Download - 8-elektrische installatie laguna
Elektrische installatie
ACCU - VERLICHTING VOORZIJDE
VERLICHTING ACHTERZIJDE - INTERIEUR
STARTVERGRENDELING
INSTRUMENTEN - DASHBOARD
SCHAKELAARS
WISSEN
RADIO
ELEKTRISCHE HULPORGANEN
BEDRADING
BG0A - BG0B - BG0D - BG0G - KG0A - KG0B - KG0D - KG0G
77 11 297 484
De door de constructeur voorgeschreven reparatiemethoden, zoals in dit document beschreven, zijn gemaakt volgens de technische richtlijnen geldend op het tijdstip dat dit document werd samengesteld.
Deze methoden zijn aan verandering onderhevig indien de constructeur tussentijds constructiewijzigingen op onderdelen of accessoires heeft aangebracht.
FEBRUARI 2001
Alle auteursrechten zijn voorbehouden aan Renault.
EDITION NEERLANDAISE
Reproduceren en/of vertalen, zelfs gedeeltelijk, van dit document evenals het overnemen van de indeling van dit document en/of wijze van aanduiden van de onderdelen is verboden zonder vooraf ontvangen schriftelijke toestemming van Renault.
© RENAULT 2001
Elektrischeinstallatie
Inhoud
Blz.
80
81
82
83
ACCU - VERLICHTING VOORZIJDE
AccuBijzonderheden 80-1KoplampenUitbouwen-inbouwen 80-4Bevestigingspootjes 80-5Lampen 80-6Rijverlichting 80-7Verstelling 80-8Mistlichten 80-10Xenonkoplampen 80-11
ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTING
Achterlicht 81-1Remlicht 81-3Binnenlicht 81-4Verlichting onder dashboard 81-6Verlichting onder portier 81-7Verlichting in dashboardkastje 81-8Verlichting make-up spiegel 81-9Zekering- en relaisplaat 81-10
STARTVERGRENDELING
RENAULT-kaart 82-1RENAULT-kaartlezer 82-10Elektrische stuurkolomgrendel 82-11Claxon 82-13Alarm 82-14
INSTRUMENTEN - DASHBOARD
Dashboard 83-1Instrumentenpaneel 83-9Instrumentenpaneel eenvoudige uitvoeringen 83-11Instrumentenpaneel luxe uitvoeringen 83-17Waarschuwingslampje service 83-19Display 83-20
InhoudBlz.
84
Tankelement 83-22Oliepeilzender 83-23Spraakmaker 83-24Snelheidsregelaar / -begrenzer 83-30Navigatiesysteem "Carminat" 83-39Navigatiesysteem "Carminat" centrale communicatie eenheid 83-41Navigatiesysteem "Carminat": rekeneenheid 83-44Navigatiesysteem "Carminat": scherm 83-46Navigatiesysteem "Carminat": antenne 83-48Navigatiesysteem "Carminat": lokalisatie / taal veranderen 83-49Navigatiesysteem "Carminat": storing zoeken 83-50
SCHAKELAARS
Draaibare doorvoer 84-1Ruitenwisserschakelaar 84-3Lichtschakelaar 84-4Radiobedieningssatelliet 84-5Regensensor 84-6Renault-kaartlezer 84-7Elektrische stuurkolomgrendel 84-8Startknop 84-9Schakelaars / Snelheidsregelaar /Spraakmaker 84-10Regelweerstand verlichting 84-11Schakelaars alarmknipperlichten 84-12Schakelaar portiervergrendeling 84-13Schakelaars ruitbediening 84-14Schakelaar kinderveiligheid 84-22Schakelaar open dak 84-23Schakelaars achterruit en voorruitverwarming 84-24Sensor openen van de portieren 84-25Portiersloten 84-26Schakelaar achterklep 84-27Schakelaar spiegels 84-28Buitenspiegels 84-29Binnenspiegel 84-30Achterruitverwarming 84-31Voorruitverwarming 84-33Buitentemperatuurzender 84-34
InhoudBlz.
85
86
87
WISSEN
Ruitenwisser voor 85-1Ruitenwisser achter 85-7Ruitenwissermechanisme uitzetbare achterruit 85-10Ruitensproeier 85-13Koplampsproeiers 85-14
RADIO
Autoradio 86-1Antenne 86-6
ELEKTRISCHE HULPORGANEN
Huis met hulporganen interieur 87-1Inlezen/Toewijzen RENAULT-kaart 87-9Configuratie huis met hulporganen interieur 87-12Controlesysteem van de bandenspanning 87-15Auto zonder sleutel: RENAULT-kaart 87-21Auto zonder sleutel: RENAULT-kaart"eenvoudig" 87-24Auto zonder sleutel: RENAULT-kaart "handsfree" 87-26Auto zonder sleutel: Zijknipperlichten 87-29Auto zonder sleutel: Kaartlezer RENAULT 87-30Auto zonder sleutel: Drukknopstarten 87-31Auto zonder sleutel: Vergrendeling stuurkolom 87-33Auto zonder sleutel: Sensors openen 87-34Auto zonder sleutel: Antenne handsfree 87-35Auto zonder sleutel: Toewijzen RENAULT-kaart 87-36Auto zonder sleutel: Noodwerking 87-38Auto zonder sleutel: Principeschema 87-39Elektrische ruitbediening 87-41
InhoudBlz.
88
Elektrisch open dak 87-53Memory systeem bestuurdersstoel 87-57Parkeerhulp 87-65
KABELBUNDELS
Multiplexsysteem 88-1Airbags en gordelspanners 88-5Automatische stekker onder stoel 88-36
Stekker hemelbekleding 88-37
ACCUBijzonderheden 80ACCUBijzonderheden 80ACCUBijzonderheden 80ACCUBijzonderheden 80ACCUBijzonderheden 80ACCUBijzonderheden 80ACCUBijzonderheden 80ACCUBijzonderheden 80ACCUBijzonderheden 80
80-1
180 ACCUBijzonderheden
UITBOUWEN
Voordat u de accu losmaakt, steekt u de Renault-kaart in de lezer tot het aanzetten van het contact. Trek de kaart terug in de stand "accessoires", de stuurkolom is nu ontgrendeld.
Maak de accukabels los, te beginnen met de negatieve pool.
Voor het verwijderen van de accu, verwijdert u de sierkappen en draait u de bevestiging (A) los.
N.B.: door het vergrendelen van de rekeneenheid van de airbag wordt ook de stuurkolom ontgrendeld.
INBOUWEN
Bij het inbouwen van de accu of iedere keer nadat deze is los geweest, kan het nodig zijn een aantal eenvoudige inlezingen uit te voeren, zonder diagnoseapparaat, om de auto goed te kunnen laten werken: klokje op tijd zetten, invoeren van de viercijferige code van de autoradio
(met de afstandsbediening bij het stuurwiel), initialiseren van de ruitbedieningen met sneltoets,
– de ruiten geheel sluiten,– de ruiten sluiten schoksgewijs tot de bovenste
aanslag,– houd de toetsen enkele secondes ingedrukt,– laat de ruiten zakken tot de onderste aanslag,– houd de toetsen enkele secondes ingedrukt,– de motors zijn geinitialiseerd,
initialiseren van de motor van het open dak,– zet u de schakelaar van het open dak in de stand
maximaal kantelen,– drukt u lang op de schakelaar. Na twee secondes,
kantelt het dak sap voor stap in de maximum stand en zakt dan weer enkele centimeters,
– laat de schakelaar los,– druk binnen vijf secondes opnieuw op de
schakelaar,– houd de schakelaar ingedrukt, het dak schuift
open en weer dicht,– de motor is geinitialiseerd,– zet de schakelaar in de stand "uit".
18703
ACCUBijzonderheden 80ACCUBijzonderheden 80ACCUBijzonderheden 80ACCUBijzonderheden 80ACCUBijzonderheden 80ACCUBijzonderheden 80ACCUBijzonderheden 80ACCUBijzonderheden 80ACCUBijzonderheden 80
80-2
A - CONTROLE
Controleer of:
er geen barsten of breuken zitten in de accubak en het accudeksel,
de bovenkant van de accu schoon is,
de aansluitingen in goede staat verkeren.
Het is vooral belangrijk dat:
de aansluitingen en de klemmen niet gesulfateerd zijn (met zout bedekt),
maak ze indien nodig schoon en vet ze in met zuurvrije vaseline,
de klemmen op de polen met de juiste aantrekkoppels zijn vastgezet. Een slecht contact kan start- of laadproblemen veroorzaken en door vonken kan de accu ontploffen,
het elektrolyt (de accuvloeistof) op het juiste peil staat.
Bij een accu met afneembare doppen op de cellen:
maak de doppenrij met de hand of met een stevige spatel los,
controleer of het elektrolietpeil, in alle cellen boven de platen staat (ongeveer 1,5 centimeter),
vul indien nodig bij met gedemineraliseerd of gedestilleerd water.
N.B.: Sommige accu's hebben een doorzichtige bak waardoor het peil van buitenaf gecontroleerd kan worden.
Vul nooit bij met elektrolyt, zuur of andere stoffen.
ACCUBijzonderheden 80ACCUBijzonderheden 80ACCUBijzonderheden 80ACCUBijzonderheden 80ACCUBijzonderheden 80ACCUBijzonderheden 80ACCUBijzonderheden 80ACCUBijzonderheden 80ACCUBijzonderheden 80
80-3
B - VOORZORGSMAATREGELEN
Wij wijzen er met klem op dat de accu:
zwavelzuur bevat dat zeer gevaarlijk is,
bij het opladen zuurstof en waterstof vormt. Bij het vermengen van deze gassen ontstaat het explosieve knalgas en als gevolg daarvan explosiegevaar.
1) GEVAAR = ZUUR
Zwavelzuur is een uitermate agressieve, giftige en bijtende vloeistof. Het tast de huid, kleding, beton en de meeste metalen aan.
Om deze reden moet u bij het werken met de accu de volgende voorzorgen treffen:
draag een veiligheidsbril,
draag handschoenen en zuurbestendige kleding.
2) GEVAAR = EXPLOSIE
Wanneer een accu wordt opgeladen (zowel in de auto als aan een acculader) ontstaat er bij de platen zuurstof en waterstof. De hoeveelheid die ontstaat is het grootst als de accu geheel geladen is, en is evenredig met de laadstroom.
Het zuurstofgas en het waterstofgas vermengen zich in de vrije ruimte boven de platen en vormen zo het bijzonder explosieve knalgas. Dit mengsel is zeer explosief.
Het kleinste vonkje, een brandende sigaret of een gloeiende lasspat is voldoende om een explosie te veroorzaken. De ontploffing is zo hevig dat de accu uit elkaar kan spatten en het accuzuur in het rond vliegt. Personen in de omgeving lopen gevaar geraakt te worden door brokstukken of zuurspatten. Deze spatten zijn gevaarlijk voor de ogen, het gezicht en de handen en tasten ook kleding aan. Draag handschoenen en zuurbestendige kleding.
Zorg ervoor dat alle "stroomverbruikers" uitgeschakeld zijn voordat u de accukabels losmaakt of aansluit.
Schakel de acculader uit voordat u deze aansluit op of losmaakt van de accupolen.
Leg nooit metalen voorwerpen op de accu: zij kunnen kortsluiting tussen de polen veroorzaken.
Kom nooit te dicht bij een accu met open vuur: een lasbrander, een blaaslamp, een sigaret, een brandende lucifer.
Zuurspatten moeten met overvloedig water van alle getroffen delen afgespoeld worden. Indien er spatten in de ogen zijn gekomen moet een arts geraadpleegd worden.
Gezien de ernst van het explosiegevaar moet de accu dus altijd met de grootste zorgvuldigheid worden behandeld. Iedere kans op vonken moet worden voorkomen.
VERLICHTING VOORZIJDEUitbouwen - Inbouwen 80VERLICHTING VOORZIJDEUitbouwen - Inbouwen 80VERLICHTING VOORZIJDEUitbouwen - Inbouwen 80VERLICHTING VOORZIJDEUitbouwen - Inbouwen 80VERLICHTING VOORZIJDEUitbouwen - Inbouwen 80VERLICHTING VOORZIJDEUitbouwen - Inbouwen 80VERLICHTING VOORZIJDEUitbouwen - Inbouwen 80VERLICHTING VOORZIJDEUitbouwen - Inbouwen 80VERLICHTING VOORZIJDEUitbouwen - Inbouwen 80
80-4
VERLICHTING VOORZIJDEUitbouwen - Inbouwen
UIT/INBOUWEN VAN DE KOPLAMPEN (alle types)
Verwijder de sierkap.
Maak de massakabel van de accu en de stekkers van de koplampen los.
Bijzonderheden van de koplampen met xenonlampen (raadpleeg het hoofdstuk "xenonkoplampen")
LET OP: de xenonlampen werken met een spanning van 20000 volt bij het ontsteken en daarna met een 85 volt wisselspanning.Het is daarom van groot belang de stekker van de koplamp los te maken en te wachten tot de rekeneenheid (voorschakeleenheid) is afgekoeld voor de demontage.De lamp mag nooit buiten de koplamp worden ontstoken (gevaar voor de ogen).
Bouw uit: de beschermplaat onder de motor, de radiateurgrille, de voorste schildbumper, (raadpleeg het hoofdstuk
carrosserie), De twee bovenste geleiders (A) van de
schildbumper.
Verwijder de bouten (C).
Maak het klemmetje (B) los op elke koplamp.
Verwijder de koplamp.
BELANGRIJK: Na het monteren van de koplampen, moet u deze afstellen: zet de auto op een horizontale ondergrond, controleer of de auto leeg is met, indien mogelijk, een
volle brandstoftank, zet de stelknop op 0, verdraai schroef (D) voor de hoogte-afstelling, verdraai schroef (E) voor de richtingafstelling,
Heeft de auto Xenonkoplampen, dan moet u het systeem initialiseren en de koplampen afstellen (raadpleeg hoofdstuk "Xenonkoplampen, initialiseren van het systeem").
18855
18456
VERLICHTING VOORZIJDEBevestigingspootjes 80VERLICHTING VOORZIJDEBevestigingspootjes 80VERLICHTING VOORZIJDEBevestigingspootjes 80VERLICHTING VOORZIJDEBevestigingspootjes 80VERLICHTING VOORZIJDEBevestigingspootjes 80VERLICHTING VOORZIJDEBevestigingspootjes 80VERLICHTING VOORZIJDEBevestigingspootjes 80VERLICHTING VOORZIJDEBevestigingspootjes 80VERLICHTING VOORZIJDEBevestigingspootjes 80
80-5
Bevestigingspootjes
De bevestigingspootjes van de koplampen zijn te repareren met een set uit het magazijn, op voorwaarde dat er geen materiaal ontbreekt, het betreft alleen scheurtjes.
METHODE
onderdeelnummer van de reparatieset:– bevestigingspootjes koplamp rechts (77 01 206 873)– bevestigingspootjes koplamp links (77 01 206 872)
Bovenste bevestigingspootjes
Onderste bevestigingspootjes
Houd het reparatiepootje op zijn plaats, doorboor het en zet het vast met een popnagel 5 × 11.
18867
18856
VERLICHTING VOORZIJDELampen 80VERLICHTING VOORZIJDELampen 80VERLICHTING VOORZIJDELampen 80VERLICHTING VOORZIJDELampen 80VERLICHTING VOORZIJDELampen 80VERLICHTING VOORZIJDELampen 80VERLICHTING VOORZIJDELampen 80VERLICHTING VOORZIJDELampen 80VERLICHTING VOORZIJDELampen 80
80-6
Lampen
VERVANGEN VAN DE LAMPEN
Lamp van groot lichtVoor het vervangen van de lamp verwijdert u de plastic kap (1).
Opmerking: in het grootlicht mogen uitsluitend goedgekeurde H1 lampen worden gebruikt.
Lampen van markeringslicht en dimlichtVoor het vervangen van de lampen verwijdert u de plastic kap (2). Gebruik lampen W5W voor de markeringslichten en goedgekeurde lampen H7 voor de dimlichten.
Opmerking: voor het vervangen van de lampen in xenonkoplampen, raadpleegt u het hoofdstuk "xenonkoplampen".
Lamp van richtingaanwijzer: gebruik goedgekeurde PY 21W lampen.
18856
VERLICHTING VOORZIJDERijverlichting 80VERLICHTING VOORZIJDERijverlichting 80VERLICHTING VOORZIJDERijverlichting 80VERLICHTING VOORZIJDERijverlichting 80VERLICHTING VOORZIJDERijverlichting 80VERLICHTING VOORZIJDERijverlichting 80VERLICHTING VOORZIJDERijverlichting 80VERLICHTING VOORZIJDERijverlichting 80VERLICHTING VOORZIJDERijverlichting 80
80-7
Rijverlichting
BIJZONDERHEDEN VAN DE RIJVERLICHTING
De werking van de rijverlichting (running-lights) in bepaalde landen wordt verzorgd door het huis met hulporganen interieur.
Anderzijds bevat de zekering/relaisplaat speciale shunts voor de voeding van de lichtschakelaar.
Om deze functie in- of uit te schakelen: plaats de shunts (A):
– werking zonder rijverlichting: shunt aanwezig– werking met rijverlichting: shunt verwijderd
configureer het huis met hulporganen interieur met de diagnoseapparaten met het menu "commando", "configuratie van het systeem", en selecteer vervolgend met of zonder "rijverlichting" (raadpleeg hoofdstuk 87).
plaats de relais zekering/relaisplaat optie (afhankelijk van de auto, controleer de bedrading).
Voor het plaatsen van de relais "rijverlichting",:
– verwijdert u de binnenste afdekplaat van het dashboardkastje die met een schroef vastzit,
– plaats de twee speciale relais op de houders (B). Controleer de aanwezigheid van de bedrading en raadpleeg het bijbehorende elektrische schema.
18321
18321
18321
VERLICHTING VOORZIJDEKoplampverstelling (vanuit interieur) 80VERLICHTING VOORZIJDEKoplampverstelling (vanuit interieur) 80VERLICHTING VOORZIJDEKoplampverstelling (vanuit interieur) 80VERLICHTING VOORZIJDEKoplampverstelling (vanuit interieur) 80VERLICHTING VOORZIJDEKoplampverstelling (vanuit interieur) 80VERLICHTING VOORZIJDEKoplampverstelling (vanuit interieur) 80VERLICHTING VOORZIJDEKoplampverstelling (vanuit interieur) 80VERLICHTING VOORZIJDEKoplampverstelling (vanuit interieur) 80VERLICHTING VOORZIJDEKoplampverstelling (vanuit interieur) 80
80-8
Koplampverstelling (vanuit interieur)
UIT/INBOUWEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL (2)
Open de klep van het zekeringkastje zodat u met de hand de nokjes (1) kunt indrukken.Wip de steun van het bedieningspaneel los.
Maak de stekker los, en maak de knop los van de steunplaat.
18832
18848
VERLICHTING VOORZIJDEKoplampverstelling (vanuit interieur) 80VERLICHTING VOORZIJDEKoplampverstelling (vanuit interieur) 80VERLICHTING VOORZIJDEKoplampverstelling (vanuit interieur) 80VERLICHTING VOORZIJDEKoplampverstelling (vanuit interieur) 80VERLICHTING VOORZIJDEKoplampverstelling (vanuit interieur) 80VERLICHTING VOORZIJDEKoplampverstelling (vanuit interieur) 80VERLICHTING VOORZIJDEKoplampverstelling (vanuit interieur) 80VERLICHTING VOORZIJDEKoplampverstelling (vanuit interieur) 80VERLICHTING VOORZIJDEKoplampverstelling (vanuit interieur) 80
80-9
UITBOUWEN KOPLAMPSTELMOTOR
Maak de stekker los van de koplampstelmotor en van de koplamp.
Draai de stelschroef (maximum zes omwentelingen) in.
Verdraai de stelmotor een achtste slag naar buiten om hem vrij te maken van de koplamp.
Maak het kogeldraaipunt los van de reflector door de stelmotor iets te kantelen.
N.B.: voor het uitbouwen van de stelmotor kan de koplamp op zijn plaats blijven.
OPMERKING: voor het vervangen van de lampen in xenonkoplampen, raadpleegt u het hoofdstuk "xenonkoplampen".
INBOUWEN
Bij het monteren van een nieuw onderdeel, draait u de stelschroef ongeveer zes omwentelingen in.
Houd de reflector naar achteren door aan de lampvoet te trekken.
Klik het kogeldraaipunt (1) in de klem (2) van de koplamp.
Plaats de stelmotor op de koplamp.
Verdraai de stelmotor een achtste slag naar binnen om hem vast te zetten in de koplamp.
Sluit de stekker weer aan en plaats de afdichtkappen.
Draai de stelschroef zes omwentelingen los.
Stel de stand van de koplampen af.
18934
18934
VERLICHTING VOORZIJDEMistlichten 80VERLICHTING VOORZIJDEMistlichten 80VERLICHTING VOORZIJDEMistlichten 80VERLICHTING VOORZIJDEMistlichten 80VERLICHTING VOORZIJDEMistlichten 80VERLICHTING VOORZIJDEMistlichten 80VERLICHTING VOORZIJDEMistlichten 80VERLICHTING VOORZIJDEMistlichten 80VERLICHTING VOORZIJDEMistlichten 80
80-10
Mistlichten
UITBOUWEN
Bouw uit:– de radiateurgrille,– de beschermplaat onder de motor,– de bumper aan de voorzijde,
Draai de bevestigingsschroeven (B) los.
N.B.: voor het uitbouwen van het mistlicht links voor kan de bumper op zijn plaats blijven.
INBOUWEN
Geen bijzonderheden, vergeet niet de mistlichten af te stellen met schroef (A).
18972
15898R
VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80
80-11
Xenonkoplampen
PRESENTATIE
1. stelmotor2. opname element/rekeneenheid3. opname element achter
VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80
80-12
ALGEMEEN
Overeenkomstig de Europese voorschriften, hebben de auto's een automatische verstelling van de lichtbundels afhankelijk van afhankelijk van de belading van de auto en koplampsproeiers.
LET OP: een koplamp met een gasontladingslamp mag nooit gemonteerd worden in een model dat hier niet voor is ontworpen.
XenonlampenDeze lampen hebben geen gloeidraad.Het licht van deze lampen wordt opgewekt door twee elektrodes in een kwarts lamp gevuld met een gas (xenon) onder hoge druk.De elektronische voorschakeleenheid, in de koplamp ingebouwd, krijgt voeding van de accu (12 volt) en wekt een gecontroleerde ontstekingspanning op van 20 000 volt en daarna een stabiele wisselspanning van 85 volt als de lamp brandt.
Automatisch correctie van de stand van de koplampen afhankelijk van de belading van de auto:Het automatische correctiesysteem moet ervoor zorgen dat (bij een verandering van de belading van de auto), de hoogte van de lichtbundel constant blijft op de in de fabriek of in de werkplaats ingestelde afstelwaarde.Het systeem kan worden gecontroleerd met het diagnoseapparaat.Telkens als het storingsgeheugen wordt gewist, draaien de stelmotors de koplampen naar beneden.
BESCHRIJVING VAN HET SYSTEEM
Het systeem omvat: twee koplampen met een conventioneel
markeringslicht(A), een lamp voor het grootlicht type H1 (B), een xenonlamp voor het dimlicht (C) type D2R en een oranje lamp voor het knipperlicht (D).
twee rekeneenheden (voorschakeleenheden) ingebouwd in de koplampen (E) (een per koplamp).
18855
18854
VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80
80-13
Xenonkoplampen
een opname element achter voor de hoogte (F) onder de zijkant links van de auto. Het registreert de hoogte van de carrosserie en geeft deze door aan het opname element/rekeneenheid.
een opname element voor/rekeneenheid (G) dat de hoogte van de voortrein registreert. De rekeneenheid regelt de stand van de koplampen afhankelijk van de variaties van de stand van de bodemplaat bij het optrekken, het remmen en de verandering van de belading.
N.B.: de informatie rijsnelheid wordt gebruikt om de hoogte van de lichtbundel bij hoge snelheid aan te passen
twee specifieke stelmotors (H) aan de achterkant van elke koplamp.
18853
18852
18849
VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80
80-14
Xenonkoplampen
PRINCIPESCHEMA
1. stelmotor2. koplamp3. rekeneenheid (voorschakeleenheid)4. opname element voor / rekeneenheid5. opname element achterA: + verlichtingB: + na contactC: diagnoseverbindingD: Informatie rijsnelheidE: Massa
19046
VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80
80-15
Xenonkoplampen
OPNAME ELEMENT HOOGTE ACHTER
UITBOUWEN
Verwijder het achterwiel links.
Maak los: het einde van het stangetje, de moer (1) van de steun.
Maak de stekker los en verwijder het opname element met zijn steun.
Maak het opname element los van zijn steun via de bouten (2).
INBOUWEN
BELANGRIJK: na het weer monteren van het opname element, moet u het systeem initialiseren en de koplampen afstellen (zie hoofdstuk "initialisatie").
Aansluiting
18853
18824
Aansl Omschrijving
123456
MassaNiet gebruiktNiet gebruiktNiet gebruiktVoedingSignaal sensor
VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80
80-16
Xenonkoplampen
OPNAME ELEMENT VOOR / REKENEENHEID
UITBOUWEN
Verwijder het voorwiel links.
Wip het kogeldraaipunt (A) los van de draagarm, en draai de bouten (B) los.
Maak de stekker van het opname element los en bouw het uit.
INBOUWEN
BELANGRIJK: na het weer monteren van het opname element voor/rekeneenheid, moet u het systeem initialiseren en de koplampen afstellen (zie hoofdstuk "initialisatie").
Aansluiting
BELANGRIJK: na vervangen van de het opname element voor / rekeneenheid, moet u het autotype configureren met de diagnoseapparaten en het systeem initialiseren.
18852
18823
Aansl Omschrijving
12345678
MassaVoedingSignaal opname element achterSignaal rijsnelheidDiagnoseverbindingSignaal verlichtingCommando's stelmotorsVoeding opname element achter
VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80
80-17
Xenonkoplampen
KOPLAMPEN
De methode voor het uitbouwen/inbouwen van de xenonkoplampen is dezelfde als de methode voor de andere koplampen.
LET OP: de xenonlampen werken met een spanning van 20 000 volt bij het ontsteken en daarna met een 85 volt wisselspanning.
Het is daarom van groot belang de stekker van de koplamp los te maken en te wachten tot de rekeneenheid (voorschakeleenheid) is afgekoeld voor de demontage.
De lamp mag nooit buiten de koplamp worden ontstoken (gevaar voor de ogen).
Aansluiting
N.B.: de nummer van de aansluitingen worden gelezen van rechts naar links op alle koplampen.
18849
Aansl Omschrijving
12345
MassaGrootlichtNiet gebruiktDimlichtMarkeringslicht
VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80
80-18
Xenonkoplampen
STELMOTORS
UITBOUWEN
Verwijder de sierkap en verplaats het reservoir van de stuurbekrachtiging (indien nodig).
Maak de stekker los van de stelmotor.
Draai de stelschroef (A) maximum zes omwentelingen in.
Verdraai de stelmotor een achtste slag naar buiten om hem vrij te maken van de koplamp.
Maak het kogeldraaipunt los van de reflector door de stelmotor iets te kantelen.
N.B.: voor het uitbouwen van de stelmotor kan de koplamp op zijn plaats blijven.
INBOUWEN
Bij het monteren van een nieuw onderdeel, draait u de stelschroef zes omwentelingen in.
Om het inbouwen aan de stelmotor te vergemakkelijken, verwijdert u de afdichtkap en houdt u de reflector van de koplamp vast.
Draai de stelschroef zes omwentelingen los.
BELANGRIJK: na het weer monteren van de stelmotors, moet u het systeem initialiseren en de koplampen afstellen (zie hoofdstuk "initialisatie").
Aansluiting
N.B.: de xenonkoplampen hebben specifieke stelmotors.
OPMERKING:als de dimlichten aan staan bij het aanzetten van het contact, gaan de stelmotors naar omlaag en dan weer terug naar een middenstand.
18849
18849
Aansl Omschrijving
123
MassaCommando stelmotorVoeding
VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80
80-19
Xenonkoplampen
XENONLAMPEN
UITBOUWEN
LET OP: de xenonlampen werken met een spanning van 20 000 volt bij het ontsteken en daarna met een 85 volt wisselspanning.
Het is daarom van groot belang de stekker van de koplamp los te maken en te wachten tot de rekeneenheid (voorschakeleenheid) is afgekoeld voor de demontage.
De lamp mag nooit buiten de koplamp worden ontstoken (gevaar voor de ogen).
Maak de stekker los van de lamp door hem een kwart slag linksom te draaien.
Verwijder de lamp door de bevestigingsklemmetjes los te maken.
LET OP: behandel de lamp zeer voorzichtig want de geleider aan de buitenkant (1) is bijzonder kwetsbaar en mag niet verbuigen.
INBOUWEN
Houd de lamp van aan de lampvoet (raak het glas niet aan, maak het anders schoon met een in alcohol gedrenkte pluisvrije doek).
Breng de lamp op zijn plaats. De nok (2) moet tegenover de groef van de koplamp liggen.
Plaats de stekker op de lamp door hem een kwart slag te draaien.
N.B.: voor het uitbouwen van de lamp kan de koplamp op zijn plaats blijven.
BELANGRIJK: na het vervangen van een xenonlamp, moet u het systeem initialiseren en de koplampen afstellen ('zie hoofdstuk "initialisatie").
Het vervangen van de lampen van het grootlicht en van het dimlicht, is de methode gelijk aan die van conventionele koplampen.
18850
18850
VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80
80-20
Xenonkoplampen
REKENEENHEID (VOORSCHAKELEENHEID)
LET OP: de xenonlampen werken met een spanning van 20 000 volt bij het ontsteken en daarna met een 85 volt wisselspanning.
Het is daarom van groot belang de stekker van de koplamp los te maken en te wachten tot de rekeneenheid (voorschakeleenheid) is afgekoeld voor de demontage.
De lamp mag nooit buiten de koplamp worden ontstoken (gevaar voor de ogen).
UITBOUWEN
Bouw de betreffende koplamp uit,
Leg de koplamp op een schone doek zodat hij niet beschadigt.
Maak de stekker los van de lamp door hem een kwart slag linksom te draaien.
Verwijder de schroeven (A) met een passende schroevendraaier.
Maak de voeding van de rekeneenheid (B) los.
INBOUWEN
Vervang altijd de afdichting bij iedere demontage van de rekeneenheid.
Zet de rekeneenheid vast met een aantrekkoppel 1,3 N.m.
Let op de juiste ligging van de hoogspanningskabel.
BELANGRIJK: na het weer monteren van rekeneenheid, moet u het systeem initialiseren en de koplampen afstellen (zie hoofdstuk "initialisatie").
18854
18851
VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80VERLICHTING VOORZIJDEXenonkoplampen 80
80-21
Xenonkoplampen
INITIALISEREN VAN HET SYSTEEM EN AFSTELLEN VAN DE KOPLAMPEN
Dit moet worden gedaan na elke reparatie aan een koplamp, een opname element of aan een onderdeel van de voor- of achtertrein.
Zet de auto op een horizontale vloer.
BELANGRIJK: zet de handrem niet vast.
Controleer of de auto onbelast is en de brandstoftank vol is, stap tijdens de duur van de werkzaamheden niet in de auto.
Controleer of de bandenspanning correct is en open de motorkap.
Sluit het diagnoseapparaat aan controleer of er geen storing is.
Zet het contact aan, schakelt de dimlichten aan, selecteer en valideer de rekeneenheid.
Geef het commando: "AC 010: calibratie rekeneenheid".
OPMERKING:
Het is mogelijk om te controleren of het systeem is geinitialiseerd:– de waarde van het opname element voor, zichtbaar
met parameter "PR017: hoogte voor" moet gelijk zijn aan de waarde van de oorspronkelijke hoogte voor (PR 004),
– de waarde van het opname element achter, zichtbaar met parameter "PR018: hoogte achter" moet gelijk zijn aan de waarde van de oorspronkelijke hoogte voor (PR 005).
Zet het contact niet af, en stel de stand van de koplampen af met het koplampafstelapparaat: hoogte met schroef (D) en richting met schroef (E).
BELANGRIJK: de stand van de auto mag niet veranderen tussen het initialiseren en het afstellen van de koplampen. Deze twee handelingen vormen één geheel.
BELANGRIJK: het initialiseren van het systeem is niet mogelijk:– als de rijsnelheid afwezig is of niet nul, – als de stand van een opname element buiten de
tolerantie is,– als de configuratie van de rekeneenheid niet correct
is uitgevoerd.
ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGAchterlicht 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGAchterlicht 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGAchterlicht 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGAchterlicht 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGAchterlicht 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGAchterlicht 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGAchterlicht 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGAchterlicht 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGAchterlicht 81HATCHBACK
181ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGAchterlicht
De achterlichten van de hatchback zijn in twee delen uitgevoerd, een in het scherm en een in de achterklep.
UITBOUWEN VAN LICHTEN IN HET SCHERM
Verwijder de bevestiging aan de achterkant (A).Bouw het lamphuis uit en maak de stekker los.
Om bij de lampen te kunnen komen, wipt u de lamphouder los door het lipje (B) in te drukken.
AANSLUITINGEN
Stekker lichten achterscherm links
Stekker lichten achterscherm rechts
UITBOUWEN VAN LICHTEN IN DE ACHTERKLEP
Verwijder de bevestiging aan de achterkant (C).Bouw het lamphuis uit en maak de stekker los.
Om bij de lampen te kunnen komen, wipt u de lamphouder los door het lipje (B) in te drukken.
N.B.: op sommige uitvoeringen, is de bevestiging (D) vervangen door een schroef en een moer.
AANSLUITINGEN
Stekker lichten achterklep links
Stekker lichten achterklep rechts
18317
Aansl Omschrijving
12345
KnipperlichtMassaNiet in gebruikMarkeringslichtRemlicht
Aansl Omschrijving
12345
MarkeringslichtRemlichtNiet in gebruikMassaKnipperlicht
18318
Aansl Omschrijving
12345
MassaMistachterlichtAchteruitrijlichtMarkeringslichtNiet gebruikt
Aansl Omschrijving
12345
Niet in gebruikMarkeringslichtAchteruitrijlichtMistachterlichtMassa
81-1
ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGAchterlicht 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGAchterlicht 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGAchterlicht 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGAchterlicht 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGAchterlicht 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGAchterlicht 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGAchterlicht 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGAchterlicht 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGAchterlicht 81
81-2
BREAK181ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTING
Achterlicht
UITBOUWEN VAN HET LICHT IN HET SCHERM
Voor het uitbouwen van de achterlichten kan de schildbumper op zijn plaats blijven.
INBOUWEN
Plaats het licht.
Zet de bevestiging van het scherm (A) vast, daarna de bevestigingen aan de kant van de achterklep (B).
AANSLUITINGEN
Stekker achterlichten rechts
Stekker achterlichten links
18825
Aansl Omschrijving
123456
KnipperlichtMistachterlichtMarkeringslichtRemlichtMassaAchteruitrijlicht
Aansl Omschrijving
123456
AchteruitrijlichtMassaMarkeringslichtRemlichtMistachterlichtKnipperlicht
ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGRemlicht 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGRemlicht 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGRemlicht 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGRemlicht 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGRemlicht 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGRemlicht 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGRemlicht 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGRemlicht 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGRemlicht 81Remlicht
UITBOUWEN VAN HET VERHOOGDE REMLICHT
Voor het uitbouwen van het verhoogde remlicht moet u de achterklepbekleding verwijderen (zie hoofdstuk carrosserie).
N.B.: het derde remlicht van de hatchback heeft een lamp. Het derde remlicht van de break heeft diodes.
18319
81-3
ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGBinnenverlichting 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGBinnenverlichting 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGBinnenverlichting 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGBinnenverlichting 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGBinnenverlichting 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGBinnenverlichting 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGBinnenverlichting 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGBinnenverlichting 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGBinnenverlichting 81
81-4
Binnenverlichting
BIJZONDERHEDEN
De auto's hebben, afhankelijk van de uitvoering: onafhankelijke verlichting onder de portieren (die
brandt bij het openen van het betreffende portier). tijdgeschakelde binnenlichten (voor en achter). verlichting onder het dashboard en verlichting onder
de voorstoelen gekoppeld aan de binnenlichten. verlichting in de bagageruimte. verlichte make-up spiegels in de zonnekleppen.
WERKING VAN DE TIJDSCHAKELING
De binnenverlichting (plafond en voetenruimtes) worden direct ingeschakeld door het huis met hulporganen interieur: bij het openen van een portier of de achterklep, bij het ontgrendelen van de portieren via de
afstandsbediening (of de handsfree functie), bij het verwijderen van de RENAULT-kaart uit de
kaartlezer.
Bij het uitschakelen van de binnenverlichting gebruikt het huis met hulporganen interieur, afhankelijk van het geval, een vertraging:– uitschakeling zonder vertraging:
bij het vergrendelen van de portieren via de afstandsbediening (portieren/klep gesloten)
– uitschakeling met vertraging: na het sluiten van het laatste portier/klep, bij het ontgrendelen van de portieren/klep via de
afstandsbediening, bij het aanzetten van het contact.
N.B.: als een portier of klep lang open staat, zonder aanzetten of uitzetten van het contact, dooft het huis met hulporganen interieur de binnenverlichting na een vertraging van ongeveer 15 minuten.
BINNENLICHTEN
Afhankelijk van de plaats van het binnenlicht en het uitrustingsniveau van de auto,kan het licht zijn voorzien van: een enkele centrale lichtschakelaar, een centrale lichtschakelaar en een kaartleeslampje, een centrale lichtschakelaar en twee
kaartleeslampjes, een centrale lichtschakelaar met regelbare
lichtsterkte en twee kaartleeslampjes.
UITBOUWEN - INBOUWEN
Voor het uitbouwen van het binnenlicht in het dak: verwijder de doorschijnende kap, trek aan de bevestigingsgrendels, maak met een draaiende beweging de stekker los.
ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGBinnenverlichting 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGBinnenverlichting 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGBinnenverlichting 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGBinnenverlichting 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGBinnenverlichting 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGBinnenverlichting 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGBinnenverlichting 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGBinnenverlichting 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGBinnenverlichting 81
81-5
CENTRAAL BINNENLICHT eenvoudige uitvoering (twee toetsen)
CENTRAAL BINNENLICHT luxe uitvoering (vier toetsen)
BINNENLICHT ACHTER eenvoudige uitvoering (een schakelaar)
BINNENLICHT ACHTER luxe uitvoering (drie toetsen)
Aansl Omschrijving
12
3456
Niet in gebruikSignaal van het huis met hulporganen interieur (openen portier)Verbinding binnenlicht achter+ verlichting (afhankelijk van de uitvoering)+ permanentMassa
Aansl Omschrijving
12
3456
Niet in gebruikSignaal van het huis met hulporganen interieur (openen portier)Verbinding binnenlicht achter (regelweerstand)+ verlichting+ permanentMassa
18460
Aansl Omschrijving
12
3456
Niet in gebruikSignaal van het huis met hulporganen interieur (openen portier)Verbinding binnenlicht voorNiet in gebruikNiet in gebruikMassa
Aansl Omschrijving
12
3456
Niet in gebruikSignaal van het huis met hulporganen interieur (openen portier)Verbinding binnenlicht voor (regelweerstand)+ verlichting+ permanentMassa
ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting onder dashboard 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting onder dashboard 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting onder dashboard 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting onder dashboard 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting onder dashboard 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting onder dashboard 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting onder dashboard 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting onder dashboard 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting onder dashboard 81Verlichting onder dashboard
De auto heeft lampen voor de verlichting onder het dashboard en onder de voorstoel die zijn gekoppeld aan de binnenverlichting. Zij bevinden zich: onder het dashboardkastje (passagierskant), onder het stuurwiel (1), onder de voorstoel (2) (afhankelijk van de
uitvoering).
Deze lampen worden aangestuurd door het huis met hulporganen interieur: bij het ontgrendelen van de portieren via de
afstandsbediening of de handsfree functie, bij het openen van een portier, als de Renault-kaart uit de lezer wordt getrokken.
18631
18832
81-6
ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting onder portier 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting onder portier 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting onder portier 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting onder portier 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting onder portier 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting onder portier 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting onder portier 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting onder portier 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting onder portier 81Verlichting onder portier
De portieren hebben onafhankelijke verlichting die wordt aangestuurd door het huis met hulporganen interieur bij het openen van het portier. Alleen de lamp van het betreffende portier gaat branden.
N.B.: voor het vervangen van de lamp of het uitbouwen van het lamphuis moet de portierbekleding gedeeltelijk worden uitgebouwd (zie hoofdstuk carrosserie).
18597
18591
81-7
ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting dashboardkastje 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting dashboardkastje 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting dashboardkastje 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting dashboardkastje 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting dashboardkastje 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting dashboardkastje 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting dashboardkastje 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting dashboardkastje 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting dashboardkastje 81Verlichting dashboardkastje
UITBOUWEN - INBOUWEN
Voor het uitbouwen van het lamphuis van het dashboardkastje (1), verwijdert u de bodem die door een schroef wordt vastgehouden.Druk tegen de bevestigingsgrendel van het lamphuis om het los te maken.
18473
81-8
ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting make-up spiegel 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting make-up spiegel 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting make-up spiegel 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting make-up spiegel 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting make-up spiegel 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting make-up spiegel 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting make-up spiegel 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting make-up spiegel 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGVerlichting make-up spiegel 81Verlichting make-up spiegel
Afhankelijk van de uitvoering, hebben de make-up spiegels verlichting in de hemelbekleding.
De schakelaar bevindt zich op het klepje (1) van de spiegel in de zonneklep (2). De stroom naar de verlichting (3) loopt via de centrale bevestiging (4) van de zonnekleppen.
N.B.: de werking van de schakelaar kan worden gecontroleerd via de verbinding naar de bevestiging: klepje van de spiegel gesloten (schakelaar open) =
lamp uit = weerstand oneindig, klepje van de spiegel open (schakelaar gesloten) =
lamp aan = weerstand nul,
81-9
ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81
81-10
Zekering/relaisplaat
BESCHRIJVING VAN HET SYSTEEM
De zekering/relaisplaat is vastgeklemd tegen het huis met hulporganen interieur in het dashboard aan bestuurderszijde.
Afhankelijk van het uitrustingsniveau kunnen twee modellen van zekering/relaisplaat zijn gemonteerd: een zogenaamde "eenvoudige" uitvoering, een zogenaamde "luxe" uitvoering.
OPMERKINGEN: het magazijn levert alleen de zekering/relaisplaat van de "luxe" uitvoering. Dit kan gemonteerd worden in plaats van de "eenvoudige" uitvoering.
Bij het vervangen van de zekering/relaisplaat, is de plaats van de zekering en van de shunts afhankelijk van het uitrustingsniveau. Zij moeten altijd op de zelfde plaats worden overgebracht op het nieuwe onderdeel.
18545 18321
ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81
81-11
UITBOUWEN
N.B.: door het vergrendelen van de rekeneenheid van de airbag worden de uitgangen naar de ontstekers uitgeschakeld en de stuurkolom ontgrendeld.
OPMERKINGEN: bij het vervangen van het huis met hulporganen
interieur, moeten de configuraties worden genoteerd met behulp van het diagnoseapparaat.
de zekering/relaisplaat is vastgeklemd op het huis met hulporganen interieur. Het uitbouwen van het ene onderdeel betekent dat het andere ook moet worden uitgebouwd.
Maak de massakabel van de accu los.
Bouw uit: de zijkant van het dashboard aan bestuurderszijde, de afdekplaat onder het dashboard, de bevestigingsschroeven (1) van het huis met
hulporganen interieur, de beschermkap-accessoires/luidspreker van de
spraakmaker (2).
Knip het plastic klembandje van de bedrading (3) door.
Maak de stekkers los van het huis met hulporganen interieur en van de zekering- en relaisplaat interieur.
Bouw het huis met hulporganen interieur uit met de zekering- en relaisplaat interieur.
Scheid het huis met hulporganen interieur van de zekering/relaisplaat door op de grendels (4) te drukken.
INBOUWEN
Let op de aansluiting van de stekkers en zet de kabelbundel met een grote klemband (3) vast.
18545
18321
18322
ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81
81-12
ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81
81-13
Symbolen van de zekering
Bestemming van de zekeringen (afhankelijk van het uitrustingsniveau)
N° Symbool Ampère Omschrijving
F1 20A Grootlichten
F2 10A Voeding huis met hulporganen interieur - Voeding zekering/relaisplaat - Transponder - Kaartlezer - Drukknop starten
F3 10A Spraakmaker - Hoogtecorrectie xenonlampen - Instrumentenpanelen - Verwarmde sproeiers
F4 20A Achteruitrijlichten - Verwarming en airconditioning - Parkeerhulp - Informatie + na contact alarm - Verlichting schakelaar portiersloten - Regensensor - Voorruitverwarming
F5 15A Tijdgeschakelde binnenverlichting
F6 20A Remlichten - Ruitenwisserschakelaar - Diagnose-aansluiting - Display bandenspanning - Controlelampje kinderveiligheid - Controlelampje portiersloten achter - Verlichting schakelaars ruitbediening
F7 15A Dimlicht links
F8 7,5A Markeringslicht rechts
F9 15A Alarmknipperlichten en knipperlichten
F10 10A Communicatiesysteem - Radio
F11 30ASpraakmaker - Instrumentenpaneel - Mistlichten voor - Achterklepslot
F12 5A Airbags en gordelspanners
F13 5A Rekeneenheid ABS - Referentie remkrachtverdeler
F14 15A Claxon
F15 30A Ruitbediening voor bestuurder
ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81
81-14
Zekering stroomonderbreker
Deze zekering bevindt zich onder de asbak, in de middenconsole.
N° Symbool Ampère Omschrijving
F16 30A Ruitbediening voor passagier
F17 10A Mistachterlicht
F18 10A Spiegelverwarming
F19 15A Dimlicht rechts
F20 7,5A Markeringslichten links - Verlichting via regelweerstand en dashboardkastje - Kentekenverlichting
F21 30A Ruitenwisser achter en voor
F22 30A Portiervergrendeling
F23 15A Accessoiresaansluiting console - Telefoon
F24 15A Aansteker - Accessoiresaansluiting bagageruimte
F25 10A Stuurkolomgrendel - Achterruitverwarming - Voorstoelen - Blokkeren ruitbediening achter
N° Ampère Omschrijving
F50 20A Zekering stroomonderbreker:
Diagnose aansluiting
Radio
Controle-eenheid airconditioning
Rekeneenheid memory systeem bestuurdersstoel
Display klokje/buitentemperatuur/radio
Rekeneenheid navigatiesysteem
Rekeneenheid bandenspanning
Centrale communicatie eenheid
Verbinding naar alarm
ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81
81-15
Bestemming (afhankelijk van het uitrustingsniveau)
U1 (24-polige stekker)U2 (24-polige stekker)
Aansl Omschrijving
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
Uitgang portiervergrendeling
Uitgang portiervergrendeling
Ingang shunt markeringslicht links voor
Reserve
Ingang shunt markeringslicht rechts voor
Ingang shunt kentekenverlichting
Ingang storing zekering markeringslichten rechts
Ingang storing zekering markeringslichten links
Reserve
Ingang dimlichten
Ingang shunt markeringslicht rechts achter
Reserve
Reserve
Ingang voeding zekering/relaisplaat elektronica
Reserve
Ingang storing remlichten
Ingang shunt markeringslicht links achter
Reserve
Ingang shunt remlicht links
Ingang portiervergrendeling
Ingang shunt remlicht rechts
Ingang remlichtschakelaar
Uitgang portiervergrendeling
Uitgang portiervergrendeling
Aansl Omschrijving
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
Uitgang relais wisser achter
Ingang + na contact via relais (elektronische sleutel)
Ingang + na contact via ruststand relais (elektronische sleutel)
Uitgang + na contact via relais (elektronische sleutel)
Ingang voeding portiervergrendeling
Reserve
Reserve
Uitgang relais portiervergrendeling openen
Uitgang relais + accessoires 2
Uitgang relais portiervergrendeling sluiten
Uitgang relais + accessoires 1
Ingang knipperlicht
Ingang knipperlicht
Reserve
Uitgang stuursignaal knipperlicht links
Ingang diagnose knipperlicht
Uitgang stuursignaal knipperlicht rechts
Uitgang relais ruitenwisser voor langzaam en snel
Ingang voeding knipperlicht
Uitgang relais ruitenwisser voor aan/uit
Uitgang relais startvrijgave
Ingang markeringslichten
Uitgang relais voeding via tijdrelais
Ingang voeding huis met hulporganen interieur
ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81
81-16
ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81
81-17
Bestemming (afhankelijk van het uitrustingsniveau)
CGB1 (15-polige stekker) ZWARTCGB2(15-polige stekker) GRIJS
WIT
Aansl Omschrijving
A1
A2
A3
A4
A5
A6
Niet gebruikt
+ mistlichten voor
+ relais mistlichten voor
Niet gebruikt
Niet gebruikt
+ voor contact via zekering interieur 1 (caravanaansluiting)
ZWART
B1
B2
B3
B4
B5
B6
B7
B8
B9
+ voor contact via zekering portiervergrendeling
+ na contact via zekering ABS/ESP
+ na contact via zekering airbag
Niet gebruikt
+accessoires via zekering
Niet gebruikt
+accessoires via zekering
+accessoires via zekering
+accessoires via zekering
WIT
Aansl Omschrijving
A1
A2
A3
A4
A5
A6
+ voor contact via zekering (airconditioning)
+ voor contact via zekering (airconditioning)
+accessoires via zekering
Commando + sluiten portiervergrendeling
Commando + openen portiervergrendeling
Massa
ZWART
B1
B2
B3
B4
B5
B6
B7
B8
B9
Massa
Commando ontgrendelen binnen buiten achterportier
Commando vergrendelen buiten achter bestuurder
Commando vergrendelen binnen achter
Commando vergrendelen binnen achter
Commando ontgrendelen buiten achter bestuurder en ontgrendelen binnen voor
Commando ontgrendelen buiten achter bestuurder en ontgrendelen binnen voor
Niet gebruikt
Commando + tijdschakeling verlichting bagageruimte
ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81
81-18
Bestemming (afhankelijk van het uitrustingsniveau)
CGB3 (15-polige stekker) BRUINCGB4 (15-polige stekker) GROEN
WIT
Aansl
Omschrijving
A1
A2
A3
A4
A5
A6
+ dimlicht
Niet gebruikt
Commando + grootlicht
Niet gebruikt
Commando + zekering claxon
Commando + zekering mistachterlicht
ZWART
B1
B2
B3
B4
B5
B6
B7
B8
B9
+ dimlicht rechts
+ dimlicht links
Commando + via zekering spiegelverwarming
Commando + via zekering mistachterlicht
Niet gebruikt
+accessoires voor contact via zekering ruitbediening bestuurder passagier
Commando verlichting interieur
+ voor contact via zekering ruitbediening
Commando + claxon
WIT
Aansl
Omschrijving
A1
A2
A3
A4
A5
A6
Commando + zekering grootlicht
Commando relaisspoel vergrendelen functie achter
Na contact of voor contact ruitbediening achter
Commando relais ruitbediening achter
Niet gebruikt
Stuurcommando + achterruitverwarming
ZWART
B1
B2
B3
B4
B5
B6
B7
B8
B9
+ voor contact via zekering zend/ontvanger
Niet gebruikt
Na contact via zekering accessoires
Commando + ruitenwisser achter
Niet gebruikt
Commando + tijdschakeling verlichting binnenlicht
Commando + markeringslicht rechts achter
Commando + markeringslicht rechts voor
Commando - relais achterruitverwarming
ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81
81-19
CGB5 (12-polige stekker) BLAUW CGB6 (18-polige stekker) KRISTAL
WIT
Aansl Omschrijving
A1
A2
A3
A4
A5
A6
+ voor contact via zekering interieur 3
Niet gebruikt
+ Na contact
+ voor contact via zekering portiervergrendeling
Niet gebruikt
+ voor contact via zekering interieur 2
ZWART
B1
B2
B3
B4
B5
B6
Massa
+ grootlichten
+ starten
Commando relais markeringslicht
Niet gebruikt
Commando dimlicht
WIT
Aansl Omschrijving
A1
A2
A3
A4
A5
A6
A7
A8
A9
Niet gebruikt
+ na contact via zekering commando achterruitverwarming
+ na contact via zekering commando achterruitverwarming
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Commando knipperen knipperautomaat
Commando knipperlichten links
Commando knipperlichten rechts
ZWART
B1
B2
B3
B4
B5
B6
B7
B8
B9
Commando + langzaam interval ruitenwisser voor
Commando + snel interval ruitenwisser voor
+ na contact via zekering remlichten
Commando + kentekenverlichting
Commando + markeringslicht links achter
Commando + markeringslicht rechts achter
Commando remlichten
Commando + remlicht rechts
Commando + remlicht links
ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81
81-20
ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81
81-21
Bestemming (afhankelijk van het uitrustingsniveau)
Aansl Omschrijving
REL 2
REL 7
REL 9
REL 10
REL 11
REL 12
REL 13
REL 17
REL 18
REL 19
REL 21
REL 22
REL 23
SH 1
SH 2
SH 3
SH 4
Relais achterruitverwarming
Relais mistlichten voor
Relais ruitenwisser voor
Relais ruitenwisser voor
Relais ruitenwisser achter / achteruitrijlichten
Relais portiervergrendeling
Relais portiervergrendeling
Relais ruitenwisser achter
Relais tijdgeschakelde binnenverlichting
Relais accessoires
Relais startvrijgave
Relais rekeneenheid/+ na contact
Relais accessoires, radio (achteraf inbouw)/ruitbediening achter
Shunt ruitbediening achter
Shunt ruitbediening voor
Shunt rijverlichting
Shunt rijverlichting
ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81
81-22
Deze zekeringhouder bevindt zich op de zekering/relaisplaat.
Bestemming van de zekeringen en relais (afhankelijk van het uitrustingsniveau)
N° Ampère Omschrijving
F26
F27
F28
F29
F30
F31
R17
30A
30A
30A
30A
5A
-
Zekering caravanaansluiting
Zekering open dak
Zekering ruitbediening links achter
Zekering ruitbediening rechts achter
Zekering stuurwielhoeksensor
Niet gebruikt
Relais ruitbediening
ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81
81-23
De zekering/relaisplaat opties bevindt zich voor het dashboardkastje aan passagierskant.
Bestemming van de zekeringen en relais (afhankelijk van het uitrustingsniveau)
18546
N° Ampère Omschrijving
F32F33F34F35F36F37R3R4R5R6
--
20A15A20A20A
Niet in gebruikNiet in gebruik Zekering stoelverwarming bestuurder en passagierZekering voeding elektrische stoel bestuurderZekering elektrische stoel bestuurderZekering elektrische stoel passagierRelais voeding stoelenRelais markeringslichten voor rijverlichtingRelais dimlicht voor rijverlichtingRelais koplampsproeierpompRelais onderbreken remlichten
ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81
81-24
Zekeringplaat en relais (motorruimte)
Bestemming van de zekeringen (afhankelijk van het uitrustingsniveau)
N° Ampère Omschrijving
F1F2F3F4F5F6F7F8F9
F10F11F12F13F14F15F16F17F18F19F20F21F22F23
7,5A-
30A5A-15A
30A10A
--
20A30A30A70A70A70A60A40A40A70A70A60A60A80A
-
Zekering automatische transmissieNiet in gebruikZekering relais inspuitsysteemZekering automatische transmissieZekering extra verwarming - Relais brandstofverwarmingZekering rekeneenheid inspuitsysteem - Elektroklep diesel - BrandstofverwarmingNiet in gebruikNiet in gebruikZekering langzaam koelventilateurZekering rekeneenheid ABS/ESPZekering claxonZekering voorverwarming dieselZekering koelvloeistofverwarmingselementen 2Zekering koelvloeistofverwarmingselementen 1Zekering langzaam en snel koelventilateur met airconditioningZekering koplampsproeiers - Relais ontdooiingZekering rekeneenheid ABS/ESPZekering interieur N° 1Zekering interieurZekering interieur N° 3Zekering voeding zekering stroomonderbreker interieur N° 2Zekering voorruitverwarmingNiet gebruikt
ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81ACHTERLICHTEN-BINNENVERLICHTINGZekering/relaisplaat 81
81-25
Zekeringplaat en relais (motorruimte)
Bestemming van de relais (afhankelijk van het uitrustingsniveau)
Motor K4M-F4P-F5R-F9Q
Motor L7X
N° Omschrijving
R1R2R3R4R5R6R7R8R9
R10R11
Relais extra verwarming 1Relais langzaam koelventilateurNiet in gebruikNiet in gebruikRelais extra verwarming 3Relais brandstofpompRelais brandstofverwarmingRelais navoeding inspuitsysteemRelais langzaam koelventilateur met airconditioningRelais koelventilateur met airconditioningRelais extra verwarming 2
N° Omschrijving
R1R2R3R4R5R6R7R8R9
R10R11
Niet in gebruikRelais koelventilateur met airconditioningNiet in gebruikNiet in gebruikNiet in gebruikRelais inspuitsysteemRelais koelventilateur met airconditioningRelais navoeding inspuitsysteemRelais koelventilateur met airconditioningRelais koelventilateur met airconditioning
STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82
82-1
182STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart
BIJZONDERHEDEN
Er is geen noodcode meer maar een reparatiecode die levenslang aan de auto is toegewezen tijdens de fabricage.– Er staat geen nummer op de RENAULT-kaarten.– De auto heeft bij aflevering geen etiket waarop de
code staat.
Voor alle werkzaamheden aan het systeem, kan dit nummer worden opgevraagd via de Technische Dienst van de importeur (zie Service Mededeling 3315E).
Bij iedere codeaanvraag, moet het VIN van de auto worden opgegeven, alsmede het fabricagenummer. Hiermee kan de auto exact geïdentificeerd worden om de juiste code te kunnen geven.
De RENAULT-kaart uit het magazijn is niet gecodeeerd, heeft geen nummer en geen reservesleutel. De accumulator voor de handsfree functie is geladen.
Het systeem kan maximaal vier RENAULT-kaarten bevatten. De functie afstandsbediening, het batterijtje en de accumulator (op de handsfree uitvoering ), hebben geen functie voor de startvergrendeling.
Dit systeem kan, afhankelijk van de uitvoering, gebruik maken van een RENAULT-kaart met handsfree functie.Het is niet mogelijk meer dan een RENAULT-kaart met de handsfree functie uit te rusten.
Bij verlies, diefstal of op verzoek van de klant, kunnen een of meer RENAULT-kaarten aan de auto worden toegewezen. Deze kunnen, indien nodig, opnieuw aan de zelfde auto worden toegewezen.
LET OP: met dit systeem, is het niet mogelijk verschillende elementen (huis met hulporganen interieur en RENAULT-kaarten of huis met hulporganen interieur en rekeneenheid van het inspuitsysteem) tegelijk te vervangen. Deze onderdelen worden ongecodeerd geleverd.
Is is namelijk niet mogelijk deze elementen te coderen als geen enkel element de oorspronkelijke code van de auto in zijn geheugen heeft (zie de toepassingstabel).
Het is gen manier om een eenmaal in een element van het systeem ingelezen code te wissen. De ingelezen code kan niet gewist worden.
STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82
82-2
ALGEMEEN
De auto heeft startvergrendeling met een herkenningssysteem voor de RENAULT-kaart met een continu variabele code.
Een gecodeerde chip (werkend zonder batterij) die onafhankelijk is van de functie afstandsbediening is ingebouwd in elke RENAULT-kaart van de auto.
De startvergrendeling wordt enkele secondes na het verwijderen van de RENAULT-kaart uit de kaartlezer geactiveerd. Dit is te zien aan het knipperen van het rode controlelampje op het instrumentenpaneel en aan het blokkeren van de stuurkolom.
Bij de fabricage, wordt een code van twaalf hexadecimale tekens toegewezen aan de auto om de startvergrendeling operationeel te maken.
In de werkplaats hebt u de reparatiecode nodig voor het: toevoegen van RENAULT-kaarten, vervangen van een of meer RENAULT-kaarten, onbruikbaar maken van een of meer RENAULT-
kaarten (bij verlies of diefstal van een andere kaart bijvoorbeeld),
vervangen van het huis met hulporganen interieur.
N.B.: Bij het opvragen van de reparatiecode is het chassisnummer van de auto nodig. Per land zijn er verschillende methodes mogelijk (zie Service Mededeling 3315E): Minitel, sprekende computer, techline.
STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82
82-3
PRESENTATIE VAN HET SYSTEEM
ABCDEFGHI
RENAULT-kaartLezer voor de RENAULT-kaarten met de ontvanger voor de startvergrendelingHuis met hulporganen interieur en Zekering/relaisplaatRood controlelampje van de startvergrendeling (instrumentenpaneel)Rekeneenheid van het inspuitsysteem (benzine of diesel)Elektrische stuurkolomgrendelDiagnose aansluitingDrukknop voor het startenContacten van het koppelingspedaal en de stand "neutraal" van de versnellingsbak
MultiplexverbindingDraadverbinding
123
Stand + accessoiresStand + na contactVoeding van de startmotor
STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82
82-4
BESCHRIJVING VAN HET SYSTEEM
De startvergrendeling wordt enkele secondes na het uitschakelen van het contact geactiveerd (te zien aan het knipperen van het rode controlelampje op het instrumentenpaneel en aan het blokkeren van de stuurkolom).
Het systeem bestaat uit:
twee speciale RENAULT-kaarten (A) met een gecodeerde chip voor de bediening van de startvergrendeling,– een van de RENAULT-kaarten kan de handsfree
functie hebben,– ex kunnen twee kaarten worden toegevoegd
(maximum vier),
een ontvanger voor de startvergrendeling in de kaartlezer (B), met een elektronisch systeem voor het overbrengen van de code van de RENAULT-kaarten naar het huis met hulporganen interieur (C).
N.B.: De kaartlezer voor de RENAULT-kaart is niet gecodeerd.
een huis met hulporganen interieur (C) onder het dashboard aan bestuurderszijde.
Voor de startvergrendeling, verzorgt het huis met hulporganen interieur de functies:– decodering van het signaal van de RENAULT-
kaart afkomstig van de kaartlezer,– regeling van het startvergrendelingssysteem door
een code naar de stuurkolomgrendel te sturen,– communicatie met de rekeneenheid van het
inspuitsysteem,– aansturen van het rode controlelampje van de
startvergrendeling en het verlichten van de kaartlezer,
– communicatie met het diagnoseapparaat.
N.B.: voor de andere functies van het huis met hulporganen interieur, raadpleegt u hoofdstuk 87.
een rood controlelampje van de startvergrendeling (D) op het instrumentenpaneel voor het signaleren van:– de activering van de startvergrendeling,– het niet herkennen van de RENAULT-kaart,– een storing in het systeem,– een probleem met de rekeneenheid van het
inspuitsysteem of de stuurkolomgrendel.
een gecodeerde rekeneenheid van het inspuitsysteem (E),
een diagnose-aansluiting (G) voor het storing zoeken en de configuraties van het systeem,
een gecodeerde vergrendeling van de stuurkolom (F).
contacten voor de stand van het koppelingspedaal en de versnellingsbak (I) en een startknop (H) voor de voeding van de startmotor.
STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82
82-5
WERKING
Als de startvergrendeling operationeel is knippert het rode controlelampje van de startvergrendeling (langzaam; een flits/seconde). De elektrische stuurkolomgrendel is geblokkeerd.
Nadat de RENAULT-kaart in de lezer is geplaatst, wordt code van de RENAULT-kaart naar het huis met hulporganen interieur gestuurd.
Als de code wordt herkend door het huis met hulporganen interieur, stuurt dit via het multiplexnetwerk een gecodeerd signaal naar de stuurkolomgrendel.
Als het gecodeerde signaal dat de stuurkolomgrendel ontvangt, gelijk is aan dat wat hij in zijn geheugen heeft, ontgrendelt hij de stuurkolom en stuurt hij een bevestiging naar het huis met hulporganen interieur.
Als het huis met hulporganen interieur dit bericht ontvangt, schakelt het de + na contact in en dooft het rode controlelampje van de startvergrendeling.
Als het contact is ingeschakeld, sturen het huis met hulporganen interieur en de rekeneenheid van het inspuitsysteem elkaar gecodeerde signalen via het multiplexnetwerk.
Als de signalen van het huis met hulporganen interieur en de rekeneenheid van het inspuitsysteem overeenkomen, geeft het huis met hulporganen interieur toestemming voor het starten van de motor en het inspuitsysteem ontgrendelt zich.
Bijzondere situaties
Als de rekeneenheid van het inspuitsysteem of de stuurkolomgrendel geen referentiecode in het geheugen heeft neemt hij de ontvangen code op in zijn geheugen.
Als er geen overeenkomst is tussen de codes van het huis met hulporganen interieur en de RENAULT-kaart, blijft het systeem vergrendeld. Het rode startvergrendelingslampje knippert (snel). Het starten is niet toegestaan en de stuurkolomgrendel blijft geblokkeerd.
Als het lampje vast brandt, zonder + na contact, is er een probleem met de elektrische vergrendeling van de stuurkolom.
Als het lampje vast brandt met + na contact, is er een met het inspuitsysteem.
LET OP: Als gestart wordt met een accu met een lage accuspanning is het mogelijk dat de startvergrendeling door de spanningsval opnieuw wordt ingeschakeld. Als de spanning lager is kan er niet worden gestart, zelfs niet als de auto wordt aangeduwd.
STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82
82-6
VERVANGEN EN CONFIGUREREN VAN HET HUIS MET DE HULPORGANEN
De nieuwe onderdelen zijn niet gecodeerd. Na montage in de auto, moeten zij daarom een code inlezen voordat het zij goed kunnen werken.
Hiervoor is het nodig dat een aantal onderdelen al correct gecodeerd is (met de code van de auto). Raadpleeg de toepassingstabel.
LET OP: zodra een code is ingelezen in het onderdeel, kan dit alleen nog maar in deze auto worden gebruikt: de code kan niet worden gewist en een tweede code kan ook niet worden ingelezen. De ingelezen code kan niet gewist worden.
TOEPASSINGSTABEL.
WERKZAAMHEDEN
STAAT VAN DE ELEMENTEN
REPARATIECODE NODIG
Huis met hulporganen
interieur (UCH)
RENAULT-kaart
Rekeneenheid inspuitsysteem
Elektrische grendel
Inlezen van het huis met hulporganen
interieurOngecodeerd Gecodeerd Gecodeerd - JA
Inlezen/verwijderen van de RENAULT-
kaartGecodeerd Ongecodeerd Gecodeerd - JA
Inlezen stuurkolomgrendel
Gecodeerd Gecodeerd - Ongecodeerd NEE
Inlezen rekeneenheid van het
inspuitsysteemGecodeerd Gecodeerd Ongecodeerd Gecodeerd NEE
* De toegewezen Renault-kaart moet ongecodeerd zijn of reeds in de auto zijn ingelezen.OPMERKING: hij kan ingelezen maar niet operationeel zijn (niet toegewezen).
BELANGRIJK: alleen de RENAULT-kaarten die bij deze procedure worden aangeboden zullen werken.
STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82
82-7
VERVANGEN EN CONFIGUREREN VAN HET HUIS MET DE HULPORGANEN
Een nieuw huis met hulporganen interieur is niet gecodeerd. Na montage in de auto, moet daarom een code worden ingelezen voordat het huis goed kan werken.
Hiervoor moet u over ten minste één van de oude RENAULT-kaarten van de auto beschikken, en over de reparatiecode en moet de rekeneenheid van het inspuitsysteem correct zijn gecodeerd (raadpleeg de toepassingstabel).
BELANGRIJK: alleen de RENAULT-kaarten die bij deze procedure worden aangeboden zullen werken op voorwaarde: dat zij al voor deze auto waren gecodeerd, dat zij nieuw zijn (ongecodeerd).
INLEESPROCEDURE VOOR HET HUIS MET HULPORGANEN INTERIEUR
Start de communicatie met het systeem "Startvergrendeling".
In het menu "Commando", "Specifiek commando", valideert u regel "SC027: inlezen huis met hulporganen interieur".
Het gereedschap toont "Wilt u de reparatiecode invoeren".Terwijl de RENAULT-kaart niet in de lezer zit, voert u de geheime reparatiecode in (12 hexadecimale tekens) en valideert u de code.
Als het formaat van de code correct is, toont het gereedschap "Plaats een reeds op de auto ingelezen kaart in de lezer", de inleesprocedure is bezig.
Het gereedschap toont "Huis met hulporganen interieur ingelezen", het huis met hulporganen interieur is gecodeerd. Nu moet de inleesprocedure van de RENAULT-kaart worden gestart om de andere kaarten (maximum vier) toe te wijzen. Voordat dit bericht verschijnt kan een aantal secondes verlopen..
LET OP: tussen iedere handeling mag maximaal 2 minuten verlopen, anders wordt de procedure geannuleerd, het gereedschap toont dan het bericht "procedure onderbroken: let op, alleen de kaarten die voor het starten van de procedure al aan de auto waren toegewezen kunnen worden gebruikt. De kaarten die aangeboden werden voor het afbreken van de procedure zijn niet langer leeg en kunnen alleen nog maar aan deze auto worden toegewezen". Dit bericht verschijnt ook als de communicatie met huis met hulporganen interieur wegvalt of bij een onderbreking van de accu.
BIJZONDERE SITUATIES
Als op het scherm staat: "haal de kaart uit de lezer", zit er al een kaart in
de lezer, "Controleer de reparatiecode en controleer of
de kaart wel die van de auto is": is de code niet correct gelezen of is het huis met hulporganen interieur al gecodeerd op een andere auto. Controleer de code en probeer het invoeren te herhalen.
"Wilt u de kaarten controleren voordat u ze aan de auto toewijst": was het huis met hulporganen interieur al op deze auto gecodeerd, het huis met hulporganen interieur gaat naar het toewijzingsprogramma van de RENAULT-kaart.
"Kaart niet bruikbaar op deze auto" komt de code van de kaart niet overeen met de aanwezige auto.
"De aangeboden kaart is leeg. Wilt u een kaart aanbieden die al op de auto is ingelezen": bied een reeds gecodeerde kaart aan.
"Inlezen huis met hulporganen interieur mislukt". Probeer de complete procedure te herhalen.
LET OP: als een huis met hulporganen interieur de code van de RENAULT-kaarten heeft ingelezen, is het onmogelijk deze te wissen of door een andere code te vervangen.
LET OP: zodra een code is ingelezen in het huis met hulporganen interieur, kan dit alleen nog maar in deze auto worden gebruikt: de code kan niet worden gewist en een tweede code kan ook niet worden ingelezen.
STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82
82-8
TOEWIJZINGSPROCEDURE VAN DE RENAULT-KAARTEN
N.B.: of een kaart leeg is kan worden gecontroleerd via de staat: "ET 115: lege kaart".
BELANGRIJK: als niet alle RENAULT-kaarten beschikbaar zijn, moet later een nieuwe toewijzingsprocedure met alle kaarten worden uitgevoerd.
In het menu "Commando", "Specifiek commando", valideert u regel "SC001: inlezen van de kaarten".
Het scherm toont "Wilt u de kaarten controleren voordat u ze aan de auto toewijst?"
Als een controle van de kaarten wordt gevraagd, toont het gereedschap "Steek de kaart zo diep mogelijk in de lezer". Voer dan een RENAULT-kaart in tot het contact inschakelt:– Als het toewijzen niet mogelijk is, toont het scherm
"Controleer de reparatiecode en controleer of de kaart wel van de auto is". Gebruik een andere kaart.
– Als de kaart conform is, toont het scherm "haal de kaart uit de lezer".
Het gereedschap toont "Steek de kaart zo diep mogelijk in de lezer" Voer dan een RENAULT-kaart tot de aanslag in de lezer en valideer:– Als de RENAULT-kaart niet wordt geaccepteerd,
blijft het rode lampje uit".– Als de RENAULT-kaart wordt geaccepteerd,
knippert het rode lampje snel en het gereedschap geeft aan "1 kaart ingelezen" en daarna "haal de kaart uit de lezer".
Het gereedschap toont "Steek de kaart zo diep mogelijk in de lezer". Voer dan een tweede RENAULT-kaart in tot het contact inschakelt:N.B.: als u twee keer dezelfde RENAULT-kaart aanbiedt reageert het systeem er niet op, net startvergrendelingslampje blijft uit.
Voer de andere RENAULT-kaart(en) die aan de auto moeten worden toegewezen (maximum 4) tot de aanslag in de kaartlezer in. Het scherm toont "2, 3 of 4 kaarten ingelezen" en daarna "haal de kaart uit de lezer".
LET OP: dit moeten oude RENAULT-kaarten van de auto zijn of nieuwe, niet gecodeerde RENAULT-kaarten.N.B.: de auto kan maar één RENAULT-kaart accepteren met handsfree functie. Als een tweede RENAULT-kaart aan de auto wordt toegewezen, zal deze werken als een eenvoudige RENAULT-kaart
LET OP: tussen iedere handeling mag maximaal 5 minuten verlopen, anders wordt de procedure geannuleerd, het gereedschap toont dan het bericht "procedure onderbroken: let op, alleen de kaarten die voor het starten van de procedure al aan de auto waren toegewezen kunnen worden gebruikt. De kaarten die aangeboden werden voor het afbreken van de procedure zijn niet langer leeg en kunnen alleen nog maar aan deze auto worden toegewezen". Dit bericht verschijnt ook als de communicatie met huis met hulporganen interieur wegvalt of bij een onderbreking van de accu.
Configureer het huis met hulporganen interieur volgens de opties en uitrusting van de auto (raadpleeg hoofdstuk 87).
N.B.: Als u het huis met hulporganen vervangt hoeft u niets te doen aan de rekeneenheid van het inspuitsysteem, het behoudt dezelfde startvergrendelingscode.
STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGRENAULT-kaart 82
82-9
CODEREN VAN DE REKENEENHEID INSPUITING
De rekeneenheid van het inspuitsysteem wordt ongecodeerd geleverd. Hij moet de code van de startvergrendeling inlezen bij zijn montage om het starten mogelijk te kunnen maken.
Het is voldoende om het contact gedurende enkele secondes aan te zetten zonder te starten. Zet het contact af, de startvergrendeling wordt actief na enkele secondes.
Controle
De staat van de rekeneenheid van het inspuitsysteem is te zien met het diagnoseapparaat.
Met het diagnoseapparaat
1. 2.
Selecteer en valideer "Huis met hulporganen interieur"Selecteer het menu "STAAT" en controleer:– als de rekeneenheid niet is gecodeerd, is de
staat "ET 111 inspuitsysteem ongecodeerd" actief,
– als de rekeneenheid is gecodeerd, is de staat "ET 111 inspuitsysteem ongecodeerd" niet bevestigd
LET OP
Bij dit type startvergrendeling houdt de auto levenslang zijn startvergrendelingscode.Ook heeft dit systeem geen noodcode.
Het is daarom verboden tests uit te voeren met een uit een andere auto of uit het magazijn geleende rekeneenheid.'
De ingelezen code kan niet gewist worden.
STARTVERGRENDELINGLezer RENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGLezer RENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGLezer RENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGLezer RENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGLezer RENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGLezer RENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGLezer RENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGLezer RENAULT-kaart 82STARTVERGRENDELINGLezer RENAULT-kaart 82
82-10
Lezer RENAULT-kaart
De RENAULT-kaartlezer heeft twee contacten voor het activeren van de auto: een contact halverwege voor de voeding van de
accessoires (+ accessoires), een contact als kaart op de aanslag geheel in de
lezer is gestoken (+ na contact).
N.B.: de RENAULT-kaart wordt in de lezer vergrendeld zodra het huis met hulporganen interieur de informatie "draaiende motor" heeft ontvangen van de rekeneenheid van het inspuitsysteem. De kaart wordt vrijgegeven als de motor stil staat.
Een configuratie maakt het niet blokkeren van de Renault-kaarten mogelijk bij een automatische transmissie.
De RENAULT-kaartlezer dient: als FM-ontvanger voor het vergrendelen of het
ontgrendelen van de portieren, als antenne van de transponder van de
startvergrendeling en voor de herkenning van de RENAULT-kaart.
Werking van de verlichting van de kaartlezer Bij het ontgrendelen van de portieren, wordt de
kaartlezer ongeveer 30 secondes verlicht. Als de lezer oplicht bij het invoeren van een
RENAULT-kaart, betekent dit dat de code overeenkomt met de code in het huis met hulporganen interieur.
Als de lezer snel knippert (met de zelfde frequentie als het startvergrendelingslampje) bij het invoeren van een RENAULT-kaart, betekent dit dat de code van de RENAULT-kaart niet is herkend door het huis met hulporganen interieur.
Na het stilzetten van de motor licht de kaartlezer op. Als de RENAULT-kaart in de lezer aanwezig is bij het
openen van het portier (stilstaande motor), knippert hij om aan te geven dat de kaart nog in de lezer zit.
OPMERKING: als de verlichting van de kaartlezer niet goed werkt, moet u de kaartlezer vervangen.
N.B.: De kaartlezer is niet gecodeerd.
Voor het uitbouwen en de bestemming van de aansluitingen van de kaartlezer, zie hoofdstuk 84.
18330
STARTVERGRENDELINGElektrische stuurkolomgrendel 82STARTVERGRENDELINGElektrische stuurkolomgrendel 82STARTVERGRENDELINGElektrische stuurkolomgrendel 82STARTVERGRENDELINGElektrische stuurkolomgrendel 82STARTVERGRENDELINGElektrische stuurkolomgrendel 82STARTVERGRENDELINGElektrische stuurkolomgrendel 82STARTVERGRENDELINGElektrische stuurkolomgrendel 82STARTVERGRENDELINGElektrische stuurkolomgrendel 82STARTVERGRENDELINGElektrische stuurkolomgrendel 82
82-11
Elektrische stuurkolomgrendel
De grendel van de stuurkolom bevindt zich aan de onderkant van de stuurkolom. Hij wordt aangestuurd door het huis met hulporganen interieur.De grendel wordt gecodeerd door het huis met hulporganen interieur, de code kan niet worden gewist.
WERKING
De stuurinrichting ontgrendelt als de RENAULT-kaart zo diep mogelijk in de lezer is gestoken en de transponder is herkend door het huis met hulporganen interieur.De stuurinrichting vergrendelt als de RENAULT-kaart uit de lezer is gehaald en de motor stilstaat en de auto niet rijdt.
N.B.: als het huis met hulporganen interieur een informatie "botsing" heeft ontvangen van de airbagrekeneenheid, blijft de stuurkolom ontgrendeld.
N.B.: als de stuurkolomgrendel defect of niet aangesloten is, kan de motor niet starten.
OPMERKINGEN: Als het systeem niet ontgrendelt bij het invoeren van
de RENAULT-kaart in de lezer, gaat het rode startvergrendelingslampje drie secondes branden en maar de + na contact wordt niet ingeschakeld.
Als de veiligheidsvergrendeling tijdens het rijden vrijkomt, lichten het lampje "Stop" en het rode controlelampje van de startvergrendeling op (het stuurwiel blokkeert niet).
Als een inwendige schakelaar defect is, licht het lampje service op.
VOORZORGEN BIJ DE REPARATIE
Om te voorkomen dat het stuurwiel blokkeert bij het losmaken van de accukabels, moet u: de RENAULT-kaart diep (+ na contact) in de lezer
steken en daarna half eruit trekken (+accessoires). Zolang de kaart halverwege in de lezer zit, wordt de stuurkolom niet geblokkeerd. Maak de accukabel los, de stuurkolom blijft ontgrendeld zolang de accu niet opnieuw wordt aangesloten en de RENAULT-kaart wordt verwijderd.
vergrendel de airbagrekeneenheid met een diagnoseapparaat.
Voor de bestemming van de aansluitingen van de stekker, zie hoofdstuk 84.
UITBOUWEN
INBOUWEN
Zet de bout vast met een aantrekkoppel van 0.8 daN.m.
18541S
LET OP: de grendel is vastgezet met een bout met linkse schroefdraad. Voor het uitbouwen moet hij vooraf ontgrendeld zijn.
18541
STARTVERGRENDELINGElektrische stuurkolomgrendel 82STARTVERGRENDELINGElektrische stuurkolomgrendel 82STARTVERGRENDELINGElektrische stuurkolomgrendel 82STARTVERGRENDELINGElektrische stuurkolomgrendel 82STARTVERGRENDELINGElektrische stuurkolomgrendel 82STARTVERGRENDELINGElektrische stuurkolomgrendel 82STARTVERGRENDELINGElektrische stuurkolomgrendel 82STARTVERGRENDELINGElektrische stuurkolomgrendel 82STARTVERGRENDELINGElektrische stuurkolomgrendel 82
82-12
CODEREN VAN DE STUURKOLOMGRENDEL
De grendel wordt ongecodeerd geleverd. Hij moet de code van de startvergrendeling inlezen bij zijn montage om het inschakelen van het contact mogelijk te kunnen maken.
Hiervoor is het voldoende de RENAULT-kaart van de auto enkele secondes in de lezer te steken. Verwijder de RENAULT-kaart, de startvergrendeling wordt actief na enkele secondes. De grendel is gecodeerd en de stuurkolom is geblokkeerd.
Voor het controleren van de codering van de stuurkolomgrendel: Selecteer "Huis met hulporganen interieur in het menu "Staat", controleer of de regel "ET 089
stuurkolomgrendel ongecodeerd" niet gevalideerd is.
LET OP:
Bij dit type startvergrendeling houdt de auto levenslang zijn startvergrendelingscode.Ook heeft dit systeem geen noodcode.
Het is daarom verboden tests uit te voeren met een uit een andere auto of uit het magazijn geleende grendel.
De ingelezen code kan niet gewist worden.
CLAXONClaxon 82CLAXONClaxon 82CLAXONClaxon 82CLAXONClaxon 82CLAXONClaxon 82CLAXONClaxon 82CLAXONClaxon 82CLAXONClaxon 82CLAXONClaxon 82
82-13
CLAXONClaxon
BESCHRIJVING VAN HET SYSTEEM
De claxon is links achter de schildbumper voor geplaatst.
De auto's hebben, afhankelijk van de uitvoering: een of twee enkele claxons, twee claxons die via een codelijn worden gestuurd
door het huis met hulporganen interieur.
Deze claxons worden bekrachtigd: via het contact in de lichtschakelaar, via een codelijn vanaf het huis met hulporganen
interieur bij het vergrendelen van de portieren met de handsfree functie (afhankelijk van de uitvoering).
N.B.: de toon het het volume van dit signaal bij het vergrendelen kan worden gewijzigd door een configuratie van het huis met hulporganen interieur met een diagnoseapparaat. Ga als volgt te werk: start de communicatie met het huis met hulporganen
interieur, selecteer en valideer het menu "commando" de
regel "configuratie",
AANSLUITING (eenvoudig)
AANSLUITING (codelijn)
Aansl Omschrijving
A Voeding (schakelaar)
B Massa
Aansl Omschrijving
1 Voeding
2 Massa
3 Commando (schakelaar of huis met hulporganen interieur)
CLAXONAlarm 82CLAXONAlarm 82CLAXONAlarm 82CLAXONAlarm 82CLAXONAlarm 82CLAXONAlarm 82CLAXONAlarm 82CLAXONAlarm 82CLAXONAlarm 82
82-14
Alarm
BESCHRIJVING
De kabelbundel van de auto is voorbereid voor het aansluiten van een door Renault goedgekeurd alarm.
De speciale stekker (A) bevindt zich achter de bekleding, naast de gordelspanner links achter.
WERKING
De ACU (Alarm Controle Unit) wordt verbonden met het huis met hulporganen interieur via een seriële verbinding.
De opdracht voor het uitschakelen van het alarm wordt gegeven door het huis met hulporganen interieur via een codelijn tijdens het ontgrendelen via de FM-afstandsbediening.De opdracht voor het activeren van het alarm wordt gegeven door het huis met hulporganen interieur in het geval van:– vergrendeling via de FM-afstandsbediening.– automatische hervergrendeling.
Het huis met hulporganen interieur informeert de alarmcentrale over de staat van de portieren na het vergrendelen met de FM-afstandsbediening.
AANSLUITINGEN
18547-1
Aansl Omschrijving
1 + na contact
2 +accu
3Commando vergrendelingslampje (niet in gebruik)
4 Informatie sluiting motorkap
5 Volumetrische detectie
6 Volumetrische detectie
7Gecodeerde verbinding huis met hulporganen interieur
8 werking knipperlichten
INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83183INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard
N.B.: door het vergrendelen van de rekeneenheid van de airbag worden de uitgangen naar de ontstekers uitgeschakeld en de stuurkolom ontgrendeld.
UITBOUWEN
Zet de voorstoelen naar voren zodat u de bevestigingsschroeven van de middenconsole kunt verwijderen,
Zet de stoelen zo ver mogelijk achteruit en verwijder:– de Renault-kaartlezer (1),
– de schroeven van de console aan het dashboard (2),
– de middenconsole,– de autoradio (afhankelijk van de uitvoering),– de centrale communicatie eenheid (afhankelijk van
de uitvoering),– het bedieningspaneel van de verwarming en
airconditioning (zie hoofdstuk 62).
BELANGRIJK: Werkzaamheden aan de systemen van de airbags en de gordelspanners mogen alleen worden uitgevoerd door speciaal hiervoor opgeleid personeel.
LET OP: het is verboden om werkzaamheden te verrichten aan het airbag- en gordelspansysteem in de buurt van een hittebron vanwege het explosiegevaar.
18632
18830
18549
83-1
INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83
83-2
Bijzonderheden van de kabelbediening, verwijder:– de sierlijst van het bedieningspaneel,– de bevestigingsschroeven,– het bedieningspaneel,
Bouw uit:– de bevestigingsschroeven van het dashboard (1),
– het aparte display van de 'autoradio of het Carminat-scherm (afhankelijk van de uitvoering) en maak de kabelbundel vrij.
– ze zonnesensor (2),– de binnenste afdekplaat van het dashboardkastje die
met een schroef vastzit,– de verlichting van het dashboardkastje en let daarbij
op de de contactvinger (3),– de verlichting onder het dashboard.
gebruik een sleutel van 13 mm om het bevestigingsklemmetje van de airbag op de balk te vergrendelen of verwijder de bevestigingsschroef (afhankelijk van de uitvoering).
N.B.: dit klemmetje moet na iedere demontage worden vervangen.
18543
18542
18473
18544
INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83
83-3
Maak los:– de stekker van de dashboardairbag bij de zekering/
relaisplaat optie,
– de airbag in het stuurwiel. Steek hiervoor een schroevendraaier in het gat (1) en beweeg hem naar boven (2).
– de stekkers van de airbag in het stuurwiel (3) en de stekkers van de toetsen van de snelheidsregelaar (afhankelijk van de uitvoering).
Bouw uit:– de stuurwielbout,
– het stuurwiel in de rechtuit stand,– de omlijsting (4) van de teller,– de stuurkolomkappen,
– de schakelaars.
Maak de stekkers van de stuurkolomschakelaars (ruitenwisser, radiobediening en verlichting) los, de stekkers van de draaibare doorvoer (airbag en snelheidsregelaar) en van de stuurwielhoeksensor.
Voordat u de draaiende doorvoer uitbouwt, noteert u de stand:– controleer of de wielen bij de demontage rechtuit
staan,– controleer of het merkteken "0" van de draaibare
doorvoer bij het merkteken staat.
18539
18455
18797
INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83
83-4
Draai de bout los en maak de gehele stuurkolom vrij.
Bouw uit:– het tellerblok,
– de bevestigingsschroeven van het dashboard (1),
– de zijkanten van het dashboard,– de bevestigingsschroeven (A) aan de zijkant van het
dashboard,
– de tweeters,– de zonnekleppen,
18558
18557
18991
INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83
83-5
– de remvoeringen van de voorruitstijlen; hiervoor is het voldoende zoveel bekleding los te maken dat u het bovenste klemmetje kunt indrukken, druk de stijl opzij en omhoog.
Verwijder het dashboard door de klemmetjes los te maken.
N.B.: de selecteurhendel van de automatische transmissie kan worden verplaatst door op de ervoor geplaatste knop (C) te drukken.
19062
18538
18549
INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83
83-6
INBOUWEN
Voor het monteren van het dashboard, plaatst u de bedrading van de tweeters, van het display en van de zonnesensor.
Sluit de kabel aan van de dashboardairbag.
Bijzonderheden van de draaibare doorvoer
Controleer of de wielen nog rechtuit staan.
Controleer de stand van de draaibare doorvoer door te controleren of het merkteken "0" van de draaibare doorvoer bij het merkteken staat.
18542
18539
18313
INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83
83-7
Bijzonderheden van de sierlijst van het instrumentenpaneel
Plaats het instrumentenpaneel en de kap aan de onderkant van de stuurkolom,
Plaats de kap aan de bovenkant van de stuurkolom met het leren deel zoals op de onderstaande tekening is aangegeven.
Breng de sierlijst naar het instrumentenpaneel,
Plaats de plakstrook van de bovenste stuurkolomkap op de sierlijst,
Klem de sierlijst vast op het dashboard.
Bijzonderheden van het stuurwiel
BELANGRIJK: het stuurwiel past maar op een manier op de spiebanen. Het stuurwiel moet vrij over de spiebanen kunnen bewegen. Let op dat ze niet beschadigen.
Vervang na iedere demontage de stuurwielbout en zet hem vast met een aantrekkoppel van (4,4 daN.m).
18556
18555
18835
INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDashboard 83
83-8
Bijzonderheden van de airbag
Ontgrendel de rekeneenheid van de airbag.
BELANGRIJK: voordat u de airbag aansluit moet u de werking van het systeem controleren:– controleer of het airbaglampje op het
instrumentenpaneel brandt bij het aanzetten van het contact (rekeneenheid ontgrendeld),
– Sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de iedere airbag en controleer of het lampje dooft,
– zet het contact af, sluit de airbag aan in plaats van de loze ontstekers en monteer het in het stuurwiel,
– zet het contact aan, controleer of het lampje 3 secondes oplicht en vervolgens uit gaat en uit blijft.
Als het lampje niet dooft, raadpleeg dan hoofdstuk "storing zoeken".
LET OP: bij het niet opvolgen van deze instructies bestaat het gevaar dat het systeem niet goed functioneert, en zelfs dat de airbag zonder aanleiding ontploft.
18554
INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel 83
83-9
Instrumentenpaneel
VERVANGEN
Het olieverversingsinterval kan worden veranderd met de diagnoseapparaten in de rekeneenheid van het inspuitsysteem.
UITBOUWEN
Vergrendel de rekeneenheid van de airbag met behulp van het diagnoseapparaat.
N.B.: door het vergrendelen van de rekeneenheid van de airbag worden de uitgangen naar de ontstekers uitgeschakeld en de stuurkolom ontgrendeld.
Maak de massakabel van de accu los.
Bouw uit:– de sierlijst van het instrumentenpaneel die op het
dashboard is vastgeklemd,– de kap boven het stuurwiel,– de bevestigingsschroef (1) van het
instrumentenpaneel.
Maak de twee stekkers los.
INBOUWEN
Sluit het instrumentenpaneel aan en monteer het op zij plaats.
Plaats de kap aan de bovenkant van de stuurkolom met het leren deel (2) zoals op de tekening is aangegeven.
Monteer de sierlijst van het instrumentenpaneel op het dashboard.
BELANGRIJK: bij een instrumentenpaneel met een groot display, moet u de nodige configuraties uitvoeren.
18558
18556
18555
INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel 83
83-10
AANSLUITINGEN (meest complete uitvoering)
Rode stekker
1 Niet in gebruik2 toets discretie (*)3 Niet in gebruik4 Niet in gebruik5 Regelweerstand verlichting6 toets functiekeuze boordcomputer7 Niet in gebruik8 Multiplexsysteem spraakmaker (*)9 Niet in gebruik10 Multiplexsysteem11 Multiplexsysteem12 Diagnoselijn (*)13 Multiplexsysteem spraakmaker (*)14 Niet in gebruik15 Niet in gebruik
Grijze stekker
1 controlelampje schakelaar openen portier (*)2 controlelampje knipperlicht rechts3 controlelampje knipperlicht links4 + voor contact5 startvergrendelingslampje6 autogordellampje (*)7 Niet in gebruik8 controlelampje dimlicht9 controlelampje grootlicht10 Niet in gebruik11 controlelampje mistachterlicht12 controlelampje mistlichten voor13 waarschuwingslampje ruitensproeierpeil14 waarschuwingslampje laadstroom15 Controlelampje stoelverwarming16 + Na contact17 Niet in gebruik18 waarschuwingslampje oliedruk19 informatie motorkap (*)20 Niet in gebruik21 oliepeilsensor22 signaal tankelement23 Niet in gebruik24 massa25 massa tankelement26 massa oliepeilsensor27 controlelampje markeringslicht28 toets herhaling29 controlelampje handrem30 Waarschuwingslampje storing remsysteem
(*): Luxe uitvoering
18472
INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83
83-11
Instrumentenpaneel eenvoudige uitvoering
ALGEMEEN
Het instrumentenpaneel van de lage gamma heeft de volgende functies:
– Meters met een naald snelheid toerenteller koelvloeistoftemperatuur brandstofpeil
– geluidssignaal (contact aan) knipperlichten vergeten verlichting bij het openen van een portier vergeten verwijderen van de RENAULT-kaart uit
de kaartlezer. bevestiging automatische vergrendeling tijdens
het rijden indicatie storing kinderveiligheid snelheidsverklikker (Arabië) (afhankelijk van de
uitvoering) indicatie automatisch brandende verlichting
(afhankelijk van de uitvoering) indicatie snelheidsregelaar/-begrenzer
(afhankelijk van de uitvoering)
– functie waarschuwingslampjes
– functie display indicatie van het oliepeil kilometerteller
– totaalteller– dagteller
Boordcomputer– verbruikte brandstof– gemiddeld verbruik– actueel verbruik– actieradius– afgelegde afstand– gemiddelde snelheid– afstand tot olie verversen– ingestelde snelheid van regelaar of begrenzer
(afhankelijk van de uitvoering)
– ingeschakelde versnelling automatische transmissie (afhankelijk van de uitvoering)
– snelheidsverklikker (Arabië) (afhankelijk van de uitvoering).
OPMERKING: het instrumentenpaneel van de lage gamma kan niet worden gecontroleerd met de diagnoseapparaten. Het heeft wel een zelfdiagnoseprogramma.
N.B.: het olieverversingsinterval kan worden veranderd met de diagnoseapparaten in de rekeneenheid van het inspuitsysteem.
INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83
83-12
WERKING VAN HET DISPLAY
❶ indicatie van het oliepeil
Deze functie verschijn gedurende ongeveer 30 secondes bij het aanzetten van het contact of na het starten van de motor.
Als het peil tussen het maximum en het minimum peil staat, geeft het display "oil ok" aan.
13141a
Als tijdens deze secondes, gedrukt wordt op de toets "boordcomputer" of "nulinstelling", geeft het display "oil ok" aan en daarna het oliepeil in de vorm van blokjes. Deze verdwijnen naarmate het oliepeil daalt en worden vervangen door streepjes.
13141b
Als het oliepeil op het minimumpeil staat bij het aanzetten van het contact, knipperen de streepjes en het woord "oil" gedurende 30 secondes. Het waarschuwingslampje "service" licht op en blijft branden na het starten van de motor.
13141c
N.B.: onder normale omstandigheden wordt het oliepeil
gemeten nadat het contact minstens een minuut is afgezet, in overige gevallen wordt de laatste waarde weer gegeven.
als er een storing van de peilzender is gedetecteerd, gaat het display bij het aanzetten van het contact direct naar de km-totaalteller.
Het is normaal dat het oliepeil soms iets verschilt. Oorzaken hiervoor kunnen zijn:– parkeren op een hellend vlak,– motor heeft een te korte tijd stilgestaan (met koude
olie ), ...
➋ kilometerteller
Totaalteller
De kilometertotaalteller verschijnt 30 secondes na het aanzetten van het contact (na de informatie van het oliepeil). Door drukken op de toets "boordcomputer" of "nulinstelling" kan deze wachttijd verkort worden.
Dagteller
De dagteller wordt in plaats van de totaalteller weergegeven na een korte druk op de toets "boordcomputer".
De nulinstelling gebeurt door het indrukken van de toets "nulinstelling". De nulinstelling van de dagteller is niet dezelfde als de nulinstelling van de boordcomputer.
N.B.: de weergave in kilometers of in mijlen kan niet worden geconfigureerd. Hiervoor moet het instrumentenpaneel worden vervangen.
INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83
83-13
➌ de boordcomputer
De opeenvolgende gegevens van de boordcomputer verschijnen in plaats van de km-tellers door indrukken van de toets op het einde van de ruitenwisserschakelaar (functiekeuzetoets "boordcomputer".De nulinstelling gebeurt door het indrukken van de toets "nulinstelling".
De informaties van de boordcomputer verschijnen als volgt na elkaar na de dagteller op het display:
– Verbruikte brandstof (in L/100 km of MPG *) sinds de laatste nulinstelling.
13141d
– Gemiddeld verbruik (in L/100KM of MPG *) sinds de laatste nulinstelling.
13141e
Deze verschijnt nadat ongeveer 400 meter is afgelegd. Daaronder geeft het display vaste streepjes aan.
Hierbij wordt gerekend met de afgelegde afstand en de hoeveelheid verbruikte brandstof sinds de laatste nulinstelling.
* Angelsaksische uitvoering.
– Actueel verbruik (in L/100 km)
13141f
Hiervoor moet de auto sneller rijden dan ongeveer 30 km/h. Daaronder geeft het display vaste streepjes aan.
Bij gas los, met een snelheid boven 30 KM/h, is het actuele verbruik 0.
N.B.: deze functie ontbreekt op de Angelsaksische uitvoering.
– Voorziene actieradius met de resterende brandstof (in km of in M*).
13141g
Deze verschijnt nadat ongeveer 400 meter is afgelegd. Daaronder geeft het display vaste streepjes aan.
Bij het berekenen van de actieradius wordt uitgegaan van de afgelegde afstand, de hoeveelheid in de tank aanwezige brandstof en de verbruikte brandstof.
N.B.: als het waarschuwingslampje brandstofreserve brandt, wordt geen actieradius aangegeven.
INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83
83-14
– Afgelegde afstand sinds de laatste nulinstelling van de boordcomputer.
13141h
– Gemiddelde snelheid sinds de laatste nulinstelling.
13141j
Deze verschijnt nadat ongeveer 400 meter is afgelegd. Daaronder geeft het display vaste streepjes aan.
Deze waarde wordt berekend door door de afgelegde afstand te delen door de tijd die is verstreken sinds de laatste nulinstelling.
De tijdbasis is ingebouwd in de boordcomputer.
– Afstand tot olie verversen informeert de bestuurder over de afstand (in KM of in M*) die kan worden afgelegd tot de volgende keer olie verversen.
Als de afstand minder is dan 1500 km of 1000 mijl of als er 22 maanden voorbij zijn, knippert de sleutel gedurende 30 secondes bij het aanzetten van het contact of als de bladzijde "verversingafstand" zichtbaar is op de boordcomputer. De sleutel knippert permanent als de afstand "0" is of na 24 maanden.
Initialiseren van de afstand tot het olie verversen– zet het contact aan,– selecteer de bladzijde "actieradius" op de
boordcomputer,– druk op de toets nulinstelling gedurende ongeveer
5 secondes,– de afstand knippert 4 secondes en wordt dan vast,– laat de nulinsteltoets los als de juiste waarde
verschijnt.
– Ingestelde snelheid
Als de auto een snelheidsregelaar/-begrenzer heeft, geeft het display de ingestelde snelheid aan in km/h of mph*. Het scherm gaat weer terug naar een bladzijde van de boordcomputer na ongeveer 15 secondes.
13141k
Als de functie niet aanwezig is, is deze bladzijde niet beschikbaar.
bij iedere verandering van de snelheidsinstelling, wordt deze informatie weergegeven i plaats van die van de boordcomputer (raadpleeg het hoofdstuk "snelheidsregelaar/-begrenzer").
BELANGRIJK: als de boordcomputer knipperende streepjes geeft, is er een storing gedetecteerd. Raadpleeg het "Diagnoseprogramma"
.* Angelsaksische uitvoering
INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83
83-15
DIAGNOSEPROGRAMMA
Om toegang te krijgen tot het diagnoseprogramma, houdt u de toets "boordcomputer" op het einde van de ruitenwisserschakelaar ingedrukt en zet het contact aan zonder de motor te starten
– Alle lampjes branden en de naalden van de vier meters slaan stapsgewijs uit.
– De test LCD-display verschijnt
13141l
Alle segmenten van het display moeten oplichten.
Ga naar de volgende test door op de toets "boordcomputer" te drukken.
– De test hoeveelheid brandstof in de tank verschijnt
13141m
de aangegeven waarde moet overeenkomen met de hoeveelheid brandstof in de tank in liters (ook in de Angelsaksische uitvoering).
Ga naar de volgende test door op de toets "boordcomputer" te drukken.
– De test brandstofverbruik in liter / uur verschijnt (draaiende motor).
13141N
Een moet aangegeven zijn bij draaiende motor.
Ga naar de volgende test door op de toets "boordcomputer" te drukken.
– weergave van storingen in het geheugen.
13141o
Als de letter "t" verschijnt, is er een storing in de informatie "inspuitsysteem" in het geheugen geregistreerd van ten minste 4 secondes.
Als de letter "J" verschijnt is een storing tankelement gedetecteerd (langer dan 100 secondes niet aangesloten). De weerstand moet liggen tussen 5 en 350 ohm.
Als de letter "d" verschijnt is er een storing in de informatie "inspuitsysteem".
Als de letter "h" verschijnt is er een storing in de informatie "oliepeil". De weerstand moet liggen tussen 6 en 20 ohm.
Als er alleen streepjes zijn, is er geen storing gedetecteerd.
Door een druk op de toets "nulinsteltoets" kan het programma worden afgesloten en het storingsgeheugen gewist.
BELANGRIJK:– De boordcomputer geeft een storing aan door de
weergave van knipperende streepjes.– Als er geen informatie is van de rekeneenheid van
het inspuitsysteem via het multiplexnetwerk, werken de teller, het actuele verbruik en de actieradius niet meer.
– Als er geen informatie is van de rekeneenheid van het ABS via het multiplexnetwerk, werken de km-teller en de afstand tot olie verversen niet meer.
INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel eenvoudige uitvoering 83
83-16
INGESCHAKELDE VERSNELLING AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
Het display voor de stand van de automatische transmissie is specifiek voor deze functie. Het toont:– de ingeschakelde versnelling,– de waarschuwing "storing" automatische
transmissie– het symbool "hendel geblokkeerd".
INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel luxe-uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel luxe-uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel luxe-uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel luxe-uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel luxe-uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel luxe-uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel luxe-uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel luxe-uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel luxe-uitvoering 83
83-17
Instrumentenpaneel luxe-uitvoering
ALGEMEEN
Het instrumentenpaneel van de luxe gamma heeft de volgende functies:
– functie met wijzernaalden (identiek aan de eenvoudige uitvoering): Rijsnelheid toerenteller koelvloeistoftemperatuur brandstofpeil
– geluidssignaal: knipperlichten vergeten verlichting (behalve spraakmaker) RENAULT-kaart vergeten (te configureren) bevestiging automatische vergrendeling tijdens
het rijden bevestiging memory systeem van de
bestuurdersstoel (afhankelijk van de uitvoering) indicatie storing kinderveiligheid snelheidsverklikker (Arabië) (afhankelijk van de
uitvoering) indicatie automatisch brandende verlichting
(afhankelijk van de uitvoering) indicatie snelheidsregelaar/-begrenzer
(afhankelijk van de uitvoering)
– functie waarschuwingslampjes
– functie display (identiek aan de eenvoudige uitvoering): indicatie van het oliepeil kilometerteller Boordcomputer
– snelheidsverklikker (Arabië) (afhankelijk van de uitvoering).
– Functieweergave met symbolen kaart invoeren druk op startknop symbolen "SERVICE" of "STOP" controlesymbolen van de werking bandenspanning (zie hoofdstuk 87) ingeschakelde versnelling automatische
transmissie (afhankelijk van de uitvoering) ingestelde snelheid van regelaar of begrenzer
(afhankelijk van de uitvoering) ingeschakelde versnelling automatische
transmissie (afhankelijk van de uitvoering)
– regeling/begrenzing van de snelheid (afhankelijk van de uitvoering) (zie hoofdstuk "snelheidsregelaar/begrenzer")
– spraakmaker (afhankelijk van de uitvoering) (aanvulling op de rekeneenheid, zie hoofdstuk "spraakmaker")
– diagnose mogelijk met de diagnoseapparaten.
N.B.: het olieverversingsinterval kan worden veranderd met de diagnoseapparaten in de rekeneenheid van het inspuitsysteem.
OPMERKING: een bladzijde van de functie boordcomputer kan de indicaties van de ingeschakelde versnelling van versnellingsbak en van jet Renault-logo blokkeren.
Als de afstand minder is dan 1500 km of 1000 mijl of als er 22 maanden voorbij zijn, knippert de sleutel gedurende 30 secondes bij het aanzetten van het contact of als de bladzijde "verversingafstand" zichtbaar is op de boordcomputer. De sleutel knippert permanent als de afstand "0" is of na 24 maanden.
Initialiseren van de afstand tot het olie verversen– zet het contact aan,– selecteer de bladzijde "actieradius" op de
boordcomputer,– druk op de toets nulinstelling gedurende ongeveer
5 secondes,– de afstand knippert 4 secondes en wordt dan vast,– laat de nulinsteltoets los als de juiste waarde
verschijnt.
INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel luxe-uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel luxe-uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel luxe-uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel luxe-uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel luxe-uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel luxe-uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel luxe-uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel luxe-uitvoering 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDInstrumentenpaneel luxe-uitvoering 83
83-18
FUNCTIEWEERGAVE MET SYMBOLEN
Het grote display kan een aantal functies laten zien. Deze functies worden weergegeven door symbolen: Invoeren van de RENAULT-kaart "controlefase van de bewaakte functies"
– staat koelvloeistoftemperatuur– waarschuwing brandstofreserve– storing inspuitsysteem– storing automatische transmissie– minimum ruitensproeierpeil
"bewaakte functies ok" "druk op startknop" waarschuwing "Stop" waarschuwing "Service" rode waarschuwing "Laadstroom" knippert
afgewisseld door waarschuwing "Stop" rode waarschuwing "Oliepeil" knippert afgewisseld
door waarschuwing "Stop" rode waarschuwing "Koelvloeistoftemperatuur"
knippert afgewisseld door waarschuwing "Stop" (draaiende motor sinds 20 secondes)
oranje waarschuwing "voorverwarming" oranje waarschuwing "Brandstofreserve" oranje waarschuwing "storing inspuitsysteem" oranje waarschuwing "storing automatische
transmissie" oranje waarschuwing "ruitensproeierpeil" weergave van de stand van de hendel van de
automatische transmissie bandenspanning (zie hoofdstuk 87) de ingestelde snelheid van snelheidsregelaar/-
begrenzer (zie hoofdstuk 83)
N.B.: dit display kan worden uitgeschakeld door de functiekeuzetoets van de boordcomputer als er geen storing is gedetecteerd.
CONFIGURATIES
De configuraties moeten worden uitgevoerd overeenkomstig het uitrustingsniveau van de auto:
– autotype: Laguna (CF 072) Ander (CF 073)
– taal van de spraakmaker: Frans (CF 066) Engels (CF 073) Italiaans (CF 075) Duits (CF 074) Spaans (CF 076) Nederlands (CF 077) Portugees (CF 078) Turks (CF 079)
– type versnellingsbak: handgeschakelde versnellingsbak (CF 031) automatische transmissie (CF 030)
– eenheid voor de bandenspanning: druk in bar (CF 069) druk in psi (CF 070)
– type snelheidsregelaar: zonder afstandsregelaar (CF 067) met afstandsregelaar (niet beschikbaar) (CF 068)
OPMERKING: voor een goede werking van de spraakmaker, moet de rekeneenheid onder het dashboard correct aangesloten zijn op de polen van de accu.
INSTRUMENTEN - DASHBOARDWaarschuwingslampje "SERVICE" 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDWaarschuwingslampje "SERVICE" 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDWaarschuwingslampje "SERVICE" 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDWaarschuwingslampje "SERVICE" 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDWaarschuwingslampje "SERVICE" 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDWaarschuwingslampje "SERVICE" 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDWaarschuwingslampje "SERVICE" 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDWaarschuwingslampje "SERVICE" 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDWaarschuwingslampje "SERVICE" 83Waarschuwingslampje "SERVICE"
Het waarschuwingslampje "SERVICE" (of het vignet op het "luxe" instrumentenpaneel) kan tegelijk oplichten met de waarschuwingslampjes:
van het ABS, van de airbag, van de ruitensproeier (alleen op instrumentenpaneel van de "eenvoudige uitvoeringen"), van het stabiliteitsprogramma (alleen op instrumentenpanelen van de "eenvoudige uitvoeringen"), van het controlesysteem van de bandenspanning (alleen op instrumentenpanelen van de "eenvoudige
uitvoeringen").
Als er een storing is in een van deze functies, brandt het lampje van deze functie tezamen met het waarschuwingslampje "SERVICE".
Het waarschuwingslampje "SERVICE" (of het vignet op het "luxe" instrumentenpaneel) kan apart oplichten en geeft dan aan:
een storing in het systeem van de kinderveiligheid, een storing in de variabele stuurbekrachtiging, een storing in de vergrendeling van de stuurkolom, een storing in het relais na contact, een storing in het systeem van de ruitenwisserregeling, een waarschuwing voor het oliepeil (tot het onderbreken van de plus na contact), een verdwijnen van het signaal tussen het huis met hulporganen interieur en het instrumentenpaneel. het lampje
gaat uit met het terugkomen van het signaal of het uitzetten van het contact, een storing in het systeem van de noodstopbekrachtiging.
Voor de "luxe" instrumentenpanelen met spraakmaker, verschijnt het vignet "SERVICE":
na detectie van een storing in de markeringslichten of de kentekenverlichting, na detectie van een storing van de remlichten rechts of links.
OPMERKING: bij afwezigheid van het ABS-signaal op het multiplexnetwerk van meer dan 4 secondes, brandt het waarschuwingslampje van het ABS apart. Het waarschuwingslampje "SERVICE" brandt dan niet.
83-19
INSTRUMENTEN - DASHBOARDDisplay 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDisplay 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDisplay 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDisplay 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDisplay 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDisplay 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDisplay 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDisplay 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDisplay 83
83-20
Display
ALGEMEEN
Afhankelijk van het uitrustingsniveau, zijn er twee types displays mogelijk: een display "eenvoudige uitvoeringen" met de
functies:– waarschuwing portier niet goed gesloten– symbolen van de bandenspanningen– display van de autoradio– waarschuwing autogordel vergeten
een display "luxe uitvoeringen" voor het Carminat navigatiesysteem met de functies:– Navigatie– controlesysteem bandenspanning.
UITBOUWEN
eenvoudige uitvoeringen: de steun is vastgeklemd in het dashboard. De twee displays zijn vastgeklemd op de steun.
luxe uitvoeringen: de steun is met twee schroeven vastgezet (zie hoofdstuk "Carminat navigatiesysteem")
BIJZONDERHEDEN
Als de buitentemperatuur ligt tussen -3˚C en +3˚C, kan het symbool "˚C" knipperen.
18830
18468
INSTRUMENTEN - DASHBOARDDisplay 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDisplay 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDisplay 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDisplay 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDisplay 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDisplay 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDisplay 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDisplay 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDDisplay 83
83-21
AANSLUITINGEN
De bestemmingen van de aansluitingen betreffen alleen het display van de "eenvoudige uitvoeringen". Voor het display van de "luxe uitvoeringen", raadpleeg hoofdstuk 88: Navigatiesysteem Carminat.
Groene 15-polige stekker
Rode 15-polige stekker
Grijze 15-polige stekker18537
Aansl Omschrijving
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
Multiplexverbinding
Niet gebruikt
Multiplexverbinding
Niet gebruikt
Massa
+ Na contact
Autogordelcontact
Signaal bandenspanning (grijs)
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Aansl Omschrijving
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Verbinding commando autoradio (aansl. B1)
Verbinding commando autoradio (aansl. A3)
Verbinding commando autoradio (aansl. B2)
Verbinding commando autoradio (aansl. B3)
Verbinding commando autoradio (aansl. A2)
Verbinding commando autoradio (aansl. A1)
Niet gebruikt
Aansl Omschrijving
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
Buitentemperatuur
Buitentemperatuur
Signaal bandenspanning (groen)
Niet gebruikt
Massa
Verlichting
Voeding verlichting (regelweerstand)
+ accessoires
+accu
Uitgang buitentemperatuur
Massa (autoradio aansl. 6)
Informatie radio aan (autoradio aansl. 5)
Verbinding autoradio (aansl. 1)
Verbinding autoradio (aansl. 2)
Verbinding autoradio (aansl. 3)
INSTRUMENTEN - DASHBOARDTankelement 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDTankelement 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDTankelement 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDTankelement 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDTankelement 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDTankelement 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDTankelement 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDTankelement 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDTankelement 83
83-22
Tankelement
AANSLUITINGEN
N.B.: voor de methode voor het uitbouwen/inbouwen, raadpleeg hoofdstuk 19.
Controle
Controleer de weerstandsverandering door de vlotter te verplaatsen.
N.B: de genoemde waarden gelden bij benadering.
DI8307
Aansl Omschrijving
A1
A2
B1
B2
C1
C2
Informatie brandstofpeil
Niet gebruikt
- Tankelement
Niet gebruikt
+ Brandstofpomp
- Brandstofpomp
PeilWeerstand (+/- 10 Ω)
Liters (+/- 5 liter)
Tank vol 20Ω 70
Tank 3/4 87,5 Ω 54
Tank halfvol 155Ω 38
Tank 1/4 222,5 Ω 23
Tank leeg 290 Ω 7
INSTRUMENTEN - DASHBOARDOliepeilzender 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDOliepeilzender 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDOliepeilzender 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDOliepeilzender 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDOliepeilzender 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDOliepeilzender 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDOliepeilzender 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDOliepeilzender 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDOliepeilzender 83
83-23
Oliepeilzender
WERKING
De oliepeilzender bestaat uit een draad met een hoge weerstandscoefficient. Als de draad is ondergedompeld in een vloeistof heeft hij een andere elektrische weerstand dan in lucht.
Na een vaste tijd, ontstaat een spanningsverschil tussen de aansluitingen afhankelijk van de onderdompeling van de draad. Dit spanningsverschil wordt verwerkt door de elektronica van het instrumentenpaneel dat de weergave van het peil regelt en de waarschuwing minimum oliepeil op het centrale display.
Bij het aanzetten van het contact, geeft het centrale display het bericht "oil ok" gedurende 30 secondes voordat het overschakelt op de weergave van de kilometertellers.
OPMERKING: Bij een kortsluiting of onderbreking in het circuit tijdens de weergave van het oliepeil, wordt meteen overgegaan op de kilometerstanden.
Als de accuspanning lager is dan 8 volt, wordt het peil niet aangegeven.
CONTROLE
De weerstand moet liggen tussen 6 en 20 ohm.
Bij waarden onder 3 ohm is er sprake van een kortsluiting.
Bij waarden boven ongeveer 20 ohm is er sprake van een onderbreking.
PLAATS
Voorbeeld: motortype F
18665
INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83
83-24
Spraakmaker
ALGEMEEN
De spraakmaker is alleen aanwezig op het instrumentenpaneel "luxe uitvoering" (dubbel display). het instrumentenpaneel van de eenvoudige uitvoeringen kan de berichten niet verwerken
De spraakmaker functioneert door middel van drie elementen: het instrumentenpaneel dat de omstandigheden voor
het uitspreken verwerkt en de taal kiest, d spraakmaker die het signaal van het
instrumentenpaneel "vertaalt", de luidspreker van de spraakmaker.
de verbinding tussen het instrumentenpaneel en de spraakmaker verloopt via het multiplexnetwerk van de auto.
De functie "mute" van de autoradio wordt verzorgd door een draad vanaf de spraakmaker. Een signaal van de spraakmaker kan worden onderbroken door een belangrijker bericht van het navigatiesysteem of de telefoon...
Als de auto het navigatiesysteem heeft, verlopen de berichten via de centrale communicatie eenheid. Als de centrale communicatie eenheid is losgenomen, wordt geen enkel bericht doorgegeven.
Het geluidsvolume van de wordt in stappen aangepast, afhankelijk van toerental van de motor.
N.B.: als de toets "discretie" is ingeschakeld, worden de berichten vervangen door een geluidssignaal.
ConfiguratieEen van de acht beschikbare talen moet worden gekozen:
Frans (CF 066) Engels (CF 073) Italiaans (CF 078) Duits (CF 074) Spaans (CF 076) Nederlands (CF 077) Portugees (CF 078) Turks (CF 079)
OPMERKING: als de spraakmaker niet is aangesloten op de accu, herkent het instrumentenpaneel de functie niet en configureert het zich zonder spraakmaker.
18546
18832
INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83
83-25
AANSLUITINGEN
Aansluitingen op de spraakmaker
Rode 15-polige stekker
Luidspreker spraakmaker
Toetsen "discretie" en "herhaling"
N.B.: de toetsen "herhaling", "discretie" en de informatie van het openen van de portieren zijn verbonden met het instrumentenpaneel (zie de hoofdstukken 83 en 84).
18546
Aansl Omschrijving
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
Massa
+ permanent
+ na contact
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Multiplexverbinding (instrumentenpaneel)
Multiplexverbinding (instrumentenpaneel)
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Uitgang "mute" autoradio
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Luidspreker van de spraakmaker
Luidspreker van de spraakmaker
18462
18461
INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83
83-26
Omstandigheden voor het verschijnen van de berichten
Type gesproken bericht Omstandigheden Storingsdetectie door
Welkom, ik ben de boordcomputer, de bewaking is operationeel.
druk op herhalen indien geen storing gedetecteerd
_
Portier achter links niet goed gesloten Portier achter rechts niet goed gesloten Portier voor links niet goed gesloten Portier voor rechts niet goed gesloten Achterklep niet goed gesloten Motorkap niet goed gesloten
contact aan rijsnelheid ≥ 15 km/h storing gedurende 1 seconde
Huis met hulporganen interieur via
multiplexnetwerk (behalve motorkap)
Klepcontact (voor motorkap)
Autogordel bestuurder niet vastgemaaktrijsnelheid ≥ 25 km/hafgelegde afstand ≥ 500 mstoring gedurende 1 seconde
Contact van gordelsluiting (massaverbinding)
Lichten aancontact uit markeringslichten branden bestuurdersportier open
Huis met hulporganen interieur via
multiplexnetwerk
Markeringslichten defect* kentekenverlichting defect*
contact aan markeringslichten branden storing gedurende 4 secondes
Huis met hulporganen interieur via
multiplexnetwerk
Remlicht rechts defect* Remlicht links defect*
contact aan druk op rempedaal storing gedurende 2 secondes
Huis met hulporganen interieur via
multiplexnetwerk
Storing laadstroom draaiende motor ≥ 400 tr/min.storing gedurende 10 secondes
Instrumentenpaneel
Handrem aangetrokken rijsnelheid ≥ 15 km/hhandrem aangetrokken
Handremcontact
INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83
83-27
Minimum ruitensproeierpeilcontact aan storing gedurende 30 secondes
Ruitensproeierpeilzender (massaverbinding)
Brandstofpeil, actieradius beperkt contact aan berekend brandstofpeil minder dan 7 liter
Instrumentenpaneel
Motorolie minimum, spoedig controleren * contact aan Instrumentenpaneel
Oliedrukverlies, stop de auto, zet het contact af, raadpleeg het instructieboekje
motortoerental ≥ 1600 tr/min.waarschuwing oliedruk
Oliedrukcontact
Motor te warm, stop de auto, laat de warme motor afkoelen, raadpleeg het instructieboekje
draaiende motor ≥ 20 secondeswaarschuwing koelvloeistoftemperatuur
Opn. el. koelvloeistoftemperatuur
inspuitsysteem (rekeneenheid van het
inspuitsysteem)
Storing inspuitsysteem ernst 1 Storing inspuitsysteem ernst 2
draaiende motor ≥ 7 secondesmotortoerental ≥ 400 tr/min.storing inspuiting
Rekeneenheid van het inspuitsysteem via multiplexnetwerk
Controle luchtverontreiniging, werking defect, raadpleeg een Renault-dealer
contact aan storing inspuitsysteem
Rekeneenheid van het inspuitsysteem via multiplexnetwerk
Een abnormale werking van de variabele stuurbekrachtiging, raadpleeg een Renault-dealer
contact aan storing stuurbekrachtiging
Huis met hulporganen interieur via
multiplexnetwerk
Noodstopbekrachtiging defect, raadpleeg een Renault-dealer
contact aan storing in systeem noodstopbekrachtiging
Rekeneenheid inspuitsysteem
Rekeneenheid ABS
INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83
83-28
Remsysteem defect, rem voorzichtig, stop de auto, raadpleeg een Renault-dealer
contact aan storing minimum remvloeistofpeil gedurende 5 secondes of storing ABS gedurende 5 secondes
Remvloeistofpeil (contact aan massa) of
rekeneenheid van het ABS-systeem
Remhulpsysteem defect, klassiek remsysteem werkt, raadpleeg een Renault-dealer
contact aan storing rekeneenheid ABS
Rekeneenheid ABS-systeem
via multiplexnetwerk
Storing stabiliteitsprogramma contact aan storing stabiliteitsprogramma
Rekeneenheid ABS-systeem
via multiplexnetwerk
uitschakeling van het elektronisch stabiliteits programma
contact aan storing stabiliteitsprogramma
Rekeneenheid inspuitsysteem
Rekeneenheid ABS-systeem
via multiplexnetwerk
Versnellingsbak, veiligheidssysteem, raadpleeg een Renault-dealer
contact aan storing automatische transmissie
Rekeneenheid automatische transmissie
via multiplexnetwerk
Versnellingsbak, olie e warm, raadpleeg het instructieboekje
contact aan storing automatische transmissie
Rekeneenheid automatische transmissie
via multiplexnetwerk
Startblokkering, werking defect, raadpleeg een Renault-dealer
contact aanHuis met hulporganen
interieurvia multiplexnetwerk
INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSpraakmaker 83
83-29
* gedurende deze berichten, brandt het waarschuwingslampje "service" tot het uitzetten van het contact. De berichten in het geheugen zijn toegankelijk door het indrukken van de toets "herhaling".
Te zachte of te harde band voor rechts Te zachte of te harde band achter rechts Te zachte of te harde band voor linksTe zachte of te harde band achter links
contact aanverkeerde spanning
Huis met hulporganen interieur (UCH)
Opname element druk
Veel te zachte band voor links Veel te zachte band voor rechts Veel te zachte band achter rechts Veel te zachte band achter links Lekke band voor links Lekke band voor rechts Lekke band achter rechts Lekke band achter links
contact aanverkeerde spanning
Huis met hulporganen interieur (UCH)
Opname element druk
Bandenspanning niet gecontroleerd op ten minste een van de banden
contact aansensor defect
Huis met hulporganen interieur (UCH)
Opname element druk
Automatische vergrendeling van de portieren actiefAutomatische vergrendeling van de portieren niet actief
contact aanHuis met hulporganen
interieur via multiplexnetwerk
Storing kinderveiligheid contact aanHuis met hulporganen
interieur via multiplexnetwerk
INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83
83-30
Snelheidsregelaar / -begrenzer
BESCHRIJVING
1 Schakelaar met drie standen (uit / snelheidsregelaar / snelheidsbegrenzer)2 Contacten op het stuurwiel3 Instrumentenpaneel4 Rekeneenheid inspuitsysteem5 Opname element gaspedaalstand6 Rempedaalcontact (dubbele contacten)7 Koppelingspedaalcontact (begin van de slag8 Rekeneenheid automatische transmissie (afhankelijk van de uitvoering)9 Rekeneenheid ABS10 Gemotoriseerd smoorklephuis (benzinemotor)
INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83
83-31
Snelheidsregelaar / -begrenzer
ALGEMEEN
De auto's hebben twee systemen: de Snelheidsregelaar zorgt ervoor dat de door de
bestuurder ingestelde snelheid wordt vastgehouden. Deze functie kan op ieder moment worden uitgeschakeld door een druk op het rempedaal, koppelingspedaal of door een van de toetsen van het systeem.
de Snelheidsbegrenzer geeft de bestuurder de mogelijkheid een maximum snelheid in te stellen. Voorbij deze snelheid is het gaspedaal niet actief. De ingestelde maximum snelheid kan altijd worden overschreden als het gaspedaal wordt ingedrukt voorbij een zwaar punt.
1 Snelheidsregeling2 Snelheidsbegrenzing
Deze twee functies worden geregeld door de rekeneenheid van het inspuitsysteem. Deze wisselt informatie uit met de rekeneenheid van de automatische transmissie en het instrumentenpaneel. Hij past de ingestelde waarden toe door het aansturen van het gemotoriseerd smoorklephuis (zie hoofdstuk 17).
OPMERKING: een knipperende bladzijde van de "boordcomputer" of van het display wijst de bestuurder erop dat de ingestelde snelheid niet aangehouden kan worden (bijvoorbeeld tijdens een afdaling).
18832
INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83
83-32
BESCHRIJVING VAN HET SYSTEEM
de ABS-rekeneenheid: verzendt de informatie "rijsnelheid", verzendt de informatie "rempedaal ingedrukt",
de rekeneenheid van de automatische transmissie: verzendt de informatie "ingeschakelde versnelling"
het instrumentenpaneel: toont de ingestelde snelheid (regeling of begrenzing)
(zie hoofdstuk instrumentenpaneel), laat een controlelampje branden twee kleuren
(regelaar = groen; begrenzer = oranje)
Bij ieder inschakelen van deze functies, toont het display van de boordcomputer (eenvoudige uitvoeringen) of het grote display (luxe uitvoeringen) de bijbehorende bladzijde.
OPMERKING: de functies snelheidsregeling/begrenzing heeft geen controlelampje.
de schakelaars: de schakelaar met drie standen (uit /
snelheidsregeling / snelheidsbegrenzing) de contacten op het stuurwiel voor het wijzigen van
de ingestelde snelheid, het annuleren van de functie of de snelheid uit het geheugen oproepen,
de contacten van het gaspedaal en het rempedaal die ook worden gebruikt voor het inspuitsysteem en de remlichten,
het contact van het koppelingspedaal (afhankelijk van de uitvoering) is speciaal voor de snelheidsregelaar.
OPMERKINGEN:– de auto heeft twee koppelingssensors (een einde
slag voor het starten en een begin slag voor de snelheidsregelaar).
– het gaspedaal moet aan het einde van de slag een zwaar punt hebben voor de beveiliging.
de rekeneenheid van het inspuitsysteem: ontvangt de informatie van het gaspedaal, ontvangt de informatie van het rempedaalcontact, ontvangt de informatie van het koppelingscontact
(afhankelijk van de uitvoering), ontvangt de informatie van de
driestandenschakelaar ontvangt de informatie van de stuurwieltoetsen, ontvangt de informatie van de ABS-rekeneenheid, ontvangt de informatie van de rekeneenheid van de
automatische transmissie. verzendt de informatie naar het instrumentenpaneel stuurt het gemotoriseerd smoorklephuis of de
opbrengst van de dieselinspuiting.
INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83
83-33
Verklaring bij de nummers op de tekeningen1 schakelaar uit/regeling/begrenzing van de snelheid2 Stuurwieltoetsen3 Gaspedaal4 Instrumentenpaneel5 Contact koppelingspedaal (afhankelijk van de uitvoering) (begin van de slag)6 Rempedaalcontact7 Rekeneenheid automatische transmissie (afhankelijk van de uitvoering)8 ABS-rekeneenheid9 Rekeneenheid inspuitsysteem
INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83
83-34
WERKING VAN DE SNELHEIDSREGELAAR
Beginvoorwaarden:– schakelaar op "Snelheidsregeling",– 2e versnelling gemeten door de rekeneenheden,– 30 km/h minimum, 200 km/h maximum (ter
informatie),– groen lampje (regeling) vast signaal,– druk op toets "+", "-" of "hervatten".
Eindvoorwaarden:– druk op gaspedaal – druk op rempedaal of koppelingspedaal,– druk op toets "0",– schakelaar op "uit"– ingreep door het elektronisch stabiliteits programma
(ESP)– ingreep door de rekeneenheid van het
inspuitsysteem,– geen versnelling ingeschakeld.
Een druk op het gaspedaal schakelt het systeem tijdelijk uit. Laat het gaspedaal los om de werking te herstellen.
N.B.: als de ingestelde snelheid knippert kan deze niet worden vastgehouden.
WERKING VAN DE SNELHEIDSBEGRENZER
Beginvoorwaarden:– schakelaar op "Snelheidsbegrenzing",– 2e versnelling gemeten door de rekeneenheden,– 30 km/h minimum, 200 km/h maximum (ter
informatie),– oranje lampje (begrenzing) vast signaal,– druk op toets "+", "-" of "hervat".
Eindvoorwaarden:– gaspedaal diep ingedrukt (voorbij zwaar punt)– schakelaar op "uit"– ingreep door het elektronisch stabiliteits programma
(ESP)– ingreep door de rekeneenheid van het
inspuitsysteem– druk op toets "0",
Een druk op het gaspedaal schakelt het systeem tijdelijk uit. Laat het gaspedaal los om de werking te herstellen.
INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83
83-35
Aansluitingen op de stekkers
Schakelaar drie standen
Stuurwielcontacten
A Toets "hervatten" = 900 ohm ongeveerB Toets "opschorten" = 0 ohmC Toets "+" = 300 ohm ongeveerD Toets "-" = 100 ohm ongeveer
N.B.: voor het uitbouwen van de draaibare doorvoer, raadpleeg hoofdstuk dashboard.
18461
Aansl Omschrijving
A1
A2
A3
B1
B2
B3
+ Markeringslichten
+ na contact (circuit remlichten)
Schakelaar aan / uit snelheidsregelaar
Schakelaar aan / uit snelheidsbegrenzer
Massa
Niet gebruikt
18554
18554
INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83
83-36
Gaspedaal
Het gaspedaal heeft een zwaar "veiligheids" punt.
Weerstand baan 1 = 1200 ± 480 ohmWeerstand baan 2 = 1700 ± 680 ohm
BELANGRIJK: de auto moet zijn voorzien van een gaspedaal met een zwaar punt halverwege de slag.
Remlichtschakelaar (dubbel)
De "snelheidsregeling" gebruikt het openingscontact (dat van de remlichten), het sluitcontact is voor de ABS-rekeneenheid.
Deze twee informaties worden vergeleken door de rekeneenheid van het inspuitsysteem.
Bij het monteren van de schakelaar op de pedaalstoel, trekt u aan de draad om de speling op te heffen.
17785R
Aansl Omschrijving
1
2
3
4
5
6
Massa potentiometer 2
Massa potentiometer 1
Signaal pedaal potentiometer 1
Voeding potentiometer 1
Voeding potentiometer 2
Signaal pedaal potentiometer 2
Aansl Omschrijving
A1
A3
B1
B3
Contact sluiten
Contact openen
Contact openen
Contact sluiten
INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83
83-37
Koppelingspedaalcontact
Het koppelingspedaal heeft twee contacten: een contact aan het begin van de slag (1) speciaal
voor de "snelheidsregeling" (grijze stekker), een contact aan het einde van de slag (2) voor het
"starten" (blauwe stekker).
Bij het monteren van de schakelaar op de pedaalstoel, trekt u aan de draad om de speling op te heffen.
INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDSnelheidsregelaar / -begrenzer 83
83-38
VERVANGEN VAN DE REKENEENHEID INSPUITING
Bij het vervangen van de rekeneenheid van de inspuiting, moeten de functies van de snelheidsregelaar en begrenzer worden geactiveerd.
Dit doet u door de functies in te schakelen met schakelaar op het dashboard en te bevestigen met het diagnoseapparaat:
Configuraties met het diagnoseapparaat: zonder afstandsregelaar met afstandsregelaar (niet leverbaar)
INSTRUMENTEN - DASHBOARD"CARMINAT" navigatiesysteem 83INSTRUMENTEN - DASHBOARD"CARMINAT" navigatiesysteem 83INSTRUMENTEN - DASHBOARD"CARMINAT" navigatiesysteem 83INSTRUMENTEN - DASHBOARD"CARMINAT" navigatiesysteem 83INSTRUMENTEN - DASHBOARD"CARMINAT" navigatiesysteem 83INSTRUMENTEN - DASHBOARD"CARMINAT" navigatiesysteem 83INSTRUMENTEN - DASHBOARD"CARMINAT" navigatiesysteem 83INSTRUMENTEN - DASHBOARD"CARMINAT" navigatiesysteem 83INSTRUMENTEN - DASHBOARD"CARMINAT" navigatiesysteem 83
83-39
"CARMINAT" navigatiesysteem
ALGEMEEN
Met het navigatiesysteem "CARMINAT" wordt de route aangegeven via een scherm en een stem.
Met dit systeem kan:
naar een bepaalde plaats gegaan worden– staat, laan, boulevard, enz...– hotel– openbare diensten– service stations, garage.– enz.
de routecriteria worden gekozen– het snelst in tijd– via de korste weg– zo veel mogelijk over hoofdwegen– zo weinig mogelijk over hoofdwegen
Het gekozen routecriterium verschijnt als een symbool op de statusregel onderaan het scherm.
adressen onthouden worden (adresboekje).
een wegenkaart weergeven– van de plaats waar men zich bevindt– van de bestemming
de reistijd weergeven
verkeersinformatie ontvangen
N.B.: voor de werking van het systeem en de beschrijving van de verschillende menu's, raadpleegt u het instructieboekje.
MULTIPLEXVERBINDINGEN
de auto heeft een multiplexnetwerk dat de belangrijkste rekeneenheden gebruiken voor het uitwisselen van informatie. Het "Carminat" systeem gebruikt de informatie "rijsnelheid" afkomstig van de ABS-rekeneenheid voor het meten van de afgelegde afstand en de informatie "achteruitversnelling". (zie hoofdstuk 88: multiplexsysteem).
Een specifiek multiplexnetwerk voor de functie "Carminat" verbindt de rekeneenheid van het navigatiesysteem, het centrale communicatie eenheid en het display.
Dit systeem bestaat uit:
een centrale communicatie eenheid (UCC) met een toetsenbord,
een elektronische navigatierekeneenheid met acceleratiemeters (gyroscoop) en de CD ROM-lezer,
een satellietverbinding (antenne GPS) voor de plaatsbepaling van de auto,
een scherm waarop de geschreven informatie en de kaartbeelden verschijnen,
een luidspreker voor de gesproken berichten,
een CD ROM met de cartografische informatie van het land van aflevering van de auto.
OPMERKING:
Als de auto per trein of op een veerboot is getransporteerd, kan het navigatiesysteem enkele minuten nodig hebben om de exacte positie te vinden (zie hoofdstuk "plaatsbepaling")
Als de accu van de auto is los geweest, kan het systeem tot 15 minuten nodig hebben om de positie exact te kunnen bepalen. De auto moet daarbij buiten staan (systeem ingeschakeld) om de satellietsignalen via de GPS-antenne op te kunnen vangen.
Het toestel kan ook werken zonder geldige GPS gegevens. In dit geval, kan de plaatsbepaling minder nauwkeurig zijn.
Zodra de exacte positie is teruggevonden door het GPS systeem, verandert het satellietsymbool op het scherm van rood in groen
Op de autosnelweg, kunnen de afstanden die het systeem aangeeft verschillen van de waarden die de wegwijzers aangeven: deze borden rekenen vanaf het begin van de afrit, terwijl het CARMINAT systeem rekent met het einde van de afrit.
INSTRUMENTEN - DASHBOARD"CARMINAT" navigatiesysteem 83INSTRUMENTEN - DASHBOARD"CARMINAT" navigatiesysteem 83INSTRUMENTEN - DASHBOARD"CARMINAT" navigatiesysteem 83INSTRUMENTEN - DASHBOARD"CARMINAT" navigatiesysteem 83INSTRUMENTEN - DASHBOARD"CARMINAT" navigatiesysteem 83INSTRUMENTEN - DASHBOARD"CARMINAT" navigatiesysteem 83INSTRUMENTEN - DASHBOARD"CARMINAT" navigatiesysteem 83INSTRUMENTEN - DASHBOARD"CARMINAT" navigatiesysteem 83INSTRUMENTEN - DASHBOARD"CARMINAT" navigatiesysteem 83
83-40
PRINCIPESCHEMA
1 Centrale communicatie eenheid met toetsenbord 2 Toetsenbord3 Rekeneenheid Carminat (CD ROM lezer) 4 Scherm5 Informatie autogordel (voor display)6 Informatie buitentemperatuur (voor display)7 Autoradio8 Luidspreker spraakmaker9 Radiobediening bij het stuurwiel10 Antenne radio11 Verbinding autoradio (mute)12 Multiplexverbinding van de auto13 Antenne GPS
INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": centrale communicatie eenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": centrale communicatie eenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": centrale communicatie eenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARD 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": centrale communicatie eenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": centrale communicatie eenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": centrale communicatie eenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": centrale communicatie eenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": centrale communicatie eenheid 83
83-41
Navigatiesysteem "Carminat": centrale communicatie eenheid
CENTRALE COMMUNICATIE EENHEID
De Carminat navigatierekeneenheid werkt alleen in combinatie met een centrale communicatie eenheid. Deze, boven de autoradio geplaatst, bevat het toetsenbord.
De centrale communicatie eenheid maakt het mogelijk: de automatische tijdgegevens te verwerken, de verbinding tot stand te brengen tussen het
multiplexnetwerk van de auto en het speciale multiplexnetwerk van het Carminat systeem,
de multiplexinformatie te gebruiken (rijsnelheid, achteruit, buitentemperatuur..),
de autoradio te bedienen vanaf het stuurwiel, het stilzetten te verwerken, de configuraties van de
auto en van het systeem, de weergave op het scherm te regelen, de "verkeersinformatie" te ontvangen, de berichten van de spraakmaker te regelen.
HET TOETSENBORD
Het toetsenbord is ingebouwd in de centrale communicatie eenheid. Het bestaat uit:
een draaitoets (A) voor: – de verplaatsing in de verschillende menu's,– het valideren,
een verplaatsingvlak (B) voor: – de verplaatsing over de kaart bij handbediening,– het kiezen in de verschillende menu's,
een menutoets (M) voor: – het teruggaan naar het vorige menu,
een toets (I) voor: – het herhalen van het bericht,
een toets (C) voor: – het onderbreken van de spraakmaker,
toetsen (+) en (-) voor het verhogen of verlagen van het volume van de berichten.
18459
18459
INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": centrale communicatie eenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": centrale communicatie eenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": centrale communicatie eenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARD 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": centrale communicatie eenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": centrale communicatie eenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": centrale communicatie eenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": centrale communicatie eenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": centrale communicatie eenheid 83
83-42
Navigatiesysteem "Carminat": centrale communicatie eenheid
UITBOUWEN - INBOUWEN
Voor het uitbouwen van de communicatie-eenheid gebruikt u het gereedschap voor het uitbouwen van een autoradio Ms. 1373.
Aansluitingen op de stekkers
Stekker (A) 15-polige (rood):
Stekker (B) 30-polige (grijs):
BELANGRIJK: na ieder uit/inbouwen van de centrale communicatie eenheid, moet het systeem worden geïnitialiseerd.
18457
Aansl Omschrijving
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Bedieningssatelliet van de autoradio (aansl. B1)
Bedieningssatelliet van de autoradio (aansl. A3)
Bedieningssatelliet van de autoradio (aansl. B2)
Bedieningssatelliet van de autoradio (aansl. B3)
Bedieningssatelliet van de autoradio (aansl. A2)
Bedieningssatelliet van de autoradio (aansl. A1)
Niet gebruikt
Aansl Omschrijving
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
Niet gebruikt
Antenneversterker
Multiplexverbinding (multimedia)
Multiplexverbinding (multimedia)
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Uitgang informatie aan/uit
Ingang luidspreker (Carminat)
Ingang luidspreker (Carminat)
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Signaal buitentemperatuur
Massa buitentemperatuur
Niet gebruikt
Rijsnelheid
Signaal achteruit
Uitgang buitentemperatuur
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Lampje autogordel
+ Verlichting
Verbinding radio (aansl. 6)
Aan/uit radio (aansl. 5)
Verbinding radio (aansl. 3)
Verbinding radio (aansl. 1)
Verbinding radio (aansl. 2)
INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": centrale communicatie eenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": centrale communicatie eenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": centrale communicatie eenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARD 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": centrale communicatie eenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": centrale communicatie eenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": centrale communicatie eenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": centrale communicatie eenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": centrale communicatie eenheid 83
83-43
Navigatiesysteem "Carminat": centrale communicatie eenheid
(D) en (E): ingang en uitgang radioantenne voor het systeem "verkeersinformatie".
Stekker (C) 30-polige (groen):
BELANGRIJK: na ieder uit/inbouwen van de centrale communicatie eenheid, moet het systeem worden geïnitialiseerd.
18457
Aansl Omschrijving
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Multiplexverbinding van de auto
Multiplexverbinding van de auto
Stuursignaal mute radio
+ accessoires
+ voor contact
Stuursignaal mute spraakmaker (autoradio)
Massa
+ Na contact
Ingang luidspreker (spraakmaker)
Ingang luidspreker (spraakmaker)
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Uitgang luidspreker (spraakmaker)
Uitgang luidspreker (spraakmaker)
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Niet gebruikt
INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Rekeneenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Rekeneenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Rekeneenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Rekeneenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Rekeneenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Rekeneenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Rekeneenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Rekeneenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Rekeneenheid 83
83-44
Navigatiesysteem "Carminat": Rekeneenheid
ELEKTRONISCHE NAVIGATIEREKENEENHEID (CD ROM lezer)
De rekeneenheid gebruikt een aantal opname elementen voor het waarnemen van de bewegingen van de auto. Het opname element snelheid van de auto bepaalt de afgelegde afstand terwijl de gyroscoop (traagheidskompas) Ingebouwd in de rekeneenheid de draaiingen in bochten registreert.
Door deze informatie te vergelijken met de digitale kaart (op CD-ROM), corrigeert het systeem onnauwkeurigheden (bandenspanning en -slijtage, temperatuur..) om de exacte positie van de auto te bepalen.
BELANGRIJK: Na een losmaken van de accukabels of een vervangen van de elektronische navigatierekeneenheid, is een initialisatie en een plaatsbepaling van de auto nodig (zie de hoofdstukken "plaatsbepaling" en "initialisatie").
Na het vervangen van de rekeneenheid, is het systeem standaard ingesteld voor het Frans.
Voor het veranderen van de tal, raadpleegt u de methode in het hoofdstuk "Instellen van de taal".
LET OP: bij het vervangen van de rekeneenheid is het niet mogelijk het adressenbestand uit de oud rekeneenheid over te zetten.
N.B.:– met contact af, schakelt de CD ROM lezer
automatisch in bij aanraking van de uitwerpknop en kan ongeveer 1 minuut ingeschakeld blijven (zonder aanzetten van het contact).
– Bij het aanzetten van het contact, schakelt de lezer automatisch in,
– Bij het uitzetten van het contact, blijft hij nog ongeveer 40 secondes ingeschakeld, waarbij het beter is de accu niet los te maken.
BELANGRIJK: na werkzaamheden aan de navigatierekeneenheid, moet u het systeem initialiseren.
UITBOUWEN - INBOUWEN
Contact uit, verwijder: de afdekplaat van het dashboardkastje die met een
schroef vastzit, de schroeven waarmee de steun van de
rekeneenheid vastzit,
Maak de stekkers van de rekeneenheid los en laat het geheel zakken.
Maak de rekeneenheid los van zijn steun met het uitbouwgereedschap van de autoradio Ms. 1373.
LET OP: de GPS-antennekabel is zeer kwetsbaar, verbuig hem niet en knijp hem niet af.
18473
19306
INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Rekeneenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Rekeneenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Rekeneenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Rekeneenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Rekeneenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Rekeneenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Rekeneenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Rekeneenheid 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Rekeneenheid 83
83-45
AANSLUITINGEN
18-polige stekker (naar centrale communicatie eenheid):
16-polige stekker (naar scherm):
19307
Aansl Omschrijving
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
+ voor contact
Niet gebruikt
Luidspreker
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Aan/uit
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Multiplexverbinding (multimedia)
Massa
Niet gebruikt
Luidspreker
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Informatie snelheid
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Multiplexverbinding (multimedia)
Aansl Omschrijving
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
Niet gebruikt
Massa
- Signaal video
Signaal video rood
Signaal video groen
Signaal video blauw
Massa
Signaal synchronisatie video
Massa
Regeling helderheid
Niet gebruikt
Aan/uit display
Niet gebruikt
Niet gebruikt
+ voor contact
+ voor contact
INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Scherm 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Scherm 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Scherm 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Scherm 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Scherm 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Scherm 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Scherm 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Scherm 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Scherm 83
83-46
Navigatiesysteem "Carminat": Scherm
HET SCHERM
Dit toont:– de verschillende menu's– de bestemming– de afstand tot de bestemming– het routeschema– de afstand tot de volgende richtingverandering– kaartgegevens– enz.
Het licht op enkele secondes na het aanzetten van het contact: Als het scherm bij het voorafgaande afzetten van het
contact stand-by was, worden alleen de buitentemperatuur, de tijd, het radiodisplay (als deze aan staat) en de gegevens van de bandenspanning aangegeven. Om het systeem CARMINAT te activeren, raakt u de draaitoets aan, waarna een gebruikersmenu verschijnt. Valideer "OK" door op de draaiknop te drukken, het menu "Inhoud" verschijnt.
Als CARMINAT bij het voorafgaande afzetten van het contact actief was, worden de buitentemperatuur, de tijd, het radiodisplay (als deze aan staat), de gegevens van de bandenspanning en een gebruikersmenu aangegeven. Valideer "OK" door op de draaiknop te drukken, het menu "Inhoud" verschijnt, CARMINAT kan worden geactiveerd.
Het gaat geheel 40 secondes na het afzetten van het contact geheel uit.
N.B.: de helderheid van het scherm kan worden geregeld
met van de toetsen + en - verlichting van het toetsenbord:– overdag (markeringslichten uit)– in het donker (markeringslichten aan).
De kleur van het scherm kan worden gewijzigd via de menu's "Instellingen" dan "Schermconfiguratie":– dagkleuren zijn blauw of donkerblauw
(markeringslichten uit).– nachtkleuren zijn blauw of donkerblauw
(markeringslichten aan).
Bijzonderheden van de radio
Als de auto een fabriekradio heeft, verschijnt het display op het scherm (alleen als de radio is ingeschakeld) in de balk.
Bij een verandering van de instellingen ervan, neemt het display van de radio het hele scherm in (grootste zichtbaarheid).
BELANGRIJK: als het scherm niet de gegevens van de autoradio weergeeft, initialiseer dan het systeem.
Bijzonderheden van het klokje
Het klokje geeft automatisch de juiste tijd aan via de satellietverbinding (GPS).
De tijdweergave kan worden gewijzigd via het menu "Instellen van de tijd" na het selecteren van "Instellingen":– tijdformaat = 12 of 24 uur,– tijdinstelling = voor het wijzigen van de tijd ten
opzichte van de satelliettijd,– Tijdverschuiving = geeft het tijdsverschil tussen de
tijd in de auto en de tijd van de satellieten.
Na het aansluiten van de accu of van de rekeneenheid, zet u het klokje daarom niet op tijd via "Instellen van de tijd" maar zet u de auto buiten neer (voor een correcte satellietverbinding). Anders wordt de ingestelde tijd opgeteld bij de waarde van de statellietverbinding.
BELANGRIJK: reinig het scherm niet met en schoonmaakmiddel, maar met een droge of licht bevochtigde zachte doek.
INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Scherm 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Scherm 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Scherm 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Scherm 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Scherm 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Scherm 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Scherm 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Scherm 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Scherm 83
83-47
UITBOUWEN - INBOUWEN
Contact uit, verwijder: de twee kappen aan weerskanten van het scherm, de bevestigingsschroeven (1), de kap van het scherm door hem los te wippen.
Maak de stekker van de verbinding met de rekeneenheid los.
uitbouwen de bevestigingsschroeven (2) van het scherm op de steun om ze te scheiden.
AANSLUITINGEN
18468
18470
18470
Aansl Omschrijving
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
Afscherming
Niet gebruikt
Massa
- Signaal video
Signaal video rood
Signaal video groen
Signaal video blauw
Massa
Signaal synchronisatie video
Massa
Regeling helderheid
Niet gebruikt
Aan/uit display
Voeding display
Niet gebruikt
+ 12 volt
+ 12 volt
Massa afscherming
INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Antenne 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Antenne 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Antenne 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Antenne 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Antenne 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Antenne 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Antenne 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Antenne 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Antenne 83
83-48
Navigatiesysteem "Carminat": Antenne
DE ANTENNE GPS/ GSM (enkel band)
Zij zorgen voor het ontvangen van de satellietsignalen waardoor de elektronische navigatierekeneenheid (CD ROM-lezer) de auto kan lokaliseren. (A)
Als de verbinding met de GPS-satellieten goed is, toont het scherm drie groene strepen op het pictogram van de wereldbol.
Als de satellietverbinding slecht is (in een tunnel, in een smalle straat tussen hoge gebouwen, enz...) toont het scherm drie rode strepen op het pictogram van de wereldbol.
OPMERKING:Na een losmaken van de accukabels of een vervangen van de elektronische navigatierekeneenheid, moet de auto opnieuw gelokaliseerd worden. Zet de auto op een open plaats buiten met contact aan en wacht een paar minuten. Als de verbinding met de GPS-satellieten goed is, toont het scherm drie groene strepen op het pictogram van de wereldbol.
LET OP: de GPS-antennekabel is zeer kwetsbaar, verbuig hem niet en knijp hem niet af.
OPMERKING:sommige auto's hebben een antenne GSM (dual band) en een GPS-antenne onder het dak, achter de bekleding.
UITBOUWEN - INBOUWEN
Verwijder de bekleding aan de bovenkant van de achterklep.
Maak de stekkers los van de antenne (B).
Verwijder de moeren (C) en daarna de GPS-antenne (A).
19246
19247
INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Lokalisatie / taal veranderen 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Lokalisatie / taal veranderen 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Lokalisatie / taal veranderen 83INSTRUMENTEN - DASHBOARD 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Lokalisatie / taal veranderen 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Lokalisatie / taal veranderen 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Lokalisatie / taal veranderen 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Lokalisatie / taal veranderen 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Lokalisatie / taal veranderen 83
83-49
Navigatiesysteem "Carminat": Lokalisatie / taal veranderen
INITIALISATIE
Deze procedure moet bij elke ingebruikneming van het apparaat worden uitgevoerd.
BELANGRIJK: als de auto een autoradio heeft, moet deze zijn ingeschakeld op het moment van de initialisatieprocedure. Als dit niet zo is, zal de afstandsbediening bij het stuurwiel niet werken en het scherm zal de gegevens van de autoradio niet tonen.
1 Wacht op het uitschakelen van het systeem,2 Zet de autoradio aan,3 Druk gelijktijdig op de toetsen "M" en "C",4 Voer de RENAULT-kaart in tot de stand
"accessoires",5 Lees de configuratie uit,6 Voer de test uit van afstandsbediening van de
autoradio bij het stuurwiel,7 Controleer de aanwezigheid van de antennes.
LOKALISATIE (plaatsbepaling)
Na een losmaken van de accukabels of een vervangen van de elektronische navigatierekeneenheid, moet de auto opnieuw gelokaliseerd worden.
Zet de auto op een open plaats buiten met contact aan en wacht een paar minuten. Als de verbinding met de GPS-satellieten goed is, toont het scherm drie groene strepen op het pictogram van de wereldbol. De auto is gelokaliseerd.
Als de auto niet correct op de kaart staat, voer dan de lokalisatieprocedure uit: De lokalisatie kan worden uitgevoerd:
– Automatisch door met de auto in verschillende geografische richtingen te rijden (minstens 1 tot 3 kilometer).
– Met de hand via het menu "Positie van de auto" na het selecteren van "Instellingen". Geef de plaats, de straat en het voor de procedure gekozen kruispunt op.Valideer "Positie midden op kruispunt".
TAAL VAN DE BERICHTEN VERANDEREN
Na het vervangen van de rekeneenheid, is het systeem standaard ingesteld voor het Frans.
Voor het veranderen van de taal, is de Taal-CD nodig die de klant heeft ontvangen bij het "Carminat"-instructieboekje en gaat u op de volgende manier te werk:
LET OP: de systeemtaal van het navigatiesysteem en de taal van de berichten moeten in twee verschillende handelingen worden gewijzigd.
1. Contact aan, haal de kaart-CD uit de elektronische navigatierekeneenheid door op de ejecttoets te drukken
2. Op het scherm verschijnt het bericht "Geen CD in de lezer".
3. Valideer "OK" door op de draaiknop te drukken.
4. Selecteer het menu "Instellingen" dan "Taal" en "andere taal".
5. Het systeem vraagt vervolgens de taal-CD in te voeren.
6. Voer de taal-CD in en valideer door op de draaiknop te drukken en valideer.
7. Kies de te vervangen taal (taal 1 of 2) via de draaiknop.
8. Selecteer de te laden taal ui de beschikbare talen op de CD via de draaiknop, valideer en valideer "laden".
9. Wacht enkele secondes, het scherm wordt zwart en daarna wit met een tekst in zwart en rood met een horizontale balk die de voortgang van het laden aangeeft.
10. Als het laden klaar is, komt de taal-CD naar buiten en verschijnt "OK" op het scherm.
11. Zet het contact uit en wacht tot het scherm uitgaat (ongeveer 70 secondes), de nieuwe taal is geladen.
12. Plaats de kaart-CD weer in de lezer.
INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Storing zoeken 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Storing zoeken 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Storing zoeken 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Storing zoeken 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Storing zoeken 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Storing zoeken 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Storing zoeken 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Storing zoeken 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Storing zoeken 83
83-50
Navigatiesysteem "Carminat": Storing zoeken
INGEBOUWD DIAGNOSEPROGRAMMA
Bij een storing in het systeem, kan een diagnosefunctie op het scherm de in het geheugen geregistreerde storingen aangeven en bepaalde parameters controleren.
Het scherm licht enkele secondes na het aanzetten van het contact op. Valideer "OK" en het systeem stelt verschillende mogelijkheden voor:1. Navigatie
⇒ Instellingen voor: het kiezen van de taal, het kiezen van de routecriteria, het wijzigen van de configuratie van het scherm, het verkrijgen van informatie over het systeem, het selecteren van het
verkeersinformatiesysteem, het wijzigen van de eenheden (km, mijlen ...), het wijzigen van het geluidsvolume van de
berichten, het configureren van het scherm.
⇒ Boordcomputer: geeft de actuele snelheid, geeft de gemiddelde snelheid, geeft de resterende afstand, geeft de resterende tijd, geeft de mogelijkheid een maximum snelheid in
te stellen.
2. Taal: voor het veranderen van de taal op het scherm en van de menu's.
3. Gebruikersinstellingen:⇒ Klok: voor de automatische instelling of het
veranderen van de tijd,⇒ Systeem: het menu "service (code)" verschijnt.
Voer de code in met de draaiknop en selecteer en valideer de vier cijfers van de toegangscode. Deze code (alleen bestemd voor de reparateur) is: 4112 ("sluiten" = terug naar menu "Inhoud"). Sluiten: terug naar inhoud, Diagnose (zie de volgende bladzijden) Configuratie kan worden opgevraagd bij een
storing: productiedatum, configuratie: 0002, type UCC: UCC 3, programmaversie: 051(ter informatie), referentienummer checksum.
Systeemtests: voor het testen van de verschillende componenten zoals het toetsenbord, de bedieningssatelliet van de radio en de multiplexverbindingen,
Functionele tests: geeft specifieke informatie van het systeem, Test RDS-TMC:
– frequentie: TUNER voor verkeersinformatie
– ontvangstniveau: %– kwaliteit RDS: %
Test van de auto: – auto: X74– snelheid: OK,– + na contact: OK (afhankelijk van de stand
van de RENAULT-kaart)– + ACC: OK– SSPP: OK – voltage accu,– crash informatie: NOk (behalve bij
ongeluk)– + lant: voeding verlichting– achteruit (afhankelijk van de uitvoering),– buitentemperatuur.
INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Storing zoeken 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Storing zoeken 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Storing zoeken 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Storing zoeken 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Storing zoeken 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Storing zoeken 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Storing zoeken 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Storing zoeken 83INSTRUMENTEN - DASHBOARDNavigatiesysteem "Carminat": Storing zoeken 83
83-51
INGEBOUWD DIAGNOSEPROGRAMMA
LEZEN GPS-STAATVoorbeeld:– Stat. van sensor: 3D positie– Lengte: 2°14'24''Oost– Breedte: 48°46'31''Noord,– Geograf.hoogte: 226 m,– Aantal sat: > 3 (nodig voor de werking).
LEZEN I/O-STATEN– Impuls. tacho: de rijsnelheid moet tijdens het
rijden worden weergegeven,– Temperatuur de temperatuur in de rekeneenheid
moet verschijnen,– Accu: de accuspanning moet worden
weergegeven,– B. eject:
0 = knop eject CD niet ingedrukt. 1 = knop eject CD ingedrukt (houd de knop langer dan 5 sec ingedrukt)
– Richting: ARR = versnellingshendel in stand achteruit, Informatie achteruit correct AVA = Versnellingshendel niet in achteruit of informatie achteruit defect
– Lichten = on of off (functie niet in gebruik)– Contact ext 1: Niet in gebruik– Contact ext 2: Niet in gebruik
LET OP: de reactietijd voor het veranderen van een staat is ongeveer 15 secondes.
IDENTIFICATIE (ter informatie)– Serienummer van de rekeneenheid– Productversie– Programmaversie– Productieweek– Productiejaar– Programmaversie "CSB"
FOUTGEHEUGEN– Foutcode,– Freq. fout,– Type fout.
Let niet op deze parameter, zij werken niet.
SIMULATIE POSITIE VAN DE AUTO
LET OP: voor een goede werking van het systeem, moet de "Simulation" werking na het gebruik beslist worden afgesloten.
SCHAKELAARSDraaibare doorvoer 84SCHAKELAARSDraaibare doorvoer 84SCHAKELAARSDraaibare doorvoer 84SCHAKELAARSDraaibare doorvoer 84SCHAKELAARSDraaibare doorvoer 84SCHAKELAARSDraaibare doorvoer 84SCHAKELAARSDraaibare doorvoer 84SCHAKELAARSDraaibare doorvoer 84SCHAKELAARSDraaibare doorvoer 84
84-1
184 SCHAKELAARSDraaibare doorvoer
N.B.: door het vergrendelen van de rekeneenheid van de airbag worden de uitgangen naar de ontstekers uitgeschakeld en de stuurkolom ontgrendeld.
UITBOUWEN
Bouw de airbag in het stuurwiel uit. Steek hiervoor een schroevendraaier in het gat (1) en beweeg hem naar boven (2).
Maak de stekkers van de airbag in het stuurwiel (4) en de stekkers van de toetsen van de snelheidsregelaar los (afhankelijk van de uitvoering).
Bouw uit:– de stuurwielbout na de wielen rechtuit te hebben
gezet,– het stuurwiel,– de omlijsting van de teller,– de stuurkolomkappen,
Maak de stekkers van de stuurkolomschakelaars (ruitenwisser, radiobediening en verlichting) los en de stekkers van de draaibare doorvoer (airbag en snelheidsregelaar).
Voordat u de draaiende doorvoer uitbouwt, noteert u de stand:– controleer of de wielen bij de demontage rechtuit
staan,– controleer of het merkteken "0" van de draaibare
doorvoer bij het merkteken staat.
Draai de bout los en maak de gehele stuurkolom vrij.
Bouw de schakelaars uit door op de lipjes (3 te drukken).
N.B.: de stuurwielhoeksensor (5) hoeft niet losgemaakt te worden
BELANGRIJK: Werkzaamheden aan de systemen van de airbags en de gordelspanners mogen alleen worden uitgevoerd door speciaal hiervoor opgeleid personeel.
LET OP: het is verboden om werkzaamheden te verrichten aan het airbag- en gordelspansysteem in de buurt van een hittebron vanwege het explosiegevaar.
18455
18313
18797
SCHAKELAARSDraaibare doorvoer 84SCHAKELAARSDraaibare doorvoer 84SCHAKELAARSDraaibare doorvoer 84SCHAKELAARSDraaibare doorvoer 84SCHAKELAARSDraaibare doorvoer 84SCHAKELAARSDraaibare doorvoer 84SCHAKELAARSDraaibare doorvoer 84SCHAKELAARSDraaibare doorvoer 84SCHAKELAARSDraaibare doorvoer 84
84-2
INBOUWEN
Controleer of de wielen rechtuit staan. De schroef van de draaibare doorvoer kan alleen worden vastgezet als het merkteken op "0" staat.
Bijzonderheden van het stuurwiel
BELANGRIJK: het stuurwiel past maar op een manier op de spiebanen. Het stuurwiel moet vrij over de spiebanen kunnen bewegen. Let op dat ze niet beschadigen.
Vervang na iedere demontage de stuurwielbout en zet hem vast met een aantrekkoppel van 4,4 daN.m.
Bijzonderheden van de airbag
Sluit de twee stekkers van de stuurwielairbag aan, let op de juiste kleuren.
Druk de stekkers goed vast
18313
18835
BELANGRIJK: voordat u de airbag aansluit moet u de werking van het systeem controleren::– controleer of het airbaglampje op het
instrumentenpaneel brandt bij het aanzetten van het contact (rekeneenheid ontgrendeld),
– Sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de iedere airbag en controleer of het lampje dooft,
– zet het contact af, sluit de airbag aan in plaats van de loze ontstekers en monteer het in het stuurwiel,
– zet het contact aan, controleer of het lampje 3 secondes oplicht en vervolgens uit gaat en uit blijft.
Als het lampje niet dooft, raadpleeg dan hoofdstuk "storing zoeken".
LET OP: bij het niet opvolgen van deze procedure bestaat het gevaar dat het systeem niet normaal werkt en zelfs dat de airbag voortijdig explodeert.
18994
SCHAKELAARSRuitenwisserschakelaar 84SCHAKELAARSRuitenwisserschakelaar 84SCHAKELAARSRuitenwisserschakelaar 84SCHAKELAARSRuitenwisserschakelaar 84SCHAKELAARSRuitenwisserschakelaar 84SCHAKELAARSRuitenwisserschakelaar 84SCHAKELAARSRuitenwisserschakelaar 84SCHAKELAARSRuitenwisserschakelaar 84SCHAKELAARSRuitenwisserschakelaar 84
84-3
Ruitenwisserschakelaar
AANSLUITINGEN (meest complete uitvoering)
N.B.: de schakelaars van de ruitenwissers en sproeiers voor en achter-kunnen met een ohmmeter worden gecontroleerd.
Aansl Omschrijving
A1A2A3A4A5A6A7B1B2B3B4B5B6B7
Commando interval wisser voorCommando snel wissen voorCommando langzaam wissen voorCommando ruitensproeierpomp voorNiet gebruiktRustcontact ruitenwisser voor+ na contactCommando ruitensproeierpomp achterCommando ruitenwisser achterNiet gebruikt+ na contactMassaSignaal opname element vliegwielToets functiekeuze boordcomputer
Commando AansluitingWaarden
(ohm)
Ruitensproeierpomp voorCommando langzaam wissen voorCommando snel wissen voorCommando ruitenwisser achter:
Stand 1Stand 2Stand 3Stand 4Stand 5
Ruitensproeierpomp achterInterval ruitenwisser achterFunctiekeuze boordcomputer
A4 / B4A3 / A7A2 / A7
A1 / A7
B1 / B4B2 / B4B5 / B7
0 0 0
9,6 7,2 4,8 2,4 0 0 0 0
SCHAKELAARSLichtschakelaar 84SCHAKELAARSLichtschakelaar 84SCHAKELAARSLichtschakelaar 84SCHAKELAARSLichtschakelaar 84SCHAKELAARSLichtschakelaar 84SCHAKELAARSLichtschakelaar 84SCHAKELAARSLichtschakelaar 84SCHAKELAARSLichtschakelaar 84SCHAKELAARSLichtschakelaar 84
84-4
Lichtschakelaar
AANSLUITINGEN (meest complete uitvoering)
N.B.: De lichtschakelaar kan met een ohmmeter worden gecontroleerd.De claxonschakelaar loopt via de stekker (C) via de draaibare doorvoer.
Aansl Omschrijving
A1A2A3A4A5A6A7B1B2B3B4B5B6B7
Voeding relais mistlichten voorNiet gebruiktCommando mistachterlichtenCommando claxonCommando knipperlicht rechtsMassaCommando knipperlicht linksMarkeringslichten+ voor contact (via zekering)+ voor contact (via zekering)Dimlichten (dubbele koplampen)Dimlichten (enkele koplampen)+ voor contact (via zekering)Grootlichten
Commando Aansl. (circuit gesloten)
Knipperlicht linksKnipperlicht rechtsMarkeringslichtenDimlichten (dubbele koplampen)Dimlichten (enkele koplampen)Grootlichten (vast of signaal)Mistlichten (voor)Mistachterlichten
A6/A7A5/A6B1/B2B3/B4B3/B5B6/B7A1/B2A3/B2
SCHAKELAARSRadiobedieningssatelliet 84SCHAKELAARSRadiobedieningssatelliet 84SCHAKELAARSRadiobedieningssatelliet 84SCHAKELAARSRadiobedieningssatelliet 84SCHAKELAARSRadiobedieningssatelliet 84SCHAKELAARSRadiobedieningssatelliet 84SCHAKELAARSRadiobedieningssatelliet 84SCHAKELAARSRadiobedieningssatelliet 84SCHAKELAARSRadiobedieningssatelliet 84
84-5
Radiobedieningssatelliet
AANSLUITINGEN
De afstandsbediening van de autoradio is verbonden: met het centrale display van het dashboard met de centrale communicatie eenheid als de auto het Carminat
navigatiesysteem heeft (zie hoofdstuk 83).
Aansl Omschrijving
A1A2A3B1B2B3
Aansl. 14Aansl. 13Aansl. 10Aansl. 9Aansl. 11Aansl. 12
SCHAKELAARSRegensensor 84SCHAKELAARSRegensensor 84SCHAKELAARSRegensensor 84SCHAKELAARSRegensensor 84SCHAKELAARSRegensensor 84SCHAKELAARSRegensensor 84SCHAKELAARSRegensensor 84SCHAKELAARSRegensensor 84SCHAKELAARSRegensensor 84
84-6
Regensensor
N.B.: voor de werking van de ruitenwisser, zie hoofdstuk 85.
AANSLUITINGEN
Aansl Omschrijving
A1
A2
A3B1
B2B3
Verbinding huis met hulporganen interieur (relais inschakelen)Verbinding huis met hulporganen interieur (commando)+AccessoiresVerbinding huis met hulporganen interieur (relais snel)MassaVerbinding huis met hulporganen interieur (automatische werking)
SCHAKELAARSRenault-kaartlezer 84SCHAKELAARSRenault-kaartlezer 84SCHAKELAARSRenault-kaartlezer 84SCHAKELAARSRenault-kaartlezer 84SCHAKELAARSRenault-kaartlezer 84SCHAKELAARSRenault-kaartlezer 84SCHAKELAARSRenault-kaartlezer 84SCHAKELAARSRenault-kaartlezer 84SCHAKELAARSRenault-kaartlezer 84
84-7
Renault-kaartlezer
AANSLUITINGEN
De Renault-kaartlezer is vastgeklemd op zijn steun.
De steun is vastgeklemd in het dashboard.
OPMERKING: als de verlichting van de kaartlezer niet goed werkt, moet u de kaartlezer vervangen.
N.B.: de kaartlezer is niet gecodeerd.
18320
Aansl Omschrijving
1
234
5
6
789
101112
Gecodeerde verbinding huis met hulporganen interieurVoeding lezer.Niet gebruiktGecodeerde verbinding huis met hulporganen interieurSignaal Renault-kaart aanwezig (+Accessoires)Signaal Radiofrequentie (afstandsbediening)Signaal RENAULT-kaart op aanslagMassaNiet gebruiktNiet gebruiktNiet gebruiktSignaal Radiofrequentie (afstandsbediening)
SCHAKELAARSElektrische stuurkolomgrendel 84SCHAKELAARSElektrische stuurkolomgrendel 84SCHAKELAARSElektrische stuurkolomgrendel 84SCHAKELAARSElektrische stuurkolomgrendel 84SCHAKELAARSElektrische stuurkolomgrendel 84SCHAKELAARSElektrische stuurkolomgrendel 84SCHAKELAARSElektrische stuurkolomgrendel 84SCHAKELAARSElektrische stuurkolomgrendel 84SCHAKELAARSElektrische stuurkolomgrendel 84
84-8
Elektrische stuurkolomgrendel
ELEKTRISCHE STUURKOLOMGRENDEL
VOORZORGEN BIJ DE REPARATIE
Om te voorkomen dat het stuurwiel blokkeert bij het losmaken van de accukabels, moet u:– steek de RENAULT-kaart diep (+ na contact) in de
lezer steken en daarna half eruit trekken (+accessoires). Zolang de kaart halverwege in de lezer zit, wordt de stuurkolom niet geblokkeerd. Mak de accukabel los, de stuurkolom blijft ontgrendeld zolang de accu niet opnieuw wordt aangesloten en de RENAULT-kaart wordt verwijderd.
– vergrendel de airbagrekeneenheid met een diagnoseapparaat.
UITBOUWEN
INBOUWEN
Zet de bout vast met een aantrekkoppel van 0,8 daN.m.
Voor het inlezen van de code van de stuurkolomgrendel, raadpleeg hoofdstuk 82.
AANSLUITINGEN
LET OP: de grendel is vastgezet met een bout met linkse schroefdraad. Voor het uitbouwen moet hij vooraf ontgrendeld zijn.
18541
18466
Aansl Omschrijving
1234
56
MassaVoeding (+12 volt accessoires)MultiplexverbindingCommando huis met hulporganen interieur (deblokkeren)Informatie Renault-kaart aanwezigMultiplexverbinding
SCHAKELAARSDrukknop voor het starten 84SCHAKELAARSDrukknop voor het starten 84SCHAKELAARSDrukknop voor het starten 84SCHAKELAARSDrukknop voor het starten 84SCHAKELAARSDrukknop voor het starten 84SCHAKELAARSDrukknop voor het starten 84SCHAKELAARSDrukknop voor het starten 84SCHAKELAARSDrukknop voor het starten 84SCHAKELAARSDrukknop voor het starten 84
84-9
Drukknop voor het starten
DRUKKNOP VOOR HET STARTEN
De drukknop dient voor het starten en stilzetten van de motor. Hij heeft twee verlichtingen:– verlichting aan de bovenkant (A): "informatie klaar
om te starten",– verlichting aan de onderkant (B): "informatie
draaiende motor".
AANSLUITINGEN
De drukschakelaar kan met een ohmmeter worden gecontroleerd.
18466
Aansl Omschrijving
1234
Signaal schakelaar motor aan/uitVoedingCommando lampje "startinvitatie"Commando lampje "draaiende motor"
Aansl Waarde Omschrijving
1 en 22 en 32 en 4
≈ 2 ohm≈ 20 ohm≈ 20 ohm
Impuls Aan of UitLampje "startinvitatie"Lampje "draaiende motor"
SCHAKELAARSSchakelaars / Snelheidsregelaar / Spraakmaker 84SCHAKELAARSSchakelaars / Snelheidsregelaar / Spraakmaker 84SCHAKELAARSSchakelaars / Snelheidsregelaar / Spraakmaker 84SCHAKELAARSSchakelaars / Snelheidsregelaar / Spraakmaker 84SCHAKELAARSSchakelaars / Snelheidsregelaar / Spraakmaker 84SCHAKELAARSSchakelaars / Snelheidsregelaar / Spraakmaker 84SCHAKELAARSSchakelaars / Snelheidsregelaar / Spraakmaker 84SCHAKELAARSSchakelaars / Snelheidsregelaar / Spraakmaker 84SCHAKELAARSSchakelaars / Snelheidsregelaar / Spraakmaker 84
84-10
Schakelaars / Snelheidsregelaar / Spraakmaker
1 Spraakmaker (afhankelijk van de uitrusting)2 Elektronisch stabiliteits programma (ESP)3 Snelheidsregelaar / begrenzer (afhankelijk van de
uitrusting)
Voor het uitbouwen van de schakelaars moet u de steunplaat uitbouwen.
AANSLUITINGEN
SCHAKELAAR ELEKTRONISCH STABILITEITS PROGRAMMA (ESP)
SCHAKELAAR SPRAAKMAKER
SCHAKELAAR SNELHEIDSREGELAAR/-BEGRENZER
18461
Aansl Omschrijving
A1A2A3B1B2B3
Voeding markeringslichtMassaNiet gebruiktCommando Aan / UitNiet gebruiktNiet gebruikt
Aansl Omschrijving
123
Commando bericht herhalenMassaCommando discretie
Aansl Omschrijving
A1A2A3B1B2B3
+ markeringslicht+ na contact (circuit remlichten)Aan/uit schakelaarAan / uit snelheidsbegrenzerMassaNiet gebruikt
SCHAKELAARSRegelweerstand verlichting 84SCHAKELAARSRegelweerstand verlichting 84SCHAKELAARSRegelweerstand verlichting 84SCHAKELAARSRegelweerstand verlichting 84SCHAKELAARSRegelweerstand verlichting 84SCHAKELAARSRegelweerstand verlichting 84SCHAKELAARSRegelweerstand verlichting 84SCHAKELAARSRegelweerstand verlichting 84SCHAKELAARSRegelweerstand verlichting 84Regelweerstand verlichting
REGELWEERSTAND VERLICHTING
Voor het uitbouwen van de regelweerstand, bouwt u de steunplaat van de regelweerstand uit en maak daarna de stekkers los (afhankelijk van de uitrusting).
Wip de regelweerstand (A) los van de steunplaat.
AANSLUITINGEN
LET OP: Afhankelijk van het uitrustingsniveau zijn er twee regelweerstanden voor de verlichting mogelijk:– regelweerstand "luxe uitvoering" voor geregelde
airconditioning, – regelweerstand "eenvoudige uitvoering" voor
handbediende airconditioning.
De regelweerstand kan met een ohmmeter worden gecontroleerd:– verlichting knop (-polige 1 en 3) ≈ 70 ohm– regelknop (aansl. 2 en 3) = van 0 tot 1000 ohm (luxe
uitvoering)– regelknop (aansl. 2 en 3) = van 0 tot 33 ohm
(eenvoudige uitvoering)
18462
Aansl Omschrijving
123
+ markeringslichtVerlichting via regelweerstandMassa
84-11
SCHAKELAARSAlarmlichtschakelaar 84SCHAKELAARSAlarmlichtschakelaar 84SCHAKELAARSAlarmlichtschakelaar 84SCHAKELAARSAlarmlichtschakelaar 84SCHAKELAARSAlarmlichtschakelaar 84SCHAKELAARSAlarmlichtschakelaar 84SCHAKELAARSAlarmlichtschakelaar 84SCHAKELAARSAlarmlichtschakelaar 84SCHAKELAARSAlarmlichtschakelaar 84
84-12
Alarmlichtschakelaar
Voor het uitbouwen van de schakelaar moet de bovenkant (geklemd) worden losgemaakt van de console.
Controles met een multimeter
Aansl Omschrijving
123
4
Niet gebruiktMassaTijdschakeling knipperautomaat (+ voor contact)knippersignaal/tijdrelais knipperautomaat
18464
Aansl Waarde Omschrijving
2 en 3
2 en 3
Weerstand oneindig
0 ohm
Ruststand alarmknipperlichten
Alarmknipperlichten aan
SCHAKELAARSSchakelaar portiervergrendeling 84SCHAKELAARSSchakelaar portiervergrendeling 84SCHAKELAARSSchakelaar portiervergrendeling 84SCHAKELAARSSchakelaar portiervergrendeling 84SCHAKELAARSSchakelaar portiervergrendeling 84SCHAKELAARSSchakelaar portiervergrendeling 84SCHAKELAARSSchakelaar portiervergrendeling 84SCHAKELAARSSchakelaar portiervergrendeling 84SCHAKELAARSSchakelaar portiervergrendeling 84
84-13
Schakelaar portiervergrendeling
Voor het uitbouwen van de schakelaar moet de bovenkant (geklemd) worden losgemaakt van de console.
Controles met een multimeter
18463
Aansl Omschrijving
A1A2A3B1B2B3
+ na contactMassaVergrendelingOntgrendeling+ voor contactVoeding lichtdiode
Aansl Omschrijving Waarde
A1 / A2A2 / A3A2 / B1
Verlichting knopVergrendelingOntgrendeling
30 ohm0 ohm0 ohm
SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84
84-14
Schakelaars ruitbediening
PLAAT IN ARMSTEUN (meest complete uitvoering)
A Schakelaar ruitbediening bestuurder en passagier voor
B schakelaar ruitbediening achter rechts en linksC Schakelaar kinderveiligheid (afhankelijk van de
uitvoering)
UITBOUWEN VAN DE SCHAKELAARS
De plaat van de schakelaars van de ruitbediening is vastgeklemd met lipjes (D) op het portierpaneel.
Voor het uitbouwen, zijn er twee mogelijkheden:– gebruik een bekledingtang,
– gebruik een ijzerdraadje om de grendels in te drukken.
Maak de stekkers los.
Maak de schakelaars vrij door op de lipjes (D) te drukken
18465
18789
19071
18465
SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84
84-15
SCHAKELAARS RUITBEDIENING VOOR OP BESTUURDERSPORTIER
Drie types schakelaars voor de ruitbediening voor zijn mogelijk:
Ruitbediening met sneltoets bestuurder / Ruitbediening passagier
Schakelaar ruitbediening bestuurder met twee standen (normaal en snel) en schakelaar met een stand voor de passagier.
Ruitbediening met sneltoets bestuurder en passagier zonder multiplex
Schakelaar ruitbediening bestuurder en passagier met twee standen (normaal en snel).
Ruitbediening met sneltoets multiplexDe schakelaar is gelijk aan de uitvoering zonder multiplex, maar de kabelbundel verschilt.
Voor meer bijzonderheden over de systemen van de elektrische ruitbediening, zie hoofdstuk 87.
N.B.: Deze schakelaars worden verlicht zodra er + na contact is (geen nachtverlichting).
SCHAKELAARS RUITBEDIENING ACHTER OP BESTUURDERSPORTIER
Twee types dubbele schakelaars zijn mogelijk:
Elektrische ruitbedieningSchakelaars links achter en rechts achter met een stand.
Ruitbediening sneltoetsSchakelaars links achter en rechts achter met twee standen (normaal en sneltoets voor de ruiten achter).
Voor meer bijzonderheden over de systemen van de elektrische ruitbediening, zie hoofdstuk 87.
N.B.: Deze schakelaars worden verlicht zodra er + na contact is (geen nachtverlichting).
18465 18465
SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84
84-16
Ruitbediening met sneltoets bestuurder / Ruitbediening passagier zwarte stekker (links stuur)
AANSLUITINGEN
WERKING (controle van de weerstand met een multimeter)
Ruitbediening met sneltoets bestuurder / Ruitbediening passagier zwarte stekker (rechts stuur)
WERKING (controle van de weerstand met een multimeter)
Aansl Omschrijving
A1A2A3A4A5A6B1B2B3B4B5B6
Schakelaar ruitbediening passagierszijde+ voor contact+ na contactSchakelaar ruitbediening bestuurderszijdeNiet gebruiktNiet gebruiktNiet gebruiktNiet gebruiktSchakelaar ruitbediening passagierszijdeMassaSchakelaar ruitbediening bestuurderszijdeNiet gebruikt
ACTIEAansl
A4/B4 B5/B4 A1 B3
Geen α α A2 A2
Openen bestuurder eenvoudig
0 α - -
Sluiten bestuurder eenvoudig
α 0 - -
Openen bestuurder snel
0
(1e)
0
(2e)- -
Sluiten bestuurder snel
0
(2e)
0
(1e)- -
Openen passagier - - B4 A2
Sluiten passagier
- - A2 B4
Aansl Omschrijving
A1A2A3A4A5A6B1B2B3B4B5B6
Schakelaar ruitbediening passagierszijde+ voor contact+ na contactSchakelaar ruitbediening bestuurderszijdeNiet gebruiktNiet gebruiktNiet gebruiktNiet gebruiktSchakelaar ruitbediening passagierszijdeMassaSchakelaar ruitbediening bestuurderszijdeNiet gebruikt
ACTIEAansl
A1 B3 A2/B4 B5/B4
Geen A2 A2 α α
Openen bestuurder eenvoudig
- - 0 α
Sluiten bestuurder eenvoudig
- - α 0
Openen bestuurder snel
- -0
(1e)
0
(2e)
Sluiten bestuurder snel
- -0
(2e)
0
(1e)
Openen passagier A2 B4 - -
Sluiten passagier
B4 A2 - -
SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84
84-17
Ruitbediening met sneltoets bestuurder / Ruitbediening passagier zonder multiplex grijze stekker (links stuur)
WERKING (controle van de weerstand met een multimeter)
Ruitbediening met sneltoets bestuurder / Ruitbediening passagier zonder multiplex grijze stekker (rechts stuur)
WERKING (controle van de weerstand met een multimeter)
Aansl Omschrijving
A1A2A3A4A5A6B1B2B3B4B5B6
Schakelaar ruitbediening passagierszijdeMassa+ na contactSchakelaar ruitbediening bestuurderszijdeNiet gebruiktNiet gebruiktNiet gebruiktSchakelaar ruitbediening passagierszijdeMassaMassaSchakelaar ruitbediening bestuurderszijdeNiet gebruikt
ACTIESAansluiting
B2/B3 A1/A2 A4/B4 B5/B4
Geen α α α α
Openen bestuurder eenvoudig
- - 0 α
Sluiten bestuurder eenvoudig
- - α 0
Openen bestuurder snel
- -0
(1e)
0
(2e)
Sluiten bestuurder snel
- -0
(2e)
0
(1e)
Openen passagier eenvoudig
α 0 - -
Sluiten passagier eenvoudig
0 α - -
Openen bestuurder snel
0
(2e)
0
(1e)- -
Sluiten bestuurder snel
0
(1e)
0
(2e)- -
Aansl Omschrijving
A1A2A3A4A5A6B1B2B3B4B5B6
Schakelaar ruitbediening bestuurderszijdeNiet gebruikt+ na contactSchakelaar ruitbediening passagierszijdeMassa+ voor contactNiet gebruiktNiet gebruiktSchakelaar ruitbediening bestuurderszijdeMassaSchakelaar ruitbediening passagierszijde+ voor contact
ACTIESAansluiting
A1/B4 B3/B4 B5/A5 A4/B6
Geen α α α α
Openen bestuurder eenvoudig
0 α - -
Sluiten bestuurder eenvoudig
α 0 - -
Openen bestuurder snel
0
(1e)
0
(2e)- -
Sluiten bestuurder snel
0
(2e)
0
(1e)- -
Openen passagier eenvoudig
- - α 0
Sluiten passagier eenvoudig
- - 0 α
Openen bestuurder snel
- -0
(2e)
0
(1e)
Sluiten bestuurder snel
- -0
(1e)
0
(2e)
SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84
84-18
Ruitbediening met sneltoets multiplex zwarte stekker (alle types)
WERKING (controle van de weerstand met een multimeter)
Ruitbediening achter eenvoudig: witte stekker
WERKING (controle van de weerstand met een multimeter)
Aansl Omschrijving
A1A2A3A4A5A6B1B2B3B4B5B6
Niet gebruiktSchakelaar ruitbediening rechts+ na contactSchakelaar ruitbediening linksNiet gebruiktNiet gebruiktNiet gebruiktNiet gebruiktSchakelaar ruitbediening rechtsMassaSchakelaar ruitbediening linksNiet gebruikt
ACTIESAansluiting
A2/B4 B3/B4 A4/B4 B5/B4
Geen α α α α
Openen links eenvoudig
- - 0 α
Sluiten links eenvoudig
- - α 0
Openen links snel
- - 0 0
Sluiten links snel
- - 0 0
Openen rechts eenvoudig
0 α - -
Sluiten rechts eenvoudig
α 0 - -
Openen rechts snel
0 (1e)
0 (2e)
- -
Sluiten rechts snel
0
(2e)
0
(1e)- -
Aansl Omschrijving
A1A2A3A4A5A6B1B2B3B4B5B6
Niet gebruiktSchakelaar ruitbediening rechts+ na contactSchakelaar ruitbediening links+ na contact+ voor contactNiet gebruiktNiet gebruiktSchakelaar ruitbediening rechtsMassaSchakelaar ruitbediening linksNiet gebruikt
ACTIESAansluiting
A4 B5 A2 B3
Geen A5 A5 B5 A5
Openen rechts - - B4 A5
Sluiten rechts - - A5 B4
Openen links B4 A5 - -
Sluiten links A5 B4 - -
SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84
84-19
Ruitbediening achter met sneltoets: bruine stekker
WERKING (controle van de weerstand met een multimeter)
Aansl Omschrijving
A1A2A3A4A5A6B1B2B3B4B5B6
Schakelaar ruitbediening rechts+ voor contact+ na contact+ voor contactSchakelaar ruitbediening linksNiet gebruiktNiet gebruiktSchakelaar ruitbediening rechts+ voor contactMassa+ voor contactSchakelaar ruitbediening links
ACTIESAansluiting
A5/B4 B6/B4 A1/B4 B2/B4
Geen α α α α
Openen rechts eenvoudig
- - 0 α
Sluiten rechts eenvoudig
- - α 0
Openen rechts snel
- -0
(1e)0
(2e)
Sluiten rechts snel
- -0
(2e)
0
(1e)
Openen links eenvoudig
0 α - -
Sluiten links eenvoudig
α 0 - -
Openen links snel
0
(1e)
0
(2e)- -
Sluiten links snel
0 (2e)
0 (1e)
- -
SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84
84-20
SCHAKELAAR RUITBEDIENING PASSAGIER OP PASSAGIERSPORTIER
Drie types schakelaars voor de ruitbediening voor zijn mogelijk:
Eenvoudige elektrische ruitbediening Ruitbediening met sneltoets zonder multiplex Ruitbediening met sneltoets multiplex
Voor meer bijzonderheden over de systemen van de elektrische ruitbediening, zie hoofdstuk 87.
Ruitbediening eenvoudig: bruine stekker
Ruitbediening multiplex: grijze stekker
N.B.: de weerstand van het lampje in de knop is ongeveer 30 ohm
18469
Aansl Omschrijving
A1A2A3B1B2B3
Verbinding bestuurdersportier (B3)MassaSchakelaar ruit sluitenSchakelaar ruit openenVerbinding bestuurdersportier (A1)+ na contact
ACTIESAANSL.
B1 A3
Geen B2 A1
Openen eenvoudig B2 A2
Sluiten eenvoudig A2 A1
Aansl Omschrijving
A1A2A3B1B2B3
Schakelaar ruitbedieningSchakelaar ruitbedieningGeschakelde massa Geschakelde massaMassa+ na contact verlichting knop
ACTIESAansluiting
A1 A2
Geen α α
Openen eenvoudig 0 α
Sluiten eenvoudig α 0
Openen snel0
(1e)0
(2e)
Sluiten snel0
(2e)
0
(1e)
ACTIESAansluiting
A3/A2 B1/B2
Geen α α
Openen eenvoudig 0 α
Sluiten eenvoudig α 0
Openen snel0
(1e)
0
(2e)
Sluiten snel0
(2e)0
(1e)
SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84SCHAKELAARSSchakelaars ruitbediening 84
84-21
SCHAKELAARS RUITBEDIENING ACHTER OP ACHTERPORTIER
SCHAKELAAR
SCHAKELAAR RUITBEDIENING AFKNIJPBEVEILIGING ACHTER: witte stekker
18469
Aansl Omschrijving
A1A2A3B1B2B3
+ na contactMassa+ na contactSchakelaar ruithefmotor+ na contact+ na contact
ACTIESAANSL.
A2/A3 B1/B2 B1/A2 A1/A3
Geen α 0 α 0
Openen eenvoudig
0 0 α α
Sluiten eenvoudig
α α 0 0
Aansl Omschrijving
A1A2A3B1B2B3
Schakelaar ruitbedieningGeschakelde massa (vergrendelen ruitbediening)+ voor contact+ voor contactSchakelaar ruitbediening+ na contact verlichting knop
ACTIESAansluiting
A2/B1 A2/A3
Geen α α
Openen eenvoudig α 0
Sluiten eenvoudig 0 α
Openen snel0
(2e)0
(1e)
Sluiten snel0
(1e)
0
(2e)
SCHAKELAARSSchakelaar kinderveiligheid 84SCHAKELAARSSchakelaar kinderveiligheid 84SCHAKELAARSSchakelaar kinderveiligheid 84SCHAKELAARSSchakelaar kinderveiligheid 84SCHAKELAARSSchakelaar kinderveiligheid 84SCHAKELAARSSchakelaar kinderveiligheid 84SCHAKELAARSSchakelaar kinderveiligheid 84SCHAKELAARSSchakelaar kinderveiligheid 84SCHAKELAARSSchakelaar kinderveiligheid 84Schakelaar kinderveiligheid
SCHAKELAAR KINDERVEILIGHEID
Bij het vergrendelen, licht een rood controlelampje (aangestuurd door het huis met hulporganen interieur) op in de schakelaar. Deze schakelaar wordt gebruikt om te voorkomen dat de portieren achter en de ruiten achter kunnen worden geopend (afhankelijk van de uitvoering).
Elektrische ruitbedieningDe schakelaar kinderveiligheid informeert het huis met hulporganen interieur dat het relais kinderveiligheid aanstuurt.
Ruitbediening sneltoetsDe schakelaar kinderveiligheid schakelt wel of niet de stuurmassa van de sneltoetscontacten van de ruitbediening achter en informeert het huis met hulporganen interieur over zijn staat.
N.B.: Deze schakelaars worden verlicht zodra er + na contact is (geen nachtverlichting).
18465
Aansl Omschrijving
A1A2A3B1B2B3
+ na contactNiet gebruiktControlelampje kinderveiligheidVergrendelen ruitbediening achterMassaNiet gebruikt
84-22
SCHAKELAARSSchakelaar open dak 84SCHAKELAARSSchakelaar open dak 84SCHAKELAARSSchakelaar open dak 84SCHAKELAARSSchakelaar open dak 84SCHAKELAARSSchakelaar open dak 84SCHAKELAARSSchakelaar open dak 84SCHAKELAARSSchakelaar open dak 84SCHAKELAARSSchakelaar open dak 84SCHAKELAARSSchakelaar open dak 84
84-23
Schakelaar open dak
SCHAKELAAR OPEN DAK
WERKING (controle van de weerstand met een multimeter)
N.B.: 0 = circuit geleidend (gesloten)1 = circuit geopend
18937
STAND VAN DE SCHAKELAAR
Aansl. 1 en 6
Aansl. 1 en 5
Aansl. 1 en 3
Aansl. 1 en 2
Schuiven 6 0 0 0 1
Schuiven 5 0 0 1 1
Schuiven 4 0 0 1 0
Schuiven 3 0 1 1 0
Schuiven 2 0 1 1 1
Schuiven 1 0 1 0 1
Gesloten 0 1 0 0
Kantelen 1 1 1 0 0
Kantelen 2 1 1 0 1
Kantelen 3 1 1 1 0
Ingedrukt 0 0 0 0
SCHAKELAARSSchakelaars van de achterruit- en voorruitverwarming 84SCHAKELAARSSchakelaars van de achterruit- en voorruitverwarming 84SCHAKELAARSSchakelaars van de achterruit- en voorruitverwarming 84SCHAKELAARSSchakelaars van de achterruit- en voorruitverwarming 84SCHAKELAARSSchakelaars van de achterruit- en voorruitverwarming 84SCHAKELAARSSchakelaars van de achterruit- en voorruitverwarming 84SCHAKELAARSSchakelaars van de achterruit- en voorruitverwarming 84SCHAKELAARSSchakelaars van de achterruit- en voorruitverwarming 84SCHAKELAARSSchakelaars van de achterruit- en voorruitverwarming 84
84-24
Schakelaars van de achterruit- en voorruitverwarming
SCHAKELAARS VAN DE ACHTERRUITVERWARMING EN VOORRUITVERWARMING
De schakelaars van de achterruitverwarming en de voorruitverwarming zijn opgenomen in het bedieningspaneel van de airconditioning.
Voor het vervangen ervan moet het complete bedieningspaneel worden vervangen.
AANSLUITING (grijze stekker)
N.B.: voor de bestemming van de andere aansluitingen van de stekkers, raadpleegt u hoofdstuk "airconditioning".
18471
Aansl Omschrijving
124569
1012141618
MassaVoeding verlichtingStuursignaal voorruitverwarming.Diagnoselijn+ na contactMultiplexverbindingMultiplexverbindingStuursignaal achterruitverwarmingMassa via regelweerstandMassa+ voor contact
SCHAKELAARSSensor voor het openen van het portier 84SCHAKELAARSSensor voor het openen van het portier 84SCHAKELAARSSensor voor het openen van het portier 84SCHAKELAARSSensor voor het openen van het portier 84SCHAKELAARSSensor voor het openen van het portier 84SCHAKELAARSSensor voor het openen van het portier 84SCHAKELAARSSensor voor het openen van het portier 84SCHAKELAARSSensor voor het openen van het portier 84SCHAKELAARSSensor voor het openen van het portier 84
84-25
Sensor voor het openen van het portier
PORTIEROPENINGSSENSOR
Voor de handsfree functie hebben de portierhandgrepen de volgende sensors: voor de aanwezigheid (A) die de hand van de
gebruiker detecteert, in combinatie met een reflector op de handgreep.
voor de beweging die het openen aanstuurt als de aanwezigheidssensors niet meer werken (als de auto lange tijd niet is gebruikt).
N.B.: voor het uitbouwen van de handgreep, raadpleegt u het hoofdstuk carrosserie.
AANSLUITINGEN
BELANGRIJK: om de hand van de gebruiker te kunnen detecteren, moet de aanwezigheidssensor een doorzichtig beschermkapje en een reflector in de handgreep hebben. Door scheurtjes of barsten kan de handsfree functie minder goed werken.
18993
Aansl Omschrijving
123
+accuMassaSignaal sensor
18697
SCHAKELAARSPortiersloten 84SCHAKELAARSPortiersloten 84SCHAKELAARSPortiersloten 84SCHAKELAARSPortiersloten 84SCHAKELAARSPortiersloten 84SCHAKELAARSPortiersloten 84SCHAKELAARSPortiersloten 84SCHAKELAARSPortiersloten 84SCHAKELAARSPortiersloten 84
84-26
Portiersloten
De portiersloten zijn specifiek voor het uitrustingsniveau van de auto: de eenvoudige uitvoering (4-polige stekker) heeft
een elektrische vergrendeling en een sluitcontact (de auto's 'hebben geen portiercontacten op de stijlen).
de luxe uitvoering (6-polige stekker) heeft de functie "extra portiervergrendeling" waarmee de werking van de binnenhandgrepen kan worden uitgeschakeld. Deze functie kan gebruikt worden voor de kinderveiligheid.
AANSLUITINGEN
Eenvoudige uitvoering links
Eenvoudige uitvoering rechts
Luxe uitvoering links voor
Luxe uitvoering rechts voor
Luxe uitvoering links achter
Luxe uitvoering rechts achter
18696
Aansl Omschrijving
ABCD
+ grendelmotor- grendelmotorPortiercontactPortiercontact
Aansl Omschrijving
ABCD
PortiercontactPortiercontact- grendelmotor+ grendelmotor
Aansl Omschrijving
ABCDE
F
+ grendelmotor- grendelmotorPortiercontactPortiercontact- motor extra portiervergrendeling of kinderveiligheid (achterportier)+ motor extra portiervergrendeling of kinderveiligheid (achterportier)
Aansl Omschrijving
A
BCDEF
+ motor extra portiervergrendeling of kinderveiligheid (achterportier)- motor extra portiervergrendelingPortiercontactPortiercontact- grendelmotor+ grendelmotor
Aansl Omschrijving
ABC
DE
F
+ grendelmotor- grendelmotor en kinderveiligheidPortiercontact/schakelaar kinderveiligheidPortiercontact+ motor extra portiervergrendeling kinderveiligheidSchakelaar kinderveiligheid
Aansl Omschrijving
AB
CD
EF
Schakelaar kinderveiligheid+ motor extra portiervergrendeling of kinderveiligheid (achterportier)PortiercontactPortiercontact/schakelaar kinderveiligheid- grendelmotor en kinderveiligheid+ grendelmotor
SCHAKELAARSSchakelaars achterklep 84SCHAKELAARSSchakelaars achterklep 84SCHAKELAARSSchakelaars achterklep 84SCHAKELAARSSchakelaars achterklep 84SCHAKELAARSSchakelaars achterklep 84SCHAKELAARSSchakelaars achterklep 84SCHAKELAARSSchakelaars achterklep 84SCHAKELAARSSchakelaars achterklep 84SCHAKELAARSSchakelaars achterklep 84
84-27
Schakelaars achterklep
De schakelaar van de achterklep (alles of niets) is voor alle uitvoeringen gelijk: er is geen speciaal model voor auto's met handsfree functie.
N.B.: voor het uitbouwen van het openingsmechanisme van de achterklep moet u de bekleding verwijderen. Raadpleeg het hoofdstuk carrosserie.
De schakelaar voor het openen van de achterruit is een schakelaar type "alles of niets".
SLOT ACHTERKLEP/ACHTERRUIT
N.B.: voor het uitbouwen van het openingsmechanisme van de achterklep moet u de bekleding verwijderen. Raadpleeg het hoofdstuk carrosserie.
AANSLUITINGEN
De weerstand van de motor is ongeveer 10 ohm.
18316
18315
Aansl Omschrijving
1234
- Motor+ MotorSignaal openenMassa
SCHAKELAARSSpiegelbediening 84SCHAKELAARSSpiegelbediening 84SCHAKELAARSSpiegelbediening 84SCHAKELAARSSpiegelbediening 84SCHAKELAARSSpiegelbediening 84SCHAKELAARSSpiegelbediening 84SCHAKELAARSSpiegelbediening 84SCHAKELAARSSpiegelbediening 84SCHAKELAARSSpiegelbediening 84
84-28
Spiegelbediening
SPIEGELBEDIENING
Afhankelijk van het uitrustingsniveau verschilt de spiegelbediening: Eenvoudige elektrische spiegelbediening Bediening inklapbare spiegels zonder
multiplexaansluiting Bediening inklapbare spiegels met
multiplexaansluiting (raadpleeg hoofdstuk 87)
OPMERKING: de bedieningen met of zonder multiplexaansluiting zijn identiek, alleen de bedrading verschilt.
Eenvoudige elektrische spiegelbediening
Schakelaar voor inklapbare buitenspiegels met multiplex (optie: memory systeem zitpositie bestuurder)
Bediening inklapbare spiegels zonder multiplexaansluiting (zonder geheugen)
N.B.: Deze schakelaars worden verlicht zodra er + na contact is (geen nachtverlichting).
18467
Aansl Omschrijving
A1
A2A3A4B1B2
B3B4
Omhoog/omlaag richting bestuurdersspiegel (aansl. 3B van de spiegel)+ voor contactRechts/links richting bestuurdersspiegelNiet gebruiktRechts/links richting passagiersspiegelOmhoog/omlaag richting passagiersspiegelMassaGezamenlijke draad motors
Aansl Omschrijving
123456
7
89
10
Signaal spiegels bestuurder en passagier+ na contactMassaGezamenlijke draad spiegelmotorsGezamenlijke draad inklapbare spiegelCommando omhoog/omlaag passagiersspiegelCommando omhoog/omlaag bestuurdersspiegelCommando rechts/links passagiersspiegelCommando rechts/links bestuurdersspiegelNiet gebruikt
Aansl Omschrijving
123
456
7
8
9
10
Gezamenlijke draad spiegels (aansl. 3B)+ na contactGezamenlijke draad spiegelmotors (aansl. 2C)Massa+ voor contactOmhoog/omlaag richting passagiersspiegel (aansl. 2B)Omhoog/omlaag richting bestuurdersspiegel (aansl. 2B)Rechts/links richting passagiersspiegel (aansl. 2A)Rechts/links richting bestuurdersspiegel (aansl. 2A)Signaal spiegels bestuurder en passagier (aansl. 3C)
SCHAKELAARSElektrische spiegels 84SCHAKELAARSElektrische spiegels 84SCHAKELAARSElektrische spiegels 84SCHAKELAARSElektrische spiegels 84SCHAKELAARSElektrische spiegels 84SCHAKELAARSElektrische spiegels 84SCHAKELAARSElektrische spiegels 84SCHAKELAARSElektrische spiegels 84SCHAKELAARSElektrische spiegels 84
84-29
Elektrische spiegels
BUITENSPIEGELS
De buitenspiegel hebben: twee stelmotors (verticaal en horizontaal), een buitentemperatuurzender (aan passagierskant), een inklapmotor (afhankelijk van de uitvoering), een ontdooisysteem (afhankelijk van de uitvoering), een systeem dat de spiegel afhankelijk van de
lichtinval donkerder maakt (elektrochroom) verbonden met de binnenspiegel (afhankelijk van de uitvoering),
een multiplexverbinding (afhankelijk van de uitvoering).
N.B.: voor het uitbouwen van buitenspiegels kan de portierbekleding op zijn plaats blijven.
BELANGRIJK: bij auto's met de optie "memory systeem van de bestuurdersstoel" , heeft de passagierspiegel een multiplexverbinding. Via deze verbinding wordt de informatie verzameld vanuit de ruitbediening aan passagierszijde (raadpleeg hoofdstuk 87: "memory systeem van de bestuurdersstoel").
AANSLUITINGEN (meest complete uitvoering)
De weerstand van het ontdooisysteem is ongeveer 13 ohm.
De weerstand van de buitentemperatuursensor is ongeveer 2500 ohm bij 20˚C.
De weerstand van het elektrochroomsysteem is ongeveer 4000 ohm.
OPMERKING: de spiegelverwarming werkt via de schakelaar van de achterruitverwarming.
18552
Aansl Omschrijving
1B1C1D
1E
1F1G2A2B2C2D2E2F2G2H3B3C3D3E3F3G
SpiegelverwarmingSpiegelverwarmingTemperatuurzender (aan passagierskant),Temperatuurzender (aan passagierskant),Niet gebruiktNiet gebruiktStelmotor horizontaalStelmotor verticaalGezamenlijke draad motorControleweerstand horizontale standControleweerstand verticale standVoedingMassaNiet gebruiktInklapmotorInklapmotorInformatie lichtinval (binnenspiegel)Informatie lichtinval (binnenspiegel)Niet gebruiktNiet gebruikt
SCHAKELAARSBinnenspiegel 84SCHAKELAARSBinnenspiegel 84SCHAKELAARSBinnenspiegel 84SCHAKELAARSBinnenspiegel 84SCHAKELAARSBinnenspiegel 84SCHAKELAARSBinnenspiegel 84SCHAKELAARSBinnenspiegel 84SCHAKELAARSBinnenspiegel 84SCHAKELAARSBinnenspiegel 84
84-30
Binnenspiegel
BINNENSPIEGEL
De binnenspiegel kan zijn uitgerust met een systeem dat de spiegel afhankelijk van de lichtinval donkerder maakt (elektrochroom).
Dit systeem door de lichtinval op twee sensors met elkaar te vergelijken:– een sensor (A) bij de voorruit,– een sensor (B) bij de spiegel,
OPMERKING: de buitenspiegels kunnen ook met dit systeem zijn uitgerust. In dit geval wordt de kleurverandering gestuurd door de binnenspiegel. (De buitenspiegels hebben geen lichtsensors).
AANSLUITINGEN
18935
18826
Aansl Omschrijving
123
456
VoedingMassaInformatie lichtinval (aansl. 3E buitenspiegel)Informatie lichtinval (aansl. 3D)Niet gebruiktNiet gebruikt
SCHAKELAARSAchterruitverwarming 84SCHAKELAARSAchterruitverwarming 84SCHAKELAARSAchterruitverwarming 84SCHAKELAARSAchterruitverwarming 84SCHAKELAARSAchterruitverwarming 84SCHAKELAARSAchterruitverwarming 84SCHAKELAARSAchterruitverwarming 84SCHAKELAARSAchterruitverwarming 84SCHAKELAARSAchterruitverwarming 84
84-31
Achterruitverwarming
BESCHRIJVING VAN HET SYSTEEM
Dit systeem verwarmt de achterruit via een aan de binnenkant van de ruit aangebrachte bedrading.
De achterruitverwarming wordt in- en uitgeschakeld via een toets op het bedieningspaneel.
Dit ontdooiingssysteem werkt alleen bij draaiende motor en heeft een tijdbegrenzer.
N.B.: tegelijk met de achterruit worden de buitenspiegels verwarmd (afhankelijk van de uitvoering).
REPAREREN
De bedrading van de achterruitverwarming kan een breuk vertonen waardoor de verwarming plaatselijk niet werkt.
Met behulp van een voltmeter kunt u de plaats van de breuk bepalen.
Breuken repareert u met de speciale reparatievernis voor achterruitverwarming, onderdeelnummer 77 01 421 135.
SCHAKELAARSAchterruitverwarming 84SCHAKELAARSAchterruitverwarming 84SCHAKELAARSAchterruitverwarming 84SCHAKELAARSAchterruitverwarming 84SCHAKELAARSAchterruitverwarming 84SCHAKELAARSAchterruitverwarming 84SCHAKELAARSAchterruitverwarming 84SCHAKELAARSAchterruitverwarming 84SCHAKELAARSAchterruitverwarming 84
84-32
Maak de plaats rond de breuk goed schoon met alcohol of een ruitreinigingsmiddel tot het geheel stof- en vetvrij is.. Wrijf na met een schone doek.
Om een dunne, rechte lijn te verkrijgen plakt u aan beide zijden van de te repareren draad een strook tape, waarbij de geleider vrij blijft.
Schud het vernis voor het gebruik.
Met een penseeltje, brengt u een voldoende dikke laag aan tussen de twee stroken tape. Laat het vernis drogen en breng een tweede laag aan, daarna indien nodig een laatste laag als de tweede droog is.
Laat het vernis ongeveer een uur drogen voordat u het plakband verwijdert.
Verwijder het plakband door dit loodrecht op de draad in de richting van de pijl los te trekken.
Uitlopers kunt u met een scherp mes of scheermes verwijderen, maar niet voordat het vernis geheel is uitgehard.
OPMERKING: bij kamertemperatuur duurt het uitharden ongeveer drie uur.
SCHAKELAARSVoorruitverwarming 84SCHAKELAARSVoorruitverwarming 84SCHAKELAARSVoorruitverwarming 84SCHAKELAARSVoorruitverwarming 84SCHAKELAARSVoorruitverwarming 84SCHAKELAARSVoorruitverwarming 84SCHAKELAARSVoorruitverwarming 84SCHAKELAARSVoorruitverwarming 84SCHAKELAARSVoorruitverwarming 84
84-33
Voorruitverwarming
BESCHRIJVING VAN HET SYSTEEM
Dit systeem verwarmt de voorruit via een aan de binnenkant van de ruit aangebrachte bedrading.
De achterruitverwarming wordt in- en uitgeschakeld via het bedieningspaneel.
Dit ontdooiingssysteem werkt alleen bij draaiende motor en heeft een tijdbegrenzer.
SCHAKELAARSBuitentemperatuursensor 84SCHAKELAARSBuitentemperatuursensor 84SCHAKELAARSBuitentemperatuursensor 84SCHAKELAARSBuitentemperatuursensor 84SCHAKELAARSBuitentemperatuursensor 84SCHAKELAARSBuitentemperatuursensor 84SCHAKELAARSBuitentemperatuursensor 84SCHAKELAARSBuitentemperatuursensor 84SCHAKELAARSBuitentemperatuursensor 84
84-34
Buitentemperatuursensor
De buitentemperatuursensor bevindt zich in de buitenspiegel aan bestuurderszijde.
UITBOUWEN
Maak het spiegelglas los.
Verwijder de bevestigingsbout van de kap (1).
Wip de temperatuursensor (2) los en knip de draden door.
INBOUWEN
Sluit de twee draden van de temperatuursensor aan met behulp van hulsjes en krimpkousjes.
N.B.: de weerstand van de buitentemperatuursensor is ongeveer 2500 ohm bij 20˚C.
19256
WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85185WISSENRuitenwisser voor
AUTOMATISME RUITENWISSER VOOR
Bijzonderheden van de werking
Bij normaal gebruik,werkt de ruitenwisser voor met interval, langzaam of snel. Dit verandert afhankelijk van rijsnelheid (behalve met regensensor) en via de ring op de ruitenwisserschakelaar.
Tijdens het rijden, wanneer een wissnelheid is geselecteerd, gaat de wisser een snelheid terug als de auto stopt: van continu snel naar continu langzaam, van continu langzaam naar wissen met interval.
Zodra de auto weer rijdt, gaat het wissen weer verder met de ingestelde wissnelheid.
OPMERKING: als de auto een regensensor heeft, is de wissnelheid niet afhankelijk van de rijsnelheid.
N.B.: een verandering van de stand van de ruitenwisserschakelaar heeft altijd voorrang en schakelt de regeling door het
huis met hulporganen interieur uit. het automatisme ia niet actief als het langzame of snelle wissen is ingeschakeld bij stilstaande auto.
BIJZONDERHEDEN: als de kracht naar de ruitenwisserarmen te groot is (bijvoorbeeld: bij snel rijden, ...), schakelt het huis met
hulporganen interieur automatisch over naar de lagere wissnelheid. Als het ruitenwissermechanisme is geblokkeerd (bijvoorbeeld: vastgevroren, ...), schakelt het huis met
hulporganen interieur automatisch de voeding van de motor uit.
N.B.: voor de bijzonderheden over de ruitenwisserschakelaar, raadpleegt u hoofdstuk 84.
85-1
WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85
85-2
REGENSENSOR
Als de auto een regensensor heeft, regelt het huis met hulporganen interieur niet langer de intervalfunctie. In dit geval zijn het interval en de wissnelheid niet langer gekoppeld aan de rijsnelheid.
Elektrisch schema
Verklaring bij de nummers op de tekeningen
123456789
10
Voeding snelVoeding langzaamVoeding automatisch wissenRelais aan/uit wissenRelais langzaam/snelRustcontactRegensensorHuis met hulporganen interieur (UCH)RuitenwisserschakelaarRuitenwissermotor voor
WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85
85-3
REGENSENSOR
Aansluiting
BELANGRIJK: voordat u de regensensor monteert, moet u de oppervlakken van de sensor en van de voorruit ontvetten. Let op dat er geen luchtbelletjes tussen de sensor en de voorruit zitten.
Aansl Omschrijving
1
2
34
56
Verbinding huis met hulporganen interieur (signaal aan/uit) Verbinding huis met hulporganen interieur (Relais langzaam)+Accessoires Verbinding huis met hulporganen interieur (Relais snel)MassaVerbinding huis met hulporganen interieur (rustcontact)
WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85
85-4
LET OP: Het ruitenwissers verschillen bij rechts stuur en links stuur.
LINKS STUUR
UITBOUWEN
Zorg dat de ruitenwissermotor in de ruststand staat.Maak de massakabel van de accu los.
Bouw uit: de ruitenwisserarmen (1) rechts en links, de afdichting van de schutbordkast (2), de afdekplaat van de schutbordkast links (3),
de bevestigingsbouten van het ruitenwissermechanisme,
de stekker van de motor.
Maak het geheel mechanisme/ruitenwissermotor vrij.Verwijder de bevestigingsbouten van de motor.
INBOUWEN
Sluit de motor en de accu weer aan en zet het contact aan nadat u de motor hebt ingebouwd zodat deze naar de ruststand gaat. (Aantrekkoppel: 0,8 daNm)
Maak de spiebanen van de asjes (5) van de ruitenwisserarmen schoon.
Plaats de ruitenwisserarmen op de merktekens (4).
Monteer nieuwe moeren en zet deze vast met een aantrekkoppel van 2 daN.m.
ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP
Elé. 1552 Uitbouwgereedschap ruitewiserarm
18536
18536-1
WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85
85-5
RECHTS STUUR
UITBOUWEN
Zorg dat de ruitenwissermotor in de ruststand staat.Maak de massakabel van de accu los.
Bouw uit: de afdichting van de schutbordkast (1), de afdekplaat van de schutbordkast links (), de verbindingsstang motor/mechanisme (2), de bevestigingsbouten van de ruitenwissermotor, de stekker van de motor.
Maak de ruitenwissermotor vrij.
Het ruitenwissermechanisme zit niet aan de motor vast. Het kan op de auto achterblijven.
Voor het uitbouwen van het ruitenwissermechanisme, verwijdert u: de ruitenwisserarmen rechts en links, de bevestigingsbouten van het mechanisme.
INBOUWEN
Sluit de motor en de accu weer aan en zet het contact aan nadat u de motor hebt ingebouwd zodat deze naar de ruststand gaat. (Aantrekkoppel: 0,8 daNm).
Maak de spiebanen van de asjes (5) van de ruitenwisserarmen schoon.
Plaats de ruitenwisserarmen op de merktekens (4).
Monteer nieuwe moeren en zet deze vast met een aantrekkoppel van 2 daN.m.
ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP
Elé. 1552 Uitbouwgereedschap ruitewiserarm
18533
WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85WISSENRuitenwisser voor 85
85-6
AANSLUITINGEN OP DE STEKKER
De aansluiting van de motor is gelijk bij rechts stuur en links stuur.
18535
Aansl Omschrijving
12345
MassaRustcontactNiet in gebruikVoeding langzaamVoeding snel
WISSENRuitenwisser achter 85WISSENRuitenwisser achter 85WISSENRuitenwisser achter 85WISSENRuitenwisser achter 85WISSENRuitenwisser achter 85WISSENRuitenwisser achter 85WISSENRuitenwisser achter 85WISSENRuitenwisser achter 85WISSENRuitenwisser achter 85Ruitenwisser achter
WERKING
Bij normaal gebruik, werkt de ruitenwisser achter met (een vast) interval.
Als de voorruitwisser is ingeschakeld, wordt de wisser achter geactiveerd als de achteruit wordt ingeschakeld.
AANSLUITINGEN OP DE STEKKER
18553
Aansl Omschrijving
123
Voeding van de motorRustcontactMassa
85-7
WISSENRuitenwisser achter 85WISSENRuitenwisser achter 85WISSENRuitenwisser achter 85WISSENRuitenwisser achter 85WISSENRuitenwisser achter 85WISSENRuitenwisser achter 85WISSENRuitenwisser achter 85WISSENRuitenwisser achter 85WISSENRuitenwisser achter 85
85-8
HATCHBACK EN BREAK MET VASTE ACHTERRUIT
UITBOUWEN VAN DE MOTOR
Zorg dat de ruitenwissermotor in de ruststand staat.Maak de massakabel van de accu los en zet de achterklep open.
Bouw uit: de bekleding van de bagageruimte (raadpleeg het
hoofdstuk carrosserie ), de ruitewisserarm, de bevestigingsbouten van de motor en maak zijn
stekker los.
INBOUWEN
Sluit de motor en de accu weer aan nadat u de motor hebt ingebouwd zodat deze naar de ruststand gaat.
Maak de spiebanen van de as van de ruitenwisserarm schoon.
Monteer nieuwe moeren en zet deze vast met een aantrekkoppel van 1,2 daN.m.
ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP
Elé. 1552 Uitbouwgereedschap ruitewiserarm
18553
WISSENRuitenwisser achter 85WISSENRuitenwisser achter 85WISSENRuitenwisser achter 85WISSENRuitenwisser achter 85WISSENRuitenwisser achter 85WISSENRuitenwisser achter 85WISSENRuitenwisser achter 85WISSENRuitenwisser achter 85WISSENRuitenwisser achter 85
85-9
BREAK MET UITZETBARE ACHTERRUIT
UITBOUWEN VAN DE MOTOR
Zorg dat de ruitenwissermotor in de ruststand staat.Maak de massakabel van de accu los.
Bouw uit: de bekleding van de bagageruimte (raadpleeg het
hoofdstuk carrosserie), de ruitewisserarm, de bevestigingsbouten van de motor en maak zijn
stekker los.
Maak de ruitenwissermotor vrij.
Het ruitenwissermechanisme is gemonteerd op de uitzetbare achterruit. Het kan op de auto achterblijven.
INBOUWEN
Sluit de motor en de accu weer aan nadat u de motor hebt ingebouwd zodat deze naar de ruststand gaat.
UITBOUWEN VAN HET MECHANISME
Het ruitenwissermechanisme is gemonteerd op de uitzetbare achterruit. Voor het uitbouwen gelden geen bijzonderheden.
INBOUWEN
Maak de spiebanen van de as van de ruitenwisserarm schoon.
Monteer een nieuwe moer en zet deze vast met een aantrekkoppel van 1,2 daN.m.
OPMERKING: na vervanging van de uitzetbare achterruit, moet u het mechanisme afstellen:– als het mechanisme te laag is geplaatst, is de
wishoek kleiner.– als het mechanisme te hoog is geplaatst, is de
wishoek groter.
WISSENRuitenwissermechanisme van de uitzetbare achterruit 85WISSENRuitenwissermechanisme van de uitzetbare achterruit 85WISSENRuitenwissermechanisme van de uitzetbare achterruit 85WISSENRuitenwissermechanisme van de uitzetbare achterruit 85WISSENRuitenwissermechanisme van de uitzetbare achterruit 85WISSENRuitenwissermechanisme van de uitzetbare achterruit 85WISSENRuitenwissermechanisme van de uitzetbare achterruit 85WISSENRuitenwissermechanisme van de uitzetbare achterruit 85WISSENRuitenwissermechanisme van de uitzetbare achterruit 85Ruitenwissermechanisme van de uitzetbare achterruit
MONTAGEMETHODE VAN HET RUITENWISSERMECHANISME OP DE UITZETBARE ACHTERRUIT
MONTAGEPRINCIPE
Na montage van:– de uitzetbare achterruit en het daarna afstellen van
de spelingen (zie MR 340 hoofdstuk 54 F),– het slot van de achterruit (zonder het vast te zetten)– de plaat van de motor (C),
– plaats de drie richtnokken (D) van de mal op de plaat van de motor bij (E) (foto hiernaast).
85301-2
(A) verplaatsbaar ruitenwissermechanisme (B) montagemal (gereedschap Elé. 1580) (C) plaat van de motor
85-10
WISSENRuitenwissermechanisme van de uitzetbare achterruit 85WISSENRuitenwissermechanisme van de uitzetbare achterruit 85WISSENRuitenwissermechanisme van de uitzetbare achterruit 85WISSENRuitenwissermechanisme van de uitzetbare achterruit 85WISSENRuitenwissermechanisme van de uitzetbare achterruit 85WISSENRuitenwissermechanisme van de uitzetbare achterruit 85WISSENRuitenwissermechanisme van de uitzetbare achterruit 85WISSENRuitenwissermechanisme van de uitzetbare achterruit 85WISSENRuitenwissermechanisme van de uitzetbare achterruit 85
– klik de mal op zijn plaats en zet hem op de plaat van de motor (C).
– maak de bevestigingen (F) van de slotplaat los,– klik het wismechanisme op zijn plaats op de mal en
plaats de slotplaat in het slot,
– monteer de rubber ring op de achterruit, en sluit de ruit voorzichtig,
– monteer het gemerkte blok, daarna de bevestigingsmoer, draai de moer lichtjes vast,
– zet moer (G) vast met een aantrekkoppel van 4 N.m,– zet de bevestigingsbouten van de slotplaat en die
van het slot vast.
85-11
WISSENRuitenwissermechanisme van de uitzetbare achterruit 85WISSENRuitenwissermechanisme van de uitzetbare achterruit 85WISSENRuitenwissermechanisme van de uitzetbare achterruit 85WISSENRuitenwissermechanisme van de uitzetbare achterruit 85WISSENRuitenwissermechanisme van de uitzetbare achterruit 85WISSENRuitenwissermechanisme van de uitzetbare achterruit 85WISSENRuitenwissermechanisme van de uitzetbare achterruit 85WISSENRuitenwissermechanisme van de uitzetbare achterruit 85WISSENRuitenwissermechanisme van de uitzetbare achterruit 85
– zet moer (H) vast met een aantrekkoppel van 8 N.m.
LET OP : het is belangrijk om de motor van de ruitenwisser, zonder de wisserarm te proberen voordat deze weer gemonteerd wordt.
– plaats het ruitenwisserblad 5 mm onder de verwarmingsdraden,
– zet de wisserarm vast met een aantrekkoppel van 12 N.m.
85-12
WISSENRuitensproeier 85WISSENRuitensproeier 85WISSENRuitensproeier 85WISSENRuitensproeier 85WISSENRuitensproeier 85WISSENRuitensproeier 85WISSENRuitensproeier 85WISSENRuitensproeier 85WISSENRuitensproeier 85
85-13
Ruitensproeier
WERKING
Het pompje bedient vanuit één reservoir de sproeiers van de voorruit of van de achterruit, afhankelijk van de polariteit van de twee aansluitingen van de stekker.
De ruitensproeiers voor en achter worden rechtstreeks aangestuurd door de ruitenwisserschakelaar.
Er zijn twee mogelijkheden:
de slang op uitgang (A) krijgt voeding, de voorruitsproeier werkt.
de slang op uitgang (B) krijgt voeding, de achterruitsproeier werkt.
UITBOUWEN - INBOUWEN VAN DE POMP
Om bij de ruitesproeierpomp te kunnen komen, moet u de schildbumper voor verwijderen. (Raadpleeg het hoofdstuk carrosserie)
Bij het uitbouwen van de pomp, moet u de twee slangen markeren voordat u ze losmaakt.
N.B.: sommige uitvoeringen (koude landen) hebben elektrisch verwarmde sproeiers.
Aansl Omschrijving
12
VoedingMassa
Aansl Omschrijving
12
MassaVoeding
WISSENKoplampsproeiers 85WISSENKoplampsproeiers 85WISSENKoplampsproeiers 85WISSENKoplampsproeiers 85WISSENKoplampsproeiers 85WISSENKoplampsproeiers 85WISSENKoplampsproeiers 85WISSENKoplampsproeiers 85WISSENKoplampsproeiers 85
85-14
Koplampsproeiers
Bijzonderheid
de koplampsproeierpomp wordt aangestuurd door het huis met hulporganen interieur als de ruitensproeiers worden ingeschakeld terwijl de groot- of de dimlichten branden (1).
De koplampsproeierpomp is naast de ruitensproeierpomp (2) gemonteerd.
Om bij de pompen te kunnen komen, moet u de schildbumper voor verwijderen.
AANSLUITINGEN OP DE STEKKER
N.B.: alleen auto's met koplampsproeiers hebben een ruitensproeierpeilzender (3).
UITBOUWEN - INBOUWEN VAN DE SPROEIERS
De sproeiers bestaan uit twee delen: een zichtbaar deel, een deel achter de schildbumper voor.
Bij het uitbouwen van het zichtbare deel, moet u de aanvoerleiding tegenhouden met een schroevendraaier.
Voor het uitbouwen van het onderste deel, moet u de schildbumper voor verwijderen.
18938
Aansl Omschrijving
AB
VoedingMassa
RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86186RADIOAutoradio
1 aan uit2 toetsen < en > voor het veranderen van de
configuratie3 toetsen + en - voor het veranderen van de
afstellingen4 toets "source"
De autoradio kent twee uitvoeringen: radio + cassette met mogelijkheid een CD-wisselaar
te bedienen radio + CD-speler met mogelijkheid een CD-
wisselaar te bedienen
Functies van de autoradio: radio beluisteren (vier geografische zones zijn te
programmeren voor de FM) weergave van de naam van het station bij RDS automatisch overschakelen op de sterkste zender
(functie AF) de verkeersinformatie ontvangen (functie TA) nieuwsuitzendingen en noodmeldingen ontvangen
(PTY NEWS)
Functie radio
LET OP: vier geografische zones zijn te programmeren voor de FM.
De Tuner gebruikt drie selectiemanieren die zichtbaar zijn op het scherm en toegankelijk zijn via het front van de autoradio:– handmatig (MANU)– voorkeuzes (PRESET)– alfabetisch (LIST)
Functie cassette
Het afspelen van de cassette verloopt geheel automatisch als deze geluidsbron "source" via de satelliet of het front is geselecteerd.
N.B.: alleen de functies Dolby, snel vooruit en terugspoelen met opzoeken van stiltes zijn via speciale toetsen te bedienen.
OPMERKING: de functie Mute via de spraakmaker of de telefoon, stopt het afspelen van de cassette.
Functie CD-speler
De Cd-speler kan audio CD's en eventuele audiotracks van CDROM's afspelen.
Het afspelen kan in volgorde of in willekeurige volgorde.
OPMERKING: wanneer naar een CD-wisselaar wordt geluisterd, kan het in willekeurige volgorde afspelen alleen voor de tracks van één CD.
Thermische beveiliging
Als de temperatuur van de autoradio te hoog is geworden, wordt het volume automatisch zwakker (zonder wijziging van het volume op het display).
18627
86-1
RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86
86-2
Beveiliging via code
De autoradio is beveiligd via een viercijferige code. De code moet worden ingevoerd via de satelliet na ieder losmaken en weer aansluiten van de accukabels.
Bij een verkeerde code, blokkeert het toestel (een minuut na de eerste foute invoer, twee minuten na de tweede, vier minuten na de derde...).
Nadat de code voor het eerst is ingevoerd, moeten bepaalde configuraties worden geprogrammeerd (zie hoofdstuk "configuratie"). Deze configuraties blijven behouden bij het losmaken van de accukabels.
N.B.: de fabrieksstand kan opnieuw worden ingesteld door gelijktijdig indrukken van de toetsen 2 en 5 zonder het toestel uit te zetten. Wacht daarna twee minuten.
Configuratie
OPMERKING: voor het selecteren van het gebruiksgebied van de Tuner, drukt u gelijktijdig op de toetsen 2 en 5 zonder het toestel uit te zetten. Wacht daarna ongeveer twee minuten. Voer de viercijferige code in en daarna: selecteert u de zone:
America (Amerika) Japan Asia (Azië) Arabia (Arabië) Others (Europa, Afrika, andere...)
selecteer de te volumekromme afhankelijk van het model 0: regeling uitgeschakeld 1: niet in gebruik 2: Clio 3: Mégane 4: Laguna 5: Safrane
configuratie van het aantal luidsprekers: "REAR ON/OFF"
Om de configuratiefunctie in te schakelen ("Expert"), drukt u lang (vier secondes) op de toets "source" tot u een geluidssignaal hoort. Hiermee kunt u de volgende functies afstellen: activeren van de functie AF (automatisch station
vasthouden) aanpassen van het volume aan de rijsnelheid (5 voor
een maximale aanpassing, 0 om de aanpassing uitte schakelen)
activeren van de functie Loudness activeren van de functie Tuner assisté configuratie van het aantal luidsprekers (2 of 4) selectie van de handmatige of de dynamische lijst
N.B.: een druk op de toets "source" tijdens het configureren annuleert de wijzigingen.18627
RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86
86-3
Regeling van het volume
Het geluidsvolume kan worden geconfigureerd als afhankelijk van de rijsnelheid. Om de functie te activeren:
selecteer de gewenste de volume-aanpassingskromme via de "expert"-functie (lang drukken op de toets "source" tot een geluidssignaal klinkt): 5 voor een maximale aanpassing, 0 om de aanpassing uit te schakelen.
N.B.: om deze functie te kunnen laten werken, moet de autoradio aangesloten zijn op de juiste kabelbundel.
Zelfdiagnoseprogramma
Via het zelfdiagnoseprogramma kunnen bepaalde hoofdfuncties worden gecontroleerd:
test van de luidsprekersna gelijktijdig drukken op de toetsen 2 en 4, worden de luidspreker een voor een aangestuurd. Met het display kan de overeenkomstigheid worden gecontroleerd.
test van het ontvangstniveau (na weergave van de frequentie)
na gelijktijdig drukken op de toetsen 1 en 6, toont het display de ontvangstcriteria van de radio:
– 9 of letter: goede ontvangst– bij 3: slecht signaal– bij 2: geen stereo meer
test van de toetsenDeze functie wordt actief na gelijktijdig indrukken van de toetsen 3 en aan/uit. Iedere druk op een toets moet zichtbaar zijn op het display. Deze functie wordt automatisch afgesloten als alle toetsen ingedrukt zijn geweest.
RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86
86-4
Aansluitingen op de stekkers
Zwarte stekker (A)
Gele stekker (B)
Bruine stekker (C)
OPMERKING: de luidsprekers zijn parallel aangesloten op elke uitgang.
Aansl Omschrijving
1
2
3
4
5
6
7
8
Informatie snelheid
Niet gebruikt
Signaal spraakmaker (mute)
Voeding + voor contact
Voeding antenneversterker
Voeding verlichting
Voeding + accessoires
Massa
Aansl Omschrijving
1
2
3
4
5
6
Verbinding display (aansl. 13)
Verbinding display (aansl. 14)
Verbinding display (aansl. 15)
Niet gebruikt
Massa afscherming (aansl. 12)
Verbinding display (aansl. 11)
Aansl Omschrijving
1
2
3
4
5
6
7
8
+ Luidspreker rechts achter
- Luidspreker rechts achter
+ Luidspreker rechts achter
- Luidspreker rechts achter
+ Luidspreker links voor
- Luidspreker links voor
+ Luidspreker links voor
- Luidspreker links voor
18458
RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86RADIOAutoradio 86
86-5
AANSLUITINGEN
De bediening (A) van de autoradio bij het stuurwiel is verbonden met het display in het dashboard.
N.B.: als de auto het CARMINAT navigatiesysteem heeft, is de bediening van de autoradio bij het stuurwiel verbonden met de centrale communicatie eenheid (raadpleeg hoofdstuk 83).
Aansl Omschrijving
A1
A2
A3
B1
B2
B3
Verbinding display (aansl. 14)
Verbinding display (aansl. 13)
Verbinding display (aansl. 10)
Verbinding display (aansl. 9)
Verbinding display (aansl. 11)
Verbinding display (aansl. 12)
18537
RADIOAntenne 86RADIOAntenne 86RADIOAntenne 86RADIOAntenne 86RADIOAntenne 86RADIOAntenne 86RADIOAntenne 86RADIOAntenne 86RADIOAntenne 86
86-6
Antenne
INGEGOTEN ANTENNE
De ingegoten antenne bevindt zich: bij de hatchback: aan de bovenkant van de
achterruit, bij de break: op de zijruit rechts achter.
Voor dit systeem is een via de 'autoradio gevoede antenneversterker nodig die is geplaatst: voor de hatchback: onder de bekleding van de
achterklep,
voor de break: onder de bekleding rechts achter.
18551
[GRAPHIC N°]
ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87
87-1
187ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH)
BESCHRIJVING VAN HET SYSTEEM
Het huis met hulporganen interieur bevindt zich in het dashboard aan bestuurderszijde.
Deze rekeneenheid bevat een groot deel van de rekeneenheid waaronder de decoder van de startvergrendeling.
Afhankelijk van het uitrustingsniveau kunnen twee modellen van het huis met hulporganen interieur zijn gemonteerd: een zogenaamde "eenvoudige" uitvoering, een zogenaamde "luxe" uitvoering.
OPMERKINGEN: Het magazijn levert alleen het huis met hulporganen
interieur van de "luxe" uitvoering. Dit kan gemonteerd worden in plaats van de "eenvoudige" uitvoering.
ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87
87-2
Mogelijkheden van het huis met hulporganen interieurEenvoudige uitvoering
Luxe uitvoering
Raadpleeg hoofdstuk
Regeling van de knipperlichten X X -
Regeling van de rijverlichting (Running lights) - X 80
Regeling van de markeringslichten X X -
Defecte gloeilampen (markerings- en remlichten) voor de spraakmaker
- X 83
Aansturen van de ruitenwissers voor en achter X X 85
Aansturen van de koplampsproeiers - X 85
Regeling van de portieren X X 87
Regeling van de portieren (alleen bestuurdersportier) - X 87
Vergrendeling tijdens het rijden/ontgrendelen bij botsing X X 87
Regeling van de portieren (extra portiervergrendeling) - X 87
Regeling van de portieren (kinderveiligheid) - X 87
Waarschuwing portier open/Controlelampje portiervergrendeling X X -
Regeling achterklepslot X X -
Regeling tijdschakeling binnenverlichting X X 81
Verbinding claxon voor portiervergrendeling - X 87
Regeling van de FM-afstandsbediening X X 87
Regeling van de afstandsbediening met handsfree systeem - X 87
Regeling van de transponder (startvergrendeling) X X 82
Aansturing relais accessoires/+ na contact startmotor X X -
Zoemer in interieur X X 83
Snelheidsverklikker (Arabië) X X 83
Toerenbegrenzer motor X X -
Buitentemperatuur X X -
Multiplexverbindingen met stoelen en buitenspiegels - X 87
Verbinding alarm (accessoire) X X 82
Variabele stuurbekrachtiging - X 87
Interface multiplexnetwerk X X 88
Interface met het diagnoseapparaat X X 88
ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87
87-3
UITBOUWEN
N.B.: door het vergrendelen van de rekeneenheid van de airbag worden de uitgangen naar de ontstekers uitgeschakeld en de stuurkolom ontgrendeld.
OPMERKING: Aan het huis met hulporganen interieur zijn geen
reparaties toegestaan, bij een defect moet het worden vervangen.
Voor het verwijderen moet u de configuratie van het huis met hulporganen interieur noteren. De verschillende configuraties moeten worden uitgevoerd met het diagnoseapparaat.
Het huis met hulporganen interieur is vastgeklemd op de zekering- en relaisplaat interieur. Het uitbouwen van het ene onderdeel betekent dat het andere ook moet worden uitgebouwd.
Maak de massakabel van de accu los.
Bouw uit:– de zijkant van het dashboard aan bestuurderszijde,– de twee bevestigingsschroeven aan de zijkant van
het dashboard,– de afdekplaat onder het dashboard,– de bevestigingsschroeven (1) van het huis met
hulporganen interieur,– de beschermkap-accessoires/luidspreker van de
spraakmaker (2).
Knip het plastic klembandje van de bedrading (3) door.
Maak de stekkers los van het huis met hulporganen interieur en van de zekering- en relaisplaat interieur.
Bouw het huis met hulporganen interieur uit met de zekering- en relaisplaat interieur.
Scheid het huis met hulporganen interieur van de zekering/relaisplaat door op de grendels (4) te drukken.
18545
18321
18322
ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87
INBOUWEN
Let op de aansluiting van de stekkers en zet de kabelbundel met een grote klemband (3) vast.
Voer het inlezen van de code van de auto en van de RENAULT-kaarten uit, en configureer het huis met hulporganen interieur afhankelijk van de opties.
18321
87-4
ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87Huis met hulporganen interieur (UCH)
SE2046
87-5
ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87
87-6
Bestemming (afhankelijk van het uitrustingsniveau)
P100 (40-polige stekker)
BRUIN
Aansl Omschrijving
123456789
1011121314151617181920
Signaal + RENAULT-kaart op aanslagStuursignaal tijdrelais knipperautomaatStuursignaal lampje draaiende motorStuursignaal vergrendelen ruitbediening achterStuursignaal snel wissen voorLezer RENAULT-kaartSignaal + neutraal handgeschakelde versnellingsbakStuursignaal + achteruitrijlichtenStuursignaal + tijdrelais sluiten portiervergrendelingStuursignaal langzaam interval ruitenwisser voorStuursignaal lampje startinvitatieNiet in gebruikDiagnosesignaal KSignaal buitentemperatuur uitgang displayStuursignaal langzaam wissen voorStuursignaal bagageverlichtingStuursignaal + tijdrelais openen portiervergrendeling portierverlichtingSignaal radiosignaal bandenspanningHuis met hulporganen interieur (UCH)Signaal + schakelaar motor aan/uit
GROEN
Aansl Omschrijving
2122232425262728293031323334353637383940
Spanning portiervergrendelingSignaal ruitbediening open dak afknijpbeveiligingNiet in gebruikStuursignaal + interval wisser achterStuursignaal + ruitensproeierpomp achterSignaal + koppelingStuursignaal relais ventilateurmotor interieurSignaal infrarood lichtsensor handgreep bestuurderSignaal infrarood lichtsensor handgreep rechts achterSignaal airconditioning via multiplexnetwerkStuursignaal - verlichting interieurSignaal + regensensor aan/uit ruitenwisser voorSignaal infrarood lichtsensor handgreep passagierStuursignaal rustcontact ruitenwisser voorStuursignaal + ruitensproeierpomp voorStuursignaal inschakelen tijdrelais knipperlicht rechtsStuursignaal inschakelen tijdrelais knipperlicht linksSignaal - schakelaar rustcontact wisser achterSignaal + regensensor snel wissen ruitenwisser voorAirconditioning via multiplexnetwerk
ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87
87-7
Bestemming (afhankelijk van het uitrustingsniveau)
P101(40-polige stekker)
BRUIN
Aansl Omschrijving
123456789
1011121314151617181920
Multiplexverbinding (L)Stuursignaal motor variabele stuurbekrachtigingStuursignaal motor variabele stuurbekrachtigingSignaal - extra portiervergrendeling portier rechts achter+ infrarood lichtsensor portierhandgrepenNiet in gebruikSignaal - sluitcontact rechts achterVoeding vrijgave openen motor achterklepStuursignaal elektrische stuurkolomgrendelNiet in gebruikMultiplexverbinding (H)Signaal + kaart aanwezigStuursignaal motor variabele stuurbekrachtigingStuursignaal - startvergrendelingSignaal - sluitcontact links achterSignaal - sluitcontact bestuurdersportierStuursignaal zijknipperlicht rechtsStuursignaal motor variabele stuurbekrachtigingStuursignaal zijknipperlicht linksSignaal - sluitcontact passagiersportier
GROEN
Aansl Omschrijving
212223242526272829303132
3334353637383940
Signaal - extra portiervergrendeling links achterStuursignaal + claxonSignaal infrarood lichtsensor handgreep links achterStuursignaal kinderveiligheidNiet in gebruikNiet in gebruikNiet in gebruikNiet in gebruikStuursignaal relais markeringslicht voor rijverlichtingStuursignaal relais dimlicht voor rijverlichtingNiet in gebruikStuursignaal serielijn stoelgeheugen en rekeneenheid passagiersportier multiplexNiet in gebruikNiet in gebruikNiet in gebruikStuursignaal memory systeemNiet in gebruikNiet in gebruikNiet in gebruikStuursignaal - spoel koplampsproeiers
ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENHuis met hulporganen interieur (UCH) 87
87-8
Bestemming (afhankelijk van het uitrustingsniveau)
U1 (24-polige stekker)
Aansl Omschrijving
123456789
101112131415161718192021222324
Uitgang portiervergrendelingUitgang portiervergrendelingIngang shunt markeringslicht links voorReserveIngang shunt markeringslicht rechts voorIngang shunt kentekenverlichtingIngang storing zekering markeringslicht rechtsIngang storing zekering markeringslicht linksReserveIngang dimlichtenIngang shunt markeringslicht rechts achterReserveReserveIngang voeding zekering/relaisplaat elektronicaReserveIngang storing remlichtenIngang shunt markeringslicht links achterReserveIngang shunt remlicht linksIngang portiervergrendelingIngang shunt remlicht rechtsIngang remlichtschakelaarUitgang portiervergrendelingUitgang portiervergrendeling
U2 (24-polige stekker)
Aansl Omschrijving
123
456789
101112131415161718192021222324
Uitgang relais wisser achterIngang + na contact via relais (elektronische sleutel)Ingang + na contact via ruststand relais (elektronische sleutel)Uitgang + na contact via relais (elektronische sleutel)Ingang voeding portiervergrendelingReserveReserveUitgang relais portiervergrendeling openenUitgang relais + accessoires 2Uitgang relais portiervergrendeling sluitenUitgang relais + accessoires 1Ingang knipperlichtIngang knipperlichtReserveUitgang stuursignaal knipperlicht linksIngang diagnose knipperlichtUitgang stuursignaal knipperlicht rechtsUitgang relais ruitenwisser voor langzaam en snelIngang voeding knipperlichtIngang relais ruitenwisser voor aan/uitUitgang relais startvrijgaveIngang markeringslichtUitgang relais voeding via tijdrelaisIngang voeding huis met hulporganen interieur
ELEKTRISCHE HULPORGANENInlezen/Toewijzen van de RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENInlezen/Toewijzen van de RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENInlezen/Toewijzen van de RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENInlezen/Toewijzen van de RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENInlezen/Toewijzen van de RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENInlezen/Toewijzen van de RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENInlezen/Toewijzen van de RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENInlezen/Toewijzen van de RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENInlezen/Toewijzen van de RENAULT-kaart 87
87-9
Inlezen/Toewijzen van de RENAULT-kaart
VERVANGEN EN CONFIGUREREN VAN HET HUIS MET DE HULPORGANEN
Een nieuw huis met hulporganen interieur is niet gecodeerd. Na montage in de auto, moet daarom een code worden ingelezen voordat het huis goed kan werken.
Hiervoor moet u over ten minste één van de oude RENAULT-kaarten van de auto beschikken, en over de reparatiecode en moet de rekeneenheid van het inspuitsysteem correct zijn gecodeerd.
BELANGRIJK: alleen de RENAULT-kaarten die bij deze procedure worden aangeboden zullen werken op voorwaarde: dat zij al voor deze auto waren gecodeerd, dat zij nieuw zijn (ongecodeerd).
INLEESPROCEDURE VOOR HET HUIS MET HULPORGANEN INTERIEUR
Start de communicatie met het systeem "Startvergrendeling".
In het menu "Commando", "Specifiek commando", valideert u regel "SCO27: inlezen huis met hulporganen interieur".
Het gereedschap toont "Wilt u de reparatiecode invoeren".Terwijl de RENAULT-kaart niet in de lezer zit, voert u de geheime reparatiecode in (12 hexadecimale tekens) en valideert u de code.
Het gereedschap toont "Plaats een reeds op de auto ingelezen kaart in de lezer", de inleesprocedure is bezig.
Het gereedschap toont "Huis met hulporganen interieur ingelezen", het huis met hulporganen interieur is gecodeerd. Nu moet de inleesprocedure van de RENAULT-kaart worden gestart om de andere kaarten (maximum vier) toe te wijzen. Voordat dit bericht verschijnt kan een aantal secondes verlopen..
LET OP: tussen iedere handeling mag maximaal 5 minuten verlopen, anders wordt de procedure geannuleerd, het gereedschap toont dan het bericht "procedure onderbroken: let op, alleen de kaarten die voor het starten van de procedure al aan de auto waren toegewezen kunnen worden gebruikt. De kaarten die aangeboden werden voor het afbreken van de procedure zijn niet langer leeg en kunnen alleen nog maar aan deze auto worden toegewezen". Dit bericht verschijnt ook als de communicatie met huis met hulporganen interieur wegvalt of bij een onderbreking van de accu.
BIJZONDERHEDEN
Als op het scherm staat: "haal de kaart uit de lezer", zit er al een kaart in
de lezer, "Controleer de reparatiecode en controleer of
de kaart wel die van de auto is": is de code niet correct gelezen of is het huis met hulporganen interieur al gecodeerd op een andere auto. Controleer de code en probeer het invoeren te herhalen.
"Wilt u de kaarten controleren voordat u ze aan de auto toewijst": is het huis met hulporganen interieur al op deze auto gecodeerd, dan stelt het huis met hulporganen interieur voor naar het toewijzingsprogramma van de RENAULT-kaart te gaan.
"Kaart niet bruikbaar op deze auto" komt de code van de kaart niet overeen met de aanwezige auto.
"De aangeboden kaart is leeg. Wilt u een kaart aanbieden die al op de auto is ingelezen": bied een reeds gecodeerde kaart aan.
"Inlezen huis met hulporganen interieur mislukt". Probeer de complete procedure te herhalen.
LET OP: als een huis met hulporganen interieur de code van de RENAULT-kaarten heeft ingelezen, is het onmogelijk deze te wissen of door een andere code te vervangen.
LET OP: zodra een code is ingelezen in het huis met hulporganen interieur, kan dit alleen nog maar in deze auto worden gebruikt: de code kan niet worden gewist en een tweede code kan ook niet worden ingelezen.
ELEKTRISCHE HULPORGANENInlezen/Toewijzen van de RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENInlezen/Toewijzen van de RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENInlezen/Toewijzen van de RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENInlezen/Toewijzen van de RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENInlezen/Toewijzen van de RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENInlezen/Toewijzen van de RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENInlezen/Toewijzen van de RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENInlezen/Toewijzen van de RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENInlezen/Toewijzen van de RENAULT-kaart 87
TOEWIJZINGSPROCEDURE VAN DE RENAULT-KAARTEN
N.B.: of een kaart leeg is kan worden gecontroleerd via de staat: "ET 115: lege kaart".
BELANGRIJK: als niet alle RENAULT-kaarten beschikbaar zijn, moet later een nieuwe toewijzingsprocedure met alle kaarten worden uitgevoerd.
In het menu "Commando", "Specifiek commando", valideert u regel "SC001: inlezen van de kaarten".
Het scherm toont "Wilt u de kaarten controleren voordat u ze aan de auto toewijst?"
Als een controle van de kaarten wordt gevraagd, toont het gereedschap "Steek de kaart zo diep mogelijk in de lezer". Voer dan een RENAULT-kaart in tot het contact inschakelt:– Als het toewijzen niet mogelijk is, toont het scherm
"Controleer de reparatiecode en controleer of de kaart wel van de auto is". Gebruik een andere kaart.
– Als de kaart conform is, toont het scherm "haal de kaart uit de lezer".
Het gereedschap toont "Steek de kaart zo diep mogelijk in de lezer" Voer dan een RENAULT-kaart in de lezer en valideer:– Als de RENAULT-kaart niet wordt geaccepteerd,
blijft het rode lampje uit".– Als de RENAULT-kaart wordt geaccepteerd,
knippert het rode lampje snel en het gereedschap geeft aan "1 kaart ingelezen" en daarna "haal de kaart uit de lezer".
Het gereedschap toont "Steek de kaart zo diep mogelijk in de lezer". Voer dan een tweede RENAULT-kaart in tot het contact inschakelt:N.B.: als u twee keer dezelfde RENAULT-kaart aanbiedt reageert het systeem er niet op, net startvergrendelingslampje blijft uit.
Voer de andere RENAULT-kaart(en) die aan de auto moeten worden toegewezen (maximum 4) in de kaartlezer in. Het scherm toont "2, 3 of 4 kaarten ingelezen" en daarna "haal de kaart uit de lezer".
LET OP: dit moeten oude RENAULT-kaarten van de auto zijn of nieuwe, niet gecodeerde RENAULT-kaarten.N.B.: de auto kan maar één RENAULT-kaart accepteren met handsfree functie. Als een tweede RENAULT-kaart aan de auto wordt toegewezen, zal deze werken als een eenvoudige RENAULT-kaart.
LET OP: tussen iedere handeling mag maximaal 2 minuten verlopen, anders wordt de procedure geannuleerd, het gereedschap toont dan het bericht "procedure onderbroken: let op, alleen de kaarten die voor het starten van de procedure al aan de auto waren toegewezen kunnen worden gebruikt. De kaarten die aangeboden werden voor het afbreken van de procedure zijn niet langer leeg en kunnen alleen nog maar aan deze auto worden toegewezen". Dit bericht verschijnt ook als de communicatie met huis met hulporganen interieur wegvalt of bij een onderbreking van de accu.
Configureer het huis met hulporganen interieur volgens de opties en uitrusting van de auto (raadpleeg hoofdstuk 87).
N.B.: Als u het huis met hulporganen vervangt hoeft u niets te doen aan de rekeneenheid van het inspuitsysteem, het behoudt dezelfde startvergrendelingscode.
87-10
ELEKTRISCHE HULPORGANENInlezen/Toewijzen van de RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENInlezen/Toewijzen van de RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENInlezen/Toewijzen van de RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENInlezen/Toewijzen van de RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENInlezen/Toewijzen van de RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENInlezen/Toewijzen van de RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENInlezen/Toewijzen van de RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENInlezen/Toewijzen van de RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENInlezen/Toewijzen van de RENAULT-kaart 87
CONFIGURATIE VAN HET HUIS MET HULPORGANEN INTERIEUR
De mogelijke configuraties van het huis met hulporganen interieur zijn:
LET OP: bepaalde configuratiefouten zoals het type van de aandrijving kunnen het starten van de motor verhinderen.
Naam van de functie Positie in het diagnoseapparaatConfiguratie bij
aflevering
Functie handsfree (CF001/002) regeling van de portieren (LC 001) zonder
Vergrendeling via functie handsfree (CF 019/020) regeling van de portieren (LC 010) zonder
Werking van de claxon voor de functie handsfree (CF 021/022 t/m CF 026)
regeling van de portieren (LC 011) met
Type versnellingsbak (CF 703/704) startvergrendeling (LC 040) hand
Variabele stuurbekrachtiging (CF 075/076) variabele stuurbekrachtiging (LC 001)
zonder
Nummer bekrachtigingskromme stuurbekrachtiging (LC 002) n˚1
Functie kaart vergrendeld (CF 708/709) startvergrendeling (LC 041) zonder
Snelheidsverklikker (Arabië) (CF618/619) huis met hulporganen interieur (LC 048)
zonder
Activeren automatisch terugroepen van de memory functies (CF 003/004)
regeling van de portieren (LC 002) met
Rijverlichting (Running-light) (CF 600/601) huis met hulporganen interieur (LC 049)
zonder
Defecte gloeilampen en spraakmaker (CF 694/695) huis met hulporganen interieur (LC 050)
zonder
Extra portiervergrendeling (CF 005/006) regeling van de portieren (LC 003) zonder
Kinderveiligheid (CF 007/008) regeling van de portieren (LC 004) zonder
Centraal sluiten van de ruiten (CF 009/010) regeling van de portieren (LC 005) met
Vergrendeling tijdens het rijden (CF 028/029) regeling van de portieren (LC 012) met
Zoemer RENAULT-kaart vergeten (CF 711/712) regeling van de portieren (LC 042) met
Uitschakelen controlesysteem bandenspanning (CF 001/002)
banden (LC 001) zonder
Binnenverlichting (CF 013/014) regeling van de portieren (LC 007) zonder
Tijdschakeling binnenlichten (CF 015/016) regeling van de portieren (LC 008) met
Openen bestuurdersportier via afstandsbediening (CF 030/031)
regeling van de portieren (LC 013) zonder
Openen bestuurdersportier via afstandsbediening optie handsfree (CF 032/027)
regeling van de portieren (LC 014) zonder
Plaats stuurwiel (CF 018/019) regeling van de portieren (LC 069) links
Regensensor (CF 696/697) regeling van de portieren (LC 051) met
87-11
ELEKTRISCHE HULPORGANENConfiguratie huis met hulporganen (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENConfiguratie huis met hulporganen (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENConfiguratie huis met hulporganen (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENConfiguratie huis met hulporganen (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENConfiguratie huis met hulporganen (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENConfiguratie huis met hulporganen (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENConfiguratie huis met hulporganen (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENConfiguratie huis met hulporganen (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENConfiguratie huis met hulporganen (UCH) 87Configuratie huis met hulporganen (UCH)
CONFIGURATIE VAN DE STUURBEKRACHTIGING
Met behulp van het diagnoseapparaat:
Start de communicatie met de auto en voer de test uit van het "multiplexnetwerk"
Kies en valideer het menu "Variabele stuurbekrachtiging"
In het menu "Commando", valideer de regel "Configuratie rekeneenheid"
Indien variabele stuurbekrachtiging: – "CF 075: met variabele stuurbekrachtiging"– "CF 074: zonder eenvoudige stuurbekrachtiging"
Configuratie van het soort variabele stuurbekrachtiging afhankelijk van de auto: "CF 076: bekrachtigingsprogramma 1"
In het menu "Commando", valideer de regel "Lezen van de configuratie"
CONFIGURATIE VAN DE REGELING VAN DE PORTIEREN
Met behulp van het diagnoseapparaat:
Start de communicatie met de auto en voer de test uit van het "multiplexnetwerk"
Kies en valideer het menu "regeling van de portieren"
In het menu "Commando", valideer de regel "Configuratie rekeneenheid"
Werking van de handsfree functie: – "CF 001: met handsfree functie"– "CF 002: zonder handsfree functie"
Werking van de functie handsfree portiervergrendeling: – "CF 019:met handsfree portiervergrendeling"– "CF 020: zonder handsfree portiervergrendeling"
Deze configuratie zorgt ervoor dat de handsfree functie alleen voor de ontgrendeling van de auto gebruikt wordt.
Configuratie van de claxon voor de handsfree functie: – "CF 021: geen geluidsweergave"– "CF 022 t/m CF 026: nummers van het geluid"
Deze configuratie maakt het mogelijk het geluidssignaal te veranderen of uit te schakelen bij het sluiten van de portieren met de handsfree functie.
Configuratie van de functie extra portiervergrendeling– "CF 005: met extra portiervergrendeling"– "CF 006: zonder extra portiervergrendeling"
Deze configuratie maakt het voor de auto's met rechts stuur uitgerust met specifieke portierkabelbundels, mogelijk om de binnenhandgrepen uit te schakelen door twee keer kort op de afstandsbediening te drukken.
87-12
ELEKTRISCHE HULPORGANENConfiguratie huis met hulporganen (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENConfiguratie huis met hulporganen (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENConfiguratie huis met hulporganen (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENConfiguratie huis met hulporganen (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENConfiguratie huis met hulporganen (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENConfiguratie huis met hulporganen (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENConfiguratie huis met hulporganen (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENConfiguratie huis met hulporganen (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENConfiguratie huis met hulporganen (UCH) 87
Configuratie van de elektrische kinderveiligheid: – "CF 007: met elektrische kinderveiligheid"– "CF 008: zonder elektrische kinderveiligheid"
Deze configuratie maakt het mogelijk, afhankelijk van de uitvoering, om de werking van de achterruiten vanaf de achterplaatsen en de binnenhandgrepen uit te schakelen.
Configuratie van het sluiten van de ruiten door een keer lang drukken op de afstandsbediening. Voor het functioneren moet de auto uitgerust zijn met impulsruitbediening (afknijpbeveiliging):– "CF 009: met centrale sluiting van de ruiten"– "CF 010: zonder centrale sluiting van de ruiten"
Configuratie van de automatische vergrendeling tijdens het rijden: – "CF 028: Goedkeuring automatische vergrendeling tijdens het rijden"– "CF 029: Uitschakeling automatische vergrendeling tijdens het rijden"
Deze configuratie maakt de werking van de automatische vergrendeling tijdens het rijden mogelijk Het uitschakelen gebeurt zodra "de informatie botsing" van de rekeneenheid van de airbag wordt ontvangen.Om deze functie in- of uit te schakelen vanaf het interieur, gebruikt u de toets van de centrale portiervergrendeling.
Configuratie van de binnenverlichting bij openen van de portieren: – "CF 013: met binnenverlichting"– "CF 014: zonder binnenverlichting "
Configuratie van de tijdschakeling van de binnenverlichting bij het sluiten van de portieren: – "CF 015: met tijdgeschakeld binnenlicht"– "CF 016: zonder tijdgeschakeld binnenlicht"
Configuratie van het land van gebruik: – "CF 018: links stuur"– "CF 017: rechts stuur"
Deze configuratie maakt de werking van de "extra portiervergrendeling" en het openen van "één portier" mogelijk.
Configuratie van de functie memory systeem van de bestuurdersstoel:– "CF 003: automatische instelling van de stoel"– "CF 004: zonder automatische instelling van de stoel"
Configuratie openen "één portier": – "CF 030: ontgrendeling vier portieren"– "CF 031: ontgrendeling bestuurder"
Met deze configuratie wordt bij auto's met rechts stuur alleen het bestuurdersportier en de achterklep ontgrendeld bij het ontgrendelen van de auto (gewoon of handsfree). Druk nogmaals kort om de andere portieren te ontgrendelen.
Configuratie openen "één portier" via de handsfree functie: – "CF 032: handsfree ontgrendelen vier portieren"– "CF 027: handsfree ontgrendelen bestuurdersportier"
Deze configuratie is gelijk aan de vorige configuratie voor de handsfree functie.
In het menu "Commando", valideer de regel "Lezen van de configuratie"
87-13
ELEKTRISCHE HULPORGANENConfiguratie huis met hulporganen (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENConfiguratie huis met hulporganen (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENConfiguratie huis met hulporganen (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENConfiguratie huis met hulporganen (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENConfiguratie huis met hulporganen (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENConfiguratie huis met hulporganen (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENConfiguratie huis met hulporganen (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENConfiguratie huis met hulporganen (UCH) 87ELEKTRISCHE HULPORGANENConfiguratie huis met hulporganen (UCH) 87
LET OP: bepaalde configuratiefouten zoals het type van de aandrijving kunnen het starten van de motor verhinderen.
CONFIGURATIE VAN HET HUIS MET HULPORGANEN
Met behulp van het diagnoseapparaat:
Start de communicatie met de auto en voer de test uit van het "multiplexnetwerk"
Selecteer en valideer het menu "Huis met hulporganen interieur"
In het menu "Commando", valideer de regel "Configuratie rekeneenheid"
Configuratie van de snelheidsverklikker: – "CF 618: met snelheidsverklikker Arabië"– "CF 619: zonder snelheidsverklikker Arabië"
Configuratie van de rijverlichting: – "CF 600: met rijverlichting"– "CF 601: zonder rijverlichting"
Configuratie van de spraakmaker: – "CF 694: met spraakmaker"– "CF 695: zonder spraakmaker"
Configuratie van de regensensor: – "CF 696: met regensensor"– "CF 697: zonder regensensor"
In het menu "Commando", valideer de regel "Lezen van de configuratie"
CONFIGURATIE VAN DE STARTVERGRENDELING
Met behulp van het diagnoseapparaat:
Start de communicatie met de auto en voer de test uit van het "multiplexnetwerk"
Selecteer en valideer het menu "Startvergrendeling"
In het menu "Commando", valideer de regel "Configuratie rekeneenheid"
Configuratie van het type versnellingsbak: – "CF 703: met automatische transmissie"– "CF 704: zonder automatische transmissie"
Configuratie van het blokkeren van de RENAULT-kaart in de lezer (alleen bij uitvoering met automatische transmissie): – "CF 709: met kaartblokkering"– "CF 601: zonder kaartblokkering"
Configuratie zoemer RENAULT-kaart nog in de lezer na afzetten van de motor: – "CF 711: met waarschuwing vergeten kaart"– "CF 712: zonder waarschuwing vergeten kaart"
In het menu "Commando", valideer de regel "Lezen van de configuratie"
N.B.: voor de configuraties van het controlesysteem van de bandenspanning, verwijzen wij u naar het betreffende hoofdstuk.
87-14
ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87Controlesysteem van de bandenspanning
BESCHRIJVING VAN HET SYSTEEM
Het systeem bestaat uit: Vier in de ventielen ingebouwde druksensors (1)
(een per wiel). Zij zenden een radiosignaal uit, een ontvanger (2) onder de auto, voor het
verzamelen en decoderen van de informatie van de sensors en deze vervolgens door te sturen naar het huis met hulporganen interieur,
het huis met hulporganen interieur (3) ontvangt en verwerkt de informatie van de ontvanger (2) en bepaalt welk bericht moet worden getoond,
een display (4) (apart of Ingebouwd in het instrumentenpaneel).
87-15
ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87
87-16
ALGEMEEN
Met dit systeem wordt permanent de spanning van de vier banden van de auto (het reservewiel wordt niet gecontroleerd).Het systeem functioneert met behulp van: vier druksensors (met ingebouwd ventiel van de
band) in elk van de wielen (behalve het reservewiel), een ontvanger onder de auto, een elektronisch besturingscircuit in het huis met
hulporganen interieur, oplichtende symbolen die de aard van de storing
aangeven, een display waarop de auto schematisch staat
aangegeven met de plaats van de betreffende band. Op het instrumentenpaneel van de luxe uitvoering, toont het display de bandenspanning bij ieder starten indien er een waarschuwing geldt.
Bijzonderheden:Iedere sensor is te herkennen aan een kleurmerkteken rondom het ventiel:– Groen = links voor– Geel = rechts voor– Rood = links achter– Zwart = rechts achter
LET OP: denk eraan dat de juiste kleurcode altijd op de juiste plaats zit zodat de goede informatie op de goede plaats op de displays wordt weergegeven (afhankelijk van het uitrustingsniveau). Iedere sensor wordt door het huis met hulporganen interieur herkend aan een unieke code. Indien een sensor is vervangen, moet de code ervan worden ingelezen in het huis met hulporganen interieur en worden gekoppeld aan zijn plaats onder de auto en moet u controleren of hij het juiste kleurmerkteken heeft (zie hoofdstuk "vervangen van een sensor").
Met het bandenspannings controlesysteem wordt:
de bandenspanning aangegeven bij het aanzetten van het contact met een nauwkeurigheid van 0,1 bar (afhankelijk van de uitvoering).
de bestuurder gewaarschuwd als: de druk 0,6 bar lager is dan de voorgeschreven
bandenspanning, de druk te hoog is, een band lekt, een band defect is, er een verschilt is tussen de spanningen rechts en
links.
N.B.: de voor de auto voorgeschreven bandenspanningen vindt u in het hoofdstuk 07 "Algemeen" van M.R. 339 of op de sticker op de portierstijl.
ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87
87-17
Druksensor.
De druksensor bestaat uit: een klassiek ventiel een druksensor een radiozender (specifiek voor het wiel), een niet-demonteerbaar batterijtje.
N.B.: het batterijtje van de druksensor van het ventiel kan niet worden vervangen (raadpleeg hoofdstuk 35 "vervangen van het ventiel").
19035
Let op: iedere sensor heeft een specifieke kleur. Bij het vervangen van het ventiel, de band of bij de demontage van de wielen, is het van groot belang dat de juiste kleur op de juiste plaats komt: Groen = links voor Geel = rechts voor Rood = links achter Zwart = rechts achter
ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87
87-18
WERKING
De sensors (gevoed door een ingebouwd batterijtje) meten regelmatig de druk in de banden en zenden deze informatie tezamen met een specifieke code uit via een radiosignaal.
N.B.: het huis met hulporganen interieur kan een tweede set vier wielsensors herkennen. Let op de juiste kleur op de juiste plaats.
ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87
87-19
ONTVANGER RADIOSIGNALEN
WERKING
De ontvanger onder de auto vangt de door de druksensors uitgezonden signalen op.
Hij stuurt deze via een draad door naar het huis met hulporganen interieur, dat deze informatie ontleedt om een eventueel lek of een afwijkende bandenspanning te kunnen detecteren, en vervolgens de informatie-organen op het instrumentenpaneel aanstuurt.
De bestuurder wordt geïnformeerd: door waarschuwingslampjes die de aard van de
storing aangeven (lekke band, te zachte band, enz.) door een afbeelding waarop de auto schematisch
staat aangegeven met de plaats van de betreffende band.
door een display Ingebouwd in het instrumentenpaneel (luxe uitvoering) waarop de waarden van de bandenspanningen staan aangegeven bij het starten en bij een waarschuwing (raadpleeg hoofdstuk 83).
AANSLUITINGEN
18388
Aansl Omschrijving
1 Verbinding huis met hulporganen interieur
2 Massa
3 Niet gebruikt
4 + voor contact
ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87ELEKTRISCHE HULPORGANENControlesysteem van de bandenspanning 87
INLEZEN VAN DE DRUKSENSORS IN HET HUIS MET HULPORGANEN INTERIEUR
LET OP iedere sensor heeft een specifieke kleur: Groen = links voor Geel = rechts voor Rood = links achter Zwart = rechts achter
Er bestaan verschillende methodes om een sensorcode in het huis met hulporganen interieur in te lezen. Hiervoor moet een diagnoseapparaat gebruikt worden (geen XR25): opschrijven van de ventielcode. Deze staat op een
sticker op de sensor, inlezen van de code met gebruik van het "Ms. 1607
ventielactiveringsgereedschap", inlezen tijdens het rijden in de auto. inlezen zonder te rijden (zonder lek zendt het ventiel
ieder kwartier zijn code uit)
HANDMATIG INLEZEN VAN DE VENTIELCODE (OPSCHRIJVEN VAN DE CODE)
1 Contact aan, start de communicatie van het diagnoseapparaat met "huis met hulporganen interieur" en selecteer "Banden".
2 Selecteer de menu's "commando" dan "specifiek commando",
3 Valideer de regel "SC 001: inlezen van een ventielcode"
4 Breng de maximaal zescijferige code indie op de op de sensor geplakte sticker staat.
5 Valideer de plaats van het wiel dat uitgerust is met de sensor.
6 Valideer het gebruiksseizoen van de band (of standaard de zomerset als de auto maar een set banden heeft)
N.B.: de procedure voor het inlezen van de vier ventielen is hetzelfde met het commando "SC 002: inlezen van de codes van de vier ventielen"
AUTOMATISCH INLEZEN VAN DE VENTIELCODE MET BEHULP VAN HET VENTIELACTIVERINGSGEREEDSCHAP (Ms.1706
1 Contact aan, start de communicatie van het diagnoseapparaat met "huis met hulporganen interieur" en selecteer "Banden".
2 Selecteer de menu's "commando" dan "specifiek commando",
3 Valideer de regel "SC 001: inlezen van een ventielcode"
4 Kies op het gereedschap, de plaats op de auto van het ventiel dat ingelezen moet worden.
5 Zet het gereedschap Ms. 1607 tegen de band onder het betreffende ventiel.
6 Druk een keer op de schakelaar van het gereedschap Ms. 1607.
7 Wacht tot het inlezen klaar is, dat wordt aangegeven door het oplichten van het controlelampje.
8 Het diagnoseapparaat geeft aan dat de ventielcode goed ontvangen is.
9 Valideer de plaats van het wiel dat uitgerust is met de sensor.
10Valideer het gebruiksseizoen van de band (of standaard de zomerset als de auto maar een set banden heeft)
N.B.: de procedure voor het inlezen van de vier ventielen is hetzelfde met het commando "SC 002: inlezen van de codes van de vier ventielen"
AUTOMATISCH INLEZEN VAN DE VENTIELCODE DOOR HET LATEN LEEGLOPEN VAN EEN BAND
1 Contact aan, start de communicatie van het diagnoseapparaat met "huis met hulporganen interieur" en selecteer "Banden".
2 Laat ongeveer 1 bar lucht ontsnappen bij een band3 Selecteer de menu's "commando" dan "specifiek
commando",4 Valideer de regel "SC 001: inlezen van een
ventielcode"5 Maak een proefrit.6 Valideer de plaats van het wiel dat uitgerust is met
de sensor.7 Valideer het gebruiksseizoen van de band (of
standaard de zomerset als de auto maar een set banden heeft)
8 Pomp de band weer op9 Herhaal dit voor elke band die in het geheugen moet
worden opgenomen.
87-20
ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart 87Auto zonder sleutel: RENAULT-kaart
Het systeem van de auto zonder sleutel bestaat uit: het huis met hulporganen interieur. een ongecodeerde kaartlezer (ontvanger radiosignalen en transponder), een drukknop voor het starten en stilzetten van de motor, de stuurkolomgrendel voor de mechanische blokkering van het stuurwiel, motors voor het vergrendelen/ontgrendelen van de portieren, de afstandsbedieningskaarten met twee of drie knoppen (handsfree uitvoering), twee speciale zendantennes (communicatie) naar de kaart-sleutel met handsfree uitvoering (afhankelijk van de
uitvoering), speciale portierhandgrepen voor de handsfree optie (afhankelijk van de uitvoering), specifieke portiersloten voor de functie extra portiervergrendeling (afhankelijk van de uitvoering),
87-21
ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart 87
87-22
BESCHRIJVING VAN HET SYSTEEM
In de fabriek worden twee RENAULT-kaarten aan de auto toegewezen. Afhankelijk van het uitrustingsniveau heeft de auto:
twee RENAULT-kaarten met twee knoppen (zonder handsfree systeem) met:– een gecodeerde chip zonder batterijtje voor de
bediening van de startvergrendeling (raadpleeg hoofdstuk 82),
– een FM-afstandsbediening voor het vergrendelen of het ontgrendelen van de portieren.
De code van het radiosignaal dat deze RENAULT-kaarten uitzenden is continu variabel om een eventueel kopiëren tegen te gaan.
Bij dit systeem, verloopt de synchronisatie van de afstandsbedieningen automatisch.
De afstandsbediening wordt alleen gebruikt voor het vergrendelen en ontgrendelen van de portieren en is geheel onafhankelijk van de startvergrendeling.
N.B.: het huis met hulporganen interieur kan vier verschillende codes verwerken (vier RENAULT-kaarten maximum).
twee RENAULT-kaarten waarvan een met handsfree systeem (drie knoppen). Met dit systeem kunnen de portieren worden geopend zonder de afstandsbediening te bedienen. (Het is niet mogelijk meer dan één handsfree afstandsbediening per auto te gebruiken, zie hoofdstuk "RENAULT-kaart handsfree").
OPMERKINGEN: Elke RENAULT-kaart heeft een noodsleutel
waarmee de auto kan worden geopend als de afstandsbediening niet werkt. (Voor het bestellen van een noodsleutel, heeft u het codenummer nodig).
Als de accu van de auto onvoldoende is geladen, kan de stuurkolomgrendel niet ontgrendelen. De auto kan niet worden aangeduwd.
18249 KAART ZONDER HANDSFREE FUNCTIE
18249-1 KAART MET HANDSFREE FUNCTIE
18249-2
ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart 87
87-23
STARTVERGRENDELING VIA TRANSPONDER
Via de startvergrendeling met een transponder in de RENAULT-kaart kan de stuurkolom worden ontgrendeld, het contact worden aangezet en het starten van de motor worden vrijgegeven.
De RENAULT-kaart wordt herkend door de ontvanger in de kaartlezer als de kaart wordt ingevoerd (zie hoofdstuk 82: startvergrendeling).
WERKING: AANZETTEN VAN HET CONTACT EN STARTEN
De RENAULT-kaartlezer heeft twee standen:
de stand "+ hulporganen" of "+ accessoires" via het hulporganenrelais (als de RENAULT-kaart ongeveer halverwege in de lezer is gestoken). deze stand voedt: de radio, de ruitbediening, de kachelventilateur, de elektrische stoelen.
N.B.: de voeding van het hulporganenrelais wordt onderbroken tijdens het starten. Wanneer vergeten wordt de RENAULT-kaart uit de lezer te halen, wordt de voeding van het hulporganenrelais uitgeschakeld na ongeveer 40 secondes.
de stand "+ na contact". In deze stand kan de motor worden gestart met de drukknop.
Het relais + na contact krijgt voeding zodra de RENAULT-kaart geheel in de lezer is geschoven, als de kaart wordt herkend door het huis met hulporganen interieur en als de stuurkolom elektrisch is ontgrendeld.
De voeding van de relais wordt uitgeschakeld zodra de "drukknop" wordt ingedrukt om de motor stil te zetten, als de rijsnelheid nul is (zie hoofdstuk startknop) of na 40 minuten zonder starten van de motor.
de startknop voedt de startmotor tot de informatie "draaiende motor" wordt ontvangen. Als de motor niet aanslaat, wordt de voeding van de startmotor onderbroken na een tijdsduur die afhankelijk is van de koelvloeistoftemperatuur.
Voordat het starten van de motor wordt vrijgegeven, moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan (zie hoofdstuk startknop).
N.B.: de RENAULT-kaart is in de lezer vergrendeld zolang de motor draait. Hij wordt ontgrendeld als de motor stilstaat, en de rijsnelheid bijna nul of afwezig is.
18830
ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: "eenvoudige" RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: "eenvoudige" RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: "eenvoudige" RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: "eenvoudige" RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: "eenvoudige" RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: "eenvoudige" RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: "eenvoudige" RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: "eenvoudige" RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: "eenvoudige" RENAULT-kaart 87Auto zonder sleutel: "eenvoudige" RENAULT-kaart
WERKING VAN DE EENVOUDIGE AFSTANDSBEDIENING (ZONDER HANDSFREE SYSTEEM)
Het systeem functioneert met behulp van: een RENAULT`-kaart (A), een in de RENAULT-kaartlezer (B) ingebouwde ontvanger voor radiosignalen, een elektronisch besturingscircuit in het huis met hulporganen interieur (C), een startknop (D), de portiersloten, een controlelampje voor de gesloten portieren, de knipperlichten van de auto, de rekeneenheid van het inspuitsysteem (E), de contacten van het koppelingspedaal (F) en de stand "neutraal" van de versnellingsbak, de elektrische stuurkolomgrendel (G).
87-24
ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: "eenvoudige" RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: "eenvoudige" RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: "eenvoudige" RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: "eenvoudige" RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: "eenvoudige" RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: "eenvoudige" RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: "eenvoudige" RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: "eenvoudige" RENAULT-kaart 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: "eenvoudige" RENAULT-kaart 87
87-25
De eenvoudige RENAULT-kaart heeft twee knoppen:– een knop voor de vergrendeling (1),– een knop voor de vergrendeling (2).
Om de portieren te vergrendelen, drukt u op de knop "sluiten".Het vergrendelen van de portieren met behulp van de afstandsbediening is zichtbaar door het twee maal oplichten van de alarmknipperlichten (als alle portieren goed gesloten zijn). Het rode vergrendelingslampje brandt.Als een of meerdere portieren slecht gesloten zijn, lichten de alarmknipperlichten niet op bij het vergrendelen met de afstandsbediening.
Om de portieren te ontgrendelen, drukt u op de knop "openen".Het ontgrendelen van de portieren is zichtbaar door het een keer oplichten van de alarmknipperlichten.
N.B: het knipperen van de alarmknipperlichten bij het gebruik van de afstandsbediening wordt aangestuurd door het huis met hulporganen interieur (zie hoofdstuk knipperlichten).
OPMERKINGEN: De werking van de schakelaar van de centrale
portiervergrendeling wordt uitgeschakeld als de portieren vergrendeld zijn met de afstandsbediening.
Sommige uitvoeringen (met rechts stuur) zijn uitgerust met de functie "extra portiervergrendeling" die de portieren zo vergrendelt dat zij niet van binnenuit kunnen worden geopend. Om de auto extra te vergrendelen, drukt u twee keer achter elkaar of een keer lang op de knop "sluiten" (1). Deze functie gebruikt speciale portierslotmotors.
Auto's met rechts stuur kunnen zijn voorzien van de functie openen "bestuurdersportier alleen". deze functie zorgt ervoor dat bij een keer kort drukken op de RENAULT-kaart alleen het bestuurdersportier wordt ontgrendeld. Om alle portieren te ontgrendelen moet twee keer achter worden gedrukt.
Bij auto's met ruitbediening met sneltoets of elektrisch open dak, kunnen met een lange druk op de knop "sluiten (1) alle portierruiten en het dak worden gesloten (als deze zijn geïnitialiseerd).
Als een portier niet goed is gesloten bij het drukken op de knop "sluiten", vergrendelen en ontgrendelen de portieren automatisch.
18249 EENVOUDIGE KAART 18834
ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart "handsfree" 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart "handsfree" 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart "handsfree" 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart "handsfree" 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart "handsfree" 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart "handsfree" 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart "handsfree" 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart "handsfree" 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart "handsfree" 87Auto zonder sleutel: RENAULT-kaart "handsfree"
WERKING VAN DE AFSTANDSBEDIENING MET HANDSFREE SYSTEEM
Het systeem functioneert met behulp van: een handsfree RENAULT-kaart (A), een kaartlezer (B), een elektronisch besturingscircuit in het huis met hulporganen interieur (C), een startknop (D), de rekeneenheid van het inspuitsysteem (E), de contacten van het koppelingspedaal (F) en de stand "neutraal" van de versnellingsbak, de elektrische stuurkolomgrendel (G), aanwezigheidssensors in iedere portierhandgreep (H), een controlelampje voor de gesloten portieren, de knipperlichten van de auto, twee speciale antennes voor de handsfree functie (I), specifieke portiersloten (J) voor de functie extra portiervergrendeling, de claxon (K).
19242-1
87-26
ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart "handsfree" 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart "handsfree" 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart "handsfree" 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart "handsfree" 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart "handsfree" 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart "handsfree" 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart "handsfree" 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart "handsfree" 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart "handsfree" 87
87-27
De RENAULT-kaart met handsfree functie heeft drie knoppen:– een knop voor het sluiten (1). Met deze knop worden
de portieren vergrendeld en kan de "handsfree" functie worden uitgeschakeld.
– een knop voor het openen (2). Met deze knop worden de portieren ontgrendeld en kan de "handsfree" functie worden uitgeschakeld.
– een knop voor het vergrendelen en inschakelen van de handsfree functie (3).
OPMERKINGEN:Deze afstandsbediening kan worden gebruikt zonder het handsfree systeem als deze functie is uitgeschakeld met de knoppen (1) en (2). De werking is in dat geval als van een eenvoudige afstandsbediening.
Om de portieren te vergrendelen met het handsfree systeem (druk op knop (3) als de handsfree functie niet actief is):
sluit de portieren en de achterklep, loop met de RENAULT-kaart weg van de auto.
Zodra het huis met hulporganen interieur via de antennes geen contact meer heeft met de kaart vergrendelen de portieren en de achterklep.Het vergrendelen van de portieren via de afstandsbediening kan zichtbaar zijn aangegeven worden door het knipperen van de alarmknipperlichten, een geluidssignaal en het oplichten van het rode waarschuwingslampje.Als een of meerdere portieren slecht gesloten zijn, lichten de alarmknipperlichten niet op bij het vergrendelen met de afstandsbediening.
N.B.: een druk op de knop "sluiten" of "openen" van de RENAULT-kaart schakelt de handsfree functie uit. De "handsfree" RENAULT-kaart werkt dan als een "eenvoudige" RENAULT-kaart. Een druk op de knop "auto" van de RENAULT-kaart activeert het systeem weer na ongeveer 3 secondes.
LET OP: de vergrendeling via de handsfree functie kan worden geblokkeerd met de diagnoseapparaten.
18249-1 KAART HANDSFREE
ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart "handsfree" 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart "handsfree" 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart "handsfree" 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart "handsfree" 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart "handsfree" 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart "handsfree" 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart "handsfree" 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart "handsfree" 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart "handsfree" 87
87-28
Om de portieren te ontgrendelen met het handsfree systeem (druk op knop (3) als de handsfree functie niet actief is):
nader de auto, zodat de RENAULT-kaart binnen het communicatiebereik komt van het huis met hulporganen interieur,
steek uw hand achter een van de portierhandgrepen of open de achterklep,
de aanwezigheidssensors in de handgrepen activeren het ondervragen van de "handsfree" kaart door de auto.
Als de kaart wordt herkend, ontgrendelt de auto. Het ontgrendelen ziet u aan het oplichten van de knipperlichten.
N.B: het knipperen van de alarmknipperlichten bij het gebruik van de afstandsbediening wordt aangestuurd door het huis met hulporganen interieur (zie hoofdstuk knipperlichten).
VOEDING VAN DE RENAULT-KAART
De afstandsbedieningen van de RENAULT-kaarten worden gevoed door een batterijtje. De toestand van het batterijtje blijkt uit het branden van het lampje (1).
voor de handsfree functie van de RENAULT-kaart met drie knoppen heeft deze kaart een accumulator. Deze laadt op als de RENAULT-kaart in de lezer zit. Na twintig minuten opladen, is de de accumulator voldoende opgeladen om een dag te overbruggen. Voor een correcte oplading is vierentwintig uur nodig. Deze accumulator is niet demonteerbaar.
De transponder, van de startvergrendeling in de RENAULT-kaart, heeft geen elektrische voeding.
LET OP: het batterijtje wordt ook gebruikt voor de handsfree functie.
18249-1 KAART HANDSFREE
18249
ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: zijknipperlichten 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: zijknipperlichten 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: zijknipperlichten 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: zijknipperlichten 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: zijknipperlichten 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: zijknipperlichten 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: zijknipperlichten 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: zijknipperlichten 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: zijknipperlichten 87Auto zonder sleutel: zijknipperlichten
Om het ontgrendelen en het vergrendelen te kunnen controleren, stuurt het huis met hulporganen interieur alle knipperlichten aan.
Beperkte werking
Bij de opdracht tot vergrendelen:– een niet goed gesloten bestuurdersportier verhindert het vergrendelen van alle portieren,– een niet gesloten achterklep of portier verhindert het oplichten van de knipperlichten en verhindert de handsfree
vergrendeling.
Druk op de RENAULT-kaart Effect op de slotenWerking van de
richtingaanwijzersWerking van de zijknipperlichten
Werking van de claxon
Sluiten
1 korte druk portiervergrendeling 2 knipperingen 2 knipperingen -
2 korte drukkenextra
portiervergrendeling van de portieren
snel knipperen snel knipperen -
1 lange druk****sluiten van de ruiten
en het open dak*2 knipperingen snel knipperen -
handsfree functie
portiervergrendeling 2 knipperingen
vast branden gedurende ongeveer
10 secondes
1 signaal (te configureren)
Openen
1 korte drukOntgrendelen van de portieren of het
bestuurdersportier**1 keer knipperen 1 keer knipperen -
2 korte drukkenontgrendelen van de
portieren**- - -
handsfree functie
Ontgrendelen van de portieren of het
bestuurdersportier**1 keer knipperen 1 keer knipperen -
***
*******
voor deze functie, moet de auto ruitbediening met sneltoets en open dak met afknijpbeveiliging hebben.Auto's met rechts stuur kunnen zijn voorzien van de functie openen "bestuurdersportier alleen". deze functie zorgt ervoor dat bij een keer kort drukken op de RENAULT-kaart alleen het bestuurdersportier en de achterklep worden ontgrendeld.ontgrendelen van de portieren van een auto met de functie openen "bestuurdersportier alleen".bij bepaalde uitvoeringen "rechts stuur", wordt deze functie voorafgegaan door de "extra portiervergrendeling".
87-29
ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaartlezer 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaartlezer 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaartlezer 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaartlezer 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaartlezer 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaartlezer 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaartlezer 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaartlezer 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaartlezer 87
87-30
Auto zonder sleutel: RENAULT-kaartlezer
De RENAULT-kaartlezer heeft twee contacten voor het activeren van de auto: een contact halverwege voor de voeding van de
accessoires (+ accessoires), een contact als kaart op de aanslag geheel in de
lezer is gestoken (+ na contact).
N.B.: de RENAULT-kaart wordt in de lezer vergrendeld zodra het huis met hulporganen interieur de informatie "draaiende motor" heeft ontvangen van de rekeneenheid van het inspuitsysteem. De kaart wordt vrijgegeven als de motor stil staat.
De RENAULT-kaart dient ook als: de ontvanger van de radiosignalen van de
afstandsbedieningen van de portiervergrendeling, als antenne van de transponder van de
startvergrendeling en voor de herkenning van de RENAULT-kaart (zie hoofdstuk startvergrendeling).
controle voor het niet herkennen van de RENAULT-kaart,
binnenverlichting.
18320
ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Startknop 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Startknop 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Startknop 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Startknop 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Startknop 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Startknop 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Startknop 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Startknop 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Startknop 87
87-31
Auto zonder sleutel: Startknop
BESCHRIJVING VAN HET SYSTEEM
De startknop (START/STOP) wordt gebruikt voor het starten en voor het stilzetten van de motor.
Hij kan op twee manieren verlicht zijn: witte verlichting aan de bovenkant: uitnodiging om te
starten, groene verlichting aan de onderkant: draaiende
motor. Deze verlichting is verzwakt als de markeringslichten branden.
WERKING
Het starten van de motor is toegestaan als de bovenkant van de knop verlicht is.
Voor het starten hoeft de knop maar even ingedrukt te worden. Een enkele druk op de knop is voldoende voor het starten van de motor.
Om de motor te starten:
Steek de RENAULT kaart zo diep mogelijk (2e contact) in de lezer zodat het contact inschakelt en de stuurkolom ontgrendelt.
controleer of aan de startvoorwaarden wordt voldaan:
N.B.:– bij de dieseluitvoeringen, kan de startmotor niet
ingeschakeld worden tijdens de voorverwarmingsfase.
– een verkeerde configuratie van het type versnellingsbak in het huis met hulporganen interieur kan het starten onmogelijk maken.
– de versnellingsbak in neutraal staan of het koppelingspedaal moet zijn ingedrukt.
18320
ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Startknop 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Startknop 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Startknop 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Startknop 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Startknop 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Startknop 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Startknop 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Startknop 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Startknop 87
87-32
De elektrische vergrendeling van de stuurkolom moet vrij zijn gezet en het contact moet zijn ingeschakeld.
Controleer of het systeem het starten van de motor toestaat:– Als de bovenkant van de knop oplicht, is starten
mogelijk,
Druk op de knop om het startcommando te geven aan het huis met hulporganen interieur. Dit analyseert vervolgens de staat van de motor (draait, afgeslagen, meegenomen, stilstaand). Als de motor stilstaat en aan de voorwaarden wordt voldaan, stuurt het huis met hulporganen interieur het startrelais aan.
N.B.:– De motor kan alleen worden gestart als de
stuurkolom is ontgrendeld.– Als de motor draait, is de RENAULT-kaart
geblokkeerd.– Als de motor afslaat, is een korte druk op de
startknop voldoende om hem weer te starten.
Om de motor te stoppen:
Druk op de knop om het stopcommando te geven aan het huis met hulporganen interieur.' Dit controleert of de auto langzamer rijdt dan 5 km/u voordat het de + na contact voeding uitschakelt.
LET OP: Het starten van de motor gebeurt indirect door tussenkomst van de drukknop. Zolang de uitnodiging om te starten actief is, wort een druk op de knop (START/STOP) onthouden door het huis met hulporganen interieur. De startmotor krijgt voeding zodra het huis met hulporganen interieur dit toestaat, tot de ontvangst van de informatie draaiende motor. Als de motor niet aanslaat, wordt de voeding van de startmotor onderbroken na een tijdsduur die afhankelijk is van de koelvloeistoftemperatuur.
OPMERKING: bepaalde storingen in de RENAULT-kaartlezer, de contacten van het koppelingspedaal of de stand "neutraal" (uitvoering met automatische transmissie) kunnen invloed hebben op het starten van de motor. Om in dit geval de motor te starten, moet de startknop ingedrukt worden gehouden.
VOORWAARDEN VOOR HET STARTEN VAN DE MOTOR RENAULT-kaart zo diep mogelijk in de kaartlezer, + na contact aanwezig, transponder (in de RENAULT-kaart) herkend, handgeschakelde versnellingsbak in neutraal. automatische transmissie in N of P, koppelingspedaal ingedrukt bij handgeschakelde
versnellingsbak.
ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Elektrische grendel van de stuurkolom 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Elektrische grendel van de stuurkolom 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Elektrische grendel van de stuurkolom 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Elektrische grendel van de stuurkolom 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Elektrische grendel van de stuurkolom 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Elektrische grendel van de stuurkolom 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Elektrische grendel van de stuurkolom 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Elektrische grendel van de stuurkolom 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Elektrische grendel van de stuurkolom 87
87-33
Auto zonder sleutel: Elektrische grendel van de stuurkolom
De grendel van de stuurkolom bevindt zich aan de onderkant van de stuurkolom. Hij wordt aangestuurd door het huis met hulporganen interieur.
De grendel is gecodeerd door het huis met hulporganen interieur en de code kan niet worden gewist (zie hoofdstuk 82).
WERKING
De stuurinrichting ontgrendelt als de RENAULT-kaart zo diep mogelijk in de lezer is gestoken en de transponder is herkend door het huis met hulporganen interieur.De stuurinrichting vergrendelt als de RENAULT-kaart uit de lezer is gehaald en de motor stilstaat en de auto niet rijdt.
N.B.: als het huis met hulporganen interieur een informatie "botsing" heeft ontvangen van de airbagrekeneenheid, blijft de stuurkolom ontgrendeld. Om de grendel weer te activeren moet de auto rijden.
OPMERKINGEN: Als het systeem niet ontgrendelt bij het invoeren van
de kaart in de lezer, blijft het startvergrendelingslampje branden en wordt de + na contact niet ingeschakeld.
Afhankelijk van de storingen in de grendel, kunnen de lampjes "stop" en "service" oplichten. Het stuurwiel blijft ontgrendeld.
BELANGRIJK: als de stuurkolomgrendel defect of niet aangesloten is, kan de motor niet starten.
18541
ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Sensors in de portierhandgrepen 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Sensors in de portierhandgrepen 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Sensors in de portierhandgrepen 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Sensors in de portierhandgrepen 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Sensors in de portierhandgrepen 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Sensors in de portierhandgrepen 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Sensors in de portierhandgrepen 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Sensors in de portierhandgrepen 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Sensors in de portierhandgrepen 87
87-34
Auto zonder sleutel: Sensors in de portierhandgrepen
Voor de "handsfree" werking van de RENAULT-kaart, heeft elke portierhandgreep een aanwezigheidssensor. Deze sensor detecteert de hand van de gebruiker en schakelt de handsfree ondervraging in.
De sensor in de handgreep heeft een reflector en de handgreep heeft een bewegingscontact.
Als de auto lange tijd niet is gebruikt, wordt de werking van de sensor overgenomen door een contact dat de beweging van de handgreep detecteert.
N.B.: voor het uitbouwen van de handgreep, raadpleegt u het hoofdstuk carrosserie. Voor de bestemming van de aansluitingen van de sensor en het contact in de handgreep, zie hoofdstuk 84.
De achterklep heeft geen sensor maar een contact in de handgreep voor het openen.
N.B.: voor het uitbouwen van de handgreep, raadpleegt u het hoofdstuk carrosserie. Voor de bestemming van de aansluitingen van de handgreep van de achterklep, zie hoofdstuk 84.
18993 PORTIERHANDGREEP
ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: handsfree antenne 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: handsfree antenne 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: handsfree antenne 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: handsfree antenne 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: handsfree antenne 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: handsfree antenne 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: handsfree antenne 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: handsfree antenne 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: handsfree antenne 87
87-35
Auto zonder sleutel: handsfree antenne
Voor de handsfree functie, heeft de auto twee speciale antennes: in het dak voor een detectie in de omgeving de
voorportieren,
Voor het vervangen van de dakantenne, moet u de hemelbekleding uitbouwen.plak de antenne op de oorspronkelijk plaats, let op de juiste ligging en aansluiting van de bedrading. (zie hoofdstuk "carrosserie").
in de schildbumper achter voor het gebied achter de auto en het openen van de achterklep te vergemakkelijken.
LET OP: de ontvangstzone van de handsfree antenne varieert. Er is een voortdurende verandering onder invloed van voorwerpen in de omgeving van de auto en de atmosferische omstandigheden.
18827 DAKANTENNE
ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart toewijzen 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart toewijzen 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart toewijzen 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart toewijzen 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart toewijzen 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart toewijzen 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart toewijzen 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart toewijzen 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart toewijzen 87
87-36
Auto zonder sleutel: RENAULT-kaart toewijzen
Vervangen, opnieuw toewijzen of toevoegen van een of meer RENAULT-kaarten
BELANGRIJK: alleen de RENAULT-kaarten die bij deze procedure worden aangeboden zullen werken. Zij kunnen aan de auto worden toegewezen als zij: ofwel al voor deze auto waren gecodeerd, ofwel dat zij nieuw zijn (ongecodeerd).
Met het diagnoseapparaat
Start de communicatie met de "startvergrendeling" (huis met hulporganen interieur).
In het menu "Commando", "Specifiek commando", valideert u regel "SC001: inlezen van de kaarten".
Het gereedschap toont "wilt u de reparatiecode invoeren" RENAULT-kaart niet in de lezer, voer de geheime reparatiecode in (hexadecimale tekens) en bekrachtig hem. Als er een kaart in de lezer zit, toont het scherm
"haal de kaart uit de lezer" Als het invoeren van de code niet correct is, toont
het scherm "Controleer de reparatiecode en controleer of de kaart wel van de auto is". controleer de code en probeer het invoeren te herhalen.
Als het huis met hulporganen interieur ongecodeerd is, toont het gereedschap "Voer een kaart van de auto in die al ingelezen is" (zie hoofdstuk 83).
LET OP: tussen iedere handeling mag maximaal 5 minuten verlopen, anders wordt de procedure geannuleerd, het gereedschap toont dan het bericht "procedure onderbroken: let op, alleen de kaarten die voor het starten van de procedure al aan de auto waren toegewezen kunnen worden gebruikt. De kaarten die aangeboden werden voor het afbreken van de procedure zijn niet langer leeg en kunnen alleen nog maar aan deze auto worden toegewezen".
Als de ingevoerde code correct is en het huis met hulporganen interieur gecodeerd is, kan de toewijzingsprocedure beginnen, het scherm toont "Wilt u de kaarten controleren voor het toewijzen aan de auto?".
Als een controle van de kaarten wordt gevraagd, toont het gereedschap "Steek de kaart zo diep mogelijk in de lezer". Voer dan een RENAULT-kaart in tot het contact inschakelt: Als het toewijzen niet mogelijk is, toont het scherm
"controleer de reparatiecode en controleer of de kaart wel van de auto is". Gebruik een andere kaart.
Als de kaart conform is, toont het scherm "haal de kaart uit de lezer".
Het gereedschap toont "Steek de kaart zo diep mogelijk in de lezer". Steek een RENAULT-kaart tot aan de aanslag in de lezer. als de RENAULT-kaart niet wordt geaccepteerd,
blijft het rode lampje uit. Als de RENAULT-kaart wordt geaccepteerd,
knippert het rode lampje snel en het gereedschap geeft aan "1 kaart ingelezen" en daarna "haal de kaart uit de lezer".
Het gereedschap toont "Steek de kaart zo diep mogelijk in de lezer". Steek een tweede RENAULT-kaart tot aan de aanslag in de lezer.
N.B.: wanneer u twee keer dezelfde RENAULT-kaart aanbiedt, wordt deze niet door het systeem verwerkt, het startvergrendelingslampje blijft uit,
ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart toewijzen 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart toewijzen 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart toewijzen 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart toewijzen 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart toewijzen 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart toewijzen 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart toewijzen 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart toewijzen 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: RENAULT-kaart toewijzen 87
87-37
Voer de andere RENAULT-kaart(en) die aan de auto moeten worden toegewezen (maximum 4) in de kaartlezer in. Het scherm toont "2, 3 of 4 kaarten ingelezen" en daarna "haal de kaart uit de lezer"
LET OP: dit moeten oude RENAULT-kaarten van de auto zijn of nieuwe, niet gecodeerde RENAULT-kaarten.
N.B.: de auto kan maar één RENAULT-kaart accepteren met handsfree functie. Als een tweede kaart aan de auto wordt toegewezen, zal deze werken als een eenvoudige RENAULT-kaart
BELANGRIJK: Als niet alle RENAULT-kaarten beschikbaar zijn, moet later een nieuwe toewijzingsprocedure met alle kaarten worden uitgevoerd.
N.B.: de toewijzingsprocedure van de RENAULT-kaarten kan worden geannuleerd zolang de procedure niet is afgesloten.
ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Noodwerking 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Noodwerking 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Noodwerking 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Noodwerking 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Noodwerking 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Noodwerking 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Noodwerking 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Noodwerking 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Noodwerking 87Auto zonder sleutel: Noodwerking
Normale werking Oorzaak Gevolg Remedie
Handsfree werking
(vergrendelen en ontgrendelen)
Accumulator zwak
Handsfree vergrendelen onmogelijk: druk op de sluitknop van de afstandsbediening om de auto te vergrendelen.
Handsfree ontgrendeling werkt normaal.
RENAULT-kaart 15 minuten in de auto gelaten
Handsfree vergrendelen onmogelijk: druk op de sluitknop van de afstandsbediening om de auto te vergrendelen.
Handsfree ontgrendeling werkt normaal.
Zet het contact aan om de accumulator te laden of geef het commando met het diagnoseapparaat.
Accumulator ontladenHandsfree functie werkt helemaal niet
Batterijtje leegAfstandsbediening (handsfree en gewoon) onmogelijk
Vervang het batterijtje.
87-38
ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Principeschema 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Principeschema 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Principeschema 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Principeschema 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Principeschema 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Principeschema 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Principeschema 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Principeschema 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Principeschema 87
87-39
Auto zonder sleutel: Principeschema
ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Principeschema 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Principeschema 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Principeschema 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Principeschema 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Principeschema 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Principeschema 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Principeschema 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Principeschema 87ELEKTRISCHE HULPORGANENAuto zonder sleutel: Principeschema 87
87-40
120
247
645
675
721
756
886
967
1016
1087
1082
1083 → 1086
1088
1109
Rekeneenheid inspuitsysteem
Instrumentenpaneel
Huis met hulporganen interieur (UCH)
Koppelingspedaalcontact
Rekeneenheid ABS
Rekeneenheid airbag
Antennes handsfree functie
Zoemer
Zekering/relaisplaat
Drukknop voor het starten
RENAULT-kaartlezer
Aanwezigheidssensors
Elektrische stuurkolomgrendel
Sensor neutraalstand handgeschakelde versnellingsbak
ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87
87-41
Elektrische ruitbediening
Algemeen
Afhankelijk van de uitvoering, zijn er drie types elektrische ruitbediening: eenvoudige elektrische ruitbediening (behalve op het bestuurdersportier), elektrische ruitbediening met sneltoets en afknijpbeveiliging op het
bestuurdersportier alleen of op alle portieren, elektrische ruitbediening met sneltoets met multiplexverbinding.
N.B.: de sneltoetsfunctie heeft altijd afknijpbeveiliging. Als een obstakel zich in het bovenste sluitgebied van de ruit bevindt, stopt de ruit en zakt daarna ongeveer 5 centimeter. Het obstakel wordt gedetecteerd door de stroomafname van de motor te meten terwijl de positie van de ruit gemeten wordt door een opname element met Hall-effect in de motor. Deze afknijpbeveiliging wordt gecorrigeerd afhankelijk van de accuspanning en de rijsnelheid.
eenvoudige elektrische ruitbediening (behalve op het bestuurdersportier)Dit klassieke systeem opent en sluit de ruit met een gewone schakelaar.
elektrische ruitbediening met sneltoets en afknijpbeveiligingIn dit geval hebben de schakelaars een dubbele slag. De ruit stopt als de bovenste of onderste aanslag wordt gedetecteerd, door een ander commando of na 10 secondes.Bij deze montage kunnen de ruiten worden gesloten bij het vergrendelen van de portieren door lang drukken op de RENAULT-kaart. De motors, voor het automatische sluiten, worden kort na elkaar aangestuurd. Deze functie kan met de diagnoseapparaten worden geconfigureerd.
elektrische ruitbediening met sneltoets en afknijpbeveiliging met multiplexverbindingDeze montage heeft een geheugen voor de stand van de buitenspiegels. De informatie is opgeslagen in de ruitbediening (per kant) en afgegeven aan de spiegels (zie hoofdstuk "memory systeem van de bestuurdersstoel").
ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87
87-42
19243
eenvoudige elektrische ruitbediening (behalve op het bestuurdersportier),
Principeschema
ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87
87-43
Verklaring bij de nummers op de tekeningen
A Ruithefmotor met sneltoets voor bestuurderszijdeB Eenvoudige ruithefmotor voor passagierszijdeC Eenvoudige ruithefmotor links achterD Eenvoudige ruithefmotor rechts achterE Huis met hulporganen interieur (UCH)F Schakelaar ruitbediening bestuurderszijdeG Schakelaar ruitbediening passagierszijdeH Schakelaar ruitbediening achterI Blokkeren ruitbediening achter
ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87
87-44
19244
elektrische ruitbediening met sneltoets en afknijpbeveiliging op het bestuurdersportier alleen of op alle portieren,
Principeschema
ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87
87-45
Verklaring bij de nummers op de tekeningen
A Ruithefmotor met sneltoets voor bestuurderszijdeB Ruithefmotor met sneltoets voor pasagierszijdeC Ruithefmotor met sneltoets links achterD Ruithefmotor met sneltoets rechts achterE Huis met hulporganen interieur (UCH)F Schakelaar ruitbediening bestuurderszijdeG Schakelaar ruitbediening passagierszijdeH Schakelaar ruitbediening achterI Blokkeren ruitbediening achter
ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87
87-46
19245
elektrische ruitbediening met sneltoets met multiplexverbinding.
Principeschema
ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87
87-47
Verklaring bij de nummers op de tekeningen
A Ruithefmotor met sneltoets multiplex voor bestuurderszijdeB Ruithefmotor met sneltoets multiplex voor passagierszijdeC Ruithefmotor met sneltoets links achterD Ruithefmotor met sneltoets rechts achterE Huis met hulporganen interieur (UCH)F Schakelaar ruitbediening bestuurderszijdeG Schakelaar ruitbediening passagierszijdeH Schakelaar ruitbediening achterI Blokkeren ruitbediening achterJ SpiegelbedieningK Spiegels
ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87
87-48
VERVANGEN
De motor kan niet afzonderlijk worden vervangen. De vervanging ervan betekent dat het complete mechanisme moet worden vervangen.
De methode is voor alle type ruitbedieningen dezelfde.
BELANGRIJK: na het vervangen van een ruithefmotor van een systeem met sneltoets, moet u u het systeem initialiseren. Als een motor niet is geinitialiseerd werkt hij met stappen van ongeveer 5 centimeter (zie hoofdstuk initialisatie).
UITBOUWEN VAN HET RUITHEFMECHANISME VOOR
Voor het uitbouwen van het ruithefmechanisme moet u de portierbekleding verwijderen (zie hoofdstuk carrosserie).
90506010
ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87
87-49
Verwijder de twee bevestigingsklemmetjes van de ruit, maak de ruit vrij van de pennen van de wagen van de ruitbediening,
Breng de ruit met de hand omhoog, zet hem in deze stand vast met afplaktape,
Verwijder de vijf bevestigingsbouten van het ruithefmechanisme,
Maak de voedingsstekkers los. Maak de ruitbediening vrij via de onderste opening in
het portierframe.
INBOUWEN
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.
Initialiseer de motor van het sneltoetssysteem, (zie hoofdstuk "initialisatie")
N.B.: voor het automatisch sluiten bij het vergrendelen via de RENAULT-kaart, moeten de motors zijn geïnitialiseerd. (zie hoofdstuk "initialisatie") en het huis met hulporganen interieur moet zijn geconfigureerd.
18595
18694
ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87
UITBOUWEN VAN HET RUITHEFMECHANISME ACHTER
Voor het uitbouwen van het ruithefmechanisme moet u de portierbekleding verwijderen.
Verwijder het bevestigingsklemmetje van de ruit.
Maak de ruit vrij van de pen van de wagen van het ruithefmechanisme,
Breng de ruit met de hand omhoog.
Blokkeer hem met plakband.
Verwijder de drie bevestigingsbouten van het ruithefmechanisme,
Maak de voedingsstekkers los.
Maak de ruitbediening vrij via de onderste opening in het portierframe.
90507510
18596
18692
87-50
ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87
INBOUWEN
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.
Initialiseer de motor van het sneltoetssysteem, (zie hoofdstuk "initialisatie")
N.B.: voor het automatisch sluiten bij het vergrendelen via de RENAULT-kaart, moeten de motors zijn geïnitialiseerd. (zie hoofdstuk "initialisatie") en het huis met hulporganen interieur moet zijn geconfigureerd.
INITIALISATIE VAN DE MOTOR
Dit moet na iedere onderbreking van de voeding worden gedaan (storing of losmaken van de accu).
Contact aan, open de ruit tot op de onderste aanslag, houd de schakelaar enkele secondes vast, sluit de ruit tot op de bovenste aanslag, houd de schakelaar enkele secondes vast, de motor is geinitialiseerd, herhaal deze handelingen
voor alle ruiten met sneltoets.
Opmerking: als een motor niet is geinitialiseerd, werkt deze met stappen van 5 centimeter.
AANSLUITINGEN
motor eenvoudige ruitbediening
motor ruitbediening met afknijpbeveiliging
Aansl Omschrijving
1 Commando omhoog
2 Commando omlag
Aansl Omschrijving
1 Commando omhoog
2 Commando omlag
3 Massa
4 Voeding + voor contact
5 Niet gebruikt
6 Verbinding huis met hulporganen interieur
87-51
ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrische ruitbediening 87
motor ruitbediening met afknijpbeveiliging multiplex
De motor van de elektrische ruitbediening multiplex aan passagierskant heeft een rekeneenheid met het geheugen van de buitenspiegels (zie hoofdstuk: "memory systeem van de bestuurdersstoel").
Aansl Omschrijving
1 Commando motor rechts/links van de spiegel (aansl. 2A)
2 Gezamenlijke draad van de spiegels (aansl. 2C/3C)
3 Passagiersruit omlaag
4 Commandoverbinding van de spiegels (bestuurderszijde aansl. 6)
5 Commandoverbinding van de spiegels (bestuurderszijde aansl. 3)
6 Commandoverbinding van de spiegels (bestuurderszijde aansl. 8)
7 Signaal controleweerstand van de motor omhoog/omlaag van de bestuurderspiegel (aansl. 2 D)
8 Passagiersruit omhoog
9 Niet gebruikt
10 Voeding
11 Commando omhoog/omlaag bestuurdersspiegel (aansl. 2B)
12 Commando motor inklappen van de spiegel (aansl. 3B)
13 Commandoverbinding van de spiegels (bestuurderszijde aansl. 7)
14 Bestuurdersruit omlaag
15 Niet in gebruik
16 Gezamenlijk controleweerstanden van de spiegel (aansl. 2F)
17 Massa
18 Niet gebruikt
19 Multiplexverbinding tussen de spiegels (specifiek voor functie memory systeem van de bestuurdersstoel)
20 Massa
21 Gezamenlijk controleweerstanden van de spiegel (aansl. 2G)
22 Commandoverbinding van de spiegels (bestuurderszijde aansl. 9)
23 Bestuurdersruit omhoog
24 Commandoverbinding van de spiegels (bestuurderszijde aansl. 5)
25 Commandoverbinding van de spiegels (bestuurderszijde aansl. 1)
26 Commando omhoog/omlaag bestuurdersspiegel (aansl. 2E)
27 Verbinding huis met hulporganen interieur (signaal sluiten of stoelgeheugen)
28 Niet gebruikt
29 Multiplexverbinding tussen de spiegels
30 Niet gebruikt
87-52
ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87
87-53
Elektrisch open dak
ALGEMEEN
Het elektrische open dak kan in twee manieren worden bewogen door dezelfde motor: kantelen (drie standen) of schuiven (zes standen).
Het open dak heeft een afknijpbeveiliging die afhankelijk is van rijsnelheid.
LET OP: de afknijpbeveiliging werkt alleen als het open dak correct is geïnitialiseerd.
N.B.: het open dak (schuiven of kantelen) kan worden gesloten door lang drukken op (2 secondes ongeveer) op de knop sluiten van de RENAULT-kaart. Dit signaal wordt geregeld door het huis met hulporganen interieur (zie hoofdstuk 87) als dit correct is geconfigureerd.
In dit geval, blijft de schakelaar in de open stand staan, als u op de schakelaar drukt gaat het dak weer in de openingsstand terug.
BELANGRIJK: bij een storing in de motor van het open dak, kan het dak worden gesloten met een inbussleutel bij (C).
WERKINGSPRINCIPE
Het open dak wordt bediend met de schakelaar.
Voordat hij kan werken moet de motor van het open dak toestemming hebben van het huis met hulporganen interieur: signaal 0 volt: beweging open dak toegestaan
(openen of sluiten) signaal 12 volt: beweging open dak niet toegestaan cyclisch stuursignaal: automatisch sluiten van het
open dak door lang indrukken van de afstandsbediening.
18872
18875
kantelzone (drie standen)schuifzone (zes standen)
ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87
87-54
Afknijpbeveiliging
De detectie van een obstakel is gebaseerd op de analyse van het toerental van de motor van het open dak. Als het een obstakel ontmoet verandert het toerental plotseling.
Twee opname elementen met Hall-effect op de as van de motor wekken periodieke signalen op Het toerental kan daarmee tot op een halve omwenteling nauwkeurig worden bepaald.
Bij de initialisatie wordt een toerentalkromme vastgelegd in de rekeneenheid in de motor.
Voor de afknijpbeveiliging, vergelijkt de rekeneenheid de verplaatsingssnelheid en de opgeslagen snelheid.
Afhankelijk van geconstateerde verschillen, schakelt het systeem de afknijpbeveiliging in.
LET OP: de afknijpbeveiliging werkt alleen als het systeem correct is geïnitialiseerd.
N.B.: de afknijpbeveiliging kan worden uitgeschakeld om een zwaar punt te overwinnen (verbogen rail, vreemd voorwerp in de schuiver). Houd de schakelar hiertoe ingedrukt tot het dak stap voor stap sluit. Na het loslaten van de schakelaar wordt de afknijpbeveiliging weer actief.
INITIALISATIEPROCEDURE
Na het losmaken van de accukabels, een elektrische storing of werkzaamheden aan het open dak, werkt het systeem handbediend en schoksgewijs.
Om het systeem te initialiseren: zet u de schakelaar van het open dak in de stand
maximaal kantelen, drukt u lang op de schakelaar. Na twee secondes,
kantelt het dak sap voor stap in de maximum stand en zakt dan weer enkele centimeters,
laat de schakelaar los, druk binnen vijf secondes opnieuw op de schakelaar, houd de schakelaar ingedrukt, het dak schuift open
en weer dicht, de motor is geinitialiseerd, zet de schakelaar in de stand "uit".
OPMERKING: wacht niet langer dan vijf secondes tussen de stappen van de initialisatieprocedure, anders beging het systeem een nieuwe initialisatiecyclus.
ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87
87-55
UITBOUWEN VAN DE MOTOR
Bouw uit:– de schakelaar van het open dak en zijn stekker,– de dakconsole en zijn stekker.
Maak de stekker (1) vrij van zijn steun en maak daarna de stekker los van de motor van het open dak.
Verwijder de bouten (2).
Maak vrij:– de steun van de stekker,– de motor van het open dak.
INBOUWEN - BIJZONDERHEDEN
Na de montage van de motor, moet het systeem worden geïnitialiseerd.
OPMERKING: de motors van het open dak van de hatchback en van de break zijn verschillend.
18871 SCHAKELAARS UITGEBOUWD
18872 FOTO ZONDER HEMELBEKLEDING, WAAROP DEBEVESTIGINGSBOUTEN VAN DE MOTOR EN DE STEUNZICHTBAAR ZIJN
ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87ELEKTRISCHE HULPORGANENElektrisch open dak 87
87-56
Aansluitingen van de stekker van de motor
OPMERKING: de informatie "rijsnelheid" en "commando automatisch sluiten" is afkomstig van het huis met hulporganen interieur.
Aansluitingen van de stekker van de schakelaar
18936
Aansl Omschrijving
1 commando open dak (aansl. A3 van de schakelaar)
2 commando pen dak (aansl. B1)
3 commando pen dak (aansl. B2)
4 commando pen dak (aansl. B3)
5 commando pen dak (aansl. A1)
6 Niet gebruikt
7 voeding
8 Signaal rijsnelheid
9 signaal centrale vrijgave sluiten en openen
10 massa
18937
STAND VAN DE SCHAKELAAR
Aansl. 1 en 6
Aansl. 1 en 5
Aansl. 1 en 3
Aansl. 1 en 2
Schuiven 6 0 0 0 1
Schuiven 5 0 0 1 1
Schuiven 4 0 0 1 0
Schuiven 3 0 1 1 0
Schuiven 2 0 1 1 1
Schuiven 1 0 1 0 1
Gesloten 0 1 0 0
Kantelen 1 1 1 0 0
Kantelen 2 1 1 0 1
Kantelen 3 1 1 1 0
Ingedrukt 0 0 0 0
N.B.: 0 = circuit geleidend (gesloten)1 = circuit geopend
ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87
87-57
Memory systeem bestuurdersstoel
Algemeen
De standen van de bestuurdersstoel en van de buitenspiegels worden door het systeem onthouden. De passagiersstoel heeft een elektrische bediening zonder geheugen voor de instellingen.
De gebruiker heeft twee mogelijkheden: de stand van de bestuurdersstoel en van de
buitenspiegels instellen. Dit is de "handbediening" de bestuurdersstoel en de buitenspiegels in één keer
in de juiste stand (terug)zetten. Dit is de "automatische" werking
Drie rekeneenheden sturen permanent de standen van de verstelbare organen, analyseren de wensen van de bestuurder en sturen de motors aan: van de bestuurdersstoel (rekeneenheid onder de
bestuurdersstoel) van de spiegels (rekeneenheid in elke multiplex
ruitbediening met sneltoets).
LET OP: Voor het opslaan van een bestuurdersstand in het geheugen, stelt u, bij + accessoires, de drie richtingen van de stoel af, en de twee richtingen van de buitenspiegels met het toetsenbord. Druk daarna lang op de toets "mémo" om de standen op te slaan. De standen worden onthouden in combinatie met RENAULT-kaart die in de lezer zit. De geheugenregistratie wordt bevestigd door een geluidssignaal van het instrumentenpaneel.
Nota: het toetsenbord van de stoelbediening heeft geen toets aan/uit.
BESCHRIJVING VAN HET SYSTEEM
het huis met hulporganen interieur (1) de rekeneenheid van de stoel (2) het bedieningspaneel (3) van de stoel de portiermodules (4)
Principeschema
DI8700
ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87
87-58
Huis met hulporganen interieur (UCH) Bij iedere ontgrendeling van de portieren met de afstandsbediening en bij iedere inschakeling van + accessoires, bestudeert het huis met hulporganen interieur het nummer van de RENAULT-kaart.bij het openen van het bestuurdersportier, stuurt dit via een draad dit kaartnummer door om de bijbehorende instellingen weer uit te voeren.
de rekeneenheid van de stoel Deze bevindt zich onder de bestuurdersstoel (vastgeklemd aan de voorkant van het chassis). Afhankelijk hoe hij is aangestuurd, is de rekeneenheid: – sluimerend (niet actief)– ontwaakt (actief)
Hij gaat van sluimerend over naar ontwaakt bij het de detectie van de volgende informatie:– het inschakelen van + accessoires,– openen van het bestuurdersportier,– de ontvangst van het signaal van de afstandsbediening van een RENAULT-
kaart.
Hij gaat in de sluimerstand 40 minuten na het uitzetten van het contact, als het bestuurdersportier niet is geopend. In dit geval, gaat de rekeneenheid direct sluimeren.
Voor het uitbouwen van de rekeneenheid is het uitbouwen van de stoel niet nodig.
de portiermodules waarin de informatie over de standen van de spiegels is vastgelegd. Voor de functie memory systeem van de bestuurdersstoel, moeten de twee motors van de ruitbediening zijn uitgerust met rekeneenheden.
OPMERKING: een speciaal multiplexnetwerk voor het memory systeem van de bestuurdersstoel zorgt voor de uitwisseling van informatie tussen de twee modules van de voorportieren.
ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87
87-59
de stoel. deze heeft drie motors (voor drie bewegingen): – langsrichting (rails) (1),– zitkussenhoogte achter (2),– helling van de rugleuning (3).
Iedere motor drijft de stoel aan via een kabel en een vertraging. De motors hebben per beweging een controleweerstand die de stand registreert.
Raadpleeg voor het uitbouwen van de motors, het hoofdstuk "carrosserie".
ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87
87-60
toetsenbord
Dit bevindt zich aan de buitenflank van de bestuurdersstoel, en heeft: een schakelaar "zitkussen" (A) voor het bewegen in
langsrichting en de hoogte van het zitkussen van de stoel,
een schakelaar "rugleuning" (B) voor het veranderen van de helling van de rugleuning,
een toets "mémo" (C) voor het in het geheugen opslaan of terugroepen van de instellingen van de bestuurdersstoel (bestuurdersstoel en buitenspiegels).
Deze toets wordt gebruikt:– door lang indrukken (2 secondes) voor het
vastleggen van de bestuurdersstoel. Een geluidssignaal bevestigt de registratie.
– door kort indrukken om in het geheugen opgeslagen stand terug te roepen.
N.B.: een druk op een toets tijdens het terugroepen van de standen stopt de beweging van de stoel en van de spiegels.
OPMERKINGEN:– het terugroepen van de standen kan niet als de auto
rijdt,– als de spiegels zijn ingeklapt bij het terugroepen van
de standen, bewegen de motors zodra de spiegels zijn uitgeklapt.
UITBOUWEN
Het toetsenbord is met drie metalen klemmetjes (D) vastgezet op de kap over de stelrails. Om het uit te bouwen, moeten deze klemmetjes een voor een worden ingedrukt door uw vingers tussen het zitkussen en de kap over de stelrails te steken.
Maak de stekker los.
18628
ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87
87-61
AANSLUITINGEN
Toetsenbord memory systeem (bestuurder)
Toetsenbord passagier
N.B.: Het toetsenbord van de passagiersstoel heeft geen toets "mémo". Er is geheugen voor de standen.
STAND COMMANDO AANSL.
Zitkussen vooruit A1 en A3
Zitkussen omhoog A1 en A4
Rugleuning vooruit A1 en A5
Rugleuning achteruit A6 en A5
Zitkussen achteruit A6 en A3
Zitkussen omlaag A6 en A4
Vastleggen van de standen B5 en B2
Omschrijving Aansl
Rugleuning vooruit A1
Rugleuning achteruit A2
+ accessoires A3
Stoel achteruit A4
Massa A5
Zitkussen omlaag A6
Stoel vooruit B1
Zitkussen omhoog B6
ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87
87-62
de rekeneenheid
AANSLUITINGEN
Zwarte stekker
Witte stekker
Groene stekker
Aansl Omschrijving
A1 + Na contact
A5Verbinding huis met hulporganen interieur
A8Verbinding huis met hulporganen interieur
B1 Voeding
B3 Massa
B4 Massa
B6 Voeding
Aansl Omschrijving
A3 Commandoverbinding B1 (mémo)
B1 Motor stelrail
B2 Motor hoogte
B3 Motor rugleuning
B5 Gezamenlijke draad motor
Aansl Omschrijving
1 Massa opname elementen
2 Signaal controleweerstand stelrail
3 Signaal controleweerstand rugleuning
4 Signaal controleweerstand hoogte
5 Niet gebruikt
6 Voeding controleweerstanden
7 Niet gebruikt
8 Commandoverbinding A6 toetsenbord
9 Commandoverbinding A1 toetsenbord
10 Commandoverbinding B5 toetsenbord
11 Niet gebruikt
12 Commandoverbinding B2 toetsenbord
13 Commandoverbinding A4 toetsenbord
14 Commandoverbinding A3 toetsenbord
15 Commandoverbinding A5 toetsenbord
ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87
87-63
de portiermodules
N.B.: voor het uitbouwen en de gegevens van de motors van de ruitbediening, raadpleeg hoofdstuk "elektrische ruitbediening"
Aansl Omschrijving
1 Commando motor rechts/links van de spiegel (aansl. 2A)
2 Gezamenlijke draad van de spiegels (aansl. 2C/3C)
3 Passagiersruit omlaag
4 Commandoverbinding van de spiegels (bestuurderszijde aansl. 6)
5 Commandoverbinding van de spiegels (bestuurderszijde aansl. 3)
6 Commandoverbinding van de spiegels (bestuurderszijde aansl. 8)
7 Signaal controleweerstand van de motor omhoog/omlaag van de bestuurderspiegel (aansl. 2 D)
8 Passagiersruit omhoog
9 Niet gebruikt
10 Voeding
11 Commando omhoog/omlaag bestuurdersspiegel (aansl. 2B)
12 Commando motor inklappen van de spiegel (aansl. 3B)
13 Commandoverbinding van de spiegels (bestuurderszijde aansl. 7)
14 Bestuurdersruit omlaag
15 Niet in gebruik
16 Gezamenlijk controleweerstanden van de spiegel (aansl. 2F)
17 Massa
18 Niet gebruikt
19 Multiplexverbinding tussen de spiegels (specifiek voor functie memory systeem van de bestuurdersstoel)
20 Massa
21 Gezamenlijk controleweerstanden van de spiegel (aansl. 2G)
22 Commandoverbinding van de spiegels (bestuurderszijde aansl. 9)
23 Bestuurdersruit omhoog
24 Commandoverbinding van de spiegels (bestuurderszijde aansl. 5)
25 Commandoverbinding van de spiegels (bestuurderszijde aansl. 1)
26 Commando omhoog/omlaag bestuurdersspiegel (aansl. 2E)
27 Verbinding huis met hulporganen interieur (signaal sluiten of stoelgeheugen)
28 Niet gebruikt
29 Multiplexverbinding tussen de spiegels
30 Niet gebruikt
ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87ELEKTRISCHE HULPORGANENMemory systeem bestuurdersstoel 87
87-64
de buitenspiegels
Let op: voor het uitbouwen van de buitenspiegels kan de portierbekleding op zijn plaats blijven.
AANSLUITINGEN (meest complete uitvoering)
18552-1
Aansl Omschrijving
1B Spiegelverwarming
1C Spiegelverwarming
1D Temperatuurzender (aan passagierskant),
1E Temperatuurzender (aan passagierskant),
1F Niet gebruikt
1G Niet gebruikt
2A Stelmotor horizontaal
2B Stelmotor verticaal
2C Gezamenlijke draad motor
2D Controleweerstand horizontale stand
2E Controleweerstand verticale stand
2F Voeding
2G Massa
2H Niet gebruikt
3B Inklapmotor
3C Inklapmotor
3D Elektrochroom spiegel
3E Elektrochroom spiegel
3F Niet gebruikt
3G Niet gebruikt
ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87Parkeerhulp
ALGEMEEN
Afhankelijk van de uitvoering heeft de auto een systeem dat de bestuurder, tijdens het achteruit rijden, waarschuwt als er zich een obstakel achter de auto bevindt (paaltje, andere auto...)
WERKING
Het systeem bestaat uit: vier ultrasoon sensor in de schildbumper achter, een zelfstandige rekeneenheid (met een diagnosefunctie), een zoemer.
Bij het inschakelen van de achteruit, komt het systeem automatisch in werking (te horen aan een kort geluidssignaal bij het inschakelen). De ultrasoonsensors in de schildbumper achter meten de afstand tussen de auto en een eventueel obstakel.
De frequentie van het geluidssignaal ia afhankelijk van de afstand: de waarschuwing begint zodra het obstakel zich op ongeveer 150 centimeter van de schildbumper bevindt, en wordt bij ongeveer 25 centimeter van de auto een continu signaal.
OPMERKING: voor een goede werking van het systeem, moeten de ultrasoon sensors schoon zijn, als het systeem een storing detecteert, klinkt gedurende ongeveer vijf secondes een geluidssignaal, bij hevige regenval of of bij het gebruik van een fietsdrager, is de detectie door de sensor onbetrouwbaar.
1 Sensors2 Rekeneenheid3. Zoemer
87-65
ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87
87-66
REKENEENHEID
UITBOUWEN
Verwijder de interieurbekleding van de bagageruimte rechts (zie hoofdstuk carrosserie).
Maak de stekkers los van de rekeneenheid en draai de bevestigingsschroeven los.
INBOUWEN
Voor het inbouwen van de rekeneenheid gelden geen bijzonderheden.
Na het vervangen van de rekeneenheid, moet u hem configureren met een van de diagnoseapparaten.
met de diagnoseapparaten NXR, Clip of Optima 5800,
selecteer en valideer het systeem "parkeerhulp". selecteer en valideer het menu "commando",
"configuratie van het systeem", Selecteer en valideer het autotype. Controleer de juiste configuratie via het menu "lezen
van de configuratie".
ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87
87-67
AANSLUITINGEN
N.B.: de stekker (2) wordt niet gebruikt.
STEKKER 1 (16-polige)
STEKKER 3 (12-polige)
* Het parkeerhulp systeem kan worden uitgeschakeld bij het trekken van een aanhangwagen. Verbindt hiertoe de draad van aansl. 5 in stekker 1 met de massa, het systeem is uitgeschakeld.
Het systeem kan ook met behulp van het diagnoseapparaat worden uitgeschakeld.
N.B.: de informatie rijsnelheid wordt niet gebruikt.
Aansl Omschrijving
1 + Na contact
2 Zoemer
3 Niet gebruikt
4 Niet gebruikt
5 Uitschakelen *
6 Informatie achteruit (huis met hulporganen interieur
7 Niet gebruikt
8 Massa
9 Niet gebruikt
10 Zoemer
11 Informatie snelheid
12 Diagnoseverbinding
13 Niet gebruikt
14 Niet gebruikt
15 Niet gebruikt
16 Niet gebruikt
Aansl Omschrijving
1 Massa binnenste sensor rechts
2 Signaal binnenste sensor rechts
3 Signaal binnenste sensor links
4 Signaal buitenste sensor rechts
5 Signaal buitenste sensor links
6 Voeding binnenste sensor rechts
7 Massa binnenste sensor links
8 Massa buitenste sensor rechts
9 Massa buitenste sensor links
10 Voeding binnenste sensor links
11 Voeding buitenste sensor rechts
12 Voeding buitenste sensor links
ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87
87-68
ZOEMER
UITBOUWEN
Verwijder de interieurbekleding van de bagageruimte links (zie hoofdstuk carrosserie).
Maak de stekker los.
Verwijder de plastic montagepennen.
INBOUWEN
Voor het inbouwen van de zoemer gelden geen bijzonderheden.
Vervang de plastic montagepennen door gewone popnagels.
Het volume en de toon van de zoemer kunnen worden aangepast of uitgeschakeld met de diagnoseapparaten.
met de diagnoseapparaten NXR, Clip of Optima 5800,
selecteer en valideer het systeem "parkeerhulp". selecteer en valideer het menu "commando",
"CF001: volume zoemer", selecteer en valideer "CF 006: toon zoemer". Controleer de juiste configuratie via het menu "lezen
van de configuratie".
ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87
87-69
ULTRASOON SENSORS
De sensors zijn alle gelijk maar hun montages verschillen: bijzonderheden van de hatchback: de sensors zijn
ingebouwd in de sierstrip van de schildbumper. Er zijn twee verschillende schildbumpers.
bijzonderheden van de break: de sensors zijn op steunen vastgeklemd. Deze steunen zijn vastgeklemd op de schildbumper. De vier steunen zijn verschillend en niet onderling verwisselbaar.
UITBOUWEN
LET OP: de sensors zijn kwetsbaar.
Sla nooit tegen de metalen buitenkant van de sensor.
Verwijder de schildbumper en de stootblokken.
Iedere sensor wordt door twee klemmetjes aan de zijkant en een centreerpen op zijn plaats gehouden.
Open de klemmetjes (A) en trek aan de sensor.
Haal de sensor zonder hem te krassen uit zijn houder.
INBOUWEN
Plaats de pen tegenover de houder en steek de sensor naar binnen tot de klemmetjes op hun plaats zitten.
LET OP: de sensors kunnen niet tegen warmte (temperatuur boven 80˚C).
19040 SENSOR IN ZIJN HOUDER
FOTO
ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87ELEKTRISCHE HULPORGANENParkeerhulp 87
87-70
AANSLUITINGEN
Aansl Omschrijving
1 Voeding
2 Signaal
3 Massa
BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88
88-1
188BEDRADINGMultiplexsysteem
BESCHRIJVING VAN HET SYSTEEM
De rekeneenheden in moderne auto's worden steeds krachtiger en voeren steeds complexere berekeningen uit. Daarbij hebben zij steeds meer informatie nodig, afkomstig van sensors of van andere rekeneenheden.
Met het multiplexnetwerk kunnen zij: informatie uitwisselen via een tweedraads verbinding
waarop alle rekeneenheden zijn aangesloten: de BUS.
de bedrading en stekkerverbindingen te vereenvoudigen.
Voor de onderlinge communicatie via het multiplexnetwerk, moeten de de rekeneenheden de zelfde taal spreken (protocol). RENAULT heeft gekozen voor het "CAN" protocol.
het CAN protocolDe bus bestaat uit twee verstrengelde, niet verwisselbare draden, genaamd CAN H en CAN L.De informatie wordt overgebracht in de vorm van bloksignalen als differentiaalpaar waardoor de verbinding minder gevoelig is voor storingen door elektromagnetische straling. De circulerende signalen zijn elkaars tegenovergestelde: van 2,5 tot 3,5 volt voor de CAN lijn H en van 2,5 tot 1,5 volt voor de CAN lijn L.
De multiplexverbinding heeft aan ieder uiteinde een impedantieadapter van 120 ohm.– bij huis met hulporganen interieur ≈ 120 ohm op de
CAN lijn huis met hulporganen interieur, (los van het netwerk).
– bij rekeneenheid van het inspuitsysteem ≈ 120 ohm op de CAN lijn van de rekeneenheid (los van het netwerk).
Zie hoofdstuk "reparatie van het multiplexnetwerk" voor het meten van de lijnimpedantie en het testen van het multiplexnetwerk.
Het CAN frame:Het bericht dat op het multiplexnetwerk wordt verzonden, wordt "frame" genoemd. Het bestaat uit een opeenvolging van logische niveaus die zijn gestructureerd in 5 velden.
⇒ Een arbitrageveld dat de bestemming(en) aangeeft en de toegangsprioriteit van het frame voor het netwerk.
⇒ Een controleveld.⇒ Een veld dat de gegevens van het bericht bevat.⇒ Een controleveld voor de beveiliging van de
overdracht.⇒ Een bevestigingsveld dat aangeeft dat het frame
correct op het netwerk is verspreid.
Bijzonderheden:– als verschillende rekeneenheden tegelijk proberen
een frame te verzenden, heeft het frame met het hoogste arbitrageveld voorrang. De andere zendingen (met minder prioriteit) vinden plaats zodra de overdracht van het belangrijkste frame is uitgevoerd. Iedere rekeneenheid kan zenden en ontvangen.
– Als een bericht niet goed is of niet goed ontvangen is door een rekeneenheid, wordt het bevestigingsveld niet gevalideerd, en wordt het gehele bericht verworpen.
BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88
88-2
Reparatie van het multiplexnetwerk
De aansluiting op het multiplexverbinding vindt bij alle betrokken rekeneenheden plaats door middel van een kabelsplitsing in de bedrading.
De diagnose van deze lijnen bestaat uit het controleren van: de geleiding lijn voor lijn, de isolatie ten opzichte van de massa en van het
potentiaal, de impedantie van de lijn:
≈ 60 ohm tussen CAN H en CAN L (accu losgenomen tussen aansluiting 6 en 14 van de diagnose-aansluiting), ≈ 120 ohm op de CAN lijn huis met hulporganen interieur, bij het huis met hulporganen interieur (los van het netwerk), ≈ 120 ohm op de CAN lijn van de rekeneenheid (los van het netwerk),
de frames kunnen zichtbaar gemaakt worden met een oscilloscoop,
de overige diagnosewerkzaamheden kunnen alleen worden uitgevoerd met de diagnoseapparaten (test van de actionneurs, meten van de parameter,...).
Diagnose
De multiplexrekeneenheden hebben een diagnoseverbinding die een diagnose van het multiplexnetwerk bevat.
Iedere rekeneenheid controleert regelmatig of hij berichten kan verzenden naar en ontvangen van andere rekeneenheden. Een geconstateerde afwijking wordt vertaald in een of meer aanwezige storingen of storingen in het geheugen op het multiplexnetwerk. deze storingen worden gegroepeerd in een voor alle rekeneenheden gemeenschappelijk formaat in een frame bestemd voor de diagnose van het multiplexnetwerk.
In de werkplaats, kunt u deze storingen zien met de diagnoseapparaten om de defecte verbinding(en) tussen rekeneenheden de identificeren en de aard en de plaats van de storing te weten te komen.
Telkens als een diagnoseapparaat wordt aangesloten op de auto, voert het eerst een "Test van het multiplexnetwerk" uit.
De verschillende multiplexverbinding op de auto
Afhankelijk van het uitrustingsniveau, kan de auto een aantal multiplexnetwerken hebben:⇒ het multiplexnetwerk van de auto tussen de
systemen (dat tien rekeneenheden omvat) Inspuitsysteem Automatische transmissie (afhankelijk van de
uitvoering) Antiblokkeersysteem van de wielen Huis met hulporganen interieur (UCH) Elektrische stuurkolomgrendel Airbag Airconditioning Instrumentenpaneel Centrale communicatie eenheid Spraakmaker
⇒ Het eigen multiplexnetwerk (dat de rekeneenheid van het ABS verbindt met de stuurwielhoeksensor).
⇒ Het multiplexnetwerk voor het navigatiesysteem.⇒ Het multiplexnetwerk van de optie memory
systeem van de bestuurdersstoel.
BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88
88-3
Plaats van de rekeneenheden in de auto
Verklaring bij de nummers op de tekeningen
1.2.3.4.
5.6.7.8.9.10.
Rekeneenheid ABSRekeneenheid inspuitsysteemAccuRekeneenheid automatische transmissie (afhankelijk van de uitvoering)RENAULT-kaartlezerCentrale communicatie eenheidBedieningspaneel airconditioningAutoradio en navigatiesysteemDisplay op instrumentenpaneelRuithefmotor met sneltoets multiplex
11.12.13.14.15.16.17.18.19.20.
SpraakmakerOpname elementen zij-airbagRekeneenheid airbagInstrumentenpaneel Elektrische stuurkolomgrendelHuis met hulporganen interieur (UCH)Rekeneenheid xenonlampenMemory systeem bestuurdersstoelRekeneenheid parkeerhulpCD-wisselaar
BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88BEDRADINGMultiplexsysteem 88
88-4
Plaats van de gecontroleerde rekeneenheden in de auto
Verklaring bij de nummers op de tekeningen
1. Rekeneenheid ABS2 Rekeneenheid inspuitsysteem3. Rekeneenheid automatische transmissie (afhankelijk van de uitvoering)4. Centrale communicatie eenheid5. Rekeneenheid airbag6. Instrumentenpaneel (afhankelijk van de uitvoering)7. Huis met hulporganen interieur8. Rekeneenheid xenonlampen9. Rekeneenheid parkeerhulp
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-5
Airbags en gordelspanners
De auto heeft een compleet SRP systeem voor de passieve veiligheid (SRP = Spannings Reductie Programma) dat bestaat uit:
– een frontale airbag voor de bestuurder met een SRP-airbag met twee volumes,– een frontale airbag voor de passagier met een SRP-airbag met twee volumes,– gordelspanners voor en achter,– speciale SRP-autogordel voor,– een rekeneenheid (75-polig),– twee crash sensors in de middenstijl links en rechte,– zij-airbags die de borstkas beschermen van de inzittenden van de voorstoelen,– zijruitairbags die het hoofd beschermen van de inzittenden van de voorstoelen en achter,– zij-airbags (afhankelijk van de uitvoering) die de borstkas beschermen van de inzittenden van de
achterste zitplaatsen.
Opmerking: bepaalde stekkers een nieuw type grendelsysteem. U moet altijd de grendel losmaken voordat u de stekker uitbouwt en bij het monteren controleren of hij goed op zijn plaats zit. Door een niet vergrendelde stekker kan de ontstekingslijn niet worden gevoed.
LET OP:Bij dit systeem (frontale SRP-airbags) zijn de functies van de gordel en de airbag met elkaar verbonden.De SRP-functie van de veiligheidsgordel wordt anders afgesteld indien het wordt ingebouwd in combinatie met een SRP-airbag (controleer ALTIJD zorgvuldig het bestelnummer van ieder onderdeel voordat het wordt vervangen).
Het is streng verboden SRP-autogordels te monteren op een plaats zonder airbag of de airbag los te maken.
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-6
ALGEMEEN
Het betreft hier aanvullende veiligheidsvoorzieningen.
Bij een voldoende zware aanrijding:
Worden bestuurder en passagiers in hun stoelen gehouden door de veiligheidsgordels. Treden de gordelspanners (voor en achter) in werking die de autogordels strak trekken tegen het lichaam van de
inzittenden. Zorgt het SRP-systeem voor een vermindering van de kracht van de gordel over het lichaam. De airbags blazen zich op:
– in het stuurwiel zodat het hoofd van de bestuurder wordt beschermd. – in het dashboard zodat het hoofd van de voorpassagier wordt beschermd.
N.B.: de frontale airbags hebben twee ontstekers om het volume van de airbags aan te passen afhankelijk van de ernst van de botsing en de stand van de bestuurdersstoel.
Werkzaamheden aan de systemen van de airbag en de gordelspanners mogen alleen worden uitgevoerd door speciaal hiervoor opgeleid personeel.
19041
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-7
Bij een voldoende zware aanrijding tegen de zijkant:
de borstkas zij-airbag voor, in de voorstoel aan de kant van de botsing blaast zich op naast het portier om de borstkas van de inzittende van de voorstoel te beschermen.
Afhankelijk van de uitvoering: de borstkas zij-airbag achter, in de zijwand achter aan de kant van de botsing blaast zich op naast het portier om de borstkas van de inzittende achter te beschermen.
De zijruitairbag aan de kant van de botsing blaast zich op naast het portier om het hoofd van de inzittenden voor en achter te beschermen.
LET OP:
– Plaats geen hoezen over de voorstoelen.
– Plaats geen voorwerpen in het ontplooiingsgebied van de airbag.
– Bij werkzaamheden aan de onderrand van de carrosserie van de auto (bij het opname element zij-airbag, aan de carrosserie, aan het oprolmechanisme van de autogordel enz.), moet de rekeneenheid van de airbags met het diagnoseapparaat worden vergrendeld en moet u het contact uitzetten.
– Voor de bijzonderheden van verwijderen en weer aanbrengen van de bekleding, moet u het hoofdstuk carrosserie raadplegen.
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-8
IDENTIFICATIE
Auto's met frontale airbags herkent u:– aan inscripties in iedere onderhoek van de
voorruit,– aan de inscriptie "Airbag SRP" op de
stuurwielnaaf en op het dashboard.
Auto's met zij-airbags herkent u:– aan inscripties in iedere onderhoek van de
voorruit,– aan de inscriptie "Airbag" op de zijkant van de
rugleuning van de voorstoelen,– aan de inscriptie "Airbag" op de bekleding aan de
binnenkant van de achterstijlen van het dak.
De auto's met borstkas airbags achter herkent u aan de inscriptie "Airbag" op de zijkant van de rugleuning van de achterbank.
VOORZORGEN
SPECIAAL GEREEDSCHAP
Voor het controleren van deze systemen kunt u de volgende diagnoseapparatuur gebruiken:
NXR OPTIMA 5800 CLIP
Met deze diagnoseapparatuur kunnen storingen in de rekeneenheid of in de bedrading worden opgespoord (zie hoofdstuk storing zoeken).
N.B: voordat u werkzaamheden aan het systeem uitvoert, moeten de ontstekingslijnen met dit gereedschap worden uitgeschakeld, zodat de pyrotechnische ontstekers niet kunnen afgaan.
Het gereedschap NXR en CLIP is voorzien van een functie "controle van de kabelbundels airbags en gordelspanners" die vergelijkbaar is met de werking van de XRBAG.
XRBAG (Elé. 1288)
Dit gereedschap is speciaal ontworpen voor het controleren en onderzoeken van de airbags en de gordelspanners.
Hiermee kunt u elektrische metingen uitvoeren aan de verschillende kabelbundels van het systeem (zie hoofdstuk storing zoeken).
BELANGRIJK: de pyrotechnische systemen (gordelspanners, frontale en zij-airbags) moeten met de diagnoseapparatuur worden gecontroleerd:– na een aanrijding waarbij de systemen niet zijn
geactiveerd,– na diefstal van de auto of een diefstalpoging,– voordat de auto als occasion wordt verkocht.
LET OP: Voer nooit metingen uit aan de bedrading of stekkerblokken van de airbag of de gordelspanners met een ohmmeter of ander gereedschap. Door de werkspanning van dit gereedschap kan de airbag of de gordelspanners worden geactiveerd.
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-9
75-POLIGE ADAPTER (B53)
Deze adapter wordt op de kabelbundel aangesloten in plaats van de rekeneenheid.
Hiermee kunt u met de XRBAG, NXR en CLIP alle verbindingen naar de ontstekers controleren en de voedingsspanning van de rekeneenheid meten.
Via de aansluitingen kunt u elektrische metingen uitvoeren aan de verschillende kabelbundels van het systeem (zie het deel storing zoeken).
Opmerking: het airbaglampje kan niet worden aangestuurd door het het gereedschap want deze opdracht aan het instrumentenpaneel loopt via het multiplexnetwerk.
LOZE ONTSTEKER
Het rode doosje bij de XRBAG bevat een loze ontsteker.
Deze heeft dezelfde elektrische eigenschappen als een echte ontsteker en vervangt de airbag of de gordelspanner tijdens het storing zoeken.Deze zijn leverbaar:
via de importeur:
15749
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-10
WERKING VAN DE GORDELSPANNERS EN FRONTALE AIRBAGS
Bij het aanzetten van het contact gaat het controlelampje van de airbags en de gordelspanners enige seconden branden en daarna weer uit.
Opmerking: het airbaglampje kan oplichten als de accuspanning te laag is.
De rekeneenheid is dan paraat en registreert de vertragingen van de auto met behulp van een ingebouwde vertragingsmeter.
1. Bij een voldoende zware frontale aanrijding, ontsteekt deze de ontstekers van de gordelspanners gelijktijdig indien een afzonderlijke elektronische veiligheidssensor de schok eveneens heeft waargenomen: gordelspanner van de schoudergordel van de
bestuurdersstoel en van de passagiersstoel, gordelspanners rechts en links achter.
2. Bij een zwaardere frontale aanrijding ontsteekt de vertragingsmeter, na bevestiging door de elektronische veiligheidssensor bovendien de pyrotechnische gasgenerators: gordelspanner van de schoudergordel van de
bestuurdersstoel en van de passagiersstoel, gordelspanners rechts en links achter, gordelspanner heupgordel van de
bestuurdersstoel frontale airbags (kleine volumes) van de
bestuurder en van de passagier.
3. Bij een zwaardere frontale aanrijding ontsteekt de rekeneenheid bovendien de pyrotechnische gasgenerators van de grote volumes van de frontale airbags van de bestuurder en van de passagier.
N.B.: het volume van de airbag voor de bestuurder kan door de rekeneenheid worden aangepast: aan de stand van de bestuurdersstoel (zie hoofdstuk
"contact onder stoel"), aan de ernst van de botsing.
De pyrotechnische gordelspanners van de schoudergordels van de zitplaatsen voor en achter kunnen worden geactiveerd bij een aanrijding aan de zijkant, een aanrijding aan de achterzijde of als de auto omslaat (afhankelijk van de ernst).
LET OP: de explosie van een gaspatroon veroorzaakt een luide knal en een lichte rookontwikkeling.
N.B: de rekeneenheid ontvangt zijn voeding onder normale omstandigheden van de accu.De rekeneenheid bouwt echter een hoeveelheid reserve-energie op voor het geval de voeding vanaf de accu als gevolg van de aanrijding wordt onderbroken.
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-11
WERKING VAN DE ZIJ-AIRBAGS
Bij het aanzetten van het contact gaat het controlelampje van de airbags en de gordelspanners enige seconden branden en daarna weer uit.
De rekeneenheid van de airbags en gordelspanners is nu paraat evenals de opname elementen van de zij-airbags in de middenstijlen.
Bij een zijdelingse aanrijding van voldoende kracht, stuurt het opname element aan de kant van de botsing een signaal naar de rekeneenheid van de airbags en gordelspanners. Indien een (in de rekeneenheid ingebouwde) elektronische veiligheidssensor de schok eveneens heeft waargenomen, ontsteekt deze de ontstekers: van de pyrotechnische gasgenerator van de stoel die
de airbag van de borstkas van de voorstoel (aan de kant van de aanrijding) opblaast en daarna de gordelspanners voor en achter,
van de pyrotechnische gasgenerator van de zijruitairbag die het hoofd beschermt van de inzittenden voor en achter (aan de kant van de aanrijding),
van de pyrotechnische gasgenerator (afhankelijk van de uitvoering) van de airbag van de borstkas bij de achterbank (aan de kant van de aanrijding).
De zij-airbags kunnen worden geactiveerd bij een frontale botsing of bij een hevige botsing tegen de andere kant.
LET OP: de explosie van een gaspatroon veroorzaakt een luide knal en een lichte rookontwikkeling.
REKENEENHEID
De rekeneenheid bevat: een elektronische veiligheidssensor voor de frontale
airbags en gordelspanners, een elektronische veiligheidssensor voor de zij-
airbags, een vertragingsmeter voor de frontale airbags en
gordelspanners, verbindingen met de elektronische sensors in de
middenstijlen, een ontstekingscircuit voor de verschillende
pyrotechnische systemen, een energiereserve voor de verschillende
ontstekingslijnen, een zelfcontrolesysteem met storingsgeheugen, een circuit dat het waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel aanstuurt, een communicatie-interface K via de diagnose-
aansluiting, een botsdetectieverbinding (botsinformatie).
BELANGRIJK: Voordat u de rekeneenheid uitbouwt, moet u hem vergrendelen met behulp van een van de diagnoseapparaten. Alle ontstekingscircuits zijn hierdoor vergrendeld en het airbaglampje op het instrumentenpaneel brandt met contact aan (een rekeneenheid uit het magazijn wordt in deze toestand geleverd).
OPMERKING: Als het systeem bij een botsing niet goed heeft gewerkt, kan met de diagnoseapparaten worden gecontroleerd of het vóór de botsing al defect was.
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-12
REKENEENHEID
VERGRENDELEN VAN DE REKENEENHEID
Voordat u de rekeneenheid uitbouwt of werkzaamheden aan de airbag of gordelspanners uitvoert, moet u de rekeneenheid vergrendelen met behulp van een van de diagnoseapparaten, ofwel:
met de NXR, OPTIMA 5800 en CLIP1. Kies het menu "Storing zoeken Renault".2. Selecteer en valideer het type van de auto.3. Selecteer en valideer het te controleren systeem
"Airbag".4. Kies het menu "Commando".5. Selecteer en valideer de functie "Configuratie van
de rekeneenheid" of "Parametrage" (afhankelijk van het diagnoseapparaat) valideer daarna de regel " Vergrendeling rekeneenheid".
6. Kies het menu "Staat" en controleer of de rekeneenheid inderdaad is vergrendeld. De staat "Rekeneenheid vergrendeld" moet bevestigd zijn en het airbaglampje op het instrumentenpaneel moet oplichten (een rekeneenheid uit het magazijn wordt in deze toestand geleverd). Het storing zoeken blijft mogelijk als deze functie is geactiveerd.
N.B.: voor het ontgrendelen van de rekeneenheid, gaat u op dezelfde wijze te werk, maar valideert u de regel "Ontgrendelen rekeneenheid".De staat "Rekeneenheid ontgrendeld" mag niet langer bevestigd zijn en het airbaglampje op het instrumentenpaneel moet doven.
UITBOUWEN
De rekeneenheid bevindt zich op de tunnel in de middenconsole.
LET OP: voordat u de rekeneenheid uitbouwt, moet u hem vergrendelen met behulp van een van de diagnoseapparaten.
Bouw de middenconsole uit.Snijd de vloerbekleding in bij (1) en vouw het enigszins terug.Maak los en verwijder de luchtlagen (2) rechts en links.
Maak de stekker los van de rekeneenheid en verwijder de bevestigingsbouten.
18548
18548-1
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-13
INBOUWEN
Let op de montagerichting van de rekeneenheid. De pijl moet naar de voorzijde van de auto wijzen.
Zet de bouten vast met een aantrekkoppel van 0,8 daN.m.
Configuratie van de rekeneenheden
De nieuwe rekeneenheid herkenbaar u aan de naam "ACU3" op de diagnoseapparaten (niet XR25), worden geleverd in de configuratie "airbag borstkas voor, airbag borstkas achter en zijruitairbag".Als aan deze configuraties niet is voldaan, blijft het airbaglampje branden.
Met uitsluitend NXR, CLIP en OPTIMA 58001. Kies het menu "Storing zoeken Renault".2. Selecteer en valideer het type van de auto,3. Selecteer en valideer het te controleren systeem
"Airbag",4. Kies het menu "Commando",5. Selecteer en valideer de functie "Parametrage" of
"configuratie van de rekeneenheid" (afhankelijk van de uitvoering),
6. Valideer de regel van de gewenste configuratie, druk dan op "verder",
7. Het gereedschap bevestigt de configuratie. Druk op "verder" en valideer,
8. Valideer de configuratie na uitzetten van het contact via het menu "Commando" "Lezen configuratie".
De rekeneenheid bevat gevoelige componenten, laat hem niet vallen.
bij werkzaamheden onder de auto (uitlaat, carrosserie, enz.) waarbij bijvoorbeeld een hamer wordt gebruikt of waarbij tegen de bodemplaat wordt geslagen, moet u eerst de rekeneenheid vergrendelen met behulp van het diagnoseapparaat.
Bij het installeren van elektrische accessoires (luidspreker, alarm of ander toestel dat een magnetisch veld kan opwekken), dat dit niet wordt geplaatst in de nabijheid van de rekeneenheid van de airbags en de gordelspanners.
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-14
Aansluitingen 75-polige gele stekker
Aansl Omschrijving
12
34
56 t/m 2526
27
282930313233343536373839404142434445464748495051525354555657585960
Niet gebruikt+ gordelspanner schoudergordel bestuurder.- gordelspanner links achter+ gordelspanner schoudergordel passagier.- gordelspanner rechts achterNiet gebruikt- gordelspanner schoudergordel bestuurder.- gordelspanner schoudergordel passagier.- gordelspanner heupgordel bestuurderNiet gebruikt+ Na contactMassaNiet gebruiktNiet gebruiktDiagnoselijn K- Airbag bestuurder klein volume+ Airbag bestuurder groot volume- Airbag passagier klein volume+ Airbag passagier groot volumeNiet gebruiktNiet gebruikt- zij-airbag bestuurder+ zij-airbag passagier- zijruitairbag bestuurder+ zijruitairbag passagier+ opname element zij-airbag bestuurder+ opname element zij-airbag passagierNiet gebruiktNiet gebruikt- zij-airbag (borstkas) links achter+ zij-airbag (borstkas) rechts achter+ gordelspanner links achter- gordelspanner rechts achter+ gordelspanner heupgordel bestuurder- zij-airbag passagierNiet gebruiktOpname element stand bestuurdersstoel.Niet gebruiktMultiplexverbindingMultiplexverbinding+ airbag bestuurder klein volume
616263646566676869707172737475
- airbag bestuurder groot volume+ Airbag passagier klein volume- Airbag passagier groot volumeNiet gebruiktNiet gebruikt+ zij-airbag bestuurder- zij-airbag passagier+ zijruitairbag bestuurder- zijruitairbag passagier- opname element zij-airbag bestuurder- opname element zij-airbag passagierNiet gebruiktNiet gebruikt+ zij-airbag (borstkas) links achter- zij-airbag (borstkas) rechts achter
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-15
WAARSCHUWINGSLAMPJE OP INSTRUMENTENPANEEL
Dit lampje controleert de werking: van de gordelspanners voor en achter, van de frontale airbags, van de airbags in de stoelen, van de zijruitairbags, van de zij-airbags achter (afhankelijk van de
uitvoering), van de accu (spanning)..
Het moet bij het aanzetten van het contact enkele secondes oplichten en daarna uit gaan en uit blijven.Als het niet oplicht bij het aanzetten van het contact of oplicht tijdens het rijden wijst dit op een storing in het systeem (zie hoofdstuk "storing zoeken").
Opmerking: onder bepaalde omstandigheden bij het starten, kan het lampje even oplichten en dan doven.
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-16
OPNAME ELEMENTEN ZIJ-AIRBAG
BELANGRIJKVoordat u een opname element zij-airbag uitbouwt, moet u de rekeneenheid vergrendelen met behulp van een van de diagnoseapparaten.Alle ontstekingscircuits zijn hierdoor vergrendeld en het airbaglampje op het instrumentenpaneel brandt.
UITBOUWEN
Zij bevinden zich aan beide kanten in de middenstijl.
Verwijder de interieurbekleding van de middenstijl.
N.B.: de voorstoel hoeft niet te worden uitgebouwd.
Maak de stekker los van het achterportier.
Verwijder bevestigingsschroeven van de stekker op de middenstijl en maak hem vrij.
Verwijder de bevestigingsbout van het opname element en bouw het uit.
19065
18831
LET OP: Tijdens het activeren van de zij-airbag, vergrendelt de rekeneenheid zich definitief en gaat het airbaglampje op het instrumentenpaneel branden. Het opname element zij-airbag en de rekeneenheid moeten dan altijd worden vervangen (bepaalde componenten verliezen hun nominale waarden als de ontstekingsenergie er doorheen is gegaan).
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-17
BELANGRIJK: bij het demonteren van het opname element voor een botsing tegen de zijkant beschadigt de centreerpen. Vervang hem altijd als hij is beschadigd.
INBOUWEN
Bij het inbouwen, plaatst u het opname element in de juiste stand met de pasnok en moet u het eerst in de auto vastzetten (aantrekkoppel: 0,8 daN.m) voordat u de stekker aansluit.
Na het aansluiten van de stekker, voert u een controle uit met het diagnoseapparaat.
Als alles in orde is, ontgrendelt u de rekeneenheid, zo niet raadpleegt u het hoofdstuk "storing zoeken".
N.B.: dit type opname element zij-airbag hoeft niet ingelezen te worden met het diagnoseapparaat.
Monteer op correcte wijze de stekker van het achterportier zodat er geen water kan binnendringen.
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-18
WERKZAAMHEDEN AAN DE BEDRADING VAN HET ONTSTEKINGSMECHANISME
Indien deze bedrading beschadigd is moet het betrokken onderdeel beslist worden vervangen. Reparaties zijn niet toegestaan.
Het is niet toegestaan de bedrading of de stekkerblokken van deze veiligheidsvoorzieningen op de klassieke manier te herstellen.
De ontstekingsbedrading van de airbags en de gordelspanners maakt deel uit van interieur-kabelbundel. Bij vervanging moet de oude bedrading aan de twee uiteinden worden doorgeknipt en moet de nieuwe bedrading dezelfde kabelbundel volgen.
LET OP: de nieuwe kabelbundel mag niet beschadigd zijn en moet op dezelfde wijze worden aangebracht als de oorspronkelijke kabelbundel.
LET OP: bij het 'installeren van elektrisch accessoires, mag de bedrading ervan niet in de buurt liggen van de kabelbundels naar de ontstekers van de airbags en van de gordelspanners en van de opname elementen aan de zijkant.
CONTACT ONDER STOEL
De bestuurdersstoel heeft een contact dat de stand op de voorstoel signaleert.
Hierdoor kan het opblazen van de frontale airbag van de bestuurder (klein of groot volume) aangepast worden aan de stand van de bestuurdersstoel, afhankelijk van de ernst van de botsing.
Voor het vervangen ervan, bouwt u de stoel uit en sluit u het nieuwe contact aan met hulzen en krimpkousjes of vervangt de complete bedrading.
Controleer altijd de werking ervan na een botsing waardoor airbags zijn geactiveerd.
18631
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-19
GORDELSPANNERS
BESCHRIJVING VAN HET SYSTEEM
De auto's hebben verschillende modellen gordelspanners. Gordelspanners op de schoudergordels voorin.
Deze zijn aan de zijkant van het stoelframe gemonteerd.
Een heupgordelspanner voor de bestuurder. Gordelspanner met oprolmechanisme op de
autogordels achter (behalve de middelste gordel).
Gordelspanner voor (schouder of heup)
De gordelspanner is voorzien van:– een speciale sluiting (A),– een pyrotechnische gasgenerator met ontsteker (B),
Het is niet toegestaan de onderdelen van de gordelspanner afzonderlijk te demonteren.
N.B.: Het systeem is pas operationeel als het contact aan staat.
Bij het ontsteken wordt de sluiting maximaal 70 mm teruggetrokken en spant zo de veiligheidsgordel.
OPMERKING: bij auto's met zij-airbags, kan de weerstand van de gordelspanners niet worden afgelezen op het diagnoseapparaat. Gebruik voor deze meting het gereedschap XRBAG, NXR of CLIP (controle bedrading).
18628-1
DI18801R
DI18802
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-20
UITBOUWEN
Maak de autogordel los door op de grendel (1) te drukken.
Zet de stoel in de lage stand en in het midden, en bouw hem uit met het gereedschap Elé. 1584 (afhankelijk van de uitvoering).
Stoel uitgebouwd, verwijder:– de stekker van de gordelspanner onder de voorstoel,– de massadraad,– de complete gordelspanner, na het verwijderen van
de bekleding.
TER HERINNERING: bij het activeren van de gordelspanners of de airbags, vergrendelt de rekeneenheid zich definitief en gaat het airbaglampje op het instrumentenpaneel branden. De rekeneenheid moet dan altijd worden vervangen (bepaalde componenten verliezen hun nominale waarden als de ontstekingsenergie er doorheen is gegaan).
LET OP: het is verboden om werkzaamheden te verrichten aan het airbag- en gordelspansysteem in de buurt van een hittebron vanwege het explosiegevaar.
BELANGRIJK: Voordat u een gordelspanner uitbouwt, moet u de rekeneenheid vergrendelen met behulp van het diagnoseapparaat. Alle ontstekingscircuits zijn hierdoor vergrendeld en het airbaglampje op het instrumentenpaneel brandt.
18828
LET OP: Bij het uitbouwen van een stoel, mag u de stekker niet losmaken zodat er geen statische elektriciteit wordt opgewekt waardoor de airbag zou kunnen afgaan.
19072
BELANGRIJK: zie het hoofdstuk "Vernietiging" voor het onschadelijk maken van een niet-geactiveerde gordelspanner.
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-21
Bijzonderheid
De steel van de autogordel, aan bestuurderszijde, een elektrisch contact waarmee een lampje op het instrumentenpaneel, aangeeft of de gordel is vastgemaakt.
Voor het loswippen van de stekker, verwijdert u de bevestigingsschroeven van de twee helften van de sluiting.
INBOUWEN
Let op de juiste ligging van de kabelbundels en hun bevestigingspunten.
Voor het inbouwen van de stoel, controleert u visueel de staat van de stekkers aan de onderkant van de stoel en op de carrosserie.
Na het vervangen van de defecte delen en het weer aansluiten van de stekkers, moet u het systeem controleren met het diagnoseapparaat.Als alles in orde is, ontgrendelt u de rekeneenheid, zo niet raadpleegt u het hoofdstuk storing zoeken.
18629
19107
18630
18829
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-22
Gordelspanners achter
De gordelspanner bevindt zich op het oprolmechanisme. Voor het uitbouwen, moet u de bekleding van de bagageruimte en van de zijwand achter verwijderen. Zie de methode in het hoofdstuk carrosserie.
Maak de stekker en de massadraad los en verwijder de bevestigingsbouten.
INBOUWEN
Let op de juiste ligging van de kabelbundels en hun bevestigingspunten.
Zet de bevestigingsbouten vast met 2,1 daN.m. (∅ 10 mm) of 4,4 daN.m. (∅ 12 mm).
Na het vervangen van de defecte delen en het weer aansluiten van de stekkers, moet u het systeem controleren met het diagnoseapparaat.Als alles in orde is, ontgrendelt u de rekeneenheid, zo niet raadpleegt u het deel storing zoeken.
18547
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-23
SRP VEILIGHEIDSGORDELS
De autogordels voor zijn voorzien van een specifiek spannings reductie programma (SRP).
De SRP-veiligheidsgordel mag alleen worden ingebouwd in combinatie met een SRP-airbag (controleer ALTIJD zorgvuldig het bestelnummer van ieder onderdeel voordat het wordt vervangen).
Autogordels die in gebruik waren bij het afgaan van de gordelspanners moeten altijd worden vervangen (ook als het niet zeker is dat zij in gebruik waren moet u ze vervangen). De op het oprolmechanisme uitgeoefende krachten zijn zo groot dat dit mechanisme inwendig defect kan zijn geraakt.
STUURWIELAIRBAG
De airbag in het stuurwiel heeft een speciaal opblaasbaar kussen (met het opschrift SRP). De zak kan verschillend opgeblazen worden (klein of groot volume) afhankelijk van ernst van de botsing of van de stand van de bestuurdersstoel.
Bij deze montage, is de werking van de airbag verbonden met die van de bijbehorende autogordel.De afstelling van het spannings reductie programma van de gordel is speciaal afgestemd op dit type airbag.
BESCHRIJVING VAN HET SYSTEEM
De airbag bevindt zich in de stuurwielnaaf.
Hij bestaat uit:– een airbagkussen met twee niveaus,– een pyrotechnische gasgenerator met twee
ontstekers,Het is niet toegestaan de onderdelen van de airbag afzonderlijk te demonteren.
Bij het ontplooien verscheurt het airbagkussen de stuurwielbekleding.
N.B.: Het systeem is pas operationeel als het contact aan staat.
BELANGRIJK: na het afgaan van de airbag, moeten altijd het stuurwiel en zijn bevestigingsbout worden vervangen.
18994
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-24
UITBOUWEN
– Steek een schroevendraaier (type T30 of een pen ∅ 6 mm) in het gat (1) achter het stuurwiel,
– druk (2) de airbag omhoog om hem te verschuiven,– wip de beveiligingen van de stekkers los,– maak de twee voedingsstekkers van de
gasgenerators los.
INBOUWEN– sluit de massadraad aan,– plaats de twee stekkers en vergrendel de
beveiligingen,– plats de airbag op het stuurwiel,– schuif hem omlaag tot hij vastklikt.
LET OP: het is verboden om werkzaamheden te verrichten aan het airbag- en gordelspansysteem in de buurt van een hittebron vanwege het explosiegevaar.
BELANGRIJK: voordat u een airbag uitbouwt, moet u de rekeneenheid vergrendelen met behulp van het diagnoseapparaat. Alle ontstekingscircuits zijn hierdoor vergrendeld en het airbaglampje op het instrumentenpaneel brandt met contact aan.
BELANGRIJK: bij her uitbouwen van het stuurwiel, moeten de stekkers van de airbag (A) en (B) altijd worden losgemaakt. De stekker van de airbag sluit zichzelf kort als hij wordt losgemaakt om te voorkomen dat de airbag kan exploderen.
18455
BELANGRIJK: zie het hoofdstuk "Vernietiging" voor het onschadelijk maken van een niet-geactiveerde airbag.
TER HERINNERING: bij het activeren van de gordelspanners of de airbags, vergrendelt de rekeneenheid zich definitief en gaat het airbaglampje op het instrumentenpaneel branden. De rekeneenheid moet dan altijd worden vervangen (bepaalde componenten verliezen hun nominale waarden als de ontstekingsenergie er doorheen is gegaan).
BELANGRIJK: als alles is gemonteerd, controleert u het systeem met het diagnoseapparaat.Als alles in orde is, ontgrendelt u de rekeneenheid, zo niet raadpleegt u het deel storing zoeken.
18554
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-25
DASHBOARD AIRBAG (passagier)
De airbag in het dashboard (SRP) heeft een airbagkussen met twee niveaus.
Bij deze montage, is de werking van de airbag verbonden met die van de bijbehorende autogordel.De afstelling van het spannings reductie programma van de gordel is speciaal afgestemd op dit type airbag.
BESCHRIJVING VAN HET SYSTEEM
Deze is in het dashboard ingebouwd voor de voorpassagier. Hij bestaat uit:– een airbagkussen met twee niveaus,– een vaste pyrotechnische gasgenerator met twee
ontstekers.
N.B.: Het systeem is pas operationeel als het contact aan staat.
UITBOUWEN
Om de dashboardairbag uit te kunnen bouwen moet wel het dashboard worden uitgebouwd. Zie de methode in het hoofdstuk 83.
Verwijder de twee stekkers van de ontstekers en de bevestigingsbouten.
18539
LET OP: het is verboden om werkzaamheden te verrichten aan het airbag- en gordelspansysteem in de buurt van een hittebron vanwege het explosiegevaar.
BELANGRIJK: voordat u een airbag uitbouwt, moet u de rekeneenheid vergrendelen met behulp van het diagnoseapparaat. Alle ontstekingscircuits zijn hierdoor vergrendeld en het airbaglampje op het instrumentenpaneel brandt.
BELANGRIJK: door het afgaan van de dashboardairbag vervormen en beschadigen de bevestigingspunten zodanig dat het dashboard moet worden vervangen. Vergeet niet tegen de zijkant van het nieuwe dashboard, de sticker aan te brengen die aangeeft dat er geen kinderstoeltje achterstevoren op de passagiersstoel mag worden geplaatst (de sticker zit in de set met nummer: 77 01 205 442).
BELANGRIJK: zie het hoofdstuk "Vernietiging" voor het onschadelijk maken van een niet-geactiveerde airbag.
TER HERINNERING: bij het activeren van de gordelspanners of de airbags, vergrendelt de rekeneenheid zich definitief en gaat het airbaglampje op het instrumentenpaneel branden. De rekeneenheid moet dan altijd worden vervangen (bepaalde componenten verliezen hun nominale waarden als de ontstekingsenergie er doorheen is gegaan).
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-26
INBOUWEN
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen en zet de bevestigingen van de airbagmodule vast met het voorgeschreven aantrekkoppel.
Vervang het bevestigingsklemmetje (2) van de dashboardairbag.
Voer een controle uit met het diagnoseapparaat.Als alles in orde is, ontgrendelt u de rekeneenheid, zo niet raadpleegt u het hoofdstuk Storing zoeken.
Bereikbaarheid van de ontsteker
De ontsteker (met twee niveaus) of de tussenstekker (1) van de dashboardairbag is toegankelijk voor de diagnose via het dashboardkastje.
Verwijder de kap van het dashboardkastje, de stekker bevindt zich rechts van het dashboard (bij de zekeringplaat/relais opties indien aanwezig).
LET OP: De controle van de ontsteker van de module mag uitsluitend uitgevoerd worden met het diagnoseapparaat en de XRBAG, zie het hoofdstuk storing zoeken.
LET OP: HOUD U STIPT aan de veiligheidsvoorschriften bij het inbouwen of vervangen van de dashboardairbag. Bij het niet opvolgen van deze voorschriften bestaat het gevaar dat het systeem niet normaal werkt en zelfs dat de inzittenden gevaar lopen.
BELANGRIJK:
Controleer zorgvuldig of er niets bij montage is achtergebleven (schroefjes, klemmetjes...).
Het aantrekkoppel van de module is 0,2 daN.m.
Druk de stekker goed vast aan de kant van de module en sluit de vergrendeling.
Breng een blauwe sticker "verzegeling van het systeem" nr. 77 01 040 153 aan (andere auto's).
18546
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-27
ZIJ-AIRBAG BORSTKAS (VOOR)
BESCHRIJVING VAN HET SYSTEEM
De zij-airbag "borstkas" bevindt zich op de rugleuning van de voorstoelen aan de kant van het portier.
Hij bestaat uit:– een opblaasbaar kussen,– een pyrotechnische gasgenerator met een vaste
ontsteker.
Bij het ontplooien, scheurt het airbagkussen het schuimplastic en de bekleding los.
N.B.: Het systeem is pas operationeel als het contact aan staat.
UITBOUWEN
BELANGRIJK: voor werkzaamheden aan de rugleuning of het uitbouwen van een stoel met zij- airbag, moet u de rekeneenheid vergrendelen met het diagnoseapparaat. Alle ontstekingscircuits zijn hierdoor vergrendeld en het airbaglampje op het instrumentenpaneel brandt met contact aan.
LET OP: Bij werkzaamheden aan een stoel met een airbag en om een correcte ontplooiing ervan te garanderen, moet u de voorschriften opvolgen uit het hoofdstuk carrosserie (plaats, aantal, type van de te gebruiken klemmetjes...).
Maak de massakabel van de accu los.
Bouw de stoel uit met het gereedschap Elé.1584 en maak de rugleuning kaal. Zie de methode in het hoofdstuk carrosserie.
Maak de stekker los en vervolgens de bedrading en de massadraad vrij van de airbagmodule (noteer de ligging van de bedrading en zijn bevestigingspunten).
BELANGRIJK: als het systeem is geactiveerd geweest en als het opnieuw moet worden gebruikt, mag u de airbagmodule niet open maken. Het kussen is op een speciale manier opgevouwen.
15132R
LET OP: het is verboden om werkzaamheden te verrichten aan het airbag- en gordelspansysteem in de buurt van een hittebron vanwege het explosiegevaar.
LET OP: Bij het uitbouwen van een stoel, mag u de stekker niet losmaken zodat er geen statische elektriciteit wordt opgewekt waardoor de airbag zou kunnen afgaan.
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-28
Verwijder de bevestigingspopnagel (1) en verschuif het airbagkussen.
INBOUWEN
plaats van de airbagmodule op het stoelframe,
plaats de bij de module geleverde popnagel (1),
Controleer of de massadraad correct is aangesloten op de airbagmodule (afhankelijk van de uitvoering).
monteer de bedrading onder het zitkussen op dezelfde wijze en bevestigingspunten als bij de oorspronkelijke ligging.
sluit de massadraad aan en controleer de vergrendeling van de stekker.
bekleed de stoel en houd u daarbij stipt aan de richtlijnen genoemd in het hoofdstuk carrosserie (type en plaats van de klemmetjes enz.).
monteer de stoel in de auto en sluit de stekkers weer aan. Zie de methode in het hoofdstuk carrosserie.
Voer een controle uit met het diagnoseapparaat.Als alles in orde is, ontgrendelt u de rekeneenheid, zo niet raadpleegt u het hoofdstuk Storing zoeken.
19105
BELANGRIJK: zie het hoofdstuk "Vernietiging" voor het onschadelijk maken van een niet-geactiveerde zij-airbag.
TER HERINNERING: bij het activeren van de gordelspanners of de airbags, vergrendelt de rekeneenheid zich definitief en gaat het airbaglampje op het instrumentenpaneel branden. Het opname element zij-airbag aan de kant van de botsing en de rekeneenheid moeten dan altijd worden vervangen (bepaalde componenten verliezen hun nominale waarden als de ontstekingsenergie er doorheen is gegaan).
BELANGRIJK: door het afgaan van de zij-airbag vervormen en beschadigen de bevestigingspunten zodanig dat het stoelframe moet worden vervangen.
19102
LET OP: bij het niet opvolgen van deze instructies bestaat het gevaar dat het systeem niet goed functioneert, en zelfs dat de airbag zonder aanleiding ontploft.
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-29
ZIJRUITAIRBAG
BESCHRIJVING VAN HET SYSTEEM
De "rijruitairbag" of "hoofdairbag" is vastgezet achter de hemelbekleding.
Hij bestaat uit:– een opblaasbaar kussen in de vorm van een gordijn,– een pyrotechnische gasgenerator met een ontsteker
(aan de achterkant). Het is niet toegestaan de onderdelen van de airbag afzonderlijk te demonteren.
Bij het ontplooien, scheurt het airbagkussen de hemelbekleding door.
N.B.: Het systeem is pas operationeel als het contact aan staat.
UITBOUWEN
BELANGRIJK: voordat u een airbag uitbouwt, moet u de rekeneenheid vergrendelen met behulp van het diagnoseapparaat. Alle ontstekingscircuits zijn hierdoor vergrendeld en het airbaglampje op het instrumentenpaneel brandt met contact aan.
Bijzonderheden hatchback:
om bij de gasgenerator (1) te kunnen komen moet de bekleding aan de achterkant worden verwijderd,
voor het uitbouwen van de airbagmodule (2) en van het airbagkussen moet de hemelbekleding worden uitgebouwd.
LET OP: het is verboden om werkzaamheden te verrichten aan het airbag- en gordelspansysteem in de buurt van een hittebron vanwege het explosiegevaar.
18547
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-30
Bijzonderheden break:
om bij de gasgenerator (1) te kunnen komen en voor het vervangen van de airbagmodule (2) moten de hemelbekledingen worden uitgebouwd,
maak de stekker los en maak de bedrading en de massadraad van de airbagmodule vrij.
BELANGRIJK: als het systeem is geactiveerd geweest en als het opnieuw moet worden gebruikt, mag u de airbagmodule niet open maken. Het kussen is op een speciale manier opgevouwen.
verwijder de complete airbag.
INBOUWEN
Plaats de airbagmodule zonder de bouten vast te zetten.
Plaats het airbagkussen te beginnen bij de handgreep (1).
Plaats alle klemmetjes.
Zet de bevestigingsbouten (2) vast met een aantrekkoppel van 0,8 daN.m.
Sluit de massadraad (E) aan (afhankelijk van de uitvoering).
Sluit de stekker aan en vergrendel hem op de juiste wijze.
Voer een controle uit met het diagnoseapparaat Als alles in orde is, ontgrendelt u de rekeneenheid, zoniet zie hoofdstuk storing zoeken.
LET OP: bij het niet opvolgen van deze instructies bestaat het gevaar dat het systeem niet goed functioneert, en zelfs dat de airbag zonder aanleiding ontploft.
BELANGRIJK: zie het hoofdstuk "Vernietiging" voor het onschadelijk maken van een niet-geactiveerde zij-airbag.
TER HERINNERING: bij het activeren van de gordelspanners of de airbags, vergrendelt de rekeneenheid zich definitief en gaat het airbaglampje op het instrumentenpaneel branden. Het opname element zij-airbag aan de kant van de botsing en de rekeneenheid moeten dan altijd worden vervangen (bepaalde componenten verliezen hun nominale waarden als de ontstekingsenergie er doorheen is gegaan).
BELANGRIJK: door het afgaan van de zij-airbag vervormen en beschadigen de bevestigingspunten zodanig dat de bevestigingsklemmetjes moet worden vervangen.
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-31
ZIJ-AIRBAG BORSTKAS (ACHTER)
BESCHRIJVING VAN HET SYSTEEM
De "zij-airbag borstkas achter" (1) is vastgezet achter de bekleding naast het zitkussen achter.
Hij bestaat uit:– een opblaasbaar kussen in de vorm van een gordijn,– een vaste pyrotechnische gasgenerator met een
ontsteker.
Bij het ontplooien verscheurt het airbagkussen de kap van de module.
N.B.: Het systeem is pas operationeel als het contact aan staat.
UITBOUWEN
BELANGRIJK: Voordat u een airbag uitbouwt, moet u de rekeneenheid vergrendelen met behulp van het diagnoseapparaat. Alle ontstekingscircuits zijn hierdoor vergrendeld en het airbaglampje op het instrumentenpaneel brandt met contact aan.
kantel de rugleuning van de achterbank naar voren en maak de bekleding los,
maak de stekker los en maak de bedrading en de massadraad van de airbagmodule vrij.
Bouw het airbagkussen uit (twee bevestigingspunten).
18547
LET OP: het is verboden om werkzaamheden te verrichten aan het airbag- en gordelspansysteem in de buurt van een hittebron vanwege het explosiegevaar.
18547
BELANGRIJK: zie het hoofdstuk "Vernietiging" voor het onschadelijk maken van een niet-geactiveerde zij-airbag.
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-32
INBOUWEN
zet de airbagmodule vast met een aantrekkoppel van 0,8 daN.m),
controleer of de massadraad correct is aangesloten op de airbagmodule.
plaats hem terug volgens de oorspronkelijke ligging en bevestigingspunten en sluit de massadraad (E) weer aan. Controleer de goede vergrendeling van de stekker.
Voer een controle uit met het diagnoseapparaat.Als alles in orde is, ontgrendelt u de rekeneenheid, zo niet raadpleegt u het hoofdstuk Storing zoeken.
LET OP: bij het niet opvolgen van deze instructies bestaat het gevaar dat het systeem niet goed functioneert, en zelfs dat de airbag zonder aanleiding ontploft.
18547
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-33
VERNIETIGEN
Om ongelukken te voorkomen moeten de gaspatronen van airbags en gordelspanners onschadelijk worden gemaakt voordat de auto of het onderdeel worden gesloopt.
LET OP: de frontale airbags hebben twee onafhankelijke ontstekers.
Gebruik altijd het gereedschap Elé. 1287 en de adapterkabels Elé. 1287-01 en Elé. 1287-02.
LET OP: deze geldt niet als de lokale voorschriften een andere procedure voorschrijven die is gevalideerd en verspreid dor de afdeling Methodes, Diagnose en Reparatie
96832R
BELANGRIJK: pyrotechnische onderdelen mogen nooit bewaard worden voor later hergebruik. De gordelspanners en/of airbags moeten onschadelijk worden gemaakt voordat de auto naar de sloop wordt afgevoerd.
LET OP: gordelspanners die voor garantie worden vervangen mag u niet onschadelijk maken. De leverancier kan ze in dat geval niet meer analyseren. Gebruik de verpakking van het nieuwe onderdeel voor het terugsturen van het defecte onderdeel.
LET OP: ieder onderdeel is bestemd voor een autotype en mag nooit worden gemonteerd in een ander. De onderdelen zijn niet onderling verwisselbaar.
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-34
GORDELSPANNERS
Onschadelijk maken in de auto:
Zet de auto buiten de werkplaats.
Verwijder de kap over de stelrails en sluit het vernietigingstoestel aan op de gordelspanner.
Rol de verlengkabel volledig uit zodat u zich op tenminste 10 meter van de auto bevindt.
Sluit de voedingsdraden van het gereedschap aan op een accu.
Controleer of niemand zich in (de buurt van) de auto bevindt en ontsteek de gaspatroon van de gordelspanner door de beide knoppen van het gereedschap gelijktijdig in te drukken.
N.B.: Indien de betreffende gaspatroon niet onschadelijk kan worden gemaakt (ontstekingsmechanisme defect), moet het oude onderdeel in de verpakking van het nieuwe onderdeel naar het magazijn worden teruggestuurd.
vernietigen van het uitgebouwde onderdeel met het apparaat:
Ga op dezelfde wijze te werk als bij de stuurwielairbag in een stapel oude banden (zie hierna).
FRONTALE AIRBAG OF ZIJ-AIRBAG BORSTKAS (voor of achter)
Het onderdeel moet voor het vernietigen altijd worden uitgebouwd.
Voer deze werkzaamheden uit op een veilige plek buiten de werkplaats.
Om te voorkomen dat het stekkerblok van de verlengkabel wordt beschadigd moet het airbagkussen na het aansluiten van de kabel op twee houten blokken worden geplaatst
LET OP: gordelspanners die voor garantie worden vervangen mag u niet onschadelijk maken. De leverancier kan ze in dat geval niet meer analyseren. Gebruik de verpakking van het nieuwe onderdeel voor het terugsturen van het defecte onderdeel.
96438
96834S
BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88BEDRADINGAirbags en gordelspanners 88
88-35
Dek het geheel af met vier oude banden.
Sluit de verlengkabel aan op de airbag en rol hem volledig uit zodat u zich op tenminste 10 meter van de banden bevindt.
Sluit de voedingsdraden van het gereedschap aan op een accu.
Controleer of niemand zich in (de buurt van) de stapel banden bevindt en ontsteek de gaspatroon van de airbag door beide knoppen van het gereedschap gelijktijdig in te drukken.
N.B.: Indien de betreffende gaspatroon niet onschadelijk kan worden gemaakt (ontstekingsmechanisme defect), moet het oude onderdeel in de verpakking van het nieuwe onderdeel naar het magazijn worden teruggestuurd.
LET OP: de frontale airbags hebben twee onafhankelijke ontstekers.Controleer altijd of beide ontstekers zijn afgegaan voor u ze als afval afvoert.
ZIJRUITAIRBAG
Voor het vernietigen moet de zijruitairbag worden uitgebouwd om de bevestigingen niet te beschadigen.
Zet de module in een bankschroef, met de bevestigingen aan de onderkant. De bankschroef moet goed vastzitten aan de werkbank, en de werkbank moet aan de vloer zijn verankerd en geheel vrij zijn.
Controleer of het airbagkussen zich vrij kan ontplooien.
Sluit het vernietigingsgereedschap aan op de zijruitairbag.
Rol de verlengkabel volledig uit zodat u zich op voldoende afstand bevindt bij het activeren.
Sluit de voedingsdraden van het gereedschap aan op een accu.
Controleer of niemand zich in (de buurt van) de stapel banden bevindt en ontsteek de gaspatroon van de airbag door beide knoppen van het gereedschap gelijktijdig in te drukken.
96835S
BEDRADINGAutomatische stekker van de stoel 88BEDRADINGAutomatische stekker van de stoel 88BEDRADINGAutomatische stekker van de stoel 88BEDRADINGAutomatische stekker van de stoel 88BEDRADINGAutomatische stekker van de stoel 88BEDRADINGAutomatische stekker van de stoel 88BEDRADINGAutomatische stekker van de stoel 88BEDRADINGAutomatische stekker van de stoel 88BEDRADINGAutomatische stekker van de stoel 88
88-36
Automatische stekker van de stoel
AUTOMATISCHE STEKKER VAN DE STOEL AANSLUITINGEN (meest complete uitvoering)
18829
18630
Aansl Omschrijving
12
345678910111213141516171819202122232425262728
Voeding van de elektrische stoelWaarschuwingslampje autogordel (bestuurder)Voeding van de stoelverwarmingVerlichting onder de stoelMassaNiet gebruiktGordelspanner heupgordel (bestuurder)Gordelspanner schoudergordelOpname element stoelstand (bestuurder)Signaal geheugen (bestuurder)Voeding stoel met geheugen (bestuurder)Niet gebruiktMassaZij-airbag borstkasVoeding stoel met geheugen (bestuurder)Controlelampje stoelverwarmingVoeding elektrische stoelVerlichting onder de stoelNiet gebruiktNiet gebruiktGordelspanner heupgordel (bestuurder)Gordelspanner schoudergordelMassaSignaal geheugen (bestuurder)Niet gebruiktNiet gebruiktNiet gebruiktZij-airbag borstkas
LET OP: Bij het uitbouwen van een stoel, mag u de stekker niet losmaken zodat er geen statische elektriciteit wordt opgewekt waardoor de airbag zou kunnen afgaan.
BEDRADINGStekker van de hemelbekleding 88BEDRADINGStekker van de hemelbekleding 88BEDRADINGStekker van de hemelbekleding 88BEDRADINGStekker van de hemelbekleding 88BEDRADINGStekker van de hemelbekleding 88BEDRADINGStekker van de hemelbekleding 88BEDRADINGStekker van de hemelbekleding 88BEDRADINGStekker van de hemelbekleding 88BEDRADINGStekker van de hemelbekleding 88Stekker van de hemelbekleding
De hemelbekleding is niet vastgelijmd in de auto. Deze wordt vastgehouden door de portierrubbers, de zonnekleppen en de handgrepen (gebruik het gereedschap Car. 1597).
De bekleding kan worden vervangen met behoud van de kabelbundel, of de kabelbundel kan worden vervangen met behoud van de bekleding.
UITBOUWEN
De kabelbundel is op de bekleding gelijmd. Om de kabelbundel los te maken, verwarmt u de lijm met een lijmpistool en doorsnijdt u de lijmstrook zonder de kabelbundel te beschadigen.
U kunt ook de defecte kabelbundel laten zitten en de nieuwe ernaast vastlijmen.
INBOUWEN
Bij het monteren van de kabelbundel op de bekleding, moet u goed letten op de juiste plaats van de stekkers ten opzichte van de rand van de bekleding. Een merkteken op de kabelbundel moet samenvallen net de rand van de bekleding.
Bijzonderheden van de handsfree antenne
De handsfree antenne is op de bekleding gelijmd. Hij kan apart worden vervangen.
18550
18870
18827
88-37