De rol van het comité voor preventie en
bescherming op het werk (CPBW)
Wetgeving
najaar 2016 1
najaar 2016 2
Algemeen overzicht
1. Welzijn op het werk?
2. Belgische welzijnswetgeving
3. Rol van het comité PB
4. Praktische toepassingen
1. Welzijn op het werk?
najaar 2016 3
Veiligheid
Elementen die impact
hebben op de fysische
integriteit van de
werknemers zoals
machines, werktuigen,
transportmiddelen,
werken op hoogte…
najaar 2016 4
najaar 2016 5
Onveiligheid
↓ ↓ ↓ ↓ ↓ ↓ ↓
arbeidsongevallen
Gezondheid
Elementen die impact hebben op het
lichamelijke welzijn van de werknemers
zoals chemische agentia, biologische
agentia, nachtwerk, contact met zieke
kinderen…
najaar 2016 6
najaar 2016 7
Ongezonde omgeving
↓ ↓ ↓ ↓ ↓ ↓ ↓
beroepsziekten
Psychosociale
aspecten
Elementen die impact
hebben op de psychische
integriteit van de
werknemers zoals
arbeidsorganisatie,
werkdruk,
najaar 2016 8
najaar 2016 9
Psychosociale belasting
↓ ↓ ↓ ↓ ↓ ↓ ↓
stress – agressie
– pesten
Arbeidshygiëne
Alles wat impact heeft
op de arbeidsomgeving
zoals temperatuur,
geluid, trillingen…
najaar 2016 10
najaar 2016 11
Componenten om een
arbeidsomgeving
gezond en veilig
te maken
Ergonomie
Technieken die helpen
om het werk lichamelijk
en geestelijk minder
belastend te maken
zoals tiltechnieken,
opstelling
beeldschermen…
najaar 2016 12
najaar 2016 13
Helpt om de
arbeidsomstandigheden
aan de werknemer
aan te passen
Verfraaiing van de
arbeidsplaatsen
Het gaat niet enkel over
een “mooie” omgeving,
maar ook over indeling
van lokalen,
aangepaste burelen,
orde, netheid…
najaar 2016 14
najaar 2016 15
Heeft impact
op arbeidsrelaties,
psychosociale belasting
en veiligheid
Leefmilieu wat betreft de
invloed op vorige
elementen
Verontreiniging,
geluidsoverlast e.d.
beginnen of eindigen
niet op de grens van
het bedrijf en deze
milieuaspecten moeten
bijgevolg ook steeds in
overweging genomen
worden voor de eigen
werknemers: de
milieuaspecten van het
eigen bedrijf, maar ook
van naastliggende
bedrijven
najaar 2016 16
“Welzijn op het werk”
resultaat van het samengaan van
alle factoren met betrekking tot de
arbeidsvoorwaarden en -
omstandigheden waarin het werk
moet worden uitgevoerd
najaar 2016 17
2. Belgische welzijnswetgeving
najaar 2016 18
najaar 2016 19
Voorschriften betreffende het
veilig en gezond gebruik van
producten
Ter bescherming van de
veiligheid en gezondheid van
de werknemers
Voorschriften op vlak van
fabricage en op de markt
brengen van producten
Ter bescherming van de
veiligheid en gezondheid van
de consumenten
Economische richtlijnen Sociale richtlijnen
najaar 2016 20
Kaderrichtlijn 89/391/EEG van
de Raad van 12 juni 1989
betreffende de tenuitvoer-
legging van maatregelen ter
bevordering van de
verbetering van de veiligheid
en de gezondheid van de
werknemers op het werk
Wet van 4 augustus 1996
betreffende het welzijn van de
werknemers bij de uitvoering
van hun werk
Richtlijn 2001/95/EG van het
Europees Parlement en de
Raad van 3 december 2001
betreffende de algemene
productveiligheid
Opgenomen in boek IX van
het “Wetboek van
economisch recht” van 28
februari 2013
Economische richtlijn Sociale richtlijn
3. Rol van het comité voor
preventie en bescherming op
het werk bij de implementatie
van de welzijnswetgeving in
het bedrijf
najaar 2016 21
najaar 2016 22
Wettelijke basis voor het CPBW • Algemene wettelijke basis (oprichting, samenstelling, bevoegdheden,
werking) – de Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering
van hun werk (welzijnswet);
• Algemene bevoegdheid - het koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de opdrachten en de werking van de
Comités voor Preventie en Bescherming op het Werk (KB CPBW) ;
- Specifieke bevoegdheid in andere besluiten die in de Codex zijn opgenomen, zoals :
- het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (KB beleid);
- het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (KB IDPB);
- het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de Externe Diensten voor Preventie en Bescherming op het Werk (KB EDPB);
- het koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers (KB Gezondheidstoezicht)
• Specifieke bevoegdheid sporadisch in andere regelgevingen zoals deze die betrekking hebben op de sociale verkiezingen, evenals deze die verband houden met gewestelijke materies (vooral leefmilieu).
najaar 2016 23
Basisprincipe
De inspraak van de werknemers over vraagstukken in
verband met het welzijn van de werknemers
(veiligheid, gezondheid, ergonomie, hygiëne en
psychosociale belasting) wordt geregeld via het
CPBW.
Opmerking: bij afwezigheid van een CPBW, welke ook de reden daarvoor
is, worden de taken en bevoegdheden automatisch doorgeschoven naar
de vakbondsafvaardiging. In ondernemingen waar er noch een CPBW,
noch een vakbondsafvaardiging bestaat, moet een beroep worden
gedaan op de werknemers zelf.
najaar 2016 24
Opdracht
• In toepassing van artikel 65 van de welzijnswet heeft het CPBW hoofdzakelijk als opdracht alle middelen op te sporen en voor te stellen en actief bij te dragen tot alles wat wordt ondernomen om het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk te bevorderen.
• Dit omvat het uitbrengen van voorafgaand advies, het geven van een voorafgaand akkoord, het uitwerken van voorstellen, het recht op informatie, het aanduiden van een afvaardiging en enkele specifieke bevoegdheden.
najaar 2016 25
Akkoord of advies?
• Een advies veronderstelt niet noodzakelijk een
gemeenschappelijk standpunt.
• Een akkoord is strikter en veronderstelt minstens
een meerderheid.
• Hoe een akkoord wordt bereikt, kan worden
geregeld in het huishoudelijk reglement van het
comité. Als niets is vastgelegd, wordt
aangenomen dat er unanimiteit nodig is. Soms
bepaalt de wet zelf wanneer er een akkoord is.
najaar 2016 26
Indien de werkgever niet overeenkomstig de
adviezen heeft gehandeld, er geen gevolg aan
heeft gegeven of gekozen heeft onder de
uiteenlopende adviezen, deelt hij de redenen
hiervan mee aan het comité.
Hij verklaart tevens de maatregelen die in
gewettigd dringend geval werden genomen
zonder het comité vooraf te raadplegen of te
informeren.
najaar 2016 27
Voorafgaand advies
ALGEMENE ADVIESBEVOEGDHEID > KB CPBW
Maatregelen inzake het beleid van de onderneming
• alle voorstellen, maatregelen en toe te passen middelen, die
rechtstreeks of onrechtstreeks, meteen of na afloop van tijd gevolgen kunnen hebben voor het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk;
• de planning en invoering van nieuwe technologieën, wat betreft de gevolgen voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers, verbonden aan de keuze inzake uitrusting, de arbeidsomstandigheden en de invloed op de omgevingsfactoren op het werk, met uitzondering van die gevolgen, waarop een collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing is, die in gelijkaardige waarborgen voorziet;
najaar 2016 28
Preventiemaatregelen
• elke maatregel die overwogen wordt om de technieken en de arbeidsvoorwaarden aan de mens aan te passen en om de beroepsvermoeidheid te voorkomen;
• de specifieke maatregelen voor de inrichting van de arbeidsplaats teneinde, in voorkomend geval, rekening te houden met de tewerkgestelde minder-valide werknemers;
• de keuze, de aankoop, het onderhoud en het gebruik van arbeidsmiddelen en persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen.
De diensten waarop een beroep wordt gedaan
• de keuze of de vervanging van een EDTC en andere instellingen en deskundigen;
• de keuze of de verandering van de diensten waarop een beroep wordt gedaan in toepassing van de arbeidsongevallenwetten.
najaar 2016 29
Specifieke adviesbevoegdheid > andere KB’s
• Bv. interne/externe diensten : – de wijze van samenstelling van de IDPB;
– bepalen welke vaardigheden intern moeten zijn en waarvoor beroep op de EDPB wordt gedaan;
– keuze/verandering/beroep op meerdere EDPB
• Bv. de technische en wetenschappelijke middelen, de lokalen en de financiële middelen, het administratief personeel van de IDPB;
• Bv. onderzoek EAO en preventiemaatregelen
• Bv. gezondheidstoezicht (bv. lijst risicofuncties, uitbreiding gezondheidstoezicht)
• Bv. preventiemaatregelen inzake psychosociale aspecten
najaar 2016 30
Voorafgaand akkoord • de minimumduur van de prestaties van de preventieadviseur
dermate dat de aan de IDPB toegewezen opdrachten te allen tijde volledig en doeltreffend worden vervuld;
• de aanduiding en vervanging van de preventieadviseurs deskundig inzake arbeidsveiligheid en arbeidsgeneeskunde van de IDPB;
• de interne procedure in het kader van de preventie van psychosociale risico’s
• wijzigingen naamlijst gezondheidstoezicht
• afwijking verplichting werkkledij te dragen na risicoanalyse
• andere gevallen bepaald door specifieke besluiten (bv. het afwijken van de door de reglementering voorgeschreven afmetingen van arbeidsplaatsen, temperaturen, de vermindering van bepaalde sanitaire installaties, de toegang tot sociale voorzieningen: refter, kleedkamers, …)
najaar 2016 31
Speciale gevallen
• Bij de aanduiding van de preventieadviseur van de interne dienst gespecialiseerd in de psychosociale aspecten van het werk, waaronder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk, moeten alle leden-vertegenwoordigers van de personeelsleden binnen het comité hun voorafgaand akkoord geven. Indien geen akkoord bereikt wordt, moet de werkgever beroep doen op een preventieadviseur van een EDPB
• Bij het beëindigen van de overeenkomst met een preventieadviseur van een IDPB of bij de verwijdering uit zijn functie, vraagt de werkgever voorafgaand en per aangetekende brief het akkoord van de leden van het comité. Wanneer het gaat om de preventieadviseur gespecialiseerd in psychosociale aspecten van het werk, moeten alle leden-vertegenwoordigers van de personeelsleden binnen het comité hun akkoord geven.
najaar 2016 32
Voorstellen
• Het voorstel onderscheidt zich van het advies door het feit
dat het advies gewoonlijk wordt gevraagd door een andere
persoon terwijl het voorstel gedaan wordt op eigen initiatief
van het CPBW zonder dat hier uitdrukkelijk om gevraagd
werd.
• Het CPBW formuleert voorstellen omtrent het beleid inzake
het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun
werk, omtrent het globaal preventieplan en het jaarlijks
actieplan opgesteld door de werkgever, de wijzigingen, de
uitvoering en de resultaten ervan en werkt voorstellen uit
om de arbeidsplaats en de omgeving ervan te verfraaien.
najaar 2016 33
Recht op documentatie en informatie
• De werkgever stelt documentatie samen betreffende de vraagstukken inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, het intern en extern milieu en houdt deze ter beschikking van het CPBW.
– alle documenten intern en extern de onderneming die betrekking hebben op het welzijn van de werknemers (wetgeving, jaarverslagen, verslagen EDPB; keuringsverslagen…)
• De werkgever verstrekt aan de CPBW’s alle nodige informatie betreffende de elementen die van invloed kunnen zijn op het welzijn van de werknemers.
– Informatie gaat veel verder dan documentatie. Het gaat bv. over de wijzigingen (gepland of aangebracht) aan de fabricageprocedés, de werkmethodes of de installaties als ze de bestaande risico’s voor het welzijn van de werknemers, het intern of extern milieu kunnen verzwaren of er nieuwe kunnen vormen, de aanwending of fabricage van nieuwe producten…
najaar 2016 34
Aanduiding afvaardiging
• Het CPBW draagt bij tot de toepassing van het dynamisch risicobeheersingsysteem door sommige van zijn leden werkgevers en werknemers af te vaardigen om samen met de bevoegde preventieadviseur en het bevoegde lid van de hiërarchische lijn, periodiek en ten minste één maal per jaar een grondig onderzoek in te stellen op al de arbeidsplaatsen waarvoor het CPBW bevoegd is.
• Het CPBW wijst een afvaardiging aan die zich onmiddellijk ter plaatse begeeft, wanneer er ernstige risico’s zijn, waarbij de schade dreigend is en telkens er een ernstig ongeval of incident gebeurd is, of wanneer ten minste een derde van de werknemersafvaardiging in het CPBW erom verzoekt.
• Het CPBW wijst tevens een afvaardiging aan om de met toezicht belast ambtenaren te woord te staan bij hun toezichtsbezoeken.
najaar 2016 35
Initiatiefrecht
• Wanneer een preventieadviseur van een EDPB die bij een werkgever opdrachten uitvoert niet langer het vertrouwen geniet van de werknemers of zijn onafhankelijkheid of bekwaamheid in het gedrang is, doet de werkgever deze preventieadviseur vervangen, indien het geheel van de leden die de werknemers vertegenwoordigen in het CPBW, hierom verzoekt.
• Wanneer vaststaat dat een arbeidsgeneesheer niet al zijn opdrachten volbrengt of niet langer het vertrouwen geniet van de afgevaardigden van de werknemers in het CPBW, kunnen de afgevaardigden van de werknemers in het CPBW of, bij ontstentenis van een CPBW, de leden van de vakbondsafvaardiging van het personeel, een arbeidsgeneesheer doen vervangen.
najaar 2016 36
Specifieke opdrachten
• de betrokkenheid van het CPBW bij het beheer en de werkzaamheden van het departement belast met het medisch toezicht van de IDPB
• het stimuleren van de activiteiten en het opvolgen van de werking van de IDPB;
• het uitwerken en toepassen van propagandamiddelen en maatregelen in verband met onthaal, informatie en opleiding van werknemers
• het onderzoeken van de door de werknemers geuite klachten betreffende welzijn op het werk en over de manier waarop de diensten, waarop in toepassing van de arbeidsongevallenwetten een beroep wordt gedaan, hun opdracht vervullen;
• de relaties met de EDPB, onder meer betreffende de wijze waarop het CPBW wordt betrokken bij de opdrachten die de EDPB in de onderneming uitoefent en worden bepaald in de overeenkomst tussen de werkgever en de EDPB.
najaar 2016 37
Draagwijdte van de adviezen
• Aan de met algemene stemmen uitgebrachte adviezen (indien ernstige risico’s voor het welzijn van de werknemers waarbij de schade dreigend is) : de werkgever geeft zo vlug mogelijk een conform gevolg.
• In geval van uiteenlopende adviezen : de werkgever geeft een passend gevolg binnen de door het CPBW gestelde termijn of, indien geen termijn is bepaald, uiterlijk binnen de zes maanden.
• De werkgever die niet overeenkomstig de adviezen heeft gehandeld, er geen gevolg aan heeft gegeven of gekozen heeft onder de uiteenlopende adviezen, deelt de redenen hiervan mee aan het CPBW.
• De werkgever verklaart tevens de maatregelen die in gewettigd dringend geval werden genomen zonder het CPBW vooraf te raadplegen of te informeren.
• De werkgever deelt zijn standpunt of, in voorkomend geval, dat van de IDPB, EDPB, EDTC of andere betrokken instellingen en deskundigen mee aan het CPBW omtrent de adviezen van het CPBW inzake de door de werknemers geuite klachten.
4. Praktische toepassingen
Globaal preventieplan en jaarlijks
actieplan
Werkplaatsonderzoek
Arbeidsongevallenonderzoek
najaar 2016 38
najaar 2016 39
Belang bij GPP en JAP
Bouwstenen van het beleid:
• De uitwerking van het beleid, dat vooral de
doelstellingen en de beoogde middelen bepaalt
• De programmatie van het beleid, dat vooral de toe
te passen methodes, de opdrachten, de
verplichtingen en de middelen van de
betrokkenen bepaalt
• De uitvoering van het beleid
• De evaluatie van het beleid, dat vooral betrekking
heeft op de vaststelling van de evaluatiecriteria
najaar 2016 40
Hoe
Het systeem houdt rekening met:
• De aard van de activiteiten
• De specifieke risico’s verbonden aan deze
activiteiten
• De speciale risico’s eigen aan bepaalde groepen
werknemers
najaar 2016 41
Doel
Het opstellen van de preventiemaatregelen
• Maatregelen die tot doel hebben de risico’s te
voorkomen
• Maatregelen die tot doel hebben de schade te
voorkomen
• Maatregelen die tot doel hebben de schade te
beperken
De volgorde van de maatregelen is belangrijk !
najaar 2016 42
Resultaat
• Globaal preventieplan
• Jaarlijks actieplan
najaar 2016 43
Globaal preventieplan
• bevat de concrete omschrijving van de resultaten van de risicoanalyse, van de prioritaire doelstellingen en de activiteiten die moeten worden verricht om deze doelstellingen te bereiken;
• beschrijft welke middelen er worden gebruikt en wat de opdrachten en verplichtingen zijn van alle betrokken personen;
• wordt regelmatig geëvalueerd (bv. jaarlijks) en ten minste om de vijf jaar volledig herbekeken.
najaar 2016 44
Jaarlijks actieplan
Dit plan bevat :
• de prioritaire doelstellingen van het dienstjaar;
• de middelen en methodes om die doestellingen te
bereiken;
• de opdrachten, verplichtingen en middelen van
de betrokken personen;
• de aanpassingen aan te brengen aan het globaal
preventieplan ingevolge gewijzigde
omstandigheden, incidenten en ongevallen.
najaar 2016 45
KB Beleid - 27 maart 1998
• Art. 12.– De werkgever betrekt de leden van de
hiërarchische lijn en de Diensten voor Preventie en
Bescherming op het werk bij de uitwerking,
programmatie, uitvoering en evaluatie van het
dynamisch risicobeheersingsysteem, het schriftelijk
globaal preventieplan en het schriftelijk jaarlijks
actieplan.
Hij raadpleegt tevens het comité.
De werkgever legt het schriftelijk vastgelegde globaal
preventieplan bij elke wijziging of aanpassing vooraf ter
advies voor aan het comité.
najaar 2016 46
De werkgever legt het ontwerp van jaarlijks
actieplan voor advies voor aan het comité uiterlijk
de eerste dag van de tweede maand voorafgaand
aan het begin van het dienstjaar waarop het
betrekking heeft.
Het jaarlijks actieplan mag niet in uitvoering
worden gebracht voordat het comité zijn advies
heeft verstrekt of, zo niet, vóór het begin van het
dienstjaar waarop het slaat.
najaar 2016 47
Opdrachten en werking van het comité
(KB 3 mei 1999)
• Art. 2.- In toepassing van artikel 65 van de wet heeft
het comité inzonderheid als opdracht adviezen uit te
brengen en voorstellen te formuleren omtrent het
beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de
uitvoering van hun werk, omtrent het globaal
preventieplan en het jaarlijks actieplan opgesteld door
de werkgever, de wijzigingen, de uitvoering en de
resultaten ervan.
najaar 2016 48
• Art. 10.- Het comité draagt bij tot de toepassing van het
dynamisch risicobeheersingsysteem door sommige van
zijn leden werkgevers en werknemers af te vaardigen
om samen met de bevoegde preventieadviseur en het
bevoegde lid van de hiërarchische lijn, periodiek en ten
minste één maal per jaar een grondig onderzoek in te
stellen op al de arbeidsplaatsen waarvoor het comité
bevoegd is.
najaar 2016 49
• Art. 14.- De werkgever is er toe gehouden het
comité alle nodige informatie te verstrekken
opdat het met volkomen kennis van zaken advies
zou kunnen uitbrengen.
najaar 2016 50
Belang van werkplaatsonderzoek
Bij het ontwerp van een nieuwe werkplaats of de bestelling van een nieuw arbeidsmiddel is het maken van een risicoanalyse noodzakelijk. Deze is op dat moment nogal theoretisch en houdt vaak onvoldoende rekening met de concrete arbeidsomstandigheden.
Een werkplaatsonderzoek bij de effectieve indienstneming geeft de mogelijkheid om de werkplaats/arbeidsmiddel in situ te analyseren en is dan ook aanvullend op de theoretische risicoanalyse.
najaar 2016 51
Arbeidsmiddelen zijn onderhevig aan slijtage en er kunnen dan ook na verloop van tijd nieuwe risico’s ontstaan. Ook hiervoor is een werkplaatsonderzoek een belangrijk middel om deze vast te stellen en te evalueren.
Ook worden heel wat arbeidsmiddelen in functie van gewijzigde productieprocessen aangepast of verplaatst. Ook dit kan weer nieuwe risico’s met zich meebrengen waarbij opnieuw het werkplaatsonderzoek een belangrijk preventiemiddel is.
najaar 2016 52
• De meerwaarde van de betrokkenheid van het CPBW
(werknemers- en werkgeversvertegenwoordiging) bij
elk werkplaatsonderzoek is dat het:
• beschikt over een grote praktijkervaring
• via de directe contacten met de werknemers informatie
krijgt/kan geven over de concrete problemen in de
betrokken werkplaats of over het arbeidsmiddel
• het best geplaatst is om na te gaan of de binnen dit
CPBW genomen beslissingen effectief werden
geïmplementeerd.
najaar 2016 53
Naast algemene werkplaatsonderzoeken is het
aangewezen om gestructureerde onderzoeken te
doen gericht naar meer specifieke risico’s. Een
goed voorbeeld hiervan is de jaarlijkse
evacuatieoefening.
Dit kan echter ook gedaan worden voor zeer
uiteenlopende actiepunten: bv machineveiligheid
en goede werking en bereikbaarheid van
noodstoppen, orde en netheid, intern
verkeersplan…
najaar 2016 54
Belang van
arbeidsongevallenonderzoeken
Een arbeidsongeval, hoe klein ook, is een signaal dat er iets misloopt in het bedrijf. Elk ongeval verdient dus de nodige aandacht.
Elk ongeval heeft meerdere oorzaken. Het is belangrijk al de oorzaken op te sporen en de relaties te onderzoeken. Het kan gaan om : – primaire oorzaken (machines, producten,
omgevingsfactoren…)
– secundaire oorzaken (organisatie, opleiding, arbeidsrelaties…)
– tertiaire oorzaken (oorzaken die liggen bij derden)
– andere oorzaken (o.a. deze van psychosociale aard)
najaar 2016 55
• Het is belangrijk het CPBW direct te betrekken bij
ongevallenonderzoeken wegens :
– het inbrengen van praktische ervaring van op de
werkvloer
– het als collega geven van ondersteuning aan
slachtoffers en bij het ongeval betrokken personen
– Het waken over de wettelijke procedure van het
onderzoek
najaar 2016 56
Werkgever HL, IDPB en
EDPB
De preventiecirkel
Arbeids-
situatie
Risicoanalyse
Vaststellen
van
knelpunten
Beleids-
beslissingen
Multidisciplinaire
evaluatie
Vaststellen van
prioriteiten
Werksituatie
aanpassen
trigger voor dynamisch
risicobeersingssysteem
Inbreng van
Comité PB
najaar 2016 57
Het belang van een goede comitéwerking kan samengevat
worden als de:
B rug tussen theorie en praktijk
A anvulling vanuit de werksituatie
S timulering van de dialoog met de werknemers
I mplementatie van beslissingen op de werkvloer
S tructurele aanpak van preventiebeleid
van een geïntegreerd preventiebeleid
Toezicht op het Welzijn op het Werk
najaar 2016 58