
overtuigd van de kwaliteiten van Schüssler bij deze strategie.
Het ING Hoog Dividend Aandelenfonds is opgezet in 1999 en is daarmee het oudste dividendfonds
van de vier die hier worden besproken. Herman Klein en Bruno Springael vormen nu het duo dat dit
fonds leidt. Zij namen in 2010 en 2011 de leiding over van respectievelijk Kris Hermie en Moudy El
Khodr. Klein en Springael zijn beide ervaren beheerders, maar voor Klein is het wel de eerste keer
dat hij een dividendfonds aanstuurt. Het duo maakt onderdeel uit van het hoogdividendteam van ING
IM dat in totaal bestaat uit zeven beheerders die allen hun eigen hoogdividendfonds beheren voor
verschillende regio’s.
Klein en Springael worden ondersteund door het analistenteam van ING IM dat 24 sectoranalisten
telt. Dit grote team heeft ervaren mensen, maar opereert nog niet heel lang in de huidige
samenstelling. De analisten zijn niet specifiek toegewijd aan de hoogdividendstrategieën en werken
voor alle aandelenfondsen van ING IM. De strategie heeft volgens Morningstar voldoende
ondersteuning vanuit de organisatie, maar het team zal zich als gevolg van de wijzigingen in de
afgelopen twee jaar nog moeten bewijzen op deze strategie.
De kern van het team van Kempen, onder leiding van Jorik van den Bos, werkt al meer dan 10 jaar
samen. Van den Bos stond in 1999 aan de wieg van de dividendstrategie van ING. In 2006 stapte hij
met twee medebeheerders over naar Kempen om daar twee hoogdividendfondsen op te zetten.
Inmiddels bestaat het team uit zes beheerders die zijn toegewijd aan deze strategie. Het team kent
geen analisten en het analysewerk wordt gedaan door de beheerders zelf. Voor iedere sector is een
sectorspecialist aangewezen, die kritisch over zijn aandelenselectie wordt ondervraagd door een
collega. Het team beschikt over veel ervaring met dividendbeleggen, is zeer stabiel en heeft zich
zowel bij ING als Kempen op deze strategie bewezen.
Verantwoordelijkheid
Een ander punt waarop de teams verschillen is de verantwoordelijkheid voor andere strategieën
binnen het fondshuis. De teams van BNP IP, ING IM en Kempen zijn volledig toegewijd aan de
hoogdividendstrategieën. Hoofdbeheerder Schüssler van DWS-fonds beheerde tot 2012 naast DWS
Top Dividende ook het DWS Global Value Fund en hij is hoofd van het totale waardeteam bij DWS.
13
Medebeheerder Oliver Pfeil is ook betrokken bij een fonds in Amerikaanse aandelen. Zij zullen hun
tijd en aandacht dus moeten verdelen over deze taken.
Uit bovenstaande analyse blijkt wel hoe verschillend de fondsen opereren. Iedere opzet heeft zijn
eigen karakteristieken, zijn eigen voor- en nadelen. Geen fonds is wat betreft de structuur van het
beheerteam hetzelfde. De contrasten tussen de verschillende beleggingsprocessen zijn echter nog
groter.
Beleggingsproces
De verschillen in beleggingsaanpak tussen BNP IP, DWS, ING IM en Kempen zijn zeer groot. Wat de
fondsen gemeen hebben is dat ze alle vier te werk gaan volgens een goed gestructureerde en
doordachte aanpak en de manier van aandelenselectie en portefeuilleconstructie sinds de introductie
van de strategieën consistent toepassen. Desondanks zijn er een aantal elementen waarop de
fondsen duidelijk van elkaar verschillen. Dit zijn de aandelenselectie, de portefeuilleconstructie en
het valutabeleid.
Aandelenselectie
Alle vier de fondsen gaan op zoek naar aandelen met een bovengemiddeld dividendrendement. De
ondergrens voor dit rendement verschilt per fonds. Zo hanteert Kempen een minimum rendement
van 3,3 procent, terwijl ING IM en BNP IP een ondergrens van 2,5 procent aanhouden. DWS streeft
naar een dividendrendement van 4 tot 4,5 procent, maar kan wel aandelen selecteren met een lager
dividendrendement.
Bij BNP IP komt het universum voort uit de benchmark die speciaal voor het fonds wordt gemaakt.
Hierin zitten alle aandelen in ontwikkelde landen met een minimaal dividendrendement van 2,5
procent en die een minimale marktkapitalisatie hebben van USD 100 miljoen.
Dit universum wordt aangevuld met namen uit opkomende markten. Men filtert het universum eerst
op kwantitatieve factoren zoals koers-winstverhouding, dividendrendement, dividend coverage ratio
en de verhouding tussen schuld en eigen vermogen van de onderneming om zo de duurzaamheid
van het dividend te bepalen, de kracht van de bedrijven in te schatten en de waardering van de
aandelen te analyseren. Daarna wordt een vooruitkijkende analyse gemaakt op basis van een
screening tool van zakenbank UBS, een sell-side analistennetwerk en de aandelenanalistendatabase
Starmine.
De ideeën die hieruit voortkomen worden onderworpen aan een fundamentele analyse die ingaat op
de analyse van de sector, de concurrentiepositie van het bedrijf, groei potentieel, risico profiel en
waardering. Op basis van de overtuiging van de beheerders wordt besloten om een positie op te
nemen in de portefeuille. Om beleggers te beschermen tegen valutaschommelingen worden
buitenlandse valuta afgedekt naar euro.
Thomas Schüssler van DWS gebruikt een multi-factormodel als eerste filter bij de aandelenselectie.
Het dividendrendement is goed voor de helft van de weging en hierbij wordt gezocht naar een
waarde tussen de 4 en 4,5 procent. De payout ratio moet lager zijn dan 50 procent en in de
afgelopen twee jaar moet het dividend gestegen zijn. Beide criteria vormen een kwart van de
weging in de screening die dient als ideeëngenerator. Voor Schüssler is een zeer hoog
dividendrendement eerder een factor die uitsluit dan een positieve indicator, omdat de
duurzaamheid van een zeer hoog dividendrenement twijfelachtig is.
De overgebleven aandelen worden aan een fundamentele analyse onderworpen. De sectoranalisten
beoordelen de ondernemingen aan de hand van verschillende waarderingsmodellen. Het
waardeteam bekijkt de balans en de winst- en verliesrekening van de bedrijven. Hierbij spelen de
duurzaamheid van de dividenden en het dividendbeleid van de ondernemingen de hoofdrol. Vaak
richt Schüssler zich op kwaliteitsondernemingen waarvan het bedrijfsmodel in het verleden stabiele
kasstromen heeft gegenereerd. Daarnaast mijdt hij bedrijven met hoge schulden. Ontwikkelingen in
14
sectoren spelen vooral een belangrijke rol bij de beoordeling op lange termijn en kunnen leiden tot
grote verschillen ten opzichte van concurrenten.
ING IM hanteert een gestructureerd proces dat sinds de oprichting in 1999 consistent wordt
toegepast. De eerste stap in het proces is een kwantitatieve filter die het wereldwijde universum
verkleint door ondernemingen te selecteren op minimale marktkapitalisatie (EUR 1 miljard), liquiditeit
en minimaal dividendrendement van 2,5 procent. Na deze filter blijven er ongeveer 300 tot 500
namen over. Deze worden fundamenteel geanalyseerd waarbij de focus ligt op waardering en
duurzaamheid van het dividend. De analisten kijken bijvoorbeeld naar winstgroei, dividendbeleid,
balansstructuur, kasstroomontwikkeling en bepalen op basis van een Discounted Cash Flow model
en scenarioanalyses de koerspotentie van het aandeel. De beheerders hebben geen beperkingen
voor landen- of regioallocaties.
Kempen bekijkt na het uitsluiten van aandelen met een dividendrendement lager dan 3,3 procent de
liquiditeit en fundamentele factoren zoals historische winst- en dividendontwikkeling. De resterende
200 aandelen worden verder onderzocht met behulp van twee kwantitatieve modellen, waarmee
het team kijkt naar financiële ratio’s, concurrentievergelijkingen maakt en scenario-analyses
uitvoert.
De beheerders voeren vervolgens een grondige fundamentele analyse uit, waarin gekeken wordt
naar onder andere de kapitaaldiscipline, kasstroomontwikkeling, concurrentievoordelen en
dividendgroei. De meest interessante namen bespreekt de sectorspecialist met zijn vaste
sparringpartner. Wanneer zij achter het aandeel staan dan leggen zij dit voor aan het team en wordt
de investeringsbeslissing genomen.
Ook wat betreft het beleggingsproces blikt dat het ene dividendfonds en andere niet is en dat er
grote onderlinge verschillen zijn. Een tweede onderscheidend aspect is de constructie van de
portefeuille.
Portefeuilleconstructie
De samenstelling van hun portefeuille verschilt voor alle vier de fondsen. Deze verschillen leiden tot
een diversiteit aan portefeuilles. Zo hanteert Kempen een gelijkgewogen portefeuille, die ieder
kwartaal geherbalanceerd wordt. Omdat het team ongeveer 100 aandelen selecteert, heeft ieder
aandeel na herbalancering een weging van 1 procent in de portefeuille. De gelijke weging zorgt voor
risicospreiding en vermijdt het ontstaan van grote concentraties, maar ontneemt de beheerders ook
de kans om een overtuiging extra aan te zetten. De driemaandelijkse herweging maakt het proces
gedisciplineerd. Het zorgt ervoor dat het team duurdere aandelen verkoopt en goedkopere aandelen
bijkoopt.
ING hanteert een vergelijkbare portefeuilleconstructiemethode als Kempen. De portefeuille is hier
alleen niet gelijkgewogen, maar is gebaseerd op de overtuiging bij de beheerders. De
driemaandelijkse herbalancering vindt plaats naar een niveau dat past bij de mate van die
overtuiging. Dit niveau kan echter ook veranderen gedurende de verstreken tijd tussen de
herbalanceringsdata. Dit geeft het team van ING meer vrijheid dan het team van Kempen.
De portefeuille van BNP kenmerkt zich door het grote aantal namen (meer dan 200) in de
portefeuille. Dit wordt veroorzaakt door een grote waaier aan kleine posities in (opkomende)
Aziatische markten. Om het risico te diversifiëren belegt beheerder Wouter Weijand in deze regio in
clusters die het bedrijfsspecifieke risico moeten verminderen.
De portefeuille van DWS bevat ongeveer 80 namen en is daarmee de meest geconcentreerde
portefeuille. Hij is gespreid over uiteenlopende sectoren, maar het fonds onderscheidt zich doordat
het traditionele dividendsectoren negeert en een hogere blootstelling heeft aan sectoren die minder
om hun dividend bekend staan. Hiermee is dit fonds een interessante optie voor dividendbeleggers.
15
Sectoren
De verschillen in het beleggingsproces hebben ook duidelijke consequenties voor de positionering
van de fondsen. De onderstaande tabel geeft de belangrijkste verschillen weer op sectorniveau per
september 2012:
Name GICS
Materials %
GICS
Industrials
%
GICS
Consumer
Staples %
GICS
Healthcare
%
GICS
Financials
- REITs %
GICS
Financials
ex REITs %
GICS
Information
Technology
%
GICS
Telecom
Services
%
GICS
Utilities %
BNP Paribas Global High Income Equity 3,12 13,05 15,84 10,96 0,00 22,75 4,89 8,48 4,60
DWS Top Dividende 11,70 5,18 17,81 15,05 0,00 9,85 5,80 7,84 6,80
ING Hoog Dividend Aandelen Fonds 7,22 14,15 6,65 11,97 1,36 17,75 9,51 5,37 4,29
Kempen Global High Dividend 4,73 12,79 9,27 8,60 9,19 13,10 4,43 13,28 10,13
Opvallend hierbij is dat DWS weinig ziet in banken en verzekeraars, terwijl deze sector bij de andere
fondsen nog steeds een belangrijke rol speelt. Hetzelfde geldt voor de sector Industrie. DWS kent
daarentegen weer een grotere blootstelling aan de sectoren basismaterialen en defensieve
consumptiegoederen. Kempen ziet meer waarde in nutsbedrijven en heeft een relatief groot belang
in vastgoedaandelen. Aandelen uit de sector gezondheidszorg kunnen bij Kempen op minder belangstelling rekenen.
Telecom is voor Kempen ook een duidelijke pilaar in de portefeuille. BNP IP kent niet veel
uitschieters, maar heeft wel een duidelijke voorkeur voor banken en verzekeraars en industrie.
Dezelfde sectoren zijn ook goed vertegenwoordigd bij ING IM, dat een opvallend lage blootstelling
heeft aan defensieve sectoren zoals Dagelijkse Consumentengoederen, maar juist kiest voor meer
cyclische sectoren zoals Industrie.
Wanneer naar de geografische allocatie wordt gekeken, dan zijn er per september 2012 ook
verschillen in voorkeur te zien:
Name
Equity Region
Americas %
Equity Region
Greater Asia %
Equity Region
Greater Europe %
BNP Paribas Global High Income Equity 39,18 19,10 41,73
DWS Top Dividende 48,15 10,59 41,26
ING Hoog Dividend Aandelen Fonds 44,35 16,81 38,84
Kempen Global High Dividend 37,71 19,40 42,89
Wat de regio Europa betreft lopen de wegingen voor de vier fondsen niet veel uiteen. Maar voor
Azië en Amerika zijn wel duidelijke accenten te zien. DWS kent de hoogste weging voor
Amerikaanse aandelen, terwijl deze regio bij BNP IP en Kempen minder sterk vertegenwoordigd is.
Zij zien meer kansen in Aziatische namen. ING IM kent op regioniveau geen echte uitschieters.
Valutablootstelling
De hoogdividendfondsen van BNP IP, DWS, ING IM en Kempen hanteren een verschillende aanpak
met betrekking tot het valutarisico. Kempen laat net als ING IM het valutarisico ongemoeid. Met
deze aanpak staat het lijnrecht tegenover de insteek van BNP IP. Dit fonds dekt het valutarisico
structureel af naar euro. Hiermee is het een uitzondering in het hoogdividendlandschap. Overigens
heeft BNP IP sinds 2011 ook een variant waarbij het valutarisico niet wordt gehedged. De strategie
16
van DWS zit tussen die van BNP IP en ING IM en Kempen in. DWS heeft namelijk de mogelijkheid
om naar eigen inzicht het valutarisico af te dekken.
Overzien
Uit de analyse van de beheerteams, het beleggingsproces en de portefeuilles van de
hoogdividendfondsen van BNP IP, DWS, ING IM en Kempen blijkt wel dat deze op veel punten
verschillen, ondanks dat de basisgedachte achter de fondsen hetzelfde is. Voor beleggers is het
belangrijk om te weten hoe hun beleggingsfonds te werk gaat en wat de blootstellingen zijn van de
portefeuille. Alleen zo kunnen zij hun totale beleggingsportefeuille goed beheren en de risico’s
overzien.
Door Jeffrey Schumacher
17
1.6 Spannend: hoogdividendfondsen beleggen wel
degelijk in opkomende landen
Beleggen in aandelen met een meer dan gemiddeld dividendrendement heeft het
predikaat “saai”. Niets is echter minder waar.
Hoogdividendfondsen hebben het imago dat zij uitsluitend beleggen in volwassen bedrijven en
markten. De algemene perceptie is dat deze fondsen niet in opkomende markten kunnen beleggen,
omdat zij investeren in solide ondernemingen die veel vrije kasstroom genereren, die beperkt zijn in
hun groeimogelijkheden en daarom veel dividend uitkeren aan hun aandeelhouders. Opkomende
markten daarentegen kenmerken zich door het grote aantal ondernemingen dat gericht is op groei.
Het resultaat is dat hoogdividendbeleggen in de loop van de tijd het predikaat "saai" heeft gekregen.
Maar dat is onterecht.
Wanneer de portefeuille van hoogdividendfondsen onder de loep wordt genomen, dan bevatten deze
inderdaad veelal grote, gevestigde bedrijven in stabiele sectoren en ontwikkelde economieën. Maar
opkomende landen bieden wel degelijk interessante kansen voor de hoogdividendbelegger. Wanneer
een selectie gemaakt wordt van wereldwijd beleggende hoogdividendfondsen, dan is de
aanwezigheid van opkomende landen duidelijk te zien. Dat illustreert onderstaande tabel.
Beleggingsfonds Equity Region
Asia emrg %
(Long
Rescaled)
Equity Region
Europe emrg
% (Long
Rescaled)
Equity Region
Latin America
% (Long
Rescaled)
Equity Region
Emerging %
(Long
Rescaled)
Aberdeen Global World Equity Income E1 8,98 0,00 16,33 25,31
UBS (Lux) ES Gbl High Div USD P-acc 5,18 0,00 2,03 10,32
BNY Mellon Glbl Eq Higher Inc EUR A Acc 2,23 1,70 2,29 9,30
Capital Int Global Growth and Income B 4,49 0,00 2,09 8,92
Banque de Luxembourg-Equities Dividend A 3,81 3,23 0,71 7,74
Kempen Global High Dividend Fund 1,74 0,54 2,74 6,47
Pictet High Dividend Selection-P EUR 2,49 1,01 2,38 5,88
Schroder ISF Global Div Maximiser A 3,19 0,00 1,19 4,38
Templeton Glbl Equity Income A Acc € 1,48 2,38 0,32 4,17
JPM Global Dividend A (acc)-EUR 2,57 0,00 0,00 3,09
Pioneer Fds Global Div Eq A EUR ND 1,91 0,00 0,00 1,91
BNP Paribas Global High Income Eq Unhdgd 1,15 0,25 0,47 1,87
ING Hoog Dividend Aandelen Fonds 1,03 0,00 0,54 1,57
DWS Top Dividende 0,00 1,22 0,00 1,22
M&G Global Dividend EUR A 0,22 0,00 0,96 1,17
BlackRock Global Funds Global Equity Income A2 USD 0,00 0,00 0,91 0,91
CapitalAtWork Dividends at Work C 0,00 0,00 0,00 0,00
Fidelity Global Dividend A 0,00 0,00 0,00 0,00
Invesco Global Equity Income A $ Acc 0,00 0,00 0,00 0,00
KBC Equity High Dividend Acc 0,00 0,00 0,00 0,00
SNS Hoogdividend Aandelenfonds 0,00 0,00 0,00 0,00
18
Uit de tabel blijkt dat sommige hoogdividendfondsen -zoals verondersteld- helemaal niet beleggen in
opkomende landen En als zij dit wel doen, dit is het vaak een beperkt percentage. Maar schijn
bedriegt. Veel van de grote, gevestigde ondernemingen in hoogdividendportefeuilles halen een
(belangrijk) gedeelte van hun omzet en winst uit opkomende landen. Zo boekt Unilever ruim 50
procent van haar omzet uit opkomende markten, net als Colgate-Palmolive. Deze posities worden
door een fonds geclassificeerd als een belegging in ontwikkelde landen. Dat is correct wanneer
gekeken wordt naar vestigingsland van de onderneming, maar het beleggingsresultaat is dus wel in
ruime mate afhankelijk van opkomende landen.
Hoogdividendfondsen kunnen wel degelijk beleggen in opkomende landen: hetzij direct of indirect.
Dit werpt een heel ander licht op het “saaie” imago van deze fondsen.
Door Jeffrey Schumacher
19
2. Dividendaandelen
2.1. Royal Dutch Shell
Waardering, groei en winstgevendheid
Economic Moat Fair value Stewardship Rating
Narrow EUR 30.00 Standard
Moat Trend Uncertainty Morningstar Rating
Negative Low
(Bron: Morningstar per 28/11/2012)
Analist
Stephen Simko
Visie Morningstar
Het verhaal over Shell heeft momenteel twee kanten. De belangrijke, positieve operationele
kasstromen zijn hard op weg om de komende jaren recordhoogtes te bereiken als enkele
megaprojecten in bedrijf komen. Het solide dividend van Shell is dus veilig en groeit de komende
jaren waarschijnlijk als de olieprijs op of nabij het huidige niveau blijft.
Maar een aantal negatieve aspecten overtuigt Morningstar ervan dat de opwaartse potentie van
Shell op de korte termijn ophoudt. Productiedoelen zullen waarschijnlijk niet gehaald worden
gegeven het feit dat Noord-Amerikaans schaliegas niet langer economisch te ontwikkelen is. Shell
zette daar zwaar op in, maar op dit moment is het een mislukking. Verder blijven de downstream
activiteiten (raffinage van olie en de distributie en verkoop van olie- en gasproducten) een grote
wissel trekken op het totale rendement en de zeer noodzakelijke reorganisatie voor deze divisie moet
zich nog materialiseren. Morningstar verwacht dat deze twee kwesties (schaliegas en een zwakke
downstream divisie) het rendement op kapitaal zullen dempen en voorlopig beneden dat van
concurrenten Chevron en Exxon Mobil houden.
Belangrijke beleggingsoverwegingen
Met lagere gasprijzen, maar nog steeds ruim boven het huidige niveau, zal de USD 15-20 miljard
die Shell heeft verbonden aan de winning van droog gas (dry gas) in Noord-Amerika het
rendement van de upstream activiteiten (exploratie en productie) de komende paar jaar negatief
beïnvloeden.
Zoals alle grote oliemaatschappijen moet Shell betere resultaten neerzetten met zijn
exploratieprogramma wil de productiegroei niet in toenemende mate afhankelijk zijn van dure
overnames en/of kostbare onconventionele productiemethoden en teerzanden.
20
Shell's downstream prestaties zijn miserabel (enkelcijferig rendement op kapitaal). Deze divisie
vraagt duidelijk om een reorganisatie wil Shell solide langetermijnrendement realiseren.
Bulls
Shell's recente, belangrijke 'levenslange' projecten zoals Pearl GTL, Qatargas 4 en het uitgebreide
Athabasca teerzandproject hebben de potentie om samen jaarlijks USD 5 miljard aan
operationele kasstroom te genereren. Dat stuwt de totale kasstroom van Shell tot recordhoogte,
beschermt het huidige dividend en biedt ruimte voor groei van het dividend als olieprijzen op of
nabij het huidige niveau blijven.
Shell heeft veel patenten voor GTL-technologie (gas to liquid) en is één van de grootste spelers
ter wereld in LNG (liquefied natural gas). Het profiteert van decennialange ervaring en veel
jarenlange relaties met afnemers in Azië. In een wereld met een aanzienlijke hoeveelheid
ongewonnen gas verkeert Shell in een gunstige positie om de komende jaren betrokken te
worden bij de ontwikkeling en ontginning van deze bronnen.
De resultaten van de downstream activiteiten zijn slecht. Het lijkt erop dat het management van
Shell zich geen illusies koestert over de structurele uitdagingen die zijn raffinaderijen in Europa en
de Verenigde Staten op zich af zien komen. Het zou niet verbazen als de oliemaatschappij op
korte termijn een reorganisatie op dit terrein aankondigt.
Bears
Shell's besluit om zwaar in te zetten op schaliegas is een grote mislukking en heeft de winst van
zijn upstream activiteiten in Noord-Amerika vermorzelt. Droog gas (dry gas) in de Verenigde
Staten en Canada zullen de komende jaren het rendement waarschijnlijk negatief beïnvloeden als
de gasprijs zich niet aanzienlijk herstelt.
De nationalisering van olie- en gasbronnen houdt in toenemende mate de wereldwijd resterende
bronnen (in Saoedi-Arabië, Mexico, Brazilië, Rusland et cetera) uit handen van Westerse
oliemaatschappijen. Die hebben daardoor bij hun jacht op nieuwe voorraden steeds minder
plaatsen waar ze terecht kunnen en worden gedwongen tot dure olie- en gasbronnen (zoals
schaliegas, teerzanden en de Noordpool).
De wet van de grote getallen is een serieuze tegenwind bij de groei van de grote
oliemaatschappijen. Als de grootste ondernemingen verliezen zij door hun productie jaarlijks een
grotere absolute hoeveelheid voorraden dan andere, kleinere olie- en gasmaatschappijen die
Morningstar volgt. In het geval van Shell moet de onderneming per jaar 1,2 miljard boe (barrel of
oil equivalent) aan olie en gas boeken om zijn voorraden op peil te houden.
21
2.2. Unilever
Waardering, groei en winstgevendheid
Economic Moat Fair value Stewardship Rating
Narrow EUR 26.00 Standard
Moat Trend Uncertainty Morningstar Rating
Stable Medium
(Bron: Morningstar per 28/11/2012)
Analist
Erin Lash
Visie Morningstar
Unilever's narrow moat (kleine concurrentievoorsprong) is gebaseerd op het uitgebreide
distributieplatform en de portefeuille met essentiële producten van de onderneming. Maar de
producent van voedings- en wasmiddelen en producten voor lichaamsverzorging rust niet op zijn
lauweren en blijft investeren in productinnovatie, marketing en kostenbesparingen. In ogen van
Morningstar leiden deze uitgaven tot een gebalanceerde en winstgevende groei (in tegenstelling tot
enkele concurrenten) waar de omzet is gestegen door hogere prijzen en toegenomen volumes - een
noemenswaardig resultaat in het licht van de lastige operationele omgeving.
Unilever profiteert ook van zijn grote blootstelling aan sneller groeiende markten (goed voor
ongeveer 55 procent van de geconsolideerde omzet). Het helpt om de magere vooruitzichten in
ontwikkelde markten te compenseren waar bezuinigingsmaatregelen van overheden in Europa en
een hoge werkeloosheid in de Verenigde Staten de consumentenbestedingen in de komende
kwartalen waarschijnlijk zullen temperen.
Belangrijke beleggingsoverwegingen
In een economische omgeving met onzekerheid heeft de markt een voorkeur voor
ondernemingen die consistent presteren. Daarom heeft het aandeel Unilever een hogere
waardering en wordt het verhandeld met een premie ten opzichte van Morningstar's fair value
voor Unilever.
De investeringen in productinnovatie vinden hun weerslag bij consumenten, want 30 procent van
de geconsolideerde omzet komt van producten die de afgelopen twee jaar zijn gelanceerd. Dat is
indrukwekkend naar mening van Morningstar.
Unilever haalt 50 procent van omzet uit opkomende markten waar het een volumegroei van 5
procent genereert. Dat compenseert trage groei in meer volwassen, ontwikkelde markten.
22
Bulls
Unilever is wereldwijd de derde grootste onderneming in verpakte levensmiddelen met een
jaaromzet van bijna 23 miljard euro in merken zoals Knorr, Unox, Hellmann's, Lipton, Breyers en
Ben & Jerry's.
Als een van de grootste mondiale bedrijven in wasmiddelen en producten voor
lichaamsverzorging genereert Unilever jaarlijks bijna 50 procent van zijn omzet met bekende
merken waaronder Robijn, Dove, Axe, Ponds en Suave.
Door zich eerder dan andere ondernemingen te richten op kansen in ontwikkelingslanden en
opkomende markten, heeft Unilever het voordeel dat het veel van deze markten als eerste
betreedt en inmiddels wordt rond 50 procent van de omzet in deze regio’s gerealiseerd.
Morningstar is onder de indruk van de kasstroom die Unilever wist te genereren (EUR 1,5 miljard
of 6,6 procent van de omzet) in de eerste helft van 2012. Dat indiceert volgens Morningstar dat
de producent van consumptiegoederen de voordelen realiseert van haar pogingen om de
aanvoerketen te vereenvoudigen. We gaan er vanuit dat Unilever hierdoor in zijn merken kan
blijven investeren, overnamemogelijkheden kan bekijken en extra kapitaal aan aandeelhouders
kan uitkeren.
Bears
Het management van Unilever verwacht dat de prijzen van grondstoffen iets boven zijn
verwachtingen van 5 procent inflatie uitkomen. Gegeven het slechte weer in de Amerikaanse
corn belt denkt Morningstar dat hogere grondstofprijzen in 2013 voor tegenwind kunnen blijven
zorgen.
Bezuinigingsmaatregelen in Europa en fragiele consumentenbestedingen in de Verenigde Staten
zullen op korte termijn de groei in ontwikkelde markten beperken. Dat maakt voortdurende
investeringen in nieuwe producten die inspelen op wensen van consumenten essentieel in deze
zeer competitieve markt.
De kartelwaakhond in Frankrijk heeft enkele grote producenten van huishoudproducten bestraft
voor prijsafspraken voor wasmiddelen in de jaren 1997-2004. Dat volgt op eenzelfde veroordeling
dat Unilever, Procter & Gamble en Henkel betrokken zijn bij prijsafspraken voor waspoeder in de
periode 2002-2005. Dit laat volgens Morningstar nog eens zien hoe moeilijk het is om
marktaandeel te winnen in volwassen markten.
Unilever is niet bang om fors te betalen voor een overname. De onderneming betaalde de volle
prijs voor Alberto Culver en de benodigde kostenbesparingen uit de onderneming wringen om de
deal waardevol te maken zal niet eenvoudig zijn.
23
2.3 Meer dividendaandelen
Lees de analyses van onderstaande dividendaandelen in diverse sectoren op morningstar.nl. Klik op
de link.
Onderneming Moat Moat
trend
Fair
value
Koers Valuta Koers/
fairvalue
Morningstar
Rating
Dividend
rendement
Exxon Mobil
Wide Negative 91.00 87.35 USD 0.96 2.6
Shell
Narrow Negative 30.00 25.67 EUR 0.86 5.0
Coca-Cola
Wide Stable 37.00 37.42 USD 1.01 2.7
Diageo
Wide Stable 1500.00 1880.50 GBX 1.25 2.3
Nestlé
Narrow Stable 61.00 64.48 USD 1.06 3.3
PepsiCo
Wide Stable 72.00 70.11 USD 0.97 3.1
Procter & Gamble
Wide Negative 66.00 68.99 USD 1.05 3.3
Sysco
Wide Stable 36.00 31.27 USD 0.87 3.6
Unilever
Narrow Stable 26.00 29.02 EUR 1.12 3.3
McDonald's
Wide Stable 94.00 85.92 USD 0.91 3.6
Abbott Labs.
Wide Stable 72.00 64.06 USD 0.89 3.2
Johnson & Johnson
Wide Stable 77.00 68.81 USD 0.89 3.5
Novartis
Wide Stable 69.00 60.55 USD 0.88 4.1
Pfizer
Wide Stable 27.00 24.25 USD 0.9 3.6
Cisco
Wide Negative 24.00 18.95 USD 0.79 3.0
Intel
Wide Stable 24.00 19.93 USD 0.83 4.5
Microsoft
Wide Negative 35.00 27.08 USD 0.77 3.4
3M
Wide Stable 100.00 90.31 USD 0.9 2.6
General Electric
Wide Stable 25.00 20.87 USD 0.83 3.3
HSBC
Narrow Stable 660.00 620.90 GBX 0.94 4.1
JPMorgan Chase
Narrow Stable 51.00 40.75 USD 0.8 2.9
Wells Fargo
Narrow Stable 42.00 32.63 USD 0.78 2.7
(Bron: Morningstar per 28/11/2012)
24
3. Dividend Fondsen
3.1. Kempen Global High Dividend Fund
Morningstar Analyst Rating Morningstar Rating Analist ISIN
Jeffrey Schumacher NL0006089229
Opinie
Dit fonds herbergt op verschillende vlakken bovengemiddelde kwaliteit, waardoor wij het onze
hoogste Morningstar Analyst Rating toekennen: Gold.
Jorik van den Bos is een pionier in hoogdividendbeleggen. Nadat hij in 1999 de dividendstrategie bij
ING zelf ontwikkelde en hiermee van 2001 t/m 2005 superieure resultaten had behaald met het ING
Hoog Dividend Aandelenfonds, stapte hij in 2006 met twee collega’s over naar Kempen om daar de
hoogdividendfondsen te gaan leiden. Inmiddels bestaat het team uit zes beheerders die zijn
toegewijd aan de strategie. De kern van het team werkt al meer dan tien jaar samen als
dividendbeleggers, wat dit één van de meest ervaren teams maakt. In diverse
marktomstandigheden en bij twee verschillende fondshuizen heeft Van den Bos met zijn
getalenteerde team laten zien dat zij kunnen excellereren met deze strategie.
Het proces is robuust en wordt al meer dan een decennium door Van den Bos toegepast. Nadat het
universum is gefilterd op een minimaal dividendrendement van 3,3% volgt er een uitgebreide en
grondige fundamentele- en waarderingsanalyse. Dit fonds onderscheidt zich doordat de portefeuille
gelijkgewogen is en een driemaandelijkse herweging kent. Het fonds heeft tevens een hang naar
kleinere marktkapitalisaties. Ook op sectorniveau zijn er afwijkingen ten opzichte van concurrenten,
waar het team een voorkeur heeft voor vastgoed, nutsbedrijven en telecom. Het proces wordt
consistent uitgevoerd, wat volgens ons een belangrijke factor is in het succes van dit fonds.
De prestaties van het fonds zijn duidelijk bovengemiddeld. Het fonds laat sinds de start van Van den
Bos ruim 80% van haar concurrenten achter zich. De focus op dividendveiligheid en kwaliteit heeft
zich sterk uitbetaald.
Hiermee bevestigt het fonds zijn onweerlegbare succes op langere termijn. Dat is volgens ons het
resultaat van een nauwgezet beheer dat steunt op een onbetwistbare deskundigheid binnen het
team en een goed draaiende beleggingsstrategie. Wij blijven er dus alle vertrouwen in hebben dat
het fonds op lange termijn bovengemiddeld zal blijven presteren ten opzichte van concurrenten.
Team
Het team bestaat per maart 2012 uit zes beheerders en staat onder leiding van Jorik van den Bos.
Fondshuis
Kempen is gespecialiseerd in smallcaps, vastgoed, obligaties en hoog dividend strategieën.
25
Proces
Goed gestructureerd, consistent en helder beleggingsproces.
Rendement
Het fonds heeft sinds de oprichting eind 2007 beter gepresteerd dan de meeste vergelijkbare
fondsen.
Kosten
De kosten die in rekening worden gebracht zijn lager dan de categoriemediaan.
Rol in Portefeuille
Kernpositie. De focus op dividend maakt dit fonds geschikt voor de kern van de portefeuille van een
waardebelegger die een wereldwijde spreiding wenst.
26
3.2. DWS Top Dividende
Morningstar Analyst Rating Morningstar Rating Analist ISIN
Simon Nöth DE0009848119
Opinie
Langetermijnbeleggers die wereldwijd in dividendaandelen willen beleggen, zijn bij DWS Top
Dividende aan het goede adres.
Beheerder Thomas Schüssler streeft naar een gemiddeld dividendrendement van 4 tot 4,5 procent.
De kwantitatieve screening levert beleggingsideeën op, maar wordt niet dogmatisch toegepast. De
duurzaamheid van dividenden en het dividendbeleid zijn uiteindelijk bepalend en daarom belegt
Schüssler gewoonlijk in large-caps van hoge kwaliteit. Aandelen met een sterke kasstroom
overheersen in de portefeuille en Schüssler kiest voor aandelen met dividendrendementen van
verschillende niveaus. Aandelen met in het verleden gestaag stijgende uitkeringen als Nestle, Coca
Cola of Philip Morris, waarvan de hoogte van het dividend eerder aan de onderkant van de
nagestreefde bandbreedte ligt, vormen de kern van de portefeuille. Telecom- en nutsbedrijven
leveren de hogere dividendrendementen onder de aandelen in portefeuille. De mix wordt afgerond
door aandelen waarbij de dividendgroei de belangrijkste factor is. Op sectorniveau valt de
overweging van olie- en gasaandelen op, waar Schüssler vooral voor de lange termijn positief over
is. De dividendfocus en de top-downideeën kunnen leiden tot duidelijke afwijkingen tegenover de
categorie 'Aandelen Wereldwijd Large Cap Waarde'.
Sinds Schüssler in oktober 2005 de leiding overnam, presteert DWS Top Dividende duidelijk beter
dan de categorie, de benchmark, MSCI World High Dividend en andere wereldwijde
dividendfondsen. De goede resultaten zijn behaald in verschillende marktsituaties en zijn te danken
aan de aandelenselectie en aan top-downbeslissingen. Gezien de focus op dividenden presteerde
het fonds in 2011 goed ten opzichte van de categorie. Vanwege de geslaagde aandelenselectie
scoorde het echter ook tegenover andere aandelenfondsen. De pragmatische werkwijze van
Schüssler en het zeer goed uitgevoerde en op de lange termijn gerichte proces, die beleggers vooral
in dalende markten goede diensten hebben bewezen, maken van DWS Top Dividende een
overtuigend product. Wij verhogen de rating van het fonds naar 'Silver'.
Team
Thomas Schüssler is sinds eind 2005 beheerder en wordt ondersteund door vijf medewerkers.
Fondshuis
Macro-economische inschattingen en sectorale overwegingen zijn bij DWS belangrijk.
Proces
De dividendstrategie maakt gebruik van een mix van bottom-up en top-down.
Rendement
Bovengemiddelde prestaties met een gemiddeld risico.
27
Koers
De kosten zijn gunstig vergeleken met de categorie.
Rol in Portefeuille
De dividendstrategie kan dienen als kernbelegging in een portefeuille. De waarde-oriëntatie en
dividendfocus geeft de portefeuille stabiliteit.
28
3.3. BNP Paribas Global High Income Equity Fund
Morningstar Analyst Rating Morningstar Rating Analist ISIN
Not ratable
<geen rating> Jeffrey Schumacher NL0006294167
Opinie
Ervaren beheerders en een goed proces, maar door de recente prestaties wordt de druk op het
lange termijn rendement groter.
Het BNP Paribas Global High Income Equity Fund wordt beheerd door Wouter Weijand, een door de
wol geverfde dividendbelegger. Hij is de gepassioneerde stuurman van drie regionaal opererende
teams (Louisville, Amsterdam en Hong Kong). Weijand is verantwoordelijk voor dit fonds sinds de
oprichting in 2003 en bepaalt de top-down regiowegingen. De aandelenselectie wordt gedaan door
de lokale teams, wat het fonds een kennisvoordeel moet opleveren. De teams zijn uitgebreid,
alhoewel het Europese team met twee mensen de krapste bezetting kent, terwijl dit team wel de
meeste portefeuillekandidaten heeft. Dit is naar onze mening een kritiek punt in de
teamsamenstelling. De teams zijn ervaren en zijn sinds lange tijd bij het fonds betrokken. Hun
overtuiging in de strategie blijkt uit het feit dat zij zelf investeren in het fonds, waarmee de belangen
van de beheerders en de beleggers gelijk zijn.
Het proces vinden wij goed gestructureerd en bevat uitgebreide kwantitatieve en fundamentele
analyses. Op basis van kwantitatieve, terugkijkende waarderingsratio’s en vooruitkijkende analyses
worden ideeën gegenereerd, die vervolgens fundamenteel beoordeeld worden. Op basis van
overtuigingen wordt de portefeuille ingericht. Top-down afwijkingen van de benchmark worden
beperkt, waardoor de aandelenselectie de belangrijkste drijfveer is voor de performance van het
fonds.
De rendementen van dit fonds zijn, doordat het volledig is gehedged naar euro, moeilijk te vergelijken
met concurrerende fondsen. Ten opzichte van de eigen benchmark is de prestatie op lange termijn
goed, maar in 2009 en 2011 heeft het fonds minder sterk gepresteerd. De oorzaak hiervan lag
primair in de aandelenselecties van de regionale teams. Dit vermindert onze overtuiging. Omdat het
valutarisico volledig wordt afgedekt en omdat er sinds 2011 een unhedged variant beschikbaar is,
zetten wij de rating voor dit fonds op Not Ratable. De unhedged share class krijgt de rating Bronze.
Team
Wouter Weijand is een ervaren beheerder die drie uitgebreide en toegewijde beleggingsteams
overziet.
Fondshuis
BNP Paribas kan bepaalde aspecten verbeteren en meer rekening houden met belangen van
beleggers.
Proces
Een gedegen en goed gestructureerd proces ligt ten grondslag aan de portefeuille-inrichting.
29
Rendement
De structurele hedge van het valutarisico maakt het fonds moeilijk vergelijkbaar met concurrenten.
Kosten
Het fonds is goedkoper dan categoriegenoten.
Rol in Portefeuille
Dit fonds kan door de goede sector- en landenspreiding dienen als kernbelegging binnen een
portefeuille.
30
3.4. ING Hoog Dividend Aandelen Fonds Inc
Morningstar Analyst Rating Morningstar Rating Analist ISIN
Jeffrey Schumacher NL0000289858
Opinie
Het nieuwe beheerteam kan ons nog niet overtuigen.
Na het vertrek van Kris Hermie (december 2010) en Moudy El Khodr (juni 2011) hebben Herman
Klein en Bruno Springael de leiding van het ING Hoog Dividend Aandelenfonds overgenomen. Beiden
komen vanuit de ING organisatie en hebben jarenlange beleggingservaring. Klein is sinds 2001
betrokken geweest bij het ING Industrials sector fonds als beheerder en analist. Springael heeft
ervaring als analist op de IT sector en is onder meer verantwoordelijk geweest voor de
aandelenresearch van ING op ontwikkelde markten. Hoewel beide beheerders duidelijk ervaren zijn,
ontbreekt specifieke ervaring met dividendbeleggen. Het team wordt ondersteund door collega
beheerders uit het waardeteam van ING, dat wordt geleid door Nicolas Simar. De ervaring van Simar
met dividendbeleggen gaat terug tot 2000 toen ING startte met deze strategie.
Het proces is helder en gestructureerd en is een combinatie van een kwantitatieve screening en
fundamentele bottom-up aandelenresearch. Het universum wordt gereduceerd door te filteren op
marktkapitalisatie, liquiditeit en dividendrendement, dat minimaal 2,5% dient te bedragen.
Vervolgens worden portefeuillekandidaten onderzocht op waardering en duurzaamheid van het
dividend. Het team kent geen formele beperkingen voor landen- of sectorallocatie. Wel zijn er
duidelijke verkoopregels: een negatieve verandering in dividendbeleid, een daling van het
dividendrendement beneden 2 procent en een verslechtering van fundamentele aantrekkelijkheid zijn
aanleiding voor een verkoop.
Hoewel het proces al lange tijd wordt gebruikt en wij het in de basis als solide beoordelen vinden wij
dat het team er nog wel blijk van moet geven dat het met dit proces goede resultaten kan behalen
zoals hun voorgangers hebben gedaan. De verkoopdiscipline lijkt niet altijd even strikt toegepast te
worden, getuige de posities in Nokia en Thomas Cook, die het team ondanks verslechterende
fundamentele factoren lang heeft aangehouden, wat de prestaties in 2011 mede heeft gedrukt. Dit
fonds krijgt de Neutral rating.
Team
Bruno Springael en Herman Klein zijn de nieuwe beheerders op dit fonds.
Fondshuis
Vanwege de op handen zijnde opsplitsingen binnen ING is de stabiliteit nog niet terug.
Proces
Degelijk proces dat kwantitatieve filters en bottom-up aandelenonderzoek combineert.
Rendement
De nieuwe beheerders hebben het fonds nog te kort onder hun hoede om de prestaties te meten.
31
Kosten
Het fonds is goedkoper dan vergelijkbare fondsen.
Rol in Portefeuille
Kernpositie. De sectoren- en landenspreiding in combinatie met het doorgaans defensieve karakter
van dividendbeleggingen maken dit fonds geschikt als portefeuillehoeksteen.
32
4. Dividend ETFs
4.1. db x-trackers Stoxx Global Sel. Dividend 100 ETF
Morningstar Rating Index Analist ISIN
STOXX Global Select Dividend 100 NR EUR Gordon Rose LU0292096186
Geschiktheid
Het ETF db x-trackers STOXX Global Select Dividend 100 biedt aandelenblootstelling aan bedrijven
met de hoogste dividenduitkeringen in Amerika, Europa en Azië-Pacific. De index vertoonde de
afgelopen drie jaar een correlatie van 52 procent met de MSCI World Index en levert zodoende wat
diversificatievoordelen binnen een bredere aandelenallocatie. Omdat de index goed gespreid is over
meer dan 10 landen en sectoren over de hele wereld, kan dit ETF goed dienen als kernpositie in een
goed gediversifieerde portefeuille.
Tijdens de financiële crisis moesten veel ondernemingen die normaal hoge dividenden uitkeerden -
met name banken - hun dividend verlagen en daalden hun aandelenkoersen toen beleggers vluchtten
naar veilige havens. Kostenbesparingen zorgden bij veel bedrijven echter voor enorme kasreserves
en deze worden nu aan de beleggers teruggegeven. In sommige gevallen zijn de dividendniveaus
zelfs hoger dan voor de crisis. In het bijzonder de nutssector - die goed is voor 19 procent van de
indexwaarde - trekt vaak beleggers aan, omdat deze in het verleden sterke en stabiele kasstromen
en dividenden opleverde.
Per 24 juli 2012 had het fonds een dividendopbrengst van 3,4 procent. Het dividendrendement voor
de MSCI World Index bedroeg 2,0 procent. Wij menen dat dit ETF geschikt is voor beleggers met
een positieve visie op de wereldeconomie en vooral voor diegenen die streven naar lopende
opbrengsten op hun beleggingen.
Omdat de referentie-index van dit fonds componenten weegt op basis van dividendopbrengst en niet
op basis van marktkapitalisatie, zijn de topposities niet noodzakelijk voor de grootste en meest
stabiele bedrijven. De grootste component van de STOXX Global Select Dividend 100 Index is Annaly
Capital Management, dat goed is voor 2,2 procent van de indexwaarde. Suntec Real Estate (2,1
procent) en Rsa Insurance Group (1,9 procent) maken de top-3 vol. Hierbij moet worden opgemerkt
dat Suntec Real Estate niet eens deel uitmaakt van de MSCI World Index.
Samenstelling van de index
De STOXX Global Select Dividend 100 Index biedt blootstelling aan aandelen wereldwijd. Het aantal
indexcomponenten ligt vast en omvat de 100 aandelen die het hoogste dividend uitkeren in de VS,
Europa en Azië-Pacific ten opzichte van hun thuismarkt. Aandelen worden gefilterd op hun
historische niet-negatieve dividend per aandeel en hun verhouding dividend/winst per aandeel. De
componenten worden gewogen volgens hun aangegeven jaarlijkse nettodividendopbrengst en niet
33
naar marktkapitalisatie. De index bevat dus ook kleinere bedrijven dan gewoonlijk te verwachten zou
zijn in een brede wereldwijde index.
De maximale weging van een aandeel is 15 procent van de indexwaarde en elk jaar in maart vindt
herziening plaats. Op het moment van schrijven, zijn de VS goed voor de grootste landenblootstelling
(25 procent van de indexwaarde), gevolgd door het VK (16 procent) en Singapore (10 procent). De
index is sterk gericht op financiële instellingen, die goed zijn voor 39 procent van de waarde ervan,
gevolgd door nutsbedrijven (18 procent) en telecommunicatie (14 procent).
Samenstelling van db x-trackers Stoxx Global Select Dividend 100 ETF (EUR)
Het db x-trackers STOXX Global Select Dividend-ETF gebruikt een op swapgebaseerde replicatie om
de STOXX Global Select Dividend TR Index te volgen. Het ETF sluit een gefinancierde swap af met
Deutsche Bank om het indexrendement te verkrijgen. Het fonds maakt de gelden van beleggers over
aan Deutsche Bank, die op zijn beurt een onderpand stalt op een aparte rekening op naam van
Deutsche Bank ten gunste van het fonds. Het onderpand voor de swap wordt in bewaring gehouden
door de externe bewaarder State Street, die ook de tegenpartijblootstelling voor alle ETFs van db-
xtrackers bewaakt.
Het onderpandpakket bestaat uit aandelen in Europese, Amerikaanse en Aziatische
kwaliteitsbedrijven. Het onderpand wordt initieel bepaald op 105-120 procent van de NAV (net asset
value)van het fonds. Volgens de ICBE-richtlijn mogen derivaten van één enkele tegenpartij niet meer
dan 10 procent van de intrinsieke waarde (NAV) van het fonds vertegenwoordigen. In de praktijk is
het fonds echter helemaal niet blootgesteld aan het tegenpartijrisico, gezien het eerder vermelde
niveau van de zakelijke zekerheden, dat boven de NAV ligt. db x-trackers leent geen effecten uit. Het
ETF keert dividenden uit aan beleggers.
Kosten
Het fonds berekent een TER van 0,50 procent. Dit ligt rond het gemiddelde voor ETFs die
wereldwijde aandelen volgen. Beleggers moeten voor de aan- en verkoop van ETFs echter wel
rekening houden met extra kosten bovenop de gepubliceerde TER, zoals bied-laat spreads,
swapkosten en makelaarskosten.
Alternatieven
Op het moment van schrijven is er veel keus in ETFs die een wereldwijde aandelenblootstelling
bieden. Het grootste ETF wat betreft het totale beheerde vermogen is het iShares MSCI World-ETF,
dat gebruikmaakt van geoptimaliseerde fysieke replicatie. De index is een naar marktkapitalisatie
gewogen index van 24 ontwikkelde landen.
De MSCI World omvat rond 1600 aandelen, met een sterke overweging in Amerikaanse aandelen
(53 procent van de indexwaarde), gevolgd door het VK (10 procent) en Japan (8 procent). Op
sectorniveau vormen financiële waarden de grootste groep met rond 20 procent van de index. Dit
alternatief is het meest geschikt voor beleggers die positiever zijn over de Amerikaanse economie en
34
minder optimistisch voor het Verenigd Koninkrijk, in vergelijking met het ETF dat wij hierboven
voorstelden.
Beleggers die naar lopende opbrengsten streven, vinden echter maar twee alternatieven. De
grootste wat betreft beheerd vermogen is het iShares STOXX Global Select Dividend 100 (DE)-ETF,
dat van volledige replicatie gebruikmaakt en een TER van 0,41 procent berekent. Daarnaast biedt
ETF Securities het op swapgebaseerde ETFX Dow Jones Global Dividend Fund. Deze index is veel
minder sterk gericht op de VS (14 procent), terwijl Australië (17 procent) het grootste deel van de
index vertegenwoordigt. Beleggers moeten er echter rekening mee houden dat met een beheerd
vermogen van EUR 14 miljoen dit ETF slechts ongeveer 5 procent van de omvang van db x-trackers
STOXX Global Select Dividend 100 heeft.
35
Woordenlijst
A Aandelen
Gewone aandelen vertegenwoordigen een gedeelte van het eigendom
van een onderneming of beleggingsfonds. Aandelen zijn risicovoller naar
mate de invloed van marktkrachten op de onderneming groter is en er
geen garantie bestaat over de waarde van de oorspronkelijke
investering. Gewone aandelen geven de houder stemrecht op de
Algemene Vergadering van Aandeelhouders en geven ook recht op
dividend. Als een onderneming echter failliet gaat, komen
aandeelhouders achter in de rij bij het verdelen van de opbrengsten uit
de boedel.
Aandelenfonds
Een aandelenfonds is een fonds dat hoofdzakelijk belegt in aandelen. De
werkwijze van het fonds kan gebaseerd zijn op diverse strategieën.
Aankoopkosten
De aankoopkosten zijn de kosten die men betaalt bij de aankoop van een
fonds. Let op: bij Nederlandse beursgenoteerde beleggingsfondsen
wordt een deel van de aankoopkosten verwerkt in de koers door een
afwijking van de intrinsieke waarde.
Aanvang
Het minimale beleggingsbedrag bij aanvang is het kleinste bedrag dat
een belegger kan storten als hij wil deelnemen aan een fonds.
Accumulation
Accumulation is de Engelse term voor een fonds dat geen dividend
uitkeert, maar dit toevoegt aan het vermogen (een groeifonds). Het
tegenovergestelde is een Income, ofwel een dividenduitkerend fonds.
Actief management
Actief management betekent dat de fondsmanager vanuit zijn visie
beslist welke aandelen te kopen om tot een beter resultaat te komen
dan de index.
Additioneel
Het minimale additionele beleggingsbedrag is de minimum
vervolgstorting die een belegger kan doen in een fonds als hij reeds
deelneemt in dat fonds.
ADR's
American Depository Receipts (ADR's) zijn certificaten die worden
aangehouden bij Amerikaanse banken. De certificaten
vertegenwoordigen een aantal aandelen van een buitenlands bedrijf.
Buitenlandse bedrijven die een notering in de VS willen, zijn verplicht om
ADR's aan te bieden.
AEX-index
De AEX-index is de bekendste index van de Amsterdamse beurs. De
graadmeter bestaat uit de 25 meest verhandelde aandelen op de
Amsterdam Exchanges.
Afwijking ten opzichte van de intrinsieke waarde
Spread is de afwijking van de intrinsieke waarde van een
beleggingsfonds. Fondsen worden door de fondsaanbieder vaak
aangeboden tegen een prijs die enkele procenten boven de intrinsieke
waarde ligt. Evenzo is de fondsaanbieder vaak bereid aandelen van een
fonds weer in te kopen tegen een koers die onder de intrinsieke waarde
ligt. Het verschil tussen koers en intrinsieke waarde noemen we spread.
Voor fondsen is er een maximum spread gedefinieerd.
AIBOR
AIBOR staat voor Amsterdam Inter Bank Offered Rate en is het tarief dat
commerciële banken bij elkaar in rekening brengen. De EURIBOR heeft
de AIBOR opgevolgd.
AIM
AIM, de Alternative Investment Market, werd in Londen in juni 1995
opgericht voor kleine snelgroeiende ondernemingen, die zich normaal
niet zouden kwalificeren voor een notering op de beurs. Eind 2000 waren
er 524 ondernemingen genoteerd op de AIM. De AIM is het Britse
equivalent van de Nieuwe Markt.
Alfa
Alfa is de outperformance die een beleggingsfonds heeft behaald
bovenop wat verwacht zou mogen worden volgens een bepaald
beleggingsmodel. Als alfa berekend wordt aan de hand van het Capital
Asset Pricing Model, geeft een positieve alfa aan dat een fonds het
beter heeft gedaan dan op basis van de gegeven beta verwacht mocht
worden. Evenzo geeft een negatieve alfa aan dat het fonds een
underperformance heeft, gegeven de verwachtingen die behoren bij de
beta van het fonds.
American Stock Exchange (AMEX)
The American Stock Exchange (AMEX) is qua grootte de tweede beurs
met een fysieke handelsvloer. De AMEX legt zich toe op aandelen van
kleine en middelgrote ondernemingen en heeft een sterke positie in de
handel van gewone aandelen, indexaandelen (ETF's) en
aandelenderivaten.
AMX-index
De AMX-index is het zusje van de AEX-index. De AMX-index bestaat uit
de 25 meest verhandelde aandelen na de AEX-aandelen van de
Amsterdamse beurs.
Appreciatie
Een appreciatie is de waardestijgingvan de ene munt ten opzichte van
een andere. Een beweging in een wisselkoers resulteert erin dat men
36
met een bepaalde munt meer van een andere geldeenheid kan kopen,
de eerste munt is dus geäpprecieerd. Als bijvoorbeeld vorige week een
euro 90 dollarcent kostte, en deze week een euro 95 dollarcent waard
is, is de waarde van de euro ten opzichte van de dollar geäpprecieerd.
De term appreciatie is het tegenovergestelde van depreciatie, en wordt
gebruikt bij veranderingen van flexibele wisselkoersen.
Asset categorieën
Asset categorieën zijn brede beleggingscategorieën die verschillende
niveaus van risico en rendement bieden zoals aandelen, obligaties en
kas. Aandelen hebben het grootste potentieel als het gaat om
rendement, maar dit gaat gepaard met een relatief hoog risico.
Obligaties bieden meer zekerheid met een (ten opzichte van aandelen)
gemiddeld wat lager rendement. Onroerend goed wordt vaak genoemd
als asset categorie, maar wordt door sommigen ook gezien als een
sector van de aandelenmarkt. Onroerend goed kan goede rendementen
bieden, maar herbergt het gevaar van illiquiditeit. Kas kent het laagste
verwachte rendement, maar biedt veel zekerheid en liquiditeit.
Asset management
Asset management of vermogensbeheer is de algemene term voor het
beheren van een portefeuille van een groep assets, zoals aandelen,
obligaties of kas.
Assetverdeling
De assetverdeling of asset mix is de beslissing hoe het vermogen wordt
gespreid over de verschillende financiële asset categorieën (aandelen,
obligaties en kas) en tastbare asset categorieën (vastgoed,
commodities, metalen en verzamelobjecten). De asset mix wordt
doorgaans bepaald door de wens om een optimale
risicorendementsverhouding te bereiken die past bij de horizon en doelen
van de belegger.
AVA
AVA staat voor Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Dit is het
forum waarin aandeelhouders hun stemrecht kunnen uitoefenen.
B Bank of England
Opgericht in 1694, houdt de Bank of England (BOE) toezicht op het
bankwezen in het VK. Sinds juni 1997 is de Bank ook verantwoordelijk
voor de Britse officiële rentetarieven, waarvan de repo rate de
belangrijkste is. Daarnaast houdt de Bank de beleggingen van de
overheid bij, drukt bankbiljetten en verzamelt en publiceert statistieken
met betrekking tot het Britse financiële systeem.
Basispunt
Een basispunt is een honderdste van een procent (0.01%). Basispunten
worden gebruikt om veranderingen in rentes uit te drukken. Een stijging
van de rente van 6.25% naar 6.75% betekent een stijging van 50
basispunten.
Bear market
Een langdurig pessimistisch gestemde markt, gekenmerkt door dalende
koersen.
Bedrijfsobligatie
Een bedrijfsobligatie is een obligatie die uitgegeven wordt door een
onderneming om de bedrijfsactiviteiten te financieren. De hoofdsom
wordt terugbetaald wanneer de obligatie afloopt. Daarnaast keert een
obligatie tijdens zijn looptijd regelmatig rente uit. Er bestaan ook diverse
fondsen die beleggen in bedrijfsobligaties.
Beheerder
De beheerder is de organisatie waarbinnen het beheer van het
fondsvermogen plaatsvindt.
Beheerkosten
De jaarlijkse beheerkosten, meestal uitgedrukt als percentage, is de
vergoeding die een vermogensbeheerder voor het managen van een
fonds in rekening brengt. Deze vergoeding wordt in mindering gebracht
op het vermogen van het fonds.
Beleggingsdoelstelling
Een beleggingsdoelstelling is een door de fondsmanager weergegeven
oogmerk voor de middelen geïnvesteerd in zijn fonds. Voorbeelden zijn
vermogensgroei op de lange termijn of het genereren van een stabiele
inkomstenstroom.
Beleggingsfonds
Een beleggingsfonds is een collectieve belegging in meerdere effecten
van een groep van beleggers. Doordat beleggers ook met kleinere
bedragen op een eenvoudige wijze aandelen in een beleggingsfonds
kunnen kopen en verkopen, de portefeuille van een fonds op een
professionele manier wordt beheerd, en fondsen toegang hebben tot
veel markten en effecten, wordt het risico van een beleggingfonds
beperkt geacht. Beleggingsfondsen kennen verschillende juridische
structuren en ook verschillende kostenstructuren. Daarbij komt dat er
tussen beleggingsfondsen enorme verschillen bestaan in de
doelstellingen, strategieën en type van beleggingen. Sommige
beleggingsfondsen beperken zich bijvoorbeeld tot een bepaalde sector
van de aandelenmarkt, andere beleggingsfondsen richten zich op het
regelmatig uitkeren van een zo hoog mogelijk dividend.
Beleggingsmaatschappij
Een juridische term voor een beleggingsfonds in de vorm van een NV of
BV.
Benchmark
Een benchmark is een voorafbepaalde index die dient als ijkpunt voor de
prestaties van een beleggingsfonds. Fondsen vergelijken hun
performances met de benchmarks als de AEX index of de MSCI Europa-
index.
Benchmark Morningstar
De referentie-index die Morningstar heeft gekozen als
vergelijkingsmaatstaf voor dit fonds. Deze keuze is voor alle fondsen in
een bepaalde Morningstar Categorie hetzelfde. Morningstar kiest deze
37
benchmark om er vervolgens berekeningen mee uit te voeren. De
benchmarkkeuze van Morningstar kan verschillen van de benchmark die
het fonds zelf hanteert.
Beta
De beta is een maatstaf voor de gevoeligheid van een fonds voor
bewegingen van de markt en is een risicomaatstaf. De beta van de
markt is per definitie 1.00. Een beta van 1.10 betekent dat een fonds het
gemiddeld 10% beter doet dan de markt als de markt opwaarts
beweegt, en gemiddeld 10% slechter scoort als de markt daalt.
Veronderstelling hierbij is dat alle andere factoren gelijk blijven. Als de
beta van een fonds 0.85 is, betekent dit dat een fonds tijdens een
marktstijging het gemiddeld 15% minder goed doet dan het
marktgemiddelde, en gemiddeld 15% beter scoort dan het
marktgemiddelde bij een koersdaling.
Bewaarder
De bewaarder (custodian) is een bancaire of trustorganisatie die
verantwoordelijk is voor het bewaren en administreren van de effecten
die een fonds bezit. Soms is de bewaarder ook verantwoordelijk voor de
afwikkeling van transacties van het fonds.
Biedkoers
De biedkoers is de koers waartegen een fondsaanbieder bereid is
aandelen van een beleggingsfonds terug te kopen.
Big bang
De Big Bang is de invoering van een computersysteem op de beurs in
Londen in 1986. Effecten worden sinds die tijd op het scherm
verhandeld. Ook werd bij de Big Bang de vaste commissie afgeschaft.
Blue chips
Blue chips zijn aandelen in grote, bekende ondernemingen met een
gerespecteerd management en een hoge kredietwaardigheid. In
Nederland vind je veel blue chips in de AEX-index.
Boekjaar
Boekjaar, een twaalfmaandsperiode waarover een onderneming haar
omzet en winst rapporteert. Een boekjaar hoeft niet altijd samen te
vallen met een kalenderjaar of fiscaal jaar.
Broker
Een broker, of commissionair in het Nederlands, is een persoon of firma
die bemiddelt tussen de koper en verkoper van effecten. De
commissionair krijgt bij een transactie een vergoeding die commissie
wordt genoemd.
Bull market
Een langdurig optimistisch gestemde markt, gekenmerkt door stijgende
koersen.
Buy and hold strategie
Een buy en hold strategie is een strategie waarbij een belegger een
aandeel koopt en voor een relatief lange periode aanhoudt. Dit in
tegenstelling tot een korte termijn trading strategie. De buy en hold
strategie heeft per definitie een lage omzet tot gevolg.
C CAC 40
De CAC 40-index is een index die bestaat uit veertig grote Franse
ondernemingen met een notering op de beurs van Parijs. De Parijse
beurs is onderdeel van de Euronext.
Callable obligatie
Een callable obligatie is een obligatie die op wens van de uitgever eerder
terugbetaald kan worden. Dit stelt de uitgever van de obligatie in staat
om schulden tegen een lagere rente te herfinancieren als de rente daalt
tot onder de couponrente van de obligatie. Als de rente behoorlijk is
gedaald, gedraagt de koers van de obligatie zich alsof deze afloopt op
het moment waarop deze callable is.
CAPM
CAPM, het Capital Asset Pricing Model, is een wiskundig model dat
gebruikt kan worden als hulp bij het vinden van een juiste prijs voor een
effect. In het model staat de relatie tussen risico en verwacht
rendement centraal. Het CAPM is een belangrijk model in de
beleggingstheorie waarin het verwachte rendement (E) op een belegging
uitgedrukt wordt in de termen van het verwachte rendement op de
marktportefeuille (rm) en de Beta coëfficient, E = R + (beta)(rm - R),
waar R het risicovrije rendement is.
Cash dividend
Dividend uitgekeerd in contanten.
CBS-index
De CBS-index is de aandelenindex die dagelijks door het Centraal Bureau
voor de Statistiek wordt berekend. De index bevat alle in Nederland
genoteerde aandelen, maar geen beleggingsfondsen.
Closed end fonds
Closed end fondsen zijn beleggingsfondsen waarvan het aantal
uitstaande aandelen vast is. Net als bij aandelen wordt er bij de
introductie een bepaald aantal aandelen aan het publiek aangeboden die
vervolgens op de beurs wordt verhandeld. De koers is afhankelijk van het
sentiment onder beleggers en kan afwijken van de intrinsieke waarde. Bij
een koers onder de intrinsieke waarde spreken we van een discount, bij
een koers boven de intrinsieke waarde spreken we over een premium.
Commissie
Commissie is de vergoeding die betaald wordt aan de commissionair,
ook wel broker genoemd, bij de aan- of verkoop van effecten. In
Nederland treden banken vaak ook op als commissionair. De vergoeding
kan varieren afhankelijk van de grootte van de order en de mate van
advies die gepaard gaan bij de transactie.
Commissionair
Een commissionair of broker is een persoon of firma die bemiddelt
38
tussen de koper en verkoper van effecten. De commissionair krijgt bij
een transactie een vergoeding die commissie wordt genoemd.
Consumenten Dienstverlening
Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in winkels, persoonlijke
diensten, bouw van woningen, verhuur van woningen, reisbureau’s,
vermaak en onderwijs. Voorbeelden zijn Metro, Tesco en Hennes &
Mauritz.
Consumenten Prijs Index (CPI)
The Consumenten Prijs Index (CPI) is een maatstaf voor de inflatie. Deze
index bevat een mandje van goederen die door de gemiddelde
consument wordt genuttigd (zoals voedsel, kleding, maar ook energie).
De procentuele stijging van de index ten opzichte van een jaar geleden
wordt vaak de inflatie genoemd.
Consumentengoederen
Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in ondernemingen die
voorzien in voedingsmiddelen, dranken, huishoudartikelen en persoonlijke
verzorging, assecoires, schoenen, textiel, auto’s en auto-onderdelen,
consumentenelektronica, luxe goederen, verpakkingen en tabak.
Voorbeelden zijn Benetton, BMW en Clarins.
Converteerbare obligatie
Een convertible of converteerbare obligatie is een door een bedrijf
uitgegeven obligatie die tijdens de looptijd geconverteerd kan worden
naar aandelen in dat bedrijf tegen een vooraf vastgestelde verhouding.
De beslissingsbevoegdheid om te converteren kan zowel bij de uitgever
als de houder liggen.
Coupon
De coupon is het vaste rentepercentage dat met regelmaat op een
vastrentende belegging wordt betaald.
Coupon obligatie
Bij een coupon obligatie wordt de coupon uitbetaald aan de houder van
de obligatie. De houder is niet noodzakelijk diegene aan wie de obligatie
oorspronkelijk is uitgegeven. Vroeger werd de rente op de obligatie
uitbetaald na inlevering van een aan de obligatie gehechte coupon.
Credit rating
De credit rating geeft de kans en waarschijnlijkheid weer dat een
onderneming niet in staat is zijn verplichtingen van een bepaalde
obligatie na te komen. Er zijn meerdere bureaus die ratings geven,
voorbeelden zijn Moody's, Standard & Poor's en Fitch. Ieder bureau heeft
zijn eigen systeem. Obligaties met een rating van AAA tot BBB- heten
'investment grade' terwijl obligaties met een rating van BB+ te boek
staan als speculatief.
Cyclische ondernemingen
Cyclische ondernemingen of cyclicals zijn ondernemingen van wie de
prestaties nauw samenhangen met de economische gang van zaken. De
koersen zijn hoog wanneer de economische groei hoog is, maar hebben
fors te lijden van recessies. Voorbeelden zijn de automobiel- en
bouwindustrie.
D Data per
Data per geeft de datum aan waarvan wij een portefeuille van een
beleggingsfonds in onze database hebben. Eén van de kernactiviteiten
van Morningstar Nederland is het faciliteren, verzamelen, opslaan en
verspreiden van portefeuillegegevens. Morningstar verzamelt voor zo ver
mogelijk van ieder fonds de portefeuilleposities; de inhoud van het fonds.
DAX
De Deutsche Aktienindex (DAX) is een index die bestaat uit de 30
grootste Duitse ondernemingen genoteerd aan de beurs van Frankfurt.
Deze index verving in 1987 de Börsen Zeitung Index .
Delta
Delta is een optieterm die aangeeft hoeveel aandelen er nodig zijn om
het prijsrisico van een optie te dekken. Als een calloptie een delta heeft
van 5, dan zal de stijging van waarde van de optie gelijk zijn aan de
stijging van 5 aandelen van de onderliggende waarde.
Depreciatie
Een depreciatie is de waardedaling van de ene munt ten opzichte van
een andere. Een beweging in een wisselkoers resulteert erin dat men
met een bepaalde munt minder van een andere geldeenheid kan kopen,
de eerste munt is dus gedeprecieerd. Als bijvoorbeeld vorige week een
euro 95 dollarcent kostte, en deze week een euro 90 dollarcent waard
is, is de waarde van de euro ten opzichte van de dollar gedeprecieerd.
De term depreciatie is het tegenovergestelde van appreciatie, en wordt
gebruikt bij veranderingen van flexibele wisselkoersen.
Derivaat
Een derivaat, ook wel afgeleid product, is een algemene benaming voor
vermogenstitels waarvan de koers is gebaseerd op een andere,
onderliggende belegging. Voorbeelden van derivaten zijn futures,
warrants, swaps en opties.
Devaluatie
De devaluatie van een munt is de daling van de waarde van een
munteenheid die een vaste wisselkoers kende. Een devaluatie is vaak
het resultaat van een beslissing van de overheid.
Disconteringsvoet
De disconteringsvoet wordt gebruikt om de huidige waarde van
inkomsten in de toekomst te bepalen. Een belegger kan aan de hand van
de disconteringsvoet bijvoorbeeld bepalen wat een goede prijs is van
een obligatie die ieder jaar EUR 50 aan dividend zal uitkeren en op het
einde van de looptijd EUR 1000 zal betalen door te berekenen wat
vandaag de waarde is van deze bedragen.
Discount ten opzichte van intrinsieke waarde
Wanneer een beleggingsfonds tegen een discount wordt verhandeld,
betekent dit dat de onderliggende beleggingen in het fonds meer waard
39
zijn dan de huidige koers van het fonds. De discount wordt doorgaans
weergegeven als een percentage ten opzichte van de intrinsieke
waarde. Vooral koersen van closed end fondsen kennen soms een forse
afwijking van de intrinsieke waarde.
Distributeur
Een distributeur is een persoon of bedrijf die verantwoordelijk is voor de
verkoop en marketing van beleggingsfondsen aan beleggers op een
continue basis. De distributeur is eveneens verantwoordelijk voor het
toezenden van informatie over fondsen, zoals prospectus, jaarverslag en
additionele informatie. In Nederland treden banken en verzekeraars
onder andere op als distributeurs.
Diversificatie
Diversificatie is een strategie om blootstelling aan niet-systematisch
risico (dit is risico dat men kan elimineren) te beperken. Daarnaast is er
ook systematisch risico, dat is risico dat inherent is aan beleggen in een
bepaalde markt. Men kan bijvoorbeeld het risico dat men loopt bij
beleggen in een bepaalde sector of onderneming beperken door in de
totale portefeuille een brede spreiding aan te brengen, maar men blijft
altijd afhankelijk van marktbrede bewegingen. Bij diversificatie gaat het
om het spreiden van uw beleggingen over verschillende beleggingen en
fondscategorieën. Een gediversificeerde portefeuille kan aandelen,
obligaties, kas en onroerend goed combineren. Beleggingsfondsen zelf
kennen een verschillende vorm van spreiding, er zijn enerzijds breed
gespreide mixfondsen en anderzijds ook zeer gespecialiseerde
aandelenfondsen die in één sector van de aandelenmarkt beleggen. Het
doel bij diversificatie is om de totale beleggingsportefeuille zo samen te
stellen dat een minder goede performance in het ene onderdeel wordt
gecompenseerd door een goed performance van een ander fonds, of
gedeelte van de portefeuille.
Dividend
Een dividend is een contante winstuitkering die door een fonds of bedrijf
gedaan worden aan de aandeelhouder.
Dividendrendement
Het dividendrendement wordt berekend door het dividend te delen door
de huidige aandelenkoers en de uitkomst met 100 te vermenigvuldigen.
Als een fonds bijvoorbeeld een dividend van EUR 0.25 uitkeert en de
koers is EUR 4, dan is het dividendrendement 6.25%.
Domicilie of vestigingsland
De domicilie is het land waarin een persoon, bedrijf of beleggingsfonds
zijn woonplaats heeft. De domicilie kan belangrijke gevolgen voor de
belastingheffing hebben.
Dow Jones Industrial Average
De in 1896 begonnen Dow Jones Industrial Average is een index die
bestaat uit 30 grote, liquide ondernemingen die worden verhandeld op
de New York Stock Exchange (NYSE). De aandelen in de index worden
gekozen door Dow Jones en de Wall Street Journal. Deze beroemde
index bestaat uit een uitgebalanceerde selectie van grote stabiele
ondernemingen, zogenoemde blue chips.
DTC’s
Dutch Treasury Certificates zijn kortlopende (tot één jaar) schuldbewijzen
van de Nederlandse Staat.
Duration
Duration is de (gewogen) gemiddelde looptijd van een obligatie. De
duration is ook een maatstaf voor het effect dat een renteverandering
heeft op de koers van een obligatie of portefeuille van obligaties.
Duration wordt gemeten in jaren (een duration van drie jaar betekent
bijvoorbeeld dat de koers van een obligatie ongeveer 3% stijgt als de
rente met 1% daalt).
Duurzaam beleggen
Bij een fonds dat duurzaam belegt, worden de middelen geïnvesteerd in
ondernemingen die bepaalde ethische normen hanteren. De groep
duurzaam beleggende fondsen wordt steeds belangrijker en varieert
sterk. Er zijn fondsen die niet beleggen in wapenproducenten,
ondernemingen die dierproeven uitvoeren, alcoholproducenten en
tabakproducenten. Maar er zijn ook fondsen die binnen een sector
zoeken naar de meest duurzaam opererende onderneming of naar die
ondernemingen die een positieve bijdrage leveren aan het milieu.
E Economische cyclus
De economische cyclus bestaat uit de elkaar opvolgende perioden van
economische expansie en economische krimp, die gepaard gaan met
veranderingen in de rentestanden, werkgelegenheid, productiviteit. De
huidige stand van zaken in een economie (in casu groei of recessie)
hebben invloed op de prestaties van (aandelen van) de diverse
economische sectoren.
Eigen vermogen
Eigen vermogen is het geïnvesteerde vermogen in een onderneming en
is een andere term voor aandelenvermogen.
Emerging market
Een opkomende markt (emerging market) is een financiële markt van
een ontwikkelingsland. Een belegging in een opkomende markt wordt
vaak gezien als risicovol vanwege (potentiële) politieke problemen,
economische instabiliteit, een kort track record en illiquiditeit.
Energie
Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in ondernemingen actief
op gebieden als olie en gas. Voorbeelden zijn BP Amoco, Edinburgh Oil &
Gas, Pennzoil en Total Fina.
ETF's
ETF's of trackeraandelen zijn geen traditionele beleggingsfondsen; ze
combineren aspecten van beleggingsfondsen met indices en bieden van
beiden de voordelen. Men zou ETF's indexaandelen kunnen noemen.
Sinds begin 2001 worden ETF's verhandeld op de Amsterdamse beurs
(onder andere I-shares). De ETF's of trackeraandelen volgen zeer
40
nauwkeurig een index en worden net als een indexfonds passief
gemanaged. ETF's worden via een gewone commissionair of broker op
de beurs aangekocht tegen de reguliere tarieven die gelden voor
aandelentransacties.
Euribor
Rentetarief dat kredietwaardige banken elkaar in rekening brengen voor
bedragen die luiden in euro's. Euribor heeft sinds de komst van de euro
de rol van de Aibor overgenomen in Nederland.
Eurobond
Een eurobond is een obligatie die uitgegeven is buiten het land van de
geldeenheid waarin de obligatie luidt. Een Eurobond bijvoorbeeld in
Japanse yennen is uitgegeven buiten Japan.
Euroland
Euroland is een naam voor de combinatie van landen die de euro als
munteenheid hebben aangenomen. Momenteel bestaat Euroland uit:
België, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië,
Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal en Spanje.
Euronext
Euronext is de combinatie van de beurzen van Amsterdam (Amsterdam
Exchanges), Brussel (Brussels Exchanges) en Parijs (Paris Bourse).
Euronext genoteerd
Sommige beleggingsinstellingen - met name uit Nederland - hebben een
notering aan de Euronexxt, het verband waarin onder andere de beurs
van Amsterdam is opgegaan. Deze fondsen zijn in principe via iedere
commissionair (een bank of via internetbanken) verkrijgbaar.
Europese Unie (EU)
Oorspronkelijk opgericht als een gemeenschappelijke markt voor 6
landen in 1957 door het verdrag van Rome, was de EU eerst bekend als
de Europese Gemeenschap. Een gemeenschappelijke munt (euro), één
markt voor goederen en diensten en een politieke samenwerking van de
leden, waren de belangrijkste samenbindende principes achter de unie.
Eurozone
De eurozone of Euroland is een term die gebruikt wordt voor de
combinatie van landen die de euro als munteenheid hebben
aangenomen. Momenteel bestaat de eurozone uit: België, Duitsland,
Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland,
Oostenrijk, Portugal en Spanje.
Ex dividend
Ex Dividend refereert aan een aandeel dat genoteerd is zonder dividend.
Het dividend van een aandeel dat na de ex dividend datum wordt
gekocht, wordt uitgekeerd aan de verkopende partij
F Farmacie & Gezondheid
Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in ondernemingen actief
op het gebied van farmacie, medische apparatuur en farmaceutische
groothandel. Een voorbeeld van een onderneming in deze sector is
GlaxoSmithKline.
FBI
Fiscale beleggingsinstelling is een juridische term voor een bepaalde
vorm van een beleggingsfonds waarbij het fonds niet onderhevig is aan
vennootschapsbelasting. Een fonds moet aan eisen voldoen om een FBI
te zijn; een belangrijke voorwaarde is dat het inkomsten als rente en
dividend weer uitkeert aan de aandeelhouders.
Federal Funds Rate
De Federal Funds Rate is de meest genoemde rentestand van de VS.
Deze rente wordt bepaald door het FOMC, het beleidsbepalend orgaan
van de Fed, en geeft weer hoeveel Amerikaanse banken in rekening
brengen om Federal Funds aan elkaar te lenen. De Federal Funds zijn de
verplichte reserves die banken aanhouden bij de Fed. Dit systeem zorgt
ervoor dat banken die voldoende reserves bij de Fed hebben deze
kunnen uitlenen aan banken met een tekort aan reserves bij de Fed.
Federal Open Market Committee (FOMC)
The FOMC is het beleidsbepalend orgaan van het Amerikaanse stelsel
van centrale banken. De FOMC bestaat uit de zeven leden van the Board
of Governors en vijf van de twaalf Reserve Bank voorzitters. De FOMC
pleegt open markt transacties, het voornaamste instrument van de
Amerikaanse monetaire autoriteit. Daarnaast stelt de FOMC doelzones
vast voor de geldgroei en dirigeert de FOMC operaties met betrekking
tot interventies in de valutamarkten.
Financieel adviseur
Een financieel adviseur is een individu of firma die financieel advies geeft
en financiële producten verkoopt. Een financieel adviseur ontvangt veelal
een commissie als hij een product verkoopt. Er zijn zowel zelfstandige
adviseurs die producten van meerdere aanbieders aanbieden als
adviseurs in dienst van financiële instellingen welke zich vooral richten
op producten van deze instelling. Het onderscheid tussen zelfstandige en
niet-zelfstandige adviseurs is niet altijd even scherp.
Financiële Dienstverlening
Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in banken,
financieringsmaatschappijen, vermogensbeheerders, commissionairs en
verzekeringsmaatschappijen. Voorbeelden zijn Egg, ING en BSCH.
Fonds
Een fonds is een collectieve belegging in diverse effecten, afhankelijk van
de doelstelling van het fonds. Een fonds kan beleggen in aandelen,
vastrentende waarden of onroerend goed, of in een combinatie van deze
categorieën.
41
Fondsaanbieder
Een fondsaanbieder is een vermogensbeheerder die een reeks van
beleggingsfondsen aanbiedt aan beleggers.
Fondsfamilie
Een fondsfamilie (fund family) is een groep verschillende fondsen van
één en dezelfde fondsaanbieders. Soms bieden fonds families de
mogelijkheid om tegen geen of gereduceerde kosten te switchen tussen
de verschillende familieleden.
Fondsmanager
Een fondsmanager is de individu die op de loonlijst staat van de
fondsaanbieder en die direct verantwoordelijk is voor het management
van de portefeuille van het beleggingsfonds.
Fondssupermarkt
Een fondssupermarkt is een bank of fondsaanbieder die een wijd
fondsenassortiment afkomstig van verschillende aanbieders verkoopt,
meestal gebeurt dit via het internet.
Fondsvaluta
De fondsvaluta is de valuta waarin een beleggingsfonds zijn notering
heeft of zijn intrinsieke waarde uitdrukt.
Fondsvermogen
Fondsvermogen of Netto vermogen (net assets) geeft weer hoe groot
een beleggingsfonds is. Netto vermogen wordt meestal weergegeven in
miljoenen euro, en wordt vaak maandelijks gerapporteerd. Het cijfer
wordt gebruikt om de populariteit van een fonds te meten.
Forward Pricing
Bij forward pricing wordt de uitvoering van een order bij
beleggingsfondsen naar voren verschoven. De fundmanager kan namelijk
pas ´s ochtends de Intrinsieke waarde van het beleggingsfonds bepalen
na sluiting van Europese, Amerikaanse en Aziatische beurzen. De pricing
is gebaseerd op slotkoersen. Om arbitrage te voorkomen wordt na de
aanname van een order, deze pas een dag later uitgevoerd.
FSA
De FSA is een belangrijke autoriteit in het VK, die verantwoordelijk is
voor het beleid in de sector van de financiële dienstverlening en het
beschermen van belangen van beleggers.
FT 30
De FT 30, ook bekend als de FTSE Ordinary Share Index, werd in 1935
gelanceerd en is gebaseerd op de koeren van de 30 topbedrijven uit het
VK. De index bestaat uit blue chips.
FTSE
De FTSE, spreek uit als 'Foetsie', is genoemd naar de Financial Times (FT)
en de London Stock Exchange (SE), welke de gezamelijke eigenaren van
deze indices zijn. De FTSE Index familie herbergt vele indices waaronder
de FTSE 100, 200, and techMARK, maar meestal wordt de naam FTSE
gebruikt voor de FTSE 100. Dit is een aandelenindex gebaseerd op de
100 grootste Britse ondernemingen. Andere FTSE indices zijn de 350 en
de All-Share.
FTSE 100
De FTSE 100, begonnen in 1984, is een index die bestaat uit de 100
grootste ondernemingen qua marktkapitalisatie van de LSE. De FTSE 100
heeft de FT 30 vervangen als meest gebruikte index op de beurs van
Londen.
FTSE 250
De FTSE 250, begonnen in 1992, is de index van de 250 grootste
ondernemingen van de Londense beurs qua marktkapitalisatie direct na
de FTSE 100.
FTSE 350
De FTSE 350-index is een combinatie van de FTSE 100 en de FTSE 250.
FTSE All Share Index
De FTSE All Share-index bestaat uit de 900 grootste ondernemingen van
de London Stock Exchange.
Fund of Funds, Multi manager fonds
Een fund of funds of multimanager fund is een fonds dat gespecialiseerd
is in het kopen van aandelen in andere beleggingsfondsen en niet belegt
in individuele aandelen.
G G7 (Groep van Zeven)
De G7 zijn de zeven leidende industriële landen, van wie de ministers van
Financiën elkaar ontmoeten om economische en politieke onderwerpen
te bespreken die van belang zijn voor de Groep van Zeven. De G7
bestaat uit de VK, de VS, Canada, Japan, Duitsland, Frankrijk en Italië.
Rusland hoort bij de G8.
Gamma
Gamma is een optieterm en geeft aan in welke mate de delta van een
optie verandert ten gevolge van de koersverandering van de
onderliggende waarde.
GDR (Global Depositary Receipt)
Een GDR is vergelijkbaar met een ADR. Een GDR is een certificaat dat bij
een bank wordt aangehouden en dat een aantal aandelen in een
buitenlands bedrijf vertegenwoordigt. In sommige landen moeten
buitenlandse bedrijven GDR's uitgeven als zij op de locale beurs een
notering willen.
Geännualiseerd rendement
Een geännualiseerd rendement is een rendement dat over een bepaalde
periode omgerekend wordt naar een periode van een jaar. Als fonds A
bijvoorbeeld een rendement van 5% in zes maanden heeft, en fonds B
een rendement van 4% in vier maanden, dan is het geannualiseerde
rendement van Fonds A en B iets meer dan 10% respectievelijk iets
meer dan 12%.
42
Gemiddeld rendement
Gemiddeld rendement is het gemiddelde jaarlijkse rendement van een
fonds over de laatste drie jaar. In de sectie Rendement en Risico van de
Quick take wordt deze berekend aan de hand van maandelijkse
rendementen.
Gemiddelde
Het gemiddelde laat de gemiddelde waarde zien van de verschillende
gegevens van de fondsen die voldoen aan uw zoekcriteria. De gegevens
kunnen managementkosten, alle beschikbare rendementen (1 dag, 1
jaar, 3 jaar enz.), de Morningstar ratings, de Style Box of de
standaarddeviatie zijn. U kan per fondsgroep of per sector zoeken, maar
ook door middel van een combinatie van beide. In de overzichten staan
enkel de eerste 300 fondsen die voldoen aan uw criteria. Het
gemiddelde wordt echter berekend met behulp van alle fondsen die aan
de criteria voldoen.
Gilts
Een gilt is een obligatie uitgegeven door de Britse overheid. Doordat een
gilt wordt gegarandeerd door de overheid, is het in het algemeen één
van de veiligste beleggingen in de VK.
Groei
Groei is een karakterisering van een beleggingsaanpak waarbij de
belegger zich richt op aandelen van ondernemingen die een sterke groei
doormaken.
Groeifonds
Een groeifonds is een fonds dat geen dividend uitkeert maar de
inkomsten opnieuw belegt. In Nederland waren tot 1 januari 2001
rentegroeifondsen zeer populair omdat ze fiscale voordelen kenden. Bij
buitenlandse fondsen duidt de Engelse term accumulation op een
groeifonds.
Growth
Growth of Groei is een beleggingstrategie waarbij aandelen worden
geselecteerd met een track record van hoge groeicijfers en waarbij het
potentieel bestaat voor verdere stijging van omzet en of winst.
Growth & income fund
Een growth and income fonds is een fonds waar de fondsmanager die
aandelen selecteert die zowel dividend uitkeren als ook groei op de lange
termijn laten zien.
H Hang Seng
De Hang Seng is de index met de 33 grootste aandelen op de
aandelenmarkt van Hongkong.
Hardware
Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in fabrikanten van
computersystemen, communicatieapparatuur, halfgeleiders en
componenten. Voorbeelden zijn Siemens, Cisco en Ericsson.
Hedge
Een hedge wordt gebruikt om bepaalde risico’s af te dekken. Men kan
bijvoorbeeld een aandelenpakket afdekken op koersdalingen met
putopties van dezelfde onderliggende waarde. De constructie die men
hiervoor nodig heeft, heet een hedge.
Hedge fonds
Een hedge fonds is een beleggingsfonds dat als doel heeft goede
rendementen te behalen door agressieve beleggingsstrategieën te
gebruiken die doorgaans niet in 'normale' beleggingsfondsen worden
gebruikt. Een hedge fonds kan gebruik maken van beleggen met geleend
geld, short selling, derivaten, swaps en arbitrage. De strategie van een
hedge fonds is doorgaans complex en alleen geschikt voor professionele
en/of institutionele beleggers.
High yield fonds
Een high yield fonds is een obligatiefonds welke vooral belegt in
obligaties met een lage kredietwaardigheid.
I ICBE
ICBE staat for Instelling voor Collectieve Beleggingen in Effecten. De
term refereert aan een richtlijn van de Europese Unie, die vaststelt
waaraan een in de EU gevestigd fonds moet voldoen om verkocht te
mogen worden in alle EU landen. De richtlijn heeft als doel
beleggingsrichtlijnen in Europa te vereenvoudigen en beleggers meer
bescherming te bieden. In Nederland wordt ICBE ook wel UCITS
genoemd.
Index
Een index is een verzameling effecten die zo is samengesteld dat ze een
bepaald gedeelte van de markt representeert. Veel genoemde indices
zijn de Dow Jones Industrial Average, de S&P 500 en de AEX-index. Veel
fondsen kiezen ervoor om hun prestaties te evalueren aan de hand van
een index (de benchmark).
Index fonds
Een indexfonds is een fonds dat zo nauwkeurig mogelijk een bepaalde
index volgt met als doel om hetzelfde rendement als deze index te
behalen. De fondsmanager bestudeert de samenstelling van de index en
veranderingen daarin nauwkeurig om de portefeuille van zijn fonds een
zo goed mogelijke afspiegeling te laten zijn van de index.
Industriële Materialen
Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in vliegtuigbouw en
defensie-industrie en ondernemingen die voorzien in chemicaliën,
43
machines, bouwmaterialen en andere fabrieksgoederen. Voorbeelden
zijn ABB, Air Liquide en EADS.
Inflatie
Inflatie is de procentuele toename van lonen en prijzen over een
bepaalde periode, doorgaans een jaar. In Nederland wordt de inflatie
gemeten door het CBS; de consumentenprijsindex.
Inland Revenu
The Inland Revenue (IR) is de Britse belastingdienst.
Institutionele belegger
Een institutionele belegger is een algemene term voor een organisatie
die grote bedragen belegt. Vaak zijn deze middelen afkomstig van
anderen. Voorbeelden van institutionele beleggers zijn pensioenfondsen,
beleggingsfondsen en verzekeraars.
IPO
Een IPO (Initial Public Offering) is het voor de eerste maal aanbieden van
aandelen van een onderneming aan het publiek gepaard met een
beursgang.
ISIN
De ISIN is een internationale code voor een effect dat een notering heeft
op een beurs.
Italian Stock Exchange (ISE)
The Italiaanse beurs is het resultaat van het samengaan van de tien
grootste beurzen in Italië in 1991. De beurs is gesitueerd in Milan. De
belangrijkste indices zijn de MIB, de MIBTEL en de MIB 30.
J Jaarverslag
Een jaarverslag is een document dat een beleggingsfonds jaarlijks moet
opstellen. Het verslag laat zien hoe het fonds zijn middelen heeft belegd,
en geeft inzicht in de financiële stand van zaken door middel van de
balans en resultatenrekening. Ook staat er in het jaarverslag een verslag
van de directie en de bevindingen van een accountant. In het verslag van
de directievoorzitter wordt teruggekeken op het voorgaande jaar en
wordt vooruitgekeken naar zaken die in de toekomst zullen spelen en die
op de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering aan de orde kunnen komen.
Johannesburg Stock Exchange (JSE)
De Johannesburg Stock Exchange is de enige beurs van Zuid-Afrika. De
beurs kent een sterke focus op goud- en mijnbedrijven. Veel Zuid-
Afrikaanse bedrijven (meer dan 30) hebben eveneens een notering aan
de Londense beurs.
Junk bond
Een junk bond is een obligatie die een hoge rentevergoeding biedt
vanwege de hoge kans dat de uitgevende instelling niet aan haar
verplichtingen kan voldoen. Junk bonds worden tegenwoordig ook high
yield obligaties genoemd en zijn geschikt voor beleggers die een hoger
risico willen nemen.
K Koers
De koers of intrinsieke waarde (NAV in het Engels) is de waarde van de
beleggingen in een fonds. Als een fonds open end is, ligt de koers of
afgifteprijs normaal gesproken dichtbij de intrinsieke waarde. Als een
fonds closed end is kan de koers echter fors afwijken van de intrinsieke
waarde. (Zie discount en premium ten opzichte van intrinsieke waarde.)
Koerswinst
Een koerswinst is de winst gemaakt op de verkoop van een belegging
zoals bijvoorbeeld een beleggingsfonds. Het verlies op de verkoop wordt
een koersverlies genoemd.
Koerswinstverhouding
De koerswinstverhouding (K/W of P/E) is een kengetal die wordt
berekend door de aandelenkoers te delen door de winst per aandeel.
Samen met de P/CF en de P/B is dit een veelgebruikte
waarderingsmaatstaf voor aandelen. Ondernemingen waarvan verwacht
wordt dat ze een sterke groei zullen doormaken, hebben doorgaans
hogere K/W's dan ondernemingen met een lage groei. Als een aandeel
een koers van EUR 16 heeft en de winst per aandeel EUR 4 heeft, is de
koerswinstverhouding 4. Een aandeel dat evenens EUR 16 noteert, maar
een winst per aandeel kent van EUR 6, heeft een K/W van 2.67. Het
omgekeerde van de koerswinstverhouding wordt berekend door 1 te
delen door de K/W, en heet de earnings yield. Bij een K/W van 20 is de
earnings yield een twintigste of 5%. Dit geeft aan dat een belegger bij
een investering een rendement verwacht van 5%.
Koopsom
Een verzekering waarbij de verzekerde ineens een bepaald bedrag stort,
waardoor hij later aanspraak kan maken op een bepaald bedrag of
lijfrente. Bij het afsluiten van een koopsompolis kan vaak gekozen
worden om te beleggen in één of meerdere beleggingsfondsen.
Kosten gecorrigeerde performance
In een voor kosten gecorrigeerde performance worden de kosten die in
rekening worden gebracht die bij de aankoop van een fonds afgetrokken
van het rendement om een vergelijking zinvol te maken.
Kredietkwaliteit
De kredietkwaliteit of credit quality is de beoordeling van de kwaliteit en
veiligheid van een obligatie gebaseerd op de financiële conditie van de
onderneming.
44
L Laatkoers
De laatkoers is de prijs waartegen een belegger aandelen in een
beleggingsfonds kan kopen.
Large Cap
Aandelen met een hoge marktkapitalisatie.
Leading indicators
Leading indicators zijn reeksen van economische cijfers waarvan
gebleken is dat veranderingen een voorspellende waarde hebben voor
de gang van zaken in de rest van de economie. Voorbeelden van leading
indicators zijn het aantal werkuren in een week, prijzen van ruwe en
intermediaire goederen, en de uitgegeven bouwvergunningen. Vooral in
de VS wordt naar publicatie van leading indicators uitgekeken.
Liquiditeit
De liquiditeit geeft weer hoe makkelijk het is om een aandeel of ander
effect te kopen of verkopen zonder een grote invloed te hebben op de
koersvorming.
London Interbank Offered Rate (LIBOR)
LIBOR (London Interbank Offered Rate) is de rente die de grootste en
meest kredietwaardige internationale banken elkaar in Londen in
rekening brengen als ze aan elkaar lenen.
London Stock Exchange (LSE)
Gestart in 1973 door de combinatie van zes regionale beurzen van Groot
Britannië en Ierland, is de London Stock Exchange (LSE) één van de
grootste beurzen ter wereld. Bekendste index op de LSE is de FTSE 100.
M Management fee
De jaarlijkse management fee of beheerkosten, meestal uitgedrukt als
percentage, is de vergoeding die een vermogensbeheerder voor het
managen van een fonds in rekening brengt. Deze vergoeding wordt in
mindering gebracht op het vermogen van het fonds.
Managementvergoeding
Een performance fee is een vergoeding die aan de fondsmanager wordt
betaald als hij een bepaalde performance heeft behaald in een
gespecificeerde periode. Vaak wordt de performance fee uitbetaald als
het fonds beter presteert dan zijn benchmarkindex. Fondsen met een
performance fee zijn relatief zeldzaam, soms kennen buitenlandse
fondsen of hedge funds zo'n kostenstructuur.
Market timing
Market timing is een beleggingsstrategie waarbij beleggers switchen
tussen verschillende effecten of in en uit de markt stappen in de hoop
om te profiteren van verschillende economische of technische
veranderingen waarvan zij verwachten dat die invloed zullen hebben op
de markt.
Maturity
Maturity is de datum waarop de hoofdsom van een vastrentende
belegging, zoals een obligatie, zal worden terugbetaald. De Maturity,
oftewel de afloopdatum, van een vijfjaarsobligatie die is uitgegeven op 1
november 2000 is 1 november 2005.
Media
Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in ondernemingen die
medianetwerken bezitten of exploiteren en ondernemingen die content
creëren. Voorbeelden zijn Time Warner, Pearson en TF1.
Mediaan
De mediaan is de middelste waarde in een groep van getallen. In een
serie met 1,4, 7, 8, 10, 11, 23, 45, en 52, is 10 is de mediaan.
Mid Cap
Aandelen met een middelgrote marktkapitalisatie.
Minimale belegging
De minimale belegging is het kleinste bedrag dat een belegger in een
beleggingfonds kan storten. Er kan zowel een minimale belegging gelden
voor de eerste storting in een fonds als voor het aanvullen van dit
bedrag.
Mixfonds
Een mixfonds combineert aandelen, obligaties en eventueel kas met als
doel een rendement te behalen in combinatie met een gematigd risico.
Normaal gesproken doet een mixfonds het in een bear markt beter dan
een aandelenfonds, en in een bull markt slechter. Tussen mixfondsen
onderling bestaan grote verschillen in de percentages aandelen en
obligaties in portefeuille en dus ook grote verschillen tussen het risico en
het verwachte rendement.
Moderne Portefeuille Theorie
De moderne portefeuilletheorie (MPT) is een benadering van beleggen
die ervan uitgaat dat beleggers hun beschikbare vermogen in veel
verschillende effecten investeren in een verhouding die gebaseerd is op
hoe de verwachte rendementen van deze effecten met elkaar
samenhangen. De evaluatie van portefeuillebeslissingen wordt gedaan
door gebruik te maken van Alfa, Beta en de R-kwadraat bij de afweging
van risico versus rendement. Voorstanders van de MPT beweren dat als
de analyse goed wordt uitgevoerd, dit leidt tot optimale
beleggingsportefeuilles. Een portefeuille is optimaal als er bij het
gegeven risiconiveau geen hoger rendement verkregen kan worden.
Morningstar Categorie
Fondsen worden door Morningstar gegroepeerd in categorieën.
Morningstar doet dit niet door naar de doelstelling of het rendement van
een fonds te kijken, maar kijkt vooral naar de portefeuille van het fonds.
In de diverse categorieën vinden we fondsen die onderling vergelijkbaar
45
zijn. Bij voorkeur onderzoekt Morningstar van één fonds portefeuilles van
verschillende data om tot een goede beoordeling te komen.
Morningstar Equity Style Box
De Morningstar Equity fund Style Box geeft grafisch weer hoe de
dominante beleggingsstijl van een aandelenfonds is. De Style Box
combineert twee dimensies: Grootte (Large-Caps, Mid-Caps en Small-
Caps) en Waardering (Groei, Gemengd, Waarde), wat resulteert in
negen mogelijke stijlcombinaties. De Style Box geeft onmiddelijk een
indruk wat de focus van een fonds is, en kan de belegger helpen bij het
maken van een portefeuillebeslissing.
Morningstar Fixed Income Style Box
De Morningstar Fixed Income fund Style Box geeft de beleggingsstijl van
een vastrentend fonds weer in een grafische vorm. De box combineert
twee dimensies: Looptijd (Kort, Gemiddeld, Lang) en de
kredietwaardigheid (Hoog, Gemiddeld, Laag), wat resulteert in negen
mogelijke stijlcombinaties. De Style Box geeft onmiddelijk een indruk wat
de focus van een fonds is, en kan de belegger helpen bij het maken van
een portefeuillebeslissing.
Morningstar Rating
De Morningstar Rating is een maatstaf die de voor risico gecorrigeerde
prestaties ten opzichte van andere fondsen in dezelfde Morningstar
Categorie vergelijkt. De rating is gebaseerd op de Stutzer index en maakt
gebruik van drie jaar rendementshistorie. De beste 10% in een bepaalde
categorie krijgt vijf sterren, de volgende 22.5% krijgt vier sterren, de
middelste 35% krijgt drie sterren, de volgende 22.5% krijgt twee sterren
en de slechtst presterende 10% krijgt één ster. Niet alle fondsen hebben
een rating. Sommige fondsen bestaan nog niet lang genoeg, of de
informatie is onvolledig. Ook kan het zijn dat de categorie te klein of te
divers is om tot een zinvolle rating te komen. Het zegt niets over de
kwaliteit van het fonds. Zie ook onze methodologiesectie die u kunt
vinden onder Over Ons.
N NASDAQ
NASDAQ (National Association of Securities Dealers Automated
Quotations) wordt meestal gebruikt om te refereren aan de NASDAQ US
national stockmarket, die in 1971 werd opgericht. De NASDAQ is qua
grootte de tweede beurs van de VS en is 's werelds oudste
electronische beurs. Belangrijke ondernemingen met een notering op de
NASDAQ zijn Intel, Dell Computers, MP3.com, Microsoft en Cisco
Systems.
Netto fondsvermogen
Netto vermogen (net assets) geeft weer hoe groot een beleggingsfonds
is. Netto vermogen wordt meestal weergegeven in miljoenen euro, en
wordt vaak maandelijks gerapporteerd. Het cijfer wordt gebruikt om de
populariteit van een fonds te meten.
New York Stock Exchange (NYSE)
Op Wall Street in New York is de New York Stock Exchange (NYSE) de
oudste en grootste aandelenbeurs van de VS. De S&P 500 en de Dow
Jones Industrial Average zijn de belangrijkste indices die het
koersverloop op de NYSE weergeven.
NMAX
Deel van Amsterdamse beurs dat bestemd is voor jonge bedrijven. De
toelatingseisen voor de Nieuwe Markt zijn soepeler dan voor de officiële
markt, waardoor ook fondsen met een minder uitgebreid track record
een notering kunnen krijgen.
No-load fund
Een no-load fonds is een (buitenlands) beleggingsfonds dat direct bij de
fondsaabieder gekocht wordt zonder het betalen van aankoopkosten of
een andere commissie. De beheervergoeding op een no-load fonds kan
echter wel hoger zijn.
Nutsbedrijven
Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in nutsbedrijven actief op
het gebied van elektrische stroom, gas of water. Voorbeelden zijn E.On,
Electrabel en Veolia.
O Obligatie
Een obligatie is een instrument om vreemd vermogen aan te trekken en
wordt uitgegeven door de overheid of een bedrijf. Gedurende het leven
van een obligatie, ontvangt de obligatiehouder reguliere rentebetalingen
gebaseerd op de couponrente. Er zijn echter uitzonderingen, zoals
zogenoemde zero coupon bonds, welke geen rente uitkeren en daarom
worden uitgegeven tegen een koers die ver onder de nominale waarde
van de obligatie ligt.
Obligatiefonds
Een obligatiefonds belegt vooral in obligaties met als doel een stabiele
stroom van inkomsten en/of koersresultaat voor beleggers te genereren.
De waarde van een obligatiefonds beweegt tegenovergesteld aan
veranderingen in de kapitaalmarktrente.
Omzet
De omzet binnen de beleggingsportefeuille geeft weer hoe actief een
fondsmanager gedurende een jaar heeft gehandeld. Het wordt
weergegeven als percentage van het totale vermogen van een fonds.
Een omzet van 20% bijvoorbeeld, betekent dat de fondsmanager
eenvijfde van portefeuille heeft omgezet in andere posities. Een omzet
van 100% echter betekent niet dat iedere positie uit de portefeuille is
verkocht. Het percentage geeft een indicatie van het percentage van de
portefeuilleposities die zijn veranderd in het afgelopen jaar.
Open end beleggingsfonds
Een open end beleggingsfonds is een collectieve belegging waarvan het
46
aantal aandelen kan variëren. Als er per saldo vraag is naar het fonds,
worden extra aandelen uitgegeven. Als er meer aanbod dan vraag is,
koopt het fonds aandelen in.
Opkomende markt
Een opkomende markt (emerging market) is een financiële markt van
een ontwikkelingsland. Een belegging in een opkomende markt wordt
vaak gezien als risicovol vanwege (potentiële) politieke problemen,
economische instabiliteit, een kort track record en illiquiditeit.
Oprichtingsdatum
De oprichtingsdatum is de datum waarop een fonds van start is gegaan.
P P/B
P/B, Price-to-Book, is een financieel kengetal dat wordt berekend door
de koers van een aandeel te delen door de boekwaarde van een
onderneming (eveneens gemeten per aandeel). Deze ratio vergelijkt de
marktwaarde van een onderneming met de boekwaarde. Voor een
onderneming die bijvoorbeeld verhandeld wordt tegen een koers die
enkele malen hoger is dan de boekwaarde, wordt door beleggers een
groei verwacht, die in de toekomst de boekwaarde zal verhogen. Een
lage P/B duidt er meestal op dat beleggers denken dat bepaalde
bedrijfsonderdelen te hoog gewaardeerd worden op de balans van de
onderneming.
P/CF
P/CF, staat voor Price-to-Cash Flow, en is een financieel kengetal welke
wordt berekend door de koers van een aandeel te delen door de cash
flow per aandeel, waar de cash flow grofweg gesproken de winst plus
afschrijving is. Een P/CF van 10 indiceert bijvoorbeeld dat tegenover
iedere euro die een onderneming binnenkomt, de aandelenkoers
tienmaal zo hoog is. Wat redelijke en normale P/CF verhoudingen zijn,
verschilt van sector tot sector. In kapitaalintensieve sectoren ligt de P/CF
verhouding doorgaans een stuk lager dan in minder kapitaalintensieve
sectoren zoals software.
Paraplufonds
Een paraplufonds (umbrella fund) is een soort fonds waaronder
verschillende subfondsen 'hangen'. Deze subfondsen hebben een van
elkaar afwijkende beleggingsstrategie. Beleggers kunnen soms van het
ene subfonds naar het andere switchen tegen gereduceerde kosten.
Paris Bourse
De Paris Bourse is de Franse nationale aandelenmarkt welke onderdeel is
van de Euronext, de combinatie van de beurzen van Amsterdam, Brussel
en Parijs.
Penny stocks
Een penny stock is een meestal volatiel aandeel van een risicovol bedrijf
met een lage marktkapitalisatie. De koers van een penny stock bedraagt
vaak niet meer dan enkele tientallen centen.
Performance
De performance of het rendement van een fonds geeft weer hoe de
waarde van een belegging is gegroeid (of gedaald) over een bepaalde
periode. Beleggers vergelijken de rendementen van fondsen om de
prestaties van vergelijkbare fondsen tegen elkaar af te zetten.
Performance-evaluatie
Performance-evaluatie is een proces dat uit twee stappen bestaat om
de prestaties van een fondsmanager te beoordelen. Allereerst kijken we
of een fonds het beter deed dan zijn benchmarkindex. De tweede stap is
het evalueren van de methodes die gebruikt zijn om deze opbrengst te
realiseren.
Periodiek
Het minimale periodieke beleggingsbedrag is het minimum bedrag dat u
periodiek moet storten als u wilt deelnemen in een beleggingsfonds.
Periodiek beleggen
Periodiek beleggen houdt in dat een belegger meestal maandelijks (via
een machtiging of periodieke overschrijving) geld inlegt in een
beleggingsfonds.
Portefeuille
Portefeuille is een verzameling van aandelen, obligaties of andere
beleggingen. Zie ook Diversificatie.
Portefeuilletype
Er zijn twee typen portefeuilles: quick en transactieportefeuilles. Een
quick portefeuille is de eenvoudigste manier om een portefeuille aan te
maken. Een transactieportefeuille biedt zeer uitgebreide mogelijkheden,
zoals het verwerken van aankopen, verkopen, dividenden en splitsingen.
Positie
Een positie is een belegging. Een fonds dat in Microsoft belegt heeft een
positie in die onderneming. Een belegger kan posities innemen in
fondsen, aandelen of andere beleggingen.
Preferente aandelen
Preferente aandelen zijn vormen van eigen vermogen die een vooraf
vastgesteld dividend uitkeren, terwijl het dividend op gewone aandelen
varieert en soms zelfs nihil is. Preferente aandelen kennen vaak geen
stemrecht, tenzij de onderneming niet in staat is het vastgestelde
dividend uit te keren. Houders van preferente aandelen hebben bij
liquidatie van een onderneming voorrang op houders van gewone
aandelen.
Premium ten opzichte van intrinsieke waarde
Wanneer een beleggingsfonds noteert tegen een premie boven de
intrinsieke waarde, is de koers hoger dan de nettowaarde van het fonds
(per aandeel). Closed end beleggingsfondsen kunnen een hoge premie
noteren. De premie wordt meestal uitgedrukt als percentage, en geeft
weer hoeveel meer beleggers voor de aandelen willen betalen dan de
aandelen op dat moment volgens het beleggingsfonds waard zijn.
47
Prospectus
Een prospectus is een formele verklaring van een fonds, die wordt
uitgegeven voordat de aandelen worden aangeboden aan het publiek. In
deze verklaring zet het fonds zijn doelstelling, de kosten, en andere feiten
die de belegger moet weten om een geïnformeerde beslissing te nemen.
R Ranking binnen categorie
Ranking binnen categorie meet op een schaal van 1-100 hoe een fonds
gepresteerd heeft ten opzichte van de andere fondsen in de categorie.
Hierbij geeft 1 aan dat het fonds zeer goed heeft gepresteerd en 100
geeft aan dat het fonds qua performance binnen zijn categorie de
hekkensluiter is.
Redemption fee
Verkoopkosten zijn kosten die bij een belegger in rekening worden
gebracht als hij zijn aandelen in een beleggingsfonds verkoopt. Bij
buitenlandse fondsen worden de verkoopkosten vaak lager naar mate
een belegger langer in een fonds heeft gezeten, na drie of vijf jaar zijn de
kosten vaak nul. Deze kostenstructuur moet beleggers ervan
weerhouden om te snel hun middelen weer uit de fondsen te halen.
Relatief tov Categorie
Morningstar laat zien hoe de sector of regionale gewichten van een
fonds zich verhouden met het gemiddelde gewicht in de categorie
waarin het fonds is ingedeeld. Het categoriegemiddelde wordt op 1.00
gezet. Staat er bijvoorbeeld bij Financiële Dienstverlening 1.5, dan
betekent dit dat het fonds 1.5 maal zoveel (50% meer) als andere
fondsen uit de categorie (gemiddeld genomen) in deze sector belegt.
Rendement
Rendement of total return of totaalrendement is de procentuele totale
opbrengst op een belegging over een bepaalde periode en bestaat uit de
som van koerswinst en uitgekeerde dividenden. De total return moet niet
worden verward met het dividendrendement.
Rentetermijnstructuur
De yield curve, of rentetermijnstructuur, is een grafiek die het verband
weergeeft tussen de looptijd van een vastrentende belegging enerzijds
en de daarop te ontvangen marktrente anderzijds. Een normale yield
curve laat een stijgend verloop zien omdat de spaarrente doorgaans
lager is dan de kapitaalmarktrente. Als iemand zijn geld voor een langere
periode uitleent, eist hij een hogere vergoeding dan bij een lening over
een korte termijn.
Risicopremie
Het geëiste rendement op een belegging of investering minus de
risicovrije rente (de rente die de meest kredietwaardige partners elkaar
in rekening brengen). De risicopremie geeft dus weer welke vergoeding
wordt gevraagd voor het lopen van risico op een belegging. Wordt veel
gebruikt bij de analyse van obligaties.
Risicoprofiel
Het balkje waarboven ‘Risicoprofiel’ staat, geeft weer hoe hoog de
volatiliteit van een fonds is. Dit wordt gemeten aan de hand van de
standaarddeviatie van het fonds. Fondsen met een lage volatiliteit
hebben een standaarddeviatie tussen de 0 en 13.34. De fondsen met
een gemiddeld risicoprofiel, hebben een standaarddeviatie die valt
tussen de 13.34 en 26.67. Een fonds met een standaarddeviatie boven
de 26.67 heeft een hoog risico.
R-kwadraat
De R-kwadraat is dat gedeelte in het rendement van een fonds dat
verklaard kan worden door bewegingen in zijn benchmarkindex. Een R-
kwadraat van 1 indiceert dat alle bewegingen in de index gevolgd
worden door bewegingen in het rendement van het fonds. Als een fonds
alleen in indexaandelen belegt, zal het meestal een R-kwadraat dicht bij
1 kennen. Als een R-kwadraat omgekeerd laag is, betekent dit dat
slechts een klein gedeelte van het rendement van een fonds wordt
verklaard door de index. R-kwadraat wordt ook wel gebruikt in
combinatie met beta. Een hoge R-kwadraat geeft aan dat de Beta
betrouwbaar is. Een minder hoge R-kwadraat impliceert een
insignificante beta.
S S&P 500
De S&P 500 is een index die bestaat uit 500 grote en meestal
kredietwaardige ondernemingen uit de VS.
Sectorfondsen
Sectorfondsen zijn fondsen die in één bepaalde sector beleggen zoals
technologie, media, biotechnologie of de financiële dienstverlening.
Vanwege de nauwe focus, zijn sectorfondsen vaak wat risicovoller dan
breder beleggende fondsen. Het rendement kan sterk fluctueren omdat
de sectorvoorkeuren van beleggers door de tijd heen vaak veranderen.
Securities and Exchange Commission (SEC)
Deze Amerikaanse toezichthouder werd opgericht in 1934 en moet
beleggers beschermen tegen malafide praktijken op de effectenmarkten
zodat deze markten op een goede wijze functioneren. De SEC maakt
regels waaraan alle ondernemingen die in de VS effecten aanbieden,
moeten voldoen.
SEDOL
SEDOL staat voor Stock Exchange Daily Official List en is een
identificatiecode voor Europese effecten van zeven karakters.
Sharpe Ratio
De Sharpe Ratio geeft de prestaties van een beleggingsfonds weer,
waarbij gecorrigeerd wordt voor risico. De Sharpe Ratio is ontwikkeld
door de nobelprijswinnaar William Sharpe. De maatstaf wordt berekend
door gebruik te maken van de standaarddeviatie en de opbrengst van
een fonds boven de risicovrije voet en geeft weer hoeveel rendement er
48
per eenheid risico is behaald. Hoe hoger de Sharpe Ratio, hoe beter de
risicogecorrigeerde prestaties van een beleggingsfonds. De Sharpe Ratio
over een bepaalde periode wordt berekend door de geännualiseerde
performance van een fonds te berekenen, daarvan de risicovrije voet
over dezelfde periode af te trekken en de uitkomst vervolgens door de
standaarddeviatie van de performance van het fonds te delen. De Sharpe
Ratio kan worden gebruikt om de prestaties van twee vergelijkbare
fondsen te beoordelen.
Short
Short' zitten betekent dat men een effect hebt verkocht zonder dat men
het in bezit had. Een individu of een fonds kan bijvoorbeeld een aandeel
verkopen welke hij niet in portefeuille heeft. Hij zal dan in de toekomst
alsnog dat aandeel moeten kopen om aan de levering te voldoen. Deze
strategie kan worden toegepast als men verwacht dat de koers van het
betreffend aandeel zal gaan dalen. De winstmarge op deze strategie is
het verschil tussen de koers op het moment van verkoop, en de koers op
het moment dat desbetreffend aandeel wordt aangekocht.
SICAV
SICAV staat voor Sociétés d'Investissement à Capital Variable en is een
open-end beleggingsfonds. De meeste fondsen in Luxemburg zijn
SICAV's.
Small Cap
Aandelen met een kleine marktkapitalisatie.
Software
Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in ondernemingen die
actief zijn in het ontwerp en marketing van operationele systemen en
applicaties. Voorbeelden zijn Microsoft, SAP en Siebel Systems.
Splitsing
Een stock split of splitsing vindt plaats wanneer een onderneming het
aantal uitstaande aandelen verhoogt, zonder de eigendomsverhoudingen
te wijzigen. De koers van een aandeel wordt lager, waardoor ook
kleinere beleggers de eerder hooggeprijsde aandelen kunnen kopen. Een
aandeel dat bijvoorbeeld EUR 250 kost, kan worden gesplitst in 10
aandelen die dan ieder EUR 25 noteren. Een split kan zowel bij een
gewoon aandeel als bij een beleggingsfonds plaatsvinden. In het laatste
geval zal de belegger meer aandelen van een beleggingsfonds in bezit
krijgen die dezelfde waarde vertegenwoordigen als voor de splitsing.
Standaarddeviatie
De standaarddeviatie is een statistische maatstaf die de spreiding
rondom een gemiddelde meet. De standaarddeviatie voor een fonds
geeft weer hoe rendementen in een bepaalde periode van elkaar
varieerden. Beleggers gebruiken de standaarddeviatie over een bepaalde
periode als maatstaf voor risico die vervolgens weer gebruikt kan
worden om te voorspellen in welke range toekomstige rendementen
waarschijnlijk zullen voorkomen. Wanneer een fonds een hoge
standaarddeviatie heeft, is de voorspelde range breder, wat een hogere
volatiliteit impliceert. De standaarddeviatie kan gebruikt worden om het
risico van een bepaald fonds te meten. Voor het meten van het risico
van een portefeuille van meerdere fondsen is de standaarddeviatie
minder geschikt omdat de standaarddeviatie van een portefeuille niet
alleen afhangt van de standaarddeviatie van de onderdelen van de
portefeuille, maar ook van de correlatie tussen de fondsrendementen.
Als rendementen van een fonds een normale verdeling kennen, dan zal
het rendement in ongeveer 68% van de gevallen binnen één
standaarddeviatie van het gemiddelde vallen. In 95% van de gevallen
valt het rendement binnen de bandbreedte die wordt gevormd door
twee standaarddeviaties bij het gemiddelde rendement op te tellen en af
te trekken.
Stijl
De term stijl wordt vaak gebruikt om een beleggingsaanpak te
karakteriseren. Morningstar refereert vaak aan beleggingsstijl in de
context van een waarde-aanpak of een groeiaanpak.
Stock dividend
Dividend uitgekeerd in aandelen.
Surséance
Surséance van betaling wordt door een rechter aan een bedrijf verleend
indien het tijdelijk niet aan zijn verplichtingen jegens debiteuren kan
voldoen. Tijdens de periode van uitstel kunnen crediteuren geen
faillissement aanvragen.
Switch fee
Kosten die in rekening worden gebracht (in plaats van reguliere aan- en
verkoopkosten) wanneer men overstapt van het ene naar het andere
fonds binnen een fondsfamilie.
Switchen
Switchen is het overbrengen van geld in het ene fonds van een
fondsaanbieder naar een andere fonds van dezelfde aanbieder.
T Telecommunicatie
Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in ondernemingen die
voorzien in communicatiediensten en daarbij vaste of draadloze
netwerken gebruiken en of diensten op dit gebied aanbieden.
Vorobeelden zijn Swisscom, Vodafone en Telefonica.
The City
De City staat ook bekend als de Square Mile. De City is het hart van het
financiële district in Londen.
Tijgers
De Tijgers of de vier Tijgers zijn Hongkong, Singapore, Taiwan en Zuid-
Korea.
Totaal rendement
De total return of (totaal) rendement is de procentuele totale opbrengst
op een belegging over een bepaalde periode en bestaat uit de som van
49
koerswinst en uitgekeerde dividenden. De total return moet niet worden
verward met het dividendrendement.
Tracker
Trackers of ETF's zijn geen traditionele beleggingsfondsen; ze
combineren aspecten van beleggingsfondsen met indices en bieden van
beiden de voordelen. Men zou ETF's indexaandelen kunnen noemen.
Sinds begin 2001 worden ETF's verhandeld op de Amsterdamse beurs
(onder andere I-shares). De ETF's of trackeraandelen volgen zeer
nauwkeurig een index en worden net als een indexfonds passief
gemanaged. ETF's worden via een gewone commissionair of broker op
de beurs aangekocht tegen de reguliere tarieven die gelden voor
aandelentransacties.
Tracker fund
Een tracker fund is een fonds dat een bepaalde index volgt en probeert
hetzelfde rendement te behalen als deze index. De fondsmanager
bestudeert de samenstelling en veranderingen van de index om deze
nauwkeurig te volgen. Wordt ook vaak indexfonds genoemd.
Tracking error
De tracking error is een maatstaf die meet hoe dicht een fondsmanager
bij zijn benchmarkindex blijft. Als fonds A een tracking error heeft van 2%
en fonds B een tracking error van 4% dan betekent dit dat fonds B zich
grotere vrijheden heeft gepermitteerd ten opzichte van zijn
benchmarkindex dan fonds A. De portefeuille van fonds A lijkt meer op
de benchmark dan de portefeuille van fonds B. Een tracking error van 0%
betekent dat een fonds de index precies volgt.
U UCITS
UCITS staat for Undertakings for Collective Investment in Transferable
Securities. De term refereert aan een richtlijn van de Europese Unie, die
vaststelt waaraan een in de EU gevestigd fonds moet voldoen om
verkocht te mogen worden in alle EU landen. De UCITS richtlijn heeft als
doel beleggingsrichtlijnen in Europa te vereenvoudigen en beleggers
meer bescherming te bieden. In Nederland wordt UCITS ook wel ICBE
genoemd.
Unit-linked
Unit-linked betekent gekoppeld aan een (pensioen)verzekering. Unit-
linked beleggingsfondsen zijn alleen toegankelijk via deelname in
producten als een beleggingshypotheek, koopsompolis en
pensioenverzekeringen.
V
Vastrentend fonds
Een vastrentend fonds is een fonds dat belegt in effecten die op een
reguliere basis vaste inkomsten genereren, meestal obligaties,
geldmarktinstrumenten of preferente aandelen.
Verkoopkosten
Verkoopkosten zijn kosten die bij een belegger in rekening worden
gebracht als hij zijn aandelen in een beleggingsfonds verkoopt. Bij
buitenlandse fondsen worden de verkoopkosten vaak lager naar mate
een belegger langer in een fonds heeft gezeten, na drie of vijf jaar zijn de
kosten vaak nul. Deze kostenstructuur moet beleggers ervan
weerhouden om te snel hun middelen weer uit de fondsen te halen.
Vermogensbeheer
Vermogensbeheer, ook wel asset management is de algemene term
voor het beheren van een portefeuille van een groep assets, zoals
aandelen, obligaties of kas.
Vermogensstructuur
De vermogensstructuur is de wijze waarop een onderneming is
gefinancierd door investeerders. De meest basale kwestie bij het
aantrekken van vermogen is de keuze tussen eigen vermogen (aandelen)
of vreemd vermogen (obligaties). De verhouding tussen vreemd
vermogen en het totale vermogen, de debt ratio, is het meeste gebruikte
kengetal voor het weergeven van de vermogensstructuur.
Vlaggenschip
Het vlaggenschip is meestal het oudste fonds van een fondsaanbieder of
het fonds dat zeer veel vermogen heeft aangetrokken. Zulke fondsen
dragen vaak de naam van de vermogensbeheerder.
Volatiliteit
Volatiliteit is de geobserveerde mate van beweeglijkheid in de koers van
een effect. De standaarddeviatie is de meest gebruikte maatstaf om
volatiliteit te meten. Volatiliteit en standaarddeviatie worden gebruikt als
indicatie van het risico van een belegging. (Zie Standaarddeviatie.)
Voortschrijdende rendementen
Het voortschrijdend rendement geeft de beleggingsopbrengsten (total
return) over recente periodes weer. Die periode kan een jaar, maand,
week of dag zijn. Op 14 maart bijvoorbeeld beslaat het 1-jaars
voortschrijdend rendement een periode van 15 maart 2000 tot 14 maart
2001. Het 1-week voortschrijdend rendement geeft op die dag de
opbrengst over de periode van 8 tot 14 maart 2001 weer.
W Waarde
Waarde is een karakterisering voor een beleggingsaanpak waarbij de
belegger ondergewaardeerde aandelen koopt.
50
Wereldwijd fonds
Een wereldwijd fonds belegt in internationale aandelen of obligaties.
Winst
De (netto)winst of earnings van een onderneming zijn het inkomen van
een onderneming gedurende een bepaalde periode. De nettowinst wordt
berekend door van de omzet, de operationele kosten, afschrijvingen,
belasting en andere kosten af te trekken.
Winst per aandeel
De Winst per Aandeel (WPA) of Earnings per Share (EPS) is de totale
winst van een onderneming gedeeld door het aantal uitstaande
aandelen. De WPA geeft de winstgevendheid van een onderneming
weer, gezien door de ogen van een aandeelhouder. De WPA wordt
gebruikt om de Koerswinstverhouding (K/W) of P/E te berekenen.
Y
Year to Date
Year to Date (YTD) betekent in het Nederlands: vanaf vorig jaareinde.
Onder YTD vindt u dus het rendement van een beleggingsfonds vanaf de
laatste jaarwisseling. Het geeft antwoord op de vraag hoe het fonds tot
nu toe in het lopende jaar heeft gepresteerd.
Yield
Yield is het uitbetaalde inkomen uit een belegging uitgedrukt als een
percentage. De uitbetaalde inkomsten kunnen bestaan uit dividend of
rente. In het geval van een uitgekeerd dividend, wordt er ook gesproken
van dividendrendement. Yield moet niet worden verward met Total
Return.
Yield curve
De yield curve, of rentetermijnstructuur, is een grafiek die het verband
weergeeft tussen de looptijd van een vastrentende belegging enerzijds
en de daarop te ontvangen marktrente anderzijds. Een normale yield
curve laat een stijgend verloop zien omdat de spaarrente doorgaans
lager is dan de kapitaalmarktrente. Als iemand zijn geld voor een langere
periode uitleent, eist hij een hogere vergoeding dan bij een lening over
een korte termijn.
51
Dossier Dividend Alle informatie over dividend beleggen in een boekwerk. Voor deze
eenmalige uitgave is alle informatie van Morningstar over dividend
beleggen gebundeld tot een geheel.
Morningstar Benelux
De Entree 246
1101EE Amsterdam
Nederland
© 2012 Morningstar. Alle rechten voorbehouden. De informative in dit document is eigendom van Morningstar en/of haar dataleveranciers en wordt door
copyright en intellectueel eigendomsrecht beschermd. Het is niet toegestaan deze informative in eender welke vorm de reproduceren, verkopen,
publiceren. Noch zal deze informative mogen dienen ter creatie, promotie en/of handel rond de inhoud zonder voorafgaandelijke schriftelijke goedkeuring
van Morningstar. De informative is bedoeld voor privaat en niet-commercieel gebruik.
?