Download - 1603712993 nvt kennisagenda2020 - NVTnet.nl
KENNISAGENDANederlandse Vereniging
voor Thoraxchirurgie
2
KENNISAGENDA • NVT
3
KENNISAGENDA • NVT
Samenstelling van de projectgroep
• D
r. L.M. de H
eer (voorzitter), cardio-thoracaal chirurg, Leids Universitair
Medisch Centrum
, Leiden/ Universitair M
edisch Centrum U
trecht, Utrecht
• D
r. F. Akca, cardio-thoracaal chirurg i.o., Catharina Ziekenhuis, Eindhoven•
Prof. dr. A.J.J.C. Bogers, cardio-thoracaal chirurg, Erasmus M
C, Rotterdam•
Dr. W
. Stooker, cardio-thoracaal chirurg, OLVG
Amsterdam
• D
r. S. Bemelm
ans-Lalezari, cardio-thoracaal chirurg, Universitair M
edisch Centrum
Utrecht, U
trecht•
Prof. dr. P.W. Boonstra, cardio-thoracaal chirurg, M
edisch Centrum
Leeuwarden (tot april 2020)
• D
rs. F. Porta, cardio-thoracaal chirurg, Medisch Centrum
Leeuwarden (vanaf
april 2020)
Met ondersteuning van:
• D
rs. D. Leereveld, senior adviseur Kennisinstituut
van de Federatie Medisch Specialisten
• D
rs. B.L. de Geest, junior adviseur Kennisinstituut
van de Federatie Medisch Specialisten
INHOUD
Samenvatting
4
01. Inleiding 6
02. Methode
102.1 Inventarisatie kennishiaten
11Όλλϰ
AßãěŊÿżÙ¾ŊÿãϰĐãěěÿłüÿ¾ŊãěϰÿěϰľÿÙüŊēÿČěãěϰ
ΌλλΌϰAßãěŊÿżÙ¾ŊÿãϰŢ¾ěϰĐãěěÿłüÿ¾Ŋãěϰ÷ãěĢãęßϰßĢĢľϰ
ϰēãßãěϰŢ¾ěϰßãϰZ
�ϰ
ΌλλϰAßãěŊÿżÙ¾ŊÿãϰŢ¾ěϰĐãěěÿłüÿ¾ŊãěϰßĢĢľϰĻ¾ŊÿíěŊãěŢãľãěÿ÷ÿě÷ãěϰãěϰĢŢãľÿ÷ãϰØãē¾ě÷üãØØãěßãěϰ
ΌΌλλΎϰ�ĢŊ¾¾ēϰ÷ãĄßãěŊÿżÙããľßãϰĐãěěÿłüÿ¾Ŋãěϰ
Ό2.2 Prioritering en opstellen kennisagenda
13ΌλΌλϰyľÿĢľÿŊãľÿě÷łØÿČããěĐĢę
łŊϰ
ΌλΌλΌϰXãŊüĢßÿãĐϰĢĻłŊãēēãěϰßãżěÿŊÿãŢãϰĐãěěÿł¾÷ãěß¾ϰ
Ύ2.3 Inzicht in w
etenschappelijke activiteiten 15
03. Resutaten
163.1
Top 9 onderzoeksvragen 17
λλϰ�ĢãēÿÙüŊÿě÷ϰØÿČϰŊĢĻϰΓϰĢěßãľűĢãг޾¾÷ãěϰ
Βλλϰ�
¾ěłēŏÿŊãěϰØÿČϰľÿÙüŊēÿČěãěϰΌΑ
3.2 Inzicht in wetenschappelijke activiteiten
28λΌλϰ
ľ¾÷ãěēÿČłŊϰÙ¾ľßÿĢϒŊüĢľ¾Ù¾ēãϰÙüÿľŏľ÷ÿãϰΌΒ
04. Implem
entatie 30
Ύλϰϰ`ľ÷¾ěÿł¾Ŋÿãϰãěϰżě¾ěÙÿãľÿě÷ϰ
4.2 N
etwerken
32
05. Literatuur 34
06. Bijlagen 40
Bijlage 1 Afkortingenlijst
41Bijlage 2 R
ichtlijnen 43
Bijlage 3 Patiëntenorganisaties en overige belanghebbenden 44
Bijlage 4 Geprioriteerde kennishiaten m
et minder dan 6 stem
men
45Bijlage 5 Brief Patiëntenfederatie
50
MET
ON
DER
STEU
NIN
G VA
NKennisinstituut van de Federatie M
edisch Specialisten
FINA
NCIER
ING
Stichting Kwaliteitsgelden M
edisch Specialisten
INIT
IATIEF
Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie
4
KENNISAGENDA • NVT
5
KENNISAGENDA • NVT
Voor een deel van het cardio-thoracale chirurgisch handelen is er een beperkte bew
ijslast. De N
VT hecht er waarde aan dat het cardio-thoracaal chirurgisch
handelen zoveel mogelijk is gebaseerd op w
etenschappelijk bewijs (“evidence
based”) en dat zogenoemde kennishiaten w
orden opgelost. Kennishiaten zijn - door een gebrek aan w
etenschappelijke onderbouwing - onopgeloste vraag-
stukken in de alledaagse praktijk van de cardio-thoracale chirurgie. Met dit doel
voor ogen is het project ‘Kennisagenda NVT’ gestart. D
it rapport beschrijft de m
ethode waarop de kennishiaten zijn geïnventariseerd en geprioriteerd m
et als uiteindelijke resultaat een top-9 van kennishiaten over de cardio-thoracale chirurgie. D
aarnaast geeft dit rapport een zo compleet m
ogelijk overzicht van de onder-zoekslijnen in de N
ederlandse ziekenhuizen binnen de cardio-thoracale chirurgie.
Uitvoering
Deze N
VT kennisagenda dient als basis voor een continu proces. De geprioriteer-
de kennishiaten worden uitgew
erkt tot onderzoeksvoorstellen, waarbij ook pati-
entvertegenwoordigers w
orden betrokken. Dit zal zoveel m
ogelijk in m
ulticentrisch verband worden gedaan, om
de aansluiting met de praktijk en de
implem
entatie in de klinische routine zo veel mogelijk te borgen.
'H�ȴQDQFLHULQJ�YDQ�GH�JHSULRULWHHUGH�RQGHU]RHNHQ�NDQ�ORSHQ�YLD�GH�DDQYUDDJ�
van reguliere subsidies bij de ZonMw
programm
a’s Doelm
atigheidsOnderzoek of
Goed G
ebruik Geneesm
iddelen, of via andere mogelijke subsidiebronnen, zoals
het landelijke Programm
a Zorgevaluatie en Gepast G
ebruik. N
aar verwachting zal eens per vijf jaar de kennisagenda w
orden herzien, dit is afhankelijk van de uitvoering van de onderzoeken en de actualiteiten uit het veld.
SAMENVATTIN
GTop 9 kennishiatenD
e top 9 die op basis van de prioriteringsbijeenkomst en discussie binnen de
werkgroep is sam
engesteld ziet er, in willekeurige volgorde, als volgt uit:
Wat is de invloed van chirurgie (en
anesthesie) op een imm
unologi-sche tum
or respons, bij patiënten m
et een primair longcarcinoom
?
Wat is de optim
ale behandeling van een hem
atothorax, pneumo-
thorax en pleuraempyeem
: chirurgie versus drainage?
Wat is de beste perioperatieve
bloedverdunning bij patiënten die een CA
BG m
oeten ondergaan?
Is de hybride revascularisatie (M
ID-CA
B met LIM
A-LA
D en PCI
van de overige stenosen) gelijk aan volledige revascularisatie m
et CABG
?
Wat is de veiligheid en w
erkzaam-
heid van antistollingsmiddelen bij
mechanische hartklepprothesen?
Wat is de plaats van een D
OAC
in plaats van een vitamine K
antagonist na mitralisklepplastiek
of een mitralisklep bioprothese?
Hoe w
ordt ervoor gezorgd dat de hersenschade na een operatie aan de thoracale aorta zoveel m
ogelijk beperkt w
ordt?
Wanneer is chirurgische
interventie te prefereren boven transcatheterinterventie bij een ernstige aortaklepstenose?
Hoe kan de inform
atie naar de (ouders van de) patiënt over de ingreep het beste w
orden gegeven?
7
KENNISAGENDA • NVT
6
KENNISAGENDA • NVT
Voor een deel van het cardio-thoracale chirurgisch handelen is er een beperkte bew
ijslast. De N
VT hecht er waarde aan dat het cardio-thoracaal chirurgisch
handelen zoveel mogelijk is gebaseerd op w
etenschappelijk bewijs (“evidence
based”) en dat zogenoemde kennishiaten w
orden opgelost. Kennishiaten zijn - door een gebrek aan w
etenschappelijke onderbouwing - onopgeloste vraag-
stukken in de alledaagse praktijk van de cardio-thoracale chirurgie. Met dit doel
voor ogen is recent het project ‘Kennisagenda NVT’ gestart. D
eze te ontwikkelen
kennisagenda omvat een overzicht en prioritering van kennishiaten en een plan
van aanpak hoe deze kennishiaten door middel van zorgevaluatieonderzoek
kunnen worden ingevuld. Bij zorgevaluatieonderzoek gaat het om
klinisch evalua-WLHRQGHU]RHN�QDDU�GH�HHFWLYLWHLW�YDQ�EHVWDDQGH��EUHHG�LQJHEXUJHUGH�]RUJ��U
iteindelijke doelstelling is zinnige zorg en daarmee gezondheidsw
inst voor de patiënt. G
eagendeerde onderwerpen hebben daarom
speciale aandacht van subsidieverstrekkers.
Het ideaal is een integraal kw
aliteitsbeleid, waarbij de verschillende instrum
enten in sam
enhang ontwikkeld, toegepast, geëvalueerd en verbeterd w
orden. Het inte-
JUDDO�NZDOLWHLWVEHOHLG�NDQ�JUDȴVFK�Z
RUGHQ�ZHHUJHJHYHQ�LQ�GH�]RJHQRHP
GH�ȆNZDOL-
WHLWVFLUNHOȇ��ȴJXXU����)HGHUDWLH�0HGLVFK�6SHFLDOLVWHQ���������'
H]H�NZDOLWHLWVFLUNHO�
geeft een aantal stappen of stadia weer:
����KHW�EHVFKULMYHQ�YDQ�JRHGH�]RUJ�LQ�ULFKWOLMQHQ�YRRU�KHW�PHGLVFK�KDQGHOHQ�HQ�
deze op regelmatige basis bijstellen aan de hand van nieuw
e inzichten en studies;
2. het implem
enteren van deze richtlijnen door aanpassingen en vernieuwingen
door te voeren in de dagelijkse zorg;3. het evalueren van de im
plementatie. M
et andere woorden: het m
eten of de aanpassingen en vernieuw
ingen ook daadwerkelijk w
orden uitgevoerd in de praktijk en of hierdoor de kw
aliteit van zorg verbetert of dat er nog aanpassin-gen nodig zijn.
Op basis van deze evaluatie kan de im
plementatie verbeterd w
orden en/of geconstateerd w
orden dat er kennishiaten zijn en dat er nieuwe kennis nodig is
om richtlijnen aan te passen. H
ierna zijn we w
eer terug bij de eerste stap van de FLUNHO��2
S�GH]H�PDQLHU�YLQGW�]RUJHYDOXDWLH�SODDWV��Z
DW�ZRUGW�JHGHȴQLHHUG�DOV�
NOLQLVFK�HYDOXDWLHRQGHU]RHN�QDDU�GH�HHFWLYLWHLW�YDQ�EHVWDDQGH�]RUJ��1DDVW�]RUJH-
valuatie is ook innovatie onderdeel van de primaire zorgverlening en zijn beide
noodzakelijk voor continue verbetering van kwaliteit van zorg.
01.IN
LEIDIN
G
8
KENNISAGENDA • NVT
9
KENNISAGENDA • NVT
Het doel van het project is te kom
en tot een kennisagenda met een beschrijving
van de belangrijkste kennishiaten en een plan van aanpak hoe deze met w
eten-schappelijk onderzoek in te vullen. D
aarnaast zijn de huidige onderzoeksvelden van de cardio-thoracale chirurgie in N
ederland na input van de verschillende centra zo com
pleet mogelijk in kaart gebracht. D
e NVT w
il hiermee een im
puls geven aan het versterken van zorg die berust op w
etenschappelijk bewijs, w
aar-GRRU�GH�]RUJ�Hɝ
FLQWHU��YHLOLJHU�HQ�GRHOPDWLJHU�Z
RUGW�
Leeswijzer
Hoofdstuk 2 beschrijft de toegepaste m
ethode voor het opstellen van de kennis-agenda N
VT. De resultaten van het project w
orden beschreven in hoofdstuk 3. H
oofdstuk 4 gaat in op de stappen die nodig zijn voor de implem
entatie en prak-tische realisatie van de kennisagenda.
Opleiding
Beschrijven goede zorg
Zorgevaluatie
InnovatieMeten en evalue-
renIm
plementeren
)LJXXU����.ZDOLWHLWVFLUNHO��)HGHUDWLH�0
HGLVFK�6SHFLDOLVWHQ��������
10
KENNISAGENDA • NVT
11
KENNISAGENDA • NVT
De kennisagenda bestaat uit drie delen:
����LQYHQWDULVDWLH�YDQ�NHQQLVKLDWHQ�ELQQHQ�GH�FDUGLR�WKRUDFDOH�FKLUXUJLH�2. inventarisatie van de huidige w
etenschappelijke activiteiten op het gebied van de cardio-thoracale chirurgische zorg in N
ederland;3. opstellen van een lijst m
et geprioriteerde kennishiaten die de komende jaren
de kennisagenda van de NVT zullen bepalen.
2.1 Inventarisatie kennishiaten
De inventarisatie van kennishiaten en de w
etenschappelijke onderbouwing van
de cardio-thoracale chirurgische zorg heeft plaatsgevonden middels een analyse
van richtlijnen, alsmede door een enquête onder leden van de N
VT en overige belanghebbenden, zoals patiëntenverenigingen en zorgverzekeraars.
ΌλλϰAßãěŊÿżÙ¾ŊÿãϰĐãěěÿłüÿ¾ŊãěϰÿěϰľÿÙüŊēÿČěãě5LFKWOLMQHQ�GLH�YDQDI������]LMQ�XLWJHNRP
HQ�HQ�ZDDUYDQ�GH�P
RGXOHV�UHOHYDQW�w
erden geacht door de werkgroep, zijn m
eegenomen in de inventarisatie op
NHQQLVKLDWHQ��'DDUQDDVW�]LMQ�RRN�GH�(XURSHVH�ULFKWOLMQHQ�YDQDI������P
HHJHQR-PHQ��P
�X�Y��HHQ�ULFKWOLMQ�XLW������GLH�RRN�QRJ�VWHHGV�UHOHYDQW�LV�YRRU�GH�FDUGLR�WKRUDFDOH�FKLUXUJLH��%DXP
JDUWQHU�HW�DO�����������9RRUZDDUGH�Z
DV�GDW�GH�conclusies w
aren gegradeerd en het niveau van de bewijskracht duidelijk w
as. Uit
GH�LQ�WRWDDO����ULFKWOLMQHQ�ZHUGHQ�GH�FRQFOXVLHV�P
HW�HHQ�ODDJ�QLYHDX�YDQ�EHZLMV-
kracht (niveau 3 en 4 of ‘laag’ en ‘zeer laag’) en aanbevelingen voor verder onder-zoek geïnventariseerd. In som
mige richtlijnen w
erd, soms in een apart hoofdstuk,
ingegaan op bestaande kennishiaten en ook deze zijn meegenom
en in het SURFHV��(U�Z
HUGHQ�YDQXLW�GH�ULFKWOLMQHQ�����PRJHOLMNH�NHQQLVKLDWHQ�P
HHJHQRPHQ�
in de inventarisatie.
ΌλλΌϰAßãěŊÿżÙ¾ŊÿãϰŢ¾ěϰĐãěěÿłüÿ¾Ŋãěϰ÷ãěĢãęßϰßĢĢľϰēãßãěϰŢ¾ěϰßãϰZ
�
Alle leden van de NVT zijn door m
iddel van een online enquête gevraagd kennis-hiaten te benoem
en met betrekking tot de uitoefening van het vak in de dagelijk-
se praktijk en die van invloed zijn op een substantieel deel van de cardio-thoracale chirurgie. H
et verzoek was om
de kennishiaten in de vorm van een
onderzoeksvraag te formuleren en hierbij een korte m
otivatie te geven. Na een
KHUKDDOGH�XLWYUDDJ�KHEEHQ�LQ�WRWDDO����OHGHQ�JHUHDJHHUG��'LW�KHHIW�JHUHVXOWHHUG�
LQ�HHQ�XLWJHEUHLGH�OLMVW�PHW����NHQQLVKLDWHQ�
02.M
ETH
OD
E
12
KENNISAGENDA • NVT
13
KENNISAGENDA • NVT
ΌλλϰϰAßãěŊÿżÙ¾ŊÿãϰŢ¾ěϰĐãěěÿłüÿ¾ŊãěϰßĢĢľϰĻ¾ŊÿíěŊãěŢãľãěÿ÷ÿě÷ãěϰãěϰĢŢãľÿ÷ãϰØãē¾ě÷üãØØãěßãě
De patiëntenverenigingen (bijlage 3) kregen via e-m
ail een vragenlijst toegestuurd m
et ook aan hen het verzoek om kennishiaten aan te geven. Aan hen w
erd verzocht om
de voor de patiënt belangrijke thema’s aan te dragen. In totaal
KHEEHQ���YDQ�GH���DDQJHVFKUHYHQ�RUJDQLVDWLHV�JHUHDJHHUG�HQ�LQ�WRWDDO�]LMQ�HU���kennishiaten en 2 them
a’s genoemd.
De overige belanghebbenden, w
aar onder de Nederlandse Vereniging voor H
art- en Vaatverpleegkundigen (N
VHVV), H
artstichting en zorgverzekeraars (bijlage 3) kregen via e-m
ail een vragenlijst toegestuurd met ook aan hen het verzoek om
kennishiaten aan te geven. Aan hen w
erd eveneens verzocht om deze in de vorm
van een onderzoeksvraag te form
uleren, met een korte toelichting. In totaal
KHEEHQ���YDQ�GH����DDQJHVFKUHYHQ�RUJDQLVDWLHV�JHUHDJHHUG�HQ�LQ�WRWDDO�]LMQ�HU����NHQQLVKLDWHQ�JHQRHP
G��
ΌλλΎϰ�ĢŊ¾¾ēϰ÷ãĄßãěŊÿżÙããľßãϰĐãěěÿłüÿ¾ŊãěΖQ�WRWDDO�]LMQ�HU�����NHQQLVKLDWHQ�JH±GHQWLȴFHHUG�HQ�RQGHUYHUGHHOG�QDDU�GH�volgende deelgebieden: •
kleplijden;•
hartfalen;•
congenitale hartproblematiek;
• coronairlijden en revascularisatie;
• hartritm
e;•
infecties;•
hartchirurgie (perioperatief proces);•
longoncologie;•
niet-oncologische longchirurgie;•
aortaziekten.
Deze lijst is door de w
erkgroep gereduceerd tot 94 kennishiaten. De volgende
kennishiaten werden uit de lijst verw
ijderd of samengevoegd:
• kennishiaten die niet over cardio-thoracale chirurgie gaan;
• kennishiaten die niet over zorgevaluatie gaan;
• kennishiaten w
aarbij de kennis al wel aanw
ezig is en waarvoor een aanbeve-
ling wordt gedaan in een richtlijn, m
aar die (nog) niet is geïmplem
enteerd;•
kennishiaten waar al onderzoek naar loopt;
• kennishiaten w
aar al kennis voorhanden is, maar nog geen standpunt over
opgenomen is in een richtlijn;
• kennishiaten die zeer m
oeilijk te onderzoeken zijn of waar geen onderzoekba-
re onderzoeksvraag bij kan worden geform
uleerd.
De lijst m
et 94 kennishiaten is te uitgebreid voor opname in dit rapport en is
beschikbaar als bijlage bij de digitale versie op de website van de N
VT (w
ww
.ntvnet.nl).
2.2 Prioritering en opstellen kennisagenda
ΌλΌλϰyľÿĢľÿŊãľÿě÷łØÿČããěĐĢęłŊ
2S����IHEUXDUL������LV�HHQ�SULRULWHULQJVELMHHQNRP
VW�JHRUJDQLVHHUG�RP�GH�
NHQQLVKLDWHQ��EHVFKUHYHQ�LQ�SDUDJUDDI������WH�EHVSUHNHQ�HQ�WH�SULRULWHUHQ��$DQZ
H]LJ�ZDUHQ����WKRUD[FKLUXUJHQ����SDWLQWYHUWHJHQZ
RRUGLJHUV�HQ���YHUWHJHQ-w
oordigers van overige organisaties, namelijk de Inspectie G
ezondheidszorg en Jeugd (IG
J), de Nederlandse Verengiging voor Cardiologie (N
VVC), het Zorginsti-tuut, de N
VHVV, de N
ederlandse Sociëteit voor Extracorporale Circulatie (N
eSECC) en de Hartstichting (bijlage 3).
De kennishiaten, geform
uleerd als onderzoeksvragen, werden aan vier discussie-
tafels besproken onder leiding van de werkgroepleden. Aan deze discussietafels
werden de te bespreken deelgebieden zo gecom
bineerd dat (a) de onderwerpen
zoveel mogelijk binnen hetzelfde expertisegebied behoorden (b) aan elke tafel
ongeveer evenveel kennishiaten werden besproken. D
e volgende tafelindeling w
erd gehanteerd:ȏ�
WDIHO����NOHSOLMGHQ�HQ�KDUWIDOHQ�•
tafel 2: coronairlijden en revascularisatie;•
tafel 3: hartritme, infecties, hartchirurgie, aortaziekten en congenitale
hartproblematiek;
• tafel 4: longoncologie en niet-oncologische longchirurgie.
De kennishiaten w
erden per deelgebied besproken in subgroepen van aanwezi-
gen. Dit gebeurde in tw
ee rondes. In de eerste ronde werd de discussie gevoerd
in subgroepen met een w
illekeurige samenstelling, w
aarbij deelnemers niet in
hun eigen expertisegebied waren ingedeeld. D
it werd gedaan om
te voorkomen
dat de discussie te veel zou gaan over de persoonlijke aandachtsgebieden van de aanw
ezigen.
14
KENNISAGENDA • NVT
15
KENNISAGENDA • NVT
Een uitzondering hierop werd gem
aakt voor de patiëntvertegenwoordigers. Aan
het einde van de eerste ronde werd er door de subgroepen per deelgebied een
OLMVW�RSJHVWHOG�PHW�P
D[LPDDO����EHODQJULMNVWH�NHQQLVKLDWHQ��9HUYROJHQV�Z
HUG�LQ�GH�WZHHGH�URQGH�GRRU�GH�H[SHUWV�JHGLVFXVVLHHUG�RYHU�GH]H�WRS�����=R�QRGLJ�Z
HUG�GH�IRUP
XOHULQJ�DDQJHSDVW��+HW�UHVXOWDDW�Z
DV�HHQ�WRS����RI�PLQGHU��SHU�GHHOJH-
bied. Alleen wanneer in de tw
eede ronde alle leden van de subgroep het erover eens w
aren, kon een kennishiaat van buiten de in de eerste ronde samengestel-
GH�WRS����QRJ�ZRUGHQ�WRHJHYRHJG��'
H�SULRULWHULQJ�YRQG�LQ�EHLGH�URQGHV�SODDWV�op basis van de volgende criteria:-
onderzoekbaarheid/haalbaarheid;-
relevantie (ernst, prevalentie, kosten);-
urgentie; -
impact op vakgebied/m
aatschappij;-
aansluiting bij patiënten inbreng.
2S�EDVLV�YDQ�GH]H�WZ
HH�URQGHV�ZHUGHQ����NHQQLVKLDWHQ�DOV�P
HHVW�EHODQJULMN�aangem
erkt. Aan het einde van de prioriteringsbijeenkomst w
erden alle aanwezi-
JHQ�LQ�GH�JHOHJHQKHLG�JHVWHOG�RP�LQ�GH]H����NHQQLVKLDWHQ�HHQ�RYHUNRHSHOHQGH�
prioritering aan te brengen. Dit deden zij door stickers te plakken bij de kennis-
hiaten waaraan de m
eeste prioriteit werd toegekend. H
iervoor kregen alle aanw
ezigen vijf stickers per persoon. Thoraxchirurgen, patiëntvertegenwoordi-
gers en overige deelnemers kregen daarbij ieder een eigen kleur, zodat achteraf
duidelijk zou zijn welke kennishiaten door w
elke groep belangrijk werden gevon-
den (bijlage 4).
ΌλΌλΌϰXãŊüĢßÿãĐϰĢĻłŊãēēãěϰßãżěÿŊÿãŢãϰĐãěěÿł¾÷ãěß¾
In elk vakgebied is er een veelheid aan kennishiaten die in wetenschappelijk
onderzoek kunnen worden onderzocht. H
et is belangrijk dat de kennishiaten die onderzocht gaan w
orden ook met grote w
aarschijnlijkheid opgelost kunnen w
orden. De w
erkgroep heeft daarom een verdere selectie van de geprioriteerde
kennishiaten uitgevoerd op basis van de volgende weegfactoren:
• D
e frequentie van prioritering. Het kennishiaat heeft m
inimaal zeven stem
men
gekregen tijdens de prioriteringsbijeenkomst.
• D
e onderzoekbaarheid. Het opzetten van w
etenschappelijk onderzoek is kost-baar en vergt veel tijd. H
et benodigde onderzoek moet haalbaar zijn m
et een grote kans op succes. H
ierbij is er bij voorkeur aansluiting bij al bestaande RQGHU]RHNVOLMQHQ�RS�KHW�JHELHG�YDQ�GH�VSHFLȴHNH�RQGHU]RHNVYUDDJ�
• D
e relevantie van de onderzoeksvragen voor andere stakeholders, zoals
patiëntenorganisaties, zorgverzekeraars en overheid. Dit niet alleen vanw
ege KHW�GUDDJYODN��P
DDU�RRN�GRRU�GH�KLHUDDQ�JHUHODWHHUGH�ȴQDQFLHULQJVPRJHOLMN-
heden voor de uitvoering van het wetenschappelijk onderzoek.
• Er loopt al onderzoek. Een oriënterende literatuursearch is verricht om
te veri-ȴUHQ�RI�GH�JHVHOHFWHHUGH�RQGHU]RHNVYUDJHQ�QLHW�DO�RQGHUZ
HUS�]LMQ�YDQ�lopend w
etenschappelijk onderzoek.
De top 9 is geaccordeerd door het N
VT-bestuur.
2.3 Inzicht in wetenschappelijke activiteiten
Alle vakgroepsvertegenwoordigers van de cardio-thoracale chirurgie zijn bena-
derd met een e-m
ail, gericht op het inventariseren van onderzoekslijnen en de lopende en afgeronde prom
oties in de afgelopen vijf jaar. Dit levert het overzicht
op dat te vinden is in tabel 3 onder hoofdstuk 3.2.
16
KENNISAGENDA • NVT
17
KENNISAGENDA • NVT
Wat is de invloed van chirurgie (en
anesthesie) op een imm
unologi-sche tum
or respons, bij patiënten m
et een primair longcarcinoom
?
Wat is de optim
ale behandeling van een hem
atothorax, pneumo-
thorax en pleuraempyeem
: chirurgie versus drainage?
Wat is de beste perioperatieve
bloedverdunning bij patiënten die een CA
BG m
oeten ondergaan?
Is de hybride revascularisatie (M
ID-CA
B met LIM
A-LA
D en PCI
van de overige stenosen) gelijk aan volledige revascularisatie m
et CABG
?
Wat is de veiligheid en w
erkzaam-
heid van antistollingsmiddelen bij
mechanische hartklepprothesen?
Wat is de plaats van een D
OAC
in plaats van een vitamine K
antagonist na mitralisklepplastiek
of een mitralisklep bioprothese?
Hoe w
ordt ervoor gezorgd dat de hersenschade na een operatie aan de thoracale aorta zoveel m
ogelijk beperkt w
ordt?
Wanneer is chirurgische
interventie te prefereren boven transcatheterinterventie bij een ernstige aortaklepstenose?
Hoe kan de inform
atie naar de (ouders van de) patiënt over de ingreep het beste w
orden gegeven?
Dit hoofdstuk beschrijft het resultaat van de inventarisatie en geprioriteerde
onderzoeksvragen.
3.1 Top 9 onderzoeksvragen
De top 9 kennishiaten die op basis van de prioriteringsbijeenkom
st en discussie binnen de w
erkgroep is samengesteld ziet er, in w
illekeurige volgorde, als volgt uit:
03.R
ESULTA
TEN
18
KENNISAGENDA • NVT
19
KENNISAGENDA • NVT
λλϰ�ĢãēÿÙüŊÿě÷ϰØÿČϰŊĢĻϰΓϰĢěßãľűĢãг޾¾÷ãě
Longon
cologie en n
iet-oncologische
longchirurgie
Wat is de invloed van chirurgie (en anesthesie) op een
imm
unologische tumor respons, bij patiënten m
et een prim
air longcarcinoom?
10x geprioriteerd (9 thoraxchirurgen, 1 patiëntvertegenwoordiger)
Om
de invloed van chirurgie en anesthesie te onderzoeken op een imm
unologi-sche tum
orrespons, valt te denken aan een meer-sporen-beleid w
at betreft w
etenschappelijk onderzoek. Op het gebied van anesthesie is al iets m
eer onder-
]RHN�JHGDDQ�KLHURYHU��PHHU�UHFHQW�RRN�GRRU�%\UQH��������'
XERZLW]�������KHHIW�
getracht inzicht te geven in de verschillende modaliteiten die te m
aken kunnen hebben m
et het al dan niet optreden van recidief tumor en m
etastasen. Chirurgisch gezien zou een studie m
et VATS lobectomie versus conventionele
thoracotomie, w
aarbij gekeken wordt naar de im
munologische respons van de
patiënt, bijvoorbeeld NaturalKiller(N
K)-cel activiteit, een interessante eerste opzet zijn. Echter, VATS lobectom
ie is inmiddels vrijw
el in ieder ziekenhuis geadopteerd als gouden standaard, hetgeen zo’n opzet bem
oeilijkt.D
aarnaast zou gedacht kunnen worden aan het m
eten van de imm
uunrespons bij verschillende vorm
en van lokale anesthesie perioperatief. In eerdere studies �RQGHU�DQGHUH�/LUN��������LV�JHNHNHQ�QDDU�KHW�HHFW�YDQ�YHUVFKLOOHQGH�ORNDOH�anesthetica in patiënten m
et mam
macarcinoom
, waarbij lidocaïne en ropivacaïne
HHQ�SRVLWLHI�HHFW�OHNHQ�WH�KHEEHQ�RS�GH�LPPXXQUHVSRQV�HQ�DSRSWRVH�HQ�EXSL-
vacaïne niet. Hoew
el zeer eenvoudig in opzet, is dit iets waar chirurgen invloed
zouden kunnen uitoefenen. Anesthesiologisch lijkt het voor de hand te liggen om
WH�RQGHU]RHNHQ�ZDW�KHW�HHFW�LV�YDQ�ORFRUHJLRQDOH�DQHVWKHVLH�YHUVXV�DOJHKHOH�
anesthesie.
Kortom, het m
eten van imm
uunrespons door middel van het m
eten van markers
in het bloed op verschillende tijdstippen bij verscheidene chirurgische technieken en toediening van lokale anesthetica, lijkt een goed uitvoerbaar begin van het onderzoeken van de invloed van chirurgie en anesthesie op deze respons bij patiënten m
et niet-kleincellig longcarcinoom.
Wat is de optim
ale behandeling van een hematothorax,
pneumothorax en pleuraem
pyeem: chirurgie versus
drainage?6x geprioriteerd (4 thoraxchirurgen, 1 stakeholder, 1 patiëntvertegenw
oordiger)
Wanneer voor deze uitgebreide vraagstelling de literatuur w
ordt samengevat is er
met nam
e op het gebied van de behandeling van pleura-empyeem
en de postoperatieve drainage na een operatieve behandeling van pneum
othorax nog een belangrijk kennishiaat. Er zal echter spoedig een trial starten naar de optim
a-OH�EHKDQGHOLQJ�YDQ�SOHXUD�HP
S\HHP��1
&7����������
20
KENNISAGENDA • NVT
21
KENNISAGENDA • NVT
Coron
airlijden en
revascularisatie
Wat is de beste perioperatieve bloedverdunning bij
patiënten die een CABG
moeten ondergaan?
12x geprioriteerd (5 thoraxchirurgen, 5 stakeholders, 2 patiëntvertegenwoordigers)
Dit is een dynam
isch onderzoeksgebied met vele hits op “CABG
anticoagulation/antiplatelets” in zoekm
achines. De com
binatie van carbasalaatcalcium m
et een tw
eede plaatjesremm
er (clopidogrel of ticagrelor) verlaagt de kans op failure van de veneuze graft, m
aar de evidence is beperkt. Er zijn ook nadelen verbonden aan de D
APT-therapie met nam
e bloedingen. Het gebruik van D
APT na CABG lijkt
op basis van onderstaand onderzoek naar betere uitkomsten te leiden. D
e beschikbaarheid van gerandom
iseerde studies is beperkt en nog minder eviden-
FH�LV�EHVFKLNEDDU�RYHU�GH�YHUJHOLMNLQJ�YDQ�YHUVFKLOOHQGH�3�<���LQKLELWRUHQ��$QGHUH�m
ogelijke factoren zijn het percentage non-responders op deze medicatie. D
e richtlijnen benadrukken dat het voordeel van D
APT bij patiënten na CABG bij
VWDELHO�FRURQDULDOLMGHQ�QLHW�DDQJHWRRQG�LV��9DOJLPLJOL�HW�DO����������ΖQ�GH�VXEJURHS�
R�SXPS�&$%*
�LV�HU�]ZDN�EHZ
LMV�YRRU�HHQ�EHWHU�UHVXOWDDW�PHW�'
$37�QD�&$%*�
�0DQQDFLR�HW�DO��������
Is de hybride revascularisatie (MID
-CAB m
et LIMA
-LAD
en PCI van de overige stenosen) gelijk aan volledige revascularisatie m
et CABG
? 6x geprioriteerd (4 thoraxchirurgen, 2 stakeholders)
Een hybride ingreep waarbij zonder gebruik te m
aken van de hartlong machine
de belangrijkste coronair arterie (de ramus descendens anterior, oftew
el LAD)
wordt gegraft m
et de left internal mam
mary artery (LIM
A) waarvan bekend is dat
dit de meeste gezondheidsw
inst oplevert voor de patiënt op de langere termijn,
aangevuld met een dotterprocedure (PCI) van de overige vernauw
ingen kan in theorie leiden tot betere uitkom
sten in de zin van kortere ziekenhuisopname,
minder pijn en betere kw
aliteit van leven. Studies hierover ontbreken, terwijl het
in de praktijk al wel w
ordt toegepast. Wanneer er m
inimaal invasieve m
ethoden w
orden toegepast in de praktijk ziet men veelal gebeuren dat hiervoor geen
duidelijke evidence is, maar om
dat verwijzer en patiënt ernaar vragen, er toch
wordt gekozen voor het aanbieden van deze m
ethoden. Of deze m
ethoden leiden tot een gezondheidsw
inst is dus onbekend, maar dient te allen tijde w
el te w
orden onderzocht. In theorie biedt minim
aal invasieve benadering veel voorde-len, echter zeker m
et bijvoorbeeld het gebruik van de robot wordt de procedure
ook weer duurder. D
aar tegenover zou dus zeker een kortere ziekenhuisopname
HQ�EHWHUH�XLWNRPVWHQ�RS�GH�ODQJH�WHUP
LMQ�PRHWHQ�VWDDQ�RP
�KHW�NRVWHQHHFWLHI�en rationeel. O
mdat deze procedure al breed w
ordt toegepast, (wereldw
ijd en in N
ederland) is de economie zeer gebaat bij een spoedige studie hiernaar. M
et de grote patiënten aantallen in N
ederland beschikbaar en de diverse centra die deze procedure reeds verrichten, is het m
ogelijk om een dergelijke studie direct op te
starten. De bestaande literatuur geeft hier helaas nog geen antw
oord op.
22
KENNISAGENDA • NVT
23
KENNISAGENDA • NVT
Kleplijden
en hartfalen
Wat is de veiligheid en w
erkzaamheid van
antistollingsmiddelen bij m
echanische hartklepprothesen ?11x geprioriteerd (5 thoraxchirurgen, 4 stakeholders, 2 patiëntvertegenw
oordigers)
Patiënten met een m
echanische hartklepprothese moeten levenslang w
orden behandeld m
et vitamine K antagonisten (VKA). H
et achterwege laten van deze
antistolling leidt tot een onacceptabel hoog risico op trombo-em
bolische compli-
caties. De therapeutische range van de IN
R is voor een mechanische klep in
DRUWDNOHS�SRVLWLH�]RQGHU�DDQYXOOHQGH�ULVLFRIDFWRUHQ��]RDOV�ERH]HPȴEULOOHUHQ�RI�
eerdere trombo-em
bolieën) vastgesteld in de richtlijnen op 2.0-3.0. Voor de
PLWUDOLVNOHSSRVLWLH�JHOGW�HHQ�UDQJH�YDQ�����WRW������+
RH�KRJHU�GH�Ζ15�UDQJH�LV��KRH�
JURWHU�GH�NDQV�RS�EORHGLQJHQ�����������SHU�MDDU���&RP
SOLFDWLHV�JHUHODWHHUG�DDQ�9.$�]RUJHQ�YRRU���������
�YDQ�GH�]LHNHQKXLVRSQDPHV�SHU�MDDU��6KRHE�HW�DO��������
YDQ�GHU�+RRIW�HW�DO���������2
P�GLW�JHWDO�WHUXJ�WH�GULQJHQ�LV�HU�RQGHU]RHN�QRGLJ�
naar mechanische klepprothesen w
aarbij een lagere INR target kan w
orden nage-streefd. O
ok is het van belang om op zoek te gaan naar veiliger nieuw
e antistol-lingsm
iddelen. De directe orale anticoagulantia (D
OACs) zijn daar een voorbeeld
van. Er is echter maar beperkt onderzoek verricht naar het gebruik van D
OACs bij
mechanische kleppen. In de RE-ALIG
N studie w
erd dabigatran onderzocht (Eikel-ERRP
�HW�DO����������'H]H�VWXGLH�Z
HUG�YURHJWLMGLJ�EHLQGLJG�YDQZHJH�HHQ�JURWHU�
aantal trombo-em
bolische gebeurtenissen en bloedingen in de behandelde groep in vergelijking m
et de VKA groep. Hierdoor zijn er ook nooit andere D
OACs
onderzocht voor deze indicatie en is de aanbeveling om patiënten m
et een m
echanoprothese geen DO
AC te geven.
Wat is de plaats van een D
OA
C in plaats van een vitam
ine K antagonist na m
itralisklepplastiek of een m
itralisklep bioprothese?12x geprioriteerd (7 thoraxchirurgen, 2 stakeholders, 3 patiëntvertegenw
oordigers)
Volgens de richtlijnen moeten patiënten na een m
itralisklepplastiek of na implan-
tatie van een mitralisklep bioprothese postoperatief voor zeker 3 m
aanden ZRUGHQ�EHKDQGHOG�P
HW�YLWDPLQH�.�DQWDJRQLVWHQ��9.$���%DXP
JDUWQHU�HW�DO���������1LVKLP
XUD�HW�DO����������9.$�KHHIW�DOV�EHODQJULMN�ULVLFR�GH�JURWH�NDQV�RS�EORHGLQ-gen, zoals ook uitgebreid benoem
d in de uitwerking van het kennishiaat “w
at is de veiligheid en w
erkzaamheid van antistollingsm
iddelen bij mechanische hart-
klepprothesen”. Er is onvoldoende bewijslast om
de richtlijnen aan te passen en te kiezen voor antitrom
botische middelen zoals Ascal of clopidogrel (Paparella et
DO����������7HYHQV�LV�KHW�JHEUXLN�YDQ�'2$&V�GLUHFW�QD�SURODSV�YDQ�GH�P
LWUDOLVNOHS-pen (M
VP) of mitralisklepvervanging (M
VR) middels bioprothese onvoldoende
onderzocht. Dit m
aakt dit een belangrijk kennishiaat voor ons vakgebied.
24
KENNISAGENDA • NVT
25
KENNISAGENDA • NVT
Hartritm
e, infecties, hartchirurgie,
aortaziekten en
congen
itale hartproblem
atiek
Hoe w
ordt ervoor gezorgd dat de hersenschade na een operatie aan de thoracale aorta zoveel m
ogelijk beperkt w
ordt?16x geprioriteerd (10 thoraxchirurgen, 3 stakeholders, 3 patiëntvertegenw
oordigers)
Deze vraag concentreert zich op de optim
ale temperatuur w
aarbij thoracale vaat-chirurgie m
et een circulatie arrest wordt uitgevoerd en w
erd ingebracht vanuit de
NeSECC. Bij aortachirurgie w
aarbij een circulatie arrest plaatsvindt wordt gekoeld
en wordt veelal selectieve antegrade cerebrale perfusie toegepast. O
ver het alge-PHHQ�Z
RUGW�GDDUELM�GH�.D]XL�WHFKQLHN��.D]XL�HW�DO���������JHEUXLNW��3URWRFROOHQ�zijn nogal verschillend tussen de diverse hartcentra. M
et name is er verschil in
temperatuur die veilig w
ordt geacht. Er is een groot aantal publicaties van retro-grade studies w
aarin blijkt dat matige hypotherm
ie met selectieve antegrade
cerebrale perfusie net zo veilig is als arrest met diepe hypotherm
ie al dan niet gecom
bineerd met retrograde cerebrale perfusie of antegrade cerebrale perfu-
sie. Daarnaast w
ordt in de verschillende publicaties niet consequent dezelfde GHȴQLWLH�JHEUXLNW�YDQ�P
DWLJH�HQ�GLHSH�K\SRWKHUPLH��=R�]LMQ�HU�SXEOLFDWLHV�Z
DDULQ�YRRU�P
DWLJH�K\SRWKHUPLH�������JUDGHQ�Z
RUGW�JHQRHPG��P
DDU�RRN��������(HQ�prospectieve Chinese studie m
et 74 patiënten toonde geen verschil tussen mati-
ge en diepe hypothermie bij unilaterale antegrade cerebrale perfusie, w
aarbij PDWLJ�Z
HUG�JHGHȴQLHHUG�DOV�HHQ�WHPSHUDWXXU�WXVVHQ����HQ�����JUDGHQ�HQ�GLHS�
DOV�HHQ�WHPSHUDWXXU�ODJHU�GDQ����JUDGHQ��*
RQJ�HW�DO����������ΖQ�HHQ�JURWH�PHWD�DQDO\VH�Z
DDULQ������SDWLQWHQ�ZHUGHQ�JH±QFOXGHHUG�HQ�YLHU�VWUDWHJLHQ�
werden vergeleken (diep hypotherm
circulatoir arrest (DH
CA), DH
CA + antegrade cerebrale perfusie (ACP), D
HCA + retrograde cerebrale perfusie (RCP) en m
ild hypotherm
circulatoir arrest (MH
CA) + ACP) concluderen dat DH
CA + RCP en 0+&$���$&3�JRHGH�VWUDWHJLHQ�]LMQ��)DQ�HW�DO����������'
LHSH�K\SRWKHUPLH�Z
RUGW�JHGHȴQLHHUG�DOV�HHQ�WHP
SHUDWXXU�WXVVHQ������HQ���r&��PDWLJH�K\SRWKHUP
LH�DOV�HHQ�WHP
SHUDWXXU�WXVVHQ������HQ���r&��ΖQ�KXQ�FRQFOXVLH�JHYHQ�GH�DXWHXUV�RRN�aan dat m
eer klinische studies waarbij deze tw
ee strategieën met elkaar w
orden vergeleken w
enselijk zijn. In Nederland w
ordt voornamelijk gebruik gem
aakt van M
HCA en SACP. D
e meest optim
ale temperatuur die daarbij nagestreefd w
ordt varieert. Te denken valt aan een prospectief onderzoek w
aarin onderzocht wordt
RI�HHQ�WHPSHUDWXXU�YDQ�ELMYRRUEHHOG���r&�YRRUGHOHQ�ELHGW�ERYHQ���r&�ELM�
gebruik van MH
CA en SACP.
Wanneer is chirurgische interventie te prefereren boven
transcatheterinterventie bij ernstige aortaklepstenose?10x geprioriteerd (7 thoraxchirurgen, 1 stakeholder, 2 patiëntvertegenw
oordigers)
De Partner trials hebben inm
iddels aangetoond dat transcatheter aortaklepim-
plantatie (TAVI) op korte termijn ook bij laag-risico patiënten geen slechtere resul-
WDWHQ�RSOHYHUW��'DW�EHWUHIW�HFKWHU�IROORZ
�XS�VWXGLHV�WRW���MDDU��+HW�=RUJLQVWLWXXW�
26
KENNISAGENDA • NVT
27
KENNISAGENDA • NVT
Nederland heeft in 2020 haar Standpunt transcatheter aortaklepim
plantatieb ij patiënten m
et een symptom
atische ernatige aortaklepstenose gepubliceerd en geconcludeerd dat patiënten m
et een vernauwing van de hartklep en een hoog
operatierisico in aanmerking kom
en voor de vergoeding van deze behandeling uit het basispakket. D
e TAVI-behandeling wordt niet vergoed voor patiënten m
et een gem
iddeld tot laag operatierisico. Daarvoor m
oet eerst bewijs kom
en dat de TAVI-hartkleppen ook op de langere term
ijn goed resultaten opleveren.
Hoe kan de inform
atie naar de (ouders van de) patiënt over de ingreep het beste w
orden gegeven?6x geprioriteerd (3 thoraxchirurgen, 1 stakeholder, 2 patiëntvertegenw
oordigers)
Patiëntparticipatie is een belangrijk thema in de gezondheidszorg. Er is inm
iddels in N
ederland een keuzehulp voor het kiezen van een klepprothese. Onderzoek
heeft aangetoond dat dit resulteert in beter geïnformeerde patiënten die m
inder angst en depressie vertonen en een grotere m
ate van geestelijk welbevinden
�.RUWHODQG�HW�DO����������ΖQ������LV�HHQ�SLORW�RQGHU]RHN�JHVWDUW�QDDU�KHW�HHFW�YDQ�een keuzehulp voor patiënten die een congenitale aortaklep of pulm
onaalklep operatie m
oeten ondergaan. In deze pilot slaagde men erin een portaal te
ontwikkelen w
aar patiënten “evidence based” informatie verkrijgen. Patiënten
waren beter geïnform
eerd over de operatie en de comm
unicatie met de zorgver-
OHQHUV�YHUOLHS�HHFWLHYHU��(WQHO�HW�DO����������0RJHOLMN�GDW�QD�ODQJHUH�IROORZ
�XS�QDGHUH�FRQFOXVLHV�XLW�GLW�RQGHU]RHN�JHWURNNHQ�NXQQHQ�Z
RUGHQ��2I�GLW]HOIGH�HHFW�
bereikt kan worden voor patiënten die niet-congenitale hartchirurgie m
oeten ondergaan, is nog onduidelijk.
λλϰ�¾ěłēŏÿŊãěϰØÿČϰľÿÙüŊēÿČěãě
Sv��¨�ŮƝ�3³½½�¨�®���È�À���Ȩò®�®
KennishiaatRichtlijn
Wat is de invloed van chirurgie (en anes-
thesie) op een imm
unologische tumor
respons, bij patiënten met een prim
air longcarcinoom
?
.OHLQFHOOLJ�ORQJFDUFLQRRP������
1LHW�NOHLQFHOOLJ�ORQJFDUFLQRRP
������
Wat is de optim
ale behandeling van een hem
atothorax, pneumothorax en pleu-
raempyeem
: chirurgie versus drainage?
$DQGRHQLQJHQ�YDQ�GH�SOHXUD�������7KRUD[GUDLQDJH������M
anagement of spontaneous pneum
otho-rax: British Thoracic Society Pleural D
isease *XLGHOLQH������
Wat is de beste perioperatieve bloedver-
dunning bij patiënten die een CABG
(coronary artery bypass grafting) moeten
ondergaan?
�����($&76�*XLGHOLQHV�RQ�SHULRSHUDWLYH�
medication in adult cardiac surgery
�����(6&�($&76�JXLGHOLQHV�RQ�P\RFDUGLDO�
revascularization
Is de hybride revascularisatie (MID
-CAB m
et LIMA-LAD
en PCI van de overige stenosen) gelijk aan volledige revasculari-satie m
et CABG?
�����(6&�($&76�JXLGHOLQHV�RQ�P\RFDUGLDO�
revascularization
Wat is de veiligheid en w
erkzaamheid van
antistollingsmiddelen bij m
echanische hartklepprothesen?
�����($&76�*XLGHOLQHV�RQ�SHULRSHUDWLYH�
medication in adult cardiac surgery
�����(6&�($&76�*XLGHOLQHV�IRU�WKH�
managem
ent of valvular heart disease: The Task Force for the M
anagement of Valvular
Heart D
isease of the European Society of Cardiology (ESC) and the European Associ-ation for Cardio-Thoracic Surgery (EACTS)
28
KENNISAGENDA • NVT
29
KENNISAGENDA • NVT
Wat is de plaats van een D
OAC ipv vitam
i-ne K antagonist na m
itralisklepplastiek of een m
itralisklep bioprothese?
�����(6&�($&76�*XLGHOLQHV�IRU�WKH�
managem
ent of valvular heart disease: The Task Force for the M
anagement of Valvular
Heart D
isease of the European Society of Cardiology (ESC) and the European Associ-ation for Cardio-Thoracic Surgery (EACTS)
�����($&76�*XLGHOLQHV�RQ�SHULRSHUDWLYH�
medication in adult cardiac surgery
Hoe w
ordt ervoor gezorgd dat de hersen-schade na een operatie aan de thoracale aorta zoveel m
ogelijk beperkt wordt?
Current options and recomm
endations for the treatm
ent of thoracic aortic patholo-gies involving the aortic arch: an expert consensus docum
ent of the EACTS and the EVSV
Wanneer is chirurgische interventie te
prefereren boven transcatheterinterven-tie bij ernstige aortaklepstenose?
�����(6&�($&76�*XLGHOLQHV�IRU�WKH�
managem
ent of valvular heart disease: The Task Force for the M
anagement of Valvular
Heart D
isease of the European Society of Cardiology (ESC) and the European Associ-ation for Cardio-Thoracic Surgery (EACTS)
Hoe kan de inform
atie naar de (ouders van de) patiënt over de ingreep het beste w
orden gegeven?
Geen richtlijn bekend
3.2 Inzicht in wetenschappelijke activiteiten
λΌλϰ ľ¾÷ãěēÿČłŊϰÙ¾ľßÿĢϒŊüĢľ¾Ù¾ēãϰÙüÿľŏľ÷ÿã
Eén van de onderdelen van deze kennisagenda is de inventarisatie van onder-]RHNVOLMQHQ�ELQQHQ�GH�FDUGLR�WKRUDFDOH�FKLUXUJLH��ΖQ������LV�GH]H�LQYHQWDULVDWLH�uitgevoerd.
Het doel van deze inventarisatie is inzicht te creëren in de onderzoekslijnen
binnen Nederland en een overzicht te bieden w
aar dit onderzoek plaatsvindt. D
aarnaast dient deze inventarisatie ter inzage in mogelijke en bestaande sam
en-w
erkingsverbanden. Na herhaalde uitvraag hebben vier academ
ische centra en vijf STZ-ziekenhuizen een overzicht aangeleverd van onderzoekslijnen en afgeron-de prom
otietrajecten. In tabel 3 staat een overzicht van ziekenhuizen en wordt
aangegeven waar zij onderzoek naar doen.
Sv��¨�ůƛ�?Û�Àç���È�³®��Àç³�§Ã¨ò®�®���®®�®�ç��§�®�Ë�ç�®
Kennisdomeinen
���$RUWD]LHNWHQ
2. Congenitale hartpro-blematiek
3. Coronairlijden en revascularisatie
4. Hartfalen
���+DUWULWPH
���ΖQIHFWLHV
7. Kleplijden
���/RQJRQFRORJLH
9. Niet-oncologische longchirurgie
����7UDQVSODQWDWLH
����2YHULJH
Universitair Medisch Centrum
AUM
CN
og niet gereageerd
Erasmus M
CX
XX
XX
XX
XX
X
LUM
CX
XX
XX
XX
XX
Maastricht U
MC+
Nog niet gereageerd
RadboudUM
CX
XX
XX
UM
CGN
og niet gereageerd
UM
C Utrecht
XX
XX
X
STZ-ziekenhuizen
Amphia Ziekenhuis,
BredaN
og niet gereageerd
Catharina Zieken-huis, Eindhoven
XX
XX
HagaZiekenhuis, D
en H
aagN
og niet gereageerd
Isala, Zwolle
Nog niet gereageerd
Medisch Centrum
Leeuw
arden, Leeu-w
ardenX
XX
Medisch
Spectrum Tw
ente, Enschede
X
OLVG
, Amsterdam
XX
X
St. Antonius Zieken-huis, N
ieuwegein
XX
XX
X
30
KENNISAGENDA • NVT
31
KENNISAGENDA • NVT
Ύλϰϰ`ľ÷¾ěÿł¾Ŋÿãϰãěϰżě¾ěÙÿãľÿě÷
Deze N
VT kennisagenda dient als basis voor een continu proces. De geprioriteer-
de kennishiaten worden uitgew
erkt tot onderzoeksvoorstellen. Dit dient zo veel
mogelijk in m
ulticentrisch verband te worden gedaan om
de aansluiting met de
praktijk en de implem
entatie in de klinische routine zo veel mogelijk te borgen.
Het is bekend dat klinisch toegepast onderzoek uitgevoerd binnen netw
erken van ziekenhuizen een versnelde im
plementatie van de gevonden resultaten tot
JHYROJ�NDQ�KHEEHQ�HQ�GXV�KHW�PHHVW�HHFWLHI�OHLGW�WRW�NZ
DOLWHLWVYHUEHWHULQJ�HQ�YDDN�NRVWHQGDOLQJ��'
H�FHQWUD�PHW�EHZ
H]HQ�H[SHUWLVH�RS�KHW�EHWUHHQGH�RQGHU-zoeksgebied zijn bij voorkeur de trekkers van het onderzoek. Er kan gekozen w
orden voor verschillende evaluatievormen, zoals vergelijkend onderzoek m
et behulp van bestaande of nog te bouw
en kwaliteitsregistraties, een gerandom
i-VHHUGH�VWXGLH�RI�GRHOP
DWLJKHLGVVWXGLHV��'H�HYDOXDWLHYRUP
�LV�FRQWH[W�VSHFLȴHN�HQ�hangt onder andere af van het onderw
erp van het onderzoek, van langetermijn-
gevolgen, van de benodigde bewijskracht, etc. Bovengenoem
de overwegingen
zijn ook van toepassing op onderzoek dat om een m
ultidisciplinaire aanpak vraagt. Patiëntenorganisaties/-vertegenw
oordigers dienen tijdig bij de uitwerking
van de kennishiaten te worden betrokken.
Organisatie binnen de N
VTD
e uitvoering en voortgang van de NVT kennisagenda w
ordt bewaakt en onder-
steund door het bestuur van de NVT. D
eze zal plaatsvinden door een nog op te richten com
missie die zich zal richten op W
etenschap & Innovatie binnen de N
VT.
Financiering'H�ȴQDQFLHULQJ�YDQ�RQGHU]RHNHQ�QDDU�NHQQLVKLDWHQ�ELQQHQ�GH�NHQQLVDJHQGD�NDQ�
lopen via de aanvraag van reguliere subsidies bij de ZonMw
programm
a’s Doel-
matigheidsO
nderzoek of Goed G
ebruikGeneesm
iddelen, of via andere mogelijke
subsidiebronnen, zoals het landelijke Programm
a Zorgevaluatie en Gepast
Gebruik (ZE&
GG
). Dit program
ma w
ordt uitgevoerd in opdracht van alle HLA-par-
tijen. Inmiddels is er al een subsidieronde gew
eest op basis van thema’s afkom
-stig uit de kennisagenda’s en staat er een volgende subsidieronde gepland in 2020.
*½¨�
�®ÈvÈ���Ûv®����³®��Àç³�§ÃÀ�Ã˨ÈvÈ�®O
m de resultaten van de uit te voeren onderzoeken voortvarend te kunnen
implem
enteren in de dagelijkse praktijk is het essentieel dat deze snel hun weg
vinden naar richtlijnen en andere kwaliteitsdocum
enten. Door de kom
st van de
04.IM
PLEMEN
TATIE
32
KENNISAGENDA • NVT
33
KENNISAGENDA • NVT
ging, (2) geen netwerk, enige coördinatie binnen de vereniging, (3) netw
erk van onderzoekers binnen de vereniging en (4) een geïntegreerd netw
erk. De verschil-
lende scenario’s vormen een groeim
odel van de situatie ‘geen netwerk’ naar ‘een
geïntegreerd netwerk’. Scenario 3 en 4 zorgen voor een breed draagvlak binnen
de vereniging.
:�ÈÜ
�À§Û³À�®����®®�®����:
_S��®�½¨v®�Ûv®�vv®½v§�Û³³À�Ë�ÈÜ�À§�®��Ûv®����
kennisagenda NVT
De cardio-thoracale chirurgie in N
ederland kent een lange traditie van weten-
schappelijk onderzoek, een enkele keer uitgevoerd binnen consortia zoals CVON
en de N
ederlandse Hartregistratie. Ten tijde van het verschijnen van deze eerste
kennisagenda van de NVT ligt er een uitdaging om
de coördinatie en stimulering
van de deels bestaande onderzoeksinfrastructuur en deels nog op te richten onderzoeksinfrastructuur binnen de vereniging optim
aal te gaan benutten voor het beantw
oorden van de onderzoeksvragen van de kennisagenda en te komen
tot een geïntegreerd netwerk zoals bijvoorbeeld aanw
ezig binnen de NVvC. D
it is onder m
eer de taak voor de nog op te richten comm
issie Wetenschap &
Innova-tie. Voor het starten m
et de uitvoer van de eerste onderzoeken uit de kennisa-genda N
VT wordt het volgende voorstel gedaan:
Er wordt bekeken w
elke vragen bij welke subsidiem
ogelijkheden passen. Aan de leden en onderzoeksnetw
erken wordt gevraagd w
ie interesse heeft om hieraan
mee te w
erken. Voor de uitwerking van de kennisagenda w
ordt concreet geadvi-seerd om
een onderzoeksvraag door meerdere ziekenhuizen te laten uitvoeren
en daar waar m
ogelijk gebruik te maken van al bestaande onderzoeksnetw
erken. Voor draagvlak binnen het gehele netw
erk is het belangrijk dat het onderwerp
van onderzoek gezamenlijk w
ordt geselecteerd en dat later de onderzoeksaan-vraag gezam
enlijk wordt geform
uleerd. Bovendien geldt dat hoofonderzoekers van een onderzoek naar één van de kennishiaten bij voorkeur zich ook als m
ede-onderzoeker inzetten voor onderzoeken naar andere kennishiaten. Om
voldoende draagvlak te creëren is het belangrijk dat iedereen die interesse heeft in het uitw
erken van bepaalde onderzoeksvragen uitgenodigd wordt om
dit te bespreken en dat de onderzoeksvragen niet op voorhand w
orden verdeeld. De
coördinatie hiervan ligt bij de comm
issie Wetenschap &
Innovatie.
Richtlijnendatabase (ww
w.richtlijnendatabase.nl) en de m
odulaire opbouw van de
richtlijnen die in deze database zijn opgenomen, kunnen de resultaten van de
RQGHU]RHNVYRRUVWHOOHQ�HɝFLQW�Z
RUGHQ�YHUZHUNW�GRRU�DOOHHQ�GH�YDQ�WRHSDVVLQJ�
]LMQGH�PRGXOHV�LQ�GH�EHWUHHQGH�ULFKWOLMQHQ�DDQ�WH�SDVVHQ��7DEHO�����ΖQ�GH�5LFKWOLM-
nendatabase staan alle medisch specialistische richtlijnen die zijn opgesteld
conform de eisen volgens het rapport M
edisch Specialistische Richtlijnen 2.0 van de adviescom
missie Richtlijnen van de Raad Kw
aliteit van de Federatie Medisch
6SHFLDOLVWHQ��)06���1
LHXZH�P
RGXOHV�RI�DDQSDVVLQJ�YDQ�PRGXOHV�NXQQHQ�JHȴQDQ-
cierd worden vanuit gelden van de Stichting Kw
aliteitsgelden Medisch Specialis-
ten 2 (SKMS 2). D
eze worden door de N
VT aangevraagd na afstemm
ing met het
bestuur van de NVT.
�Ûv¨ËvÈ����®�˽�vÈ��Ûv®����§�®®�Ãv��®�vD
e onderzoeksvragen in de top 9 van deze kennisagenda kunnen als eerste w
orden uitgezocht. Naar verw
achting zal eens per vijf jaar de kennisagenda w
orden herzien, dit is afhankelijk van de actualiteiten uit het veld. De herziening
van de kennisagenda is primair de verantw
oordelijkheid van de NVT w
aarbij de praktische uitvoering zal kom
en te liggen bij de nog op te richten comm
issie W
etenschap & Innovatie van de N
VT.
4.2 Netw
erkenVoor een goed georganiseerde, breed gedragen uitw
erking en uitvoering van de kennishiaten die in deze kennisagenda beschreven w
orden, is het belangrijk dat er netw
erkvorming ontstaat, w
aardoor cardio-thoracaal chirurgen en onderzoe-kers in het veld kunnen sam
enwerken. O
nderlinge concurrentie bij het aanvragen van subsidies w
ordt hierdoor tegengegaan. Daarnaast kan beter overzicht
worden gehouden over w
elke vragen worden uitgew
erkt en welke onderzoeken
er lopen, waardoor het risico op dubbel uitgevoerd onderzoek afneem
t. Tot slot zal er door een breed netw
erk van cardio-thoracaal chirurgen en onderzoekers uit de academ
ie en algemene ziekenhuizen, m
eer draagvlak worden gecreëerd
voor het onderzoek dat wordt uitgevoerd. D
it zal de implem
entatie ten goede kom
en.
Scenario’s voor netwerkvorm
ingEr kunnen verschillende scenario’s of fasen van netw
erkvorming w
orden onder-VFKHLGHQ��ΖQ�KHW�$GYLHVUDSSRUW�=RUJHYDOXDWLH��)0
6��������ZRUGHQ�GH�YROJHQGH�
VWDSSHQ�YRRU�QHWZHUNYRUP
LQJ�EHVFKUHYHQ������JHHQ�QHWZHUN�ELQQHQ�GH�YHUHQL-
34
KENNISAGENDA • NVT
35
KENNISAGENDA • NVT
%DXPJDUWQHU��+
���%RQKRHHU��3���'H�*
URRW��1��0
��6���'H�+
DDQ��)���'HDQȴHOG��-��(���*
DOLH��1���Ȑ
�:HVWE\��-����������(6&�*
XLGHOLQHV�IRU�WKH�PDQDJHP
HQW�RI�JURZQ�XS�FRQJHQLWDO�
KHDUW�GLVHDVH��QHZ�YHUVLRQ��������(XURSHDQ�+
HDUW�-RXUQDO��������������Ȃ������KWWSV���GRL�RUJ���������HXUKHDUWM�HKT���
%DXPJDUWQHU��+
���)DON��9���%D[��-��-���'H�%RQLV��0
���+DP
P��&���+
ROP��3��-���Ȑ
�%UHFNHU��6��-��'���������������(6&�($&76�*
XLGHOLQHV�IRU�WKH�PDQDJHP
HQW�RI�YDOYXODU�KHDUW�GLVHDVH��(XURSHDQ�+
HDUW�-RXUQDO��9RO�������KWWSV���GRL�RUJ���������HXUKHDUWM�HK[���%XUUDJH��3��6���/RZ
��<��+���&DP
SEHOO��1��*
����2ȇ%ULHQ��%����������1
HZ�2QVHW�$WULDO�
)LEULOODWLRQ�LQ�$GXOW�3DWLHQWV�$IWHU�&DUGLDF�6XUJHU\��&XUUHQW�$QHVWKHVLRORJ\�5HSRUWV�����������Ȃ�����KWWSV���GRL�RUJ���������V�����������������
%\UQH��.���/HYLQV��.��-����%XJJ\��'��-����������/HV�WHFKQLTXHV�GȇDQHVWK«VLH�HW�GȇDQDOJ«VLH�
ORUV�GȇXQH�FKLUXUJLH�GH�FDQFHU�SULPLWLI�SHXYHQW�HOOH�DHFWHU�OD�U«FXUUHQFH�RX�OD�
P«WDVWDVH"�&DQDGLDQ�-RXUQDO�RI�$QHVWKHVLD������������Ȃ�����KWWSV���GRL�
RUJ���������V����������������GH�5XLWHU��-��&���+
HLQHPDQ��'
��-���GH�/DQJHQ��$��-���'DKHOH��0
���'DP
KXLV��5��$��0����
+DUWHP
LQN��.��-����������&HQWUDOL]DWLRQ�RI�OXQJ�FDQFHU�VXUJHU\�LQ�WKH�1HWKHUODQGV��
GLHUHQFHV�LQ�FDUH�DQG�VXUYLYDO�RI�SDWLHQWV�ZLWK�VWDJH�Ζ�QRQ�VP
DOO�FHOO�OXQJ�FDQFHU�EHWZ
HHQ�KRVSLWDOV�ZLWK�DQG�Z
LWKRXW�LQ�KRXVH�OXQJ�FDQFHU�VXUJHU\��$FWD�2QFRORJLFD��
����������Ȃ�����KWWSV���GRL�RUJ����������������;�������������'XERZ
LW]��-��$���6ORDQ��(��.����5LHGHO��%��-����������ΖPSOLFDWLQJ�DQDHVWKHVLD�DQG�WKH�
SHULRSHUDWLYH�SHULRG�LQ�FDQFHU�UHFXUUHQFH�DQG�PHWDVWDVLV��&OLQLFDO�DQG�([SHULP
HQWDO�0HWDVWDVLV������������Ȃ�����KWWSV���GRL�RUJ���������V���������������[
(LNHOERRP��-��:
���&RQQROO\��6��-���%UXHFNPDQQ��0
���*UDQJHU��&��%���.DSSHWHLQ��$��3���0
DFN��0��-���Ȑ
�9DQ�GH�:HUI��)����������'
DELJDWUDQ�YHUVXV�ZDUIDULQ�LQ�SDWLHQWV�Z
LWK�PHFKDQLFDO�KHDUW�YDOYHV��7KH�1
HZ�(QJODQG�-RXUQDO�RI�0
HGLFLQH���������������Ȃ������KWWSV���GRL�RUJ���������1
(-0RD�������
(WQHO��-��5��*���YDQ�'
LMN��$��3��-���.OXLQ��-���%HUWHOV��5��$���8WHQV��(��0
��:��-���YDQ�*
DOHQ��(���Ȑ�
7DNNHQEHUJ��-��-��0����������'
HYHORSPHQW�RI�DQ�2
QOLQH��(YLGHQFH�%DVHG�3DWLHQW�ΖQIRUP
DWLRQ�3RUWDO�IRU�&RQJHQLWDO��+HDUW�'
LVHDVH��$�3LORW�6WXG\��)URQWLHUV�LQ�&DUGLRYDVFXODU�0
HGLFLQH���������KWWSV���GRL�RUJ���������IFYP�����������
)DQ��6���/L��+���:
DQJ��'���:
X��&���3DQ��=���/L��<���Ȑ�:DQJ��4
����������(HFWV�RI�IRXU�PDMRU�
EUDLQ�SURWHFWLRQ�VWUDWHJLHV�GXULQJ�SUR[LPDO�DRUWLF�VXUJHU\��$��V\VWHP
DWLF�UHYLHZ�DQG�
QHWZRUN�P
HWD�DQDO\VLV��ΖQWHUQDWLRQDO�-RXUQDO�RI�6XUJHU\��/RQGRQ��(QJODQG��������Ȃ����KWWSV���GRL�RUJ���������M�LMVX������������
*LOOLQRY��$��0
���%DJLHOOD��(���0RVNRZ
LW]��$��-���5DLWHQ��-��0���*
URK��0��$���%RZ
GLVK��0��(���Ȑ
�0DFN��0
��-����������5DWH�FRQWURO�YHUVXV�UK\WKP�FRQWURO�IRU�DWULDO�ȴEULOODWLRQ�DIWHU�
FDUGLDF�VXUJHU\��1HZ
�(QJODQG�-RXUQDO�RI�0HGLFLQH���������������Ȃ������KWWSV���GRL�
RUJ���������1(-0
RD�������
05.LIT
ERA
TU
UR
36
KENNISAGENDA • NVT
37
KENNISAGENDA • NVT
*RQJ��0
���0D��:
��*���*
XDQ��;��/���:DQJ��/��)���/L��-��&���/DQ��)���Ȑ
�=KDQJ��+��-����������
0RGHUDWH�K\SRWKHUP
LF�FLUFXODWRU\�DUUHVW�LQ�WRWDO�DUFK�UHSDLU�IRU�DFXWH�W\SH�$�DRUWLF��GLVVHFWLRQ��FOLQLFDO�VDIHW\�DQG�Hɝ
FDF\��-RXUQDO�RI�7KRUDFLF�'LVHDVH�����������Ȃ�����
KWWSV���GRL�RUJ����������MWG�����������ΖQWHJUDDO�.DQNHUFHQWUXP
�1HGHUODQG���Q�G����1
6&/&��FLMIHUV�RYHU�NDQNHU��5HWULHYHG�IURP�
ZZZ�FLMIHUVRYHUNDQNHU�QOO
.LUFKKRI��3���%HQXVVL��6���.RWHFKD��'���$KOVVRQ��$���$WDU��'
���&DVDGHL��%���Ȑ�'XQFDQ��(��
�������������(6&�*XLGHOLQHV�IRU�WKH�P
DQDJHPHQW�RI�DWULDO�ȴEULOODWLRQ�GHYHORSHG�LQ�
FROODERUDWLRQ�ZLWK�($&76��(XURSHDQ�+
HDUW�-RXUQDO��������������Ȃ������KWWSV���GRL�RUJ���������HXUKHDUWM�HKZ
���.RLNH��7���7RJDVKL��.���6KLUDWR��7���6DWR��6���+
LUDKDUD��+���6XJDZ
DUD��0���Ȑ
�(PXUD����
��������/LPLWHG�UHVHFWLRQ�IRU�QRQLQYDVLYH�EURQFKLRORDOYHRODU�FDUFLQRP
D�GLDJQRVHG�E\��LQWUDRSHUDWLYH�SDWKRORJLF�H[DP
LQDWLRQ��7KH�$QQDOV�RI�7KRUDFLF�6XUJHU\�������������Ȃ������KWWSV���GRL�RUJ���������M�DWKRUDFVXU������������
.RUWHODQG��1��0
���$KPHG��<���.RROEHUJHQ��'
��5���%URXZHU��0
���GH�+HHU��)���.OXLQ��-���Ȑ
�7DNNHQEHUJ��-��-��0
����������'RHV�WKH�8
VH�RI�D�'HFLVLRQ�$LG�ΖP
SURYH�'HFLVLRQ�0
DNLQJ�LQ�3URVWKHWLF�+
HDUW�9DOYH��6HOHFWLRQ"�$�0XOWLFHQWHU�5DQGRP
L]HG�7ULDO��&LUFXODWLRQ��&DUGLRYDVFXODU�4
XDOLW\�DQG�2XWFRP
HV���������KWWSV���GRL�RUJ���������&Ζ5&2
87&2
0(6�����������
.RVPLGRX�����&KHQ��6���.DSSHWHLQ��$��3���6HUUX\V��3��:
���*HUVK��%��-���3XVNDV��-��'
���Ȑ�
6WRQH��*��:
����������1HZ
�2QVHW�$WULDO�)LEULOODWLRQ�$IWHU�3&Ζ�RU�&$%*
�IRU�/HIW�0DLQ�
'LVHDVH��7KH�(;&(/�7ULDO��-RXUQDO�RI�WKH�$P
HULFDQ�&ROOHJH�RI�&DUGLRORJ\������������Ȃ�����KWWSV���GRL�RUJ���������M�MDFF������������
/LUN��3���3LFDUGL��6����+ROOP
DQQ��0��:
����������/RFDO�DQDHVWKHWLFV�����HVVHQWLDOV��(XURSHDQ�-RXUQDO�RI�$QDHVWKHVLRORJ\�������������Ȃ�����KWWSV���GRL�RUJ���������(-$�����������������
0DFN��0
��-���/HRQ��0��%���6P
LWK��&��5���0LOOHU��'
��&���0RVHV��-��:
���7X]FX��(��0���Ȑ
�$NLQ��-������������\HDU�RXWFRP
HV�RI�WUDQVFDWKHWHU�DRUWLF�YDOYH�UHSODFHPHQW�RU�VXUJLFDO�DRUWLF�
YDOYH�UHSODFHPHQW�IRU�KLJK�VXUJLFDO�ULVN�SDWLHQWV�Z
LWK�DRUWLF�VWHQRVLV��3$571(5�����$�
UDQGRPLVHG�FRQWUROOHG�WULDO��7KH�/DQFHW�����������������Ȃ������KWWSV���GRL�
RUJ���������6��������������������0DQQDFLR��9��$���'
L�7RPPDVR��/���$QWLJQDQ��$���'
H�$PLFLV��9����9RVD��&����������$VSLULQ�
SOXV�FORSLGRJUHO�IRU�RSWLPDO�SODWHOHW�LQKLELWLRQ�IROORZ
LQJ�R�SXPS�FRURQDU\�DUWHU\�
E\SDVV�VXUJHU\��5HVXOWV�IURP�WKH�&5<66$��SUHYHQWLRQ�RI�&RURQDU\�DUWH5<�E\SD66�
RFFOXVLRQ�DIWHU�R�SXPS�SURFHGXUHV��UDQGRP
LVHG�VWXG\��+HDUW��������������Ȃ������
KWWSV���GRL�RUJ���������KHDUWMQO������������
1LVKLP
XUD��5��$���2WWR��&��0
���%RQRZ��5��2
���&DUDEHOOR��%��$���(UZLQ��-��3���*
X\WRQ��5��$���Ȑ�
<DQF\��&��:���������������$+
$�$&&�JXLGHOLQH�IRU�WKH�PDQDJHP
HQW�RI�SDWLHQWV�ZLWK�
YDOYXODU�KHDUW�GLVHDVH��([HFXWLYH�VXPPDU\��$�UHSRUW�RI�WKH�DP
HULFDQ�FROOHJH�RI�FDUGLRORJ\�DP
HULFDQ�KHDUW�DVVRFLDWLRQ�WDVN�IRUFH�RQ�SUDFWLFH�JXLGHOLQHV��&LUFXODWLRQ��9RO��������KWWSV���GRL�RUJ���������&Ζ5�����������������
3DSDUHOOD��'���'
L�0DXUR��0
���%LWWRQ�:RUP
V��.���%RORWLQ��*���5XVVR��&���7UXQȴR��6���Ȑ
�0LFHOL��$����������$QWLSODWHOHW�YHUVXV�RUDO�DQWLFRDJXODQW�WKHUDS\�DV�DQWLWKURP
ERWLF�SURSK\OD[LV�DIWHU��P
LWUDO�YDOYH�UHSDLU��7KH�-RXUQDO�RI�7KRUDFLF�DQG�&DUGLRYDVFXODU�6XUJHU\�����������������H���KWWSV���GRL�RUJ���������M�MWFYV������������
5H]DHL��<���3HLJKDPEDUL��0
��0���1
DJKVKEDQGL��6���6DPLHL��1
���*KDYLGHO��$��$���'
HKJKDQL��0��5���Ȑ
�+RVVHLQL��6����������3RVWRSHUDWLYH�$WULDO�)LEULOODWLRQ�)ROORZ
LQJ�&DUGLDF�6XUJHU\��)URP
�3DWKRJHQHVLV�WR��3RWHQWLDO�7KHUDSLHV��$PHULFDQ�-RXUQDO�RI�
&DUGLRYDVFXODU�'UXJV���'
UXJV��'HYLFHV��DQG�2
WKHU�ΖQWHUYHQWLRQV�����������Ȃ����KWWSV���GRL�RUJ���������V�����������������
6DNXUDL��+���'
REDVKL��<���0L]XWDQL��(���0
DWVXEDUD��+���6X]XNL��6���7DNDQR��.���Ȑ
�0DWVXP
RWR��0����������%URQFKLRORDOYHRODU�FDUFLQRP
D�RI�WKH�OXQJ���FHQWLPHWHUV�RU�
OHVV�LQ�GLDPHWHU��$�SURJQRVWLF�DVVHVVP
HQW��$QQDOV�RI�7KRUDFLF�6XUJHU\�������������Ȃ������KWWSV���GRL�RUJ���������M�DWKRUDFVXU������������
6KRHE��0����)DQJ��0
��&����������$VVHVVLQJ�EOHHGLQJ�ULVN�LQ�SDWLHQWV�WDNLQJ�DQWLFRDJXODQWV��-RXUQDO�RI�7KURP
ERVLV�DQG�7KURPERO\VLV������������Ȃ�����KWWSV���
GRL�RUJ���������V����������������7UDYLV��:
��'���%UDP
ELOOD��(���1RJXFKL��0
���1LFKROVRQ��$��*
���*HLVLQJHU��.��5���<DWDEH��<���Ȑ
�<DQNHOHZ
LW]��'����������ΖQWHUQDWLRQDO�DVVRFLDWLRQ�IRU�WKH�VWXG\�RI�OXQJ�FDQFHU�
$PHULFDQ�7KRUDFLF�6RFLHW\�(XURSHDQ�5HVSLUDWRU\�6RFLHW\�LQWHUQDWLRQDO�
PXOWLGLVFLSOLQDU\�FODVVLȴFDWLRQ�RI�OXQJ�DGHQRFDUFLQRP
D��-RXUQDO�RI�7KRUDFLF�2QFRORJ\�����������Ȃ�����KWWSV���GRL�RUJ���������-72
��E���H������D���9DOJLP
LJOL��0���%XHQR��+
���%\UQH��5��$���&ROOHW��-��3���&RVWD��)���-HSSVVRQ��$���Ȑ�7HQGHUD��0
���������������(6&�IRFXVHG�XSGDWH�RQ�GXDO�DQWLSODWHOHW�WKHUDS\�LQ�FRURQDU\�DUWHU\�GLVHDVH�GHYHORSHG�LQ�FROODERUDWLRQ�Z
LWK�($&76��(XURSHDQ�-RXUQDO�RI�&DUGLR�7KRUDFLF�6XUJHU\�����������Ȃ����KWWSV���GRL�RUJ���������HMFWV�H][���
YDQ�GHU�+RRIW��&��6���'
LHOHPDQ��-��3���6LHP
HV��&���$DUQRXGVH��$��-��/��+��-���9HUKDP
PH��.��
0��&���6WULFNHU��%��+
��&��+����6WXUNHQERRP
��0��&��-��0
����������$GYHUVH�GUXJ�UHDFWLRQ�UHODWHG�KRVSLWDOLVDWLRQV��D�SRSXODWLRQ�EDVHG�FRKRUW�VWXG\��3KDUP
DFRHSLGHPLRORJ\�
DQG�'UXJ�6DIHW\������������Ȃ�����KWWSV���GRL�RUJ���������SGV�����
38
KENNISAGENDA • NVT
39
KENNISAGENDA • NVT
9D]TXH]��0���&DUWHU��'
���%UDPELOOD��(���*
D]GDU��$���1RJXFKL��0
���7UDYLV��:��'
���Ȑ�
+HQVFKNH��&������������6ROLWDU\�DQG�P
XOWLSOH�UHVHFWHG�DGHQRFDUFLQRPDV�DIWHU�&7�
VFUHHQLQJ�IRU�OXQJ�FDQFHU���KLVWRSDWKRORJLF�IHDWXUHV�DQG�WKHLU�SURJQRVWLF�LPSOLFDWLRQV��/XQJ�&DQFHU��$P
VWHUGDP��1
HWKHUODQGV�������������Ȃ�����KWWSV���GRL�RUJ���������M�OXQJFDQ������������
:LQGHFNHU��6���.ROK��3���$OIRQVR��)���&ROOHW��-��3���&UHP
HU��-���)DON��9���Ȑ�'DYLHV��-����������
�����(6&�($&76�*XLGHOLQHV�RQ�P
\RFDUGLDO�UHYDVFXODUL]DWLRQ��7KH�7DVN�)RUFH�RQ�0\RFDUGLDO�5HYDVFXODUL]DWLRQ�RI�WKH�(XURSHDQ�6RFLHW\�RI�&DUGLRORJ\��(6&��DQG�WKH�
(XURSHDQ�$VVRFLDWLRQ�IRU�&DUGLR�7KRUDFLF�6XUJHU\��($&76�'HYHORSHG�Z
LWK�WKH�VSHFLDO�FRQWULEXWLRQ�RI�WKH�(XURSHDQ�$VVRFLDWLRQ�RI�3HUFXWDQHRXV�&DUGLRYDVFXODU�ΖQWHUYHQWLRQV��($3&Ζ���(XURSHDQ�+
HDUW�-RXUQDO��������������Ȃ������KWWSV���GRL�RUJ���������HXUKHDUWM�HKX���
41
KENNISAGENDA • NVT
40
KENNISAGENDA • NVT
�ì4�%��ŭ��
$3?LS*:
%�:4ì
OS
ACP Antegrade cerebral perfusion
$)�$WULXP
ȴEULOOHUHQAM
C Am
sterdam M
edisch CentrumBAC
Bronchioalveolair CarcinoomCABG
Coronary Artery Bypass G
raftingCVO
N
Cardiovasculair Onderzoek N
ederland&7�
&RPSXWHUWRP
RJUDȴHCVA
Cerebro Vasculair AccidentD
APT D
uale antiplaatjes therapieD
HCA
Deep hypotherm
ic circulatory arrestD
OAC
Directe orale anticoagulantia
ESC/EACTS European Society of Cardiology/European Association For Cardio-Thoraric Surgery
IGJ
Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd
INR
International Norm
alized RatioLAD
Linker Anterieur D
escenderende slagaderLIM
A Linker Interne Arteria M
amm
ariaM
C M
edisch CentrumM
HCA
Moderate hypotherm
ic circulatory arrestM
ID-CAB
Minim
ally Invasive Direct Coronary Artery Bypass
MVP
Mitral Valve Prolaps
MVR
Mitralisklepvervanging
NeSECC
Nederlandse Sociëteit voor ExtraCorporale Circulatie
NSCLC
Niet kleincellig longcarcinoom
NVH
VV N
ederlandse Verenging voor Hart- en Vaatverpleegkundigen
NVT
Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie
NVVC
Nederlandse Vereniging voor Cardiologie
OAS
Orale antistolling
OLVG
O
nze Lieve Vrouwe G
asthuisPCI
Percutane coronaire interventiePVI
Pulmonaal Venen Isolatie
RCT Random
ized Controlled Trial
06.B
IJLAG
EN
4243
KENNISAGENDA • NVT
KENNISAGENDA • NVT
�ì4�%��Ů�L
*�(S4ì
:�:
De onderstaande richtlijnen zijn gebruikt voor de inventarisatie van potentiële
kennishiaten. Alleen de hoofdstukken die relevant zijn voor de cardio-thoracale chirurgie zijn m
eegenomen in de inventarisatie.
• Clinical G
uidelines For The Managem
ent Of Patients W
ith Transposition Of The
*UHDW�$UWHULHV�:
LWK�ΖQWDFW�9HQWULFXODU�6HSWXP������
• EACTS/EACTA G
uidelines On Patient Blood M
anagement For Adult Cardiac
6XUJHU\������ȏ�
($&76�*XLGHOLQHV�2
Q�3HULRSHUDWLYH�0HGLFDWLRQ�ΖQ�$GXOW�&DUGLDF�6XUJHU\������
• ESC Focused U
pdate On D
ual Antiplatelet Therapy In Coronary Artery Disease
'HYHORSHG�ΖQ�&ROODERUDWLRQ�:
LWK�($&76������ȏ�
(67�($&76�*XLGHOLQHV�2
Q�0\RFDUGLDO�5HYDVFXODUL]DWLRQ������
• ESC guidelines for the diagnosis and m
anagement of pericardial diseases,
����•
ESC Guidelines For The M
anagement O
f Atrial Fibrillation Developed In Colla-
ERUDWLRQ�:LWK�($&76������
ȏ�(6&�JXLGHOLQHV�IRU�WKH�P
DQDJHPHQW�RI�JURZ
�XS�FRQJHQLWDO�KHDUW�GLVHDVH������ȏ�
(6&�*XLGHOLQHV�IRU�WKH�P
DQDJHPHQW�RI�LQIHFWLYH�HQGRFDUGLWLV������
ȏ�(6&�JXLGHOLQHV�RQ�WKH�GLDJQRVLV�DQG�P
DQDJHPHQW�RI�DRUWLF�GLVHDVHV������
ȏ�0DUIDQ�V\QGURRP
������ȏ�
1LHW�NOHLQFHOOLJ�ORQJFDUFLQRRP
������
RE-ALIGN
Random
ized, Phase II Study to Evaluate the Safety and Pharmacoki-
netics of Oral D
abigatran Etexilate in Patients after Heart Valve
Replacement
RCP Retrograde cerebral perfusion
SACP Selective antegrade cerebral perfusion
STZ Sam
enwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen
SYNTAX
Synergy between percutaneous coronary intervention w
ith TAXUS
and cardiac surgeryTAVI
Transcatheter aortaklepimplantatie
TIA Transient Ischem
ic AttackU
MCG
U
niversitair Medisch Centrum
Groningen
VATS Video Assisted Thoracoscopic Surgery
VUm
c Vrije U
niversiteit medisch centrum
VWS
Ministerie van Volksgezondheid, W
elzijn en Sport
4445
KENNISAGENDA • NVT
KENNISAGENDA • NVT
�ì4�%��Ű�%
�IL*?L*S�
�L���
3�::*O(
*�S�:�9�S�9
*:��L���:�Ų�
STEMMEN�
3HU�GHHOJHELHG�KHEEHQ���VXEJURHSHQ���H�URQGH�ZLOOHNHXULJ�LQJHGHHOG�HQ��H�
ronde door experts) per deelgebied de groslijst met kennishiaten beoordeeld en
JHSULRULWHHUG��+LHUXLW�NZ
DP�HHQ�WRS������RI����9HUYROJHQV�Z
HUG�PHW�EHKXOS�YDQ�
VWLFNHUV����VWLFNHUV�SHU�SHUVRRQ��GRRU�DOOH�GHHOQHPHUV�YDQ�GH�ELMHHQNRP
VW�JHSULR-riteerd over alle deelgebieden heen.
+LHURQGHU�Z
RUGHQ�GH�NHQQLVKLDWHQ�ZHHUJHJHYHQ�GLH�P
LQGHU�GDQ���VWHPPHQ�
hebben gekregen en niet in de top-9 zijn gekomen
Kleplijden en hartfalen
Verbetert de chirurgische behandeling van geïsoleerde
ŊľÿłÙŏłĻÿß¾ēÿłĐēãĻϰÿěłŏöżÙÿíěŊãϰĐē¾ÙüŊãěϰãěϰĻľĢ÷ěĢłãς3x geprioriteerd (2 thoraxchirurgen, 1 stakeholder)
Dit is een relevante vraagstelling gezien de opkom
st van cathetertechnieken voor deze behandeling, w
aarbij publicaties nog niet verder komen dan “proof-of-con-
cept”. Voor zowel percutane als chirurgische behandeling geldt dat ook voor deze
vraagstelling de bovengenoemde ‘’ESC/EACTS G
uidelines for the managem
ent of valvular heart disease’’ als vertrekpunt kunnen w
orden genomen (Baum
gartner et DO����������2
RN�YRRU�GH]H�YUDDJ�]DO�HU�HHQ�XSGDWH�YDQ�UHFHQWH�OLWHUDWXXU�GLHQHQ�plaats te vinden, voordat eventueel klinisch onderzoek geform
uleerd kan worden
met een relevante vraagstelling. Voor uitw
erking hiervan zal samenw
erking met
collega’s van de cardiologie noodzakelijk zijn.
�ì4�%��ů�I�S*�
:S�:?L%�:*O�S*�
O��:�
?_�L*%����4�:%(����:��:
De onderstaande patiëntenorganisaties en overige belanghebbenden zijn benaderd
om kennishiaten aan te leveren en aanw
ezig te zijn bij de prioriteringsbijeenkomst:
Patiëntenorganisaties:•
HartenTw
eeȏ�
+DUWHUDDGr
ȏ�/RQJIRQGV
ȏ�1HGHUODQGVH�)HGHUDWLH�YDQ�.DQNHUSDWLQWHQ�RUJDQLVDWLHV��1
).�rȏ�
3DWLQWHQIHGHUDWLH�1HGHUODQG
ȏ�3DWLQWHQYHUHQLJLQJ�$DQJHERUHQ�+
DUWDIZLMNLQJHQ��3$+
�r•
Stichting Pulmonale H
ypertensie (PHA) N
ederland•
Stichting Kind en Ziekenhuis•
Vereniging Samenw
erkende Ouder- en Patiëntenorganisaties (VSO
P)
Overige belanghebbenden:
ȏ�+DUWVWLFKWLQJr
ȏ�ΖQVSHFWLH�YRRU�GH�*
H]RQGKHLGV]RUJ�HQ�-HXJG�LQ�RSULFKWLQJ��ΖJ-� •
Nederlandse Associatie Physician Assistants (N
APA)•
Nederlands H
uisartsen Genootschap (N
HG
)•
Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose (N
VALT)•
Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie (N
VA)ȏ�
1HGHUODQGVH�9HUHQLJLQJ�YRRU�&DUGLRORJLH��1
99&�r ȏ�
1HGHUODQGVH�9HUHQLJLQJ�YRRU�+
DUW�HQ�9DDW�9HUSOHHJNXQGLJHQ��19+
99�r ȏ�
1HGHUODQGVH�9HUHQLJLQJ�YRRU�ΖQWHQVLYH�&DUH��1
9Ζ&�rȏ�
1HGHUODQGVH�9HUHQLJLQJ�YRRU�/RQJFKLUXUJLH��1
9Y/�rȏ�
1HGHUODQGVH�9HUHQLJLQJ�YRRU�9DDWFKLUXUJLH��1
999�rȏ�
1HGHUODQGVH�6RFLWHLW�YRRU�([WUD&RUSRUDOH�&LUFXODWLH��1
H6(&&�r •
Stichting Hartekind
ȏ�=RUJLQVWLWXXW�1
HGHUODQG��=L1/�
• Zorgverzekeraars N
ederland (ZN)
r'H]H�RUJDQLVDWLHV�KHEEHQ�LQSXW�JHJHYHQ��
'H]H�RUJDQLVDWLHV�Z
DUHQ�DDQZH]LJ�WLMGHQV�GH�SULRULWHULQJVELMHHQNRP
VW�
4647
KENNISAGENDA • NVT
KENNISAGENDA • NVT
Hartritm
e, infecties, hartchirurgie, aortaziekten en congenitale hartproblem
atiek
Welke chirurgische ablatielijnen zijn nodig bij
¾ŊľÿŏężØľÿēēãľãěϰãěϰţ
¾ŊϰÿłϰßãϰŊĢã÷ãŢĢã÷ßãϰţ¾¾ľßãϰŢ¾ěϰ
additionele ablatielittekens in het linker en/of rechter atrium
naast standaard chirurgische PVI voor
ŢãľłÙüÿēēãěßãϰŢĢľęãěϰŢ¾ěϰ¾Ŋľÿŏę
żØľÿēēãľãěς4x geprioriteerd (2 thoraxchirurgen, 2 stakeholders)
Aan de basis van deze vragen liggen vele kennishiaten. De ESC/EACTS richtlijn uit
������.LUFKKRI�HW�DO���������JHHIW�DO�DDQ�GDW�JHUDQGRPLVHHUGH�WULDOV�Z
DDUELM�HHQ�gestandaardiseerde procedure gebruikt w
ordt, dringend noodzakelijk zijn om het
QXW�HQ�GH�ULVLFRȇV�YDQ�ȊVWDQG�DORQHȋ�WKRUDFRVFRSLVFKH�DWULXPȴEULOOHUHQ�DEODWLH�HQ�
FRQFRPLWDQWH�FKLUXUJLVFKH�DWULXP
ȴEULOOHUHQ�DEODWLH�LQ�NDDUW�WH�EUHQJHQ��'LW�JHOGW�
QLHW�DOOHHQ�YRRU�GH�DWULXPȴEULOOHUHQ�DEODWLHOLMQHQ��P
DDU�RRN�YRRU�GH�JHEUXLNWH�m
odaliteiten (radiofrequente katheterablatie of cryo-ablatie). Er zijn op dit m
oment geen hele duidelijke indicaties voor afbakening (w
anneer nog wel/niet
PHHU�]LQYRO��HQ�YRRU�Z
HONH�YRUP�YDQ�ERH]HP
ȴEULOOHUHQ�GH�EHKDQGHOLQJ�HHFWLHI�LV�(paroxysm
aal, persisterend, langdurig persisterend, chronisch). Op dit m
oment
]LMQ�ZHUHOGZ
LMG�]RȇQ�����WULDOV�DDQJHPHOG�GLH�NLMNHQ�QDDU�KHW�HHFW�YDQ�FKLUXUJL-
sche ablatie. De verschillende trials zijn gericht op het verschil tussen chirurgi-
VFKH�HQ�FDUGLRORJLVFKH�DEODWLH��VRPV�ELM�VSHFLȴHNH�LQJUHSHQ��GXEEHONOHSRSHUDWLH��
of een bepaalde modaliteit (radiofrequente katheterablatie of cryo-ablatie). D
eze trials zijn veelal door de industrie geïnitieerd. H
et is een uitermate ingew
ikkeld, m
ultifactorieel, heterogeen onderzoekveld, maar desalniettem
in erg gewenst. H
et YUDDJW�]RUJYXOGLJ�RSJHVWHOGH�SURWRFROOHQ�WHQ�DDQ]LHQ�YDQ�GHȴQLWLHV��GHVLJQ��inrichting en follow
-up.
Wat is de prognostische w
aarde van kort ¾Ŋľÿŏę
żØľÿēēãľãěϰĻĢłŊĢĻãľ¾ŊÿãöϰãěϰüĢãϰţĢľßŊϰßÿŊϰüãŊϰØãłŊãϰ
behandeld?2x geprioriteerd (2 stakeholders)
3RVWRSHUDWLHI�DWULXPȴEULOOHUHQ�LV�HHQ�IHQRP
HHQ�GDW�RSWUHHGW�ELM�RQJHYHHU�����
van de patiënten na een openhartoperatie. Er is veel onderzoek naar gedaan hoe GLW�WH�YRRUNRP
HQ��ſ�EORNNDGH�HQ�DPLRGDURQH�]LMQ�GDDUELM�KHW�P
HHVW�RQGHU]RFKW��D
e uitkomsten zijn niet eenduidig. D
esalniettemin leidt het postoperatieve
Coronairlijden en revascularisatie
Wat is de w
aarde van functionele begeleiding voor CABG
in vergelijking m
et een anatomische begeleiding?
3x geprioriteerd (2 thoraxchirurgen, 1 stakeholder)
Deze onderzoeksvraag hoort volgens de w
erkgroepleden binnen de cardiologie.
Wat is het effect van PCI in vergelijking m
et CABG
bij patiënten m
et hartfalen?3x geprioriteerd (2 thoraxchirurgen, 1 patiëntvertegenw
oordiger)
(U�VWDDW�DO�YHHO�LQIRUPDWLH�KLHURYHU�LQ�GH�(6&�*
XLGHOLQHV��:LQGHFNHU�HW�DO����������
Wat is het beste beleid van antistollingsm
iddelen in com
binatie met antiplatelet therapie bij patiënten m
et ěãţ
ϒĢěłãŊϰ¾ŊľÿŏężØľÿēēãľãěϰě¾ϰy�AϰĢöϰ��
�9ς
0x geprioriteerd
'H�EHKDQGHOLQJ�YDQ�SRVWRSHUDWLHYH�DWULXP
ȴEULOOHUHQ�QD�FDUGLRFKLUXUJLH�EOLMIW�controversieel. Er zijn vele variabelen zoals de type van de ingreep, CABG
dan w
el/niet klep, aortachirurgie, ritmechirurgie etc. D
e huidige ESC richtlijnen hante-ren geen eenduidig beleid en m
aken geen onderscheid tussen de behandeling YDQ�SRVWRSHUDWLHYH�DWULXP
ȴEULOOHUHQ�HQ�W\SH�LQJUHHS��'LW�YUDDJVWXN�KHHIW�YHOH�
UDDNYODNNHQ�PHW�GH�FDUGLRORJLH��Z
DQW�RRN�QD�QLHXZ�DWULXP
ȴEULOOHUHQ�QD�3&Ζ�LV�KHW�beste antistollingsbeleid niet m
et grote RCT’s bestudeerd. Er is onvoldoende draagvlak over het feit dat het antistollingsbeleid na CABG
of na PCI allemaal bij
elkaar kan worden gezet. Voordat dit vraagstuk kan w
orden uitgevoerd in onder-zoek, m
oet deze opnieuw geform
uleerd worden, aangezien de vraag in zijn huidi-
ge vorm te breed is en het uiteindelijk doel onduidelijk is (Burrage, Low
, Campbell,
�2ȇ%ULHQ��������5H]DHL�HW�DO���������
4849
KENNISAGENDA • NVT
KENNISAGENDA • NVT
Is een segmentresectie m
et systematische
lymfeklierdissectie bij adenocarcinoom
met lepidische
groeiwijze in de long te verkiezen boven een lobectom
ie of leidt dit tot hogere kans op recidief en/of (lym
feklier) m
etastasering?2x geprioriteerd (1 thoraxchirurg, 1 patiëntvertegenw
oordiger)
ΖQ������KHHIW�GH�:+2�FODVVLȴFDWLH�YDQ�ORQJNDQNHU�GH�WHUP
�ȊEURQFKLRDOYHRODLU�carcinoom
(BAC) toegevoegd voor een niet-invasieve tumor die zich verspreid via
DOYHRODLUH�VWUXFWXUHQ��7UDYLV�HW�DO����������7HJHQZRRUGLJ�Z
RUGW�KHW�QLHW�LQYDVLHYH�groeipatroon dat kenm
erkend is voor BAC, een lepidische groeiwijze genoem
d �7UDYLV�HW�DO����������0
HHUGHUH�VWXGLHV�KHEEHQ�ODWHQ�]LHQ�GDW�SDWLQWHQ�PHW�HHQ�
SXXU�OHSLGLVFKH�WXPRU�HHQ�����
�]LHNWHYULMH���MDDUVRYHUOHYLQJ�KHEEHQ��.RLNH�HW�DO���2009; Sakurai et al., 2004; Vazquez et al., 2009). Recente RCTs hebben zich gefo-cust op longkanker screening m
et low-dose CT-scans. W
anneer deze screening gestalte gaat krijgen in N
ederland zullen er in de toekomst m
eer mensen gediag-
nosticeerd worden m
et een longcarcinoom m
et lepidische groeiwijze in een
vroegtijdig stadium. H
et lijkt erop dat een lepidisch groeiende tumor kan w
orden genezen als deze com
pleet wordt gereseceerd. D
e longchirurgen zijn derhalve zeer geïnteresseerd of een beperkte resectie (sublobaire of segm
entresectie genoem
d) in plaats van een lobectomie voldoende is om
deze vorm van longkan-
ker te behandelen. Uit studies blijkt dat een klein percentage van de lepidisch
groeiende adenocarcinomen recidiveert. Voor de longchirurgen en de patiënten
zou het van groot belang zijn om te achterhalen w
at de risicofactoren zijn voor een recidief.
Is het kosteneffectief om patiënten m
et een eerste prim
aire spontane pneumothorax direct een VA
TS
pleurectomie te laten ondergaan i.p.v. conservatieve
behandeling?2x geprioriteerd (1 stakeholder, 1 patiëntvertegenw
oordiger)
De behandeling van een prim
aire spontane pneumothorax en em
pyeem is
onderwerp van discussie w
ereldwijd. Er zijn op dit m
oment m
eerdere studies die vroegtijdig chirurgische interventie vergelijken m
et conservatieve behandeling GDQ�Z
HO�EHKDQGHOLQJ�PLGGHOV�GUDLQDJH�HQ�HYHQWXHHO�ȴEULQRO\WLFD��LQ�KHW�JHYDO�YDQ�
empyeem
).
ERH]HPȴEULOOHUHQ�WRW�ODQJHUH�RSQDP
HGXXU��PHHU�KLQGHU�YRRU�GH�SDWLQW��P
HHU�kosten, m
eer risico’s (TIA/CVA, bloedingen tgv de noodzakelijke antistolling). De
patiëntengroepen zijn veelal zeer heterogeen en doseringen van medicam
enten KHHO�YHUVFKLOOHQG��'
H�UHGHQ�ZDDURP
�SDWLQWHQ�JDDQ�ERH]HPȴEULOOHUHQ�LV�RQGXLGH-
OLMN��(U�LV�ZHO�HQLJ�LQ]LFKW��HOHNWURO\WHQ�VWRRUQLVVHQ��LQȵDP
PDWRLUH�UHVSRQV��
RQWWUHNNLQJ�YDQ�ſ�EORNNDGH��RYHUYXOOLQJ��RQGHUYXOOLQJ��DQHPLH��OHHIWLMG��NOHSFKLUXU-
JLH�VSHOHQ�HHQ�URO�*LOOLQRY�HW�DO��������EHVFKULMYHQ�LQ�KXQ�DUWLNHO�GDW�HU�JHHQ�
verschil is in uitkomst tussen rate controle en ritm
e controle. De prognose is
HFKWHU�EHZH]HQ�P
LQGHU�JXQVWLJ�QD�&$%*��.RVP
LGRX�HW�DO����������'XV�DOOHV]LQV�
reden om te onderzoeken hoe dit te voorkom
en. Verscheidene kennishiaten zijn hier aanw
ezig (wat is de oorzaak, hoe te voorkom
en, hoe te behandelen?).
Longoncologie en niet-oncologische longchirurgie
Wat is de w
aarde van medische behandelingen van
oudere patiënten met stadium
I NSCLC op de overleving?
1x geprioriteerd (1 patiëntvertegenwoordiger)
3HU�MDDU�ZRUGW�ELM�UXLP
��������QLHXZH�SDWLQWHQ�LQ�1
HGHUODQG�HHQ�ORQJFDUFLQRRP�
JHGLDJQRVWLFHHUG������KLHUYDQ�LV�HHQ�QLHW�NOHLQFHOOLJ�ORQJFDUFLQRRP
��ΖQWHJUDDO�.DQNHUFHQWUXP
�1HGHUODQG��Q�G����ΖQ�����������Z
DV�GH���MDDUVRYHUOHYLQJ�YDQ�DOOH�SDWLQWHQ�P
HW�HHQ�16&/&����
��GH���MDDUVRYHUOHYLQJ������7HQ�WLMGH�YDQ�GH�GLDJ-
nose heeft het merendeel van de patiënten al een gem
etastaseerde ziekte. Bij resectabele ziekte zijn er patiënten die niet in aanm
erking komen voor resectie,
veelal vanwege co-m
orbiditeit of slechte performance score. D
e wens van de
patiënt zelf wordt altijd m
eegewogen in de beslissing voor therapie. D
e heteroge-ne groep van patiënten die door deze selectiecriteria ontstaat, m
aakt dat er in N
ederland grote verschillen zijn in de zorg en dus ook overleving van patiënten m
et stadium I N
SCLC (de Ruiter et al., 2020). De kw
aliteit van leven (van oudere patiënten) na een resectie van een stadium
I NSCLC en hierm
ee de waarde van
medische behandelingen bij oudere patiënten m
et NSCLC is niet eerder voldoen-
de onderzocht. Dit m
aakt de keuze van therapie voor de behandelend longarts en cardio-thoracaal chirurg nog uitdagender.
50
KENNISAGENDA • NVT
ColofonKEN
NISAG
END
A NVT
© 2020 N
ederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie0HUFDWRUODDQ�����
�����%/�8WUHFKW
�����������secretariaat@
nvtnet.nlw
ww
.nvtnet.nl
Vormgeving en opm
aak:ijzersterk.nu____$OOH�UHFKWHQ�YRRUEHKRXGHQ��'
H�WHNVW�XLW�GH]H�SXEOLFDWLH�PDJ�Z
RUGHQ�YHUYHHOYRXGLJG��RSJHVODJHQ�LQ�HHQ�JHDXWRP
DWLVHHUG�JHJHYHQVEHVWDQG��RI�RSHQEDDU�JHPDDNW�LQ�HQLJH�
YRUP�RI�RS�HQLJH�Z
LM]H��KHW]LM�HOHNWURQLVFK��PHFKDQLVFK�GRRU�IRWRNRSLHQ�RI�HQLJH�
DQGHUH�PDQLHU��HFKWHU�XLWVOXLWHQG�QD�YRRUDIJDDQGH�WRHVWHP
PLQJ�YDQ�GH�1
97��7RHVWHP
PLQJ�YRRU�JHEUXLN�YDQ�WHNVW�JHGHHOWHQ��NXQW�X�VFKULIWHOLMN�RI�SHU�H�P
DLO�HQ�XLWVOXLWHQG�ELM�GH�1
97�DDQYUDJHQ��$GUHV�HQ�H�PDLODGUHV��]LH�ERYHQ�
�ì4�%��ű��
L*�$�I�S*�
:S�:$���L�S*�
Nederlandse Vereniging voor ThoraxchirurgieMercatorlaan 12003528 BL Utrecht
www.nvtnet.nl