Adviesrapport
Onderzoek naar matchmaking Circulaire economie
Adviesrapport Cirkelstad
atchmaking Circulaire economie regio Utrecht
Datum: 26
Koen van der Horst
Robert
egio Utrecht
Datum: 26-06-2014
Auteurs:
Tom Ballering
Marten Dijkstra
Koen van der Horst
Robert-Jan Korenhof
Stijn Meijers
Tom Smit
Mark van Schaik
Jorn Verheij
2
I Voorwoord Dit adviesrapport beschrijft een onderzoek naar de toepasbaarheid en mogelijkheden
voor circulaire economie met sociale re-integratie in regio Utrecht. Dit onderzoek is een
onderdeel van het curriculum van de opleiding Technische bedrijfskunde aan de
Hogeschool Utrecht. Het rapport is geschreven in opdracht van de organisatie Cirkelstad
en de Natuur en milieufederatie Utrecht. Het doel van het rapport is organisaties en
gemeentes te adviseren voor mogelijke samenwerkingsverbanden. Dit rapport wordt
gebruikt om inzicht te verschaffen in de mate van motivatie van organisaties, om op een
gezamenlijk wijze te innoveren en samenwerkingen aan te gaan.
Graag willen wij mevrouw I. Benschop, mevrouw P. Schoonderwoerd en de heer R. Buch
danken voor de ondersteuning tijdens dit project. Tevens danken wij de organisaties die
hebben bijgedragen aan dit onderzoek.
Onderzoeksteam Circulaire economie,
Utrecht,
Juni 2014
3
II Managementsamenvatting Inleiding
We leven in een samenleving waar de aanwezige grondstoffen steeds sneller worden
geëxploiteerd, na gebruik worden deze grondstoffen vaak niet (gelijkwaardig)
hergebruikt. Dit kan in de toekomst voor een grondstof schaarste zorgen. Door de
toenemende verstedelijking is onderzoek naar circulair materiaalgebruik in de sloop en
bouwsector zeer actueel.
Vanuit de Natuur en Milieufederatie Utrecht (hierna genoemd NMU) en Cirkelstad is de
vraag gerezen of er mogelijkheden zijn voor circulaire economie in de bouw en
sloopsector in de regio Utrecht. Cirkelstad is een samenwerkingsverband tussen
marktpartijen uit de regio, met als doel het sluiten van materiaalkringlopen in de sloop
en bouwsector met toepassing van sociale re-integratie. Cirkelstad is al 10 jaar actief in
de regio Rotterdam.
Naar aanleiding van de vraag vanuit de NMU en Cirkelstad is onderzocht of het concept
Cirkelstad kan worden toegepast in de regio Utrecht, en hoe dit ingericht zou kunnen
worden. De hoofdvraag van het onderzoek luidt:
Hoe kan het concept Cirkelstad worden ingericht in de regio Utrecht, zodat
ketensamenwerking in de bouwsector wordt gerealiseerd waarbij afvalmaterialen worden
hergebruikt en rekening wordt gehouden met de behoefte van de markt met betrekking tot
sociale re-integratie?
Op basis van deskresearch en fieldresearch (enquêtes en interviews) is de inrichting van
het concept Cirkelstad in de regio Utrecht onderzocht. Daarnaast is het theoretische
kader onderbouwd door twee literatuurstudies over de onderwerpen circulaire
economie en sociale re-integratie.
Kern
Om materiaalkringlopen te sluiten bevat Cirkelstad opdracht nemende marktpartijen
waaronder, maar niet beperkt tot, aannemers; sloopbedrijven; recyclebedrijven;
architecten en ingenieursbureaus. Voor de inrichting van Cirkelstad in de regio Utrecht
is gezocht naar organisaties die gemotiveerd zijn voor sociale re-integratie,
ketensamenwerking en duurzaam gebruik van materialen. Het onderzoek heeft zich
naast de groep opdrachtnemers ook gericht op opdrachtgevers. Opdrachtgevers zijn
organisaties, gemeenten en woningcorporaties die aanbestedingen doen voor bouw
en/of sloopprojecten. Opdrachtgevers zijn van belang voor het concept Cirkelstad
omdat zij concrete projecten kunnen verschaffen.
Uit interviews met opdrachtnemers en opdrachtgevers is naar voren gekomen dat de
meningen omtrent het startpunt van verduurzaming sterk verdeeld zijn.
Opdrachtgevers verwachten dat de marktpartijen met innovatie en verduurzaming
komen. Daarentegen stellen marktpartijen dat de kennis op het gebied van
duurzaamheid aanwezig is, maar opdrachtgevers hier niet voldoende van overtuigd zijn.
4
Volgens de marktpartijen moeten de opdrachtgevers starten zodat er geld vrij kan
komen voor innovatie en verduurzaming. Momenteel wringt het op dit punt.
De criteria waar potentiele organisaties voor Cirkelstad Utrecht op zijn beoordeeld
komen voort uit interviews met partners van Cirkelstad Rotterdam. De gebruikte
beoordelingscriteria zijn: duurzaam materiaal gebruik, sociale re-integratie en
ketensamenwerking.
Conclusies en aanbevelingen
Voor zowel gemeenten als voor marktpartijen liggen er kansen voor een verbetering
van de onderlinge samenwerking. Op dit moment is het voor veel marktpartijen nog niet
haalbaar om projecten op een circulaire manier aan te pakken. Dit komt gedeeltelijk
omdat er in bestekken en aanbestedingen nog te weinig criteria zijn opgenomen die
toetsen op duurzaamheid of circulariteit. Hier ligt een kans voor de gemeenten en
woningcorporaties. Het vastleggen van heldere beoordelingscriteria op het gebied van
circulaire economie en sociale re-integratie in aanbestedingen zal opdrachtnemers
uitdagen deze criteria toe te passen in hun bedrijfsvoering.
De organisaties: Dura Vermeer B.V., Andre Winkel Sloopwerken B.V.,BOOT, Bonder
Recycling en Mebin Heidelbergcement Group hebben de meeste potentie een
ketensamenwerking aan te gaan waarbij materiaalkringlopen worden gesloten en
rekening wordt gehouden met de behoefte van de markt met betrekking tot sociale re-
integratie. De overige organisaties uit de organisatieladder worden niet uitgesloten, hun
potentie geeft kansen voor eventuele aansluiting in de toekomst.
De organisaties met hoge potentie zouden als voorbeeldfunctie moeten fungeren voor
andere organisaties. Omdat deze organisaties aan andere markpartijen en
opdrachtgevers kunnen laten zien dat circulaire economie geen theoretische kwestie is,
maar dat het in de praktijk realiseerbaar is. Via deze weg kan ook de aansluiting worden
gevonden bij gemeente Utrecht en gemeente Amersfoort die beide de Green Deal
hebben ondertekend. Om deze brug te maken is onderzoek gedaan naar potentiele
projecten. Voor de gemeente Utrecht is dit de herinrichting van het Werkspoorkwartier
en de herinrichting van de Veemarkt. In de gemeente Amersfoort kan als voorbeeld
worden genomen de sloop van het Elisabeth ziekenhuis en in de toekomst de aanleg van
het nieuwe sportpark met zwembad Hogekwartier. Gemeente Zeist stelt in het
collegeprogramma dat de focus op duurzaamheid ligt, echter bevat het
collegeprogramma nog geen concrete plannen met betrekking tot circulaire economie.
De gemeente IJsselstein richt zich voorlopig op het kwalitatief verhogen van de huidige
woningen en wijken voordat er nieuwbouw wordt gerealiseerd.
5
I Voorwoord ......................................................................................................... 2
II Managementsamenvatting ................................................................................ 3
1.Inleiding ............................................................................................................. 6
2.Onderzoeksopzet ............................................................................................... 8
3.Literatuurstudies: Gebruikte methoden, Circulaire economie en sociale re-
integratie ............................................................................................................ 10
Gebruikte methoden ..................................................................................................................................... 10
Literatuurstudie Circulaire Economie .................................................................................................. 13
Literatuurstudie sociale re-integratie ................................................................................................... 19
4. Huidige situatie ............................................................................................... 23
4.1 Concept Cirkelstad Utrecht ................................................................................................................ 23
4.2 Soortgelijke organisaties als Cirkelstad ........................................................................................ 25
4.3 Soorten organisaties voor realisatie concept Cirkelstad Utrecht ....................................... 28
4.4 Criteria organisaties voor Cirkelstad Utrecht ............................................................................ 30
4.5 Behoefte van de markt naar circulaire economie ..................................................................... 31
4.6 Wetgeving en marktbehoefte sociale re-integratie .................................................................. 32
4.7 Eisen opdrachtgevers aan projecten .............................................................................................. 35
4.8 Materiaalstromen ................................................................................................................................... 37
5. Gewenste situatie ........................................................................................... 39
5.1 Gewenste eisen aan organisaties voor een samenwerkingsverband ............................... 39
5.3 Aantrekkelijkheid CsU voor opdrachtgevers .............................................................................. 40
5.4 Gewenste materiaalstromen ............................................................................................................. 41
6. Het bereiken van de gewenste situatie ............................................................ 43
6.1 Selecteren en beoordelen organisaties ......................................................................................... 43
6.2 Analyse respons ...................................................................................................................................... 51
6.3 Ontwikkelen aantrekkelijkheid CsU ............................................................................................... 53
6.4 Kritische Succes Factoren samenwerking ................................................................................... 53
6.5 Potentiële projecten .............................................................................................................................. 55
6.6 Materiaalstromen inrichten ............................................................................................................... 58
7. Conclusie ........................................................................................................ 60
8. Aanbeveling .................................................................................................... 62
9. Business case .................................................................................................. 64
9.1 Taakdefinitie en strategisch landschap ......................................................................................... 64
9.2 Case for change ....................................................................................................................................... 64
9.3 Opties formuleren .................................................................................................................................. 65
9.4 Voordelen/nadelen ............................................................................................................................... 68
9.5 Haalbaarheid ............................................................................................................................................ 69
9.6 Analyseren opties ................................................................................................................................... 73
9.7 Stakeholderanalyse ............................................................................................................................... 73
9.8 Communicatiestrategie ........................................................................................................................ 74
9.9 Aanbeveling .............................................................................................................................................. 76
Bibliografie ......................................................................................................... 78
Bijlage 1: Interviews ............................................................................................ 82
Bijlage 2: Vragenlijst enquête & Respons Enquête ............................................... 82
6
1.Inleiding We leven in een samenleving waar de grondstoffen die aanwezig zijn steeds sneller
worden geëxploiteerd, dit betekent dat er in de toekomst een grondstoffen schaarste
kan ontstaan. Een manier om dit tegen te gaan is het sluiten van kringlopen, waar de
kwaliteit behouden blijft. Met het concept Cirkelstad wordt er op ingespeeld om de
afvalstromen zo in te richten dat deze gelijkwaardig terug gebracht kunnen worden in
de bouw. Ook staat Cirkelstad er voor dat er gebruik gemaakt wordt van mensen met
een afstand tot de arbeidsmarkt.
Het concept Cirkelstad probeert hier op in te gaan door het opzetten van een circulaire
economie binnen een regio en het betrekken van mensen met een afstand tot de
arbeidsmarkt. Hierdoor behouden de grondstoffen hun waarde en wordt uitputting
beperkt. Naar aanleiding van de vraag vanuit de Natuur en Milieufederatie Utrecht
(NMU) en Cirkelstad is er onderzoek gedaan naar de potentie om het concept Cirkelstad
toe te passen in de regio Utrecht.
Vanuit de vraag vanuit de NMU en Cirkelstad is de volgende hoofdvraag tot stand
gekomen:
Hoe kan het concept Cirkelstad worden ingericht in de regio Utrecht, zodat
ketensamenwerking in de bouwsector wordt gerealiseerd waarbij afvalmaterialen worden
hergebruikt en rekening wordt gehouden met de behoefte van de markt met betrekking tot
sociale re-integratie?
De opbouw van het adviesrapport is als volgt. In hoofdstuk twee wordt de
onderzoeksopzet besproken hierin staat de methode van analyseren en de onderzoeken
die gebruikt zijn voor dit adviesrapport. In hoofdstuk drie zijn drie
literatuuronderzoeken te vinden die als ondersteuning dienen voor dit advies.
Op basis van deze literatuuronderzoeken naar circulaire economie, sociale re-integratie
en de te gebruiken methode wordt nagegaan welke mogelijkheden er zijn om de
uitputting van grondstoffen en de toename van afvalstromen te minimaliseren waarbij
sociale re-integratie wordt toegepast.
In hoofdstuk vier wordt de huidige situatie beschreven, hierin wordt het concept
Cirkelstad uitgelegd. Tevens worden in dit hoofdstuk de te benaderen organisaties, de
criteria en de behoefte van deze organisaties uiteengezet. In hoofdstuk vijf wordt de
gewenste situatie beschreven, hierin staan de gewenste eisen aan een
samenwerkingsverband, de combinatie van aanbieders en afnemers, de
aantrekkelijkheid voor CsU en de gewenste materiaalstromen. In hoofdstuk zes wordt
de GAP beschreven. Hierin staan de stappen die ondernomen dienen te worden om te
komen tot de gewenste situatie. Hoofdstuk zes omvat een Multi criteria analyse,
kritische succes factoren voor een samenwerkingsverband, potentiele projecten en een
implementatieplanning op korte en lange termijn. In hoofdstuk zeven wordt een
conclusie gegeven. Hoofdstuk acht geeft een aanbeveling voor CsU. Hoofdstuk negen is
de business case, hierin staat de rechtvaardiging en haalbaarheid van het concept CsU.
7
Afwijking ten opzichte van Project Initiatie Document
Er is op een aantal punten afgeweken van het Project initiatie document dat geschreven
is aan het begin van dit onderzoek.
Ten eerste is er geen DESTEP analyse uitgevoerd omdat deze geen bijdrage zou leveren
aan de doelstelling van dit project. Ten tweede is er geen Kraljic matrix opgesteld, dit
model kan worden gebruikt om een inkoopstrategie te bepalen ten opzichte van de
leveranciers van een organisatie. Echter is gebleken in het onderzoek dat er te weinig
informatie verkrijgbaar was bij de verschillende externe organisaties om een gedegen
Kraljic matrix op te stellen.
Er zijn deelvragen toegevoegd in de IST, SOLL en GAP met betrekking tot
materiaalstromen, dit is gedaan om inzicht te verschaffen in de manier waarmee er
omgegaan wordt met materialen. Tevens is er een deelvraag toegevoegd over potentiële
projecten die CsU zou kunnen uitvoeren. Deze deelvraag is toevoegt om voor het voor
CsU inzichtelijk te maken welke kansen er liggen in de regio Utrecht.
8
2.Onderzoeksopzet Het doel van het project is inzichtelijk te maken hoe het concept Cirkelstad ingericht kan
worden in de regio Utrecht. Uiteindelijk zal een document worden overhandigd waarin
in kaart wordt gebracht wie potentiële deelnemers zijn om dit concept te
verwezenlijken en de haalbaarheid van de regio Utrecht wordt beschreven. Hierbij is de
hoofdvraag:
Hoe kan het concept Cirkelstad worden ingericht in de regio Utrecht, zodat
ketensamenwerking in de bouwsector wordt gerealiseerd waarbij afvalmaterialen
worden hergebruikt en rekening wordt gehouden met de behoefte van de markt met
betrekking tot sociale re-integratie?
Scope
In het project zijn twee categorieën afgebakend om een zo concreet en helder mogelijk
verslag te maken. De twee categorieën betreffen materialen en regio.
Materialen
Dit onderzoek richt zich uitsluitend op het toepassen van beton, metaal en hout.
Deze materialen worden op grote schaal gebruikt in de bouwsector. Daarnaast zijn deze
materialen kwalitatief hoogwaardig herbruikbaar
Regio
Dit project zal zich richten op de regio Utrecht naar aanleiding van de vraag van de
opdrachtgever. Dit houdt in dat de gemeentes Utrecht, Zeist, IJsselstein en Amersfoort
zijn benadert. Daarnaast zijn bedrijven benaderd die actief zijn in deze 4 gemeenten.
Structuur
Om het onderzoek zo structureel mogelijk te laten verlopen is er voor een ‘IST-SOLL-
GAP’ structuur gekozen. In de ‘IST’ wordt uitgelegd wat de huidige situatie betreffende
CsU is. Er wordt hierin uiteengezet wat het concept Cirkelstad is, naar welke
organisaties wordt gekeken, of er al soortgelijke organisaties zijn, welke eisen
opdrachtgevers momenteel stellen en hoe de huidige materiaalstromen –zoals
afgebakend in de scope- zijn. Daarnaast wordt gekeken wat de huidige behoefte op de
markt is naar sociale re-integratie en circulaire economie. In de ‘IST’ wordt ook
beschreven op basis van welke criteria bedrijven onderzocht worden. Om deze
informatie actueel te krijgen zijn interviews afgenomen, is er deskresearch gedaan en
een literatuurstudie uitgevoerd naar circulaire economie, sociale re-integratie en de
toepasbare methode.
Na de IST wordt in de SOLL de gewenste situatie beschreven. In dit deel van het verslag
staat wat de gewenste eisen zijn voor de realisatie van Cirkelstad en wat de beste
combinatie is van opdrachtgever en opdrachtnemer. Daarnaast staat beschreven wat de
gewenste manier voor CsU is om aantrekkelijk te blijven voor opdrachtgevers en hoe de
gewenste materiaalstromen er uitzien. De SOLL-situatie is de doelstelling van het
onderzoek. De onderbouwing voor dit stuk komt voort uit interviews en deskresearch.
De ‘SOLL’ is dus een ideale situatie, het is hierbij nog de vraag of dit ook daadwerkelijk
9
realiseerbaar is. Om te kijken of de SOLL situatie haalbaar is wordt in de volgende stap
de GAP onderzocht en wat de mogelijkheden zijn.
In de GAP is door middel van enquêtes, interviews en deskresearch onderzocht of de
SOLL-situatie behaald kan worden. Aan de hand van de criteria uit de IST-situatie kan
worden onderzocht welke bedrijven geschikt zijn en welke combinatie van bedrijven
mogelijk zijn om een goede samenwerking te realiseren. Om te bepalen wat er voor
nodig is om een goede samenwerking te realiseren worden de kritische succesfactoren
(KSF) beschreven en ook de manier waarop het samenwerkingsverband zich moet
ontwikkelen om aantrekkelijk te zijn en blijven voor opdrachtgevers.
Uit de GAP-situatie wordt de conclusie getrokken of de SOLL-situatie realiseerbaar is.
Ook wordt antwoord gegeven op de hoofdvraag. Vanuit deze conclusie wordt een
aanbeveling gegeven aan CsU en voor de organisaties die hierin deelnemen. Deze
aanbeveling bevat een stappenplan voor de korte en lange termijn om CsU te realiseren
en te continueren.
10
3.Literatuurstudies: Gebruikte methoden, Circulaire economie
en sociale re-integratie In dit hoofdstuk komen drie onderwerpen aan bod die een ondersteuning bieden
aan de beantwoording van de hoofdvraag. De onderwerpen die aan bod komen
zijn:
- Gebruikte methode;
- Circulaire economie;
- Sociale re-integratie.
Gebruikte methoden
Dit deelhoofdstuk geeft inzicht in de gebruikte methode. De gebruikte methodes
zijn ter ondersteuning van de te beantwoorden deelvragen. In verschillende
hoofdstukken komt de toepassing van deze onderwerpen terug de methodes die
uiteengezet worden zijn:
- People, Planet, Profit (Triple P);
- Partnershipmodel;
- Multicriteria analyse;
People, Planet & Profit (Triple P)
In deze deelparagraaf zal er onderzocht worden wat de “Triple P” inhoudt en deze
methode zal ter ondersteuning worden gebruikt in de deelvraag ‘Wat is het concept
Cirkelstad?’.
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) is een hedendaags begrip dat wordt
toegepast bij de term duurzaamheid. Een manier om MVO goed toe te passen is om een
balans te vinden tussen People, Planet en Profit (Triple P). Hieronder zal per onderwerp
een korte toelichting worden beschreven (MVO Ondernemen, 2013).
People Bij het People aspect draait het om; wat doet de onderneming voor de mens? Op welke
wijze vervullen zij de behoeften van de mensen en op welke wijze gaan ze om met hun
belangen? Dit gaat vaak om de mensen die (in)direct gemoeid zijn met de onderneming,
zowel de medewerkers als mensen uit de omgeving. Vaak voorkomende termen bij
People zijn; mensenrechten, arbeidsrechten en omstandigheden, veiligheid,
maatschappelijke betrokkenheid en discriminatie.
Planet
Bij het aspect Planet wordt er gekeken naar hoe de organisatie omgaat met het milieu.
Er wordt vooral gekeken naar de impact van de producten/diensten en processen van
de organisatie op het milieu. Termen die gemoeid zijn bij Planet zijn onder andere;
Cradle to Cradle, afval en hergebruik, duurzame producten en diensten, CO2
compensatie en recycling.
Profit Bij Profit draait het om de winstgevendheid van een onderneming en wordt vaak als het
negatieve aspect gezien van de Triple P, maar winst is nodig voor een duurzame groei.
11
Het draait niet alleen om geld maar het gaat onder andere ook om verbetering van
kwaliteit en/of kennis. Termen die vaak gebruikt worden bij Profit zijn; winst, kwaliteit,
reputatie, innovatie en transparantie.
Partnership Model
Het Partnership Model biedt een gestructureerd en herhaalbaar proces voor het effectief
en efficiënt bouwen en onderhouden van op maat gemaakte zakelijke relaties die een
troef kan worden voor leidinggevenden op zoek naar concurrentievoordeel (Douglas, 2014).
Het partnershipmodel is opgebouwd uit vier onderwerpen:
- Drivers;
- Facilitators;
- Components;
- Outcome.
De drivers zijn de redenen voor een partnership. Hierna komen de facilitators, dit zijn de
supporters voor een partnership. Na de facilitators worden de components benoemd,
dit zijn de gezamenlijke processen en activiteiten van de organisaties binnen de
partnership. Als laatste wordt de outcome beschreven, dit is de gewenste uitkomst van
het partnership. In paragraaf 6.4 Kritische succes factoren samenwerking wordt het
partnershipmodel toegepast op een samenwerkingsverband binnen CsU.
Multicriteria analyse
In dit literatuuronderzoek wordt verantwoording afgelegd voor de Multi criteria
analyse(MCA) die gebruikt wordt in dit rapport. Er wordt op basis van onderzochte
literatuur uitgelegd wat een Multi criteria analyse is, tevens er wordt verantwoord
waarom er gebruik van wordt gemaakt. Daarnaast wordt er uitgelegd welke stappen er
moeten worden doorlopen om een juiste analyse op te stellen en een onderbouwde
keuze te kunnen maken. Aan de hand van de MCA kan bepaald worden welke
organisaties geschikt zijn voor een samenwerkingsverband binnen CsU.
Een Multi criteria analyse is een vergelijkingsmethode die gebruikt kan worden om
verschillende opties te analyseren op een objectieve wijzeOngeldige bron opgegeven..
Deze opties worden geanalyseerd aan de hand van vooraf vastgestelde criteria. Het
hoofddoel van deze analyse methode is het structureren en verhelderen van het
besluitvormingsproces. Dit betekent dat een Multi criteria analyse een ondersteunend
middel is om de kwaliteit van het besluitvormingsproces te waarborgen. Het kan niet
worden gebruikt om de kwaliteit van het besluit te bepalen Ongeldige bron
opgegeven..
Een belangrijk onderdeel van deze analyse is het oordeelsvermogen van de
besluitvormers. Deze bepalen de doelstellingen van de analyse en de manier waarop er
gemeten wordt. Tevens bepaalt het welke criteria relevant zijn en welke wegingen de
criteria krijgen.
In dit adviesrapport wordt een Multi criteria analyse gebruikt ten behoeve van het
beoordelen van de geïnterviewde organisaties. Deze organisaties hebben
onderdeel te worden van CsU. De verschillende organisaties worden beoordeeld op
basis van een aantal criteria. Deze criteria zijn opgesteld op basis van interviews met de
partners van CsR.
Om op de juiste wijze een Multi criteria analyse ui
aantal stappen worden doorlopen. Dit stappenplan biedt structuur bij het opstellen van
de analyse. De volgende stappen worden doorlopen:
1. Formuleren criteria (op basis van interviews CsR partners)
2. Formuleren alternatieven (organisaties)
3. Effectscores bepalen
4. Weging van de criteria bepalen
5. Uitkomsten MCA bepale
Door het juist toepassen van de Multi Criteria Analyse kunnen de volgende deelvragen
beantwoord worden;
• Welke bedrijven zijn geschikt voor een samenwerking
• Welke combinaties van organisaties zijn er mogelijk voor een samenwerking
binnen CsU?
Communicatiekruispunt Betteke van Ruler
In dit gedeelte zal de communicatiestrategie
ondersteuning van de communicatiestrategie in de Business C
De communicatiestrategie beschrijft op welke wijze je omgaat met je stakeholders en
vaak hebben de verschillende stakeholders een andere communicatiestrategie nodig. Er
worden vier verschillende communicatiestrategieën besproken, te zien in figuur
communicatiekruispunt van Betteke van Ruler
Figuur 1: Het communicatiekruispunt van Betteke van Ruler
In dit adviesrapport wordt een Multi criteria analyse gebruikt ten behoeve van het
beoordelen van de geïnterviewde organisaties. Deze organisaties hebben
onderdeel te worden van CsU. De verschillende organisaties worden beoordeeld op
basis van een aantal criteria. Deze criteria zijn opgesteld op basis van interviews met de
e wijze een Multi criteria analyse uit te voeren is het van belang dat er een
aantal stappen worden doorlopen. Dit stappenplan biedt structuur bij het opstellen van
de analyse. De volgende stappen worden doorlopen:
Formuleren criteria (op basis van interviews CsR partners)
atieven (organisaties)
Effectscores bepalen
Weging van de criteria bepalen
Uitkomsten MCA bepalen
toepassen van de Multi Criteria Analyse kunnen de volgende deelvragen
Welke bedrijven zijn geschikt voor een samenwerkingsverband binnen CsU?
Welke combinaties van organisaties zijn er mogelijk voor een samenwerking
Betteke van Ruler
zal de communicatiestrategie Betteke van Ruler worden uitgelegd, ter
communicatiestrategie in de Business Case.
De communicatiestrategie beschrijft op welke wijze je omgaat met je stakeholders en
vaak hebben de verschillende stakeholders een andere communicatiestrategie nodig. Er
worden vier verschillende communicatiestrategieën besproken, te zien in figuur
kruispunt van Betteke van Ruler.
: Het communicatiekruispunt van Betteke van Ruler (Berg)
12
In dit adviesrapport wordt een Multi criteria analyse gebruikt ten behoeve van het
beoordelen van de geïnterviewde organisaties. Deze organisaties hebben de potentie om
onderdeel te worden van CsU. De verschillende organisaties worden beoordeeld op
basis van een aantal criteria. Deze criteria zijn opgesteld op basis van interviews met de
t te voeren is het van belang dat er een
aantal stappen worden doorlopen. Dit stappenplan biedt structuur bij het opstellen van
toepassen van de Multi Criteria Analyse kunnen de volgende deelvragen
sverband binnen CsU?
Welke combinaties van organisaties zijn er mogelijk voor een samenwerking
Betteke van Ruler worden uitgelegd, ter
De communicatiestrategie beschrijft op welke wijze je omgaat met je stakeholders en
vaak hebben de verschillende stakeholders een andere communicatiestrategie nodig. Er
worden vier verschillende communicatiestrategieën besproken, te zien in figuur 1: Het
13
De communicatiestrategieën zijn:
• Informering; De boodschap moet bekend worden gemaakt aan de stakeholder,
de stakeholder kan hierop niet reageren (eenrichtingverkeer).
• Overreding; De boodschap moet de stakeholder kunnen beïnvloeden, dit gebeurt
via massacommunicatie en de communicatie is eenrichtingsverkeer.
• Dialogisering; Hier ga je in gesprek met de stakeholder en de communicatie is
tweerichtingsverkeer.
• Formering; De communicatie is net zoals bij dialogiseren tweerichtingsverkeer,
maar hier probeer je de stakeholder ergens van te overtuigen.
Literatuurstudie Circulaire Economie In de Nederlandse industrie wordt circulaire economie steeds vaker genoemd. Wat
houdt deze term eigenlijk in en hoe kan deze circulaire economie worden toegepast? In
dit literatuuronderzoek zal worden toegelicht welke voordelen, kansen en bedreigingen
circulaire economie met zich mee brengt en wat de gevolgen hier van zijn voor de
Nederlandse industrie. Na dit onderzoek zal de volgende vraag beantwoordt kunnen
worden:
Hoe kan circulaire economie met gesloten materiaalkringlopen in de regio Utrecht
worden toegepast, zodat alle grondstoffen worden hergebruikt zonder
kwaliteitsverlies en de uitputting van natuurlijke bronnen wordt tegengegaan?
Methode
In dit literatuuronderzoek wordt gezocht op verschillende principes en begrippen
binnen het thema circulaire economie. Dit is gedaan om een zo helder mogelijk beeld te
krijgen van het onderwerp en om een goed antwoord te geven op de hoofdvraag gesteld
in de introductie van dit onderzoek. De volgende onderwerpen zullen in dit
literatuuronderzoek aan bod komen:
- Basis principes circulaire economie;
- Kansen Nederland;
- Grondstoffen schaarste en afhankelijkheid;
- Collegedocumenten;
- Rol overheid;
- Ketensamenwerking.
Resultaten Basis principes Circulaire Economie
Terwijl in de Nederlandse industrie efficiency hoog in het vaandel staat, brengt deze
industrie nog steeds verspillingen en vervuiling met zich mee. Door gaan op deze
manier is onverantwoord voor zowel mens als natuur. Niet alleen heeft de manier van
produceren en consumeren op deze manier gevolgen voor het milieu, maar ook voor de
economie. Circulaire economie wil deze verspillingen en vervuiling tegen gaan door met
behulp van ketensamenwerking hoogwaardige materialen her te gebruiken, zodat
verspilling en vervuiling tot een minimum gebracht worden. Een voorbeeld:
Wanneer een computer niet meer in gebruik is en wordt weggegooid zal er op dit
moment misschien een enkel onderdeel van hergebruikt worden, of erger nog; helemaal
niets. Circulaire economie streeft er naar deze computer in zijn geheel her te gebruiken.
Het scherm kan worden gebruikt in een andere computer, de bedrading in een nieuwe
televisie en de kast kan worden omgesmolten tot een smart Phone behuizing. Dit zijn
14
enkele fictieve voorbeelden van de mogelijkheden binnen circulaire economie. Een
kernprestatiefactor voor circulaire economie is het hergebruik van materialen op een
manier waarop weinig tot geen waarde voor het materiaal verloren gaat. Idealiter wordt
het te verwerken product of materiaal weer op minimaal gelijkwaardige manier
hergebruikt
Door de verspilling zo laag mogelijk te houden en duidelijke afspraken te maken met de
productieketen waarin geopereerd wordt, kunnen kosten naar beneden worden
gebracht, aangezien er minder grondstoffen nodig zijn. Ellen Mac Arthur constateert in
haar rapport ‘’Towards a circular economie’’ dat er bij een optimale realisatie van
circulaire economie een voordeel van 360 tot 640 miljard dollar per jaar te realiseren is
binnen Europa. Voor Nederland wordt deze besparing op 7,3 miljard euro geschat. Niet
alleen levert dit een besparing in Euro’s op, ook zullen er veel banen gecreëerd worden,
omdat een geheel nieuwe industrie wordt ontworpen. Ook zal Europa een sterkere
Geopolitieke positie behalen, omdat deze minder afhankelijk wordt van grondstoffen uit
andere continenten (MVO Nederland, 2014).
Met deze informatie kan antwoord gegeven worden op de volgende deelvragen:
Hoe zien de huidige materiaalstromen eruit?
Wat is het concept Cirkelstad?
Kansen Nederland Om er achter te komen wat de mogelijkheden zijn voor circulaire economie binnen
Nederland wordt om te beginnen gekeken naar het regeerakkoord dat is gesloten
binnen kabinet Rutte II. Volgens het regeerakkoord streeft Rutte II naar een ‘’ transitie
naar een duurzame economie en groene groei’’. Dit geeft ruimte voor de circulaire
economie, aangezien deze volgens Mac Arthur zowel economie als milieu bevorderen. In
verschillende steden is dan ook al een zogenaamde Green Deal ondertekend om
circulaire economie te bevorderen. Deze Green Deal circulair inkopen (MVO Nederland)
is ondertekend op 12 november 2013 door de volgende partijen:
Alliander, ABN AMRO, ASR, Dura Vermeer, Gemeente Amersfoort, Gemeente Amsterdam, Gemeente Den Haag, Gemeente Rotterdam, Gemeente Utrecht, ING, Interface, Ministerie van Binnenlandse Zaken namens Rijksoverheid, Provincie Utrecht, Royal HaskoningDHV, TBI, UMC Utrecht, Verstegen Spices & Sauces, en Waternet. Het doel van deze Green Deal wordt in de volgende punten beschreven:
1. In 2014 minimaal twee Circulaire Inkoop trajecten starten;
2. Via de faciliterende partijen kennis en ervaring op het gebied van Circulair Inkopen
delen en ontsluiten;
3. Uiterlijk in 2016 zorgen voor aantoonbare integratie van Circulair Inkopen in de
inkoopprocessen, -beleid en -strategie, gebaseerd op gebleken toegevoegde waarde,
mogelijkheden en relevantie;
4. Instrumenten en handreikingen voor standaarden en Performance Management
Indicatoren voor Circulair Inkopen (door)ontwikkelen, in relatie tot professioneel inkopen;
5. Samenwerking tussen publieke en private partijen bevorderen;
6. Waar mogelijk gebruik maken van bestaande trajecten en initiatieven.
Deze gevonden resultaten kunnen gebruikt worden om de volgende deelvragen te
beantwoorden:
Welke projecten zijn in de toekomst interessant voor CsU in de regio Utrecht?
15
Welke eisen stellen opdrachtgevers aan opdrachtnemers?
In Nederland ‘leeft’ het idee van circulaire economie dus zeker. Omdat circulaire
economie alleen gerealiseerd kan worden in ketens zijn deze afspraken erg belangrijk.
Zonder samenwerking tussen verschillende organisaties zal circulaire economie niet
van de grond komen; bedrijf X verwerkt de op nieuw te gebruiken producten of
materialen en bedrijf Y zorgt er voor dat er een eindproduct van wordt gevormd. Dit is
een kernprestatiefactor waar rekening mee gehouden moet worden door alle betrokken
partijen. Hier ligt een rol voor de overheid, maar ook voor bedrijven.
Deze gevonden informatie kan gebruikt worden om de kritische succes factoren te
helpen bepalen in hoofdstuk 6.3, ook geeft dit meer informatie om de deelvraag Wat is
de huidige behoefte van de markt op het gebied van circulaire economie?
In paragraaf 4.5 te beantwoorden.
Grondstoffen schaarste en afhankelijkheid
Op dit moment is er een kleine hoeveelheid landen die een grote hoeveelheid ruwe
materialen leveren aan andere landen. Door deze ´oneerlijke´ verdeling over
verschillende landen van bepaalde grondstoffen, voornamelijk schaarse grondstoffen
zoals bepaalde mineralen, ontstaat er een scheve verhouding in de verhandeling van
deze materialen. Ook wordt de vraag naar deze materialen groter en groter, omdat
steeds meer mensen een LED-televisie willen, of een smartphone. In dit soort producten
zitten mineralen en grondstoffen verwerkt waar maar een bepaalde hoeveelheid van
aanwezig is op aarde. Door circulaire economie toe te passen zal er minder druk komen
te liggen op het delven van deze grondstoffen en zullen landen minder afhankelijk
worden van het export gedrag van een selecte groep landen. Ook kan er meer controle
plaats vinden op het gebied van duurzaamheid als men exact weet waar de grondstof
vandaan komt en hoe deze gewonnen is.
Deze afhankelijkheid geldt niet alleen voor schaarse materialen die gebruikt worden in
LED-televisies en smartphones, maar ook voor grondstoffen die gebruikt worden in de
bouw. De grondstoffen van beton worden weliswaar deels in Nederland gewonnen en
zijn een stuk minder schaars dan de grondstoffen gebruikt in smartphones en LED-
televisies, maar zijn toch eindig. Om te voorkomen dat ook deze materialen te veel
gebruikt worden en er voor te zorgen dat deze materialen een grote impact hebben op
klimaatverandering. De betonproductie is verantwoordelijk voor 5 % van de
wereldwijde uitstoot van CO2, als circulaire economie kan worden toegepast op dit
bouwmateriaal zal deze hoeveelheid drastisch dalen. Ook blijft Nederland voor
ongeveer 67% van de hoeveelheid grondstoffen gebruikt in beton afhankelijk van België
en Duitsland. (Duurzame Pleinen)
Deze gevonden resultaten worden gebruikt om de deelvraag ‘Wat is het concept
Cirkelstad?’ te beantwoorden.
Collegedocumenten gemeenten + TNO
De verschillende gemeenten waar CsU zich op richt hebben over circulair of duurzaam
bouwen ook zaken opgenomen in de collegedocumenten en coalitieakkoorden. Het is
van belang dat deze zaken in acht worden genomen, aangezien gemeenten grote invloed
hebben op aanbestedingen waar CsU voor in aanmerking komt. Om nader te bepalen of
CsU voeten in de aarde kan krijgen in de omgeving Utrecht wordt gekeken naar de
volgende gemeenten:
16
- Amersfoort
- IJsselstein
- Utrecht
- Zeist
Collegebesluiten Amersfoort In het collegeprogramma van de gemeente Amersfoort staat beschreven dat de
gemeente zich in de toekomst wil ontwikkelen als duurzame stad. Hiermee wil men een
blijvende verandering tewerkstellen. In het collegeprogramma staat niet beschreven
wat precies onder duurzaamheid verstaan wordt, maar wel dat de gemeente
duurzaamheid wil ontwikkelen door zich meer te richten op faciliteren en anticiperen
dan op sturen en voorschrijven.
De gemeente Amersfoort beschrijft niet concreet wat ze met duurzaamheid wil doen in
de komende jaren, ook niet wat de exacte verschillen zijn met het huidige beleid. Een
positief geluid is wel dat de gemeente zich meer wil richten op het daadwerkelijk
faciliteren van duurzame activiteiten. (College Amersfoort, 2013)
Collegeprogramma IJsselstein
Het collegeprogramma van IJsselstein schrijft voor dat de gemeente zich zal richten op
het kwalitatief verhogen van huidige woningen en wijken voordat er nieuw gebouwd zal
worden. Tevens wil men een regionale integrale visie ontwikkelen op het gebied Ruimte,
hierin zal komen te staan dat locatie voor woningbouw en duurzaam bouwen hoge
prioriteit krijgen. (IJsselstein, 2010-2014)
Coalitieakkoord Utrecht
Het coalitieakkoord van gemeente Utrecht beschrijft de volgende punten die relevant
zijn voor circulaire economie:
- Utrecht wil zuinig omgaan met energie en grondstoffen, zo veel mogelijk
kringlopen sluiten en energie duurzaam opwekken.
- Wij geven als gemeente het goede voorbeeld door bijvoorbeeld fors in te zetten
op duurzaam inkopen en aanbesteden.
- We zorgen voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor duurzame bedrijven
door hen een podium en goede faciliteiten te bieden, zoals hubs voor
specialismen als energiebesparing bij woningen, circulaire economie of
duurzame mobiliteit.
Deze punten hebben grote invloed op de mogelijkheden voor circulaire economie in de
bouw binnen Utrecht. Door circulaire economie en duurzaam bouwen te motiveren,
wordt circulair bouwen toegankelijker voor bedrijven en organisaties. (Utrecht, 2014)
Collegeprogramma Zeist Het huidige college van Zeist legt de focus op duurzaamheid in het collegeprogramma. In
het collegeprogramma is niets concreet te vinden over circulaire economie, maar wel
stelt de gemeente duurzaamheid als speerpunt. (Zeist, 2014)
Door informatie te verkrijgen uit de verschillende collegeprogramma’s van de
onderzochte gemeenten kan inzicht gegeven worden in potentiële projecten en kansen
in de regio Utrecht en de volgende deelvragen te beantwoorden:
Wat is de huidige behoefte van de markt op het gebied van circulaire economie?
17
Welke projecten zijn in de toekomst interessant voor CsU?
Rol overheid
Het TNO schrijft in haar rapport kansen voor de circulaire economie in Nederland dat de
Nederlandse overheid een cruciale rol speelt in het ondersteunen en faciliteren van
circulaire economie. Dit kan door middel van een aantal financiële of fiscale prikkels, om
bedrijven te motiveren circulaire economie op te nemen in de bedrijfsvoering. Een
andere manier om circulaire economie te stimuleren om als overheid de rol van
‘launching customer’ aan te nemen. Door voor te schrijven in aanbestedingen dat er
gebruik moet worden gemaakt van circulair hergebruikte materialen zullen bedrijven
hier op moeten anticiperen (Bastein, Roelofs, Rietveld, & Hoogendoorn, 2013).
Deze resultaten kunnen worden verwerkt in de deelvraag: Wat is de behoefte van de
markt op het gebied van circulaire economie?
Ketensamenwerking Om een circulaire economie in de bouw een succes te maken zal er rekening gehouden
moeten worden met de supply chain waarin de verschillende organisaties zich
bevinden. Om het hergebruik van materialen te bevorderen zal er transparante
communicatie moeten plaats vinden en bijbehorende afspraken gemaakt moeten
worden. Deze ketensamenwerking vergt inspanning van betrokken partijen en zal voor
verandering zorgen in de bedrijfsvoering van deze partijen.
In Nederland zal dit niet de makkelijkste opgave zijn, omdat de meeste jonge en
innovatieve bedrijven zich bevinden in de IT-sector. Toch groeit het MVO in Nederland,
dus dit biedt hoop voor de toekomst.
Belemmeringen die zich in Nederland voor doen op het gebied van Ketensamenwerking
en ondernemen in de circulaire economie:
- Ondernemers zijn gericht op zichzelf, of op traditionele ketensamenwerking.
Doordat ondernemers geen oog hebben voor een nieuwe manier van
samenwerking en vooral gefocust zijn op het verbeteren van huidige
bedrijfsvoering is het lastig ketensamenwerking in circulaire economie door te
voeren. Dit komt mede doordat brancheorganisaties geen ondersteuning bieden
op het gebied van circulaire economie en bedrijven vaak de herkomst van
materialen niet exact weten.
- Ongelijke verdeling van kosten en baten
Doordat sommige bedrijven meer moeten investeren dan anderen in deze vorm
van ketensamenwerking loont het soms niet direct om mee te doen binnen
circulaire economie. Hier moeten duidelijke afspraken over worden gemaakt
binnen de keten wil dit probleem verholpen worden. Er ligt hier ook een rol voor
de overheid om op te treden als ‘Ketenregisseur’ om dit in goede banen te leiden.
- Gebrek aan ruimte voor vernieuwing
Een veelgenoemd gebrek is de ruimte voor vernieuwing, er is weinig
experimenteerruimte voor bedrijven om pilot projecten op te zetten. Dit is zo
omdat de overheid vastlegt hoe marktpartijen bepaalde beleidsdoelen moeten
halen. Als de overheid meer focus legt op ruimte voor bedrijven in deze
beleidsdoelen zal er meer ruimte zijn voor betere ketensamenwerking en een
circulaire economie. (Bastein, Roelofs, Rietveld, & Hoogendoorn, 2013)
18
Met behulp van de gevonden resultaten voor ketensamenwerking kan antwoord worden
gegeven op de deelvragen:
Hoe zien de gewenste materiaalstromen eruit binnen het samenwerkingsverband CsU?
Welke soort organisaties zijn gewenst voor het samenwerkingsverband CsU?
Discussie
Circulaire economie draagt bij aan werkgelegenheid en het terugdringen van belasting
op het milieu. In de regio Utrecht liggen kansen voor circulaire economie. Vooral stad
Utrecht richt zich in beleidsdocumenten op het stimuleren van circulaire economie. Om
de belemmeringen te doorbreken die genoemd zijn in de vorige paragraaf zullen
organisaties en gemeenten in de regio Utrecht samen moeten werken en duidelijke
afspraken maken over de ketensamenwerking. Ook is het zaak voor de overheid om
bewustzijn op te wekken in de omgeving en door beleidsvorming circulaire economie te
stimuleren.
19
Literatuurstudie sociale re-integratie
Het literatuuronderzoek naar sociale re-integratie is bedoeld om de deelvragen omtrent
sociale re-integratie te kunnen beantwoorden. Tevens kan de literatuurstudie gebruikt
worden als aanvullende informatie bij overige deelvragen. De twee deelvragen die
beantwoord kunnen worden door middel van de literatuurstudie zijn;
- Wat is de huidige behoefte van de markt met betrekking tot sociale re-integratie?;
- Wat is de wetgeving omtrent sociale re-integratie?
Alleen de wetten die van grote invloed zijn omtrent sociale re-integratie of een
aanzienlijk belang hebben zijn opgenomen in de literatuurstudie.
Methode
Het literatuuronderzoek is tot stand gekomen door middel van deskresearch. Om de
informatie die aangedragen wordt te waarborgen is er gebruik gemaakt van meerdere
wetenschappelijke bronnen. Elke informatiebron is beoordeeld op zijn relevantie en de
datum van publicatie.
Resultaten
Wat wordt verstaan onder sociale re-integratie
Onder sociale re-integratie wordt verstaan; het terug brengen van mensen naar de
arbeidsmarkt op een korte termijn. Er wordt hierbij gekeken naar een functie
gelijkwaardig aan de oude functie waarin de participant actief was. Wanneer er geen
gelijkwaardige of soortgelijke functie beschikbaar is binnen de oude organisatie zal er
verder gekeken worden naar een functie die beschikbaar is zowel binnen als buiten de
oude organisatie.
Wat is het doel van sociale re-integratie
Het doel van sociale re-integratie is om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt terug te
brengen op de arbeidsmarkt met een baan waar ze een toekomst kunnen opbouwen. De
achterliggende gedachte van sociale re-integratie is om er voor te zorgen dat alle
mensen die kunnen werken ook daadwerkelijk aan het werk zijn. Zo is het mogelijk om
beter te zorgen voor mensen die geen kans meer hebben of niet meer in staat zijn tot het
verrichten van arbeid (financieel) te ondersteunen. (Rijkosverheid, 2014)
Welke partijen zijn betrokken bij sociale re-integratie
Als eerste is de persoon die het re-integratie traject in gaat overal bij betrokken. Verder
kunnen er diverse partijen bij betrokken zijn bij dit proces. Echter is dit afhankelijk van
de reden waarom de persoon in kwestie al langdurig werkeloos is. Mogelijke
organisaties die betrokken zijn bij het re-integratietraject (SheConsult, 2014):
- Werkgevers;
- UWV;
- Gemeentes;
- Brancheorganisaties;
- Arbodiensten;
- Re-integratiebedrijven;
20
- CWI;
- Verzekeraars;
- Ondernemingsraad;
- Regering.
Wanneer is sociale re-integratie nodig
Op het moment dat een persoon er niet in slaagt om zelfstandig werk te vinden of het
vrijwel onmogelijk is om passend werk te vinden is er sociale re-integratie nodig. Sociale
re-integratie kan voortkomen uit diverse redenen. Een persoon kan ziek zijn/worden,
arbeidsongeschikt zijn/raken of werkloos raken. Afhankelijk van de klacht die de
persoon heeft zal er gekeken worden naar een passende functie om zo de persoon weer
terug te brengen op de arbeidsmarkt.
Waarom is sociale re-integratie nodig
Sociale re-integratie is nodig om mensen die kunnen werken weer aan het werk te
krijgen. De persoon kan door vele oorzaken afstand hebben tot de arbeidsmarkt. Een
van de veel voorkomende problemen is dat de persoon denkt aan wat hij/zij niet kan en
daardoor de mogelijkheden uit het oog verliest. Wanneer dit het geval is kan er door
middel van coaching en begeleiding gekeken worden naar de mogelijkheden voor het
desbetreffende persoon.
Wat is het maatschappelijk belang van sociale re-integratie
Nederland heeft een groot aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen die elke maand
betaald moeten worden. Ondanks de huidige crisis komt het nog steeds voor dat er
vacatures niet ingevuld kunnen worden omdat hier geen mensen voor zijn. Veel van
deze vacatures betreffen simpel werk, deze zouden grotendeels ingevuld kunnen
worden door mensen die op dit moment een uitkering hebben. De kosten voor de
overheid aan uitkeringen bedragen op dit moment €23,4 miljard, dit is bijna de helft van
het totaal aantal uitkeringen dat gegeven wordt door de overheid. Wanneer er meer
mensen aan het werk kunnen en daardoor geen uitkering meer ontvangen of minder
uitkering ontvangen zullen de overheidsuitgaven dalen. Dit vrijgekomen geld kan dan
weer gestoken worden in andere doelstellingen van de overheid. (SheConsult, 2014)
Participatiewet
Wat houdt de participatie wet in
De participatiewet is bedacht door het kabinet om er voor te zorgen dat zo veel mogelijk
mensen participeren in de samenleving. In de participatiewet worden drie wetten
samengevoegd tot een wet. De drie samengevoegde wetten zijn;
- Wet Werk en Bijstand (WWB);
- Wet Sociale Werkvoorziening (WWS);
- Wajong.
De mensen die onder de huidige regelgeving van de Wajong vallen blijven onder deze
regeling. De mensen die tegenwoordig in aanmerking komen voor een Wajong volgens
het oude systeem, vallen nu onder de participatiewet
Voorheen was de regelgeving omtrent sociale voorzieningen nationaal geregeld. Vanaf 1
januari 2015 zullen de gemeentes verantwoordelijk zijn voor de uitkeringen omtrent
21
sociale voorzieningen. De gemeente krijgt afhankelijk van de omvang van de gemeente
en het aantal mensen dat er een sociale uitkering ontvangt een budget toegewezen.
De gemeente krijgt budget voor elke werkplek die zij tot hun beschikking hebben voor
mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Tevens krijgen zij geld om bedrijven te
begeleiden/ondersteunen bij het aannemen van iemand met afstand tot de
arbeidsmarkt. De gemeenten kan extra geld ontvangen voor elke werknemer die zij
hebben ondergebracht bij een “normale organisatie”. Op deze manier probeert de
overheid de gemeenten te stimuleren om actief bezig te zijn met sociale re-integratie.
De gemeenten moet van het budget dat zij tot hun beschikking hebben alles omtrent
sociale re-integratie regelen. (UWV, 2014)
Veranderingen voor bedrijven
Quotumwet
Als voorwaarden bij het aannemen van de participatiewet zijn er afspraken gemaakt
tussen de sociale partners die betrokken zijn bij de veranderingen en de gemeentes die
te maken hebben met deze veranderingen. Een van de afspraken is dat werkgevers en
de overheid er samen voor moeten zorgen dat tot en met 2026 125.000 banen vrij
komen voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Deze afspraak wordt ook wel
“baanafspraken” genoemd.
Om er voor te zorgen dat de baanafspraken ook worden nageleefd is er een wet
opgesteld die bedrijven er toe verplicht om zich aan de afspraken te houden. Deze wet
wordt de quotumwet genoemd. Wanneer een organisatie zich niet houdt aan de
volgende regel; 5% van de arbeidsplaatsen dienen ingevuld te worden door mensen die
voorheen een afstand tot de arbeidsmarkt hadden. Dan krijgen zij een boete opgelegd
van de overheid. Door het invoeren van deze boete wil de overheid er voor zorgen dat
bedrijven zich houden aan de afspraken die gemaakt zijn. (Heekelaar, 2014)
Risico vermindering voor de werkgever
Doordat de gemeentes door de participatiewet verantwoordelijk worden voor de
mensen die afstand hebben tot de arbeidsmarkt kunnen zij ook regelingen treffen met
de werkgevers. Op deze manier kunnen zij werkgevers aanmoedigen om meer mensen
aan te nemen met afstand tot de arbeidsmarkt.
De overheid heeft meerdere regelingen opgenomen in de participatiewet om het voor de
werkgever aantrekkelijker te maken om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt in
dienst te nemen. De belangrijkste financiële regelingen zijn uit de participatiewet
gehaald en staan hier onder verder uitgewerkt. (UWV, 2014)
22
No Risk Polis
De no risk polis houdt in dat de gemeente opdraait voor de kosten wanneer de
werknemer langdurig ziek is. Deze regeling is alleen geldig voor werknemers die
voorheen afstand tot de arbeidsmarkt hadden. (UWV, 2014)
Proefplaatsing
Bij het aannemen van een werknemer is er een proeftijd vastgesteld van twee maanden.
Na twee maanden kan de werkgever er voor kiezen om de persoon aan te nemen of te
laten gaan. Wanneer een werkgever iemand aanneemt met afstand tot de arbeidsmarkt
zal het loon de eerste twee maanden niet voor de kosten van de werkgever zijn maar
voor de gemeenten. Zo wordt de stap kleiner gemaakt om iemand met afstand tot de
arbeidsmarkt een kans te geven. Mocht er na twee maanden toch voor gekozen worden
om de werknemer niet aan te nemen dan heeft de werkgever hier geen financiële
nadelen aan overgehouden. (UWV, 2014)
Minder loon betalen (Wajong)
Er is een aparte regeling getroffen voor werknemers die vroeger een Wajong uitkering
kregen. Het kan namelijk voorkomen dat de persoon met een Wajong uitkering minder
productief is dan een “normale” werknemer. Werkt de werknemer met een Wajong
uitkering 35% minder productief, dan eist de gemeente 35% van het loon op. De
gemeente betaalt een half jaar tot vijf jaar een gedeelte van het loon. Na vijf jaar is het
mogelijk om een verlenging aan te vragen. Het uiteindelijke doel is dat de werkgever
100% van het loon uitkeert. (UWV, 2014)
Discussie
Het doel van het onderzoek was om antwoord te kunnen geven op de twee deelvragen;
- Wat is de huidige behoefte van de markt met betrekking tot sociale re-integratie?;
- Wat is de wetgeving omtrent sociale re-integratie?
Door middel van het onderzoek is het nu mogelijk om de twee bovenstaande deelvragen
te beantwoorden en kan het onderzoek dienen als aanvullende informatie voor de
overige deelvragen.
Uit het onderzoek is gebleken dat sociale re-integratie nodig is in Nederland. Door de
grote werkloosheid onder de beroepsbevolking en de grote groep mensen die afstand
hebben tot de arbeidsmarkt is het mogelijk om deze mensen door middel van
begeleiding weer aan het werk te krijgen. De overheid dient hieraan bij te dragen en
sociale re-integratie te stimuleren. Dit om er voor te zorgen dat de werkloosheid daalt
en daarnaast de hoeveelheid uitkeringen gereduceerd wordt. Op deze wijze kan er voor
gezorgd worden dat de uitgaven van de overheid dalen op het gebied van uitkeringen en
de inkomsten op loonbelasting stijgen. Uit het voorgaande kan worden geconcludeerd
dat sociale re-integratie op een positieve manier bijdraagt aan de samenleving. Echter is
de manier waarop de samenwerking tussen de overheid/gemeentes en de organisaties
verloopt bepalend voor hoe succesvol het plan omtrent sociale re-integratie is.
23
4. Huidige situatie In dit hoofdstuk wordt de huidige situatie(IST) beschreven van het concept Cirkelstad.
Hier komen verschillende onderwerpen aan bod namelijk:
- Concept Cirkelstad Utrecht;
- Soortgelijke organisaties Cirkelstad;
- Soortgelijke projecten;
- Behoefte markt;
- Wetgeving sociale re-integratie;
- Eisen opdrachtgevers projecten;
- Materiaalstromen.
4.1 Concept Cirkelstad Utrecht
In deze paragraaf zal er een antwoord worden gegeven op de deelvraag: Wat is het
concept Cirkelstad? Als eerste wordt het ontstaan van Cirkelstad Rotterdam samengevat,
vervolgens waar het concept Cirkelstad invulling kan geven met betrekking tot
maatschappelijke vraagstukken en tot slot worden de waardes van dit concept
uitgelegd.
De wortels van het concept Cirkelstad liggen bij het maken van betonnen
afvalcontainers voor Roteb. Deze betonnen afvalcontainers werden geproduceerd met
gerecycled bouw- en sloopafval, dat afkomstig is van Oranje BV. Holcim was de derde
partner die betrokken was bij de productie van gerecyclede betonnen afvalcontainers en
zorgde voor het (deels) gerecycled beton waarmee de betonnen afvalcontainers mee
geproduceerd werden. Oranje BV zorgde voor een duurzame sloop, waar de kwaliteit
behouden bleef. Deze sloop “afval” werd door Holcim verwerkt tot nieuw hoogwaardig
beton die vervolgens door Roteb werd gebruikt bij de productie van de betonnen
afvalcontainers. Een gedeelte van de uitvoerenden werkzaamheden werden verricht
door mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Roteb biedt deze mensen een baan aan
om werkervaring op te doen met de mogelijkheid op een vast contract. Uit deze
combinatie ontstond het concept Cirkelstad te Rotterdam.
Deze wijze van werken ontstond uit de combinatie van het maken van een product uit
gerecycled bouw- en sloopafval met mensen die een afstand tot de arbeidsmarkt hebben
het concept Cirkelstad.
Cirkelstad houdt zich momenteel niet alleen maar bezig met duurzame betonnen
afvalcontainers, maar houdt zich ook bezig met andere projecten, zoals
wijkontwikkeling. Dit ontstond nadat een vierde partner toetrad tot Cirkelstad
Rotterdam; Woonbron, een woningcorporatie te Rotterdam. De volgende stap voor
Cirkelstad Rotterdam betekende dat er vier andere partners toetraden tot het concept
en er werden een burgemeester en wethouders toegewezen.
Het concept biedt naast het duurzaam bouwen ook een antwoord op grotere
maatschappelijke vraagstukken, zoals bergen met (sloop)afval en (te)grote aantallen
mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Cirkelstad heeft als doel om zowel afval als
uitval van waarde te maken door het terug te brengen in onze primaire processen.
24
Om een duurzame samenleving te kunnen realiseren is het noodzakelijk dat alle partijen
en bewoners uit deze samenleving ieder een eigen duurzame bijdrage levert om zo een
duurzame samenleving te kunnen realiseren. Dit is één van de pijlers van Cirkelstad,
samen een duurzame samenleving creëren.
Sociale re-integratie
Sociale re-integratie is zeer belangrijk voor de maatschappij waar momenteel 687
duizend mensen werkloos zijn (CBS, 2014). Het is niet alleen belangrijk voor deze
personen dat zij een baan kunnen vinden maar ook is het belangrijk voor de gehele
maatschappij. Minder werklozen betekent ook dat er minder uitkeringen worden
uitgekeerd. Sociale re-integratie staat bij Cirkelstad centraal, het richt zich op de
talenten van deze mensen en op het re-integratieproces. Het re-integratie proces wordt
al toegepast in Cirkelstad Rotterdam en verloopt in drie stappen. (zie literatuurstudie
sociale re-integratie)
De eerste stap in het re-integratieproces is dat mensen gaan werken bij de
werkbedrijven van gemeente Rotterdam, met als doel dat deze mensen weer in
aanraking komen met structuur en dagritme. Als men deze stap goed doorloopt, krijgt
hij/zij een proefperiode bij een partner van Cirkelstad Rotterdam. Wanneer de
proefperiode is verstreken en het bedrijf tevreden is over diegene zal deze persoon een
vast contract worden aangeboden.
Waardenbehoud bouwmaterialen
Momenteel verloopt het bouw- en sloopproces lineair. Er wordt een gebouw ontworpen,
benodigde materialen worden besteld en geproduceerd, een aannemer bouwt het
gebouw en na verloop van tijd wordt dit gebouw weer gesloopt. Door middel van
amoveren (oftewel; duurzaam slopen) is het mogelijk om de vrijgekomen materialen
van het sloopproces weer terug te brengen in materiaalkringloop zonder
kwaliteitsverlies. Hierdoor ontstaat er een gesloten kringloop waarin sloopafval wordt
hergebruikt in nieuwbouw projecten( zie literatuurstudie circulaire economie)
De waarden van het concept
De waarden van dit concept zijn beschreven naar People, Planet en Profit (zie literatuur
People, Planet, Profit). De Triple P’s worden door veel ondernemingen als richtlijn
gebruikt voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Naast de net genoemde
Triple P’s ligt het succes van Cirkelstad ook bij een andere drie P’s, namelijk;
Partnerschap, Participatie en Projecten.
People
Door te investeren in re-integratie van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt krijgen
zij weer vertrouwen in zichzelf en structuur in hun leven. Door in deze mensen te
investeren krijgt een organisatie op de eerste plaats een sociaal gezicht. Op de tweede
plaats zal het de maatschappij op de langere termijn ook geld besparen aangezien het
aantal werklozen daalt. (zie literatuurstudie sociale re-integratie)
Planet
Een onderzoek van Intron in opdracht van Cirkelstad heeft aangetoond dat een
amoveerproject ten opzichte van een traditioneel sloopproject minimaal een CO2-
25
reductie van 15% oplevert. Dit kan zelfs oplopen tot 50% of meer wanneer de
materialen daadwerkelijk in producten van gelijke waarde worden hergebruikt. De CO2
reductie is mogelijk omdat er geen primaire grondstoffen gewonnen hoeven te worden.
Daarnaast worden de partners van Cirkelstad verplicht om hun primaire proces
duurzaam in te richten.
Profit
Wanneer wordt gekeken naar het gehele proces is het concept Cirkelstad
kostenneutraal. De kosten voor de opdrachtgever van een amoveerproject zullen niet
hoger zijn dan zijn huidige kostenberekeningen (Rotterdam Cirkelstad, 2012). De kosten
voor de amoveerder zullen 15% hoger zijn, deze zijn echter terug te winnen omdat er
geen stort kosten betaald hoeven te worden en het sloopafval kan worden verkocht.
Voor Cirkelstad Rotterdam (CsR) is een Social Return on Investment(SROI)-analyse
uitgevoerd. Voor elk geïnvesteerde euro in Cirkelstad levert dit de maatschappij €1,69
op (Rotterdam Cirkelstad, 2012).
Partnerschap
Bij een samenwerking zoals Cirkelstad is het zeer belangrijk om een sterke band te
hebben met je partners. Vertrouwen en transparantie spelen hierin een belangrijke rol.
Pas wanneer de organisaties elkaar vertrouwen en transparant zijn, kunnen zij een
sterk samenwerkingsverband opbouwen. (zie literatuurstudie circulaire economie)
Participatie
Een belangrijke pijler binnen Cirkelstad is participatie, waar met en door mensen in de
regio wordt gewerkt aan een duurzamere omgeving. Dit aspect lijkt erg op de People
waarde zoals eerder is beschreven. Echter is de nadruk bij participatie dat er meerdere
partijen betrokken zullen zijn, zowel privaat, publiek als privé.
Projecten
De kracht van Cirkelstad ligt in het continu uitvoeren van (nieuwe) projecten. De
achterliggende gedachte hiervan is het leerproces. Het is van belang dat partners
openstaan voor kritiek naar elkaar toe. Deze kritiek kan zowel positief als negatief zijn
maar zal op een respectvolle manier worden behandeld.
Samengevat; Cirkelstad is een samenwerkingsverband die de samenwerking in de
gehele bouwketen initieert en coördineert, gericht op de waarden People(sociale re-
integratie), Planet (circulaire economie) en ‘samen een duurzame samenleving creëren’.
4.2 Soortgelijke organisaties als Cirkelstad
Het concept Cirkelstad draait om het samenwerken tussen organisaties, zoals genoemd
in de vorige paragraaf, daarom is het van belang om inzicht te verkrijgen welke
organisaties er al in de regio Utrecht actief zijn op het gebied van circulaire economie en
sociale re-integratie.
Er zijn organisaties die circulaire economie stimuleren door middel van het delen van
kennis, organisaties die gespecialiseerd zijn in het onderwerp circulaire economie en
organisaties die gericht zijn op het stimuleren van samenwerkingsverbanden tussen
verschillende organisaties.
26
Door antwoord te geven op de volgende vraag wordt getracht een duidelijker beeld te
geven over de verschillende organisaties die met een soortgelijk project bezig zijn.
Welke soortgelijke organisaties als CsU zijn op het gebied van circulaire economie actief in
de Regio Utrecht?
Stichting Circulaire Economie
Stichting Circulaire Economie is een platform waar professionals uit het bedrijfsleven,
overheid, non-profit organisaties, de wetenschap en onderwijs elkaar ontmoeten en
samenwerken om het gedachtegoed verder te ontwikkelen. Stichting Circulaire
Economie beschrijven zichzelf als: “Een non-profit organisatie die wil bouwen aan een
gezonde, schone en eerlijke economie op basis van circulaire uitgangspunten” (Stichting
Circulaire economie, 2013).
(Voor meer informatie: http://circulaire-economie.info/)
Coöperatie Circulaire Economie (Re:Able)
Coöperatie Circulaire Economie is het uitvoeringsorgaan van de Stichting Circulaire
Economie en staat bekend als Re:Able. De organisatie verhuurd kantoorinterieur en de
producten zijn gebaseerd op circulaire waarden. De verkoper blijft eigenaar van zijn
producten en is daarmee verantwoordelijk voor hergebruik van onderdelen en het
gebruik maken van hernieuwbare materialen.
(Voor meer informatie: http://re-able.nl/)
Circle Economy
Circle Economy is net zoals Stichting Circulaire Economie een open platform met als
doel het stimuleren van circulaire economie. Circle Economy probeert het hedendaagse
lineaire koop/producerend gedrag van de consumenten en producenten in de richting
te krijgen van een circulaire economie waar minimale afval ontstaat, oftewel een
gesloten kringloop. Deze kringloop is niet meer gebaseerd op economische groei maar
op een balans van People, Planet en Profit. Ze gebruiken zes principes om circulaire
economie te creëren, (Circle Economy, 2009)namelijk;
• Alle materialen worden telkens in gesloten kringlopen hergebruikt.
• Energie wordt opgewekt vanuit hernieuwbare energiebronnen.
• De mens ondersteunt ecosystemen in plaats van het uitputten van deze
ecosystemen.
• De menselijke activiteiten ondersteunen een gezonde samenleving waar
verschillende culturen naast elkaar kunnen leven.
• De door de mens gecreëerde activiteiten moeten bijdrage aan gezondheid en
welzijn.
• Natuurlijke bronnen zijn er om waarde te scheppen.
(Voor meer informatie: http://www.circle-economy.com/)
Utrecht Sustainability Institute (USI)
De USI is een netwerkorganisatie op het gebied van duurzaamheid in Nederland. Er zijn
verschillende organisaties bij de USI aangesloten zoals, kennisinstellingen en
ingenieursbureaus. De expertise van USI zijn; energie, klimaat, water en grondstoffen.
27
De USI beschrijft haar missie als volgt: “De kern van onze missie is het bijdragen aan de
transitie naar duurzame urbane regio’s, zowel nationaal als internationaal. Daarbij ligt de
nadruk op het verbinden van onderzoek, innovatie en bedrijvigheid” (Utrecht
Sustainability Institute ). `
Vanuit deze samenwerkingsverbanden met organisaties heeft het USI verschillende
thema’s die het behandeld. Het thema grondstoffen (USI, Cluster 3 grondstoffen, 2014)
behandelt het gebruik en de schaarste van grondstoffen. Op 9 mei jl. is het document
“Gemeentelijke aanpak van de circulaire stad” (USI, Gemeentelijke aanpak van de
circulaire stad, 2014) opgeleverd. Hierin wordt door middel van een stappenplan een
handreiking gedaan aan gemeentes en hoe zij circulaire economie kunnen ontwikkelen
binnen hun gemeente.
(Voor meer informatie: http://www.usi.nl/)
Repurpose
Repurpose is een organisatie waar herbruikbare bouwmaterialen worden aangeboden
en worden gekocht. De organisatie heeft een netwerk opgebouwd van 180 organisaties
die allen herbruikbare bouwmaterialen aanbieden en/of kopen. Repurpose heeft niet
alleen een opgebouwd netwerk, maar kan ook de bouwmateriaalstromen coördineren.
(Voor meer informatie: http://www.repurpose.nl/)
MVO Nederland
MVO Nederland is een kennis- en netwerkorganisatie die haar kennis ter beschikking
stelt aan het Nederlandse bedrijfsleven die geïnteresseerd zijn in maatschappelijk
verantwoord ondernemen. Het doel van MVO Nederland is dat het Nederlandse
bedrijfsleven wereldwijd gezien zal worden als een inspirerend en toonaangevend
voorbeeld van MVO en duurzaamheid (MVO Nederland). Daarnaast organiseert MVO
Nederland congressen en bijeenkomsten gebaseerd op één van de vier trends. Circulaire
economie is één van de trends en dus een onderwerp waar MVO Nederland mee bezig is.
In navolging van deze trend is er met dank aan MVO Nederland een Green Deal Circulair
Inkopen ondertekend door diverse bedrijven en gemeente, alsook de gemeentes Utrecht
en Amersfoort.
(Voor meer informatie: http://www.mvonederland.nl/)
Hans Stofberg Integralist
Hans Stofberg is een integralist die gericht is op bouw, energie en circulair bouwen. Hij
adviseert en assisteert organisaties met betrekking tot zijn specialisatie en is een
ambassadeur op het gebied van circulair bouwen.
(Voor meer informatie: http://hs-integralist.nl/)
Er zijn diverse organisaties en bedrijven bezig met het kennisdelen rondom circulaire
economie. Wat opvalt, is dat er geen enkele organisatie de link legt tussen sociale re-
integratie en circulaire economie. Daarnaast draaien bovengenoemde organisaties
vooral om het kennisdelen en informatie vergaren en niet direct om het toepassen van
circulaire economie in het gehele bouwproces.
28
4.3 Soorten organisaties voor realisatie concept Cirkelstad Utrecht In dit hoofdstuk worden soorten organisaties besproken waarmee het concept
Cirkelstad gerealiseerd kan worden. Hierbij wordt antwoord gegeven op de volgende
deelvraag: Naar welk soort organisaties wordt gekeken voor CsU? Per soort organisatie
wordt uiteengezet wat de factoren zijn waarop organisaties bij kunnen dragen aan de
realisatie van een circulaire economie in Utrecht. De organisaties zijn opgedeeld in twee
groepen; de opdrachtgevers en de opdrachtnemers.
Opdrachtgevers:
- Woningcorporaties;
- Gemeentes.
Opdrachtnemers:
- Aannemers;
- Sloopbedrijven;
- Recyclebedrijven;
- Werkgeverservicepunten.
Opdrachtgevers
Woningcorporaties Een woningcorporatie is een organisatie die zich zonder winstoogmerk richt op het
bouwen, beheren en verhuren van betaalbare woonruimtes. Tevens ondernemen zij
activiteiten om de leefbaarheid te verbeteren in de buurt van de woningen die zij
beheren. Zij kunnen de vorm hebben van een vereniging of stichting. (Rijksoverheid, activiteiten woningcorporaties, 2014)
Woningcorporaties zorgen voor:
- Huisvesting van ouderen, gehandicapten en mensen die onder begeleiding
wonen;
- Het bouwen en verhuren van maatschappelijk vastgoed (bijvoorbeeld scholen en
sportvoorzieningen);
- Het stimuleren van eigen woningbezit door de verkoop van huurwoningen;
- Het aanstellen van huismeesters en wijkbeheerders;
- Het onderhoud aan woningen en de directe woonomgeving (bijvoorbeeld
achterpaden en parkeerplaatsen).
Uit interviews met CsR partners en Rutger Buch blijkt dat een essentiële schakel binnen
CsU een woningcorporatie is. Zij zijn voor Cirkelstad interessant omdat, op het moment
dat de woningcorporatie een nieuwbouw project lanceert, zij kunnen eisen dat het met
hergebruikte materialen wordt gebouwd en dat er social return on investment wordt
toegepast. Wanneer de woningcorporatie duurzaamheid in de strategie heeft verworven
wordt CsU interessant. Zij kunnen in een samenwerking met CsU een duurzaam
bouwproces realiseren. Het beleid van een woningcorporatie is buiten de kerntaken dat
zij jaarlijks voor 1 juli een meerjarig overzicht van voorgenomen investeringen
verstrekken. (AEDES, 2013)
29
Gemeentes Nederland telt in totaal rond de 400 gemeenten. Een gemeente voert uitsluitend taken
uit die direct van belang zijn voor de inwoners van de gemeente. Hieronder valt het
ophalen van huisvuil, het verstrekken van paspoorten en het maken van
bestemmingsplannen. De gemeente sluit aan bij Cirkelstad omdat zij bij het opstellen
van bestemmingsplannen circulaire economie en social return kunnen eisen.
Opdrachtnemers
Aannemers
Aannemers werken grotendeels op projectmatige basis met hun leveranciers en
onderaannemers. De projecten waardoor een samenwerkingsverband kan ontstaan
worden door middel van aanbestedingen uitgeschreven. Deze aanbestedingen
verschillen per project. De uitgeschreven aanbesteding leidt voor een leverancier of
onderaannemer tot dwang naar een zo laag mogelijke prijs voor de producten/diensten.
(Bentheim, 2009) In dit project wordt gezocht naar aannemers die een
samenwerkingsverband aan willen gaan met andere organisaties om een
materiaalkringloop te sluiten.
De aannemers worden tijdens dit samenwerkingsverband gevraagd om mee te denken
met product specifieke kennis, bijdragen aan oplossingen voor eventuele problemen en
een deel van de projectrisico’s te dragen.
Sloopbedrijven
Sloopbedrijven worden interessant voor dit onderzoek wanneer zij gebouwen slopen
zonder dat de kwaliteit van de materialen die vrijkomen verloren gaat. Sloopbedrijven
worden interessant wanneer er op een duurzame manier gesloopt wordt (oftewel;
amoveren). Elk gebouw heeft zijn eigen specifieke kenmerken. Wanneer duurzaam
slopen wordt toegepast wordt er eerst een inventarisatie gemaakt van welke materialen
in de oorspronkelijke functie terug kunnen worden geplaatst. Tevens worden de
materialen die niet direct hergebruikt kunnen worden zorgvuldig gescheiden en
hergebruikt in productieprocessen met zo min mogelijk kwaliteitsverlies.
Recyclebedrijven
Recyclebedrijven zijn een essentiële schakel in het proces van circulaire economie. In
combinatie met een sloopbedrijf kunnen de materialen die vrijkomen bij de sloop van
gebouwen hergebruikt worden. Het gaat hier om de materialen die niet in de
oorspronkelijke staat kunnen worden teruggeplaatst. Deze materialen moeten of
worden gereviseerd of hebben een bewerking nodig om weer terug te worden
opgenomen in het proces van materiaalstromen.
Werkgeverservicepunten:
Een werkgeverservicepunt (WSP) is een aanspreekpunt voor werkgevers. Zij vinden
hier medewerkers die goed bij de organisatie passen. Het doel van een WSP is het re-
integreren van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Zij bieden mensen aan met een
WAO-, WIA-, WAZ-, Wajong-, Ziektewet-, WWB-, of WW-uitkering. In overleg met een
werkgever worden de wensen van de organisatie en de vacature bepaald. Een WSP biedt
hierna een voorstel aan voor het vinden van nieuwe werknemers. Op het moment dat
30
social return wordt toegepast zal dit dus in goed overleg met een WSP gedaan kunnen
worden om een goede samenwerking te realiseren. (midden, 2014)
Het creëren van een goede samenwerking tussen de organisaties zorgt voor het
oplossen van het afval probleem en de uitputting van de grondstoffen. De volgorde van
materiaalstromen door deze organisaties realiseert recycling en hergebruik van de
materialen.
4.4 Criteria organisaties voor Cirkelstad Utrecht
In deze paragraaf wordt onderzocht op welke wijze de criteria voor het analyseren van
organisaties die interessant zijn voor CsU worden bepaald. Deze criteria zullen leidend
zijn in het beoordelen en van organisaties. Aan de hand van deze paragraaf worden de
volgende deelvragen beantwoord:
- Hoe worden de criteria bepaald waarop de organisaties geselecteerd worden?
- Wat zijn de criteria waarop organisaties geselecteerd worden voor CsU?
Om criteria te formuleren waarmee organisaties voor CsU beoordeeld kunnen worden
zijn er interviews afgenomen bij partners van CsR. De interviews zijn afgenomen bij
Search BV, DB Holding BV en Holcim BV(zie Bijlage 1: interviews).
Aad den Boer van DB Holding BV zegt: “ Het moet de organisaties niet gaan om
participatie wanneer het hun uitkomt, maar organisaties moeten mee doen die het echt
willen. De motivatie moet er zijn en kan niet gecreëerd worden”. Dick van Veelen van
Holcim BV gaf net als Aad den Boer aan dat er gezocht moet worden naar de motivatie.
De gemotiveerde organisaties moeten binnen hun eigen netwerk gaan zoeken naar
partijen die het concept kunnen ondersteunen.
Dick van Veelen vertelt: `` Wanneer een organisatie duurzaamheid naar een hoger plan
wil tillen, zal het kennis moeten delen, transparantie is nodig om van elkaar te leren’’.
Een organisatie moet open staan om zijn ervaring en kennis met andere te delen. Search
BV zegt: ``Als een organisatie deel wil uitmaken van Cirkelstad moet het wel transparant
zijn naar partners om zo samen stappen te maken (innoveren)’’.
Om een kringloop te sluiten moeten organisaties samenwerken (zie Literatuurstudie
circulaire economie). Wanneer een organisatie niet wil samenwerken, zal het voor CsU
niet interessant zijn om deze organisaties te benaderen. Op het moment dat een
organisatie wil samenwerken, moet het bereid zijn om ervaring en kennis te delen met
zijn partners.
Rutger Büch, secretaris van Cirkelstad Rotterdam, geeft aan dat sociale re-integratie een
graadmeter moet zijn waarop organisaties geselecteerd worden. De sociale kant kan
niet worden weggelaten uit Cirkelstad; het is een pijler voor dit concept. Sociale re-
integratie moet bij iedere organisatie die deelneemt aan Cirkelstad geïntegreerd zijn of
onderdeel zijn van hun toekomstige doelstellingen.
Uit de interviews kan worden geconcludeerd dat een Cirkelstad partner:
31
- motivatie moet hebben om als organisatie duurzaam te zijn;
- transparant moet zijn (ervaring en kennis willen delen);
- moet willen samenwerken (ketensamenwerking);
- sociale re-integratie integreert.
Uit de interviews is af te leiden dat duurzaamheid een belangrijke pijler is.
Duurzaamheid bestaat uit People, Planet en Profit. De Planet en People elementen
worden gebruikt voor het selecteren van organisaties, de Profit kant zal niet gebruikt
worden. (zie Literatuur gebruikte methode: People, Planet, Profit)
De drie criteria die gebruikt zijn om de enquête op te stellen en organisaties te
selecteren zijn:
- Duurzaam gebruik van materialen (Planet)
- Ketensamenwerking
- Sociale re-integratie (People)
Het eerste criterium waarop organisaties beoordeeld zijn is het duurzaam gebruik van
materialen. Dit dekt de Planet kant van duurzaamheid. De motivatie om als organisatie
duurzaam te zijn is op zich zelf niet meetbaar, echter het duurzaam gebruik van
materialen is dat wel. Voor de organisaties die zich bezighouden met materialen geldt de
vraag: Hoe duurzaam gaan zij om met deze materialen?
Ketensamenwerking staat centraal binnen CsU en is daarom het tweede criterium,
zonder ketensamenwerking kan het concept CsU niet gerealiseerd worden. Een
onderdeel van het criterium ketensamenwerking is transparantie. Een samenwerking
binnen CsU is niet realiseerbaar op het moment dat een organisatie niet transparant is
naar haar partners.
Sociale re-integratie is het derde criterium waarop de organisaties beoordeeld worden.
Er wordt gekeken of er al mensen werken met een afstand tot de arbeidsmarkt, of dat
het in de toekomst zou willen werken met mensen die afstand hebben tot de
arbeidsmarkt.
Concluderend; er zijn 3 criteria die essentieel zijn bij het beoordelen van organisaties
voor CsU. Deze zijn vergaard doormiddel van interviews met CsR partners. Deze
partners zijn al 10 jaar bezig met het samenwerkingsverband in Rotterdam en worden
daarom gezien als experts in dit onderzoek.
4.5 Behoefte van de markt naar circulaire economie Om na te gaan of er vraag is naar een concept zoals Cirkelstad Utrecht wordt in deze
paragraaf antwoord gegeven op de deelvragen:
- Wat is de huidige behoefte op de markt met betrekking tot circulaire economie?
32
Circulaire economie
Om de behoefte van de markt op het gebied van circulaire economie in kaart te brengen
is gebruik gemaakt van de literatuurstudie die is uitgevoerd op het gebied van circulaire
economie(zie literatuurstudie: circulaire economie). Ook is informatie geraadpleegd die
is verkregen vanuit interviews die zijn afgenomen bij verschillende bedrijven. Deze
interviews zijn terug te vinden in Bijlage 1.
Overheid
De gemeenten die zijn onderzocht voor dit onderzoeksrapport schrijven in de
collegeprogramma’s niet elk over het stimuleren van hergebruik van materialen in de
bouw, of andere industrieën. In de collegeprogramma’s van Amersfoort, IJsselstein en
Zeist wordt wel gesproken over het stimuleren van duurzaam ondernemen en
duurzaam ondernemen in de bouw industrie, maar geen specifieke stimulans voor
circulaire economie. De gemeente Utrecht spreekt in haar collegeprogramma wel
expliciet over circulaire economie:
‘’We zorgen voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor duurzame bedrijven door
hen een podium en goede faciliteiten te bieden, zoals hubs voor specialismen als
energiebesparing bij woningen, circulaire economie of duurzame mobiliteit.’’ (coalitie
Utrecht, 2014)
Naast de collegeprogramma’s is er op 12 november 2013 een Green Deal circulair
inkopen ondertekend door diverse partijen waar onder de gemeente Utrecht en de
gemeente Amersfoort. In deze Green Deal staat beschreven dat de twee gemeenten
zullen werken aan het stimuleren van circulair inkopen. (zie literatuurstudie circulaire
economie).
Bedrijven
Duurzaamheid en circulaire economie worden een steeds herkenbare term in de
bouwindustrie, wat ook opvalt uit de gehouden interviews bij bezochte bedrijven in
deze industrie. De vraag naar het effectief hergebruiken van materialen groeit,
naarmate het bewustzijn in de industrie groeit dat het gebruiken van grondstoffen
eindig is. Om schaarste voor te zijn willen bedrijven nu al investeren in circulaire
economie. (zie Literatuurstudie: circulaire economie en Bijlage 1: Interviews)
Te concluderen valt dat er op dit moment vraag is naar het circulair hergebruiken van
materialen en dat hier kansen liggen voor CsU. De overheid en het bedrijfsleven zien in
dat hier veel te halen valt, zowel economisch als op het vlak van milieu.
4.6 Wetgeving en marktbehoefte sociale re-integratie In deze paragraaf zal achtergrondinformatie worden verschaft over het onderwerp
sociale re-integratie waarmee de volgende deelvragen worden beantwoord:
- Wat is de wetgeving omtrent sociale re-integratie?
- Wat is de huidige behoefte op de markt met betrekking tot sociale re-integratie?
33
Wetgeving
De overheid heeft besloten om vanaf 1 januari 2015 de regelingen betreffende sociale
re-integratie te decentraliseren. De gemeentes zullen daardoor verantwoordelijk
worden voor alles betreffende sociale re-integratie. De wetten die dit bepalen en
stimuleren zijn de participatiewet en de quotumwet.(zie Literatuurstudie sociale re-
integratie)
Participatiewet
De participatiewet is opgesteld om er voor te zorgen dat zo veel mogelijk mensen
participeren in de samenleving. In de participatiewet worden drie wetten
samengevoegd tot een wet. In de literatuurstudie sociale re-integratie wordt dieper
ingegaan op de inhoud van de participatiewet, hier wordt ook gekeken naar de
quotumwet en hoe het voor bedrijven aantrekkelijker wordt gemaakt om te werken met
sociale re-integratie.
Andere regels die de overheid heeft opgesteld om werkgevers te stimuleren zijn:
- Loondispensatie
De werkgever betaald minder loon aan een werknemer die door zijn ziekte of
handicap minder werk aankan. Hierdoor betaalt de werkgever samen met de
overheid de uitkering van de werknemer. Het risico wordt hierdoor verminderd
voor de werkgever.
- Looncompensatie bij ziekte
Wanneer een werknemer die gedeeltelijk arbeidsongeschikt is langdurig ziek
wordt compenseert het UWV vijf jaar lang het doorbetalen van het loon.
- Subsidie aanpassen werkplek
Wanneer een werknemer speciale behoeftes nodig heeft kan de werkgever
subsidies ontvangen voor het aanpassen van de werkplek. Deze subsidie maakt
de stap naar het aannemen van personeel met een speciale behoefte kleiner.
- Mobiliteitsbonus
Voor elke werknemer die aangenomen wordt en aan de gestelde criteria voldoet
krijgen zij drie jaar lang een bonus afhankelijk van het soort werknemer dat is
aangenomen.
Door middel van deze regels en wetten probeert de overheid werkgevers te stimuleren
om meer te doen aan sociale re-integratie. (Rijksoverheid, 2014)
Door middel van de participatiewet en bijbehorende regels worden bedrijven
gestimuleerd en verplicht om te werken met sociale re-integratie. De overheid zorgt er
door middel van de participatiewet ook voor dat het aantrekkelijker wordt voor
bedrijven om te werken met mensen die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt.
Marktbehoefte
De reden dat de overheid
waarde hecht aan sociale re-
integratie komt door de
kosten die werklozen met
zich meebrengen. In figuur 2:
Figuur 1: Werkloze beroepsbevolking
Figuur 2: Werkloze beroepsvolking (CBS, 2014)
34
Werkloze beroepsbevolking, is te zien dat vanaf begin 2009 de werkloosheid onder de
beroepsbevolking constant is blijven stijgen. De totale beroepsbevolking bestaat uit 7,2
miljoen mensen, van de beroepsbevolking zijn er 687.000 mensen werkloos. Op dit
moment heeft Nederland een werkloosheidspercentage van 10,4% (CBS, 2014)
Door de stijging van de werkloosheid zijn de afgelopen jaren ook de WW-uitkeringen en
de bijstandsuitkeringen gestegen. In figuur 3: Stijging uitkeringen, is de stijging van de
afgelopen jaren weergeven. Door het constant stijgen van de uitkeringen, stijgen ook
constant de uitgaven van de overheid.
De overheid is al langere tijd bezig om er voor te zorgen dat de uitstroom qua mensen
groter wordt. Tot op heden lukt dit de overheid ook. Het nadeel is alleen dat de instroom
constant hoger is dan de uitstroom, waardoor er alleen maar meer uitkering verstrekt
worden en het beleid van de overheid nog niet heeft geholpen. In figuur 4 is te zien hoe
de in- en uitstroom vanaf 2009 verloopt en wat hiervan de gevolgen zijn voor de totale
stand van WW uitkeringen.
Figuur 4:In- en uitstroom WW-uitkeringen
Figuur 3: Stijging uitkeringen
35
Te concluderen valt dat de overheid de werkloosheid en hoeveelheid mensen op de
arbeidsmarkt wil laten dalen en bedrijven wil stimuleren mensen met een afstand tot de
arbeidsmarkt aan te nemen.
4.7 Eisen opdrachtgevers aan projecten
In deze paragraaf worden de eisen behandeld die opdrachtgevers stellen aan
projecten. Antwoord wordt gegeven op de volgende deelvraag: Welke eisen
stellen opdrachtgevers aan opdrachtnemers?
Opdrachtgevers stellen eisen aan opdrachtnemers op het gebied van
duurzaamheid en sociale re-integratie. De gemeente Utrecht bijvoorbeeld neemt
duurzaamheidscriteria mee in aanbestedingen. De beoordelingscriteria moeten
volgens de aanbestedingswetgeving (overheid.nl, 2014) vooraf worden
opgesteld. Omdat een overheidsorgaan transparant en objectief moet zijn en niet
mag discrimineren, kan hier na publicatie niet meer van worden afgeweken. De
beoordelingscriteria moeten meetbaar zijn, omdat er in het selectietraject
punten aan worden toegekend. Het is moeilijk om voor aanbestedingen vooraf
meetbare beoordelingscriteria op te stellen voor het gedeelte duurzaamheid,
omdat onduidelijk is wat de opdrachtnemers kunnen op dit gebied en omdat de
definitie van duurzaamheid kan verschillen tussen organisaties(zie Bijlage 1:
interviews, Thea Smid)
Aanbestedingen en sociale re-integratie
Organisaties die aanbestedingen maken stellen steeds vaker verplicht dat sociale
re-integratie wordt toegepast. Vanaf juli 2011 wordt bij elke aanbesteding die
meer kost dan €250.000,- en wordt uitgegeven door de overheid social return1
opgenomen in het bestek2. De partij die de opdracht aanneemt is daardoor
verplicht om een percentage van zijn manuren in te vullen door personeel met
een afstand tot de arbeidsmarkt. Per gemeente of provincie verschilt het
percentage dat verplicht gebruikt moet worden voor sociale re-integratie.
Gemiddeld ligt het percentage dat gebruikt moet worden op 5%. Het nadeel van
het onderdeel social return is dat er geen duidelijke wetgevingen voor zijn. Een
bedrijf kan er voor kiezen om personeel bij te scholen, om te scholen of externe
medewerkers in te huren voor laaggeschoold werk. Terwijl de insteek van
sociale re-integratie is dat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan een
duurzame baan worden geholpen. (Rijksoverheid, 2014)
Social return als gunningscriterium
Een dienst die een aanbesteding openbaar maakt kan in de gunningscriteria
sociale factoren meenemen. De aanbesteding zal dan gedaan moeten worden via
EMVI3. Door een bepaalde wegingsfactor te geven aan de sociale aspecten die in
de aanbesteding worden genoemd is het mogelijk om een fictieve korting te
krijgen op het ingeschreven bedrag. Hierdoor wordt het toepassen van sociale
aspecten beloond en heeft een partij die zich inschrijft en rekening houdt met de
sociale aspecten meer kans op het winnen van de aanbesteding. De fictieve
1 Hoofdstuk in het bestek waarin sociale re-integratie wordt opgenomen 2 Omschrijving van een uit te voeren bouwwerk, incl. uitvoeringsvoorwaarden 3 Economische Meest Voordelige Inschrijving.
36
korting die verkregen kan worden is niet alleen opgebouwd uit social return,
maar kan ook oplopen door het voldoen aan andere eisen die opgenomen zijn in
het bestek.
Ingeschreven
bedrag
Fictieve
korting
Ingeschreven
bedrag na
korting
Winnaa
r
Bedrijf
A
€100.000,- 10% €90.000 X
Bedrijf
B
€95.000 5% €90.250
Tabel 1:Vergelijking inschrijving met fictieve korting:
In bovenstaande tabel 1: Vergelijking inschrijving met fictieve korting, is een
voorbeeld weergeven wat de fictieve korting kan betekenen voor een
organisatie. In de tabel is te zien dat bedrijf A zich in eerste instantie heeft
ingeschreven voor een hoger bedrag dan bedrijf B. Door de EMVI is er fictieve
korting verkregen, deze korting wordt van het oorspronkelijke inschrijf bedrag
afgetrokken. Na deze korting wordt er gekeken wie het laagste bedrag heeft.
Diegene die het laagste bedrag heeft na korting wint de aanbesteding, maar krijgt
wel het bedrag betaald waarvoor oorspronkelijke ingeschreven was. Zoals in de
onderstaande tabel te zien is wint bedrijf A dus uiteindelijk de inschrijving. Door
de EMVI is het mogelijk voor bedrijven om zich in te schrijven voor een hoger
bedrag dan de concurrentie, maar door de kortingen kan de aanbesteding toch
gewonnen worden. (Rijksoverheid, 2014)
In de praktijk De volgende quotes, genoemd tijdens interviews bij de gemeenten en verschillende
organisaties geven inzicht in de praktische toepassing van circulaire economie met
betrekking tot aanbestedingen:
“Het duurzaam uitvoeren van bijvoorbeeld sloopwerken kost meer tijd dan het conventioneel
slopen, aangezien de afvalstromen beter en nauwkeuriger dienen te worden gescheiden. Deze
financiële gevolgen zijn een drempel voor de opdrachtgever.” (zie Bijlage 1: Interviews, Verkuijlen)
“Dit kan er soms voor zorgen dat het onduidelijk is voor opdrachtnemers hoe zij goed kunnen scoren
op het duurzaamheidsvlak van een aanbesteding. Of krijgen de opdrachtnemers het gevoel dat de
inzet op dit vlak onvoldoende wordt gewaardeerd. Omdat de goedkoopste opdrachtnemer
normaliter het project krijgt zijn de opdrachtnemers altijd afhankelijk van de opdrachtgevers.”(zie
Bijlage 1: Interviews, Keinemans)
“Dit kan worden ondervangen door een goede ketensamenwerking, strakke bestekken die geen
ruimte overlaten zouden hier uitkomst kunnen bieden. De bestekken moeten beter door de overheid
worden ingericht.” (zie Bijlage 1: Interviews, Keinemans)
Opdrachtgevers verwachten van de opdrachtnemers dat zij met innovatieve oplossingen
en verduurzaming komen.
37
“Het initiatief moet meer bij de marktpartijen worden neergelegd, zij hebben invloed op de design-
en builtkosten.” (zie Bijlage 1: Interviews, Bouman)
“Marktpartijen zeggen dat ze willen bewegen, maar willen vaak geen inzicht geven in het
kostenmodel.” (zie Bijlage 1: Interviews, Leenders)
Echter stellen opdrachtnemers dat duurzaamheid gestimuleerd moet worden door de
opdrachtgevers. Momenteel wringt het op dit punt.
“Er is genoeg expertise op het gebied van duurzaamheid, alleen de opdrachtgevers moeten
overtuigd worden.” (zie Bijlage 1: Interviews, Keinemans)
“De opdrachtgevers zullen moeten starten, dan kan er geld vrij komen voor innovaties.” (zie Bijlage
1: Interviews, Verkuijlen)
Dit fenomeen is het best te vergelijken met het kip-en-ei probleem. Opdrachtgevers en
opdrachtnemers verwachten van elkaar dat zij initiatief tonen om circulaire economie
toe te passen in aanbestedingen.
4.8 Materiaalstromen In deze paragraaf zal beschreven worden hoe de huidige materiaalstromen verlopen
tijdens een sloop/bouw proces. Er zal alleen gekeken worden naar de materialen beton,
ijzer en hout die vrijkomen bij de sloop en hoe hier rekening mee wordt gehouden
tijdens de sloop en wat er met de vrijgekomen materialen gebeurt. Er wordt antwoord
gegeven op de deelvraag: Hoe zien de huidige materiaalstromen er uit?
Manieren van slopen
Op het moment wordt er op drie manieren gesloopt.
1. Geheel gebouw slopen
Er wordt hierbij van te voren niet gekeken welke materialen er voor de sloop al
uit het gebouw gehaald kunnen worden om deze te hergebruiken. Het puin dat
vrij is gekomen na de sloop is het enige dat hergebruikt wordt. Dit puin wordt
bijvoorbeeld onder asfalt gelegd. Het materiaal dat vrijkomt wordt daardoor wel
hergebruikt maar verliest zijn waarde aanzienlijk.
Voor het bouwen van een nieuw gebouw zullen in dit geval weer nieuwe
grondstoffen aangeboord moeten worden en nieuwe producten geleverd
worden. De delfstofwinning voor nieuwe producten en het slopen staan totaal
los van elkaar.
2. Kleinschalig waarde behoud
Bij deze manier van slopen wordt er van te voren gekeken wat voor waardevolle
materialen er nog aanwezig zijn in het gebouw. Hierbij wordt er bijvoorbeeld
gekeken naar deuren, keukeneilanden en apparatuur. Er wordt verder niet
gekeken naar hout, beton, glas en metalen die uit het gebouw gehaald kunnen
worden voor verder gebruik. De materialen/spullen die van te voren uit het
gebouw gehaald worden dalen hierdoor niet in waarde en kunnen nog
doorverkocht worden. De overige materialen blijven in het gebouw zitten en
zullen uiteindelijk als puin doorverkocht worden. Ook bij deze manier van
38
slopen geldt dat de materialen in waarde dalen, op de enkele materialen/spullen
na die voor de sloop uit het gebouw worden gehaald.
Voor het bouwen zullen dus in dit geval net zoals in optie 1 nieuwe delfstoffen
aangeboord moeten worden. Wel kunnen er producten die bij de sloop van een
ander gebouw voortijdig weggehaald zijn geplaatst worden in de nieuwbouw.
Dit scheelt sloopafval en nieuwe productie.
3. Circulair slopen
Bij circulair slopen worden alle materialen die gelijkwaardig of bijna
gelijkwaardig teruggevoerd kunnen worden in de kringloop uit het gebouw
gehaald voordat de sloop begint. Tijdens de sloop worden alle materialen
gesorteerd om zo de diverse afvalstromen te scheiden. Door het scheiden van
alle afval stromen kunnen bijna alle materialen die uit het gebouw gehaald terug
gebracht worden in de kringloop. Deze materialen behouden hun waarde
waardoor ze minimaal als gelijkwaardig product hergebruikt kunnen worden.
Op dit moment wordt er nog vooral optie 1 en 2 toegepast. De materialen verliezen door
deze manieren van slopen veelal hun waarde en worden niet meer gebruikt waarvoor
zij in eerste instantie gemaakt waren. Niet alleen het materiaal gaat verloren maar ook is
het gehele productieproces verloren gegaan.
39
5. Gewenste situatie In dit hoofdstuk wordt de gewenste situatie(SOLL) beschreven. Hier wordt uiteengezet
hoe de ideale situatie eruit ziet voor Cirkelstad Utrecht. De volgende onderwerpen
komen hierin aan bod:
- Gewenste eisen
- Combinatie opdrachtgevers en opdrachtnemers
- Aantrekkelijkheid van CsU voor opdrachtgevers
- Gewenste materiaalstromen
5.1 Gewenste eisen aan organisaties voor een samenwerkingsverband Eerder in dit adviesrapport zijn soorten organisaties beschreven waarnaar gezocht
wordt om het concept Cirkelstad te realiseren in de regio Utrecht(zie hoofdstuk 4.3
soorten organisaties). Hierin wordt uitgelegd welke soort organisaties interessant zijn
voor CsU.
In dit hoofdstuk zal per groep uitgeschreven worden wat de gewenste eisen zijn per
groep. Aan de hand van dit onderzoek zal antwoord worden gegeven op de volgende
deelvraag:
- Welke soort organisaties zijn gewenst voor het samenwerkingsverband CsU?
De organisaties die uitgeschreven worden in dit hoofdstuk zijn verdeeld in twee
groepen:
- Opdrachtgevers;
- Opdrachtnemers.
Opdrachtgevers
De opdrachtgevers zijn woningcorporaties en gemeenten. Zoals eerder beschreven
worden in deze sector projecten gerealiseerd door middel van aanbestedingen. De
aanbesteding wordt uitgeschreven door de gemeente of een overheidsinstelling. In de
gewenste situatie dient een aanbesteding aspecten te bevatten omtrent circulaire
economie, duurzaam materiaalgebruik en sociale re-integratie. Wanneer er in een
aanbesteding eisen worden gesteld aan deze drie factoren moeten opdrachtnemers
hierop te anticiperen. Hierdoor worden de drie factoren in aanbestedingen
gewaarborgd en is het inzichtelijk voor opdrachtnemers hoe zij kunnen inspelen op
deze factoren.
Opdrachtnemers
De opdrachtnemers zijn aannemers, amoveerbedrijven en recyclebedrijven.
Deze organisaties maken circulaire economie mogelijk. Een goed
samenwerkingsverband tussen deze drie verschillende organisaties is een vereiste. In
de gewenste situatie van het adviesrapport zijn organisaties nodig waarbij drie factoren
in de visie en strategie zijn opgenomen, namelijk; duurzaam materiaalgebruik, sociale
re-integratie en ketensamenwerking.
40
Naast de opdrachtgevers en de organisaties die een ketensamenwerking realiseren zal
ook het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) of een
werkgeverservicepunt uit de regio Utrecht aan moeten sluiten bij deze samenwerking.
Een eis aan deze organisaties is dat zij werknemers beschikbaar hebben voor projecten,
daarnaast moeten zij flexibel zijn om aan variërende vragen te voldoen.
De combinatie van bovenstaande organisaties ziet er als volgt uit:
Figuur 4: combinatie
5.3 Aantrekkelijkheid CsU voor opdrachtgevers In deze paragraaf wordt beschreven waarom CsU aantrekkelijk is voor opdrachtgevers.
Redenen waarom CsU aantrekkelijk is voor een opdrachtgever:
• Goede samenwerking; kennis en ervaring delen, betere totaal oplossing;
• Flexibiliteit: anticiperen op eisen opdrachtgever;
• Kennis op het gebied van duurzaamheid;
• Social Return kan worden verwezenlijkt;
• Green Deal is gesloten; hier kan CsU op inspelen;
o Gemeente Utrecht en Gemeente Amersfoort 2 circulaire inkooptrajecten
in 2014.
Het samenwerkingsverband CsU kan potentie hebben voor opdrachtgevers in de regio
Utrecht. Door voorafgaand aan de aanbesteding om de tafel te gaan en te zoeken naar
mogelijkheden en kansen kan er worden bepaald hoe waarde kan worden toegevoegd
aan deze samenwerking. Dit kan leiden tot innovatieve oplossingen. Door openheid en
vertrouwen in de samenwerking kan kennis die de organisaties bezitten beter worden
aangewend. Daarnaast kan de kennis die aanwezig is op het gebied van duurzaamheid
door het te delen binnen de ketensamenwerking gemeengoed worden.
Het is belangrijk dat CsU flexibel is en in staat is te anticiperen op de eisen van
opdrachtgevers. Eisen van opdrachtgevers kunnen veranderen door bijvoorbeeld
wetswijzigingen of een visie die zich meer toelegt op duurzaamheid.
41
Recentelijk is de Green Deal ondertekend, er wordt momenteel door opdrachtgevers
bekeken hoe hier invulling aan kan worden gegeven. Dit biedt kansen voor Cirkelstad
Utrecht. Zo willen de Gemeente Utrecht en Gemeente Amersfoort bijvoorbeeld voor het
einde van 2014 al twee circulaire inkooptrajecten realiseren( zie bijlage 1: interviews).
Op dit moment is nog niet duidelijk welke inkooptrajecten circulair gaan worden
uitgevoerd.
In aanbestedingen is tegenwoordig een SROI vastgelegd van 5%4. Aangezien sociale re-
integratie een belangrijke pijler is komt dit Cirkelstad ten goede. Omdat in een keten
wordt samengewerkt is de SROI-eis ook makkelijker te realiseren. Er kan namelijk
gekeken worden waar het budget hiervoor het beste tot zijn recht kan komen. Niet in
elke organisatie is het even eenvoudig en/of nuttig om mensen met afstand tot de
arbeidsmarkt in te zetten, dit bijvoorbeeld doordat specialistische kennis vereist is voor
de uit te voeren werkzaamheden. Echter kunnen andere organisaties in de keten deze
mensen erg goed gebruiken, waardoor aan de SROI eis voldaan kan worden kijkend naar
de gehele keten.
Cirkelstad is in Rotterdam al 10 jaar actief. Er zijn een groot aantal projecten afgerond
die bijdragen aan de naamsbekendheid van Cirkelstad. CsR heeft bewezen dat het
concept realiseerbaar is, hierdoor zullen andere partijen meer vertrouwen hebben in
het initiatief en daardoor is de drempel tot participatie lager (zie bijlage 1: Interviews)
5.4 Gewenste materiaalstromen
In de analyse van de huidige materiaalstromen (zie hoofdstuk 4.8: materiaalstromen) is
te zien dat de manier van slopen een belangrijkste rol speelt. In de gewenste situatie
zullen de materiaalstromen ingericht worden met focus op recycling.
De materiaalstromen die vrijkomen omvatten:
- Beton
- Hout
- IJzer
De gewenste materiaalstroom tussen de verschillende organisaties ziet er als volgt uit.
42
Voor beton zal gelden dat op het moment dat er op een gebouw gesloopt wordt door een
amoveerder, deze het sloopafval naar een recyclelaar transporteert. De recyclelaar
verwerkt het beton tot hoogwaardig granulaat dat geschikt is voor bijvoorbeeld
betonmortel, beton en asfalt. Het granulaat zal geleverd worden aan een organisatie dat
het verwerkt tot asfalt of beton. Vervolgens zal een aannemer het product gebruiken bij
een bouwproject.
Deze cirkel geldt tevens voor hout en ijzer. Belangrijk in deze manier van recyclen is de
rol van de amoveerder. Het zorgvuldig scheiden van het sloopafval is bepalend voor het
feit of bouw en sloopafval hergebruikt kan worden. Daarnaast zal de amoveerder het
afval direct naar een recyclelaar brengen en dus zelf weinig opslag hebben.
amoveerder
recycleraar
beton/asfaltproducent
aannemer
43
6. Het bereiken van de gewenste situatie Dit hoofdstuk geeft aan hoe de gewenste situatie bereikt kan worden(GAP). Hierbij
wordt een Multi Criteria Analyse gebruikt waaruit verschillende opties naar voren
komen die hoge en lage potentie hebben om een samenwerkingsverband te
verwezenlijken voor CsU. Ook wordt onderzoek gedaan naar potentiële projecten, de
ontwikkeling van de aantrekkelijk van CsU, KSF en gewenste materiaalstromen voor
CsU. Nadien wordt een implementatieplan gegeven om de gewenste situatie te bereiken.
6.1 Selecteren en beoordelen organisaties
In deze paragraaf wordt een verantwoording afgelegd voor de Multi criteria
analyse(MCA) (zie Literatuurstudie: Methode) die gebruikt wordt in dit rapport. Er
wordt uitgelegd wat een Multi Criteria Analyse is en er wordt verantwoord waarom er
gebruik van wordt gemaakt. Tevens wordt er uitgelegd welke stappen er moeten
worden doorlopen om een juiste analyse op te stellen en een onderbouwde keuze te
kunnen maken. Aan de hand van deze MCA wordt bepaald welke organisaties geschikt
zijn voor een samenwerkingsverband binnen CsU. Aan het einde van dit hoofdstuk
kunnen de volgende deelvragen beantwoord worden:
Welke bedrijven zijn geschikt voor een samenwerkingsverband binnen CsU?
Welke combinaties van organisaties zijn er mogelijk voor een samenwerking binnen CsU?
De Multi Criteria Analyse
Een Multi Criteria Analyse is een vergelijkingsmethode die gebruikt kan worden om
verschillende opties te analyseren op een objectieve wijze. Deze opties worden
geanalyseerd aan de hand van vooraf vastgestelde criteria. Het hoofddoel van deze
methode is het structureren en verhelderen van het besluitvormingsproces. Dit
betekent dat een Multi Criteria Analyse een ondersteunend middel is om de kwaliteit
van het besluitvormingsproces te waarborgen.
Een belangrijk onderdeel van deze analyse is het beoordelingsvermogen van de
besluitvormers. Deze bepalen de doelstellingen van de analyse en de manier waarop er
gemeten wordt. Tevens bepaalt het welke criteria relevant zijn en welke wegingen de
criteria krijgen.
In dit adviesrapport wordt een Multi Criteria Analyse gebruikt ten behoeve van het
beoordelen van de geïnterviewde organisaties. Deze organisaties hebben de potentie om
onderdeel te worden van CsU. De verschillende organisaties worden beoordeeld op
basis van een aantal criteria. Deze criteria zijn opgesteld op basis van interviews met de
partners van CsR.(zie Paragraaf 4.4: criteria organisaties Cirkelstad Utrecht)
44
Stappenplan
Om op de juiste wijze een Multi Criteria Analyse uit te voeren is het van belang dat er 5
stappen worden doorlopen die structuur bieden bij het opstellen van de analyse:
1. Formuleren criteria (op basis van interviews CsR partners)
2. Formuleren alternatieven (organisaties)
3. Effectscores bepalen
4. Weging van de criteria bepalen
5. Uitkomsten MCA bepalen
Stap 1: Formuleren criteria De eerste stap van de Multi Criteria Analyse is het formuleren van criteria, aan de hand
van deze criteria worden organisaties beoordeeld. Tevens zullen deze criteria leidend
zijn voor het opstellen van de enquête en interviews. Deze criteria zijn bepaald in
hoofdstuk 4.4, om een uitgebreide uitleg te vinden van deze criteria wordt hier naar
verwezen.
De drie criteria die gebruikt zullen worden om de enquête op te stellen en organisaties
te selecteren zijn:
- Duurzaam gebruik van materialen (Planet)
- Sociale re-integratie (People)
- Ketensamenwerking
Stap 2: Formuleren alternatieven (organisaties) De tweede stap in dit proces is het formuleren van mogelijke alternatieven. In deze Multi
Criteria Analyse zijn de alternatieven verschillenden organisaties uit de omgeving
Utrecht.
Er is voor gekozen om een voorselectie van organisaties te maken op basis van een
enquête. Het doel van deze enquête is inzicht verschaffen in de manier waarop
organisaties op dit moment en in de toekomst invulling geven aan; duurzaam materiaal
gebruik, sociale re-integratie en ketensamenwerking.
Om deze selectie te maken zijn er een aantal stappen doorlopen:
1. Organisaties zoeken in de regio Utrecht
2. Enquête opstellen en versturen
3. Enquêtes beoordelen en voorselectie organisaties opstellen voor interviews
1. Organisaties zoeken in de regio Utrecht
In eerste instantie is in de huidige situatie beschreven wat voor soort organisaties
interessant zijn voor CsU(zie paragraaf 4.3: Soorten organisaties). Op basis van dit
vooronderzoek is door middel van deskresearch gezocht naar potentiële
organisaties. Naast de organisaties die verkregen zijn uit deskresearch zijn er
contacten verkregen via Ieke Benschop en Rutger Büch.
45
Alle potentiële organisaties zijn telefonisch of per e-mail benaderd of zij deel willen
nemen aan dit onderzoek. Bij een positieve reactie is er een e-mail verstuurd
worden met de opgestelde enquête. In totaal zijn er 81 organisaties benaderd die
binnen de scope van het onderzoek vallen.
2. Enquête opstellen en versturen
Op basis van de 3 vastgestelde criteria is een vragenlijst voor de enquête opgesteld.
Deze vragenlijst bevat stellingen die inzicht verschaffen in de manier waarop
organisaties te werk gaan. Tevens geeft het inzicht in de visie en motivatie van
organisaties op het gebied van duurzaam materiaalgebruik, sociale re-integratie en
ketensamenwerking. De enquête is opgesteld in Survey-Monkey. Een link naar de
enquête in Survey-Monkey wordt verstuurd naar organisaties die hebben aangeven
te willen participeren aan dit onderzoek. (zie Bijlage 2: Enquête)
In totaal zijn er 21 enquêtes verstuurd naar organisaties die aangaven te willen
participeren. Echter ten behoeve van het onderzoek is er besloten om iedere
potentiële organisatie enquête te versturen om de kans op respons te verhogen. In
totaal zijn er dus 81 enquêtes verstuurt. (zie Bijlage 3: uitslag enquête)
3. Enquêtes beoordelen en voorselectie organisaties opstellen
De respons op de verstuurde enquêtes was 23,5%, van de 81 verstuurde enquêtes
zijn er 19 organisaties die de enquête hebben ingevuld. De enquêtes zijn beoordeeld
op de eerder genoemde drie criteria. Op minstens 2 van de 3 criteria moest een
positieve respons zijn gekomen om door de voorselectie heen te komen. In totaal is
er een voorselectie gemaakt van 10 organisaties die in aanmerking kwamen voor
een afspraak.
Stap 3: Effectscores Het bepalen van effectscores is een belangrijk onderdeel van de Multi Criteria Analyse.
Wanneer de effectscores worden bepaald moet de juiste meetschaal worden gekozen. Er
zijn verschillende meetschalen mogelijk, zie Tabel 2.
effectscores meetschaal meeteenheid oorsprong rang/volgorde
kwalitatief nominaal onbekend onbekend onbekend
binair onbekend onbekend ten dele bekend
ordinaal onbekend onbekend bekend
- - -/0/+ + + onbekend onbekend bekend
kwantitatief interval bekend onbekend bekend
ratio bekend bekend bekend
Tabel 2: Overzicht verschi l lende effectscores (Cremer, 1995)
Voor dit onderzoek kan gebruik gemaakt worden van een ordinale kwalitatieve schaal.
Dit betekent dat er een schaalmethode wordt gebruikt waardoor middel van een
rangorde in de waardering een score per criterium(duurzaam materiaal gebruik, sociale
re-integratie, ketensamenwerking) wordt gegeven. Een tweede optie is een binaire
46
kwalitatieve schaal. Dit is een schaalmethode die een waardering geeft in positieve of
negatieve meetwaarde, zoals: ‘’ja’’ of ‘’nee’’.
In dit onderzoek is er voor gekozen om een ordinale kwalitatieve schaal te gebruiken. Er
is gebruik gemaakt van de volgende effectscores:
- Non-actief
- Ad-hoc
- Actief
- Proactief
Non-actief
Met “Non-actief “ wordt in dit model bedoeld dat de organisatie zich (nog) niet bezig
houdt met het beoordelingscriterium. Het beoordelingscriterium speelt dus momenteel
geen rol in de dagelijkse activiteiten en de visie van de organisatie.
Ad-hoc
Met de kwalificatie ‘‘Ad-hoc’’ wordt bedoeld dat het criterium specifiek is toegepast voor
een project of situatie. Het is niet per definitie opgenomen in de dagelijkse activiteiten
en visie van de organisatie, maar wordt toegepast wanneer de organisatie deze ziet als
de beste oplossing in een specifieke situatie.
Actief
Met de kwalificatie “Actief” wordt bedoeld dat organisaties het beoordelingscriterium in
de visie en de dagelijkse bedrijfsvoering opgenomen hebben en toepassen. Iedereen in
de organisatie is bekend met het criterium en ziet deze als vanzelfsprekend.
Proactief
Met de kwalificatie ‘‘Pro actief’’ wordt bedoeld dat de organisaties een
beoordelingscriterium op hebben genomen in hun beleid en werkzaamheden. Naast
deze activiteiten probeert de organisatie deze visie uit te dragen en andere organisaties
hier in te laten participeren.
Stap 4: Weging van de criteria bepalen De vierde stap is het bepalen van de weging van de criteria. Per criterium wordt er een
weging toegekend. Deze weging geeft het relatieve belang van een criterium weer ten
opzichte van de andere criteria.
Voor Cirkelstad is elk criterium even belangrijk, duurzaam materiaal gebruik is niet
belangrijker dan sociale re-integratie of ketensamenwerking(zie Paragraaf 4.1: Wat is
het concept Cirkelstad?).
47
Deze gelijke verdeling heeft dus verder geen impact op de uitkomst van het onderzoek.
Hiervoor is er een weging gegeven aan de effectscores. Door een weging te geven aan de
effectscores zal een organisatie beoordeeld worden op hun activiteit per criterium. De
effectscores krijgen een weging van 0 tot en met 3, met het volgende resultaat:
- 0 = Non-actief
- 1 = Ad-hoc
- 2 = Actief
- 3 = Proactief
Stap 5: Uitkomsten MCA bepalen en combinaties van organisaties opstellen De vijfde stap is het bepalen van de uitkomsten van de MCA. Per organisatie is voor elk
criterium een score gegeven volgens stap 4. De score is gerangschikt van hoog naar laag
waardoor een ranking van de organisaties is ontstaan.
De scores bij ‘’Duurzaam gebruik van materialen’’, ‘’Sociale re-integratie’’ en
‘’Ketensamenwerking’’ zijn bepaalt door de interviews(Zie Bijlage 1: Interviews),
gezamenlijk overleg en discussies binnen het onderzoeksteam. De ranking per
organisatie is gebaseerd op de scores die zijn gegeven aan het criterium. De ranking
geeft het potentieel aan van de organisatie voor CsU:
- A = hoge potentie (≥8 en ≤9)
- B = potentie (≥5 en ≤ 7)
- C = lage potentie (≥ 0 en ≤4)
In tabel 3 staan de verschillende bedrijven, welk soort bedrijf zij zijn(Recycle, Ingenieur,
Sloop, Bouw, Woningcorporatie, betonProducent), de ranking en de scores die aan de
bedrijven zijn toegekend.
Bedrijf Soort Rank A B C Score
Bonder Recycling R A 3 2 3 8
BOOT I A 3 3 2 8
Andre Winkel Sloopwerken B.V. S B 2 2 3 7
Dura Vermeer Van leperen B.V. B B 3 1 3 7
Van Wijnen Midden B.V. B B 2 1 3 6
Search BV I B 3 0 3 6
Mebin HEIDELBERGCEMENT Group P B 3 0 3 6
BAM woningbouw B B 2 1 2 5
Theo Pouw Groep S C 3 0 1 4
de Alliantie W C 1 0 2 3
Tabel 3: Organisatieladder
48
De volgende organisaties hebben een hoge potentie(A);
- Bonder Recycling wil zo lang mogelijk met een grondstof doen, totdat het
uiteindelijk zijn waarde verliest. Volgens Bonder wordt de markt geforceerd met
goedkoper bouwen, terwijl het erom moet gaan hoe een organisatie zijn werk
uitvoert(zie Bijlage 1: Interviews). Bonder sluit op alle vlakken aan bij de
Cirkelstad visie.
- BOOT ingenieurs bureau staat open voor samenwerking en is proactief op het
gebied van duurzaamheid. In de toekomst moet circulaire economie volgens
BOOT economisch interessant gemaakt worden door bijvoorbeeld heffingen op
grondstoffen afkomstig uit mijnen te leggen(zie Bijlage 1: Interviews). Sociale re-
integratie is opgenomen in hun beleid en werkzaamheden.
De volgende organisaties hebben potentie(B);
- André Winkel Sloopwerken voert een actief beleid op het gebeid van
duurzaamheid en sociale re-integratie. Volgens Andre Winkel is de volgende
stap; overleggen met acceptanten over vrijkomende afvalstromen om
verbeteringen door te voeren op dit gebied(zie Bijlage 1: Interviews). De
organisatie is proactief op het gebied van ketensamenwerking.
- Dura Vermeer van Ieperen B.V. heeft aangegeven in de toekomst zijn afval te
willen scheiden op grote schaal. De organisatie is een groot voorstander van
(keten)samenwerking en is proactief op het gebied van duurzaamheid. Op het
gebied van Sociale re-integratie sluit de organisatie nog niet aan bij de Cirkelstad
visie(zie Bijlage 1: Interviews).
- Van Wijnen Midden B.V. denkt na over zijn product, plaats en doelgroep om
voor een lange tijd iets te bouwen. Bij het bouwen wordt Sociale re-integratie
toegepast als het wordt opgelegd vanuit de gemeente, het wordt niet toegepast
uit eigen overtuiging(zie Bijlage 1: interviews). De organisatie weet hoe het is
om keten geïntegreerd samen te werken. Volgens Van Wijnen wordt de
opdrachtgever vaak vergeten in de keten.
- Mebin Heidelbergcement Group probeert zoveel mogelijk de materialen
circulair in te richten, het is op zoek naar materialen die herwonnen kunnen
worden. De organisatie ziet de potentie van circulaire economie en kijkt hoe het
zich ontwikkeld en waar de grootste kansen liggen op dit gebied(zie Bijlage 1:
Interviews). Het staat het open voor een ketensamenwerking maar is non-actief
met betrekking tot sociale re-integratie omdat het werk dat verricht wordt
gespecialiseerd is en dus niet geschikt is voor mensen met afstand tot de
arbeidsmarkt.
- Search BV wil het materiaal aanbod in kaart brengen van toekomstige
projecten, hierdoor kan het de juiste partijen betrekken om de materialen te
recyclen. Soms is het aanbod echter niet groot genoeg om de Cirkelstad visie toe
49
te passen(zie Bijlage 1: Interviews). Search BV voert net zoals Mebin
gespecialiseerd werk uit waardoor het non-actief is op het gebied van sociale re-
integratie.
De volgende organisaties hebben een lage potentie(C );
• BAM ziet door verandering(en) in het aanbestedingsproces ketensamenwerking
als de toekomst. BAM ziet concurrenten als mogelijke samenwerkingspartners,
het wil gezamenlijk doelen bereiken in plaats van te concurreren(zie Bijlage 1:
Interviews). Echter is de organisatie niet proactief op dit gebied, het is meer hun
visie. Duurzaamheid is gewenst vanuit externe partijen en sociale re-integratie
word toegepast wanneer het de beste oplossing is.
• Theo Pouw Groep probeert zijn processen en werkzaamheden op een zo
duurzaam mogelijke manier uit te voeren. Samenwerken is volgens Theo Pouw
zowel interessant als lastig, het liefst doet de organisatie werkzaamheden zelf en
wordt samenwerking overbodig. Op dit moment is sociale re-integratie niet
haalbaar voor de organisatie, dit komt mede doordat het grootste gedeelte van
de werkzaamheden gespecialiseerd zijn.
• De Alliantie is non-actief op het gebied sociale re-integratie en de circulaire
gedachten wordt nog niet meegenomen in de bedrijfsvoering. De motivatie om
duurzaam te zijn is niet aanwezig, wel is er druk van buitenaf (overheid). De
alliantie is op dit moment met een reorganisatie bezig waardoor het zich focust
op andere zaken dan wat Cirkelstad verlangt(zie Bijlage 1: Interviews). Door de
lage motivatie wordt de Alliantie ook niet betrokken bij mogelijke combinaties
van organisaties om kringlopen te sluiten.
In de organisatieladder opereren een aantal organisaties in dezelfde branche en een
aantal zijn de enige in hun branche. Zo is op te merken dat in elke kringloop Andre
Winkel Sloopwerken B.V. aanwezig zal zijn aangezien het de enige sloper is in de
organisatieladder. Hetzelfde geldt voor beton producent Mebin Heidelbergcement
Group.
De kringloop kan alleen gesloten worden als deze bestaat uit een combinatie van een
bouw-, sloop-, ingenieur- en recycle-organisatie en een betonproducent. Deze
combinatie is aan de hand van de organisatieladder te realiseren met 12 verschillende
combinaties(exclusief De Alliantie).
1. Dura Vermeer B.V., Andre Winkel Sloopwerken B.V., BOOT, Bonder Recycling en
Mebin Heidelbergcement Group (score: 36)
2. Van Wijnen Midden B.V., Andre Winkel Sloopwerken B.V., BOOT, Bonder
Recycling en Mebin Heidelbergcement Group (score: 35)
3. BAM woningbouw, Andre Winkel Sloopwerken B.V., BOOT, Bonder Recycling en
Mebin Heidelbergcement Group (score: 34)
4. Dura Vermeer B.V., Andre Winkel Sloopwerken B.V., Search BV, Bonder
Recycling en Mebin Heidelbergcement Group (score: 34)
50
5. Van Wijnen Midden B.V., Andre Winkel Sloopwerken B.V., Search BV, Bonder
Recycling en Mebin Heidelbergcement Group (score: 33)
6. BAM woningbouw, Andre Winkel Sloopwerken B.V., Search BV, Bonder
Recycling en Mebin Heidelbergcement Group (score: 32)
7. Dura Vermeer B.V., Andre Winkel Sloopwerken B.V., BOOT, Theo Pouw Groep en
Mebin Heidelbergcement Group (score: 32)
8. Van Wijnen Midden B.V., Andre Winkel Sloopwerken B.V., BOOT, Theo Pouw
Groep en Mebin Heidelbergcement Group (score: 31)
9. BAM woningbouw, Andre Winkel Sloopwerken B.V., BOOT, Theo Pouw Groep en
Mebin Heidelbergcement Group (score: 30)
10. Dura Vermeer B.V., Andre Winkel Sloopwerken B.V., Search BV, Theo Pouw
Groep en Mebin Heidelbergcement Group (score: 30)
11. Van Wijnen Midden B.V., Andre Winkel Sloopwerken B.V., Search BV, Theo Pouw
Groep en Mebin Heidelbergcement Group (score: 29)
12. BAM woningbouw, Andre Winkel Sloopwerken B.V., Search BV, Theo Pouw
Groep en Mebin Heidelbergcement Group (score: 28)
Volgens de organisatieladder is de kringloop het beste te realiseren met combinatie 1
(score: 36);
Dura Vermeer B.V., Andre Winkel Sloopwerken B.V., BOOT, Bonder Recycling en
Mebin Heidelbergcement Group.
Deze optie bestaat uit 2 hoge potentiële (A) organisaties en 3 organisaties met potentie
(B). Deze vijf organisaties scoren het hoogst in hun branche op de organisatieladder, dit
betekent dat ze zich actief dan wel niet proactief opstellen ten opzichte van duurzaam
materiaal gebruik, sociale re-integratie en ketensamenwerking.
Om kringlopen te sluiten kan er ook gekeken worden naar een combinatie met alle
organisaties die potentie (B) hebben of die een lage potentie (C) hebben.
Combinatie met alle potentiële (B) organisaties (combinatie 5, score: 33);
Van Wijnen Midden B.V., Andre Winkel Sloopwerken B.V., Search BV, Bonder
Recycling en Mebin Heidelbergcement Group
Deze combinatie bestaat uit 1 A organisatie en 4 B organisaties. De hoge potentiële
organisaties verschillen niet veel met de potentiële organisaties, elk zijn ze proactief of
actief op het gebied van duurzaam materiaal gebruik en ketensamenwerking. Het grote
verschil zit in de activiteit op het gebied van sociale re-integratie. Search BV en Mebin
Heidelbergcement Group hebben specialistisch werk dat niet uitgevoerd kan worden
door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en zijn daardoor non-actief op dit
gebied.
51
Combinatie met alle lage potentiele (C) organisaties (combinatie 12, score: 28);
BAM woningbouw, Andre Winkel Sloopwerken B.V., Search BV, Theo Pouw Groep
en Mebin Heidelbergcement Group
6.2 Analyse respons
Deze organisaties hebben bij elkaar de laagste score en hiermee dan ook de laagste
potentie om een kringloop te sluiten. Deze combinatie bestaat uit, 4 B en 1 C
organisaties. De laag scorende organisaties (BAM woningbouw en Theo Pouw Groep)
zijn niet actief genoeg om interessant te zijn voor CsU. Deze organisaties moeten
overtuigd worden door andere om zich actiever op te stellen op het gebied van
duurzaamheid en zullen bewust gemaakt moeten worden van de potentie van circulaire
economie.
Het grootste gedeelte van de informatie die gebruikt wordt in het onderzoek is
afkomstig uit gesprekken gevoerd met externe organisaties. In deze paragraaf wordt
doormiddel van een response analyse toelichting gegeven op de communicatie en de
reacties van de externe organisaties.
De eerste stap van het onderzoek bestond uit inzicht krijgen in het bestaande Cirkelstad
concept wat reeds 10 jaar actief is in de regio Rotterdam. Hiervoor is contact
opgenomen met huidige en oud CsR-partners. Hier zijn vier interviews met CsR-
partners uit voort gekomen. Van deze vier zijn er twee interviews afgenomen op de
locaties Heijplaat te Rotterdam en Boer Beton BV te Groot-Ammers. Dit om de
producten en projecten van CsR tastbaar te maken. Na het analyseren van de interviews
en verkregen informatie is het totaal beeld van het Cirkelstad concept gevormd.
De tweede stap van het onderzoek was het opstellen van een lijst van geïnteresseerde
organisaties. De lijst met organisaties is tot stand gekomen door het zoeken van
organisaties in de regio Utrecht die vallen binnen de sectoren gedefinieerd in de scope.
Tevens zijn er organisaties aan de lijst toegevoegd die zijn aangedragen tijdens
interviews met externe organisaties. Daarnaast zijn er organisaties aangedragen door
opdrachtgevers dhr. R. Buch & mevr. I. Benschop.
De derde stap was telefonisch contact opnemen met in totaal 128 personen, om op deze
wijze erachter te komen wie er verantwoordelijk is voor duurzaamheid binnen de
organisatie. Deze personen zijn hierna telefonisch benaderd om uitleg te geven over dit
onderzoek en om vervolgens te vragen of zij hieraan mee willen werken door een
enquête in te vullen. In totaal hebben 62 personen enquête ontvangen.
De korte enquête heeft als doel gehad de motivatie op het gebied van duurzaamheid,
sociale re-integratie en ketensamenwerking te toetsen(zie hoofdstuk 6.1: selecteren en
beoordelen organisaties). De verstuurde enquête is uiteindelijk, na het versturen van
een reminder, door 19 van de 62 personen ingevuld. Dit komt neer op een response van
31%.
52
Slopers Van de 13 verzonden enquêtes aan slopers is er maar 1 reactie ontvangen, dit is een
response van 8%. 3 slopers gaven aan door de beperkte omvang van de organisatie zich
niet te focussen op duurzaamheid. De andere 2 ontvangen reacties luidden; “wij doen
niet aan duurzaamheid, wij denken dat duurzamer opereren ons geen
concurrentievoordeel zal brengen”. De overige 7 slopers die een enquête hebben
ontvangen, hebben na het ontvangen van een reminder niet gereageerd.
Woningcorporaties
Van de 21 verstuurde enquêtes is er door 8 woningcorporaties gereageerd, dit is een
response van 38%. De volgende reactie is van 4 woningcorporaties ontvangen; “wij
hebben geen interesse omdat er geen resources voor zijn, er is momenteel alleen budget
voor het uiterst noodzakelijke”. De overige 9 woningcorporaties hebben na het
ontvangen van een reminder, niet gereageerd op de enquête.
Recycelaars
Van de 7 enquêtes die zijn verstuurd naar recycelaars zijn er 2 reacties ontvangen, dit is
een response van 29%. De 5 recycelaars die de enquête niet hebben ingevuld, hebben na
het ontvangen van een reminder niet meer gereageerd.
Aannemers Van de 21 verzonden enquêtes hebben er 7 aannemers gereageerd, dit is een response
van 33%. De 14 aannemers die de enquête niet hebben ingevuld, hebben geen van allen
een reactie achtergelaten.
Architecten & ingenieurs Van de 20 benaderde architecten en ingenieursbureaus is er 1 enquête ontvangen. 3
architectenbureaus hebben aangegeven geen interesse te hebben in omdat ze circulaire
economie (nog) niet toepassen.
De ingevulde enquêtes zijn vervolgens geanalyseerd. Uit de resultaten van deze analyse
is een lijst opgesteld met organisaties die positief tegenover circulaire economie,
duurzaamheid, ketensamenwerking en sociale re-integratie staan. De organisaties op
deze lijst zijn vervolgens benaderd met de vraag of ze mee willen werken met het
onderzoek door deel te nemen aan een interview. Hier zijn uiteindelijk 17 interviews uit
voort gekomen.
De zeventien interviews zijn te verdelen in twee groepen: opdrachtgevers en
opdrachtnemers. Zes van de zeventien interviews zijn gehouden met gemeenten en
woningcorporaties. Elf van de zeventien interviews zijn gehouden met opdrachtnemers.
Van de in totaal 128 benaderde personen zijn uiteindelijk 17 interviews voortgekomen.
53
6.3 Ontwikkelen aantrekkelijkheid CsU
In deze paragraaf wordt beschreven hoe CsU zich kan ontwikkelen om aantrekkelijker
te worden voor opdrachtgevers. Er wordt antwoord gegeven op de vraag;
- Hoe kan CsU zich ontwikkelen om interessant te worden voor opdrachtgevers
Voordat CsU zich verder kan ontwikkelen zal het eerst zijn missie, visie, doelstellingen
en strategie helder moeten hebben. De strategie is de weg die gekozen moet worden om
de visie van CsU te realiseren. Wanneer CsU over 10 jaar twee keer zo groot wil zijn zal
het keuzes moeten maken. Om de strategie te bepalen moeten vragen beantwoord
worden zoals; Waarin gaat geïnvesteerd worden? Wat moet worden ontwikkeld? Wat
wil de klant?.
De missie en de visie van CsU zijn hetzelfde als voor CsR;
Missie;
‘’Een samenleving zonder afval en zonder uitval.’’
Visie;
‘’Naar een samenleving met duurzame inzet van materialen en talenten.’’
De doelstellingen moeten worden afgeleid van de missie en visie. Doelstellingen zijn
tastbare resultaten (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden
(SMART)) die met alle organisaties van CsU moeten worden nagestreefd om de missie,
visie en strategie te verwezenlijken. Vanuit de doelstelling moet de strategie bepaald
worden. De strategie beschrijft hoe de visie en gezamenlijke doelstellingen kunnen
worden bereikt en geeft een aantal stappen aan voor het managen van de continuïteit op
langere termijn.
6.4 Kritische Succes Factoren samenwerking
In deze paragraaf worden de kritische succes factoren(KSF) van een
samenwerkingsverband uiteengezet. Tevens wordt het partnerschipmodel uitgewerkt
met als doel, inzicht verschaffen in de drivers en facilitators van een
samenwerkingsverband. De deelvraag die beantwoordt word in deze paragraaf luid;
- Wat zijn de kritische succesfactoren voor een samenwerkingsverband binnen CsU?
Om de KSF te bepalen voor een samenwerkingsverband in dit project zijn er interviews
afgenomen. Deze interviews zijn afgenomen bij verschillende partners van CsR. Uit deze
interviews zijn verschillende factoren gekomen die van essentieel belang zijn voor een
samenwerkingsverband binnen CsU.
De kritische succes factoren die besproken worden met betrekking tot een
samenwerkingsverband zijn:
- Transparantie;
- Vertrouwen;
- Belangen;
54
- Motivatie;
- Voorspelbaarheid.
Transparantie
De partners van CsR geven aan dat transparantie een bepalende factor kan zijn voor een
samenwerkingsverband. Met transparantie wordt bedoeld dat bedrijven binnen het
samenwerkingsverband open en eerlijk zijn naar elkaar. Het gaat hier om de ervaring en
kennisdeling tussen verschillende organisaties.
Transparantie gaat hand in hand met vertrouwen. (Faes, 2014) (Veelen, 2014)
Vertrouwen
Naast transparantie is vertrouwen een belangrijke factor voor een succesvol
samenwerkingsverband. Wanneer kennisdeling tussen organisaties plaatsvindt, dienen
de samenwerkende organisaties deze kennis als vertrouwelijk te behandelen. De
gedeelde kennis dient niet voor eigen belangen te worden gebruikt maar zal een
versterking moeten opleveren van de gezamenlijke belangen.
Belangen Om een ketensamenwerking tussen verschillende organisaties te realiseren moet er
gezocht worden naar gezamenlijke belangen. Doormiddel van overleg tussen de
aangesloten organisaties kunnen problemen uit gebiedsbelang opgelost worden. De
motivatie voor het oplossen van problemen is essentieel voor het resultaat. (Veelen, 2014)
Motivatie Motivatie is een essentieel samenwerkingsverbanden. Er zijn twee vormen van
motivatie, extrinsieke motivatie en intrinsieke motivatie. Extrinsieke motivatie is
motivatie die ontstaat door een externe bron bijvoorbeeld beloningen of consequentere
straffen na een handeling. Intrinsieke motivatie is een motivatie vanuit de organisatie
zelf. In het concept Cirkelstad wordt gezocht naar een intrinsieke motivatie. De
organisatie wordt interessant wanneer de motivatie meer is dan financieel gedreven.
Een organisatie dient zelf initiatief te tonen om duurzaam te zijn. Organisaties die alleen
veranderen door externe druk zijn minder interessant voor het concept CsU (Encyclo, Intrinsieke motivatie, 2014) (Encyclo, Exintrieke motivatie, 2014)
Voorspelbaarheid
Een samenwerkingsverband tussen organisaties moeten rusten op voorspelbaarheid.
Voorspelbaarheid gaat hand in hand met transparantie en vertrouwen. Dit komt omdat
de organisaties weten wat zij aan elkaar hebben en waar zij elkaar op aan kunnen
vullen. Het is belangrijk dat organisaties niet van de een op de andere dag hun koers
wijzigen. Hierdoor komen de gezamenlijke belangen te vervallen (Kemp, 2014)
Partnership model
In deze paragraaf wordt het partnership model toegepast. Door dit model toe te passen
kan een samenwerkingsverband in de keten geanalyseerd worden. Het model geeft
inzicht in de aantrekkelijkheid van het samenwerkingsverband. Tevens wordt de
gewenste uitkomst bepaald en er worden punten beschreven die belangrijk zijn voor
een samenwerkingsverband.
55
De punten die besproken worden zijn:
- Drivers;
- Facilitators;
- Components;
- Outcome.
In het partnership model zijn verschillende punten besproken. De drivers zijn de
redenen waarom dit samenwerkingsverband gerealiseerd moet worden. Daarnaast is
uit de components af te lezen, dat om deze ketensamenwerking te realiseren, de
communicatie, planning en inkoop processen op elkaar afgestemd moeten worden.
Hierdoor kan de outcome worden gerealiseerd.
Dit betekent dat wanneer een partnership wordt aangegaan de realisatie van circulaire
economie, meer aanbestedingen, lager risico niveau en lange termijn contracten
bewerkstelligd kan worden.
6.5 Potentiële projecten
Om Cirkelstad Utrecht tot een succes te brengen zal een van de volgende stappen zijn
om aansluitende projecten te vinden waarin dit samenwerkingsverband kan plaats
vinden. In de gemeenten Utrecht, Zeist, Amersfoort en IJsselstein zijn een aantal kansen
gevonden voor CsU.
In deze paragraaf zal antwoord gegeven worden op de vraag:
- Welke projecten zijn in de toekomst interessant voor CsU in de regio Utrecht?
56
Tijdens de interviews en doormiddel van literatuuronderzoek zijn de volgende kansen
gevonden voor de regio Utrecht:
Amersfoort
De stad Amersfoort wil zich ontwikkelen als duurzame stad, dit staat beschreven in het
huidige collegeprogramma en komt ook naar voren uit interviews in de regio
Amersfoort. Hoewel het collegeprogramma van de gemeente Amersfoort niet concreet
beschrijft wat deze duurzame stad moet inhouden is uit een interview gebleken dat de
gemeente zich in de toekomst wil richten op duurzaam inkopen.
Op dit moment is er een budget van 250.000 euro voor duurzaamheidsprojecten, dit
budget moet verspreid moet worden over 4 jaar. Bij de aanleg van een nieuw zwembad
wil de gemeente 10% circulair inkopen en het zwembad zo duurzaam mogelijk laten
bouwen. Hier liggen kansen voor Cirkelstad Utrecht.
Een voorbeeld van een sloopproject dat op dit moment in Amersfoort duurzaam wordt
uitgevoerd, is de sloop van het Elisabeth ziekenhuis en het Lichtenberg ziekenhuis.
Tijdens dit project wordt getracht om het grootste gedeelte van de sloopmaterialen
duurzaam te recyclen zodat deze materialen kunnen worden hergebruikt. De materialen
die niet kunnen worden hergebruikt worden op een milieu vriendelijke wijze verwerkt.
Dit om er voor te zorgen dat de impact op het milieu gering blijft. Hieronder een aantal
voorbeelden van de manier waarop de sloopmaterialen worden hergebruikt.
• Hergebruik van betongranulaat in nieuw beton (besparing op cement en grind,
vermindering van de transportafstand en lagere CO2 uitstoot);
• Hergebruik van automatische deuropeners ten behoeve van gehandicapten in
de thuissituatie;
• Recycling van glas (besparing op productie- en stortkosten);
• Gebruik van puingranulaat als wegfundatie op de locatie.
Collegeprogramma IJsselstein
Het collegeprogramma van IJsselstein schrijft voor dat de gemeente zich zal richten op
het kwalitatief verhogen van huidige woningen en wijken voordat er nieuwbouw zal
plaats vinden. Tevens wil men een regionale integrale visie ontwikkelen op het gebied
“ruimte”, hierin zal komen te staan dat locatie voor woningbouw en duurzaam bouwen
hoge prioriteit krijgen.
Collegeprogramma Zeist
Het huidige college van Zeist legt de focus op duurzaamheid in het collegeprogramma. In
het collegeprogramma is niets concreet te vinden over circulaire economie, maar wel
stelt de gemeente duurzaamheid als speerpunt.
Uit een interview bij de gemeente Zeist is gebleken dat het op dit moment geen aandacht
besteed aan circulair bouwen of sociale re-integratie bij aanbestedingen. Hier zal dus
aandacht voor moeten komen als CsU projecten wil aannemen in deze gemeente.
57
Coalitieakkoord Utrecht
Het coalitieakkoord van gemeente Utrecht beschrijft de volgende punten die relevant
zijn voor circulaire economie:
- De gemeente Utrecht wil zuinig omgaan met energie en grondstoffen, zo veel
mogelijk kringlopen sluiten en energie duurzaam opwekken.
- De gemeente geeft het goede voorbeeld door bijvoorbeeld fors in te zetten op
duurzaam inkopen en aanbesteden.
- De gemeente Utrecht zorgt voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor
duurzame bedrijven door hen een podium en goede faciliteiten te bieden, zoals
hubs voor specialismen als energiebesparing bij woningen, circulaire economie
of duurzame mobiliteit.
Deze punten hebben grote invloed op de mogelijkheden voor circulaire economie in de
bouw. Door circulaire economie en duurzaam bouwen te motiveren wordt circulair
bouwen toegankelijker voor opdrachtgevers en opdrachtnemers.
Niet alleen schrijft Utrecht in het collegeprogramma over duurzaamheid en circulair
gebruik van materialen, maar ook uit interviews met ambtenaren binnen de gemeente
Utrecht is gebleken dat hier kansen liggen.
Zo verteld Thea Smit van de gemeente Utrecht dat 10% van de aanbestedingen circulair
gedaan moet worden, omdat de gemeente een Green Deal heeft gesloten waarin dit
beschreven staat. Op het moment dat er aanbestedingen in de bouw gedaan worden ligt
hier een grote kans voor CsU. Tevens wil de gemeente Utrecht zich meer gaan richten op
het circulair inrichten van het inkoopproces. Dit gaat verder dan alleen de 10% die is
vastgelegd in de Green Deal.
Kijkend naar de plannen die de gemeenten hebben zijn er een aantal punten die
opvallen. De gemeente Utrecht wil in de collegeperiode 2010-2014 een groot aantal
projecten gaan uitvoeren in de stad Utrecht. Uit het uitvoeringsprogramma van de
gemeente komt naar voren dat de doelstelling voor deze periode is om 9088 woningen
te bouwen of te renoveren(Gemeente Utrecht, 2013):
Afbeelding projecten regio Utrecht (Gemeente Utrecht, 2013):
Deze projecten bestaan uit:
• Nieuwbouwprojecten;
58
• Sloopprojecten
• Sloop- en nieuwbouwprojecten gecombineerd;
• Renovatieprojecten.
Veemarkt Utrecht
Een voorbeeld van een bouwproject dat in de komende jaren wordt uitgevoerd is de
herinrichting van de Veemarkt. Het doel van de gemeente is om 550 woningen te
bouwen op het terrein. De gemeente Utrecht wil dat dit gebied op een duurzame manier
wordt ontwikkeld en heeft hiervoor in het beleidsplan aangegeven dat het een
“toonaangevend duurzaam” project moet zijn. De belangrijkste punten uit dit
programma zijn (Gemeente Utrecht, 2013);
• Energie: toonaangevende energiehuishouding, energiezuiniger dan het
bouwbesluit, op termijn energie neutraal en energie leverend;
• Energie: de woningen zullen klimaat adaptief gebouwd worden, wat inhoudt dat
de zich snel ontwikkelende technologie en kostenreductie op dit gebied niet de
pas afgesneden wordt met traditionele energiesystemen.
• Materiaalgebruik: zoveel mogelijk gebruik van vernieuwbare materialen met
een lange levensduur, onderhoudsarm en met minimale milieuschade, zowel in
gebouwen als openbare ruimte.
Om dit project echt duurzaam aan te pakken zou het interessant zijn voor de gemeente
Utrecht om de Veemarkt op een circulaire wijze aan te pakken. Dit omdat het met
duurzame materialen wil werken en vooral omdat het project “toonaangevend
duurzaam” moet zijn. De Veemarkt is een project dat op grote schaal wordt uitgevoerd
en hierdoor veel aandacht krijgt. Dit is een mogelijkheid voor de gemeente om te laten
zien hoe duurzaam ze zijn. Daarnaast is dit een kans voor CsU om betrokken te worden
bij dit project.
Werkspoorkwartier
Een ander groot project dat in de komende jaren wordt uitgevoerd is de herinrichting
van het werkspoorkwartier. Het werkspoorkwartier is een andere naam voor het
bedrijventerrein Cartesiusweg. Een groot aantal transport georiënteerde bedrijven
waren hier actief, echter verdwijnen de organisaties steeds meer van deze locatie.
Hiervoor komen steeds meer creatieve kleine bedrijven terug. Om er voor te zorgen dat
deze zich kunnen vestigen wil de gemeente Utrecht het gebied herinrichten. Dit zorgt
ervoor dat er een aantal verbouwingen en nieuwbouwprojecten worden uitgevoerd op
deze locatie. De gemeente wil dit net zoals de Veemarkt op een duurzame manier
inrichten. Dit biedt wederom kansen voor CsU.
6.6 Materiaalstromen inrichten
In deze paragraaf zal er gekeken worden hoe de overbrugging gemaakt kan worden van
de huidige situatie naar de gewenste situatie. In de gewenste situatie is schematisch
weergeven wat het doel is van het ‘circulaire economie’ principe. Tevens is er uitgelegd
wat hier de voordelen van zijn.
59
Vier belangrijke partijen die circulaire economie kunnen realiseren zijn:
- Overheid
- Semi overheden
- Woningcorporaties
- Bouw/sloop bedrijven
Overheid
De overheid heeft een belangrijk aandeel in het realiseren van de gewenste
materiaalstroom. Doordat de overheid opdrachten uitgeeft, bepaald (in overleg met een
architect) waar het gebouw van gemaakt zal worden en de bestekken schrijft voor de
opdrachtnemers bepaald de overheid hoe een gebouw gebouwd moet worden. Op dit
moment zijn er geen vaste regels omtrent het toepassen van circulaire economie en
wordt vaak alleen de term duurzaamheid gebruikt. Doordat bedrijven zelf kunnen
invullen hoe zij duurzaamheid toepassen zullen zij minder snel geneigd zijn om voor een
circulaire aanpak te kiezen.
Semi overheden
Onder semi overheden vallen de gemeentes en geprivatiseerde bedrijven die nog wel
budget krijgen van de overheid zoals de NS. Diverse woningcorporaties vallen ook onder
semi overheden, omdat de overheid op deze manier er voor kan zorgen dat er genoeg
woningaanbod is.
Sociale sector
Semi overheden mogen zelf bepalen wat zij doen en hoe zij daar invulling aangeven. Zij
dienen alleen verantwoordelijkheid af te leggen aan de overheid. Wanneer een
gemeente besluit om een nieuw gebouw te bouwen, dienen zij hiervoor (net zoals de
overheid zou moeten doen) in het bestek en in het gesprek met de architect af te
spreken dat er gewerkt zal gaan worden met materialen die afkomstig zijn uit
sloop/bouwafval. Idealiter zou dit afval vanuit de regio komen om zo transport kosten
en CO2 uitstoot te reduceren. Wanneer de gemeente dit opneemt in het bestek kan de
aannemende partij niks anders doen dan zich aan de regels houden die in het bestek zijn
opgenomen. Hierdoor stimuleert de (semi) overheid om circulair te ondernemen.
Woningcorporaties
Zoals uitgelegd in het stuk over semi overheden vallen diverse woningcorporaties onder
semi overheden. Ook zijn er woningcorporaties die hier niet onder vallen. Zij krijgen
geen verplichtingen van de overheid en hoeven geen verantwoording af te leggen aan de
overheid over haar activiteiten. Om de niet semi overheden te stimuleren om circulair
bouwen/slopen op te nemen in de bestekken die zij schrijven, zal er een financiële
factor aanwezig moeten zijn. Wanneer er meer geld verdiend kan worden door kosten te
reduceren en tegelijkertijd maatschappelijk te ondernemen is er geen reden voor de
woningcorporaties om niet mee te doen aan het initiatief circulaire economie.
60
7. Conclusie De Nederlandse bouw en sloopindustrie brengen verspillingen en vervuiling met zich
mee, doorgaan op de huidige manier is onverantwoord voor zowel mens als natuur. De
manier waarop geproduceerd en geconsumeerd wordt heeft niet alleen impact op het
milieu, maar ook op de economie. Circulaire economie wil deze verspillingen en
vervuiling minimaliseren en de impact op het milieu en op de economie verlagen met
behulp van ketensamenwerking. Het concept Cirkelstad draait om het samenwerken
van organisaties die materiaalkringlopen sluiten om circulaire economie te realiseren.
Het doel van het project is inzichtelijk maken hoe het concept Cirkelstad ingericht kan
worden in de regio Utrecht. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt dan ook als volgt;
‘’Hoe kan het concept Cirkelstad worden ingericht in de regio Utrecht, zodat
ketensamenwerking in de bouwsector wordt gerealiseerd waarbij afvalmaterialen worden
hergebruikt en rekening wordt gehouden met de behoefte van de markt met betrekking tot
sociale re-integratie?’’
Voor de selectie van organisaties voor Cirkelstad Utrecht is gebruik gemaakt van
beoordelingscriteria die zijn opgesteld op basis van informatie verkregen uit interviews
met partners Cirkelstad Rotterdam. Uit de interviews kwam naar voren samenwerking
en duurzaamheid (People, Planet en Profit) de belangrijkste pijlers zijn. De volgende
drie criteria zijn hierdoor gekozen voor het selecteren van organisaties;
• Duurzaam gebruik van materialen (Planet)
• Sociale re-integratie (People)
• Ketensamenwerking
Opdrachtgevers (gemeentes en woningcorporaties) verwachten dat de marktpartijen
met innovatie en verduurzaming komen. Daarentegen stellen de marktpartijen dat de
kennis is op het gebied van duurzaamheid aanwezig is, maar opdrachtgevers moeten
hiervan worden overtuigd. Volgens opdrachtnemers moeten de opdrachtgevers ermee
starten zodat er geld vrij kan komen voor innovaties. Momenteel wringt het op dit punt.
Om circulaire economie te realiseren zullen bouwers, amoveerders en recycelaars
moeten gaan samenwerken. Hiernaast zullen woningcorporaties en gemeenten
ondersteuning moeten bieden. Deze ondersteuning kan worden gerealiseerd door in
aanbestedingen aspecten op te nemen omtrent circulaire economie, duurzaam
materiaalgebruik en sociale re-integratie.
Het advies voor de selectie van organisaties is gebaseerd op een Multi-Criteria Analyse
met een ordinale kwalitatieve schaal. Door een weging te geven aan de effectscores zijn
de organisaties beoordeeld op hun activiteit (non-actief, ad-hoc, actief of proactief) per
criterium.
Op basis van de Multi-Criteria Analyse is een organisatieladder opgesteld, dit is een
overzicht waarin de organisaties zijn gerangschikt op potentie voor Cirkelstad Utrecht.
Deze ladder maakt het mogelijk om combinaties van organisaties te maken die in
samenwerking met elkaar materiaalkringlopen in de bouw & sloopsector kunnen sluiten
61
alsmede mensen met afstand tot de arbeidsmarkt te betrekken. Deze kringloop is
volgens de organisatieladder het beste te realiseren met Dura Vermeer B.V., Andre
Winkel Sloopwerken B.V., BOOT, Bonder Recycling en Mebin Heidelbergcement Group.
Met bovenstaande partijen kan Cirkelstad Utrecht worden ingericht zodat
ketensamenwerking in de bouwsector gerealiseerd wordt waarbij afvalmaterialen
worden hergebruikt en rekening wordt gehouden met de behoefte van de markt met
betrekking tot sociale re-integratie. Echter is nog wel op te merken dat gemeentes geen
of weinig budget hebben om circulaire economie te ondersteunen en te faciliteren. Ook
zijn aanbestedingen niet circulair ingericht en is het inkoopbeleid verouderd. Daarnaast
kan er worden geconcludeerd dat woningcorporaties op dit moment te weinig doen met
circulaire economie en sociale re-integratie.
62
8. Aanbeveling In dit hoofdstuk worden de aanbevelingen gegeven die voort zijn gekomen uit
het onderzoek. Hierin wordt uitgelegd welke stappen er moeten worden gezet
door de verschillende organisaties om samen Cirkelstad Utrecht in te richten
waarbij materiaalkringlopen gesloten worden en mensen met afstand tot de
arbeidsmarkt worden betrokken.
Een van de meest opvallende punten in dit onderzoek is het feit dat er zowel van
uit gemeenten als vanuit de marktpartijen kansen liggen voor een verbetering
van de onderlinge samenwerking. Op dit moment is het voor veel marktpartijen
nog niet haalbaar om projecten op een circulair manier aan te pakken. Dit komt
gedeeltelijk omdat er in bestekken en aanbestedingen nog te weinig criteria zijn
vastgelegd waarop marktpartijen kunnen scoren in een aanbesteding. Hier ligt
een kans voor de gemeenten en woningcorporaties. Op het moment dat er in
aanbestedingen duidelijk wordt vastgelegd op welke wijze organisaties kunnen
beter scoren op het gebied van duurzaamheid wordt het eenvoudiger voor
marktpartijen om zich te focussen op circulaire economie.
Tevens ligt hier een kans voor de marktpartijen, het is op dit moment
gedeeltelijk inzichtelijk bij de gemeenten wat er in de markt al mogelijk is en
waar bedrijven al toe in staat zijn op het gebied van het sluiten van kringlopen in
de sloop en bouwsector. Om er voor te zorgen dat dit voor de gemeenten
inzichtelijk wordt zal er meer communicatie moeten zijn tussen gemeenten en
marktpartijen. Tevens zullen de marktpartijen moeten laten zien wat er al
mogelijk is zodat gemeenten en woningcorporaties hier op in kunnen spelen. Om
dit te realiseren is transparantie en samenwerking nodig van beide partijen. Een
organisatie die zowel de belangen van de gemeente als die van de marktpartijen
kan behartigen en samenwerking kan stimuleren kan hier uitkomst bieden. De
Economic Board Utrecht zou hier een geschikte organisatie voor zijn.
Daarnaast liggen er kansen voor de marktpartijen onderling, uit dit onderzoek is
gebleken dat er in de omgeving Utrecht een aantal partijen zijn die open staan
voor samenwerkingen om projecten op een circulaire wijze uit te voeren. Uit de
opgestelde organisatieladder blijkt echter dat dit nog maar een select gezelschap
is. Dura Vermeer B.V., Andre Winkel Sloopwerken B.V., Bureau BOOT, Bonder
Recycling en Mebin Heidelbergcement Group hebben de meeste potentie om in
een samenwerkingsverband materiaalkringlopen te sluiten met behulp van
mensen die afstand hebben tot de arbeidsmarkt. De overige organisaties uit de
organisatieladder worden niet uitgesloten. Hun potentie geeft kansen voor
eventuele aansluiting in de toekomst.
De organisaties met hoge potentie zouden als voorbeeldfunctie moeten fungeren
voor andere organisaties. Omdat deze organisaties aan andere markpartijen en
63
opdrachtgevers kunnen laten zien dat circulaire economie geen theoretische
kwestie is, maar dat het in de praktijk realiseerbaar is. Via deze weg kan ook de
aansluiting worden gevonden bij Gemeente Utrecht en Gemeente Amersfoort die
beide de Green Deal hebben ondertekend. Om hier invulling aan te geven zijn er
al potentiele projecten. Voor Utrecht is dit de herinrichting van het
Werkspoorkwartier en de herinrichting van de Veemarkt. In Amersfoort is een
voorbeeld de sloop van het Elisabeth ziekenhuis, en in de toekomst de aanleg van
een nieuw zwembad.
64
9. Business case In deze Business Case zijn verschillende opties onderzocht om de hoofdvraag te
beantwoorden. De hoofdvraag luidt als volgt:
‘’Hoe kan het concept Cirkelstad worden ingericht in de regio Utrecht, zodat
ketensamenwerking in de bouwsector wordt gerealiseerd waarbij afvalmaterialen worden
hergebruikt en rekening wordt gehouden met de behoefte van de markt met betrekking tot
sociale re-integratie?’’
De Business case is opgebouwd uit:
� 9.1 Taakdefinitie en strategisch landschap
� 9.2 Case for change
� 9.3 Opties formuleren
� 9.4 Voordelen/nadelen
� 9.5 Haalbaarheid
o Risico analyse
o Implementatieplanning
� 9.6 Analyseren opties
� 9.7 Stakeholdersanalyse
� 9.8 Communicatiestrategie
� 9.9 aanbeveling
9.1 Taakdefinitie en strategisch landschap
We leven in een samenleving waar de grondstoffen die (nog) aanwezig zijn steeds
sneller worden geëxploiteerd, dit betekent dat er in de nabije toekomst een
grondstoffen schaarste kan ontstaan. Een manier om dit tegen te gaan is het sluiten van
kringlopen, waar de kwaliteit behouden blijft. Het concept Cirkelstad is hierop een
antwoord.
Cirkelstad is een organisatie die al 10 jaar streeft naar een duurzame inzet van
materialen en talenten. Het heeft als visie een duurzame manier van hergebruik van
materialen te bewerkstelligen. Normaliter is traditioneel bouwen een lineair proces van
ontwerp tot en met sloop (Cirkelstad, n.d.). Cirkelstad wil werken aan een nieuw proces
waarbij het sloopafval van een bepaald project kan worden hergebruikt in een nieuw
project. Het idee is de materialen te demonteren op een manier waarbij de kwaliteit
behouden blijft.
Het doel van het concept Cirkelstad is samenwerkingsverbanden creëren tussen
organisaties uit verschillende ketens, waardoor er een gesloten materiaalkringloop
ontstaat. Dit wordt gedaan met als streven dat er minder grondstoffen en afval verspild
worden. Tevens streeft Cirkelstad naar sociale integratie van de bevolking met een
afstand tot de arbeidsmarkt. Door het zoeken van organisaties en het creëren van een
samenwerkingsverband met deze organisaties wordt een circulaire economie
nagestreefd.
Het concept Cirkelstad wordt op dit moment al toegepast in Rotterdam.
De intentie is om het concept op te zetten in meerdere grote steden en/of regio’s,
waaronder in de regio Utrecht.
9.2 Case for change
In deze paragraaf wordt de case for change uiteengezet. Hierin staan de drivers die ten
grondslag liggen voor dit project. Er wordt antwoord gegeven op de volgende vraag; wat
is de reden voor deze verandering?
65
De grootste driver voor deze noodzakelijke verandering is de toename van sloopafval en
de uitputting van grondstoffen. Bij de traditionele bouw worden producten gebruikt die
zijn vervaardigd uit virgin grondstoffen. Deze virgin grondstoffen zijn niet onbeperkt
beschikbaar en dit zorgt voor een uitputting van de grondstof bronnen. Dit concept
zorgt ervoor dat de materialen die tijdens het amoveren vrij komen niet op een grote
stapel belanden. De afvalstromen van materialen worden gerecycled en terug gebracht
in de materiaalstromen. Hierdoor vindt geen uitputting van de grondstof bronnen plaats
en zal het sloopafval niet toenemen.
9.3 Opties formuleren
In dit onderdeel van de business case worden de opties geformuleerd die mogelijk zijn
voor CsU. Dit is gedaan op basis van de Multi Criteria Analyse(MCA), uitgevoerd in de
adviesrapport ‘Onderzoek naar matchmaking Circulaire economie regio Utrecht’ voor
Cirkelstad, te vinden in hoofdstuk 6.1.
Hiervoor zijn vijf stappen uitgevoerd en de laatste stap, bepalen van de uitkomsten van
de MCA zal hieronder worden beschreven. Per organisatie is voor elk criterium een
score gegeven volgens stap 4. De score is gerangschikt van hoog naar laag waardoor een
ranking van de organisaties is ontstaan.
De scores bij ‘’Duurzaam gebruik van materialen’’, ‘’Sociale re-integratie’’ en
‘’Ketensamenwerking’’ zijn voortgekomen uit interviews met partners van Cirkelstad
Rotterdam. De ranking per organisatie is gebaseerd op de scores die zijn gegeven aan de
criterium. De ranking geeft het potentieel aan van de organisatie voor CsU.
66
• A = hoge potentie (≥8 en ≤9)
• B = potentie (≥5 en ≤ 7)
• C = lage potentie (≥ 0 en ≤4)
Bedrijf Soort Rank A B C Score
Bonder Recycling R A 3 2 3 8
BOOT I A 3 3 2 8
Andre Winkel Sloopwerken B.V. S B 2 2 3 7
Dura Vermeer Van leperen B.V. B B 3 1 3 7
Van Wijnen Midden B.V. B B 2 1 3 6
Search BV I B 3 0 3 6
Mebin HEIDELBERGCEMENT Group P B 3 0 3 6
BAM woningbouw B B 2 1 2 5
Theo Pouw Groep S C 3 0 1 4
de Alliantie W C 1 0 2 3
Tabel 4: organisatieladder
De volgende organisaties hebben een (A) hoge potentie;
• Bonder Recycling wil zo lang mogelijk met een grondstof doen, totdat het
uiteindelijk zijn waarde verliest. Volgens Bonder wordt de markt geforceerd met
goedkoper bouwen, terwijl het erom moet gaan hoe een organisatie zijn werk
uitvoert. Bonder sluit op alle vlakken aan bij de Cirkelstad visie. (Zie bijlage 1:
interviews)
• BOOT ingenieurs bureau staat open voor samenwerking en is proactief op het
gebied van duurzaamheid. In de toekomst moet circulaire economie volgens
BOOT economisch interessant gemaakt worden door bijvoorbeeld heffingen op
grondstoffen afkomstig uit mijnen te leggen. (Zie bijlage 1: interviews). Sociale
re-integratie is opgenomen in hun beleid en werkzaamheden.
De volgende organisaties hebben (B) potentie;
• André Winkel Sloopwerken voert een actief beleid op het gebeid van
duurzaamheid en sociale re-integratie. Volgens Andre Winkel is de volgende
stap; overleggen met acceptanten over vrijkomende afvalstromen om
verbeteringen door te voeren op dit gebied (Zie bijlage 1: interviews). De
organisatie is dan ook proactief op het gebied van ketensamenwerking.
• Dura Vermeer van Ieperen B.V. heeft aangegeven in de toekomst zijn afval te
willen scheiden op grote schaal. De organisatie is ook een groot voorstander van
(keten)samenwerking en is proactief op het gebied van duurzaamheid, het wil
zich onderscheiden van de concurrentie door duurzaam te zijn. Op het gebied
67
van Sociale re-integratie sluit de organisatie nog niet aan bij de Cirkelstad visie
(Zie bijlage 1: interviews).
• Van Wijnen Midden B.V. denkt na over zijn product, plaats en doelgroep om
voor een lange tijd iets te bouwen. Bij het bouwen wordt Sociale re-integratie
toegepast als het wordt opgelegd vanuit de gemeente, het wordt niet toegepast
uit eigen overtuiging (Zie bijlage 1: interviews). De organisatie weet hoe het is
om keten geïntegreerd samen te werken. Volgens Van Wijnen wordt de
opdrachtgever vaak vergeten in de keten.
• Mebin Heidelbergcement Group probeert zoveel mogelijk de materialen
circulair in te richten, het is op zoek naar materialen die herwonnen kunnen
worden. De organisatie ziet de potentie van circulaire economie en kijkt hoe het
zich ontwikkeld en waar de grootste kansen liggen op dit gebied (Zie bijlage 1:
interviews). Het staat het open voor een ketensamenwerking maar is non-actief
met betrekking tot sociale re-integratie omdat het werk dat verricht wordt
gespecialiseerd is en dus niet geschikt is voor mensen met een afstand tot de
arbeidsmarkt.
• Search BV wil het materiaal aanbod in kaart brengen van toekomstige
projecten, hierdoor kan het de juiste partijen betrekken om de materialen te
recyclen. Soms is het aanbod echter niet groot genoeg om de Cirkelstad visie toe
te passen (Zie bijlage 1: interviews). Search BV voert net zoals Mebin
gespecialiseerd werk uit waardoor het non-actief is op het gebied van sociale re-
integratie.
De volgende organisaties hebben een (C) lage potentie;
• BAM ziet door verandering(en) in het aanbestedingsproces ketensamenwerking
als de toekomst. BAM ziet concurrenten als mogelijke samenwerkingspartners,
het wil gezamenlijk doelen bereiken in plaats van te concurreren (Zie bijlage 1:
interviews). Echter is de organisatie niet proactief op dit gebied, het is meer hun
visie. Duurzaamheid is gewenst vanuit externe partijen en sociale re-integratie
word toegepast wanneer het de beste oplossing is.
• Theo Pouw Groep probeert zijn processen en werkzaamheden op een zo
duurzaam mogelijke manier uit te voeren. Samenwerken is volgens Theo Pouw
zowel interessant als lastig, het liefst doet de organisatie werkzaamheden zelf en
wordt samenwerking overbodig. Op dit moment is sociale re-integratie niet
haalbaar voor de organisatie, dit komt mede doordat het grootste gedeelte van
de werkzaamheden gespecialiseerd zijn.
• De Alliantie is non-actief op het gebied sociale re-integratie en de circulaire
gedachten wordt nog niet meegenomen in de bedrijfsvoering. De motivatie om
duurzaam te zijn is niet aanwezig, wel is er druk van buitenaf (overheid). De
68
alliantie is op dit moment met een reorganisatie bezig waardoor het zich focust
op andere zaken dan wat Cirkelstad verlangt (Zie bijlage 1: interviews). Door de
lage motivatie wordt de Alliantie ook niet betrokken bij mogelijke combinaties
van organisaties om kringlopen te sluiten.
In de organisatieladder opereren een aantal organisaties in dezelfde branche en een
aantal zijn de enige in hun branche. Zo is op te merken dat in elke kringloop Andre
Winkel Sloopwerken B.V. aanwezig zal zijn aangezien het de enige sloper is in de
organisatieladder. Hetzelfde geldt voor beton producent Mebin Heidelbergcement
Group.
De kringloop bestaande uit bouw-, sloop-, ingenieur- en recycleorganisaties en
producent(en) is aan de hand van de organisatieladder (exclusief De Alliantie) te
realiseren met 12 verschillende combinaties.
1. Dura Vermeer B.V., Andre Winkel Sloopwerken B.V., BOOT, Bonder Recycling en
Mebin Heidelbergcement Group (score: 36)
2. Van Wijnen Midden B.V., Andre Winkel Sloopwerken B.V., BOOT, Bonder
Recycling en Mebin Heidelbergcement Group (score: 35)
3. BAM woningbouw, Andre Winkel Sloopwerken B.V., BOOT, Bonder Recycling en
Mebin Heidelbergcement Group (score: 34)
4. Dura Vermeer B.V., Andre Winkel Sloopwerken B.V., Search BV, Bonder
Recycling en Mebin Heidelbergcement Group (score: 34)
5. Van Wijnen Midden B.V., Andre Winkel Sloopwerken B.V., Search BV, Bonder
Recycling en Mebin Heidelbergcement Group (score: 33)
6. BAM woningbouw, Andre Winkel Sloopwerken B.V., Search BV, Bonder
Recycling en Mebin Heidelbergcement Group (score: 32)
7. Dura Vermeer B.V., Andre Winkel Sloopwerken B.V., BOOT, Theo Pouw Groep en
Mebin Heidelbergcement Group (score: 32)
8. Van Wijnen Midden B.V., Andre Winkel Sloopwerken B.V., BOOT, Theo Pouw
Groep en Mebin Heidelbergcement Group (score: 31)
9. BAM woningbouw, Andre Winkel Sloopwerken B.V., BOOT, Theo Pouw Groep en
Mebin Heidelbergcement Group (score: 30)
10. Dura Vermeer B.V., Andre Winkel Sloopwerken B.V., Search BV, Theo Pouw
Groep en Mebin Heidelbergcement Group (score: 30)
11. Van Wijnen Midden B.V., Andre Winkel Sloopwerken B.V., Search BV, Theo Pouw
Groep en Mebin Heidelbergcement Group (score: 29)
12. BAM woningbouw, Andre Winkel Sloopwerken B.V., Search BV, Theo Pouw
Groep en Mebin Heidelbergcement Group (score: 28)
9.4 Voordelen/nadelen
In deze paragraaf worden de voor- en nadelen van combinatie één in kaart gebracht.
Opties Voordelen Nadelen
69
Combinatie 1: Dura
Vermeer B.V., Andre
Winkel Sloopwerken
B.V., BOOT, Bonder
Recycling en Mebin
Heidelbergcement
Group.
• Mogelijke gesloten
materiaal kringlopen
• Kennisdeling
• Lange termijn
oplossing
• Gedeelde risico’s
• Social return of
investment
• Werkgelegenheid
• Lang proces
• Gedeelde risico’s
• Transparantie
• Kennis delen
Tabe l 5 : voor en nade len
Opties People Planet Profit
Combinatie 1: Dura
Vermeer B.V., Andre
Winkel Sloopwerken B.V.,
BOOT, Bonder Recycling
en Mebin
Heidelbergcement Group.
Werkgelegenheid Reductie
sloopafvalstrom
en
Verbeterde
concurrentiepositie
Social Return of
investment
Reductie CO2
uitstoot
verkopen materialen die
vrijkomen bij het
amoveren
Stijging algemene
kennis
Reductie
uitputting virgin
grondstoffen
Opleiding
mogelijkheden
Tabe l 6 : i mpa ct op Peo ple P lane t Prof i t
9.5 Haalbaarheid
Om de haalbaarheid te toetsen zal er een risico analyse worden beschreven in 9.5.1 en
wordt er een implementatieplanning voor de korte en lange termijn weergegeven in
9.5.2.
9.5.1 Risico analyse
Nr. Risico titel Omschrijving Impact/ Kans
Rating Commentaar
1. Misbruik
van
gegevens
Door de vereiste
transparantie is het
mogelijk dat de
gedeelde gegevens
misbruikt kunnen
worden
8/4 12
(Oranje)
Contracten
opstellen om
misbruik te
voorkomen
70
2 Afstemming Afstemming kost tijd
hierdoor duren
beslissingen langer
6/8 14
(oranje)
Standaardisatie
proces
3 Ervaring Weinig ervaring met
ketensamenwerking
6/3 9
(groen)
Ondersteuning
partners CsU & CsR
4 Communicat
ie
Grote hoeveelheid
organisaties maakt
communicatie
lastiger
8/7 15
(rood)
2 keer per maand
een meeting met
alle betrokken
organisaties
5 Projecten Geen behoefte voor
circulaire aanpak
10/7 17
(rood)
Circulaire aanpak
integreren in
doelen gemeente
Tabe l 7 : r i s ic o a nal yse
71
9.5.2 Implementatieplanning
Implementatie korte termijn
Donderdag 26 juni is er een duurzame ochtend te Hogeschool Utrecht. Hier worden de
resultaten van dit onderzoek bekend gemaakt en hierbij zullen diverse partijen
aanwezig zijn. Bij deze ochtend zijn de volgende partijen aanwezig:
• Organisaties die hoge potentie hebben om lid te worden van Cirkelstad Utrecht;
• Organisaties die in de toekomst potentie hebben om lid te worden van
Cirkelstad Utrecht;
• Leden van Cirkelstad Rotterdam;
• Diverse ambtenaren, waaronder de wethouder van Utrecht;
• Projectteam & projectteam begeleiders.
De duurzame ochtend heeft een aantal verschillende doelen waaronder:
1. Bevindingen van het onderzoek presenteren en rapport overhandigen aan de
wethouder van Utrecht.
2. Partijen bewust maken van hun status betreft circulaire economie.
3. Partijen laten nadenken over circulaire economie in de regio Utrecht.
4. Het initiëren van een “first” meeting tussen de potentiële organisaties.
a. Partijen in discussie laten gaan over circulaire economie.
b. Partijen in discussie laten gaan over een mogelijk
samenwerkingsverband.
Het uiteindelijke doel van deze duurzame ochtend is dat de verschillende partijen
getriggerd worden (of zijn) om een samenwerkingsverband in de toekomst met elkaar
aan te gaan en bewuster gaan nadenken over de mogelijkheden van circulaire economie
in de regio Utrecht.
Implementatie lange termijn
De implementatie op de korte termijn is nog niet wat gewenst is voor CsU. Het moet op
de langere termijn projecten gaan aannemen. Om op de langere termijn project aan te
nemen moet CsU;
1. Afstemmen van een gezamenlijke visie
2. Meer organisaties betrekken bij CsU
3. Ketensamenwerking hebben afgestemd
4. Strategie implementeren
5. sociale re-integratie geïntegreerd hebben
6. Aanbestedingen in kaart brengen
1. Afstemmen van een gezamenlijke visie
Het is belangrijk om een integrale gezamenlijke visie af te stemmen. Wanneer de
strategische richting van de organisaties onduidelijk is en er geen gezamenlijke visie
gedeeld wordt, zal dit resulteren in een langzame ontwikkeling van CsU. Een
gezamenlijke visie zal zorgen voor duidelijke prioriteiten rondom projecten,
markten, groeistrategie en ‘’hoe CsU gaat winnen in de markt’’.
2. Meer organisaties betrekken bij CsU
De kracht van Cirkelstad zit in het delen van kennis en ervaring tussen organisaties.
Hoe meer organisaties zich bij CsU aansluiten hoe meer kennis en ervaring er
72
gedeeld kan worden met elkaar. Met zoveel kennis in huis kan CsU zich
onderscheiden van de concurrentie.
3. Ketensamenwerking hebben afgestemd
Samenwerking staat centraal binnen CsU, zonder samenwerking zou Cirkelstad niet
bestaan. Samenwerken is samen beslissingen nemen en investeren in
veranderingen. Een gemeenschappelijke aanpak voor het nemen van beslissingen
binnen CsU en het aansturen van veranderingen zal ervoor zorgen dat CsU zich
geleidelijk ontwikkeld. Ook is het belangrijk af te stemmen hoe informatie gedeeld
wordt. Duidelijke afspraken maken over hoe informatie gedeeld word kan de
efficiency van de samenwerking verhogen.
4. Strategie implementeren
Het is ook belangrijk om de strategie te implementeren. Een effectieve strategie richt
zich op het beheren van activiteiten die in lijn staan met de strategische
doelstellingen en dus de gezamenlijke visie ondersteund. Het zal CsU helpen om
naar het gewenste niveau van prestatie te gaan.
5. sociale re-integratie geïntegreerd hebben
Naast het delen van kennis en ervaringen tussen organisaties is sociale re-integratie
een punt waarmee CsU zich onderscheid van de concurrentie. Het is daarom
belangrijk om daar waar het kan sociale re-integratie te integreren.
6. Aanbestedingen in kaart brengen
Het in kaart brengen van de aanbestedingen is van groot belang. Wanneer CsU op de
hoogte is van de aanbestedingen kan het hier ook beter op inspelen.
Daarnaast is het van belang dat de gemeenten woningcorporaties in de bestekken en
aanbestedingen meer richtlijnen opstellen om circulair werken te bevorderen. Op
dit moment is het voor veel marktpartijen nog onduidelijk aan welke criteria zij
moeten voldoen om goed te scoren op een aanbesteding. Het is daarom van belang
dat er van uit de gemeenten en woningcorporaties gefocust wordt op het vaststellen
van deze criteria.
Op de lange termijn is het belangrijk dat CsU de samenwerking afstemt, waar het met
elkaar heen wil en een gezamenlijke visie heeft. Tevens is het belangrijk dat meer
organisaties zich aansluiten om meer kennis en ervaring in CsU te brengen. Daarnaast
zal het sociale re-integratie moet integreren daar waar het kan en zullen aanbestedingen
in kaart moeten worden gebracht om hier op in te spelen. Als laatste is het voor CsU
belangrijk de strategie te bepalen en te implementeren, hiermee zal de prestatie
vooruitgaan.
73
9.6 Analyseren opties
Volgens de organisatieladder is de kringloop het beste te realiseren met combinatie 1
(score: 36);
Dura Vermeer B.V., Andre Winkel Sloopwerken B.V., BOOT, Bonder Recycling en
Mebin Heidelbergcement Group.
Deze optie bestaat uit 4 hoge potentiële (A) organisaties en 1 organisatie met potentie
(B). Deze vijf organisaties scoren het hoogst in hun branche op de organisatieladder, dit
betekent dat ze zich actief dan wel niet proactief opstellen ten opzichte van duurzaam
materiaal gebruik, sociale re-integratie en ketensamenwerking.
Om kringlopen te sluiten kan er ook gekeken worden naar een combinatie met alle
organisaties die potentie (B) hebben of die een lage potentie (C) hebben.
• Combinatie met alle potentiële (B) organisaties (combinatie 5, score: 33);
Van Wijnen Midden B.V., Andre Winkel Sloopwerken B.V., Search BV, Bonder
Recycling en Mebin Heidelbergcement Group
Deze combinatie bestaat uit 2 A organisaties en 3 B organisaties. De hoge potentiële
organisaties verschillen niet veel met de potentiële organisaties, elk zijn ze proactief of
actief op het gebied van duurzaam materiaal gebruik en ketensamenwerking. Het grote
verschil zit in de activiteit op het gebied van sociale re-integratie. Search BV en Mebin
Heidelbergcement Group hebben specialistisch werk wat niet uitgevoerd kan worden
door mensen met afstand tot de arbeidsmarkt en zijn daardoor non-actief op dit gebied.
In de toekomst kan er wellicht over na worden gedacht een programma op te starten om
mensen met afstand tot de arbeidsmarkt op te leiden om dit soort specialistisch werk uit
te laten voeren.
• Combinatie met alle lage potentiële (C) organisaties (combinatie 12, score: 28);
BAM woningbouw, Andre Winkel Sloopwerken B.V., Search BV, Theo Pouw Groep
en Mebin Heidelbergcement Group
Deze organisaties hebben bij elkaar de laagste score en hiermee dan ook de laagste
potentie om een kringloop te sluiten. Deze combinatie bestaat uit 1 A, 3 B en 1 C
organisaties. De laag scorende organisaties (BAM woningbouw en Theo Pouw Groep)
zijn niet actief genoeg om interessant te zijn voor CsU. Deze organisaties moeten
overtuigd worden door andere om zich actiever op te stellen op het gebied van
duurzaamheid en zullen bewust gemaakt moeten worden van de potentie van circulaire
economie.
9.7 Stakeholderanalyse
Het is voor een organisatie belangrijk om te weten wie zijn stakeholders zijn, dit om te
kijken welke partijen invloed en belangen hebben bij de organisatie. De stakeholders
74
voor Cirkelstad Utrecht zijn onder te verdelen in drie categorieën; opdrachtgevers,
opdrachtnemers en overig.
De opdrachtgevers bestaan uit:
• Gemeentes te provincie Utrecht;
• Woningcorporaties.
De opdrachtnemers bestaan uit:
• Aannemers;
• Sloopbedrijven;
• Recyclebedrijven;
• Ingenieursbureaus;
• Productiebedrijven.
De bovengenoemde stakeholders worden doormiddel van een stakeholder map
geanalyseerd. Deze stakeholder map bevatten twee criteria waar een type organisatie
op wordt geschaald, zoals; belang en power. Vervolgens wordt er per type organisatie
bepaald welke acties hierbij nodig zijn, zoals; involve, manage, keep satisfied, inform. De
schalen zijn verdeeld over laag (-) en hoog (+).
Stakeholder Intern / extern Belang Power Actie
Overheid Extern - + Manage
Gemeentes te provincie Utrecht Extern - - Inform
Woningcorporaties Extern + + Involve
NGO Extern - + Keep satisfied
Omwonende bouwlocatie Extern + - Involve
Aannemers Intern + + Involve
Sloopbedrijven Intern + + Involve
Recyclebedrijven Intern + + Involve
Ingenieursbureaus Intern + + Involve
Productiebedrijven Intern + + Involve
Tabel 8: Stakeholder analyse map
9.8 Communicatiestrategie
De communicatiestrategie beschrijft op welke wijze je omgaat met je stakeholders en
vaak hebben de verschillende stakeholders een andere communicatiestrategie nodig.
Om de communicatiestrategie te bepalen zal de communicatiekruispunt van Betteke van
Ruler gebruikt worden (zie literatuurstudie Communicatiekruispunt Betteke van Ruler).
Per stakeholder zal er in tabel 7 ‘Communicatiestrategie per stakeholder’ worden
aangegeven welk communicatiestrategie het best kan worden toegepast.
Stakeholder Communicatie
strategie
Opmerkingen
Overheid Formering Er zal geprobeerd moeten worden om de
overheid ervan te overtuigen dat er meer
budget moet vrijkomen voor circulaire
bouw.
Gemeentes te provincie Utrecht Dialogiseren Het is van belang om in dialoog te gaan met
de gemeentes, dit om te kijken waar er
75
kansen liggen voor Cirkelstad, hoe sociale
re-integratie kan worden ingevuld.
Woningcorporaties Dialogiseren Een belangrijke stakeholder zijn de
woningcorporaties, zij zijn voornamelijk de
toekomstige opdrachtgevers. Een goede
samenwerking is van belang om projecten
binnen te halen.
NGO Dialogiseren Door goed te communiceren met NGO’s
kan er veel naamsbekendheid en kennis
worden opgedaan betreft duurzaamheid en
circulair bouwen. Daarnaast kunnen deze
NGO’s een rol spelen in het agenderen,
betrekken van partijen en faciliteren van
kennisdeling.
Omwonende bouwlocatie Dialogiseren Cirkelstad vindt het erg belangrijk dat de
omwonende betrokken zijn bij de
ontwikkeling van de wijk. Het is daarom van
belang om te weten wat er nou echt speelt
in deze wijk(en).
Aannemers Dialogiseren Het is een (toekomstige) partner van
Cirkelstad, waar transparantie en
vertrouwen zeer belangrijk is. Het is
daarom noodzakelijk om samen met de
andere partners continue een dialoog aan
te gaan.
Sloopbedrijven Dialogiseren Het is een (toekomstige) partner van
Cirkelstad, waar transparantie en
vertrouwen zeer belangrijk is. Het is
daarom noodzakelijk om samen met de
andere partners continue een dialoog aan
te gaan.
Recyclebedrijven Dialogiseren Het is een (toekomstige) partner van
Cirkelstad, waar transparantie en
vertrouwen zeer belangrijk is. Het is
daarom noodzakelijk om samen met de
andere partners continue een dialoog aan
te gaan.
Ingenieursbureaus Dialogiseren Het is een (toekomstige) partner van
Cirkelstad, waar transparantie en
vertrouwen zeer belangrijk is. Het is
daarom noodzakelijk om samen met de
andere partners continue een dialoog aan
te gaan.
Productiebedrijven Dialogiseren Het is een (toekomstige) partner van
Cirkelstad, waar transparantie en
vertrouwen zeer belangrijk is. Het is
daarom noodzakelijk om samen met de
andere partners continue een dialoog aan
te gaan.
Tabel 9: Communicatiestrategie per stakeholder
76
Over het algemeen wordt de communicatiestrategie ‘dialogiseren’ toegepast. Dit komt
mede omdat Cirkelstad een samenwerkingsverband is. Het is hierbij belangrijk dat er
veel communicatie plaats vind en dat deze communicatie tweezijdig is. Alleen bij de
overheid wijkt de communicatiestrategie af met formering. Hier is het noodzakelijk om
de overheid te overtuigen om meer resources vrij te stellen voor circulaire economie.
9.9 Aanbeveling
Een van de meest opvallende punten in dit onderzoek is het feit dat er zowel van uit
gemeenten als vanuit de marktpartijen kansen liggen voor een verbetering van de
onderlinge samenwerking. Op dit moment is het voor veel marktpartijen nog niet
haalbaar om projecten op een circulair manier aan te pakken. Dit komt gedeeltelijk
omdat er in bestekken en aanbestedingen nog te weinig criteria zijn vastgelegd waarop
marktpartijen kunnen scoren in een aanbesteding. Hier ligt een kans voor de gemeenten
en woningcorporaties. Op het moment dat er in aanbestedingen duidelijk wordt
vastgelegd op welke wijze organisaties kunnen beter scoren op het gebied van
duurzaamheid wordt het eenvoudiger voor marktpartijen om zich te focussen op
circulaire economie.
Tevens ligt hier een kans voor de marktpartijen, het is op dit moment gedeeltelijk
inzichtelijk bij de gemeenten wat er in de markt al mogelijk is en waar bedrijven al toe in
staat zijn op het gebied van het sluiten van kringlopen in de sloop en bouwsector. Om er
voor te zorgen dat dit voor de gemeenten inzichtelijk wordt zal er meer communicatie
moeten zijn tussen gemeenten en marktpartijen. Tevens zullen de marktpartijen moeten
laten zien wat er al mogelijk is zodat gemeenten en woningcorporaties hier op in
kunnen spelen. Om dit te realiseren is transparantie en samenwerking nodig van beide
partijen. Een organisatie die zowel de belangen van de gemeente als die van de
marktpartijen kan behartigen en samenwerking kan stimuleren kan hier uitkomst
bieden. De Economic Board Utrecht zou hier een geschikte organisatie voor zijn.
Daarnaast liggen er kansen voor de marktpartijen onderling, uit dit onderzoek is
gebleken dat er in de omgeving Utrecht een aantal partijen zijn die open staan voor
samenwerkingen om projecten op een circulaire wijze uit te voeren. Uit de opgestelde
organisatieladder blijkt echter dat dit nog maar een select gezelschap is. Dura Vermeer
B.V., Andre Winkel Sloopwerken B.V., Bureau BOOT, Bonder Recycling en Mebin
Heidelbergcement Group hebben de meeste potentie om in een samenwerkingsverband
materiaalkringlopen te sluiten met behulp van mensen die afstand hebben tot de
arbeidsmarkt. De overige organisaties uit de organisatieladder worden niet uitgesloten.
Hun potentie geeft kansen voor eventuele aansluiting in de toekomst.
De organisaties met hoge potentie zouden als voorbeeldfunctie moeten fungeren voor
andere organisaties. Omdat deze organisaties aan andere markpartijen en
opdrachtgevers kunnen laten zien dat circulaire economie geen theoretische kwestie is,
maar dat het in de praktijk realiseerbaar is. Via deze weg kan ook de aansluiting worden
gevonden bij Gemeente Utrecht en Gemeente Amersfoort die beide de Green Deal
hebben ondertekend. Om hier invulling aan te geven zijn er al potentiële projecten. Voor
Utrecht is dit de herinrichting van het Werkspoorkwartier en de herinrichting van de
Veemarkt. In Amersfoort is een voorbeeld de sloop van het Elisabeth ziekenhuis, en in
de toekomst de aanleg van een nieuw zwembad.
77
78
Bibliografie AEDES. (2013, 04 29). Corporatie blijft verantwoordelijk. Opgeroepen op mei n.d., 2014,
van Aedes: http://www.aedes.nl/content/artikelen/corporatiestelsel/toezicht/vng-
adviescommissie---corporatie-blijft-verantwoor.xml
Bastein, T., Roelofs, E., Rietveld, E., & Hoogendoorn, A. (2013). Kansen voor de circulaire
economie in nederland. Delft: TNO.
Bentheim, N. (2009, n.d. n.d.). 59263. Opgeroepen op mei n.d., 2014, van uTwente:
http://essay.utwente.nl/59263/
Berg, L. v. (sd). Uitleg van het communicatiekruispunt - Marketingportaal.nl. Opgeroepen
op juni 12, 2014, van www.marketingportaal.nl:
http://www.marketingportaal.nl/communicatie/communicatiekruispunt
Bouman, G. (2014, 06 12). Interview met Gaby Bouman names GroenWest. (T. Ballering,
Interviewer)
CBS. (2014, april). cbs - werkloosheid en gerelateerde uitkeringen: 687 duizend werklozen.
Opgeroepen op mei 20, 2014, van www.cbs.nl: http://www.cbs.nl/nl-
NL/menu/themas/arbeid-sociale-zekerheid/publicaties/arbeidsmarkt-
vogelvlucht/korte-termijn-ontw/2006-arbeidsmarkt-vv-werkloosheid-art.htm
CBS. (2014, Juni 5). Werkloosheid en gerelateerde uitkeringen. Opgehaald van CBS:
http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/arbeid-sociale-
zekerheid/publicaties/arbeidsmarkt-vogelvlucht/korte-termijn-ontw/2006-
arbeidsmarkt-vv-werkloosheid-art.htm
Circle Economy. (2009). Let's close the loop | Circle Economy. Opgeroepen op mei 31,
2014, van www.circle-economy.com: http://www.circle-economy.com/#six-principles-
to-change-the-system
Cirkelstad. (n.d., n.d. n.d.). None. Opgeroepen op 03 n.d.\, 2014, van Rotterdam
Cirkelstad: http://www.rotterdamcirkelstad.nl/
coalitie Utrecht. (2014 йил 25-april). Utrecht maken we samen. Utrecht, Utrecht,
Nederland.
College Amersfoort. (2013). Collegeprogramma Amersfoort. Amersfoort: Gemeente
Amersfoort.
Cremer, M. (1995). BOSDA startershandleiding. Amsterdam: VU Amsterdam.
Douglas, D. M. (2014, n.d. n.d.). The partnership model. Opgeroepen op Juni n.d., 2014,
van The partnership model: http://thepartnershipmodel.com/The-Partnership-
Model.htm
Duurzame Pleinen. (sd). Duurzame Pleinen. Opgeroepen op Mei 14, 2014, van
http://duurzamepleinen.files.wordpress.com/2012/05/factsheet-beton-1-kopie.pdf
79
Encyclo. (2014, n.d. n.d.). Exintrieke motivatie. Opgeroepen op 05 n.d., 2014, van
Encyclo: http://www.encyclo.nl/begrip/Extrinsieke%20motivatie
Encyclo. (2014, n.d. n.d.). Intrinsieke motivatie. Opgeroepen op 05 n.d., 2014, van
Encyclo: http://www.encyclo.nl/begrip/Intrinsieke%20motivatie
Faes, F. (2014, 05 n.d.). Interview CsR partner. (M. D. Tom Ballering, Interviewer)
Gemeente Utrecht. (2014). Social Return. From Werk en Inkomen:
http://www.utrecht.nl/werk-en-inkomen/social-return/
Heekelaar, M. (2014, Mei 22). Gevolgen regeerakkoord. Opgehaald van Berenschot:
http://www.berenschot.nl/publish/pages/725/memo_gevolgen_regeerakkoord.pdf
IJsselstein, C. (2010-2014). Collegeprogramma IJsselstein. IJsselstein: Gemeente
IJsselstein.
Keinemans, J. (2014, Mei 2). Interview Jan Keinemans Mebin BV. (J. Verheij, & K. v. Horst,
Interviewers)
Kemp, F. v. (2014, 05 n.d.). Interview CsR partner. (K. v. Jorn Verheij, Interviewer)
Leenders, F. (2014, 06 06). Interview met Frederik Leenders, Gemeente Utrecht. (T.
Ballering, Interviewer)
midden, W. U. (2014, n.d. n.d.). Kernboodschap. Opgeroepen op mei n.d., 2014, van Werk:
https://www.werk.nl/portal/page/portal/wsp/utrecht-midden/home/
Milmo, C. (2010, januari 02). Concern as China clamps down on rare earth exports.
Opgehaald van The Independent:
http://www.independent.co.uk/news/world/asia/concern-as-china-clamps-down-on-
rare-earth-exports-1855387.html
MVO Nederland. (sd). Opgeroepen op Mei 14, 2014, van
http://www.mvonederland.nl/sites/default/files/green_deal_circulair_inkopen.pdf
MVO Nederland. (sd). Missie - MVO Nederland. Opgeroepen op juni 10, 2014, van
www.mvonederland.nl: http://www.mvonederland.nl/content/pagina/missie
MVO Nederland. (2014). Ondernemen in de circulaire economie. Amsterdam: MVO
Nederland.
MVO Ondernemen. (2013). People, Planet, Profit - MVO. Opgeroepen op juni 22, 2014,
van www.mvo-ondernemen.nl: http://www.mvo-ondernemen.nl/people-planet-profit
MVONederland. (2013 йил 13-september). Green deal circulair inkopen. From MVO
Nederland:
http://www.mvonederland.nl/sites/default/files/green_deal_circulair_inkopen.pdf
overheid.nl. (2014 йил 5-juni). aanbestedingswet. From wet en regelgeving:
http://wetten.overheid.nl/BWBR0032203/geldigheidsdatum_05-06-2014
80
Rijkosverheid. (2014, Juni 6). Stimuleren van sociale re-integrtaie. Opgehaald van
Rijksoverheid: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/re-integratie/stimuleren-
van-re-integratie
Rijksoverheid. (2014, n.d. n.d.). activiteiten woningcorporaties. Opgeroepen op mei n.d.,
2014, van Rijksoverheid:
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/woningcorporaties/activiteiten-
woningcorporaties
Rijksoverheid. (2014, Juni 05). Handleiding social return bij aanbestedingen van het rijk.
Opgehaald van Rijksoverheid:
http://www.pianoo.nl/sites/default/files/documents/documents/handleidingsocialret
urndecember2011.pdf
Rijksoverheid. (2014, Juni 5). Stimuleren van re-integratie. Opgehaald van Rijksoverheid:
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/re-integratie/stimuleren-van-re-integratie
Rijksoverheid. (2014, n.d. n.d.). Taken gemeente. Opgeroepen op mei n.d., 2014, van
Rijksoverheid: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/gemeenten/taken-gemeente
Rotterdam Cirkelstad. (2012, 3). Cirkelstad case beschrijving. case beschrijving .
Rotterdam.
SheConsult. (2014, Mei 20). Over re-integratie. Opgehaald van SheConsult:
http://www.sheconsult.nl/over-re-integratie.html
Smid, T. (2014, Mei 26). Interview Thea Smid namens Gemeente Utrecht. (T. Ballering, J.
Verheij, & M. Dijkstra, Interviewers) Utrecht.
Stichting Circulaire economie. (2013). Stichting Circulaire Economie | Bouwen aan een
nieuwe economie op basis van circulaire waarde ontwikkeling. Opgeroepen op mei 30,
2014, van circulaire-economie.info: http://circulaire-economie.info/
USI. (2014). Cluster 3 grondstoffen. Opgehaald van Utrecht Sustainable Institue:
http://www.usi.nl/themas/cluster-3-grondstoffen/
USI. (2014). Gemeentelijke aanpak van de circulaire stad. Opgehaald van Utrecht
Sustainable Institute: http://usi-urban.wp.hum.uu.nl/files/2014/05/Gemeentelijke-
aanpak-van-de-circulaire-stad.pdf
Utrecht Sustainability Institute . (sd). Utrecht Sustainability Institute. Opgeroepen op mei
31, 2014, van www.usi.nl: http://www.usi.nl/
Utrecht, C. (2014). Coalitieakkoord Gemeente Utrecht 2014. Utrecht: Gemeente Utrecht.
Utrecht-Midden, W. (n.d., n.d. n.d.). kernboodschap. Opgeroepen op Mei n.d., 2014, van
Werk: https://www.werk.nl/portal/page/portal/wsp/utrecht-
midden/wie_zijn_wij/kernboodschap
UWV. (2014, Mei 20). Ik neem een werknemer met uitkering in dienst, looncompensatie bij
ziekte . Opgehaald van UWV:
81
http://www.uwv.nl/Werkgevers/ik_neem_een_werknemer_met_uitkering_in_dienst/lo
oncompensatie_bij_ziekte.aspx
UWV. (2014, mei 22). ik neem een werknemer met uitkering in dienst, minder loon betalen
Wajong. Opgehaald van UWV:
http://www.uwv.nl/Werkgevers/ik_neem_een_werknemer_met_uitkering_in_dienst/mi
nder_loon_betalen_Wajong.aspx
UWV. (2014, Mei 22). ik neem een werknemer met uitkering in dienst-proefplaatsing.
Opgehaald van UWV:
http://www.uwv.nl/Werkgevers/ik_neem_een_werknemer_met_uitkering_in_dienst/pr
oefplaatsing.aspx
UWV. (2014, Mei 20). Participatiewet. Opgehaald van UWV:
http://www.uwv.nl/Werkgevers/ik_neem_een_werknemer_met_uitkering_in_dienst/in
dex.aspx,
Veelen, D. v. (2014, 05 n.d.). Interview CsR partner. (R.-J. K. Marten Dijkstra,
Interviewer)
Verkuijlen, A. (2014, Mei 27). Interview Alex Verkuijlen, Andre Winkel sloopwerken. (K.
Verheij, M. Dijkstra, & M. v. Schaik, Interviewers)
woningtoezicht, V. B.-e. (2012, aug n.d.). Handreiking_slopen_1_4_def. Opgeroepen op mei
n.d., 2014, van bwtinfo.nl:
http://www.bwtinfo.nl/upload/overzichten/1095/Handreiking_slopen_1_4_def.pdf
Zeist, C. (2014). Collegeprogramma Zeist 2010-2014. Zeist: Gemeente Zeist.
82
Bijlage 1: Interviews De Bijlage 1: Interviews is te vinden op de bijgeleverde CD-ROM
Bijlage 2: Vragenlijst enquête & Respons Enquête De Bijlage 2: Vragenlijst enquête en respons per organisatie is te vinden op de
bijgeleverde CD-ROM.
Hier onder is de gemiddelde respons van de enquête te vinden:
Circulaire economie maakt deel uit van onze visie.
volledig
mee
oneens
mee oneens neutraal mee eens volledig
mee eens N.v.t. Gemiddelde
3 3 4 7 1 1 3 = neutraal
Onze werkwijze is niet altijd in lijn met de strategische doelstellingen die onze organisatie stelt.
volledig
mee
oneens
mee oneens neutraal mee eens volledig
mee eens N.v.t. Gemiddelde
1 7 2 7 0 2 2,88 = neutraal
Circulaire economie is in de toekomst belangrijk voor ons en zien wij niet als een
modeverschijnsel.
volledig
mee
oneens
mee oneens neutraal mee eens volledig
mee eens N.v.t. Gemiddelde
2 0 1 12 2 2 3,71 = mee eens
In onze bedrijfsvoering houden we rekening met het milieu (bijvoorbeeld afvalvermindering, -scheiding en -recycling).
volledig
mee
oneens
mee
oneens neutraal mee eens
volledig
mee eens N.v.t. Gemiddelde
2 0 2 7 7 0 3,94 = mee eens
Wij zijn actief bezig met het verduurzamen van onze productiemethoden (Dit kan
ook uw dienstverlening zijn).
volledig
mee
oneens
mee oneens neutraal mee eens volledig
mee eens N.v.t. Gemiddelde
2 1 2 8 4 1 3,65 = mee
eens
Wij streven naar minimaal gelijkwaardig hergebruik van materialen.
volledig
mee
oneens
mee oneens neutraal mee eens volledig
mee eens N.v.t. Gemiddelde
83
1 3 7 5 1 1 3,12 = neutraal
Sociale re-integratie maakt deel uit van onze visie.
volledig
mee
oneens
mee oneens neutraal mee eens volledig
mee eens N.v.t. Gemiddelde
0 2 3 10 2 1 3,71 = mee
eens
Als organisatie zijn wij bereid mensen met afstand tot de arbeidsmarkt in dienst
te nemen.
volledig
mee
oneens
mee
oneens neutraal mee eens
volledig
mee eens N.v.t. Gemiddelde
0 1 7 9 0 1 3,47 = neutraal
Als organisatie zijn wij bereid mensen met afstand tot de arbeidsmarkt te ondersteunen in hun ontwikkeling.
volledig
mee
oneens
mee
oneens neutraal mee eens
volledig
mee eens N.v.t. Gemiddelde
0 1 8 8 0 1 3,41 = neutraal
In ons HR-beleid houden we rekening met diversiteit (denk hierbij aan het
aannemen van ouderen of mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt).
volledig
mee
oneens
mee
oneens neutraal mee eens
volledig
mee eens N.v.t. Gemiddelde
1 1 5 8 2 1 3,53 =
neutraal
Onze organisatie is nog niet actief op het gebied van sociale re-integratie, maar in de toekomst wil onze organisatie hier wel actief op inspelen.
volledig
mee
oneens
mee
oneens neutraal mee eens
volledig
mee
oneens
N.v.t. Gemiddelde
3 2 7 4 0 2 2,75 = neutraal
Wij zijn bereid als organisatie informatie te delen met (toekomstige) partners.
volledig
mee
oneens
mee
oneens neutraal mee eens
volledig
mee eens N.v.t. Gemiddelde
1 1 0 8 8 0 4,17 = mee eens
Wij vragen onze stakeholders periodiek naar wat zij van ons verwachten.
volledig
mee
oneens
mee
oneens neutraal mee eens
volledig
mee eens N.v.t. Gemiddelde
84
0 3 2 9 4 0 3,78 = mee eens
Wij rapporteren periodiek aan onze stakeholders en partners.
volledig
mee
oneens
mee
oneens neutraal mee eens
volledig
mee eens N.v.t. Gemiddelde
0 3 3 9 3 0 3,67 = mee
eens
Ketensamenwerking is voor onze organisatie van groot belang.
volledig
mee
oneens
mee
oneens neutraal mee eens
volledig
mee eens N.v.t. Gemiddelde
0 3 0 6 9 0 4,17 = mee eens
Ketensamenwerking zien wij als een kans voor de toekomst.
volledig
mee
oneens
mee
oneens neutraal mee eens
volledig
mee eens N.v.t. Gemiddelde
0 3 1 4 10 0 4,17 = mee eens
Efficiënt materiaalgebruik is belangrijk voor onze organisatie omdat:
volledi
g mee
oneens
mee
oneen
s
neutraa
l
mee
eens
volledi
g mee
eens
N.v.t
. Gemiddelde
Klanten erom
vragen. 1 5 4 5 2 1
3,12 = neutraal
Investeerders
erom vragen. 0 7 4 1 2 4
2,86 =
neutraal
Wij niet kunnen
achterblijven op
concurrenten.
0 2 5 6 2 3 3,53 = mee eens
Wij het
belangrijk
vinden om een
maatschappelijk
e bijdrage te
leveren.
0 1 0 10 6 1
4,24 = mee
eens
Stakeholders ons
hiertoe
aansporen.
0 3 2 9 3 1 3,71 = mee
eens
Wij er kosten
mee besparen. 1 1 6 5 4 1 3,59 = mee
eens
Sociale re-integratie is belangrijk voor onze organisatie omdat:
85
volledi
g
oneens
mee
oneen
s
neutraa
l
mee
eens
volledi
g mee
eens
N.v.t
. Gemiddelde
klanten erom
vragen. 3 5 5 3 0 2
2,5 =
neutraal
investeerders
erom vragen. 3 5 7 0 0 3
2,27 = mee
oneens
wij niet kunnen
achterblijven op
concurrenten.
1 7 6 2 0 2 2,56 =
neutraal
wij het
belangrijk
vinden om een
maatschappelijk
e bijdrage te
leveren.
0 0 5 8 4 1 3,94 = mee eens
stakeholders ons
hiertoe
aansporen.
1 4 7 3 0 3 2,8 = neutraal
wij er kosten
mee besparen. 1 6 8 1 0 2
2,56 = neutraal
86