Download - 2011 - Lesmateriaal Beeldend St. Ursula
/ --------, :--------. I -. 1",:
v
f
1 " f'
(\
~ ~-
\) V'.
,:b-
-(\ 0- -[J \)
~ ""\ C) 5" -- -- ~
~ ..... -'
/
f .,,-/
/ /
Î' /
/ \ J /
/ /
I I I
/ i- rLcU<.. . 1
pul1k- vld.. pa5 sev- r a >K 0
11/)
Î I -,
"' T
I } .
\ I \ I
\ 1 \ \
\
)
Beeldend vormen Leerjaar I
TOREN
Een abstract kunstwerk is een kunstwerk zonder voorstelling. We herkennen er niets in.
Een balf abstract kunstwerk is een kunstwerk wat abstract lijkt, maar waar we toch nog wel iets in zien wat we kennen.
Als iets symmetriscb is wil dat zeggen dat een vorm of een voorwerp in twee helften te verdelen is. En dat die twee helften elkaars spiegelbeeld zijn. Bijvoorbeeld een bril, van voren gezien. Of een gezicht van voren gezien.
Kunstbescbouwen: dat doen we als we naar een kunstwerk kijken. Kijken naar een schilderij of een beeld. Dit doen we dan door goed te kijken naar dat werk. En door goed te kijken of er iets bij geschreven staat. Bijvoorbeeld het jaartal; wanneer het gemaakt is. Of de maker. Of het materiaal waarmee het gemaakt is. Of de maten van dat werk. Of de titel van het werk.
Het maken van de toren
Voordat we begonnen zijn met het solderen van de toren hebben we eerst een tekening gemaakt. Dat noemen we een scbets. Deze schets hebben we eerst met potlood getekend en daarna met inkt overgetrokken. Er zijn twee soorten inkt. Een Fine-Iiner; een pennetje, dat werkt net zoals een balpen. En we kennen een kroontjespen en hierbij gebruiken we oost-indiscbe inkt.
Materiaal en techniek Er is een verschil tussen materiaal en techniek: de techniek voeren we uit met het materiaal. Bijvoorbeeld: we verven (de techniek) met verf(het materiaal), het gereedschap dat we hierbij gebruiken is een kwast of penseel. Kun je dit ook zo uitleggen voor hel solderen? We solderen (techniek) met ijzerdraad en tin (materiaal), het gereedschap dat we gebruiken is de soldeerbout en de kniptangetjes om het draad op maat te knippen.
Welke tangen gebruiken we om draad mee te knippen? Een combinatietang, een kniptang, een zijkniptang en een draadtang.
8., .......... ,.~ , ",._ •• " •. ti ................. '
Werken in een cirkel
Ritme in een ronde ruimte
Anneke Laponder-Schoonman
Opdracht 1
Zoek In tiJdschnhen of boeken naar plaatjes diE' Je leuk vindt
Stripfiguren. bloemen. dleren,et(
Zoek ncldr beelden die Je danspreken
Opdracht 2
Mad~ op wil lekpnpapler. met een passer. een CIrkel (formdal
vnJ! T eKen op de lichtbak. In die cirkel. de plaat/es met pot
lood over Hetlelfde figuurtje herhalen mag ook Het IlqUUf
Ij(' v('I!.,lelnen ol vergroten op de kopleermachll1e behoort
ook tOl cic' mogelijkheden Houd rekening mC'l ci(' {IIkel Jp
kunt Jl' tekerllng draillen l Er IS geen onder ol bovenkanti
Trek dl' (.OlltOW{'f1 viln elP pldtltle~ met flnelljflE'r ("IV('/ fn (I"
rn('{ c,l ructurf'n rif" 1I",t V,In {tl:' !t>kt'nlng Inw('r~f'n
16 BIJ DE llANO ~1' J
begint met een wit
I 2S cm. x 32.5 cm.
tekening . Om dat nu eens te
doorbreken. Een cirkel in plaats
van een rechthoek . En een start met
eén. twee of drie plaatjes
kado! I!
Doelstellingen De leerllnqen kunnen verschillende
IWdrl Wit t f'kenmater 1<llen ha nieren
OP Ipprlmgen kunnen met \lIu.tUfPn
werken
, •.• ..... ,.1(" ..... .... ~ ........
leerinhou Ondp(WPf[) Ril""
8c'f'ldem1C' ,l,pN1C'n ')11
pUilt, IIJI"I (.onlld~~ r'lmt
MatE'fld/ef! fin IPrillll"~ FIJnlIJI·'" ( dunnE' ~llhen
KG/KB TekenPIl dl' It:dtll.!~ ~ncl
liJn, Cantp(!eer Of>t.orcltlef Tp!o.enPI I
1<.1 (rOIK (clntcclf'('1 l.ioek.t>n rnel 1/",
bchel
wijze 'I ingen werken In een cirkel. Er is ner
'neer een vast
'no Geen
olnt,
" '~erhlk
.\lerk draal
'.\1111 Je bezig bent
mopt ook rekening houden rnet de 'Jfm
"dl" eerste plaatjes? En de figuur
e ·kado' gekrE'gen hebt. moeten ngeweven In vlakken met verschl'
clt.luren Ook dan kom Je steeds die 1" weer tegen
..'f' ~·dn goede lwartwlt contrasten,
." .... "".",'t...~·""·,.~'.~." ., ... ""_ .... rw ..
herhalen van pa
t ronen, echoen,
het laten Ult·
waaieren van
zoals Escher werkte, gaven veel plezier en
gepuzzel. De combinat ie van stiften met
verschi llende dikte werkte prima
Toen de tekening k laar was, werd nog gevraagd om 'jets' met de CIrkel te doen
Met behulp van Wil en zwan papier weid
gewerkt aan de presentatie van de Clfkel
Het was verrassend hoe verschillend de
resulta ten waren
lIo ..... ~ ...... ,J" " .,,'" ....... .. ~,
Anneke loIponder 'ichoonmoln
·8uvs 8011101' Chmlelilke scholeng(!meen~holp
"'001 MAVO en VBO Ie Hallem
Tips voor de baSIsschool
Werken op een (ond stuk pap/er geeft bij heef Jonge kmderen een
feuk effeer Vaak zuf/en ze de ronde rand hardnekkig als onderrand van het papier gebrUiken Maar In de hogere kJassen IS deze opdracht besllH ook mogelijk GebrUik grote Cirkels en dikke stiften' (de liJd van 'kleme kmderen,
kleme papiertjes en grote kmderen grote papleon/es· IS gplukklg
voorbiJ}
BIJ DE HAND 17
•
~P~o~rt~r~e~t~v~a~n~t:e~xt~i~e~I ______________________________________________ ~· lee~aar1
Je gaat een portret maken van stof en verschillende andere materialen. Hiervoor heb je natuurlijk voorbeelden nodig. Daarom is het handig om eerst eens wat plaatjes te zoeken in tijdschriften.
Opdracht 1. Zoek 10 plaatjes van gezichten in tijdschriften : 5 jonge en 5 oude gezichten. Knip de plaatjes neljes uit. Neem een A4-blaadje en verdeel dit in twee helften en plak op de ene helft de jonge, en op de andere helft de oude gezichten . Schrijf erbij wat oud is en wat jong.
Opdracht 2. Maak een tekening van een jong en van een oud gezicht. Gebruik voor iedere tekening één A4-blaadje. Denk van tevoren eerst goed aan de verschillen tussen jonge en oude gezichten.
Verschillen tussen jong en oud: jong Gave huid, puistjes, ogen, neus en mond staan iets dichter bij dan vaak bij oude gezichten het geval is, moderne haardracht, geverfde haren. make up, piercings etc.
oud Gerimpelde huid, ogen, neus en mond staan vaak iets verder uit elkaar, neus, mond en oren zijn vaak groter dan bij jonge gezichten, grijze haren , gezichtsbeharing (snor en baard), weinig of geen tanden etc.
Hieronder zie je een twee voorbeelden van tekeningen. Kijk ook eens naar de vehoudingen van een gezicht; dus waar staan de ogen. de neus en de mond. De ogen bijv. zitten eigenlijk ongeveer op de helft van het gezicht. Probeer in je eigen tekeningen ook de goede verhoudingen aan te brengen.
jong oud
•
•
Opdracht 3. Maak van textiel en andere materialen een portret. Gebruik één van je tekeningen als voorbeeld voor het werkstuk. Hieronder staat in stappen beschreven hoe je te werk moet gaan.
1. Neem een groot stuk voorgesneden karton en beplak dit met een vel gekleurd papier van dezelfde grootte. Dit wordt de achtergrond voor je portret.
2. Op een klein stuk voorgesneden karton teken je de omtrek van het gezicht. Zorg ervoor dat je groot genoeg tekent. Als de lijnen van de gétekende omtrek de randen van het karton raken, weet je zeker dat het gezicht groot genoeg wordt.
3. Knip het gezicht uit en beplak de voorkant ervan met watten, zodat het gezicht volume krijgt.
4 . Span over het, met watten beplakte karton, een voorgeknipt lapje stof. Zorg ervoor dat het zo strak gespannen wordt dat er aan de voorkant geen plooitjes en vouwtjes meer zichtbaar zijn .
o Je kunt dit doen door het beplakte karton omgekeerd op het lapje stof te leggen en vervolgens de randen van het lapje naar het midden van het karton te trekken en dan vast te plakken met tape. Laat je hierbij helpen door je buunnan of buurvrouw .
5. Het gezicht zelf is nu af maar nu moet het nog aangekleed worden met de haren , de wenkbrauwen, de ogen de neus, de mond etc. Er zijn hiervoor talloze mogelijkheden en je kunt bijna ieder materiaal gebruiken wat je maar wilt. Gebruik dus je fantasie! !
o Bekijk goed de voorbeelden van werkstukken die door leerlingen uit vorige jaren zijn gemaakt.
6 . Als je het gezicht af hebt maak je op de achtergrond eerst de schouderpartij en de hals die onder het gezicht moeten komen . Zorg ervoor dat deel van het lijf wat je moet laten zien qua afmetingen en uitvoering in materialen past bij het gezicht.
7 . Nu kun je het gezicht vastplakken op de achtergrond. Natuurlijk kun je ook nu nog veranderingen aanbrengen of details toevoegen. Kijk of je geen dingen bent vergeten!! . Als je tevreden bent over je werkstuk kun je met de docent overleggen of het af is.
Voorbeeld :
\
~- , ..... - i (..../
JO ../v J
:. ,;
-- -----
. ,
PAALWONING
Onderwerp: teken en maak een paalwoning van hout .
Materiaal : tekenpapier A4, triplex, rondhout, takken, vure hout,houtlijm,
spkjthoutjes, t ouw.
Gereedschap : potlood, kleurpotlood, beitel , houten hamer, figuurzaagbeugel,
handzaag, kolomboormachine , vijlen.
We rkwijze: - maak een tekening van een paalwoning, de horizon ( scheiding
tussen lucht en aarde ) loopt op 13cm. van de onderkant van je
blaadje , de paalwoning staat in het bos .
~~
~~
~
\t4 ~
_ kleur de tekening met kleurpotlood , denk eraan wat je net geleerd
hebt ove r het gebruik van kleurpotloden.
- heb je de tekening af , dan gaan we de paalwoning van hout maken .
De paalwoning mag niet hoger zijn dan 30cm. Gebruik zo weinig
mogelijk spij kers, lijm zoveel mogeli jk . Je kunt ook met touw
dingen aan elkaar vast maken .
Beoordeling : vormgeving
afwerking
originaliteit/fantasie
inzet/werkhouding
techniek.
•• . " ~
-,
KI FURFDTLOOD W5 GAAN Tet:6NINGEN M4kéN MGr K.LE1lR. POTt CXJ1').
MAAR. LATeN Wëê6kSr ëElVS K.iJkEN Hoe Wé tiGN I:!IELIRPo TLcoP ""N",eN 6CBRUIKcf'l. Z4CHTJ6S .1J/llfKt::.€JV oP. Her
.])CC'JR. HAfiU> oF.2.r\CHT oP /-Ier PoTLfX)T> 1ë JJ!Z.VKK6lV W~T .be KLEVI?:. .1JONI<e:R. OF LJCH r.
OI'.Dt;.ACHT: ( MA41< .ALLE oP.DRACHT8V of> TEKeNPAPleF:. EN fLAI' ZE .l>AARNA oP J>E sTeNCJL!)
Kies ze F 2 ~LéJJR.éN eN WL !1éT ELKE K.LEUIZ S HOt:;J5S VAN 3x4 CM, M&T KLElJI?.. V&e.Sd-IILLEN vAN LIC1fT ToT .boN~.
•
®
, , • I
I ' . " ./ ,.!' . {.
I . 1 I ,
. . '" \ / " \! ' • , .' \ I , , / r .I I t , '
f I \ ,'f" 1', ' " .,
" ' • J
€EN ~ MM.fGR. ~ JE taeUI!1'oT.LOOJ> Je GéBI?f,JH<eN IS:
G€5~U'K MAKEN v..w L..!lN T.7éQ.
.:Je KUI'lT eEN V~ H€LE/VSAL oPvULLEN Me- pOTu'lQl>. Oë ~(}Nr Her ECHT?::R OOI< oPVU/...!...éN MéT ,,!J~TJGS kANGS oF Koerë. .-UO€ M5~ LljlVTVëS l:JG" GefJR"'J<T, l10é kJNKE1f:..Dé1!.. DB" I<J.êVIii: wof!..DT.
· I
NOG €E1I Mo6ëZ-!JK.Hê1J> OM MëT J:LéVKPoTkDPe;v 1'& weRKeN IS:
1>él::6 KL.t5U~eN /'1{iT éZKA'\~
frfeNG8V. ALs ::Jê TWéC oF Meé1i! kt..éillli?i31l M~ ëZ.~~ MBNGT, I<R.% :JE Nlê~ê J<.LeVR,ëN.
SU HeT MeNGeN RU I<.LEUIi:POTLoJJeN KuN Jél Hl;[ +te2E v.L.AK;J~ lá.êVReN. ~~ J>A:N.4106r ve NIBT TE HAR.:P oP Hër Po7LDoP :b1Z4l1t: K&J. A.J..S ..:e .J>€ N/ëlIWë KLélIIZ TbcH .A?AltER WILT HEB-B~ MOëI Je" HëêZ. ~K 2'AcHT.Je;s MéT1'e nNëC" ftJ.$JIlEN DVêJZ. +IEr VLAKJEi' Hf!!!?8'II6"VW ~ $ lá.WT 001<. NU ~ l1ëT L!JNTJéiY vJë7Z.f<CN.
OPD/ZACHT: Ti5ltCtN JJ5 HoKJES VAIV ]JE VOl66UDE 6LAJ)Z9.J>€ 0Vt5R oP T~EN~PlE1!.
MeJG IN ~ HoKJE €BV JJléUWG K.L.€u~_ IN J>é I(L.éINë HoK:JeS , Á/AJICS c"A/ I?e:Hr.s , KONEN .!JE ILL$leEN IJlE .JE 6E81!?lJIKT HEB r oM TE MéN6ê7'1.
)
)
KtEuRENlEER. ~fMAIRI! J<1EJJ2EN aF ~.J)t<1eURI!N
BlAUW
-oe K.tet"~ëH G&e"l..RooD 6N 8(H.cw ~Jtf ~ Ol: WE NteT' ~ \A:fU" ~G1~.f<.UH .... EH ""~I E"" ~ -W9L WE ~T P.I') AU.e ANoe~ tGlsJREN wel- KuNNeN (WIr eN 7WAR.:r WOEMISti W€ GeEM K'El IR.' OM 'QnE el~Stf.f~P N~ W~ GeEl. J2ooI) €N aUv.nN 'Oe 'Pk. M~ fae 'RFli OO~ i(()öi:b~eu~&'ti Ge~.D. ~i ~e: ~ f<'ë\..fREN ~NNe'N we-lN 'PR't.lCl~ MJ.E ~~ fCleU~N "1~ . CiPrRAarr: ~~ l)E Vf.Af(f(ëN VAN t>E fa.lBUS I~
f)e ~N.MN~ f(;l;UR , MEi RF'"".
r~AM<- AtlE oPoRPc~ 01>' CC<s ... PAP~~:eN fU\k: ~ VM~NA cP~ ~C,t.-.$)
~\IOrJR. • k set'" ~ ~~&~~ KJeu~ Gee;(... I ~ ~&Auw . . ~ we -n.leE' tJR.~~ ~RI:N t-.ET ~ ~"'~'f&twe: DE !s O~NJ).\n:le. ~.
ROOD ~MeNttt> MEi
2. .
6ccl. l.5Iatr : ___ .. oP. )
~~Gt>Mer '6t.Kcw w~ . . . . -. -' ( ......... )
•
)
)
• rRI"AI_E KLEUREK (aPOFDKLJVRj~)
SfXU"OAlRE KLEUREN (2 Il00l'[)I(LE'l1l1'l. " J:t1O !"" )
oe: 0 v F:110 Ar-111!;K I.FlJR EH. ( Kl."U R~V F.!I(J A !I Cl FoIIl
~IEt;..
ne."80HTE KL.EURE:H