1-1-2015
1
Handtherapeutische behandelrichtlijn klinimetrie “Range-of-Motion-meting”
UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM GRONINGEN
Titel RoM-meting
Soort document Behandelrichtlijn
Auteurs/beoordelaars Melanie Eissens, handtherapeut
Autorisator Prof.Dr. C.K.van der Sluis, Dr. T.R.Middelberg
Doelgroep Verwijzers/ handtherapeuten i.o.
Plaats CvR/ziekenhuisrevalidatie/handtherapie
Datum aangemaakt 1-1-2015
Geldigheid 1-3-2018
Status Ter plaatsing aanbieden
Versie nr 1
Algemeen
Om betrouwbaarheid en validiteit te optimaliseren, is een gestandaardiseerde meetmethode
zinvol. Deze richtlijn beschrijft het meet-protocol voor de RoM-meting van de pols, vingers en
duim. Het geldt voor zowel actieve als passieve metingen.
Conform internationaal consensus wordt de 0-doorgangsmethode gehanteerd, van extensie
naar flexie: extensie-0-flexie. Een significant meetverschil kan pas worden vastgesteld indien 5°
of meer verschil wordt gemeten.
Pols
Alle metingen van de pols (DF/PF, UD/RD)
worden dorsaal gemeten.
DF/PF
uitgangspositie goniometer;
- Distale arm tussen MC 2-3 (fixed
unit)
- Proximale arm tussen radius en
ulna/mediaal onderarm
DF
1-1-2015
2
PF
UD/RD
uitgangspositie goniometer;
- Distale arm MC3
- Proximale arm tussen radius en
ulna/mediaal onderarm
UD
RD
1-1-2015
3
Vingers
Alle metingen van de vingers (flexie/extensie)
worden dorsaal gemeten.
MCP extensie
- extensie gehele vinger
- prox. arm loodrecht op metacarpale
- distale arm loodrecht op prox. phalanx
MCP flexie
- Hele vuist
- proximale arm loodrecht op metacarpale
- distale arm loodrecht op prox. phalanx
PIP extensie
- extensie gehele vinger
- proximale arm loodrecht op prox. phalanx
- distale arm loodrecht op midphalanx
PIP flexie
- hele vuist
- proximale arm loodrecht op prox. phalanx
- distale arm loodrecht op midphalanx
1-1-2015
4
DIP extensie
- extensie gehele vinger
- proximale arm loodrecht op midphalanx
- distale arm loodrecht op distale phalanx
DIP flexie
- haakvuist
- proximale arm loodrecht op midphalanx
- distale arm loodrecht op distale phalanx
Duim
Alle metingen van de duim (flexie/extensie,
abductie) worden dorsaal gemeten.
MCP extensie
- extensie/abductie gehele duim
- prox. arm loodrecht op metacarpale
- distale arm loodrecht op prox. phalanx
MCP flexie
- flexie hele duim
- proximale arm loodrecht op metacarpale
- distale arm loodrecht op prox. phalanx
1-1-2015
5
IP extensie
- extensie/ abductie gehele duim
- proximale arm loodrecht op prox. phalanx
- distale arm loodrecht op distale phalanx
IP flexie
- flexie hele duim
- proximale arm loodrecht op prox. phalanx
- distale arm loodrecht op distale phalanx
Abductie duim
- hand plat op tafel, duim in zoveel mogelijk
abductie
- één arm loodrecht op MC 1
- één arm loodrecht op MC 2
Oppositie Duim
- Kapandji 1-10
Mogelijke complicaties:
- geen
1-1-2015
6
Literatuur
Colditz JC. Therapist's management of the stiff hand. In Hunter J.M., ed. Rehabilitation of the
hand and upper extremity, pp 1021-47; 2002.
Rudolf KR, Kus S, Coenen M,Dereskewitz C, Ven vd-Stevens LAW, Cieza A, ‘Report on the
International ICF Consensus Conference on the ICF Core Sets for Hand Conditions’, Hand
Therapy 2010; 15: 73–76
van de Ven-Stevens LA, Munneke M, Terwee CB, Spauwen PH, van der Linde H., ‘Clinimetric
properties of instruments to assess activities in patients with hand injury: a systematic review of
the literature’. Arch Phys Med Rehabil 2009;90:151-69.
Mede gebaseerd op : European Hand Therapy Quidelines on Assessment and Therapy! (Project
voorstel juni 2008 – Ton Schreuders & Lucelle van de Ven) in vervolg op Casanova JS, 1992,
Clinical Assessment Recommendations, 2nd Chicago: ASHT, American Society of Hand Therapists