dossier dividend

53
? Geen beleggingsbeslissing zonder Morningstar Dossier Dividend Alle informatie over dividendbeleggen in een gids

Upload: others

Post on 03-Feb-2022

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Dossier Dividend

? Geen beleggingsbeslissing zonder Morningstar

Dossier Dividend

Alle informatie over dividendbeleggen in een gids

Page 2: Dossier Dividend

Dossier Dividend

Editie November 2012

Page 3: Dossier Dividend

1

Inhoud

Pagina

Voorwoord 2

1. Dividendbeleggen 3

1.1 Traditionele dividendsectoren onder druk

1.2 Signalen voor dividendverlaging

1.3 Het vinden van dividendaandelen

1.4 Het samenstellen en beheren van een dividendportefeuille

1.5 Het ene dividendfonds is het andere niet

1.6 Spannend: hoogdividendfondsen beleggen wel degelijk

in opkomende landen

2. Dividendaandelen 19

2.1 Royal Dutch Shell

2.2 Unilever

3. Dividendfondsen 24

3.1 Kempen Global High Dividend Fund

3.2 DWS Top Dividende

3.3 BNP Paribas Global High Income Equity Fund

3.4 ING Hoog Dividend Aandelen Fonds Inc

4. Dividend-ETFs 32

4.1 db x-trackers Stoxx Global Select Dividend 100 ETF

Woordenlijst 35

Page 4: Dossier Dividend

2

Voorwoord

Dividend is hot. Op hun zoektocht naar rendement komen beleggers al ruim een jaar uit bij dividend,

want het biedt in het gure klimaat met weinig economische groei, lage rente en volatiele

aandelenbeurzen een aantrekkelijk alternatief. Terecht wordt inmiddels de vraag gesteld of dividend

niet too hot is. De vraag naar dividendaandelen jaagt de koers omhoog en zijn deze aandelen

inmiddels niet te duur geworden? Dat hangt er van af. In de Verenigde Staten hebben aandelen uit

typische dividendsectoren als telecommunicatie en nutsbedrijven een hoge waardering. In Europa

daarentegen niet, dus er valt als belegger zeker nog in te spelen op dividendaandelen. Maar de

omgeving voor de dividendbelegger is wel veranderd. Traditionele dividendsectoren staan onder

druk. Zo heeft een hele trits telecomondernemingen een dividendverlaging aangekondigd en waar

banken in het verleden de hoeksteen van menig dividendportefeuille waren is dat met de financiële

crisis wel anders geworden. Waar Amerikaanse banken echter weer dividend gaan uitkeren, hebben

hun sectorgenoten in de eurozone met de staatsschuldencrisis wel wat anders aan hun hoofd.

Met dit Dossier Dividend wil Morningstar beleggers wijzen op wat er bij dividendbeleggen komt

kijken. We beschrijven recente ontwikkelingen in enkele dividendsectoren, wijzen op signalen die

duiden op een mogelijke dividendverlaging en laten zien dat het ene dividendfonds het andere niet is.

We sluiten af met analistenrapporten over diverse dividendaandelen, -beleggingsfondsen en –ETFs.

Deze gids is speciaal voor de Dag van de Belegger 2012 samengesteld. Op dit evenement gaven

ondergetekenden ook presentaties over beleggen met een focus op dividend.

Ons doel is dat u met alle informatie in deze gids betere beleggingsbeslissingen kunt nemen.

Amsterdam, november 2012.

Jeffrey Schumacher, CFA

beleggingsfondsanalist Morningstar Benelux

Maarten van der Pas

financial markets editor Morningstar Benelux

Page 5: Dossier Dividend

3

1. Dividendbeleggen

1.1. Traditionele dividendsectoren onder druk

Voor dividendbeleggers is het zeer belangrijk om alert te zijn op marktomstandigheden

die de zekerheid van dividend kunnen aantasten. Ook traditionele dividendsectoren

ontkomen niet aan de crisis.

Er is een aantal sectoren dat van oudsher bekend staat om zijn aantrekkelijke dividend. Banken en

verzekeraars waren voor lange tijd de hoeksteen van menig dividendportefeuille. Deze zekerheid is

echter met het uitbarsten van de kredietcrisis in rap tempo verdwenen. Banken werden

genationaliseerd of liggen aan het infuus bij de Europese Centrale Bank (ECB), waarmee het uitkeren

van dividenden aan aandeelhouders is beperkt of zelfs helemaal niet meer mogelijk is.

In de laatste maanden komen ook de dividenden van ondernemingen in andere traditionele

dividendsectoren onder druk te staan. Vastgoedfonds Wereldhave kondigde in juli aan dat het

dividend drastisch verlaagd gaat worden. In de genereus dividenduitkerende telecomsector hebben

een aantal bedrijven als gevolg van de hoge schuldenlast tijdens de presentatie van hun tweede

kwartaalcijfers aangekondigd het dividend te moeten verlagen.

Malaise

Nederlandse trots KPN is een in het oog springend voorbeeld van een telco die zijn dividend beperkt.

Tijdens het bekendmaken van de tweede kwartaalcijfers in juli kondigde bestuursvoorzitter Eelco

Blok aan, dat het dividend voor 2012 wordt verlaagd van EUR 0,90 naar EUR 0,35: een krimp van

maar liefst 61 procent. Aanleiding is de netto schuldenberg van ruim EUR 12 miljard, die moet

worden teruggebracht. De netto schuld/EBITDA ratio was aan het eind van het tweede kwartaal 2,6,

waar het doel 2,0 tot 2,5 is.

KPN heeft het lastig op de Nederlandse thuismarkt. Daarnaast moet het blijven investeren om de

concurrentie het hoofd te kunnen bieden. Een samenloop van een hoge schuldenlast en dalende

kasstromen heeft geleid tot het besluit om met de dividendtraditie te breken. Of is het toch de

Mexicaanse invloed die zich hier al doet gelden?

KPN is echter niet het enige voorbeeld in de telecomsector. Ook andere Europese spelers zoals

Portugal Telecom, het Spaanse Telefonica, France Telecom, Telecom Italia en Telekom Austria

waren recent genoodzaakt om het dividend te verlagen als gevolg van de moeilijke Europese markt

en de druk om de schuldenberg te verkleinen.

Lichtpuntjes

Is het hoge dividend binnen de telecomsector dan helemaal verleden tijd? Nee, dat niet. Vodafone

was in staat om haar dividendtraditie die sinds 1999 is opgestart een vervolg te geven. Belangrijker,

het management bevestigde de doelstelling om het dividend met 7 procent te laten groeien. British

Telecom kondigde eveneens aan het dividend dit jaar met 12 procent te verhogen en streeft ernaar

om het dividend de komende drie jaar met 10-15 procent te laten groeien.

Page 6: Dossier Dividend

4

Ook bij banken en verzekeraars gloort er weer licht aan de horizon. Hoewel Europese financials het

lastig hebben, zijn er de laatste maanden ook weer positievere berichten naar buiten gekomen over

het hervatten of verhogen van dividendbetalingen. Aegon betaalt sinds het uitbreken van de

kredietcrisis in 2008 voor het eerst weer dividend, een voorbeeld dat ING kan gaan volgen wanneer

het de staatssteun volledig heeft terugbetaald. Ook andere Europese banken zoals BNP Paribas en

Société Générale hinten op het verhogen of hervatten van dividendbetalingen. Wat Amerikaanse

banken betreft zijn er ook lichtpuntjes te noemen, zoals bijvoorbeeld Wells Fargo, dat het dividend in

het tweede kwartaal van 2012 met 83 procent verhoogde.

Ook in andere sectoren zijn lichtpuntjes te vinden, zoals bijvoorbeeld in de oliesector. Royal Dutch

Shell presenteerde kwartaalresultaten die minder sterk waren dan een jaar geleden, maar

verhoogde desondanks wel het dividend met 1 dollarcent naar USD 0,43 per aandeel.

In de technologiesector kan Cisco als voorbeeld worden genomen, dat in augustus naast sterke

kwartaalcijfers aankondigde het dividend met 75 procent te verhogen naar 14 dollarcent per

aandeel. Als laatste kon Diageo recent toasten met haar beleggers. Deze dranken-multinational,

bekend van onder andere Johnnie Walker en Guinness, verhoogde het dividend met 8 procent als

gevolg van stijgende verkopen in opkomende landen.

Monitoring

Deze verschillende ontwikkelingen onderstrepen het belang van de dividendbelegger om zijn

aandelen continu te monitoren en scherp te letten op veranderingen in de marktomgeving,

ontwikkeling van winst en kasstroom en de financiële leverage van ondernemingen gezien de grote

invloed die deze factoren kunnen hebben op de dividenduitkering.

Door Jeffrey Schumacher

Page 7: Dossier Dividend

5

1.2. Signalen voor een mogelijke dividendverlaging

Dividendbeleggen lijkt gemakkelijk: een kwestie van een paar aandelen met een hoog

dividendrendement selecteren. Dat is echter te mooi om waar te zijn.

Bij dividendbeleggen is de zekerheid van het dividend een zeer belangrijke factor. Hoewel

ondernemingen met een lange historie als het gaat om het uitbetalen en laten groeien van dividend

hun dividendbeleid te allen tijde willen handhaven, kunnen er situaties ontstaan waarbij het

management besluit om het dividend te verlagen of helemaal te schrappen.

In het (recente) verleden hebben ondernemingen als Thomas Cook, Nokia, KPN en Telefonica hun

dividendhistorie moeten opgeven. Ook nu zijn er regelmatig berichten over bedrijven waarbij het

dividend mogelijk ter discussie staat, zoals blijkt uit het eerste artikel in deze serie Traditionele

dividendsectoren onder druk. Omdat dividendverlagingen vaak gepaard gaan met sterke

koersdalingen is het voor een dividendbelegger belangrijk om zijn aandelen goed te monitoren. In dit

artikel geeft Morningstar zeven indicatoren waaraan een mogelijk onhoudbaar dividend kan worden

herkend.

1. Hoge payout ratio

De payout ratio is een eerste, makkelijke screening om de zekerheid van het dividend te toetsen. De

payout ratio geeft aan welk gedeelte van de winst wordt uitbetaald als dividend. Een dividend per

aandeel van 20 cent op een winst per aandeel van 80 cent geeft dus een payout ratio van 25

procent. Hoe lager deze ratio is, des te zekerder het dividend. Zo kan immers in het voorbeeld de

winst 75 procent dalen voordat de uitkering van het dividend in gevaar komt.

Wanneer een bedrijf een hoge payout ratio heeft is dit een aandachtspunt. Een harde bovengrens

voor de payout ratio is echter niet te geven. De hoogte van deze ratio verschilt namelijk per sector,

wat weer verband houdt met de mate van cycliciteit van de sector. Een sector die tamelijk

ontwikkeld is en waarin ondernemingen stabiele kasstromen genereren zoals bijvoorbeeld

nutsbedrijven, kan het zich veroorloven om hogere payout ratio’s te hanteren zonder dat het dividend

in gevaar komt.

Voor meer cyclische bedrijven is een hoge payout ratio een groter risico. Om te bepalen of de payout

ratio een gevaar vormt kan de historische trend van de payout ratio worden bekeken, of kan de

payout ratio worden afgezet tegen het sectorgemiddelde. Vanzelfsprekend is een payout ratio boven

100 procent een rode vlag, omdat de onderneming dan meer geld uitkeert aan dividend dan dat er

winst wordt gemaakt.

2. Marktomstandigheden – dalende winst en vrije kasstroom

Trends in winst en vrije kasstroom vormen de sleutel tot de zekerheidsanalyse van dividend. De

eerder besproken payout ratio geeft het belang van de winst al aan: als de winst daalt, dan wordt de

payout ratio hoger, waardoor de druk op de houdbaarheid van het dividend toeneemt.

Belangrijker is echter de ontwikkeling van de vrije kasstroom. Dit is namelijk geld waaruit het

dividend betaald dient te worden. Kasstroom is de financiële olie die door een bedrijf stroomt en als

die stroom opdroogt dan heeft het bedrijf een serieus probleem. De ontwikkeling van de winst en

Page 8: Dossier Dividend

6

vrije kasstroom is dan ook van cruciaal belang. Hoe deze zich ontwikkelen hangt sterk af van de

algemene marktomstandigheden en de concurrentiepositie van het bedrijf.

3. Zwakkere balans

Het beoordelen van de zekerheid van een dividend draait om het analyseren van de financiële

stabiliteit van het bedrijf. Hierbij kan de balans niet buiten beschouwing worden gelaten. Voor

dividendbeleggers is het van belang om de schulden van een onderneming goed in de gaten te

houden. Er kan namelijk pas dividend worden uitbetaald als de rente aan obligatiehouders en

verstrekkers van leningen is betaald.

Deze schuldeisers hebben vaak randvoorwaarden gesteld waaraan het bedrijf moet voldoen en die

zijn vastgelegd in convenanten. Zodra deze worden geschonden, kunnen zij hun uitgeleende geld

terugeisen en is het uitkeren van dividend vaak niet meer toegestaan. Als een bedrijf hoge schulden

heeft, dan vormt dit dus een risico. Ratio’s als netto schuld/EBITDA en interest coverage-ratio zijn

hierbij belangrijke kengetallen. Een tegenovergestelde situatie ontstaat als bedrijven beschikken over

veel eigen vermogen of over hoge kasmiddelen. Dit biedt een buffer voor tijdelijke tegenslagen.

4. Dividendhistorie

De dividendhistorie kan een indicatie zijn van de soliditeit van het dividend. Een onderneming die al

jaren een stabiel -liefst groeiend- dividend uitkeert geeft meer zekerheid dan een bedrijf dat dit voor

het eerst doet. Een lange dividendhistorie laat zien dat het management zich heeft gecommiteerd

aan het uitkeren van dividend en dat geeft vertrouwen. Echter, het uitkeren van dividend is geen

verplichting en een dividend uit het verleden is geen garantie voor de toekomst!

5. Extreme dividenden

Hoewel verleidelijk is dividendbeleggen niet het simpelweg investeren in de aandelen met het

hoogste dividendrendement. Wanneer u dat doet, dan zal uw portefeuille een sterke afwijking

hebben naar traditionele dividendsectoren zoals telecom en nutsbedrijven. Dit kan de benodigde

diversificatie beperken. Daarnaast ontkomt u er dan niet aan dat u in een dividend-valkuil trapt: u

koopt een aandeel met een hoog dividendrendement op papier, maar later blijkt dat de

dividenduitkering wordt verlaagd en het dividendrendement dus veel lager is dan gedacht.

Een dividendrendement dat significant hoger is dan het historisch gemiddelde of een

sectorgemiddelde is eerder een waarschuwingssignaal dan een gouden kooptip. In kranten en op

internet kunt u van diverse aandelen de dividendrendementen opzoeken. Deze dividendrendementen

zijn berekend door het laatst uitgekeerde dividend te delen door de huidige koers. Wanneer het

slecht gaat met een bedrijf dan zal de koers dalen. Hierdoor stijgt het dividendrendement. De grote

vraag is echter of het laatst uitgekeerde dividend nog wel realistisch is. Het hoge dividendrendement

lijkt interessant, maar is gebaseerd op het verleden. En dat geeft geen garantie voor de toekomst.

6. Lagere dividendgroei

Het uitkeren van dividend is een soort commitment van het management naar aandeelhouders en

geeft aan dat zij vertrouwen hebben in hun onderneming. Dit maakt het handhaven en verhogen van

het dividend zo belangrijk. Idealiter zal het management het dividend ook ieder jaar willen laten

groeien. Een stabiel groeipercentage is een goed teken. Naar mate het bedrijf volwassen wordt zal

Page 9: Dossier Dividend

7

de groei van het dividend afnemen. Dit is een logisch gevolg van de ontwikkeling van het bedrijf. Een

plotselinge verandering in de groei van het dividend kan echter wijzen op een diepere oorzaak en is

dus een aanleiding om aanvullend onderzoek te doen.

7. Managementstrategie

Aandeelhouders hebben geen recht op dividend. Zij zijn hiervoor afhankelijk van het management

van de onderneming. Als het management besluit dat de kasstroom beter aangewend kan worden

om een investering of een overname te doen of om de schuld te verlagen, dan kan dat gevolgen

hebben voor het dividend. Deze factor is erg onvoorspelbaar, maar kan een grote impact hebben op

het dividend zoals in 2009 bleek toen farmaceut Pfizer het dividend onverwachts drastisch verlaagde

om een overname te kunnen financieren.

Uit het bovenstaande blijkt dat dividendbeleggen de nodige tijd en oplettendheid van beleggers

vereist om succesvol toegepast te kunnen worden. U kunt, indien u zich daar comfortabel bij voelt

en beschikt over voldoende tijd en financiële kennis, zelf uw dividendaandelen selecteren.

Voor passieve beleggers zijn er ETFs beschikbaar die een hoogdividendindex volgen, zoals de iShares

Euro Stoxx Select Dividend 30, de Amundi ETF MSCI Europe High Dividend of het db x-trackers

Stoxx Global Select Dividend 100 ETF.

Een andere mogelijkheid is het aanschaffen van een actief beheerd beleggingsfonds dat zich richt op

dividendbeleggen. Als gevolg van de populariteit van dividendbeleggen zijn er de afgelopen twee jaar

door diverse fondshuizen dividendfondsen gelanceerd. Dividendfondsen die wereldwijd beleggen in

waarde-aandelen en die kunnen bogen op een langer track record zijn het BNP Paribas Global High

Income Equity Fund, DWS Top Dividende, ING Hoog Dividend Aandelenfonds en Kempen Global High

Dividend Fund.

Door Jeffrey Schumacher

Page 10: Dossier Dividend

8

1.3. Het vinden van dividendaandelen

Morningstar's dividendgoeroe Josh Peters vertelt hoe aantrekkelijke dividendaandelen te

selecteren.

Eén van de problemen waar veel beleggers mee worden geconfronteerd, is het gebrek aan

inkomsten uit hun beleggingen in deze periode met karige rendementen. Een mogelijke strategie is

om op zoek te gaan naar kwaliteitsaandelen met hoge dividenduitkeringen, die de storm op de

financiële markten doorstaan en voor aantrekkelijke totaalrendementen in contanten zorgen.

Hoge en veilige dividenden zijn traditioneel een kenmerk van sectoren zonder veel cyclische

blootstelling, zoals nutsbedrijven, defensieve consumptiegoederen, gezondheidszorg,

telecommunicatie en energie. “Deze sectoren zijn al getest onder stress en hebben beleggers goede

resultaten opgeleverd tijdens de crash van 2008-2009”, zegt Josh Peters. Hij is Morningstar’s

Director of Equity-Income Strategy, auteur van The Ultimate Dividend Playbook en redacteur van de

DividendInvestor-nieuwsbrief. “Ik verwacht voor de nabije toekomst een even sterke veerkracht van

deze sectoren en zelfs in een zeer onzekere economische situatie met lage groei geloof ik dat het

mogelijk is om dividenden te vinden die sneller groeien dan de inflatie.”

Dividend drill

Voor Peters zijn de belangrijkste vragen bij dividend: is het dividend veilig en zal het toenemen?

Hoewel er geen eenduidige definitie is van wat een veilig dividend inhoudt, ligt het antwoord in de

payout ratio. De payout ratio is het gedeelte van de winst dat als dividend aan aandeelhouders

wordt uitgekeerd en geeft aan wat ondernemingen doen met hun winsten. Een lage ratio betekent

dat een bedrijf er vooral op gericht is de winst in te houden in plaats van dividend uit te keren. De

payout ratio geeft ook aan hoe goed de winst de dividenduitkeringen ondersteunt: bij gelijke

omstandigheden geldt: hoe lager de ratio, hoe veiliger het dividend. Want lagere dividenden zijn

makkelijker uit te betalen dan hogere. Ondernemingen met een stabiele omzet en winst zijn echter in

een betere positie om hoge dividenden uit te keren dan cyclische of volatiele ondernemingen.

Het antwoord op de vraag wat zorgt voor dividendgroei ligt in de winstgroei in combinatie met de

payout ratio. Hoewel een bedrijf met een lage ratio zijn dividend zelfs zonder winstgroei kan

verhogen, is het op lange termijn normaliter de groei van de winst per aandeel die zorgt voor een

hoger dividend.

In Peters’ strategie wordt het totale rendement voor de dividendbeleggers aangegeven door de som

van het initiële dividendrendement en de toekomstige dividendgroei. De fundamentele factoren die

dividendverhogingen bepalen, zijn de organische groei van de onderneming in de loop van de tijd, de

winstgevendheid van de interne groei, de mogelijkheid van prijsmacht of ingebouwde indekking

tegen inflatie en de kapitaalallocatie (wat er met de ingehouden winst gebeurt). Lage opbrengsten

leiden vaak tot een zwakke correlatie tussen het dividend en de aandelenkoers, zelfs als het dividend

toeneemt. Uiterst hoge rendementen kunnen te riskant zijn. “Ik richt me op wat ik de sweet spot

noem, rendementen tussen 3-4 procent en 7-8 procent”, zegt Peters.

Door Maarten van der Pas

Page 11: Dossier Dividend

9

1.4. Het samenstellen en beheren van een

dividendportefeuille

Morningstar's dividendgoeroe Josh Peters vertelt hoe een dividendportefeuille op te

bouwen en deze te onderhouden.

In het vorige artikel legt Morningstar’s Director of Equity-Income Strategy Josh Peters uit wat voor

beleggers belangrijke factoren zijn als ze zich willen richten op dividendaandelen. Hieronder gaat hij

verder en komt het samenstellen en beheer van een dividendportefeuille aan de orde.

6 Regels

Samenstelling en beheer van een dividendportefeuille begint bij het bepalen van doelstellingen voor

rendement en groei, het vinden van aandelen die aan uw doelstellingen voldoen, het volgen van uw

portefeuille en het aanpassen en verbeteren ervan naargelang de omstandigheden. Peters zegt

hierover: “Een hoger dividendrendement betekent meestal minder groei, maar ik doe het niet voor

minder dan de inflatie.”

Screening voor dividendbeleggingen is vooral een eliminatieproces volgens Peters. Hij geeft 6

belangrijke regels die niet werken voor een dividendstrategie:

Aandelen die helemaal geen dividend uitkeren

Aandelen met een dividend van minder dan 3 procent

Bedrijven zonder identificeerbare concurrentievoordelen

Bedrijven met hoge schulden

Bedrijven met sterk schommelende winsten

Bedrijven met negatieve corporate governance

De basisparameter voor dividendscreening is dat het moet gaan om ondernemingen met een

marktkapitalisatie van USD 500 miljoen of meer (EUR 370 miljoen of meer). “Omvang heeft een

zekere correlatie met financiële slagkracht en concurrentiekracht”, zegt Peters. De Morningstar-

beoordeling van de ‘moat’ of concurrentievoorsprong moet “Narrow” of “Wide” zijn en het oordeel

over de onzekerheid van de schatting van de reële waarde van het aandeel of de fair value moet

“Low” of “Medium” zijn.

Peters licht dit toe: “Duurzame concurrentievoordelen op lange termijn ondersteunen zowel de

zekerheid als de groei van het dividend. En hoewel de onzekerheidswaardering van Morningstar niet

specifiek zijn gekoppeld aan dividendrisico’s, hebben ramingen van de reële waarde met een ‘hoge’

of ‘zeer hoge’ onzekerheid een sterke signaalfunctie. Het huidige dividendrendement moet over het

algemeen 3,0 procent of hoger zijn.

“Het maximaliseren van de huidige dividendinkomsten is een prima strategie, maar er zitten wel

beperkingen aan vast”, waarschuwt de dividendstrateeg. “Je moet passende maatstaven voor

dividendzekerheid vinden, eisen dat de dividendgroei ten minste gelijk is aan de inflatie en zorgen

voor voldoende diversificatie over bedrijven en sectoren heen.”

Page 12: Dossier Dividend

10

Over diversificatie: leg niet alle eieren in één mand. De richtlijn van Peters is om 12 tot 20

afzonderlijke aandelen in bezit te hebben en een blootstelling aan ten minste 4 tot 5 afzonderlijke

sectoren. Zorg er bovendien voor dat de portefeuille niet zorgt voor slapeloze nachten. Dit komt neer

op een risico- en volatiliteitsniveau dat een belegger aanvaardbaar vindt, zelfs tijdens perioden van

turbulente in de economie en op de markt.

Op welk moment zou een dividendbelegger aandelen moeten kopen of verkopen? Men moet

verkopen als het dividend wankel lijkt en het risico nog niet helemaal in de aandelenkoers verwerkt

zit, als de dividendgroei herhaaldelijk achterblijft op de verwachtingen of als de aandelenkoers zo

sterk stijgt dat er vanaf dat punt geen goed totaalrendement meer kan worden verwacht.

Een aankoopkans doet zich voor als een nieuw aandeel meer rendement biedt dan een bestaande

positie met dezelfde dividendgroei, meer dividendgroei bij hetzelfde rendement of een betere

fundamentele kwaliteit met vergelijkbare vooruitzichten wat totaalrendement betreft.

Zekerheid

Gezien de huidige volatiliteit op de aandelenmarkten gaan beleggers op zoek naar zekerheid.

Dividend is één van de weinige aantrekkelijke terreinen waarop het nog mogelijk is om goede

contante inkomsten te realiseren. “Dividendbeleggen is geen modeverschijnsel en heeft niets te

maken met oude of gepensioneerde beleggers”, zegt Peters tot slot. “Het is essentieel om een visie

op lange termijn te hebben en de nadruk te leggen op dividendzekerheid, dividendgroei en

totaalrendement. En dan moeten de bedrijven maar aan de slag om voor uw rendement te zorgen.”

Door Maarten van der Pas

Page 13: Dossier Dividend

11

1.5 Het ene dividendfonds is het andere niet

Vier actief beheerde dividendfondsen die dividendbeleggen op geheel eigen wijze

uitvoeren. Dat resulteert in interessante verschillen in beleggingsstrategie, portefeuille

en prestatie.

De lage rentestanden in combinatie met de onzekere economische groei hebben beleggers

geïnteresseerd gemaakt voor dividend. De toenemende vraag naar hoogdividendfondsen leidde

ertoe dat diverse fondshuizen in de afgelopen twee jaar dividendfondsen hebben gelanceerd.

In dit artikel wordt de aandacht gevestigd op vier in Nederland verkrijgbare dividendfondsen die zich

richten op ondernemingen met een bovengemiddeld dividendrendement. Het zijn het BNP Paribas

Global High Income Equity Fund (BNP IP), DWS Top Dividende (DWS), ING Hoog Dividend

Aandelenfonds (ING IM) en het Kempen Global High Dividend Fund (Kempen).

4 Hoogdividendbeleggingsfondsen Analyst Rating Morningstar Rating

BNP Paribas Global High Income Equity Fund Bronze (not ratable)

DWS Top Dividende Silver

ING Hoog Dividend Aandelenfonds Neutral

Kempen Global High Dividend Fund Gold

(Bron: Morningstar november 2012)

Deze beleggingsfondsen hebben een aantal zaken gemeen. Het zijn alle vier wereldwijd beleggende

hoogdividendfondsen en ze beschikken over een solide track record ten opzichte van concurrenten

en/of de benchmark. Maar daarmee houden de overeenkomsten dan ook wel op. Dit artikel gaat

dieper in op de verschillen tussen deze fondsen. Hierbij is rendement niet de belangrijkste factor,

maar wel de onderliggende en onderscheidende factoren die hieraan ten grondslag liggen: het

beheerteam en het beleggingsproces. Dat resulteert uiteindelijk in portefeuilles die duidelijke

verschillen hebben. Het ene dividendfonds is het andere niet.

Beheerteams

Het eerste punt waarop deze fondsen van elkaar verschillen is de managementstructuur. Hoewel

alle vier de fondsen beschikken over ervaren en uitgebreide beheerteams, is er op dit vlak duidelijk

onderscheid te maken.

Lokaal versus concentratie

BNP IP kent een unieke aanpak omdat het beleid decentraal wordt uitgevoerd. Hoofdbeheerder

Wouter Weijand bedacht in 2002 de blauwdruk voor dit fonds. Hij gelooft in de toegevoegde waarde

van lokale teams die autonoom kunnen opereren. Weijand overziet dan ook drie teams die over de

wereld zijn verspreid. Het beheer voor het Amerikaanse gedeelte van de portefeuille is uitbesteed

aan River Road AM in Louisville, terwijl een eigen team van BNP IP in Hong Kong verantwoordelijk is

voor de aandelenselectie in Azië. Europa wordt beheerd vanuit Amsterdam. Weijand is ervan

overtuigd dat deze lokale aanwezigheid leidt tot betere inzichten en toegevoegde waarde voor de

aandelenselectie.

DWS, ING IM en Kempen houden het daarentegen dichter bij huis. De beheerteams van deze

fondsen hebben zich geconcentreerd in respectievelijk Frankfurt, Den Haag en Amsterdam. De

beheerders hechten veel waarde aan laagdrempelige directe overlegstructuren met hun collega’s en

analisten dicht in de buurt.

Page 14: Dossier Dividend

12

Ondersteuning

Alle vier de fondsen beschikken over een uitgebreid team van ervaren beheerders en/of analisten.

Wie echter verder kijkt dan het aantal teamleden ziet verschillen in de wijze van ondersteuning.

Bij BNP IP is Wouter Weijand al negen jaar de gepassioneerde leidsman van het hoogdividendteam.

Hij is zelf verantwoordelijk voor de top-down regio-allocatie van het fonds en stuurt daarnaast zijn

regionale teams aan. Het Amerikaanse team wordt geleid door drie ervaren beheerders met

ondersteuning van zes analisten. Het Aziatische team bestaat uit hoofdbeheerder Arthur Kwong en

twee analisten. Het Europese team telt twee ervaren beheerders die geen verdere ondersteuning

hebben van analisten. Dat is opmerkelijk, omdat Europa voor dit fonds het grootste gedeelte van het

belegbare universum beslaat.

De kern van het team is sinds de oprichting bij het fonds betrokken, waardoor het veel ervaring heeft

met het beleggingsproces en het selecteren van dividendaandelen. De grootte van het team

gecombineerd met de relevante ervaring en toewijding van de beheerder aan de strategie geeft

Morningstar vertrouwen.

DWS Top Dividende bestaat sinds 2003 en wordt vanaf oktober 2005 beheerd door Thomas

Schüssler en Oliver Pfeil. Schüssler is bij DWS hoofd van het waardeteam. Dat bestaat uit zes

personen en is verantwoordelijk voor diverse waardestrategieën, waaronder dit wereldwijde

dividendfonds. De overige vier teamleden zijn iets minder ervaren met dividendbeleggen. Verdere

ondersteuning komt van de diverse sectoranalisten bij DWS.

Ondanks de brede ondersteuning is Schüssler de belangrijkste persoon bij het fonds. Deze

afhankelijkheid vormt een risico, maar Morningstar waardeert de stabiliteit van het team en is

overtuigd van de kwaliteiten van Schüssler bij deze strategie.

Het ING Hoog Dividend Aandelenfonds is opgezet in 1999 en is daarmee het oudste dividendfonds

van de vier die hier worden besproken. Herman Klein en Bruno Springael vormen nu het duo dat dit

fonds leidt. Zij namen in 2010 en 2011 de leiding over van respectievelijk Kris Hermie en Moudy El

Khodr. Klein en Springael zijn beide ervaren beheerders, maar voor Klein is het wel de eerste keer

dat hij een dividendfonds aanstuurt. Het duo maakt onderdeel uit van het hoogdividendteam van ING

IM dat in totaal bestaat uit zeven beheerders die allen hun eigen hoogdividendfonds beheren voor

verschillende regio’s.

Klein en Springael worden ondersteund door het analistenteam van ING IM dat 24 sectoranalisten

telt. Dit grote team heeft ervaren mensen, maar opereert nog niet heel lang in de huidige

samenstelling. De analisten zijn niet specifiek toegewijd aan de hoogdividendstrategieën en werken

voor alle aandelenfondsen van ING IM. De strategie heeft volgens Morningstar voldoende

ondersteuning vanuit de organisatie, maar het team zal zich als gevolg van de wijzigingen in de

afgelopen twee jaar nog moeten bewijzen op deze strategie.

De kern van het team van Kempen, onder leiding van Jorik van den Bos, werkt al meer dan 10 jaar

samen. Van den Bos stond in 1999 aan de wieg van de dividendstrategie van ING. In 2006 stapte hij

met twee medebeheerders over naar Kempen om daar twee hoogdividendfondsen op te zetten.

Inmiddels bestaat het team uit zes beheerders die zijn toegewijd aan deze strategie. Het team kent

geen analisten en het analysewerk wordt gedaan door de beheerders zelf. Voor iedere sector is een

sectorspecialist aangewezen, die kritisch over zijn aandelenselectie wordt ondervraagd door een

collega. Het team beschikt over veel ervaring met dividendbeleggen, is zeer stabiel en heeft zich

zowel bij ING als Kempen op deze strategie bewezen.

Verantwoordelijkheid

Een ander punt waarop de teams verschillen is de verantwoordelijkheid voor andere strategieën

binnen het fondshuis. De teams van BNP IP, ING IM en Kempen zijn volledig toegewijd aan de

hoogdividendstrategieën. Hoofdbeheerder Schüssler van DWS-fonds beheerde tot 2012 naast DWS

Top Dividende ook het DWS Global Value Fund en hij is hoofd van het totale waardeteam bij DWS.

Page 15: Dossier Dividend

13

Medebeheerder Oliver Pfeil is ook betrokken bij een fonds in Amerikaanse aandelen. Zij zullen hun

tijd en aandacht dus moeten verdelen over deze taken.

Uit bovenstaande analyse blijkt wel hoe verschillend de fondsen opereren. Iedere opzet heeft zijn

eigen karakteristieken, zijn eigen voor- en nadelen. Geen fonds is wat betreft de structuur van het

beheerteam hetzelfde. De contrasten tussen de verschillende beleggingsprocessen zijn echter nog

groter.

Beleggingsproces

De verschillen in beleggingsaanpak tussen BNP IP, DWS, ING IM en Kempen zijn zeer groot. Wat de

fondsen gemeen hebben is dat ze alle vier te werk gaan volgens een goed gestructureerde en

doordachte aanpak en de manier van aandelenselectie en portefeuilleconstructie sinds de introductie

van de strategieën consistent toepassen. Desondanks zijn er een aantal elementen waarop de

fondsen duidelijk van elkaar verschillen. Dit zijn de aandelenselectie, de portefeuilleconstructie en

het valutabeleid.

Aandelenselectie

Alle vier de fondsen gaan op zoek naar aandelen met een bovengemiddeld dividendrendement. De

ondergrens voor dit rendement verschilt per fonds. Zo hanteert Kempen een minimum rendement

van 3,3 procent, terwijl ING IM en BNP IP een ondergrens van 2,5 procent aanhouden. DWS streeft

naar een dividendrendement van 4 tot 4,5 procent, maar kan wel aandelen selecteren met een lager

dividendrendement.

Bij BNP IP komt het universum voort uit de benchmark die speciaal voor het fonds wordt gemaakt.

Hierin zitten alle aandelen in ontwikkelde landen met een minimaal dividendrendement van 2,5

procent en die een minimale marktkapitalisatie hebben van USD 100 miljoen.

Dit universum wordt aangevuld met namen uit opkomende markten. Men filtert het universum eerst

op kwantitatieve factoren zoals koers-winstverhouding, dividendrendement, dividend coverage ratio

en de verhouding tussen schuld en eigen vermogen van de onderneming om zo de duurzaamheid

van het dividend te bepalen, de kracht van de bedrijven in te schatten en de waardering van de

aandelen te analyseren. Daarna wordt een vooruitkijkende analyse gemaakt op basis van een

screening tool van zakenbank UBS, een sell-side analistennetwerk en de aandelenanalistendatabase

Starmine.

De ideeën die hieruit voortkomen worden onderworpen aan een fundamentele analyse die ingaat op

de analyse van de sector, de concurrentiepositie van het bedrijf, groei potentieel, risico profiel en

waardering. Op basis van de overtuiging van de beheerders wordt besloten om een positie op te

nemen in de portefeuille. Om beleggers te beschermen tegen valutaschommelingen worden

buitenlandse valuta afgedekt naar euro.

Thomas Schüssler van DWS gebruikt een multi-factormodel als eerste filter bij de aandelenselectie.

Het dividendrendement is goed voor de helft van de weging en hierbij wordt gezocht naar een

waarde tussen de 4 en 4,5 procent. De payout ratio moet lager zijn dan 50 procent en in de

afgelopen twee jaar moet het dividend gestegen zijn. Beide criteria vormen een kwart van de

weging in de screening die dient als ideeëngenerator. Voor Schüssler is een zeer hoog

dividendrendement eerder een factor die uitsluit dan een positieve indicator, omdat de

duurzaamheid van een zeer hoog dividendrenement twijfelachtig is.

De overgebleven aandelen worden aan een fundamentele analyse onderworpen. De sectoranalisten

beoordelen de ondernemingen aan de hand van verschillende waarderingsmodellen. Het

waardeteam bekijkt de balans en de winst- en verliesrekening van de bedrijven. Hierbij spelen de

duurzaamheid van de dividenden en het dividendbeleid van de ondernemingen de hoofdrol. Vaak

richt Schüssler zich op kwaliteitsondernemingen waarvan het bedrijfsmodel in het verleden stabiele

kasstromen heeft gegenereerd. Daarnaast mijdt hij bedrijven met hoge schulden. Ontwikkelingen in

Page 16: Dossier Dividend

14

sectoren spelen vooral een belangrijke rol bij de beoordeling op lange termijn en kunnen leiden tot

grote verschillen ten opzichte van concurrenten.

ING IM hanteert een gestructureerd proces dat sinds de oprichting in 1999 consistent wordt

toegepast. De eerste stap in het proces is een kwantitatieve filter die het wereldwijde universum

verkleint door ondernemingen te selecteren op minimale marktkapitalisatie (EUR 1 miljard), liquiditeit

en minimaal dividendrendement van 2,5 procent. Na deze filter blijven er ongeveer 300 tot 500

namen over. Deze worden fundamenteel geanalyseerd waarbij de focus ligt op waardering en

duurzaamheid van het dividend. De analisten kijken bijvoorbeeld naar winstgroei, dividendbeleid,

balansstructuur, kasstroomontwikkeling en bepalen op basis van een Discounted Cash Flow model

en scenarioanalyses de koerspotentie van het aandeel. De beheerders hebben geen beperkingen

voor landen- of regioallocaties.

Kempen bekijkt na het uitsluiten van aandelen met een dividendrendement lager dan 3,3 procent de

liquiditeit en fundamentele factoren zoals historische winst- en dividendontwikkeling. De resterende

200 aandelen worden verder onderzocht met behulp van twee kwantitatieve modellen, waarmee

het team kijkt naar financiële ratio’s, concurrentievergelijkingen maakt en scenario-analyses

uitvoert.

De beheerders voeren vervolgens een grondige fundamentele analyse uit, waarin gekeken wordt

naar onder andere de kapitaaldiscipline, kasstroomontwikkeling, concurrentievoordelen en

dividendgroei. De meest interessante namen bespreekt de sectorspecialist met zijn vaste

sparringpartner. Wanneer zij achter het aandeel staan dan leggen zij dit voor aan het team en wordt

de investeringsbeslissing genomen.

Ook wat betreft het beleggingsproces blikt dat het ene dividendfonds en andere niet is en dat er

grote onderlinge verschillen zijn. Een tweede onderscheidend aspect is de constructie van de

portefeuille.

Portefeuilleconstructie

De samenstelling van hun portefeuille verschilt voor alle vier de fondsen. Deze verschillen leiden tot

een diversiteit aan portefeuilles. Zo hanteert Kempen een gelijkgewogen portefeuille, die ieder

kwartaal geherbalanceerd wordt. Omdat het team ongeveer 100 aandelen selecteert, heeft ieder

aandeel na herbalancering een weging van 1 procent in de portefeuille. De gelijke weging zorgt voor

risicospreiding en vermijdt het ontstaan van grote concentraties, maar ontneemt de beheerders ook

de kans om een overtuiging extra aan te zetten. De driemaandelijkse herweging maakt het proces

gedisciplineerd. Het zorgt ervoor dat het team duurdere aandelen verkoopt en goedkopere aandelen

bijkoopt.

ING hanteert een vergelijkbare portefeuilleconstructiemethode als Kempen. De portefeuille is hier

alleen niet gelijkgewogen, maar is gebaseerd op de overtuiging bij de beheerders. De

driemaandelijkse herbalancering vindt plaats naar een niveau dat past bij de mate van die

overtuiging. Dit niveau kan echter ook veranderen gedurende de verstreken tijd tussen de

herbalanceringsdata. Dit geeft het team van ING meer vrijheid dan het team van Kempen.

De portefeuille van BNP kenmerkt zich door het grote aantal namen (meer dan 200) in de

portefeuille. Dit wordt veroorzaakt door een grote waaier aan kleine posities in (opkomende)

Aziatische markten. Om het risico te diversifiëren belegt beheerder Wouter Weijand in deze regio in

clusters die het bedrijfsspecifieke risico moeten verminderen.

De portefeuille van DWS bevat ongeveer 80 namen en is daarmee de meest geconcentreerde

portefeuille. Hij is gespreid over uiteenlopende sectoren, maar het fonds onderscheidt zich doordat

het traditionele dividendsectoren negeert en een hogere blootstelling heeft aan sectoren die minder

om hun dividend bekend staan. Hiermee is dit fonds een interessante optie voor dividendbeleggers.

Page 17: Dossier Dividend

15

Sectoren

De verschillen in het beleggingsproces hebben ook duidelijke consequenties voor de positionering

van de fondsen. De onderstaande tabel geeft de belangrijkste verschillen weer op sectorniveau per

september 2012:

Name GICS

Materials %

GICS

Industrials

%

GICS

Consumer

Staples %

GICS

Healthcare

%

GICS

Financials

- REITs %

GICS

Financials

ex REITs %

GICS

Information

Technology

%

GICS

Telecom

Services

%

GICS

Utilities %

BNP Paribas Global High Income Equity 3,12 13,05 15,84 10,96 0,00 22,75 4,89 8,48 4,60

DWS Top Dividende 11,70 5,18 17,81 15,05 0,00 9,85 5,80 7,84 6,80

ING Hoog Dividend Aandelen Fonds 7,22 14,15 6,65 11,97 1,36 17,75 9,51 5,37 4,29

Kempen Global High Dividend 4,73 12,79 9,27 8,60 9,19 13,10 4,43 13,28 10,13

Opvallend hierbij is dat DWS weinig ziet in banken en verzekeraars, terwijl deze sector bij de andere

fondsen nog steeds een belangrijke rol speelt. Hetzelfde geldt voor de sector Industrie. DWS kent

daarentegen weer een grotere blootstelling aan de sectoren basismaterialen en defensieve

consumptiegoederen. Kempen ziet meer waarde in nutsbedrijven en heeft een relatief groot belang

in vastgoedaandelen. Aandelen uit de sector gezondheidszorg kunnen bij Kempen op minder belangstelling rekenen.

Telecom is voor Kempen ook een duidelijke pilaar in de portefeuille. BNP IP kent niet veel

uitschieters, maar heeft wel een duidelijke voorkeur voor banken en verzekeraars en industrie.

Dezelfde sectoren zijn ook goed vertegenwoordigd bij ING IM, dat een opvallend lage blootstelling

heeft aan defensieve sectoren zoals Dagelijkse Consumentengoederen, maar juist kiest voor meer

cyclische sectoren zoals Industrie.

Wanneer naar de geografische allocatie wordt gekeken, dan zijn er per september 2012 ook

verschillen in voorkeur te zien:

Name

Equity Region

Americas %

Equity Region

Greater Asia %

Equity Region

Greater Europe %

BNP Paribas Global High Income Equity 39,18 19,10 41,73

DWS Top Dividende 48,15 10,59 41,26

ING Hoog Dividend Aandelen Fonds 44,35 16,81 38,84

Kempen Global High Dividend 37,71 19,40 42,89

Wat de regio Europa betreft lopen de wegingen voor de vier fondsen niet veel uiteen. Maar voor

Azië en Amerika zijn wel duidelijke accenten te zien. DWS kent de hoogste weging voor

Amerikaanse aandelen, terwijl deze regio bij BNP IP en Kempen minder sterk vertegenwoordigd is.

Zij zien meer kansen in Aziatische namen. ING IM kent op regioniveau geen echte uitschieters.

Valutablootstelling

De hoogdividendfondsen van BNP IP, DWS, ING IM en Kempen hanteren een verschillende aanpak

met betrekking tot het valutarisico. Kempen laat net als ING IM het valutarisico ongemoeid. Met

deze aanpak staat het lijnrecht tegenover de insteek van BNP IP. Dit fonds dekt het valutarisico

structureel af naar euro. Hiermee is het een uitzondering in het hoogdividendlandschap. Overigens

heeft BNP IP sinds 2011 ook een variant waarbij het valutarisico niet wordt gehedged. De strategie

Page 18: Dossier Dividend

16

van DWS zit tussen die van BNP IP en ING IM en Kempen in. DWS heeft namelijk de mogelijkheid

om naar eigen inzicht het valutarisico af te dekken.

Overzien

Uit de analyse van de beheerteams, het beleggingsproces en de portefeuilles van de

hoogdividendfondsen van BNP IP, DWS, ING IM en Kempen blijkt wel dat deze op veel punten

verschillen, ondanks dat de basisgedachte achter de fondsen hetzelfde is. Voor beleggers is het

belangrijk om te weten hoe hun beleggingsfonds te werk gaat en wat de blootstellingen zijn van de

portefeuille. Alleen zo kunnen zij hun totale beleggingsportefeuille goed beheren en de risico’s

overzien.

Door Jeffrey Schumacher

Page 19: Dossier Dividend

17

1.6 Spannend: hoogdividendfondsen beleggen wel

degelijk in opkomende landen

Beleggen in aandelen met een meer dan gemiddeld dividendrendement heeft het

predikaat “saai”. Niets is echter minder waar.

Hoogdividendfondsen hebben het imago dat zij uitsluitend beleggen in volwassen bedrijven en

markten. De algemene perceptie is dat deze fondsen niet in opkomende markten kunnen beleggen,

omdat zij investeren in solide ondernemingen die veel vrije kasstroom genereren, die beperkt zijn in

hun groeimogelijkheden en daarom veel dividend uitkeren aan hun aandeelhouders. Opkomende

markten daarentegen kenmerken zich door het grote aantal ondernemingen dat gericht is op groei.

Het resultaat is dat hoogdividendbeleggen in de loop van de tijd het predikaat "saai" heeft gekregen.

Maar dat is onterecht.

Wanneer de portefeuille van hoogdividendfondsen onder de loep wordt genomen, dan bevatten deze

inderdaad veelal grote, gevestigde bedrijven in stabiele sectoren en ontwikkelde economieën. Maar

opkomende landen bieden wel degelijk interessante kansen voor de hoogdividendbelegger. Wanneer

een selectie gemaakt wordt van wereldwijd beleggende hoogdividendfondsen, dan is de

aanwezigheid van opkomende landen duidelijk te zien. Dat illustreert onderstaande tabel.

Beleggingsfonds Equity Region

Asia emrg %

(Long

Rescaled)

Equity Region

Europe emrg

% (Long

Rescaled)

Equity Region

Latin America

% (Long

Rescaled)

Equity Region

Emerging %

(Long

Rescaled)

Aberdeen Global World Equity Income E1 8,98 0,00 16,33 25,31

UBS (Lux) ES Gbl High Div USD P-acc 5,18 0,00 2,03 10,32

BNY Mellon Glbl Eq Higher Inc EUR A Acc 2,23 1,70 2,29 9,30

Capital Int Global Growth and Income B 4,49 0,00 2,09 8,92

Banque de Luxembourg-Equities Dividend A 3,81 3,23 0,71 7,74

Kempen Global High Dividend Fund 1,74 0,54 2,74 6,47

Pictet High Dividend Selection-P EUR 2,49 1,01 2,38 5,88

Schroder ISF Global Div Maximiser A 3,19 0,00 1,19 4,38

Templeton Glbl Equity Income A Acc € 1,48 2,38 0,32 4,17

JPM Global Dividend A (acc)-EUR 2,57 0,00 0,00 3,09

Pioneer Fds Global Div Eq A EUR ND 1,91 0,00 0,00 1,91

BNP Paribas Global High Income Eq Unhdgd 1,15 0,25 0,47 1,87

ING Hoog Dividend Aandelen Fonds 1,03 0,00 0,54 1,57

DWS Top Dividende 0,00 1,22 0,00 1,22

M&G Global Dividend EUR A 0,22 0,00 0,96 1,17

BlackRock Global Funds Global Equity Income A2 USD 0,00 0,00 0,91 0,91

CapitalAtWork Dividends at Work C 0,00 0,00 0,00 0,00

Fidelity Global Dividend A 0,00 0,00 0,00 0,00

Invesco Global Equity Income A $ Acc 0,00 0,00 0,00 0,00

KBC Equity High Dividend Acc 0,00 0,00 0,00 0,00

SNS Hoogdividend Aandelenfonds 0,00 0,00 0,00 0,00

Page 20: Dossier Dividend

18

Uit de tabel blijkt dat sommige hoogdividendfondsen -zoals verondersteld- helemaal niet beleggen in

opkomende landen En als zij dit wel doen, dit is het vaak een beperkt percentage. Maar schijn

bedriegt. Veel van de grote, gevestigde ondernemingen in hoogdividendportefeuilles halen een

(belangrijk) gedeelte van hun omzet en winst uit opkomende landen. Zo boekt Unilever ruim 50

procent van haar omzet uit opkomende markten, net als Colgate-Palmolive. Deze posities worden

door een fonds geclassificeerd als een belegging in ontwikkelde landen. Dat is correct wanneer

gekeken wordt naar vestigingsland van de onderneming, maar het beleggingsresultaat is dus wel in

ruime mate afhankelijk van opkomende landen.

Hoogdividendfondsen kunnen wel degelijk beleggen in opkomende landen: hetzij direct of indirect.

Dit werpt een heel ander licht op het “saaie” imago van deze fondsen.

Door Jeffrey Schumacher

Page 21: Dossier Dividend

19

2. Dividendaandelen

2.1. Royal Dutch Shell

Waardering, groei en winstgevendheid

Economic Moat Fair value Stewardship Rating

Narrow EUR 30.00 Standard

Moat Trend Uncertainty Morningstar Rating

Negative Low

(Bron: Morningstar per 28/11/2012)

Analist

Stephen Simko

Visie Morningstar

Het verhaal over Shell heeft momenteel twee kanten. De belangrijke, positieve operationele

kasstromen zijn hard op weg om de komende jaren recordhoogtes te bereiken als enkele

megaprojecten in bedrijf komen. Het solide dividend van Shell is dus veilig en groeit de komende

jaren waarschijnlijk als de olieprijs op of nabij het huidige niveau blijft.

Maar een aantal negatieve aspecten overtuigt Morningstar ervan dat de opwaartse potentie van

Shell op de korte termijn ophoudt. Productiedoelen zullen waarschijnlijk niet gehaald worden

gegeven het feit dat Noord-Amerikaans schaliegas niet langer economisch te ontwikkelen is. Shell

zette daar zwaar op in, maar op dit moment is het een mislukking. Verder blijven de downstream

activiteiten (raffinage van olie en de distributie en verkoop van olie- en gasproducten) een grote

wissel trekken op het totale rendement en de zeer noodzakelijke reorganisatie voor deze divisie moet

zich nog materialiseren. Morningstar verwacht dat deze twee kwesties (schaliegas en een zwakke

downstream divisie) het rendement op kapitaal zullen dempen en voorlopig beneden dat van

concurrenten Chevron en Exxon Mobil houden.

Belangrijke beleggingsoverwegingen

Met lagere gasprijzen, maar nog steeds ruim boven het huidige niveau, zal de USD 15-20 miljard

die Shell heeft verbonden aan de winning van droog gas (dry gas) in Noord-Amerika het

rendement van de upstream activiteiten (exploratie en productie) de komende paar jaar negatief

beïnvloeden.

Zoals alle grote oliemaatschappijen moet Shell betere resultaten neerzetten met zijn

exploratieprogramma wil de productiegroei niet in toenemende mate afhankelijk zijn van dure

overnames en/of kostbare onconventionele productiemethoden en teerzanden.

Page 22: Dossier Dividend

20

Shell's downstream prestaties zijn miserabel (enkelcijferig rendement op kapitaal). Deze divisie

vraagt duidelijk om een reorganisatie wil Shell solide langetermijnrendement realiseren.

Bulls

Shell's recente, belangrijke 'levenslange' projecten zoals Pearl GTL, Qatargas 4 en het uitgebreide

Athabasca teerzandproject hebben de potentie om samen jaarlijks USD 5 miljard aan

operationele kasstroom te genereren. Dat stuwt de totale kasstroom van Shell tot recordhoogte,

beschermt het huidige dividend en biedt ruimte voor groei van het dividend als olieprijzen op of

nabij het huidige niveau blijven.

Shell heeft veel patenten voor GTL-technologie (gas to liquid) en is één van de grootste spelers

ter wereld in LNG (liquefied natural gas). Het profiteert van decennialange ervaring en veel

jarenlange relaties met afnemers in Azië. In een wereld met een aanzienlijke hoeveelheid

ongewonnen gas verkeert Shell in een gunstige positie om de komende jaren betrokken te

worden bij de ontwikkeling en ontginning van deze bronnen.

De resultaten van de downstream activiteiten zijn slecht. Het lijkt erop dat het management van

Shell zich geen illusies koestert over de structurele uitdagingen die zijn raffinaderijen in Europa en

de Verenigde Staten op zich af zien komen. Het zou niet verbazen als de oliemaatschappij op

korte termijn een reorganisatie op dit terrein aankondigt.

Bears

Shell's besluit om zwaar in te zetten op schaliegas is een grote mislukking en heeft de winst van

zijn upstream activiteiten in Noord-Amerika vermorzelt. Droog gas (dry gas) in de Verenigde

Staten en Canada zullen de komende jaren het rendement waarschijnlijk negatief beïnvloeden als

de gasprijs zich niet aanzienlijk herstelt.

De nationalisering van olie- en gasbronnen houdt in toenemende mate de wereldwijd resterende

bronnen (in Saoedi-Arabië, Mexico, Brazilië, Rusland et cetera) uit handen van Westerse

oliemaatschappijen. Die hebben daardoor bij hun jacht op nieuwe voorraden steeds minder

plaatsen waar ze terecht kunnen en worden gedwongen tot dure olie- en gasbronnen (zoals

schaliegas, teerzanden en de Noordpool).

De wet van de grote getallen is een serieuze tegenwind bij de groei van de grote

oliemaatschappijen. Als de grootste ondernemingen verliezen zij door hun productie jaarlijks een

grotere absolute hoeveelheid voorraden dan andere, kleinere olie- en gasmaatschappijen die

Morningstar volgt. In het geval van Shell moet de onderneming per jaar 1,2 miljard boe (barrel of

oil equivalent) aan olie en gas boeken om zijn voorraden op peil te houden.

Page 23: Dossier Dividend

21

2.2. Unilever

Waardering, groei en winstgevendheid

Economic Moat Fair value Stewardship Rating

Narrow EUR 26.00 Standard

Moat Trend Uncertainty Morningstar Rating

Stable Medium

(Bron: Morningstar per 28/11/2012)

Analist

Erin Lash

Visie Morningstar

Unilever's narrow moat (kleine concurrentievoorsprong) is gebaseerd op het uitgebreide

distributieplatform en de portefeuille met essentiële producten van de onderneming. Maar de

producent van voedings- en wasmiddelen en producten voor lichaamsverzorging rust niet op zijn

lauweren en blijft investeren in productinnovatie, marketing en kostenbesparingen. In ogen van

Morningstar leiden deze uitgaven tot een gebalanceerde en winstgevende groei (in tegenstelling tot

enkele concurrenten) waar de omzet is gestegen door hogere prijzen en toegenomen volumes - een

noemenswaardig resultaat in het licht van de lastige operationele omgeving.

Unilever profiteert ook van zijn grote blootstelling aan sneller groeiende markten (goed voor

ongeveer 55 procent van de geconsolideerde omzet). Het helpt om de magere vooruitzichten in

ontwikkelde markten te compenseren waar bezuinigingsmaatregelen van overheden in Europa en

een hoge werkeloosheid in de Verenigde Staten de consumentenbestedingen in de komende

kwartalen waarschijnlijk zullen temperen.

Belangrijke beleggingsoverwegingen

In een economische omgeving met onzekerheid heeft de markt een voorkeur voor

ondernemingen die consistent presteren. Daarom heeft het aandeel Unilever een hogere

waardering en wordt het verhandeld met een premie ten opzichte van Morningstar's fair value

voor Unilever.

De investeringen in productinnovatie vinden hun weerslag bij consumenten, want 30 procent van

de geconsolideerde omzet komt van producten die de afgelopen twee jaar zijn gelanceerd. Dat is

indrukwekkend naar mening van Morningstar.

Unilever haalt 50 procent van omzet uit opkomende markten waar het een volumegroei van 5

procent genereert. Dat compenseert trage groei in meer volwassen, ontwikkelde markten.

Page 24: Dossier Dividend

22

Bulls

Unilever is wereldwijd de derde grootste onderneming in verpakte levensmiddelen met een

jaaromzet van bijna 23 miljard euro in merken zoals Knorr, Unox, Hellmann's, Lipton, Breyers en

Ben & Jerry's.

Als een van de grootste mondiale bedrijven in wasmiddelen en producten voor

lichaamsverzorging genereert Unilever jaarlijks bijna 50 procent van zijn omzet met bekende

merken waaronder Robijn, Dove, Axe, Ponds en Suave.

Door zich eerder dan andere ondernemingen te richten op kansen in ontwikkelingslanden en

opkomende markten, heeft Unilever het voordeel dat het veel van deze markten als eerste

betreedt en inmiddels wordt rond 50 procent van de omzet in deze regio’s gerealiseerd.

Morningstar is onder de indruk van de kasstroom die Unilever wist te genereren (EUR 1,5 miljard

of 6,6 procent van de omzet) in de eerste helft van 2012. Dat indiceert volgens Morningstar dat

de producent van consumptiegoederen de voordelen realiseert van haar pogingen om de

aanvoerketen te vereenvoudigen. We gaan er vanuit dat Unilever hierdoor in zijn merken kan

blijven investeren, overnamemogelijkheden kan bekijken en extra kapitaal aan aandeelhouders

kan uitkeren.

Bears

Het management van Unilever verwacht dat de prijzen van grondstoffen iets boven zijn

verwachtingen van 5 procent inflatie uitkomen. Gegeven het slechte weer in de Amerikaanse

corn belt denkt Morningstar dat hogere grondstofprijzen in 2013 voor tegenwind kunnen blijven

zorgen.

Bezuinigingsmaatregelen in Europa en fragiele consumentenbestedingen in de Verenigde Staten

zullen op korte termijn de groei in ontwikkelde markten beperken. Dat maakt voortdurende

investeringen in nieuwe producten die inspelen op wensen van consumenten essentieel in deze

zeer competitieve markt.

De kartelwaakhond in Frankrijk heeft enkele grote producenten van huishoudproducten bestraft

voor prijsafspraken voor wasmiddelen in de jaren 1997-2004. Dat volgt op eenzelfde veroordeling

dat Unilever, Procter & Gamble en Henkel betrokken zijn bij prijsafspraken voor waspoeder in de

periode 2002-2005. Dit laat volgens Morningstar nog eens zien hoe moeilijk het is om

marktaandeel te winnen in volwassen markten.

Unilever is niet bang om fors te betalen voor een overname. De onderneming betaalde de volle

prijs voor Alberto Culver en de benodigde kostenbesparingen uit de onderneming wringen om de

deal waardevol te maken zal niet eenvoudig zijn.

Page 25: Dossier Dividend

23

2.3 Meer dividendaandelen

Lees de analyses van onderstaande dividendaandelen in diverse sectoren op morningstar.nl. Klik op

de link.

Onderneming Moat Moat

trend

Fair

value

Koers Valuta Koers/

fairvalue

Morningstar

Rating

Dividend

rendement

Exxon Mobil

Wide Negative 91.00 87.35 USD 0.96 2.6

Shell

Narrow Negative 30.00 25.67 EUR 0.86 5.0

Coca-Cola

Wide Stable 37.00 37.42 USD 1.01 2.7

Diageo

Wide Stable 1500.00 1880.50 GBX 1.25 2.3

Nestlé

Narrow Stable 61.00 64.48 USD 1.06 3.3

PepsiCo

Wide Stable 72.00 70.11 USD 0.97 3.1

Procter & Gamble

Wide Negative 66.00 68.99 USD 1.05 3.3

Sysco

Wide Stable 36.00 31.27 USD 0.87 3.6

Unilever

Narrow Stable 26.00 29.02 EUR 1.12 3.3

McDonald's

Wide Stable 94.00 85.92 USD 0.91 3.6

Abbott Labs.

Wide Stable 72.00 64.06 USD 0.89 3.2

Johnson & Johnson

Wide Stable 77.00 68.81 USD 0.89 3.5

Novartis

Wide Stable 69.00 60.55 USD 0.88 4.1

Pfizer

Wide Stable 27.00 24.25 USD 0.9 3.6

Cisco

Wide Negative 24.00 18.95 USD 0.79 3.0

Intel

Wide Stable 24.00 19.93 USD 0.83 4.5

Microsoft

Wide Negative 35.00 27.08 USD 0.77 3.4

3M

Wide Stable 100.00 90.31 USD 0.9 2.6

General Electric

Wide Stable 25.00 20.87 USD 0.83 3.3

HSBC

Narrow Stable 660.00 620.90 GBX 0.94 4.1

JPMorgan Chase

Narrow Stable 51.00 40.75 USD 0.8 2.9

Wells Fargo

Narrow Stable 42.00 32.63 USD 0.78 2.7

(Bron: Morningstar per 28/11/2012)

Page 26: Dossier Dividend

24

3. Dividend Fondsen

3.1. Kempen Global High Dividend Fund

Morningstar Analyst Rating Morningstar Rating Analist ISIN

Jeffrey Schumacher NL0006089229

Opinie

Dit fonds herbergt op verschillende vlakken bovengemiddelde kwaliteit, waardoor wij het onze

hoogste Morningstar Analyst Rating toekennen: Gold.

Jorik van den Bos is een pionier in hoogdividendbeleggen. Nadat hij in 1999 de dividendstrategie bij

ING zelf ontwikkelde en hiermee van 2001 t/m 2005 superieure resultaten had behaald met het ING

Hoog Dividend Aandelenfonds, stapte hij in 2006 met twee collega’s over naar Kempen om daar de

hoogdividendfondsen te gaan leiden. Inmiddels bestaat het team uit zes beheerders die zijn

toegewijd aan de strategie. De kern van het team werkt al meer dan tien jaar samen als

dividendbeleggers, wat dit één van de meest ervaren teams maakt. In diverse

marktomstandigheden en bij twee verschillende fondshuizen heeft Van den Bos met zijn

getalenteerde team laten zien dat zij kunnen excellereren met deze strategie.

Het proces is robuust en wordt al meer dan een decennium door Van den Bos toegepast. Nadat het

universum is gefilterd op een minimaal dividendrendement van 3,3% volgt er een uitgebreide en

grondige fundamentele- en waarderingsanalyse. Dit fonds onderscheidt zich doordat de portefeuille

gelijkgewogen is en een driemaandelijkse herweging kent. Het fonds heeft tevens een hang naar

kleinere marktkapitalisaties. Ook op sectorniveau zijn er afwijkingen ten opzichte van concurrenten,

waar het team een voorkeur heeft voor vastgoed, nutsbedrijven en telecom. Het proces wordt

consistent uitgevoerd, wat volgens ons een belangrijke factor is in het succes van dit fonds.

De prestaties van het fonds zijn duidelijk bovengemiddeld. Het fonds laat sinds de start van Van den

Bos ruim 80% van haar concurrenten achter zich. De focus op dividendveiligheid en kwaliteit heeft

zich sterk uitbetaald.

Hiermee bevestigt het fonds zijn onweerlegbare succes op langere termijn. Dat is volgens ons het

resultaat van een nauwgezet beheer dat steunt op een onbetwistbare deskundigheid binnen het

team en een goed draaiende beleggingsstrategie. Wij blijven er dus alle vertrouwen in hebben dat

het fonds op lange termijn bovengemiddeld zal blijven presteren ten opzichte van concurrenten.

Team

Het team bestaat per maart 2012 uit zes beheerders en staat onder leiding van Jorik van den Bos.

Fondshuis

Kempen is gespecialiseerd in smallcaps, vastgoed, obligaties en hoog dividend strategieën.

Page 27: Dossier Dividend

25

Proces

Goed gestructureerd, consistent en helder beleggingsproces.

Rendement

Het fonds heeft sinds de oprichting eind 2007 beter gepresteerd dan de meeste vergelijkbare

fondsen.

Kosten

De kosten die in rekening worden gebracht zijn lager dan de categoriemediaan.

Rol in Portefeuille

Kernpositie. De focus op dividend maakt dit fonds geschikt voor de kern van de portefeuille van een

waardebelegger die een wereldwijde spreiding wenst.

Page 28: Dossier Dividend

26

3.2. DWS Top Dividende

Morningstar Analyst Rating Morningstar Rating Analist ISIN

Simon Nöth DE0009848119

Opinie

Langetermijnbeleggers die wereldwijd in dividendaandelen willen beleggen, zijn bij DWS Top

Dividende aan het goede adres.

Beheerder Thomas Schüssler streeft naar een gemiddeld dividendrendement van 4 tot 4,5 procent.

De kwantitatieve screening levert beleggingsideeën op, maar wordt niet dogmatisch toegepast. De

duurzaamheid van dividenden en het dividendbeleid zijn uiteindelijk bepalend en daarom belegt

Schüssler gewoonlijk in large-caps van hoge kwaliteit. Aandelen met een sterke kasstroom

overheersen in de portefeuille en Schüssler kiest voor aandelen met dividendrendementen van

verschillende niveaus. Aandelen met in het verleden gestaag stijgende uitkeringen als Nestle, Coca

Cola of Philip Morris, waarvan de hoogte van het dividend eerder aan de onderkant van de

nagestreefde bandbreedte ligt, vormen de kern van de portefeuille. Telecom- en nutsbedrijven

leveren de hogere dividendrendementen onder de aandelen in portefeuille. De mix wordt afgerond

door aandelen waarbij de dividendgroei de belangrijkste factor is. Op sectorniveau valt de

overweging van olie- en gasaandelen op, waar Schüssler vooral voor de lange termijn positief over

is. De dividendfocus en de top-downideeën kunnen leiden tot duidelijke afwijkingen tegenover de

categorie 'Aandelen Wereldwijd Large Cap Waarde'.

Sinds Schüssler in oktober 2005 de leiding overnam, presteert DWS Top Dividende duidelijk beter

dan de categorie, de benchmark, MSCI World High Dividend en andere wereldwijde

dividendfondsen. De goede resultaten zijn behaald in verschillende marktsituaties en zijn te danken

aan de aandelenselectie en aan top-downbeslissingen. Gezien de focus op dividenden presteerde

het fonds in 2011 goed ten opzichte van de categorie. Vanwege de geslaagde aandelenselectie

scoorde het echter ook tegenover andere aandelenfondsen. De pragmatische werkwijze van

Schüssler en het zeer goed uitgevoerde en op de lange termijn gerichte proces, die beleggers vooral

in dalende markten goede diensten hebben bewezen, maken van DWS Top Dividende een

overtuigend product. Wij verhogen de rating van het fonds naar 'Silver'.

Team

Thomas Schüssler is sinds eind 2005 beheerder en wordt ondersteund door vijf medewerkers.

Fondshuis

Macro-economische inschattingen en sectorale overwegingen zijn bij DWS belangrijk.

Proces

De dividendstrategie maakt gebruik van een mix van bottom-up en top-down.

Rendement

Bovengemiddelde prestaties met een gemiddeld risico.

Page 29: Dossier Dividend

27

Koers

De kosten zijn gunstig vergeleken met de categorie.

Rol in Portefeuille

De dividendstrategie kan dienen als kernbelegging in een portefeuille. De waarde-oriëntatie en

dividendfocus geeft de portefeuille stabiliteit.

Page 30: Dossier Dividend

28

3.3. BNP Paribas Global High Income Equity Fund

Morningstar Analyst Rating Morningstar Rating Analist ISIN

Not ratable

<geen rating> Jeffrey Schumacher NL0006294167

Opinie

Ervaren beheerders en een goed proces, maar door de recente prestaties wordt de druk op het

lange termijn rendement groter.

Het BNP Paribas Global High Income Equity Fund wordt beheerd door Wouter Weijand, een door de

wol geverfde dividendbelegger. Hij is de gepassioneerde stuurman van drie regionaal opererende

teams (Louisville, Amsterdam en Hong Kong). Weijand is verantwoordelijk voor dit fonds sinds de

oprichting in 2003 en bepaalt de top-down regiowegingen. De aandelenselectie wordt gedaan door

de lokale teams, wat het fonds een kennisvoordeel moet opleveren. De teams zijn uitgebreid,

alhoewel het Europese team met twee mensen de krapste bezetting kent, terwijl dit team wel de

meeste portefeuillekandidaten heeft. Dit is naar onze mening een kritiek punt in de

teamsamenstelling. De teams zijn ervaren en zijn sinds lange tijd bij het fonds betrokken. Hun

overtuiging in de strategie blijkt uit het feit dat zij zelf investeren in het fonds, waarmee de belangen

van de beheerders en de beleggers gelijk zijn.

Het proces vinden wij goed gestructureerd en bevat uitgebreide kwantitatieve en fundamentele

analyses. Op basis van kwantitatieve, terugkijkende waarderingsratio’s en vooruitkijkende analyses

worden ideeën gegenereerd, die vervolgens fundamenteel beoordeeld worden. Op basis van

overtuigingen wordt de portefeuille ingericht. Top-down afwijkingen van de benchmark worden

beperkt, waardoor de aandelenselectie de belangrijkste drijfveer is voor de performance van het

fonds.

De rendementen van dit fonds zijn, doordat het volledig is gehedged naar euro, moeilijk te vergelijken

met concurrerende fondsen. Ten opzichte van de eigen benchmark is de prestatie op lange termijn

goed, maar in 2009 en 2011 heeft het fonds minder sterk gepresteerd. De oorzaak hiervan lag

primair in de aandelenselecties van de regionale teams. Dit vermindert onze overtuiging. Omdat het

valutarisico volledig wordt afgedekt en omdat er sinds 2011 een unhedged variant beschikbaar is,

zetten wij de rating voor dit fonds op Not Ratable. De unhedged share class krijgt de rating Bronze.

Team

Wouter Weijand is een ervaren beheerder die drie uitgebreide en toegewijde beleggingsteams

overziet.

Fondshuis

BNP Paribas kan bepaalde aspecten verbeteren en meer rekening houden met belangen van

beleggers.

Proces

Een gedegen en goed gestructureerd proces ligt ten grondslag aan de portefeuille-inrichting.

Page 31: Dossier Dividend

29

Rendement

De structurele hedge van het valutarisico maakt het fonds moeilijk vergelijkbaar met concurrenten.

Kosten

Het fonds is goedkoper dan categoriegenoten.

Rol in Portefeuille

Dit fonds kan door de goede sector- en landenspreiding dienen als kernbelegging binnen een

portefeuille.

Page 32: Dossier Dividend

30

3.4. ING Hoog Dividend Aandelen Fonds Inc

Morningstar Analyst Rating Morningstar Rating Analist ISIN

Jeffrey Schumacher NL0000289858

Opinie

Het nieuwe beheerteam kan ons nog niet overtuigen.

Na het vertrek van Kris Hermie (december 2010) en Moudy El Khodr (juni 2011) hebben Herman

Klein en Bruno Springael de leiding van het ING Hoog Dividend Aandelenfonds overgenomen. Beiden

komen vanuit de ING organisatie en hebben jarenlange beleggingservaring. Klein is sinds 2001

betrokken geweest bij het ING Industrials sector fonds als beheerder en analist. Springael heeft

ervaring als analist op de IT sector en is onder meer verantwoordelijk geweest voor de

aandelenresearch van ING op ontwikkelde markten. Hoewel beide beheerders duidelijk ervaren zijn,

ontbreekt specifieke ervaring met dividendbeleggen. Het team wordt ondersteund door collega

beheerders uit het waardeteam van ING, dat wordt geleid door Nicolas Simar. De ervaring van Simar

met dividendbeleggen gaat terug tot 2000 toen ING startte met deze strategie.

Het proces is helder en gestructureerd en is een combinatie van een kwantitatieve screening en

fundamentele bottom-up aandelenresearch. Het universum wordt gereduceerd door te filteren op

marktkapitalisatie, liquiditeit en dividendrendement, dat minimaal 2,5% dient te bedragen.

Vervolgens worden portefeuillekandidaten onderzocht op waardering en duurzaamheid van het

dividend. Het team kent geen formele beperkingen voor landen- of sectorallocatie. Wel zijn er

duidelijke verkoopregels: een negatieve verandering in dividendbeleid, een daling van het

dividendrendement beneden 2 procent en een verslechtering van fundamentele aantrekkelijkheid zijn

aanleiding voor een verkoop.

Hoewel het proces al lange tijd wordt gebruikt en wij het in de basis als solide beoordelen vinden wij

dat het team er nog wel blijk van moet geven dat het met dit proces goede resultaten kan behalen

zoals hun voorgangers hebben gedaan. De verkoopdiscipline lijkt niet altijd even strikt toegepast te

worden, getuige de posities in Nokia en Thomas Cook, die het team ondanks verslechterende

fundamentele factoren lang heeft aangehouden, wat de prestaties in 2011 mede heeft gedrukt. Dit

fonds krijgt de Neutral rating.

Team

Bruno Springael en Herman Klein zijn de nieuwe beheerders op dit fonds.

Fondshuis

Vanwege de op handen zijnde opsplitsingen binnen ING is de stabiliteit nog niet terug.

Proces

Degelijk proces dat kwantitatieve filters en bottom-up aandelenonderzoek combineert.

Rendement

De nieuwe beheerders hebben het fonds nog te kort onder hun hoede om de prestaties te meten.

Page 33: Dossier Dividend

31

Kosten

Het fonds is goedkoper dan vergelijkbare fondsen.

Rol in Portefeuille

Kernpositie. De sectoren- en landenspreiding in combinatie met het doorgaans defensieve karakter

van dividendbeleggingen maken dit fonds geschikt als portefeuillehoeksteen.

Page 34: Dossier Dividend

32

4. Dividend ETFs

4.1. db x-trackers Stoxx Global Sel. Dividend 100 ETF

Morningstar Rating Index Analist ISIN

STOXX Global Select Dividend 100 NR EUR Gordon Rose LU0292096186

Geschiktheid

Het ETF db x-trackers STOXX Global Select Dividend 100 biedt aandelenblootstelling aan bedrijven

met de hoogste dividenduitkeringen in Amerika, Europa en Azië-Pacific. De index vertoonde de

afgelopen drie jaar een correlatie van 52 procent met de MSCI World Index en levert zodoende wat

diversificatievoordelen binnen een bredere aandelenallocatie. Omdat de index goed gespreid is over

meer dan 10 landen en sectoren over de hele wereld, kan dit ETF goed dienen als kernpositie in een

goed gediversifieerde portefeuille.

Tijdens de financiële crisis moesten veel ondernemingen die normaal hoge dividenden uitkeerden -

met name banken - hun dividend verlagen en daalden hun aandelenkoersen toen beleggers vluchtten

naar veilige havens. Kostenbesparingen zorgden bij veel bedrijven echter voor enorme kasreserves

en deze worden nu aan de beleggers teruggegeven. In sommige gevallen zijn de dividendniveaus

zelfs hoger dan voor de crisis. In het bijzonder de nutssector - die goed is voor 19 procent van de

indexwaarde - trekt vaak beleggers aan, omdat deze in het verleden sterke en stabiele kasstromen

en dividenden opleverde.

Per 24 juli 2012 had het fonds een dividendopbrengst van 3,4 procent. Het dividendrendement voor

de MSCI World Index bedroeg 2,0 procent. Wij menen dat dit ETF geschikt is voor beleggers met

een positieve visie op de wereldeconomie en vooral voor diegenen die streven naar lopende

opbrengsten op hun beleggingen.

Omdat de referentie-index van dit fonds componenten weegt op basis van dividendopbrengst en niet

op basis van marktkapitalisatie, zijn de topposities niet noodzakelijk voor de grootste en meest

stabiele bedrijven. De grootste component van de STOXX Global Select Dividend 100 Index is Annaly

Capital Management, dat goed is voor 2,2 procent van de indexwaarde. Suntec Real Estate (2,1

procent) en Rsa Insurance Group (1,9 procent) maken de top-3 vol. Hierbij moet worden opgemerkt

dat Suntec Real Estate niet eens deel uitmaakt van de MSCI World Index.

Samenstelling van de index

De STOXX Global Select Dividend 100 Index biedt blootstelling aan aandelen wereldwijd. Het aantal

indexcomponenten ligt vast en omvat de 100 aandelen die het hoogste dividend uitkeren in de VS,

Europa en Azië-Pacific ten opzichte van hun thuismarkt. Aandelen worden gefilterd op hun

historische niet-negatieve dividend per aandeel en hun verhouding dividend/winst per aandeel. De

componenten worden gewogen volgens hun aangegeven jaarlijkse nettodividendopbrengst en niet

Page 35: Dossier Dividend

33

naar marktkapitalisatie. De index bevat dus ook kleinere bedrijven dan gewoonlijk te verwachten zou

zijn in een brede wereldwijde index.

De maximale weging van een aandeel is 15 procent van de indexwaarde en elk jaar in maart vindt

herziening plaats. Op het moment van schrijven, zijn de VS goed voor de grootste landenblootstelling

(25 procent van de indexwaarde), gevolgd door het VK (16 procent) en Singapore (10 procent). De

index is sterk gericht op financiële instellingen, die goed zijn voor 39 procent van de waarde ervan,

gevolgd door nutsbedrijven (18 procent) en telecommunicatie (14 procent).

Samenstelling van db x-trackers Stoxx Global Select Dividend 100 ETF (EUR)

Het db x-trackers STOXX Global Select Dividend-ETF gebruikt een op swapgebaseerde replicatie om

de STOXX Global Select Dividend TR Index te volgen. Het ETF sluit een gefinancierde swap af met

Deutsche Bank om het indexrendement te verkrijgen. Het fonds maakt de gelden van beleggers over

aan Deutsche Bank, die op zijn beurt een onderpand stalt op een aparte rekening op naam van

Deutsche Bank ten gunste van het fonds. Het onderpand voor de swap wordt in bewaring gehouden

door de externe bewaarder State Street, die ook de tegenpartijblootstelling voor alle ETFs van db-

xtrackers bewaakt.

Het onderpandpakket bestaat uit aandelen in Europese, Amerikaanse en Aziatische

kwaliteitsbedrijven. Het onderpand wordt initieel bepaald op 105-120 procent van de NAV (net asset

value)van het fonds. Volgens de ICBE-richtlijn mogen derivaten van één enkele tegenpartij niet meer

dan 10 procent van de intrinsieke waarde (NAV) van het fonds vertegenwoordigen. In de praktijk is

het fonds echter helemaal niet blootgesteld aan het tegenpartijrisico, gezien het eerder vermelde

niveau van de zakelijke zekerheden, dat boven de NAV ligt. db x-trackers leent geen effecten uit. Het

ETF keert dividenden uit aan beleggers.

Kosten

Het fonds berekent een TER van 0,50 procent. Dit ligt rond het gemiddelde voor ETFs die

wereldwijde aandelen volgen. Beleggers moeten voor de aan- en verkoop van ETFs echter wel

rekening houden met extra kosten bovenop de gepubliceerde TER, zoals bied-laat spreads,

swapkosten en makelaarskosten.

Alternatieven

Op het moment van schrijven is er veel keus in ETFs die een wereldwijde aandelenblootstelling

bieden. Het grootste ETF wat betreft het totale beheerde vermogen is het iShares MSCI World-ETF,

dat gebruikmaakt van geoptimaliseerde fysieke replicatie. De index is een naar marktkapitalisatie

gewogen index van 24 ontwikkelde landen.

De MSCI World omvat rond 1600 aandelen, met een sterke overweging in Amerikaanse aandelen

(53 procent van de indexwaarde), gevolgd door het VK (10 procent) en Japan (8 procent). Op

sectorniveau vormen financiële waarden de grootste groep met rond 20 procent van de index. Dit

alternatief is het meest geschikt voor beleggers die positiever zijn over de Amerikaanse economie en

Page 36: Dossier Dividend

34

minder optimistisch voor het Verenigd Koninkrijk, in vergelijking met het ETF dat wij hierboven

voorstelden.

Beleggers die naar lopende opbrengsten streven, vinden echter maar twee alternatieven. De

grootste wat betreft beheerd vermogen is het iShares STOXX Global Select Dividend 100 (DE)-ETF,

dat van volledige replicatie gebruikmaakt en een TER van 0,41 procent berekent. Daarnaast biedt

ETF Securities het op swapgebaseerde ETFX Dow Jones Global Dividend Fund. Deze index is veel

minder sterk gericht op de VS (14 procent), terwijl Australië (17 procent) het grootste deel van de

index vertegenwoordigt. Beleggers moeten er echter rekening mee houden dat met een beheerd

vermogen van EUR 14 miljoen dit ETF slechts ongeveer 5 procent van de omvang van db x-trackers

STOXX Global Select Dividend 100 heeft.

Page 37: Dossier Dividend

35

Woordenlijst

A Aandelen

Gewone aandelen vertegenwoordigen een gedeelte van het eigendom

van een onderneming of beleggingsfonds. Aandelen zijn risicovoller naar

mate de invloed van marktkrachten op de onderneming groter is en er

geen garantie bestaat over de waarde van de oorspronkelijke

investering. Gewone aandelen geven de houder stemrecht op de

Algemene Vergadering van Aandeelhouders en geven ook recht op

dividend. Als een onderneming echter failliet gaat, komen

aandeelhouders achter in de rij bij het verdelen van de opbrengsten uit

de boedel.

Aandelenfonds

Een aandelenfonds is een fonds dat hoofdzakelijk belegt in aandelen. De

werkwijze van het fonds kan gebaseerd zijn op diverse strategieën.

Aankoopkosten

De aankoopkosten zijn de kosten die men betaalt bij de aankoop van een

fonds. Let op: bij Nederlandse beursgenoteerde beleggingsfondsen

wordt een deel van de aankoopkosten verwerkt in de koers door een

afwijking van de intrinsieke waarde.

Aanvang

Het minimale beleggingsbedrag bij aanvang is het kleinste bedrag dat

een belegger kan storten als hij wil deelnemen aan een fonds.

Accumulation

Accumulation is de Engelse term voor een fonds dat geen dividend

uitkeert, maar dit toevoegt aan het vermogen (een groeifonds). Het

tegenovergestelde is een Income, ofwel een dividenduitkerend fonds.

Actief management

Actief management betekent dat de fondsmanager vanuit zijn visie

beslist welke aandelen te kopen om tot een beter resultaat te komen

dan de index.

Additioneel

Het minimale additionele beleggingsbedrag is de minimum

vervolgstorting die een belegger kan doen in een fonds als hij reeds

deelneemt in dat fonds.

ADR's

American Depository Receipts (ADR's) zijn certificaten die worden

aangehouden bij Amerikaanse banken. De certificaten

vertegenwoordigen een aantal aandelen van een buitenlands bedrijf.

Buitenlandse bedrijven die een notering in de VS willen, zijn verplicht om

ADR's aan te bieden.

AEX-index

De AEX-index is de bekendste index van de Amsterdamse beurs. De

graadmeter bestaat uit de 25 meest verhandelde aandelen op de

Amsterdam Exchanges.

Afwijking ten opzichte van de intrinsieke waarde

Spread is de afwijking van de intrinsieke waarde van een

beleggingsfonds. Fondsen worden door de fondsaanbieder vaak

aangeboden tegen een prijs die enkele procenten boven de intrinsieke

waarde ligt. Evenzo is de fondsaanbieder vaak bereid aandelen van een

fonds weer in te kopen tegen een koers die onder de intrinsieke waarde

ligt. Het verschil tussen koers en intrinsieke waarde noemen we spread.

Voor fondsen is er een maximum spread gedefinieerd.

AIBOR

AIBOR staat voor Amsterdam Inter Bank Offered Rate en is het tarief dat

commerciële banken bij elkaar in rekening brengen. De EURIBOR heeft

de AIBOR opgevolgd.

AIM

AIM, de Alternative Investment Market, werd in Londen in juni 1995

opgericht voor kleine snelgroeiende ondernemingen, die zich normaal

niet zouden kwalificeren voor een notering op de beurs. Eind 2000 waren

er 524 ondernemingen genoteerd op de AIM. De AIM is het Britse

equivalent van de Nieuwe Markt.

Alfa

Alfa is de outperformance die een beleggingsfonds heeft behaald

bovenop wat verwacht zou mogen worden volgens een bepaald

beleggingsmodel. Als alfa berekend wordt aan de hand van het Capital

Asset Pricing Model, geeft een positieve alfa aan dat een fonds het

beter heeft gedaan dan op basis van de gegeven beta verwacht mocht

worden. Evenzo geeft een negatieve alfa aan dat het fonds een

underperformance heeft, gegeven de verwachtingen die behoren bij de

beta van het fonds.

American Stock Exchange (AMEX)

The American Stock Exchange (AMEX) is qua grootte de tweede beurs

met een fysieke handelsvloer. De AMEX legt zich toe op aandelen van

kleine en middelgrote ondernemingen en heeft een sterke positie in de

handel van gewone aandelen, indexaandelen (ETF's) en

aandelenderivaten.

AMX-index

De AMX-index is het zusje van de AEX-index. De AMX-index bestaat uit

de 25 meest verhandelde aandelen na de AEX-aandelen van de

Amsterdamse beurs.

Appreciatie

Een appreciatie is de waardestijgingvan de ene munt ten opzichte van

een andere. Een beweging in een wisselkoers resulteert erin dat men

Page 38: Dossier Dividend

36

met een bepaalde munt meer van een andere geldeenheid kan kopen,

de eerste munt is dus geäpprecieerd. Als bijvoorbeeld vorige week een

euro 90 dollarcent kostte, en deze week een euro 95 dollarcent waard

is, is de waarde van de euro ten opzichte van de dollar geäpprecieerd.

De term appreciatie is het tegenovergestelde van depreciatie, en wordt

gebruikt bij veranderingen van flexibele wisselkoersen.

Asset categorieën

Asset categorieën zijn brede beleggingscategorieën die verschillende

niveaus van risico en rendement bieden zoals aandelen, obligaties en

kas. Aandelen hebben het grootste potentieel als het gaat om

rendement, maar dit gaat gepaard met een relatief hoog risico.

Obligaties bieden meer zekerheid met een (ten opzichte van aandelen)

gemiddeld wat lager rendement. Onroerend goed wordt vaak genoemd

als asset categorie, maar wordt door sommigen ook gezien als een

sector van de aandelenmarkt. Onroerend goed kan goede rendementen

bieden, maar herbergt het gevaar van illiquiditeit. Kas kent het laagste

verwachte rendement, maar biedt veel zekerheid en liquiditeit.

Asset management

Asset management of vermogensbeheer is de algemene term voor het

beheren van een portefeuille van een groep assets, zoals aandelen,

obligaties of kas.

Assetverdeling

De assetverdeling of asset mix is de beslissing hoe het vermogen wordt

gespreid over de verschillende financiële asset categorieën (aandelen,

obligaties en kas) en tastbare asset categorieën (vastgoed,

commodities, metalen en verzamelobjecten). De asset mix wordt

doorgaans bepaald door de wens om een optimale

risicorendementsverhouding te bereiken die past bij de horizon en doelen

van de belegger.

AVA

AVA staat voor Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Dit is het

forum waarin aandeelhouders hun stemrecht kunnen uitoefenen.

B Bank of England

Opgericht in 1694, houdt de Bank of England (BOE) toezicht op het

bankwezen in het VK. Sinds juni 1997 is de Bank ook verantwoordelijk

voor de Britse officiële rentetarieven, waarvan de repo rate de

belangrijkste is. Daarnaast houdt de Bank de beleggingen van de

overheid bij, drukt bankbiljetten en verzamelt en publiceert statistieken

met betrekking tot het Britse financiële systeem.

Basispunt

Een basispunt is een honderdste van een procent (0.01%). Basispunten

worden gebruikt om veranderingen in rentes uit te drukken. Een stijging

van de rente van 6.25% naar 6.75% betekent een stijging van 50

basispunten.

Bear market

Een langdurig pessimistisch gestemde markt, gekenmerkt door dalende

koersen.

Bedrijfsobligatie

Een bedrijfsobligatie is een obligatie die uitgegeven wordt door een

onderneming om de bedrijfsactiviteiten te financieren. De hoofdsom

wordt terugbetaald wanneer de obligatie afloopt. Daarnaast keert een

obligatie tijdens zijn looptijd regelmatig rente uit. Er bestaan ook diverse

fondsen die beleggen in bedrijfsobligaties.

Beheerder

De beheerder is de organisatie waarbinnen het beheer van het

fondsvermogen plaatsvindt.

Beheerkosten

De jaarlijkse beheerkosten, meestal uitgedrukt als percentage, is de

vergoeding die een vermogensbeheerder voor het managen van een

fonds in rekening brengt. Deze vergoeding wordt in mindering gebracht

op het vermogen van het fonds.

Beleggingsdoelstelling

Een beleggingsdoelstelling is een door de fondsmanager weergegeven

oogmerk voor de middelen geïnvesteerd in zijn fonds. Voorbeelden zijn

vermogensgroei op de lange termijn of het genereren van een stabiele

inkomstenstroom.

Beleggingsfonds

Een beleggingsfonds is een collectieve belegging in meerdere effecten

van een groep van beleggers. Doordat beleggers ook met kleinere

bedragen op een eenvoudige wijze aandelen in een beleggingsfonds

kunnen kopen en verkopen, de portefeuille van een fonds op een

professionele manier wordt beheerd, en fondsen toegang hebben tot

veel markten en effecten, wordt het risico van een beleggingfonds

beperkt geacht. Beleggingsfondsen kennen verschillende juridische

structuren en ook verschillende kostenstructuren. Daarbij komt dat er

tussen beleggingsfondsen enorme verschillen bestaan in de

doelstellingen, strategieën en type van beleggingen. Sommige

beleggingsfondsen beperken zich bijvoorbeeld tot een bepaalde sector

van de aandelenmarkt, andere beleggingsfondsen richten zich op het

regelmatig uitkeren van een zo hoog mogelijk dividend.

Beleggingsmaatschappij

Een juridische term voor een beleggingsfonds in de vorm van een NV of

BV.

Benchmark

Een benchmark is een voorafbepaalde index die dient als ijkpunt voor de

prestaties van een beleggingsfonds. Fondsen vergelijken hun

performances met de benchmarks als de AEX index of de MSCI Europa-

index.

Benchmark Morningstar

De referentie-index die Morningstar heeft gekozen als

vergelijkingsmaatstaf voor dit fonds. Deze keuze is voor alle fondsen in

een bepaalde Morningstar Categorie hetzelfde. Morningstar kiest deze

Page 39: Dossier Dividend

37

benchmark om er vervolgens berekeningen mee uit te voeren. De

benchmarkkeuze van Morningstar kan verschillen van de benchmark die

het fonds zelf hanteert.

Beta

De beta is een maatstaf voor de gevoeligheid van een fonds voor

bewegingen van de markt en is een risicomaatstaf. De beta van de

markt is per definitie 1.00. Een beta van 1.10 betekent dat een fonds het

gemiddeld 10% beter doet dan de markt als de markt opwaarts

beweegt, en gemiddeld 10% slechter scoort als de markt daalt.

Veronderstelling hierbij is dat alle andere factoren gelijk blijven. Als de

beta van een fonds 0.85 is, betekent dit dat een fonds tijdens een

marktstijging het gemiddeld 15% minder goed doet dan het

marktgemiddelde, en gemiddeld 15% beter scoort dan het

marktgemiddelde bij een koersdaling.

Bewaarder

De bewaarder (custodian) is een bancaire of trustorganisatie die

verantwoordelijk is voor het bewaren en administreren van de effecten

die een fonds bezit. Soms is de bewaarder ook verantwoordelijk voor de

afwikkeling van transacties van het fonds.

Biedkoers

De biedkoers is de koers waartegen een fondsaanbieder bereid is

aandelen van een beleggingsfonds terug te kopen.

Big bang

De Big Bang is de invoering van een computersysteem op de beurs in

Londen in 1986. Effecten worden sinds die tijd op het scherm

verhandeld. Ook werd bij de Big Bang de vaste commissie afgeschaft.

Blue chips

Blue chips zijn aandelen in grote, bekende ondernemingen met een

gerespecteerd management en een hoge kredietwaardigheid. In

Nederland vind je veel blue chips in de AEX-index.

Boekjaar

Boekjaar, een twaalfmaandsperiode waarover een onderneming haar

omzet en winst rapporteert. Een boekjaar hoeft niet altijd samen te

vallen met een kalenderjaar of fiscaal jaar.

Broker

Een broker, of commissionair in het Nederlands, is een persoon of firma

die bemiddelt tussen de koper en verkoper van effecten. De

commissionair krijgt bij een transactie een vergoeding die commissie

wordt genoemd.

Bull market

Een langdurig optimistisch gestemde markt, gekenmerkt door stijgende

koersen.

Buy and hold strategie

Een buy en hold strategie is een strategie waarbij een belegger een

aandeel koopt en voor een relatief lange periode aanhoudt. Dit in

tegenstelling tot een korte termijn trading strategie. De buy en hold

strategie heeft per definitie een lage omzet tot gevolg.

C CAC 40

De CAC 40-index is een index die bestaat uit veertig grote Franse

ondernemingen met een notering op de beurs van Parijs. De Parijse

beurs is onderdeel van de Euronext.

Callable obligatie

Een callable obligatie is een obligatie die op wens van de uitgever eerder

terugbetaald kan worden. Dit stelt de uitgever van de obligatie in staat

om schulden tegen een lagere rente te herfinancieren als de rente daalt

tot onder de couponrente van de obligatie. Als de rente behoorlijk is

gedaald, gedraagt de koers van de obligatie zich alsof deze afloopt op

het moment waarop deze callable is.

CAPM

CAPM, het Capital Asset Pricing Model, is een wiskundig model dat

gebruikt kan worden als hulp bij het vinden van een juiste prijs voor een

effect. In het model staat de relatie tussen risico en verwacht

rendement centraal. Het CAPM is een belangrijk model in de

beleggingstheorie waarin het verwachte rendement (E) op een belegging

uitgedrukt wordt in de termen van het verwachte rendement op de

marktportefeuille (rm) en de Beta coëfficient, E = R + (beta)(rm - R),

waar R het risicovrije rendement is.

Cash dividend

Dividend uitgekeerd in contanten.

CBS-index

De CBS-index is de aandelenindex die dagelijks door het Centraal Bureau

voor de Statistiek wordt berekend. De index bevat alle in Nederland

genoteerde aandelen, maar geen beleggingsfondsen.

Closed end fonds

Closed end fondsen zijn beleggingsfondsen waarvan het aantal

uitstaande aandelen vast is. Net als bij aandelen wordt er bij de

introductie een bepaald aantal aandelen aan het publiek aangeboden die

vervolgens op de beurs wordt verhandeld. De koers is afhankelijk van het

sentiment onder beleggers en kan afwijken van de intrinsieke waarde. Bij

een koers onder de intrinsieke waarde spreken we van een discount, bij

een koers boven de intrinsieke waarde spreken we over een premium.

Commissie

Commissie is de vergoeding die betaald wordt aan de commissionair,

ook wel broker genoemd, bij de aan- of verkoop van effecten. In

Nederland treden banken vaak ook op als commissionair. De vergoeding

kan varieren afhankelijk van de grootte van de order en de mate van

advies die gepaard gaan bij de transactie.

Commissionair

Een commissionair of broker is een persoon of firma die bemiddelt

Page 40: Dossier Dividend

38

tussen de koper en verkoper van effecten. De commissionair krijgt bij

een transactie een vergoeding die commissie wordt genoemd.

Consumenten Dienstverlening

Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in winkels, persoonlijke

diensten, bouw van woningen, verhuur van woningen, reisbureau’s,

vermaak en onderwijs. Voorbeelden zijn Metro, Tesco en Hennes &

Mauritz.

Consumenten Prijs Index (CPI)

The Consumenten Prijs Index (CPI) is een maatstaf voor de inflatie. Deze

index bevat een mandje van goederen die door de gemiddelde

consument wordt genuttigd (zoals voedsel, kleding, maar ook energie).

De procentuele stijging van de index ten opzichte van een jaar geleden

wordt vaak de inflatie genoemd.

Consumentengoederen

Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in ondernemingen die

voorzien in voedingsmiddelen, dranken, huishoudartikelen en persoonlijke

verzorging, assecoires, schoenen, textiel, auto’s en auto-onderdelen,

consumentenelektronica, luxe goederen, verpakkingen en tabak.

Voorbeelden zijn Benetton, BMW en Clarins.

Converteerbare obligatie

Een convertible of converteerbare obligatie is een door een bedrijf

uitgegeven obligatie die tijdens de looptijd geconverteerd kan worden

naar aandelen in dat bedrijf tegen een vooraf vastgestelde verhouding.

De beslissingsbevoegdheid om te converteren kan zowel bij de uitgever

als de houder liggen.

Coupon

De coupon is het vaste rentepercentage dat met regelmaat op een

vastrentende belegging wordt betaald.

Coupon obligatie

Bij een coupon obligatie wordt de coupon uitbetaald aan de houder van

de obligatie. De houder is niet noodzakelijk diegene aan wie de obligatie

oorspronkelijk is uitgegeven. Vroeger werd de rente op de obligatie

uitbetaald na inlevering van een aan de obligatie gehechte coupon.

Credit rating

De credit rating geeft de kans en waarschijnlijkheid weer dat een

onderneming niet in staat is zijn verplichtingen van een bepaalde

obligatie na te komen. Er zijn meerdere bureaus die ratings geven,

voorbeelden zijn Moody's, Standard & Poor's en Fitch. Ieder bureau heeft

zijn eigen systeem. Obligaties met een rating van AAA tot BBB- heten

'investment grade' terwijl obligaties met een rating van BB+ te boek

staan als speculatief.

Cyclische ondernemingen

Cyclische ondernemingen of cyclicals zijn ondernemingen van wie de

prestaties nauw samenhangen met de economische gang van zaken. De

koersen zijn hoog wanneer de economische groei hoog is, maar hebben

fors te lijden van recessies. Voorbeelden zijn de automobiel- en

bouwindustrie.

D Data per

Data per geeft de datum aan waarvan wij een portefeuille van een

beleggingsfonds in onze database hebben. Eén van de kernactiviteiten

van Morningstar Nederland is het faciliteren, verzamelen, opslaan en

verspreiden van portefeuillegegevens. Morningstar verzamelt voor zo ver

mogelijk van ieder fonds de portefeuilleposities; de inhoud van het fonds.

DAX

De Deutsche Aktienindex (DAX) is een index die bestaat uit de 30

grootste Duitse ondernemingen genoteerd aan de beurs van Frankfurt.

Deze index verving in 1987 de Börsen Zeitung Index .

Delta

Delta is een optieterm die aangeeft hoeveel aandelen er nodig zijn om

het prijsrisico van een optie te dekken. Als een calloptie een delta heeft

van 5, dan zal de stijging van waarde van de optie gelijk zijn aan de

stijging van 5 aandelen van de onderliggende waarde.

Depreciatie

Een depreciatie is de waardedaling van de ene munt ten opzichte van

een andere. Een beweging in een wisselkoers resulteert erin dat men

met een bepaalde munt minder van een andere geldeenheid kan kopen,

de eerste munt is dus gedeprecieerd. Als bijvoorbeeld vorige week een

euro 95 dollarcent kostte, en deze week een euro 90 dollarcent waard

is, is de waarde van de euro ten opzichte van de dollar gedeprecieerd.

De term depreciatie is het tegenovergestelde van appreciatie, en wordt

gebruikt bij veranderingen van flexibele wisselkoersen.

Derivaat

Een derivaat, ook wel afgeleid product, is een algemene benaming voor

vermogenstitels waarvan de koers is gebaseerd op een andere,

onderliggende belegging. Voorbeelden van derivaten zijn futures,

warrants, swaps en opties.

Devaluatie

De devaluatie van een munt is de daling van de waarde van een

munteenheid die een vaste wisselkoers kende. Een devaluatie is vaak

het resultaat van een beslissing van de overheid.

Disconteringsvoet

De disconteringsvoet wordt gebruikt om de huidige waarde van

inkomsten in de toekomst te bepalen. Een belegger kan aan de hand van

de disconteringsvoet bijvoorbeeld bepalen wat een goede prijs is van

een obligatie die ieder jaar EUR 50 aan dividend zal uitkeren en op het

einde van de looptijd EUR 1000 zal betalen door te berekenen wat

vandaag de waarde is van deze bedragen.

Discount ten opzichte van intrinsieke waarde

Wanneer een beleggingsfonds tegen een discount wordt verhandeld,

betekent dit dat de onderliggende beleggingen in het fonds meer waard

Page 41: Dossier Dividend

39

zijn dan de huidige koers van het fonds. De discount wordt doorgaans

weergegeven als een percentage ten opzichte van de intrinsieke

waarde. Vooral koersen van closed end fondsen kennen soms een forse

afwijking van de intrinsieke waarde.

Distributeur

Een distributeur is een persoon of bedrijf die verantwoordelijk is voor de

verkoop en marketing van beleggingsfondsen aan beleggers op een

continue basis. De distributeur is eveneens verantwoordelijk voor het

toezenden van informatie over fondsen, zoals prospectus, jaarverslag en

additionele informatie. In Nederland treden banken en verzekeraars

onder andere op als distributeurs.

Diversificatie

Diversificatie is een strategie om blootstelling aan niet-systematisch

risico (dit is risico dat men kan elimineren) te beperken. Daarnaast is er

ook systematisch risico, dat is risico dat inherent is aan beleggen in een

bepaalde markt. Men kan bijvoorbeeld het risico dat men loopt bij

beleggen in een bepaalde sector of onderneming beperken door in de

totale portefeuille een brede spreiding aan te brengen, maar men blijft

altijd afhankelijk van marktbrede bewegingen. Bij diversificatie gaat het

om het spreiden van uw beleggingen over verschillende beleggingen en

fondscategorieën. Een gediversificeerde portefeuille kan aandelen,

obligaties, kas en onroerend goed combineren. Beleggingsfondsen zelf

kennen een verschillende vorm van spreiding, er zijn enerzijds breed

gespreide mixfondsen en anderzijds ook zeer gespecialiseerde

aandelenfondsen die in één sector van de aandelenmarkt beleggen. Het

doel bij diversificatie is om de totale beleggingsportefeuille zo samen te

stellen dat een minder goede performance in het ene onderdeel wordt

gecompenseerd door een goed performance van een ander fonds, of

gedeelte van de portefeuille.

Dividend

Een dividend is een contante winstuitkering die door een fonds of bedrijf

gedaan worden aan de aandeelhouder.

Dividendrendement

Het dividendrendement wordt berekend door het dividend te delen door

de huidige aandelenkoers en de uitkomst met 100 te vermenigvuldigen.

Als een fonds bijvoorbeeld een dividend van EUR 0.25 uitkeert en de

koers is EUR 4, dan is het dividendrendement 6.25%.

Domicilie of vestigingsland

De domicilie is het land waarin een persoon, bedrijf of beleggingsfonds

zijn woonplaats heeft. De domicilie kan belangrijke gevolgen voor de

belastingheffing hebben.

Dow Jones Industrial Average

De in 1896 begonnen Dow Jones Industrial Average is een index die

bestaat uit 30 grote, liquide ondernemingen die worden verhandeld op

de New York Stock Exchange (NYSE). De aandelen in de index worden

gekozen door Dow Jones en de Wall Street Journal. Deze beroemde

index bestaat uit een uitgebalanceerde selectie van grote stabiele

ondernemingen, zogenoemde blue chips.

DTC’s

Dutch Treasury Certificates zijn kortlopende (tot één jaar) schuldbewijzen

van de Nederlandse Staat.

Duration

Duration is de (gewogen) gemiddelde looptijd van een obligatie. De

duration is ook een maatstaf voor het effect dat een renteverandering

heeft op de koers van een obligatie of portefeuille van obligaties.

Duration wordt gemeten in jaren (een duration van drie jaar betekent

bijvoorbeeld dat de koers van een obligatie ongeveer 3% stijgt als de

rente met 1% daalt).

Duurzaam beleggen

Bij een fonds dat duurzaam belegt, worden de middelen geïnvesteerd in

ondernemingen die bepaalde ethische normen hanteren. De groep

duurzaam beleggende fondsen wordt steeds belangrijker en varieert

sterk. Er zijn fondsen die niet beleggen in wapenproducenten,

ondernemingen die dierproeven uitvoeren, alcoholproducenten en

tabakproducenten. Maar er zijn ook fondsen die binnen een sector

zoeken naar de meest duurzaam opererende onderneming of naar die

ondernemingen die een positieve bijdrage leveren aan het milieu.

E Economische cyclus

De economische cyclus bestaat uit de elkaar opvolgende perioden van

economische expansie en economische krimp, die gepaard gaan met

veranderingen in de rentestanden, werkgelegenheid, productiviteit. De

huidige stand van zaken in een economie (in casu groei of recessie)

hebben invloed op de prestaties van (aandelen van) de diverse

economische sectoren.

Eigen vermogen

Eigen vermogen is het geïnvesteerde vermogen in een onderneming en

is een andere term voor aandelenvermogen.

Emerging market

Een opkomende markt (emerging market) is een financiële markt van

een ontwikkelingsland. Een belegging in een opkomende markt wordt

vaak gezien als risicovol vanwege (potentiële) politieke problemen,

economische instabiliteit, een kort track record en illiquiditeit.

Energie

Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in ondernemingen actief

op gebieden als olie en gas. Voorbeelden zijn BP Amoco, Edinburgh Oil &

Gas, Pennzoil en Total Fina.

ETF's

ETF's of trackeraandelen zijn geen traditionele beleggingsfondsen; ze

combineren aspecten van beleggingsfondsen met indices en bieden van

beiden de voordelen. Men zou ETF's indexaandelen kunnen noemen.

Sinds begin 2001 worden ETF's verhandeld op de Amsterdamse beurs

(onder andere I-shares). De ETF's of trackeraandelen volgen zeer

Page 42: Dossier Dividend

40

nauwkeurig een index en worden net als een indexfonds passief

gemanaged. ETF's worden via een gewone commissionair of broker op

de beurs aangekocht tegen de reguliere tarieven die gelden voor

aandelentransacties.

Euribor

Rentetarief dat kredietwaardige banken elkaar in rekening brengen voor

bedragen die luiden in euro's. Euribor heeft sinds de komst van de euro

de rol van de Aibor overgenomen in Nederland.

Eurobond

Een eurobond is een obligatie die uitgegeven is buiten het land van de

geldeenheid waarin de obligatie luidt. Een Eurobond bijvoorbeeld in

Japanse yennen is uitgegeven buiten Japan.

Euroland

Euroland is een naam voor de combinatie van landen die de euro als

munteenheid hebben aangenomen. Momenteel bestaat Euroland uit:

België, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië,

Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal en Spanje.

Euronext

Euronext is de combinatie van de beurzen van Amsterdam (Amsterdam

Exchanges), Brussel (Brussels Exchanges) en Parijs (Paris Bourse).

Euronext genoteerd

Sommige beleggingsinstellingen - met name uit Nederland - hebben een

notering aan de Euronexxt, het verband waarin onder andere de beurs

van Amsterdam is opgegaan. Deze fondsen zijn in principe via iedere

commissionair (een bank of via internetbanken) verkrijgbaar.

Europese Unie (EU)

Oorspronkelijk opgericht als een gemeenschappelijke markt voor 6

landen in 1957 door het verdrag van Rome, was de EU eerst bekend als

de Europese Gemeenschap. Een gemeenschappelijke munt (euro), één

markt voor goederen en diensten en een politieke samenwerking van de

leden, waren de belangrijkste samenbindende principes achter de unie.

Eurozone

De eurozone of Euroland is een term die gebruikt wordt voor de

combinatie van landen die de euro als munteenheid hebben

aangenomen. Momenteel bestaat de eurozone uit: België, Duitsland,

Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland,

Oostenrijk, Portugal en Spanje.

Ex dividend

Ex Dividend refereert aan een aandeel dat genoteerd is zonder dividend.

Het dividend van een aandeel dat na de ex dividend datum wordt

gekocht, wordt uitgekeerd aan de verkopende partij

F Farmacie & Gezondheid

Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in ondernemingen actief

op het gebied van farmacie, medische apparatuur en farmaceutische

groothandel. Een voorbeeld van een onderneming in deze sector is

GlaxoSmithKline.

FBI

Fiscale beleggingsinstelling is een juridische term voor een bepaalde

vorm van een beleggingsfonds waarbij het fonds niet onderhevig is aan

vennootschapsbelasting. Een fonds moet aan eisen voldoen om een FBI

te zijn; een belangrijke voorwaarde is dat het inkomsten als rente en

dividend weer uitkeert aan de aandeelhouders.

Federal Funds Rate

De Federal Funds Rate is de meest genoemde rentestand van de VS.

Deze rente wordt bepaald door het FOMC, het beleidsbepalend orgaan

van de Fed, en geeft weer hoeveel Amerikaanse banken in rekening

brengen om Federal Funds aan elkaar te lenen. De Federal Funds zijn de

verplichte reserves die banken aanhouden bij de Fed. Dit systeem zorgt

ervoor dat banken die voldoende reserves bij de Fed hebben deze

kunnen uitlenen aan banken met een tekort aan reserves bij de Fed.

Federal Open Market Committee (FOMC)

The FOMC is het beleidsbepalend orgaan van het Amerikaanse stelsel

van centrale banken. De FOMC bestaat uit de zeven leden van the Board

of Governors en vijf van de twaalf Reserve Bank voorzitters. De FOMC

pleegt open markt transacties, het voornaamste instrument van de

Amerikaanse monetaire autoriteit. Daarnaast stelt de FOMC doelzones

vast voor de geldgroei en dirigeert de FOMC operaties met betrekking

tot interventies in de valutamarkten.

Financieel adviseur

Een financieel adviseur is een individu of firma die financieel advies geeft

en financiële producten verkoopt. Een financieel adviseur ontvangt veelal

een commissie als hij een product verkoopt. Er zijn zowel zelfstandige

adviseurs die producten van meerdere aanbieders aanbieden als

adviseurs in dienst van financiële instellingen welke zich vooral richten

op producten van deze instelling. Het onderscheid tussen zelfstandige en

niet-zelfstandige adviseurs is niet altijd even scherp.

Financiële Dienstverlening

Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in banken,

financieringsmaatschappijen, vermogensbeheerders, commissionairs en

verzekeringsmaatschappijen. Voorbeelden zijn Egg, ING en BSCH.

Fonds

Een fonds is een collectieve belegging in diverse effecten, afhankelijk van

de doelstelling van het fonds. Een fonds kan beleggen in aandelen,

vastrentende waarden of onroerend goed, of in een combinatie van deze

categorieën.

Page 43: Dossier Dividend

41

Fondsaanbieder

Een fondsaanbieder is een vermogensbeheerder die een reeks van

beleggingsfondsen aanbiedt aan beleggers.

Fondsfamilie

Een fondsfamilie (fund family) is een groep verschillende fondsen van

één en dezelfde fondsaanbieders. Soms bieden fonds families de

mogelijkheid om tegen geen of gereduceerde kosten te switchen tussen

de verschillende familieleden.

Fondsmanager

Een fondsmanager is de individu die op de loonlijst staat van de

fondsaanbieder en die direct verantwoordelijk is voor het management

van de portefeuille van het beleggingsfonds.

Fondssupermarkt

Een fondssupermarkt is een bank of fondsaanbieder die een wijd

fondsenassortiment afkomstig van verschillende aanbieders verkoopt,

meestal gebeurt dit via het internet.

Fondsvaluta

De fondsvaluta is de valuta waarin een beleggingsfonds zijn notering

heeft of zijn intrinsieke waarde uitdrukt.

Fondsvermogen

Fondsvermogen of Netto vermogen (net assets) geeft weer hoe groot

een beleggingsfonds is. Netto vermogen wordt meestal weergegeven in

miljoenen euro, en wordt vaak maandelijks gerapporteerd. Het cijfer

wordt gebruikt om de populariteit van een fonds te meten.

Forward Pricing

Bij forward pricing wordt de uitvoering van een order bij

beleggingsfondsen naar voren verschoven. De fundmanager kan namelijk

pas ´s ochtends de Intrinsieke waarde van het beleggingsfonds bepalen

na sluiting van Europese, Amerikaanse en Aziatische beurzen. De pricing

is gebaseerd op slotkoersen. Om arbitrage te voorkomen wordt na de

aanname van een order, deze pas een dag later uitgevoerd.

FSA

De FSA is een belangrijke autoriteit in het VK, die verantwoordelijk is

voor het beleid in de sector van de financiële dienstverlening en het

beschermen van belangen van beleggers.

FT 30

De FT 30, ook bekend als de FTSE Ordinary Share Index, werd in 1935

gelanceerd en is gebaseerd op de koeren van de 30 topbedrijven uit het

VK. De index bestaat uit blue chips.

FTSE

De FTSE, spreek uit als 'Foetsie', is genoemd naar de Financial Times (FT)

en de London Stock Exchange (SE), welke de gezamelijke eigenaren van

deze indices zijn. De FTSE Index familie herbergt vele indices waaronder

de FTSE 100, 200, and techMARK, maar meestal wordt de naam FTSE

gebruikt voor de FTSE 100. Dit is een aandelenindex gebaseerd op de

100 grootste Britse ondernemingen. Andere FTSE indices zijn de 350 en

de All-Share.

FTSE 100

De FTSE 100, begonnen in 1984, is een index die bestaat uit de 100

grootste ondernemingen qua marktkapitalisatie van de LSE. De FTSE 100

heeft de FT 30 vervangen als meest gebruikte index op de beurs van

Londen.

FTSE 250

De FTSE 250, begonnen in 1992, is de index van de 250 grootste

ondernemingen van de Londense beurs qua marktkapitalisatie direct na

de FTSE 100.

FTSE 350

De FTSE 350-index is een combinatie van de FTSE 100 en de FTSE 250.

FTSE All Share Index

De FTSE All Share-index bestaat uit de 900 grootste ondernemingen van

de London Stock Exchange.

Fund of Funds, Multi manager fonds

Een fund of funds of multimanager fund is een fonds dat gespecialiseerd

is in het kopen van aandelen in andere beleggingsfondsen en niet belegt

in individuele aandelen.

G G7 (Groep van Zeven)

De G7 zijn de zeven leidende industriële landen, van wie de ministers van

Financiën elkaar ontmoeten om economische en politieke onderwerpen

te bespreken die van belang zijn voor de Groep van Zeven. De G7

bestaat uit de VK, de VS, Canada, Japan, Duitsland, Frankrijk en Italië.

Rusland hoort bij de G8.

Gamma

Gamma is een optieterm en geeft aan in welke mate de delta van een

optie verandert ten gevolge van de koersverandering van de

onderliggende waarde.

GDR (Global Depositary Receipt)

Een GDR is vergelijkbaar met een ADR. Een GDR is een certificaat dat bij

een bank wordt aangehouden en dat een aantal aandelen in een

buitenlands bedrijf vertegenwoordigt. In sommige landen moeten

buitenlandse bedrijven GDR's uitgeven als zij op de locale beurs een

notering willen.

Geännualiseerd rendement

Een geännualiseerd rendement is een rendement dat over een bepaalde

periode omgerekend wordt naar een periode van een jaar. Als fonds A

bijvoorbeeld een rendement van 5% in zes maanden heeft, en fonds B

een rendement van 4% in vier maanden, dan is het geannualiseerde

rendement van Fonds A en B iets meer dan 10% respectievelijk iets

meer dan 12%.

Page 44: Dossier Dividend

42

Gemiddeld rendement

Gemiddeld rendement is het gemiddelde jaarlijkse rendement van een

fonds over de laatste drie jaar. In de sectie Rendement en Risico van de

Quick take wordt deze berekend aan de hand van maandelijkse

rendementen.

Gemiddelde

Het gemiddelde laat de gemiddelde waarde zien van de verschillende

gegevens van de fondsen die voldoen aan uw zoekcriteria. De gegevens

kunnen managementkosten, alle beschikbare rendementen (1 dag, 1

jaar, 3 jaar enz.), de Morningstar ratings, de Style Box of de

standaarddeviatie zijn. U kan per fondsgroep of per sector zoeken, maar

ook door middel van een combinatie van beide. In de overzichten staan

enkel de eerste 300 fondsen die voldoen aan uw criteria. Het

gemiddelde wordt echter berekend met behulp van alle fondsen die aan

de criteria voldoen.

Gilts

Een gilt is een obligatie uitgegeven door de Britse overheid. Doordat een

gilt wordt gegarandeerd door de overheid, is het in het algemeen één

van de veiligste beleggingen in de VK.

Groei

Groei is een karakterisering van een beleggingsaanpak waarbij de

belegger zich richt op aandelen van ondernemingen die een sterke groei

doormaken.

Groeifonds

Een groeifonds is een fonds dat geen dividend uitkeert maar de

inkomsten opnieuw belegt. In Nederland waren tot 1 januari 2001

rentegroeifondsen zeer populair omdat ze fiscale voordelen kenden. Bij

buitenlandse fondsen duidt de Engelse term accumulation op een

groeifonds.

Growth

Growth of Groei is een beleggingstrategie waarbij aandelen worden

geselecteerd met een track record van hoge groeicijfers en waarbij het

potentieel bestaat voor verdere stijging van omzet en of winst.

Growth & income fund

Een growth and income fonds is een fonds waar de fondsmanager die

aandelen selecteert die zowel dividend uitkeren als ook groei op de lange

termijn laten zien.

H Hang Seng

De Hang Seng is de index met de 33 grootste aandelen op de

aandelenmarkt van Hongkong.

Hardware

Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in fabrikanten van

computersystemen, communicatieapparatuur, halfgeleiders en

componenten. Voorbeelden zijn Siemens, Cisco en Ericsson.

Hedge

Een hedge wordt gebruikt om bepaalde risico’s af te dekken. Men kan

bijvoorbeeld een aandelenpakket afdekken op koersdalingen met

putopties van dezelfde onderliggende waarde. De constructie die men

hiervoor nodig heeft, heet een hedge.

Hedge fonds

Een hedge fonds is een beleggingsfonds dat als doel heeft goede

rendementen te behalen door agressieve beleggingsstrategieën te

gebruiken die doorgaans niet in 'normale' beleggingsfondsen worden

gebruikt. Een hedge fonds kan gebruik maken van beleggen met geleend

geld, short selling, derivaten, swaps en arbitrage. De strategie van een

hedge fonds is doorgaans complex en alleen geschikt voor professionele

en/of institutionele beleggers.

High yield fonds

Een high yield fonds is een obligatiefonds welke vooral belegt in

obligaties met een lage kredietwaardigheid.

I ICBE

ICBE staat for Instelling voor Collectieve Beleggingen in Effecten. De

term refereert aan een richtlijn van de Europese Unie, die vaststelt

waaraan een in de EU gevestigd fonds moet voldoen om verkocht te

mogen worden in alle EU landen. De richtlijn heeft als doel

beleggingsrichtlijnen in Europa te vereenvoudigen en beleggers meer

bescherming te bieden. In Nederland wordt ICBE ook wel UCITS

genoemd.

Index

Een index is een verzameling effecten die zo is samengesteld dat ze een

bepaald gedeelte van de markt representeert. Veel genoemde indices

zijn de Dow Jones Industrial Average, de S&P 500 en de AEX-index. Veel

fondsen kiezen ervoor om hun prestaties te evalueren aan de hand van

een index (de benchmark).

Index fonds

Een indexfonds is een fonds dat zo nauwkeurig mogelijk een bepaalde

index volgt met als doel om hetzelfde rendement als deze index te

behalen. De fondsmanager bestudeert de samenstelling van de index en

veranderingen daarin nauwkeurig om de portefeuille van zijn fonds een

zo goed mogelijke afspiegeling te laten zijn van de index.

Industriële Materialen

Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in vliegtuigbouw en

defensie-industrie en ondernemingen die voorzien in chemicaliën,

Page 45: Dossier Dividend

43

machines, bouwmaterialen en andere fabrieksgoederen. Voorbeelden

zijn ABB, Air Liquide en EADS.

Inflatie

Inflatie is de procentuele toename van lonen en prijzen over een

bepaalde periode, doorgaans een jaar. In Nederland wordt de inflatie

gemeten door het CBS; de consumentenprijsindex.

Inland Revenu

The Inland Revenue (IR) is de Britse belastingdienst.

Institutionele belegger

Een institutionele belegger is een algemene term voor een organisatie

die grote bedragen belegt. Vaak zijn deze middelen afkomstig van

anderen. Voorbeelden van institutionele beleggers zijn pensioenfondsen,

beleggingsfondsen en verzekeraars.

IPO

Een IPO (Initial Public Offering) is het voor de eerste maal aanbieden van

aandelen van een onderneming aan het publiek gepaard met een

beursgang.

ISIN

De ISIN is een internationale code voor een effect dat een notering heeft

op een beurs.

Italian Stock Exchange (ISE)

The Italiaanse beurs is het resultaat van het samengaan van de tien

grootste beurzen in Italië in 1991. De beurs is gesitueerd in Milan. De

belangrijkste indices zijn de MIB, de MIBTEL en de MIB 30.

J Jaarverslag

Een jaarverslag is een document dat een beleggingsfonds jaarlijks moet

opstellen. Het verslag laat zien hoe het fonds zijn middelen heeft belegd,

en geeft inzicht in de financiële stand van zaken door middel van de

balans en resultatenrekening. Ook staat er in het jaarverslag een verslag

van de directie en de bevindingen van een accountant. In het verslag van

de directievoorzitter wordt teruggekeken op het voorgaande jaar en

wordt vooruitgekeken naar zaken die in de toekomst zullen spelen en die

op de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering aan de orde kunnen komen.

Johannesburg Stock Exchange (JSE)

De Johannesburg Stock Exchange is de enige beurs van Zuid-Afrika. De

beurs kent een sterke focus op goud- en mijnbedrijven. Veel Zuid-

Afrikaanse bedrijven (meer dan 30) hebben eveneens een notering aan

de Londense beurs.

Junk bond

Een junk bond is een obligatie die een hoge rentevergoeding biedt

vanwege de hoge kans dat de uitgevende instelling niet aan haar

verplichtingen kan voldoen. Junk bonds worden tegenwoordig ook high

yield obligaties genoemd en zijn geschikt voor beleggers die een hoger

risico willen nemen.

K Koers

De koers of intrinsieke waarde (NAV in het Engels) is de waarde van de

beleggingen in een fonds. Als een fonds open end is, ligt de koers of

afgifteprijs normaal gesproken dichtbij de intrinsieke waarde. Als een

fonds closed end is kan de koers echter fors afwijken van de intrinsieke

waarde. (Zie discount en premium ten opzichte van intrinsieke waarde.)

Koerswinst

Een koerswinst is de winst gemaakt op de verkoop van een belegging

zoals bijvoorbeeld een beleggingsfonds. Het verlies op de verkoop wordt

een koersverlies genoemd.

Koerswinstverhouding

De koerswinstverhouding (K/W of P/E) is een kengetal die wordt

berekend door de aandelenkoers te delen door de winst per aandeel.

Samen met de P/CF en de P/B is dit een veelgebruikte

waarderingsmaatstaf voor aandelen. Ondernemingen waarvan verwacht

wordt dat ze een sterke groei zullen doormaken, hebben doorgaans

hogere K/W's dan ondernemingen met een lage groei. Als een aandeel

een koers van EUR 16 heeft en de winst per aandeel EUR 4 heeft, is de

koerswinstverhouding 4. Een aandeel dat evenens EUR 16 noteert, maar

een winst per aandeel kent van EUR 6, heeft een K/W van 2.67. Het

omgekeerde van de koerswinstverhouding wordt berekend door 1 te

delen door de K/W, en heet de earnings yield. Bij een K/W van 20 is de

earnings yield een twintigste of 5%. Dit geeft aan dat een belegger bij

een investering een rendement verwacht van 5%.

Koopsom

Een verzekering waarbij de verzekerde ineens een bepaald bedrag stort,

waardoor hij later aanspraak kan maken op een bepaald bedrag of

lijfrente. Bij het afsluiten van een koopsompolis kan vaak gekozen

worden om te beleggen in één of meerdere beleggingsfondsen.

Kosten gecorrigeerde performance

In een voor kosten gecorrigeerde performance worden de kosten die in

rekening worden gebracht die bij de aankoop van een fonds afgetrokken

van het rendement om een vergelijking zinvol te maken.

Kredietkwaliteit

De kredietkwaliteit of credit quality is de beoordeling van de kwaliteit en

veiligheid van een obligatie gebaseerd op de financiële conditie van de

onderneming.

Page 46: Dossier Dividend

44

L Laatkoers

De laatkoers is de prijs waartegen een belegger aandelen in een

beleggingsfonds kan kopen.

Large Cap

Aandelen met een hoge marktkapitalisatie.

Leading indicators

Leading indicators zijn reeksen van economische cijfers waarvan

gebleken is dat veranderingen een voorspellende waarde hebben voor

de gang van zaken in de rest van de economie. Voorbeelden van leading

indicators zijn het aantal werkuren in een week, prijzen van ruwe en

intermediaire goederen, en de uitgegeven bouwvergunningen. Vooral in

de VS wordt naar publicatie van leading indicators uitgekeken.

Liquiditeit

De liquiditeit geeft weer hoe makkelijk het is om een aandeel of ander

effect te kopen of verkopen zonder een grote invloed te hebben op de

koersvorming.

London Interbank Offered Rate (LIBOR)

LIBOR (London Interbank Offered Rate) is de rente die de grootste en

meest kredietwaardige internationale banken elkaar in Londen in

rekening brengen als ze aan elkaar lenen.

London Stock Exchange (LSE)

Gestart in 1973 door de combinatie van zes regionale beurzen van Groot

Britannië en Ierland, is de London Stock Exchange (LSE) één van de

grootste beurzen ter wereld. Bekendste index op de LSE is de FTSE 100.

M Management fee

De jaarlijkse management fee of beheerkosten, meestal uitgedrukt als

percentage, is de vergoeding die een vermogensbeheerder voor het

managen van een fonds in rekening brengt. Deze vergoeding wordt in

mindering gebracht op het vermogen van het fonds.

Managementvergoeding

Een performance fee is een vergoeding die aan de fondsmanager wordt

betaald als hij een bepaalde performance heeft behaald in een

gespecificeerde periode. Vaak wordt de performance fee uitbetaald als

het fonds beter presteert dan zijn benchmarkindex. Fondsen met een

performance fee zijn relatief zeldzaam, soms kennen buitenlandse

fondsen of hedge funds zo'n kostenstructuur.

Market timing

Market timing is een beleggingsstrategie waarbij beleggers switchen

tussen verschillende effecten of in en uit de markt stappen in de hoop

om te profiteren van verschillende economische of technische

veranderingen waarvan zij verwachten dat die invloed zullen hebben op

de markt.

Maturity

Maturity is de datum waarop de hoofdsom van een vastrentende

belegging, zoals een obligatie, zal worden terugbetaald. De Maturity,

oftewel de afloopdatum, van een vijfjaarsobligatie die is uitgegeven op 1

november 2000 is 1 november 2005.

Media

Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in ondernemingen die

medianetwerken bezitten of exploiteren en ondernemingen die content

creëren. Voorbeelden zijn Time Warner, Pearson en TF1.

Mediaan

De mediaan is de middelste waarde in een groep van getallen. In een

serie met 1,4, 7, 8, 10, 11, 23, 45, en 52, is 10 is de mediaan.

Mid Cap

Aandelen met een middelgrote marktkapitalisatie.

Minimale belegging

De minimale belegging is het kleinste bedrag dat een belegger in een

beleggingfonds kan storten. Er kan zowel een minimale belegging gelden

voor de eerste storting in een fonds als voor het aanvullen van dit

bedrag.

Mixfonds

Een mixfonds combineert aandelen, obligaties en eventueel kas met als

doel een rendement te behalen in combinatie met een gematigd risico.

Normaal gesproken doet een mixfonds het in een bear markt beter dan

een aandelenfonds, en in een bull markt slechter. Tussen mixfondsen

onderling bestaan grote verschillen in de percentages aandelen en

obligaties in portefeuille en dus ook grote verschillen tussen het risico en

het verwachte rendement.

Moderne Portefeuille Theorie

De moderne portefeuilletheorie (MPT) is een benadering van beleggen

die ervan uitgaat dat beleggers hun beschikbare vermogen in veel

verschillende effecten investeren in een verhouding die gebaseerd is op

hoe de verwachte rendementen van deze effecten met elkaar

samenhangen. De evaluatie van portefeuillebeslissingen wordt gedaan

door gebruik te maken van Alfa, Beta en de R-kwadraat bij de afweging

van risico versus rendement. Voorstanders van de MPT beweren dat als

de analyse goed wordt uitgevoerd, dit leidt tot optimale

beleggingsportefeuilles. Een portefeuille is optimaal als er bij het

gegeven risiconiveau geen hoger rendement verkregen kan worden.

Morningstar Categorie

Fondsen worden door Morningstar gegroepeerd in categorieën.

Morningstar doet dit niet door naar de doelstelling of het rendement van

een fonds te kijken, maar kijkt vooral naar de portefeuille van het fonds.

In de diverse categorieën vinden we fondsen die onderling vergelijkbaar

Page 47: Dossier Dividend

45

zijn. Bij voorkeur onderzoekt Morningstar van één fonds portefeuilles van

verschillende data om tot een goede beoordeling te komen.

Morningstar Equity Style Box

De Morningstar Equity fund Style Box geeft grafisch weer hoe de

dominante beleggingsstijl van een aandelenfonds is. De Style Box

combineert twee dimensies: Grootte (Large-Caps, Mid-Caps en Small-

Caps) en Waardering (Groei, Gemengd, Waarde), wat resulteert in

negen mogelijke stijlcombinaties. De Style Box geeft onmiddelijk een

indruk wat de focus van een fonds is, en kan de belegger helpen bij het

maken van een portefeuillebeslissing.

Morningstar Fixed Income Style Box

De Morningstar Fixed Income fund Style Box geeft de beleggingsstijl van

een vastrentend fonds weer in een grafische vorm. De box combineert

twee dimensies: Looptijd (Kort, Gemiddeld, Lang) en de

kredietwaardigheid (Hoog, Gemiddeld, Laag), wat resulteert in negen

mogelijke stijlcombinaties. De Style Box geeft onmiddelijk een indruk wat

de focus van een fonds is, en kan de belegger helpen bij het maken van

een portefeuillebeslissing.

Morningstar Rating

De Morningstar Rating is een maatstaf die de voor risico gecorrigeerde

prestaties ten opzichte van andere fondsen in dezelfde Morningstar

Categorie vergelijkt. De rating is gebaseerd op de Stutzer index en maakt

gebruik van drie jaar rendementshistorie. De beste 10% in een bepaalde

categorie krijgt vijf sterren, de volgende 22.5% krijgt vier sterren, de

middelste 35% krijgt drie sterren, de volgende 22.5% krijgt twee sterren

en de slechtst presterende 10% krijgt één ster. Niet alle fondsen hebben

een rating. Sommige fondsen bestaan nog niet lang genoeg, of de

informatie is onvolledig. Ook kan het zijn dat de categorie te klein of te

divers is om tot een zinvolle rating te komen. Het zegt niets over de

kwaliteit van het fonds. Zie ook onze methodologiesectie die u kunt

vinden onder Over Ons.

N NASDAQ

NASDAQ (National Association of Securities Dealers Automated

Quotations) wordt meestal gebruikt om te refereren aan de NASDAQ US

national stockmarket, die in 1971 werd opgericht. De NASDAQ is qua

grootte de tweede beurs van de VS en is 's werelds oudste

electronische beurs. Belangrijke ondernemingen met een notering op de

NASDAQ zijn Intel, Dell Computers, MP3.com, Microsoft en Cisco

Systems.

Netto fondsvermogen

Netto vermogen (net assets) geeft weer hoe groot een beleggingsfonds

is. Netto vermogen wordt meestal weergegeven in miljoenen euro, en

wordt vaak maandelijks gerapporteerd. Het cijfer wordt gebruikt om de

populariteit van een fonds te meten.

New York Stock Exchange (NYSE)

Op Wall Street in New York is de New York Stock Exchange (NYSE) de

oudste en grootste aandelenbeurs van de VS. De S&P 500 en de Dow

Jones Industrial Average zijn de belangrijkste indices die het

koersverloop op de NYSE weergeven.

NMAX

Deel van Amsterdamse beurs dat bestemd is voor jonge bedrijven. De

toelatingseisen voor de Nieuwe Markt zijn soepeler dan voor de officiële

markt, waardoor ook fondsen met een minder uitgebreid track record

een notering kunnen krijgen.

No-load fund

Een no-load fonds is een (buitenlands) beleggingsfonds dat direct bij de

fondsaabieder gekocht wordt zonder het betalen van aankoopkosten of

een andere commissie. De beheervergoeding op een no-load fonds kan

echter wel hoger zijn.

Nutsbedrijven

Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in nutsbedrijven actief op

het gebied van elektrische stroom, gas of water. Voorbeelden zijn E.On,

Electrabel en Veolia.

O Obligatie

Een obligatie is een instrument om vreemd vermogen aan te trekken en

wordt uitgegeven door de overheid of een bedrijf. Gedurende het leven

van een obligatie, ontvangt de obligatiehouder reguliere rentebetalingen

gebaseerd op de couponrente. Er zijn echter uitzonderingen, zoals

zogenoemde zero coupon bonds, welke geen rente uitkeren en daarom

worden uitgegeven tegen een koers die ver onder de nominale waarde

van de obligatie ligt.

Obligatiefonds

Een obligatiefonds belegt vooral in obligaties met als doel een stabiele

stroom van inkomsten en/of koersresultaat voor beleggers te genereren.

De waarde van een obligatiefonds beweegt tegenovergesteld aan

veranderingen in de kapitaalmarktrente.

Omzet

De omzet binnen de beleggingsportefeuille geeft weer hoe actief een

fondsmanager gedurende een jaar heeft gehandeld. Het wordt

weergegeven als percentage van het totale vermogen van een fonds.

Een omzet van 20% bijvoorbeeld, betekent dat de fondsmanager

eenvijfde van portefeuille heeft omgezet in andere posities. Een omzet

van 100% echter betekent niet dat iedere positie uit de portefeuille is

verkocht. Het percentage geeft een indicatie van het percentage van de

portefeuilleposities die zijn veranderd in het afgelopen jaar.

Open end beleggingsfonds

Een open end beleggingsfonds is een collectieve belegging waarvan het

Page 48: Dossier Dividend

46

aantal aandelen kan variëren. Als er per saldo vraag is naar het fonds,

worden extra aandelen uitgegeven. Als er meer aanbod dan vraag is,

koopt het fonds aandelen in.

Opkomende markt

Een opkomende markt (emerging market) is een financiële markt van

een ontwikkelingsland. Een belegging in een opkomende markt wordt

vaak gezien als risicovol vanwege (potentiële) politieke problemen,

economische instabiliteit, een kort track record en illiquiditeit.

Oprichtingsdatum

De oprichtingsdatum is de datum waarop een fonds van start is gegaan.

P P/B

P/B, Price-to-Book, is een financieel kengetal dat wordt berekend door

de koers van een aandeel te delen door de boekwaarde van een

onderneming (eveneens gemeten per aandeel). Deze ratio vergelijkt de

marktwaarde van een onderneming met de boekwaarde. Voor een

onderneming die bijvoorbeeld verhandeld wordt tegen een koers die

enkele malen hoger is dan de boekwaarde, wordt door beleggers een

groei verwacht, die in de toekomst de boekwaarde zal verhogen. Een

lage P/B duidt er meestal op dat beleggers denken dat bepaalde

bedrijfsonderdelen te hoog gewaardeerd worden op de balans van de

onderneming.

P/CF

P/CF, staat voor Price-to-Cash Flow, en is een financieel kengetal welke

wordt berekend door de koers van een aandeel te delen door de cash

flow per aandeel, waar de cash flow grofweg gesproken de winst plus

afschrijving is. Een P/CF van 10 indiceert bijvoorbeeld dat tegenover

iedere euro die een onderneming binnenkomt, de aandelenkoers

tienmaal zo hoog is. Wat redelijke en normale P/CF verhoudingen zijn,

verschilt van sector tot sector. In kapitaalintensieve sectoren ligt de P/CF

verhouding doorgaans een stuk lager dan in minder kapitaalintensieve

sectoren zoals software.

Paraplufonds

Een paraplufonds (umbrella fund) is een soort fonds waaronder

verschillende subfondsen 'hangen'. Deze subfondsen hebben een van

elkaar afwijkende beleggingsstrategie. Beleggers kunnen soms van het

ene subfonds naar het andere switchen tegen gereduceerde kosten.

Paris Bourse

De Paris Bourse is de Franse nationale aandelenmarkt welke onderdeel is

van de Euronext, de combinatie van de beurzen van Amsterdam, Brussel

en Parijs.

Penny stocks

Een penny stock is een meestal volatiel aandeel van een risicovol bedrijf

met een lage marktkapitalisatie. De koers van een penny stock bedraagt

vaak niet meer dan enkele tientallen centen.

Performance

De performance of het rendement van een fonds geeft weer hoe de

waarde van een belegging is gegroeid (of gedaald) over een bepaalde

periode. Beleggers vergelijken de rendementen van fondsen om de

prestaties van vergelijkbare fondsen tegen elkaar af te zetten.

Performance-evaluatie

Performance-evaluatie is een proces dat uit twee stappen bestaat om

de prestaties van een fondsmanager te beoordelen. Allereerst kijken we

of een fonds het beter deed dan zijn benchmarkindex. De tweede stap is

het evalueren van de methodes die gebruikt zijn om deze opbrengst te

realiseren.

Periodiek

Het minimale periodieke beleggingsbedrag is het minimum bedrag dat u

periodiek moet storten als u wilt deelnemen in een beleggingsfonds.

Periodiek beleggen

Periodiek beleggen houdt in dat een belegger meestal maandelijks (via

een machtiging of periodieke overschrijving) geld inlegt in een

beleggingsfonds.

Portefeuille

Portefeuille is een verzameling van aandelen, obligaties of andere

beleggingen. Zie ook Diversificatie.

Portefeuilletype

Er zijn twee typen portefeuilles: quick en transactieportefeuilles. Een

quick portefeuille is de eenvoudigste manier om een portefeuille aan te

maken. Een transactieportefeuille biedt zeer uitgebreide mogelijkheden,

zoals het verwerken van aankopen, verkopen, dividenden en splitsingen.

Positie

Een positie is een belegging. Een fonds dat in Microsoft belegt heeft een

positie in die onderneming. Een belegger kan posities innemen in

fondsen, aandelen of andere beleggingen.

Preferente aandelen

Preferente aandelen zijn vormen van eigen vermogen die een vooraf

vastgesteld dividend uitkeren, terwijl het dividend op gewone aandelen

varieert en soms zelfs nihil is. Preferente aandelen kennen vaak geen

stemrecht, tenzij de onderneming niet in staat is het vastgestelde

dividend uit te keren. Houders van preferente aandelen hebben bij

liquidatie van een onderneming voorrang op houders van gewone

aandelen.

Premium ten opzichte van intrinsieke waarde

Wanneer een beleggingsfonds noteert tegen een premie boven de

intrinsieke waarde, is de koers hoger dan de nettowaarde van het fonds

(per aandeel). Closed end beleggingsfondsen kunnen een hoge premie

noteren. De premie wordt meestal uitgedrukt als percentage, en geeft

weer hoeveel meer beleggers voor de aandelen willen betalen dan de

aandelen op dat moment volgens het beleggingsfonds waard zijn.

Page 49: Dossier Dividend

47

Prospectus

Een prospectus is een formele verklaring van een fonds, die wordt

uitgegeven voordat de aandelen worden aangeboden aan het publiek. In

deze verklaring zet het fonds zijn doelstelling, de kosten, en andere feiten

die de belegger moet weten om een geïnformeerde beslissing te nemen.

R Ranking binnen categorie

Ranking binnen categorie meet op een schaal van 1-100 hoe een fonds

gepresteerd heeft ten opzichte van de andere fondsen in de categorie.

Hierbij geeft 1 aan dat het fonds zeer goed heeft gepresteerd en 100

geeft aan dat het fonds qua performance binnen zijn categorie de

hekkensluiter is.

Redemption fee

Verkoopkosten zijn kosten die bij een belegger in rekening worden

gebracht als hij zijn aandelen in een beleggingsfonds verkoopt. Bij

buitenlandse fondsen worden de verkoopkosten vaak lager naar mate

een belegger langer in een fonds heeft gezeten, na drie of vijf jaar zijn de

kosten vaak nul. Deze kostenstructuur moet beleggers ervan

weerhouden om te snel hun middelen weer uit de fondsen te halen.

Relatief tov Categorie

Morningstar laat zien hoe de sector of regionale gewichten van een

fonds zich verhouden met het gemiddelde gewicht in de categorie

waarin het fonds is ingedeeld. Het categoriegemiddelde wordt op 1.00

gezet. Staat er bijvoorbeeld bij Financiële Dienstverlening 1.5, dan

betekent dit dat het fonds 1.5 maal zoveel (50% meer) als andere

fondsen uit de categorie (gemiddeld genomen) in deze sector belegt.

Rendement

Rendement of total return of totaalrendement is de procentuele totale

opbrengst op een belegging over een bepaalde periode en bestaat uit de

som van koerswinst en uitgekeerde dividenden. De total return moet niet

worden verward met het dividendrendement.

Rentetermijnstructuur

De yield curve, of rentetermijnstructuur, is een grafiek die het verband

weergeeft tussen de looptijd van een vastrentende belegging enerzijds

en de daarop te ontvangen marktrente anderzijds. Een normale yield

curve laat een stijgend verloop zien omdat de spaarrente doorgaans

lager is dan de kapitaalmarktrente. Als iemand zijn geld voor een langere

periode uitleent, eist hij een hogere vergoeding dan bij een lening over

een korte termijn.

Risicopremie

Het geëiste rendement op een belegging of investering minus de

risicovrije rente (de rente die de meest kredietwaardige partners elkaar

in rekening brengen). De risicopremie geeft dus weer welke vergoeding

wordt gevraagd voor het lopen van risico op een belegging. Wordt veel

gebruikt bij de analyse van obligaties.

Risicoprofiel

Het balkje waarboven ‘Risicoprofiel’ staat, geeft weer hoe hoog de

volatiliteit van een fonds is. Dit wordt gemeten aan de hand van de

standaarddeviatie van het fonds. Fondsen met een lage volatiliteit

hebben een standaarddeviatie tussen de 0 en 13.34. De fondsen met

een gemiddeld risicoprofiel, hebben een standaarddeviatie die valt

tussen de 13.34 en 26.67. Een fonds met een standaarddeviatie boven

de 26.67 heeft een hoog risico.

R-kwadraat

De R-kwadraat is dat gedeelte in het rendement van een fonds dat

verklaard kan worden door bewegingen in zijn benchmarkindex. Een R-

kwadraat van 1 indiceert dat alle bewegingen in de index gevolgd

worden door bewegingen in het rendement van het fonds. Als een fonds

alleen in indexaandelen belegt, zal het meestal een R-kwadraat dicht bij

1 kennen. Als een R-kwadraat omgekeerd laag is, betekent dit dat

slechts een klein gedeelte van het rendement van een fonds wordt

verklaard door de index. R-kwadraat wordt ook wel gebruikt in

combinatie met beta. Een hoge R-kwadraat geeft aan dat de Beta

betrouwbaar is. Een minder hoge R-kwadraat impliceert een

insignificante beta.

S S&P 500

De S&P 500 is een index die bestaat uit 500 grote en meestal

kredietwaardige ondernemingen uit de VS.

Sectorfondsen

Sectorfondsen zijn fondsen die in één bepaalde sector beleggen zoals

technologie, media, biotechnologie of de financiële dienstverlening.

Vanwege de nauwe focus, zijn sectorfondsen vaak wat risicovoller dan

breder beleggende fondsen. Het rendement kan sterk fluctueren omdat

de sectorvoorkeuren van beleggers door de tijd heen vaak veranderen.

Securities and Exchange Commission (SEC)

Deze Amerikaanse toezichthouder werd opgericht in 1934 en moet

beleggers beschermen tegen malafide praktijken op de effectenmarkten

zodat deze markten op een goede wijze functioneren. De SEC maakt

regels waaraan alle ondernemingen die in de VS effecten aanbieden,

moeten voldoen.

SEDOL

SEDOL staat voor Stock Exchange Daily Official List en is een

identificatiecode voor Europese effecten van zeven karakters.

Sharpe Ratio

De Sharpe Ratio geeft de prestaties van een beleggingsfonds weer,

waarbij gecorrigeerd wordt voor risico. De Sharpe Ratio is ontwikkeld

door de nobelprijswinnaar William Sharpe. De maatstaf wordt berekend

door gebruik te maken van de standaarddeviatie en de opbrengst van

een fonds boven de risicovrije voet en geeft weer hoeveel rendement er

Page 50: Dossier Dividend

48

per eenheid risico is behaald. Hoe hoger de Sharpe Ratio, hoe beter de

risicogecorrigeerde prestaties van een beleggingsfonds. De Sharpe Ratio

over een bepaalde periode wordt berekend door de geännualiseerde

performance van een fonds te berekenen, daarvan de risicovrije voet

over dezelfde periode af te trekken en de uitkomst vervolgens door de

standaarddeviatie van de performance van het fonds te delen. De Sharpe

Ratio kan worden gebruikt om de prestaties van twee vergelijkbare

fondsen te beoordelen.

Short

Short' zitten betekent dat men een effect hebt verkocht zonder dat men

het in bezit had. Een individu of een fonds kan bijvoorbeeld een aandeel

verkopen welke hij niet in portefeuille heeft. Hij zal dan in de toekomst

alsnog dat aandeel moeten kopen om aan de levering te voldoen. Deze

strategie kan worden toegepast als men verwacht dat de koers van het

betreffend aandeel zal gaan dalen. De winstmarge op deze strategie is

het verschil tussen de koers op het moment van verkoop, en de koers op

het moment dat desbetreffend aandeel wordt aangekocht.

SICAV

SICAV staat voor Sociétés d'Investissement à Capital Variable en is een

open-end beleggingsfonds. De meeste fondsen in Luxemburg zijn

SICAV's.

Small Cap

Aandelen met een kleine marktkapitalisatie.

Software

Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in ondernemingen die

actief zijn in het ontwerp en marketing van operationele systemen en

applicaties. Voorbeelden zijn Microsoft, SAP en Siebel Systems.

Splitsing

Een stock split of splitsing vindt plaats wanneer een onderneming het

aantal uitstaande aandelen verhoogt, zonder de eigendomsverhoudingen

te wijzigen. De koers van een aandeel wordt lager, waardoor ook

kleinere beleggers de eerder hooggeprijsde aandelen kunnen kopen. Een

aandeel dat bijvoorbeeld EUR 250 kost, kan worden gesplitst in 10

aandelen die dan ieder EUR 25 noteren. Een split kan zowel bij een

gewoon aandeel als bij een beleggingsfonds plaatsvinden. In het laatste

geval zal de belegger meer aandelen van een beleggingsfonds in bezit

krijgen die dezelfde waarde vertegenwoordigen als voor de splitsing.

Standaarddeviatie

De standaarddeviatie is een statistische maatstaf die de spreiding

rondom een gemiddelde meet. De standaarddeviatie voor een fonds

geeft weer hoe rendementen in een bepaalde periode van elkaar

varieerden. Beleggers gebruiken de standaarddeviatie over een bepaalde

periode als maatstaf voor risico die vervolgens weer gebruikt kan

worden om te voorspellen in welke range toekomstige rendementen

waarschijnlijk zullen voorkomen. Wanneer een fonds een hoge

standaarddeviatie heeft, is de voorspelde range breder, wat een hogere

volatiliteit impliceert. De standaarddeviatie kan gebruikt worden om het

risico van een bepaald fonds te meten. Voor het meten van het risico

van een portefeuille van meerdere fondsen is de standaarddeviatie

minder geschikt omdat de standaarddeviatie van een portefeuille niet

alleen afhangt van de standaarddeviatie van de onderdelen van de

portefeuille, maar ook van de correlatie tussen de fondsrendementen.

Als rendementen van een fonds een normale verdeling kennen, dan zal

het rendement in ongeveer 68% van de gevallen binnen één

standaarddeviatie van het gemiddelde vallen. In 95% van de gevallen

valt het rendement binnen de bandbreedte die wordt gevormd door

twee standaarddeviaties bij het gemiddelde rendement op te tellen en af

te trekken.

Stijl

De term stijl wordt vaak gebruikt om een beleggingsaanpak te

karakteriseren. Morningstar refereert vaak aan beleggingsstijl in de

context van een waarde-aanpak of een groeiaanpak.

Stock dividend

Dividend uitgekeerd in aandelen.

Surséance

Surséance van betaling wordt door een rechter aan een bedrijf verleend

indien het tijdelijk niet aan zijn verplichtingen jegens debiteuren kan

voldoen. Tijdens de periode van uitstel kunnen crediteuren geen

faillissement aanvragen.

Switch fee

Kosten die in rekening worden gebracht (in plaats van reguliere aan- en

verkoopkosten) wanneer men overstapt van het ene naar het andere

fonds binnen een fondsfamilie.

Switchen

Switchen is het overbrengen van geld in het ene fonds van een

fondsaanbieder naar een andere fonds van dezelfde aanbieder.

T Telecommunicatie

Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in ondernemingen die

voorzien in communicatiediensten en daarbij vaste of draadloze

netwerken gebruiken en of diensten op dit gebied aanbieden.

Vorobeelden zijn Swisscom, Vodafone en Telefonica.

The City

De City staat ook bekend als de Square Mile. De City is het hart van het

financiële district in Londen.

Tijgers

De Tijgers of de vier Tijgers zijn Hongkong, Singapore, Taiwan en Zuid-

Korea.

Totaal rendement

De total return of (totaal) rendement is de procentuele totale opbrengst

op een belegging over een bepaalde periode en bestaat uit de som van

Page 51: Dossier Dividend

49

koerswinst en uitgekeerde dividenden. De total return moet niet worden

verward met het dividendrendement.

Tracker

Trackers of ETF's zijn geen traditionele beleggingsfondsen; ze

combineren aspecten van beleggingsfondsen met indices en bieden van

beiden de voordelen. Men zou ETF's indexaandelen kunnen noemen.

Sinds begin 2001 worden ETF's verhandeld op de Amsterdamse beurs

(onder andere I-shares). De ETF's of trackeraandelen volgen zeer

nauwkeurig een index en worden net als een indexfonds passief

gemanaged. ETF's worden via een gewone commissionair of broker op

de beurs aangekocht tegen de reguliere tarieven die gelden voor

aandelentransacties.

Tracker fund

Een tracker fund is een fonds dat een bepaalde index volgt en probeert

hetzelfde rendement te behalen als deze index. De fondsmanager

bestudeert de samenstelling en veranderingen van de index om deze

nauwkeurig te volgen. Wordt ook vaak indexfonds genoemd.

Tracking error

De tracking error is een maatstaf die meet hoe dicht een fondsmanager

bij zijn benchmarkindex blijft. Als fonds A een tracking error heeft van 2%

en fonds B een tracking error van 4% dan betekent dit dat fonds B zich

grotere vrijheden heeft gepermitteerd ten opzichte van zijn

benchmarkindex dan fonds A. De portefeuille van fonds A lijkt meer op

de benchmark dan de portefeuille van fonds B. Een tracking error van 0%

betekent dat een fonds de index precies volgt.

U UCITS

UCITS staat for Undertakings for Collective Investment in Transferable

Securities. De term refereert aan een richtlijn van de Europese Unie, die

vaststelt waaraan een in de EU gevestigd fonds moet voldoen om

verkocht te mogen worden in alle EU landen. De UCITS richtlijn heeft als

doel beleggingsrichtlijnen in Europa te vereenvoudigen en beleggers

meer bescherming te bieden. In Nederland wordt UCITS ook wel ICBE

genoemd.

Unit-linked

Unit-linked betekent gekoppeld aan een (pensioen)verzekering. Unit-

linked beleggingsfondsen zijn alleen toegankelijk via deelname in

producten als een beleggingshypotheek, koopsompolis en

pensioenverzekeringen.

V

Vastrentend fonds

Een vastrentend fonds is een fonds dat belegt in effecten die op een

reguliere basis vaste inkomsten genereren, meestal obligaties,

geldmarktinstrumenten of preferente aandelen.

Verkoopkosten

Verkoopkosten zijn kosten die bij een belegger in rekening worden

gebracht als hij zijn aandelen in een beleggingsfonds verkoopt. Bij

buitenlandse fondsen worden de verkoopkosten vaak lager naar mate

een belegger langer in een fonds heeft gezeten, na drie of vijf jaar zijn de

kosten vaak nul. Deze kostenstructuur moet beleggers ervan

weerhouden om te snel hun middelen weer uit de fondsen te halen.

Vermogensbeheer

Vermogensbeheer, ook wel asset management is de algemene term

voor het beheren van een portefeuille van een groep assets, zoals

aandelen, obligaties of kas.

Vermogensstructuur

De vermogensstructuur is de wijze waarop een onderneming is

gefinancierd door investeerders. De meest basale kwestie bij het

aantrekken van vermogen is de keuze tussen eigen vermogen (aandelen)

of vreemd vermogen (obligaties). De verhouding tussen vreemd

vermogen en het totale vermogen, de debt ratio, is het meeste gebruikte

kengetal voor het weergeven van de vermogensstructuur.

Vlaggenschip

Het vlaggenschip is meestal het oudste fonds van een fondsaanbieder of

het fonds dat zeer veel vermogen heeft aangetrokken. Zulke fondsen

dragen vaak de naam van de vermogensbeheerder.

Volatiliteit

Volatiliteit is de geobserveerde mate van beweeglijkheid in de koers van

een effect. De standaarddeviatie is de meest gebruikte maatstaf om

volatiliteit te meten. Volatiliteit en standaarddeviatie worden gebruikt als

indicatie van het risico van een belegging. (Zie Standaarddeviatie.)

Voortschrijdende rendementen

Het voortschrijdend rendement geeft de beleggingsopbrengsten (total

return) over recente periodes weer. Die periode kan een jaar, maand,

week of dag zijn. Op 14 maart bijvoorbeeld beslaat het 1-jaars

voortschrijdend rendement een periode van 15 maart 2000 tot 14 maart

2001. Het 1-week voortschrijdend rendement geeft op die dag de

opbrengst over de periode van 8 tot 14 maart 2001 weer.

W Waarde

Waarde is een karakterisering voor een beleggingsaanpak waarbij de

belegger ondergewaardeerde aandelen koopt.

Page 52: Dossier Dividend

50

Wereldwijd fonds

Een wereldwijd fonds belegt in internationale aandelen of obligaties.

Winst

De (netto)winst of earnings van een onderneming zijn het inkomen van

een onderneming gedurende een bepaalde periode. De nettowinst wordt

berekend door van de omzet, de operationele kosten, afschrijvingen,

belasting en andere kosten af te trekken.

Winst per aandeel

De Winst per Aandeel (WPA) of Earnings per Share (EPS) is de totale

winst van een onderneming gedeeld door het aantal uitstaande

aandelen. De WPA geeft de winstgevendheid van een onderneming

weer, gezien door de ogen van een aandeelhouder. De WPA wordt

gebruikt om de Koerswinstverhouding (K/W) of P/E te berekenen.

Y

Year to Date

Year to Date (YTD) betekent in het Nederlands: vanaf vorig jaareinde.

Onder YTD vindt u dus het rendement van een beleggingsfonds vanaf de

laatste jaarwisseling. Het geeft antwoord op de vraag hoe het fonds tot

nu toe in het lopende jaar heeft gepresteerd.

Yield

Yield is het uitbetaalde inkomen uit een belegging uitgedrukt als een

percentage. De uitbetaalde inkomsten kunnen bestaan uit dividend of

rente. In het geval van een uitgekeerd dividend, wordt er ook gesproken

van dividendrendement. Yield moet niet worden verward met Total

Return.

Yield curve

De yield curve, of rentetermijnstructuur, is een grafiek die het verband

weergeeft tussen de looptijd van een vastrentende belegging enerzijds

en de daarop te ontvangen marktrente anderzijds. Een normale yield

curve laat een stijgend verloop zien omdat de spaarrente doorgaans

lager is dan de kapitaalmarktrente. Als iemand zijn geld voor een langere

periode uitleent, eist hij een hogere vergoeding dan bij een lening over

een korte termijn.

Page 53: Dossier Dividend

51

Dossier Dividend Alle informatie over dividend beleggen in een boekwerk. Voor deze

eenmalige uitgave is alle informatie van Morningstar over dividend

beleggen gebundeld tot een geheel.

Morningstar Benelux

De Entree 246

1101EE Amsterdam

Nederland

© 2012 Morningstar. Alle rechten voorbehouden. De informative in dit document is eigendom van Morningstar en/of haar dataleveranciers en wordt door

copyright en intellectueel eigendomsrecht beschermd. Het is niet toegestaan deze informative in eender welke vorm de reproduceren, verkopen,

publiceren. Noch zal deze informative mogen dienen ter creatie, promotie en/of handel rond de inhoud zonder voorafgaandelijke schriftelijke goedkeuring

van Morningstar. De informative is bedoeld voor privaat en niet-commercieel gebruik.

?