het tijdperk van de
ROMANTIEK
Sturm und Drang
Friedrich von Schiller leest Die Räuber voor
Goethe & Schiller (1749-1832 / 1759-1805)
Johann Gottfried von Herder (1744-1803)
Johann Georg Hamann (1730-1788)
Christoph Kaufmann (1753-1795)
Sturm und Drang 1769 → Fragmente über die neuere deutsche Literatur
(Johann Gottfried von Herder)
1785 → Kabale und Liebe en Don Carlos, de laatste laatste ‘stürmische’ drama’s
( Friedrich von Schiller)
Cultus van het genie
tegen regels, autoriteit en traditie
een literaire ‘jeugdcultuur’
Sturm und Drang
Sturm und Drang
De apotheose van de romantische wil
De Romantiek is volgens Berlin ‘de grootste verandering in het
westerse bewustzijn ooit’
Westerse intellectuele traditie:
(a) dat er op alle werkelijke vragen één en maar één waar
antwoord bestaat, aangezien alle andere afwijken van de
waarheid en derhalve onjuist zijn, en dat dit zowel geldt voor
vragen over gedrag en gevoel, dat wil zeggen over de praktijk,
als voor vragen over theorie of waarneming, voor vragen over
waarde zo goed als voor vragen over feiten;
(b) dat de ware antwoorden op dergelijke vragen in principe
kenbaar zijn;
(c) dat deze ware antwoorden niet met elkaar kunnen botsen,
want de ene ware stelling kan immers niet onverenigbaar zijn
met een andere; dat deze antwoorden tezamen een
harmonisch geheel moeten vormen (…)
Eind achttiende, begin negentiende eeuw:
- diepe minachting voor regels en conventies als zodanig;
- hartstochtelijke pleidooien voor de vrijheid van zelfexpressie
van individuen en groepen;
- aloude doelen ‘geluk’, ‘wetenschappelijke kennis’, ‘stabiliteit’
worden rigoureus verworpen;
- lijden verhevener dan genieten, falen beter dan
maatschappelijk succes;
- oprechtheid, authenticiteit, gevoelsintensiteit en een
permanente strijd tegen conventies…
↓
‘Deze mensen kwamen niet op voor het gevoel tegenover de
rede, maar voor een ander vermogen van de menselijke geest,
de bron van alle leven en handelen, van heldendom en
opoffering, van zieleadel en individueel zowel als collectief
idealisme:
de trotse, ontembare, ongebonden menselijke wil’
→ → VRIJE WIL
Morele autonomie (de wil) maakt de mens tot mens;
lichaam van de mens wordt geregeerd door natuurwetten,
maar de geest is vrij
↓
de wil als ‘handelende rede’ → de wil is alleen waarlijk vrij
voor zover deze gehoorzaamt aan de geboden van de rede, die
algemene, voor alle rationele mensen bindende regels
voortbrengt
↓
→ vrijheidsgedachte overschrijdt de grenzen van de rede
‘de wetgever zelf, de God in ons’
‘verheven, demonische vrijheid’
‘de trotse demon in de mens’
‘Als het doen gelden daarvan…’
Friedrich von Schiller
Johann Gottfried von Herder (1744-1803)
Über die neue deutsche Literatur
(1768/‘69)
Über die neue deutsche Literatur
(1768/‘69)
‘Geen groter kwaad kan een natie worden aangedaan
dan beroofd te worden van haar nationale karakter,
de eigenaardigheid van haar aard en haar taal’
‘Zoek nu eens …
… het minst zichzelf ’
‘Laat ons eens …
… andere volkeren’
Über die neue deutsche Literatur
(1768/‘69)
IDENTITEIT
GESCHIEDENIS
TAAL
Wat is een natie? Een grote tuin vol kruid en onkruid die nodig gewied moet worden.
Wie zou zich over deze vergaarbak van dwaasheden en fouten naast
voortreffelijkheden en deugden zonder onderscheid willen ontfermen en over andere
naties de staf willen breken?
Laat ons zoveel we kunnen aan de eer van de natie bijdragen; we moeten haar ook
verdedigen als haar onrecht wordt gedaan maar haar ambtshalve lof toezwaaien
beschouw ik als zelfverheffing
Kennelijk stuurt de natuur erop aan niet alleen de ene mens van de andere en de ene
generatie van de andere, maar evenzo het ene volk van het andere te laten leren tot
ze allen uiteindelijk deze harde les hebben geleerd: geen volk is het door God als
enige uitverkoren volk op aarde; de waarheid moet door allen worden gezocht, de tuin
van het gemenebest moet door allen worden aangelegd. Zo mag ook geen volk in
Europa zich voor de andere afsluiten en in zijn dwaasheid zeggen: bij mij alleen, bij mij
huist alle wijsheid
'Sei ein Mann, und folge mir nicht nach!'
('Wees een man, en doe mij niet na.')
Christoph Kaufmann (1753-1795)
‘Genieapostel’ des Sturm und Drang
Straßburger Bruderbund