1) Symposium: 'Het psychiatrisch stigma en wat je daartegen kunt doen.
Nederlandse onderzoeksbevindingen in internationaal perspectief'
Ronde I / Beatrixzaal
Voorzitter: prof. dr. Jaap van Weeghel, Kenniscentrum Phrenos, Dijk en Duin en Tilburg
University
Een psychische aandoening is nog steeds een tweesnijdend zwaard: zij die eraan lijden
hebben behalve met hun aandoening ook met het psychiatrisch stigma te kampen.
Een stigma is in de sociologie een merkteken dat personen onderscheidt van anderen
(zoals in psychiatrische behandeling zijn) en dat hen aan onwenselijke eigenschappen
koppelt (gevaarlijk, onbetrouwbaar), waarna zij door anderen worden afgewezen of
benadeeld (discriminatie). Het psychiatrisch stigma is voor mensen met ernstige
psychische aandoeningen een dagelijkse bron van zorg en een belangrijke barrière voor
hun persoonlijk en maatschappelijk herstel.
Sinds enkele jaren staan stigmatisering en stigmabestrijding volop in de belangstelling
bij cliënten en hulpverleners in de Nederlandse GGz. Ook begint het onderzoek naar
stigmabestrijding op gang te komen.
In het symposium presenteren we de bevindingen van enige recent afgeronde dan wel
nog lopende onderzoeken naar het stigma(bestrijding) in Nederland. Enkele daarvan
betreffen Nederlandse deelstudies binnen grootschalige onderzoeken in een groot aantal
landen.
Eerst komen enige studies naar de aard en omvang van de problematiek aan de orde.
Daarna worden onderzoeksbevindingen over effectieve of veelbelovende antistigma
interventies gepresenteerd. De serie korte onderzoekspresentaties wordt gevolgd door
vragen en discussie.
De presentaties worden gegeven door enige leden van de landelijke Werkgroep
Stigmaonderzoekers, die sinds 2012 onder de vlag van Kenniscentrum Phrenos opereert.
Problemen
- Discriminatie van mensen met schizofrenie en mensen met een depressie; de
INDIGO en ASPEN studies (Jenny Boumans MSc, Trimbos-instituut en Jaap van
Weeghel)
- Stigmatisering bij verslaving (Leonie van Boekel MSc, Tilburg University)
- Stigmatisering in de woonwijk (Tessa Verrijp MD, Yulius)
Oplossingen:
- Groepsprogramma voor weerbaarheid tegen stigmatisering bij mensen met
psychosen (Catherine van Zelst MSc, Maastricht University)
- Wat werkt bij het bestrijden van het publieke stigma? Antistigma programma's in
mondiaal perspectief; eerste resultaten van het D-STIGMI-onderzoek
(Kim Helmus MSc, Jenny Boumans MSc, Jaap van Weeghel)
Jaap van Weeghel
Kenniscentrum Phrenos
Postbus 1203
3500 BE Utrecht
E-m: [email protected]
Tel: 030-2931626
2) Symposium: 'Zelfregulatie: het zelf bepalen en het bepalen van jezelf als
voorwaarden voor herstel'
Ronde I
Jaap van der Stel, lector GGz, Hogeschool Leiden
Irene van de Giessen, ervaringsdeskundige
In de GGz wordt tegenwoordig uitgegaan van een brede visie op herstel:
klinisch, functioneel, maatschappelijk én persoonlijk herstel. Het persoonlijke herstel is
in onze visie ± de motor van de andere vormen van herstel, al is er altijd sprake van een
tweerichting-verkeer.
Op de keper beschouwd weten we in de GGz veel meer over ons 'eigen' handelen,
het gedrag van de werkers, dan over dat van de cliënten.
Over hoe en waarom cliënten zich gedragen als ze doen, en hoe zij hun gedrag (zelf)
(kunnen) veranderen, weten we minder. Wat we weten is vaak nogal oppervlakkig,
clichématig of gebaseerd op verouderde theorieën.
In opleidingen gaat het nog in hoofdzaak over handelingsstrategieën en 'toolboxen'.
Dat reflecteert dat we het gedrag van de professional 'belangrijker' vinden, al belijden
we met de mond het omgekeerde.
In het symposium willen we de zaak omkeren en herstel bespreken vanuit het
perspectief van de cliënt en verduidelijken wat zelfregulatie is, hoe het ontstaat,
waardoor het wordt gefrustreerd en - pas op het laatst - hoe vanuit de omgeving de
ontwikkeling van zelfregulatie kan worden ondersteund.
Naast zelfregulatie wordt aandacht besteed aan identiteit, motivatie en de ontwikkeling
van de 'executieve functies'.
Programma:
- Presentatie Jaap van der Stel: de betekenis van zelfregulatie voor herstel.
- Presentatie Irene van de Giessen: zelfregulatie vanuit het perspectief van een
ervaringsdeskundige.
- Discussie.
Jaap van der Stel
Hogeschool Leiden / GGz inGeest-VUmc
Bakenessergracht 46A 2011 JX Haarlem
E-m: [email protected]
Tel.: 06 81429415
3) Symposium: 'Verbreding Ervaringsdeskundigheid'
Ronde I
Christ Wesenbeek,
Roland van den Nieuwenhuijzen,
Chantal Schiks,
Toon Walravens,
Ivy Veira,
Margreet Diks van Heumen,
Transitieprogramma,
GGz Eindhoven
In de regio Eindhoven is de afgelopen jaren veel ingezet op de ontwikkeling van
Ervaringsdeskundigheid. De visie, methodieken, functieomschrijvingen, competenties,
opleidingen, personeelsbezetting, bevoegdheden, arbeidsleertrajecten etc. zijn
aangescherpt. Nu is het zaak deze resultaten te verankeren in een
samenwerkingsverband voor de regio Zuid-Nederland: een Academie in oprichting en
ontwikkeling.
Initiatieven vanuit ervaringsdeskundigen doen hieraan mee, ook werkgevers, onderwijs
en gemeenten. Er zijn ook nog vragen voor de toekomst, zoals: verbreding doelgroep,
verbreding werkveld, behoefte Ervaringsdeskundigheid op de arbeidsmarkt, regie en
aansturing.
Presentatie van de stand van zaken van de Academie i.o.
Voorbeelden ter bespreking uit de praktijk.
Vragen van deelnemers aan de workshop
Discussie aan de hand van thema's
Hanneke Henkens
GGz Eindhoven Transitieprogramma
Boerhaavestr. 93 5017 HD Tilburg
E-m: [email protected]
Tel: 06-51356816
4) Symposium: 'Van verblijf naar herstel'
Ronde I
' Schets van een afdeling in ontwikkeling'
Marian Dethmers, psychiater,
'Psychologische behandelingen: mogelijkheden en onmogelijkheden'
Kees Rietberg, klinisch psycholoog,
'Innovatieve behandelingen en onderzoek'
Lisette van der Meer, senior onderzoeker,
'Ontwikkelingen vanuit verpleegkundig perspectief'
Bas Polman, verpleegkundige,
afdeling Langdurige Rehabilitatie Zuidlaren
Lentis
De afgelopen jaren heeft de herstelbenadering in de zorg voor patiënten met een
ernstige psychiatrische aandoening steeds meer aan terrein gewonnen. Echter op
langdurige woonafdelingen is deze herstelbenadering nog niet zo vanzelfsprekend. In
deze serie presentaties zullen we de ontwikkeling beschrijven van een afdeling voor
langdurig verblijf naar een afdeling gericht op verblijf, behandeling, rehabilitatie en
herstel.
De afdeling Langdurige Rehabilitatie Zuidlaren (LRZ) was van oudsher een afdeling
gericht op langdurig verblijf van mensen met ernstige psychische beperkingen en
beperkte copingstrategieën, meestal ten gevolge van chronisch psychotische
stoornissen. Wegens het onvermogen te herstellen zijn deze mensen uiteindelijk, na vele
opnames binnen psychiatrische klinieken en vormen van beschermd wonen, terecht
gekomen binnen het voormalig Wonen van Dennenoord. Vele van de bewoners wonen al
jaren op het terrein. In de afgelopen jaren heeft de afdeling zich ontwikkeld van een
afdeling voor langdurig verblijf tot een afdeling waar veel aandacht wordt besteed aan
behandeling, rehabilitatie en herstel. De begeleiding van de patiënten is steeds meer
verschoven van groepsbegeleiding naar individuele en intensieve begeleiding, waardoor
nieuwe mogelijkheden ontstaan voor behandelingen gericht op herstel. Een belangrijk
onderdeel van het behandelaanbod vormt de activiteitenbegeleiding. De veranderingen
op de afdeling hebben geleid tot een meer dan vertienvoudiging van de deelname aan
dagbestedingsactiviteiten. De ambitie om optimale zorg te leveren op het gebied van
wonen met behandeling, rehabilitatie en herstel van patiënten met een ernstig
psychiatrische stoornis en kennis hieromtrent te delen, heeft geleid tot het oprichten van
een expertisecentrum voor langdurige rehabilitatie en herstel. Als zodanig kan de
afdeling worden geconsulteerd door andere afdelingen met een vergelijkbare doelgroep.
Naast het aanbieden van behandelingen die reeds worden aanbevolen in de
Multidisciplinaire Richtlijn voor Schizofrenie, wordt wetenschappelijk onderzoek gedaan
naar de effectiviteit van bestaande behandelingen bij onze doelgroep, die reeds effectief
bleken bij minder ernstig zieke patiënten. Daarnaast worden nieuwe experimentele
behandelingen geïmplementeerd en onderzocht op effectiviteit van de behandeling en op
kosteneffectiviteit. Ook wordt door middel van wetenschappelijk onderzoek de
psychische en somatische ontwikkeling van de patiëntenpopulatie gedetailleerd in kaart
gebracht (o.a. ROM). Met deze kennis kunnen de beste interventiestrategieën ingezet
worden voor een optimale behandeling.
In een viertal presentaties zullen wij de ontwikkeling van de afdeling van alleen verblijf
naar verblijf met behandeling, rehabilitatie en herstel beschrijven.
Marian Dethmers, inhoudelijk manager en psychiater, zal de patiëntenpopulatie en hun
problematiek schetsen. Zij zal presenteren welke stappen nodig waren om tot de
afdeling in zijn huidige vorm te komen, welke problemen in dit proces zijn ondervonden
en hoe hiermee is omgegaan.
Kees Rietberg, klinisch psycholoog, zal de mogelijkheden voor gedragstherapeutische
behandelingen van de doelgroep presenteren.
Lisette van der Meer, senior-onderzoeker, zal een overzicht geven van de experimentele
interventies en de onderzoeken die lopen op de afdeling. Ook zal zij kort ingaan op de
voorlopige resultaten van deze experimentele interventies.
Ten slotte zal Bas Polman, verpleegkundige vanuit het verpleegkundig perspectief de
veranderingen en ontwikkeling van de afdeling presenteren.
Lisette van der Meer
afdeling Langdurige Rehabilitatie Lentis
Postbus 128 9470 AC Zuidlaren
E-m: [email protected]
Tel: 050-4097846
5) Workshop: 'Herstelondersteunend omgaan met psychische aandoeningen'
Ronde I
Dr. Jos Dröes, psychiater n.p.
Marian Klein Bramel, projectmedewerker Bureau Herstel SBWU
In de psychiatrie wordt over het algemeen gedacht in termen van ziekten of
functiestoornissen. In het kader van herstel en herstelondersteuning wordt eerder
gedacht in termen van problematische communicatie met over het algemeen
begrijpelijke oorzaken. In de training ‘Herstelondersteunend omgaan met psychische
aandoeningen’ leren de deelnemers om het ziektedenken terughoudend te gebruiken
door problematisch gedrag eerst te bezien als communicatieprobleem. Wanneer dat niet
voldoende handelingsoriëntatie kijkt men ernaar vanuit functieoogpunt en pas als dat
ook dat niet voldoende handvatten biedt wordt overgegaan tot het denken in
ziektebeelden. In alle gevallen levert het gesprek met de cliënt een leidraad voor het
benoemen van de aandoening en voor het handelen van de hulpverlener. We besteden
ook aandacht aan de betekenis van een psychische aandoening voor het herstelproces.
In de workshop demonstreren we het hanteren van dit gedachtekader aan de hand van
een videofragment en doen we er een gezamenlijke oefening mee.
A. Verspoor
SBWU & Rehabilitatie'92
Furkaplateau 15 3524 ZH Utrecht
E-m: [email protected]
Tel: 030 2361088
6) Workshop: 'Ouders met psychische problematiek'
Ronde I
A) Kracht voor ouderschap
Drs. P(eter) C. van der Ende, senioronderzoeker,
Lectoraat Rehabilitatie, Hanzehogeschool Groningen
en een ervaringsdeskundige
Doel: Hoe ervaren ouders met psychische aandoeningen hun ouderschap en wat is de
invloed van hun beperkingen op ouderschap? Welke veranderingen in de ouderrol willen
zij bereiken en welke steun willen zij hiervoor?
Achtergrond: Ongeveer de helft van de mensen met psychische aandoeningen heeft
kinderen. Een deel van hen zet zelf stappen voor persoonlijk herstel van de ouderrol, die
naar de achtergrond is verdwenen in de periode van psychische aandoeningen. Een
ander deel wil hiervoor steun. Dit geldt niet alleen in de periode waarin de psychische
problemen zijn verdwenen, maar ook als de problemen nog aanwezig zijn of
terugkerend.
Methoden: Er is een kwalitatief onderzoek uitgevoerd. Er zijn 31 diepte-interviews
gehouden om de ervaringen van de ouders in kaart te brengen. Deze interviews zijn via
de computer geanalyseerd.
Resultaten: Over het algemeen gaf de geboorte van een kind een positieve impuls aan
de ouders. Ouderschap is motiverend voor de structuur, de betekenis en het persoonlijk
herstel. Aan de andere kant vertraagt stigmatisering door familie, vrienden, buren of
collega’s en andere relaties, de vorderingen op de weg naar oplossingen.
Conclusie: De groep ouders met ernstige psychische aandoeningen is kwetsbaar en heeft
extra aandacht nodig. De kwetsbaarheid van deze ouders bestaat uit beperkte energie,
structuur, contacten en levenslust. Dit komt tot uiting in onder meer recreatie, grenzen
stellen, en het organiseren van activiteiten voor de kinderen. Toch konden deze ouders
genoeg kracht voor hun ouderschap vinden.
Discussie: Hulpverleners zouden zich, in toenemende mate, ook op de omgeving van de
cliënt moeten richten. Daarbij gaat het om de interactie tussen de cliënt en zijn
omgeving. Als de cliënt kinderen heeft, vormen deze vermoedelijk het belangrijkste deel
van de omgeving. Dit vereist van de hulpverleners niet alleen aandacht voor de kinderen
maar ook voor het ouderschap van de cliënt.
Dit project is uitgewerkt door: P.C. van der Ende, J. van Weeghel, J.T. van Busschbach
en E.L. Korevaar. Het Fonds Psychische Gezondheid heeft hiervoor een subsidie
verleend.
De presentatie door eerst een ervaringsdeskundige en daarna door de onderzoeker
wordt gevolgd door een discussie over ouderschap van mensen met psychische
aandoeningen.
Peter van der Ende
Lectoraat Rehabilitatie Groningen
Zernikeplein 23 9747 AS Groningen
Tel:050-5953370
www.ouderschap-psychiatrie.nl<http://www.ouderschap-psychiatrie.nl
B) 'Jong en ouder', begeleiding van jonge moeders
Marriëtte Rutjes,
Hendriët Borneman,
Kwintes
Jonge moeders zijn een kwetsbare groep, ze staan midden in hun eigen ontwikkeling
naar volwassenheid, de acceptatie van en omgang met eigen kwetsbaarheden en het
hebben van de verantwoordelijkheid voor een kind. Kwintes biedt opvang, beschermd
wonen en begeleiding aan deze groep. Dit doet zij in nauwe samenwerking met
jeugdzorg en jeugdzorg-aanbieders. Deze samenwerking is de kern van het succes.
Aan de hand van een korte film, waarin de samenwerking wordt toegelicht, zullen de
deelnemers op interactieve wijze worden meegenomen in alle aspecten die van belang
zijn in het bieden van een veilige omgeving voor deze kwetsbare gezinnen. Hierbij staan
attitude en professionele deskundigheid, lotgenotencontact, samenwerking met
jeugdzorg en de omgeving en het inventariseren van mogelijkheden en kracht centraal.
Afke Jong
Kwintes
Laan van Vollenhove 3213 3700 AA Zeist
E-m: [email protected]
Tel: 030-6956173
7) Workshop: 'Samenwerken in het kader van de Wmo'
Ronde I
Jolanda A. Kroes, MRc
Lectoraat Rehabilitatie
Hanzehogeschool Groningen
In de workshop wordt stilgestaan bij de uitkomsten van één van de onderzoeken
uitgevoerd door de Wmo-werkplaats Groningen/Drenthe. De noordelijke werkplaats is
aangehaakt bij het Lectoraat Rehabilitatie van de Hanzehogeschool. Het Lectoraat
Rehabilitatie, STAMM CMO, een aantal gemeenten en instellingen werkten in deze
werkplaats samen.
Eén van de prestatievelden van de Wmo is: ‘het bevorderen van de sociale samenhang
in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten’. Zelfredzaamheid en maatschappelijke
participatie, het kunnen meedoen in de samenleving is de belangrijkste factor om de
kwaliteit van leven te verbeteren. Er worden kwaliteitseisen gesteld aan de professionals
zodat zorg- en dienstverlening zo is ingericht dat alle burgers kwalitatief volwaardig
kunnen participeren in de samenleving (Movisie, 2010). Organisaties kunnen het zich
niet meer veroorloven intern gericht te zijn, samenwerking met andere instellingen is
een logisch gevolg van de doelstelling van de Wmo.
In de workshop wordt gestart met een korte inleiding over de Wmo werkplaats
Groningen/Drenthe. Vervolgens worden de uitkomsten van het onderzoek “Kansrijk
samenwerken en leven in de gemeente Tynaarlo” gepresenteerd. Een groot gedeelte van
de tijd wordt aan de hand van de Handreiking Professioneel Ondersteunen van Movisie
een aantal kwaliteitskenmerken (resultaatgericht ondersteunen en integraal benaderen)
onderzocht. Centraal hierin staat de samenwerking met de burger, mantelzorger,
vrijwilliger en andere organisaties.
Aan de hand van een kaartenspel worden korte analyses gemaakt (in kleine groepen)
waarbij de vraag:"in hoeverre de eigen organisatie Wmo proof is". besproken wordt.
De uitkomsten worden kort nabesproken.
De uitkomsten van de workshop kunnen door de deelnemers besproken worden in de
eigen organisatie en daarmee dienen als een vertrekpunt in de bespreking van de
betekenis van de Wmo voor de eigen organisatie.
Jolanda Kroes
Hanzehogeschool Groningen
Zernikeplein 23 9747 AS Groningen
E-m: [email protected]
Tel: 050-5952106
8) Workshop: ‘Variant Housing First bij de eerste psychose’
Ronde I
Drs. Bettina Jacobsen, psychiater,
Drs. Leonie de Kort, unithoofd,
Drs. Marguerite Elfrink, programmaleidster,
Monique Hendriks, projectleidster,
Pro Persona Nijmegen
Jacques Steegemans, programmamanager sociale innovatie woningbouw
gezamenlijke woningbouwverenigingen Nijmegen
Samenwerking tussen de gezamenlijke woningbouwverenigingen Nijmegen
en ACT team eerste psychose
Housing First is het aanbieden van een woning aan een dak- of thuisloze, zonder
behandelvoorwaarden vooraf, waarbij door een team wooncoaches worden ingezet om
de deelnemer te begeleiden bij het behouden van deze woning.
Bij de eerste psychose komen cliënten het eerst in aanraking met de
psychiatrie. Niet zelden is er een probleem met wonen. Mensen zijn
nog niet zwervend. Studenten komen terug in de stad van hun ouders,
sommigen zijn huizen kwijt geraakt door overlast of het niet betalen van
huur. Adolescenten kunnen op basis van problemen met hun ouders niet thuis
wonen maar willen niet naar de RIBW. En als zij dit wel willen
worden zij geconfronteerd met lange wachttijden. Er is te weinig wachttijd
opgebouwd voor een eigen woning. Ondertussen blijft iedereen gefocust
op de as 1 problematiek en verblijven jonge mensen te lang in de
kliniek met voor hun onvoldoende perspectief. Met de woningbouwverenigingen
Nijmegen zijn afspraken gemaakt om cliënten direct in een eigen
woning te plaatsen zonder bepaling van urgentie op indicatie van het
ACT-team.
In het vervolg gaan wij als ACT-team multidisciplinair samenwerken
met cliënt, zijn naasten, de zes woningbouwverenigingen en evt. andere
instanties als schuldhulpverlening. Dit is een sterk middel om
cliënten zich weer op de toekomst te laten richten en weer een normaal leven
aan te gaan. Cliënten worden vrijwillig aan de hulpverlening gebonden in
een stadium waarbij nog weinig sociale rollen verloren zijn gegaan.
Wij vertellen over onze werkwijze, het woningproject en schetsen de randvoorwaarden
aan de hand van casuistiek. In discussie met de deelnemers vindt uitwisseling van
mogelijkheden plaats.
Bettina Jacobsen
Pro Persona
Ubbergse Holleweg 1 6574 AS Ubbergen
E-m: [email protected]
Tel: 06-12688698
9) Workshop: ‘Wat betekent herstel in de ouderenzorg?’
Ronde I
Paul Andreoli, gz-psycholoog, Innosearch
Benno Wiegers, SPV, Ouderenpsychiatrie, GGz Friesland
Gert Jongetjes, ervaringswerker, Mensana
Wat kan de herstelbenadering betekenen voor ouderen die al lang in zorg zijn? Maar al
te vaak wordt ervan uitgegaan dat deze mensen niet veel meer te wensen hebben.
In de status quo lijkt weinig meer te kunnen veranderen.
Toch is dit niet terecht. Er zijn (nieuwe) initiatieven die ondersteunen dat mensen
onverwachte mogelijkheden ontdekken. Welke competenties en voorwaarden vraagt dit?
De workshop komt voort uit het Platform Rehabilitatie en Ouderen van Kenniscentrum
Phrenos. Eerst komt middels videobeelden een cliënt aan het woord over de eigen
ondersteuningsbehoefte. Daarop volgt een toelichting op de methodische stappen die in
de ondersteuning gezet zijn en hoe die inhoudelijk zijn uitgevoerd: wat heeft de
ondersteuner concreet ondernomen. De ervaringswerker zal hierop reflecteren vanuit
ervaringsdeskundigheid. De deelnemers worden uitgenodigd met overwegingen te
komen hoe zij zouden aansluiten bij de ondersteuningsbehoefte van de cliënt.
Elk herstelproces is niet alleen uniek vanwege wat elke individuele cliënt nodig heeft om
zich in orde te voelen maar ook door hoe de cliënt zijn herstelproces vorm geeft
vanuit het leren kennen van de mogelijkheden van - onder meer - de ondersteuner. Het
uitwisselen van afwegingen heeft niet tot doel uit te maken wat het beste gedaan had
kunnen worden, maar hoe vorm kan worden gegeven aan de wederkerige afstemming
tussen cliënt en ondersteuner in een proces waarin de zelfsturing van de cliënt centraal
staat.
Dienke Boertien
Platform Rehabilitatie en Ouderen
Kenniscentrum Phrenos
Da Costakade 45 3521 VS Utrecht
E-m: [email protected]
Tel: 030-2959351
10) Workshop: ‘Begeleid Leren; werk in ontwikkeling’
Ronde I
Franca Hiddink, docent Hanzehogeschool Groningen,
Kenniskringlid Lectoraat Rehabilitatie, docent Stichting Rehabilitatie '92
Annemarie Zijlstra, MSc., Rehabilitatiespecialist Promens Care,
Kenniskringlid Lectoraat Rehabilitatie, docent Stichting Rehabilitatie '92
Over jongeren met psychische beperkingen (waaronder autisme) die een reguliere
opleiding volgen.
Jonge mensen met een psychische beperking ervaren veel belemmeringen bij het kiezen,
verkrijgen en behouden van een reguliere opleiding. Het Lectoraat Rehabilitatie
ontwikkelde een programma voor Hoogeveense middelbare scholieren met autisme.
Het betreft leerlingen die in de examenklas zitten en zich voorbereiden op de keuze van
een vervolgstudie.
Kwalitatief onderzoek bij jongeren van Promens Care was aanleiding tot de ontwikkeling
van nieuw begeleid leren aanbod; activiteiten op het gebied van studievaardigheden,
steun en de prioritering van onderwijsdoelen zijn inmiddels beschikbaar. Beide
voorbeelden worden in de workshop behandeld. Ze benadrukken het belang van het
verkrijgen van een startkwalificatie en het met succes afronden van een reguliere
(beroeps) opleiding.
In de workshop worden korte presentaties afgewisseld met oefeningen.
Annemarie Zijlstra
Lectoraat Rehabilitatie Hanzehogeschool Groningen/Promens Care Assen
Postbus 214 9400 AE Assen
E-m: [email protected]
Tel: 06-11489643
11) Workshop: ‘Rehabilitatie & herstelondersteuning op de afdeling’
Ronde I
A) Soteria en rehabilitatie: een mooie combinatie
Miriam Pellaers,
Melanie Silva,
Emergis
Een mooie combinatie hoe er aan herstel gewerkt wordt bij mensen met een psychose.
Er wordt hier gewerkt vanuit de Soteria gedachte (Loren Mosher en Luc Compi) bij
mensen met een psychose. In de kern komt Soteria neer op een afdeling in een zo
huiselijk mogelijk situatie, medewerkers en cliënten, die samen een dagelijks leven
vormgeven, dat appel doet op een zo normaal mogelijk inter-persoonlijke omgang (wat
dan toch weer een grote kunst is bij mensen die een psychose doormaken) en de cliënt
door de psychose heen begeleiden terug naar een normaal functioneren en een plaats in
de samenleving.
Er wordt gewerkt met een duidelijk gestructureerd weekprogramma zodat cliënten zich
niet verliezen in hun psychose. Daarnaast wordt er met zo min mogelijk medicatie een
zo hoog mogelijk herstel beoogd.
Door deze manier werken ontstaat er een sfeer waarin mensen zich gesteund voelen en
weer grip krijgen op hun psychose en werken aan hun herstel.
Middels een interactie met de deelnemers duidelijk gaan maken wat een psychose is en
wat Soteria hierin kan betekenen. Dit met ondersteuning van video- en fotomateriaal.
Tom van den Boom
Emergis
Oostmolenweg 101 4460 AR Goes
E-m: [email protected]
Tel: 06-10424134
B) Herstelondersteunende zorg op de gesloten opnameafdeling
drs. Alan Ralston,
dr. Yolanda Nijssen,
stafdienst Onderzoek en Ontwikkeling,
Zorgebedrijven Dijk en Duin / Lucertis
In het afgelopen decennium is de herstelbeweging aan een opmars begonnen in
Nederland, en heeft het herstelbegrip vooral in de langdurige GGZ veel weerklank
gevonden (Van Wel, 2010).
‘Herstellen’ verwijst naar de inspanningen die cliënten zelf moeten doen om de vaak
ingrijpende gevolgen van een ernstige psychische aandoening te boven te komen en om
hun leven weer een positieve wending te geven.
Het herstelproces telt een aantal dimensies: herstel van gezondheid, herstel van
persoonlijke identiteit en herstel van dagelijks functioneren en maatschappelijke rollen.
Goede behandeling en rehabilitatie kunnen het herstelproces effectief ondersteunen (Van
Weeghel, 2010). Belangrijk daarbij is dat de ervaringen en wensen van cliënten als
vertrekpunt worden genomen en dat de nadruk niet op ziekte en beperkingen wordt
gelegd, maar op kwaliteiten en mogelijkheden (Dröes, 2011).
Onduidelijk is in hoeverre de principes en werkwijzen van herstelondersteuning
geïmplementeerd zijn in de dagelijkse praktijk van de GGZ (Van Hoof & Van Vugt,
2011). Een verkenning in de praktijk geeft de indruk dat herstelondersteuning op
gesloten opnameafdelingen nog niet z‘n beslag heeft gekregen.
De discussie over ambulantiseren en reductie van klinische bedden, de ervaringsverhalen
van cliënten over het traumatische effect van een gesloten opname en de
gemeenschappelijke wens om dwang en drang te verminderen vormen een dringende
aanleiding om na te gaan hoe herstelondersteunend gewerkt kan worden op de gesloten
opnameafdeling.
Concept-mapping is een goede methode om een complex begrip als
herstelondersteuning op de gesloten opnameafdeling in kaart te brengen (Trochim,
1989). In brainstorm-bijeenkomsten met cliënten, familie, medewerkers en
onderzoekers van diverse instellingen, centra en verenigingen in het land, die ervaring
hebben met gesloten opnameafdelingen en/of deskundigheid op het gebied van
herstelondersteuning zijn kwaliteitsuitspraken over het thema verzameld.
Deze uitspraken over herstel-ondersteunend werken op de gesloten opnameafdeling zijn
vervolgens door de betrokkenen individueel geordend (naar inhoud en prioriteit) en
verwerkt tot een gezamenlijk concept, weergegeven in een concept-map.
Deze concept-map dient als basis om de KWAZOP, een instrument dat 15 jaar geleden
ontwikkeld is en door gesloten opnameafdelingen gebruikt wordt om de opname met
cliënten te evalueren (Nijssen, 2000), te herzien. Op een aantal gesloten
opnameafdelingen zal een pilot met de nieuwe KWAZOP worden gedaan om de kwaliteit,
toepasbaarheid en bruikbaarheid van het instrument te toetsen.
T. van Wel (2010) Rehabilitatie: geen kleurloze brij. Maandblad Geestelijke volksgezondheid, 1/2, 25-38. J. van Weeghel (2010) Verlangen naar volwaardig burgerschap; maar wat doen we in de tussentijd? Oratie Universiteit van Tilburg. J. Dröes (2011) Ondersteuning van herstel in de eerste fasen van schizofrenie. Tijdschrift voor Rehabilitatie, 2, 6-18. F. van Hoof & M. van Vugt (2011) Samenhang en coördinatie in de ondersteuning van mensen met ernstige psychische aandoeningen. Trimbosinstituut, Utrecht. W.M.K. Trochim (1989) An introduction to concept-mapping for planning and evaluation. Evaluation and Program Planning, 12, 1-16. Y.A.M. Nijssen (2000) Kwaliteit kortgesloten: Het beoordelen van de kwaliteit van zorg op gesloten
psychiatrische opname-afdelingen. Proefschrift Universiteit van Amsterdam.Naam: Yolanda Nijssen
Mw.dr. Y. Nijssen
Dijk en Duin ParnassiaGroep
Duinenbosch 3 1901 NT Castricum
E-m: [email protected]
Tel: 088-3580794
12) Workshop: ‘Met meer mediawijsheid minder stigma’
Ronde I
Sonja Nijon, Contro Corrente
en betrokken bij media- en antistigmaprojecten als Spiegeljuwelen
Martin van ’t Klooster, zelfstandig communicatieadviseur
en mede oprichter van de Psyche Mediaprijs.
Voor deelname aan het maatschappelijk verkeer is opinie- en beeldvorming door de
media essentieel. Ervaringsdeskundigen, hulpverleners, managers en
familievertegenwoordigers kunnen ook zelf een actieve mediarol vervullen.
Kennis over en ervaring met succesvolle manieren om beeld/ en opinievorming in de
media te beïnvloeden en het stigma terug te dringen nemen snel toe.
In de workshop informatie en contact over omgaan met de media en stigma
terugdringen. Deelnemers aan de workshop kunnen zelf een idee, concept of poging
presenteren. Een panel met mediadeskundigen van binnen en buiten de GGz bespreekt
met de aanwezigen de mogelijkheden en kansen.
Martin van t Klooster
Vrouwjuttenhof 12A 3512 PZ utrecht
E-m: [email protected]
Tel: 06-51604659
13) Discussiegroep: ‘Wel of niet bemoeien met cliëntgestuurde initiatieven?’
Ronde I
Yvonne Visser, voorzitter centrale cliëntenraad,
Aukjen Niewijk, hoofd afdeling zorg, kwaliteit en communicatie,
Kwintes
Kwintes wil, evenals vele andere ggz-instellingen, een herstelondersteunende organisatie
zijn. Daarin is zij actief rondom het begeleiden van cliënten zelf, voert zij veranderingen
door op organisatie niveau en is de blik gericht op het gastvrij maken van de
buitenwereld. Een belangrijk kenmerk van herstel ondersteunende zorg is het vergroten
van de eigen regie van cliënten. Een concrete uitwerking daarvan is het cliënt
(gestuurde) initiatief. De touwtjes weer in eigen hand krijgen, leren van missers en
genieten van eigen succes geeft kracht, lol en zelfvertrouwen.
Kwintes kent momenteel diverse vormen van cliëntsturing, zoals: Kookunst (met
kookcursussen); Begeleid reizen (over vakantie); www.kunst.enmeer.nl (koop en huur
van kunst); www.durfjijmetmij.nl (voor vriendschap en relatie), Activeringscentrum Jan
Steen (cliëntgestuurd), Ontmoeten en meedoen door bewegen (over sporten) en cliënt
gestuurde Inloop (voor ontmoeting).
De professionals moeten leren zich bescheiden op te stellen, ruimte te maken voor de
cliënt en vooral de persoonlijke omgeving in beeld zien te brengen. Alleen hoe doe je
dat? Grijp je in als het financieel uit de hand loopt? Heb je geduld als een proces langer
duurt dan gepland? Herschrijf je zelf geschreven teksten op de website?
De discussie in de workshop gaat over de rol van de professional in dit soort initiatieven.
We laten een aantal cliënt(gestuurde) initiatieven van Kwintes de revue passeren,
waarbij helder wordt wat de rol van cliënten is van begin tot eind, de ervaringen van de
diverse betrokkenen in het proces en de resultaten. Verder wordt er vooral tijd
ingeruimd voor discussie. Wat zijn de ervaringen van ánderen en wat leren we van
elkaar?
Aukjen Niewijk
Kwintes
Laan van Vollenhove 3213 3706 AR Zeist
E-m: [email protected]
Tel: 030-6956173
14) Presentaties
Ronde I
Bridging the gap
Annemieke Hendriksen, MSc.
Wetenschappelijk medewerker
Trimbos-instituut
Bridging the gap: onderzoek naar levenskwaliteit en toekomstplannen na vroege
psychose
In het project Bridging the gap is onderzoek gedaan naar de kwaliteit van leven en
toekomstplannen van jonge mensen die een psychose of sterke voortekenen daarvan
hebben ervaren. Ook is onderzocht wat kan bijdragen aan de kwaliteit van leven van
deze doelgroep en op welke manier de hulpverlening verbeterd kan worden.
Het betreft een breed onderzoek, bestaande uit diepte-interviews, een online vragenlijst
en literatuurstudie. De resultaten pleiten voor vroege rehabilitatie. Meer ondersteuning
bij werk en opleiding, in combinatie met training in cognitieve vaardigheden, is van groot
belang. In de tweede fase van het project (start 2013) worden verbeteracties ingezet om
de kloof in levenskwaliteit te verkleinen.
Annemieke Hendriksen
Trimbos-instituut
Postbus 725 3500 AS Utrecht
E-m: [email protected]
Tel: 030-2959369
www.bridging-the-gap.nl
Innovatief hulpverlenen en het verleggen van zeggenschap
Jenny Boumans, Msc
Junior wetenschappelijk medewerker - Reïntegratie
drs. Mathijs Tuynman
Trimbos-instituut
In zelfbeheer beheren en besturen cliënten hun eigen hulpverlening en voorziening.
Anders dan in reguliere voorzieningen hebben professionals en managers dus niet de
zeggenschap. In zo'n context krijgt hulpverlening een ander karakter.
Hoe organiseer je hulpverlening waarbij een zelfbeheervisie centraal staat?
Jenny Boumans
Trimbos-instituut
Postbus 725 3500 AS Utrecht
E-m: [email protected]
Tel: 030-2971153
WRAP- Wellness Recovery Action Plan
Dienke Boertien
projectmedewerker Ervaringsdeskundigheid
Kenniscentrum Phrenos
Vanuit het HEE-team en Kenniscentrum Phrenos is het initiatief genomen om WRAP in
Nederland te introduceren. Wat is de WRAP? WRAP staat voor Wellness Recovery Action
Plan en is een zelfhulpinstrument in de jaren negentig ontwikkeld door Mary Ellen
Copeland. Zij constateerde na een langdurig verblijf in de GGz-voorzieningen dat de zorg
niet bood wat zij nodig had. WRAP kwam tot stand mede op basis van gesprekken met
andere cliënten; samen vonden zij een manier om hun eigen herstelprocessen vorm te
geven.
De WRAP is een heel concreet model met zeven onderdelen, alle zeven afgestemd op het
hoofddoel: wat heb ik nodig om me goed te voelen. Het is bedoeld als een
zelfhulpinstrument dat aan kracht wint door het met ervaringsdeskundigen en in
uitwisseling in een groep te gebruiken.
De WRAP is in de VS na een Randomized Controlled Trial en met positieve uitkomsten,
(o.a. vermindering symptomen, vergroten van herstel, hoop, empowerment en coping)
erkend als evidence based practice. De WRAP wordt inmiddels in de VS en daarbuiten
breed geïmplementeerd.
Modelgetrouwe invoering van de WRAP is ook in Nederland een belangrijke toevoeging
aan de bestaande instrumenten voor zelfhulp en ervaringsdeskundigheid zonder andere
instrumenten overbodig te maken.
Er is een start gemaakt om de WRAP modelgetrouw en breed te kunnen gaan aanbieden.
Ervaringsdeskundigen zijn getraind tot WRAP facilitator: erkende WRAP-begeleiders die
mensen (zowel in een groep als individueel) ondersteunen om voor zichzelf een WRAP te
maken. Na de training zullen de nieuwe WRAP-begeleiders in nauwe samenwerking met
hun instellingen (GGz Eindhoven, GGz Noord-Holland-Noord, GGz Oost-Brabant, GGz
Pameijer en SBWU) WRAP-groepen gaan draaien. HEE en Kenniscentrum Phrenos
faciliteerden dit proces en ontwikkelden het Nederlands opleidingsmateriaal, dat door het
Copeland Center gecertificeerd wordt.
In de workshop zal ingegaan worden op de achtergronden en de stand van zaken rond
de WRAP. Deelnemers maken op actieve wijze kennis met de WRAP.
Dienke Boertien
Kenniscentrum Phrenos
Da Costakade 45 3521 VS Utrecht
E-m: [email protected]
Tel: 030-2959351
15) Presentaties
Ronde I
Geloof je het zelf?
Jacqueline Thüss Mrc, SBWU
Marijke Brugman Mrc, cöordinator Rehabilitatie, RIWIS
Medewerkers die worden opgeleid in de Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB)
blijken de methodiek onvoldoende in de praktijk te gebruiken. Hoe komt dat?
Er is kleinschalig kwalitatief onderzoek gedaan naar bevorderende en belemmerende
factoren bij het uivoeren van de IRB door ambulante begeleiders van een beschermende
woonvorm.
Marijke Brugman
Riwis Zorg&Welzijn
Oude Beekbergerweg 19 7331HL Apeldoorn
E-m: [email protected]
Tel: 06-54951045
De bijdrage van maatschappelijke steunsystemen
dr. Wilma Swildens, senior onderzoeker,
Altrecht Willem Arntsz
drs. M. Beenackers, SBWU
Van welke MSS-voorzieningen maken cliënten in de stad Utrecht gebruik en wat levert
dit op in termen van maatschappelijke participatie en kwaliteit van leven. De uitkomsten
worden gepresenteerd van onderzoek naar de ontwikkeling van maatschappelijke steun-
systemen voor cliënten met langdurige psychiatrische problemen in de stad Utrecht.
Wilma Swildens Altrecht GGZ Willem Arntsz Lange Nieuwstraat 119 3512PG UTRECHT E-m: [email protected]
Tel: 030-2308865
Maatschappelijke Steunsystemen
Eleonoor Willemsen
projectmedewerker MSS
Kenniscentrum Phrenos
Met het Trimbos instituut voert Kenniscentrum Phrenos het WWZ-project (MSS in de
vorm van proeftuinen) uit. Onderdeel vormt de totstandkoming van een handreiking.
Het project wordt in het voorjaar afgerond en kort voor het congres verschijnt de
handreiking. Deze zal uitvoerig behandeld worden in de presentatie. Met de handreiking
kan een nieuwe fase in de doorontwikkeling van MSS-en ingegaan worden.
Eleonoor Willemsen
Kenniscentrum Phrenos
Postbus 1203 3500 BE Utrecht
E-m: [email protected]
Tel: 030-2931626
16) Presentaties
Ronde I
Kortdurende begeleiding aan huis
Gerrit Klop, BSW
Kwintes
drs. Sonja van Rooijen, wetenschappelijk medewerker
Trimbos instituut
Ambulante woonbegeleiding vanuit RIBW's is doorgaans een langdurend zorgaanbod
waarbij cliënten één tot twee keer per week thuis ondersteuning en begeleiding krijgen.
Kwintes heeft dit aanbod uitgebreid met kortdurende begeleiding aan huis (KBH).
Om KBH vorm te geven en te implementeren binnen Kwintes is in september 2011
gestart met een pilot KBH in samenwerking met het Trimbos instituut.
KBH is een krachtgerichte begeleidingsvorm die nog meer de nadruk legt op de
mogelijkheden en krachten van de cliënt. Deze vorm van begeleiding is intensiever en
doelgerichter dan de huidige ambulante begeleiding van Kwintes. De begeleiding bestaat
uit minimaal 15 en maximaal 25 contacten.
Het doel van KBH is om cliënten zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren en hun
(veer)kracht te versterken. Na afloop van de begeleiding is de cliënt in staat om
zelfstandig te leven, al dan niet met behulp van het sociale netwerk of maatschappelijke
voorzieningen.
Aanleidingen hiervoor zijn:
-De veranderende zorgopvatting met een scherpere focus op zelfstandigheid van de
cliënt, maatschappelijke participatie (regie en eigen kracht) en het beter op
elkaar afstemmen van zorg. KBH leent zich hiervoor meer dan ‘reguliere’ begeleiding en
richt zich op de samenwerking met maatschappelijke voorzieningen en steunsystemen.
-De overheveling van AWBZ-onderdelen naar de WMO leidt tot bezuinigingen
(langdurende trajecten worden ingeperkt) en daarmee de noodzaak tot vernieuwing van
de zorg.
Uit de eerste ervaringen blijkt dat veel meer mensen, dan aanvankelijk gedacht werd,
geholpen zijn met deze intensievere vorm van begeleiding.
Tijdens de presentatie wordt het verloop van de pilot beschreven en toegelicht, de eerste
resultaten gepresenteerd en worden de ervaringen met KBH gedeeld.
Linda Kreuger
Kwintes
Postbus 31 3700 AA Zeist
E-m: [email protected]
Tel: 06-46226185
Verlies, rouw en herstel in de psychiatrie
Hilly Beuving-Brink, psychiatrisch maatschappelijk werker,
Carolien Verpalen, co-trainer training verlies, rouw en herstel in de psychiatrie,
Steunpunt GGz Utrecht
Rouw staat Herstel in de weg
Rehabilitatie, Herstel, Verlies en Rouw zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Cliënten met psychische c.q. psychiatrische problematiek krijgen te maken met veel
persoonlijke verliezen op het moment dat ze van ( langdurige) psychiatrische zorg
afhankelijk zijn.
Verliezen en rouw daarover wordt in de psychiatrie nauwelijks onderkend of (vaak)
diagnostisch anders vertaald. Het gaat om verliezen anders dan door overlijden:
verliezen als: onafhankelijkheid, verliezen in de relationele sfeer (partner-vrienden-
studiegenoten-collega´s), sociale omgeving, werk, studie, toekomst dromen. In het
Herstelproces moet ruimte zijn voor de vele verliezen en het kunnen rouwen daarover.
Hoe ga je in gesprek met cliënten over verlies en rouw.
Sinds drie jaar wordt de gelijknamige training (Verlies, Rouw en Herstel in de
psychiatrie) gegeven aan hulpverleners, woonbegeleiders, persoonlijk begeleiders,
SPV´ers, Maatschappelijk Werkers e.a.
Reacties van cursisten zijn o.a.:
“waardevol, inzichtgevend, een aanvulling op het professioneel werken als SPV”
“Interessant, nieuwe inzichten gekregen, bruikbare methodieken”
“Inzicht gekregen hoe een rouwproces nou precies verloopt bij andere verlieservaringen
dan de dood“.
Hilly Beuving-Brink
Steunpunt GGz Utrecht
Mgr. Van de Weteringstraat 132a 3581 EN Utrecht
E-m: [email protected]
Tel: 030-2369320
www.ggzutrecht.nl
Zorg voor Zin. Rehabilitatie als ondersteuning bij het ontworstelen aan een
verslaving
Ton Verspoor, Projectmedewerker, Rehabilitation Counselor,
Bureau Herstel SBWU en docent St. Rehabilitatie ’92
Tjebbe Tamboer, Projectmedewerker,
Bureau Herstel SBWU
Er is waarschijnlijk geen gebied waar rehabilitatie zozeer verbonden is met behandeling
als op het gebied van de verslavingszorg. Bij behandeling van verslaving aan alcohol,
drugs en medicijnen gaat het erom dat mensen een identiteit en een activiteitenpatroon
ontwikkelen waarin zij nieuwe zin en betekenis in hun leven ervaren.
Het idee is dat mensen alleen van hun middelengebruik afkomen of er beter mee
omgaan wanneer ze weer hoop hebben op een beter of zinvoller leven, dat andere zaken
zoals als, werk,hobby, familie in het leven meer voldoening en belangrijker worden dan
het gebruik van middelen.
A. Verspoor & T. Tamboer
Rehabilitatie92 & SBWU Bureau Herstel
Furkaplateau 15 3524 ZH Utrecht
E-m: [email protected]
Tel: 030-2361088
17) Symposium: ‘Ervaringsdeskundigheid onmisbaar bij herstel en goede zorg’
Ronde II Beatrixzaal
drs. Marianne van Bakel, coördinator HEE-team,
drs. Nicole van Erp, wetenschappelijk medewerker,
drs. Sonja van Rooijen, wetenschappelijk medewerker,
Trimbos instituut
drs. Dienke Boertien
projectmedewerker Ervaringsdeskundigheid
Kenniscentrum Phrenos
- Twee jaar LIVE: een verbinding met herstel. Onderzoeksresultaten van het Landelijk
steunpunt inzet van ervaringsdeskundigheid in de ggz.
- Wat betekenen de Handreiking en het Beroepscompetentie Profiel
Ervaringsdeskundigheid voor de praktijk?
LIVE is een samenwerkingsverband van het Trimbos-instituut (HEE-team) en het
Kenniscentrum Phrenos. In het kader van LIVE zijn tal van activiteiten uitgevoerd op het
terrein van ervaringsdeskundigheid en herstel. Zo zijn bestaande initiatieven in
Nederland op het terrein van ervaringsdeskundigheid geïnventariseerd, zijn initiatieven
genomen in de opleidingspraktijk en is gewerkt aan een beroepscompetentieprofiel voor
ervaringsdeskundigen. Verder hebben achttien ggz-instellingen in het kader van LIVE
gewerkt aan de versterking en verbreding van de inzet van ervaringsdeskundigheid in
hun instelling. Uit het evaluatieonderzoek blijkt dat er mooie resultaten zijn geboekt.
Zo zijn er meer betaalde ervaringsdeskundigen aangesteld en hebben medewerkers en
cliënten een beter inzicht gekregen in wat ervaringsdeskundigheid inhoudt. Ook zijn
vrijplaatsen gecreëerd waar ideeën over herstel en ervaringsdeskundigheid verder
ontwikkeld kunnen worden en is op veel plaatsen gewerkt aan de ondersteuning en
scholing van ervaringsdeskundigen.
Dit alles is belangrijke input geweest voor de ontwikkeling van de 'Handreiking voor de
inzet van ervaringsdeskundigheid vanuit de geestelijke gezondheidszorg' waarin een
analyse van ervaringsdeskundigheid en herstel wordt gegeven en praktische
ondersteuning bij de vertaling hiervan naar de praktijk. Tevens is een
Beroepscompetentie Profiel Ervaringsdeskundigheid ontwikkeld. Beide worden tijdens het
symposium gepresenteerd, gevolgd door een discussie over de betekenis ervan voor de
bestaande zorg.
Nicole van Erp
Trimbos-instituut
Postbus 725 3500 AS Utrecht
E-m: [email protected]
Tel: 030-2959238
18) Symposium: ‘Herstel(ondersteuning) in de context van cultuur en etniciteit’
Ronde II
- Herstel in de context van cultuur en etniciteit
Huub Beijers, medisch antropoloog,
- Psychische problematiek in de Turkse gemeenschap: samen lijden, samen helen
Mine Özalp-Durmaz, maatschappelijk werkende,
kwartiermaker Kapıları Açın/Open de Deur
- Mijn werk als ervaringsdeskundig consulent in buurtteam ‘Krachtig Overvecht Zuid’
Franklin Plein, consulent-ervaringswerker,
Steunpunt GGZ Utrecht
Herstel en herstelondersteuning nemen een steeds grotere vlucht in de Nederlandse
geestelijke gezondheidszorg. Dat gebeurt in een context (samenleving en
gezondheidszorg) die cultureel en etnisch steeds diverser wordt en steeds meer over de
landsgrenzen heen werkt. In de verdeling van gezondheid en gezondheidszorg
weerspiegelt zich die diversiteit.
Bij de keuzen die worden gemaakt voor de inrichting en de inhoud van de geestelijke
gezondheidszorg en in het werk van cliënten- en patiëntenorganisaties wordt hiermee in
toenemende mate rekening gehouden. Het is de vraag of dit voor herstel en
herstelondersteuning in Nederland ook geldt. Sluiten deze begrippen en de manier
waarop daar in de praktijk invulling aan wordt gegeven in voldoende mate aan bij de
actuele context van culturele en etnische diversiteit?
We werken aan de hand van een reflectie op de (culturele) vooronderstellingen van het
herstelbegrip en de ervaringen die Steunpunt GGZ Utrecht, een organisatie voor
cliëntgestuurde zorg, heeft opgedaan met herstelwerkzaamheden voor
migranten(groepen) met psychiatrische problematiek. We willen overdragen welke
dilemma’s daarbij aan de orde zijn gekomen en met de deelnemers aan het symposium
reflecteren op de mogelijkheden en grenzen van herstel(ondersteuning) in een
cultuursensitieve praktijk.
We laten een kort fragment zien van de film Ftah al-Bab (Steunpunt GGZ Utrecht 2011),
met drie ervaringsverhalen van Marokkaanse Nederlanders met psychiatrische
problematiek en drie korte inleidingen.
Huub Beijers, Mine Özalp-Durmaz, Franklin Plein
Steunpunt GGZ Utrecht
Mgr. van de Weteringstraat 132-a 3581 EN Utrecht
E-m: [email protected]
Tel: 030-2369320
19) Symposium:’Zorgmonitoring en rehabilitatie in de GGZ;
resultaten en consequenties voor de praktijk’
Ronde II
- Eenzaamheid: een focus voor rehabilitatie prof. dr. Philippe Delespaul, Mondriaan zorggroep/ Maastricht University, Faculty of
Health, Medicine and Life Sciences
- Arbeidsparticipatie en welzijn dr. Wilma Swildens, senior onderzoeker, Altrecht Willem Arntsz
i.s.m. drs. Lennart Gorter, Sascha Kwakernaak MSc, Altrecht Willem Arntsz en Bert Beentjes en drs. Maurits Beenackers, SBWU Focus op uitkomsten van activering en deelname aan sociale netwerken
dr. Jan Theunissen, GGZ inGeest / Vumc
i.s.m. dr. Pim Duurkoop
Tijdens het symposium worden resultaten gepresenteerd van zorgmonitoring bij mensen
met een ernstige psychiatrische aandoening in de regio's Utrecht, Amsterdam en Zuid-
Limburg. Aandacht wordt besteed aan longitudinale uitkomsten in termen van
verandering in functioneren, kwaliteit van leven en zorgbehoeften. Daarbij wordt een
relatie gelegd met centrale thema’s binnen rehabilitatie: eenzaamheid van cliënten, de
mogelijkheid deel te nemen aan arbeid, aan activiteiten en sociale netwerken.
Achtereenvolgens komen bovengenoemde presentaties aan de orde waarbij de
uitkomsten besproken worden en eruit voortkomende vragen voor toekomstig onderzoek
besproken kunnen worden. Wilma Swildens Altrecht GGZ Lange Nieuwstraat 119 3512 PG Utrecht E-m: [email protected] Tel: 030-2308865
20) Workshop: ‘GGz, brug naar diploma's en banen’
Ronde II
Venu Nieuwenhuizen, rehabilitation counselor en docent Rehabilitatie '92,
ABC Altrecht & Rehabilitatie '92
De arbeids- en studieparticipatie van mensen met langdurige psychiatrische
problematiek is slechts 17%. Hun wens ligt drie tot vier maal hoger.
Hier is nog een wereld te winnen.
Maar is de GGz wel de aangewezen organisatie om hierbij voortrekker te zijn? En zo ja,
op welke wijze? ABC-Altrecht investeert nadrukkelijk in het ondersteunen studie en
arbeidsparticipatie. Aan de hand van theorie en ervaringen ABC wordt een koppeling met
de eigen praktijk van deelnemers gemaakt aan de hand van discussies en praktische
oefeningen.
Discussies en oefeningen staan centraal in de workshop. De deelnemers analyseren het
niveau van het werk- en studieaanbod op de eigen afdeling + eventuele verbeterpunten.
Venu Nieuwenhuizen
ABC Altrecht
ABC straat 8 3512 PX Utrecht
E-m: [email protected]
Tel: 06-51858774
21) Workshop: ‘Herstel werkt!’
Ronde II
mw. drs. H.E. Borgesius,
coördinator training en coaching,
M.G.M. Christians MSc,
wetenschappelijk onderzoeker,
Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg,
UMC St Radboud Nijmegen
De laatste anderhalf jaar is in meer dan tien maatschappelijke opvangorganisaties
Herstelwerk (de krachtgerichte basismethodiek voor kwetsbare mensen)
geïmplementeerd. In de workshop laten we het effect van de methodiek zien vanuit
verschillende perspectieven: management, begeleiders en clienten.
In de workshop zullen we kort inzoomen op de methodiek Herstelwerk en de trainingen
in de methodiek. We betrekken deelnemers in de zaal actief door middel van een aantal
oefeningen, zodat zij ervaren wat krachtgericht werken inhoudt. Daarnaast zullen een of
meerdere cliënten van een opvangorganisatie hun ervaringen met deze methodiek
vertellen.
Els Borgesius
UMC St Radboud, Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg
Postbus 9101, huispost 152 6500 HB Nijmegen
E-m: [email protected] / [email protected]
Tel: 024-3618826
22) Workshop: ‘Community Based Rehabilitation, clubhuis De Waterheuvel,
een voorbeeld bij uitstek!’
Ronde II
- Wander Reitsma, directeur,
- Janneke Boos, staflid,
- Michiel de Leeuw, psychiater/bestuurslid,
- Agnes Appelman, lid,
- Monique de Graaff, lid,
- Sebastiaan Koning, lid,
De Waterheuvel Amsterdam
De Waterheuvel in Amsterdam past al meer dan 25 jaar het clubhuismodel toe, een
vorm van Community Based Rehabiltation voor mensen met een psychiatrische
achtergrond (de leden van het clubhuis).
In de interactieve workshop laten wij de deelnemers ervaren hoe wij community based
rehabilitation vormgeven. Dit doen wij door de deelnemers te laten participeren in een
ochtendmeeting. De ochtendmeeting vindt elke ochtend plaats in het clubhuis en is de
plek waar het werk van de dag in samenspraak met staf en leden verdeeld wordt. Ook
wordt in dit overleg gekeken naar wie we al lang niet gezien hebben zodat de Reach Out
commissie met deze personen contact kan opnemen. Er wordt aandacht besteed aan het
Transistional Employment programma (arbeidsrehabilitatie) en worden sociale
activiteiten in kaart gebracht. Kortom aan de hand van deze meeting krijgt men een
goede indruk van de werkwijze van ons clubhuis. Op onderdelen wordt
achtergrondinformatie over het clubhuismodel gegeven. De workshop wordt verzorgd
door bestuur, directie, staf en leden van De Waterheuvel, side-by-side.
Wander Reitsma
De Waterheuvel
Sarphatistraat 43 1018 EW Amsterdam
E-m: [email protected]
Tel.: 06-55689622
www.waterheuvel.nl www.iccd.org
23) Workshop: ‘Niemand spoort’
Ronde II
Jeroen Kromwijk,
Malika Al Houbach,
RIBW Zaanstreek Waterland West-Friesland
Van mensen met een psychiatrische diagnose wordt vaak gedacht dat zij niet sporen.
Betekent dat automatisch dat mensen zonder zo’n diagnose psychisch in orde zijn?
Om hier een antwoord op te krijgen, staan de deelnemers tijdens de interactieve
workshop ‘Niemand spoort’ op ludieke wijze stil bij hun eigenaardigheden.
Eline van den Bijllaardt
RIBW Zaanstreek Waterland en Westfriesland
Slenkstraat 201-4 1441 MN Purmerend
E-m: [email protected]
Tel: 0299-412673
24) Workshop: ‘Ontkokerde zorg in de wijk’
Ronde II
drs. A.C.M. (Hanneke) Henkens, GGz Eindhoven
drs G.C. (Gerda) Scholtens, ZZp-er + GGz Eindhoven
Sinds 2005 wordt er in Eindhoven en in de randgemeenten gewerkt aan het ontwikkelen
van een maatschappelijk steunsysteem (MSS). De werkwijze van de medewerkers MSS -
een kwartiermaker en ervaringsdeskundige - is een mooi voorbeeld van het bieden van
ontkokerde zorg die aansluit bij de behoefte van wijkbewoners in een kwetsbare positie.
Trefwoorden in de werkwijze zijn: beschikbaar zijn voor wijkbewoners en professionals,
samenwerking, interesse in - en delen van elkaars expertise. Om deze praktijk op te
schalen naar wijkniveau hebben we leergroepen gevormd op basis van het concept van
een Community of Pratice (CoP).
Een CoP bestaat uit een groep vakgenoten die een passie voor een vraagstuk delen en
daarover met elkaar in gesprek gaan om hun competenties met betrekking tot dat
vraagstuk, te verbeteren. De basis van een CoP wordt gevormd door de medewerkers
van organisaties uit het netwerk van de kwartiermaker en de ervaringsdeskundige,
aangevuld met anderen die belangstelling hebben.
Zo ontstaat een gemêleerd gezelschap uit diverse organisaties: welzijn, woningbouw-
corporaties, verslavingszorg, Ggz, verstandelijk gehandicapte zorg en politie.
De gedachte achter de leergroep is dat het bieden van laagdrempelige zorg door
ontkokering van de zorg op wijkniveau, consequenties heeft voor de professionaliteit van
professionals.
Trefwoorden zijn: het kunnen hanteren van een meervoudig perspectief; mijn en dijn,
onderscheid maken tussen de ervaringen van de cliënt en die van de professional met
betrekking tot de problematiek; de rol van het steunsysteem en vraagstukken in de
samenwerking.
De CoP bijeenkomsten zijn erop gericht de competenties op deze gebieden verder te
ontwikkelen. De hoofdlijnen in het programma zijn: kennis maken met elkaar en elkaars
organisatie, casuïstiek bespreken, netwerk ontwikkelen en gastsprekers uitnodigen. Voor
de bespreking van de casuïstiek hebben we een eenvoudige handreiking gemaakt.
Het programma van de workshop bestaat uit twee delen:
een inleiding over de leergroepen, de resultaten van de afgelopen anderhalf jaar, de
implementatie en de samenwerking met de gemeenten.
De wijze van werken in de CoP bijeenkomst laten we zien in het tweede deel van de
workshop met behulp van de handreiking voor de bespreking van casuïstiek.
Gerda Scholtens
ZZp-er + GGz Eindhoven
Valeriusstraat 251-2hoog 1075 GB Amsterdam
E-m: [email protected]
Tel: 06-44453915
25) Workshop: ‘Sport als middel bij integratie’
Ronde II
Erik Schipper, bewegingsagoog,
Goitzen Wobbes, bewegingsagoog,
Tjerk ter Haar Romeny, oefentherapeut Mensendieck,
Actenz GGZ inGeest
In de workshop wordt kort een kader neergezet van de voordelen van een actieve
levensstijl en het belang van sociale ondersteuning dit te doen en vol te houden.
Dit geldt in het bijzonder voor mensen met ernstige psychische aandoeningen.
Aan de hand van een aantal voorbeelden wordt een brug gemaakt tussen zorg en
samenleving richting toeleiding regulier sporten en op welke manier sporten kan helpen
bij integratie. Een deel van de workshop wordt op sportieve wijze ingevuld.
Daarnaast worden de aanwezigen van de workshop uitgenodigd mee te denken en
informatie uit te wisselen aan de hand van een aantal concrete vragen of stellingen om
bewegen en sporten verder te ontwikkelen. De bevindingen koppelen we terug en de
informatie willen we gebruiken om verdere beweegprogramma's te ontwikkelen.
Marion Ammeraal
Actenz GGZ inGeest
Postbus 74077 1070 BB Amsterdam
E-m: [email protected]
Tel: 06-22313157
26) Workshop: ‘Samenspel: ‘Werk, de beste zorg’’
Ronde II
drs. Iris van Bennekom,
drs. Marion Schmied,
Bianca Haverkamp,
Reaktgroep, Gouda
Voor onze doelgroep, mensen met psychische problematiek, brengt de politieke agenda
veel veranderingen mee, zoals overheveling begeleiding uit AWBZ naar Wmo, grotere rol
voor zorgverzekeraars, scheiden van wonen en zorg en verdwijnen dagbesteding.
De gemeenten staan voor de uitdaging om binnen een krap financieel kader de
zelfredzaamheid van hun burgers te bevorderen; zoveel mogelijk onafhankelijk van zorg
en sociale zekerheid. Dit betekent sociale innovatie op buurtniveau en zo veel mogelijk
participeren op de arbeidsmarkt. Voor mensen met psychische problematiek vormen
deze doelstellingen een essentieel onderdeel voor kwaliteit van leven en het uitzicht op
een duurzaam perspectief.
Om de veranderde kaders niet slechts te laten resulteren in een wetswijziging of een
kille bezuiniging, hebben wij een gezamenlijke verantwoordelijkheid: zorgaanbieders,
werkgevers, lokale overheid, zorgverzekeraars en cliënten. Wij kunnen niet blijven
denken en handelen binnen onze eigen organisatiekaders, maar moeten daarbuiten
treden en elkaar opzoeken om zo de vernieuwing te realiseren. Met name voor de
mensen uit onze doelgroep vraagt dat om antwoorden die niet voor de hand liggen.
Dat vergt lef!
In onze workshop gaan we win-winsituaties verder uitwerken aan de hand van een
aantal cases. Vanuit een rollenspel proberen we nieuwe dwarsverbanden te leggen en
met een andere blik een nieuw perspectief te bedenken. Een innovatief, betaalbaar en
duurzaam antwoord dat zich kenmerkt door een sociaal gezicht en in een nieuw en goed
samenspel. Samen werken aan de beste zorg, zodat iedereen op zijn eigen wijze kan
meedoen; al dan niet in betaald werk!
1. Presentatie beleidskader
2. Voorbeeldcases
3. Uitwerken win-win in rollenspel
4. Presentatie resultaten subgroepen
5. Vaststellen gemene deler, randvoorwaarden en winstfactoren
6. Boodschap aan de staatssecretaris, de wethouder, de zorgaanbieder en de cliënt.
Cathy van Bussel – de Wolf
Servicecentrum REAKTGROEP
Gentseweg 5-11 2803 PC Gouda
E-m: [email protected]
Tel: 0182-563300/06-42703731
www.reaktgroep.nl
27) Workshop: ‘Club Med: ‘Zien en gezien worden’
(medewerkers met cliëntervaring)’
Ronde II
Anke Vergeer, teamleider,
Max Kraak, medewerker,
Keeke van der Veght, medewerker,
Bureau Herstelondersteuning,
Kwintes Zeist
Buro Herstelondersteuning van Kwintes heeft Club MED gevormd en biedt daarmee een
vrijplaats aan Medewerkers met ErvaringsDeskundigheid (naast Club ED).
Veel medewerkers hebben zelf ervaring met een ontwrichtende aandoening en hebben
geleerd dat te hanteren. Maar vaak hebben ze dat verborgen op het werk.
Zelf ervaring hebben met psychoses, depressies of verslaving levert nu eenmaal niet
vaak waardering op en erkenning voor de kennis die je daarin hebt opgedaan, maar
eerder een stigma, wantrouwen, en vraagtekens bij je professionele kunde en
betrouwbaarheid.
De inzet om herstel en herstelondersteuning tot meer leidend principe te maken van de
zorg binnen Kwintes en ervaringsdeskundigheid tot een gewaardeerde inzet daartoe,
heeft ruimte geboden aan medewerkers om ook meer hun eigen persoonlijke ervaringen
in te brengen, en daarmee ook om ervaringen met psychiatrische aandoeningen en
cliëntervaringen te bespreken.
Club MED organiseert ontdekkingsreizen om het goud op te graven van deze verborgen
schatten, ze aan de oppervlakte te brengen en ervaringskennis en deskundigheid te
ontwikkelen in samenspraak en met ondersteuning van elkaar.
We laten zien wat er in onze rugzakken zit, welke steun je nodig hebt en welke scholing
en wat het oplevert voor onszelf de cliënten en de collega’s.
Programma:
We hebben het ongetwijfeld over: routeplanners en inpaklijsten, herstelverhalen en
reisverslagen, vrijplaatsen en resorts, het naaktstrand en de gluurders, uit de kast of wie
heeft de kast gemaakt, de prijslijst; wat het kost en wie wat betaalt, risico’s en
veiligheid. Niet noodzakelijkerwijs in deze volgorde. Verhalen, presentaties, discussie en
oefeningen worden afgewisseld.
Leerdoelen:
het gaat over inspiratie opdoen en stilstaan bij goud zoeken en passende
veiligheidsmaatregelen.
De workshop is met name bedoeld voor iedereen die zich aangesproken voelt.
Kwintes
Afd. Zorg, Kwaliteit en Communicatie
mw. A. Vergeer, Coördinator Herstelondersteuning
Postbus 3700 3700 AA Zeist
E-m: [email protected]
Tel.: 06-23540103
28) Discussiegroep:’ Schriftmeditatie als bron van bezieling’
Ronde II
dr. Lucas J. Tiesinga, geestelijk verzorger
GGz Drenthe
In de discussie over herstel van mensen binnen en buiten de GGz wordt veel aandacht
besteed aan de somatische, psychische en sociale dimensie van gezondheid.
Minder op de voorgrond staat de spirituele, religieuze of levensbeschouwelijke dimensie
als bron van bezieling en welzijn. Dat is vreemd aangezien bezieling bij een aantal
mensen juist kan bijdragen aan innerlijke kracht en zin en samenhang in het leven.
Dat geldt in het bijzonder voor de stille omgang met de heilige geschriften. Het lezen
van en mediteren op heilige geschriften schept een verbondenheid en het vormt een
besef te staan in een groter geheel van betekenissen en ervaringen.
In de discussiegroep zou ik graag van gedachten wisselen over de vraag of, hoe en in
welke mate levensbeschouwing, religie en spiritualiteit bijdraagt aan het welzijn van de
mens. In het bijzonder zal de discussie gericht zijn op de betekenis van meditatieve
omgang met heilige geschriften voor de geestelijke gezondheid en het persoonlijk herstel
van mensen.
De discussiebijeenkomst kan grofweg in drie delen worden opgesplitst.
Het eerste gedeelte wil de probleemstelling verhelderen (vraag en doelstelling nader
uiteenzetten).
Het tweede gedeelte gaat nader in op de meditatieve omgang met heilige geschriften en
ervaringen op dit terrein (momenteel wordt deze oefening aangeboden bij GGz Drenthe).
Tot slot kan de discussie zich toeleggen op voorlopige uitkomsten van de discussie met
het oog op het welzijn van mensen en het zorgaanbod in de GGz.
Literatuur Tiesinga, L.J. (2012). De spirituele leespraxis van de bijbel in de GGZ vanuit christelijk perspectief. Psyche & Geloof, 24, 4, p.187-196.
Dr. Lucas J. Tiesinga studeerde gezondheidswetenschappen en theologie. Hij was werkzaam als universitair docent gezondheidswetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen en het Universitair Medisch Centrum Groningen en is momenteel werkzaam als parttime geestelijk verzorger bij GGz Drenthe en parttime gemeentepredikant in de PKN.
L.J. Tiesinga
GGz Drenthe
Dennenweg 9 9404 LA Assen
E-m: [email protected]
Tel: 0592-334816
29) Presentaties - de wijk -
Ronde II
Almeers Midzomer wmo-festival;
“Close&Cosy aan het Weerwater”; WELKOM!!!
drs. Hilleke A.M. Linthorst, kwartiermaker Kwintes Almere-C
Hoe een paar professionals tijdens hun eetclub op het idee kwamen zelf als vrijwilligers
een groot festival te gaan organiseren ter ondersteuning van inclusie, nieuwe
verrassende korte lijnen en plezier.
Hoe ze met hun enthousiasme allerlei partijen en Almeerders wisten te infecteren.
Waar dat op uitliep:
- Een draaiboek en
- Een swingend bijzonder festival aan het Almeerse Weerwater
- Waaraan allerlei individuen en maatschappelijke partijen als vrijwilligers meededen en
bijdroegen op zeer originele manier
- Waardoor iedereen mee kon doen en mee kon eten, ook zij die in welk opzicht dan ook
ondersteuning behoeven.
- Hoe het nu verder gaat: De laatste uitkomsten..
Na een kennismakingsrondje, een korte presentatie waarin bovenstaande zaken
gepresenteerd worden. Daarna nodig ik U uit om kritisch mee te denken hoe een
dergelijk concept nog sterker doorontwikkeld kan worden.
Hilleke Linthorst
Kwintes
Metropolestraat 1b 1315 KK Almere-C
E-m: [email protected]
Tel: 06-12902386/06-54698878
Samenwerken voor inclusie in de wijk
Doppy den Ouden, projectleider wijkgericht,
creatief therapeut, senior medewerker,
Actenz GGZ inGeest
Wijkgericht werken wordt sinds 2006 door Actenz samen met verschillende partners
opgezet, ontwikkeld en uitgevoerd met als doel aanbod in de wijk meer toegankelijk te
maken voor mensen met ook psychische problemen. Daar is een breed palet aan
activiteiten uit voortgekomen. De afgelopen jaren ook met Wmo financiering.
Wij vertellen u over de opzet en financiering, aantal verschillende projecten,
wat deelname aan een project kan betekenen en iets over resultaten en toekomst.
Doppy den Ouden
Actenz GGz inGeest
Walborg 2a 1082 AM Amsterdam
E-m: [email protected]
Tel: 020-7885922
Meedoen in de wijk
Marja Maarse, projectleider Wmo
/ directiesecretaris Divisie Langdurende Psychiatrie,
Mariska Munster-Groot, individueel begeleider Activiteitencentrum,
GGz Noord-Holland Noord
Vanaf 2011 zijn er in verschillende gemeenten in Noord-Holland-Noord met
projectsubsidie van de gemeenten projecten gestart i.s.m. het welzijnswerk en andere
organisaties in de buurt. Doel is ggz-cliënten te laten participeren in hun eigen buurt
m.b.v. individuele begeleidingstrajecten en/of door verbindingen met buurthuizen.
We presenteren verschillende projecten: wat zijn successen, welke knelpunten zijn er,
overeenkomsten/verschillen stad/platteland, waar raken de doelen van gemeenten en
ggz elkaar, wat is relatie tussen behandeling, zorg en welzijn.
Aan de hand van een casuïstiek wordt verteld hoe de participatie wordt bevorderd en
hoe de integratie met buurtbewoners verloopt.
Marja Maarse
GGz Noord-Holland Noord
Oude Hoeverweg 10 1816 BT Alkmaar
E-m: [email protected]
Tel: 06-22469035
30) Presentaties - herstelonderzoek -
Ronde II
Op weg naar een Nationale Herstelschaal voor ROM doeleinden
mw. dr. J.A.W.M. van Gestel-Timmermans, onderzoeker,
Tranzo, Universiteit van Tilburg
mw. prof. dr. Ch. van Nieuwenhuizen, Hoogleraar Forensische Geestelijke
Gezondheidszorg, Universiteit van Tilburg,
Onderzoeksprogrammaleider GGzE centrum kinder- en jeugdpsychiatrie
prof. dr. J. van Weeghel, Hoogleraar Rehabilitatie en participatie van mensen met
ernstige psychische aandoeningen, Universiteit van Tilburg,
Kenniscentrum Phrenos,
Dijk en Duin (Parnassia Bavo Groep)
Het doel van het project ‘Nationale Herstelschaal’ is een meetinstrument voor herstel te
ontwikkelen dat geschikt is voor Routine Outcome Monitoring (ROM) bij mensen met
(ernstige) psychiatrische beperkingen.
De aanleiding hiervoor is dat veel organisaties niet alleen hun zorg meer
herstelondersteunend vorm willen geven, maar ook de resultaten daarvan inzichtelijk,
meetbaar en stuurbaar willen maken. In het kader van de landelijke ontwikkelingen van
de ROM bestond deze wens al enige tijd vanuit de SBWU en RIBW Alliantie. Ook de
werkgroep Remissie (Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie) vond het noodzakelijk
dat een instrument voor het persoonlijk herstel van cliënten met (ernstige)
psychiatrische beperkingen (aanvullend op de maten voor symptoomremissie en
functionele remissie) ontwikkeld werd.
Voor de ontwikkeling van het meetinstrument is een landelijke projectgroep in het leven
geroepen, bestaande uit onderzoekers en ervaringsdeskundigen.
Hoofddoelen van de projectgroep zijn: (1) een instrument te ontwikkelen dat aansluit bij
de definitie van herstel vanuit het perspectief van de cliënt; (2) een instrument te
ontwikkelen dat voldoet aan wetenschappelijke normen van validiteit, betrouwbaarheid
en gebruiksvriendelijkheid; (3) het instrument zou voor zowel cliënten, hulpverleners,
als binnen de zorgverlening bruikbaar moeten zijn bij de beoordeling en sturing van het
persoonlijke herstelproces; en (4) het instrument zou aanvullend moeten zijn op de
landelijke ROM ontwikkelingen.
Omdat de projectgroep wil aansluiten op de definitie van herstel vanuit cliëntperspectief,
is bij de ontwikkeling van het instrument de methode concept mapping gecombineerd
met literatuuronderzoek. De resultaten van de concept map zijn gebruikt om het
herstelconcept in de Nederlandse context nader in te vullen. Vervolgens is relevante
literatuur bestudeerd om na te gaan welke herstellijsten beschikbaar zijn en welke zich
mogelijk lenen voor de Nederlandse situatie (dat wil zeggen: welke aansluiten op de
uitkomsten van de concept map). Aspecten als toepasbaarheid en gebruiks-
vriendelijkheid van de vragenlijst en of deze aansluitend was op de remissielijsten zijn
hierbij nadrukkelijk meegenomen.
Via deze methode is in 2012 een vragenlijst ontwikkeld, die in 2013 zal worden getest in
een pilot met ongeveer 300 cliënten. Bij ongeveer 100 cliënten zal de test herhaald
worden voor de test-hertest betrouwbaarheid. Na analyse van de resultaten zal worden
bekeken of de vragenlijst nog verder aangepast dient te worden. Het project wordt
financieel mogelijk gemaakt door de Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
(SBWU).
Projectgroep: Bert Beentjes, Hilko Timmer en Maurits Beenackers (SBWU) Charlotte de Heer en Jooske van Busschbach (Universitair Medisch Centrum Groningen)
Hanneke van Gestel (Tilburg University), Jaap van Weeghel (Tilburg University, Kenniscentrum Phrenos, Dijk en Duin) en Chijs van Nieuwenhuizen (Tilburg University, GGz Eindhoven) Michiel Bähler (GGz Noord- Holland Noord) Pascale Paquot-Servais en Ria van Breukelen (RIBW-KAM)
Philippe Delespaul (Maastricht University en Mondriaan zorggroep) Wilma Swildens (Altrecht) Dienke Boertien (Kenniscentrum Phrenos) Wilma Boevink (Trimbos Instituut) Werkgroep ervaringsdeskundigen: Lenneke Elfers, Dikkie Roelofsen, Marianne van Bakel, Toon Walravens, Christ Wesenbeek,
Martijn Castricum, Anita Struis, Hannah van Wijngaarden, Theo Schlaman, Anita van Dijk, Rika Hop, Marjolein Windrich, Annette Furnemont, Roos Scholten, Gert Jongetjes, Hilko Timmer, Eelco de Gooijer en Martijn Kole.
Hanneke van Gestel
Tranzo, Universiteit van Tilburg
Warandelaan 2 5037 AB Tilburg
E-m: [email protected]
Tel: 06-18666407
Zingeving meten
Diplompsychologe Kristin Klapheck,
Universitätsklinik Eppendorf (UKE), Hamburg
drs. Bettina Jacobsen, psychiater, ACT-team eerste psychose Nijmegen,
Pro Persona
Zin- en betekenisgeving is een behulpzame strategie om traumatiserende
levensgebeurtenissen en chronische lichamelijke ziektes te verwerken.
Ook de prognose van mensen die door zware psychische ziektes zijn getroffen blijkt
door de mogelijkheid van betrokkenen om hun ziekte zin te geven te worden beïnvloed.
Vanaf de jaren 2008 zijn aan de Universiteitskliniek Hamburg Ebbendorf
gevalideerde vragenlijsten voor clienten met een psychotische stoornis ontwikkeld.
Hieraan hebben clienten, hun familieleden, wetenschappers en behandelaren
meegewerkt. Deze vragenlijsten zijn inmiddels vertaald naar het Engels en het
Nederlands.
Eerste resultaten: Onderzoek met de susi vragenlijst bij psychoses (Bock et al. 2010;
Klapheck et al, 2011) laat zien dat er een verband is met levenskwaliteit en
constructievere coping strategieën. Deze zijn te beinvloeden!
Zingeving van clienten en uitkomst van de behandeling, kwaliteit van leven, hangt af
van de zingeving van hun naasten en hun behandelaren, die eveneens gemeten kan
worden middels gevalideerde lijsten.
Het wordt duidelijk dat ruimte voor reflectie op zingeving bij cliënten en hun naasten
behulpzaam is tijdens de behandeling en dat de susi lijsten bij de bewustwording kunnen
helpen. Tegelijkertijd staat een nieuw wetenschappelijk instrument om zingeving te
meten ter beschikking.
De wetenschappelijke resultaten zullen worden gepresenteerd.
Er is - in beperkte mate - mogelijkheid tot uitwisseling.
Bettina Jacobsen
Pro Persona, Universitätsklinik Hamburg Eppendorf
Ubbergse Holleweg 1 6574 AS Ubbergen
E-m: [email protected]
Tel: 06-12688698
Trajectbegeleiding verbinden met Multi Systeem Therapie voor jongeren
met (ernstige) psychische problematiek of een verstandelijke beperking,
aan wie een justitiële of civiele maatregel is opgelegd
mw. dr. J.A.W.M. van Gestel-Timmermans, onderzoeker,
Tranzo, Universiteit van Tilburg
mw. prof. dr. Ch. van Nieuwenhuizen, Hoogleraar Forensische Geestelijke
Gezondheidszorg, Universiteit van Tilburg,
Onderzoeksprogrammaleider GGzE centrum kinder- en jeugdpsychiatrie
prof. dr. J. van Weeghel, Hoogleraar Rehabilitatie en participatie van mensen met
ernstige psychische aandoeningen, Universiteit van Tilburg,
Kenniscentrum Phrenos,
Dijk en Duin (Parnassia Bavo Groep)
Jongeren met (ernstige) psychische problematiek of een verstandelijke beperking,
aan wie een justitiële of civiele maatregel is opgelegd, verlaten dikwijls voortijdig hun
school of opleiding en slagen er vaak niet in om een plaats op de arbeidsmarkt te
verwerven. Op dit moment ontbreekt het in Nederland aan een welomschreven,
empirisch gefundeerde methodiek van trajectbegeleiding, gericht op schooldeelname en
arbeidsintegratie van deze groep jongeren. In dit onderzoek is gekeken of een al
bewezen effectieve methodiek voor arbeids- en schooltoeleiding, Individual Placement
and Support (IPS), zodanig kan worden aangepast dat deze ook geschikt is voor deze
jongeren. Daarnaast is onderzocht in hoeverre de aangepaste methodiek van
trajectbegeleiding aansluit op verschillende vormen van systeemgerichte hulpverlening
(dat wil zeggen: hulpverlening gericht op het gezin en de omgeving van de jongere).
In dit onderzoek zijn derhalve de principes en werkwijze van Multi Systeem Therapie
(MST) als uitgangspunt gehanteerd.
Het onderzoeksproject had de volgende doelen:
- Systematische ontwikkeling en beschrijving van een - mede op IPS en MST gebaseerde
methodiek van trajectbegeleiding, die optimaal is toegesneden op de problemen en
mogelijkheden van deze jongeren
- Het theoretisch inkaderen van deze methodiek van trajectbegeleiding
- Identificatie van belemmerende en bevorderende factoren bij de implementatie van de
methodiek
- Evaluatie van de bevindingen van jongeren, trajectbegeleiders en significante anderen
met deze methodiek aan de hand van casuïstiek, interviews met betrokkenen en eerste
resultaten.
De methodiek is ontwikkeld aan de hand van relevante literatuur, een consultatieronde
met landelijke experts en op basis van empirische kennis (interviews met betrokkenen
uit het werkveld). Tot de doelgroep behoorden jongeren vanaf 12 jaar, met (ernstige)
gedragsproblemen en met (ernstige) psychische problematiek of een verstandelijke
beperking, aan wie een justitiële of civiele maatregel was opgelegd. Een voorwaarde om
in aanmerking te komen voor trajectbegeleiding binnen het onderzoek was dat de
jongere een systeemgerichte interventie onderging of had doorlopen.
De methodiek is op verschillende manieren geëvalueerd. Allereerst werden de trajecten
geëvalueerd aan de hand van interviews met cliënten, trajectbegeleiders en MST-
therapeuten. Verder werd bij de cliënten de Nederlandse versie van de Herth Hope Index
(HHI) afgenomen en de Manchester Short Assessment of Quality of Life (MANSA), om
een eerste indruk te krijgen of er tijdens de trajecten verandering optrad in respec-
tievelijk ervaren hoop voor de toekomst en kwaliteit van leven.
Trajectbegeleiders vulden een checklist in om na te gaan of ze zich aan de principes van
de methodiek hielden (bij aanvang van het traject en vijf á zes maanden later). Ook
werden de contacten en bezigheden van de trajectbegeleiders en de resultaten van de
trajecten vastgelegd. De gegevens werden kwalitatief en kwantitatief geanalyseerd.
De resultaten wezen uit dat de methodiek veelbelovend is. De eerste resultaten waren
positief en ook de uitvoerders, MST-therapeuten en cliënten waren positief over de
methodiek. Daarnaast zien ook andere betrokkenen uit het werkveld de voordelen van
deze methodiek en de noodzaak om partijen bij elkaar te brengen.
Hanneke van Gestel
Tranzo, Universiteit van Tilburg
Warandelaan 2 5037 AB Tilburg
E-m: [email protected]
Tel: 06-18666407
Evaluatie van een grootschalig scholingsprogramma
herstelondersteunende zorg binnen de GGz Breburg
drs. Greet Wilrycx, psycholoog/psychotherapeut
GGz Breburg / Tranzo, Universiteit van Tilburg
De herstelbeweging wint internationaal en nationaal steeds meer terrein wanneer het
gaat over een goede behandeling en begeleiding voor cliënten met langdurige psychische
problematiek. De kennis en attitude met betrekking tot herstel is steeds meer onderwerp
van presentaties en langdurig onderzoek binnen de GGz. (e.g. Davis & Lysaker, 2007;
Crow et al., 2006; Onken et al., 2002; Young et al., 2002).
Verschillende organisaties willen deze nieuwe visie op herstel implementeren. De GGz
Breburg groep heeft eind 2007 een opleidingsprogramma aangevraagd bij drie relevante
organisaties, te weten: Stichting Rehabilitatie ’92, kenniscentrum HEE (Herstel,
empowerment en ervaringsdeskundigheid) en Storm rehabilitatie. Deze organisaties
verzorgden in 2008 en 2009 de HoZ training. De effecten van dit scholingsprogramma
op de competenties van de medewerkers werden longitudinaal onderzocht door gebruik
te maken van een aangepast stepped wedge trial design, (Brown & Lilford, 2006; Hussey
& Hughes, 2006). Er werden 210 professionals en 142 cliënten gevolgd die 6 keer
gedurende drie jaar, gevraagd werden om verschillende vragenlijsten in te vullen.
De medewerkers vulde de Nederlandse 12 -item versie in van de Recovery Knowledge
Inventory (RKI; Bedregal et al., 2006) en de Nederlandse versie van de RAQ-7,
Recovery Attitude Questionnaire (RAQ; Borkin et al., 2000). De RKI meet de kennis over
herstel en kennis ten aanzien van herstelprocessen en de RAQ meet de attitude ten
aanzien van herstel bij medewerkers binnen de geestelijke gezondheidszorg.
Cliënten vulden de Nederlandse versie in van de Mental Health Recovery Measure
(MHRM; Young & Bullock, 2003) en de Nederlandse versie van de Recovery Promoting
Relationship Scale. (RPRS; (Russinova et al., 2006). De MHRM is een 30- item schaal die
cliënten bevraagt naar hun individueel herstelproces. De Nederlandse RPRS is een 22-
item schaal die bij cliënten nagaat in hoeverre zij de relatie met de medewerker als
herstelondersteunend ervaren.
De training Herstel Ondersteunende Zorg heeft een positief effect op de attitude van de
medewerkers en heeft een tijdelijk positief effect op de kennis ten aanzien van herstel.
Verder zijn er effecten gevonden op cliëntenniveau. Er zijn sexe verschillen
waarneembaar en er zijn positieve effecten gevonden op de MHRM.
In de presentatie zal worden stilgestaan bij de Nederlandse versies van de vier gebruikte
vragenlijsten en de gevonden resultaten - op het niveau van de professional en op het
niveau van de cliënt - van dit longitudinale onderzoek.
Greet Wilrycx
GGz Breburg / Tranzo UvT
Poldersdijk 4 4741 SR Hoeven
E-m: [email protected]
Tel: 06-22622174
31) Presentaties - werk/onderwijs -
Ronde II
Back to school, een nieuwe kans! De kracht van samenwerking
Eric van Eerden, directeur Odibaan en lid stuurgroep Back to school
Margriet van den Broek, coach Back to school / trajectbegeleider/ ergotherapeut,
HVO-Querido
Back to School is een MBO-niveau 1-opleiding voor mensen met een psychiatrische
achtergrond die overwegen weer een opleiding te gaan volgen. De Back to school-
opleiding is nu 7 keer georganiseerd.
De opleiding bestaat uit 3 delen: theorie (assessment), koken (samenwerking) en stage.
De opleiding duurt een half jaar en start 2 keer per jaar.
70% van de deelnemers maakt dit half jaar af.
Dankzij de samenwerking tussen docenten en trainers van verschillende organisaties,
leerlingen, begeleiders op de stageplekken en begeleiders en behandelaren uit de GGz
is Back to School een succes.
In de presentatie vertellen wij u over de structuur, resultaten, financiering en andere
noodzakelijke voorwaarden.
Marion Ammeraal
Actenz, GGZ inGeest
Postbus 74077 1070 BB Amsterdam
E-m: [email protected]
Tel: 06-22313157
IPS: a must have voor VIP-teams
Debby Kamstra, IPS-trajectbegeleider
Reinaud van der Fliert, manager
VIP-team, AMC Amsterdam
Uit onderzoek blijkt dat hulpverleners over het algemeen te voorzichting zijn om jonge
mensen met een EPA in het zoeken naar werk en of reguliere opleiding/studie te
begeleiden.
VIP Amsterdam bewijst met IPS in combinatie met integrale samenwerking dat het
anders kan.
Debby Kamstra
VIP Amsterdam AMC
Ambonplein 79 1094PW Amsterdam
E-m: [email protected]
Tel: 06-20845599
IPS en verslaving
Ellen Otto
Projectcoördinator IPS
Kenniscentrum Phrenos
In het kader van de samenwerking tussen Kenniscentrum Phrenos met Dartmouth
Psychiatric Center zijn we steeds meer aan het kijken of we IPS ook kunnen uitbreiden
naar andere doelgroepen.
Na een inleiding over de Learning Collaborative met Dartmouth – Johnson&Johnson,
het concreet te maken en over de verslavingszorginstelling die nu meedoet aan het
project, Novadic Kentron Vught, een presentatie te houden over IPS bij mensen met een
verslaving. Vragen daarbij: Is het haalbaar? Is het extra moeilijk? Biedt het meedoen
aan het Dartmouth-J&J-project nog extra mogelijkheden voor Novadic-Kentron?
Ellen Otto
Kenniscentrum Phrenos
Postbus 1203 3500 BE Utrecht
E-m: [email protected]
Tel: 030-2931626 / 06-51564299
32) Presentaties – ervaringsdeskundigheid -
Ronde II
Voordelen & valkuilen van ervaringsdeskundige hulpverleners
Alie Weerman
lectoraat Verslavingspreventie
Christelijke Hogeschool Windesheim Zwolle
Onder hulpverleners is veel ervaringskennis, maar zij gebruiken dit vaak niet.
Een werkgroep van Hogeschool Windesheim heeft op grond van praktijkverhalen in kaart
gebracht wat de voordelen en valkuilen zijn van de inzet van ervaringsdeskundige
hulpverleners. In de presentatie wordt ingegaan op de voordelen en valkuilen van
verslavingservaringsdeskundigheid. De focus ligt hierbij op de vraag in hoeverre
professionele hulpverleners zich als ervaringsdeskundige zouden moeten opstellen.
Alie Weerman
Chr. Hogeschool Windesheim, lectoraat Verslavingspreventie
Postbus 10090 8000 GB Zwolle
E-m: [email protected]
Tel: 06-17105602
Illness Management and Recovery (IMR), wat is dat?
En de ervaringen van een ervaringsdeskundige trainer.
Lode Resing, ervaringsdeskundige IMR-trainer,
Dimence GGz en Saxion Hogeschool
Marijke Brugman Mrc, IMR-netwerkcoördinator,
Lectoraat GGZ, Herstelgerichte Zorg en Empowerment
Saxion Hogeschool Deventer
De IMR is een modulair opgebouwd programma; een herstelondersteunende methodiek
en is gericht op het ondersteunen van de ontwikkeling van zelfmanagement.
De IMR kan zowel individueel als in een groep plaats vinden. Groepsgewijs wordt de
training meestentijds aangeboden door een duo van een ervaringsdeskundige trainer en
een professional. Tijdens de presentatie wordt kort de IMR geïntroduceerd.
Vervolgens vertelt een ervaringsdeskundige over zijn ervaring als IMR trainer.
Marijke Brugman
Saxion Hogescholen
Handelskade 75 7400 AM Deventer
E-m: [email protected]
Tel: 053 – 5376148 / 06-10065753
Associate Degree Ervaringsdeskundige in de Zorg.
Een 2-jarige erkende HBO-opleiding.
Annemarie Schoonhoven, docent en coördinator Associate Degree
Stefan ter Horst, student
Sonja Teuben, student
Academie voor Sociale Studies Hanzehogeschool Groningen
Een Associate degree is een deel-hbo-opleiding. Het is een nieuw type hbo waarmee
in twee jaar tijd een wettelijk erkend hbo-diploma behaald kan worden.
Met de Associate degree Ervaringsdeskundige in de Zorg, een deeltijd opleiding, kan
aan het werk gegaan worden instellingen voor Geestelijke Gezondheidszorg en
Verslavingszorg:
• als coach voor herstelwerkgroepen;
• in woonbegeleiding, trajectbegeleiding of activiteitenbegeleiding;
• in rehabilitatietrajecten;
• in (F)ACT-teams;
• als mentor in klinieken;
• rond dwangmaatregelen en in voorlichtingsprogramma’s;
• als kwaliteitstoetser, onderzoeker, trainer, consulent en beleidsadviseur.
Daarnaast zijn er ook mogelijkheden in het kader van de WMO wetgeving bv. als
ervaringsdeskundige werken bij een zorgloket, het voeren van zogenaamde
‘Keukentafelgesprekken’ etc.
Zelf ervaring hebben als cliënt binnen de GGZ of verslavingszorg is een van de
voorwaarden om toegelaten te kunnen worden.
De opleiding, geïnitieerd door het lectoraat Rehabilitatie en Herstel van de
Hanzehogeschool te Groningen, is in september 2011 gestart en de eerste lichting
studenten staan aan de vooravond van de diploma uitreiking.
In de presentatie geven we een beeld van de eerste twee jaren van de opleiding.
Een leerproces voor zowel docenten als studenten. De inhoud van de opleiding
maar ook de wisselwerking met de (soms weerbarstige) praktijk komen beide
aan de orde.
(Korte) algemene introductie over vervolgens komen de ervaringen van
studenten, vanuit 2 verschillende perspectieven, interactie met de zaal d.m.v.
uitwisseling en vragen.
Annemarie Schoonhoven
Academie voor Sociale Studies
Hanzehogeschool Groningen
Zernikeplein 23 9747 AS Groningen
E-m: [email protected]
Tel.: 050-5953366