Het stimuleren van sociaalcommunicatieve vaardigheden bij jonge kinderen met een
autismespectrumstoornis
Herbert Roeyers
Onderzoeksgroep Ontwikkelingsstoornissen
VVL Congres, Berchem, 14 maart 2014
Pervasieve ontwikkelingstoornissen (1980-2013)
POS: 5 stoornissen waaronder infantiel autisme (1980)
POS: autistische stoornis en POS-NAO (1987)
POS: 5 stoornissen; Asperger, Rett en desintegratiestoornis komen erbij (1994)
POS: idem; enkel correctie criteria POS-NAO (2000)
Autism Spectrum Disorder (2013-)
DSM-5 autismespectrumstoornis
� Tekorten in sociale communicatie en sociale interactie � Sociaal-emotionele wederkerigheid � Non-verbale communicatie gebruikt voor sociale interactie � Ontwikkelen, onderhouden en begrijpen van relaties
� Beperkte, repetitieve patronen van gedrag, interesses of activiteiten (twee van de vier criteria)
� Stereotiepe spraak, motoriek of gebruik van objecten � Routines, rituelen en moeite met verandering � Beperkte en stereotiepe interesse � Sensorische gevoeligheid
Prevalentie
• Meeste recente studies komen uit rond 0,6 à 0,7 % (ook Dereu et al., 2010 bij jonge kinderen in Vlaanderen)
• Ca. 1/150
• 3 à 4 jongens/1 meisje
• Een Britse en enkele Amerikaanse studies komen uit boven de 1%
Diagnoseleeftijd
Is gedaald en zal ongetwijfeld verder dalen
18% < 3 jaar
Vroege sociaalcommunicatieve vaardigheden bij kinderen met een ASS
Verhoogde aandacht laatste 10 à 15 jaar
• Imitatie
• Joint attention
• (symbolisch) Spel
Vroege sociaalcommunicatieve vaardigheden bij kinderen met een ASS
• Allemaal gelinkt aan receptieve en expressieve taalontwikkeling
• Allemaal beschouwd als cruciale vaardigheden voor de communicatie tussen een kind en zijn omgeving
• Allemaal vertraagd of atypisch ontwikkeld bij ASS
Imitatie • (identieke) herhaling van de
gezichtsuitdrukkingen, bewegingen, gebaren, handelingen met objecten, … van iemand anders
• Vervult een sociale- een leerfunctie
• Gekoppeld aan receptieve en expressieve taalontwikkeling, ook bij ASS (vb. Thurm et al., 2007)
• Meeste jonge kinderen met een ASS vertonen vertraagde of afwijkende imitatie, reeds vanaf 18 maanden (vb. Robins et al., 2001)
Joint attention (gedeelde aandacht)
• Triadische coördinatie van aandacht tussen kind, ander persoon en voorwerp, gebeurtenis of derde persoon
• Verschillende vormen: � Respons (volgend) versus initiatie
� Imperatief (requesting) versus declaratief
• Belangrijk voor het delen van ervaringen en emoties
• Gekoppeld aan receptieve en expressieve taalontwikkeling, ook bij ASS (vb. Meek et al., 2012)
Joint attention
RJA IJA
Joint attention bij ASS (zie o.m. Bruinsma et al., 2004; Warreyn, Roeyers, et al., 2007)
Moeilijkheden:
• imperatief wijzen (IRB)
• volgen van de blik van iemand (RJA)
• declaratief wijzen (IJA) en coördinatie met kijken
• iets tonen (IJA)
• reactie op ambigu gedrag
• expressie van emoties bij joint attention
12 – 24 maanden
• IJA wijzen
• niet houden van knuffels of aanrakingen
Beste differentiatie tussen ASS en geen ASS
24 – 36 maanden
• IJA wijzen
• RJA
Spel • Groeiende complexiteit: van objectmanipulatie
tot symbolisch spel
• Vervult een sociale, cognitieve en emotionele functie
• Gekoppeld aan receptieve en expressieve taalontwikkeling, ook bij ASS (vb. Lord et al., 2010)
• Meeste jonge kinderen met ASS vertonen vertraagd of atypisch spel, vooral op het vlak symbolisch spel (zie o.m. Williams, 2003).
Voorspellers receptieve taal (Van der Paelt, Warreyn, & Roeyers, in press)
Voorspellers expressieve taal (Van der Paelt, Warreyn, & Roeyers, in press)
Vroegtijdige interventie
• National Research Council USA: “behandeling moet kunnen starten van zodra men diagnose ernstig overweegt”
• Belang: � Cumulatieve achterstand voorkomen � ‘Gevoelige periodes’ � Plasticiteit van de hersenen � Vermijden van secundaire problemen � Effect op ouders en andere gezinsleden � Op termijn minder kosten en belasting voor de maatschappij
Vroegtijdige interventie
• Imitatie, joint attention en spel zijn belangrijke targets voor interventie, niet in het minst vanwege hun belangrijke rol in de verdere (taal)ontwikkeling
• Ze vormen de focus van een aantal specifieke programma’s (o.m. Warreyn & Roeyers, 2013)
• Ze hebben een vooraanstaande plaats in diverse, zogenaamde ‘comprehensieve’ programma’s
Imitatie- en joint attention training (Warreyn & Roeyers, 2013)
• Imitatie en joint attention
• 24 sessies van een half uur
• 4 oefeningen per sessie
• Ontwikkelings- en gedragstherapeutische benadering
• Experimentele (N=18) en controlegroep (N=18)
• Kinderen tussen 3 en 6 jaar
0
0.2
0.4
0.6
0.8
1
1.2
1.4
1.6
1.8
2
Pre Post
Exp
Contr
Joint attention pre/post
0
0.1
0.2
0.3
0.4
0.5
0.6
0.7
0.8
0.9
1
RJA IJA IJA spontaan
Pre
Post
Project Impact
Improving parents as communication teachers
Waarom oudertraining?
• Intensiteit interventie ! leerkansen
• Aanleren in natuurlijke context ! generalisatie
• Nieuw gedrag kan aangepakt worden wanneer het zich voordoet
• Impact op gevoel van competentie en stressniveau bij ouders
• Voortbouwen op kennis van ouders
• Grotere betrokkenheid van het hele gezin
Doelen
• Sociale betrokkenheid (o.m. joint attention)
• Communicatie/taal
• Sociale imitatie
• Spel
Slide niet in de handout wegens ongepubliceerde data