Referentienummer BP&C/2018/2514 Status Definitief
Versienummer 1.1 Rubricering Openbaar
Versiedatum 22 mei 2018
Jaarverslag 2017 Verantwoording aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat
Inhoudsopgave
Voorwoord LVNL‐bestuur 3
Veiligheid 5
Efficiëntie 13
Maatschappij en milieu 19
Onze topprioriteiten 23
Overige ontwikkelingen 26
Personeel 28
Financiën 30
Bestuursstructuur 36
In control statement 43
Bericht van de raad van toezicht 46
Jaarrekening 2017 52
Overige gegevens 115
Afkortingen 119
© 2018 Luchtverkeersleiding Nederland
Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van
druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van
Luchtverkeersleiding Nederland.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 3
Voorwoord LVNL‐bestuur
Onze purpose ‘SAMEN LUCHTVAART MOGELIJK MAKEN’ vormde de rode draad in 2017. Met elkaar
stelden we vast dat veiligheid onze hoogste prioriteit is en onze vakkundigheid ons grootste goed. Dat
we een partner willen zijn waar men op kan rekenen; die meedenkt en verbindt en doet wat nodig is
om luchtvaartambities mogelijk te maken.
Dit heeft ons onder andere geholpen om in 2017 meer focus aan te brengen in onze bedrijfsvoering.
Nadat we in het voorgaande jaar constateerden dat de LVNL‐projectportfolio te omvangrijk was en
focus ontbeerde, zijn we SAMEN met onze managementteamleden in een zorgvuldig proces gekomen
tot een ambitieus pakket waarvoor we alles op alles zullen zetten om het te halen. Door heldere keuzes
te maken worden de LVNL’ers gerichter ingezet, waardoor projecten met een topprioriteit met goed
resultaat, binnen de planning kunnen worden afgerond. In dit jaarverslag rapporteren we
vanzelfsprekend over de voortgang op deze thema’s.
Topprioriteiten 2017
• Co‐locatie met militaire luchtverkeersleiding – afgerond op 7 december 2017
• Luchtverkeersleiding op Lelystad Airport – voorbereiden voor opening
• Annex‐gebouw – realisatie in 2019
• Nieuw luchtverkeersleidingssysteem iCAS – operationeel in 2021/2022
• Voldoende luchtverkeersleiders om naast operationele inzet ook voldoende expertise zeker te
stellen voor onze projecten
We zijn er trots op dat we conform planning één van deze topprioriteiten in het verslagjaar tot een goed
RESULTAAT hebben gebracht. Na een gedegen voorbereiding in een samenwerkingsverband met het
Commando Luchtstrijdkrachten Defensie ‐ CLSK ‐ werken de militaire en burgerluchtverkeersleiders
sinds 7 december 2017 schouder‐aan‐schouder op de operationele zaal op Schiphol.
Er is geen reden om achterover te leunen. De overige topprioriteiten moeten de komende jaren worden
opgeleverd en we hebben eind 2017 een nieuwe topprioriteit toegevoegd: de modernisering van de
verkeerstoren op de luchthaven Schiphol. Naast de doorlopende programma’s uit de lijst van 2017 een
grote klus waar we vol voor gaan. En om zeker te weten dat de benodigde wijzigingen ook aan de
behoeften van de betrokken medewerkers voldoen, hebben we in het begin van 2018 in OPEN
bijeenkomsten met de betrokkenen gesproken over de gewenste aanpassingen aan hun werkomgeving.
Naast onze VERANTWOORDELIJKHEID voor de veilige en efficiënte afhandeling van het luchtverkeer
heeft ook het milieu onze volle aandacht. In de dagelijkse operatie dragen wij zorg voor het afhandelen
van luchtverkeer binnen de op nationaal niveau afgesproken milieuregels. En in aanvulling daarop
hebben wij ons in 2017 onder andere aangesloten bij het Corporate Biofuel Programme van KLM.
Om onze strategische doelen ook in de toekomst waar te kunnen blijven maken is het nodig de
organisatie op een aantal plaatsen aan te passen. Het gaat hierbij met name om de inrichting van de
toplaag. Een belangrijke factor is de wens om de safety governance van LVNL verder te verbeteren.
Waar in het verslagjaar de taken en verantwoordelijkheden weliswaar helder, maar verspreid over
sleutelposities in de organisatie waren belegd, wordt de topstructuur in 2018 zodanig aangepast dat de
4 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
beheersing van veiligheidsgerelateerde verbeteringen beter gestroomlijnd wordt. Daarmee is het
mogelijk de energie van de organisatie nog efficiënter aan te wenden en effectiever te richten dan nu
het geval is.
Wij realiseren ons dat ook de komende jaren veel van de medewerkers gevraagd zal worden. Uit het
medewerkertevredenheidsonderzoek dat in 2017 werd gedaan blijkt een grote motivatie en
betrokkenheid van de LVNL’ers. Wij zijn trots op wat de collega’s in alle geledingen van onze organisatie
het afgelopen jaar aan werk hebben verzet. Niet alleen de veilige afhandeling van een record aantal
vluchten ‐ wat op zichtzelf al een groot compliment waard is ‐ maar ook de voortgang die op de
topprioriteiten is geboekt. Het van start gaan van de civiel‐militaire co‐locatie in de nacht van 6 op 7
december vormde daarbinnen een hoogtepunt. Wij hebben er dan ook alle vertrouwen in dat de grote
uitdagingen waar LVNL de komende jaren voor staat deskundig, met toewijding en enthousiasme
worden opgepakt.
Marlou Banning, CFO en Michiel van Dorst, CEO
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 5
Veiligheid
Aan het bereiken van een acceptabel niveau van veiligheid geven wij de hoogste prioriteit. We zijn
open over onze veiligheidsprestaties. Niet alleen in ons jaarverslag. Aanmerkelijke voorvallen en de
resultaten van onderzoek daarna publiceren wij op onze website lvnl.nl.
LVNL heeft in het verslagjaar ten opzichte van 2016 meer vluchten (2,8 procent in het Area Control
Centre en 3,7 procent op Schiphol) afgehandeld, met een onverminderd hoog veiligheidsniveau.
Veiligheid van luchtverkeer staat voorop en wij blijven altijd streven naar veiligheidsverbetering.
Onze kerntaak is het voorkomen van botsingen in de lucht en op de grond, tussen vliegtuigen of met
andere voertuigen en het voorkomen van ongevallen als gevolg van zogturbulentie. Hoe succesvol dat
is, is niet eenvoudig af te leiden uit het aantal ongevallen, omdat deze zich gelukkig vrijwel nooit
voordoen. Om een goede indicatie te krijgen van de mate van veiligheid die we bereiken worden
daarom meer dan alleen ongevallen en voorvallen beschouwd. Zo wordt bijvoorbeeld ook de kwaliteit
van opleiding en training getoetst, doen we onderzoek naar voorvallen en voeren we
risicobeoordelingen uit. Alle procedures om de veiligheid van luchtverkeersleiding zo goed mogelijk te
beheersen zijn vastgelegd in het safety managementsysteem (SMS) van LVNL. Ook de status van de
verbeterprogramma’s is een belangrijke indicator.
Totaal aantal gemelde voorvallen per jaar
Aantal gemelde voorvallen per jaar.
Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een
Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht is gesteld meer typen voorvallen te
melden. In 2016 is sterk de nadruk gelegd op de veiligheid van het grondproces (pushback en taxiën)
hetgeen toen resulteerde in een sprongsgewijze toename van het aantal meldingen. In 2017 is het
6 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
aantal gemelde voorvallen dankzij de in gang gezette verbeterprogramma’s voor de grondoperaties
weer iets afgenomen ten opzichte van 2016. Bij Schiphol TWR/APP nam onder meer het aantal gemelde
voorvallen in de grondoperatie, het aantal go‐arounds en het aantal airspace infringements af. Bij ACC
betrof het onder andere een daling van het aantal airspace infringements en afwijkingen van de route.
Daarnaast nam het aantal zogenoemde ‘levelbusts’ af. Een levelbust is door EUROCONTROL
gedefinieerd als: ‘any unauthorised vertical deviation of more than 300 feet from an air traffic control
flight clearance’.
Voorvallen per 10.000 bewegingen
Een andere, meer gerichte indicator is het verloop van het aantal ‘serious’ en ‘major’ voorvallen, de
twee hoogste categorieën in voorvallen. De getallen zijn in absolute zin slechts een fractie (circa 10
procent) van het totaal aantal gemelde voorvallen.
Trend aantal serious en major voorvallen Mainport Schiphol per 10.000 vluchten.
De trendlijn buiten het grondproces is in 2017 licht stijgend. Dit wordt onder andere veroorzaakt door
een toename in luchtruimschendingen ‐ mede veroorzaakt door de snelle toename van het gebruik van
drones ‐ en door een toename in het aantal separatieonderschrijdingen bij Schiphol Approach. Van deze
laatste soort waren er ook meer voorvallen waarbij LVNL (mede‐) oorzakelijk was aan het ontstaan van
het incident. In de figuur is de sprong omhoog van voorvallen die optraden in het grondproces
(pushback en taxiën) in 2016 goed te zien, net als de afname daarvan in 2017. De trend van het aantal
‘serious’ en ‘major’ voorvallen in het flight proces is niettemin langzaam stijgend (uitgedrukt in
voorvallen per 10.000 bewegingen). LVNL besteedt met gerichte verbeterprogramma’s aandacht
hieraan om deze trend te keren.
Europese eisen
Volgens Europese regelgeving is LVNL verplicht te rapporteren over vijf indicatoren, die hierna
achtereenvolgens worden behandeld. Voor drie van de vijf indicatoren is door de Europese Commissie
overigens geen kwalitatieve target vastgesteld:
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 7
1. Effectiveness of Safety Management System (EoSMS)
Voor deze indicator is in de Europese regelgeving een target voor het jaar 2019 gesteld: alle scores level
D (Managing & Measuring) en voor Safety Culture level C (Implementing). De definitie van de
targetlevels zijn hieronder weergegeven.
De target levels zijn als volgt gedefinieerd:
• Initiating (A): The organisation does not see the need to have a safety culture measuring
mechanism in place;
• Planning/Initial Implementation (B): the organisation is aware of the need to have periodic
measurements of safety culture in place, as well as an improvement plan. However, what will be
measured, and when, is still being defined;
• Implementing (C): safety culture is measured and results are available. An improvement plan
addresses the need for individuals to be aware of, and support, the organisation’s shared beliefs,
assumptions and values regarding safety;
• Managing & Measuring (D): all of Implementing plus: the organisation assesses its safety culture on
a regular basis and implements improvements to any identified weaknesses. Safety Culture
enablers and barriers are identified, and solutions to reduce barriers are being implemented;
• Continuous Improvement (E): all of Managing & Measuring plus: all personnel are pro‐active and
committed to improving safety. Safety Culture Surveys confirm that, within the organisation, there
is a high level of alignment between what is said, what is done, and what is believed. Organisational
management approves a continuous improvement plan.
2. Usage of ‘severity classification of the Risk Analysis Tool (RAT)
Wetgeving verplicht de EU‐lidstaten de severity‐classificatie op basis van de RAT‐methodologie te
gebruiken om een geharmoniseerde rapportage mogelijk te maken van de ernstbeoordeling van
separatieminima‐onderschrijdingen, runway incursions en ATM‐specifieke technische gebeurtenissen.
De target voor de ‘usage of the severity classificatie’ ‐indicator is vastgesteld op 100 procent. LVNL
voldoet daaraan (= ‘yes’).
Indicator 2017 2016
RAT usage
Separation minima infringements Yes Yes
Runway incursions Yes Yes
ATM specific events Yes Yes
3. Just Culture
Voor deze indicator is in de Europese regelgeving geen target vastgesteld. Internationaal wordt het
rechtvaardig en billijk omgaan met handelingen van professionals aangeduid als Just Culture. De meting
bestaat uit vierentwintig vragen waar ‘ja’ of ‘nee’ op kan worden geantwoord. Het resultaat is
afhankelijk van de nationale wetgeving en de interne LVNL‐processen. De score is al enige jaren
constant. De meetmethode was tien jaar geleden actueel maar heeft aan werkzaamheid verloren. Er
wordt gewerkt aan een nieuwe Just Culture indicator; het is ook mogelijk dat de wettelijke verplichting
van de indicator wordt geschrapt.
Indicator 2017 2016
Just Culture 83,3% 83,3%
8 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
4. Onderschrijdingen separatieminima
Voor deze indicator is in de Europese regelgeving geen target vastgesteld.
Separatieonderschrijdingen Mainport Schiphol 2011‐2017.
In 2017 werden geen separatieonderschrijdingen geclassificeerd als een ‘serious incident (A)’. In het
aantal gemelde voorvallen van de classificatie ‘major incident’ (B) en ‘significant incident’ (C) valt een
stijging ten opzichte van voorgaande jaren waar te nemen.
Naast de al bestaande meldingen van voorvallen door operationeel personeel, worden
separatieonderschrijdingen sinds het derde kwartaal van 2016 automatisch gedetecteerd op basis van
radargegevens en in onderzoek genomen. Hiermee wordt voor dit belangrijke type voorval een
completere afspiegeling van de werkelijkheid bereikt, zodat alle significante separatieonderschrijdingen
onderzocht worden. Dit verklaart deels de toename in het aantal separatieonderschrijdingen in 2017 in
vergelijking met 2016, met name in de lichtere categorieën (C en D). Daarnaast is een stijging
waarneembaar van het aantal separatieonderschrijdingen tijdens het type operatie waarbij er op twee
parallelle banen wordt geland. LVNL monitort deze trend, met het doel oorzaken te vinden en te
bepalen of en welke aanvullende maatregelen moeten worden genomen.
De ernstcategorieën voor onderschrijdingen van separatieminima zijn internationaal als volgt
gedefinieerd:
• Serious (A): an incident involving circumstances indicating that an accident nearly occurred. Note:
The difference between an accident and a serious incident lies only in the result;
• Major (B): an incident associated with the operation of an aircraft, in which safety of aircraft may
have been compromised, having led to a near collision between aircraft, with ground or obstacles
(i.e., safety margins not respected which is not the result of an ATC instruction);
• Significant (C): an incident involving circumstances indicating that an accident, a serious or major
incident could have occurred, if the risk had not been managed within safety margins, or if another
aircraft had been in the vicinity;
• Not determined (D);
• No safety effect (E): an incident which has no safety significance.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 9
5. Runway Incursions
Voor deze indicator is in de Europese regelgeving geen target vastgesteld.
Aantal runway incursions Schiphol 2011‐2017, per jaar, per ernstcategorie.
Een runway incursion is iedere gebeurtenis op een luchthaven waarbij een vliegtuig, voertuig of
persoon zich onbedoeld bevindt in de beschermde zone van een baan die wordt gebruikt voor starts of
landingen. De ernstcategorieën voor runway incursions zijn door ICAO als volgt gedefinieerd:
• Category A is a serious incident in which a collision was narrowly avoided;
• Category B is an incident in which separation decreases and there is a significant potential for
collision, which may result in a time critical corrective/evasive response to avoid a collision;
• Category C is an incident characterized by ample time and/or distance to avoid a collision;
• Category D is an incident that meets the definition of runway incursion such as incorrect presence
of a single vehicle/person/aircraft on the protected area of a surface designated for the landing and
take‐off of aircraft but with no immediate safety consequences.
Het totaal aantal gemelde runway incursions 2017 is uitgekomen op 46. Ruim tachtig procent hiervan
betreft voorvallen van de minst ernstige categorie (D) waarbij de veiligheid niet in het geding is
geweest. Door de uitzonderlijk open meldingscultuur van LVNL ‐ die in Nederland mogelijk gemaakt
wordt door goede wettelijke bescherming van de melder ‐ melden onze mensen ook deze categorie, en
dat helpt bij het vinden van oorzaken van runway incursions.
Het aantal runway incursions in categorie C is ten opzichte van 2016 gedaald.
Eén voorval is geclassificeerd in categorie B. Het ontstond doordat een voertuig van de vogelwacht in de
beschermde zone van de Buitenveldertbaan kwam, terwijl een vliegtuig voor een landing op deze baan
naderde. De vogelwacht nam het landende vliegtuig waar, verliet daarop de beschermde zone en het
vliegtuig landde veilig. We hebben het voorval grondig geanalyseerd met het doel er lessen uit te
trekken. Eén van de aanbevelingen, om de baaninspectie van de Aalsmeerbaan in tegenovergestelde
richting uit te voeren, om zo het per ongeluk passeren van het baaneinde in de toekomst te voorkomen,
is inmiddels ingevoerd.
10 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
De belangrijkste oorzaken van runway incursions in 2017 zijn een langere baanbezettijd (het
voorgaande vliegtuig draait langzaam de baan af en is nog net niet helemaal vrij van de baan als het
achteropkomend vliegtuig landt) en het zonder klaring oplijnen, starten en landen van vliegtuigen. De
genomen maatregelen om vliegtuigen sneller de baan te laten vrijmaken laten een positief effect zien.
In 2017 zijn diverse runway safety maatregelen en initiatieven genomen. Voorbeelden hiervan zijn het
faciliteren van awareness campagnes voor vliegers en luchtverkeersleiders, een aangepaste procedure
die het niet‐onderkennen van dubbele baanbezetting door luchtverkeersleiders moet voorkomen en
infrastructurele aanpassingen aan de Kaagbaan.
Programma’s ter verbetering van de veiligheid
Voor de verdere verbetering van de veiligheid besteden wij voortdurend aandacht aan de ontwikkeling
van onze systemen en procedures en de bekwaamheden van onze medewerkers. Wij doen dit op basis
van ‘lessons learned’ uit het veiligheidsmanagementsysteem en eisen gesteld door de klanten, de
toezichthouder, de wet‐ en regelgevers en de eigen organisatie.
Als gevolg van interne risicoanalyses en veiligheidsaanbevelingen wordt uitvoering gegeven aan diverse
projecten om de veiligheid verder te verbeteren. In het verslagjaar waren de belangrijkste daarvan:
• Voortdurende aandacht voor luchtruimschendingen en pogingen deze terug te dringen. Een
luchtruimschending ontstaat als een vliegtuig zich in luchtruim bevindt waar het niet mag vliegen,
omdat het daarvoor geen toestemming heeft gevraagd of gekregen;
• Samen met de partners in het Veiligheidsplatform Schiphol (VPS) hebben we ons ingespannen om
het aantal grondvoorvallen terug te dringen. Het gaat hierbij met name om voorvallen tijdens de
‘pushback’ vanaf de gate;
• De keuze is gemaakt voor digitale strippen in de verkeerstoren. Het gebruik van digitale strippen
zorgt voor meer rust in de toren en biedt meer mogelijkheden om elektronische
veiligheidsvangnetten te introduceren. Een ‘proof‐of‐concept’ kwam in 2016 gereed. In het
verslagjaar werd met een leverancier een contract getekend om het systeem op te leveren in 2019.
Rapport(en) Onderzoeksraad voor Veiligheid – OVV
Op 6 april 2017 publiceerde de Onderzoeksraad voor Veiligheid een uitgebreid rapport over een
diepgaand onderzoek naar de veiligheid van het vliegverkeer op Amsterdam Airport Schiphol.
De raad stelt dat er geen aanwijzingen zijn dat de luchthaven op dit moment onveilig is. Tegelijkertijd
constateert de raad dat verdere groei niet veilig kan worden opgevangen met marginale aanpassingen
en dat voordat kan worden besloten over groei van luchthaven Schiphol, de risico’s voor het
vliegverkeer op en rond de luchthaven moeten worden aangepakt.
Het rapport bevat acht uitgebreide aanbevelingen. De overheid en de luchtvaartsectorpartners op
Schiphol hebben bij brief van 6 oktober 2017 afzonderlijk gereageerd. Opvolging van de aanbevelingen
is gestart in het verslagjaar en wordt voortgezet in 2018.
Veiligheidsstudies
Volgens de Europese regelgeving moet voor elke verandering aan het luchtverkeersleidingssysteem een
veiligheidsbeoordeling of ‐studie worden uitgevoerd.
De belangrijkste veiligheidsstudies die zijn uitgevoerd ter ondersteuning van wijzigingen waren in 2017:
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 11
• Co‐locatie van militaire verkeersleiding met de civiele verkeersleiding;
• Modernisering van het ‘AORTA’ netwerk, één van de belangrijkste netwerken in gebruik bij LVNL
voor het distribueren van vliegverkeergegevens;
• Operationele ingebruikname van de ‘Last Resort Radio Telephony System’. Een noodset voor
radioverkeer met vliegtuigen, voor die momenten dat het hoofdsysteem en het back‐upsysteem
falen;
• Een proef om gedeeltelijke RPAS ‐ Remotely Piloted Aircraft System; drones ‐ operaties in het
plaatselijke verkeersleidingsgebied van Schiphol toe te staan;
• De vervanging van de hardware (computer) op de werkplek van de torenverkeersleider.
Nationale en internationale samenwerking
Alle hierna genoemde samenwerkingsverbanden leveren een bijdrage aan het verbeteren van de
veiligheid in de lucht en op de grond. Het Veiligheidsplatform Schiphol werkt rechtstreeks aan de
veiligheid van de operaties op Schiphol. De internationale gremia zijn onmisbare plekken om invloed uit
te oefenen op aanstaande regelgeving of leveren nuttig toegankelijke kennis van collega
luchtverkeersdienstverleners.
Veiligheidsplatform Schiphol (VPS)
VPS en dan met name het Runway Safety team dat is ondergebracht in de Expertgroep Flight Safety
waar LVNL de voorzitter voor levert, richtte zich in 2017 onverminderd op de onderwerpen runway
incursions, vogelaanvaringen en ‘ground movement safety’. Voor het onderwerp vogelaanvaringen is
apart het VPS Schiphol Birdstrike Committee opgericht, onder voorzitterschap van Amsterdam Airport
Schiphol. Aan de overheidskant is een complementair ‘regieplatform vogelaanvaringen’ actief, dat heel
Nederland bestrijkt.
Single European Sky (SES) en Functional Airspace Block Europe Central (FABEC)
In het kader van SES wordt op diverse terreinen, waaronder veiligheid, samengewerkt met Europese
collega‐organisaties. Wij leiden de werkzaamheden van het FABEC Standing Committee Safety. FABEC is
een samenwerkingsverband tussen de staten en civiele en militaire luchtverkeersdienstverleners van
België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Zwitserland en Nederland, inclusief het Maastricht Upper Area
Control Centre. Het is gericht op het verbeteren van veiligheid, het verkorten van routes, het verhogen
van capaciteit in het luchtruim en het verbeteren van kostenefficiëntie voor luchtvaartmaatschappijen.
Eén van de speerpunten is het gezamenlijk in stand houden van een safety management systeem voor
de aangesloten luchtverkeersdienstverleners. De veiligheidsprestaties worden conform de regelgeving
gerapporteerd via FABEC aan de Nederlandse overheid en aan de Europese Commissie.
European Aviation Safety Agency (EASA1)
Door EASA wordt voor veiligheidsaspecten nieuwe regelgeving voorbereid. De regelgeving wordt door
EASA voorgesteld en uiteindelijk door de Europese Commissie als wetgeving uitgebracht. Deze
wetgeving heeft direct kracht van wet in Nederland, zonder tussenkomst van de Nederlandse regering
of het parlement. Het blijven volgen van de ontwikkelingen op Europees regelgevend gebied vergt door
de diversiteit en hoeveelheid in wording zijnde regelgeving doorlopend een flinke inspanning van LVNL.
1 EASA: het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart van de Europese Unie, opgericht in 2002. Het agentschap helpt de EU wetten en regels voor een veilige luchtvaart te ontwikkelen en verleent de Commissie bijstand bij de controle op de toepassing van EU‐regels.
12 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
EUROCONTROL2
Het Safety Team van EUROCONTROL is specifiek gericht op de ondersteuning van
luchtverkeersleidingsdiensten die naar aanleiding van nieuwe Europese regelgeving moeten worden
aangepast. In 2017 werden drie vergaderingen gehouden; wij leveren de co‐chairman van het Safety
Team, naast de statutaire co‐chairman van EUROCONTROL.
2 EUROCONTROL verzorgt de centrale coördinatie van de luchtverkeersleiding in Europa, met name via de 'Network Manager' functie. Het Safety Team is een invloedrijk orgaan waar de safety managers van de aangesloten luchtverkeersleidingsdiensten bijeenkomen.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 13
Efficiëntie
Wij bereiken een goed operationeel resultaat als de balans tussen veiligheid, efficiëntie en milieu in
evenwicht is. Betrouwbaarheid van de capaciteit die wij leveren is van groot belang voor onze klanten
en hun klanten; de reizigers.
Verkeerscijfers
Amsterdam Area Control Centre – ACC
Totaal aantal afgehandelde vluchten 2017 609.173
Verschil ten opzichte van 2016 (592.834) 2,8%
Schiphol Tower/Approach – TWR/APP
Totaal aantal afgehandelde vluchten 2017 509.134
Verschil ten opzichte van 2016 (490.927) 3,7%
Totaal inclusief terreinvluchten *) 514.625
Verschil ten opzichte van 2016 (496.256) 3,7%
Rotterdam The Hague Airport – Rotterdam
Totaal aantal afgehandelde vluchten 2017, inclusief terreinvluchten *) 49.962
Verschil ten opzichte van 2016 (52.442) ‐4,7%
Maastricht Aachen Airport – Beek
Totaal aantal afgehandelde vluchten 2017, inclusief terreinvluchten *) 18.812
Verschil ten opzichte van 2016 (19.681) ‐4,4%
Groningen Airport Eelde – Eelde
Totaal aantal afgehandelde vluchten 2017, inclusief terreinvluchten *) 27.007
Verschil ten opzichte van 2016 (24.750**)) 9,1%
North Sea Area Amsterdam en ongecontroleerd boven land
Totaal aantal afgehandelde vluchten 2017 48.472
Verschil ten opzichte van 2016 (48.520) ‐0,1%
Waarvan gefactureerd in 2017 9.110
Verschil ten opzichte van 2016 (9.371) ‐2,8%
*) Een terreinvlucht is een vlucht die start van en daarop volgend landt op hetzelfde luchtvaartterrein. **) Aangepast voor vergelijkingsdoeleinden
Verkeerscijfers 2017.
14 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
Capaciteit
Aantal vluchten Amsterdam ACC per jaar, inclusief groeicijfers, van 2007 tot en met 2017
Aantal vluchten Schiphol TWR/APP per jaar, inclusief groeicijfers, exclusief terreinvluchten, van 2007 tot en met 2017.
FABEC‐doelen
Het FABEC‐capaciteitsdoel is vastgesteld op een gemiddelde air traffic flow management (ATFM)
vertraging (en‐route luchtruim) van maximaal 0,42 minuut per vlucht in 2017. Daarnaast geldt een
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 15
aparte norm voor maximale vertraging met door de ANSP’s (Air Navigation Service Providers)
beïnvloedbare redenen, waaronder luchtverkeersleidingscapaciteit, beschikbaarheid personeel, speciale
evenementen, medegebruik van luchtruim door militairen en uitval van technische apparatuur. De
redenen worden aangegeven met de codeletters CRSTMP, waarbij de individuele letters staan voor:
C ‐ Air traffic control capacity;
R ‐ Air traffic control routings;
S ‐ Air traffic control staffing;
T ‐ Air traffic control equipment;
M ‐ Airspace Management;
P ‐ Special event.
De CRSTMP‐norm is in het verslagjaar 0,33 minuut per vlucht. Om de FABEC‐doelen te bereiken zijn in
Nederland individuele doelen gesteld voor het Amsterdam Area Control Centre (ACC), dat de
verantwoordelijkheid is van LVNL en voor het Maastricht Area Control Centre (MUAC), dat onder
verantwoordelijkheid valt van EUROCONTROL. De doelen gesteld aan MUAC beslaan het gehele MUAC‐
gebied in Europa.
Het behalen van de individuele doelen is in de tweede referentieperiode (2015‐2019) niet verplicht. De
doelen verwijzen echter wel naar de gemeenschappelijke belofte om het doel van een gemiddelde
ATFM‐vertraging per gecontroleerde vlucht (0,42 minuut) en het presteren binnen de CRSTMP‐norm
(0,33 minuut) in het FABEC‐gebied daadwerkelijk te behalen. FABEC‐luchtverkeersdienstverleners
mogen onderpresteren mits partners beter presteren, zodat de totale FABEC‐prestatie niet in gevaar
komt. Hieraan is een bonus‐malusregeling verbonden. De bonus c.q. boete wordt verdeeld over de
partners die hebben bijgedragen aan het wel of niet halen van de norm. LVNL heeft een positieve
bijdrage geleverd aan het behalen van de FABEC‐norm.
Capaciteitsprestaties LVNL
Gemiddelde vluchtvertraging, gerelateerd aan luchtverkeersdienstverlening (ATFM)
Gemiddelde en‐route ATFM‐vertraging per vlucht in 2017.
De gemiddelde vluchtvertraging gerelateerd aan luchtverkeersdienstverlening (ATFM) wordt
gemonitord. De indicatieve waarden voor de gemiddelde en‐route ATFM‐vertraging zijn 0,18 minuut
per gecontroleerde vlucht voor alle redenen en 0,14 minuut per gecontroleerde vlucht voor de
16 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
CRSTMP‐redenen. In 2017 was de gemiddelde en‐route ATFM‐vertraging 0,13 minuut per
gecontroleerde vlucht voor alle redenen en 0,10 minuut voor CRSTMP‐redenen.
Gemiddelde airport ATFM‐vertraging per arrival
Gemiddelde airport ATFM‐vertraging per arrival in 2017.
Het doel voor de gemiddelde airport ATFM‐vertraging is maximaal 2 minuten per aankomende vlucht
voor alle redenen en 0,5 minuut voor CRSTMP‐redenen. In 2017 was de gemiddelde airport ATFM‐
vertraging 3,22 minuten per aankomende vlucht voor alle redenen en 0,20 minuut voor CRSTMP‐
redenen. De voornaamste niet‐CRSTMP‐redenen waren slecht zichtcondities, harde wind, sneeuw en
buien. Deze weersomstandigheden kwamen vooral voor in februari, september en december.
Betrouwbaarheid capaciteit
Betrouwbaarheid geleverde capaciteit in 2017
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 17
In de grafiek hierboven staat de tot doel gestelde en gerealiseerde prestatie ten aanzien van de
betrouwbaarheid (sustainability) dat de afgegeven capaciteit ook daadwerkelijk kan worden
waargemaakt in de eerste piek van verkeer met bestemming Amsterdam Airport Schiphol. LVNL is
verantwoordelijk voor de realisatie van deze doelstelling.
In 2017 is in 95,7 procent van de tijd de tot doel gestelde sustainability gerealiseerd. 2017 was
vergeleken met 2016 een minder goed jaar voor de sustainability. De prestaties in 2017 stonden met
name onder druk als gevolg van mist, ongunstige windcondities en enkele dagen met sneeuw. De norm
van 95 procent werd desondanks toch gehaald.
Contingency
Het definitieve programma van eisen voor het tweede LVNL‐gebouw dat op Schiphol wordt gebouwd‐
de Annex ‐ is in 2017 opgeleverd. De Annex gaat na in gebruik name van het nieuwe
verkeersleidingssysteem iCAS, tijdelijk dienen als operationeel verkeersleidingscentrum. Daarna wordt
het gebouw gebruikt als fallback centre. Zodra dit het geval is wordt het huidige fallback centre
Riekerpolder als ‘last resort’ voorziening gebruikt.
In 2017 is het draaiboek Crisisbeheersing geactualiseerd en hebben we veel aandacht besteed aan het
trainen en oefenen van de LVNL‐crisisorganisatie en specifiek alle betrokkenen bij het crisisbeleidsteam
(CBT). In het verslagjaar zijn meerdere CBT‐oefeningen en dilemmasessies gehouden.
Namens de nationale toezichthoudende instantie ‐ NSA – is in 2017 een on‐site contingency audit
uitgevoerd. De NSA heeft geconstateerd dat we voldoen aan de eisen zoals gesteld in EU‐verordening
nummer 1035/2011. Er werden geen noemenswaardige afwijkingen op de normering geconstateerd.
Kwaliteitszorg
Kwaliteitszorg is het geheel aan maatregelen waarmee we op systematische wijze de kwaliteit van de
onze operationele dienstverlening in brede zin bepalen, bewaken en verbeteren. De inhoud van de
processen binnen dit managementsysteem is in 2017 gelijk gebleven. Er zijn wel enkele aanpassingen
doorgevoerd in de verantwoordelijkheden voor procesresultaten.
De in 2016 ingerichte Governance, Risk and Compliance Board (GRC Board) heeft ook in 2017 zijn
toegevoegde waarde bewezen. Met als resultaat een significante toename van het aantal Europese
verordeningen waarmee LVNL volledig compliant is. Ook is het aantal geïdentificeerde potentiële non‐
compliances gereduceerd. In 2017 is ervoor gekozen om de monitor met de auditbevindingen en
operationele aanbevelingen in het dashboard van de GRC Board uit te breiden met aanbevelingen
afkomstig van evaluaties van technische voorvallen.
Om meer inzicht te krijgen in de belangrijkste risico’s en de objectieve weging van risico’s te
bevorderen, is in 2017 de BowTie methode geïntroduceerd. Voor onze operationele dienstverlening zijn
de aanwezige barrières in kaart gebracht die voorkomen dat geïdentificeerde bedreigingen leiden tot
het niet meer in control zijn of tot een verminderde dienstverlening. Ook voor de overige
dienstverlening zijn dergelijke risicoanalyses gemaakt, met als doel mogelijk nadelige operationele
gevolgen te voorkomen.
Bij LVNL vinden verplichte externe audits op de ICAO‐regelgeving plaats door de European Safety
Agency (EASA), de National Supervisory Authority (NSA). Daarnaast wordt LVNL op eigen verzoek door
Det Norske Veritas Germanische Lloyd (DNV GL) geaudit tegen de ISO9001‐kwaliteitsnorm.
18 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
Deze externe toetsen resulteerden in 2017 in de volgende aantallen bevindingen en observaties:
Auditorganisatie Bevindingen Observaties
EASA 7 (categorie 2) 0
NSA 10 (categorie 2) 1
DNV 4 13
Aantal bevindingen en observaties naar aanleiding van externe audits in 2017 3.
Alle bevindingen betreffen niet risicovolle (categorie 2) afwijkingen van ISO9001‐ en Europese
verordeningen.
Daarnaast voert LVNL zelf interne audits uit. Het resultaat hiervan was in het verslagjaar eenentwintig
bevindingen van categorie 2 en negenenveertig observaties. Voor bevindingen moet een ‘corrective
action plan’ worden opgesteld. De GRC Board monitort de voortgang van deze plannen.
Voor 2018 is de risicogebaseerde auditplanning tot stand gekomen in lijn met de nieuwe strategische
pijlers, de topprioriteiten en de toprisico’s die relevant zijn voor de strategie van LVNL.
3 Observatie: bevinding waar een relatie met een norm‐eis ontbreekt, of een bevinding zonder duidelijke bewijsvoering;
Categorie 1: onderwerp is niet geregeld, of in de praktijk niet conform de beschrijving in LVNL Essentials uitgevoerd met mogelijk grote gevolgen voor veiligheid of het verlies van het Common Requirement/ISO9001 certificaat, Categorie 2: onderwerp is gedeeltelijk geregeld, of in de praktijk niet conform de beschrijving in LVNL Essentials uitgevoerd met mogelijk (beperkte) gevolgen voor veiligheid of het behoud van een Common Requirement/ISO9001 certificaat.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 19
Maatschappij en milieu
Wij nemen onze maatschappelijke verantwoordelijkheid door te voldoen aan de wet‐ en regelgeving
op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) en bij te dragen aan de
duurzame ontwikkeling van de luchtvaart.
Minimalisering van negatieve effecten voor de omwonenden van luchthavens, economische
vooruitgang bij belanghebbenden van de organisatie, minimalisering van negatieve effecten en risico’s
voor de maatschappij en het milieu en het bevorderen van welzijn van de medewerkers van LVNL, staan
hoog op de agenda.
Om onze bedrijfsvoering verder te verduurzamen hebben wij ons in 2017 aangesloten bij het Corporate
Biofuel Programme van KLM. Ook wordt ons wagenpark verder verduurzaamd, installeren we laadpalen
voor medewerkers en bezoekers en zijn wij aangehaakt bij de Groen Gas tender van de Schiphol Group.
Omgeving
Regeling milieu‐informatie luchthaven Schiphol (RMI)
In het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol zijn elf milieuregels opgenomen, waaraan LVNL is gehouden
bij de afhandeling van het luchtverkeer van en naar Schiphol. Negen regels hebben betrekking op het
routegebruik en twee regels op het baangebruik. Voor elke regel is een norm vastgesteld voor het
percentage afwijkingen dat per gebruiksjaar binnen de regel is toegestaan. Deze normen variëren van
nul tot vijftien procent van het aantal vliegtuigbewegingen waarop de regel van toepassing is.
In het gebruiksjaar 2017 is geen van de normen van de elf milieuregels, zoals vastgelegd in de RMI,
overschreden.
Omgevingsraad Schiphol (ORS)
De Omgevingsraad Schiphol is het podium waar alle vraagstukken, belangen en partijen rond de
ontwikkeling van Schiphol en omgeving bij elkaar komen. Het hoofddoel van het College van Advies is
onderhandeling en advisering over de strategische kaders van de ontwikkeling van de Mainport
Schiphol en omgeving ten behoeve van de bewindslieden van het Ministerie van Infrastructuur en
Waterstaat. De focus bij het Regioforum ligt vooral op de informatievoorziening en de bredere dialoog
over de ontwikkelingen in de omgeving van Schiphol.
In beide organen zitten vertegenwoordigers van het rijk, overheden, luchtvaartsector, inclusief LVNL,
bewoners en brancheorganisaties.
Bewonersaanspreekpunt Schiphol (Bas)
Bas is het informatie‐ en klachtencentrum waar omwonenden terecht kunnen met al hun vragen en
klachten over het vliegverkeer op Schiphol. Bas is een gezamenlijk initiatief van Amsterdam Airport
Schiphol en LVNL. Bas rapporteert per kwartaal op basis van gegevens uit het registratiesysteem. De
rapportages, per kwartaal en per jaar, worden gepubliceerd op de website: www.bezoekbas.nl.
20 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
Klachtafhandeling
LVNL behandelt aan haar gerichte, schriftelijke klachten van externe belanghebbenden af, conform
hoofdstuk 9 ‘klachtbehandeling’ van de Algemene wet bestuursrecht. Klachten moeten in beginsel
binnen een termijn van zes weken worden afgehandeld. Er kan eenmaal een uitstel van vier weken
worden gemeld. In de tabel wordt een beeld gegeven van de klachtafhandeling in 2017.
Aantal nog niet afgehandelde klachten uit 2016 of eerder 5
Aantal binnengekomen klachten in 2017 80
Totaal aantal te behandelen klachten in 2017 85
Aantal afgehandelde klachten uit 2016 of eerder 5
Aantal afgehandelde klachten uit 2017 80
Totaal aantal afgehandelde klachten 85
Aantal nog niet afgehandelde klachten op 31 december 2017 0
Klachtafhandeling 2017.
Aard en onderzoek van de klachten
Van de in 2017 binnengekomen klachten (80) hadden 62 klachten (77,5 procent) betrekking op route‐
en baangebruik. Van de overige klachten waren 5 klachten gebaseerd op een gevoel van onveiligheid.
De andere 13 klachten waren divers van aard.
Wanneer klachten betrekking hebben op situaties die buiten de (directe) verantwoordelijkheid van
LVNL vallen, worden de klachten doorgestuurd naar andere instanties. De indieners worden daarvan op
de hoogte gesteld. Als informatie te vinden is op de LVNL‐website worden zij daarnaartoe
doorverwezen. In 2017 werden 4 van de 80 klachten doorverwezen:
Doorverwijzing naar Aantal doorverwijzingen in 2017
Gemeente Boekel 1
Amsterdam Airport Schiphol 1
Luchtvaartpolitie 1
Maastricht Upper Area Control Centre 1
De in 2017 ingediende klachten betroffen overigens vliegverkeer dat zich volledig aan de door de
overheid gestelde regels voor route‐ en baangebruik hield en op een veilige manier werd afgehandeld.
Aan de klagers is met name uitleg gegeven over deze regels, de wijze waarop route‐ en baangebruik tot
stand komt en de criteria die worden gehanteerd.
WOB‐verzoeken
In 2017 ontving LVNL vier verzoeken om informatie met beroep op de Wet openbaarheid van bestuur
(WOB). Alle indieners ontvingen binnen de daarvoor vastgestelde wettelijke termijn een reactie en waar
de informatie bij LVNL beschikbaar en traceerbaar was, werden de verzoeken gehonoreerd.
Nr. Omschrijving
1. Aantal uren minder preferente baancombinatie vanwege weerslimieten voor afhankelijk baangebruik
2. Vliegroutes luchthaven Rotterdam the Hague Airport 2017 ‐ 2012
3. Beschikbaar stellen LVNL‐documenten ten behoeve van WOB‐verzoek aan een gemeente
4. Onderliggende informatie ‘vierde baanregel’
WOB‐verzoeken 2017.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 21
Klant
Klantwaardering
Klantwaarderingsonderzoeken worden door LVNL op regelmatige basis uitgevoerd. In het verslagjaar is
voor de Mainport Schiphol ‐ bestaande uit onze dienstverlening voor Amsterdam Airport Schiphol en
Rotterdam The Hague Airport ‐ geen klantwaarderingsonderzoek gedaan. Het laatste onderzoek vond
plaats in 2015, het volgende onderzoek wordt gehouden in 2018.
LVNL heeft zich in 2017 voornamelijk gericht op verbeterpunten uit de eerdere onderzoeken, zoals:
• Het meer structureel en planmatig vormgeven van het stakeholdermanagement;
• Het hebben van een proactieve houding met het doel relaties verder te verbeteren;
• Het op managementniveau vaker aangaan van de dialoog met de buitenwereld, ook als het
inhoudelijke overleg normaal/goed verloopt.
De meest recente klantwaarderingsmeting voor de Regional Unit ‐ bestaande uit onze dienstverlening
voor Groningen Airport Eelde en Maastricht Aachen Airport ‐ is in mei 2016 uitgevoerd. De stakeholders
hebben aangegeven tevreden te zijn over de aard en omvang van de dienstverlening en over de veilige
afhandeling van het luchtverkeer op deze luchthavens. De waardering loopt uiteen van ‘voldoende’ tot
‘goed’. Individuele opmerkingen zijn gemaakt over de verbeterde klantgerichtheid van de Regional Unit,
maar ook over de door onze stakeholders ondervonden hinder door de beperkingen van de
(radar)dienstverlening op Eelde in de zomer. Op basis van de uitkomsten van deze meting is de
communicatie met onze stakeholders te intensiveren. Het volgende onderzoek wordt gehouden in
2018.
Consultaties
Op basis van de wettelijke verplichting consulteert LVNL haar klanten tenminste jaarlijks.
• Op 7 juni 2017 gebeurde dit in de door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
georganiseerde stakeholderconsultatie voor de en‐route en terminal heffingszone. In deze
consultatie hebben wij informatie gedeeld over onder meer de prestaties/resultaten van 2016, de
prognose voor 2017, de ontwikkelingen in de projectportfolio en de tariefprojectie voor 2018;
• De stakeholders van de North Sea Area Amsterdam heffingszone zijn op 27 oktober geconsulteerd
over de kostengrondslag en de tariefprojectie 2018;
• Op 13 april 2017 heeft in samenwerking met Groningen Airport Eelde een gebruikersoverleg
plaatsgevonden met betrekking tot de dienstverlening op Eelde;
• De consultatie van klanten van Maastricht Aachen Airport is in overleg met de luchthaven
doorgeschoven naar 2018, in afwachting van het nieuwe Luchthavenbesluit voor deze luchthaven.
Juridische procedures
LVNL heeft op 12 maart 2010 cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam
over onrechtmatig handelen van LVNL met betrekking tot ruimtelijke plannen van Chipshol Holding BV
voor een gebied in de nabijheid van de luchthaven Schiphol. Chipshol heeft eveneens (incidenteel)
cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad heeft op 25 mei 2012 zowel het cassatieberoep van LVNL als
dat van Chipshol verworpen. Dit betekent dat nu onherroepelijk vaststaat dat LVNL over de perioden
maart 1999 en 29 november 2002 tot 18 oktober 2005 onrechtmatig heeft geadviseerd. De eventueel
hieraan verbonden schadevergoeding dient in een schadestaatprocedure nader te worden bepaald. Bij
brief van 30 april 2017 heeft Chipshol aangegeven de verjaring, als bedoeld in artikel 3:317 BW, te
stuiten.
22 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
Op 11 januari 2013 hebben (de verzekeraars van) Turkish Airlines alsmede Boeing, LVNL (mede‐)
aansprakelijk gesteld voor het ongeval van Turkish Airlines op 25 februari 2009. LVNL wordt verzocht
een deel van de schadevergoeding voor haar rekening te nemen. LVNL is voor eventueel te vergoeden
schade verzekerd. De aansprakelijkstellingen zijn afgewezen en (ook) in het verslagjaar 2017 hebben er
geen juridische vervolgacties van Turkish Airlines respectievelijk Boeing plaatsgevonden.
Bezwaar‐ en beroepsprocedures
In het verslagjaar zijn er 14 rechtspositionele bezwaarprocedures gestart. Drie van de bezwaren zijn
ingetrokken en zeven bezwaren zijn ongegrond verklaard. De overige vier bezwaren zijn in het
verslagjaar nog niet afgerond. Dat vindt in 2018 plaats.
In 2017 zijn 24 rechtspositionele bezwaarschriften uit het jaar 2016 afgerond. Eén bezwaarschrift is
ingetrokken, 19 bezwaarschriften zijn ongegrond verklaard en één bezwaarschrift is niet‐ontvankelijk
verklaard. Van de overige drie bezwaarschriften uit het jaar 2016 is in het verslagjaar één
bezwaarschrift gedeeltelijk gegrond verklaard en twee bezwaarschriften gegrond.
Tegen acht ongegrond verklaarde bezwaarschriften is beroep aangetekend. Eén van deze beroepen is
vervolgens ingetrokken. In het verslagjaar is één van de zeven resterende beroepen behandeld met als
uitkomst dat het beroepschrift gegrond was. De behandeling van de overige zes beroepen vinden in
2018 plaats.
Ten slotte is in het verslagjaar een bezwaar naar aanleiding van een verzoek op grond van de Wet
openbaarheid van bestuur, door LVNL ongegrond verklaard.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 23
Onze topprioriteiten
Wij werken samen, intern en met onze nationale en internationale partners, aan grote,
veelomvattende projecten. Een vijftal projecten pakken wij op als topprioriteit, zodat zij met goed
resultaat, binnen de planning kunnen worden afgerond.
Topprioriteiten 2017
Co‐locatie met militaire luchtverkeersleiding – afgerond op 7 december 2017
Luchtverkeersleiding op Lelystad Airport – voorbereiden voor opening
Annex‐gebouw – realisatie in 2019
Nieuw luchtverkeersleidingssysteem iCAS – operationeel in 2021/2022
Voldoende luchtverkeersleiders om naast operationele inzet ook voldoende expertise zeker te
stellen voor onze projecten
Co‐locatie met militaire luchtverkeersleiding
Sinds 7 december 2017 is de militaire luchtverkeersleiding voor het luchtruim tot acht kilometer hoogte
gehuisvest op de operationele zaal van LVNL op Schiphol‐Oost en werken militaire en
burgerluchtverkeersleiders ‐ weliswaar ieder met zijn/haar eigen werkzaamheden ‐ schouder aan
schouder. De militaire luchtverkeersleidingstaken in het hogere luchtruim worden sinds april 2017
uitgevoerd door het Maastricht Upper Area Control Centre van EUROCONTROL.
Deze mijlpaal markeert één van de grootste wijzigingen aan ons verkeersleidingssysteem ooit en beslaat
tevens één van de grootste luchtverkeersleidingsveranderingen voor Nederland in de afgelopen
tientallen jaren. Eén van de volgende stappen in de co‐locatie is het verhuizen van de militaire School of
Air Control naar Schiphol‐Oost in 2020.
De inhuizing van de militaire collega’s biedt volop nieuwe kansen, zowel voor LVNL als voor Defensie.
Samen formuleren we stappen om zowel de diensten als de organisatie daarvan verder te integreren.
Zo zijn er synergievoordelen te halen op het gebied van luchtverkeersleiding, training en selectie,
Aeronautical Information Services (AIS) en Communicatie, Navigatie en Surveillance (CNS). Daarbij
denken we onder andere aan het gezamenlijk opleiden van nieuwe luchtverkeersleiders, het
gezamenlijk verwerven van systemen en het combineren van onderhoudswerk aan communicatie‐
navigatie‐ en surveillance systemen.
Luchtverkeersleiding op Lelystad Airport
In 2017 heeft het programma ‘Realisatie luchtverkeerleiding Lelystad Airport’ flinke vooruitgang
geboekt in een politiek dynamische omgeving.
• Het route‐ en procedureontwerp en bijbehorende luchtruimaanpassingen voor Lelystad Airport zijn
ontwikkeld en consultatiebijeenkomsten zijn georganiseerd;
• De werving van luchtverkeersleiders en assistenten is gestart;
24 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
• De ‘fysieke contouren’ van de luchthaven en bijbehorende infrastructuur voor de verkeersleiding
hebben steeds meer vorm gekregen;
• Er zijn voorbereidingen getroffen voor de realisatie van het verkeersleidingssysteem en de validatie
van het route‐ en procedureontwerp;
• De governance structuur, inclusief personele bemensing, van het programma is verder
geprofessionaliseerd met specifieke aandacht voor planning en risicomanagement.
In de loop van het jaar is er zowel onder stakeholders als in de politiek in toenemende mate onrust
ontstaan over de mogelijke impact van ‐ met name ‐ het ontwerp van de routes en het luchtruim. Door
middel van twee consultatietrajecten en een bewonersadvies hebben stakeholders mee kunnen denken
over optimalisaties om mogelijke overlast te beperken.
Begin 2018 heeft de minister besloten de in gebruik name van Lelystad Airport uit te stellen.
Annex‐gebouw
In het verslagjaar is het definitieve ontwerp van de Annex ‐ een tweede LVNL‐gebouw op Schiphol‐Oost
‐ opgeleverd en goedgekeurd. De Annex is een uitbreiding van het huidige hoofdkantoor van LVNL op
Schiphol‐Oost. Het project bevindt zich in de overgang van ontwerp‐ naar uitvoeringfase. Dit houdt in
dat het ontwerptraject nagenoeg is afgerond en een start is gemaakt richting uitvoering. In het tweede
kwartaal van 2018 starten we met de bouw. De oplevering van het gebouw is in 2019 voorzien.
In de zomer van 2020 gaat de School of Air Control vanuit AOCS Nieuw Milligen naar de Annex over. Het
gebouw krijgt op dat moment de functie als volwaardig opleidingscentrum voor militaire en
burgerluchtverkeersleiding.
Om het nieuwe verkeersleidingssysteem iCAS in gebruik te kunnen nemen wordt het eerst in het
nieuwe gebouw geïnstalleerd. Na oplevering van de Annex beginnen we met de voorbereiding,
installatie en opbouw ervan. Vervolgens verhuist de verkeersleiding vanuit het hoofdgebouw naar de
Annex. In het hoofdgebouw vervangen we vervolgens het huidige systeem door iCAS. Als iCAS ook daar
in gebruik is genomen, keert de verkeersleiding terug. De Annex is vanaf dat moment naast
opleidingscentrum ook testfaciliteit en contingency centre.
Nieuw luchtverkeersleidingssysteem iCAS
Het LVNL‐luchtverkeersleidingssysteem AAA is veruit het belangrijkste en grootste operationele
informatiesysteem van LVNL. Vervanging van dit systeem is noodzakelijk omdat het qua opzet en
architectuur verouderd is en het geen kostenefficiënte invulling kan geven aan nieuwe Europese eisen
in de zogenoemde Pilot Common Project (PCP)4 verordening, waaraan in 2024 moet worden voldaan.
Samenwerking
We hebben met instemming van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat gekozen voor het
iCAS: iTEC based Centre Automation System, in samenwerking met de Duitse
luchtverkeersleidingsorganisatie Deutsche Flugsicherung ‐ DFS. iTEC is een samenwerkingsverband
tussen de Spaanse leverancier Indra en de luchtverkeersleidingsorganisaties van Duitsland, Groot‐
Brittannië, Spanje, Nederland, Noorwegen, Polen en Litouwen.
4 Pilot Common Project: identifies a first set of ATM functionalities to be deployed in timely, coordinated and synchronised way
so as to achieve the essential operational changes stemming from the European ATM Master Plan (European Union).
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 25
Stappen in 2017 en planning
In 2017 is LVNL begonnen om met DFS het gezamenlijke deel van de iCAS‐software te testen en te
valideren. Bovendien heeft LVNL diverse aanbestedingen gedaan voor additionele systemen die nu nog
geïntegreerd zijn in het huidige luchtverkeersleidingssysteem. In 2018 wordt de software‐versie voor
gebruik op Schiphol gespecificeerd, getest en gevalideerd. De planning is dat iCAS eind 2020
operationeel is in München, gevolgd door Bremen en Schiphol in de winter van 2021/2022. Voor een
gecontroleerde transitie, inclusief de opleiding van de luchtverkeersleiders die het systeem gaan
gebruiken, moeten de systemen circa twee jaar voor deze data beschikbaar zijn.
Voldoende luchtverkeersleiders
Om de ambities van de Nederlandse luchtvaartsector mogelijk te maken is een robuuste
beschikbaarheid van voldoende luchtverkeersleiders noodzakelijk en tegelijkertijd is een gezonde
werkdruk voor de individuele luchtverkeersleider van belang. Daarvoor is in 2016 het programma
‘voldoende luchtverkeersleiders’ van start gegaan.
In 2017 zijn verschillende resultaten behaald, waaronder adviezen over het loopbaanbeleid,
verbeteringen in de roosters en de herziening van de inzet van operationele expertise in projecten. Ook
is een prioriteitenlijst opgesteld voor de vereenvoudigingen aan het Air Traffic Management systeem en
is een duidelijke projectprioritering tot stand gekomen. De verschillende onderdelen van het
programma zijn in de tweede helft van het verslagjaar in de lijn belegd, om verder tot uitvoering te
brengen.
Verhogen opleidingsrendement
Het programma Verhogen opleidingsrendement heeft tot doel om fasegewijs een slagingspercentage
van 75 procent van het proces Opleiden nieuwe verkeersleiders voor iedere operationele unit in 2020 te
realiseren.
Op projectmatige wijze wordt invulling gegeven aan het programma middels de pijlers:
• Selectie 2.0: zorgt voor meer zekerheid van succes door het werven en selecteren van kandidaten
met een hoge kansrijkheid. Dit gebeurt op basis van de match van het profiel van de kandidaat met
het profiel van kritische kenmerken en eigenschappen van succesvolle verkeersleiders. Het profiel
beschrijft de specifieke natuurlijke kenmerken en niet‐leerbare elementen die voorwaardelijk en/of
voorspellend zijn om verkeersleider te kunnen worden;
• Opleiden 2.0: ziet er op toe dat leerlingen alleen worden opgeleid voor dat wat nodig is voor een
bepaalde eindfunctie. Dit betekent dat de inhoud, het moment, de duur en de resources van de
opleiding worden geoptimaliseerd tot een functiegerichte opleiding;
• Coaching en Opleidingsklimaat 2.0: focust op het creëren van een veilig opleidingsklimaat door het
maximaliseren van de kwaliteit van coaching en instructie;
• Bedrijfsvoering 2.0: richt zich op functionele en transparante bedrijfsvoering en besluitvorming,
zodat we in control zijn en blijven van het hele proces om de vakbekwaamheid van medewerkers
op peil te brengen en te houden.
Ter verbetering van het selectietraject is in 2017 na een introductiefase een nieuwe selectiemodule
geïmplementeerd. Deze module bleek na onderzoek een betere voorspellende waarde te hebben,
omdat hij een grotere correlatie heeft met de realiteit van de dagelijkse praktijk, waardoor de selectie
efficiënter is geworden.
26 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
Overige ontwikkelingen
SESAR
In februari 2017 heeft LVNL subsidieaanvragen ingediend voor projecten om de vereisten uit de
Europese Pilot Common Project (PCP) verordening te implementeren. Dit betreft onder andere een
substantiële aanvraag voor de implementatie van iCAS. Daarnaast heeft LVNL in de categorie ‘Other
Projects’ een aanvraag ingediend voor subsidie voor ‘Performance Based Navigation procedures and
rationalisation of Air Navigation infrastructure in the Netherlands’.
In 2017 zijn onderstaande projectvoorstellen gehonoreerd, waarvoor in totaal tot maximaal
€ 27,9 miljoen subsidie verkregen kan worden.
Projectnaam voor subsidie
• ATM Network 2.0 Amsterdam
• XMAN ‐ Cross‐centre arrival management – Part 2
• European Deployment Roadmap for Flight Object Interoperability
• System Procurement for Deployment of PCP Air Traffic Control System iCAS at DFS and LVNL
• Performance Based Navigation procedures and rationalisation of Air Navigation infrastructure in the
Netherlands
In 2017 zijn nieuwe projectvoorstellen ingediend waarover wij nog in afwachting zijn van de
besluitvorming. Ook in 2018 zal LVNL subsidieaanvragen indienen bij de Europese Unie.
Functional Airspace Block Europe Central (FABEC)
Sinds 1 juni 2013 werkt Nederland samen met Duitsland, Frankrijk, Zwitserland, België en Luxemburg in
het Functional Airspace Blok Europe Central (FABEC). FABEC is gericht op het verder verbeteren van de
veiligheid, het verkorten van routes, het verhogen van de capaciteit en het verder verbeteren van de
kostenefficiëntie voor luchtvaartmaatschappijen.
Voor 2017 heeft FABEC als geheel de EU‐doelstellingen voor Referentie Periode 2015‐2019 op het
gebied van capaciteit en milieu niet gehaald. Dit komt met name door de onvoorziene verkeersgroei,
waardoor met name de vertragingen per vlucht in het FABEC‐gebied zijn toegenomen. LVNL heeft in die
periode de doelstellingen wel gehaald. Wij verwachten ook in 2018 en 2019 de doelstellingen te zullen
halen.
Luchtruimprojecten
FABEC kent op dit moment twee grote luchtruimprojecten: XMAN en Free Route Airspace.
XMAN heeft tot doel om de planning van inkomende vliegtuigen te verbeteren, zodat de verkeersleider
zijn werk efficiënter en met een lagere werklast kan doen. De implementatie is in 2017 gestart en wordt
de komende jaren voortgezet.
Free Route Airspace heeft als doel om binnen het hogere luchtruim (boven 24.500 voet/7,5 kilometer)
van de FABEC‐landen, de efficiency voor maatschappijen te verbeteren door hen toe te staan meer
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 27
directe routes te vliegen. Er zijn al verschillende directe routes geïmplementeerd en dit aantal zal de
komende jaren toenemen. Voor nachtvluchten is het hogere luchtruim onder controle van het
Maastricht Upper Area Control Centre (MUAC) in december 2017 volledig vrijgegeven volgens het
concept van Free Route Airspace.
De andere luchtruimprojecten binnen FABEC worden in bilaterale of trilaterale samenwerking
uitgevoerd. Wij zijn samen met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in gesprek met de
Belgische luchtverkeersleiding en MUAC om luchtruimverbeteringen in het grensgebied tussen
Nederland en België te realiseren.
Knowledge and Development Centre (KDC)
Sinds 2006 heeft LVNL een deel van haar onderzoeks‐ en ontwikkelingscapaciteit belegd in de stichting
KDC. In het KDC doet LVNL samen met Air France‐KLM en Amsterdam Airport Schiphol onderzoek naar
de innovatie van het air traffic managementsysteem. Uitvoering vindt plaats door kennisinstituten en
bureaus. In 2017 is in het KDC aan dertien projecten gewerkt. Zij betreffen negen kortlopende studies
en vier meerjarige studies. Meer informatie is gepubliceerd op: www.kdc‐mainport.nl.
28 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
Personeel
Onze medewerkers zijn ons grootste goed. Zij zijn professioneel en vakkundig. Met elkaar zijn we er
trots op dat we onze verantwoordelijke taak mogen uitvoeren.
Personele bezetting en formatie
FORMATIE BEZETTING
Actieven Overige medewerkers, in fte
FLNA In opleiding Overig
31 december 2017 925,64 914,90 56,79 40,26 3,95
31 december 2016 897,56 880,77 63,68 48,26 2,63
Bezetting en formatie 2016‐2017, 1 fte ‐ full time equivalent ‐ staat voor 38 uur.
De uitbreiding in het verslagjaar van de bezetting en de formatie hangt samen met de structurele
additionele werkzaamheden die LVNL heeft verricht, met name ten behoeve van de civiel‐militaire co‐
locatie en de projecten om te komen tot vervanging van het huidige luchtverkeersleidingssysteem en de
realisatie van verkeersleiding op Lelystad Airport.
Het aantal medewerkers dat valt onder de regeling voor functionele leeftijdsnon‐activiteit ‐ FLNA ‐ is in
2017 gedaald van 63,68 fte naar 56,79 fte. Dit wordt onder andere veroorzaakt doordat een aantal
verkeersleiders hun FLNA hebben opgeschort en daarmee langer actief in dienst blijven, op basis van
het zogenoemde ‘Vreeland‐akkoord’ dat in het kader van het oplossen van het verkeersleiderstekort in
2017 tussen het bestuur en de Vereniging het Nederlandse Luchtverkeersleiders Gilde is gesloten.
In het kader van de Participatiewet is het aantal medewerkers met een arbeidsbeperking gelijk
gebleven. De doelstelling van het Ministerie van Binnenlandse Zaken is om het aantal medewerkers dat
onder de Participatiewet valt vanaf 2014 elk jaar met drie medewerkers te laten toenemen. LVNL heeft
deze doestelling niet kunnen realiseren. Voor de toekomst wordt gekeken of (gedeeltelijke) realisatie in
het kader van nu uitbesteed werk mogelijk is.
Verzuim
Het verzuim ‐ exclusief zwangerschap ‐ is 4,2 procent (2016: 4,0 procent). Dit is iets hoger dan de LVNL‐
verzuimnorm van 4 procent en ook iets hoger dan het (verwachte) landelijk gemiddelde in 2017. Er zijn
geen aanwijsbare redenen voor de lichte stijging ten opzichte van 2016. Met het management is
afgesproken meer aandacht te besteden aan (frequent) verzuim. Het verzuim inclusief zwangerschap
bedroeg in het verslagjaar 4,5 procent; 0,1 procent hoger dan in 2016 (4,4 procent).
Arbeidsvoorwaarden
In 2017 zijn nieuwe arbeidsvoorwaardenovereenkomsten gesloten. Gezien de specifieke kenmerken van
de twee beroepsgroepen is bij LVNL sprake van twee gescheiden overeenkomsten: één met de vakbond
voor het operationele personeel en één met de overige bonden. De looptijd van de overeenkomst voor
de luchtverkeersleiders is achttien maanden, van 1 februari 2017 tot en met 31 juli 2018. De looptijd
van de overeenkomst voor het overige personeel is twaalf maanden, van 1 februari 2017 tot en met 31
januari 2018.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 29
Met ingang van 1 februari 2017 is voor het operationele personeel een structurele loonsverhoging
toegekend van 1,45% procent, met ingang van 1 oktober 2017 een verhoging van 0,45% en per 1
februari 2018 een verhoging van 1,9%. Met ingang van 1 februari 2017 is voor het overige personeel
een structurele loonsverhoging toegekend van 1,5% procent, met ingang van 1 oktober 2017 een
verhoging van 0,4%.
Personeelsbeleid
Zoals hierboven is uiteengezet is in september 2016 een akkoord gesloten over een pakket
toekomstbestendige arbeidsvoorwaarden voor het operationele personeel (Vreeland‐akkoord). Het
akkoord hield verband met mogelijke inwerkingtreding van de WNT‐3. Het nieuwe kabinet heeft dit
wetsvoorstel echter ingetrokken waarna met de vakorganisatie voor het operationele personeel
afspraken zijn gemaakt om de elementen die geen verband hielden met WNT‐3 toch doorgang te laten
vinden.
De afspraken die eerder gemaakt zijn over:
• Modernisering en flexibilisering van de huidige rechten;
• Vergroting van de inzetbare capaciteit van operationeel verkeersleidingspersoneel;
• Aanpassing van de salarislijnen van leerlingen;
• Verschil in einddatum volgens de huidige FLNA‐regeling en de AOW‐gerechtigde leeftijd.
Deze afspraken zijn in 2017 omgezet in regelingen. Op basis van de regelingen schort inmiddels een
groot deel van de verkeersleiders de FLNA op tot een later tijdstip.
Belangrijke thema’s in het personeelsbeleid waren verder managementontwikkeling, diversiteit en
duurzame inzetbaarheid.
30 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
Financiën
De luchtvaart is een belangrijke economische pijler voor de BV Nederland. Wij leveren resultaten
binnen het gestelde budget. Mede daardoor is het mogelijk onze tarieven voor luchtvaartmaatschap‐
pijen door de jaren heen nagenoeg stabiel te houden. Ze behoren tot de laagste in West‐Europa.
2017 Begroting Verschil 2016 Verschil
Bedrijfsopbrengsten 233.207 218.497 14.710 226.307 6.900
Bedrijfslasten 202.556 201.562 ‐994 199.104 ‐3.452
Exploitatieresultaat 29.052 16.935 12.117 27.203 1.849
Netto financieringslasten 1.177 2.236 1.059 1.316 139
Resultaat 29.474 14.699 14.775 25.887 3.587
Exploitatieoverzicht 2017, bedragen in € 1.000.
Bedrijfsopbrengsten
De bedrijfsopbrengsten zijn 14,7 miljoen euro (7 procent) hoger dan begroot en 6,9 miljoen euro (3
procent) hoger dan in 2016.
2017 Begroting Stijgings‐
percentage
2016 Stijgings‐
percentage
Heffingen en‐route 152.042 148.409 2% 148.115 3%
Heffingen terminal 63.843 62.032 3% 61.315 4%
Heffingen NSAA 1.671 1.743 ‐4% 1.508 11%
Overige opbrengsten 15.651 6.313 148% 15.369 2%
Bedrijfsopbrengsten 233.207 218.497 7% 226.307 3%
Bedrijfsopbrengsten 2017, inclusief stijgingspercentage ten opzichte van begroting en resultaat 2016. Bedragen in € 1.000.
Het grootste deel van de bedrijfsopbrengsten (93 procent) komt voort uit de heffingen. De stijging van
de heffingen in 2017 ten opzichte van de begroting en vorig jaar zijn voor de heffingszones en‐route en
terminal hoofdzakelijk toe te schrijven aan een toename van het aantal vluchten uitgedrukt in
zogenoemde in service units (SU). De tarieven 2017 wijken marginaal af van de tarieven 2016.
De NSAA‐heffingszone laat een daling zien ten opzichte van de begroting en vorig jaar. Dit wordt
verklaard door een daling van het aantal afgehandelde vluchten hetgeen gedeeltelijk wordt
gecompenseerd door de doorgevoerde tariefstijging in 2017.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 31
Overzicht volume en tarief.
De stijging (9,3 miljoen euro) van de overige opbrengsten ten opzichte van de begroting is het gevolg
van de vrijval van de ontvangen subsidiebedragen en verrekening EUROCONTROL. Bij het opstellen van
de begroting is het vrij besteedbare deel van de verrekening EUROCONTROL niet meegenomen als
opbrengst. De bestemming daarvan wordt namelijk jaarlijks door het ministerie bepaald bij de
goedkeuring van de jaarrekening. In 2017 bedraagt het vrij besteedbare deel 5,8 miljoen euro. Op
aanwijzing van het ministerie is dit bedrag toegewezen aan de terminal heffingszone ten behoeve van
de compensatie voor de gemaakte ontwikkelkosten voor de dienstverlening op LA. In de begroting is
voor de subsidievrijval rekening gehouden met een beperkte vrijval van de toen reeds toegekende en
ontvangen subsidie (1,5 miljoen euro). Na het opstellen van de begroting zijn er meer subsidiebedragen
ontvangen door LVNL en blijkt de vrijval subsidie (5,4 miljoen euro) 3,9 miljoen euro hoger dan begroot.
De overige opbrengsten liggen 0,3 miljoen euro hoger dan 2016. Belangrijkste oorzaak hiervan is de
hogere vrijval van de subsidies in 2017. Daar staat een lagere opbrengst bij de diensten voor derden
tegenover. In 2016 zijn de studie‐ en onderzoekskosten door de luchthaven Lelystad betaald, terwijl
vanaf 2017 op aanwijzing van het ministerie de ontwikkelkosten van LA zijn opgenomen in de terminal
costbase. Aangezien Europese regelgeving verhindert dat LVNL de tarieven van de terminal
heffingszone gedurende de huidige referentieperiode kan aanpassen en verrekening daarvan op een
later tijdstip eveneens niet mogelijk is, heeft het ministerie besloten de gemaakte ontwikkelkosten van
LA te dekken vanuit de verrekening EUROCONTROL.
Bedrijfslasten
De bedrijfslasten zijn 1,0 miljoen euro hoger dan begroot en 3,5 miljoen hoger dan in 2016.
2017 Begroting Verschil 2016 Verschil
Personeelskosten 141.800 143.608 1.808 146.664 4.864
Afschrijvingen 12.944 14.367 1.423 13.164 220
Algemene kosten 47.812 43.587 ‐4.225 39.276 ‐8.536
Bedrijfslasten 202.556 201.562 ‐994 199.104 ‐3.452
Bedrijfslasten, bedragen in € 1.000.
De personeelskosten komen in 1,8 miljoen euro lager uit dan begroot. Dit komt onder andere doordat
er minder personeelsleden zijn aangesteld dan was begroot. Hier staat wel een stijging van de
inhuurkosten tegen deze zijn verantwoord onder de algemene kosten.
Het actuariële verlies op de personele voorzieningen in 2016 (een dotatie van toen 6,2 miljoen euro) is
ten opzichte van de realisatie in 2017 de belangrijkste bepalende factor voor de daling van de
personeelskosten in het verslagjaar (vergeleken met 2016). Het verlies in 2016 werd onder andere
En‐route 3.223.221
SU 4,0% hoger dan 2016 2,7% hoger dan begroting 13,3% hoger dan Perf.Plan
Tarief 2017 46,99€ ‐1,3% Tarief 2016 47,59€
Terminal 406.256
SU 4,0% hoger dan 2016 2,9% hoger dan begroting 12,5% hoger dan Perf.Plan
Tarief 2017 157,15€ 0,1% Tarief 2016 157,03€
NSAA 9.110
vluchten
‐2,8% lager dan 2016
‐4,1% hoger dan begroting
Tarief 2017 183,44€ 13,9%Tarief 2016 161,09€
32 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
veroorzaakt door het opschuiven van de AOW‐leeftijd waardoor personeelsleden langer doorwerken.
Hierdoor stijgt het aantal personeelsleden dat een ambtsjubileum haalt, waardoor een actuarieel verlies
is ontstaan. Daarnaast zorgde de stijging van de pensioenpremies en sociale lasten in 2016 voor de
dotatie. In 2017 bedraagt de dotatie voor actuariële verliezen 0,7 miljoen euro.
Voor een verdere toelichting verwijzen wij naar paragraaf 21 ‘Personeelsbeloningen’ en paragraaf 10
‘Personeelskosten’ in de jaarrekening.
De afschrijvingen zijn 1,4 miljoen euro lager dan begroot, hetgeen wordt verklaard door een latere
ingebruikname van een radar (TAR‐west) en de gedeeltelijke activering van de hardware van het huidige
verkeersleidingssysteem (AAA) in 2017.
De algemene kosten zijn in vergelijking met vorig jaar 8,5 miljoen euro hoger en 4,2 miljoen euro hoger
dan begroot. De belangrijkste stijgingen ten opzichte van vorig jaar en de begroting doen zich voor bij
inhuur personeel en advieskosten. De stijging van de inhuurkosten en advieskosten wordt veroorzaakt
door inhuur en aanvragen van advies op belangrijke strategische projecten, zoals de vervanging van het
luchtverkeersleidingssysteem, de samenwerking met Defensie en de voorbereidingen op de
dienstverlening op LA. De toename van deze kosten (inhuur, maar ook personeelskosten) zijn vaak
meegenomen in de subsidievoorstellen, waardoor een deel van deze stijging wordt gecompenseerd via
een vrijval onder de overige opbrengsten. Bovendien zal een deel van deze kosten worden vergoed via
de ‘vierde kostendrager’.
Netto Financieringslasten
De financiële lasten zijn ten opzichte van de begroting 1,1 miljoen euro lager. Dit wordt veroorzaakt
doordat in het verslagjaar geen leningen zijn aangetrokken waarmee wel rekening was gehouden in de
begroting. De investeringen in 2017 konden vanwege de sterke kasstroom en kaspositie gefinancierd
worden vanuit de lopende rekeningcourant.
Ten opzichte van 2016 liggen de financiële lasten 0,1 miljoen euro lager. Enerzijds wordt dit veroorzaakt
door de aflossing van leningen waardoor er lagere rentelasten zijn. Anderzijds worden er minder
rentekosten toegerekend aan de activa in aanbouw, door lagere investeringsbedragen in 2017 dan in
2016 en zorgt de financiering vanuit eigen middelen voor een daling van de gemiddelde rentevoet.
Resultaat
Het resultaat over 2017 (29,5 miljoen euro) is 14,7 miljoen euro hoger dan begroot en 3,6 miljoen euro
hoger dan vorig jaar. De oorzaken zijn hierboven beschreven. Het resultaat over 2017, inclusief de
resultaatbestemming, is als volgt verdeeld over de drie heffingszones en overige diensten:
Resultaat Resultaat bestemming
Bestemmingsfonds Egalisatie reserve
En‐route 21.117 7.246 13.871
Terminal 8.161 5.007 3.154
NSAA 196 ‐ 196
Overige diensten ‐ ‐ ‐
Totaal resultaat 29.474 12.253 17.221
Resultaat 2017, overzicht. Bedragen in €1.000.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 33
Eigen vermogen
Het eigen vermogen bedraagt 100,4 miljoen euro (2016: 71,0 miljoen euro).
Het eigen vermogen bestaat uit een bestemmingsfonds en een egalisatiereserve. Het
bestemmingsfonds is bedoeld om de financiële effecten van de risico’s uit hoofde van het Europese
systeem van Prestatiesturing ‐ het zogenoemde volumerisico en kostenrisico en de effecten van het
capacity incentive scheme voor zover deze voor rekening van LVNL komen ‐ op te kunnen vangen. Het
bestemmingsfonds is in 2017 toegenomen met 12,3 miljoen euro tot een bedrag van 69,3 miljoen euro.
In 2017 is mede op verzoek van het ministerie onderzoek uitgevoerd naar de benodigde omvang van
het eigen vermogen voor LVNL. In 2018 zullen de resultaten hiervan worden besproken en nieuwe
afspraken worden gemaakt over de gewenste omvang, met name van het bestemmingsfonds.
Investeringen
In het verslagjaar is 22,4 miljoen euro geïnvesteerd in vaste activa (2016: 32,9 miljoen euro). Een groot
deel van deze investeringen is gemaakt voor de vervanging van het luchtverkeersleidingssysteem, de
realisatie van de civiele en militaire co‐locatie Schiphol Oost, de vervanging van AAA‐computers en de
vervanging van TAR‐4. De komende jaren wordt eveneens een verhoogd investeringsniveau voorzien
onder meer als gevolg van eerder genoemde projecten en programma’s.
Kasstromen
In 2017 genereert LVNL een netto‐kasstroom uit operationele activiteiten die 8,0 miljoen euro hoger is
dan vorig jaar. Deze toename is met name het gevolg van de stijging in het aantal door LVNL
afgehandelde vliegbewegingen in zowel de en‐route als terminal heffingszone. De operationele
betalingen stijgen met 11,0 miljoen euro door toegenomen personeelskosten (cao‐stijging) en de
toename van de kosten.
De kasstroom uit investeringen is afgenomen met 10,5 miljoen euro. In 2017 is de kasstroom uit
investeringsactiviteiten in belangrijke mate bepaald door bestedingen aan de ontwikkeling van het
luchtverkeersleidingssysteem iCAS, de geplande nieuwbouw en samenwerking met Defensie.
Er is een kasinstroom vanuit financieringsactiviteiten. Deze instroom wordt onder andere veroorzaakt
door de ontvangen subsidiebedragen in 2017. Er zijn geen nieuwe leningen afgesloten in het
verslagjaar.
Financiering
Het totaal bedrag aan openstaande leningen is in 2017 met 8,9 miljoen euro afgenomen. Er zijn in 2017
geen nieuwe leningen afgesloten.
34 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
Tarieven
De Wet luchtvaart bepaalt dat gebruikers van luchtvaartnavigatiediensten een vergoeding verschuldigd
zijn voor de bestrijding van de kosten van de en‐route en plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten.
Nederland onderkent een drietal zogenoemde heffingszones:
• Terminal, voor vliegverkeer dat zich in de nabijheid van de luchthavens Amsterdam Airport
Schiphol, Rotterdam The Hague Airport, Groningen Airport Eelde en Maastricht Aachen Airport
bevindt en gebruik maakt van de diensten van de plaatselijke luchtverkeersleiding. Het aantal
service units dat wordt betaald voor een vlucht is afhankelijk van het gewicht van het vliegtuig;
• En‐route, voor vliegverkeer dat gebruik maakt van de hogere luchtlagen boven Nederland en het
naderingsgebied van de luchthavens. Het aantal service units dat wordt betaald voor een vlucht is
afhankelijk van het gewicht van het vliegtuig in combinatie met de afstand die door het
Nederlandse luchtruim wordt gevlogen;
• North Sea Area Amsterdam ‐ NSAA ‐ voor het verkeer dat gebruik maakt van het Nederlandse
luchtruim boven de Noordzee. Voor een vlucht wordt een vastgesteld aantal service units betaald,
ongeacht gewicht van het luchtvaartuig ‐ met name helikopters ‐ of de afstand die door dit gebied
wordt gevlogen.
De tarieven van LVNL zijn onderwerp van consultatie met de stakeholders, worden jaarlijks bepaald en
maken deel uit van het nationale tarief voor deze heffingszones. Zij zijn gebaseerd op de verwachte
totale kosten voor luchtverkeersdienstverlening en de verwachte verkeersontwikkeling in de
betreffende zones, rekening houdend met de nog te verrekenen resultaten uit voorgaande jaren.
Jaarlijks wordt voor elke heffingszone een nationaal tarief per dienstverleningseenheid bepaald. De
kostengrondslag voor de verschillende heffingszones bestaat uit de kosten van verschillende
dienstverleners waarvan LVNL er één is. Andere dienstverleners zijn het KNMI, voor alle heffingszones,
en het Maastricht Upper Area Control Centre ‐ MUAC ‐ voor de en‐route heffingszone. De nationale
tarieven worden jaarlijks gepubliceerd in de Staatscourant.
Het Europese systeem van Prestatiesturing voorziet in een verdeling van financiële risico’s tussen
enerzijds de luchtvaartmaatschappijen en anderzijds de luchtverkeersdienstverleners. De
Prestatiesturing schrijft voor dat de effecten van bepaalde risico’s in de eerstvolgende referentieperiode
verrekend dienen te worden. Als gevolg van het verwachte volumescenario en kostenniveau voor 2015
in combinatie met de door de Prestatiesturing voorgeschreven verrekeningseffecten uit voorgaande
referentieperioden, kon de in voorgaande jaren gehanteerde tariefstabilisatie niet langer worden
gecontinueerd.
Het LVNL‐tarief voor en‐route was in het verslagjaar 46,99 euro (2016: 47,59 euro). Voor de terminal
heffingszone was het tarief 157,15 euro (2016: 157,03 euro).
De figuur op de volgende pagina geeft inzicht in de nationale en‐route tarieven van een aantal West‐
Europese landen. Hieruit blijkt dat het Nederlandse tarief door de jaren heen nagenoeg stabiel is
gebleven en tot de laagste in deze regio behoort.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 35
Nationale en‐route tarieven Europa 2013‐2017, in euro’s. Bron EUROCONTROL.
36 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
Bestuursstructuur
Algemeen
LVNL is sinds 1 januari 1993 een zelfstandig bestuursorgaan ‐ ZBO. Daarvoor was LVNL onderdeel van
het directoraat‐generaal Rijksluchtvaartdienst van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Als ZBO
legt LVNL over haar prestaties verantwoording af aan de staatssecretaris van Infrastructuur en
Waterstaat. Het personeel van LVNL is ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet.
LVNL hanteert de Code goed bestuur publieke dienstverleners als leidraad. LVNL doet in dit hoofdstuk
verslag over:
• De hoofdlijnen van haar bestuursstructuur, conform de principes van deze code;
• De belangrijkste wijzigingen in de bestuursstructuur in het verslagjaar.
Opvolging van bepalingen
In dit jaarverslag wordt voldaan aan de bepalingen in de Code goed bestuur publieke dienstverleners,
met uitzondering van de bepalingen inzake de nevenfuncties van de leden van de raad van toezicht.
Alleen van de relevante nevenfuncties wordt opgave gedaan. Als relevant worden beschouwd
nevenfuncties die substantieel tijd vergen van de leden van de raad of nevenfuncties bij organisaties
van waaruit een potentieel belangenconflict zou kunnen ontstaan. In het verslagjaar zijn geen
nevenfuncties vervuld waarbij sprake was van een potentieel belangenconflict.
Bij LVNL zijn de door de Code goed bestuur publieke dienstverleners vereiste reglementen en
procedures vastgesteld en van kracht. Voor de raad van toezicht zijn dit het Reglement van de raad van
toezicht, inclusief gedragscode voor leden van de raad, de Profielschets van de raad van toezicht en het
Rooster van aftreden. Op haar website www.lvnl.nl heeft de organisatie de informatie ondergebracht
die volgens de code publiek toegankelijk moet zijn.
Het LVNL‐bestuur hanteert het Reglement inrichting en bedrijfsvoering LVNL (Bestuursreglement LVNL).
LVNL legt als ZBO verantwoording af over haar prestaties aan de Minister van Infrastructuur en
Waterstaat, zoals dit is vastgelegd in de Regeling sturing en beleidsregels van en toezicht op
Luchtverkeersleiding Nederland. Daarnaast beschikt LVNL over een Klachtenregeling en een
Klokkenluiderregeling.
Om de veiligheids‐, efficiëntie‐ en milieuaspecten van de primaire processen te bewaken, is een
bedrijfsmanagementsysteem ingericht.
Op basis van de International Civil Aviation Organisation ‐ ICAO ‐ verplichting, die tevens is opgenomen
in Europese regelgeving, worden door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, in
samenwerking met LVNL ten minste jaarlijks zogeheten ‘stakeholder consultation meetings’
georganiseerd. Doel van deze bijeenkomsten is het consulteren van de klant bij voorgenomen
beslissingen die voor hem van belang zijn, dan wel de klant de mogelijkheid te geven ongevraagd advies
te geven. Ook op FABEC‐niveau vinden dergelijke consultaties plaats.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 37
Tegenstrijdige belangen
In het verslagjaar hebben zich geen situaties voorgedaan waarbij sprake was van tegenstrijdige
belangen van leden van de raad van toezicht of leden van het bestuur, zoals bedoeld in de Code goed
bestuur publieke dienstverleners.
Wettelijke taken
De taken van LVNL zijn vastgelegd in de Wet luchtvaart. Volgens deze wet is LVNL verantwoordelijk
voor:
• Het verlenen van luchtverkeersdiensten binnen het vluchtinformatiegebied Amsterdam;
• Het verlenen van communicatie‐, navigatie‐ en plaatsbepalingsdiensten;
• Het verlenen van luchtvaartinlichtingendiensten en het uitgeven van luchtvaartpublicaties en
kaarten;
• Het verzorgen of doen verzorgen van opleidingen ten behoeve van luchtverkeersbeveiliging;
• Het adviseren van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat alsmede de Minister van Defensie
betreffende aangelegenheden op het gebied van de luchtverkeersbeveiliging;
• Het verrichten van andere bij of krachtens de Wet luchtvaart opgedragen taken.
LVNL kan de aan haar opgedragen taken in beginsel door derden laten verrichten. Ook kan zij deze
werkzaamheden voor anderen uitvoeren, eventueel ook buiten Nederland.
Milieutaak
In het Luchthavenverkeerbesluit, een algemene maatregel van bestuur gebaseerd op de Wet luchtvaart,
zijn regels voor route‐ en baangebruik vastgelegd waaraan LVNL dient te voldoen. In hetzelfde besluit is
ook de verantwoordelijkheid om de grenswaarden voor geluid, externe veiligheid en lokale
luchtverontreiniging na te leven vastgelegd. Het luchtverkeer afhandelen binnen deze grenswaarden is
een gezamenlijke zorgplicht van LVNL, de luchtvaartmaatschappijen en de exploitant van de luchthaven
Schiphol.
38 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
Raad van toezicht
De raad van toezicht ziet toe op de werkzaamheden van het bestuur en staat het bestuur met raad
terzijde. De leden van de raad worden benoemd door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat
voor een periode van maximaal vier jaar en zijn eenmaal herbenoembaar voor een tijdvak van maximaal
vier jaar.
Leden van de raad van toezicht op 31 december 2017
Gerlach Cerfontaine (1946), voorzitter
Datum eerste benoeming: 1 januari 2011.
Herbenoemd tot: 1 januari 2019.
Relevante (neven)functies op 31 december 2017:
• Voorzitter raad van toezicht Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR);
• Voorzitter raad van toezicht Nederlands Filmfonds;
• Voorzitter vereniging VvAA;
• Lid raad van advies Partnership Foundation, ondernemen voor straatkinderen in India;
• Adviseur Gilde Health Care en Life Science Fund;
• President commissaris Bovemij verzekeringsgroep;
• Lid bestuur vrienden Hubrecht Instituut.
Partner: Pia Dijkstra (1954)
Relevante functies op 31 december 2017:
• Lid van de Tweede Kamer.
Pieter van Geel (1951)
Datum eerste benoeming: 1 december 2011.
Herbenoemd tot: 1 december 2019.
Relevante (neven)functies op 31 december 2017:
• Voorzitter raad van toezicht Koninklijke Kentalis;
• Voorzitter raad van commissarissen Energiefonds Overijssel;
• Voorzitter raad van toezicht Elkerliek ziekenhuis;
• Voorzitter raad van toezicht Ons Middelbaar Onderwijs;
• Voorzitter Nederlandse Algemene Keuringsdienst (NAK);
• Lid raad van commissarissen Goede Doelen Loterijen;
• Lid raad van commissarissen COVRA;
• Voorzitter raad van toezicht NCDO;
• Voorzitter raad van toezicht Louis Bolkinstituut.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 39
Lodewijk Hijmans van den Bergh (1963)
Datum eerste benoeming: 1 oktober 2012.
Benoemd tot: 1 oktober 2020.
Relevante (neven)functies op 31 december 2017:
• Partner, De Brauw Blackstone Westbroek N.V. (hoofdfunctie);
• Commissaris HAL Holding N.V.;
• Lid raad van toezicht Nederlands Kanker Instituut /Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis;
• Voorzitter bestuur Utrechts Universiteitsfonds.
Charlotte Insinger (1965)
Datum eerste benoeming: 1 maart 2012.
Benoemd tot: 1 maart 2020.
Relevante (neven)functies op 31 december 2017:
• Lid raad van commissarissen de Volksbank NV;
• Lid raad van commissarissen Vastned Retail NV;
• Lid raad van Toezicht Nederlands Filmfonds
• Lid Raad van toezicht Hogeschool Rotterdam;
• Lid Raad van commissarissen PZEM NV;
• Managing director Cerberus Global Investments BV;
• Non‐executive director HAYA Real Estate SLU.
Alexander Schnitger
Eerste benoeming: 1 oktober 2017, benoeming op voordracht Minister van Defensie
Benoemd tot: 1 oktober 2021
Relevante (neven)functies op 31 december 2017:
• Director Boeing International Government Services for Europe and Israel;
• Lid Raad van Commissarissen Business Park Aviolanda;
• Voorzitter Dutch Aviation Group.
40 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
Bestuur
Het bestuur is belast met de dagelijkse leiding van LVNL en vertegenwoordigt LVNL in en buiten rechte.
Het bestuur van LVNL volgt de principes van een collegiaal bestuur. Het bestuur geeft leiding aan de
organisatie en de daarbinnen onderkende bedrijfsprocessen.
Op voordracht van de raad van toezicht worden de leden van het bestuur benoemd door de Minister
van Infrastructuur en Waterstaat, voor een periode van maximaal vijf jaar. Herbenoeming kan telkens
voor een periode van maximaal vijf jaar plaatsvinden.
Leden van het LVNL‐bestuur op 31 december 2017
Michiel van Dorst (1969)
Chief Executive Officer (CEO), voorzitter van het bestuur.
Datum eerste benoeming: 1 mei 2016.
Relevante nevenfuncties op 31 december 2017:
• Lid Deltalinqs Safety Panel (tot september 2017);
• Lid Adviescommissie Luchtverkeer NLR.
Marlou Banning (1962)
Chief Financial Officer (CFO), bestuurslid.
Datum eerste benoeming: 8 augustus 2016.
Relevante nevenfuncties op 31 december 2017:
• Voorzitter Parochiebestuur Vredeskerk Amsterdam;
• Voorzitter Stichting Vrienden van de Amsterdamse Montessorischool;
• Lid raad van commissarissen CANSO BV;
• Bestuurslid Stichting Graaf Carel van Lynden (100 procent eigenaar Keukenhof Holland) (vanaf 1 juli
2017).
Taakverdeling
De taakverdeling tussen de bestuurders is vastgelegd in het Bestuursreglement LVNL. De bestuursleden
zijn samen verantwoordelijk voor de taken zoals vastgelegd in de Wet luchtvaart. De voorzitter van het
bestuur heeft een bijzondere positie. Onverlet de principes van collegiaal bestuur is hij de eerst
aangesprokene voor de resultaten en de algemene gang van zaken binnen LVNL.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 41
Managementteam LVNL ‐ MT‐LVNL
Ter uitvoering van de verantwoordelijkheid van het bestuur, zoals hiervoor beschreven en de aansturing
van de dagelijkse bedrijfsvoering voert het bestuur periodiek overleg met het managementteam (MT).
In dit overleg wordt organisatiebrede informatie ten behoeve van besluitvorming door het bestuur
uitgewisseld en wordt het MT over, door, of namens het bestuur te nemen besluiten geraadpleegd. Het
MT‐LVNL kende op 31 december 2017 de volgende samenstelling.
Leden van het managementteam op 31 december 2017
Jurgen van Avermaete
General Manager Procedures.
Marcel Bakker
General Manager Systems & Infrastructure.
Jasper Daams
General Manager Strategy & Performance.
José Daenen
Director Operations.
Ad van Haaren
General Manager Human Factor.
Hans Keetman
General Manager Corporate Services.
42 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
Ondernemingsraad
De ondernemingsraad (OR) wordt gevormd en gekozen door de LVNL‐medewerkers. De zittingsperiode
van de leden van de OR is drie jaar. Medewerkers moeten minimaal een half jaar bij LVNL in dienst zijn
om te mogen stemmen. Kandidaten voor de ondernemingsraad moeten minimaal een jaar in dienst zijn.
In het verslagjaar zijn ondernemingsraadverkiezingen gehouden. De nieuwe raad is op 1 januari 2018
aangetreden.
De OR komt op voor de collectieve belangen van de medewerkers door overleg te voeren met het LVNL‐
bestuur over het beleid en het functioneren van de organisatie. Daarnaast heeft de OR het recht het
LVNL‐bestuur te adviseren over onder meer belangrijke wijzigingen in de organisatiestructuur van LVNL
en belangrijke investeringen of belangrijke wijzigingen van technologische voorzieningen. De OR heeft
recht van instemming bij bepaalde besluiten op het gebied van sociaal beleid.
Verder kan de raad op grond van het initiatiefrecht het bestuur ongevraagd advies geven over
onderwerpen die de organisatie aangaan.
In aanvulling op de reguliere overlegvergaderingen besprak de OR in 2017 tweemaal de algemene gang
van zaken binnen LVNL met het bestuur. Beide bijeenkomsten werden bijgewoond door een
afgevaardigde van de raad van toezicht.
Leden van de ondernemingsraad op 31 december 2017
Barbara Baltes, voorzitter Peter Hokke
Bert Rolvink, vicevoorzitter Theo Hoogeboom
Sylvia Vial, secretaris Erna Ikelaar
Anouk Aardema Anil Jankipersad
Ricardo ter Bruggen Bertran Kuipers
Danny Dollé Ger Nelissen
Frédérique Fit
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 43
In control statement
Het bestuur is verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van LVNL en de opzet en werking van de op
LVNL toegesneden interne risicobeheersings‐ en controlesystemen. Deze systemen zijn ingericht om
significante risico’s te beheersen en om de realisatie van operationele en financiële doelstellingen te
waarborgen. De interne risicobeheersings‐ en controlesystemen van LVNL kunnen echter geen absolute
zekerheid bieden tegen het niet realiseren van de doelstellingen van de organisatie. Noch kunnen deze
systemen alle onjuistheden van materieel belang, verlies en fraude geheel voorkomen.
LVNL hanteert de Code Goed Bestuur Publieke Dienstverleners als leidraad. In dit In Control Statement
licht het bestuur op hoofdlijn toe op welke wijze invulling is gegeven aan de verantwoordelijkheid voor
de bedrijfsvoering en risicobeheersing en welke conclusie het bestuur verbindt aan de effectiviteit
daarvan.
De opzet en werking van ons kwaliteitsmanagementsysteem monitoren wij, onder meer met externe en
interne audits, continu. LVNL is NEN‐EN‐ISO‐9001:2008 gecertificeerd en beschikt over een certificaat
met betrekking tot de Gemeenschappelijke eisen voor het verlenen van luchtvaartnavigatiediensten.
Onze overtuiging dat ons kwaliteits‐ en veiligheidsmanagementsysteem doeltreffend en toereikend is, is
onder meer gebaseerd op deze certificaten.
Als tariefgestuurde ZBO hechten wij aan financiële transparantie jegens onze gebruikers, het Ministerie
van Infrastructuur en Waterstaat en andere stakeholders. Door de toepassing van het door de minister
goedgekeurde kostenallocatiemodel is de juiste toerekening van kosten aan de verschillende
heffingszones gewaarborgd. Het bestuur heeft op kwartaalbasis verantwoording afgelegd aan het
ministerie over de (niet‐) financiële prestaties van LVNL. In 2017 heeft een aantal
stakeholderconsultaties plaatsgevonden met betrekking tot de financiële gang van zaken, de
tariefprojecties 2018, de gewijzigde prestatieplannen ten behoeve van de tweede referentieperiode van
het Europese systeem van prestatiesturing en belangrijke ontwikkelingen in de projectportfolio.
In 2017 is op regelmatige basis in de vergaderingen van het bestuur de effectiviteit van het systeem van
interne besturing beoordeeld. Onze planning‐ & controlcyclus voorziet in reguliere vergaderingen van
het bestuur en de leden van het managementteam waarin verantwoordingsrapportages over de
doelrealisatie, financiële bedrijfsresultaten, (strategische) risicoanalyses, resultaten van in‐ en externe
audits en de voortgang van strategische/grote projecten of initiatieven ter verbetering van de
bedrijfsvoering worden besproken.
In overeenstemming met de aard van onze onderneming en het belang van onze dienstverlening
besteedt het bestuur ‐ in aanvulling op de financiële bedrijfsvoering ‐ nadrukkelijk aandacht aan de
kwaliteit van onze dienstverlening. De in ons Business en Annual Plan opgenomen doelstellingen ten
aanzien van onder meer de veiligheid en de efficiency van onze dienstverlening zijn bereikt en voldoen
aan gestelde normen. De in 2017 bereikte prestaties en ontplooide activiteiten sluiten aan bij onze
corporate visie en hebben een positieve bijdrage geleverd aan het behalen van onze strategische
doelstellingen. Wij hebben de bewaking op de prioriteitstelling binnen onze projectportfolio verscherpt
onder meer vanwege de beperkte capaciteitsbeschikbaarheid van enkele kritische resource pools,
waaronder het operationeel personeel. De uitkomst van deze prioritering is gecommuniceerd met onze
medewerkers en stakeholders. Onze topprioriteiten voor de komende jaren zijn:
44 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
• De realisatie van iCAS als vervanging van het huidige luchtverkeersleidingsysteem;
• De bouw van de Annex als ´enabler´ voor de implementatie van iCAS, de civiel‐militaire co‐locatie
en de verbetering van onze contingency voorzieningen;
• Het bewerkstelligen van luchtverkeersdienstverlening op Lelystad Airport;
• Het waarborgen van voldoende verkeersleiderscapaciteit onder meer door het verhogen van het
opleidingsrendement;
• Het aanbrengen van verbeteringen ten behoeve van onze torenoperatie, te weten de introductie
van Electronic Flight Strips en het uitbreiden van het aantal posities op de verkeerstoren Schiphol
Centrum.
Een aantal van deze topprioriteiten heeft een directe relatie met de door het kabinet beoogde
herindeling van het Nederlandse luchtruim waaraan LVNL vanzelfsprekend via deze en andere
initiatieven een belangrijke bijdrage zal leveren.
Als organisatie waar veiligheid centraal staat besteden wij veel aandacht aan het risicomanagement.
Dat beperkt zich niet alleen tot het primaire proces of het veiligheidsaspect maar heeft betrekking op de
volle breedte van onze organisatie waarbij wordt gekeken naar zowel interne als externe
ontwikkelingen die een bedreiging kunnen vormen voor de continuïteit van de organisatie, de kwaliteit
van de bedrijfsvoering en de realisatie van doelstellingen en ambities. Onze Governance Risk and
Compliance board, bestaande uit het bestuur, het 1e lijnsmanagement en staffunctionarissen voor
Safety, Security, Crisis en Contingency Management en Quality, speelt hierin een belangrijke rol en is
verantwoordelijk voor het strategisch risicomanagement van LVNL en het bewaken van de opvolging de
bevindingen en aanbevelingen van in‐ en externe audits. De verantwoordelijkheid voor het beheersen
van elk van de geïdentificeerde risico´s en het treffen van de gedefinieerde beheersingsmaatregelen is
eenduidig georganiseerd. In 2018 zal de focus op veiligheid en risicomanagement verder versterkt
worden door oprichting van een afdeling Operational Risk Management direct opererend onder
aansturing van het bestuur.
Op grond van onze actuele risicoanalyse zijn onze belangrijkste aandachtspunten de volgende:
1. Het zorgen voor voldoende operationeel personeel om zowel de continuïteit en kwaliteit van onze
dienstverlening te blijven garanderen als onze strategische doelstellingen te kunnen realiseren;
2. Het versterken van ons projectportfolio management met als doel de inzet van onze schaarse
resources te optimaliseren in het licht van de strategische prioriteiten;
3. Het reduceren van de kans op economische of imagoschade bij een grote reductie van de
afhandelingscapaciteit als gevolg van calamiteiten.
4. Het analyseren en reduceren van het aantal grondincidenten.
De omvang van het contingent verkeersleiders is voldoende om de continuïteit en kwaliteit van het
primaire proces in de huidige situatie te garanderen. Het is voor deze beroepsgroep, met unieke en
schaarse capaciteiten geen vanzelfsprekendheid dat dit in de toekomst ook het geval zal zijn. De sterke
groei van de luchtvaart, de toenemende kwaliteitseisen aan onze dienstverlening en onze ambitie om
als partner toegevoegde waarde te leveren aan de luchtvaartketen maken dat LVNL een belangrijke
prioriteit blijft toekennen aan het vergroten van de kansen op voldoende capaciteit en het reduceren
van de risico’s op tekorten en de nadelige effecten daarvan.
Luchtverkeersdienstverlening is vitaal voor het bedrijfsmodel van airlines en luchthavens. Wanneer de
afhandelingscapaciteit significant afneemt zal dit niet onopgemerkt blijven en kan dat grote (financiële)
gevolgen hebben voor deze stakeholders. Het imago van LVNL als betrouwbare partner voor de
luchtvaartsector kan daardoor schade oplopen. In het ATM‐systeem zijn uiteenlopende voorzieningen
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 45
getroffen om de kans op en effecten van capaciteitsrestricties te reduceren. Het bestuur heeft in
aanvulling hierop aanvullende maatregelen gedefinieerd om ook in geval van ingrijpende calamiteiten
dergelijke restricties te minimaliseren. Voorbeelden daarvan zijn de inrichting van back up
voorzieningen en het besluit om de ‐ in verband met de civiel‐militaire co‐locatie en de vervanging van
het huidige luchtverkeersleidingssysteem AAA ‐ te bouwen annex tevens als volwaardig contingency
centre te bestemmen. In februari en november 2017 hebben zich twee systeemstoringen voorgedaan
als gevolg waarvan tijdelijk minder afhandelingscapaciteit beschikbaar was. Deze gebeurtenissen
illustreren het belang van onze extra aandacht voor dit risico. Alle aanbevelingen die op basis van
grondige evaluaties zijn geformuleerd worden dan wel zijn geïmplementeerd teneinde de robuustheid
van onze systeeminfrastructuur verder te verhogen.
Het financiële resultaat over 2017 is positief en beter dan begroot. Onze vermogenspositie wordt
hierdoor verder versterkt. Met het oog op de effectieve inzet van het vermogen in relatie tot het
risicoprofiel van LVNL en het beleid ten aanzien van de tarieven, voert het bestuur overleg met het
ministerie over de omvang van het vermogen en bestemmingsmogelijkheden daarvan.
ICT is een belangrijke component in onze primaire bedrijfsprocessen. De continuïteit van
gegevensverwerking en beveiliging van de systemen zijn van groot belang voor de continuïteit en
kwaliteit van onze bedrijfsvoering. Op grond van artikel 41, lid 1 van de Kaderwet ZBO moet LVNL
zorgdragen voor de nodige technische en organisatorische voorzieningen ter beveiliging van haar
gegevens tegen verlies of aantasting en tegen onbevoegde kennisneming, wijziging en verstrekking van
die gegevens. Gezien het belang van het thema information security heeft dit onderwerp de directe
aandacht van het bestuur, worden risico’s op dit gebied nauwlettend gemonitord en
beheersmaatregelen waar nodig, bijvoorbeeld in de vorm van technische voorzieningen, risk
assessments of aanscherpingen van beleid, versterkt. In de visie van het bestuur vergt information
security continue aandacht, niet alleen op technisch en procedureel vlak, maar ook als het gaat om
bewustwording van de organisatie van de risico’s en de zorgvuldigheid die in deze betracht dient te
worden.
De klanttevredenheid beoordelen wij periodiek door middel van een meting. De in 2015 uitgevoerde
meting heeft geleerd dat de klanttevredenheid hoog gewaardeerd wordt en is aanleiding geweest voor
ons om het stakeholder management meer structureel en planmatiger vorm te geven. Een volgend
onderzoek is voorzien in 2018.
De meest recente meting van de medewerkertevredenheid (2017) heeft uitgewezen dat verbeteracties
naar aanleiding van het voorgaande onderzoek effectief zijn geweest en de medewerkers van LVNL een
bovengemiddeld cijfer geven aan de mate van tevredenheid. De meting heeft een aantal
verbeterpunten aan het licht gebracht. De door veel medewerkers ervaren toename van de werkdruk is
één van deze verbeterpunten die door het management op gestructureerde wijze zullen worden
opgepakt.
Alles overziende is het bestuur van mening dat het geïmplementeerde systeem van interne
besturing van LVNL mede met behulp van de interne risicobeheersings‐ en controlesystemen in 2017
effectief is geweest en een redelijke mate van zekerheid geeft dat de kwaliteit van de bedrijfsvoering
goed is en de financiële verslaggeving geen onjuistheden van materieel belang bevat.
M.W.A. van Dorst M.L.F.J. Banning
CEO/voorzitter bestuur CFO/bestuurder
46 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
Bericht van de raad van toezicht
De raad kwam in 2017 vijf keer in vergadering bijeen. Daarbij is onder meer expliciet aandacht
geschonken aan de strategie en het risicomanagement bij LVNL. Daarnaast kwamen de leden van het
audit committee, de veiligheidscommissie en de commissie iCAS/Annex ieder vijf keer bijeen ter
voorbereiding van raadsvergaderingen en/of voor advisering van de voltallige raad.
De voorzitter van de raad heeft op regelmatige basis overleg met de voorzitter van het bestuur over de
lopende gang van zaken.
In april en oktober woonde de voorzitter van de raad het overleg bij tussen het bestuur en de
ondernemingsraad over de algemene gang van zaken.
Voorts heeft een delegatie van de raad samen met het bestuur tweemaal overleg gevoerd met het
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Samenstelling van de raad van toezicht
De heer Tom Bakker heeft per 30 september 2017 afscheid genomen van de raad van toezicht. De raad
spreekt grote waardering uit voor de bijdrage, in het bijzonder aan het veiligheidsmanagement en de
veiligheidscultuur, die hij heeft geleverd gedurende zijn 8 jaar durende lidmaatschap. Per 1 oktober
2017 is de heer Alexander Schnitger op voordracht van de Minister van Defensie toegetreden tot de
raad. Tevens heeft hij zitting genomen in de Veiligheidscommissie en de commissie iCAS/Annex. De
samenstelling van de raad en zijn commissies is voor het overige in 2017 ongewijzigd gebleven.
Functioneren van de raad van toezicht
De leden van de raad voldoen aan de onafhankelijkheidsvereisten zoals vermeld in de Code goed
bestuur Publieke Dienstverleners.
Naast de onafhankelijke leden heeft een vertegenwoordiger van de minister van Defensie zitting in de
raad.
De raad geeft zich volledig en voortdurend rekenschap van zijn wettelijke taken en evalueert periodiek
de doelmatigheid van zijn functioneren.
Leden van de raad zijn slechts incidenteel afwezig geweest bij raadsvergaderingen. De raad heeft zijn
werkwijze vastgelegd in een reglement dat voldoet aan de relevante regelgeving en functioneert
dienovereenkomstig.
Toezicht op het LVNL‐bestuur
In de vergaderingen van de raad van toezicht legt het bestuur verantwoording af over de prestaties en
de bedrijfsvoering. De raad heeft een benoemings‐ en remuneratiecommissie, een
veiligheidscommissie, een audit committee en een commissie die specifiek aandacht besteedt aan de
voortgang van op het programma iCAS en project Annex.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 47
De raad concludeert dat het bestuur adequaat uitvoering heeft gegeven aan de ambitie en beoogde
doelstellingen zoals verwoord in het Business en annual plan 2017‐2021 en de begroting 2017‐2021.
Het bestuur heeft daarmee in 2017 een aantal belangrijke resultaten bereikt waaronder:
• De levering van een veilige en efficiënte luchtverkeersdienstverlening bij een sterk toegenomen
verkeersaanbod en zelfs de drukste zomer ooit. Dit alles binnen de gestelde kaders vanuit de
Regeling milieu‐informatie luchthaven Schiphol. De gerealiseerde operationele prestaties ten
aanzien van onder meer sustainability en vertragingen hebben de doelstellingen zoals opgenomen
in het Business en annual plan overtroffen;
• Concurrerende tarieven voor de dienstverlening;
• De bereikte voortgang op de projecten‐ en investeringsportfolio ondanks de capaciteitsdruk die de
organisatie ervaart. Het meest tot de verbeelding aansprekende resultaat betreft de tijdige
realisatie van de civiel‐militaire co‐locatie hetgeen een belangrijk fundament is voor het verder
verstevigen van de constructieve samenwerking met het ministerie van Defensie/CLSK en de
beoogde herindeling van het Nederlandse luchtruim. Het betreft een van de grootste
veranderingen in luchtverkeersleiding in Nederland welke mede gefinancierd is door de Connecting
Europe Facility van de Europese Unie.;
• De bereikte overeenstemming over de herplanning voor het starten van
luchtverkeersdienstverlening op Lelystad Airport per 1 april 2019;
• De samenwerking met de sectorpartners om tot een overkoepelend, geïntegreerd
veiligheidssysteem;
• De succesvolle verwerving van additionele Europese subsidies (Connecting Europe Facility) voor
strategisch belangrijke projecten;
• Het succesvol lanceren van de inspirerende, klant‐gedreven purpose ‘Samen luchtvaart mogelijk
maken’ die vertaald is naar kernwaarden en daarmee een extra impuls geeft aan de doelgerichtheid
van LVNL;
• De naleving van alle toepasselijke wet‐ en regelgeving;
• Een positief, beter dan begroot financieel resultaat en het op peil houden van de solide
vermogenspositie.
De raad is tevreden over de genomen initiatieven met betrekking de efficiëntie en effectiviteit van de
bedrijfsvoering en in het bijzonder de hoge mate van aandacht voor de prioritering binnen
projectportfolio. LVNL heeft te maken met een periode waarin een groot aantal omvangrijke en
complexe projecten en investeringen moeten worden gerealiseerd. De druk op de organisatie is groot
om majeure veranderingen door te voeren in een situatie waarin de continuïteit van de dienstverlening
gegarandeerd moet blijven bij een toenemend verkeersaanbod. De raad spreekt nadrukkelijk ook zijn
waardering uit naar de medewerkers van LVNL. Hun hoge mate van betrokkenheid en inzet zijn
bepalend geweest voor bereikte resultaten en randvoorwaardelijk voor de realisatie van gestelde
doelen.
De raad volgt de ontwikkelingen en voortgang van de projectportfolio vanwege het belang, de
complexiteit en de omvang met bijzondere belangstelling. Om die reden is reeds in 2016 een commissie
ingesteld om de vervanging van het luchtverkeersleidingssysteem en de uitbreiding van de daarvoor
randvoorwaardelijke huisvesting van nabij te volgen. Cruciaal om ook in de toekomst de kwaliteit van de
dienstverlening te kunnen blijven garanderen en projecten die daarvoor de noodzakelijke
veranderingen in het primaire proces moeten realiseren succesvol te kunnen realiseren is afdoende
beschikbaarheid van operationeel personeel een voorwaarde. Het bestuur heeft uiteenlopende
initiatieven daartoe genomen die door de raad met bovengemiddelde belangstelling worden gevolgd.
48 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
De raad heeft met het bestuur gedurende het verslagjaar meerdere keren expliciet aandacht besteed
aan strategievorming en risicomanagement. De aandacht voor in‐ en externe audits en de opvolging van
gedane aanbevelingen is verder verstevigd.
De evaluatie van het bestuur heeft in en buiten aanwezigheid van het bestuur plaatsgevonden. De raad
is tevreden over de informatievoorziening door het bestuur en is van oordeel dat het bestuur in haar
besluitvorming de belangen van de verschillende stakeholders op een begrijpelijke en aanvaardbare
manier heeft afgewogen. De raad is zich bewust van de verschillende belangen die hierbij moeten
worden beschouwd.
De benoemings‐ en remuneratie commissie heeft de leden van het bestuur individueel beoordeeld.
Veiligheid
Veiligheid en het continu verbeteren daarvan heeft de hoogste prioriteit bij het leveren van
luchtverkeersdienstverlening. Het aspect veiligheid neemt daarmee ook een prominente plaats in op de
agenda van de raad en haar Veiligheidscommissie. De Veiligheidscommissie vergadert voorafgaand aan
de reguliere raadsvergaderingen. Onderwerpen die aan de orde komen zijn de interne
veiligheidsrapportages, rapportages van de OVV, de inrichting en werking van het
veiligheidsmanagementsysteem en de verbeteringen van dit systeem. De vergaderingen verlopen in
open en constructieve sfeer en de raad stelt vast dat LVNL op indringende en transparante wijze werkt
aan de voortdurende verbetering van de veiligheid in het algemeen en aan de strikte opvolging van het
voorvallenonderzoek in het bijzonder.
Evenals in voorgaande jaren heeft de Veiligheidscommissie in het bijzonder de ontwikkeling van het
aantal ‘serious’ en ‘major’ incidenten en met name de toename van het aantal ground incidenten daarin
besproken. De ontwikkelingen wordt uiterst serieus genomen en nauwgezet geanalyseerd teneinde een
beter begrip van de oorzaken te krijgen en effectieve maatregelen ter voorkoming van dergelijke
incidenten te treffen. De raad volgt de voortgang en status van de voorvallenonderzoeken en wordt
goed geïnformeerd over de resultaten en verbetermaatregelen die LVNL daarvan naar aanleiding
daarvan implementeert. Dat geldt vanzelfsprekend ook voor de rapportages van externe onderzoeken
zoals van de OVV. De raad staat positief tegenover de maatregelen die LVNL in zijn eigen safety
management systeem treft en is blij met de aandacht van het bestuur voor de intensivering van de
samenwerking met sectorpartijen om te komen tot een geïntegreerd veiligheidsmanagementsysteem.
De voorstellen van het bestuur met betrekking tot de versterking van de interne safety governance en
deze nog dichter onder de verantwoordelijkheid van het bestuur te plaatsen zijn eveneens onderwerp
van discussie geweest.
De veiligheidscommissie heeft een open en constructieve sfeer ervaren en meent dat zij adequaat
geïnformeerd is door het bestuur over de veiligheidsprestaties en relevante ontwikkelingen met
betrekking tot het safety management systeem. Over het geheel bezien zijn de veiligheidsprestaties
goed. Waardering is er ook voor de transparantie die naar de externe omgeving toe wordt betracht met
betrekking tot veiligheidsprestaties en incidenten.
Financiën
De raad volgt gedurende het jaar de ontwikkeling van het bedrijfsresultaat en bespreekt waar nodig
specifieke aandachtspunten met het bestuur. Het bedrijfsresultaat heeft zich gedurende 2017 positief
ontwikkeld. De sterke ontwikkeling van de opbrengsten uit heffingen heeft daar met name aan
bijgedragen. De vermogenspositie is solide en toereikend om mogelijke risico’s voortkomend uit het
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 49
Europese systeem van prestatiesturing in de actuele referentieperiode (2015‐2019) te kunnen
absorberen. Het bestemmingsfonds overstijgt de maximum waarde zoals in 2012 in overleg met het
ministerie is vastgesteld. Mede met het oog op de voorbereidingen op de volgende referentieperiode
(2020‐2024) is de raad direct betrokken bij het in 2017 gestarte onderzoek naar het financieel
risicoprofiel van LVNL en de betekenis daarvan voor de noodzakelijk geachte omvang van het
bestemmingsfonds. De audit committee heeft namens de raad inbreng geleverd voor dit onderzoek. De
resultaten worden in 2018 besproken met het ministerie.
De ontwikkelingen met betrekking tot het Europese systeem van prestatiesturing blijft de raad kritisch
volgen. Met een aanzienlijke vertraging heeft de Europese Commissie in 2017 het prestatieplan voor de
tweede referentieperiode (2015‐2019) vastgesteld. Daarmee is een einde gekomen aan de onzekerheid
met betrekking tot de normstelling waartegen de prestaties worden beoordeeld en op basis waarvan de
financiële risico’s worden bepaald. In 2018 starten de voorbereidingen voor de derde referentieperiode.
De aandacht van de raad zal zich daarbij met name richten op de financiële risico’s onder meer in relatie
tot het eigen vermogen.
Als onderdeel van het risicomanagement heeft de audit committee in het afgelopen jaar specifiek
gekeken naar de samenstelling van de verzekeringsportfolio van LVNL. Voor wat betreft de financiering
van kapitaalinvesteringen heeft de audit committee diverse investeringsvoorstellen en
financieringsaanvragen behandeld.
In 2017 heeft de periodieke Europese aanbesteding van de accountantsdiensten plaatsgevonden. De
raad is actief betrokken geweest in deze procedure. Met ingang van boekjaar 2018 zal PwC Accountants
NV de accountantscontrole verrichten.
Personeel
De ambitieuze veranderagenda enerzijds en de druk op de tarieven en kosteneffectiviteit anderzijds,
maken dat de raad de ontwikkelingen met betrekking tot de personele organisatie aandachtig volgt.
Voldoende operationeel personeel blijft daarbij het belangrijkste aandachtspunt. Met name de
beschikbaarheid van deze expertise voor bedrijfskritische projecten zoals de vervanging van het
luchtverkeersleidingsysteem is van groot belang. De raad bespreekt regelmatig de voortgang en
effectiviteit van de door het bestuur geïnitieerde activiteiten in dit verband, waaronder het programma
Verhogen Opleidingsrendement. De raad onderschrijft de prioriteit die wordt toegekend aan het
doorvoeren van verbeteringen met betrekking tot de door de verkeersleiders te gebruiken
informatiesystemen en de verruiming van het aantal werkposities op de toren van Schiphol Centrum.
Projectportfolio
De komende jaren staan in het teken van een aantal omvangrijke, complexe en kritieke projecten. Deze
projecten zijn noodzakelijk om de omvang en kwaliteit van de dienstverlening ook in de toekomst te
kunnen blijven garanderen en (inter)nationale ambities vanuit bijvoorbeeld de Single European Sky te
kunnen realiseren. In 2017 is daarbij een belangrijke mijlpaal bereikt; één van de vijf gestelde
topprioriteiten, te weten de civiel‐militaire co‐locatie op Schiphol Oost, is succesvol en tijdig
gerealiseerd. Met het bereiken van deze mijlpaal ontstaat ruimte om de noodzakelijke verbeteringen
ten behoeve van de torenoperatie, waaronder de systeemondersteuning van de torenverkeersleiding
en het vergroten van het aantal werkposities op de toren, als nieuwe prioriteit op te gaan pakken.
Bijzondere aandacht bestaat ook voor het project Lelystad. De invloed van LVNL op de dynamische
context waarin dit unieke project wordt gerealiseerd is beperkt en vanuit de projectbeheersing bezien
50 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
brengt dit extra uitdagingen met zich mee. De diverse externe reviews op dit en andere projecten vindt
de raad een positieve en waardevolle toevoeging aan het beheersinstrumentarium van het bestuur.
De komende jaren blijft extra inzet van middelen noodzakelijk om de toename van het aantal projecten,
de capaciteitstekorten bij diverse kritische resource pools en de complexiteit van sommige projecten
het hoofd te kunnen bieden. De raad vindt dit een belangrijk punt van aandacht. Ondanks de grote inzet
die eigen medewerkers leveren zal de behoefte aan een groot aantal tijdelijke inhuurkrachten in met
name technische en projectmanagement functies blijven bestaan.
De raad blijft met bijzondere aandacht de voortgang van de bepaalde prioriteiten volgen en heeft met
het bestuur afspraken gemaakt over de informatievoorziening daarover met inbegrip van informatie
over de ontwikkeling van de inhuur.
Visie op de toekomst
Internationalisering
De raad meent dat een goede positionering van LVNL in het Europese speelveld van belang is. Europese
ontwikkelingen met betrekking tot de Single European Sky worden derhalve regelmatig met het bestuur
besproken. De raad stelt vast dat de resultaten die in FABEC verband, waartoe ook Nederland behoort,
worden bereikt nog steeds ver achterblijven bij de oorspronkelijke verwachtingen. De raad vindt de
keuze van het bestuur om zijn resources doelgericht, met name in het operationele domein, voor FABEC
in te zetten passend gegeven het feit dat FABEC zelf zijn plannen heeft bijgesteld.
Meer effectief zijn de inspanningen op technologisch vlak. De Europese Unie zet in op innovatie en
vernieuwing in de sector. In aanvulling op verplicht gestelde implementaties stimuleert Europa
implementatie van technologie door middel van subsidies via het agentschap Innovation and Network
Executive Agency (INEA). LVNL is daarbij succesvol. Diverse voorstellen – soms in samenwerking met
partners – zijn gehonoreerd. Daartoe behoort ook de vervanging van het luchtverkeersleidingssysteem
waarin wordt samengewerkt met het consortium van de Duitse luchtverkeersleidingsorganisatie DFS,
het Britse NATS en het Spaanse AENA. Inmiddels dienen zich ook andere luchtverkeersdienstverleners
aan die zich bij dit samenwerkingsverband willen aansluiten.
Ontwikkeling nationaal
LVNL vervult in samenwerking met haar luchtvaartsectorpartners, de overheid en de omgeving een
cruciale rol in de Nederlandse luchtvaartsector. Als ketenpartner voelt LVNL de verantwoordelijkheid
om door samenwerking toegevoegde waarde aan de keten te leveren. Naast de blijvende inzet van
LVNL om de kosteneffectiviteit te verbeteren, handhaaft LVNL haar positie als een state‐of‐the‐art
luchtverkeersdienstverlener in een complex werkveld. De raad meent dat de prestaties van LVNL
daarvoor illustratief zijn.
Civiel‐militaire samenwerking
De beoogde co‐locatie is in 2017 gerealiseerd. De samenwerking tussen beide organisaties verloopt
positief en zal in de toekomst uitgebreid worden. De samenwerking beoogt op diverse terreinen
synergievoordelen te bereiken en zal ertoe bijdragen dat het Nederlandse luchtruim efficiënter benut
zal kunnen worden.
ORS
Geheel passend in de ambities van LVNL en de maatschappelijke verantwoordelijkheid die LVNL draagt
neemt LVNL actief deel aan onder meer de omgevingsraad Schiphol (ORS), waarbij LVNL zich inzet een
constructieve bijdrage te leveren aan het samen met alle belanghebbenden vinden van wegen om
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 51
enerzijds de gewenste groei en vereiste kwaliteit van dienstverlening op Schiphol te kunnen
accommoderen en anderzijds daarbij de overlast voor omwonenden zoveel als mogelijk te beperken.
Regionale dienstverlening
One Group of Airports
In 2017 heeft het eerder geformuleerde beleidsvoornemen van het ministerie om tot een herziening
van de heffingen systematiek voor de regionale luchthavens te komen geen concreet vervolg gekregen.
Gezien de invloed die dit kan hebben op LVNL blijft dit echter een onderwerp op de gespreksagenda
met het bestuur.
De raad stelt vast dat het bestuur veel aandacht besteedt aan het onderzoeken van mogelijkheden om
de efficiëntie van de regionale dienstverlening verder te verbeteren. Daarbij wordt onder meer
onderzoek gedaan naar de introductie van nieuwe technologie, zoals remote towers, om de
dienstverlening in aard en betrouwbaarheid gelijk te houden aan wat de klanten gewend zijn, met
lagere kosten.
Lelystad
Een van de belangrijkste ontwikkelingen met betrekking tot de regionale dienstverlening waarover de
raad regelmatig met het bestuur van gedachten heeft gewisseld is de voorbereiding voor de
dienstverlening op de luchthaven Lelystad. Daarbij is onder meer gesproken over de voortgang van de
voorbereidingsactiviteiten en de beperking van de financiële risico’s voor LVNL gegeven het feit dat de
tariefstelling voor de terminal heffingszone geen dekking biedt voor de voorbereidingskosten. In
februari 2018 heeft de minister besloten tot uitstel van de opening van Lelystad. De raad zal in het
overleg met het bestuur over de implicaties van dat besluit van gedachten wisselen.
De raad van toezicht heeft kennis genomen van de door het bestuur vastgestelde jaarverslag en de
jaarrekening 2017 en stemt in met de inhoud daarvan. De raad constateert dat over 2017 een
goedkeurende verklaring van de accountant is verkregen en heeft kennis genomen van de bevindingen
van de accountant.
Schiphol, 19 april 2018.
Voor de raad van toezicht,
Gerlach Cerfontaine, voorzitter.
52 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
Jaarrekening 2017
Inhoudsopgave jaarrekening
Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet‐gerealiseerde resultaten 53
Geconsolideerde balans 54
Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen 55
Geconsolideerd kasstroomoverzicht voor 2017 56
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening 57
Toelichting op de geconsolideerde exploitatierekening 72
Toelichting op de geconsolideerde balans 79
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 53
Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet‐gerealiseerde resultaten
(bedragen in € 1.000) Toelichting 2017 2016
Voortgezette activiteiten
Omzet 8 217.556 210.938
Overige opbrengsten 9 15.651 15.369
Bedrijfsopbrengsten 233.207 226.307
Personeelskosten 10 141.800 146.664
Afschrijvingen 11 12.944 13.164
Algemene kosten 12 47.812 39.276
Bedrijfslasten 202.556 199.104
Exploitatieresultaat 30.651 27.203
Financieringsbaten 13 39 77
Financieringslasten 13 1.216 1.393
Netto financieringslasten 1.177 1.316
Resultaat uit voortgezette activiteiten 29.474 25.887
Niet gerealiseerde resultaten ‐ ‐
Totaal gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten over het boekjaar 29.474 25.887
Resultaat toe te rekenen aan: 2017 2016
Bestemmingsfonds 12.253 7.994
Egalisatiereserve 17.221 17.893
Totaal gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten over het boekjaar 29.474 25.887
54 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
Geconsolideerde balans
(bedragen in € 1.000) Toelichting 2017 2016
Activa
Immateriële vaste activa 14 182 273
Materiële vaste activa 15 142.590 133.089
Totaal vaste activa 142.772 133.362
Vorderingen 16 44.008 36.969
Geldmiddelen en kasequivalenten 17 55.427 37.731
Totaal vlottende activa 99.435 74.700
Totaal activa 242.207 208.062
Passiva
Eigen Vermogen 18 100.434 70.960
Verplichtingen Leningen en overige financieringsverplichtingen 19 31.527 39.775
Vooruit ontvangen baten 20 14.226 7.711
Personeelsbeloningen 21 36.800 40.478
Totaal langlopende verplichtingen 82.553 87.964
Leningen en overige financieringsverplichtingen 19 8.248 8.898
Vooruit ontvangen baten 20 4.291 1.900
Handels‐ en overige schulden 22 46.681 38.340
Totaal kortlopende verplichtingen 59.220 49.138
Totaal passiva 242.207 208.062
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 55
Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen
(bedragen in € 1.000) Toelichting Bestemmings‐
fonds Egalisatie‐
reserve Totaal
Saldo per 1 januari 2016 49.080 ‐4.007 45.073
Resultaat 2016 7.994 17.893 25.887
Saldo per 1 januari 2017 57.074 13.886 70.960
Resultaat 2017 12.253 17.221 29.474
Saldo per 31 december 2017 18 69.327 31.107 100.434
56 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2017
(bedragen in € 1.000.000) 2017 2016
Ontvangsten heffingen en‐route
149,4 144,1
Ontvangsten heffingen terminal
63,2 61,1
Ontvangsten heffingen NSAA
1,5 1,6
Overige ontvangsten
9,3 8,6
Ontvangsten uit operationele activiteiten
223,4 215,4
Betalingen personeel
‐144,9 ‐140,2
Betalingen verzekeringen
‐1,1 ‐1,1
Betalingen leveranciers
‐44,5 ‐38,2
Betalingen uit operationele activiteiten
‐190,5 ‐179,5
Ontvangsten MUAC heffingen en route
52,7 50,8 Betalingen EUROCONTROL
‐36,5 ‐35,1
Betalingen NSA
‐2,1 ‐1,9
Ontvangsten KNMI‐heffingen NSAA
0,2 0,3
Betalingen KNMI
‐0,5 ‐0,3 Kassiersfunctie luchtverkeersdienstverleningsactiviteiten in nationaal luchtruim door derden
13,8
13,8
Netto kasstroom uit operationele activiteiten
46,7 49,7
Investeringen in materiële vaste activa
‐22,4 ‐33,0
Desinvesteringen in materiële vaste activa
0,0 0,0
Betalingen en ontvangsten joint ventures
‐0,3 ‐0,2
Netto kasstroom uit investeringsactiviteiten
‐22,7 ‐33,2
Opname lange termijn leningen
0,0 0,0
Aflossing lange termijn leningen
‐8,9 ‐8,9
Rente lange termijn leningen
‐1,7 ‐2,0
Ontvangen subsidies
4,3 7,4
Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten
‐6,3 ‐3,5
Totaal netto toe‐/afname kasstromen
17,7 13,0
Beginstand geldmiddelen en kasequivalenten
37,7 24,7
Totaal netto toe‐/afname kasstromen
17,7 13,0
Eindstand geldmiddelen en kasequivalenten 55,4 37,7
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 57
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
1. Verslaggevende entiteit
Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) is statutair gevestigd aan het Stationsplein Zuid West 1001 te
Schiphol in Nederland. Bij wet is LVNL, voorheen Luchtverkeersbeveiligingsorganisatie (LVB), met ingang
van 1 januari 1993 opgericht. LVNL is een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) met rechtspersoonlijkheid.
Kernactiviteit is het verlenen van luchtverkeersdienstverlening, zodanig dat het luchtverkeer op een
veilige en efficiënte manier wordt afgehandeld binnen de gestelde milieurichtlijnen. In de Wet
luchtvaart zijn alle taken van LVNL vastgelegd. Daaronder vallen onder meer het verlenen van
communicatie‐, navigatie‐ en plaatsbepalingsdiensten, het verlenen van luchtvaartinlichtingendiensten,
het uitgeven van luchtvaartpublicaties en kaarten en het verzorgen of doen verzorgen van opleidingen
ten behoeve van luchtverkeersbeveiliging.
De raad van toezicht heeft op 19 april 2018 ingestemd met de jaarrekening. De jaarrekening wordt
gepubliceerd nadat de minister de jaarrekening heeft goedgekeurd.
De geconsolideerde jaarrekening van LVNL over 2017 omvat de joint ventures Stichting Knowledge and
Development Centre Mainport Schiphol en Stichting Bewonersaanspreekpunt Schiphol.
LVNL legt als ZBO verantwoording af over haar prestaties aan de Minister van Infrastructuur en
Waterstaat zoals dit is vastgelegd in de Regeling sturing van en toezicht op Luchtverkeersleiding
Nederland. Bovendien heeft de minister beslissingsbevoegdheid met betrekking tot de begroting en de
tarieven van LVNL.
Basis voor presentatie
2. Overeenstemmingsverklaring
In artikel 12 lid 1 van de EG‐verordening Nr 550/2004 van het Europees parlement en de Raad
betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijke Europees
luchtruim (zogenoemde luchtvaartnavigatiedienstenverordening) is het volgende vastgelegd:
“Verleners van luchtvaartnavigatiediensten moeten, ongeacht hun eigendomsstructuur of rechtsvorm,
hun jaarrekeningen opstellen, aan een onafhankelijke accountantscontrole onderwerpen en publiceren.
Deze jaarrekeningen moeten voldoen aan de door de Gemeenschap goedgekeurde internationale
standaarden voor jaarrekeningen (lees: EU‐IFRS). Wanneer deze jaarrekeningen vanwege juridische
status van de dienstverlener niet volledig aan de internationale standaarden voor jaarrekeningen
kunnen beantwoorden, streeft de betrokken dienstverlener ernaar zoveel mogelijk aan deze
standaarden te voldoen.”
Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft in overleg en afstemming met LVNL de reikwijdte
van de implementatie van Verordening 550/2004 van het Europees parlement en de Raad beperkt.
Deze beperking heeft betrekking op de reikwijdte van IAS 19 en IAS 19R. In de brief gedateerd op 5
februari 2015 heeft het ministerie de reikwijdte van de IAS 19 als volgt beperkt:
58 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
• Er is bepaald dat vooralsnog wordt afgezien van het treffen van een voorziening van de niet‐
afgefinancierde opgebouwde FLNA‐rechten. Het ministerie heeft aangegeven dat deze niet‐
afgefinancierde opgebouwde FLNA‐rechten moeten worden toegelicht onder de niet uit de balans
blijkende verplichtingen;
• Er is bepaald dat wordt afgezien van het toepassen van het direct verwerken van de actuariële
winsten en verliezen van een toegezegde pensioenregeling (DB‐regeling) in het eigen vermogen. De
actuariële resultaten worden dus verwerkt in de exploitatiekosten onder de personeelskosten.
Belangrijkste reden van het ministerie om de reikwijdte te beperken is ingegeven vanuit de regelgeving
over de prestatiesturing. Hierin moeten alle kosten worden verantwoord in de heffingszones en moeten
vanuit hier de controlable en uncontrolable kosten bepaald worden. Wanneer er kosten direct via het
eigen vermogen zouden lopen, zouden deze kosten buiten de prestatiesturing vallen en dus indien
nodig niet meer kunnen worden verhaald op, of worden teruggegeven aan de gebruikers.
De jaarrekening van LVNL voldoet daarmee aan de genoemde verordening. Hierdoor voldoet de
jaarrekening niet volledig, doch zoveel mogelijk, aan de vereisten van EU‐IFRS.
Daar waar in de jaarrekening de term LVNL‐waarderingsgrondslagen wordt gehanteerd, worden de
waarderingsgrondslagen bedoeld op basis van Verordening 550/2004 van het Europees Parlement en
de Raad en de brief van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (nu Ministerie van Infrastructuur en
Waterstaat) met daarin de uitzonderingen op toepassing van IAS 19/19R Jaarrekening LVNL.
3. Waarderingsbasis
De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de
resultaatsbepaling zijn gebaseerd op historische kosten.
4. Functionele valuta en presentatievaluta
De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro; de functionele valuta voor LVNL. Alle financiële
informatie is afgerond op duizenden euro’s, tenzij anders vermeld.
5. Veronderstellingen en schattingen
Het management heeft bij het opstellen van de jaarrekening in overeenstemming met de geldende
grondslagen, op onderdelen gebruik gemaakt van veronderstellingen en schattingen die medebepalend
zijn voor de opgenomen bedragen. De feitelijke uitkomsten kunnen van deze veronderstellingen en
schattingen afwijken. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend
beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schattingen
worden herzien en in de toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
Het bovenstaande is van toepassing op de volgende onderwerpen:
a. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
De boekwaarde van materiële vaste activa wordt periodiek getoetst aan de realiseerbare waarde als er
aanwijzingen zijn voor een bijzondere waardevermindering. Een aanwijzing voor een bijzondere
waardevermindering kan bijvoorbeeld zijn dat, naar inschatting van het bestuur, sprake is van:
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 59
• Een snellere daling van de marktwaarde van een actief dan zou voortvloeien uit het verloop over de
tijd of normaal gebruik;
• Een belangrijke wijziging in de toepassing van een actief of in de bedrijfsstrategie;
• Prestaties die sterk achterblijven ten opzichte van de verwachtingen, een significante verslechtering
in de bedrijfstak of economie, of veroudering of beschadiging van het actief.
Daarnaast kunnen omstandigheden, naar de inschatting van het bestuur, leiden tot de noodzaak tot het
terugnemen van een eerder toegepaste bijzondere waardevermindering.
Om in bovengenoemde gevallen te kunnen bepalen of daadwerkelijk sprake is van bijzondere
waardeverminderingen of de noodzaak tot herziening, wordt de realiseerbare waarde bepaald. Daarbij
maakt het bestuur gebruik van inschattingen en veronderstellingen ten aanzien van de bepaling van
kasstroom genererende eenheden, de toekomstige kasstromen en de disconteringsvoet. De
beoordelingen die hieraan ten grondslag liggen, kunnen van jaar tot jaar verschillen door economische
of marktomstandigheden, veranderingen in de bedrijfsomgeving of in wet‐ en regelgeving en door
andere factoren waar LVNL geen invloed op kan uitoefenen. Als de prognoses voor de realiseerbare
waarde moeten worden bijgesteld, kan dit leiden tot bijzondere waardeverminderingen of ‐ in het geval
van vaste activa ‐ herziening daarvan.
b. Economische levensduur en restwaarde van materiële vaste activa
De materiële vaste activa maken een belangrijk deel uit van de totale activa van LVNL en de kosten van
periodieke afschrijvingen vormen een belangrijk deel van de jaarlijkse bedrijfslasten. De vastgestelde
economische levensduur en restwaarden, gebaseerd op inschattingen en veronderstellingen van het
bestuur, hebben een belangrijke invloed op de waardering van materiële vaste activa. De economische
levensduur van materiële vaste activa wordt mede geschat aan de hand van de technische levensduur,
de ervaringen ten aanzien van soortgelijke activa, de onderhoudshistorie en de periode waarin de
economische voordelen uit hoofde van de exploitatie van het actief ten goede zullen komen aan LVNL.
Periodiek wordt getoetst of zich wijzigingen hebben voorgedaan in inschattingen en veronderstellingen
die een aanpassing van de economische levensduur en/of restwaarde noodzakelijk maken. Een
dergelijke aanpassing wordt prospectief doorgevoerd.
c. Actuariële aannames met betrekking tot voorzieningen personeelsbeloningen
Verplichtingen uit hoofde van actuarieel berekende personele regelingen en vorderingen, worden
actuarieel bepaald. Daarbij wordt gebruik gemaakt van veronderstellingen ten aanzien van toekomstige
ontwikkelingen in salaris, sterfte, personeelsverloop, rendement van beleggingen en andere
uitgangspunten.
Voor het disconteren maakt LVNL gebruik van de actuele effectieve marktrente, gebaseerd op
hoogwaardige ondernemingsobligaties, rekening houdend met de termijnstructuur van de
verplichtingen. Het is algemeen aanvaard hoogwaardig te vertalen naar AA‐rated
ondernemingsobligaties. Voor LVNL wordt de disconteringsvoet vastgesteld door de risicovrije
rentevoet ‐ de swapcurve ‐ te verhogen met de creditspread op basis van iBoxx (AA‐rated). iBoxx is een
index voor obligaties die wordt gepubliceerd voor verschillende sectoren (bijvoorbeeld overheid,
semioverheid, corporate), verschillende ratings en looptijden.
60 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
d. Aannames met betrekking tot ontslagvergoedingen
Bij het vaststellen van de voorziening voor ontslagvergoedingen is door het management een
inschatting gemaakt van het aantal overeen te komen vertrekregelingen en de kans dat
herplaatsingskandidaten gedurende de herplaatsingsperiode een nieuwe werkkring vinden. Verder is
rekening gehouden met de bepalingen in het rechtspositiereglement.
e. Claims en geschillen
Periodiek wordt door het bestuur een beoordeling uitgevoerd op alle claims en geschillen, om te
bepalen in welke mate sprake is van bestaande en/of voorwaardelijke verplichtingen. Een voorziening
wordt opgenomen voor bestaande verplichtingen, voor zover het waarschijnlijk is dat een uitstroom van
middelen plaatsvindt om de verplichting in te lossen en er een betrouwbare schatting kan worden
gemaakt van het bedrag van de verplichting. Een voorwaardelijke verplichting moet worden toegelicht.
Aan de hand van de uitkomst van deze beoordeling wordt bepaald voor welke claims en geschillen een
voorziening wordt getroffen en voor welke een toelichting wordt opgenomen. Als een voorziening moet
worden getroffen, vraagt ook de inschatting van de kans en omvang van een uitstroom van middelen
een aanzienlijke mate van beoordeling. In deze beoordeling maakt het bestuur mede gebruik van
juridisch advies.
f. Voorziening dubieuze debiteuren
De voorziening dubieuze debiteuren wordt gevormd ten behoeve van de luchtvaartmaat‐schappijen
waarvan onzeker is of zij aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Op basis van de ouderdom
worden de posten individueel beoordeeld en wordt een schatting gemaakt voor het oninbare deel van
de vordering.
g. Resultaatbestemming
LVNL bepaalt haar resultaatbestemming aan de hand van de in het prestatieplan gemaakte afspraken
en de werkelijke kosten en volume van enig jaar. Op 22 maart 2017 is het prestatieplan 2015‐2019
goedgekeurd door de Europese Commissie.
h. Belastingen
In 2016 is de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsbedrijven ingegaan. Door LVNL is een
inventarisatie gemaakt van alle activiteiten van LVNL. Voor een drietal activiteiten is volgens LVNL
sprake van het drijven van een onderneming. Hierdoor is sprake van een belastingplicht. Het gaat hierbij
om de volgende activiteiten:
1. Luchtverkeersdiensten;
2. Verstrekken abonnementen luchtvaartinformatie;
3. Verkopen luchtvaartkaarten.
Deze activiteiten zijn ook in de Wet luchtvaart benoemd als taken voor LVNL. LVNL is van mening dat
geen sprake is van concurrentie binnen Nederland. Alleen LVNL is immers door de wet toegestaan deze
activiteiten te verrichten. Op 6 september 2017 heeft de belastingdienst aangegeven de conclusie te
delen dat de activiteit ‘luchtvaartdiensten’ voldoet aan een overheidstaak en geen sprake is van
concurrentie waardoor de overheidstakenvrijstelling van toepassing is. Voor de verkoop van de
luchtvaartkaarten stelt de belastingdienst dat voor een gedeelte van deze activiteit geen objectieve
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 61
vrijstelling is. LVNL verstrekt deze kaarten tegen kostprijs. Daarom is geen sprake van een belastbare
winst.
6. Grondslagen voor financiële verslaggeving
De grondslagen voor de financiële verslaggeving zijn consequent toegepast op alle in deze
geconsolideerde jaarrekening vermelde perioden.
Het boekjaar van LVNL vangt aan op 1 januari en eindigt op 31 december van hetzelfde jaar.
LVNL is aangemerkt als eindgebruiker voor de btw. Hierdoor zijn de verantwoorde kosten inclusief btw.
a. Nieuwe standaarden en wijzigingen in standaarden en het effect op LVNL‐
waarderingsgrondslagen
De International Accounting Standards Board (IASB) heeft nieuwe en/of gewijzigde standaarden en
interpretaties uitgebracht, die met ingang van het boekjaar 2017 van toepassing zijn. De door de IASB
goedgekeurde wijzigingen zijn nog niet allemaal door de Gemeenschap (EU) goedgekeurd. Zoals blijkt
uit de overeenstemmingsverklaring (zie toelichting 2) moet LVNL bij het opstellen van de jaarrekening
voldoen aan de door de Gemeenschap goedgekeurde internationale standaarden voor jaarrekeningen
(lees: EU‐IFRS). Wanneer deze jaarrekening vanwege de juridische status van de dienstverlener niet
volledig aan de internationale standaarden voor jaarrekeningen kan beantwoorden, streeft de
betrokken dienstverlener ernaar zoveel mogelijk aan deze standaarden te voldoen.
In 2017 is een aantal aanpassingen of verduidelijkingen in de standaarden door de Gemeenschap
goedgekeurd. Een tweetal hiervan heeft een invoeringsdatum van 1 januari 2018. Zij hebben betrekking
op IFRS 9, financiële instrumenten, en IFRS 15, omzetverantwoording. Daarnaast is IFRS 16 Leases
goedgekeurd met een invoeringsdatum van 1 januari 2019
IFRS 9 Financiële instrumenten
IFRS 9 geeft nieuwe richtlijnen voor de waardering van financiële instrumenten met betrekking tot
classificatie en waardering, impairment en hedge accounting. De herziene richtlijnen voor classificatie
en waardering geven geen aanleiding om de waardering tegen kostprijs aan te passen. LVNL past geen
hedge accouning toe. Wat betreft het omgaan met bijzondere waardeverminderingen (impairment) van
financiële instrumenten is de conclusie dat dit niet zal leiden tot aanpassing van de voorziening voor
dubieuze debiteuren. Reden hiervoor is dat de huidige recovery rate op de vordering hoog is (99,8
procent). Daarom is LVNL van mening dat er geen reservering nodig is in de periode van de eerste 12
maanden, wanneer de vorderingen dan nog openstaan zal er een voorziening gevormd worden. Als er
een debiteur in surseance of failliet is verklaard wordt er direct een voorziening gevormd ook als de
vorderingen korter dan 12 maanden openstaan. Dit is in lijn met de huidige waarderingsgrondslag. IFRS
9 heeft daarom geen effect op de waardering in 2018.
IFRS 15 Omzetverantwoording
IFRS 15 omzetverantwoording leidt niet tot aanpassing van de waarderingsgrondslagen voor de
omzetverantwoording. Belangrijkste reden hiervoor is dat er bij LVNL geen contracten zijn waarin zowel
goederen als een dienst worden geleverd met afzonderlijke prestatiemomenten. Bij onze belangrijkste
opbrengst (het verlenen van luchtverkeersdiensten: 94 procent van totale opbrengsten) is het moment
van levering van de dienst ook het moment waarop de prestatieverplichting wordt vervuld. Hierdoor
wordt de opbrengst verantwoord op het moment van het verrichten van de dienst en valt de opbrengst
dus in dezelfde tijdscategorie als het moment van het leveren van de dienst. Dit is gelijk aan de huidige
62 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
waarderingsgrondslag. LVNL verwacht daarom dat IFRS 15 geen effect heeft op de
opbrengstverantwoording in 2018.
IFRS 16 Leases
IFRS 16 zorgt ervoor dat operationele lease‐ en huurcontracten op de balans verschijnen van de huurder
als activa. Tegenover dit actief (gebruikersrecht) komt er een huurverplichting op de creditzijde van de
balans. LVNL heeft een eerste inventarisatie uitgevoerd van het mogelijke effect voor LVNL. In 2018
vindt een gedetailleerde inventarisatie plaats.
Binnen de huidige exploitatierekening van LVNL zijn huur‐ en leasekosten, licentierechten, erfpacht,
huurlijnen en het gebruik van het radiospectrum verantwoord als kosten (totaal bedrag circa 4 miljoen
euro). De verwachting is dat een groot deel hiervan voldoet aan de criteria zoals aangegeven is in de
richtlijn. Zij moeten dus worden gewaardeerd als een gebruikersrecht. In 2018 wordt hiervoor de
impact verder bepaald. LVNL heeft niet de intentie de richtlijn voor 1 januari 2019 in te voeren.
Jaarlijkse aanpassingen
Begin 2018 is een aantal wijzigingen/verbeteringen doorgevoerd in het kader van de jaarlijkse
verbeteringen (cyclus 2014‐2016) met een invoerdatum van 1 januari 2017/2018. Deze wijzigingen
hadden geen effect op de waarderingsgrondslagen van LVNL.
b. Wijzigingen die vervroegd in 2017 mogen worden toegepast
LVNL heeft geen nieuwe standaarden, wijzigingen van bestaande standaarden of interpretaties
vervroegd toegepast die met ingang van het boekjaar 2017 of later verplicht zijn.
c. Grondslagen voor consolidatie
Algemeen
De grondslagen van waardebepaling en resultaatbepaling van de joint ventures van LVNL zijn waar
nodig aangepast aan de waarderingsgrondslagen van LVNL. Zie voor een nadere toelichting paragraaf 27
Gerelateerde partijen.
Joint ventures
Joint ventures zijn die entiteiten waarover LVNL gezamenlijk zeggenschap heeft, vastgelegd in een
contractuele overeenkomst en unanieme instemming vereist is voor strategische beslissingen over het
financiële en operationele beleid. De joint ventures worden volgens de nettovermogenswaarde
methode gewaardeerd.
Eliminatie van transacties bij consolidatie
Intragroepssaldi en ‐transacties en eventuele niet‐gerealiseerde winsten en verliezen op transacties
tussen LVNL en haar joint ventures, of baten en lasten uit dergelijke transacties, worden bij de
opstelling van de geconsolideerde jaarrekening geëlimineerd.
d. Financiële instrumenten
Niet‐afgeleide financiële instrumenten
De niet‐afgeleide financiële instrumenten omvatten vorderingen, geldmiddelen en kasequivalenten,
leningen en overige financieringsverplichtingen, handels‐ en overige schulden.
Niet‐afgeleide financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde plus,
voor instrumenten die niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 63
waardeveranderingen in de exploitatierekening, eventuele direct toerekenbare transactiekosten. Na de
eerste opname worden niet‐afgeleide financiële instrumenten op de hierna beschreven manier
gewaardeerd.
De geldmiddelen en kasequivalenten omvatten rekening‐courantkredieten bij commerciële banken en
het Ministerie van Financiën. Als het rekening‐courantkrediet bij het Ministerie van Financiën een
schuld betreft, wordt deze verantwoord onder de post leningen en overige financieringsverplichtingen.
De rekening‐courantkredieten maken in het kasstroomoverzicht deel uit van het saldo geldmiddelen en
kasequivalenten. De verwerking van financieringsbaten en ‐lasten wordt toegelicht onder noot k.
De vorderingen worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve
rentemethode, gewoonlijk de nominale waarde, onder aftrek van een voorziening voor geschatte
oninbaarheid. Mutaties van deze voorziening worden verantwoord in de exploitatierekening.
De post leningen en overige financieringsverplichtingen bestaat uit leningen en schulden aan
kredietinstellingen en het Ministerie van Financiën. Leningen worden opgenomen tegen de
geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. Rentedragende leningen worden
verantwoord onder de kortlopende verplichtingen, voor zover wordt verwacht dat de aflossing binnen
twaalf maanden na balansdatum plaatsvindt.
e. Vreemde valuta
Transacties in vreemde valuta worden in de functionele valuta omgerekend tegen de geldende
wisselkoers per transactiedatum. In vreemde valuta uitgedrukte monetaire activa en verplichtingen
worden per balansdatum in de functionele valuta omgerekend tegen de op die datum geldende
wisselkoers.
Koersverschillen worden ten gunste, respectievelijk ten laste gebracht van de exploitatierekening over
de per balansdatum afgesloten verslagperiode.
f. Omzet
Onder de omzet worden de vergoedingen verantwoord die LVNL ontvangt uit hoofde van het verrichten
van haar wettelijke taak, het verlenen van luchtverkeersdiensten binnen het Nederlandse
burgerluchtruim. Binnen het Nederlandse burgerluchtruim worden door LVNL drie heffingszones
onderkend: en‐route, terminal en North Sea Area Amsterdam (NSAA). De vergoedingen worden betaald
door de luchtvaartmaatschappijen. Daarnaast ontvangt LVNL een bijdrage van de overheid voor de
vrijgestelde vluchten en het VFR‐ (Visual Flight Rules) verkeer binnen het en‐route gebied. Deze bijdrage
wordt verantwoord onder de heffingen en‐route.
De omzet wordt verantwoord in de exploitatierekening zodra de dienst is geleverd, de vergoeding die
LVNL ontvangt op een betrouwbare wijze kan worden bepaald en het waarschijnlijk is dat de
economische voordelen aan LVNL toekomen.
g. Diverse opbrengsten
Onder de diverse opbrengsten worden de opbrengsten verantwoord uit hoofde van activiteiten die
LVNL voor derden verricht naast haar wettelijke kerntaak. Wanneer de dienst of het goed is geleverd
door LVNL worden de opbrengsten verantwoord in de exploitatierekening.
64 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
h. Subsidies
De subsidies zijn grotendeels verkregen uit hoofde van investeringen in materiële vaste activa. De
ontvangen subsidies worden in de balans opgenomen als vooruit ontvangen baten (zie noot o).
Binnen LVNL wordt onderscheid gemaakt in investeringssubsidies en exploitatiesubsidies.
Investeringssubsidies worden ontvangen voor de vervaardiging van een actief. Vaak wordt een subsidie
verstrekt voor de gemaakte directe kosten en de gemaakte interne uren. LVNL heeft weinig tot geen
interne uren die zich kwalificeren als direct toewijsbare uren voor het vervaardigen van een actief.
Hierdoor vallen de subsidiebedragen voor de interne uren vrij als bate in de exploitatierekening in het
jaar waarin deze uren worden gemaakt en er voldoende zekerheid bestaat dat zij worden toegekend.
Subsidiebedragen voor activeerbare kosten in de kostprijs van een actief vallen vrij zodra voldoende
zekerheid bestaat dat LVNL voldoet aan de gestelde voorwaarden en het betreffende actief
operationeel is. Zij worden gepresenteerd als vooruit ontvangen subsidies. Deze subsidiebedragen
vallen systematisch vrij in de exploitatierekening gedurende de gebruiksduur van het actief. Eventuele
nog te ontvangen subsidiebedragen worden verantwoord als vordering op de subsidieverstrekker
wanneer de managementinschatting is dat er voldoende zekerheid is dat aan de subsidievoorwaarden
zal worden voldaan.
Exploitatiesubsidies worden ontvangen voor onderzoek dat LVNL verricht met betrekking tot de
luchtvaart. Deze subsidiebedragen worden direct in de exploitatierekening verantwoord op het moment
van ontvangst en wanneer voldoende zekerheid bestaat dat zij worden toegekend.
Mocht onverhoopt blijken dat een subsidie niet wordt toegekend en LVNL deze moet terugbetalen, dan
wordt dit verwerkt als een schattingswijziging in het jaar van terugbetaling.
i. Verrekeningen met EUROCONTROL
De verrekeningen met EUROCONTROL betreffen de verrekeningen van de Nederlandse
contributiebijdrage aan zowel de centrale EUROCONTROL organisatie als MUAC, het verkeersvolume‐
en kostenrisico van MUAC en het gedeelte van het FABEC capacity incentive scheme dat voor rekening
en risico van MUAC komt. Deze verrekeningen worden als onderdeel van de goedkeuring van het
jaarverslag door de minister geheel of gedeeltelijk toegewezen aan een bestemming binnen of buiten
LVNL. Voor zover de verrekeningen aan LVNL worden toegewezen worden hieruit de vergoeding van de
vrijgestelde vluchten en de kosten van VFR verrekend (zie toelichting bij f Omzet). Het eventuele restant
wordt toegevoegd aan een vermogenscomponent bij de resultaatbestemming en in de
exploitatierekening verwerkt via de overige opbrengsten.
j. Lease
Voor contracten waar het economisch eigendom in handen is van derden, operational leases, worden
uitsluitend de huurtermijnen als kosten verantwoord in de exploitatierekening.
LVNL heeft geen leaseovereenkomsten die zich kwalificeren als financiële leases.
k. Financieringsbaten en ‐lasten
Financieringsbaten omvatten de rentebaten op ontvangen uitstaande bedragen en de rente op de
rekening‐courant kredieten.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 65
Financieringslasten omvatten de rentelasten op opgenomen gelden, oprenting van voorzieningen en de
behaalde koersverschillen op vreemde valuta. Financieringslasten die niet rechtstreeks zijn toe te
kennen aan activa in aanbouw, worden met behulp van de effectieve rentemethode in de
exploitatierekening opgenomen.
Aan activa in aanbouw toegerekende rente wordt gecorrigeerd op de rentelasten in de
exploitatierekening vanaf het moment dat een activum in aanbouw is tot en met activering van het
activum onder de vaste activa. Toe te rekenen rente wordt bepaald met behulp van een gemiddelde
rentevoet. Wanneer sprake is van een specifieke objectfinanciering wordt de toe te rekenen rente
bepaald op basis van de betreffende lening. Bij het berekenen van de gemiddelde rentevoet wordt er
vanuit gegaan dat alle materiële vaste activa volledig worden gefinancierd met langlopende leningen.
Voor het niet gefinancierde deel wordt een rentepercentage genomen van de rekening courant.
Valutakoerswinsten en ‐verliezen worden gerapporteerd op gesaldeerde basis, als financieringsbate of
als financieringslast.
l. Immateriële vaste activa
Immateriële vaste activa omvat de geactiveerde ontwikkelkosten voor luchtverkeersleidings‐
apparatuur.
Uitgaven voor onderzoeksactiviteiten die worden verricht met het vooruitzicht technische kennis of
inzichten te verwerven, worden als last in de exploitatierekening genomen op het moment dat zij zich
voordoen.
Met ontwikkelactiviteiten is een plan of ontwerp voor de bouw van nieuwe of wezenlijk verbeterde
luchtverkeersleidingsapparatuur gemoeid. Uitgaven voor ontwikkelactiviteiten worden alleen
geactiveerd als de ontwikkelkosten betrouwbaar kunnen worden bepaald, het systeemtechnisch
haalbaar is, de toekomstige economische voordelen waarschijnlijk zijn, LVNL van plan is en over
voldoende middelen beschikt om de ontwikkeling te voltooien en het systeem actief te gebruiken is. De
geactiveerde uitgaven omvatten de materiaalkosten en de indirecte kosten die direct toerekenbaar zijn
aan het gebruiksklaar maken van het actief en de geactiveerde financieringskosten. De overige
ontwikkelkosten, waaronder de directe arbeidskosten, worden als last in de exploitatierekening
opgenomen op het moment dat deze worden gemaakt.
De geactiveerde ontwikkelkosten worden gewaardeerd tegen kostprijs, verminderd met cumulatieve
afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen.
m. Materiële vaste activa
Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen historische kostprijs, verminderd met cumulatieve
afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen. In de kostprijs zijn de kosten
begrepen die direct toerekenbaar zijn aan de verwerving van het actief.
De financieringskosten die samenhangen met de verwerving of bouw van in aanmerking komende
activa, worden ook in de kostprijs van materiële vaste activa opgenomen. Aangeschafte software wordt
geactiveerd als onderdeel van de daarmee samenhangende apparatuur.
Wanneer materiële vaste activa bestaan uit onderdelen met een ongelijke gebruiksduur, worden deze
als afzonderlijke posten onder de materiële vaste activa opgenomen.
66 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
Winst of verlies op de verkoop van een materieel vast actief wordt vastgesteld aan de hand van een
vergelijking van de verkoopopbrengsten met de boekwaarde van de materiële vaste activa en wordt
netto verantwoord onder de afschrijvingskosten in de exploitatierekening.
De kostprijs van de vervanging van een deel van een materieel vast actief wordt in de boekwaarde van
dat actief opgenomen, als het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen van het
actief aan LVNL zullen toekomen en de kostprijs van het actief betrouwbaar kan worden bepaald. De
boekwaarde van het vervangen onderdeel wordt niet langer in de balans opgenomen. De kosten van
het dagelijkse onderhoud van materiële vaste activa worden als last in de exploitatierekening
opgenomen op het moment dat zij worden gemaakt.
Afschrijvingen worden gebaseerd op de kostprijs van een actief, verminderd met de restwaarde.
Belangrijke componenten van individuele activa worden apart beoordeeld. Als een component een
gebruiksduur heeft die afwijkt van de rest van dat actief, wordt het component apart afgeschreven.
Afschrijvingen worden ten laste van de exploitatierekening gebracht volgens de lineaire methode, op
basis van de geschatte gebruiksduur van ieder onderdeel van een materieel vast actief. Als het
redelijkerwijs zeker is dat LVNL de geleasede activa aan het einde van de leasetermijn in eigendom
neemt, worden deze afgeschreven in overeenstemming met de termijn van de leaseovereenkomst of
kortere gebruiksduur.
Afschrijvingsmethoden, gebruiksduur en restwaarde worden gedurende het boekjaar opnieuw
geëvalueerd en, indien noodzakelijk, aangepast.
De boekwaarde van materiële vaste activa wordt periodiek getoetst aan de realiseerbare waarde als er
aanwijzingen zijn voor een bijzondere waardevermindering. De realiseerbare waarde is de hoogste van
de directe opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. De directe opbrengstwaarde is het bedrag dat kan
worden verkregen uit de verkoop van het actief. De bedrijfswaarde is de contante waarde van de
geschatte toekomstige kasstromen die naar verwachting uit het actief zullen voortvloeien.
Als de realiseerbare waarde lager is dan de boekwaarde, wordt het verschil als een bijzondere
waardevermindering direct in aanmerking genomen in de exploitatierekening en in mindering gebracht
op de boekwaarde van het actief. Voorts wordt, voor zover van toepassing, de lineaire afschrijving over
de resterende economische levensduur bijgesteld.
n. Eigen vermogen
Het bestemmingsfonds is bedoeld om financiële effecten van de risico’s uit hoofde van de
Prestatieregeling te kunnen opvangen, het zogenoemde volume‐ en kostenrisico voor zover deze voor
rekening van LVNL komt. Ultimo 2011 is een bestemmingsfonds gevormd om de effecten uit hoofde van
het risicodelingsmechanisme en het incentive mechanisme als onderdeel van de Prestatieregeling vanaf
2012 op de heffingszone en‐route op te kunnen vangen. Vanaf 2015 is de Prestatieregeling ook van
toepassing op de terminal heffingszone. Vanaf 2014 is hiervoor een start gemaakt met het vormen van
een bestemmingsfonds.
De egalisatiereserve ‐ zoals bedoeld in artikel 33 van de Kaderwet ZBO ‐ omvat het met de gebruikers
verrekenbare deel van de gerealiseerde over‐ en onderdekkingen op de heffingszones van LVNL. Sinds
2012 wordt ook het aan de gebruikers toe te rekenen aandeel in het volume‐ en kostenrisico van de en‐
route heffingszone uit hoofde van de Prestatieregeling in de egalisatiereserve verwerkt. De
egalisatiereserve is onderverdeeld naar de heffingszones binnen de dienstverlening van LVNL: en‐route,
terminal en NSAA.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 67
o. Vooruit ontvangen baten
In deze post zijn de vooruit ontvangen subsidies en vooruit ontvangen bijdragen op activa in aanbouw
opgenomen. De bedragen worden tegen het nominale bedrag gewaardeerd op de balans.
Subsidies en vooruit ontvangen bedragen op activa worden evenredig met de bijbehorende
afschrijvingslast van het actief in de exploitatierekening verantwoord onder de overige opbrengsten (zie
noot h).
p. Personeelsbeloningen
Vergoedingen na uitdiensttreding
LVNL is verplicht de pensioenregeling onder te brengen bij Stichting Pensioenfonds ABP. De
pensioenregeling wordt aangemerkt als een collectieve regeling van meerdere werkgevers. IAS 19
verlangt dat bepaalde informatie over toegezegde pensioenregelingen wordt toegelicht in de
jaarrekening. Met name het saldo van de met de regeling samenhangende activa en passiva moet in de
balans worden opgenomen als een vordering en verplichting. Het ABP heeft aangegeven niet in staat te
zijn aan de deelnemende ondernemingen de informatie te verschaffen die volgens IAS 19 noodzakelijk
is voor het verantwoorden van de pensioenregeling als een toegezegde‐pensioenregeling.
Daarom wordt de regeling verwerkt volgens de methodiek voor toegezegde‐bijdrageregelingen en is bij
de berekening van de verplichtingen voortvloeiend uit de pensioenregeling volstaan met het in
aanmerking nemen in de exploitatierekening van de verschuldigde premie ten behoeve van de
pensioenen. Voor zover de premie nog niet is betaald, is een verplichting opgenomen op de balans.
LVNL heeft bij eventuele tekorten in het pensioenfonds geen verplichting tot aanvullende bijdragen
anders dan toekomstige premieverhogingen.
Andere lange termijn personeelsbeloningen
Voorziening FLNA/IKV Rotterdam, Eelde en Beek
In 2017 is de Individueel Keuzeverlof‐regeling (IKV‐regeling) naast de FLNA‐regeling ingevoerd. De
medewerker maakt een keuze voor één van beide regelingen. De IKV‐regeling biedt de medewerkers,
op wie de FLNA‐regeling van toepassing is, de mogelijkheid om eerder te stoppen of juist langer door te
werken (opschorten). Deze keuze heeft invloed op de omvang van het op te bouwen uitkeringsrecht,
dat in deze regeling het IKV‐recht heet. De totale waarde van het opgebouwde IKV‐recht kan in tijd en
hoogte flexibel worden ingezet gedurende de IKV‐periode. Door deze regeling krijg de medewerker de
mogelijkheid om zijn AOW‐gat te overbruggen. De FLNA‐regeling eindigt namelijk bij 65 jaar en de IKV‐
regeling heeft als uiterste einddatum de AOW‐leeftijd. In 2016 was alleen de FLNA‐regeling van
toepassing. Vanaf 2 augustus 2017 is ook de IKV‐regeling van toepassing.
De voorziening FLNA/IKV Rotterdam, Eelde en Beek is opgenomen tegen de contante waarde van de te
verwachten toekomstige verplichtingen. Bij de berekening van de contante waarde wordt voor het
bepalen van de disconteringsvoet rekening gehouden met de looptijd van de voorziening. Jaarlijks
wordt de waardering van de toekomstige verplichtingen actuarieel berekend. De voorziening bestaat uit
de verplichting van de FLNA‐ en IKV‐rechten van luchtverkeersleiders op de regionale luchthavens
Rotterdam The Hague Airport (Rotterdam), Groningen Airport Eelde (Eelde) en Maastricht Aachen
Airport (Beek), die reeds zijn afgefinancierd in het kader van de doorgevoerde herstructurering.
Het actuarieel resultaat, de servicekosten en de rentelasten worden direct ten laste van de
exploitatierekening gebracht. Het berekende actuarieel resultaat wordt in afwijking van IAS 19
68 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
verantwoord in de exploitatierekening. De uitzondering op de toepassing van IAS 19 is opgenomen
onder toelichting 2 Overeenstemmingsverklaring.
Voor de overige FLNA‐ en IKV‐rechten van de luchtverkeersleiders op Amsterdam Airport Schiphol en de
nog niet‐afgefinancierde FLNA‐ en IKV‐rechten van luchtverkeersleiders op de regionale luchthavens
Rotterdam, Eelde en Beek, heeft LVNL geen voorziening gevormd. De uitzondering op de toepassing van
IAS 19 is opgenomen onder toelichting 2 Overeenstemmingsverklaring.
Voorziening gratificatie bij ambtsjubilea
De voorziening gratificatie bij ambtsjubilea is opgenomen tegen de contante waarde van de te
verwachten toekomstige verplichtingen. Bij de berekening van de contante waarde wordt voor het
bepalen van de disconteringsvoet rekening gehouden met de looptijd van de voorziening. De
verplichting ontstaat vanwege gratificatie bij ambtsjubilea, zoals opgenomen in de rechtspositieregeling
LVNL.
Jaarlijks wordt de waardering van de voorziening gratificatie bij ambtsjubilea onder IAS 19 actuarieel
berekend volgens de methode ‘Projected Unit Credit’. Dit houdt in dat aan het begin van het boekjaar
en aan het eind van het boekjaar van elke verplichting de waarde wordt bepaald. Hierbij wordt rekening
gehouden met:
• Toekomstige salarisstijgingen;
• Toekomstige rekenrente;
• Personeelsverloop: ontslag, sterfte en invalidering.
Deze lasten worden toegerekend aan de diensttijd van de werknemer. Er wordt berekend hoeveel de
uitkering bedraagt op de jubileumdatum. Vervolgens wordt een evenredig deel van deze uitkering
toegerekend aan elk dienstjaar en wordt de contante waarde hiervan bepaald, te weten de ‘Projected
Benefit Obligation’ (PBO).
Het actuarieel resultaat, de servicekosten en de rentelasten worden direct ten laste van de
exploitatierekening gebracht.
Ontslagvergoedingen
LVNL heeft voor een aantal medewerkers een ontslagvoorziening gevormd op basis van de
overeengekomen ontslagvergoedingen, dan wel de rechtspositionele wachtgeldregeling die van
toepassing is op medewerkers waarmee nog geen overeenstemming is bereikt. De voorziening voor
ontslagvergoedingen is opgenomen tegen de contante waarde van de toekomstige verplichtingen,
rekening houdend met de ingeschatte vertrekregelingen en de kans dat de herplaatsingskandidaten
gedurende de herplaatsingsperiode een nieuwe werkkring vinden. Ook is rekening gehouden met de
bepalingen in het rechtspositiereglement. De disconteringsvoet is bepaald op basis van de looptijd van
de voorziening.
Het actuarieel resultaat, de servicekosten en de rentelasten worden direct ten laste van de
exploitatierekening gebracht.
Overige personele voorzieningen
Dit betreft verplichtingen die voortkomen uit de afkoopverplichtingen, FPU‐ en wachtgeldregelingen die
LVNL heeft. De overige personele voorzieningen zijn opgenomen tegen de contante waarde, rekening
houdend met de looptijd van de toekomstige verplichtingen.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 69
Het actuarieel resultaat, de servicekosten en de rentelasten worden direct ten laste van de
exploitatierekening gebracht.
Korte termijn personeelsbeloningen
De personeelsgerelateerde schulden zijn betaalbaar binnen twaalf maanden na het einde van het
boekjaar waarin de werknemer de prestaties heeft verricht. De kosten uit hoofde van deze
personeelsbeloningen worden in de exploitatierekening verantwoord onder personeelskosten, op het
moment dat de prestaties zijn verricht of rechten op beloningen zijn ontstaan (bijvoorbeeld
vakantiegeld).
Per balansdatum worden de niet‐opgenomen verlofrechten van het personeel gewaardeerd op basis
van het tegoed in uren tegen het verwachte tarief op het moment van uitbetaling. Deze kosten komen
ten laste van de exploitatierekening in het boekjaar waarin de rechten zijn verworven.
De verplichting die LVNL heeft bij de beëindiging van een dienstverband op grond van een met een
medewerker gemaakte vaststellingsovereenkomst tot beëindiging van de dienstbetrekking, of bij
onvrijwillig ontslag voor zover dit niet een aan de werknemer verwijtbaar ontslag is, wordt volledig in de
exploitatierekening van het boekjaar opgenomen zodra deze verplichting ontstaat. Er zijn verschillende
regelingen, waaronder wachtgeldregelingen, bovenwettelijke uitkering bij werkloosheid,
compensatieregelingen en WW‐conforme regelingen. Als de verplichting betrekking heeft op meerdere,
toekomstige jaren wordt een voorziening getroffen die onder de andere lange termijn
personeelsbeloningen wordt verantwoord.
Compensatie bij inkomensverlies
Een werknemer waarvan de mate van arbeidsongeschiktheid op grond van de WIA is vastgesteld op
minder dan 35 procent en die, als gevolg van een plaatsing in een andere functie of de eigen functie
onder andere voorwaarden, inkomensverlies heeft, maakt gedurende een tijdvak van vijf jaren
aanspraak op compensatie van dit inkomensverlies.
De te verwachten kosten van loonsuppletie bij arbeidsongeschiktheid worden volledig in de
exploitatierekening tot uitdrukking gebracht op het moment dat een personeelslid gedeeltelijk
arbeidsongeschikt wordt verklaard.
q. Overige voorzieningen
Een overige voorziening wordt in de balans opgenomen op het moment dat LVNL een in rechte
afdwingbare of feitelijke verplichting heeft als gevolg van een gebeurtenis in het verleden, waarvan een
betrouwbare schatting kan worden gemaakt en het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die
verplichting een uitstroom van middelen nodig is.
De overige voorzieningen zijn opgenomen tegen de contante waarde van de verwachte toekomstige
kasstromen. Voor het disconteren maakt LVNL gebruik van de actuele effectieve marktrente, gebaseerd
op hoogwaardige ondernemingsobligaties, rekening houdend met de termijnstructuur van de
verplichting.
r. Bepaling reële waarde
Een aantal grondslagen en de informatieverschaffing van LVNL vereisen de bepaling van de reële
waarde van zowel financiële als niet‐financiële activa en verplichtingen. Voor waarderings‐ en
informatieverschaffingsdoeleinden is de reële waarde op basis van de volgende methoden bepaald.
70 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
Indien van toepassing wordt nadere informatie over de uitgangspunten voor de bepaling van de reële
waarde vermeld bij het onderdeel van deze toelichting dat specifiek op het betreffende actief of de
betreffende verplichting van toepassing is.
Vorderingen
De reële waarde van vorderingen wordt geschat op de contante waarde van de toekomstige
kasstromen. Zij worden op hun beurt gedisconteerd tegen de marktrente op de verslagdatum.
Niet‐afgeleide financiële verplichtingen
De reële waarde van niet‐afgeleide financiële verplichtingen wordt bepaald ten bate van de
informatieverschaffing en berekend op basis van de contante waarde van toekomstige aflossingen en
rentebetalingen, gedisconteerd tegen de marktrente op de verslagdatum.
s. Rapportage WNT
Voor de uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke
sector (WNT) heeft LVNL zich gehouden aan de bepalingen van en krachtens de wet en deze als
normenkader bij het opmaken van deze jaarrekening gehanteerd.
t. Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de directe methode.
In de kasstroom uit financieringsactiviteiten is de kasstroom zichtbaar gemaakt van partijen waarvoor
LVNL een kassiersfunctie vervult.
LVNL verricht een kassiersfunctie voor EUROCONTROL binnen de en‐route heffingszone. De ontvangen
heffingen en‐route bevatten ook de heffingen voor EUROCONTROL en NSA, voor de dienstverlening ten
behoeve van de en‐route luchtruimgebruikers. De ontvangen heffingen terminal bevatten alleen het
LVNL‐deel. De betalingen aan EUROCONTROL zijn conform de opvragingen van de contributie vanuit
EUROCONTROL.
Daarnaast verricht LVNL een kassiersfunctie voor het KNMI. De betalingen KNMI betreffen de
afstortingen door LVNL voor het KNMI‐deel in de geïnde heffingen voor het NSAA‐heffingsdeel.
Door deze kasstromen separaat zichtbaar te maken kan een beter beeld worden verkregen van de
kasstromen die op LVNL betrekking hebben en de kasstromen van derden.
7. Financieel risicomanagement
De volgende risico’s worden door het bestuur onderkend:
• Kredietrisico;
• Liquiditeitsrisico;
• Marktrisico, zijnde valutarisico en renterisico.
Hieronder volgt een toelichting op elk van de bovengenoemde risico’s, de doelstellingen, grondslagen
en procedures van LVNL voor het beheren en meten van deze risico’s en het kapitaalbeheer van LVNL.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 71
Kredietrisico
Kredietrisico is het risico van financieel verlies voor LVNL als een afnemer de aangegane contractuele
verplichtingen niet nakomt. Kredietrisico’s voor LVNL vloeien vooral voort uit vorderingen op
luchtruimgebruikers (luchtvaartmaatschappijen). LVNL heeft geen mogelijkheid haar kredietrisico te
beperken, omdat LVNL volgens de Wet luchtvaart verplicht is luchtverkeersdiensten te verlenen. LVNL
vormt een voorziening ter grootte van de geschatte verliezen uit hoofde van oninbare vorderingen.
Liquiditeitsrisico
Het liquiditeitsrisico is het risico dat LVNL niet op het vereiste moment aan haar financiële
verplichtingen kan voldoen. Het uitgangspunt voor het liquiditeitsrisicobeheer is dat er voldoende
liquiditeiten worden aangehouden om te kunnen voldoen aan de huidige en toekomstige financiële
verplichtingen, zonder dat daarbij onaanvaardbare verliezen worden gelopen, of de reputatie van LVNL
in gevaar komt. Zorgvuldig beheer van het liquiditeitsrisico brengt met zich mee dat LVNL voldoende
geldmiddelen en kasequivalenten aanhoudt en dat via een toereikend bedrag aan kredietfaciliteiten
financiering voorhanden is.
Valutarisico
Het valutarisico treedt op als toekomstige zakelijke transacties, verantwoorde activa en passiva en
netto‐investeringen, in activiteiten worden uitgedrukt in andere valuta dan de euro (de functionele
valuta van LVNL). Het valutarisico voor LVNL is afhankelijk van het aantal materiële transacties in
vreemde valuta. Het beleid van LVNL is erop gericht valutarisico’s zoveel mogelijk direct af te dekken.
Renterisico
Uit hoofde van de Comptabiliteitswet 2001 is LVNL gehouden aan schatkistbankieren waarvoor een
variabele rente geldt. De rente van de rekening courant die wordt aangehouden bij het Ministerie van
Financiën is gebaseerd op het eendaagse interbancaire rentetarief voor het Eurogebied (Euro Overnight
Index Average, EONIA). Hierdoor loopt LVNL een renterisico. Het renterisico is beperkt voor de
langlopende leningen, aangezien een vast rentepercentage over de gehele looptijd is afgesproken. De
leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd.
72 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
Toelichting op de geconsolideerde exploitatierekening
8. Omzet
De specificatie van de omzet is als volgt:
(bedragen in € 1.000) 2017 2016
Heffingen en‐route 152.042 148.115
Heffingen terminal 63.843 61.315
Heffingen NSAA 1.671 1.508
Totaal 217.556 210.938
De omzet wordt ieder jaar berekend op basis van de formeel vastgestelde tarieven zoals deze in de
Staatscourant zijn gepubliceerd. Het tarief en‐route is vastgesteld door de Statenvertegenwoordigers in
de Uitgebreide Commissie van EUROCONTROL. Het tarief van de heffingszones terminal en NSAA is
vastgesteld door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. De tarieven zijn bepaald op basis van het
door FABEC, waartoe ook Nederland behoort, bij de Europese Commissie (EC) ingediende prestatieplan
voor de tweede referentieperiode (RP2, 2015‐2019). LVNL en haar tarief maken onderdeel uit van dit
plan.
Op 22 maart 2017 heeft de Europese Commissie haar besluit gepubliceerd dat de Nederlandse
(herziene) prestatieplannen in overeenstemming zijn met beide uitvoeringsverordeningen (EU
390/2013 en EU 391/2013). Hiermee voldoet het tarief 2017 aan de regelgeving en zijn daarin de
effecten van het herziene prestatieplan verwerkt. In een eerder stadium heeft de Europese Commissie
de tarieven voor 2015 en 2016 inconsistent verklaard met het toen onderliggende performance plan. In
het door de Europese Commissie goedgekeurde herziene prestatieplan is de LVNL‐component voor
2015 en 2016 niet gewijzigd. Naar verwachting verklaart de Europese Commissie de tarieven voor 2015
en 2016 binnenkort consistent met het goedgekeurde performance plan. Dit alles overziende voldoen
de gepresenteerde omzet 2016 en 2017 aan de regelgeving.
Nederland heeft de facturatie en inning van de en‐route heffingen, uit hoofde van internationale
overeenkomsten, belegd bij de Central Route Charges Office (CRCO) van EUROCONTROL. LVNL heeft de
inning van de terminal heffingen eveneens uitbesteed aan de CRCO. De facturatie en inning voor NSAA
wordt door LVNL verricht.
De basis voor de facturatie en bepaling van het tarief is gelegen in internationale wet‐ en regelgeving.
Een gebruiker van het luchtruim is verplicht luchtverkeersdienstverlening af te nemen en hiervoor een
vergoeding te betalen. Voor aanvang van de vlucht dient een gebruiker een vluchtplan in, op basis van
dit vluchtplan wordt de gebruiker gefactureerd voor de geplande vlucht en het gebruik van het
luchtruim. De facturatie vindt plaats tegen het tarief zoals gepubliceerd in de Staatscourant en zoals
goedgekeurd door de Europese Commissie. De opbrengst wordt verantwoord op het moment dat de
prestatie door LVNL wordt geleverd aan de gebruiker.
Op basis van Europese wet‐ en regelgeving zijn bepaalde vluchten ‐ waaronder VFR‐verkeer ‐ vrijgesteld
van heffingen. Als gevolg van deze regelgeving moet de overheid ervoor zorgen dat LVNL, KNMI en NSA
worden terugbetaald voor de diensten die zij voor vrijgestelde vluchten verleent. De Nederlandse
overheid heeft ervoor gekozen deze terugbetaling vanuit verrekening met EUROCONTROL te laten
plaatsvinden.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 73
9. Overige opbrengsten
De specificatie van de overige opbrengsten is als volgt:
(bedragen in € 1.000) 2017 2016
Diverse opbrengsten 4.419 5.785
Subsidies / Bijdrage derden 5.449 3.661
Verrekeningen EUROCONTROL 5.783 5.923
Totaal 15.651 15.369
De diverse opbrengsten hebben onder andere betrekking op de verkoop van luchtvaart‐publicaties, de
dienstverlening in de vorm van onderhoud van apparatuur voor derden, doorberekening van geleverde
diensten aan derden en de verhuur van ruimten aan derden. In alle gevallen betreft het verrichten van
dienstverlening. LVNL verantwoordt de opbrengsten op moment van levering van de dienst.
De subsidies zijn grotendeels verkregen in het kader van studieonderzoeken (SESAR‐subsidies),
investeringssubsidies vanuit het infrastructuurfonds Connecting Europe Facility for Transport (CEF
Transport) en vanuit het Europees Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI). Deze laatste subsidies
worden verstrekt door de Innovation & Networks Executive Agency (INEA). De in 2017 vrijgevallen
subsidiebedragen betreffen subsidiegelden voor gemaakte exploitatiekosten van LVNL in deze
projecten.
De verrekeningen EUROCONTROL betreffen de verrekeningen van de Nederlandse contributiebijdragen
aan zowel de centrale EUROCONTROL organisatie als MUAC, de verkeersvolume‐ en kostenrisico’s van
MUAC en het gedeelte van het FABEC capacity incentive scheme dat voor rekening van MUAC komt. Op
basis van de met de overheid gemaakte afspraken moet LVNL vanuit deze verrekening de kosten voor
de vrijgestelde vluchten en VFR‐verkeer bekostigen. In 2017 heeft het ministerie aangegeven een deel
van de verrekeningen EUROCONTROL te willen gebruiken voor het dekken van een aantal kostenposten
voor de luchtverkeersdienstverlening op Bonaire. Over het resterende bedrag ‐ het zogenoemde vrij
besteedbare deel ‐ heeft LVNL met het ministerie afgesproken deze te mogen gebruiken ter
compensatie van de niet activeerbare ontwikkelkosten voor Lelystad Airport. Voor verdere informatie:
zie toelichting 18 Eigen vermogen, paragraaf Bestemmingsfonds.
74 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
10. Personeelskosten
De specificatie van de personeelskosten is als volgt:
(bedragen in € 1.000) 2017 2016
Korte termijn personeelsbeloningen 110.192 107.466
Vergoedingen na uitdiensttreding 27.914 27.746
Andere lange termijn personeelsbeloningen 748 5.237
Ontslagvergoedingen 362 3.666
Overige personeelskosten 2.584 2.549
Totaal 141.800 146.664
In onderstaande tabel is een uitsplitsing opgenomen voor de korte termijn personeelsbeloningen:
(bedragen in € 1.000) 2017 2016
Salarissen 101.310 98.908
Sociale lasten 8.882 8.558
Totaal 110.192 107.466
De stijging van de salariskosten wordt voornamelijk veroorzaakt door de cao‐stijgingen conform de
arbeidsvoorwaardenovereenkomsten voor het operationele personeel en het niet‐operationele
personeel en een lichte stijging van het aantal fte’s. De overeenkomst van het operationele personeel
heeft een looptijd van 1 februari 2017 tot en met 31 juli 2018 en voor het niet‐operationele personeel is
de looptijd van 1 februari 2017 tot en met 31 januari 2018. Beide groepen hebben in 2017 cumulatief
een structurele salarisverhoging ontvangen van 1,9 procent.
In onderstaande tabel is een uitsplitsing opgenomen voor de vergoedingen na uitdiensttreding:
(bedragen in € 1.000) 2017 2016
Pensioenlasten 13.971 11.965
Pensioenlasten FLNA uit lopende exploitatie 13.238 13.381
Pensioenlasten FLNA via voorziening Regio 705 2.400
Totaal 27.914 27.746
De vergoedingen na uitdiensttreding bestaan uit de:
• Af te dragen pensioenpremie aan het ABP voor actieve en niet‐actieve personeelsleden;
• Vergoedingen die LVNL betaalt aan de FLNA‐gerechtigden die in het boekjaar gebruik maken van de
FLNA‐regeling (niet‐actief personeel) voor zover deze rechten niet zijn afgefinancierd;
• Jaarlijkse dotatie aan/vrijval van de voorziening FLNA Regio.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 75
De dekkingsgraad en grondslag van het ABP zijn vermeld in het onderstaande schema:
ABP 2017 2016
Dekkingsgraad 104,4% 96,6%
Grondslag
actuele marktrente
actuele marktrente
Peildatum 31‐12‐2017 31‐12‐2016
Het ABP heeft aangekondigd dat zij vanaf 1 januari 2018 een structurele verhoging van de
pensioenpremie doorvoert van 1,4 procent. De belangrijkste redenen voor de stijging zijn de lage rente
en een hogere levensverwachting van de deelnemers.
Onder de andere lange termijn personeelsbeloningen worden de kosten voor de ambtsjubileum
uitkeringen verantwoord. De kosten bestaan uit de dotatie aan de voorziening voor ambtsjubilea. Voor
een verdere toelichting zie toelichting 21 Personeelsbeloningen.
De kosten voor ontslagvergoedingen bestaan uit de dotatie aan de voorzieningen voor
ontslagvergoedingen en de dotatie aan de overige voorzieningen (waaronder de wachtgeldregelingen).
De stijging ten opzichte van 2016 wordt voornamelijk veroorzaakt door een lagere dotatie aan de
overige personele voorzieningen in 2017. Voor een verdere toelichting zie toelichting 21
Personeelsbeloningen.
Onder de overige personeelskosten worden onder andere de vergoedingen voor reiskosten woon‐/
werkverkeer verantwoord.
Bezetting ultimo 2017
Het aantal personeelsleden ‐ inclusief FLNA, in opleiding en overig ‐ van LVNL bedroeg op 31 december
2017, op basis van fulltime equivalenten (38 uur) 1.016 fte (2016: 995 fte).
76 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
11. Afschrijvingen
De samenstelling van de afschrijvingen is als volgt:
(bedragen in € 1.000) 2017 2016
Immateriële vaste activa 91 108
Materiële vaste activa 12.853 13.056
Totaal 12.944 13.164
De afschrijvingskosten voor de materiële vaste activa zijn als volgt te specificeren:
(bedragen in € 1.000) 2017 2016
Gebouwen en terreinen 2.117 2.146
Verkeersleidingsapparatuur 7.319 7.498
Overige bedrijfsmiddelen 3.147 2.885
Subtotaal 12.583 12.529
Buitengebruikstellingen 270 527
Totaal 12.853 13.056
De boekwaarde van de buitengebruik gestelde activa is 271 duizend euro. Hierop is de ontvangen
inruilwaarde van 1 duizend euro van één bedrijfswagen in mindering gebracht.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 77
12. Algemene kosten
De algemene kosten worden als volgt gespecificeerd:
(bedragen in € 1.000) 2017 2016
Inhuur personeel 11.823 7.742
Overige personeelskosten 3.291 3.824
Advieskosten 6.357 4.812
Diensten derden 1.874 2.034
Onderhoudskosten 8.865 7.825
Energiekosten 1.771 1.791
Aanschaf goederen 978 932
Verzekeringskosten 1.076 1.063
Communicatiekosten 2.218 1.879
Erfpacht en licentiekosten 2.798 2.559
Overige gebruikersrechten 2.002 1.708
Diverse algemene kosten 4.759 3.107
Totaal 47.812 39.276
De algemene kosten stijgen op totaal niveau met 8,5 miljoen euro. De belangrijkste stijgingen doen zich
voor bij de inhuur van personeel (4,1 miljoen euro) en advieskosten (1,5 miljoen euro). Daartegenover
dalen de overige personeelskosten (0,5 miljoen euro) en diensten derden (0,2 miljoen euro). De stijging
van de inhuurkosten en advieskosten wordt veroorzaakt door inzet van tijdelijke medewerkers en
aanvragen van advies op belangrijke strategische projecten, zoals de vervanging van het
luchtverkeersleidingssysteem, ontwikkeling Lelystad Airport en de samenwerking tussen Defensie en
LVNL voor de civiel‐militaire co‐locatie. Een deel van deze stijgingen worden gecompenseerd door
ontvangen subsidiebijdragen of bijdragen in de kosten door het Ministerie van Defensie. Deze bijdragen
worden verantwoord in de overige opbrengsten.
13. Financieringsbaten en ‐lasten
De financieringsbaten en ‐lasten kunnen als volgt worden weergegeven:
(bedragen in € 1.000) 2017 2016
Rentebaten 39 76
Koersverschillen 1
Financieringsbaten 39 77
Koersverschillen 1 0
Rentelasten 1.495 1.851
Rente voorzieningen personeelsbeloningen 215 348
Geactiveerde rente op activa in aanbouw ‐495 ‐806
Financieringslasten 1.216 1.393
Netto financieringslasten 1.177 1.316
78 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
De netto financieringslasten zijn in 2017 gedaald ten opzichte van 2016. De belangrijkste verschillen
worden verklaard door de afnemende rentelasten van leningen en de toerekening aan de voorziening
personeelsbeloningen.
De rentelasten dalen ten opzichte van 2016 met 0,4 miljoen en deze daling is hoofdzakelijk het gevolg
van het afnemende bedrag aan uitstaande geldleningen.
Doordat er in 2017 meer eigen middelen worden ingezet voor de financiering van de activa daalt de
rentetoerekening aan de activa in aanbouw. Bovendien is sprake van een beperkte toename van de
activa in aanbouw positie met 3,7 miljoen euro ten opzichte van 2016. In 2017 is een aantal grote
projecten geactiveerd voor een totaal bedrag van 18,6 miljoen euro (vervanging AAA‐computers en
TAR‐west). In 2016 waren de activeringen in totaal 10,8 miljoen euro. In 2017 is er daarnaast een
bedrag van 22,4 miljoen euro geïnvesteerd, in 2016 bedroegen de investeringen 32,8 miljoen euro.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 79
Toelichting op de geconsolideerde balans
14. Immateriële vaste activa
Het verloopoverzicht van de immateriële vaste activa is op 31 december als volgt samengesteld:
(bedragen in € 1.000)
Onderzoek en Ontwikkeling
Stand per 1 januari 2016 Aanschafwaarde 701
Cumulatieve afschrijvingen ‐320
Boekwaarde per 1 januari 2016 381
Mutaties gedurende 2016 Investeringen ‐
Desinvesteringen ‐
Desinvesteringen cum afschrijvingen ‐
Afschrijvingen ‐108
Saldo mutaties gedurende 2016 108‐
Stand per 31 december 2016 Aanschafwaarde 701
Cumulatieve afschrijvingen ‐428
Boekwaarde 31 december 2016 273
Mutaties gedurende 2017
Investeringen
Desinvesteringen ‐82
Desinvesteringen cum afschrijvingen 82
Afschrijvingen ‐91
Saldo mutaties gedurende 2017 ‐91
Stand per 31 december 2017
Aanschafwaarde 701
Cumulatieve afschrijvingen ‐519
Boekwaarde 31 december 2017 182
De immateriële vaste activa bestaan uit de ontwikkelkosten (onder andere gebruikersrechten) voor het
bouwen van een prototype voor het nieuw te ontwikkelen verkeersleidingssysteem. Dit prototype
wordt verder ontwikkeld en gebruikt voor test‐ en trainingsdoeleinden tot aan de ingebruikname van
het nieuwe verkeersleidingssysteem, naar verwachting in de winter 2021/22.
80 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
15. Materiële vaste activa
Overzicht verloop materiële vaste activa
Het verloopoverzicht van de materiële vaste activa is op 31 december als volgt samengesteld:
(bedragen in € 1.000)
Gebouwen en terreinen
Verkeers‐leidings‐
apparatuur
Overige bedrijfs‐middelen
Activa in aanbouw
Totaal
Stand per 1 januari 2016 Aanschafwaarde 102.318 285.647 39.101 21.133 448.199
Cumulatieve afschrijvingen ‐70.152 ‐239.932 ‐24.796 ‐ ‐334.880
Boekwaarde 1 januari 2016 32.166 45.715 14.305 21.133 113.319
Mutaties gedurende 2016 Investeringen ‐ ‐ 56 32.824 32.880
Desinvesteringen ‐3.276 ‐631 ‐898 ‐ ‐4.805
Desinvesteringen cum afschrijvingen 2.736 631 857 ‐ 4.224
Afschrijvingen ‐2.146 ‐7.498 ‐2.885 ‐ ‐12.529
In gebruik genomen activa 1.535 4.789 4.448 ‐10.772 ‐
Saldo mutaties gedurende 2016 ‐1.151 ‐2.709 1.578 22.052 19.770
Stand per 31 december 2016 Aanschafwaarde 100.577 289.805 42.707 43.185 476.274
Cumulatieve afschrijvingen ‐69.562 ‐246.799 ‐26.824 ‐ ‐343.185
Boekwaarde 31 december 2016 31.015 43.006 15.883 43.185 133.089
Mutaties gedurende 2017
Investeringen 22.356 22.356
Desinvesteringen ‐873 ‐3.906 ‐716 ‐5.495
Desinvesteringen cum afschrijvingen 612 3.906 706 5.224
Afschrijvingen ‐2.118 ‐7.319 ‐3.147 ‐12.584
In gebruik genomen activa 5.096 9.372 4.152 ‐18.620 ‐
Saldo mutaties gedurende 2017 2.717 2.053 995 3.736 9.501
Stand per 31 december 2017
Aanschafwaarde 104.800 295.271 46.143 46.921 493.135
Cumulatieve afschrijvingen ‐71.068 ‐250.212 ‐29.265 ‐ ‐350.545
Boekwaarde per 31 december 2017 33.732 45.059 16.878 46.921 142.590
In verband met de toekomstige verwerving van materiële vaste activa zijn contractuele verplichtingen
aangegaan, zoals nader is toegelicht onder toelichting 25 Niet uit de balans blijkende verplichtingen. Op
de materiële vaste activa zijn geen zekerheden aan derden verstrekt.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 81
De geschatte gebruiksduur voor de huidige en vergelijkbare periodes is als volgt:
Materiële vaste activa Component Afschrijvingstermijn
Terreinen Gebouwen en Terreinen ‐
Gebouwen Gebouwen en Terreinen 20‐44 jaar
Verkeersleidingsapparatuur Verkeersleiding‐apparatuur 8‐20 jaar
Installaties en machines Overige Bedrijfsmiddelen 10‐15 jaar
Transportmiddelen Overige Bedrijfsmiddelen 5‐10 jaar
Inventaris Overige Bedrijfsmiddelen 10 jaar
IT‐middelen Overige Bedrijfsmiddelen 3‐10 jaar
Op terreinen wordt niet afgeschreven, met uitzondering van de in 1996 betaalde en geactiveerde btw
met betrekking tot een erfpachtcontract van het terrein op Schiphol, waarop het LVNL‐hoofdgebouw
staat. De btw wordt over een periode van dertig jaar (de duur van het erfpachtcontract) afgeschreven.
Op activa in aanbouw wordt niet afgeschreven. De overboeking van activa in aanbouw naar materiële
vaste activa vindt plaats nadat het object operationeel in gebruik is genomen.
Afschrijvingsmethoden, gebruiksduur en restwaarde worden jaarlijks geëvalueerd.
Schattingswijziging
De jaarlijkse evaluatie van de gebruiksduur van de activa heeft in 2017 niet geleid tot aanpassing van de
resterende levensduur.
Buitengebruikstelling activa (desinvesteringen)
In 2017 zijn enkele activa buiten gebruik gesteld. Het betreft hier voornamelijk activa die zijn vervangen
of verkocht. De eventuele resterende boekwaarde van de buiten gebruik gestelde activa is onder de
afschrijvingslasten verantwoord als buitengebruikstellingen.
82 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
Activa in aanbouw
De activa in aanbouw worden op 31 december als volgt gespecificeerd:
(bedragen in € 1.000) 2017 2016
Primaire verkeersleidingssysteem (iCas) 25.151 18.752 Civiel‐Militaire samenwerking 1.389 2.652 Annex (Nieuwbouw SPL) 1.359 ‐ *
Vervanging TAR4 ‐ 6.990 Arrival Management Systeem (AMAN) 2.454 2.113 Vervanging AAA computers 6.243 6.487 Overige verkeersleidingssystemen 5.958 4.249 ICT‐onderwerpen 1.977 866 Lelystad 573 ‐ ATM Netwerk 278 ‐ Digi‐strippen Toren 608 ‐ Overige werken 931 1.076 *
Totaal 46.921 43.185 * Aangepast voor vergelijkingsdoeleinde
In 2017 is een aantal activa in gebruik genomen waaronder een deel van de vervanging van de AAA‐
computers, TAR‐west en enkele delen vanuit de civiel‐militaire samenwerking.
In 2017 bedraagt de geactiveerde rente 495 duizend euro (2016: 806 duizend euro). Dit komt neer op
een gemiddelde kapitaalkostenvoet van 0,81 procent (2016: 4,48 procent) voor generiek gefinancierde
investeringen. Daarnaast heeft LVNL voor een aantal investeringen specifieke financieringen
aangetrokken. Voor de ontwikkeling van het primaire luchtverkeersleidingssysteem zijn specifieke
leningen afgesloten. De geactiveerde rente voor deze investeringen wordt separaat berekend op basis
van de rentepercentages van de bijbehorende leningen.
16. Vorderingen
De vorderingen zijn op 31 december als volgt samengesteld:
(bedragen in € 1.000) 2017 2016
Debiteuren 34.358 34.563
Vordering EUROCONTROL 1.223 976
Nog te ontvangen subsidie 7.052
Overige vorderingen 103 60
Overlopende activa 1.272 1.370
Totaal 44.008 36.969
Onder de post debiteuren wordt de positie opgenomen die LVNL heeft voor haar aandeel in de
Nederlandse tarieven in de heffingszones en‐route, terminal, NSAA en voor diensten aan derden. Het
aandeel in de tarieven van EUROCONTROL en KNMI wordt afzonderlijk gepresenteerd, omdat LVNL een
kassiersfunctie vervult en de risico’s op volume en kosten bij deze derde partijen liggen. Zie hiervoor
toelichting 22 Handels en overige schulden waar het nog af te dragen deel van de heffingen aan KNMI
en NSA is opgenomen.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 83
LVNL brengt 9,88 procent (2016: 10,06 procent) interest aan haar debiteuren in rekening over de
openstaande saldi die niet binnen de betalingstermijn van dertig dagen zijn voldaan.
De debiteuren zijn op 31 december als volgt gespecificeerd:
(bedragen in € 1.000) 2017 2016
En‐route 23.666 23.384
Terminal 10.357 9.704
NSAA 370 198
Overige 906 1.890
Af: voorziening voor oninbaarheid ‐941 ‐613
Totaal 34.358 34.563
De voorziening voor oninbare vorderingen bedraagt 0,9 miljoen euro (2016: 0,6 miljoen euro). De
voorziening is gevormd voor luchtvaartmaatschappijen waarvan onzeker is of ze aan hun
betalingsverplichtingen kunnen voldoen. In 2017 is voor een bedrag van 22 duizend euro (2016: 85
duizend euro) afgeboekt aan vorderingen.
De vordering EUROCONTROL is het gevolg van de door EUROCONTROL teveel opgevraagde contributie
ten opzichte van de werkelijke kosten van het jaar. Deze post wordt in het derde kwartaal van het
volgende contributiejaar verrekend met de opvragingen voor de contributie over het betreffende jaar.
Deze verrekening vindt dus niet plaats via de tariefbepaling, maar is een daadwerkelijke verrekening
aan LVNL.
De post nog te ontvangen subsidie is het verschil tussen de verantwoorde subsidies en de
vooruitontvangen subsidiebedragen. INEA heeft een voorfinanciering verstrekt van 40 procent van het
toegekende subsidiebedrag. Deze voorfinanciering wordt telkens voor een periode van 2 jaar
afgegeven. Het resterende deel ontvangt LVNL bij de definitieve toekenning van de subsidie na afloop
van de subsidieperiode. Voor een verdere toelichting zie ook paragraaf 20 Vooruit ontvangen baten.
De overlopende activa zijn op 31 december als volgt gespecificeerd:
(bedragen in € 1.000) 2017 2016
Licenties 610 557
Verzekeringspremie gebouwen en bedrijfsmiddelen 287 301
Subsidies ‐ 216
Overige posten 375 296
Totaal 1.272 1.370
84 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
17. Geldmiddelen en kasequivalenten
De geldmiddelen en kasequivalenten zijn op 31 december als volgt samengesteld:
(bedragen in € 1.000) 2017 2016
Rekening‐courant Ministerie van Financiën 55.424 37.727
Bank 0 0
Kas 3 4
Totaal 55.427 37.731
In 2016 is de liquide middelen positie van LVNL toegenomen tot 55,4 miljoen euro (zie ook toelichting
25 op het geconsolideerde kasstroomoverzicht).
LVNL beschikte in het verslagjaar over een structureel rekening‐courant limiet van 25,0 miljoen euro bij
het Ministerie van Financiën (2016: 25,0 miljoen euro).
De nominale waarde van bovengenoemde bedragen is nagenoeg gelijk aan de reële waarde ervan.
18. Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit een bestemmingsfonds en een egalisatiereserve. Het onderscheid vindt
zijn oorsprong in de invoering van de Europese Prestatieregeling en de daaruit voortvloeiende
aanpassingen in de heffingenverordening.
(bedragen in € 1.000) 2017 2016
Bestemmingsfonds 69.327 57.074
Egalisatiereserve 31.107 13.886
Totaal 100.434 70.960
In 2017 is mede op verzoek van het ministerie onderzoek uitgevoerd naar de benodigde omvang van
het eigen vermogen voor LVNL. In 2018 zullen de resultaten hiervan worden besproken.
Bestemmingsfonds
Het bestemmingsfonds is als volgt te specificeren:
(bedragen in € 1.000) En‐route Terminal Overige Totaal
diensten
Saldo per 1 januari 2016 34.898 14.182 ‐ 49.080
Resultaat 2016 2.656 5.004 334 7.994
Saldo per 31 december 2016 37.554 19.186 334 57.074
Resultaat 2017 7.246 5.007 0 12.253
Saldo per 31 december 2017 44.800 24.198 334 69.327
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 85
Vanaf 2012 is de Prestatieregeling van toepassing op de en‐route heffingszone en vanaf 2015 ook op de
terminal heffingszone. Dit betekent dat met het van toepassing verklaren van de Prestatieregeling het
met de gebruikers te verrekenen deel van het volumerisico en kostenrisico ten gunste of ten laste van
de egalisatiereserve mag worden gebracht. Het aandeel in deze risico’s dat voor rekening van LVNL
komt, moet ten gunste of ten laste van het bestemmingsfonds worden gebracht. Om dit mogelijk te
maken is met de overheid overeengekomen dat LVNL een bestemmingsfonds mag opbouwen voor
beide heffingszones. Eind 2013 heeft LVNL de vooraf gestelde vermogensdoelstelling voor de en‐route
heffingszone behaald. Op 22 maart 2017 is het prestatieplan RP2 voor de en‐route dienstverlening
alsnog goedgekeurd.
In 2017 is net als in 2016 met de overheid overeengekomen het vrij besteedbare deel vanuit de
verrekeningen EUROCONTROL te gebruiken voor het vormen van een bestemmingsfonds terminal,
omdat vanaf 2015 de Prestatieregeling ook van toepassing is op de terminal heffingszone en het feit dat
vanaf 2017 de ontwikkelkosten voor Lelystad Airport ten laste komen van de terminal heffingszone. De
risico’s vanuit de Prestatieregeling welke voor rekening van LVNL komen, moeten ten gunste of ten
laste van dit bestemmingsfonds worden gebracht.
Deze ontwikkelkosten voor Lelystad Airport kunnen niet worden verrekend met de gebruikers omdat de
luchthaven nog niet in gebruik is. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft daarom
besloten om hiervoor het vrij besteedbare deel vanuit de verrekeningen EUROCONTROL toe te wijzen.
Vanaf 2016 wordt er ook een bestemmingsfonds gevormd voor de resultaten vanuit de Overige
Diensten. In 2016 heeft LVNL grond verkocht op de locatie Herwijnen. Deze grond was onderdeel vanuit
de verzelfstandiging en in overleg met het ministerie is besloten het behaalde resultaat (350 duizend
euro) afzonderlijk te bestemmen.
Egalisatiereserve
De egalisatiereserve per ultimo boekjaar 2017 bedraagt 31,1 miljoen euro (2016: 13,9 miljoen euro) en
is als volgt te specificeren naar gebruikers:
(bedragen in € 1.000) En‐route Terminal NSAA Totaal
Saldo per 1 januari 2016 ‐6.815 3.208 ‐400 ‐4.007
Resultaat 2016 15.067 2.803 23 17.893
Saldo per 31 december 2016 8.252 6.011 ‐377 13.886
Resultaat 2017 13.871 3.154 196 17.221
Saldo per 31 december 2017 22.123 9.165 ‐181 31.107
a. Egalisatiereserve en‐route
De exploitatietekorten tot en met het boekjaar 2011 werden tot de egalisatiereserve gerekend. Volgens
de regelgeving mag LVNL het saldo egalisatiereserve ultimo 2011 over een periode van maximaal acht
jaren (tot en met 2019) verrekenen. Met de invoering van de Prestatieregeling wordt met ingang van
2012 jaarlijks het met de gebruikers te verrekenen aandeel in het volume‐ en kostenrisico verwerkt in
de egalisatiereserve. De en‐route resultaten in 2012, 2013 en 2014 vallen in de eerste referentieperiode
86 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
van de prestatiesturing. Het met de gebruikers te verrekenen deel is berekend op basis van Europese
regelgeving en de uitgangspunten van het nationale prestatieplan.
In 2014 is het prestatieplan voor de tweede referentieperiode ingediend. Hierin is vastgelegd hoe het
totaalsaldo egalisatiereserve in de tweede referentieperiode van 2015 tot en met 2019 wordt
verrekend. Op 22 maart 2017 heeft de EC goedkeuring gegeven op het plan voor de tweede
referentieperiode en het daarmee in rekening gebrachte tarief voor 2015 en 2016.
b. Egalisatiereserve terminal
De op de balans verantwoorde egalisatiereserve weerspiegelt het nog met de gebruikers te verrekenen
bedrag. Gezien de voorwaardelijk overeengekomen stabilisatie van de tariefontwikkeling in de jaren
2012‐2014, wordt flexibiliteit betracht bij het verrekenen van de resultaten uit het verleden. De
Prestatieregeling is met ingang van 2015 ook van toepassing op de terminal heffingszone. In 2014 is het
prestatieplan voor de tweede referentieperiode ingediend. Het prestatieplan 2015‐2019 wordt voor
terminal gebruikt als norm.
In 2016 en 2017 heeft de minister besloten het vrij besteedbare deel vanuit de verrekeningen
EUROCONTROL toe te voegen aan de egalisatiereserve ten behoeve van de overeengekomen stabilisatie
van de tarieven en voor de compensatie van de ontwikkelkosten voor Lelystad Airport. Het saldo
egalisatiereserve kan, evenals bij en‐route het geval is, met de gebruikers worden verrekend tot uiterlijk
2019.
c. Egalisatiereserve NSAA
De resultaten behaald op de helikopteractiviteiten worden conform de geldende internationale wet‐ en
regelgeving voor de luchtvaartsector verrekend in de tarieven volgens de N+2 methode. LVNL heeft
inmiddels 0,2 miljoen euro positief ten laste van het tarief 2018 gebracht, hiermee zal de
egalisatiereserve zijn verrekend.
19. Leningen en overige financieringsverplichtingen
De leningen en overige financieringsverplichtingen zijn als volgt gespecificeerd:
(bedragen in € 1.000) 2017 2016
Langlopende verplichtingen Leningen banken 31.527 39.775
Totaal 31.527 39.775
Kortlopende verplichtingen Leningen banken 8.248 8.898
Totaal 8.248 8.898
Totaal 39.775 48.673
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 87
De samenstelling van de leningen is als volgt:
(bedragen in € 1.000)
2017 2016
Leningdeel Aflossing in Rente Valuta Boekwaarde Boekwaarde
BNG 2018 4,60% EUR 650 1.950
BNG 2019 4,60% EUR 1.950 3.250
BNG 2020 4,60% EUR 3.250 4.550
BNG 2021 4,60% EUR 4.550 5.850
BNG 2022 4,60% EUR 5.850 7.150
Min. van Financiën 2028 2,89% EUR 18.656 20.352
Min. van Financiën 2021 1,13% EUR 2.500 3.125
Min. van Financiën 2019 0,67% EUR 154 231
Min. van Financiën 2039 2,28% EUR 2.215 2.215
Totaal 39.775 48.673
De geamortiseerde kostprijs is gelijk aan de boekwaarde, aangezien er bij het aangaan van de leningen
geen transactiekosten zijn betaald. Alle leningen hebben vaste rente‐afspraken voor de hele looptijd. De
rentepercentages zijn in bovenstaand overzicht opgenomen.
Op 31 december 2017 bedraagt het kortlopende deel van de leningen 8,2 miljoen euro (31 december
2016: 8,9 miljoen euro). Dit deel is opgenomen onder de kortlopende verplichtingen.
LVNL mag volgens de Comptabiliteitswet 2001 zowel bij het Ministerie van Financiën als bij
commerciële instellingen leningen afsluiten.
In het kader van bovenstaande leningsfaciliteiten is tot zekerheid bepaald dat LVNL geen van haar
tegenwoordige of toekomstige registergoederen, vorderingen, activa of delen daarvan ten behoeve van
anderen met een recht van hypotheek zal belasten, verpanden of anderszins met beperkende rechten
bezwaren, zonder voorafgaande toestemming van de lening verstrekkers.
In 2017 en 2016 zijn er geen nieuwe leningen aangetrokken.
Naast de leningen van Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en het Ministerie van Financiën, heeft LVNL
een structurele rekening‐courant kredietlimiet van 25 miljoen euro bij het Ministerie van Financiën. In
2017 is geen gebruik gemaakt van het rekening‐courant krediet.
88 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
20. Vooruit ontvangen baten
De vooruit ontvangen baten zijn op 31 december als volgt gespecificeerd:
(bedragen in € 1.000) 2017 2016
Langlopende verplichtingen Activa in aanbouw 5.034 4.375
Subsidie 9.192 3.336
Totaal 14.226 7.711
Kortlopende verplichtingen Activa in aanbouw 2.484 335
Subsidie 1.807 1.565
Totaal 4.291 1.900
Totaal 18.517 9.611
Activa in aanbouw ‐ vooruit ontvangen
Onder de vooruit ontvangen bedragen zijn ontvangsten opgenomen op investeringen door Nederlandse
Olie en Gas Exploratie en Productie Associatie (NOGEPA) en vanuit het Ministerie van Defensie.
Daarnaast is er een bijdrage opgenomen die is ontvangen bij de aankoop van de verkeerstoren ten
behoeve van de vervanging van de ramen.
Eind 2003 heeft de Taskforce Noordzee een advies aan de Minister van Verkeer en Waterstaat (nu
Infrastructuur en Waterstaat) uitgebracht met betrekking tot de veiligheid van civiele
helikopteroperaties in de NSAA. In dit advies staat een groot aantal aanbevelingen die tot verbetering
van de veiligheid van deze operaties moeten leiden.
Met betrekking tot de financiering van de investeringen is LVNL met NOGEPA overeengekomen dat
laatstgenoemde een substantieel deel van de door LVNL te realiseren investeringen financiert. Hiermee
kon het exploitatierisico voor LVNL worden beperkt en kon een extreem sterke stijging van de tarieven
worden voorkomen.
In 2008 is de uitgebreide radiodekking ten behoeve van de helikopteroperatie boven de Noordzee
geactiveerd. De hierop in 2017 vrijgevallen bijdrage van 0,1 miljoen euro (2016: 0,1 miljoen euro) is
verantwoord onder de overige opbrengsten. Medio 2018 is de installatie volledig afgeschreven en loopt
de vrijval ook af.
In 2016 is de radardekking Noordzee in gebruik genomen. In 2017 is een vrijval van 0,15 miljoen
verantwoord onder de overige opbrengsten.
In 2012 heeft LVNL bij de aankoop van de toren op Schiphol‐Centrum een bijdrage van 0,9 miljoen euro
ontvangen voor de in de toekomst te vervangen ramen van de verkeerstoren. Deze bijdrage zal bij een
toekomstige vervanging van de ramen lineair vrijvallen met een looptijd van de afschrijvingen. In 2017
heeft geen vervanging plaatsgevonden.
Voor de ontwikkeling van de civiel‐militaire samenwerking ontvangt LVNL een bijdrage in de kosten
vanuit het Ministerie van Defensie. In 2017 heeft LVNL een bijdrage ontvangen van 3,2 miljoen euro
(2016: 2,0 miljoen). Een deel hiervan, 0,3 miljoen euro (2016: 0,5 miljoen euro), is vrijgevallen voor de
gemaakte exploitatiekosten in 2017. Het restant zal naar verwachting geheel in 2018 vrijvallen.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 89
Subsidies ‐ vooruit ontvangen
LVNL heeft onder andere subsidies toegekend gekregen uit hoofde van Europese investeringspremie‐
regelingen in vaste activa vanuit het infrastructuurfonds Connecting Europe Facility for Transport (CEF
Transport). Deze subsidies worden beschikbaar gesteld door INEA.
LVNL heeft hiervoor een (verwachte) bijdrage vanuit de subsidie verantwoord van bijna 16 miljoen
euro. Hiervan heeft ruim 8 miljoen euro betrekking op gemaakte kosten verantwoord onder de activa in
aanbouw. Deze subsidie zal vrijvallen wanneer het actief operationeel in gebruik wordt genomen. De
jaarlijkse vrijval wordt bepaald op basis van de levensduur van het actief. De subsidie vanuit INEA is in
2017 voor het deel van de gemaakte exploitatiekosten op de projecten direct verantwoord in het
resultaat onder de overige opbrengsten en bedragen voor 2017: 4,8 miljoen euro (2016 2,4 miljoen
euro).
Daarnaast heeft LVNL voorfinanciering ontvangen vanuit INEA. Wanneer deze voorfinanciering hoger is
dan de werkelijk gemaakte subsidiabele kosten, is het restant opgenomen onder de subsidies als een
vooruitontvangen bedrag. In 2017 is dit een bedrag van bijna 3 miljoen euro.
21. Personeelsbeloningen
Het verloop in 2017 van de voorziening personeelsbeloningen is als volgt gespecificeerd:
(bedragen in € 1.000)
FLNA/IKV Rotterdam,
Eelde en Beek
Ontslag‐vergoedingen
IUB 2009
Ontslag‐vergoedingen
IUB 2010
Gratificatie bij
ambtsjubilea
Overige personele
voorzieningen
Totaal
Saldo per 1 januari 2017 16.491 4.220 541 12.977 6.249 40.478
Exploitatie boekjaar:
Rente over de verplichting 31 7 ‐ 173 5 216
Dotaties aan voorziening 94 30 ‐ 676 1.045 1.845
Vrijval voorziening ‐ ‐276 ‐10 ‐ ‐415 ‐701
Actuarieel verlies/winst (‐) 611 ‐12 1 72 ‐ 672
0
736 ‐251 ‐9 921 635 2.032
Onttrekking voorziening
Uitbetaalde uitkeringen in het boekjaar 2.506 578 146 599 1.881 5.710
Saldo per 31 December 2017 14.721 3.391 386 13.299 5.003 36.800
FLNA/IKV Rotterdam, Eelde en Beek
De FLNA/IKV‐voorziening voor Rotterdam, Eelde en Beek omvat de contante waarde van de
opgebouwde FLNA/IKV‐rechten voor een deel van de LVNL‐medewerkers op deze luchthavens. De
voorziening is gevormd voor de FLNA/IKV‐rechten van luchtverkeersleiders op de regionale luchthavens
Rotterdam, Eelde en Beek, die reeds zijn afgefinancierd in het kader van de doorgevoerde
herstructurering. Voor de FLNA/IKV‐rechten van de luchtverkeersleiders op Schiphol en de nog niet‐
afgefinancierde FLNA/IKV‐rechten van luchtverkeersleiders op de regionale luchthavens, heeft LVNL
geen voorziening gevormd.
90 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
De algemene aanname is dat voor medewerkers die reeds gebruik maken van de FLNA‐regeling niets
wijzigt. Indien nog actieve medewerkers al een keuze hebben gemaakt voor de FLNA‐ of IKV‐regeling,
wordt hun keuze als zodanig verwerkt in de voorziening. Voor medewerkers die nog geen keuze hebben
gemaakt worden de uitgangspunten gehanteerd die in onderstaande tabel zijn weergegeven. Ter
vergelijking zijn de uitgangspunten 2016 ook weergegeven.
31 december 2017 FLNA/IKV‐recht op 55 jaar
31 december 2017 FLNA/IKV‐recht op 58 jaar
31 december 2017 FLNA/IKV‐recht op 60 jaar
31 december 2016
Startdatum FLNA/IKV
57 jaar, 2 jaar opschorten
60 jaar, 2 jaar opschorten
61 jaar, 1 jaar opschorten
Conform FLNA‐regeling 55/58/60 jaar, 0 jaar opschorten
Uitkeringsduur 10 jaar 7 jaar 5 jaar Conform FLNA‐regeling vanaf startdatum 55/58/60 tot 65 jaar
Eindleeftijd FLNA/IKV
67 jaar 67 jaar 66 jaar 65 jaar
Totaal FLNA/IKV‐recht
795% 575% 406% Conform FLNA‐regeling
Uitkering Gelijkmatig over uitkeringsduur
Gelijkmatig over uitkeringsduur
Gelijkmatig over uitkeringsduur
Conform FLNA‐regeling
AOW‐compensatie
Nee, tenzij de medewerker op 1 augustus 2017 reeds een FLNA‐uitkering ontvangt
Nee, tenzij de medewerker op 1 augustus 2017 reeds een FLNA‐uitkering ontvangt
Nee, tenzij de medewerker op 1 augustus 2017 reeds een FLNA‐uitkering ontvangt
Nee
Aan de waardering van de voorziening ligt een actuariële berekening ten grondslag. Zie onderstaande
tabel voor de actuariële veronderstellingen en overige uitgangspunten.
31 december 2017 31 december 2016
Disconteringsvoet 0,3% 0,2%
Beleggingsrendement 0% LVNL beschikt niet over beleggingen voor de financiering van deze verplichting.
0% LVNL beschikt niet over beleggingen voor de financiering van deze verplichting.
Algemene loonstijging 1,95% in 2018 en 1,5% jaarlijks in de jaren daarna
1,5% jaarlijks
Overlevingskansen Prognosetafel AG2016, met ervaringssterfte Universiteit/HBO 2016
AG‐prognosetafel 2016, met ervaringssterfte Universiteit/HBO 2016
Arbeidsongeschiktheid 0,25% 0,5%
Ontslagkansen 0% 0%
Voor de verwachte loonstijging en indexatie van de FLNA/IKV‐uitkering is aansluiting gezocht bij de door
LVNL doorgevoerde loonontwikkeling in de opgestelde meerjarenbegroting 2018‐2022 die is
goedgekeurd door de minister.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 91
De pensioenlast met betrekking tot de FLNA in het boekjaar 2017 en verwachting voor 2018 bedraagt:
2017 2018
Rente over de verplichting 94 62
Aan dienstjaar toegerekende rechten 31 41
Actuarieel resultaat/vrijval voorziening 208 p.m.
Aanpassing regeling IKV 438
Totaal 736 103
Het actuarieel resultaat is een verlies als gevolg van de gewijzigde disconteringsvoet, de wijziging van de
verwachte loonontwikkeling in 2017 en toekomstige jaren en een wijziging van de aanname op
arbeidsongeschiktheid. Het actuarieel resultaat wordt in afwijking van IAS 19 verantwoord in de
exploitatierekening en niet als een directe vermogensmutatie in het eigen vermogen van 208 duizend
euro. Het verlies als gevolg van de nieuwe IKV‐regeling bedraagt 438 duizend euro. Dit komt met name
door de AOW‐compensatie van medewerkers die op 1 augustus 2017 al een FLNA‐uitkering ontvangen.
In 2016 zijn enkele wijzigingen doorgevoerd voor de berekening van pensioentoelage en
werknemerspremies tijdens de FLNA‐periode. Deze wijzigingen hebben tot een dotatie geleid van 0,9
miljoen euro en deze is verwerkt in het verslagjaar.
Naar verwachting wordt in 2018 een bedrag van 2,3 miljoen euro onttrokken. In de periode 2019‐2022
wordt naar verwachting een bedrag van 6,8 miljoen euro (contante waarde van de toekomstige
verplichtingen) onttrokken aan de voorziening FLNA Rotterdam, Eelde en Beek.
In de berekening is rekening gehouden met de fiscale eindheffing (52 procent) die moet worden betaald
bij de uitbetaling van de FLNA‐rechten.
Ontslagvergoedingen
Inkomsten en Uitgaven in Balans 2009 (IUB 2009)
Het bestuur heeft het programma ‘Inkomsten en Uitgaven in Balans 2009’ geïnitieerd om de financiële
positie van LVNL te verbeteren. Eén van de doelen van dit programma was de realisatie van een
personeelsreductie van honderd fte binnen de support staf. Dit doel is behaald. Met een aantal oud‐
medewerkers is niet tot een individuele vertrekregeling gekomen. Voor deze oud‐medewerkers is de
wachtgeldverplichting in de ontslagvergoedingen opgenomen.
In de berekening zijn de wachtgeldverplichtingen die langer lopen dan twaalf maanden na dit boekjaar
verdisconteerd tegen een disconteringsvoet van 0,3 procent (2016: 0,2 procent). Daarnaast is in de
voorziening rekening gehouden met een jaarlijkse loonstijging van 1,0 procent. Het actuarieel resultaat
is het gevolg van de gewijzigde disconteringsvoet. Het actuarieel resultaat wordt in afwijking van IAS 19
verantwoord in de exploitatierekening en niet als een directe vermogensmutatie in het eigen vermogen
van 12 duizend euro positief. De dotaties aan en vrijvallen van de voorziening zijn voornamelijk het
gevolg van kleine aanpassingen van enkele uitkeringen.
Naar verwachting wordt in 2018 een bedrag van 518 duizend euro ten laste van de voorziening
gebracht. In de periode 2019‐2022 wordt naar verwachting 1,7 miljoen euro (contante waarde) ten
laste van de voorziening gebracht en voor de jaren erna 1,2 miljoen euro (contante waarde). In de
exploitatierekening 2018 zal de rentelast 9 duizend euro bedragen.
92 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
Inkomsten en Uitgaven in Balans 2010 (IUB 2010)
In het vervolg op het programma ‘Inkomsten en Uitgaven in Balans’ heeft het LVNL‐bestuur medio 2010
besloten de ingeslagen weg van optimalisatie en efficiencyverbetering ook na 2010 voort te zetten.
Daarbij is als doel gesteld de totale formatie in de periode van 2011‐2014 verder af te laten nemen met
28 fte. LVNL heeft voor deze medewerkers een ontslagvoorziening gevormd op basis van de
overeengekomen ontslagvergoedingen of de verwachte uitkering aan de medewerkers.
In deze berekening zijn de verplichtingen die langer lopen dan twaalf maanden na dit boekjaar (de
wachtgeldverplichtingen) verdisconteerd tegen een disconteringsvoet van ‐0,2 procent (2016: 0,1
procent). Daarnaast is in de voorziening rekening gehouden met een jaarlijkse loonstijging van 1,0
procent. Het actuarieel resultaat volgt uit de gewijzigde disconteringsvoet. Het actuarieel resultaat
wordt in afwijking van IAS 19 verantwoord in de exploitatierekening en niet als een directe
vermogensmutatie in het eigen vermogen van 1 duizend euro.
Naar verwachting wordt in 2018 een bedrag van 149 duizend euro ten laste van de voorziening
gebracht. In de periode 2019‐2022 wordt naar verwachting 237 duizend euro ten laste van de
voorziening gebracht. In de exploitatierekening 2018 zal de rentebate 1 duizend euro bedragen.
Gratificatie bij ambtsjubilea
De voorziening gratificatie bij ambtsjubilea is gebaseerd op de contante waarde van de toekomstige
ambtsjubileumuitkeringen. Aan de bepaling van de hoogte van de voorziening ligt een actuariële
berekening ten grondslag. Zie onderstaande tabel voor de actuariële veronderstellingen en
inschattingen.
31 december 2017 31 december 2016
Disconteringsvoet 1,4% 1,3%
Beleggingsrendement 0% LVNL beschikt niet over beleggingen voor de financiering van deze verplichting
0% LVNL beschikt niet over beleggingen voor de financiering van deze verplichting
Algemene loonstijging Operationeel personeel: 1,95% in 2018 en daarna 1,5% per jaar. Niet‐operationeel personeel: 1,0% per jaar.
1,5% per jaar
Overlevingskansen Prognosetafel AG2016, met ervaringssterfte Universiteit/HBO 2016
Prognosetafel AG2016, met ervaringssterfte Universiteit/HBO 2016
Individuele salarisstijging, afhankelijk van leeftijd
Operationeel personeel: 9,18% (tot 27 jaar), 4,45% (28‐29 jaar), 6,36% (30‐31 jaar), 2,12% (32‐54 jaar), 0,00% (55‐66 jaar). Niet operationeel personeel: 5,00% (tot 29 jaar), 3,50% (30‐39 jaar), 1,00% (40‐66 jaar).
Operationeel personeel: 9,18% (tot 27 jaar), 4,45% (28‐29 jaar), 6,36% (30‐31 jaar), 2,12% (32‐54 jaar), 0,00% (55‐66 jaar). Niet operationeel personeel: 5,00% (tot 29 jaar), 3,50% (30‐39 jaar), 1,00% (40‐66 jaar)
Arbeidsongeschiktheid 0,25% 0,5%
Ontslagkansen Operationeel personeel 0%. Niet‐operationeel personeel 5%
Operationeel personeel 0%. Niet‐operationeel personeel 5%
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 93
De personeelslast met betrekking tot de ambtsjubilea in 2017 en de verwachting voor 2018 is:
2018 2017
Rente over de verplichting 662 676
Aan dienstjaar toegerekende rechten 190 173
Actuarieel resultaat p.m. 72
Totaal 852 921
Het actuarieel resultaat is een verlies, veroorzaakt door een verlaging van de
arbeidsongeschiktheidskans van 0,5 procent naar 0,25 procent. Het actuarieel resultaat wordt in
afwijking van IAS 19 verantwoord in de exploitatierekening en niet als een directe vermogensmutatie in
het eigen vermogen van 72 duizend euro. Dit wordt deels gecompenseerd door de stijging van de
disconteringsvoet en een lagere verwachte algemene loonontwikkeling dan vorig jaar.
In de voorziening zijn de vergoedingsrechten opgenomen voor de ambtsjubilea op 12,5 jaar, 25 jaar, 40
jaar en 50 jaar.
Naar verwachting wordt in 2018 een bedrag van 0,8 miljoen euro ten laste van de voorziening gebracht.
In de periode 2019‐2022 wordt naar verwachting 2,5 miljoen euro (contante waarde van de
toekomstige uitkeringen) ten laste van de voorziening gebracht.
Overige personele voorzieningen
In de overige personele voorzieningen zijn voorzieningen opgenomen voor: wachtgeldregelingen, 55+
regeling, ontslagvergoedingen, FPU‐suppletie en aanvullende uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid. De
disconteringsvoet ultimo 2017 is 0,1 procent (2016: 0,1 procent).
De dotatie aan de voorziening is het gevolg van nieuwe WW‐verplichtingen. Daarnaast zijn de dotaties
aan en vrijvallen van de voorziening het gevolg van kleine aanpassingen van enkele uitkeringen.
Naar verwachting wordt in 2018 een bedrag van 1,7 miljoen euro ten laste van de voorziening gebracht.
In de periode 2019 tot 2022 wordt een bedrag van 2,3 miljoen euro ten laste van de voorziening
gebracht en voor de jaren erna 1,0 miljoen euro (contante waarde). In de exploitatierekening 2017 zal
de rentelast 3 duizend euro bedragen (2016: 6 duizend euro).
Gevoeligheidsanalyse voorzieningen
In onderstaand overzicht is de gevoeligheid weergegeven van gebruikte parameters bij de personele
voorzieningen. In de tabel zijn de eindwaardes van de voorzieningen opgenomen bij:
• Disconteringsvoet ‐/‐ 1 procent (DV ‐1 procent);
• Disconteringsvoet + 1 procent (DV +1 procent);
• Algemene loonontwikkeling + 1 procent (Loon + 1 procent);
• Veronderstelde uitstelduur IKV ‐/‐ 1 jaar;
• Veronderstelde uitstelduur IKV + 1 jaar.
94 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
(bedragen in € 1.000) Huidige stand
DV ‐1% DV +1% Loon +1%
IKV ‐/‐ 1 jaar
IKV + 1 jaar
FLNA* 14.721 15.404 14.090 15.486 14.707 14.734
Ambtsjubilea 13.299 15.037 11.864 15.080 13.299 13.299
IUB 2009* 3.391 3.533 3.259 3.550 3.391 3.391
IUB 2010* 386 391 380 394 386 386
Overige personele voorzieningen* 5.003 5.157 4.857 5.181 5.003 5.003
36.800 39.522 34.450 39.691 36.786 36.813
* De disconteringsvoet die is gebruikt bij het contant maken van deze voorzieningen is kleiner dan 1
procent. In bovenstaande tabel is bij de bepaling van de waarde op het moment dat de
disconteringsvoet 1 procent lager is daarom uitgegaan van een negatieve rente.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 95
22. Handels‐ en overige schulden
De handels‐ en overige schulden zijn op 31 december als volgt gespecificeerd:
(bedragen in € 1.000) 2017 2016
Personeelsgerelateerde schulden 7.755 7.110
Belastingen en sociale verzekeringspremies 10.670 12.035
Crediteuren 8.014 5.484
Overige schulden 2.095 1.700
Nog te betalen rente 606 761
Inhuur personeel 586 395
KNMI 192 326
NSA 370 397
Kassiersfunctie EUROCONTROL 16.393 10.132
Totaal 46.681 38.340
LVNL vervult de kassiersfunctie voor het KNMI in de heffingszone NSAA. De schuld aan het KNMI
bedraagt het aandeel in de ontvangen heffingen NSAA die LVNL nog moet afdragen aan het KNMI.
LVNL vervult de kassiersfunctie voor de NSA in de heffingszone en‐route. De schuld aan de NSA
bedraagt het aandeel in de ontvangen heffingen en‐route die LVNL nog moet afdragen aan de NSA.
De kassiersfunctie EUROCONTROL geeft de positie aan die LVNL heeft als gevolg van de kassiersfunctie
die LVNL voor EUROCONTROL uitvoert. LVNL ontvangt vanuit de heffingen en‐route het aandeel in de
tarieven voor en‐route dienstverlening. Vanuit deze ontvangsten moet LVNL de bijdrage in de kosten
EUROCONTROL financieren. Deze betaling vindt niet plaats via afdracht van ontvangen heffingen, maar
door afdracht van een vast bedrag aan contributie. De contributie is een bijdrage aan de werkelijke
kosten van EUROCONTROL. Hierdoor kan een onder‐ of overdekking ontstaan op de financiering van de
afgedragen contributie via de tarieven en de werkelijk betaalde contributie via de vaste bijdrage.
Daarnaast kan er een verschil zijn in de werkelijke kosten EUROCONTROL en de begrote kosten
EUROCONTROL bij het bepalen van het tarief. Met ingang van 2015 is EUROCONTROL ‐ MUAC eveneens
onderdeel geworden van het kosten‐ en volumerisico zoals dat ook voor LVNL geldt. Dit betekent dat
ook voor EUROCONTROL ‐ MUAC de consequenties van deze risico´s voor het aan EUROCONTROL ‐
MUAC en/of gebruikers toe te rekenen deel van het exploitatieresultaat moet worden bepaald. Dit leidt
ertoe dat LVNL vanuit de rol van kassiersfunctie voor EUROCONTROL ‐ MUAC dergelijke
verrekeningseffecten moet faciliteren. In een situatie waarin de thans gerapporteerde schuldpositie uit
hoofde van de kassiersfunctie EUROCONTROL niet volledig wordt verrekend met de gebruikers via de
toekomstige tarieven, is het aan de Nederlandse Staat om voor LVNL te bepalen wat met deze positie
moet worden gedaan. Dit resultaat, ultimo 2017 een schuld van 24,4 miljoen euro (2016: 17,9 miljoen
euro), wordt dus gecompenseerd door verrekening in toekomstige tarieven of komt toe aan de
Nederlandse Staat.
Daarnaast geeft deze post de nog door LVNL te ontvangen gelden aan op de openstaande vorderingen
van EUROCONTROL, ultimo 2017 een vordering van 8,0 miljoen euro (2016: 7,8 miljoen euro). Om een
beter inzicht te geven in de positie die LVNL heeft als gevolg van de kassiersfunctie zijn beide posities
gesaldeerd opgenomen, omdat beide posities betrekking hebben op de ontvangsten uit tarieven. De
post is onder de overige schulden opgenomen omdat EUROCONTROL meer heeft te verrekenen in haar
tarieven dan dat er aan debiteurenpositie uitstaat.
96 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
De personeelsgerelateerde schulden worden op 31 december als volgt gespecificeerd:
(bedragen in € 1.000) 2017 2016
Vakantietoeslagen 4.246 4.144
Verlofdagen 3.356 2.883
Overige personeelsgerelateerde schulden 153 83
Totaal 7.755 7.110
De belastingen en sociale verzekeringspremies worden op 31 december als volgt gespecificeerd:
(bedragen in € 1.000) 2017 2016
Loonheffing 8.461 8.373
Omzetbelasting 595 2.271
Pensioenpremie 1.614 1.391
Totaal 10.670 12.035
De overige schulden worden op 31 december als volgt gespecificeerd:
(bedragen in € 1.000) 2017 2016
Overige personeelskosten 216 144
Advieskosten 439 387
Diensten derden 9 47
Onderhoudskosten 497 285
Energiekosten 144 146
Diverse algemene kosten 790 691
Totaal 2.095 1.700
23. Financiële instrumenten
Met de uitvoering van haar wettelijke taak is LVNL blootgesteld aan een verscheidenheid aan financiële
risico’s. De risico’s zijn in te delen naar kredietrisico, liquiditeitsrisico en marktrisico’s (waaronder het
risico op rentewijzigingen en het wijzigen van valutakoersen).
Transacties in financiële instrumenten kunnen er in resulteren dat LVNL financiële risico’s overgedragen
krijgt van of overdraagt aan een derde partij. De risicobeheersing van LVNL is erop gericht om de
negatieve effecten van de geïdentificeerde risico’s op liquiditeit en op het resultaat, en daarmee op de
tarieven voor luchtverkeersdienstverlening, te beperken. LVNL handelt niet in financiële instrumenten.
Kredietrisico
Kredietrisico ontstaat uit liquide middelen uitstaand bij banken en uit openstaande vorderingen op
derden, waarbij de tegenpartij niet aan haar contractuele verplichten kan voldoen.
In onderstaand overzicht is de blootstelling aan het kredietrisico weergegeven. Verondersteld wordt dat
de nominale waarde van de vorderingen na aftrek van de voorziening voor geschatte oninbaarheid de
reële waarde benadert.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 97
(bedragen in € 1.000) 2017 2016
Vorderingen 44.008 36.969
Geldmiddelen en kasequivalenten 55.427 37.731
Totaal 99.435 74.700
Op de uitstaande vorderingen loopt LVNL kredietrisico. Voor het overgrote deel bestaan de vorderingen
van LVNL uit debiteuren met betrekking tot verstrekte luchtverkeersdienstverlening. Uit de
ouderdomsanalyse van de openstaande vorderingen valt af te leiden dat het betaalgedrag van de
debiteuren goed is. Slechts 2,6 procent van de vorderingen (3,4 procent in 2016) heeft een vervaldatum
ouder dan twee maanden. Ten behoeve van het risico op oninbaarheid is een voorziening dubieuze
debiteuren gevormd. Daarnaast is bij LVNL een debiteurenbeleid van kracht.
Ouderdomsanalyse debiteuren 2017:
(bedragen in € 1.000) Bruto Voorzien Netto
Niet vervallen (< 60 dagen) 34.377 ‐19 34.358
Vervallen (> 60 dagen) 922 ‐922 0
Totaal 35.299 ‐941 34.358
De ouderdom van de debiteuren per 31 december 2016:
(bedragen in € 1.000) Bruto Voorzien Netto
Niet vervallen (< 60 dagen) 33.995 ‐10 33.985
Vervallen (> 60 dagen) 1.181 ‐603 578
Totaal 35.176 ‐613 34.563
Mutaties in de voorziening voor oninbaarheid zijn als volgt te specificeren:
(bedragen in € 1.000) 2017 2016
Stand per 1 januari ‐613 ‐730
Onttrekkingen 22 85
Vrijval / Dotaties ‐350 32
Stand per 31 december ‐941 ‐613
Naast het risico op oninbaarheid van debiteuren loopt LVNL risico op het in gebreke blijven van partijen
waarmee op basis van vooruitbetalingen afspraken zijn gemaakt over de levering van toekomstige
diensten en/of nog te leveren producten. Deze post overlopende activa is verantwoord onder
vorderingen. LVNL dekt dit risico af door zorgvuldige leveranciersbeoordelingen en waar noodzakelijk
zijn bankgaranties vereist bij vooruitbetalingen aan leveranciers.
LVNL is verplicht tot schatkistbankieren. Dit betekent dat LVNL alleen liquide middelen aanhoudt op een
rekening‐courant bij het Ministerie van Financiën. LVNL beoordeelt het kredietrisico op het aanhouden
98 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
van liquide middelen bij het Ministerie van Financiën als zijnde nihil. Samenvattend acht LVNL bij het
opstellen van het jaarverslag 2017 het kredietrisico gering.
Liquiditeitsrisico
Liquiditeitsrisico is het risico dat LVNL over onvoldoende middelen beschikt om aan de directe
verplichtingen te voldoen. Bij het beoordelen van het liquiditeitsrisico maakt LVNL gebruik van
kasstroomvooruitzichten. Om het liquiditeitsrisico te beheersen zorgt LVNL voor voldoende liquide
middelen en kredietfaciliteiten.
Bij de beoordeling van het liquiditeitsrisico is uitgegaan van de contractuele kasstroom. De contractuele
kasstroom is inclusief eventuele renteverplichtingen (bij leningen en leaseverplichtingen).
De niet‐afgeleide financiële instrumenten in onderstaand overzicht zijn opgenomen tegen de reële
waarde, behoudens de posten vooruit ontvangen baten en handels‐ en overige schulden. Van deze
laatste posten is de boekwaarde gepresenteerd. De boekwaarde van de vooruit ontvangen baten en
handels‐ en overige schulden benadert de reële waarde. Voor de bepaling van de reële waarde van de
verplichtingen uit hoofde van leningen is de discounted cash flow methode gebruikt op basis van de
rentepercentages die van toepassing zijn op schatkistbankieren.
Reële Contractuele < 1 jaar 1 ‐ 5 jaar > 5 jaar
(bedragen in € 1.000) waarde kasstroom
Verplichtingen uit hoofde van leningen 44.119 ‐45.119 ‐9.538 ‐22.117 ‐13.464
Handels‐ en overige schulden 46.681 ‐46.681 ‐46.681 ‐ ‐
Totaal 90.800 ‐91.800 ‐56.219 ‐22.117 ‐13.464
Afgeleide financiële verplichtingen
Voor het risico < 1 jaar heeft LVNL in 2017 80,4 miljoen euro middelen ter beschikking: 55,4 miljoen
euro aan geldmiddelen en kasequivalenten, 25 miljoen euro rekening‐courant faciliteit bij het Ministerie
van Financiën.
Het liquiditeitsrisico beoordeelt LVNL als gering.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 99
Marktrisico
Marktrisico betreft het risico op liquiditeit‐ en resultaatwijzigingen door veranderingen in de markt,
zoals wijzigingen in rentetarieven en gewijzigde valutakoersen. Voor de beheersing van marktrisico’s
zijn richtlijnen vastgesteld door LVNL.
Onderstaande posten zijn opgenomen tegen de nominale waarde. De nominale waarde benadert de
reële waarde.
Boekwaarde
(bedragen in € 1.000) 2017 2016
Financiële activa Vorderingen 44.008 36.969
Geldmiddelen en kasequivalenten 55.427 37.731
99.435 74.700
LVNL loopt enkel valutarisico op openstaande posities ten aanzien van handels‐ en overige schulden.
Eind 2017 heeft LVNL voor 28 duizend euro aan inkoopverplichtingen in buitenlandse valuta openstaan
voor leveringen na 31 december 2017 (in GBP en USD). LVNL beoordeelt dit risico als gering.
Gevoeligheidsanalyse
2017 2016
(bedragen in € 1.000) Boekwaarde Toename Afname Boekwaarde Toename Afname
Rentemutatie met 100 basispunten
Financiële activa
Vorderingen 44.008 440 ‐440 36.969 370 ‐370
Geldmiddelen en kasequivalenten 55.427 554 0 37.731 377
Gevoeligheid kasstromen (netto) 994 ‐440 747 ‐370
100 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
24. Niet uit de balans blijkende verplichtingen
De voorwaardelijke en investeringsverplichtingen bestaan onder meer uit:
(bedragen in € 1.000) 2017 2016
Materiële vaste activa in bestelling en huurcontracten 46.866 31.182
Overige inkoopverplichtingen 19.050 17.936
Verplichting jegens de Staat der Nederlanden 6.645 6.645
Totaal 72.561 55.763
De verplichting jegens de Staat der Nederlanden betreft het verschil tussen de taxatiewaarde en de
boekwaarde van gebouwen en terreinen op het moment van verzelfstandiging van LVNL. Het bedrag is
opeisbaar op het moment dat LVNL in liquidatie gaat, overgenomen wordt of fuseert.
Juridische procedures
LVNL heeft op 12 maart 2010 cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam
over onrechtmatig handelen van LVNL met betrekking tot ruimtelijke plannen van Chipshol Holding B.V.
voor een gebied in de nabijheid van de luchthaven Schiphol. Chipshol heeft eveneens (incidenteel)
cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad heeft op 25 mei 2012 zowel het cassatieberoep van LVNL als
dat van Chipshol verworpen. Dit betekent dat nu onherroepelijk vaststaat dat LVNL over de perioden
maart 1999 en 29 november 2002 tot 18 oktober 2005 onrechtmatig heeft geadviseerd. De eventueel
hieraan verbonden schadevergoeding moet in een schadestaatprocedure nader worden bepaald. Bij
brief van 30 april 2017 heeft Chipshol aangegeven de verjaring, als bedoeld in artikel 3:317 BW, te
stuiten.
Op 11 januari 2013 hebben (de verzekeraars van) Turkish Airlines alsmede Boeing, LVNL (mede‐)
aansprakelijk gesteld voor het ongeval van Turkish Airlines op 25 februari 2009. LVNL wordt verzocht
een deel van de schadevergoeding voor haar rekening te nemen. LVNL is voor eventueel te vergoeden
schade verzekerd. De aansprakelijkstellingen zijn afgewezen en (ook) in het verslagjaar 2017 hebben er
geen juridische vervolgacties van Turkish Airlines respectievelijk Boeing plaatsgevonden.
Naast de hierboven genoemde procedures loopt er nog een beperkt aantal kleine procedures. Hiervoor
zijn indien nodig reserveringen opgenomen.
Voorziening FLNA/IKV
De verplichting uit hoofde van de niet‐afgefinancierde opgebouwde FLNA/IKV‐rechten bedraagt 451
miljoen euro per 31 december 2017 (2016: 426 miljoen euro).
Aan de waardering van de voorziening ligt een actuariële berekening ten grondslag. In deze berekening
is voor 2017 een disconteringsvoet gehanteerd van 1,6 procent (2016: 1,6 procent). Alle overige
actuariële veronderstellingen en uitgangspunten zijn gelijk aan de veronderstellingen en
uitgangspunten in de voorziening FLNA/IKV Rotterdam, Eelde en Beek. Zie hiervoor paragraaf 21
Personeelsbeloningen.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 101
In 2017 is de IKV‐regeling ingevoerd. Deze wijziging heeft geleid tot een daling van 2 miljoen euro.
Daarnaast is de verplichting gestegen door de gestegen maximumsalarissen door cao‐afspraken (circa 2
miljoen euro), hogere sociale lasten en pensioenpremies per 1 januari 2018 (circa 4,3 miljoen euro) en
bijstelling van de kans op arbeidsongeschiktheid (circa 9,5 miljoen euro).
In de berekening is rekening gehouden met de fiscale eindheffing (52 procent) die moet worden betaald
bij de uitbetaling van de FLNA‐rechten.
De regeling wordt gefinancierd zodra de uitkeringen zich voordoen. De vergoeding die LVNL betaalt aan
de FLNA‐gerechtigden die in het boekjaar gebruik maken van de FLNA‐regeling (niet‐actief personeel) is
verantwoord onder de pensioenlasten (voor 2017 een bedrag van 13,2 miljoen euro). De verwachte
onttrekking in 2018 bedraagt 12,6 miljoen euro.
Op 15 augustus 2016 heeft de rechtbank van Amsterdam uitspraak gedaan ten gunste van de voormalig
CEO. Met deze uitspraak kan hij na zijn uitdiensttreding bij LVNL aanspraak maken op de FLNA
(vervangende) regeling tot en met de maximale bezoldiging vanuit deze regeling. Omdat betrokkene
tijdens het verslagjaar elders een dienstbetrekking heeft met inkomsten die de maximale bezoldiging
van genoemde vervangende regeling overstijgt, bestaat vanaf en gedurende deze indiensttreding geen
aanspraak op bezoldiging vanuit genoemde regeling en is de aanspraak als een voorwaardelijke
verplichting geclassificeerd.
25. Toelichting op het geconsolideerde kasstroomoverzicht
Netto‐kasstroom uit operationele activiteiten
In 2017 genereert LVNL een netto‐kasstroom uit operationele activiteiten, die 8,0 miljoen euro hoger is
dan vorig jaar. Deze toename is met name het gevolg van de stijging in het aantal door LVNL
afgehandelde vliegbewegingen in zowel de en‐route als terminal heffingszone. Daarnaast zijn de
inkomsten voor diensten aan derden gestegen.
De operationele betalingen stijgen met 11,0 miljoen door meer betalingen aan personeel door de cao‐
afspraken en de toename van de kosten (onder andere inhuur).
Uit hoofde van de kassiersfunctie wordt ook een positieve kasstroom gegenereerd. Deze partijen
profiteren eveneens van een toename van het en‐route verkeer in 2017.
Netto‐kasstroom uit investeringsactiviteiten
De kasstroom uit investeringen daalt ten opzichte van vorig jaar met 10,5 miljoen euro. Voor een
toelichting op de lopende projecten zie de toelichting in paragraaf 14 Immateriële vaste activa en
paragraaf 15 Materiële vaste activa.
Netto‐kasstroom uit financieringsactiviteiten
Net als vorig jaar is sprake van een kasuitstroom. Deze kasuitstroom wordt onder andere veroorzaakt
door de reguliere aflossingen op de langlopende leningen. De aflossingsverplichting is gelijk gebleven. Er
zijn geen nieuwe leningen afgeroepen in 2017. De uitstroom is lager dan vorig jaar omdat er in 2017 een
aanzienlijk bedrag aan vooruit ontvangen subsidiebedragen is ontvangen.
102 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
26. Specificatie naar heffingszone
LVNL verleent haar diensten in de volgende heffingszones:
a) En‐route De en‐route dienstverlening omvat de algemene dienstverlening, inclusief
naderingsverkeersleiding van de luchthaven;
b) Terminal De terminal dienstverlening omvat de torendienstverlening op de luchthavens
Amsterdam Airport Schiphol, Rotterdam The Hague Airport, Groningen Airport Eelde
en Maastricht Aachen Airport;
c) NSAA De NSAA‐dienstverlening betreft met name het helikopterverkeer in het gebied North
Sea Area Amsterdam.
Volgens de EU‐verordening EU 550/2004 moet LVNL een transparante verantwoording opstellen. Er
moet onderscheid worden gemaakt in de kosten voor het verlenen van luchtverkeersdiensten en de
diensten die een provider maakt anders dan het verlenen van luchtverkeersdiensten. De kosten van
luchtverkeersdiensten bestaan uit alle kosten die worden gemaakt om de gebruiker in het luchtruim te
voorzien van luchtvaartnavigatie. Er is hier geen sprake van gesegmenteerde informatie volgens de
IFRS‐standaard IFRS 8.
Overige diensten zijn activiteiten die LVNL verricht buiten haar wettelijke taak. Het gaat hier om
werkzaamheden die LVNL verricht voor bijvoorbeeld de civiel‐militaire samenwerking en de verhuur van
ruimte die ‘tijdelijk’ niet wordt gebruikt. In overleg met en met instemming van het ministerie van
Infrastructuur en Waterstaat is besloten om deze diensten vanaf 2016 afzonderlijk te presenteren als
Overige diensten in zowel de begroting als de jaarrekening.
2017 Wettelijke taak Overige diensten Totaal (bedragen in € 1.000) Verlenen van
luchtverkeerdiensten
Omzet 217.556 ‐ 217.556
Overige opbrengsten 10.078 3.974 14.052
Bedrijfsopbrengsten 227.634 3.974 231.608
Kosten 199.759 3.974 203.733
Resultaat 27.875 ‐ 27.875
2016 Wettelijke taak Overige diensten Totaal (bedragen in € 1.000) Verlenen van
luchtverkeerdiensten
Omzet 210.938 ‐ 210.938
Overige opbrengsten 10.265 5.104 15.369
Bedrijfsopbrengsten 221.203 5.104 231.608
Kosten 195.650 4.770 203.733
Resultaat 25.553 334 25.887
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 103
De uitsplitsing naar heffingszones over 2017 is als volgt:
Verreken methodiek Totaal
Prestatiesturing N+2 Wettelijke taak
En‐route Terminal NSAA Luchtverkeerdiensten
Omzet 152.042 63.843 1.671 217.556
Overige opbrengsten 4.153 7.270 254 11.677
Bedrijfsopbrengsten 156.195 71.113 1.925 229.233
Kosten 135.078 62.952 1.729 199.759
Resultaat 21.117 8.161 196 29.474
Resultaatbestemming
Bestemmingsfonds 7.246 5.007 ‐ 12.253
Egalisatiereserve 13.871 3.154 196 17.221
21.117 8.161 196 29.474
Op alle heffingszones zijn positieve resultaten behaald.
De uitsplitsing naar heffingszones over 2016 is als volgt:
Uitsplitsing wettelijke taak: verlenen van luchtverkeersdiensten
Verrekenmethodiek Totaal
Prestatiesturing N+2 Wettelijke taak
En‐route Terminal NSAA Luchtverkeersdiensten
Omzet 148.115 61.315 1.508 210.938
Overige opbrengsten 3.340 6.679 246 10.265
Bedrijfsopbrengsten 151.455 67.994 1.754 221.203
Kosten 133.732 60.187 1.731 195.650
Resultaat 17.723 7.807 23 25.553
Resultaatbestemming
Bestemmingsfonds 2.656 5.004 ‐ 7.660
Egalisatiereserve 15.067 2.803 23 17.893
17.723 7.807 23 25.553
Op alle heffingszones zijn positieve resultaten behaald.
27. Gerelateerde partijen
De Staat der Nederlanden en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat
De Staat der Nederlanden is verantwoordelijk voor de wetgeving met betrekking tot het verlenen van
luchtverkeersdiensten. Uit artikel 5.14 lid 1 Wet luchtvaart blijkt dat binnen het vluchtinformatiegebied
Amsterdam luchtverkeersdiensten kunnen worden verleend door: a) LVNL en b) de Minister van
Defensie. Uit artikel 5.14 lid 2 Wet luchtvaart blijkt dat de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en
de Minister van Defensie samen bepalen welke instanties luchtverkeersdienstverlening mogen geven.
104 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
Door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat wordt jaarlijks bepaald welk deel LVNL ontvangt
vanuit de verrekeningen EUROCONTROL en hoe LVNL deze moet bestemmen. Voor 2017 is deze als
volgt bepaald:
Verrekeningen EUROCONTROL 9.518
af: Vergoeding vrijgestelde vluchten ‐2.502 Vergoeding VFR ‐583 Vergoeding Bonaire ‐650
‐3.735
Vrij besteedbare deel verrekeningen EUROCONTROL 5.783
Bestemming door ministerie 2017 Compensatie ontwikkelkosten Lelystad 2017 4.278 Toevoegen bestemmingsfonds Terminal 1.505
5.783
Joint ventures
LVNL heeft belangen in een tweetal joint ventures waarin LVNL gezamenlijke zeggenschap uitoefent in
bedrijfsvoering en financieel beleid.
• Stichting KDC (Knowledge and Development Centre Mainport Schiphol). Deze stichting heeft als
doel het ontwikkelen en integreren van kennis om te komen tot oplossingen die het mogelijk
maken de positie van de luchtvaart in Nederland in het algemeen en de Mainportpositie van
Amsterdam Airport Schiphol in Europa in het bijzonder zeker te stellen en uit te bouwen. In deze
stichting nemen naast LVNL ook Schiphol Nederland B.V. en de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij
deel;
• Stichting Bas (Bewonersaanspreekpunt Schiphol). Deze stichting is opgericht door LVNL en Schiphol
Nederland B.V. met als doel de registratie, behandeling, analyse en rapportage van klachten over
luchtvaartactiviteiten die op en in de omgeving van Amsterdam Airport Schiphol plaatsvinden, het
geven van informatie daarover en al hetgeen met het bovenstaande verband houdt of daartoe
bevorderlijk kan zijn.
Naam
Plaats van vestiging
Direct/indirect belang
Stichting KDC Schiphol 33%
Stichting Bas Schiphol 50%
Deze joint ventures worden gewaardeerd volgens de netto‐vermogenswaardemethode. Voor 2017 en
2016 is de nettovermogenswaarde van deze joint ventures gelijk gesteld aan 0 euro.
Voor beide stichtingen heeft LVNL geen oprichtingskapitaal gestort. De kosten van de door deze
stichtingen verrichte diensten zijn opgenomen onder de algemene kosten in de exploitatierekening.
In 2017 bedragen de kosten voor Stichting KDC 59 duizend euro (2016: 73 duizend euro) en voor
Stichting Bas 228 duizend euro (2016: 203 duizend euro).
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 105
Topfunctionarissen
Voor informatie over transacties met de bestuursleden en de leden van de raad van toezicht verwijzen
wij naar de toelichting 28. Er zijn in 2017 geen andere transacties geweest dan salarissen en de
verstrekte vergoedingen genoemd in de toelichting 28.
28. Rapportage WNT
Algemeen
Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector
(WNT) in werking getreden. LVNL valt hierbij onder regime 2, waar het algemene bezoldigingsmaximum
van toepassing is. In 2017 is de geldende norm hiervoor 181.000 euro (2016:179.000 euro).
Topfunctionarissen: bestuur
Het bestuur is belast met de dagelijkse leiding van LVNL en vertegenwoordigt LVNL in en buiten rechte.
Bestuursleden worden voor een periode van ten hoogste vijf jaren benoemd door de Minister van
Infrastructuur en Waterstaat op voordracht van de raad van toezicht. Herbenoeming kan telkens voor
een periode van maximaal vijf jaar plaatsvinden. Het bestuur van LVNL volgt de principes van collegiaal
bestuur. Het bestuur geeft leiding aan de organisatie en de daarbinnen onderkende bedrijfsprocessen.
Het bestuur hanteert het Reglement inrichting en bedrijfsvoering LVNL (Bestuursreglement).
Michiel van Dorst had in 2017 een hogere bezoldiging dan de geldende norm van 181.000 euro. De
bezoldiging van Michiel van Dorst is conform een gezamenlijk besluit van de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat en de Minister van Binnenlandse Zaken, met instemming van de ministerraad.
Onderstaande tabel toont de bestuurdersbeloningen in 2017.
(bedragen in euro’s) Beloning Pensioenpremies WNT‐bezoldiging
Michiel van Dorst 209.916 19.084 229.000
Marlou Banning 162.989 17.997 180.986
Totaal 372.905 37.081 409.986
De pensioenpremies betreffen het werkgeversdeel van de pensioenkosten. De bezoldiging van de
individuele bestuurders wordt door de raad van toezicht vastgesteld. De bestuursleden hebben een full
time dienstverband van 38 uur. Onderstaande tabel toont de bezoldiging van de bestuursleden in 2016.
(bedragen in euro’s) Beloning Pensioenpremies WNT‐bezoldiging
Michiel van Dorst
(vanaf 1 mei 2016) 133.050 11.251 144.301
Marlou Banning
(vanaf 8 augustus 2016) 60.390 6.299 66.689
Paul Riemens
(tot 7 april 2016) 101.824 5.028 106.852
Jos van Rooijen
(tot 1 september 2016) 209.789 12.310 222.099
106 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
Topfunctionarissen: managementteam LVNL
De werkorganisatie onder het bestuur is ingedeeld in directoraten. Aan het hoofd van ieder directoraat
staat een Director of een General Manager, belast met de leiding over het directoraat. Zij worden
benoemd door het bestuur.
Tot 2014 heeft LVNL deze managers aangemerkt als topfunctionarissen. In het huidige
bestuursreglement is echter aangegeven dat het bestuur de dagelijkse bedrijfsvoering aanstuurt, het
managementteam is daarbij slechts een adviserend orgaan zonder formele beslissingsbevoegdheden
ten aanzien van de gehele rechtspersoon. Hierdoor kwalificeren de leden van het managementteam,
zoals per 31 december 2014 in de jaarrekening is toegelicht, niet (langer) als topfunctionaris. Zij worden
derhalve vanaf 2015 toegelicht als gewezen topfunctionaris en daarvoor geldt geen bezoldigingsnorm.
Onderstaande tabel toont de gewezen topfunctionarissen.
(bedragen in € 1) Functie Beloning Pensioenpremies WNT‐bezoldiging
Jurgen van Avermaete General Manager 185.246 18.516 203.762
Marcel Bakker General Manager 193.552 18.724 212.276
Martin Beringer Verkeersleider FLNA 195.649 25.499 221.148
Jasper Daams General Manager 193.979 18.724 212.703
Hans Keetman General Manager 211.466 18.832 230.298
Onderstaande tabel toont de bezoldiging van de gewezen topfunctionarissen in 2016.
(bedragen in € 1) Functie Beloning Pensioenpremies WNT‐bezoldiging
Jurgen van Avermaete General Manager 180.611 16.028 196.639
Marcel Bakker General Manager 188.368 16.211 204.579
Martin Beringer Verkeersleider FLNA 183.216 22.063 205.279
Jasper Daams General Manager 188.965 16.210 205.175
Hans Keetman General Manager 206.173 16.306 222.479
Overzicht niet‐topfunctionarissen
De rapportagegrens voor de niet‐topfunctionarissen bedraagt 181.000 euro bij een fulltime
dienstverband (38 uur). Er is een aantal medewerkers met een parttime dienstverband. De voor hen
toepasselijke rapportagegrens is als volgt:
Uren per week Rapportagegrens in
euro
26,60 126.700 30,00 142.895
30,40 144.800
31,65 150.754
32,30 153.850
34,20 162.900
LV
NL‐jaarverslag 2
017 ‐ versie 1
.1
124 pagin
a's 107
Bedragen in euro’s
2017
2016
Fu
nctienaa
m ultim
o 2017
Datum in
dienst
Uren p/w
ultim
o 2017
Beloning + belastbare
onko
sten
vergoed
inge
n
ABP W
G‐last 2017
WNT bezoldiging 2017
Datum uit dienst
Ontslagvergo
eding 2017
Functienaa
m ultim
o 2016
Datum in
dienst
Uren p/w
ultim
o 2016
Beloning + belastbare
onko
sten
vergoed
inge
n
ABP W
G‐last 2016
WNT bezoldiging 2016
Datum uit dienst
Ontslagvergo
eding 2016
1. Director / Unit manager okt‐92 38,00 264.348 20.451 284.800 ‐ ‐
Unit Manager okt‐92 38,00 253.825 17.655 271.497 ‐ ‐
2. Supervisor / Unit manager mei‐93 38,00 260.477 20.451 280.929 ‐ ‐
Unit Manager mei‐93 38,00 254.414 17.655 272.069 ‐ ‐
3. Supervisor / General
manager
nov‐93 38,00 255.933 20.330 276.264 ‐ ‐
General Manager /
Supervisor
nov‐93 38,00 250.479 17.565 268.044 ‐ ‐
4. Supervisor okt‐88 38,00 255.402 20.321 275.723 ‐ ‐
Supervisor okt‐88 38,00 261.424 17.547 278.971 ‐ ‐
5. Unit Manager / Supervisor nov‐95 38,00 253.901 19.740 273.642 ‐ ‐
Supervisor nov‐95 38,00 229.922 17.035 247.058 ‐ ‐
6. Supervisor sep‐86 38,00 252.120 20.128 272.248 ‐ ‐
Supervisor sep‐86 38,00 243.266 17.374 260.641 ‐ ‐
7. Supervisor / Unit manager nov‐93 38,00 240.113 20.350 260.463 ‐ ‐
Unit Manager nov‐93 38,00 258.622 17.565 276.223 ‐ ‐
8. Supervisor sep‐85 38,00 237.889 21.667 259.557 ‐ ‐
Supervisor sep‐85 38,00 226.780 17.024 243.804 ‐ ‐
9. Unit Manager / Supervisor okt‐92 38,00 238.915 19.825 258.740 ‐ ‐
Supervisor okt‐92 38,00 222.558 16.614 239.173 ‐ ‐
10. Supervisor apr‐88 38,00 238.930 19.777 258.707 ‐ ‐
Supervisor apr‐88 38,00 231.299 17.067 248.367 ‐ ‐
11. Unit Manager / Supervisor jan‐90 38,00 236.884 19.812 256.696 ‐ ‐
Supervisor jan‐90 38,00 230.025 17.110 247.135 ‐ ‐
12. Supervisor apr‐91 38,00 235.705 19.801 255.507 ‐ ‐
Supervisor apr‐91 38,00 229.011 17.110 246.121 ‐ ‐
13. Supervisor aug‐84 38,00 234.448 20.309 254.758 ‐ ‐
Supervisor aug‐84 38,00 230.454 17.110 247.564 ‐ ‐
14. Supervisor sep‐85 38,00 234.448 19.825 254.273 ‐ ‐
Supervisor sep‐85 38,00 230.454 17.110 247.587 ‐ ‐
15. Supervisor okt‐88 38,00 234.448 19.825 254.273 ‐ ‐
Supervisor okt‐88 38,00 231.831 17.110 248.941 ‐ ‐
16. Supervisor mei‐89 38,00 234.448 19.825 254.273 ‐ ‐
Supervisor mei‐89 38,00 230.454 17.110 247.564 ‐ ‐
17. Supervisor nov‐89 38,00 234.448 19.825 254.273 ‐ ‐
Supervisor nov‐89 38,00 230.454 17.110 247.564 ‐ ‐
18. Supervisor jan‐90 38,00 234.448 19.825 254.273 ‐ ‐
Supervisor jan‐90 38,00 231.831 17.110 248.941 ‐ ‐
19. Supervisor jan‐97 38,00 234.448 19.825 254.273 ‐ ‐
Supervisor jan‐97 38,00 230.343 17.110 247.453 ‐ ‐
20. Supervisor okt‐92 38,00 233.924 19.777 253.701 ‐ ‐
Supervisor okt‐92 38,00 229.922 17.067 246.989 ‐ ‐
21. Supervisor apr‐87 38,00 232.527 19.777 252.304 ‐ ‐
Supervisor apr‐87 38,00 228.545 17.067 245.612 ‐ ‐
22. Supervisor okt‐92 38,00 232.252 19.774 252.026 ‐ ‐
Supervisor okt‐92 38,00 221.091 16.898 237.989 ‐ ‐
23. Supervisor mei‐97 38,00 231.173 19.741 250.913 ‐ ‐
Supervisor mei‐97 38,00 227.239 17.034 244.274 ‐ ‐
24. Supervisor sep‐96 38,00 230.517 19.724 250.241 ‐ ‐
Supervisor sep‐96 38,00 226.918 17.110 244.028 ‐ ‐
25. Supervisor okt‐97 38,00 229.836 19.726 249.562 ‐ ‐
Supervisor okt‐97 38,00 218.613 16.855 235.467 ‐ ‐
108
124 pagin
a's LV
NL‐jaarverslag 2
017 ‐ versie 1
.1
2017
2016
Functienaa
m ultim
o 2017
Datum in
dienst
Uren p/w
ultim
o 2017
Beloning + belastbare
onko
sten
vergoed
inge
n
ABP W
G‐last 2017
WNT bezoldiging 2017
Datum uit dienst
Ontslagvergo
eding 2017
Functienaa
m ultim
o 2016
Datum in
dienst
Uren p/w
ultim
o 2016
Beloning + belastbare
onko
sten
vergoed
inge
n
ABP W
G‐last 2016
WNT bezoldiging 2016
Datum uit dienst
Ontslagvergo
eding 2016
26. Supervisor nov‐97 38,00 229.607 19.704 249.311 ‐ ‐
Supervisor nov‐97 38,00 220.358 16.833 237.191 ‐ ‐
27. Supervisor apr‐91 38,00 229.580 19.714 249.294 ‐ ‐
Supervisor apr‐91 38,00 218.919 16.823 235.742 ‐ ‐
28. Supervisor aug‐97 38,00 228.910 19.728 248.638 ‐ ‐
Supervisor aug‐97 38,00 222.367 16.855 239.222 ‐ ‐
29. Supervisor apr‐88 38,00 228.353 19.676 248.029 ‐ ‐
Supervisor apr‐88 38,00 224.634 16.965 241.599 ‐ ‐
30. Supervisor okt‐96 38,00 227.105 19.570 246.675 ‐ ‐
Supervisor okt‐96 38,00 221.966 16.887 238.853 ‐ ‐
31. Supervisor aug‐95 38,00 227.026 19.440 246.466 ‐ ‐
Supervisor aug‐95 38,00 212.124 16.614 228.738 ‐ ‐
32. Supervisor / Unit manager okt‐94 38,00 225.758 20.398 246.156 ‐ ‐
Unit Manager okt‐94 38,00 252.316 17.608 270.018 ‐ ‐
33. Supervisor jan‐97 38,00 223.805 19.463 243.268 ‐ ‐
Supervisor jan‐97 38,00 209.504 16.616 226.120 ‐ ‐
34. Supervisor /
Verkeersleider (2)
aug‐97 38,00 223.406 19.553 242.959 ‐ ‐
Verkeersleider (2) aug‐97 38,00 204.504 16.390 220.894 ‐ ‐
35. Supervisor jan‐91 38,00 222.088 19.471 241.559 ‐ ‐
Supervisor jan‐91 38,00 216.922 16.787 233.708 ‐ ‐
36. Supervisor mei‐93 38,00 218.087 19.777 237.864 ‐ ‐
Supervisor mei‐93 38,00 229.922 17.067 246.989 ‐ ‐
37. Unit Manager / Supervisor jan‐90 38,00 216.527 19.255 235.782 ‐ ‐
Supervisor jan‐90 38,00 208.660 16.614 225.275 ‐ ‐
38. Supervisor mei‐92 38,00 215.401 19.211 234.612 ‐ ‐
Supervisor mei‐92 38,00 214.136 16.898 231.034 ‐ ‐
39. Supervisor mrt‐05 38,00 215.310 19.211 234.522 ‐ ‐
Supervisor mrt‐05 38,00 211.861 16.560 228.421 ‐ ‐
40. Supervisor sep‐90 38,00 213.329 19.255 232.584 ‐ ‐
Supervisor sep‐90 38,00 208.660 16.614 225.275 ‐ ‐
41. Supervisor jan‐95 38,00 212.057 19.255 231.312 ‐ ‐
Supervisor jan‐95 38,00 208.584 16.598 225.183 ‐ ‐
42. Supervisor okt‐97 38,00 211.874 19.253 231.127 ‐ ‐
Supervisor okt‐97 38,00 200.881 16.310 217.192 ‐ ‐
43. Supervisor sep‐90 38,00 211.580 19.211 230.792 ‐ ‐
Supervisor sep‐90 38,00 209.430 16.576 226.005 ‐ ‐
44. Supervisor nov‐89 38,00 211.107 19.218 230.326 ‐ ‐
Supervisor nov‐89 38,00 228.545 17.067 245.612 ‐ ‐
45. Supervisor okt‐88 38,00 210.689 19.216 229.905 ‐ ‐
Supervisor okt‐88 38,00 220.069 16.898 236.967 ‐ ‐
46. Supervisor okt‐88 38,00 210.531 19.211 229.743 ‐ ‐
Supervisor okt‐88 38,00 207.452 16.576 224.027 ‐ ‐
47. Verkeersleider (2) jan‐01 38,00 208.732 19.077 227.809 ‐ ‐
Verkeersleider (2) jan‐01 38,00 203.058 16.460 219.517 ‐ ‐
48. Supervisor feb‐00 38,00 207.522 18.864 226.386 ‐ ‐
Supervisor feb‐00 38,00 193.393 16.116 209.509 ‐ ‐
49. Verkeersleider (2) nov‐91 38,00 207.036 19.060 226.096 ‐ ‐
Verkeersleider (2) nov‐91 38,00 194.598 16.150 210.747 ‐ ‐
50. Verkeersleider (2) jul‐00 38,00 206.724 19.088 225.812 ‐ ‐
Verkeersleider (2) jul‐00 38,00 202.273 16.470 218.743 ‐ ‐
51. Supervisor sep‐99 38,00 206.349 19.077 225.426 ‐ ‐
Supervisor sep‐99 38,00 196.576 16.310 212.886 ‐ ‐
52. Verkeersleider (2) feb‐88 38,00 206.291 19.077 225.368 ‐ ‐
Verkeersleider (2) feb‐88 38,00 201.843 16.460 218.315 ‐ ‐
53. Verkeersleider (2) okt‐92 38,00 205.829 19.034 224.863 ‐ ‐
Verkeersleider (2) okt‐92 38,00 200.160 16.422 216.582 ‐ ‐
LV
NL‐jaarverslag 2
017 ‐ versie 1
.1
124 pagin
a's 109
2017
2016
Functienaa
m ultim
o 2017
Datum in
dienst
Uren p/w
ultim
o 2017
Beloning + belastbare
onko
sten
vergoed
inge
n
ABP W
G‐last 2017
WNT bezoldiging 2017
Datum uit dienst
Ontslagvergo
eding 2017
Functienaa
m ultim
o 2016
Datum in
dienst
Uren p/w
ultim
o 2016
Beloning + belastbare
onko
sten
vergoed
inge
n
ABP W
G‐last 2016
WNT bezoldiging 2016
Datum uit dienst
Ontslagvergo
eding 2016
54. Verkeersleider (2) mei‐93 38,00 205.829 19.034 224.863 ‐ ‐
Verkeersleider (2) mei‐93 38,00 202.589 16.422 219.011 ‐ ‐
55. Verkeersleider (2) apr‐88 38,00 205.824 19.034 224.858 ‐ ‐
Verkeersleider (2) apr‐88 38,00 200.160 16.422 216.582 ‐ ‐
56. Verkeersleider (2) aug‐97 38,00 205.675 19.032 224.706 ‐ ‐
Verkeersleider (2) aug‐97 38,00 196.261 16.274 212.542 ‐ ‐
57. Supervisor nov‐96 38,00 205.283 19.022 224.305 ‐ ‐
Supervisor nov‐96 38,00 199.721 16.399 216.119 ‐ ‐
58. Verkeersleider (2) nov‐89 38,00 204.638 19.034 223.672 ‐ ‐
Verkeersleider (2) nov‐89 38,00 200.160 16.422 216.582 ‐ ‐
59. Verkeersleider (2) okt‐88 38,00 203.656 19.010 222.666 ‐ ‐
Verkeersleider (2) okt‐88 38,00 200.404 16.390 216.794 ‐ ‐
60. Verkeersleider (2) mei‐89 38,00 203.388 19.040 222.428 ‐ ‐
Verkeersleider (2) mei‐89 38,00 202.828 16.432 219.260 ‐ ‐
61. Verkeersleider (2) feb‐06 38,00 203.464 18.905 222.369 ‐ ‐
Verkeersleider (2) feb‐06 38,00 193.901 16.165 210.066 ‐ ‐
62. Supervisor okt‐94 38,00 203.287 19.034 222.321 ‐ ‐
Supervisor okt‐94 38,00 208.617 16.927 225.544 ‐ ‐
63. Verkeersleider (2) jan‐98 38,00 202.447 18.988 221.434 ‐ ‐
Verkeersleider (2) jan‐98 38,00 193.147 16.224 209.418 ‐ ‐
64. Verkeersleider (2) okt‐88 38,00 202.423 19.010 221.433 ‐ ‐
Verkeersleider (2) okt‐88 38,00 199.190 16.390 215.580 ‐ ‐
65. Verkeersleider (2) okt‐97 38,00 202.328 18.867 221.195 ‐ ‐
Verkeersleider (2) okt‐97 38,00 190.996 16.130 207.126 ‐ ‐
66. Verkeersleider (2) aug‐97 38,00 200.209 18.768 218.976 ‐ ‐
Verkeersleider (2) aug‐97 38,00 190.739 16.043 206.783 ‐ ‐
67. Supervisor jan‐02 38,00 199.859 18.862 218.720 ‐ ‐
Supervisor jan‐02 38,00 188.015 16.130 204.144 ‐ ‐
68. Supervisor okt‐85 34,20 200.192 17.658 217.850 ‐ ‐
Supervisor okt‐85 34,20 199.849 15.110 214.960 ‐ ‐
69. Verkeersleider (2) nov‐96 38,00 197.873 18.765 216.639 ‐ ‐
Verkeersleider (2) nov‐96 38,00 188.574 16.040 204.614 ‐ ‐
70. Supervisor jan‐99 38,00 196.749 18.738 215.487 ‐ ‐
Supervisor jan‐99 38,00 187.529 16.022 203.551 ‐ ‐
71. Verkeersleider (2) feb‐00 38,00 194.382 18.698 213.080 ‐ ‐
Verkeersleider (2) feb‐00 38,00 185.275 15.988 201.264 ‐ ‐
72. Supervisor sep‐88 38,00 193.505 18.995 212.499 ‐ ‐
Supervisor sep‐88 38,00 198.657 16.382 215.039 ‐ ‐
73. Verkeersleider (2) sep‐97 38,00 193.085 18.574 211.659 ‐ ‐
Verkeersleider (2) sep‐97 38,00 180.589 15.768 196.381 ‐ ‐
74. Verkeersleider (2) mei‐89 38,00 192.878 18.738 211.616 ‐ ‐
Verkeersleider (2) mei‐89 38,00 188.878 16.165 205.061 ‐ ‐
75. Verkeersleider (2) mei‐92 38,00 192.444 18.698 211.142 ‐ ‐
Verkeersleider (2) mei‐92 38,00 188.438 16.130 204.567 ‐ ‐
76. Verkeersleider (2) nov‐89 38,00 191.721 18.738 210.458 ‐ ‐
Verkeersleider (2) nov‐89 38,00 188.878 16.165 205.043 ‐ ‐
77. Verkeersleider (2) aug‐96 38,00 190.851 18.735 209.586 ‐ ‐
Verkeersleider (2) aug‐96 38,00 183.520 16.022 199.542 ‐ ‐
78. Verkeersleider (2) jan‐90 38,00 190.094 18.738 208.832 ‐ ‐
Verkeersleider (2) jan‐90 38,00 188.878 16.165 205.043 ‐ ‐
79. Verkeersleider (2) aug‐96 38,00 189.953 18.662 208.615 ‐ ‐
Verkeersleider (2) aug‐96 38,00 194.362 16.086 210.449 ‐ ‐
80. Verkeersleider (2) aug‐07 38,00 189.194 18.674 207.868 ‐ ‐
Verkeersleider (2) aug‐07 38,00 186.411 16.115 202.526 ‐ ‐
81. Verkeersleider (2) aug‐07 38,00 189.194 18.674 207.868 ‐ ‐
Verkeersleider (2) aug‐07 38,00 186.379 16.108 202.487 ‐ ‐
110
124 pagin
a's LV
NL‐jaarverslag 2
017 ‐ versie 1
.1
2017
2016
Functienaa
m ultim
o 2017
Datum in
dienst
Uren p/w
ultim
o 2017
Beloning + belastbare
onko
sten
vergoed
inge
n
ABP W
G‐last 2017
WNT bezoldiging 2017
Datum uit dienst
Ontslagvergo
eding 2017
Functienaa
m ultim
o 2016
Datum in
dienst
Uren p/w
ultim
o 2016
Beloning + belastbare
onko
sten
vergoed
inge
n
ABP W
G‐last 2016
WNT bezoldiging 2016
Datum uit dienst
Ontslagvergo
eding 2016
82. Supervisor mei‐89 34,20 189.460 17.297 206.757 ‐ ‐
Supervisor mei‐89 34,20 186.536 14.899 201.436 ‐ ‐
83. Verkeersleider (2) okt‐88 38,00 186.536 19.077 205.613 ‐ ‐
Verkeersleider (2) okt‐88 38,00 179.728 16.460 196.187 ‐ ‐
84. Supervisor mrt‐03 38,00 184.759 18.569 203.327 ‐ ‐
Supervisor /
Verkeersleider (2)
mrt‐03 38,00 165.535 15.554 181.089 ‐ ‐
85. Supervisor nov‐95 30,40 184.786 15.727 200.512 ‐ ‐
Supervisor nov‐95 30,40 179.320 13.557 192.877 ‐ ‐
86. Verkeersleider (2) sep‐96 34,20 182.040 17.085 199.126 ‐ ‐
Verkeersleider (2) sep‐96 34,20 183.420 14.732 198.151 ‐ ‐
87. Verkeersleider (2) mrt‐03 38,00 178.748 18.375 197.123 ‐ ‐
Verkeersleider (2) mrt‐03 38,00 164.093 15.523 179.616 ‐ ‐
88. Verkeersleider (2) mei‐92 32,30 180.285 16.277 196.562 ‐ ‐
Verkeersleider (2) mei‐92 32,30 175.323 14.035 189.358 ‐ ‐
89. Verkeersleider (2) feb‐09 38,00 177.581 18.380 195.961 ‐ ‐
Verkeersleider (2) feb‐09 38,00 182.998 16.031 199.028 ‐ ‐
90. Teammanager sep‐96 38,00 176.199 18.267 194.466 ‐ ‐
Teammanager sep‐96 38,00 169.606 15.456 185.062 ‐ ‐
91. Verkeersleider (2) nov‐94 34,20 174.772 16.835 191.606 ‐ ‐
Verkeersleider (2) nov‐94 34,20 171.220 14.517 185.737 ‐ ‐
92. Verkeersleider (2) jan‐02 38,00 170.504 18.247 188.751 ‐ ‐
Verkeersleider (2) jan‐02 38,00 165.875 15.630 181.505 ‐ ‐
93. Verkeersleider (2) jan‐02 38,00 170.560 18.157 188.718 ‐ ‐
Verkeersleider (2) jan‐02 38,00 162.530 15.554 178.084 ‐
94. Verkeersleider (2) jan‐01 38,00 170.280 18.106 188.386 ‐ ‐
Verkeersleider (2) jan‐01 38,00 161.487 15.554 177.041 ‐
95. Verkeersleider (2) dec‐04 38,00 170.055 18.165 188.220 ‐ ‐
Verkeersleider (2) dec‐04 38,00 167.239 15.660 182.899 ‐ ‐
96. Verkeersleider (2) sep‐02 38,00 169.899 18.123 188.023 ‐ ‐
Verkeersleider (2) sep‐02 38,00 162.918 15.523 178.441 ‐
97. Verkeersleider (2) feb‐11 38,00 169.703 18.125 187.829 ‐ ‐
Verkeersleider (2) feb‐11 38,00 165.459 15.632 181.091 ‐ ‐
98. FIC Verkeersleider (2) apr‐87 38,00 169.110 18.162 187.272 ‐ ‐
FIC Verkeersleider (2) apr‐87 38,00 166.764 15.664 182.428 ‐ ‐
99. Verkeersleider (2) mei‐02 38,00 168.868 18.035 186.903 ‐ ‐
Verkeersleider (2) mei‐02 38,00 160.966 15.445 176.411 ‐
100. Verkeersleider (2) sep‐03 38,00 168.692 18.111 186.803 ‐ ‐
Verkeersleider (2) sep‐03 38,00 156.819 15.406 172.225 ‐
101. Verkeersleider (2) jul‐98 31,65 169.941 16.684 186.625 ‐ ‐
Verkeersleider (2) jul‐98 38,00 161.839 16.165 178.004 ‐
102. Verkeersleider (2) nov‐00 38,00 167.635 18.033 185.668 ‐ ‐
Verkeersleider (2) nov‐00 38,00 157.750 15.445 173.194 ‐
103. Verkeersleider (2) jan‐02 38,00 164.977 18.002 182.979 ‐ ‐
Verkeersleider (2) jan‐02 38,00 165.875 15.630 181.505 ‐ ‐
104. Senior Verkeersleider jul‐98 38,00 164.799 17.904 182.703 ‐ ‐
Senior Verkeersleider jul‐98 38,00 156.963 15.439 172.417 ‐
105. Verkeersleider (2) jan‐02 34,20 152.327 16.237 168.564 ‐ ‐
Verkeersleider (2) jan‐02 35,43 148.679 15.357 164.036 ‐
106. Verkeersleider (2) sep‐03 34,20 148.663 16.221 164.885 ‐ ‐
Verkeersleider (2) sep‐03 34,20 144.340 13.785 158.126 ‐
107. Senior Verkeersleider mei‐92 30,40 133.914 14.314 148.228 ‐ ‐
Senior Verkeersleider mei‐92 30,40 125.458 12.332 137.789 ‐ ‐
108. Verkeersleider (2) nov‐93 26,60 131.180 13.016 144.196 ‐ ‐
Verkeersleider (2) nov‐93 26,60 128.688 11.208 139.896 ‐ ‐
109. Teammanager jan‐98 38,00 76.615 5.706 82.321 apr‐17 ‐
Teammanager jan‐98 38,00 162.684 15.400 178.131 ‐
LV
NL‐jaarverslag 2
017 ‐ versie 1
.1
124 pagin
a's 111
2017
2016
Functienaa
m ultim
o 2017
Datum in
dienst
Uren p/w
ultim
o 2017
Beloning + belastbare
onko
sten
vergoed
inge
n
ABP W
G‐last 2017
WNT bezoldiging 2017
Datum uit dienst
Ontslagvergo
eding 2017
Functienaa
m ultim
o 2016
Datum in
dienst
Uren p/w
ultim
o 2016
Beloning + belastbare
onko
sten
vergoed
inge
n
ABP W
G‐last 2016
WNT bezoldiging 2016
Datum uit dienst
Ontslagvergo
eding 2016
110. General Manager /
Supervisor
nov‐91 38,00 233.205 19.777 252.982 ‐ ‐
General Manager /
Supervisor
nov‐91 38,00 229.922 17.067 247.514 ‐ ‐
111. Verkeersleider FLNA dec‐83 38,00 219.582 26.183 245.765 ‐ ‐
Verkeersleider FLNA dec‐83 38,00 205.350 22.665 228.014 ‐ ‐
112. Verkeersleider FLNA jun‐82 38,00 206.764 25.570 232.334 ‐ ‐
Verkeersleider FLNA jun‐82 38,00 198.520 22.070 220.590 ‐ ‐
113. Verkeersleider FLNA apr‐88 38,00 202.309 25.559 227.868 ‐ ‐
Verkeersleider FLNA /
Supervisor
apr‐88 38,00 212.688 19.646 232.334 ‐ ‐
114. Verkeersleider FLNA mei‐86 38,00 202.247 25.564 227.810 ‐ ‐
Verkeersleider FLNA mei‐86 38,00 195.282 22.120 217.402 ‐ ‐
115. Verkeersleider FLNA nov‐84 38,00 201.004 25.499 226.503 ‐ ‐
Verkeersleider FLNA nov‐84 38,00 194.134 22.063 216.197 ‐ ‐
116. Verkeersleider FLNA jul‐88 38,00 199.815 25.641 225.456 ‐ ‐
Verkeersleider FLNA /
Supervisor
jul‐88 38,00 228.998 17.533 246.531 ‐ ‐
117. Verkeersleider FLNA nov‐84 38,00 198.584 25.570 224.154 ‐ ‐
Verkeersleider FLNA nov‐84 38,00 203.703 22.125 225.828 ‐
118. Verkeersleider FLNA dec‐84 38,00 198.149 25.570 223.719 ‐ ‐
Verkeersleider FLNA dec‐84 38,00 191.242 22.125 213.368 ‐
119. Verkeersleider FLNA sep‐86 38,00 196.885 25.479 222.364 ‐
Verkeersleider FLNA sep‐86 38,00 188.657 22.045 210.702 ‐ ‐
120. Verkeersleider FLNA nov‐87 38,00 196.005 25.479 221.484 ‐
Verkeersleider FLNA nov‐87 38,00 189.239 22.045 211.284 ‐ ‐
121. Verkeersleider FLNA jun‐82 38,00 198.436 19.343 217.779 ‐ ‐
Verkeersleider FLNA jun‐82 38,00 185.460 16.757 202.217 ‐ ‐
122. Verkeersleider FLNA jan‐83 38,00 187.399 25.287 212.686 ‐ ‐
Verkeersleider FLNA jan‐83 38,00 184.707 21.876 206.583 ‐
123. Verkeersleider FLNA nov‐77 38,00 187.862 20.359 208.221 ‐ ‐
Verkeersleider FLNA nov‐77 38,00 226.533 21.389 247.922 ‐ ‐
124. Verkeersleider FLNA jan‐82 38,00 181.127 24.923 206.051 ‐
Verkeersleider FLNA jan‐82 38,00 173.165 21.555 194.720 ‐ ‐
125. Verkeersleider FLNA /
FIC verkeersleider (2)
jul‐78 38,00 182.311 20.219 202.530 ‐ ‐
FIC Verkeersleider (2) jul‐78 38,00 152.775 15.346 168.121 ‐ ‐
126. Verkeersleider FLNA okt‐85 38,00 175.871 24.825 200.696 ‐ ‐
Verkeersleider FLNA okt‐85 38,00 165.884 21.469 187.352 ‐ ‐
127. Verkeersleider FLNA nov‐86 38,00 180.471 19.104 199.575 ‐ ‐
Verkeersleider FLNA nov‐86 38,00 175.495 16.547 192.042 ‐ ‐
128. Verkeersleider FLNA okt‐85 38,00 173.758 24.923 198.682 ‐ ‐
Verkeersleider FLNA okt‐85 38,00 171.454 21.555 193.009 ‐
129. Verkeersleider FLNA okt‐85 38,00 173.648 22.275 195.924 ‐ ‐
Verkeersleider FLNA okt‐85 38,00 181.355 21.785 203.140 ‐ ‐
130. Verkeersleider FLNA nov‐72 38,00 175.787 19.982 195.769 ‐ ‐
Verkeersleider FLNA nov‐72 38,00 170.178 17.320 187.498 ‐ ‐
131. Verkeersleider FLNA aug‐89 38,00 171.150 19.670 190.820 ‐ ‐
Verkeersleider FLNA aug‐89 38,00 176.161 21.624 197.784 ‐ ‐
132. Verkeersleider FLNA jan‐76 38,00 169.202 19.740 188.943 ‐ ‐
Verkeersleider FLNA jan‐76 38,00 196.749 19.577 216.325 ‐ ‐
133. Verkeersleider FLNA nov‐77 38,00 169.050 19.740 188.791 ‐ ‐
Verkeersleider FLNA nov‐77 38,00 188.812 18.309 207.120 ‐ ‐
134. Verkeersleider FLNA sep‐80 38,00 169.050 19.740 188.791 ‐ ‐
Verkeersleider FLNA sep‐80 38,00 164.192 17.107 181.299 ‐ ‐
112
124 pagin
a's LV
NL‐jaarverslag 2
017 ‐ versie 1
.1
2017
2016
Functienaa
m ultim
o 2017
Datum in
dienst
Uren p/w
ultim
o 2017
Beloning + belastbare
onko
sten
vergoed
inge
n
ABP W
G‐last 2017
WNT bezoldiging 2017
Datum uit dienst
Ontslagvergo
eding 2017
Functienaa
m ultim
o 2016
Datum in
dienst
Uren p/w
ultim
o 2016
Beloning + belastbare
onko
sten
vergoed
inge
n
ABP W
G‐last 2016
WNT bezoldiging 2016
Datum uit dienst
Ontslagvergo
eding 2016
135. Verkeersleider FLNA jan‐83 38,00 169.050 19.740 188.791 ‐ ‐
Verkeersleider FLNA jan‐83 38,00 169.056 17.908 186.965 ‐ ‐
136. Verkeersleider FLNA dec‐73 38,00 166.664 19.659 186.323 ‐ ‐
Verkeersleider FLNA dec‐73 38,00 161.465 17.035 178.501 ‐ ‐
137. Verkeersleider FLNA jan‐82 38,00 166.438 19.651 186.090 ‐ ‐
Verkeersleider FLNA jan‐82 38,00 161.249 17.029 178.278 ‐ ‐
138. Verkeersleider FLNA nov‐71 38,00 164.738 18.512 183.251 ‐ ‐
Verkeersleider FLNA nov‐71 38,00 160.832 16.036 176.868 ‐ ‐
139. Verkeersleider FLNA jan‐76 38,00 155.844 17.080 172.924 nov‐17 ‐
Verkeersleider FLNA jan‐76 38,00 154.119 16.805 170.924 ‐ ‐
140. Verkeersleider FLNA apr‐87 30,40 131.098 19.535 150.634 ‐ ‐
Verkeersleider FLNA apr‐87 30,40 123.721 16.889 140.610 ‐ ‐
141. Verkeersleider FLNA sep‐76 30,00 130.355 19.317 149.672 ‐ ‐
Verkeersleider FLNA sep‐76 30,00 135.019 16.701 151.720 ‐ ‐
142. Verkeersleider FLNA okt‐70 38,00 138.417 10.895 149.311 jul‐17 ‐
Verkeersleider FLNA okt‐70 38,00 215.319 17.391 232.710 ‐ ‐
143. Verkeersleider FLNA nov‐71 38,00 112.391 5.898 118.289 apr‐17 ‐
Verkeersleider FLNA nov‐71 38,00 210.799 17.035 227.834 ‐ ‐
144. Verkeersleider FLNA okt‐74 38,00 100.776 10.376 111.152 jul‐17 ‐
Verkeersleider FLNA okt‐74 38,00 154.119 16.805 170.924 ‐ ‐
145. Manager feb‐01 38,00 185.550 18.519 204.069 ‐ ‐
Manager feb‐01 38,00 180.756 16.027 196.886 ‐ ‐
146. Manager ICAS jan‐12 38,00 183.196 18.537 201.733 ‐ ‐
Manager ICAS jan‐12 38,00 187.808 16.212 204.020 ‐ ‐
147. Medewerker / Director dec‐84 38,00 303.039 24.592 327.631 ‐ ‐
Director dec‐84 38,00 276.446 18.090 294.666 ‐ ‐
LV
NL‐jaarverslag 2
017 ‐ versie 1
.1
124 pagin
a's 113
Toelichting bij bovenstaande tabel
Nummer 1 t/m 109
De beloning van LVNL‐verkeersleiders is in lijn met de beloning van luchtverkeersleiders in andere Europese landen. Het management van verkeersleiders (e.g. director, unit
managers, supervisors) is afkomstig uit de groep verkeersleiders en ontvangt een beloning passend binnen het loongebouw van LVNL. Verkeersleiders en het management
van verkeersleiders ontvangen als onderdeel van de beloning een toeslag voor onregelmatige diensten (TOD).
Nummer 110
Deze general manager heeft een achtergrond als verkeersleider en functioneert ook nog steeds deels als verkeersleider, hetgeen van belang is voor het uitvoeren van de
functie. De beloning past binnen het loongebouw van LVNL.
Nummer 111 t/m 144
Deze verkeersleiders maken gebruik van de regeling FLNA, passend binnen de rechtspositie en het loongebouw van LVNL. Binnen de kaders van de vigerende rechtspositie en
arbeidsvoorwaarden kunnen functionarissen een vergoeding ontvangen additioneel aan de FLNA‐vergoeding wanneer zij nog actieve werkzaamheden blijven verrichten door
na te dienen als verkeersleider, manager of verkeersleidingexpert. De gerapporteerde bedragen betreffen de som van de FLNA‐vergoeding en de additioneel verworven
vergoeding.
Nummer 145 t/m 146
Deze medewerkers ontvangen een bezoldiging die hoger ligt dan het bezoldigingsmaximum voor topfunctionarissen zoals bedoeld in de Wet normering topinkomens. Deze
bezoldiging wordt passend geacht bij de functie die zij uitoefenen bij LVNL.
Nummer 147
Aan deze medewerker is sinds 1 juli 2017 buitengewoon verlof verleend.
114 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
Topfunctionarissen: raad van toezicht
De raad van toezicht ziet toe op de werkzaamheden van het bestuur en staat het bestuur met raad
terzijde. De leden van de raad worden benoemd door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat
voor een periode van vier jaar en zijn eenmaal herbenoembaar voor een tijdvak van vier jaar.
De minister kent aan de leden van de raad van toezicht een vergoeding toe waarbij de WNT in acht
wordt genomen. De hoogte van deze vergoeding is gerelateerd aan de omvang van de organisatie en de
gemiddelde tijdsbesteding. De leden van de raad van toezicht vallen onder het bezoldigingsregime van
de WNT. Voor 2017 is de geldende norm hiervoor 27.150 euro voor de voorzitter van de raad van
toezicht en 18.100 euro voor de leden van de raad van toezicht.
Onderstaande tabel toont de bezoldiging 2017.
(bedragen in € 1) Beloning
Belastbare vaste en variabele onkosten‐vergoeding
Pensioen‐premies
Gerlach Cerfontaine 22.000 ‐ ‐
Tom Bakker 11.250 ‐ ‐
Pieter van Geel 15.000 ‐ ‐
Charlotte Insinger 15.000 ‐ ‐ Lodewijk Hijmans van den Bergh 15.000 ‐ ‐ Luitenant‐Generaal b.d. A. Schnitger 3.750 ‐ ‐
Onderstaande tabel toont de bezoldiging 2016.
(bedragen in € 1) Beloning
Belastbare vaste en variabele onkosten‐vergoeding
Pensioen‐premies
Gerlach Cerfontaine 22.000 ‐ ‐
Tom Bakker 15.000 ‐ ‐
Pieter van Geel 15.000 ‐ ‐
Charlotte Insinger 15.000 ‐ ‐
Lodewijk Hijmans van den Bergh 15.000 ‐ ‐
Schiphol, 19 april 2018,
Michiel van Dorst, Chief Executive Officer,
Marlou Banning, Chief Financial Officer.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 115
Overige gegevens
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Aan: de Raad van Toezicht en het Bestuur van Luchtverkeersleiding Nederland
Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen geconsolideerde jaarrekening
Ons oordeel
Wij hebben de geconsolideerde jaarrekening 2017 van Luchtverkeersleiding Nederland (hierna ‘de
Luchtverkeersleiding Nederland’) te Schiphol (hierna ‘de geconsolideerde jaarrekening') gecontroleerd.
Naar ons oordeel geeft de betreffende geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van de grootte
en samenstelling van het vermogen van Luchtverkeersleiding Nederland per 31 december 2017 en van
het resultaat over 2017, in overeenstemming met artikel 12 lid 1 van Verordening (EG) 550/2004 van
het Europees Parlement en de Raad en de brief van het ministerie van Infrastructuur en Milieu
gedateerd op 5 februari 2015 met onderwerp ‘Ontheffing toepassing IAS19/IAS19R’ en de bepalingen
van en krachtens de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen (semi)publieke sector (WNT).
De geconsolideerde jaarrekening bestaat uit:
• Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet‐gerealiseerde resultaten;
• Geconsolideerde balans;
• Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen;
• Geconsolideerd kasstroomoverzicht voor 2017;
• Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening;
• Toelichting op de geconsolideerde exploitatierekening;
• Toelichting op de geconsolideerde balans.
De basis voor ons oordeel
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse
controlestandaarden, de Nadere Uitwerking Controleprotocol voor de Luchtverkeersleiding Nederland
en de Regeling controleprotocol WNT 2017 vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn
beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de geconsolideerde
jaarrekening’.
Wij zijn onafhankelijk van Luchtverkeersleiding Nederland zoals vereist in de Wet toezicht
accountantsorganisaties (Wta), de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij
assurance‐opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in
Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags‐ en beroepsregels accountants
(VGBA).
Wij vinden dat de door ons verkregen controle‐informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons
oordeel.
Benadrukking van aangelegenheid omtrent de gehanteerde waarderingsgrondslagen
Wij vestigen de aandacht op pagina 57 en 58 in de toelichting van de geconsolideerde jaarrekening,
waarin is uiteengezet dat de reikwijdte van de door Luchtverkeersleiding Nederland gehanteerde
116 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
waarderingsgrondslagen van artikel 12 lid 1 van Verordening (EG) 550/2004 van het Europees
Parlement en de Raad zijn beperkt met betrekking tot de toepassing van IAS19/IAS 19R. Ons oordeel is
niet aangepast als gevolg van deze aangelegenheid.
Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen andere informatie
Naast de geconsolideerde jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het jaarverslag andere
informatie, die bestaat uit:
• Bestuursverslag (Voorwoord LVNL‐bestuur, Veiligheid, Efficiëntie, Maatschappij en milieu, Onze
topprioriteiten, Overige ontwikkelingen, Personeel, Financiën);
• Bestuursstructuur;
• In control statement;
• Bericht van de raad van toezicht;
• Overige gegevens;
• Afkortingen.
Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie met de
geconsolideerde jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat;
Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen
vanuit de controle van de geconsolideerde jaarrekening of anderszins, overwogen of de andere
informatie materiële afwijkingen bevat.
Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in de Nederlandse Standaard 720 en de
Nadere Uitwerking Controleprotocol voor de Luchtverkeersleiding. Deze werkzaamheden hebben niet
dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de geconsolideerde jaarrekening.
Het Bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie.
Beschrijving van verantwoordelijkheden met betrekking tot de geconsolideerde jaarrekening
Verantwoordelijkheden van het Bestuur en de Raad van Toezicht voor de geconsolideerde jaarrekening
Het Bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en het getrouw weergeven van de geconsolideerde
jaarrekening in overeenstemming met artikel 12 lid 1 van Verordening (EG) 550/2004 van het Europees
Parlement en de Raad en de brief van het ministerie van Infrastructuur en Milieu gedateerd op 5
februari 2015 met onderwerp ‘Ontheffing toepassing IAS19/IAS19R’ en de bepalingen van en krachtens
de WNT. In dit kader is het Bestuur verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het
Bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de geconsolideerde jaarrekening mogelijk te maken
zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude.
Bij het opmaken van de geconsolideerde jaarrekening moet het Bestuur afwegen of de onderneming in
staat is om haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemd
verslaggevingsstelsel moet het Bestuur de geconsolideerde jaarrekening opmaken op basis van de
continuïteitsveronderstelling, tenzij het Bestuur het voornemen heeft om de Luchtverkeersleiding
Nederland te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische
alternatief is. Het Bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou
kunnen bestaan of de onderneming haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten
in de geconsolideerde jaarrekening.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 117
De Raad van Toezicht is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële
verslaggeving van de Luchtverkeersleiding Nederland.
Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening
Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij
daarmee voldoende en geschikte controle‐informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.
Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid, waardoor het
mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten en fraude ontdekken.
Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan
worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische
beslissingen die gebruikers op basis van de geconsolideerde jaarrekening nemen. De materialiteit
beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect
van onderkende afwijkingen op ons oordeel.
Wij hebben deze accountantscontrole professioneel‐kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant
professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse
controlestandaarden, de Nadere Uitwerking Controleprotocol voor de Luchtverkeersleiding Nederland
en de Regeling controleprotocol WNT 2017, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze
controle bestond onder andere uit:
• Het identificeren en inschatten van de risico’s dat de geconsolideerde jaarrekening afwijkingen van
materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico’s bepalen en
uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle‐informatie die voldoende en
geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang
niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in
geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen
van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;
• Het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel
controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze
werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de
interne beheersing van Luchtverkeersleiding Nederland;
• Het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving, en
het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het Bestuur en de toelichtingen die
daarover in de geconsolideerde jaarrekening staan;
• Het vaststellen dat de door het Bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is.
Tevens het op basis van de verkregen controle‐informatie vaststellen of er gebeurtenissen en
omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de Luchtverkeersleiding
Nederland haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een
onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om in onze controleverklaring de
aandacht te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de geconsolideerde
jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze
conclusies zijn gebaseerd op de controle‐informatie die verkregen is tot de datum van onze
controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden
dat de Luchtverkeersleiding Nederland haar continuïteit niet langer kan handhaven;
• Het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de geconsolideerde jaarrekening en de
daarin opgenomen toelichtingen; en
118 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
• Het evalueren of de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende
transacties en gebeurtenissen.
Wij communiceren met de met de Raad van Toezicht onder andere over de geplande reikwijdte en
timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn
gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing.
Rotterdam, 20 april 2018,
KPMG Accountants N.V.,
J.J. Visser RA.
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 119
Afkortingen
A
AAA Amsterdam advanced air traffic control system
ABP Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds
ACC Amsterdam area control centre
AENA Aeropuertos Españoles y Navegación Aérea
AG Actuarieel Genootschap
AIS Aeronautical Information Services
AMAN Arrival management systeem
ANSP Air navigation service provider
AOCS Air Operations Control Station
AOW Algemene Ouderdomswet
APP Approach
ATC Air traffic control
ATFM Air traffic flow management
ATM Air traffic management
B
Bas Bewonersaanspreekpunt Schiphol
b.d. Buiten dienst
BNG Bank Nederlandse Gemeenten
btw Belasting over de toegevoegde waarde
BV/B.V. Besloten vennootschap
BW Burgerlijk Wetboek
C
c.q. Casu quo
CANSO Civil Air Navigation Services Organisation
cao Collectieve arbeidsovereenkomst
CBR Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen
CBT Crisisbeleidsteam
CEF Connecting Europe Facility
CEO Chief Executive Officer
CFO Chief Financial Officer
CLSK Commando Luchtstrijdkrachten
CNS Communicatie, Navigatie en Surveillance
COVRA Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval
CRCO Central Route Charges Office
CRSTMP Air traffic control capacity, air traffic control routings, air traffic control staffing, air traffic control equipment, airspace management, special event
120 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
D
DB Defined Benefit
DFS Deutsche Flugsicherung
DNV GL Det Norske Veritas Germanischer Lloyd
DV Disconteringsvoet
E
EASA European Aviation Safety Agency
EFSI Europees Fonds voor Strategische Investeringen
EG Europese Gemeenschap
EONIA Euro Overnight Index Average
EoSMS Effectiveness of Safety Management Systems
EU Europese Unie
F
FAB(EC) Functional Airspace Block (Europe Central)
FIC Flight Information Centre
FLNA Functioneel leeftijds non‐activiteit
FPU Flexibel pensioen en uittreden
fte Full time equivalent
FWS Frisdranken, waters en sappen
G
GBP Great Britain Pound sterling
GRC Governance, Risk and Compliance
H
HBO Hoger beroepsonderwijs
I
IAS(B) International Accounting Standards (Board)
ICAO International Civil Aviation Organisation
iCAS iTEC Centre Automation System
I(C)T Informatie (communicatie) technologie
IFRS International Financial Reporting Standards
IKV Individueel Keuzeverlof‐regeling
INEA Innovation and Networks Executive Agency
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 121
I ‐ vervolg
ISO International Organization for Standardization
iTEC Interoperability Through European Collaboration
IUB Inkomsten en uitgaven in balans
K
KDC Knowledge and Development Centre
KLM Koninklijke Luchtvaartmaatschappij
KNMI Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
KPMG Kleynveld Peat Marwick Goerdeler
L
LA Lelystad Airport
LVB Luchtverkeersbeveiligingsorganisatie
LVNL Luchtverkeersleiding Nederland
M
MT Managementteam
MUAC Maastricht Upper Area Control Centre
MVO Maatschappelijk verantwoord ondernemen
N
NAK Nederlandse Algemene Keuringsdienst
NATS National Air Traffic Services
NCDO Nationale Commissie voor internationale samenwerking en Duurzame Ontwikkeling
NLR Nationaal Lucht‐ en Ruimtevaartcentrum
NOGEPA Nederlandse Olie en Gas Exploratie en Productie Associatie
NSA National Supervisory Authority
NSAA North Sea Area Amsterdam
NV/N.V. Naamloze vennootschap
O
OR Ondernemingsraad
ORS Omgevingsraad Schiphol
OVV Onderzoeksraad voor Veiligheid
122 124 pagina's LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1
P
PBO Projected Benefit Obligation
PCP Pilot Common Project
PwC PricewaterhouseCoopers
PZEM Provinciale Zeeuwse Energie Maatschappij
R
RAT Risk Analysis Tool
RMI Regeling milieu‐informatie luchthaven Schiphol
RP Referentieperiode
RPAS Remotely Piloted Aircraft System
S
SES Single European Sky
SESAR Single European Sky ATM Research
SLU Sociedad limitada unipersonal
SMS Safety Managementsysteem
SU Service unit
T
TAR Terminal area surveillance radar
TOD Toeslag voor onregelmatige diensten
TWR Tower
U
USD United States dollar
V
VFR Visual Flight Rules
VPS Veiligheidsplatform Schiphol
VvAA Vereniging van Artsen Automobilisten
W
WIA Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
WNT Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector
LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1 124 pagina's 123
W ‐ vervolg
WOB Wet openbaarheid van bestuur
WW Werkloosheidswet
X
XMAN Cross‐Centre Arrival Management
Z
ZBO Zelfstandig bestuursorgaan
Luchtverkeersleiding Nederland
Stationsplein Zuid‐West 1001
1117 CV Schiphol
Postbus 75200
1117 ZT Schiphol
T 020 406 2000
www.lvnl.nl