Download - Auschwitz Bulletin, 1998 nr. 04 Oktober
42sfe jaargang, nr. 4, oktober 1998. Verschijnt 5 x per jaar
Een uitgave van het Nederlands Auschwitz Comité; postbus 74131,1070 BC Amsterdam
A u s c h w i t z B u l l e t i n Er is een tijd van komen... Bijna 40 jaar heb ik de redactie van dit blad gevoerd onder het devies 'Nooit meer Auschwitz. Dit blijft gelden, ook in een snel veranderende wereld die nog steeds de dreiging van genocide kent. Ook onze huidige wereld blijft daar niet van verschoond. De oorlog waaraan ons comité naam en bestaan ontleent blijft in herinnering, al zijn de meeste zichtbare tekens daarvan inmiddels verdwenen. Wie de historie van ons comité wil volgen leze het boek van Maarten Bijl: Nooit meer Auschwitz! Het Nederlands Auschwitz Comité, 1956 -1996, Uitgeverij Thoth, Bussum 1997.
Wie dacht dat na de oorlog de slachtoffers en hun lotgevallen op de achtergrond zouden raken, wordt tegenwoordig meer dan ooit met de jaren veertig geconfronteerd. Ook zonder ons toedoen blijven de jaren '40 - '45 geregeld in het nieuws. Alleen al de strubbelingen over het dagboek van Anne Frank brengen de oorlogsjaren onder de aandacht. Er gaat geen dag voorbij of er duiken voor honderden miljoenen 'ondergedoken' kunstschatten op. Allerlei eerbiedwaardige instanties blijken te hebben geprofiteerd van geroofd goed. Terwijl de verhoudingen in de wereld aan duikelingen onderhevig zijn, heeft ons comité zijn acties in
de eigen trant kunnen voortzetten. Er wordt zelfs behoorlijk naar ons geluisterd, een zeldzaamheid in een zo verwarrende tijd. Minder zeldzaam: wij worden ouder. Gelukkig zien ook jongere
nummer dat naar honderden scholen wordt gestuurd. Dat zal ook in de toekomst zo blijven, ook als wij, de overlevenden, er niet meer zijn. Wij weten dat Nooit meer Auschwitz blijft klinken en wordt gevoeld tot
mensen het belang van ons werk in en nemen zij het langzamerhand over. Wij hoeven alleen maar te wijzen op de organisatie van de jaarlijkse, druk bezochte en hoog gewaardeerde herdenking.
Eén van de belangrijkste activiteiten van ons comité is de uitgave van ons blad: de stem van het comité. Het wordt veel gelezen, ook door jongeren, speciaal het Herdenkings-
in lengte der dagen. Helaas blijven onze inspanningen nodig, ook in de toekomst.
Ons bulletin krijgt nu een nieuwe hoofdredactie. Mijn beste wensen voor het blad waarmee ik mijn halve leven zo intensief ben bezig geweest, vergezellen de nieuwe ploeg.
Nederlands Auschwitz Comité De tweede acceptgiro Ere-voorzitter: Annetje Fels-Kupferschmidt
Ere-tid: drs. Eva Tas
Voorzitter. Jacques Grishaver Secretariaat: Herbert Sarfatij Postbus 74131 1070 BC Amsterdam tel/fax 020-67 233 88
Penningmeester: Joop Waterman Wulp 30, 1111 WJ Diemen tel. 020-4166810 fax 020-4166812 E-mail: [email protected]
Bankrekening: ABN/AMRO: 400.175.088 Postbank: 29.30.87 en 48.755-00 Het doel van de Stichting Nederlands Auschwitz Comité is: * het realiseren van de zinspreuk
"Nooit meer Auschwitz"; * het ageren tegen alle vormen van
fascisme, racisme en antisemitisme;
* het bevorderen van het welzijn van de in de tweede wereldoorlog vervolgden en hun nabestaanden;
* het verrichten van alles wat met het voorgaande verband houdt, alles in de ruimste zin
COLOFON:
Eindredactie: Clahy Polak Redactie: Max Arian
Theo Gerritse Theo van Praag Teresien da Silva Carla van Thijn
Redactieadres: Marketenster 25 1188 DC Amstelveen tel: 020-64 522 76
06-54 284 991
Abonnemen tenadministratie: Knoopkruid 54 1112PV Diemen tel: 020-699 06 58 fax: 020-600 34 55
Druk: Drukkerij Peters Amsterdam bv
De laatste jaren valt er op de helft van het jaar een tweede acceptgiro in uw brievenbus, maar helaas is gebleken dat de bedoeling van deze tweede acceptgiro niet geheel duidelijk bij een aantal mensen overkomt en sommige mensen zijn er zelfs verbolgen over. U kunt er verzekerd van zijn dat van andere redenen dan hieronder beschreven geen sprake is. Daarom dit stukje van de penningmeester.
Het moge duidelijk zijn dat wij als Nederlands Auschwitz Comité absoluut niet kunnen werken zonder uw bijdrage. Dat laten velen van u blijken door een bedrag te storten. Wij waarderen dat zeer!
Velen laten echter na ons werk financieel te steunen. Dat gebeurt om uiteenlopende redenen. We kunnen natuurlijk niet in uw huishoudboekje kijken. Daarbij achten wij degenen die niet (kunnen) betalen zeker niet minder hoog. Voor hen echter was deze tweede acceptgiro bestemd.
Natuurlijk is geld geven geen verplichting, maar voor het Comité zijn donateurs nu eenmaal onontbeerlijk. En omdat het technisch te kostbaar en te tijdrovend is alleen diegenen die geen bedrag gestort hebben een acceptgiro te sturen, heeft iedereen er één gekregen. Dit heeft tot misverstanden en ergernis geleid. Om hen die ons wel steunden niet tegen het hoofd te s toten zal voortaan de volgende regel worden geplaatst op de begeleidende brief:
Heeft u reeds gestort, dan kunt u deze giro als niet verzonden beschouwen.
Dat hoeft u er uiteraard niet van te weerhouden om een tweede maal een bedrag te storten. U kunt er verzekerd van zijn dat wij uw geldelijke bijdrage op een uiterst zorgvuldige en verantwoorde manier besteden. Wij laten onze stem op velerlei manieren horen en geven acte de présence bij demonstraties en herdenkingen en daar waar het verder noodzakelijk is om ons mot to "Nooit meer Auschwitz" u\t te dragen. Onze jaarlijkse reünie, onze krant welke vijf maal per jaar in uw bus vair en alle andere door ons te maken kosten zorgen er voor dat wij voortdurend een beroep op uw portemonnee moeten doen.
Alleen samen staan wij sterk. Uw penningmeester,
Joop Waterman
Eva Tas: Erelid van ons Comité
Op vrijdag 7 augustus vierde Eva Tas, die al vele decennia hoofdredacteur is geweest van dit blad, haar 83ste verjaardag. Door fysieke problemen van Eva vond dit feest plaats in verpleeghuis Beth Shalom, Akerwateringstraat 243, in Amsterdam-Osdorp. Maar aangezien dit jaar de zomer de welwillendheid had precies op 7 augustus te vallen, werd het toch een prachtig feest in een van de binnentuinen van dit verpleeghuis.
Heel veel vrienden kwamen Eva opzoeken en zelf was zij er vooral trots op dat er zelfs uit Chili en Egypte gasten waren gekomen. Eva Tas, die al ver voor de Tweede Wereldoorlog actie voerde tegen het fascisme, heeft altijd een zeer ruimhartige kijk op de wereld gehad. Jacques Grishaver, de voorzitter van het Nederlands Auschwitz Comité was in het buitenland, maar hij feliciteerde Eva met een fax, waarin hij memoreerde hoeveel zij voor het comité heeft gedaan: "Meer dan veertig jaar heb jij je ingezet voor ons comité en in het bij-zondet voor onze krant. Wij willen je daarvoor bedanken en benoemen tot Erelid van het Nederlands Auschwitz Comité. Wij hopen dat je ons nog vele jaren met je grote ervaring zal bijstaan.' Het was ons oudste lid, Jacques
Furth, die het erelidmaatschap aan Eva mocht uitreiken. Hij was het die in het comité het voorstel deed Eva het welverdiende erelidmaatschap toe te kennen. Maar hoe moet dat gebeuren? Een zwaardslag leek hem niet zo'n goed
Eva Tas
idee, vanwege Eva's lichamelijke gesteldheid. Mondeling moest het ook kunnen. Jacques Furth herinnerde zich nog de eerste ontmoeting van zijn vrouw en hem met Eva Tas. Dat was op een busreis in 1961 naar Tsjechoslowakije. Zij werd toen
meteen voor het comité gestrikt.
Eva Tas heeft haar tijd altijd zee t
vruchtbaar besteed, 's Morgens en 's middags werden vergaderingen en bijeenkomsten bezocht, 's avonds opera, concer ten en toneel
voorstellingen. Eva heeft altijd geput uit kranten, radio en televisie voor haat knap gedocumenteerde hoofdartikelen, waarmee zij onze krant groot maakte. Jacques Furth eindigde met Eva Tas toe te wensen dat zij nog lang bij ons zal zijn en met titel, kennis en kracht de band met ons strak zal blijven houden. 'Uit aller naam: Eva blijf gezond!'
Eva Tas geeft er de voorkeur aan na bijna veertig jaat als hoofdredacteur af te treden. Ook wij wensen haar een goede gezondheid en nog vele jaren en dat zij haar grote interesse en kennis daarbij aan ons ten goede zal laten komen. De redactie, die met een aantal mensen het
(foto:Han Singels) w e r k p r o b e e r t te
doen dat Eva zoveel tientallen jaren alleen heeft gedaan, werkt volkomen in haar geest en in haat tradi-tie van openheid en progressiviteit.
Max Arian
Joods Monument Ellecom
* Ij^..
men op de gevangenen uitleefden. Daarna werden de 136 overlevenden naar Westerbork op transport gesteld, waar ze aankwamen als wandelende geraamten, uitgeteerd en ziek. Twaalf van hen stierven daar door uitput
ting. De meesten van de anderen werden later in Polen vergast, maat een aantal gemengd-gehuwden is later vrijgelaten. Zij konden het als enigen na-vettellen. De Drie mannen die in Ellecom het leven lieten waren Alfred Tuvij, Jacob de Leon en Meier de Groot. Dankzij kleine en grote
schenkingen kon dit monument worden gerealiseerd, een waardig aandenken aan een van de vele onwaardige episodes uit de joodse geschiedenis in de Tweede Wereldoorlog.
Herdenkingen
Vorige maand werd in Ellecom een bijzonder monument onthuld, vooial zo bijzonder omdat het zo bijzonder sober is. Een bronzen tafel, met daar op 136 stenen en de initialen en overlijdensdata van drie in Ellecom omgekomen joodse mannen. De in Ellecom geboren kunstenaar Harry de Leeuiu vroeg zich af wat de andere joodse gevangenen zouden hebben gedaan als ze een grafmonument hadden mogen maken voor deze drie mannen: 'Ze hadden niets. Misschien stond er in de villa een oud tafeltje. Stenen waren er in overvloed, Vandaar dat ik voor die beperkte middelen heb gekozen.'
In Ellecom was gedurende elf weken in 1942 een berucht werkkamp gevestigd waar 139 joodse mannen werden mishandeld en opgejaagd. Een jaar daarvóór was op het landgoed Avegoor in Ellecom een opleidingsschool voor de Nederlandse SS (Schutz Staffel) geopend onder commando van SS-Hauptsturmfübrer dr. Alfons Brendel. Daar werden Nederlandse SS'ers in groepen van 100 man getraind. Om hier een turnhal aan te leggen werden joodse werkkrachten uit Amstetdam, Rotterdam en Den Haag aangevoerd. 139 joden werden ondergebracht in de villa Irene aan de Zutphensestraatweg. Ze werden beroofd van hun kleding, levensmiddelen, geld en waardepapieren. Ze kregen dunne kleren aan en Hompen. Ze werden samengeperst in kleme kamertjes die nauwelijks werden schoongehouden, zodat ongedierte vrij spel had, en ze moesten in een moordend tempo werken aan de aanleg van een sportveld en de bouw van een turnhal. Dat alles onder voortdurend geransel van de Nederlandse bewakers, die met knuppels en karwatsen te keer gingen. Het kamp, dat al spoedig Palastina werd genoemd, was een oefenschool in wreedheid voor de Nederlandse SS'ers die zich elf weken lang volko-
* Verenigd Verzet 1940-1945 viert z'n vijftigjarig bestaan op zaterdag 24 oktober 1998 in Hohday Inn Hotel, Boelelaan 2, Amsterdam, van 10.00 tot 16.00 uur. Inlichtingen: C Fels, Beukenhorst 215m 1112 BK Diemen, tel.020-6905893.
* 'Kristallnacht'-herdenking op maandag 9 november 1998, bij het monument van het Joods Verzet naast het Stadhuis in Amsterdam, aanvang herdenking: 19.00 uur. O m 20.00 uur begint een thema-avond. Inlichtingen, ook over de herdenking van de 'Kristallnacht' in andere steden: Pieter Hemen, Nederland Bekent Kleur, Postbus 55588, 1007 M B Amsterdam, tel. 020-6766710.
* De jaarvergadering van de Vereniging Kx-Dwangarbctders Nederland wordt op woensdag 18 november 1998 gehouden m 't Veerhuis te Nieuwegein , vanaf 11.00 uur. Informatie bij de secretaris: R. Sloot, Kerk-laan 25, 731 1 AB Apeldoorn, 055-5220300. Ovengcns heeft het I C O D O enige publicaties gewijd aan de Nederlandse Dwangarbeiders. Informatie; I C O D O , Maliebaan 83, 3581 C G Utrecht
* Hannie Schaft-herdenking op zondag 29 november 1998 om 13,00 uur in de R.K.Paduakcrk, Nieuwe Groenmarkt 12, te Haarlem. M.m v vrouwenkoor Malle Babbe. O m 14.00 heidenking bij het monument Vrouw in het Verzet, Kenaupark te Haarlem.
* Ter gelegenheid van het feit dat het zestig jaar geleden is dat begonnen werd met de bouw van het concentratiekamp Mauthausen in Oostenrijk oiganiseert de Stichting Vriendenkring Mauthausen in samenwerking met de Oostenrijkse ambassade en het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie op woensdag 21 oktober 1998 een symposium voor historici, onderzoekers, leraren, studenten geschiedenis, medewerkers van herinneringscentra, oor-logs- en verzetsmusea en andere geïnteresseerden. De voeitalen zijn Duits en Nederlands. Sprekers zijn: B Perz van de universiteit van Wenen over de betekenis van Mauthausen vooi de Duitse industrie; Mag. A. Baumgarten uit wenen over de vergeten vrouwen van Mauthausen; prof dr. D.W. Pike van cle Ameiican Univcrsity of Paris over de geheime agenten en het Englandspiel; mevrouw L. [acobs over Hartheim, de eerste plaats buiten Duitsland waar massaals vergassingen werden uitgevoerd, en drs. H. de Vries over de bijzondere plaats van Mauthausen m de geschiedenis van Nederland. Prof di J.C H.Blom zal als voorzitter optreden. Het symposium vindt plaats op 21 oktober 1998 van 9.30-18.00 uur in het Trippenhuis, Kloveniersburgwal 29, 1011 JV Amsterdam. Infoimatie en voorinschrijving bij: Mirjam Ohnnger, Borssenburgstraat 35 II, 1078 V B Amsterdam, tel 020-6719954, fax 020-6769360.
Onderscheiden Truus Menger 75 jaar Op 29 augustus werd verzetsvrouw van het eerste uur Truus Menger-Oversteegen 75 jaar. Zij vierde haar verjaardag met familie, vrienden, kennissen, kameraden en hoogwaardigheidsbekleders in de Mozes en Aaronkerk in Amsterdam.
Burgemeester Vlaar van Venhuizen, met een door Truus Menger ontworpen ambtsketen om, speldde haar de versierselen op van officier in de orde van Oranje-Nassau, een hoge koninklijke onderscheiding. 'Mooie broche', vond haar kleinzoon. Burgemeester Vlaar memoreerde het feit dat Truus Menger nooit een lintje wilde accepteren: 'Teveel verkeerde mensen liepen na de oorlog met lintjes, vond je. Maar deze komt je toe en krijg je voor alles wat je voor de maatschappij betekent. Toen en nog steeds'.
'Toen en nog steeds' is een toespeling op de titel van haat boek 'Toen niet, nu niet, nooit', waatin zij haat oorlogservaringen beschrijft. Harry Mulisch bood haar als nationaal geschenk het eerste exemplaai aan van
de Engelse vertaling. Truus Menget heeft de titel van haar boek in haar eigen leven meer dan waargemaakt. Ook na de oorlog bleef zij zich actief vetzetten tegen onrecht, in eigen land en in de wereld, in Chili, Argentinië of Zuid-Afrika. Eén van haar laatste projecten is de oprichting van een tehuis v o o t gehandicapte kin-deren in Soweto. Een veelzijdige vrouw, verzetstrijdster, schrijfster, schilderes en beeldhouwster, die ook nog tijd heeft v o o t haat familie. Oud-ministet en oud-burge-meestet van Amstetdam Edvan Thijn noemde haar 'een voorbeeldvrouw voor jongere generaties'. En terecht.
Carry van Lakerveld
Wilt u zich gratis abonneren op dit blad of heeft u familie, vrienden of kennissen die op de hoogte willen blijven van de activiteiten van het Nederlands Auschwitz Comité? Als u onderstaande bon invult en opstuurt naar: Het Nederlandse Auschwitz Comité, Knoopkruid 54, 1112 PV Diemen,
ontvangen zij vijf maal per jaar het blad van het Nederlands Auschwitz Comité. Aan het abonnement zijn geen kosten verbonden. Wel ontvangen alle abonnees één maal per jaar een acceptgirokaart voor een vrijwillige donatie ten behoeve van de voortgang van het werk van het Nederlands Auschwitz Comité.
Naam:
Adres:
Postcode en woonplaats
Land:
Opsturen naar: Het Nederlands Auschwitz Comité, Knoopkruid 54, 1112 PV Diemen
fa/s u dit blad niet wilt beschadigen kunt u de bon ook fofocopieren of overschrijven)
'Dit was nog erger dan ik dacht'. Sinti-jongeren bezoeken Auschwitz Er wordt in de pers veel aandacht aan besteed als randgroepjongeren onder leiding van welzijnswerkers op excursie naar Auschwitz gaan, of als Feyenoord-spelers me t h u n Poolse keeper het voormalige concentratie- en vernietigingskamp bezoeken. Maar het bezoek dat twee Smfr'-jongeren in de voorbije zomer aan Auschwitz brachten dreigt ongemerkt te blijven. Hun reactie: 'Dit was nog erger dan ik dacht'.
Ook bij Sinti en Roma thuis wordt er niet of nauwelijks gesproken over wat hun volk in de Tweede Wereldoorlog is aangedaan. Toch zijn er in de Duitse vernietigingskampen een half miljoen Roma en Sinti vermoord. Vanuit Nedetland waten dat er 245. Laila Weiss, coördinatrice van de Landelijke Sinti Organisatie (LSO) in Best, Nootd-Brabant, nam eind juni van dit jaat twee jonge Sinti mee naat Auschwitz om met eigen ogen te zien wat hun gtootoudets en andere familieleden daar hebben ondergaan. Ze werden vergezeld door Kees Laarman, hun steun en toeverlaat en bovendien als man voor de twee jongens gemakkelijke! aanspteekbaat.
Eerste keer
Jozua Rosenberg (2\ jaar), die samen met zijn vriend Roberto Wagner deze zware reis maakte, was zeer onder de indruk van dit meerdaagse bezoek. Sinds een aantal jaren zijn zij beiden betrokken bij de activiteiten van Landelijke Sinti Otganisatie (LSO), ondei meer via een scholings- en wetkgelegenheidsproject. Roberto filmt, Jozua maakt muziek. Zij gingen met het vliegtuig. Laila Weiss coördineerde de reis, zoals zij ook het dagelijkse reilen en zeilen op het kantooi regelt. De LSO had hiervoor een uitnodiging gekiegen van Romani Rose, voornaamste spreek-
buis van de Duitse Zentralrat v o o i Sinti en Roma. Voor Laila was het niet de eerste keet dat zij Auschwitz bezocht. V o o i de andete twee wel. Jozua wil wel wat vertellen over zijn indrukken, al zegt hij e i meteen bij dat hij 'niet zo'n spreker' is. Hij drukt zich gemakkelijker uit in zijn eigen taal, het Romanes, dan in het Nederlands. Laila Weiss zit eibij v o o t aanvullingen, tei vertaling hier en daar, en vanuit haat functie.
'Wanneer en hoe hoorde je dat je naar Auschwitz ging:' "Ik kwam net tetug van de tandarts. Roberto vroeg me of ik mee ging naar Auschwitz. Eerst ging ik naar mijn moeder, om haar toestemming te vragen".
'Waarom ging je mee?' "Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in die onderwerpen. Thuis heb ik er veel van gezien, op de televisie. Nee, in mijn familie hoor ik er niets over. Ik heb veel over de geschiedenis gehoord op de Sinti-school. Roberto wist van mijn belangstelling. Trouwens, als ik iets in mijn kop heb, dan wil ik het doen ook".
"Hoelang zijn jullie er gebleven en hoe? Wat ivas het doel van de reis?' Laila: "We zijn e i van 27 juni tot en met 4 augustus geweest. We verbleven in een soort hotel, een jeugdherberg. Er waren Sinti en Roma uit Duitsland, Wenen, Boedapest, Roemenië. In deze periode wordt ieder jaar herdacht dat zoveel Sinti en Roma vergast zijn toen, in de nacht van 2 op 3 augustus 1944. Het was voot het eerst dat een vertegenwoor
diging uit Nederland bij de herdenking aanwezig was. Er vond in deze tijd ook een conferentie plaats over de opzet van een permanente expositie van Sinti en Roma, in het Stammlager'm Auschwitz I, namelijk in Blok 13: het oude "Zigeunerlager". In het jaar 2000 zal die expositie klaar zijn".
'Hoe was Auschwitz voor jou, jozua. Was je trouwens voor het eerst in het buitenland?' "Ik ben wel vaker in het buitenland geweest: in Frankrijk, België. Dat waren samenkomsten van de Pinkstergemeente. M a a i dit was iets totaal anders. Het was veel etger dan ik
dacht. Eerst konden we nog veel lachen, Roberto en ik, van tevoten in het hotel. Maar toen we het kamp binnen gingen, werd ik stil. Als je zoiets ziet, met je eigen ogen ... dat is anders dan op televisie. Daarna heb ik er 's nachts van gedroomd. Ik denk er soms nóg aan".
Laila: "Roberto vetgat te filmen, ik zag hoe zijn keel dicht zat. Hij rea-geerde ptecies zoals ik de eerste keer. Heb je al verteld, Jozua, wat op jou de meeste indtuk maakte? Ik weet nog hoe jij teageerde op die haren, in die jute slaapzakken".
Jozua: 'Dat was afschuwelijk. We zagen de schoenen, en koffers. Al hun spullen. Maar dat haat ... dat is zo iets van jezelf, van je lichaam. Hoe ze toen ook onderzoek deden naar alles wat wij belangtijk vinden, in onze cultuut, om ons daarmee dan te kunnen raken. Onze reinheids-régels, bijvoorbeeld".
Laila vult aan dat detgelijke traumatische ervaringen nog steeds effect hebben op de cultuut van de Sinti. Op de eigen rechtsptaak, bijvoorbeeld. Onreinheid en rechtspreken bijten elkaar. Laila: "In Frankrijk maken Sinti geen ophef meer rond de eigen rechtspraak. Want, zeggen ze daar, sinds de oorlog is iedereen onrein. Dus, kun je zeggen, heeft niemand nog recht van spreken".
Ook het dorp Auschwitz maakte indruk op hen. Laila: "De jongens hebben het hele dorp uitgekamd, zo nieuwsgierig waren ze. Het was nog ketmis ook". (ozua: "Ja, een kermis uit het jaar nul. Er was geen licht. Het was een gewoon dorp, net als toen. Ongelooflijk dat dit daar zo kon gebeuren. Het gewone leven ging door, en al die mensen werden opgepakt. Ik had het me toch andefs vootgesteld: meer zand en modder, doodser. Het was nu ook mooi weer. Warm en veel zon. Het was heel groen. Zoals bij de vijver".
'Kun je daar nog iets meer over vertellen:' Laila: "Tja, de vijver. We gingen niet weg voordat we de vijver gezien hadden. Moeilijk te vinden. Wegwijzers zijn daar niet. Ik had v o o t de zekerheid een plattegrond meegenomen. Na veel zoeken, over een pad, en dan nog een bocht, kwamen we met z'n vieren bij de vijver aan". Jozua: "Het concenttatiekamp is één groot giaf, maai die vijver is toch wel een heel speciale plek. De plek waai de as is teiecht gekomen. Midden in het watei was een stronk, begroeid en al. Onbegrijpelijk". Laila: "De eetste keet dat ik het zag, veibijsteid was ik. Een stronk er middenin, begroeid met gele bloemen.
kunnen dat ook niet. Maar ik begrijp nu wel waaróm ze er niet over spreken". Laila: "Roberto, Jozua en ik gaan in een les vertellen over deze reis. Aan de andere jongeren die niet mee geweest zijn. Dan krijgen ze et toch iets van mee". 'Heb je muzikaal iets met je ervaring kunnen doen? Heb je er al 'een nummer' over gemaakt, of vind je zoiets niet in muziek te pakken?' Jozua: "Ik heb daar nog niet aan gedacht, eigenlijk. M a a i het is geen slecht idee. Het zou kunnen. Iets droevigs, met gezongen tekst in het Romanes. Maai alleen voo t speciale gelegenheden, niet zómaat bij een optieden".
Peter Jorna
Het was voorjaar toen. Met z'n vieren hebben we bloemen in het water gestrooid en kaarsen opgestoken. En toen snel met de taxi naar het vliegveld, net op tijd voor het vliegtuig. De vijver móesten we gezien hebben. Andets was het niet af. Zo'n plek past ook meei bij ons dan zo'n groot stenen monument, die dtiehoek hoog de lucht in". 'Na terugkeer heb je vast met vrienden over Auschwitz gepraat. Maar ook met ouderen, binnen je familie bijvoorbeeld?' Jozua: "Met vrienden wel. Met ouderen niet. Zij praten er niet over, ze
Peter Jorna was coördinator van de Vereniging Lau Mazirel en is nu beleidsmedewerker voor Sinti en Roma bij Forum, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling tn Utrecht.
Jozua Rosenberg is gitarist, hij is een broer van Stochelo Rosenberg, de sologitarist van het Rosenberg Trio en hij speelt mee op 'Those Eyes', de cd van stichting Sinti Werk. Meer informatie bij de Landelijke Sinti Organisatie (0499-371212).
De maatschappelijke oorzaken van rassenhaat Graag zou ik de volgende opmerkingen willen maken naar aanleiding van het artikel van Ed van Thijn in het julinummer van het Auschwitz Bulletin.
Sigmund Freud heeft na de Eerste Wereldoorlog een essay geschreven, getiteld 'Onbehagen in de cultuur', waarin hij zegt, dat de mensen hun wetteloze driften onderdrukken om het leven in een gemeenschap mogelijk te maken en dat zij een uitweg daarvoor zoeken in de massamoorden van de oorlog. Elders (in mijn boek 'Violist in het verzet) heb ik al eerder tegen die opvatting stelling genomen, omdat deze psychologische verklaring geen rekening houdt met de maatschappelijke omstandigheden waarin de massamoorden plaatsvinden, of beter gezegd, die er de voedingsbodem voor vormen. Mijn conclusie is, dat de jodenvervolging niet (alleen) verklaard kan worden uit een latent aanwezig antisemitisme in Duitsland of elders.
Vermoedelijk kwamen de eerste joden in Europa aan in het jaa t 70, na de verwoesting van deTempel. In het Rhönedal zijn daarvoor de bewijzen gevonden. In de Romeinse tijd leefden de joden - die druivenkwekers waren zoals de beroemde rabbijn Rachi - als Cives Romani Judeai Religione, Romeinse burgers m e t joodse godsdienst. Eeuwen hebben ze er gewoond zonder vervolgd te worden. Er was voor de Romeinen geen enkele maatschappelijke reden om de joden te vervolgen. Pas in 1527 werden de joden in Venetië die in het stadsdeel Cannaregio woonden verplicht te verhuizen naar het eiland Giudecca waar slechts enkele metaalbedrijven waren gevestigd en waar men zich bezighield m e t het vervaardigen (gettare = gieten) van kanon
nen. Om die reden werd dar eiland later het getto genoemd.
In andere delen van Europa was het de joden niet beter gegaan. In 1095 schreeuwden de eerste Kruisridders in de 'lange d'oc' tijdens een kerkvergadering in Clermoint: 'Deus lo vait' ('God wil het"). Dat sloeg niet alleen op de wil om het Heilige Land te veroveren, maar veel meer op het verlangen van deze verarmde adel zich meester te maken van de bezittingen van de joden die zij op hun tocht zouden tegenkomen.
De Kerk deed dapper mee. Tijdens het Vierde Lateraanse Concilie in 1215, tijdens de periode van Innocentius III, werd besloten te adviseren om de gewoonte over te nemen die in bepaalde mohammedaanse landen bestond, namelijk de joden te verplichten een gele lap op hun kleren te dragen. In 1285 werd dit advies door Philip de Schone overgenomen. Vijf jaar later, in 1290, werden de joden uit Engeland verdreven, waar een geweldige sttijd om de macht gaande was. Karei VTjoeg de joden in 1394 uit Frankrijk, nadat ze de schuld hadden gekregen voor het uitbreken van de zwarte pest. Allemaal konden ze niet vluchten, want onder anderen werden 2000 van hen in Straatsburg op de begraafplaats levend verbrand.
Na de ontdekking van Amerika in 1492 moesten de joden in Spanje kiezen tussen verdwijnen of overgaan tot het katholicisme. Doel was onder meer het uitschakelen van de invloed van de joodse zakenlieden op de overzeese handel en onteigening van hun bezittingen.
En in Holland? Net als in de rest van Europa mochten de joden hier geen ambachten uitoefenen. Ze waren uit
gesloten van het gildelidmaatschap. Waar ze niet van waren uitgesloten was de diamantindustrie. De slimme Amsterdamse burgervaders weigerden toestemming te geven voor de oprichting van een diamantslijpersgilde. Diamant was goed v o o t Amsterdam. De joden waren diamanthandelaars en beter geschikt dan de agrarische Hollanders om de stenen te slijpen. Ook waten de joden niet uitgesloten van de handel op de Beurs. Pas tijdens de Bataafse Republiek -waarvoor een Franse bezetting nodig was - werden de joden gelijkberechtigde burgers. Maar zodra waren de Fransen vertrokken of cultureel-wetenschappelijke verenigingen als Concordia en Felix Meritis verklaarden dat het lidmaatschap slechts openstond voor hen die de christelijke godsdienst beleden. Dat heeft tot omstreeks 1875 geduurd. Antisemitisme? Jazeker.
Tenslotte terug naar Duitsland. Afgezien van het antisemitisme dat in de 'hogere kringen' en in de onderklasse, het pauperdom bestond (de meeste nazi's, bijvoorbeeld de SA-knokploegen, waren in het begin allemaal paupers), kan het massale antisemitisme in Duitsland verldaard worden uit de toestand in de jaren twintig. De verloren oorlog, het voor Duitsland rampzalige Verdrag van Versailles, de herstelbetalingen, de ellende van de Weimarrepubliek, de massale werkloosheid, het falen van de grote linkse partijen (Stalin: 'Laat Hitier maar aan de macht komen, na zes weken komen wij!'), dat alles vormt de voedingsboden voor het nationaal-socialisme en het antisemitisme.
En wat de mate van wreedheid aangaat, is Auschwitz niet te vergelij-
ken met wat de Amerikanen in Vietnam deden, de F t a n s e n in Algerije en de Nederlanders in Indonesië? Waarmee geen miljoenste millimetet goed is gepraat van wat de nazi's de joden hebben aangedaan. Maar waren het geen economische, strategische en politieke doeleinden die de Amerikanen, F t a n s e n en Nederlanders nastreefden? Het antisemitisme is altijd een dekmantel voor economische, machtspolitieke en sttategi-sche belangen, zoals dat met iedere vorm van discriminatie het geval was en is.
M. Ferares
Het artikel van Edvan Thijn in het Auschwitz Bulletin van juli 1998 geeft mij aanleiding tot enkele opmerkingen. Vooraf enkele gegevens over mijzelf: geboren in 1914, niet-joods. In mijn eerste huwelijk getrouwd met een half-joodse vrouw, in tweede huwelijk met een joodse vrouw die Auschwitz-Birkenau overleefd had en die ik in 1948 leerde kennen. Zelfvan 18 september 1943 tot 4 mei 1945 in Duitse gevangenschap wegens hulp aan joden en bezit van illegale bladen. Ik heb het boek van Goldhagen niet gelezen, maar meen uit de vele artikelen die ik erover heb gelezen wel ongeveer te weten wat de teneur van zijn studie is. Mijn bezwaren zouden zich niet in de eetste plaats richten tegen wat hij schrijft, al zou ik in plaats van 'gewillige uitvoerders' liever - met Saul Friedlander - de Duitse burgers (en die niet alleen!) noemen: 'mensen die het lieten gebeuren' .
Maar schenkt hij ook aandacht aan degenen die zich hebben verzet? Ik heb zowel in Vught As in de Heinkel-fabriek waar ik later te werk gesteld was tientallen Duitse gevangenen gekend, die een rode driehoek op hun jasje droegen; ook in andere Duitse kampen - er waren er heel wat! - zal het niet anders geweest zijn. De Scholl-groep (Die weisse Rose) geldt terecht als het symbool van het Duitse verzet, maar men behoeft slechts Das Echolot van Walter Kempowsky te lezen om in te zien dat er nog heel wat meer verzet werd gepleegd. Natuurlijk vormen ze een kleine minderheid - ook in Nederland, in België, in Frankrijk. Maar wat zij in de eerste plaats verdienen is onze achting en wat zij niet verdienen is: onder te gaan in de massa der 'gewillige uitvoerders'.
Amsterdam, Marius Flothuis
Sprookjes uit het kamp Met referentie aan het artikel 'Sprookjes uit het kamp, van Claartje Pink' in het Auschwitz Bulletin van 3 juli 1998 zou ik gaarne enige aanvullende historische opmerkingen maken. Als student aan het Nedetlands Israëlitisch Seminarium te Amsterdam verricht ik historisch onderzoek naar de Nederlandse rabbijnenschool. De in uw artikel genoemde Dr. M. Pinkhojrwas sedert 1 oktobet 1928 docent Natuutlijke Historie aan deze instelling. Zijn vadet Di.H.Pinkhof was gedurende enige tientallen jaren curator van het seminarium. In het
attikel werd gesteld, dat dt.M.Pinkhof en zijn gezin doot toedoen van de Amsterdamse Hortus Botanicus terug konden keren vanuit Westerbork naar Amsterdam, omdat hij aldaar onmisbaar zou zijn. Persoonlijk lijkt het mij waarschijnlijker, dat zijn vader, Dr.H.Pinkhof als lid van de Joodse Raad'voor Amstetdam en persoonlijk vriend van de voorzitter prof.dr. David Cohen zich ten behoeve van zijn zoon heeft ingespannen. Volgens mijn infotmatie werd M.Pinkhof reeds in april 1941 bij de Hortus Botanicus ontslagen in het kader van de 'arisering' van de Nederlandse samenleving. Hij kon dus in 1942/43 eenvoudig niet meer in officiële dienstbettekking bij de Hortus zijn geweest. Zulks wil natuurlijk niet zeggen, dat hij niet daat nog privé-activiteiten ontplooide. Ook had dr.M.Pinkhof een bettek-king als letaar aan de Joodse School te Hilversum en Haarlem met permissie om met de Amsterdamse ttam en buiten de stad Amsterdam te mogen teizen. een privilege dat v o o t slechts weinig joden was weggelegd in die tijd. Ook dit duidt op een goede verstandhouding tussen vader en zoon Pinkhof.
Een ander gegeven in uw artikel en de inleiding van het besproken boekje is dat dr.M.Pinkhof en zijn gezin in mei 1943 wederom werden gedeporteerd. Tot deze tijd bleek hij bij de Hortus onmisbaat en om die reden zou zij niet gedepotteetd zijn. Naar mijn mening echter was Pinkhof niet onmisbaat voor de Hortus, doch wel als docent van het Nederlands Israëlitisch Seminarium. De datum van de tweede en noodlottige deportatie, mei 1943, en de deportatie op 20 juli 1943 valt samen met het moment van de depottatie van de meeste docenten van het Nederlands Israëlitisch Seminarium. Hoewel het seminarium als deel van het Nederlands Israëlitisch Kerkge-nootschap los stond van de activiteiten van de Joodse Raad, werden haar docenten wel als onmisbaar voor de
joodse Gemeenschap geacht. Zulks to t het bittere einde van deze gemeenschap in 1943. Het is in dit licht beter te begrijpen waarom hij pas in 1943 werd gedeporteerd. Dat dr.M.Pinkhof geen actief verzet pleegde mag niet verbazingwekkend zijn, wanneer u weet dat hij een speciale verklaring ondertekende voor de bezetter, waarin hij zich loyaal aan de Duitser verklaarde en beloofde geen verzet te zullen plegen. Klaarblijkelijk was Pinkhof een man van zijn woord.
Voorts stelt mevrouw Pinkhof in haar inleiding op pagina 6 van het boekje: 'Slechts instinctief voelde men dat e t iets ergs gebeurde.' Dit besef is verre van instinctief te noemen, daar de bovengenoemde H.Pinkhof lid was van de Joodse Raad en persoonlijk
vriend en medecurator van het seminarium, David Cohen. Dr.H.Pinkhof was reeds ver vóór de Sjoa actief betrokken bij de opvang van vluchtelingen, als vooraanstaande zionist hield hij opzwepende lezingen bij de radicaal zionistische jeugdvereniging Zichron Ja'akov waarvan ook veel seminaristen lid waren. Deze seminaristen kwamen met het joodse, Nederlands georiënteerde establish-mentm aanvaring. In dit conflict, dat joods Nederland tot de Duitse inval op haat grondvesten deed schudden speelde H.Pinkhof een belangrijke centrale rol. Pinkhof kreeg de eerste noodlottige berichten uit de vernietigingskampen uit de eerste hand. Er was naar mijn mening dus parate kennis aanwezig betreffende het naderende onheil der Sjoa, Het gezin van Meyer Pinkhof behoorde
tot de best ingelichte kringen binnen joods Nederland. Graag wil ik tot slot opmerken de publicatie 'Sprookjes uit het kamp' als zodanig van grote historische waarde te achten.
Medemblik, W.G.S.Bornstein
Anne Frank Krant 1998/1999
(Anne frank, 6 juli 1944) O
Evenals vorige jaren is er ook nu weer een nieuwe Anne Frank Arö«?verschenen, die door de Anne Frank Stich-ting samen met Amnesty Internationalis samengesteld.
In die krant wordt niet alleen over het 'geheime' dagboek van Anne Frank geschreven, maar ook over opkomen voor mensenrechten en met name over het recht verliefd te worden op wie je zelf wilt. Er staan verder artikelen in over rechten van kinderen, de relatie tussen leuke kleren en mensenrechten, en over Ajax-voetballer Bennien diens grote idool: zijn moeder.
De Anne Frankkrant kan worden besteld bij Stichting NBLC, Postbus 43300, 2504 AH "s-Gravenhage, tel. 070-3090300, fax 070—3090400, bestelnummer 15454. Informatie bij de Anne Frank Stichting, postbus 730, 1000 AS Amsterdam, tel. 020-5567100, fax 020-6207999, internet: www.annefrank.nl
Het 4 mei-Comité Kamerik is op zoek naar de geschiedenis van twee joodse v t o u w e n , namelijk Regina Kaatje Glaser, geboren 15 januari 1911 te Nijmegen en Kitty Glaser, geboren 27 juni 1919 te Nijmegen. Beide vrouwen wenden op 15 januari 1944 'opgepakt' uit een huis met als adres: Teckop 37, te Kamerik (Uttecht). Zij werden via Kamp Westerbork doorgezonden naar Auschwitz waar ze op 28 januari 1944 werden vergast. Et moet een atrest bestaan van het Bijzondet Ge-rechtshof te Amstetdam, d.d. 22 augustus 1946, waarin de getuigenis vermeld werd van een familielid over hun dood. Het 4 mei-Comité uit Kamerik wil meer weten over hun afkomst, familie enzovoorts en hun namen t.z.t. vetmelden op het Kamerikse Oorlogsmonument. Informatie graag naar 4 mei-Comité Kamerik, secretaris W.Neuteboom, Voorhuis 35, 3471 EL Kamerik.
Mevrouw K.A. Nooter-Spreek-meestet zoekt gegevens ovet haat va-der, Elias Spreekmeester, geboten te Amsterdam. Het gezin woonde in de Danie Theronstraat 29, Amsterdam. Elias Spreekmeester is op 19 februari 1943 in Amstetdam opgepakt en heeft korte tijd in de gevangenis aan de Amstelveenseweg gezeten en is vandaar naar Vught gettanspotteetd. Hij was Schutzhaftling en had nummer 5549. Hij zat in Blok 15 B. Op 15 november 1943 is hij op tians-port gezet naar Auschwitz-Birkenau. Van daaruit hebben wij begin februari 1944 nog een briefkaart ontvangen. Volgens deze kaait zat hij toen in Huis 12, te Biikenau. Reacties graag naai: Mevtouw K.A. Nootet-Spteekmeestei , Anna Blamansttaat 10, 4207 KK Gotinchem, tel. 0183-648125.
Kan iemand informatie geven over de twee meisjes op bijgaande foto, Stella Vleeshouwer, geboren omstieeks 1930 en Annie Reigwart, geboren omstreeks 1929? Deze foto is in april 1945 in Odessa gemaakt. M. B. Stam uit Dordrecht is in 1945 samen met deze twee meisjes vanuit Auschwitz via Odessa naar Holland gekomen. In deze groep reisden ook de heer Lewie Handelaar, de heer
Nederlandse Spielberg-interviews naar het JHM Het Joods Historisch Museum krijgt de beschikking over gefilmde interviews met overlevenden van de nazi-terreur uit Nederland.
Dat berichtte NRC-Handelsblad\&n 19 september 1998. Het Joods Historisch Museum heeft daarover overeenstemming bereikt met de eigenaai van de videobanden, de dooi de fil-mer Steven Spielberg opgerichte Survivors of the Shoah Visual History Foundation. Het Amerikaanse hoofdkantooi van het Spielbetg-ptojekt zal binnenkort
alle 1064 in Nederland geïnterviewden om toestemming vragen kopieën van hun banden aan het museum in Amsterdam over te dragen. De banden zelf worden niet vóór 1999 in Amstetdam veiwacht. Intussen heeft Steven Spielbetg op een middelbare school in Berlijn een cd-rom gepresenteeid met de eeiste Amerikaanse video-intetviews. Hij kieeg dezelfde dag van de Duitse pie-sident Roman Herzoghet Bondsktuis van vetdienste voo i zijn weik om de herinnering aan de jodenvervolging levend te houden.
Aandagt Handelaar en de heer Moos Visjager. Wie informatie kan verschaffen wordt verzocht zich te wenden tot M.B. Stam, Blaauweg 185, 3328 XD Dordrecht , tel. 078-6182329.
Bernhard Victor Verduijn doet onderzoek naar hen die verbonden met Ede in het vetzet zijn omgekomen. Om de biogiafie van zijn vadet, Cornelis Verduijn, af te tonden zou hij graag nadere informatie over hem krijgen uit de oorlogsperiode. Cornelis Verduijn werd op 6 april 1907 te Alkmade geboien. Op 19 juni 1936 tiad hij in het huwelijk met Adtiana van de Gugten uit Rijns-buig. Zij gingen wonen in Ede, Otteiloseweg 91. Van beroep was hij huisschilder. Een van zijn schuilnamen in het veizet was 'meneer de Kuif'. Vermoedelijk heeft hij in contact gestaan met dis. H. Post in Rijns-buig. Hij werd op 16 apiil 1 943 te Amstetdam geanesteetd en op 20 mei 1943 veroordeeld tot zes maanden Vught wegens hulpveilening aan Joden. Onder de naam mijnheer de Kuif begeleidde hij mensen naar onderduikadressen. In de nacht van 8 op 9 maait 1945 wend hij bij een dropping gegrepen en op 20 maait 1945 weid hij te Loosdtecht gefusilleerd. Iemand die nadere bewijzen zou kunnen verschaffen over het verzetswerk van Cornelis Verduijn wordt verzocht zich in verbinding te stellen met: B. V. Verduijn, Dieden-weg 48, 6706 CR Wageningen, tel. 0317-426652.
Twintig miljoen te verdelen Het is misschien niet iedereen opgevallen, maar het Ministerie van VWS heeft onlangs in een grote advertentie twintig miljoen gulden beschikbaar gesteld voor projecten ten behoeve van in Nederland wonende slachtoffers van de nazivervolging die gericht was op vernietiging. Dit geld is afkomstig van het door de geallieerden in beslag genomen nazigoud, waarvan een deel van oorlogslachtoffers afkomstig is.
De Nederlandse regering wil de vierde tranchevan dit goud dat naar Nederland is teruggegeven bestemmen voor projecten gericht op de joodse gemeenschap en andere groepen vervolgden, zoals zigeuners, homosexuelen en Jehova's getuigen. De projecten kunnen op drie terreinen liggen: 1. Zorg- of dienstverlening aan in Nederland wonende slachtoffers van de nazivetvolging alsmede aan nabestaanden. Met name gaat het om pro
jecten die kunnen bijdragen aan verwerking van de vervolgingservaringen van overlevenden. 2. Het nieuw leven inblazen van de kennis- en cultuurtraditie van vervolgden. 3. Het in stand houden van de herinnering aan degenen die zijn omgekomen in de Tweede Wereldoorlog en het uitdragen van de waarschuwing voor de ideologie daarachter.
Over de ingediende projecten zal een adviescollege ootdelen, dat bestaat uit de heer D. Dolman, oud-voorzitter van deTweede Kamer, professor CL. Davidson, oud-voorzitter van het Verbond voor Liberaal-Religieuze Joden in Nederland en mr. F. Ensel, oud-bestuutsvoorzittet van JMW.
In tegenstelling tot wat velen misschien denken is dit geld niet bedoeld voor alleen maar omvangrijke projecten van gtote instellingen, zo heeft de heer Ensel onlangs aan het
Auschwitz Comité meegedeeld. Ook kleinere otganisaties en projecten van zogenoemde 'randgroepjoden', die niet georganiseerd aan het joodse gemeenschapsleven deelnemen komen voor honorering in aanmerking. Projectvoorstellen kunnen tot en met 28 februari 1999 door middel van een aanvraagformulier worden ingediend bij het Ministerie van VWS. Voor meer informatie en toezending van een aanvraagformulier kunt u schrijven naar: Ministerie van VWS, Project Tegoeden Fweede Wereldoorlog, Postbus 16159,2600 BD Den Haag. U kunt ook de informatielijn Tegoe-den Tweede wereldoorlog bellen: tel. 0900-2025198. Dit kost echter 44 cent per minuut, want ook als ze je iets willen geven willen ze blijkbaar graag eerst iets aan je verdienen. Het blijft toch immers Nederland.
(m.a.)
i T A A T S U U S E U t,
I N OS W 1 E C. I M
r1uschcDtt3 Bitlttnau
BY BREAD .ALONE
KL AUSCHWITZ SEEN BV THE SS
Boekenlijst Deze boeken kunnen telefonisch of
schriftelijk besteld worden bij de pen
ningmeester.
De prijzen zijn exclusief de verzend
kosten
-Auschwitz - Voices
from the ground fl. 32,50
-KI .Auschwitz
seen by the SS fl. 16,50
-By bread alone -
A survivor fl. 17,50
-40 jaar Nederlands
Auschwitz Comi té fl. 29,50
-Auschwitz Brochure fl. 3,50
-Auschwitz informatiegids fl. 3,50
-Ver weg en toch dichtbij fl. 1 5,00