Robert Harmsen, Pieter van Breevoort - EcofysWilko Planje - TNO
Ernst-Jan Bakker - ECNPeter Wagener - BDH
Energiebesparing- en CO₂-reductiepotentieel hybride lucht/water warmtepomp in de
bestaande woningbouw
B D H
Project in opdracht van: SenterNovem, Alklima, Daalderop, Daikin, Inventum, Stiebel-Eltron,
Techneco, Vaillant, WAdus, Stichting Warmtepompen
Januari 2009
- 3 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouwEnergiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw
Disclaimer
Scope van het rapport•ditrapportbeschouwtalleenhybridelucht/waterwarmtepompen.Heteffectvanconcurrerende
technologieën op de marktintroductie en het besparingspotentieel van de warmtepomp wordtbuitenbeschouwinggelaten.Welwordtheteffectvanvraagreductiedoorna-isolatiegeanalyseerd;
•hetrapportbetrefteenstudienaarhettechnischpotentieelvoordeperiode2010-2030 waarbijhetmarktaandeelvandehybridelucht/waterwarmtepompindetijdgroeiten rekeningwordtgehoudenmeteentechnischelevensduurvan15jaarvoorbestaande installaties.Marketingaspectenzijnnietspecifiekbeschouwd;
•deinputvoordezestudieisvooreengrootdeelgebaseerdopscenario’s(o.a.voorontwikkeling van woningvoorraad en energievraag, referentierendementen, gemiddelde afgiftetemperaturen in woningen, marktpenetratie en rendementontwikkeling hybride warmtepomp).Dezescenario’sbevattenonzekerheden(dietoenemennaarmatehetzichtjaarverderwegligt)en/ofuitgangspuntenwaarverschillendeopvattingenoverkunnenbestaan.
Gehanteerde uitgangspunten•indezestudieiszoveelmogelijkaangeslotenbijdeuitgangspuntenzoalsgekozenvoorde
recentepotentieelstudievoormicroWKK¹.Ditmaakthetmogelijkderesultatenvanbeidestudiesmetelkaartevergelijken.Ditbetreft:
o detweescenario’svoordemarktintroductievandehybridewarmtepomp; o uitrol van de hybride warmtepompen in die woningsegmenten waar de grootste
besparing mogelijk is; o een aardgasgestookte Hr-ketel als referentie voor warmteopwekking; o een aardgasgestookte STEG-centrale als referentie voor elektriciteitsopwekking; o de ontwikkeling van de woningvoorraad en de warmtevraag conform het
GlobalEconomy(GE)scenario.
•voordewarmtepomprendementenisgebruikgemaaktvanprognoses,deelsgebaseerdopmetingen,deelsopexpertopinie.Dezeprognosesbevatteneenonzekerheidaangeziendetechnologienogsterkinontwikkelingis.Uitgangspuntvoordegetallenzijn‘bestpractice’ rendementen;
•hulpenergie(bijvoorbeeldvoorcirculatieofwarmtepompbron)ismeegenomeninde systeemprestatievanzowelhybridewarmtepompalsreferentietechnologie;
•aangenomenisdatdeinzetvanhybridewarmtepompengemaximaliseerdwordtdooreenslimmeregeling.Ookwarmtapwatervraagwordt(deels)doordewarmtepompgedekt middels een buffervat;
•heteffectvangroengasengroeneelektriciteitophetreductiepotentieelisbuiten beschouwinggelaten.
- 3 -
¹ Cogen Projects, ECN, TNO, Ecofys, Energie- en CO²-besparingspotentieel van microWKK in Nederland (2010-2030), update 2008 (in opdracht van Werkgroep decentrale gastoepassingen, onderdeel van Platform Nieuw Gas).
- 4 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 5 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw
Samenvatting & conclusies
Eenhybridelucht/waterwarmtepompiseenelektrischaangedrevenwarmtepompdiebuiten-en/ofventilatieluchtalsbrongebruiktenincombinatiemeteenHr-ketelofelektrischebijstookwarmtelevertaanwoningen.Dehybridelucht/waterwarmtepompiséénvandeoptiesomdeHr-ketel te vervangen als dominante technologie voor de verwarming van bestaande woningen enopdiemaniereenbelangrijkeroltespelenindeenergietransitie.
Energiebesparing- en CO₂-reductiepotentieel2010-2030Indezestudieishetreductiepotentieelvoordeperiode2010-2030vastgesteld.Indiendehybridelucht/waterwarmtepompdedominanterolvandeHr-ketel(deels)overneemt,kanin20200,7tot1,3MtonCO₂perjaarbespaardworden.In2030kanditoplopenvan1,6tot3,4MtonCO₂-reductieperjaar.
Huishoudenszullennaarverwachtingin2020ca.9,7miljardm³gasvoorverwarmingverbruikenenin2030ca.10miljardm³.Ditkomtovereenmetrespectievelijk17,4(2020)en18,0(2030)MtondirecteCO₂-emissies.Doortoepassingvandelucht/waterwarmtepompkandus4tot7%(2020),respectievelijk9tot19%(2030)vandezeCO₂-emissiesgereduceerdworden.
- 5 -
Effect van na-isolatieDehybridelucht/waterwarmtepomplijktbijuitstekeentechnologiedieindebredeenergietransitiepast.Na-isolatievanbestaandewoningenleidttoteenbetereprestatievandewarmtepomp indien woningen met een lagere temperatuur afgiftesysteem verwarmd kunnen worden.IneennageïsoleerdewoningmeteenlagerewarmtevraagkanzelfsmeerCO₂ gereduceerdwordendanindezelfdewoningzonderna-isolatie.
Effect van ‘low carbon’ elektriciteitsopwekkingNaastna-isolatieisookdeverduurzamingvandeelektriciteitsvoorzieningeenbelangrijkagendapuntvandeenergietransitie.DeCO₂-prestatievandeelektrischaangedrevenlucht/waterwarmtepomp neemt toe wanneer de CO₂-emissiefactorvanelektriciteitlagerwordt.Dezestudielaatziendatinhethogescenario(scenario1)hetCO₂-reductiepotentieelin2030stijgtvan3,4Mton(zietabel)tot5,4MtonindienuitgegaanwordtvaneenkolencentralemetCO₂-opslag in plaatsvaneenaardgas-STEGcentrale.
Effect op de energierekeningOftoepassingvandehybridelucht/waterwarmtepompleidttoteenverlagingvandeenergierekeninghangtafvandeverhoudingtussendegas-enelektriciteitsprijs.Eenhogegasprijseneenlageelektriciteitsprijszijngunstigvoorderentabiliteitvanhetapparaat.Deeconomischeprestatievandewarmtepompblijktzeergevoeligvoorrelatiefkleineveranderingenindeverhoudingtussengas-enelektriciteitsprijs.Algemeengeldtdatwarmtepompenmethogerendementenmindergevoeligzijnvoorvariatiesindeelektriciteitsprijsomdatze(voordezelfdehoeveelheidwarmte)minderelektriciteitverbruiken.
Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel 2010-2030
CO2-reductiepotentieel[Mton]
Energiebesparingpotentieel[PJprimair]
2020 0,7 – 1,3 10,9 – 21,0
2030 1,6 – 3,4 27,9 – 64,0
Besparingpotentieel woningbouwcorporaties 2010-2020De woningbouwcorporaties beheren en verhuren ongeveer 35% van het Nederlandse woningbestand. Deze corporaties zijn actief betrokken in het beleid van het Rijk om het energieverbruik in woningen te verminderen. Het reductiepotentieel van de hybride lucht/water warmtepomp in dit woningbestand bedraagt in 2020, bovenop het bestaande potentieel voor na-isolatie, 10 PJ en 0,6 Mton CO2.
Effect van na-isolatie op het CO2-reductiepotentieel van de hybride lucht/water warmtepomp in een gemiddelde rijtjeswoning gebouwd in de periode 1960 - 1980.
De ruimteverwarmingvraag van deze woning bedraagt 35 GJth per jaar. Verondersteld wordt dat in deze woning al eerder enkele maatregelen zijn getroffen (zoals dubbel glas), maar dat de afgiftetemperatuur van het verwarmingsysteem (90-70°C) niet verlaagd kan worden. De woning wordt nu grondig aangepakt (HR++ glas, dak- en vloerisolatie) waardoor de warmtevraag daalt naar 16 GJth/jaar en vergelijkbaar is met een moderne woning. De radiatoren worden niet vervangen waardoor het nu mogelijk is de afgifte- en aanvoertemperatuur van het verwarmingsysteem te verlagen naar 50-40°C. De gekleurde lijnen in de fi guur geven het effect van na-isolatie weer. Het gecombineerde effect van warmtevraagvermindering en verbeterde prestatie en dekkingsgraad van de warmtepomp leidt netto tot meer CO₂-reductie in de nageïsoleerde woning.
35 GJth (90/70) 16 GJth (50/40)
500450400350300250200150100
500C
O2-
red
uct
iep
ote
nti
eel
in k
g. p
er ja
ar
effect hogere COPen dekkings%warmtepomp
effect verminderingwarmtevraag
Twee introductiescenario’s voor de hybride lucht/water warmtepomp
Aantal geplaatste toestellen
Scenario1 Scenario 2
2008-2010 18.000 10.000
2011-2015 340.000 182.000
2016-2020 1.000.000 535.000
2021-2030 2.980.000 1.479.400
Scenario 1 is een hoge groei scenario waarbij het marktaandeel van de hybride lucht/water warmtepomp groeit tot ca. driekwart van de vervangingsmarkt voor Hr-ketels die 350-400 duizend toestellen per jaar omvat. In Scenario 2 gaat de groei geleidelijker en is het uiteindelijke marktaandeel van de warmtepomp ca. 40% van de vervangingsmarkt.
Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw- 6 - - 7 -
Inhoudsopgave
1 Inleiding 8 1.1 Waaromdezestudie? 8 1.2 Watiseenlucht/waterwarmtepomp? 8 1.3 Opbouwvanhetrapport 8
2 Uitgangspunten potentieelschatting 9 2.1 Bestaandewoningbouw 9 2.2 Hybridelucht/waterwarmtepomp 14 2.3 Referentiekader 20
3 Energiebesparing- en CO₂-reductiepotentieel 23 3.1 Inleiding 23 3.2 Potentieel2010-2030 23 3.3 Effect‘low-carbon’elektriciteitopwekking 26 3.4 Effectvanna-isolatie 27 3.5 Effectoplokaleelektriciteitsnet 28 3.6 Hoepastdehybridelucht/water warmtepompindebredeenergietransitie? 28
4 Effect op de energierekening 29 4.1 Inleiding 29 4.2 Prijsscenario 29 4.3 Investeringsruimtevoordehybridelucht/waterwarmtepomp 30 4.4 Effectvanna-isolatie 31
- 8 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 9 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw
1 Inleiding
1.1 Waarom deze studie?Debestaandewoningbouwiséénvandesectorendieeenforsebijdragekanleverenaanderealisatievandekabinetsdoelstellingenvoor2020ophetgebiedvanduurzameenergie(20%),energiebesparing(2%perjaar)enCO₂-reductie(-30%t.o.v.1990).Hetconvenant‘MeermetMinder’geeftbijvoorbeeldeenplanvanaanpakvoorhetrealiserenvan78PJbesparingindebestaandewoningbouwdoortoepassingvanna-isolatieenefficiëntereinstallaties.Hoewel warmtepompen in de bestaande bouw tot nu toe een bijrol hebben vervuld, wordt dehybridelucht/waterwarmtepompinmiddelsgezienalséénvandeoptiesdiekanbijdragenaaneenefficiënterewarmteproductieinwoningen.Ditvormdevooreengroepfabrikanten²en SenterNovem aanleiding een studie te laten uitvoeren met als doel het vaststellen van het energiebesparing- en CO₂-reductiepotentieelvandehybridelucht/waterwarmtepompindebestaandeNederlandsewoningbouw.
IndezestudieiszoveelmogelijkaangeslotenbijdeuitgangspuntenzoalsgekozenvoorderecentepotentieelstudievoormicroWKK³.Ditmaakthetmogelijkderesultatenvanbeidestudiesmetelkaartevergelijken.
1.2 Wat is een lucht/water warmtepomp?Eenlucht/waterwarmtepompiseenelektrischaangedrevenwarmtepompdiebuiten-en/ofventilatieluchtalsbrongebruikt.IncombinatiemeteenHr-ketelofelektrischebijstookkandelucht/waterwarmtepompwordentoegepastinbestaandewoningenvoorruimteverwarmingenbereidingvanwarmtapwater.Dewarmtepompvoorzietineersteinstantieinhetgevraagdevermogen,deHr-ketelofelektrischebijstookspringtbijindiennodig.Doorcombinatievaneenlucht/waterwarmtepompmetgas-ofelektrischebijstookishetnietnoodzakelijkeenlagetemperatuurverwarmingsysteem(LTV)indewoningtehebben.Ookinwoningenmeteenhoogtemperatuursysteem(standaardinveelbestaandewoningen)kandewarmtepomptoegepastworden.Welgeldtdatdeprestatieendekkingsgraadvandewarmtepompveelhogeriswanneersprakeisvaneenlagetemperatuursysteem.
Momenteelzijnerverschillendetypenlucht/waterwarmtepompenopdemarkt.Inde‘Marktstudielucht/waterwarmtepompenindebestaandebouw’zijndebeschikbaretechnologieën in kaart gebracht4.
Als in dit rapport wordt gesproken over warmtepompen dan worden daarmee hybride lucht/waterwarmtepompenbedoelddiedebuitenluchten/ofventilatieluchtalsbrongebruikenenincombinatiemeteenHr-ketelofelektrischebijstookwarmteleverenaanwoningen.
Warmtepomptechnologiekannaastwarmteookkoudeleveren.Indebestaandewoningbouwiskoelingnogrelatiefonbekend.Hoedekoudevraaginhuishoudenszichgaatontwikkelenisonzeker.Indezepotentieelstudiewordtkoelingbuitenbeschouwinggelaten.
1.3 Opbouw van het rapportInhoofdstuk2wordteenoverzichtgegevenvandeuitgangspuntendieindezestudiegehanteerdzijn.Ditomvatkarakteristiekenvandebestaandewoningbouwendehybridelucht/waterwarmtepomp,deintroductiescenario’svandehybridelucht/waterwarmtepompendeuitgangspuntenmetbetrekkingtotdereferentiesituatievoorwarmteenelektriciteit.Hoofdstuk3analyseerthetenergiebesparing-enCO₂reductiepotentieelvoordeperiode2010-2030.Hierbijwordt onderscheid gemaakt in het potentieel voor ruimteverwarming en bereiding van warm tapwater.Daarnaastwordtindithoofdstukheteffectvan‘lowcarbon’elektriciteitsopwekkingenna-isolatiebestudeerd.Hoofdstuk4gaatinopdeeffectenopdeenergierekeningdietoepassingvandehybridelucht/waterwarmtepompmetzichmeebrengt.
² Alklima, Daalderop, Daikin, Inventum, Stiebel-Eltron, Techneco, Vaillant, WAdus. Stichting Warmtepompen treedt in deze studie als penvoerder van de fabrikanten op.
³ Cogen Projects, ECN, TNO, Ecofys, Energie- en CO2-besparingspotentieel van microWKK in Nederland (2010-2030), update 2008 (in opdracht van de Werkgroep decentrale gastoepassingen, onderdeel van Platform Nieuw Gas).
4 BDH, Marktstudie lucht/water warmtepompen in de bestaande bouw, 2008 (in opdracht van SenterNovem).
5 ECN, Referentieramingen energie en emissies 2005-2020, 2005.6 ECN, Een blik op de toekomst met SAWEC, 2005.7 CPB, MNP en RPB Welvaart en Leefomgeving, Een scenariostudie voor Nederland in 2040, 2006.
2 Uitgangspunten potentieelschatting2.1 Bestaande woningbouw
2.1.1 Ontwikkeling woningbestandOm het potentieel van een technologie voor de gebouwde omgeving te kunnen schatten, zijngegevensnodigoverdeontwikkelingvandezesector.Voordezestudiebetreftditdesamenstellingenontwikkelingvandewoningvoorraad(aantallen,bouwperiodeentype)endewarmtevraagvoorverschillendezichtjaren(2010,2015,2020,2030).
Voor de ontwikkeling van de woningvoorraad in Nederland is uitgegaan van beschikbare data zoalsonderanderegebruiktinde‘Referentieramingenergieenemissies2005-2020’5.Dezedatais afkomstig uit het SAWEC model6 waarin gedetailleerde gegevens over de sector huishoudens zijnopgenomen.OmdatSAWECalstijdshorizon2020heeft,isvoorzichtjaar2030datauitdestudieWelvaartenLeefomgeving(WLO)7gebruikt.HetdetailniveauindeWLOstudieislagerdaninhetSAWECmodel.Erwordtbijvoorbeeldgeenonderscheidgemaakttussenwoningtypenen voor de bouwperiode wordt uitsluitend onderscheid gemaakt in woningen gebouwd voor en na2000.
De gehanteerde ontwikkeling van de sector huishoudens op basis van bovenstaande bronnen is dezelfdeontwikkelingalsaangenomeninderecentepotentieelstudievoormicroWKK³.
Uitdeverschillendebeschikbarescenario’svooreconomischeontwikkelingisgekozenvoorhetGlobalEconomy(GE)scenario5, een scenario met hoge bevolkingsgroei, hoge economische groei,lageenergieprijzenenzonderCO₂-reductiedoelstelling.HetGEscenariomoetgezienwordenalseen(worstcase)baselinewaartegenheteffectvannieuwbeleidkanwordenbepaald.Hetisgéénprognosevandemeestplausibeleontwikkelingvanhetenergieverbruik.HetGEscenario geeft dan ook geen goed beeld van de warmtevraagontwikkeling in woningen indien uitgegaanwordtvandehuidigebeleidsvoornemens.
OnderstaandefiguurlaathetaantalbewoondewoningenzienvolgenshetGEscenario:circa6,5miljoenin2000ennaarverwachtingbijna8,9miljoenin2030(leegstandwordtgeschatop1,3%).Naasteenhogebevolkingsgroeiisdetrendinhetscenariodathetaantalpersonenperhuishoudenafneemtwaardoorhetaantalhuishoudensstijgt.
Figuur 1 Ontwikkeling woningvoorraad in Nederland
2000 2005 2010 2015 2020 2030
10000
8000
6000
4000
2000
0Bew
oo
nd
e w
on
ing
en x
1000
- 10 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 11 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw
EendeelvandeNederlandsewoningenheefteenlokaleof(klein-)collectievewarmtevoorzieningenblijftdaarmeebuitenbeschouwingindezepotentieelstudie,vanwegedefocusopvervangingvanindividuelecentraleverwarming.Detrendisdathetaandeelwoningenmetindividuelecentrale verwarming stijgt als gevolg van het afnemen van het aandeel lokale verwarming door sloopofrenovatie.Geschatwordtdatin2030circa95%vanhetwoningbestandindividuelecentraleverwarmingheeft.OpbasisvanSAWECdatawordentotenmet202017woningsegmentenonderscheidenopbasisvandevolgendewoningtype/bouwjaarcombinaties:•4typenwoningen:vrijstaand,2onder1kap+hoekwoning,rijtjeswoningenappartement;•4bouwjaarcategorieën:<1930,1931-1959,1960-1980,1981-1995;•(alletypen)nieuwbouwwoningenna1995.Voorhetzichtjaar2030isalleenhetonderscheid‘bouwjaarvoorenna2000’beschikbaar.Er wordt geen onderscheid gemaakt naar eigendomvorm, omdat dit geen rol speelt in de manier waaropindezestudiedelucht/waterwarmtepompwordtverdeeldoverdewoningvoorraad.
Figuur 2 toont de ontwikkeling van het aantal woningen met individuele centrale verwarming (ICV),gebaseerdopSAWECdata(2000-2020).Hoewelhettotaalaantalwoningenvandebouwjaarcategorieënvoor1995afneemtdoorsloop,neemthetaantalICVwoningenindezecategorieënlichttoeomdatwoningenmetlokaleverwarmingovergaanopindividuelecentraleverwarming.Metdeinschattingdat95%vandewoningenICVhebbenen1,3%vandewoningenleegstaat,geeftdeWLOstudievoorhetzichtjaar2030ca.5,3miljoenbewoondeICVwoningenmetbouwjaar<2000enca.3,1miljoenmetbouwjaar>2000.
Figuur 2 Aantal woningen met individuele centrale verwarming (ICV) per woningsegment
ZiebijlageAvoordegedetailleerdedataoveraantallenICVwoningenvoordeperiode2000-2030.
2.1.2 Ontwikkeling energievraagRuimteverwarmingOnderstaandefigurengevendeontwikkelingvanenergievraagvolgensheteerdergenoemdeGEscenarioopbasisvanSAWECdata(zieookvoorgaandeparagraaf).Voordewoningengebouwdna1995,waarvoorgeenindelinginwoningtypenwordtgehanteerd,isdegemiddeldevraag naar ruimteverwarming 20 GJthin2000en15GJthin2020.
Figuur 3 Ontwikkeling ruimteverwarmingvraag per woningsegment
Voorhetzichtjaar2030isalleenhetonderscheid‘bouwjaarvoorenna2000’beschikbaar.DeWLOstudiegeefteengemiddeldevraagnaarruimteverwarmingvan28GJth voor woningen met bouwjaar<2000en17GJthmetbouwjaar>2000inhetzichtjaar2030.
Eriseenduidelijkeafnametezienindevraagnaarruimteverwarmingvoorallecategorieën.Dezeafnameishetgevolgeentoenamevanenergiebesparendemaatregelenzoalsna-isolatie,envaneentoenamevandegemiddeldebuitentemperatuur.
ZowelinhetSAWECmodelalsindeWLOstudiewordtgerekendmetgemiddelden,watbetekentdatextreemhogeenlagewaardentegenelkaarwegvallen.Omdatvanaf2020decijfersmeteenandermodelzijnberekend,kunnendegetallenbijdeaansluitingvandetweemodellenietsvanelkaarafwijken.TenopzichtevanhetSAWECmodelgeeftdeWLOstudieeenietshogerewarmtevraag.
Zie bijlage A voor de gedetailleerde data van de ruimteverwarmingvraag voor de periode 2000-2030.
Warm tapwaterOnderstaandetabeltoontdeontwikkelingvanhetwarmtapwaterverbruikinhetGEscenario.DecijferszijngebaseerdopSAWECenWLOdata.
Het gebruik van warm tapwater per persoon blijft naar verwachting de komende jaren min of meer gelijk5.Omdatdegemiddeldegezinsgrootteafneemt,daaltdegemiddeldewarmtevraagvoorwarmtapwaterperwoning.
Tabel 1 Ontwikkeling van de warmtevraag voor warm water per huishouden
Gemiddelde warmtevraag voor warm water 2000 2010 2015 2020 2030
per woning [GJthperjaar] 9,0 8,6 8,5 8,3 8,1
800
700
600
500
400
300
200
100
0
ICV woningen in 2020
aan
tal w
on
ing
en x
100
0
bouwjaar categorie
Vrijstaand 2/1-kap + hoekRijtje (tussen) Meergezins
-1930 1931-1959 1960-1980 >19951981-1995
0
10
20
30
40
50
60
-1930 1931-1959 1960-1980 1981-1995
ruimteverwarming in 2020
ruim
teve
rwar
min
g G
Jth
bouwjaar categorie
Vrijstaand 2/1-kap + hoekRijtje (tussen) Meergezins
800
700
600
500
400
300
200
100
0
ICV woningen in 2000
aan
tal w
on
ing
en x
100
0
bouwjaar categorie
Vrijstaand 2/1-kap + hoekRijtje (tussen) Meergezins
-1930 1931-1959 1960-1980 >19951981-1995
0
10
20
30
40
50
60
-1930 1931-1959 1960-1980 1981-1995
ruimteverwarming in 2000
ruim
teve
rwar
min
g G
Jth
bouwjaar categorie
Vrijstaand 2/1-kap + hoekRijtje (tussen) Meergezins
- 12 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 13 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw
2.1.3 Aandeel woningen met mechanische ventilatieNaastbuitenluchtkunnenwarmtepompenookventilatieluchtgebruikenalsbron.Omventilatieluchtoptimaaltekunnengebruikenalsbronisdeaanwezigheidvancentralemechanischeafzuigingeenvereiste.Daaromisgeanalyseerdhoeveelmechanischeafzuigingeraanwezigisindeinparagraaf2.1.1gedefinieerdewoningsegmenten(ziefiguur4).
Deinfiguur4gepresenteerdedataheeftbetrekkingopdevolledigewoningvoorraad,dusnietalleendewoningenmetindividuelecentraleverwarming.Erisindeloopvandebouwjareneenduidelijketoenametezienvanhetaandeel(centrale)mechanischeafzuiging.Vooralhetaandeelindegestapeldebouwisrelatiefhoog.Hetaandeelindebouwjarenvoor1930isnaarverwachtingmedehetgevolgvaninspanningenomdezewoningenteverbeteren.
Behalvenatuurlijketoevoerenmechanischeafzuigingsystemen,komtookmechanischeafzuigingalsonderdeelvanbalansventilatiesystemenvoorinwoningen.Dehuidigepenetratievanbalansventilatieisechterrelatiefgering:circa3%vandewoningengebouwdna1995.Gecombineerd met het feit dat ventilatielucht als warmtepompbron en warmteterugwinning (aanwezigineendeelvandebalansventilatiesystemen)metelkaarconcurreren,wordtwoningen met balansventilatie hier buiten beschouwing gelaten voor warmtepompen met ventilatieluchtalsbron.
Inderechterhelftvandefiguurwordt,gewogennaaraantallenperwoningtype,degemiddeldepenetratievanmechanischeafzuigingweergegeven.Hoewelhetaandeelbehoorlijkisgegroeid,heefteensignificantdeelvandewoningennognatuurlijkeafvoer.Ditgeldtookvoorwoningengebouwdna1995. Figuur 4 Aandeel centrale mechanische afzuiging in woningsegmenten op basis van WoOn2006
2.1.4 Aandeel woningen met na-isolatieEen belangrijke randvoorwaarde bij toepassing van warmtepompen is de aanvoertemperatuur voorhetCV-systeem.Hoehogerdezetemperatuur,hoelagerhetrendementvandewarmtepomp.Temperaturenbovende60-65°Czijnniethaalbaarvoordehierbeschouwdeelektrischelucht/waterwarmtepompen.VooreenpotentieelschattingishetdusvanbelangeenbeeldtehebbenvangangbaretemperatuurniveausinafgiftesystemenindeNederlandsewoningbouw.
Traditioneelwerdhetafgiftesysteemuitgelegdop90-70°C(aanvoer-retour).Dooreensterkverbeterde gebouwschil kan de huidige nieuwbouwwoning echter met aanvoertemperaturen onder55°Cwordenverwarmd(degrenswaardevoorzogenaamdelagetemperatuurverwar-ming).
Van bestaande woningen wordt aangenomen dat het CV-systeem over het algemeen teveel capaciteitheefttenopzichtevandewerkelijkebehoefte.Ditkomtenerzijdsdoordatbijdeaanlegervanruimemargesgehanteerdzijnenanderzijdsdoordatdegebouwschilvandewoningenindeloopvandetijdverbeterdis(dubbelglas,dakisolatie,vloerisolatie,etc.).Hoegrootdezeovercapaciteitgemiddeldis,isnietbekend.Uitindividuelevoorbeeldenkanwordenopgemaaktdat dit om tientallen procenten kan gaan8.Daarnaastleidtdetoenemendepenetratievanmodulerende Hr-ketels ertoe dat de gemiddelde jaarlijkse aanvoertemperaturen beduidend lagerliggendandeontwerptemperaturen.
Voordezepotentieelstudiewordtopbasisvandevolgendeuitgangspuntendeverdelingintabel2gehanteerdvoordeindewoningvoorraaddominanteafgiftetemperaturen:•hetkunnenverlagenvandeaanvoertemperatuurwordtinbelangrijkematebepaalddoorde
aanwezigheidvandubbelglas(comfortaspect).VolgensSAWEC9heeftin2000circa14%nogenkelglasopdebeganegrondencirca55%opdeeersteverdieping.In2020isditgedaaldnaar5%en20%respectievelijk.Aangenomenwordtdatvoordezewoningendeaanvoertemperaturennietverlaagdkunnenworden(dus90-70°C)onderdeveronderstellingdatdeaanwezigheidvanenkelglaskanwordengezienalsindicatordatdeoverigedelenvandegebouwschilnognietofnauwelijkszijnverbeterd;
•voornieuwbouwwoningenvanaf2000wordtveronderstelddat50-40°Chaalbaaris(eventueelmetkleineaanpassingen).DooraanscherpingeninhetBouwbesluitzullendezetemperaturendekomendejarenverderdalen.Dezenieuwbouwwoningenmakenin2020circa15procentuitvandetotalewoningvoorraad(ruim1miljoenopintotaal8miljoen);
•zeerlageafgiftetemperaturen(40-30/30-25°C)zullendekomenjarenzekergerealiseerdkunnenwordeninnieuwbouwwoningen.Dezewoningenzullenvoorhetreductiepotentieelvoorhybridewarmtepompentot2030nauwelijkseenrolspelenomdatinstallatiespascirca15jaarnaopleveringvervangenworden.
Voor het vaststellen van het energiebesparing- en CO2-reductiepotentieelvandehybridelucht/water warmtepomp wordt uitgegaan van de afgiftetemperaturen die de bestaande woningen aankunnenzondergroteaanpassingen(na-isolatie)aandewoning.Heteffectvanna-isolatieophetreductiepotentieelwordtapartgeanalyseerd(zieparagraaf3.4).
8 Presentatie Toepassing Gas Warmtepomp, Gerard Bruijnse (Zon Energie), congres Gas Werkt, Arnhem 20 november 2008.9 In aanvulling op de tabel: circa 88% van de ICV woningen beschikken over radiatoren als afgiftesysteem. Circa 9% beschikt over een
combinatie van radiatoren en vloerverwarming. De resterende 3% wordt gevormd door luchtverwarming en vloer-/wandverwarming.
Tabel 2 Veronderstelde ontwikkeling van dominante afgiftetemperaturen in de woningvoorraad
Verdeling afgiftesystemen
90-70 70-50 50-40 40-30 30-25
2010 45% 50% 5%
2015 35% 55% 10%
2020 20% 65% 15%
2030 75% 15% 10%
-1930 1931-1959 1960-1980 >19951981-1995
aanwezigheid mechanischeafzuigventilatie
bouwjaar categorie
Gewogen gemiddelde alle woningtypen
100%90%80%70%60%50%40%30%20%10%0%
-1930 1931-1959 1960-1980 >19951981-1995
aanwezigheid mechanischeafzuigventilatie
bouwjaar categorie
Vrijstaand 2/1-kap + hoekRijtje (tussen) Meergezins
100%90%80%70%60%50%40%30%20%10%
0%
- 14 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 15 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw
2.2 Hybride lucht/water warmtepomp
2.2.1 KarakteristiekenRuimteverwarmingHet energiebesparing- en CO₂-reductiepotentieelvandehybridelucht/waterpomphangtafvanhettypewoning,de(ontwikkelingvan)dewarmtevraagindiewoningendeafgiftetemperatuurvanhetverwarmingsysteem.Tabel3geeftvoor2020inzichtindevariatievaneenaantalrelevantesysteemeigenschappenenprestaties.
DeSPF(seasonalperformancefactor)voorruimteverwarmingisinditrapportvoorhetgehelesysteem10gedefinieerdalsdeverhoudingvandejaarlijksgeleverderuimteverwarmingendesom van benodigde elektriciteit11 en aardgas ten behoeve van de warmtepomp, de bijstook en dehulpenergie(cijfersoponderwaarde).ZieookbijlageB.
Opgemerktdienttewordendatnietallesystemengeschiktzijnvoorallewoningen.Zokunnensystemendieventilatielucht(deels)alsbrongebruikenalleeninwoningenmetcentralemechanischeventilatietoegepastworden.Voorindividuelewoningenkandegegevenrangeindetabelduskleinerzijn.Derangesindetabelkunnenalsvolgtgeïnterpreteerdworden:•nominaalthermischvermogenvandewarmtepomp:delagerevermogensinderangezijnde
systemenopbinnenlucht(beperktdoorhetventilatiedebiet,ziebijlageC),dehogerevermogensdieopbuitenlucht.Degecombineerdesystemendiezowelopbinnen-alsbuitenluchtwerkenvallenbinnendezerange.Hetgemiddeldelektrischvermogenvandewarmtepompvarieerttussende0,2(binnenlucht)en1,5kWe(buitenlucht);
•dekkingsgraadwarmtepomp:bij90/70verwarmingsystemenzijndedekkingspercentagesrelatieflaag(zievooreentoelichtingbijlageC).Hoelagerdeafgiftetemperatuurhoegroterdedekkingspercentages.Metbuitenluchtsystemenkunnendehoogstedekkingspercentagesbehaaldwordenomdatdezesystemenquavermogennietbeperktworden;
•prestatievanhetsysteem(SPF-systeem):desysteemprestatiewordtbepaalddoordeprestatieendekkingsgraadvandewarmtepomp.Lagereafgiftetemperaturenzorgenvooreenverbeterdesysteemprestatie.Buitenluchtsystemenkunnendoordehogedekkingspercentagesvandewarmtepompdehoogstesysteemprestatiesrealiseren(waarbijhethogeredekkingspercentage dus opweegt tegen het lagere rendement van de warmtepomp ten opzichtevanbinnenluchtsystemen).
10 Warmtepomp met gas- of elektrische bijstook.11 Elektriciteit wordt teruggerekend naar primaire energie met behulp van de referentierendementen zoals gedefi nieerd in
paragraaf 2.3.2.
Tabel 3 Eigenschappen van het lucht/water warmtepompsysteem in 2020 voor verschillende
woningcategorieën en bouwperioden (cijfers afgerond op 1 decimaal)
Bo
uw
jaar
Vri
jsta
and
e w
on
ing
Twee
on
der
een
kap
/h
oek
wo
nin
g
Rijt
jesw
on
ing
Mee
rgez
ins/
Ap
par
tem
ent
-1930Nominaal vermogen van de condensor(kWth) 1,0–4,0 1,0–3,3 1,0–2,6 1,0–2,6
-1930Dekkingsgraad warmte-pomp 0,3–1,0 0,4–1,0 0,5–1,0 0,5–1,0
-1930 SPF-systeem 1,2–2,0 1,2–2,0 1,3–2,0 1,2–2,1
1931-1959Nominaal vermogen van de condensor(kWth) 1,0–3,6 1,0–3,0 1,0–2,2 1,0–2,2
1931-1959Dekkingsgraad warmte-pomp 0,3–1,0 0,4–1,0 0,6–1,0 0,5–1,0
1931-1959 SPF-systeem 1,2–2,0 1,2–2,0 1,3–2,1 1,2–2,1
1960-1980Nominaal vermogen van de condensor(kWth) 1,0–4,1 1,0–3,1 1,0–2,3 1,0–2,3
1960-1980Dekkingsgraad warmte-pomp 0,3–1,0 0,4–1,0 0,6–1,0 0,5–1,0
1960-1980 SPF-systeem 1,2–2,0 1,2–2,0 1,3–2,1 1,2–2,1
1981-1995Nominaal vermogen van de condensor(kWth) 1,0–2,5 1,0–2,1 1,0–1,8 1,0–1,8
1981-1995Dekkingsgraad warmte-pomp 0,4–1,0 0,3–1,0 0,5–1,0 0,5–1,0
1981-1995 SPF-systeem 1,1–1,9 1,1–1,9 1,2–2,0 1,2–2,0
1995-Nominaal vermogen van de condensor(kWth) 0,8–1,5
1995-Dekkingsgraad warmte-pomp 0,6–1,0
1995- SPF-systeem 1,1–1,9
- 16 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 17 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw
Tabel4geefteenoverzichtvandeeigenschappenvanhybridelucht/waterwarmtepompenin2030,vooreengemiddeldewoninggebouwdvoor2000enna2000.
DeSPFwaardenindetweebovenstaandetabellenzijngebaseerdopbijstookmeteenHr-ketel.DeSPFwaardenvoorsystemenmetelektrischebijstookzijnvergelijkbaarmetdezewaardenindienhetdekkingspercentagevandewarmtepomphoogis(>95%).BijeenlagerdekkingspercentageneemtdeSPFingevalvanelektrischebijstooksnelaf.12
BijlageEgeefteengedetailleerdoverzichtvanbovengenoemdekarakteristieken,ingedeeldperbouwjaar,woningcategorie,zichtjaarensysteemtype.InbijlageCwordttoegelichthoedezekarakteristiekenzijnbepaald.
Warm tapwaterAangenomenwordtdatwarmtapwatervoorzieningdoordewarmtepompviaeenbuffervatloopt.VoorbuitenluchtsystemenwordteenSPFvan2,1aangehoudenenvoorbinnenluchtsys-temeneenSPFvan3,5.Beideinclusiefca.11%boilervatverliezen.Buitenluchtsystemenkunnen100%vandewarmtapwatervraagdekken.Voorbinnenluchtsystemenvarieertdedekkinggraadvandewarmtepomptussende30en70%enisvooralafhankelijkvandehoogtevanderuimteverwarmingvraagindewoning(waarmeedetapwaterbereidingmoetconcurrerenvanwegebeperkingeninhetventilatiedebiet).Hoelagerderuimteverwarmingvraag,destehogerhetpercentagetapwaterleveringdoordewarmtepomp.ZieookbijlageD.
12 Gasgestookte bijstook met een Hr-ketel heeft een SPF van ca. 1 (gecorrigeerd voor hulpenergie), terwijl de SPF voor elektrische bijstook ca. 0,5 bijdraagt (uitgaande van 50,5% opwekkkingsrendement voor elektriciteit, zie paragraaf 2.3.2).
2.2.2 Introductiescenario’sDevervangingsmarktvoorgasgestookteketelsbedraagtca.350-400duizendtoestellenperjaar.MomenteelwordtdevervangingsmarktgedomineerddoordeHr-ketel.Bijhetbepalenvanhetenergiebesparing- en CO₂-reductiepotentieelvandehybridelucht/waterwarmtepompwordtveronderstelddatdehybridelucht/waterwarmtepompderolvandeHr-ketelalsdominantetechnologieoverneemt.Uitgegaanwordtvantweescenario’szoalsweergegeveninFiguur5.
Scenario1iseenhogegroeiscenariodatdoordefabrikantenvandelucht/waterwarmtepomprealistischwordtgeachtindiendeconditiesgunstigzijn.Bijvoorbeeldeengunstigeverhoudingvan gas- en elektriciteitsprijs, gemotiveerde eindverbruikers en waardering van de technologie indeenergielabelvanbestaandewoningen.Inditscenariogroeithetmarktaandeelvandehybridelucht/waterwarmtepompsterktotcircadriekwartvandevervangingsmarktenwordtdetechnologiedominantvoorverwarmingvanbestaandewoningen.
Scenario 2 gaat uit van een matige groei, waarbij het marktaandeel minder snel toeneemt dan inhethogescenario(bijvoorbeelddoorconcurrentiemetandereopties)enuiteindelijkstabiliseertopca.40%vandevervangingsmarkt.
Figuur 5 Aantal geplaatste hybride lucht/water warmtepompen per jaar in de bestaande bouw
Tabel 4 Eigenschappen van hybride lucht/water warmtepompen in 2030 voor een gemiddelde woning, gebouwd voor en na 2000 (cijfers afgerond op 1 decimaal)
Bo
uw
jaar
Gem
idd
eld
e w
on
ing
-2000Nom.vermogenPcond.(kWth) 0,9–2,3
-2000Dekkingsgraad warmte-pomp 0,3–1,0
-2000 SPF-systeem 1,2–2,4
>2000Nom.vermogenPcond.(kWth) 0,9–1,8
>2000Dekkingsgraad warmte-pomp 0,3–1,0
>2000 SPF-systeem 1,1–2,4
0
50
100
150
200
250
300
350
2005 2010 2015 2020 2025 2030
Aan
tal i
nst
alla
ties
per
jaar
(x
1000
)
scenario 1 scenario 2
- 18 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 19 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw
Figuur 6 Cumulatief aantal geplaatste hybride lucht/water warmtepompen in de bestaande bouw
Figuur6laathetcumulatiefaantalgeïnstalleerdetoestellenzien.Bijna4miljoeninscenario1enruim2miljoeninscenario2.Aangenomenisdatdewarmtepompeneentechnischelevensduurvan15jaarhebben.Ditbetekentdatin2030alleinstallatiesgeplaatstvóór2016vervangenzijndooreennieuwexemplaar.
2.2.3 Introductiescenario per woningsegmentTabel5geefteenoverzichtvanhetaantalgeplaatstelucht/waterwarmtepompsystemeninvierperioden.Dezeaantallenzijnafgeleidvandeintroductiescenario’sbeschrevenindevorigeparagraaf.Doordeverondersteldetechnischelevensduurvan15jaarisdesomvandekolommeninonderstaandetabelhogerdaninfiguur6.Alleinstallatiesgeplaatstvóór2016zijnin2030vervangendooreennieuwexemplaar.
Voor de bepaling van de energiebesparing- en CO2-reductie van de warmtepomp wordt een uitrolmethodiekgehanteerddieuitgaatvaneenmaximalisatievandebesparingendereductie.Ditbetekentdatdiewoningsegmentendiedemeestebesparing/reductiegenererenheteerstegevuld worden.
2005 2010 2015 2020 2025 2030Cu
mu
lati
ef a
anta
l in
stal
lati
es (
x 10
00)
scenario 1 scenario 2
4500
4000
3500
3000
2500
2000
1500
1000
500
0
Figuur7laatziendatditvooraldewoningenzijnmeteenhogewarmtevraag.Datwilzeggen,deouderevrijstaande-en2onder1kapwoningen.Indepraktijkzaldeuitrolvandewarmtepompveeldiffuserverlopenenzullenookinanderetypenwoningendezewarmtepompentoegepastworden.Eenpotentiëlemarktvormtbijvoorbeeldde(sociale)huursectorwaardetechnologieincombinatiemetna-isolatievandewoningentechnischgezieningroteaantallengeplaatstkanwordendoorwoningbouwcorporaties.
Figuur 7 Uitrol van de hybride lucht/water warmtepomp volgens scenario 1 (2008-2020)
Indeperiode2020-2030wordtinscenario1ruim70%vandetoestellengeplaatstinwoningengebouwdvoor2000en30%inwoningengebouwdna2000.Voorscenario2ligtdeverhoudingpreciesandersommetpercentagesvanrespectievelijk40%en60%voorwoningengebouwdvoorenna2000.Woningengebouwdna2000kunnenmetgeringeaanpassingeneen50/40verwarmingsysteemaan(zieparagraaf2.1.4)enkunnendaarmeerelatiefveelbesparingengenererenondanksdeveellagerewarmtevraagindezewoningen.
Figuur 8 Aandeel 70/50 en 50/40 verwarmingsystemen in uitrol 2016-2020 en 2021-2030
Figuur8geeftdeverhoudingweervanhettoegepasteverwarmingsysteemindewoningenwaardehybridelucht/waterwarmtepompuitgeroldwordt.Opbasisvandetabelinparagraaf2.1.4kanafgeleidwordendatdevervangingsmarktvoorCV-installatiesin‘70/50woningen’voldoendegrootisomdehybridelucht/waterwarmtepomptoetepassen.Omdatdezewoningenmeerbesparinggenererendan‘90/70woningen’(vanwegedehogeresysteemprestatie),wordendezegekozenvoordeeerstecategorieomhetpotentieeltemaximaliseren.
-1930 1931- 1959 1980
1960- -1930 1960- -1930 1951- -1930 1980 1980
1931- 1959
vrijstaand vrijstaand vrijstaand 2onder1kap 2onder1kap 2onder1kap rijtjes rijtjes meergezins
250
200
150
100
50
0
Tabel 5 Aantal geplaatste hybride lucht/water warmtepompen per periode
Aantal geplaatste toestellen
Scenario1 Scenario 2
2008-2010 18.000 10.000
2011-2015 340.000 182.000
2016-2020 1.000.000 535.000
2021-2030 2.980.000 1.479.400
scenario 1 scenario 1 scenario 2 scenario 22020 2030 2020 2030
50/40 70/50
100%
75%
50%
25%
0%
- 20 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 21 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw
Ookhiergeldtdatindepraktijkwoningenmeteen90/70verwarmingsysteemdewarmtepompzullentoepassen.De‘40/30woningen’intabel2zijnin2030nognietaanvervangingvandebestaandeinstallatietoeenzijndaaromnietmeegenomenindepotentieelanalyse.
2.2.4 Technologische ontwikkeling warmtepompHetligtindelijnderverwachtingdatdoortechnologischeontwikkelingdeCOP(coefficientofperformance)vandewarmtepompindeloopvandetijdverbetert.Ditgeldtzowelvoorruimteverwarmingalsvoorverwarmingvantapwater.IndezepotentieelstudiewordtaangenomendatdeCOPwaardenoptestcondities(EN14511)perzichtjaartoenemenzoalsaangegevenmetdefactorenintabel6.Tenopzichtevandehuidigesituatiewordtduseenefficiencyverbeteringvan20%verwachttot2030.
2.3 Referentiekader
2.3.1 WarmteOm het besparingpotentieel te kunnen berekenen, wordt warmteopwekking door de lucht/waterwarmtepompvergelekenmeteenreferentietechnologie.VoorNederlandsewoningbouwisdeHr-(combi)keteldemeestgepastereferentie.Destate-of-the-artindezereferentietechnologieisdeHr-107combiketel.HetbijbehorenderendementwordtontleendaandenugeldendeEnergiePrestatieNormeringNEN5128:2004113:
• ruimteverwarming 105%oponderwaarde(HTafgiftesysteem);• warmtapwater 75%oponderwaarde(Hrwwlabel).
Geziendegeringeruimtevoorverbeteringwordthetreferentierendementvoorruimteverwarmingconstantgehoudenvoordeheleperiodetotenmet2030.Voorwarmtapwaterwordtwelrekeninggehoudenmeteenrendementsverbetering:
• 2010-2015 83%oponderwaarde;• >2015 89%oponderwaarde.
Indepotentieelanalysewordtzowelvandelucht/waterwarmtepompalsvandereferentietechnologiedebenodigdehulpenergieinbeschouwinggenomen.VoordeHr-ketelzijndezegebaseerdopdeforfaitairewaardenuitdeNEN5128:2004:
• CV-ketelelektronica (0,88xverwarmdgebruiksoppervlakte)kWh;• CV-ketelventilator (0,56xverwarmdgebruiksoppervlakte)kWh;• geregeldecirculatiepomp (1,10xverwarmdgebruiksoppervlakte)kWh.
Voorvrijstaandewoningenwordteenverwarmdgebruiksoppervlakvan200m2aangehouden.Voor2onder1kap-enhoekwoningen150m².Voorrijtjeswoningenenappartementen80m².
DeSPFvaneenHr-ketelvooreenrijtjeswoningmet35GJruimteverwarmingvraagbedraagtinclusiefhulpenergie1,01(onderwaarde)14.DezewaardekanvergelekenwordenmetdesysteemSPFsvandehybridelucht/waterwarmtepompzoalsgepresenteerdinTabel3(paragraaf2.2.1).
2.3.2 ElektriciteitOm het besparingpotentieel te kunnen berekenen moet ook een referentie worden vastgesteld voordeopwekkingvanelektriciteit.Dezereferentieisessentieelomdatbijdeoverstapvangasketelsnaarhybridelucht/waterwarmtepompenopwoningniveaueensignificanteverschuivingplaatsvindtvanaardgasnaarelektriciteit.
Degrootschaligeintroductievanelektrischewarmtepompenindewoningbouwheeftzoweleeneffectophetaantaldraaiurenvanhetbestaandecentraleelektriciteitspark(operationalmargin)endenoodzaakomnieuwvermogenbijtebouwen(buildmargin).
Indebeginfasezalhetbestaandecentraleelektriciteitsparkhetextravermogenleverendoorbijteregelen.Deprestatievandewarmtepompwordtdanoverwegendbepaalddooreigenschappenvandecentralediehetextravermogenlevert.Ditwordtdeoperationalmargingenoemd.Alsdepenetratiegraadvandewarmtepompboveneenbepaaldedrempelkomt,isbijregelenalleennietmeervoldoendeenzalextravermogenbijgebouwdmoetenworden.Deprestatievandewarmtepompwordtnubepaalddoordeeigenschappenvandezenieuwecentrale,diedebuildmarginwordtgenoemd.Ookkansprakezijnvaneencombinatievannieuw vermogen bijbouwen en het aantal draaiuren van bestaand vermogen veranderen (ditkanzoweleentoenamealseenafnamezijn).Eenvanuitbeleidsperspectiefgangbaremethodeomheteffectvaneen(toekomstige)optietebepalenishetvergelijkenmetdezogehetenBestAvailableTechnology(BAT).Feitelijkbetekentditdatermetdebuildmarginwordtgerekend.Vanuithetperspectiefvandebeleidsmaker,dievoordekeuzestaatwelkevaneenportfolioaaninnovatiestestimuleren,isditeenjuistevergelijkingsbasis.Voorhetmakenvaneen prognose van de reële emissiereductie ligt echter een benadering uitgaande van operational marginénbuildmarginhetmeestvoordehand.
Wanneer het omslagpunt van de operational margin naar de build margin plaatsvindt, hangt af vanhoeveelheidhybridelucht/waterwarmtepompendieopdemarktkomtenhetbijbehorendeelektrischevermogen.Inparagraaf2.2.2wordendegehanteerdeintroductiescenario’svoordehybridelucht/waterwarmtepompbeschreven.Gegevendezeaantalleneneengeschattypischwarmtepompvermogenvan0,2-1,5kWeligthetomslagpuntrondzichtjaar2020.
Hoedeverhoudingtussenoperationalenbuildmarginindepraktijkligt,isnietmetzekerheidtevoorspellenenisbovendienafhankelijkvanhetgekozenscenario.Indezestudieisomwillevandetransparantiegekozenvooroperationalmargintotenmet2020enbuildmarginvoor2030.
Hetmeestwaarschijnlijkisdatdeoperationalmarginwordtbepaalddoorgasgestooktcentrales.Hierbijhoorteenemissiefactortussende325en430gramCO₂ per kWh, met als middenwaarde 385gramCO₂/kWhbijeenelektrischrendementvan52,5%ofwel50,5%(onderwaarde)bijdegebruiker,rekeninghoudendmet3,9%transport-endistributieverlies.
VoordebuildmarginwordtgekekennaardeBAT.Voor2030wordtvoordeBATeenonderscheidgemaaktnaartweescenario’s:eenbeperkteofambitieuzeCO₂-reductiedoelstelling.Inbeidegevallenwordtuitgegaanvanregelbaarfossielvermogen.
IneenscenariometeenbeperktereductiedoelstellingisdeBATeengasgestookteSTEG-centrale.Dittypecentraleheefteenemissiefactortussende300en350grCO₂/kWhmeteenmiddenwaardevan325grCO₂/kWhbijeenrendementvan62%ofwel59,6%(onderwaarde)bijdegebruiker,rekeninghoudendmet3,9%transport-endistributieverlies.
13 NEN 5128:2004, Energieprestatie van woonfuncties en woongebouwen – Bepalingsmethode, 2004.14 35 GJ / (35 GJ / 105% + (0,88 + 0,56 + 1,10) x 80 m2 *3.6 / 1000 / 50,5%). Zie Bijlage B voor de defi nitie van de SPF en paragraaf 2.3.2 voor
het elektrisch referentierendement.
Tabel 6 Geïndexeerde ontwikkeling COP-waarden voor ruimteverwarming en tapwater verwarming
bij EN14511 testcondities
Jaartal Factor
Huidige situatie 1.00
2010 1.05
2015 1.10
2020 1.15
2030 1.20
- 22 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 23 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw
Ineenscenariometeenambitieuzereductiedoelstelling,zullennieuwefossielecentraleszijnvoorzienvanCCS(CarbonCapture&Storage)15.GekozenisomalsBATeenstate-of-the-artkolengestooktecentrale(IntegratedGasificationCombinedCycle)tenemenvoorzienvanCO₂-afvangen-opslag(CCS).Deemissiefactorvandezenieuwecentralegebouwdrond2030ligtglobaaltussende90en150grCO₂/kWhmetalsmiddenwaarde120grCO₂/kWhbijeenrendementvan43%16ofwel41,3%(onderwaarde)bijdegebruiker,rekeninghoudendmet3,9%transport-endistributieverlies.Onderstaandetabelgeefteensamenvattingvanbovenstaandereferentiewaardenvoorcentraleelektriciteitsopwekking,uitgaandevanrendementen‘bijgebruiker’.
15 Technisch gezien is kolenvergassing met CCS eenvoudiger en daarmee eerder beschikbaar. Ook de huidige bewegingen in de markt zijn gericht op kolenvergassing. Daarnaast geldt dat de voorraden van kolen relatief groot zijn.
16 ECN, Impact of Carbon Capture and Storage on future electricity prices in North Western Europe - Results of a regional analysis 2010-2030 (in voorbereiding).
Tabel 7 Referentiewaarden voor centrale elektriciteitsopwekking ‘bij gebruiker’
t/m 2020 2030, beperkte CO2-doelstelling
2030, ambitieuze CO2-doelstelling
Emissiefactor [gram CO2 /kWh]
385(325-430)
325(300-350)
120(90-150)
Elektrisch rendement [%,onderwaarde]
50,5% 59,6% 41,3%
0
10
20
30
40
50
60
2010 2015 2020 2030
Ener
gie
bes
par
ing
po
ten
tiee
l(P
J Pr
imai
r)
Scenario 1 Scenario2
0
0,5
1,0
1,5
2,0
2,5
3,0
2010 2015 2020 2030
CO
2 -
red
uct
iep
ote
nti
eel
(Mto
n)
Scenario 1 Scenario2
Figuur 10 CO₂-reductiepotentieel hybride lucht/water
warmtepomp voor ruimteverwarming
3 Energiebesparing- en CO₂-reductiepotentieel
3.1 InleidingIn dit hoofdstuk wordt het energiebesparing- en CO₂-reductiepotentieelvandehybridelucht/waterwarmtepompgeanalyseerdvoordeperiode2010-2030opbasisvanuitgangspuntenzoalsvastgelegdinhoofdstuk2.Depotentiëlenvoorruimteverwarmingenwarmtapwaterwordenapartgepresenteerd.Daarnaastwordtinparagraaf3.3heteffectvan‘lowcarbon’elektriciteitsopwekking op het CO₂-reductiepotentieel van de warmtepomp geanalyseerd en geeftparagraaf3.4inzichtinheteffectvanna-isolatieophetreductiepotentieel.
3.2 Potentieel 2010-2030
3.2.1 RuimteverwarmingFiguur9enFiguur10latendeontwikkelingvanhetenergiebesparing-enCO₂ reductiepotentieel zienvoordeperiode2010-2030.Deomvangvanhetpotentieelwordtdooreenaantalparametersbepaald:•hetaantalgeplaatsteinstallaties;•deontwikkeling/reductievandewarmtevraagvandewoningvoorraad;•deverschuivingnaarlagereafvoer-enaanvoertemperaturen(hogereSPFenhoger
dekkingspercentage warmtepomp);•detechnologischeontwikkelingvandewarmtepomp(hogereSPF);•deontwikkelingvandeefficiency/CO₂-emissiefactorvancentraleelektriciteitproductie.
Hierbijgeldtdatheteffectvandeeerstedriepunten(2en3gecombineerd)hetgrootstis.Hetverschiltussenscenario1en2wordtvoornamelijkbepaalddoorhetverschilinaantalgeplaatsteinstallaties.
In2020wordt,afhankelijkvanhetscenario,9tot18PJenergiebespaardenbedraagthetCO₂-reductiepotentieel0,6tot1,1Mton.In2030groeiendezegetallenaantotrespectievelijk21tot50PJbesparingen1,2tot2,6MtonCO₂-reductie.Desterkegroeina2020wordtverklaarddoordeverondersteldegroteaantallengeplaatsteinstallatiesperjaar.
De cijfers houden geen rekening met additionele vermindering van de warmtevraag bovenop de alverondersteldedalingvandewarmtevraaginhetGE-scenario(ziebijlageA).Inparagraaf3.4wordt ingegaan op de mogelijke effecten op het CO₂-reductiepotentieel van de warmtepomp doorintensieverewarmtevraagvermindering.
Figuur 9 Primaire energiebesparing hybride lucht/water
warmtepomp voor ruimteverwarming
Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 25 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw- 24 -
Voorbeeld case:Derijtjeswoninggebouwdtussen1960en1980vormtmeteenaantalvanbijna700duizendsamenmetde2onder1kapwoninguitdezelfdebouwperiodehetgrootstewoningsegmentinNederland.Infiguur11wordtdetotaleCO2-uitstoot van een hybride warmtepomp in dittypewoningvergelekenmeteenHr-107keteleneenmicroWKK(HRE).Hetgebruikvanhulpenergieisbijallesystemenmeegenomenindeberekening.In2010kanmeteenhybridewarmtepompopjaarbasistussen0,3en0,9tonCO₂vermedenworden(afhankelijkvandeafgiftetemperatuurdieindewoninggerealiseerdkanworden)tenopzichtevaneenHR-107ketel,in2020kanditvoorindividuelewoningenoplopentoteenbesparingvan0,7tot0,9ton.
Figuur 11 De gemiddelde koolstofdioxide uitstoot van de hybride warmtepomp bij drie afgiftetemperaturen
vergeleken met een HR-107 en een HRE, voor een rijtjeswoning gebouwd tussen 1960 en 1980
2010, Warmtevraag: 35 GJth
2020, Warmtevraag: 28 GJth
HR-107 HRE 90/70 70/50 50/40 Hybride WP Hybride WP Hybride WP
2500
2000
1500
1000
500
0CO
2-u
itst
oo
t (k
g)
In het voorbeeld hieronder wordt de CO₂-uitstootvandehybridelucht/waterwarmtepompvoortweezichtjaren(2010,2020)vergelekenmetdeuitstootvaneenHr-keteleneenHRE-ketel.Defigurenindetekstboxlatenduidelijkziendatdehybridewarmtepompsterkprofiteertvanlagereafgiftetemperaturenindewoning.
2010 2015 2020 2030
CO
2-re
du
ctie
po
ten
tiee
l in
Mto
n
Scenario 1 Scenario2
0.9
0.8
0.7
0.6
0.5
0.4
0.3
0.2
0.1
0.0
2010 2015 2020 2030
Ener
gie
bes
par
ing
po
ten
tiee
l in
PJ
Scenario 1 Scenario2
16.0
14.0
12.0
10.0
8.0
6.0
4.0
2.0
0.0
3.2.2 Warm tapwater Figuur12laatdeontwikkelingvanhetenergiebesparingpotentieelvandehybridelucht/waterwarmtepompzienvoordeperiode2010-2030.Opbasisvaninformatievandefabrikantenwordtveronderstelddatna2015ookhetwarmtapwater(deels)doordewarmtepompwordtgeproduceerd.In2030omvathetenergiebesparingpotentieel7tot14PJ.
Figuur 12 Energiebesparingpotentieel lucht/water
warmtepomp voor tapwater verwarming
Figuur13geefthetCO₂-reductiepotentieelvoortapwaterverwarming.In2030bedraagthetreductiepotentieelinscenario1ruim0,8Mtoneninscenario2meerdan0,4Mton.
3.2.3 Totaal potentieelInscenario1zijnin2020ruim1,3miljoenenin2030bijna4miljoenhybridelucht/waterwarmtepompengeplaatst.Inscenario2zijndaterrespectievelijkruim700duizend(2020)enruim2miljoen(2030).OnderstaandetabellengeveneenoverzichtvandeenergiebesparingenCO₂-reductiediemetdezeinstallatiesgerealiseerdkanworden.Decijfersindetabellenzijngebaseerd op de ontwikkeling van de warmtevraag in het GE-scenario en houden geen rekening metheteffectopna-isolatie(ziehiervoorparagraaf3.4).
Figuur 13 CO₂-reductiepotentieel van de lucht/water
warmtepomp voor tapwater verwarming
Tabel 8 Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel hybride lucht/water warmtepomp in 2020
Scenario1 Scenario 2
Energiebesparing[PJprimair]
CO2-reductie[Mton]
Energiebesparing[PJprimair]
CO2-reductie[Mton]
Ruimteverwarming 18,0 1,1 9,3 0,6
Warm tapwater 3,0 0,2 1,6 0,1
Totaal 21,0 1,3 10,9 0,7HR-107 HRE 70/5 0 50/40 40/30 Hybride WP Hybride WP Hybride WP
2500
2000
1500
1000
500
0CO
2-u
itst
oo
t (k
g)
- 26 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 27 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw
In2020kandus0,7-1,3MtonCO₂gereduceerdwordennaast11tot21PJenergiebesparing.In2030lopendezepercentagesoptot1,6tot3,4MtonCO₂en28-64PJenergiebesparing.
Huishoudenszullennaarverwachtingin2020ca.9,7miljardm³gasvoorverwarmingverbruikenenin2030ca.10miljardm³.17Ditkomtovereenmetrespectievelijk17,4(2020)en18,0(2030)MtondirecteCO₂-emissies.Doortoepassingvandehybridelucht/waterwarmtepompkandus4tot7%(2020),respectievelijk9tot19%(2030)vandezeCO₂-emissiesgereduceerdworden.
3.3 Effect ‘low-carbon’ elektriciteitopwekkingOmdatdoortoepassingvandehybridelucht/waterwarmtepompeenverschuivingplaatsvindtvan aardgasverbruik naar elektriciteit heeft de CO₂-emissiefactor van elektriciteit grote invloed ophetreductiepotentieel.Wanneergerekendwordtmetdeemissiefactorvanhethuidige(fossielgestookte)elektriciteitspark(ca.600grCO₂/kWh),danishetreductiepotentieelvoor2030lagerdanberekendinvoorgaandeparagrafenopbasisvaneenefficiënteSTEGcentrale,ziefiguur14.Verduurzamingvanhetelektriciteitsparkheeftdaarentegeneenpositiefeffectopde CO₂-prestatievandewarmtepomp.Figuur14laatziendatinhethogescenariohet2030CO₂-reductiepotentieelvandelucht/waterwarmtepompstijgtvan3,4Mtontot5,4Mtonindiengerekend wordt met de emissie factor van een kolencentrale met CO₂-afvangenopslag(emissiefactor120grCO₂/kWh).
Figuur 14 Effect van de CO2-emissiefactor voor elektriciteit op het CO2-reductiepotentieel van de hybride lucht/water
warmtepomp voor ruimteverwarming
Tabel 9 Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel hybride lucht/water warmtepomp in 2030
Scenario1 Scenario 2
Energiebesparing[PJprimair]
CO2-reductie[Mton]
Energiebesparing[PJprimair]
CO2-reductie[Mton]
Ruimteverwarming 50,3 2,6 21,0 1,2
Warm tapwater 13,7 0,8 6,9 0,4
Totaal 64,0 3,4 27,9 1,6
3.4 Effect van na-isolatieHettoepassenvanefficiëntereconversietechnologieënzoalsdehybridelucht/waterwarmtepompiseenbelangrijkestapomhetenergieverbruikvanbestaandewoningenterugtedringen.Eennetzobelangrijkestapishetverminderenvandewarmtevraagzelfdoormiddelvanbijvoorbeeldna-isolatieenwarmteterugwinning.Eenverminderingvandewarmtevraagzorgtdaterinabsolutezinmindertebesparenvaltbijdeproductievanwarmte.Echter,wanneerna-isolatiebetekentdatde(ontwerp)afgiftetemperatuurvanhetverwarmingssysteemomlaagkan(ditisbijvoorbeeldmogelijkindienderadiatorennietvervangenwordenomdatdezedanovergedimensioneerdzijn),danverbetertderelatieveprestatievandewarmtepomp(hogereCOP)enneemthetdekkingspercentagetoe.
Indezeparagraafonderzoekenweheteffectvanna-isolatievoorhetCO₂-reductiepotentieel van eentypischerijtjeswoninggebouwdindeperiode1960-1980.Deruimteverwarmingvraagvandezewoningbedraagtgemiddeld35GJthperjaar.Weveronderstellendatindezewoningaleerderenkelemaatregelenzijngetroffen(bijvoorbeelddubbelglas),maardatdeafgiftetemperatuurvanhetverwarmingsysteemnietverlaagdkanworden(dus90-70°C).Dewoningwordtnugrondigaangepakt(HR++glas,dak-envloerisolatie)waardoordewarmtevraagdaaltnaar16GJth/jaarenvergelijkbaarismeteenmodernewoning.Deradiatorenwordennietvervangenwaardoorhetnu mogelijk is de afgifte- en aanvoertemperatuur van het verwarmingsysteem te verlagen naar 50-40°C.HeteffectophetCO₂-reductiepotentieelwordtweergegeveninfiguur15.
Figuur 15 Effect van na-isolatie / verlaging afgifte/aanvoertemperatuur op het CO₂-reductiepotentieel van de hybride
lucht/water warmtepomp (t.o.v. Hr-ketel) voor een gemiddelde rijtjeswoning gebouwd tussen 1960 en 1980
Defiguurlaatheteffectzienvanna-isolatiewaardoordewarmtevraagindewoningdaaltenalsgevolgdaarvanhetreductiepotentieelafneemt(blauwebalken).DaarnaastlaatdefiguurziendatdoordehogereCOPenhethogeredekkingspercentagevandewarmtepomp(beidevanwege de verlaging van de afgifte- en aanvoertemperatuur) het totale CO₂-reductiepotentieel vandewarmtepomptochgroeit(gecombineerderode/blauwebalk).
0
1.0
2.0
3.0
4.0
5.0
6.0
CO
2-re
du
ctie
po
ten
tiee
l in
Mto
n
Gem. park rendement STEGKolen - CSS
2030 scenario 1 2030 scenario 2
35 GJth (90/70) 16 GJth (50/40)
500450400350300250200150100
500C
O2-
red
uct
iep
ote
nti
eel
in k
g. p
er ja
ar
effect hogere COPen dekkings%warmtepomp
effect verminderingwarmtevraag
- 28 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 29 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw
In onderstaande tekstbox is het effect van na-isolatie op het besparingpotentieel van woningbouwcorporatiesbepaald.
3.5 Effect op lokale elektriciteitsnetInpassingvanelektrischewarmtepompenineenbestaandewoningresulteertineensignificantetoenamevanhetelektriciteitsverbruiktenopzichtevandereferentiesituatie.Wanneerdewarmtepomp grootschalig op wijkniveau ingepast wordt, leidt dit tot een sterke toename van delokaleelektriciteitsvraag.Doorrelatiefhogegelijktijdigheidvanhetinbedrijfkomenvanwarmtepompenkanditresultereninsterkepiekeninhetnet.Indezepotentieelstudieisditaspect(enmogelijkeoplossingenalsintelligentesturingvandewarmtepomp,ofcombinatievanwarmtepompenmicroWKKindewijk)nietonderzocht.
3.6 Hoe past de hybride lucht/water warmtepomp in de brede energietransitie?Binnendeenergietransitiewordtingezetopverschillendepadenomeenverduurzamingvandeenergievoorzieningterealiseren.Deenergietransitieindebestaandebouwrichtzichoptweebelangrijkepijlers:warmtevraagreductieenefficiëntereomzetting.Daarnaastwordtookgestreefdnaarverduurzamingvandeelektriciteitsvoorziening.Indeparagrafen3.3en3.4hebbenwelatenziendatdeprestatievandehybridelucht/waterwarmtepompversterktwordtdoorontwikkelingenophetgebiedvanna-isolatieenverduurzamingvandeelektriciteitsvoorziening.Dehybridelucht/waterwarmtepomplijktdaarmeeeenrobuusteCO₂-reductieoptievoordebestaandewoningbouw.
Besparingpotentieel woningbouwcorporaties 2010-2020HetRijkwilmethetprogramma‘MeermetMinder’bereikendatin20202,4miljoenwoningenenkantorenminimaalenergielabelBhebben,ofdatdezetweeenergieklassenzijngestegen.VerderhebbendetweeministersvanVROMeenconvenantmetdewoningbouworganisatiesondertekend met, onder andere, als doel in de bestaande bouw 20 procent gas te besparen in dekomende10jaar.Dewoningbouwcorporatiesbeherenenverhurengezamenlijkongeveer35procentvandewoningvoorraadinNederland.Na-isolatievanallesocialehuurwoningengebouwdvoor1995*heefteenCO2-reductiepotentieelvan1tot2Mton(Ecofys2005,Kosteneffectieveenergiebesparingenklimaatbescherming).Alsdewoningbouwcorporatiesca.80%vanhunwoningbestandmetindividuelecentraleverwarming(ditisgetalsmatiginlijnmetscenario1)nana-isolatiezoudenuitrustenmeteenhybridelucht/waterwarmtepomp,kanin2020eenextra(bovenophetna-isolatiepotentieelbesparingpotentieelvan10PJeneenCO2-reductiepotentieelvan0,6Mtonwordengerealiseerd.
* Voornamelijk appartementen, meergezins-, rijtjes- en twee-onder–1-kapwoningen. Alleen woningen met een individuele centrale verwarming zijn meegenomen in deze analyse.
4 Effect op de energierekening
4.1 InleidingEenbelangrijkargumentvooreenconsumentomteinvesterenineenefficiënterverwarmingstoestelisdebesparingopdeenergiekosten.Hoegroterdejaarlijksebesparing,hoesnellereennieuwapparaatisterugverdiend.BijeenHr-ketelisdesomsimpel:derendementsverbeteringvandenieuweketelvertaaltzich1op1doorineenverlagingvandegasrekening.Eenelektrischaangedrevenlucht/waterwarmtepompvergtmeerrekenwerk:de gasrekening wordt verlaagd doordat de warmtepomp een deel van de warmtelevering van deketeloverneemt.Tegelijkertijdwordteenhogereelektriciteitsrekeningbetaaldomdatdewarmtepompzorgtvoorextraelektriciteitsverbruik.Ofdezesomresulteertineenverlagingvandeenergierekeninghangtafvantweebelangrijkefactoren(zieookhetrekenvoorbeeld):•deCOPvandecompressorversusdeefficiencyvandereferentieketel;•deverhoudingtussendegas-enelektriciteitsprijs.
4.2 PrijsscenarioDekostenvanenergievariërenindeloopvandetijd.GezienrecenteontwikkelingenopdeenergiemarktisdoorECNeind2008eenupdategemaaktvandeprijzeninhetGEscenario.DegeüpdateprijzenhebbenvoordebrandstofprijzenopdewereldmarkthetPRIMESscenario(ontwikkeldvoorEUbeleid)alsuitgangspunt.Elektriciteitsprijzenzijndoorgerekendmetnationalemodellen(enzijnafhankelijkvanhetNederlandsproductiepark,CO₂-prijzenenbelastingen).Onderstaandetabeltoontdeprijzenvoorkleingebruikers.Overdeperiode2010-2030bedraagtdegemiddeldegasprijs67,4ct/m³endeelektriciteitsprijs27,1ct/kWh. In het prijsscenario op de volgende pagina wordt de verhouding tussen gas- en elektriciteitsprijs ietsongunstigerdandezein2005was,waarbijopgemerktdatdeverhoudingmomenteel(2008)met2,76noggunstigeris.Ditlaatsteisheteffectvandeolieprijsstijgingdieindezomervan2008recordhoogtebereikte.Datdeprijsvoorelektriciteitinhetscenariorelatiefharderstijgtdan gas komt door een veronderstelde stijging van de CO2-prijs die door de energiebedrijven wordtdoorberekendindeelektriciteitstarieven.Diteffectwordtdeelsgedemptdooraanbouwvannieuwvermogendatefficiënterkanproduceren.
Rekenvoorbeeld 4.1:1m³aardgaslevertmeteenefficiënteHr-ketel1x31,65x105%=33,2MJwarmte.In2008(gemiddeldeeerstedriekwartalen)wasdeaardgasprijsvoorkleinverbruikers70,4ct/m³endeelektriciteitsprijs25,5ct/m³(inclusiefBTWenenergiebelasting,bronCBS)Uit-gaandevangelijkeenergiekostenmagdewarmtepompmaximaal2,8kWhgebruikenomde33MJwarmteoptewekken(1m³x70,4ct/m³/25,5ct/kWh=2,8kWh).
Dit betekent dat de COP van de warmtepompcompressor- in dit rekenvoorbeeld - minimaal 3,3moetbedragen(33MJ/3,6kWh/MJ/2,8kWh=3,3).
- 30 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 31 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw
4.3 Investeringsruimte voor de hybride lucht/water warmtepompOfdeenergierekeninghogeroflageruitvaltdanindereferentiesituatieisdusenerzijdsafhankelijkvandeverhoudingtussengas-enelektriciteitsprijsenanderzijdsvandeprestatievandewarmtepompcompressor.Infiguur16isvoortweeverschillendeCOPseen‘break-evenlijnvoorgelijkeenergiekosten’weergegeven.Iederelijngeeftdeverhoudingtussengas-enelektriciteitsprijs waarbij de energierekening voor verwarming gelijk is aan de referentiesituatie (verwarmingmeteenHr-ketel).Indiendewerkelijkeverhoudingvandeprijzenbovendedesbetreffendelijnzit,danisdeenergierekeningbijdiespecifiekeCOPlagerdanindereferentiesituatie.Omgekeerdbetekenteenongunstigeverhoudingtussengas-enelektriciteitsprijsdatdeenergierekeninghogeruitvalt.Indefiguurzijndeprijsratio’svangas-enelektriciteitvoor2005en2008endegemiddeldeprijsratiovoordeperiode2010-2030opgeno-men.EenwarmtepompmeteencompressorCOPvan4levertbijalledriedeprijsverhoudingeneenlagereenergierekeningoptenopzichtevandereferentiesituatie.17
Figuur 16 ‘Break-even lijn gelijke energiekosten’ t.o.v. referentiesituatie (Hr-ketel) voor verschillende warmtepomp COPs
Wanneerkostenbesparinghetargumentisomteinvesterenineenhybridelucht/waterwarm-tepompishetzaakmetdejaarlijksebesparingopdeenergierekeningdemeerinvesteringindewarmtepomp(tenopzichtevandereferentiesituatie)binneneenvastgesteldeperiodeterugteverdienen.Isdejaarlijksebesparingopdeenergierekeningbijvoorbeeld€50,-endegewensteterugverdientijd10jaar18,danisdemaximalemeerinvesteringvooreenhybridelucht/waterwarmtepomp€500,-tenopzichtevandereferentiesituatie.19 De maximale meerinvestering wordtookweldeinvesteringsruimtegenoemd.
Elektriciteitsprijs in ct/kWh
140
120
100
80
60
40
20
0Gas
pri
js in
ct/
m3
0 5 10 15 20 25 30 35 40
+
+-
-
COP 3COP 4
2005 2008 gem 2010 - 2030
17 Bij 2005 prijzen ligt de break-even bij een COP van 3,5, bij 2008 prijzen bij een COP van 3,3 en bij de gemiddelde prijzen voor de periode 2010-2030 bij een COP van 3,7
Figuur17geeftvooreenwoningmet30GJruimteverwarmingvraag,waarvan80%gedektdoordewarmtepompendeoverige20%dooreenHr-ketel20,inzichtindeinvesteringsruimtebijdehuidigeenergieprijzen(2008)endegemiddeldeenergieprijsvoordeperiode2010-2030.DefiguurlaatziendatdeinvesteringsruimtetoeneemtnaarmatedeCOPvandecompressortoeneemt.Deberekendeinvesteringsruimteisexclusiefdeinvesteringssubsidievan€1000,-(maximaal)diemomenteelviaSenterNovemverkregenkanworden.Eeninvesteringsruimtevan€500,-indefiguurbetekentdusdatdeadditionelekostenvanhetsysteemmaximaal€500,-exclusiefsubsidieen€1500,-inclusiefsubsidiezoudenmogenbedragenomeenterugverdientijdvan15jaarterealiseren.Eennegatieveinvesteringsruimtebetekentdatdewarmtepompnietbinnen15jaarterugteverdienenis.Defiguurlaatziendatdegemiddeldeenergieprijzenvoor2010-2030tenopzichtevandehuidigeprijzeneenongunstigeffecthebbenopdebeschikbareinvesteringsruimtevandewarmtepomp.
Figuur 17 Investeringsruimte hybride lucht/water warmtepomp t.o.v. de referentiesituatie bij een
ruimteverwarmingvraag van 30 GJ en 80% dekkingspercentage van de warmtepomp (excl. subsidie)
4.4 Effect van na-isolatieDeprestatievandewarmtepompwordtbeïnvloeddoordeafgiftetemperatuurvanhetverwarmingssysteem.Hoebetereenwoninggeïsoleerdis,hoelagerdeafgiftetemperatuurkanzijndienodigisomeenwoningcomfortabelteverwarmen.Deprestatievanhybridelucht/waterwarmtepompeninbestaandewoningenwordtpositiefbeïnvloeddoorna-isolatie(aangenomendatdebestaanderadiatorennietvervangenworden).Heteffectvanna-isolatieisdaardoorvierledig:•eenlagerewarmtevraag;•eenhogerejaarprestatievandewarmtepomp;•eenhogeredekkingsgraadvandewarmtepomp;•eenlagervermogenvandewarmtepomp.
Dooreenwoningnateisolerendaaltdewarmtevraagendusdeenergierekening.VoordeHr-ketel en HRE-ketel betekent een lagere warmtevraag een verslechterde economie van het apparaatomdathetsteedsmoeilijkerwordtdemeerinvesteringterugteverdienen.Voordewarmtepompisditnietperdefinitiehetgevalalsgevolgvanbovenstaandeeffecten.Hetkanzelfszozijndatdeeconomievandewarmtepompverbetertdoortoepassingvanna-isolatie(zierekenvoorbeeldopdevolgendepagina).
Inve
ster
ing
sru
imte
(exc
l. su
bsi
die
s)
in e
uro
0 5 10 15 20 25 30 35 40
2500
1500
500
-500
-1500
-2500
TVT 15 jaar - 2008 prijzenTVT 15 jaar - gem Prijzen 2010-2030
3 3.5 4 4.5 5 5.5
Tabel 10 Energieprijzen kleinverbruikers (in 2008 euro’s, inclusief BTW) volgens ‘update GE hoge prijs’ scenario
2005 2010 2015 2020 2030 Gem. 2010-2030
Aardgas[ct/m3] 62,4 65,5 66,5 67,9 68,5 67,4
Elektriciteit[ct/kWh] 23,4 26,9 27,1 27,7 27,3 27,1
Verhouding gas-elektriciteit 2,67 2,43 2,45 2,45 2,51 2,58
18 Dit is de zogenaamde simpele terugverdientijd waarbij geen rekening wordt gehouden met rentepercentages.19 Voor systemen met elektrische bijstook is de investeringsruimte € 500 + de prijs van een Hr-ketel omdat in dit geval geen Hr-ketel aange
schaft hoeft te worden.20 In deze situatie ligt elektrische bijstook vanuit energetisch oogpunt niet voor de hand.
- 32 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 33 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw
Rekenvoorbeeld 4.2:Eentypischerijtjeswoninggebouwdtussen1960en1980heefteengemiddelderuimtever-warmingvraagvan35GJthin2010(zieookrekenvoorbeeldinparagraaf3.4).Verondersteldwordt dat de afgiftetemperatuur in de woning niet verlaagd kan worden bij toepassing van eenlucht/waterwarmtepompincombinatiemeteenHr-ketel(dus90/70°C).Dooreengrondigeaanpakvandewoning(HR++glas,dak-envloerisolatie)daaltdewarmtevraagnaar16GJth.De radiatoren worden niet vervangen waardoor de woning lage temperatuurverwarming (50/40°C)aankan.Dejaarprestatievanhetsysteem(warmtepomp+ketel)stijgtvan1,2naar1,5,waardoorhetsysteemeenadditionelegasbesparingrealiseertvan50m³perjaarenpersaldobijna70kWhminderelektriciteitverbruikt.
Bij2008gas-enelektriciteitsprijzenvan70,4ct/m³en25,5ct/kWhisdeenergierekeningvoordezewoningin2010€8,-perjaarlagerdanindereferentiesituatie.Alsgevolgvandena-isolatie(endaardoordebetereprestatieenhogeredekkingsgraadvandewarmtepomp)wordtnu€56,-perjaarbespaard.Persaldoprofiteertdeeconomievandewarmtepompdusvanhetna-isolerenvandewoning.
Bijlage A Ontwikkeling woningbestand en ruimteverwarmingvraag
Tabel 12 Aantallen woningen (per type en bouwjaar) en bijbehorende ruimteverwarmingvraag voor de periode 2000
tot en met 2030
2000 Vrijstaande woning
2o1 kap woning Rijtjes woning
Meergezins woning
Totaal
x1000 GJth x1000 GJth x1000 GJth x1000 GJth GJth
-1930 212 59 208 45 179 44 180 38 46,81931-1959 148 51 328 40 207 37 207 32 39,31960-1980 245 58 684 41 657 40 245 33 41,61981-1995 164 34 468 26 404 27 343 26 27,2>1995 103 63 73 89 20
2010 Vrijstaande woning
2o1 kap woning Rijtjes woning
Meergezins woning
Totaal
x1000 GJth x1000 GJth x1000 GJth x1000 GJth GJth
-1930 233 54 226 40 204 37 221 35 41,81931-1959 156 47 355 37 236 32 269 30 35,41960-1980 252 54 694 38 682 35 274 30 38,01981-1995 164 33 467 25 404 25 335 24 25,7>1995 343 206 237 326 16
2015 Vrijstaande woning
2o1 kap woning Rijtjes woning
Meergezins woning
Totaal
x1000 GJth x1000 GJth x1000 GJth x1000 GJth GJth
-1930 236 51 229 38 209 35 225 34 39,81931-1959 157 46 359 35 242 31 285 29 33,81960-1980 253 52 694 36 686 34 279 29 36,41981-1995 164 32 467 24 403 24 330 23 24,5>1995 514 307 353 477 15
2020 Vrijstaande woning
2o1 kap woning Rijtjes woning
Meergezins woning
Totaal
x1000 GJth x1000 GJth x1000 GJth x1000 GJth GJth
-1930 238 49 230 36 213 32 224 32 37,91931-1959 157 44 359 34 245 27 295 27 32,41960-1980 253 50 693 35 688 28 281 28 34,81981-1995 163 30 466 23 403 22 326 22 23,6>1995 667 399 459 620 15
Voor 2030 is alleen het onderscheid “bouwjaar voor en na 2000” beschikbaar (WLO studie):
2030 Gemiddelde woning
x1000 GJth
-2000 5288 28>2000 3130 17
- 34 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 35 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw
Bijlage B Definitie SPF
DeSPF(seasonalperformancefactor)voorruimteverwarmingisinditrapportvoorhethelesysteem(warmtepompengas-ofelektrischebijstook)gedefinieerdalsdeverhoudingvandejaarlijks geleverde ruimteverwarming en de som van benodigde elektriciteit en aardgas ten behoevevandewarmtepomp,debijstookendehulpenergie.
Qrv
Informulevorm: SPF= Qelektrisch+Qaardgas
met hierin Qrv de jaarlijks geleverde ruimteverwarming, Qelektrisch de jaarlijks aangevoerde elekticiteittenbehoevevanverwarmen,comprimeren,pompen,schakelenetc.enQaardgas de jaarlijks aangeleverde hoeveelheid energie aan aardgas, waarbij in dit rapport is aangehouden dat1m³NLaardgas=31,65MJ.Qelektrisch wordt teruggerekend naar primaire energie op basis vanhetverondersteldereferentierendementvoorelektriciteit(zieparagraaf2.3.2).Dewarmteonttrokkenuitdeluchtviadewarmtepompis(uiteraard)nietmeegenomenindeformuleenbeschouwdalsde‘gratis’warmte.
De SPF voor de warmtepomp is berekend op basis van de benodigde compressorenergie inclusiefventilatorenergie voor luchtverplaatsing over de verdamper, elektronica-energie en de distributiepompenergieaandeafgiftezijde(zoweldistributiedoordecondensoralshetafgiftesysteemindewoning).Hierbijzijndeelektronica-energie,compressorenergieenventilatorenergie bepaald op basis van de gegeven COP-waarden bij bepaalde bedrijfscondities viagegevensvanfabrikantenopbasisvanEN14511enEN255metingen.DedistributiepompenergieisbepaaldopdeaangegevenwaardedistributiepompenergieindeNEN5128:Qdistributiepomp[kWh]=1,1xAg[m2].Hierbijisdezeenergiepostnaarratovandetotalegeleverdeenergieverdeeldoverdewarmtepompenhetbijstookelement(Hr-ketelofelektrischeheater).
De SPF voor de Hr-ketel is berekend aan de hand van de hoeveelheid jaarlijks geleverde aardgas voor verbranding inclusief de benodigde jaarlijkse elektrische energie voor de ventilator bij de verbrander,elektronica-energieendistributiepompenergie(zieookalineahierboven).Hierbijiseenketelverondersteldmeteenvastrendement( η ≡ (Qrv / Qaardgas))van105%oponderwaardevangasvoorzowelLTValsHTVsystemen.
De SPF voor de elektrische heater is bepaald op basis van de toegevoerde elektrische energie voorverwarmingviaelektrischeheatersinclusiefdenoodzakelijkdistributiepompenergieaandeafgiftezijde(bepaaldopbasisvandeaangegevenwaardenindeNEN5128).
Bijlage C Ruimteverwarming met lucht/water warmtepompen
Voordezestudiezijneenaantaltypenlucht/waterwarmtepompenvoorruimteverwarmingbeschouwdvoorzienvaneenbijstookelement.DebijstookkanverzorgdwordendooreenHr-ketel(systeemA,B,C,D),danweleenelektrischeverwarmingsunit(systeemE,F,G,H).Hetdebietoverhetafgiftesysteemis,ingevalvanbedrijf,constantenniet-modulerend.Dewarmtepompvoorzietineersteinstantieinhetgevraagdevermogen,deHr-keteldanweldeelektrischeverwarmingsunitspringtbijindiennodig.Deverwarmingsvraagstart(m.u.v.demaandenjuni/juli/augustus)bijbuitentemperaturenlagerdan17˚C.Hetvermogenwordtberekendopbasisvandegraadurenmethodevanhetjaar1964-1965endegegevenjaarwarmtevraagvoordewoning.Hierbijisinallegevallenveronderstelddathetafgiftesysteem20%hogereafgiftevermogensheeftdanhetbenodigdeberekendevermogenbijTbuiten=-10˚Cinhetjaar2000.Dittypeafgiftesysteemwordtindetijdgelijkverondersteld.
De(geregelde)circulatiepompvoorhetafgiftesysteemfunctioneertvoorbeideverwarmers(WPenbijstook).HetelektrischjaarverbruikwordtvoordezestudiebepaaldopbasisvandeindeNEN5128gestelderekenregelvan1,1xAg[kWh]metAghetgebruikersoppervlakin[m²]vandeverwarmdezone.Hierbijwordt,afhankelijkvandegeleverdewarmteperjaardecirculatiepompenergieaandeafgiftezijdetoegekendaandewarmtepompenHr-ketel.Oftewel:ingevalvaneendekkingsgraadvan90%wordt90%x(1,1xAg)[kWh]toegekendaandewarmtepompvoorhetdeelcirculatiepomp,deresterende10%komtopcontovandeketel.De elektronica voor de Hr-ketel wordt niet als afschakelend beschouwd in het systeem en wordt danookberekendopbasisvan0,88xAg[kWh].Deventilatorenergievandeketelwordtwelnaarratovandewarmteleveringdoordeketelberekend,oftewel:bijeendekkingsgraaddoorWPvan75%,zaldebijdrageaanketelventilatorenergiebedragen:(100%–75%)x0,56xAg [kWh].Ingevalvanelektrischebijstookwordengeenanderehulpenergieëntoegekenddandeeerdergenoemdecirculatiepompenergie.
Voordevrijstaandewoningisdeverwarmdezonegelijkgesteldop200m²,voorde2onder1kapop150m²envoordetussenwoningenhetappartementop80m².Voordeperiode2020-2030zijndewoningtypennietnadergespecificeerd(gebouwdvoor2000enna2000)enisergerekendmeteengemiddeldeverwarmdezonevan130m².
Inhetgevaldatmechanischeventilatieluchtalswarmtebronwordtbeschouwd(systeemC/GenD/H),wordtvoorallewoningtypenhetminimaalvereistedebietvan150m³/uuraangehouden.
Lucht/waterwarmtepomptypeA/Ekarakteriseertzichdoorvolledigopdebuitenluchtteopererenbijzelfstemperaturenlagerdan-10˚C.TypeAvertegenwoordigthierbijhetsysteemmetgasbijstookentypeEhetsysteemmetelektrischebijstook.TypeAenEslaanafbijaanvoertemperaturen(nadewarmtepomp)hogerdan50˚C.Hetmaximalecondensorvermogenwordtdusdanigvastgestelddateenß-factor(verhoudingtussenhetmaximalecondensorvermogenen benodigd vermogen bij Tbuiten=-10˚C)van0,75wordtgekregenindieneenLTVsysteemwordttoegepast.HetzelfdecondensorvermogenwordtaangehoudenindiendewarmtepompwordttoegepastineenHTVsysteem(ingevalvaneenHTVsysteemkanhetmaximalevermogenmogelijkonderhetmaximaleLTVcondensorvermogenblijvenvanwegedebegrenzingvaneentehooguitgaandecondensortemperatuur,decompressorredthetdaneenvoudigwegniet).
- 36 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 37 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw
Infiguur18isdesituatiegegevenvoorHTVsysteem90/70.InFiguur19iseenvergelijkbaarsysteemgetoond,maardanvooreenLTVsysteem40/30.
Figuur 18 Lucht/water warmtepompsysteem type A en E voor een 90/70 systeem en een warmtevraag van 59 GJ
Figuur 19 Lucht/water warmtepompsysteem type A en E + Hr-107 voor een 40/30 systeem en een warmtevraag van 59 GJ.
Lucht/waterwarmtepomptypeB/FiseenwarmtepompvariantgelijkaandievanA/Emethetverschil dat bij Tbuiten<2°Cdezenietmeeroperationeelistervoorkomingvanbevriezingvandeverdamper.Eenvoordeelvanditsysteemisdateencomplexeregelingm.b.t.ontdooicycliwordtvoorkomen.
6000
5000
4000
3000
2000
1000
0
P_verwarmers (W) gedurende het jaar T_buiten, T_aanvoer en T_retour gedurende het jaar
P_ v
erw
arm
ers
(W)
Tem
per
atu
ur
in °
C
0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000
100
80
60
40
20
0
-20
-40
TotaalvermogenWP vermogenT buitenT aanvoerT retour
Tijd (uren)
6000
5000
4000
3000
2000
1000
0P_ v
erw
arm
ers
(W)
Tem
per
atu
ur
in °
C
0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000
TotaalvermogenWP vermogenT buitenT aanvoerT retour
50
40
30
20
10
0
-10
-20
Tijd (uren)
P_verwarmers (W) gedurende het jaar T_buiten, T_aanvoer en T_retour gedurende het jaar
Systeem A/E Totalewarmtevraagwoning 40000 MJOntwerpvermogenradiatoren 5,25 kWOntwerpvermogencondensor 3,28 kWFbron 1042 m³/hrTmax_wp 50 °COpp.Woning(Ag) 80 m²T_ aanvoernom 90 °Cd T_nom 20 Kradiotorconstante 1,30Max.benodigdtotaalvermogen 4,37 kWBijschakelvermogenHR+ketel 1,09 kWBetafactor(Pc,max/Ptct,max) 41%Gammafactor(Ptot,max/Prad,max) 83%Dekkingsgraadwarmtepomp 33%
Systeem A SPFSysteem(WP+ketel) 1,1
Systeem E
SPFSysteem(WP+el.heater) 0,6
Systeem A/E Totalewarmtevraagwoning 40000 MJOntwerpvermogenradiatoren 5,25 kWOntwerpvermogencondensor 3,28 kWFbron 1042 m³/hrTmax_wp 50 °COpp.Woning(Ag) 80 m²T_aanvoernom 40 °CdT_nom 10 Kradiotorconstante 1,10Max.benodigdtotaalvermogen 4,37 kWBijschakelvermogenHR+ketel 1,09 kWBetafactor(Pc,max/Ptct,max) 75%Gammafactor(Ptot,max/Prad,max) 83%Dekkingsgraadwarmtepomp 99%
Systeem A SPFSysteem(WP+ketel) 1,7
Systeem E
SPFSysteem(WP+el.heater) 1,7
Echter,deconsequentievandezevereenvoudigdestrategieisdatdeHr-keteldanwelelektrischeverwarmer een groter verwarmingsaandeel heeft in dat jaar met als gevolg dat de SPF van het systeemdaalt.Hetluchtdebietoverdeverdamper,behorendbijhetmaximalecondensorvermogenzoalsberekendbijsysteemAenE,wordt1op1gekopieerdnaarsysteemBenF.Figuur3en4lichtentoehoesystemenBenFopererenvooreenHTV(90/70)eneenLTV(40/30)systeembijeenwoningmeteenwarmtevraagvan59GJ.Figuur18enFiguur20zijngelijk,omdatdeTcondensor de55°Coverschrijdtvoordatdebuitentemperatuuronderde2°Ckomt.Echter,hetverschiltussensysteemA/EenB/FkomtduidelijknaarvorendoorFiguur19enFiguur21metelkaartevergelijken.
Figuur 20 Luchtwater warmtepompsysteem type B en F voor een 90/70 systeem en een warmtevraag van 59 GJ
Figuur 21 Lucht/water warmtepompsysteem type B en F voor een 40/30 systeem en een warmtevraag van 59 GJ
6000
5000
4000
3000
2000
1000
0P_ v
erw
arm
ers
(W)
Tem
per
atu
ur
in °
C
0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000
100
80
60
40
20
0
-20
-40
P_verwarmers (W) gedurende het jaar T_buiten, T_aanvoer en T_retour gedurende het jaar
TotaalvermogenWP vermogenT buitenT aanvoerT retour
Tijd (uren)
Systeem B/F Totalewarmtevraagwoning 40000 MJOntwerpvermogenradiatoren 5,25 kWOntwerpvermogencondensor 3,28 kWFbron 1042 m³/hrTmax_wp 50 °COpp.Woning(Ag) 80 m²T_ aanvoernom 90 °Cd T_nom 20 Kradiotorconstante 1,30Max.benodigdtotaalvermogen 4,37 kWBijschakelvermogenHR+ketel 1,09 kWBetafactor(Pc,max/Ptct,max) 41%Gammafactor(Ptot,max/Prad,max) 83%Dekkingsgraadwarmtepomp 33%
Systeem B SPFSysteem(WP+ketel) 1,1
Systeem F
SPFSysteem(WP+el.heater) 0,6
Systeem B/F Totalewarmtevraagwoning 40000 MJOntwerpvermogenradiatoren 5,25 kWOntwerpvermogencondensor 3,28 kWFbron 1042 m³/hrTmax_wp 50 °COpp.Woning(Ag) 80 m²T_aanvoernom 40 °CdT_nom 10 Kradiotorconstante 1,10Max.benodigdtotaalvermogen 4,37 kWBijschakelvermogenHR+ketel 1,09 kWBetafactor(Pc,max/Ptct,max) 52%Gammafactor(Ptot,max/Prad,max) 83%Dekkingsgraadwarmtepomp 55%
Systeem B SPFSysteem(WP+ketel) 1,3
Systeem F
SPFSysteem(WP+el.heater) 0,8
6000
5000
4000
3000
2000
1000
0P_ v
erw
arm
ers
(W)
Tem
per
atu
ur
in °
C
0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000
50
40
30
20
10
0
-10
-20
P_verwarmers (W) gedurende het jaar T_buiten, T_aanvoer en T_retour gedurende het jaar
TotaalvermogenWP vermogenT buitenT aanvoerT retour
Tijd (uren)
- 38 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 39 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw
Lucht/waterwarmtepompC/Gheeftduidelijkeenmindervermogenvanwegehetbeperktedebietvandeventilatie.Dezeisvastgesteldop150m³/uurvooralletypenwoningen.Tegenoverhetbeperktedebiet(tenopzichtvanbuitenluchtsystemen)staateengunstigereCOPvanwegedehogereluchttemperatuurvandezewarmtebron.Doorgebruiktemakenvandeventilatieluchtiswarmteterugwinninguitdeventilatieluchtnietmeermogelijkindewoning.Indesimulatieisdezewarmtepompinstaattemperaturenteleverentot55°C.Figuur22enfiguur23tonenderesultatenvoorditsysteem.
Figuur 22 Lucht/water warmtepompsysteem type C en G voor een 90/70 systeem en een warmtevraag van 59 GJ
Figuur 23 Lucht/water warmtepompsysteem type C en G voor een 40/30 systeem en een warmtevraag van 59 GJ
6000
5000
4000
3000
2000
1000
0P_ v
erw
arm
ers
(W)
Tem
per
atu
ur
in °
C
0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000
50
40
30
20
10
0
-10
-20
P_verwarmers (W) gedurende het jaar T_buiten, T_aanvoer en T_retour gedurende het jaar
TotaalvermogenWP vermogenT buitenT aanvoerT retour
Tijd (uren)
Systeem C/G Totalewarmtevraagwoning 40000 MJOntwerpvermogenradiatoren 5,25 kWOntwerpvermogencondensor 0,98 kWFbron 150 m³/hrTmax_wp 55 °COpp.Woning(Ag) 80 m²T_aanvoernom 40 °CdT_nom 10 Kradiotorconstante 1,10Max.benodigdtotaalvermogen 4,37 kWBijschakelvermogenHR+ketel 3,39 kWBetafactor(Pc,max/Ptct,max) 23%Gammafactor(Ptot,max/Prad,max) 83%Dekkingsgraadwarmtepomp 50%
Systeem C SPFSysteem(WP+ketel) 1,67
Systeem G
SPFSysteem(WP+el.heater) 1,63
6000
5000
4000
3000
2000
1000
0P_ v
erw
arm
ers
(W)
Tem
per
atu
ur
in °
C
0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000
100
80
60
40
20
0
-20
-40
P_verwarmers (W) gedurende het jaar T_buiten, T_aanvoer en T_retour gedurende het jaar
TotaalvermogenWP vermogenT buitenT aanvoerT retour
Tijd (uren)
Systeem C/G Totalewarmtevraagwoning 40000 MJOntwerpvermogenradiatoren 5,25 kWOntwerpvermogencondensor 0,98 kWFbron 150 m³/hrTmax_wp 55 °COpp.Woning(Ag) 80 m²T_ aanvoernom 90 °Cd T_nom 20 Kradiotorconstante 1,30Max.benodigdtotaalvermogen 4,37 kWBijschakelvermogenHR+ketel 3,39 kWBetafactor(Pc,max/Ptct,max) 23%Gammafactor(Ptot,max/Prad,max) 83%Dekkingsgraadwarmtepomp 32%
Systeem C SPFSysteem(WP+ketel) 1,1
Systeem G
SPFSysteem(WP+el.heater) 0,6
Lucht/waterwarmtepompD/HheefteenhogervermogendansysteemC/Gomdathetdeelsopdebuitenlucht(3/4)endeelsopdeventilatielucht(1/4)opereert.SysteemD/Hheefthiermeedemogelijkheidomzowelgebruiktemakenvanderelatiefhogeventilatietemperatuur(ditbetekentdatookhierwarmteterugwinningnietmeermogelijkis).Hetdebietoverdeverdamperwordtop600m³/uurvastgezet,waarbijbinnenluchtenbuitenluchtmengenendaarmeedeverdampertemperatuurvastleggen.OpbasisvandemengtemperatuurkandeCOPperbedrijfsconditiebepaaldworden.Demaximalecondensortemperatuurisgesteldop50°C.Figuur7enfiguur8gevenaanhoehetsysteempresteertbijeen59GJruimteverwarmingingevalvaneenHTVeneenLTVsysteem.
Figuur 24 Lucht/water warmtepompsysteem D / H voor een 90/70 systeem en een warmtevraag van 59 GJ
Figuur 25 Lucht/water warmtepomp D + Hr-107 voor een 40/30 systeem en een warmtevraag van 59 GJ
6000
5000
4000
3000
2000
1000
0P_ v
erw
arm
ers
(W)
Tem
per
atu
ur
in °
C
0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000
100
80
60
40
20
0
-20
-40
P_verwarmers (W) gedurende het jaar T_buiten, T_aanvoer en T_retour gedurende het jaar
TotaalvermogenWP vermogenT buitenT aanvoerT retour
Tijd (uren)
6000
5000
4000
3000
2000
1000
0P_ v
erw
arm
ers
(W)
Tem
per
atu
ur
in °
C
0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000
50
40
30
20
10
0
-10
-20
P_verwarmers (W) gedurende het jaar T_buiten, T_aanvoer en T_retour gedurende het jaar
TotaalvermogenWP vermogenT buitenT aanvoerT retour
Tijd (uren)
Systeem D/H Totalewarmtevraagwoning 40000 MJOntwerpvermogenradiatoren 5,25 kWOntwerpvermogencondensor 1,89 kWFbron 600 m³/hrTmax_wp 50 °COpp.Woning(Ag) 80 m²T_ aanvoernom 90 °Cd T_nom 20 Kradiotorconstante 1,30Max.benodigdtotaalvermogen 4,37 kWBijschakelvermogenHR+ketel 2,48 kWBetafactor(Pc,max/Ptct,max) 41%Gammafactor(Ptot,max/Prad,max) 83%Dekkingsgraadwarmtepomp 33%
Systeem D SPFSysteem(WP+ketel) 1,1
Systeem H
SPFSysteem(WP+el.heater) 0,6
Systeem D/H Totalewarmtevraagwoning 40000 MJOntwerpvermogenradiatoren 5,25 kWOntwerpvermogencondensor 1,89 kWFbron 600 m³/hrTmax_wp 50 °COpp.Woning(Ag) 80 m²T_aanvoernom 40 °CdT_nom 10 Kradiotorconstante 1,10Max.benodigdtotaalvermogen 4,37 kWBijschakelvermogenHR+ketel 2,48 kWBetafactor(Pc,max/Ptct,max) 43%Gammafactor(Ptot,max/Prad,max) 83%Dekkingsgraadwarmtepomp 82%SPFWarmtepompinsysteem 3,90
Systeem D SPFSysteem(WP+ketel) 1,4
Systeem H
SPFSysteem(WP+el.heater) 0,9
- 40 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 41 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw
Vooriederwoningsegmentisvoordebeschrevenlucht/waterwarmtepompsystemenen5afgiftesystemendiegekarakteriseerdzijnopbasisvanTaanvoer[˚C]/Tretour [˚C]/radiatorconstante(90/70/1,3,70/50/1,3,50/40/1,1,40/30/1,1en30/25/1,05),hetenergieverbruikberekendbijgegevenwarmtevraagvoordeverschillendewoningtypenenzichtjaren.
Bijlage D Tapwater verwarming met lucht/water warmtepompen
SystemenvantypeA/EenC/Gwordenmomenteelinclusiefleveringvanwarmtapwateraandemarktgeleverd.VerondersteldwordtdateenHr-keteldanwelelektrischbijstookelementalsextravermogeningezetwordtomhettapwateropdegewenstetemperatuurvan60°Ctebrengen.
VoortypeA/Eisermomenteelgeengoedestatusweergegevenvoortapwaterverwarmingdoordefabrikanten.OndanksdezeafwezigheidaangegevenskanopbasisvandeNEN5128:2004,bijlageC,p156eengoedeschattinggemaaktwordenwatluchtwarmtepompeninEPNkunnengaanscoren.
VoortypeA/Esystemenisveronderstelddatervoldoendewarmtepompvermogenistoegevoegdaanhetruimteverwarmingssysteemzodataandewarmtapwatervraagkanwordenvoldaanzonderinteleverenaanruimteverwarmingscapaciteit.Opdezewijzebeschouwdkunnenweditextraaandeelaanwarmtevraagbezienalseenapartewarmteboiler.UitdebijlageCvanNEN5128:2004isaftelezendatSPFsysteem-waarden voor warmtepompen voor tapwaterverwarmingwordenbepaalddoordeprestatiestetestenbijbrontemperaturenbij5˚Cmetdebodemalsbron,10˚Cmetgrondwateralsbronen7˚Cmetdebuitenluchtalsbron.Aandeafgiftezijdewordteentapwaterpatroongeëistconformdeaangegeventabellen,afhankelijkvandegeëisteCWklasse.
OpbasisvandezeaangereiktemeetmethodekanwordenvastgestelddatdeSPFsysteem waarden vooreenlucht/waterwarmtepompvoortapwaterverwarmingligttussendievaneenwarmte-pompboilermeteenbodembroneneengrondwaterbron.Indienwehetenergieverbruikperopgenomen energie-eenheid over de verdamper voor de luchtbron gelijk veronderstellen als die vooreenwater-danwelbodembrondankunnendelucht/waterwarmtepompboilerbenaderendoorlineaireinterpolatieals:SPFsysteem,bodem +(2/5)*[SPFsysteem, grondwater–SPFsysteem, bodem ].
Omdat voor veel warmtepompboilers de SPFsysteemwaardenbepaaldzijningevalvanbodemdanwel grondwater is af te schatten dat de SPFsysteem-waardenvandelucht/waterwarmtepomp-boilergemiddeld2,1bedraagt.
HetverloopindejarenvandezeSPFsysteemwaardenisgelijkalsaangevenintabel6(zieparagraaf2.2.4).
VoorsysteemC/Gisdesituatieingewikkelder.Hierbijwordtventilatieluchtingezetomhetboilervatteverwarmen.Ingevalervoldoendeventilatieluchtvoorradigis,ishetmogelijkommeteenSPFvan3,5hetboilervattevoorzienvanverwarmdtapwater.Echterdeventilatieluchtisvastgezetop150m³/uurvoorallewoningtypen.Omdatervoorrangverleendwordtaandeinzetvandezeventilatieluchtvoorruimteverwarming(gunstigereCOPbijLTV)moetergekekenworden in welke mate de Hr-ketel extra bij moet springen om het tapwater op juiste temperatuurtebrengen.
- 42 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 43 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw
Bijlage E Karakteristieken hybride lucht/water warmtepomp voor verschillende woningsegmenten en zichtjaren
Opdevolgendepagina’swordtperwoningtype,bouwjaarperiodeenzichtjaareenoverzichtgegevenvandebelangrijkstekarakteristiekenvandehybridelucht/waterwarmtepomp.Voordeverschillendetypenlucht/waterwarmtepompen,typeA,B,C,DmetgasbijstookentypeE,F,G,Hmetelektrischebijstook(zieBijlageC),ende5afgiftesystemen(90/70,70/50,50/40,40/30,30/25).Dezebelangrijkstekarakteristiekenzijn:•hetthermischvermogenvandewarmtepomp;•dedekkingsgraadvandewarmtepomp;•deSPFvanhetsysteem(WP+bijstook,eveneensincl.hulpenergie;cijfersoponderwaarde).
Tabel11geeftaaninwelkematehetbijstookelementdetapwaterverwarmingverzorgdafhankelijkvandewarmtevraagvandewoning.DezeberekeningisbepaaldopbasisvaneenCW4klasse.Ingevalvanelektrischebijstookwordtgerekendmeteenopwekkingsrendementvan100%,voorgasbijstookwordtgerekendmetdewaardenzoalsaangegeveninparagraaf2.3.1.VoorhetwarmtepompdeelkangerekendwordenmeteenSPFsysteem voortapwaterverwarmingvan3,5.DezeSPFsysteem waarde verandert in de loop der jaren volgens deintabel9(zieparagraaf2.2.4)aangegevenpercentages.
DetabelbetreftdesituatievooreentypeC/Gsysteem,waarbijventilatieluchtwordtingezetalsbron.
Tabel 11 Mate van inzet van alleen de Hr- ketel / elektrische bijstook voor tapwatervoorziening
(CW4 klasse) in % van de tapwaterbehoefte op jaarbasis.
Jaar
lijks
eru
imte
war
mte
vraa
g(
GJ)
Syst
eem
C/G
,90/
70,n
=1
,3
Syst
eem
C/G
,70/
50,n
=1
,3
Syst
eem
C/G
,50/
40,n
=1
,1
Syst
eem
C/G
,40/
30,,
n=
1,1
Sys
teem
C/G
,30/
25,n
=1
,05
60 45% 65% 69% 69% 69%50 45% 65% 68% 68% 68%40 44% 64% 68% 68% 68%30 43% 64% 67% 67% 67%20 41% 62% 65% 65% 65%10 33% 53% 57% 57% 57%
- 44 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 45 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw
Eigenschappen van de lucht/water warmtepomp in combinatie Hr-ketel (type A, B, C, D) of elektrische bijstook (type E,F,G,H) in 2 onder 1 kapwoningen
Zichtjaar
Bouwjaar
Systeem:
90/70, n = 1,3
70/50, n = 1,3
50/40, n = 1,1
40/30, ,n = 1,1
30/25, n = 1,05
90/70, n = 1,3
70/50, n = 1,3
50/40, n = 1,1
40/30, ,n = 1,1
30/25, n = 1,05
90/70, n = 1,3
70/50, n = 1,3
50/40, n = 1,1
40/30, ,n = 1,1
30/25, n = 1,05
90/70, n = 1,3
70/50, n = 1,3
50/40, n = 1,1
40/30, ,n = 1,1
30/25, n = 1,05
Type:AA
AA
AB
BB
BB
CC
CC
CD
DD
DD
2010-1930
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
3.283.28
3.283.28
3.283.28
3.283.28
3.283.28
0.970.97
0.970.97
0.971.85
1.851.85
1.851.85
2010-1930
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.41
0.870.99
0.990.99
0.410.55
0.550.55
0.550.37
0.490.49
0.490.49
0.400.74
0.810.81
0.812010
-1930S
PF systeem
1.141.35
1.621.77
1.871.14
1.261.33
1.361.38
1.181.30
1.341.35
1.361.16
1.381.56
1.631.68
20101931-1959
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
3.033.03
3.033.03
3.033.03
3.033.03
3.033.03
0.970.97
0.970.97
0.971.85
1.851.85
1.851.85
20101931-1959
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.41
0.800.99
0.990.99
0.410.55
0.550.55
0.550.37
0.520.53
0.530.53
0.410.72
0.840.84
0.842010
1931-1959S
PF systeem
1.131.32
1.601.74
1.851.13
1.251.32
1.351.37
1.171.31
1.361.38
1.391.15
1.361.58
1.661.72
20101960-1980
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
3.123.12
3.123.12
3.123.12
3.123.12
3.123.12
0.970.97
0.970.97
0.971.85
1.851.85
1.851.85
20101960-1980
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.41
0.800.99
0.990.99
0.410.55
0.550.55
0.550.36
0.500.52
0.520.52
0.410.71
0.830.83
0.832010
1960-1980S
PF systeem
1.141.33
1.601.75
1.861.14
1.251.32
1.351.37
1.171.30
1.351.37
1.381.15
1.351.57
1.651.71
20101981-1995
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
2.052.05
2.052.05
2.052.05
2.052.05
2.052.05
0.970.97
0.970.97
0.971.85
1.851.85
1.851.85
20101981-1995
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.33
0.740.99
0.990.99
0.330.55
0.550.55
0.550.48
0.700.72
0.720.72
0.330.74
0.980.98
0.982010
1981-1995S
PF systeem
1.071.25
1.521.66
1.761.07
1.201.26
1.291.31
1.191.41
1.511.54
1.571.08
1.311.62
1.751.84
2020-1930
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
2.952.95
2.952.95
2.952.95
2.952.95
2.952.95
0.950.95
0.950.95
0.951.78
1.781.78
1.781.78
2020-1930
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.55
0.940.99
0.990.99
0.550.55
0.550.55
0.550.44
0.530.53
0.530.53
0.530.81
0.840.84
0.842020
-1930S
PF systeem
1.231.49
1.781.91
2.011.23
1.301.36
1.391.40
1.251.36
1.401.41
1.421.25
1.511.69
1.771.82
20201931-1959
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
2.792.79
2.792.79
2.792.79
2.792.79
2.792.79
0.950.95
0.950.95
0.951.78
1.781.78
1.781.78
20201931-1959
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.47
0.900.99
0.990.99
0.470.55
0.550.55
0.550.44
0.550.56
0.560.56
0.470.81
0.860.86
0.862020
1931-1959S
PF systeem
1.191.45
1.751.89
1.991.19
1.291.35
1.381.39
1.241.37
1.421.44
1.451.21
1.491.70
1.791.85
20201960-1980
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
2.872.87
2.872.87
2.872.87
2.872.87
2.872.87
0.950.95
0.950.95
0.951.78
1.781.78
1.781.78
20201960-1980
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.47
0.900.99
0.990.99
0.470.55
0.550.55
0.550.40
0.540.54
0.540.54
0.470.80
0.850.85
0.852020
1960-1980S
PF systeem
1.191.45
1.751.89
2.001.19
1.291.36
1.381.40
1.221.36
1.411.43
1.441.21
1.481.69
1.771.83
20201981-1995
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
1.891.89
1.891.89
1.891.89
1.891.89
1.891.89
0.950.95
0.950.95
0.951.78
1.781.78
1.781.78
20201981-1995
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.41
0.870.99
0.990.99
0.410.55
0.550.55
0.550.54
0.740.75
0.750.75
0.410.87
0.980.98
0.982020
1981-1995S
PF systeem
SP
F systeem1.11
1.371.65
1.781.88
1.111.23
1.291.32
1.331.26
1.511.60
1.641.66
1.131.46
1.761.89
1.98Type:E
EE
EE
FF
FF
FG
GG
GG
HH
HH
H2010
-1930N
om. verm
ogen Pcond.(kW
)3.28
3.283.28
3.283.28
3.283.28
3.283.28
3.280.97
0.970.97
0.970.97
1.851.85
1.851.85
1.852010
-1930D
ekkingsgraad warm
tepomp
0.410.87
0.990.99
0.990.41
0.550.55
0.550.55
0.370.49
0.490.49
0.490.40
0.740.81
0.810.81
2010-1930
SP
F systeem0.69
1.181.66
1.811.92
0.690.81
0.840.85
0.860.68
0.790.81
0.810.82
0.691.03
1.231.27
1.312010
1931-1959N
om. verm
ogen Pcond.(kW
)3.03
3.033.03
3.033.03
3.033.03
3.033.03
3.030.97
0.970.97
0.970.97
1.851.85
1.851.85
1.852010
1931-1959D
ekkingsgraad warm
tepomp
0.410.80
0.990.99
0.990.41
0.550.55
0.550.55
0.370.52
0.530.53
0.530.41
0.720.84
0.840.84
20101931-1959
SP
F systeem0.69
1.071.64
1.791.91
0.690.81
0.840.85
0.860.68
0.810.84
0.850.85
0.691.01
1.301.36
1.402010
1960-1980N
om. verm
ogen Pcond.(kW
)3.12
3.123.12
3.123.12
3.123.12
3.123.12
3.120.97
0.970.97
0.970.97
1.851.85
1.851.85
1.852010
1960-1980D
ekkingsgraad warm
tepomp
0.410.80
0.990.99
0.990.41
0.550.55
0.550.55
0.360.50
0.520.52
0.520.41
0.710.83
0.830.83
20101960-1980
SP
F systeem0.69
1.071.64
1.791.91
0.690.81
0.840.85
0.860.68
0.800.83
0.840.84
0.691.00
1.281.33
1.372010
1981-1995N
om. verm
ogen Pcond.(kW
)2.05
2.052.05
2.052.05
2.052.05
2.052.05
2.050.97
0.970.97
0.970.97
1.851.85
1.851.85
1.852010
1981-1995D
ekkingsgraad warm
tepomp
0.330.74
0.990.99
0.990.33
0.550.55
0.550.55
0.480.70
0.720.72
0.720.33
0.740.98
0.980.98
20101981-1995
SP
F systeem0.64
0.981.58
1.741.85
0.640.80
0.830.84
0.850.76
1.021.10
1.121.14
0.641.01
1.661.79
1.892020
-1930N
om. verm
ogen Pcond.(kW
)2.95
2.952.95
2.952.95
2.952.95
2.952.95
2.950.95
0.950.95
0.950.95
1.781.78
1.781.78
1.782020
-1930D
ekkingsgraad warm
tepomp
0.550.94
0.990.99
0.990.55
0.550.55
0.550.55
0.440.53
0.530.53
0.530.53
0.810.84
0.840.84
2020-1930
SP
F systeem0.80
1.411.83
1.972.08
0.800.83
0.860.87
0.870.75
0.840.86
0.860.87
0.801.20
1.371.42
1.462020
1931-1959N
om. verm
ogen Pcond.(kW
)2.79
2.792.79
2.792.79
2.792.79
2.792.79
2.790.95
0.950.95
0.950.95
1.781.78
1.781.78
1.782020
1931-1959D
ekkingsgraad warm
tepomp
0.470.90
0.990.99
0.990.47
0.550.55
0.550.55
0.440.55
0.560.56
0.560.47
0.810.86
0.860.86
20201931-1959
SP
F systeem0.74
1.321.80
1.952.06
0.740.83
0.860.86
0.870.74
0.870.89
0.900.90
0.751.20
1.441.50
1.542020
1960-1980N
om. verm
ogen Pcond.(kW
)2.87
2.872.87
2.872.87
2.872.87
2.872.87
2.870.95
0.950.95
0.950.95
1.781.78
1.781.78
1.782020
1960-1980D
ekkingsgraad warm
tepomp
0.470.90
0.990.99
0.990.47
0.550.55
0.550.55
0.400.54
0.540.54
0.540.47
0.800.85
0.850.85
20201960-1980
SP
F systeem0.74
1.321.80
1.962.07
0.740.83
0.860.87
0.870.72
0.850.87
0.880.88
0.751.18
1.401.46
1.502020
1981-1995N
om. verm
ogen Pcond.(kW
)1.89
1.891.89
1.891.89
1.891.89
1.891.89
1.890.95
0.950.95
0.950.95
1.781.78
1.781.78
1.782020
1981-1995D
ekkingsgraad warm
tepomp
0.410.87
0.990.99
0.990.41
0.550.55
0.550.55
0.540.74
0.750.75
0.750.41
0.870.98
0.980.98
20201981-1995
SP
F systeem0.69
1.211.73
1.881.99
0.690.82
0.840.85
0.860.83
1.131.20
1.221.23
0.701.28
1.841.98
2.08
ZichtjaarZichtjaarZichtjaar
BouwjaarBouwjaarBouwjaar
Systeem:
Systeem:
Systeem:
90/70, n = 1,3 90/70, n = 1,3 90/70, n = 1,3
70/50, n = 1,3 70/50, n = 1,3 70/50, n = 1,3
50/40, n = 1,1 50/40, n = 1,1 50/40, n = 1,1
40/30, ,n = 1,1 40/30, ,n = 1,1 40/30, ,n = 1,1
30/25, n = 1,05 30/25, n = 1,05 30/25, n = 1,05
90/70, n = 1,3 90/70, n = 1,3 90/70, n = 1,3
70/50, n = 1,3 70/50, n = 1,3 70/50, n = 1,3
50/40, n = 1,1 50/40, n = 1,1 50/40, n = 1,1
40/30, ,n = 1,1 40/30, ,n = 1,1 40/30, ,n = 1,1
30/25, n = 1,05 30/25, n = 1,05 30/25, n = 1,05
90/70, n = 1,3 90/70, n = 1,3 90/70, n = 1,3
70/50, n = 1,3 70/50, n = 1,3 70/50, n = 1,3
50/40, n = 1,1 50/40, n = 1,1 50/40, n = 1,1
40/30, ,n = 1,1 40/30, ,n = 1,1 40/30, ,n = 1,1
30/25, n = 1,05 30/25, n = 1,05 30/25, n = 1,05
90/70, n = 1,3 90/70, n = 1,3 90/70, n = 1,3
70/50, n = 1,3 70/50, n = 1,3 70/50, n = 1,3
50/40, n = 1,1 50/40, n = 1,1 50/40, n = 1,1
40/30, ,n = 1,1 40/30, ,n = 1,1 40/30, ,n = 1,1
30/25, n = 1,05 30/25, n = 1,05 30/25, n = 1,05Type:Type:Type:AAA
AAAAAA
AAAAAA
BBBBBB
BBBBBB
BBBCCC
CCCCCC
CCCCCC
DDDDDD
DDDDDD
DDD201020102010
-1930-1930-1930
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
0.970.970.97
0.970.970.97
0.970.970.97
0.970.970.97
0.970.970.97
1.851.851.85
1.851.851.85
1.851.851.85
1.851.851.85
1.851.851.85
201020102010
-1930-1930-1930
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.410.410.41
0.800.800.80
0.990.990.99
0.990.990.99
0.990.990.99
0.410.410.41
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.260.260.26
0.370.370.37
0.370.370.37
0.370.370.37
0.370.370.37
0.360.360.36
0.570.570.57
0.660.660.66
0.660.660.66
0.660.660.66
201020102010
-1930-1930-1930
SP
F systeem1.141.141.14
1.341.341.34
1.611.611.61
1.761.761.76
1.871.871.87
1.141.141.14
1.261.261.26
1.331.331.33
1.361.361.36
1.381.381.38
1.121.121.12
1.201.201.20
1.231.231.23
1.241.241.24
1.251.251.25
1.141.141.14
1.281.281.28
1.411.411.41
1.461.461.46
1.491.491.49
201020102010
1931-19591931-19591931-1959
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
3.853.853.85
3.853.853.85
3.853.853.85
3.853.853.85
3.853.853.85
3.853.853.85
3.853.853.85
3.853.853.85
3.853.853.85
3.853.853.85
0.970.970.97
0.970.970.97
0.970.970.97
0.970.970.97
0.970.970.97
1.851.851.85
1.851.851.85
1.851.851.85
1.851.851.85
1.851.851.85
201020102010
1931-19591931-19591931-1959
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.410.410.41
0.800.800.80
0.990.990.99
0.990.990.99
0.990.990.99
0.410.410.41
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.300.300.30
0.420.420.42
0.430.430.43
0.430.430.43
0.430.430.43
0.380.380.38
0.630.630.63
0.730.730.73
0.730.730.73
0.730.730.73
201020102010
1931-19591931-19591931-1959
SP
F systeem1.131.131.13
1.321.321.32
1.591.591.59
1.741.741.74
1.841.841.84
1.131.131.13
1.241.241.24
1.311.311.31
1.341.341.34
1.361.361.36
1.131.131.13
1.231.231.23
1.261.261.26
1.271.271.27
1.281.281.28
1.131.131.13
1.301.301.30
1.461.461.46
1.521.521.52
1.561.561.56
201020102010
1960-19801960-19801960-1980
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
0.970.970.97
0.970.970.97
0.970.970.97
0.970.970.97
0.970.970.97
1.851.851.85
1.851.851.85
1.851.851.85
1.851.851.85
1.851.851.85
201020102010
1960-19801960-19801960-1980
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.410.410.41
0.800.800.80
0.990.990.99
0.990.990.99
0.990.990.99
0.410.410.41
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.260.260.26
0.370.370.37
0.370.370.37
0.370.370.37
0.370.370.37
0.360.360.36
0.570.570.57
0.660.660.66
0.660.660.66
0.660.660.66
201020102010
1960-19801960-19801960-1980
SP
F systeem1.141.141.14
1.331.331.33
1.611.611.61
1.761.761.76
1.871.871.87
1.141.141.14
1.261.261.26
1.331.331.33
1.361.361.36
1.381.381.38
1.121.121.12
1.201.201.20
1.231.231.23
1.241.241.24
1.251.251.25
1.131.131.13
1.281.281.28
1.411.411.41
1.461.461.46
1.491.491.49
201020102010
1981-19951981-19951981-1995
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
2.712.712.71
2.712.712.71
2.712.712.71
2.712.712.71
2.712.712.71
2.712.712.71
2.712.712.71
2.712.712.71
2.712.712.71
2.712.712.71
0.970.970.97
0.970.970.97
0.970.970.97
0.970.970.97
0.970.970.97
1.851.851.85
1.851.851.85
1.851.851.85
1.851.851.85
1.851.851.85
201020102010
1981-19951981-19951981-1995
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.330.330.33
0.740.740.74
0.990.990.99
0.990.990.99
0.990.990.99
0.330.330.33
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.400.400.40
0.560.560.56
0.580.580.58
0.580.580.58
0.580.580.58
0.330.330.33
0.710.710.71
0.890.890.89
0.890.890.89
0.890.890.89
201020102010
1981-19951981-19951981-1995
SP
F systeem1.071.071.07
1.251.251.25
1.511.511.51
1.651.651.65
1.761.761.76
1.071.071.07
1.191.191.19
1.261.261.26
1.291.291.29
1.311.311.31
1.141.141.14
1.291.291.29
1.351.351.35
1.371.371.37
1.391.391.39
1.081.081.08
1.291.291.29
1.541.541.54
1.641.641.64
1.711.711.71
202020202020
-1930-1930-1930
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
4.024.024.02
4.024.024.02
4.024.024.02
4.024.024.02
4.024.024.02
4.024.024.02
4.024.024.02
4.024.024.02
4.024.024.02
4.024.024.02
0.950.950.95
0.950.950.95
0.950.950.95
0.950.950.95
0.950.950.95
1.781.781.78
1.781.781.78
1.781.781.78
1.781.781.78
1.781.781.78
202020202020
-1930-1930-1930
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.470.470.47
0.900.900.90
0.990.990.99
0.990.990.99
0.990.990.99
0.470.470.47
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.320.320.32
0.400.400.40
0.400.400.40
0.400.400.40
0.400.400.40
0.420.420.42
0.650.650.65
0.690.690.69
0.690.690.69
0.690.690.69
202020202020
-1930-1930-1930
SP
F systeem1.201.201.20
1.471.471.47
1.771.771.77
1.911.911.91
2.022.022.02
1.201.201.20
1.301.301.30
1.361.361.36
1.391.391.39
1.411.411.41
1.161.161.16
1.241.241.24
1.271.271.27
1.281.281.28
1.281.281.28
1.191.191.19
1.381.381.38
1.501.501.50
1.551.551.55
1.581.581.58
202020202020
1931-19591931-19591931-1959
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
3.613.613.61
3.613.613.61
3.613.613.61
3.613.613.61
3.613.613.61
3.613.613.61
3.613.613.61
3.613.613.61
3.613.613.61
3.613.613.61
0.950.950.95
0.950.950.95
0.950.950.95
0.950.950.95
0.950.950.95
1.781.781.78
1.781.781.78
1.781.781.78
1.781.781.78
1.781.781.78
202020202020
1931-19591931-19591931-1959
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.470.470.47
0.900.900.90
0.990.990.99
0.990.990.99
0.990.990.99
0.470.470.47
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.330.330.33
0.440.440.44
0.440.440.44
0.440.440.44
0.440.440.44
0.440.440.44
0.700.700.70
0.740.740.74
0.740.740.74
0.740.740.74
202020202020
1931-19591931-19591931-1959
SP
F systeem1.181.181.18
1.441.441.44
1.731.731.73
1.881.881.88
1.991.991.99
1.181.181.18
1.291.291.29
1.351.351.35
1.371.371.37
1.391.391.39
1.161.161.16
1.261.261.26
1.291.291.29
1.311.311.31
1.311.311.31
1.181.181.18
1.401.401.40
1.541.541.54
1.601.601.60
1.641.641.64
202020202020
1960-19801960-19801960-1980
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
4.104.104.10
4.104.104.10
4.104.104.10
4.104.104.10
4.104.104.10
4.104.104.10
4.104.104.10
4.104.104.10
4.104.104.10
4.104.104.10
0.950.950.95
0.950.950.95
0.950.950.95
0.950.950.95
0.950.950.95
1.781.781.78
1.781.781.78
1.781.781.78
1.781.781.78
1.781.781.78
202020202020
1960-19801960-19801960-1980
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.470.470.47
0.900.900.90
0.990.990.99
0.990.990.99
0.990.990.99
0.470.470.47
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.300.300.30
0.390.390.39
0.390.390.39
0.390.390.39
0.390.390.39
0.410.410.41
0.640.640.64
0.680.680.68
0.680.680.68
0.680.680.68
202020202020
1960-19801960-19801960-1980
SP
F systeem1.201.201.20
1.461.461.46
1.761.761.76
1.911.911.91
2.022.022.02
1.201.201.20
1.301.301.30
1.361.361.36
1.391.391.39
1.411.411.41
1.151.151.15
1.241.241.24
1.261.261.26
1.271.271.27
1.281.281.28
1.181.181.18
1.371.371.37
1.491.491.49
1.541.541.54
1.571.571.57
202020202020
1981-19951981-19951981-1995
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
2.462.462.46
2.462.462.46
2.462.462.46
2.462.462.46
2.462.462.46
2.462.462.46
2.462.462.46
2.462.462.46
2.462.462.46
2.462.462.46
0.950.950.95
0.950.950.95
0.950.950.95
0.950.950.95
0.950.950.95
1.781.781.78
1.781.781.78
1.781.781.78
1.781.781.78
1.781.781.78
202020202020
1981-19951981-19951981-1995
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.410.410.41
0.870.870.87
0.990.990.99
0.990.990.99
0.990.990.99
0.410.410.41
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.460.460.46
0.610.610.61
0.620.620.62
0.620.620.62
0.620.620.62
0.410.410.41
0.820.820.82
0.910.910.91
0.910.910.91
0.910.910.91
202020202020
1981-19951981-19951981-1995
SP
F systeem1.111.111.11
1.361.361.36
1.641.641.64
1.781.781.78
1.871.871.87
1.111.111.11
1.231.231.23
1.291.291.29
1.311.311.31
1.331.331.33
1.201.201.20
1.361.361.36
1.421.421.42
1.441.441.44
1.451.451.45
1.131.131.13
1.421.421.42
1.671.671.67
1.761.761.76
1.831.831.83
Type:Type:Type:EEE
EEEEEE
EEEEEE
FFFFFF
FFFFFF
FFFGGG
GGGGGG
GGGGGG
HHHHHH
HHHHHH
HHH201020102010
-1930-1930-1930
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
0.970.970.97
0.970.970.97
0.970.970.97
0.970.970.97
0.970.970.97
1.851.851.85
1.851.851.85
1.851.851.85
1.851.851.85
1.851.851.85
201020102010
-1930-1930-1930
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.410.410.41
0.800.800.80
0.990.990.99
0.990.990.99
0.990.990.99
0.410.410.41
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.260.260.26
0.370.370.37
0.370.370.37
0.370.370.37
0.370.370.37
0.360.360.36
0.570.570.57
0.660.660.66
0.660.660.66
0.660.660.66
201020102010
-1930-1930-1930
SP
F systeem0.690.690.69
1.071.071.07
1.651.651.65
1.801.801.80
1.921.921.92
0.690.690.69
0.810.810.81
0.840.840.84
0.850.850.85
0.860.860.86
0.620.620.62
0.690.690.69
0.700.700.70
0.710.710.71
0.710.710.71
0.660.660.66
0.840.840.84
0.970.970.97
0.990.990.99
1.001.001.00
201020102010
1931-19591931-19591931-1959
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
3.853.853.85
3.853.853.85
3.853.853.85
3.853.853.85
3.853.853.85
3.853.853.85
3.853.853.85
3.853.853.85
3.853.853.85
3.853.853.85
0.970.970.97
0.970.970.97
0.970.970.97
0.970.970.97
0.970.970.97
1.851.851.85
1.851.851.85
1.851.851.85
1.851.851.85
1.851.851.85
201020102010
1931-19591931-19591931-1959
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.410.410.41
0.800.800.80
0.990.990.99
0.990.990.99
0.990.990.99
0.410.410.41
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.300.300.30
0.420.420.42
0.430.430.43
0.430.430.43
0.430.430.43
0.380.380.38
0.630.630.63
0.730.730.73
0.730.730.73
0.730.730.73
201020102010
1931-19591931-19591931-1959
SP
F systeem0.690.690.69
1.071.071.07
1.631.631.63
1.791.791.79
1.901.901.90
0.690.690.69
0.810.810.81
0.840.840.84
0.850.850.85
0.860.860.86
0.640.640.64
0.730.730.73
0.740.740.74
0.750.750.75
0.750.750.75
0.680.680.68
0.900.900.90
1.071.071.07
1.101.101.10
1.121.121.12
201020102010
1960-19801960-19801960-1980
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
4.434.434.43
0.970.970.97
0.970.970.97
0.970.970.97
0.970.970.97
0.970.970.97
1.851.851.85
1.851.851.85
1.851.851.85
1.851.851.85
1.851.851.85
201020102010
1960-19801960-19801960-1980
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.410.410.41
0.800.800.80
0.990.990.99
0.990.990.99
0.990.990.99
0.410.410.41
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.260.260.26
0.370.370.37
0.370.370.37
0.370.370.37
0.370.370.37
0.360.360.36
0.570.570.57
0.660.660.66
0.660.660.66
0.660.660.66
201020102010
1960-19801960-19801960-1980
SP
F systeem0.690.690.69
1.071.071.07
1.641.641.64
1.801.801.80
1.911.911.91
0.690.690.69
0.810.810.81
0.840.840.84
0.850.850.85
0.860.860.86
0.620.620.62
0.690.690.69
0.700.700.70
0.710.710.71
0.710.710.71
0.660.660.66
0.840.840.84
0.970.970.97
0.990.990.99
1.001.001.00
201020102010
1981-19951981-19951981-1995
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
2.712.712.71
2.712.712.71
2.712.712.71
2.712.712.71
2.712.712.71
2.712.712.71
2.712.712.71
2.712.712.71
2.712.712.71
2.712.712.71
0.970.970.97
0.970.970.97
0.970.970.97
0.970.970.97
0.970.970.97
1.851.851.85
1.851.851.85
1.851.851.85
1.851.851.85
1.851.851.85
201020102010
1981-19951981-19951981-1995
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.330.330.33
0.740.740.74
0.990.990.99
0.990.990.99
0.990.990.99
0.330.330.33
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.400.400.40
0.560.560.56
0.580.580.58
0.580.580.58
0.580.580.58
0.330.330.33
0.710.710.71
0.890.890.89
0.890.890.89
0.890.890.89
201020102010
1981-19951981-19951981-1995
SP
F systeem0.640.640.64
0.980.980.98
1.581.581.58
1.731.731.73
1.851.851.85
0.640.640.64
0.800.800.80
0.830.830.83
0.840.840.84
0.850.850.85
0.700.700.70
0.850.850.85
0.890.890.89
0.900.900.90
0.910.910.91
0.640.640.64
0.970.970.97
1.391.391.39
1.471.471.47
1.521.521.52
202020202020
-1930-1930-1930
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
4.024.024.02
4.024.024.02
4.024.024.02
4.024.024.02
4.024.024.02
4.024.024.02
4.024.024.02
4.024.024.02
4.024.024.02
4.024.024.02
0.950.950.95
0.950.950.95
0.950.950.95
0.950.950.95
0.950.950.95
1.781.781.78
1.781.781.78
1.781.781.78
1.781.781.78
1.781.781.78
202020202020
-1930-1930-1930
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.470.470.47
0.900.900.90
0.990.990.99
0.990.990.99
0.990.990.99
0.470.470.47
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.320.320.32
0.400.400.40
0.400.400.40
0.400.400.40
0.400.400.40
0.420.420.42
0.650.650.65
0.690.690.69
0.690.690.69
0.690.690.69
202020202020
-1930-1930-1930
SP
F systeem0.750.750.75
1.331.331.33
1.821.821.82
1.971.971.97
2.082.082.08
0.750.750.75
0.830.830.83
0.860.860.86
0.870.870.87
0.870.870.87
0.660.660.66
0.720.720.72
0.730.730.73
0.730.730.73
0.740.740.74
0.710.710.71
0.950.950.95
1.051.051.05
1.071.071.07
1.081.081.08
202020202020
1931-19591931-19591931-1959
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
3.613.613.61
3.613.613.61
3.613.613.61
3.613.613.61
3.613.613.61
3.613.613.61
3.613.613.61
3.613.613.61
3.613.613.61
3.613.613.61
0.950.950.95
0.950.950.95
0.950.950.95
0.950.950.95
0.950.950.95
1.781.781.78
1.781.781.78
1.781.781.78
1.781.781.78
1.781.781.78
202020202020
1931-19591931-19591931-1959
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.470.470.47
0.900.900.90
0.990.990.99
0.990.990.99
0.990.990.99
0.470.470.47
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.330.330.33
0.440.440.44
0.440.440.44
0.440.440.44
0.440.440.44
0.440.440.44
0.700.700.70
0.740.740.74
0.740.740.74
0.740.740.74
202020202020
1931-19591931-19591931-1959
SP
F systeem0.740.740.74
1.311.311.31
1.791.791.79
1.941.941.94
2.062.062.06
0.740.740.74
0.830.830.83
0.850.850.85
0.860.860.86
0.870.870.87
0.660.660.66
0.750.750.75
0.760.760.76
0.770.770.77
0.770.770.77
0.720.720.72
1.011.011.01
1.141.141.14
1.171.171.17
1.191.191.19
202020202020
1960-19801960-19801960-1980
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
4.104.104.10
4.104.104.10
4.104.104.10
4.104.104.10
4.104.104.10
4.104.104.10
4.104.104.10
4.104.104.10
4.104.104.10
4.104.104.10
0.950.950.95
0.950.950.95
0.950.950.95
0.950.950.95
0.950.950.95
1.781.781.78
1.781.781.78
1.781.781.78
1.781.781.78
1.781.781.78
202020202020
1960-19801960-19801960-1980
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.470.470.47
0.900.900.90
0.990.990.99
0.990.990.99
0.990.990.99
0.470.470.47
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.300.300.30
0.390.390.39
0.390.390.39
0.390.390.39
0.390.390.39
0.410.410.41
0.640.640.64
0.680.680.68
0.680.680.68
0.680.680.68
202020202020
1960-19801960-19801960-1980
SP
F systeem0.740.740.74
1.321.321.32
1.801.801.80
1.961.961.96
2.082.082.08
0.740.740.74
0.830.830.83
0.860.860.86
0.870.870.87
0.870.870.87
0.640.640.64
0.710.710.71
0.720.720.72
0.730.730.73
0.730.730.73
0.710.710.71
0.940.940.94
1.031.031.03
1.051.051.05
1.071.071.07
202020202020
1981-19951981-19951981-1995
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
2.462.462.46
2.462.462.46
2.462.462.46
2.462.462.46
2.462.462.46
2.462.462.46
2.462.462.46
2.462.462.46
2.462.462.46
2.462.462.46
0.950.950.95
0.950.950.95
0.950.950.95
0.950.950.95
0.950.950.95
1.781.781.78
1.781.781.78
1.781.781.78
1.781.781.78
1.781.781.78
202020202020
1981-19951981-19951981-1995
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.410.410.41
0.870.870.87
0.990.990.99
0.990.990.99
0.990.990.99
0.410.410.41
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.550.550.55
0.460.460.46
0.610.610.61
0.620.620.62
0.620.620.62
0.620.620.62
0.410.410.41
0.820.820.82
0.910.910.91
0.910.910.91
0.910.910.91
202020202020
1981-19951981-19951981-1995
SP
F systeem0.690.690.69
1.211.211.21
1.731.731.73
1.881.881.88
1.991.991.99
0.690.690.69
0.820.820.82
0.840.840.84
0.850.850.85
0.860.860.86
0.750.750.75
0.920.920.92
0.950.950.95
0.960.960.96
0.970.970.97
0.690.690.69
1.201.201.20
1.551.551.55
1.631.631.63
1.691.691.69
Eigenschappen van de lucht/water warmtepomp in combinatie met Hr-ketel (type A, B, C, D) of elektrische bijstook (type E,F,G,H) in vrijstaande woningen
- 46 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 47 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw
Eigenschappen van de lucht/water warmtepomp in combinatie met Hr-ketel (type A ,B, C, D) of elektrische bijstook (type E,F,G,H) in appartementen/meergezinswoningen
Zichtjaar
Bouwjaar
Systeem:
90/70, n = 1,3
70/50, n = 1,3
50/40, n = 1,1
40/30, ,n = 1,1
30/25, n = 1,05
90/70, n = 1,3
70/50, n = 1,3
50/40, n = 1,1
40/30, ,n = 1,1
30/25, n = 1,05
90/70, n = 1,3
70/50, n = 1,3
50/40, n = 1,1
40/30, ,n = 1,1
30/25, n = 1,05
90/70, n = 1,3
70/50, n = 1,3
50/40, n = 1,1
40/30, ,n = 1,1
30/25, n = 1,05
Type:AA
AA
AB
BB
BB
CC
CC
CD
DD
DD
2010-1930
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
2.872.87
2.872.87
2.872.87
2.872.87
2.872.87
0.970.97
0.970.97
0.971.85
1.851.85
1.851.85
2010-1930
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.41
0.800.99
0.990.99
0.410.55
0.550.55
0.550.38
0.540.55
0.550.55
0.410.74
0.870.87
0.872010
-1930S
PF systeem
1.171.37
1.671.83
1.941.17
1.291.37
1.401.42
1.221.38
1.441.46
1.481.19
1.421.67
1.771.84
20101931-1959
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
2.462.46
2.462.46
2.462.46
2.462.46
2.462.46
0.970.97
0.970.97
0.971.85
1.851.85
1.851.85
20101931-1959
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.33
0.800.99
0.990.99
0.330.55
0.550.55
0.550.43
0.610.63
0.630.63
0.330.78
0.930.93
0.932010
1931-1959S
PF systeem
1.141.36
1.641.80
1.921.14
1.281.36
1.391.41
1.241.44
1.521.55
1.571.15
1.421.71
1.841.93
20101960-1980
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
2.462.46
2.462.46
2.462.46
2.462.46
2.462.46
0.970.97
0.970.97
0.971.85
1.851.85
1.851.85
20101960-1980
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.41
0.870.99
0.990.99
0.410.55
0.550.55
0.550.43
0.610.63
0.630.63
0.410.83
0.930.93
0.932010
1960-1980S
PF systeem
1.171.37
1.661.81
1.931.17
1.291.36
1.391.41
1.251.44
1.521.55
1.571.18
1.451.72
1.841.93
20101981-1995
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
1.971.97
1.971.97
1.971.97
1.971.97
1.971.97
0.970.97
0.970.97
0.971.85
1.851.85
1.851.85
20101981-1995
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.41
0.800.99
0.990.99
0.410.55
0.550.55
0.550.49
0.720.74
0.740.74
0.410.80
0.980.98
0.982010
1981-1995S
PF systeem
1.151.34
1.621.78
1.891.15
1.271.34
1.371.39
1.271.53
1.641.68
1.711.17
1.421.75
1.892.00
2020-1930
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
2.622.62
2.622.62
2.622.62
2.622.62
2.622.62
0.950.95
0.950.95
0.951.78
1.781.78
1.781.78
2020-1930
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.47
0.900.99
0.990.99
0.470.55
0.550.55
0.550.46
0.580.58
0.580.58
0.470.83
0.890.89
0.892020
-1930S
PF systeem
1.241.52
1.841.99
2.111.24
1.351.41
1.441.46
1.311.47
1.521.54
1.561.26
1.581.83
1.932.00
20201931-1959
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
2.212.21
2.212.21
2.212.21
2.212.21
2.212.21
0.950.95
0.950.95
0.951.78
1.781.78
1.781.78
20201931-1959
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.47
0.900.99
0.990.99
0.470.55
0.550.55
0.550.52
0.660.67
0.670.67
0.470.88
0.950.95
0.952020
1931-1959S
PF systeem
1.221.50
1.811.97
2.081.22
1.331.40
1.421.44
1.351.55
1.621.65
1.671.25
1.601.89
2.022.11
20201960-1980
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
2.302.30
2.302.30
2.302.30
2.302.30
2.302.30
0.950.95
0.950.95
0.951.78
1.781.78
1.781.78
20201960-1980
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.47
0.900.99
0.990.99
0.470.55
0.550.55
0.550.51
0.640.65
0.650.65
0.470.87
0.940.94
0.942020
1960-1980S
PF systeem
1.231.50
1.821.97
2.091.23
1.331.40
1.431.44
1.341.53
1.601.63
1.651.25
1.591.88
2.002.09
20201981-1995
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
1.801.80
1.801.80
1.801.80
1.801.80
1.801.80
0.950.95
0.950.95
0.951.78
1.781.78
1.781.78
20201981-1995
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.47
0.900.99
0.990.99
0.470.55
0.550.55
0.550.59
0.760.77
0.770.77
0.470.90
0.990.99
0.992020
1981-1995S
PF systeem
SP
F systeem1.21
1.481.78
1.932.04
1.211.31
1.381.40
1.421.39
1.661.76
1.811.84
1.231.59
1.922.06
2.17Type:E
EE
EE
FF
FF
FG
GG
GG
HH
HH
H2010
-1930N
om. verm
ogen Pcond.(kW
)2.87
2.872.87
2.872.87
2.872.87
2.872.87
2.870.97
0.970.97
0.970.97
1.851.85
1.851.85
1.852010
-1930D
ekkingsgraad warm
tepomp
0.410.80
0.990.99
0.990.41
0.550.55
0.550.55
0.380.54
0.550.55
0.550.41
0.740.87
0.870.87
2010-1930
SP
F systeem0.69
1.091.68
1.841.96
0.690.82
0.850.86
0.870.70
0.850.88
0.890.90
0.701.05
1.391.46
1.512010
1931-1959N
om. verm
ogen Pcond.(kW
)2.46
2.462.46
2.462.46
2.462.46
2.462.46
2.460.97
0.970.97
0.970.97
1.851.85
1.851.85
1.852010
1931-1959D
ekkingsgraad warm
tepomp
0.330.80
0.990.99
0.990.33
0.550.55
0.550.55
0.430.61
0.630.63
0.630.33
0.780.93
0.930.93
20101931-1959
SP
F systeem0.65
1.081.66
1.821.94
0.650.82
0.850.86
0.870.73
0.930.98
0.991.00
0.651.10
1.561.66
1.732010
1960-1980N
om. verm
ogen Pcond.(kW
)2.46
2.462.46
2.462.46
2.462.46
2.462.46
2.460.97
0.970.97
0.970.97
1.851.85
1.851.85
1.852010
1960-1980D
ekkingsgraad warm
tepomp
0.410.87
0.990.99
0.990.41
0.550.55
0.550.55
0.430.61
0.630.63
0.630.41
0.830.93
0.930.93
20101960-1980
SP
F systeem0.69
1.181.67
1.831.95
0.690.82
0.850.86
0.870.73
0.940.98
0.991.00
0.701.19
1.571.66
1.732010
1981-1995N
om. verm
ogen Pcond.(kW
)1.97
1.971.97
1.971.97
1.971.97
1.971.97
1.970.97
0.970.97
0.970.97
1.851.85
1.851.85
1.852010
1981-1995D
ekkingsgraad warm
tepomp
0.410.80
0.990.99
0.990.41
0.550.55
0.550.55
0.490.72
0.740.74
0.740.41
0.800.98
0.980.98
20101981-1995
SP
F systeem0.69
1.081.65
1.811.93
0.690.81
0.840.85
0.860.78
1.101.18
1.201.21
0.701.13
1.761.91
2.012020
-1930N
om. verm
ogen Pcond.(kW
)2.62
2.622.62
2.622.62
2.622.62
2.622.62
2.620.95
0.950.95
0.950.95
1.781.78
1.781.78
1.782020
-1930D
ekkingsgraad warm
tepomp
0.470.90
0.990.99
0.990.47
0.550.55
0.550.55
0.460.58
0.580.58
0.580.47
0.830.89
0.890.89
2020-1930
SP
F systeem0.75
1.351.85
2.012.13
0.750.84
0.870.88
0.880.77
0.910.94
0.950.95
0.761.26
1.551.63
1.682020
1931-1959N
om. verm
ogen Pcond.(kW
)2.21
2.212.21
2.212.21
2.212.21
2.212.21
2.210.95
0.950.95
0.950.95
1.781.78
1.781.78
1.782020
1931-1959D
ekkingsgraad warm
tepomp
0.470.90
0.990.99
0.990.47
0.550.55
0.550.55
0.520.66
0.670.67
0.670.47
0.880.95
0.950.95
20201931-1959
SP
F systeem0.75
1.341.84
2.002.11
0.750.84
0.860.87
0.880.83
1.031.07
1.081.09
0.761.37
1.781.89
1.972020
1960-1980N
om. verm
ogen Pcond.(kW
)2.30
2.302.30
2.302.30
2.302.30
2.302.30
2.300.95
0.950.95
0.950.95
1.781.78
1.781.78
1.782020
1960-1980D
ekkingsgraad warm
tepomp
0.470.90
0.990.99
0.990.47
0.550.55
0.550.55
0.510.64
0.650.65
0.650.47
0.870.94
0.940.94
20201960-1980
SP
F systeem0.75
1.341.84
2.002.12
0.750.84
0.860.87
0.880.81
1.001.04
1.051.06
0.761.35
1.731.83
1.912020
1981-1995N
om. verm
ogen Pcond.(kW
)1.80
1.801.80
1.801.80
1.801.80
1.801.80
1.800.95
0.950.95
0.950.95
1.781.78
1.781.78
1.782020
1981-1995D
ekkingsgraad warm
tepomp
0.470.90
0.990.99
0.990.47
0.550.55
0.550.55
0.590.76
0.770.77
0.770.47
0.900.99
0.990.99
20201981-1995
SP
F systeem0.75
1.331.82
1.982.09
0.750.83
0.860.87
0.880.90
1.221.29
1.311.33
0.761.42
1.972.11
2.22
Eigenschappen van de lucht/water warmtepomp in combinatie met Hr-ketel (type A, B, C, D) of elektrische bijstook (type E,F,G,H) in rijtjeswoningen
Zichtjaar
Bouwjaar
Systeem:
90/70, n = 1,3
70/50, n = 1,3
50/40, n = 1,1
40/30, ,n = 1,1
30/25, n = 1,05
90/70, n = 1,3
70/50, n = 1,3
50/40, n = 1,1
40/30, ,n = 1,1
30/25, n = 1,05
90/70, n = 1,3
70/50, n = 1,3
50/40, n = 1,1
40/30, ,n = 1,1
30/25, n = 1,05
90/70, n = 1,3
70/50, n = 1,3
50/40, n = 1,1
40/30, ,n = 1,1
30/25, n = 1,05Type:A
AA
AA
BB
BB
BC
CC
CC
DD
DD
D2010
-1930N
om. verm
ogen Pcond.(kW
)3.03
3.033.03
3.033.03
3.033.03
3.033.03
3.030.97
0.970.97
0.970.97
1.851.85
1.851.85
1.852010
-1930D
ekkingsgraad warm
tepomp
0.470.90
0.990.99
0.990.47
0.550.55
0.550.55
0.420.52
0.530.53
0.530.47
0.790.84
0.840.84
2010-1930
SP
F systeem1.21
1.421.70
1.851.96
1.211.31
1.381.41
1.431.25
1.381.42
1.441.45
1.221.47
1.671.75
1.812010
1931-1959N
om. verm
ogen Pcond.(kW
)2.62
2.622.62
2.622.62
2.622.62
2.622.62
2.620.97
0.970.97
0.970.97
1.851.85
1.851.85
1.852010
1931-1959D
ekkingsgraad warm
tepomp
0.410.87
0.990.99
0.990.41
0.550.55
0.550.55
0.440.59
0.600.60
0.600.41
0.820.90
0.900.90
20101931-1959
SP
F systeem1.18
1.401.68
1.831.94
1.181.30
1.371.39
1.411.26
1.431.49
1.511.53
1.191.47
1.721.82
1.902010
1960-1980N
om. verm
ogen Pcond.(kW
)2.87
2.872.87
2.872.87
2.872.87
2.872.87
2.870.97
0.970.97
0.970.97
1.851.85
1.851.85
1.852010
1960-1980D
ekkingsgraad warm
tepomp
0.410.87
0.990.99
0.990.41
0.550.55
0.550.55
0.410.55
0.550.55
0.550.41
0.790.87
0.870.87
20101960-1980
SP
F systeem1.18
1.401.68
1.841.95
1.181.30
1.371.40
1.421.25
1.391.44
1.471.48
1.191.45
1.681.78
1.852010
1981-1995N
om. verm
ogen Pcond.(kW
)2.05
2.052.05
2.052.05
2.052.05
2.052.05
2.050.97
0.970.97
0.970.97
1.851.85
1.851.85
1.852010
1981-1995D
ekkingsgraad warm
tepomp
0.410.80
0.990.99
0.990.41
0.550.55
0.550.55
0.480.70
0.720.72
0.720.41
0.800.98
0.980.98
20101981-1995
SP
F systeem1.15
1.351.63
1.781.90
1.151.27
1.341.37
1.391.27
1.511.61
1.651.68
1.171.42
1.751.89
1.992020
-1930N
om. verm
ogen Pcond.(kW
)2.62
2.622.62
2.622.62
2.622.62
2.622.62
2.620.95
0.950.95
0.950.95
1.781.78
1.781.78
1.782020
-1930D
ekkingsgraad warm
tepomp
0.610.97
0.990.99
0.990.55
0.550.55
0.550.55
0.510.58
0.580.58
0.580.61
0.870.89
0.890.89
2020-1930
SP
F systeem1.31
1.591.89
2.022.12
1.291.36
1.421.44
1.461.37
1.481.53
1.551.56
1.341.65
1.861.95
2.012020
1931-1959N
om. verm
ogen Pcond.(kW
)2.21
2.212.21
2.212.21
2.212.21
2.212.21
2.210.95
0.950.95
0.950.95
1.781.78
1.781.78
1.782020
1931-1959D
ekkingsgraad warm
tepomp
0.610.97
0.990.99
0.990.55
0.550.55
0.550.55
0.580.67
0.670.67
0.670.61
0.930.95
0.950.95
20201931-1959
SP
F systeem1.30
1.571.86
1.992.09
1.281.35
1.411.43
1.441.42
1.571.63
1.661.68
1.341.68
1.932.04
2.122020
1960-1980N
om. verm
ogen Pcond.(kW
)2.30
2.302.30
2.302.30
2.302.30
2.302.30
2.300.95
0.950.95
0.950.95
1.781.78
1.781.78
1.782020
1960-1980D
ekkingsgraad warm
tepomp
0.670.97
0.990.99
0.990.55
0.550.55
0.550.55
0.600.65
0.650.65
0.650.67
0.930.94
0.940.94
20201960-1980
SP
F systeem1.33
1.601.88
2.012.10
1.291.35
1.411.43
1.451.44
1.561.61
1.631.65
1.381.70
1.932.03
2.102020
1981-1995N
om. verm
ogen Pcond.(kW
)1.80
1.801.80
1.801.80
1.801.80
1.801.80
1.800.95
0.950.95
0.950.95
1.781.78
1.781.78
1.782020
1981-1995D
ekkingsgraad warm
tepomp
0.470.94
0.990.99
0.990.47
0.550.55
0.550.55
0.590.77
0.770.77
0.770.47
0.940.99
0.990.99
20201981-1995
SP
F systeemS
PF systeem
1.211.50
1.791.94
2.041.21
1.321.38
1.401.42
1.391.67
1.771.81
1.841.24
1.631.94
2.072.17
Type:EE
EE
EF
FF
FF
GG
GG
GH
HH
HH
2010-1930
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
3.033.03
3.033.03
3.033.03
3.033.03
3.033.03
0.970.97
0.970.97
0.971.85
1.851.85
1.851.85
2010-1930
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.47
0.900.99
0.990.99
0.470.55
0.550.55
0.550.42
0.520.53
0.530.53
0.470.79
0.840.84
0.842010
-1930S
PF systeem
0.741.27
1.711.86
1.970.74
0.820.85
0.860.87
0.730.83
0.850.86
0.860.74
1.131.34
1.401.43
20101931-1959
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
2.622.62
2.622.62
2.622.62
2.622.62
2.622.62
0.970.97
0.970.97
0.971.85
1.851.85
1.851.85
20101931-1959
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.41
0.870.99
0.990.99
0.410.55
0.550.55
0.550.44
0.590.60
0.600.60
0.410.82
0.900.90
0.902010
1931-1959S
PF systeem
0.691.20
1.691.85
1.960.69
0.820.85
0.860.87
0.740.91
0.940.95
0.950.70
1.171.50
1.591.64
20101960-1980
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
2.872.87
2.872.87
2.872.87
2.872.87
2.872.87
0.970.97
0.970.97
0.971.85
1.851.85
1.851.85
20101960-1980
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.41
0.870.99
0.990.99
0.410.55
0.550.55
0.550.41
0.550.55
0.550.55
0.410.79
0.870.87
0.872010
1960-1980S
PF systeem
0.701.20
1.691.85
1.960.70
0.820.85
0.860.87
0.720.86
0.880.89
0.900.70
1.131.40
1.471.51
20101981-1995
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
2.052.05
2.052.05
2.052.05
2.052.05
2.052.05
0.970.97
0.970.97
0.971.85
1.851.85
1.851.85
20101981-1995
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.41
0.800.99
0.990.99
0.410.55
0.550.55
0.550.48
0.700.72
0.720.72
0.410.80
0.980.98
0.982010
1981-1995S
PF systeem
0.691.08
1.651.81
1.930.69
0.810.84
0.850.86
0.771.06
1.131.15
1.170.70
1.131.73
1.871.97
2020-1930
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
2.622.62
2.622.62
2.622.62
2.622.62
2.622.62
0.950.95
0.950.95
0.951.78
1.781.78
1.781.78
2020-1930
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.61
0.970.99
0.990.99
0.550.55
0.550.55
0.550.51
0.580.58
0.580.58
0.610.87
0.890.89
0.892020
-1930S
PF systeem
0.881.55
1.902.04
2.150.82
0.850.87
0.880.88
0.830.92
0.940.95
0.950.89
1.391.58
1.641.69
20201931-1959
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
2.212.21
2.212.21
2.212.21
2.212.21
2.212.21
0.950.95
0.950.95
0.951.78
1.781.78
1.781.78
20201931-1959
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.61
0.970.99
0.990.99
0.550.55
0.550.55
0.550.58
0.670.67
0.670.67
0.610.93
0.950.95
0.952020
1931-1959S
PF systeem
0.871.54
1.892.03
2.130.82
0.840.87
0.880.88
0.901.05
1.081.09
1.090.89
1.541.81
1.911.98
20201960-1980
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
2.302.30
2.302.30
2.302.30
2.302.30
2.302.30
0.950.95
0.950.95
0.951.78
1.781.78
1.781.78
20201960-1980
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.67
0.970.99
0.990.99
0.550.55
0.550.55
0.550.60
0.650.65
0.650.65
0.670.93
0.940.94
0.942020
1960-1980S
PF systeem
0.931.58
1.902.04
2.140.82
0.850.87
0.880.88
0.921.02
1.041.05
1.060.96
1.541.77
1.861.92
20201981-1995
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
1.801.80
1.801.80
1.801.80
1.801.80
1.801.80
0.950.95
0.950.95
0.951.78
1.781.78
1.781.78
20201981-1995
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.47
0.940.99
0.990.99
0.470.55
0.550.55
0.550.59
0.770.77
0.770.77
0.470.94
0.990.99
0.992020
1981-1995S
PF systeem
0.751.41
1.831.98
2.100.75
0.840.86
0.870.88
0.901.23
1.291.31
1.330.76
1.521.98
2.122.23
- 48 - Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw - 49 -Energiebesparing- en CO2-reductiepotentieel in de bestaande woningbouw
Eigenschappen van de lucht/water warmtepomp in combinatie met Hr-ketel (type A, B, C, D) of elektrische bijstook (type E,F,G,H) in gemiddelde woningen gebouwd voor en na 2000 en gemiddelde woningen t.b.v. 2020 - 2030 analyse
Zichtjaar
Bouwjaar
Systeem:
90/70, n = 1,3
70/50, n = 1,3
50/40, n = 1,1
40/30, ,n = 1,1
30/25, n = 1,05
90/70, n = 1,3
70/50, n = 1,3
50/40, n = 1,1
40/30, ,n = 1,1
30/25, n = 1,05
90/70, n = 1,3
70/50, n = 1,3
50/40, n = 1,1
40/30, ,n = 1,1
30/25, n = 1,05
90/70, n = 1,3
70/50, n = 1,3
50/40, n = 1,1
40/30, ,n = 1,1
30/25, n = 1,05
Type:AA
AA
AB
BB
BB
CC
CC
CD
DD
DD
2010>1995
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
1.311.31
1.311.31
1.311.31
1.311.31
1.311.31
0.840.84
0.840.84
0.841.60
1.601.60
1.601.60
2010>1995
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.55
0.940.99
0.990.99
0.550.55
0.550.55
0.550.70
0.860.87
0.870.87
0.550.94
1.001.00
1.002010
>1995S
PF systeem
1.101.28
1.501.61
1.681.10
1.171.22
1.241.26
1.301.54
1.641.68
1.721.14
1.391.63
1.731.81
2015>1995
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
1.231.23
1.231.23
1.231.23
1.231.23
1.231.23
0.830.83
0.830.83
0.831.57
1.571.57
1.571.57
2015>1995
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.55
0.970.99
0.990.99
0.550.55
0.550.55
0.550.75
0.880.89
0.890.89
0.550.97
1.001.00
1.002015
>1995S
PF systeem
1.121.34
1.561.66
1.731.12
1.181.23
1.251.26
1.371.60
1.701.75
1.781.15
1.461.68
1.781.85
2020>1995
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
1.231.23
1.231.23
1.231.23
1.231.23
1.231.23
0.820.82
0.820.82
0.821.54
1.541.54
1.541.54
2020>1995
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.55
0.970.99
0.990.99
0.550.55
0.550.55
0.550.75
0.880.88
0.880.88
0.550.97
1.001.00
1.002020
>1995S
PF systeem
1.141.39
1.611.71
1.791.14
1.201.25
1.261.28
1.401.64
1.741.78
1.821.17
1.511.74
1.841.92
2030-2000
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
2.302.30
2.302.30
2.302.30
2.302.30
2.302.30
0.940.94
0.940.94
0.941.75
1.751.75
1.751.75
2030-2000
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.33
0.740.99
0.990.99
0.330.55
0.550.55
0.550.40
0.610.65
0.650.65
0.330.73
0.930.93
0.932030
-2000S
PF systeem
1.181.53
2.052.25
2.401.18
1.381.45
1.471.49
1.271.55
1.661.69
1.711.19
1.582.08
2.232.33
2030> 2000
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
1.391.39
1.391.39
1.391.39
1.391.39
1.391.39
0.940.94
0.940.94
0.941.75
1.751.75
1.751.75
2030> 2000
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.33
0.740.99
0.990.99
0.330.55
0.550.55
0.550.47
0.830.89
0.890.89
0.330.74
1.001.00
1.002030
> 2000S
PF systeem
1.121.45
1.912.08
2.211.12
1.311.37
1.391.41
1.271.80
2.052.12
2.171.13
1.512.08
2.252.38
Type:EE
EE
EF
FF
FF
GG
GG
GH
HH
HH
2010>1995
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
1.311.31
1.311.31
1.311.31
1.311.31
1.311.31
0.840.84
0.840.84
0.841.60
1.601.60
1.601.60
2010>1995
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.55
0.940.99
0.990.99
0.550.55
0.550.55
0.550.70
0.860.87
0.870.87
0.550.94
1.001.00
1.002010
>1995S
PF systeem
0.761.26
1.601.72
1.810.76
0.790.81
0.820.83
0.971.35
1.441.47
1.490.77
1.371.77
1.891.98
2015>1995
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
1.231.23
1.231.23
1.231.23
1.231.23
1.231.23
0.830.83
0.830.83
0.831.57
1.571.57
1.571.57
2015>1995
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.55
0.970.99
0.990.99
0.550.55
0.550.55
0.550.75
0.880.89
0.890.89
0.550.97
1.001.00
1.002015
>1995S
PF systeem
0.771.37
1.671.78
1.870.77
0.790.82
0.820.83
1.081.45
1.541.58
1.600.78
1.511.85
1.972.06
2020>1995
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
1.231.23
1.231.23
1.231.23
1.231.23
1.231.23
0.820.82
0.820.82
0.821.54
1.541.54
1.541.54
2020>1995
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.55
0.970.99
0.990.99
0.550.55
0.550.55
0.550.75
0.880.88
0.880.88
0.550.97
1.001.00
1.002020
>1995S
PF systeem
0.771.42
1.731.85
1.940.77
0.800.82
0.830.84
1.091.47
1.561.59
1.620.79
1.571.92
2.052.14
2030-2000
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
2.302.30
2.302.30
2.302.30
2.302.30
2.302.30
0.940.94
0.940.94
0.941.75
1.751.75
1.751.75
2030-2000
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.33
0.740.99
0.990.99
0.330.55
0.550.55
0.550.40
0.610.65
0.650.65
0.330.73
0.930.93
0.932030
-2000S
PF systeem
0.771.23
2.122.34
2.500.77
0.981.01
1.021.03
0.841.11
1.211.22
1.230.77
1.251.98
2.122.21
2030> 2000
Nom
. vermogen P
cond.(kW)
1.391.39
1.391.39
1.391.39
1.391.39
1.391.39
0.940.94
0.940.94
0.941.75
1.751.75
1.751.75
2030> 2000
Dekkingsgraad w
armtepom
p 0.33
0.740.99
0.990.99
0.330.55
0.550.55
0.550.47
0.830.89
0.890.89
0.330.74
1.001.00
1.002030
> 2000S
PF systeem
0.761.20
2.042.24
2.380.76
0.960.99
1.001.01
0.901.57
1.901.96
2.000.76
1.242.27
2.482.63