Download - Internationale Selectie
Romeo CastelluCCiPiPPo Delbonoanouk van DijkRaimunD HogHemette ingvaRtsenanDRea leineFalk RiCHteRHaRijono Roebana
2011 / 2012
Al enkele jaren presenteert het Chassé Theater
elk seizoen zijn zogeheten Internationale Selectie,
een reeks hoog gekwalificeerde buitenlandse
voorstellingen die in de meeste gevallen exclusief
voor Breda naar Nederland reist. De voorstellingen
worden geselecteerd op toonaangevende Europese
podia en festivals, en zijn van de hand van makers
met een internationale reputatie. Het antwoord op de
vraag naar het waarom hiervan is kinderlijk eenvoudig:
Omdat het Chassé Theater graag het mooiste van
het mooiste presenteert en de facto geen reden ziet
zich daarbij door de landsgrenzen te laten beperken.
Nieuw dit seizoen is het curriculum, bestaande uit
workshops, masterclasses, lezingen en openbare
gesprekken, door met of over de geprogrammeerde
theatermakers. Het curriculum is ontwikkeld door de
Bredase theaterwerkplaats PodiumBloos en vindt ook
hoofdzakelijk daar plaats.
Voor 2011/2012 is het thema van de Internationale
Selectie: Wanted, het in alle toonaarden bezongen
verlangen. Zoals bij de Italiaanse theatermaker Pippo
Delbono wiens voorstellingen als een schreeuw om
het leven kunnen worden opgevat. Ook zijn recente
voorstelling Questo buio feroce, een rariteitenkabinet
dat uit zijn voegen barst van de wil om te leven. Voor
Delbono zelf, is dat zelfs letterlijk het geval. Dat zien
we het best in de solo die hij in deze voorstelling
danst. In het artikel van Wouter Hillaert verderop in
dit magazine lezen we dat hij deze bedacht toen hij
ernstig ziek werd, en plat op zijn rug, niet in staat om
te bewegen, fantaseerde hoe hij vanuit die toestand
zou oprijzen. “Wat je op scène ziet, ziet er niet uit.
Maar voor Delbono zelf is het een rite, een wijze van
overleven”, aldus Hillaert.
Ook in Raimund Hoghes voorstelling de wil om te
leven. Ditmaal niet als een hartstochtelijke schreeuw,
maar veeleer als een fluistering. Hoghe staat immers
bekend als de meester van de ingehouden atmosfeer.
Weinig theater is zo delicaat, zo bescheiden eigenlijk,
als dat van deze Duitse theatermaker. De Vlaamse
wetenschapper en dramaturg Marianne Van Kerkhoven
wijdde er een prachtig artikel aan. In Si je meurs
laissez le balcon ouvert dus ook een verlangen naar
het leven. Laat wanneer ik dood ga de balkondeuren
open, zodat ik ook dan nog kan zien hoe het kind
sinaasappelen eet en het graan gemaaid wordt, is
ongeveer de strekking van het gedicht van Federico
García Lorca.
De meest concrete aanleiding om bij de Internationale
Selectie van dit seizoen het willen centraal te stellen,
was de raadselachtige voorstelling van Romeo
Castellucci: On the concept of the face, regarding
the Son of God, een voorstelling die naar zijn eigen
zeggen vertrok vanuit de simpele woorden: ik wil. Voor
dit veelgeprezen werk liet hij zich inspireren door het
Jezusportret van Salvator Mundi van Antonella da
Messina uit 1465, waarin Jezus de toeschouwer recht
aankijkt. “In de westerse kunst was de rechtstreekse
blik lang taboe”, vertelt hij ons. “[…] in het Westen
werd de blik altijd afgewend. Da Messina, en na hem
Lorenzo Lotto, pikte als eerste dat ontwrichtende
idee weer op: dat de afgebeelde figuur de kijker recht
in de ogen kijkt. Je krijgt veel meer dan een portret:
er ontstaat een wederzijdse stroomwisseling”,
aldus Castellucci. Kijken en bekeken worden, een
wederzijdse toenadering, daar gaat deze mysterieuze
voorstelling misschien het meest over.
Wanted als thema staat voor de halsstarrige
zoektocht, voor het onophoudelijke verlangen, naar
het ideaal, naar een geliefde, naar God wellicht.
Maar Wanted staat ook voor kapitalistische hebzucht,
voor schaamteloze gretigheid. In hun voorstelling
Protect Me tonen Anouk van Dijk en Falk Richter ons
op indringende wijze de gevolgen van de financiële
crisis. “Er is een economische oorlog aan de gang en
onze regeringen staan aan de kant van de agressors”,
laat Falk Richter ons desgevraagd weten. U leest er
meer over in het interview met hem verderop in dit
magazine.
De Deense choreograaf Mette Ingvartsen op haar
beurt, toont ons de driften van de stad. In haar
voorstelling Giant City portretteert ze de stad
als een knooppunt van immateriële stromen;
informatiestromen, geldstromen, stromen van
WANTED
3
mensen, stromen van verlangen. Het zijn alle
ondefinieerbare, redeloze stromen die hun eigen
algoritmes kennen en hun eigen onuitgesproken
verlangens.
Met plezier laten we weten dat onze dierbare artist in
residence LeineRoebana dit jaar ook deel uitmaakt van
de Internationale Selectie. Aan verlangen, begeerte
en hartstocht geen tekort bij deze twee choreografen,
die pas rusten als ze zich alle kunsttradities ter wereld
eigen hebben gemaakt. “Ik ben altijd nieuwsgierig
naar wat ik zelf niet ben”, lezen we in het interview
met Harijono Roebana later in dit magazine. Hun
nieuwe voorstelling Ghost Track, die in november
bij ons in première gaat vormt een coproductie met
Indonesische musici en dansers en wordt begeleid
door nieuw gecomponeerde Indonesische muziek.
Bij de samenstelling van de Internationale Selectie
bleef het begrip Wanted haast vanzelf in ons hoofd
rondcirkelen. Natuurlijk in de meest letterlijke zin als
gewild, gewenst, begeerd. Een verwijzing naar het
goede. Maar evengoed is Wanted een verwijzing
naar het kwaad. Wanted diagonaal geprint over de
beeltenis van de boef die gezocht wordt, is in die zin
de rechtstreekse verwijzing naar de vijand. En - we
kunnen er niet omheen - Wanted is ook een beetje het
stempel dat momenteel op de kunsten wordt gedrukt.
De huidige politieke tendensen hebben de culturele
sector immers bijna verdacht gemaakt. We worden
gezocht en we moeten op het matje verschijnen.
Maar we eindigen goed gemutst, want Wanted
vormt natuurlijk in de allereerste plaats de positieve
kwalificatie van onze Internationale Selectie: de zes
meest gewilde voorstellingen. Zet ze allemaal in uw
agenda!
Bregje Maatman
programmeur Chassé Theater
2 WANTED
4 INTErNATIoNAlE SElEcTIE 2011/2012
voorstellingen en curriculum
16 WIJ WIllEN JUIST DAT WAT WE NIET KENNEN
INTERVIEW MET HARIJONO ROEBANA
door Mirjam van der Linden
19 DE lIEFDE IS GEDUlDIG EN VrIENDElIJK
FOCUS RAIMUND HOGHE
door Marianne Van Kerkhoven
23 WE HEBBEN IN HET THEATEr DE oNScHUlD
VAN DE BlIK VErlorEN
IN GESPREK MET ROMEO CASTELLUCCI
door Wouter Hillaert
27 EEN MoZAÏEK VAN EENZAAMHEID
PORTET VAN PIPPO DELBONO
door Wouter Hillaert
31 BEN IK NoG GEWIlD?,
VrAAGT DE olD looKING TEENAGEr
INTERVIEW MET ANOUK VAN DIJK
door Mirjam van der Linden
35 ZE ZUllEN oNS NIET BEScHErMEN
INTERVIEW MET FALK RICHTER
door Simon van den Berg
38 AlGEMENE INForMATIE
39 MEEr INTErNATIoNAlE proGrAMMErING
IN HET cHASSé THEATEr
40 AGENDA
4
METTE INGVARTSEN / GREAT INVESTMENT giant CitY
5
Wat een stad tot een stad maakt zijn niet zijn
gebouwen maar zijn dynamische interacties.
Giant City portretteert een stad als knooppunt
van immateriële stromen; informatiestromen,
geldstromen, stromen van mensen, stromen van
verlangen. Bewegingen die hun eigen algoritmes
kennen en hun eigen onuitgesproken doelen. Het
is deze immateriële architectuur waarin individuen
hun weg zoeken en waaraan zij, in een voortdurend
proces van actie en reactie, een bijdrage leveren.
Giant City presenteert een groep dansers in constante
staat van transformatie, voorwerp van een eindeloos
veranderende omgeving. Met een meedogenloze
aaneenschakeling van ritmische pulsaties, in een
feeërieke belichting, tegen een hypnotiserend
geluidsdecor schetst Ingvartsen ons het ontwaken
van een stad, zijn gestaag oplopende hartslag en zijn
immer toenemende haast. Slechts af en toe wordt de
maalstroom onderbroken, resulterend in momenten
van intense spanning: een plotselinge duisternis, een
ondefinieerbaar geluid op de achtergrond, ogen die in
de verte staren.
Mette Ingvartsen studeerde onder meer aan de
theaterschool in Amsterdam en aan het Brusselse
P.A.R.T.S.. De 29-jarige Deense choreograaf vormt
onderdeel van een jonge generatie internationaal
gerenommeerde artiesten die de hedendaagse dans
een nieuwe richting geeft. Giant City ging in première
op het gerenommeerde festival Steirischer Herbst in
Graz en toerde langs vele gezaghebbende podia.
“Ingvartsen, Tiikainen, and the sound engineer,
Gerald Kurdian, prove themselves masters of
atmosphere. They know the suggestive power of their
art, and together they create a visual-acoustic-sensory
space in which the public is more participant than
observer.” – BalletTanz
“A 7-person Gesamtkunstwerk of light, sound, and
movement.” – Der Standard
workshop The looping practice door Mette Ingvartsen
In deze workshop geeft Mette Ingvartsen een
introductie in The Looping Practice, een organische/
mechanische lichaamsbeweging die zowel door
ervaren als onervaren dansers uitgevoerd kan worden.
Het is gebaseerd op de idee dat beweging al in
gedachte in het lichaam aanwezig is. The Looping
Practice is sterk verbonden met de begrippen van
digitale manipulatie, editing en technologische
processen, naast de fysieke realiteit dat beweging
juist organisch ervaren wordt.
wo 5 okt / 16.00 - 19.00 / PodiumBloos / € 15
(vereist niveau: minimaal gevorderde student)
voorbespreking door Jack Timmermans
Jack Timmermans verzorgt een introductie
op de voorstelling.
vr 7 okt / 19.45 - 20.15 / Euretco Foyer / gratis
nagesprek met Mette Ingvartsen
Jack Timmermans gaat in gesprek met
Mette Ingvartsen.
vr 7 okt / 15 min na einde / Euretco Foyer / gratis
concept & choreografie: Mette Ingvartsen ~ dramaturgie: Gerald Kurdian ~ licht: Minna Tiikkainen ~ geluid: Gerald Kurdian ~ coproductie:
steirischer herbst (Graz), Festival Baltoscandal (Rakvere), PACT Zollverein (Essen), Hebbel am Ufer (Berlijn), Kaaitheater (Brussel) ~ ondersteuning:
Haupstadtkulturfonds (Berlijn), Kunstrådet (Denemarken), Tanzquartier (Wenen), LE CENTQUARTRE (Parijs)
vR 7 okt 201120.30 uur / Finntaxzaal / € 25
6
LEINEROEBANA gHost tRaCk PRemièRe
7
LeineRoebana is zo te merken nog niet klaar met
zijn artistieke inlijving van de rest van de wereld.
Na diverse succesvolle internationale coproducties
gaat onze dierbare artist in residence ditmaal het
repetitielokaal in met gerenommeerde Indonesische
kunstenaars. Componist Iwan Gunawan creëert
speciaal voor de gelegenheid nieuwe stukken. Zijn
werk kenmerkt zich door een gedurfde combinatie
van traditionele gamelanmuziek en hedendaagse
stijlen, zoals elektronica, jazz en ambient. Op het
podium treffen we buiten de gelauwerde vaste
dansers van LeineRoebana een prachtige groep
Indonesische dansers. De Indonesische dans stoelt
op een eeuwenoude traditie, kent een nauwkeurig
uitgewerkt bewegingsidioom en is sterk verhalend. In
combinatie met de fysieke abstractie en de betrekkelijk
vrije aanpak van de Westerse dans zal dat ongetwijfeld
vuurwerk opleveren.
Met de première van Ghost Track gaat de residentie
van LeineRoebana in Breda alweer zijn vierde seizoen
in. “Het koningskoppel van de moderne dans”
(Volkskrant) werd bekroond in binnen- en buitenland,
evenals hun dansers Tim Persent en Heather Ware.
Kenmerkend voor hun werk is de combinatie van
een hoogst uniek idioom met een eigenzinnige
muziekkeuze, doorgaans live uitgevoerd. Het werk van
LeineRoebana is rauw, bandeloos, onbeheerst bijna.
Schoonheid huist in momenten van uitzinnigheid,
maar meer nog in, zoals ze dat zelf zeggen, de plooien
van de structuur, ogenblikken van rust en duisternis,
waarin plotseling een nieuwe dimensie opdoemt.
“Gap is een statement van jewelste (…) zonder de
abstracte kwaliteit die LeineRoebana zo eigen is,
geweld aan te doen”. – de Volkskrant over de vorige
voorstelling van LeineRoebana
openbare repetitie
Wie nieuwsgierig is naar de totstandkoming van
een voorstelling is welkom bij deze gratis openbare
repetitie. Belangstellenden krijgen na binnenkomst een
korte introductie om vervolgens in de zaal een half uur
van de repetitie bij te wonen. Houd de website in de
gaten voor de definitieve aanvangstijden.
wo 16 nov / avond / Finntaxzaal / gratis
voorbespreking door Allies Swinnen
Allies Swinnen verzorgt een introductie
op de voorstelling.
vr 18 nov / 19.45 - 20.15 / Euretco Foyer / gratis
workshop Indonesische dans
De Indonesische danskunst is gestoeld op een
eeuwenoude traditie die een uniek bewegingsidioom
en een zeer eigen techniek opgeleverd heeft.
Binnen deze traditie spelen verhalen en personages
een belangrijke rol. Indonesische dansers
combineren trouw aan de traditie met een groot
improvisatievermogen. Dansacademiestudenten en
gevorderde amateurdansers worden uitgenodigd om
zich de principes van de Indonesische dans eigen te
maken in deze unieke workshop door de Indonesische
dansers die meewerken aan Ghost Track.
vr 23 dec / 14.00 - 16.00 / PodiumBloos / € 15
(vereist niveau: minimaal student dansacademie of
gevorderde amateur)
lezing Indonesische muziek door Iwan Gunawan
Componist Iwan Gunawan combineert kennis van de
traditionele Indonesische muziek met kennis van de
hedendaagse westerse muziek. Zijn instrumentarium
bestaat enerzijds uit moderne live elektronica en
anderzijds uit meer traditionele instrumenten zoals
bamboeinstrumenten, snaarinstrumenten als de
rebab en de kendhang, slagwerkinstrumenten en
de stem. Belangrijke elementen in zijn muziek zijn
ritmische opeenvolgingen, vergelijkbaar met die
van minimalisten Philip Glass en Steve Reich. Deze
lezing vormt een inleiding in traditionele Indonesische
muziek en hedendaagse interpretatiemethoden.
vr 23 dec / 16.00 - 18.00 / PodiumBloos / € 15
choreografie: Andrea Leine, Harijono Roebana ~ muziek: Iwan Gunawan ~ muzikale uitvoering: Kyai Fatahillah
Do 17, vR 18 nov & vR 23 DeC 201120.30 uur / Finntaxzaal / € 11/19/22/24/27
8
CIE RAIMUND HOGHE (DÜSSELDORF-PARIS) si je meuRs laisseZ le balCon ouveRt
9
“Het lichaam in de strijd werpen”. Deze zinsnede
van Pier Paolo Pasolini was voor Raimund Hoghe de
aanleiding om zich aan het theater te wijden. Voor die
tijd had hij reeds naam gemaakt als auteur en publicist,
en was hij gedurende 10 jaar de vaste dramaturg van
Pina Bausch. Zijn eersteling trok direct de aandacht,
juist omdat het getuigde van een opmerkelijke
bescheidenheid. “Hoghes artistieke wereld is er een
van een grote innerlijkheid, van ingehouden emoties,
een wereld waarin het donker, het rijk der schaduwen,
én de dans een belangrijke rol spelen”, schreef
dramaturg Marianne Van Kerkhoven. Hoghe won in
2001 de Deutscher Produzentenpreis für Choreografie.
In 2008 riep het internationale vakblad Ballettanz hem
uit tot “Danser van het jaar”. Zijn werk wordt getoond
op bijna alle grote dansfestivals ter wereld.
Met een titel gebaseerd op een gedicht van Federico
Garcí Lorca is Si je meurs laissez le balcon ouvert
een hommage aan de voorstelling Necesito van de
befaamde Franse choreograaf Dominique Bagouet,
een werk dat volgens Hoghe uiting geeft aan een niet
geheel te definiëren gevoel van verlies. Precies dit
onbestemde gevoel vormt het vertrekpunt van deze
nieuwe choreografie. Opnieuw toont Hoghe zich een
meester van de ingehouden atmosfeer. Hij modelleert
tijd en ruimte naar een universum van zachtheid
en geheimzinnigheid. Licht en schaduw ontmoeten
elkaar in een haast ritueel spel. Si je meurs laissez le
balcon ouvert toont ons op delicate wijze niets meer
en minder dan de eenvoud van het leven, de loop
der dingen. Een voorstelling als een fluistering. Maar
wie deze avondvullende nostalgische reis meemaakt,
wordt onmiskenbaar aan het denken gezet over zin en
betekenis van ons aardse bestaan.
“Dit stuk over rouw, waarin de dood rondwaart, maar
waarin geen afstand wordt genomen van het leven,
hield het publiek gedurende drie uur ademloos. Hoghe
heeft zich een hoogst zeldzame vorm van suspense
toegeëigend, zacht en gelijkmoedig, die ademruimte
geeft en de tijd van elastiek maakt.” – Le Monde
lecture performance Body, Space, Music door
raimund Hoghe
“For many years I was writing with words. The body
behind the words was invisible. Now I’m writing with
bodies - with my body and the bodies of dancers.
Between writing with words and writing with bodies
- finally there is no difference for me”, aldus Raimund
Hoghe. Onder de titel Body, Space, Music verzorgt
Raimund Hoghe een ronduit prachtige introductie
in zijn wonderlijke, haast mysterieuze universum.
Deze zogeheten “lecture performance” houdt het
midden tussen een voorstelling en een lezing. Hoghe
presenteert fragmenten van zijn werk op video, laat
muziek horen, leest teksten voor en demonstreert
fragmenten uit zijn stukken. Tot slot is er 20 minuten
de tijd voor een informeel gesprek met het publiek.
Volgens Time Out New York een unieke kans om deze
unieke artiest van zeer nabij te leren kennen: “He
changes the way a room breathes.”
di 6 dec / 19.30 - 21.00 / PodiumBloos / € 19
meeting met raimund Hoghe
Een kleine groep studenten krijgt de gelegenheid
onder leiding van Allies Swinnen in gesprek te gaan
met Raimund Hoghe.
di 6 dec / 21.30 - 22.30 / PodiumBloos / € 5
(vereist niveau: minimaal gevorderde student)
voorbespreking door Allies Swinnen
Allies Swinnen verzorgt een introductie op de
voorstelling.
do 8 dec / 19.45 - 20.15 / Euretco Foyer / gratis
concept & choreografie: Raimund Hoghe ~ artistieke samenwerking: Luca Giacomo Schulte ~ decor & kostuums: Raimund Hoghe ~ licht: Raimund Hoghe,
Dimitar Evtimov ~ geluid: Silas Bieri ~ tekst: Federico García Lorca, Johann Wolfgang von Goethe, Hervé Guibert, Marguerite Duras, Heinrich Heine,
Matthias Claudius ~ muziek: Johan Sebastiaan Bach, Henry Purcell, Camille Saint-Saëns, Luigi Boccherini, Charlie Chaplin e.a. ~ coproductie: Festival
Montpellier Danse, Centre Chorégraphique National de Franche-Comté à Belfort, Centre National de Danse contemporaine (Angers), Culturgest (Lissabon),
Le Vivat, Scène conventionnée d’Armentières, Tanzhaus NRW (Düsseldorf), Les Spectacles vivants – Centre Pompidou (Parijs), Festival d’Automne à Paris
Do 8 DeC 201120.30 uur / Finntaxzaal / € 14/25/28/32/35
10
SOCÌETAS RAFFAELLO SANZIO / ROMEO CASTELLUCCIon tHe ConCePt oF tHe FaCe, RegaRDing tHe son oF goD
11
Jazeker, Romeo Castellucci is back in town! Opnieuw
wijdt Europa’s meest beminde theatermaker zich aan
een icoon van de menselijke geschiedenis: Jezus.
Leidraad is Zijn aangezicht zoals het ons verschijnt
in renaissancekunst. Vertrekpunt ligt besloten in
de woorden: “Ik wil”. De traditie stelt dat Christus
de toeschouwer recht in het gezicht kijkt. Daarmee
wordt het gezicht van Gods Zoon de beeltenis van
een man. In deze voorstelling geen verhandeling van
Jezus, geen eerbiediging, geen maatschappelijke
aanklacht, geen gemakzuchtige provocatie. Castellucci
neemt trefzeker afstand en toont ons een mens, naakt
tegenover andere mensen. On the Concept of the Face,
regarding the Son of God is een schoolvoorbeeld van
Castellucci’s werk, waarin religie niet op mystieke
of theologische wijze wordt benaderd, maar als
onderdeel van het domein aan beelden en praktijken
waar theater op is gestoeld. Een vocabulaire aan
diffuse symbolen met meervoudige en soms zelfs
tegenstrijdige betekenissen wordt op ons afgevuurd en
laat ons geen andere keus dan zelf te oordelen.
Socìetas Raffaello Sanzio werd in 1981 in Cesena
opgericht door Romeo Castellucci, Claudia
Castellucci en Chiara Guidi. De drie vonden elkaar
in hun opvatting dat theater als kunstvorm pur sang
behandeld moet worden en niet als een middel om
iets te representeren. Ook delen ze hun belangstelling
voor de Europese beschaving, van Genesis 1 tot
hedendaagse verhalen. Het werk van de Socìetas
staat bekend om zijn weelderige esthetiek. Vaak
worden we getrakteerd op een overvloed aan beelden,
waarbij moeiteloos gebruik gemaakt wordt van
zowel ambachtelijke theatertechnieken als nieuwe
technologieën. Roerganger Romeo Castellucci is
de laatste jaren structureel een hit op de lange lijst
internationale festivals waar hij te zien is en bezit
talloze prijzen en onderscheidingen, waaronder de
Franse titel Chevalier dans l’ordre des Arts et des
Lettres.
werkcollege over romeo castellucci
door Thomas crombez
Thomas Crombez van de universiteit van Antwerpen
gaat in dit werkcollege uitgebreid in op het oeuvre
van Romeo Castellucci, waarbij uiteraard ook zijn
nieuwe voorstelling aan de orde komt. Crombez zal het
rijke werk van Castellucci ontsluiten aan de hand van
diverse voorbeelden en videofragmenten. Crombez
geldt als dé kenner van Castellucci.
di 7 feb / 14.00 - 17.00 / PodiumBloos / € 15
voorbespreking door Thomas crombez
Thomas Crombez verzorgt een introductie
op de voorstelling.
di 7 feb / 19.45 - 20.15 / Euretco Foyer / gratis
regie: Romeo Castellucci ~ muziek: Scott Gibbons ~ coproductie: Théâtre National de Bretagne (Rennes), Theater der Welt 2010 )Essen, Mulheim), deSingel
(Antwerpen), The National Theatre (Oslo), Barbican (London), SPILL Festival of Performance (London), Chekhov International Theatre Festival (Moscow),
Holland Festival (Amsterdam), Athens Festival, GREC 2011, Festival de Barcelona, Festival d’Avignon, International Theatre Festival DIALOG Wroclav
(Poland), BITEF (Belgrade), spielzeit’europa I Berliner Festspiele, Théâtre de la Ville (Parijs), Romaeuropa Festival (Rome), SPIELART (München), Le-Maillon,
Théâtre de Strasbourg, TAP Théâtre Auditorium de Poitiers, Peak Performances @ Montclair State-USA
Di 7 Feb 201220.30 uur / Finntaxzaal / € 14/25/29/32/36
12
COMPAGNIA PIPPO DELBONOQuesto buio FeRoCe (tHe WilD DaRkness)
13
De roemruchte duivelskunstenaar Pippo Delbono
is één van Italië’s meest onconventionele en
onderscheidende theatermakers. Hij was lange tijd
icoon in het cult circuit maar intussen ook de favoriet
van de respectabele grote festivals en kind aan huis
bij de meest gerenommeerde Europese podia. Het
roemrijke Parijse Théâtre du Rond-Point presenteert
zelfs jaarlijks diverse titels van hem in lange series. Het
werk van Delbono is inmiddels in meer dan 50 landen
over de gehele wereld vertoond. Hij werkte samen met
diverse baanbrekende kunstenaars zoals Pina Bausch
en ontving een lange reeks prijzen, waaronder recent
de prestigieuze Europe Prize New Theatrical Realities.
Geen groter mysterie dan dat van de dood. Wat is
het? Wat volgt er op? Vaagt het ons weg, met één
vingerknip, voor eeuwig en altijd? Questo buio
feroce is een overrompelende reis langs de uiterste
grensgebieden van het leven. Delbono baseerde zich
op de hartverscheurende autobiografische essays van
de aan AIDS overleden Harold Brodkey. Questo buio
feroce is een kolkend samenspel van muziek, dans,
tekst en performance, dat verwantschappen vertoont
met onder meer Fellini’s werk, de commedia del l’arte
en moderne performancekunst. Een bonte verzameling
van 14 acteurs bevolkt het speelvlak en overvalt ons
met een jachtige parade van groteske tableaus, vaak
wild en uitzinnig, maar in enkele gevallen kouder dan
de dood kan zijn.
“This is ensemble work of the highest order, a blend of
theatre and movement that’s disciplined and precise,
with every moment carefully shaped... Catch it if you
can.” – Toronto Star
“Pippo Delbono’s Questo Buio Feroce is like watching
a live Fellini movie, one filled with memories, surprises
and dreamlike imagery.” – Now Magazine
masterclass door pippo Delbono
Pippo Delbono krijgt wereldwijd erkenning voor zijn
hoogst unieke theatertaal, die niet zozeer inspeelt op
het hoofd als wel op het hart. “De empathie van het
moment is cruciaal. Daarom is mijn overkoepelende
dramaturgie steeds emotioneel van aard”, zo zegt hij
zelf. Hij schreef er diverse boeken over die wereldwijd
verkocht zijn. In deze masterclass zet hij zijn
uitgangspunten aan de hand van theorie en praktijk
uiteen.
wo 11-apr / 11.00 - 13.00 / PodiumBloos / € 15
(vereist niveau: minimaal gevorderde student)
voorbespreking door Wouter Hillaert
Wouter Hillaert verzorgt een introductie op de
voorstelling.
wo 11-apr / 19.45 - 20.15 / Euretco Foyer / gratis
nagesprek met pippo Delbono
Wouter Hillaert gaat in gesprek met Pippo Delbono.
wo 11-apr / 15 min na einde / Euretco Foyer / gratis
regie: Pippo Delbono ~ decor: Claude Santerre ~ licht: Robert John ~ geluid: Angelo Colonna ~ kostuums: Elena Giampaoli ~ coproductie: Teatro di Roma,
Emilia Romagna Teatro Fondazione, Théâtre du Rond-Point (Parijs), Théâtre de la Place (Luik), Festival delle Colline Torinesi, TNT Théâtre National de
Toulouse Midi-Pyrénées, Maison de la Culture d’Amiens, Le Merlan Scene National de Marseille, Le Fanal Scène National de Saint Nazaire
Wo 11 aPR 201220.30 uur / Finntaxzaal / € 16/28/32/36/40
14
ANOUKVANDIJK DC / SCHAUBÜHNE BERLINPRoteCt me
15
Reikhalzend werd er naar uitgekeken; de samenwerking
tussen de Nederlandse choreograaf Anouk van Dijk en
de aan de Berliner Schaubühne verbonden auteur en
regisseur Falk Richter. En de verwachtingen werden
ingelost. Na het succes van hun gezamenlijke productie
Trust, toeren de twee nu met het evenzeer bejubelde
Protect Me, uitgevoerd door acteurs van de Schaubühne
Berlin en dansers van anoukvandijk dc. We treffen ze
als een groep mensen in een staat van desoriëntatie. De
mondiale crisis is de nieuwe grondslag van hun leven.
Tevergeefs zoeken ze steun bij elkaar en proberen ze hun
beklemmende situatie te doorbreken door de toekomst
met open blik tegemoet te treden. Net als in Trust worden
in Protect Me politieke thema’s en intermenselijke relaties
op indringende wijze voor het voetlicht gebracht. Protect
Me is een zoektocht naar wie we werkelijk zijn en wat we
voor elkaar kunnen betekenen.
Anouk van Dijk is behalve choreograaf en danser, tevens
het brein achter het veel gehanteerde bewegingssysteem
de Countertechniek. Reeds sinds haar debuut als
choreograaf in 1989 viel haar werk op vanwege zijn
fysieke intensiteit. Ze choreografeerde meer dan 25
werken, deed op vele internationale podia van zich
spreken en werd onderscheiden met de Lucas Hoving
Prijs. Falk Richter geldt als één van de belangrijkste
Duitse theaterauteurs en –regisseurs. Zijn stukken zijn
in meer dan 15 talen vertaald en worden wereldwijd
gespeeld. Na een succesvolle periode als huisregisseur
van het Schauspielhaus Zürich, werkt hij sinds 2000
in vast verband voor de prestigieuze Schaubühne
Berlin. Richter is een graag geziene gast op Europese
theaterfestivals, onder meer dat van Avignon, waar men
zijn werk zowel in 2007 als 2010 centraal stelde.
“Wederom is deze dialoog tussen tekst en dans zeer
geslaagd; vrolijk-groteske tekstcascades, zoals van Judith
Rosmair, en dansante soli der eenzaamheid, zoals die van
Anouk van Dijk, overtuigen.” – Deutschland Kulturradio
“Het consequent doorvoeren van deze thema’s is het
sterkste punt van de avond, waarvoor vooral Anouk van
Dijk zorgt met haar explosieve choreografie.” – Berliner
Zeitung
werkcollege hedendaagse theaterteksten
door Erwin Jans
Dramaturg en wetenschapper Erwin Jans gaat in
op de huidige wijze van schrijven voor theater, het
zogeheten plot-loos schrijven, waarvan het werk van
Falk Richter een voorbeeld vormt. Het fragmentarische
karakter van de voorstellingen die hieruit voortvloeien,
geven het theater een geheel andere dimensie. Erwin
Jans wordt beschouwd als een van de belangrijkste
dramaturgen van dit moment. Schreef hij samen
met Guy Cassiers al theatergeschiedenis met de
Proust-cyclus, hun nieuwste cyclus De man zonder
eigenschappen van Robert Musil wordt na één deel
reeds magistraal genoemd.
26-apr / 15.00 - 17.00 / PodiumBloos / € 15
voorbespreking door Jack Timmermans
Jack Timmermans verzorgt een introductie op de
voorstelling.
do 26 apr / 19.45 - 20.15 / Euretco Foyer / gratis
nagesprek met Anouk van Dijk
Jack Timmermans gaat in gesprek met Anouk van Dijk.
do 26 apr / 15 min na einde / Euretco Foyer / gratis
techniekles & repertoireworkshop
door Anouk van Dijk en Nina Wollny
Naar aanleiding van de voorstelling Protect Me
verzorgt anoukvandijk dc een bijzondere masterclass
voor gevorderde studenten en ervaren dansers.
Na het bezoek aan de voorstelling op donderdag
26 april, geeft danseres Nina Wollny de volgende
ochtend een techniekles in het bewegingssysteem
van Anouk van Dijk, de Countertechniek. Vervolgens
verzorgen Nina Wollny en Anouk van Dijk ’s middags
een repertoireworkshop met bewegingsmateriaal
uit de voorstelling Protect Me. In deze workshop
leren de studenten meer over de totstandkoming
van het choreografisch materiaal en studeren ze
tegelijkertijd op het in de praktijk toepassen van de
Countertechniekprincipes.
vr 27 apr / 10.30 -14.30 / PodiumBloos / € 15
(vereist niveau: minimaal 2 jaar dansacademie)
regie & choreografie: Falk Richter, Anouk van Dijk ~ decor: Katrin Hoffmann ~ kostuums: Daniela Selig ~ muziek: Malte Beckenbach, Matthias Grübel ~
dramaturgie: Bernd Stegemann ~ licht: Carsten Sander ~ coproductie: Schaubühne Berlin, anoukvandijk dc, Prospero
Do 26 aPR 201220.30 uur / Finntaxzaal / € 15/26/30/33/37
16
WIJ WILLEN JUIST DAT WAT WE NIET KENNEN inteRvieW met HaRijono Roebana
In Ghost Track ontmoeten dansers van het Amsterdamse gezelschap
leineroebana dansers uit Indonesië. ‘Jullie westerlingen zijn
meesters van de ruimte, wij zijn meesters van de tijd.’
door Mirjam van der Linden
‘Ik ben altijd nieuwsgierig naar wat ik zelf niet ben.’ Voor Harijono Roebana, die in Amsterdam samen met Andrea Leine het choreografenduo LeineRoebana vormt, is het volstrekt niet vreemd dat ze voor hun nieuwste voorstelling dansers en musici in Indonesië zijn gaan zoeken. Een ver land, waarvan hij de culturele tradities niet kende, terwijl hij hier in Nederland struikelt over het talent dat zijn ‘taal’ spreekt. Roebana: ‘Ik vind het spannend om te kijken hoe je anderen jouw wereld in kunt trekken en tegelijk hun wereld ingezogen te worden. Daarom werkten we eerder bijvoorbeeld met oudere dansers aan een herwerking van een stuk dat zij lang geleden maakten.’Roebana heeft Indonesische roots, maar het idee voor Ghost Track, waarin vier dansers van LeineRoebana samenkomen met vier Indonesische dansers en het Gamelan Ensemble van Kyai Fatahillah, ontstond pas na het horen van een gamelanconcert in het Tropentheater in Amsterdam. Roebana: ‘Mijn vader is Javaans, maar ik heb geen sentimentele band met Indonesië of heilig ontzag voor de cultuur. Op mijn achttiende ben ik er een keer op familiebezoek geweest. In de familiekring word je geaccepteerd, maar als reiziger ben je gewoon de westerling met geld en daar heb ik nooit aan kunnen wennen. Het is door de muziek dat ik me in de cultuur wilde gaan verdiepen. Dat sonore van de gamelan, die zware bronsgeluiden: fantastisch, zo’n andere klankwereld en zo fysiek! Ook kan gamelan heel opzwepend zijn en niet alleen maar statig en verheven, zoals ik altijd dacht.’ De voorbereiding voor Ghost Track, dat in november 2011 in Chassé Theater in Breda in première gaat, begon in 2009 met
17
een studiereis. Samen met architectuurhistoricus en voormalig danseres Pauline van Roosmalen, ingezet om haar kennis en netwerk, werd de dansscene op Java (Jakarta, Bandung, Surakarta, Yogyakarta) en op Bali (Denpasar) verkend. Een jaar later gaf Roebana samen met twee dansers uit Nederland en twee dansers uit Indonesië diverse workshops en maakten ze een pilot die werd opgevoerd in Solo, Yogyakarta, Jakarta en Bandung. Afgelopen voorjaar kwam de componist naar Nederland, deze zomer is er verder gerepeteerd in Solo. Tussen dit alles door mailden LeineRoebana en Fatahillah elkaar samples beeld en geluid waarop de ander dan weer kon reageren en voortborduren.De Indonesische archipel kent een grote verscheidenheid aan
danstradities, van hoofs en volks tot spiritueel en acrobatisch. Die tradities worden geëerd. Vernieuwing ook, maar ze is wel altijd gerelateerd aan die tradities. Roebana: ‘Aan de rafelranden, vaak op universiteiten, zijn kunstenaars bezig met vernieuwing, maar ook dan meestal vanuit de lokale tradities. Vernieuwing is eigenlijk het doorgeven van de traditie, maar dan op jouw manier. Deze individuele variatie bepaalt het verschil. Dat verschil kan groot zijn, maar ook, zeker in onze westerse ogen, minimaal. Opvallend was wel, in de workshops die we gaven, hoe open iedereen stond voor andere ideeën.’Ledematen die los van elkaar opereren, tegengestelde richtingen ingaan, verbrokkelde lijnen creëren, en dat alles wel vanuit een stuwende, organisch energie: dat is typisch LeineRoebana. De lichamen stulpen en golven alle kanten op, met een ronde, zwiepende kracht, die nu en dan wordt doorbroken door messcherpe armen of benen. Steeds weer wordt je oog verrast, blijken er nog meer beelden met dat ene lichaam te componeren te zijn. De verschillen met hun Indonesische collega’s kunnen haast niet groter. ‘Nog los van het feit dat de Indonesische dansers bidden, repetitie of niet’, lacht Roebana. Een klassieke Indonesische danser beweegt vanuit strakke, vaste vormen. Denk aan de licht gebogen benen met de knieën naar buiten gericht, die samen een soort ruit vormen, net als de naar binnen gebogen armen. Roebana: ‘Ze bewegen als het ware tussen hun benen in, vanuit het centrum van het lichaam. Daarvandaan leggen ze sterke accenten, met series snelle bewegingen, een beetje vechtsportachtig, en verfijnde bewegingen van de onderarmen en vingers. Waar een hand bij ons een verlengde van de arm is, is die bij hen een apart articulatiepunt. Concepten die in onze westerse
eigentijdse dans heel gewoon zijn, zoals vallen of zwaaien, vinden zij raar. Een been hoger dan de heup tillen ook.’ Een ander essentieel verschil is dat in de voorstellingen van LeineRoebana, hoewel iets theatraler de laatste jaren, vooral het samenspel tussen beweging en muziek centraal staat. Muziek is een grote passie, of het nu gaat om oude of nieuwe muziek, instrumentaal werk of zang. Ze is ook vaak live aanwezig. Vorig seizoen in Gap stonden de Bulgaarse folkzangeres Galina Durmushliyska en de Amerikaanse operazangeres Claron McFadden nog tussen de dansers. In Indonesisch dans zijn muziek en dans eveneens innig verbonden - dansers zingen zelfs en musici dansen – maar de stukken draaien wel bijna altijd om
het verhaal. Terwijl het publiek in de openluchttheaters lekker een sigaretje rookt en een sateetje prikt, beelden de dansers karakters uit – mensen, maar ook goden en apen. De gedetailleerde hand- en vingerbewegingen hebben allerlei betekenissen. Roebana: ‘Zelfs als ze improviseren, doen
ze dat vanuit een personage. Ik heb puur naar de bewegingen op zich gekeken, dus los van hun betekenis. Vervolgens ben ik het materiaal op een andere manier in tijd en ruimte gaan zetten.’Tijd en ruimte zijn concepten die fundamenteel anders worden ingevuld in beide dansculturen. Roebana: ‘Publiek in Solo zei tegen ons: “Jullie westerlingen zijn meesters van de ruimte, jullie doen altijd wat. Wij zijn meesters van de tijd, wij kunnen ook stilstaan.” Het is cliché maar waar.’ Op videobeelden van (openbare) repetities ter plekke is mooi te zien wat zo’n herschikking in tijd en ruimte nu eigenlijk inhoudt. Een serie bewegingen wordt uit elkaar getrokken, losse bewegingen worden herhaald, omgedraaid, versneld, onderbroken, tegenover kenmerkende bewegingen van LeineRoebana gezet of, en dat is nog spannender, daarmee vervlochten. Tussen de stille hoekige armen met aan de uiteinden die sierlijk gebogen vingers, golft dan opeens een borstkas. Ademend. Vloeiend. Pompend. Alsof het bewogen innerlijk door het onbewogen uiterlijk heen is geglipt. Het ziet er ongedwongen uit. Precies dat wordt misschien wel het succes van Ghost Track. Roebana: ‘De term “cross-over” klinkt altijd zo harmonieus, zo van: we gooien alles in één pot en dan ontstaat er iets nieuws. Wij hebben twee stijlen, twee culturen met elkaar in contact gebracht, en toen gewoon gekeken wat er gebeurde. Verschillen mogen van ons zichtbaar blijven. Soms versmelten dingen, soms stoten ze elkaar af. En sommige dingen kunnen gewoon niet. Zo is het onzin om mijn dansers klassiek Javaans te laten dansen. Wel proberen we wat van de sensitiviteit daarvan over te nemen. Kijk, voor ons is het choreografisch idee altijd belangrijker dan de precieze bewegingen. Je kunt een idee namelijk op verschillende manieren vormgeven. Daarom
‘Ik vind het spannend om te kijken hoe je anderen
jouw wereld in kunt trekken en tegelijk hun wereld
ingezogen te worden.
18
kunnen wij van een choreografie zelfs een versie maken waarin geblesseerde dansers toch kunnen meedoen.’Het idee achter Ghost Track ligt besloten in de titel. Een ghost track is in de computertaal van elektronische muziekcompositie de track waar alle andere tracks omheen zijn gemaakt. ‘Een soort metronoom, waar iedereen zich toe verhoudt’, aldus Roebana. Maar in het uiteindelijke resultaat wordt deze bron weggelaten en is ze niet meer dan een spookspoor. Het gaat de choreografen en de componist om het scheppen van iets nieuws, mét rekenschap van de traditie. De eigen én andermans traditie, welteverstaan. Roebana: Wat we eigenlijk doen is elkaar uit onze comfortzones
halen. Waarom het voortdurend bewegen van de handen niet overzetten naar de voeten? Waarom niet eens wat meer gebruik maken van wat de Indonesiërs “greget” noemen, de innerlijke kracht, in plaats van altijd maar te doen, te handelen.’ En hiermee zijn we weer terug bij het begin van het gesprek. Nieuwsgierig zijn naar wat je zelf niet bent. Roebana haalt een aflevering van de reality show Oh oh Cherzo aan, waarin een stel Hollandse jongens op vakantie in Griekenland alles gek en vies vindt. Het eten, het dansen op tafel. ‘Zij willen gewoon hun patat. Wij willen juist dat wat we niet kennen.’ De ander, het andere, het onverwachte. Of het nu Bulgaarse muziek en dans is, of Indonesische. ‘Het is een proces van ‘Verstehen’, benadrukt Roebana. ‘Zoals het bij een reconstructie niet alleen gaat om het overnemen van de stappen, maar ook, en misschien nog wel meer, om het gevoel dat die stappen destijds teweeg brachten. Openheid, daar draait het om. Openheid ten aanzien van dat wat ver van je af staat, historisch, geografisch, sociaal of cultureel.’De nieuwsgierigheid naar andere culturen is geen politiek statement van LeineRoebana maar een artistieke keuze. Toch krijgt die onbedoeld soms een politieke lading. Roebana: ‘Vorig jaar maakten we een productie met kunstenaars uit het voormalige Oostblokland Bulgarije, een potentiële EU partner die nu plotseling door Europa in de wacht is gezet. Dit jaar zijn we aan de slag met het grootste moslimland ter wereld. Alsof we het erom doen.’ Met alle kunstbezuinigingen in Nederland vraag
je je natuurlijk af of Leine en Roebana zich hier nog wel welkom voelen. Roebana: ‘Op het moment dat wij als kunstenaars gastvrij worden onthaald door de Prins en Prinses van Solo, terwijl thuis de kunstensector wordt afgebroken, denk ik wel: de realiteit kan cynisch zijn.’
Verschillen mogen van ons zichtbaar blijven.
Soms versmelten dingen, soms stoten ze elkaar af.
En sommige dingen kunnen gewoon niet.
19
DE LIEFDE IS GEDULDIG EN VRIENDELIJK FoCus RaimunD HogHe
door Marianne Van Kerkhoven
‘De liefde is geduldig en vriendelijk; de liefde is niet afgunstig, zij praalt niet, zij verbeeldt zich niets. Zij gedraagt zich niet onfatsoenlijk, zij zoekt zichzelf niet, zij laat zich niet kwaad maken en rekent het kwade niet aan. Zij verheugt zich niet over onrecht, maar vindt vreugde in de waarheid. Alles verdraagt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verduurt zij. De liefde vergaat nooit.’(1. Korintiërs, hoofdstuk 13, de liefde)
de eigen biografieDit citaat uit Het Nieuwe Testament komt voor in Preis der Liebe, een boek dat Raimund Hoghe aan het leven van zijn moeder heeft gewijd.Het is in de kunstkritiek (van welke discipline dan ook) in feite nog steeds ‘not done’ om het werk van een kunstenaar te verklaren vanuit elementen behorend tot zijn biografie. Hoe juist de bewering ook is dat leven en werk van een artiest nooit in een rechtlijnig, direct verband met elkaar gelezen kunnen worden, toch kan men er niet omheen dat tussen beide gebieden een osmose kan bestaan, die bij de ene kunstenaar al groter is dan bij de andere.Raimund Hoghe wordt geboren in Wuppertal. Zijn moeder, een onbemiddelde weduwe met een dochter, ontmoette er na de oorlog haar grote liefde, een jonge man die Raimunds vader wordt; hij huwt echter een ander. De moeder zal de afwezige vader nooit ontrouw worden. Bij de kleine Raimund wordt reeds vroeg een misvorming van de rug vastgesteld, die zich later ontwikkelt tot een uitgesproken bochel.Raimund groeit op in de wereld van een verborgen gehouden liefde, van onuitgesproken verlangens, van verhulde eenzaamheid. Zijn moeder danst/walst graag, vooral op de romantische schlagers van die tijd... Zijn grootmoeder wordt ‘Oma dunkel’ (Oma duister) genoemd omdat ze na het overlijden van haar jongste dochter nooit meer de gordijnen openschoof... Zijn grootvader neemt Raimund meermaals per week mee naar de bioscoop waar
20
21
hij in ‘de wereld der filmsterren’ opgenomen wordt... Zijn vader schrijft aan zijn moeder dat hij hoopt gezond te blijven en hard te werken zodat er geen tijd overblijft “um über Sinn und Zweck des Erdendaseins nachzudenken’.”Al deze elementen - naast vele andere - komen in een of andere (soms ook tegengestelde) gedaante in Raimund Hoghes artistieke wereld terecht, eens hij aan deze begint vorm te geven. Hoghes artistieke wereld is er een van een grote innerlijkheid, van ingehouden emoties, een wereld waarin het donker, het rijk der schaduwen, én de dans een belangrijke rol spelen, een universum bevolkt met de muziek van populaire zangers, met de beelden van filmsterren; Hoghes parcours is een zoektocht naar eenvoud én
alledaagsheid én wijsheid, maar wordt ononderbroken en haast onmerkbaar geschraagd door een nadenken “über Sinn und Zweck des Erdendaseins”. de biografie van de anderenNochtans is het vertrekpunt van zijn creatieve arbeid niet de eigen biografie maar die van de anderen geweest. Hoghe start zijn professionele carrière als journalist: hij schrijft portretten, reportages, essays en recensies over zowat alle kunstdisciplines, o.a. in het weekblad Die Zeit. Niet zelden maakt hij bij zijn helder geschreven portretten zelf foto’s; hij realiseert korte biografische films en een langere documentaire over zijn eigen leven, Der Buckel (De Bochel). In Zeitporträts. Texte und Photos von Raimund Hoghe bundelt hij de neerslag van gesprekken met kunstenaars als Peter Handke, Bruno Ganz of Gret Palucca, met zangers als Rex Gildo of Freddy Quinn, maar ook met een toiletjuffrouw, een dakloze, een anonieme, jonge terminale aidspatiënt...In 1979 schrijft hij voor het bekende Duitse theatertijdschrift Theater Heute een tekst over Pina Bausch. Uit dit eerste contact met deze choreografe komt een tienjarige artistieke samenwerking voort: van 1980 tot 1990 werkt Hoghe als Bausch’ vaste dramaturg. De dans doet volop intrede in zijn leven; hij leert er werken met een grote groep mensen; hij construeert mee uit de door de dansers op aanwijzing van Bausch bijeengebrachte materialen een choreografie, een dramaturgie, een compositie; hij wordt er
geconfronteerd (zoals hij in zijn te boek gestelde repetitienotities schrijft) met het “Gefühl eigener Sprachlosigkeit angesichts des Einfachen, Selbstverständlichen, Alltäglichen”; hij deelt met Bausch de overtuiging dat er steeds naar een vorm gezocht moet worden: een vorm “die das Persönliche über das Private hinausführt, bloße Selbstdarstellung und Selbstentblösung verhindert”.
de emotieAls hij dan vanaf 1989 eigen voorstellingen begint te maken voor verschillende dansers en in de solo Meinwärts(1994) als performer zelf op de scène verschijnt, doet hij dit met een voor deze wereld-
vol-exposure merkwaardige schroom en terughoudendheid. Zelfs wanneer hij zich letterlijk blootgeeft, dat wil zeggen zijn hemd uittrekt en zijn naakte bochel toont, wordt deze handeling bedachtzaam gevat binnen het kader van een vreemd, zeer persoonlijk ritueel.De autobiografie van Hoghe, zelfs in haar meest extreem-fysieke gedaante van de voor immer kromgetrokken rug, krijgt hier een kunstmatige vorm, wordt gefilterd, gekneed en binnen theatrale structuren gebracht. “Maar
zeer weinigen”, schreef T.S. Eliot, “hebben er weet van wanneer er sprake is van een betekenisvolle emotie, een emotie die leeft dankzij de poëzie en niet dankzij de levensgeschiedenis van de dichter. De artistieke emotie is onpersoonlijk.” En precies daarom is ze in staat ons te ontroeren.
rituelenRituelen hebben voor Raimund Hoghe blijkbaar een bijzondere betekenis; vele van zijn handelingen op de scène met allerlei voorwerpen en materies lijken al oneindig vaak herhaald te zijn; soms drukken zij een haast religieuze connotatie uit wanneer ze verwijzen naar een verbondenheid met voorouders, met geliefde doden, met zich herinneren; maar er is ook dat ‘Oosterse’ respect voor voorwerpen an sich, zoals de Japanse auteur Yasushi Inoué dat beschrijft in zijn Le Maître du thé: hoe bij de ceremonie van het theezetten elk voorwerp en zijn plaatsing in de ruimte met de grootste zorg uitgekozen worden. En naast het spel met de voorwerpen is er in Hoghes voorstellingen ook dat bijzondere omgaan met licht en schaduw, die overtuiging dat duister of halfduister méér ‘zichtbaar’ of voelbaar kunnen maken dan het volle licht. Ook deze ‘schoonheid-der-schaduwen’ heeft Oosterse connotaties. De Japanse auteur Junichiro Tanizaki schreef hierover: “Wij vinden schoonheid niet in de dingen zelf, maar in de schaduwpatronen, in het licht en het donker, dat het ene ding bij het andere veroorzaakt.” Precies dit rituele karakter van Hoghes
Hoghes parcours is een zoektocht naar
eenvoud én alledaagsheid én wijsheid, maar
wordt ononderbroken en haast onmerkbaar
geschraagd door een nadenken “über Sinn und
Zweck des Erdendaseins”.
22
werk maakt het perfect verplaatsbaar van een kleine naar een grote ruimte; de intimiteit ervan heeft geen nood aan nabijheid - bijvoorbeeld aan de mogelijkheid gelaatsuitdrukkingen te lezen -; de intimiteit vloeit voort uit een haast ‘ingewijd worden’ in eenvoudige, met ‘voorgeschiedenis beladen’ handelingen.
het politiekeHoezeer intimiteit ook Hoghes werk lijkt te sturen, zijn artistieke wereld is geen eng, gesloten universum. De maatschappij, het politieke, de gesocialiseerde menselijke context stroomt er binnen, ligt als het ware als een brede cirkel omheen het
scenische gebeuren. Zelfs in de autobiografisch gekleurde trilogie (Meinwärts, Chambre Séparée, Another Dream) speelt de tijd waartegen persoonlijke ontwikkelingen zich aftekenen steeds een hoofdrol. Het politieke van Hoghes werk toont zich niet in boude politieke uitspraken, maar eerder in het aanwezig stellen van een levensgevoel, in een ‘politieke houding’ in en buiten het werk. Die politieke houding komt tot uiting in zijn aandacht voor maatschappelijk gemarginaliseerden, in zijn keuze voor het gewone, het alledaagse en tégen het modieuze, het spectaculaire, het virtuoze. In de samenstelling van de groep voor Young people, old voices gaat hij bewust in tegen de ‘politiek correcte’ trend om een multicultureel gezelschap op de scène te zetten. Hij koos voor jonge mensen die hem fascineren om hun eenvoud en natuurlijk schoonheid. Zijn multiculturaliteit zit in de gebruikte bronnen, bijvoorbeeld in de aanwezigheid van de Japanse cultuur waarnaar we reeds verwezen, of in de Indische of Afrikaanse huwelijksrituelen die hem inspireren.Het politieke van Hoghes werk uit zich ten slotte ook in het artistieke parcours dat hij zich tot nog toe heeft uitgestippeld, hoe hij in de Duitse podiumrealiteit, beheerst door de grote instituten van de stadstheaters, steeds de moeilijke weg is gegaan van de onafhankelijke Einzelgänger.
de dramaturgieDe structuur van Hoghes voorstellingen, de compositiemethodes die hij gebruikt, berusten op een uitgesproken geloof in de kracht van de lineariteit. Op een ambachtelijke, haast archaïsche wijze worden verschillende elementen, handelingen, sequensen náást elkaar gezet. Maar zoals mensen die naast of dichtbij elkaar leven op den duur ook van mekaar gaan houden, mekaar niet meer kunnen missen, gaan de naast elkaar geplaatste elementen
van Hoghes voorstellingen onmerkbaar intense verbindingen met elkaar aan. Hoghe wil de eenvoud van het leven vatten, de stroom der dingen, niet de in het oog springende momenten (de ‘avonturen’ waaraan wij plots veel betekenis menen te moeten hechten), omdat die in het oog springende, betekenisvolle momenten, die aan een leven een vorm en een narratieve eenheid geven, er in de werkelijkheid eigenlijk niet zijn. Patricia de Martelaere schreef hierover, Cesare Pavese interpreterend, “dat een leven zich slechts als een eenheid kan openbaren wanneer het, als leven, voorbij is”. In die zin is elk streven naar eenvoud een werk dat alleen een heel leven lang volgehouden kan worden; in die zin
is de gezochte eenvoud verbonden met het sterven en dus enkel te bereiken bij de dood. Yasushi Inoué: “La simplicité est devenue pour ainsi dire la substance de la mort.”
eerder gepubliceerd voor het Kaaitheater,
September/Oktober 2002
“Het lichaam in de strijd
werpen”, schreef pier paolo
pasolini. Deze zin was voor
mij een impuls om op de
planken te gaan staan. Andere
impulsen: de werkelijkheid
rondom mij, de tijd waarin ik
leef, mijn herinneringen aan
verhalen, mensen, beelden,
gevoelens en de kracht en
de schoonheid van muziek,
de confrontatie met een
lichaam dat, in mijn geval,
niet overeenstemt met de
gangbare schoonheidsnormen.
Het is belangrijk om op het
podium ook lichamen te
zien die niet aan de normen
voldoen - niet alleen met
het oog op de geschiedenis,
maar ook met het oog op
hedendaagse ontwikkelingen
die uiteindelijk leiden tot de
mens als designobject. Is het
belangrijk succes te hebben?
Belangrijk is te kunnen
werken, je eigen weg te volgen
- met of zonder succes. Ik doe
gewoon wat ik moet doen.”
raimund Hoghe
De artistieke emotie is onpersoonlijk.
En precies daarom is ze in staat ons te
ontroeren.
23
WE HEBBEN IN HET THEATER DE ONSCHULD VAN DE BLIK VERLOREN in gesPRek met Romeo CastelluCCi
“God ziet u!” Zo hing het vroeger aan de muur in katholieke huisjes,
op schilderijtjes met één oog in een driehoek. Het omgekeerde is
minder denkbaar. God zelf valt niet te zien. En toch is dat precies wat
de Italiaanse topregisseur romeo castellucci in essentie nastreeft:
mystieke verbanden zichtbaar maken in theater. Welkom bij zijn
nieuwe creatie On the concept of the face, regarding the son of God.
door Wouter Hillaert
In tijden waarin theater vooral leuk lijkt te moeten zijn, valt het theater van Castellucci en zijn Socìetas Raffaello Sanzio minstens op. Er hangt iets onbevattelijks over. Het ene moment krijg je scènes die bijna banaal lijken in hun huiselijk naturalisme: moeder bereidt het eten, kind speelt met de poppen, dienstertje maakt de vloer schoon, en dat alles in zo’n gezapig ritme dat je je afvraagt waar dit in ’s hemelsnaam heen wil. Het volgende moment wordt het podium ineens te klein voor de grootse symbolische beelden die neerdalen of ingeschoven worden: Joodse lettertekens, bizarre zwarte spiegels, een Chinese draak, een weifelende Jezusfiguur, paarden in wit en zwart. In de elfdelige cyclus Tragedia Endogonidia rolde ooit zelfs een heuse legertank de scène op. Wat die spectaculaire visuele iconen met elkaar te maken hebben? Op het eerste gezicht weinig. Castellucci houdt van barokke ‘ars combinatoria’: een fijn afgestelde clash van soevereine beelden die inwerken op je netvlies, terwijl een dreunende sound de resterende ratio uit je schedeldak ranselt. Dit theater speelt op de
24
Ineens lijkt het alsof je voor de spiegel staat.
25
buik van de toeschouwer, niet op zijn hoofd. Het hogere valt dan ook nooit te bevatten door het te proberen vastspijkeren met al te veel tekst en uitleg. Wel door dat begrip vóór te zijn, en het bij de toeschouwer op losse schroeven te zetten. Onbevattelijkheid is bij Castellucci geen doel op zich. Het is een strategie om iets te openen wat we rationeel toch niet kunnen begrijpen.
de sfinx en de godenTyperend is Castellucci’s antwoord op elke vraag die polst naar wat hij precies heeft willen vertellen op scène. “Ik heb enkel hypotheses”, zegt hij dan. Hij is en blijft een sfinx met een verontschuldigend glimlachje. Dat is geen pose, maar een kunstenaarsvisie. De Italiaan ziet zichzelf slechts als het medium van diepere verbanden die buiten onze menselijke vermogens liggen. Zijn theater gebeurt hem. Hij is de tolk, de uitvoerder van wat zich aan hem openbaart. Soms gebeurt dat door literatuur. Want, vergis je niet: Castellucci is stevig ingelezen in de theorie van de klassieke tragedie, de kunstgeschiedenis of de postmoderne taalwetenschap... Soms gebeurt het in zijn dromen. Daar ontstaan de beelden die je ziet.Romantisch? Nogal. Maar vooral ‘tragisch’, in de oude Griekse zin. De Italiaan countert de liberaal-individualistische geest van deze tijd (‘maak jezelf waar’) met een groot geloof in een hogere wetmatigheid die mens en wereld dicteert. Kijk naar zijn theater. Als er op scène grote bewegingen gebeuren, worden die steeds anoniem aangestuurd. Daar schuilt ook Castellucci’s fascinatie voor kille technologie, de eenentwintigste-eeuwse variant van de Griekse goden. Camera’s die zelf rondrollen, lettermachines die beginnen ratelen, auto’s die plots uit de hoogte neerstorten: telkens zie je letterlijk een ‘deus ex machina’, waarvan zijn acteurs en zijn figuren slechts de dienstmaagden lijken. Zij geven vorm aan iets wat hen overstijgt, aan iets wat ze niet begrijpen. Net zoals Castellucci het zelf niet begrijpt. Laat staan de toeschouwer. Noem het modern mysticisme: de expressie van een even heilig als gruwelijk verbond.
recht in de ogenIn On the concept of the face, regarding the son of God heeft dat verbond de vorm gekregen van een groots Jezus-portret dat de scène van achteren overschouwt. Het betreft een print van het renaissanceschilderij Salvator Mundi van Antonella da Messina uit 1465. Het kijkt je recht aan. Precies dat maakt voor Castellucci ook het belang van het doek uit. “In de westerse kunst was de rechtstreekse blik lang taboe. Je zag die blik ooit wel op doodsportretten in het oude Egypte, een traditie die via de Grieks-Romeinse overheersing overging op de Byzantijnse iconografie. Maar in het Westen werd de blik altijd afgewend. Da Messina, en na hem Lorenzo Lotto, pikte als eerste dat ontwrichtende idee weer op: dat de afgebeelde figuur de kijker recht in de ogen kijkt. Je krijgt veel meer dan een portret: er ontstaat een wederzijdse
stroomwisseling. Ineens lijkt het alsof je voor de spiegel staat. Je wordt als kijker bekeken: een thematisering van het voyeurisme van de toeschouwer. Je komt terecht in een intieme situatie van schaamte. Geen schaamte bij het personage, maar bij onszelf.”Castellucci benoemt hier dé twee kernthema’s in zijn oeuvre. Steevast gaat zijn werk over ‘kijken’. Zo kwam in zowat elke episode van de Tragedia Endogonidia een of andere figuur plots het publiek aanstaren, doorheen het gaasdoek dat Castellucci zo graag gebruikt. “Kijk niet”, spuwde het in de Rome-episode openlijk uit. Theater kijken raakt voor Castellucci aan de religieuze taboesfeer. Bij die sfeer hoort ook zijn andere basisthema: schaamte of zelfs schuld. Telkens nemen zijn creaties de vorm aan van een offer: iemand wordt, schijnbaar onwillekeurig, gestraft voor een inbreuk op een hogere wet die zich nooit vastpinnen laat. Toen de figuur van Oedipus in de Parijse episode van de Tragedia Endogonidia tegelijk de figuur van Christus werd, was net dat hun overeenkomst: beiden laadden ooit een schuld op zich waar ze niet zelf verantwoordelijk voor waren, toch dienden ze als offer. In Castellucci’s tragische mens- en levensvisie is dit de wet van het leven zelf.
het duister van GodIn de christelijke traditie, waar Castellucci als elk Italiaans kunstenaar rijkelijk uit citeert, is hét beeld van die tragische relatie het beeld van de mens oog in oog met God. Die combinatie van ‘zien’ en ‘gezicht’ is wat hem momenteel bijzonder fascineert. Zo hoort On the concept of the face, regarding the son of God als een diptiek samen met The minister’s black veil, de voorstelling die Castellucci in 2011 al twee maal uit- en weer afvoerde. Ze vertelt – naar een Amerikaanse novelle van Nathaniel Hawthorne uit 1836 – het verhaal van dominee Hooper, die op een dag besluit zijn aangezicht voortaan te verbergen achter een zwarte sluier. Zo haalt hij zich eerst de angst en dan de woede van zijn kleine gemeenschap op de hals. Castellucci vindt deze simpele afdekking van zicht en gezicht doordringen tot het wezen van mens, kunst en kosmos. “De sluier is de huid van de blik, het projectiescherm van de leegte tussen kijker en bekekene. Zwart is ook de non-kleur van het universum. Zo wordt Hoopers voile een zwart gat dat alles opslokt: orde, identiteit, gemeenschap, al wat we kennen. Als hij vlak voor zijn dood zegt ‘dat hij het zwarte duister herkent in het gezicht van iedereen’, vind ik dat tegelijk een mysterie en een profetie over de tijd van vandaag.” “De overeenkomsten met On the concept of the face zijn fundamenteel”, zegt Castellucci. “Het gezicht van de dominee, een man oog in oog met God, wordt zwart, zoals ook Mozes zich moest sluieren toen hij de berg naar God besteeg. In On the concept of the face zie je het gezicht van Gods zoon zwart gemaakt worden, oog in oog met ons, de mensen. In beide gevallen wordt dat zwart een leeg gat, maar hier vormt het doek tegelijk een
26
membraan dat op het eind van de voorstelling uiteengescheurd wordt. Het is een passage naar het duister van God.” Hoe sfinxachtig dat ook mag klinken, op scène ziet dat slotmoment er alvast behoorlijk indrukwekkend uit. Het grote Jezusportret druipt op het eind van de zwarte verf, nadat er een flapperende schim is overgegaan. Lichtflitsen maken het mysterie af: het mysterie van de blik van Jezus, recht in die van ons. Zien we wat we zien, of is het iets anders? Om erdoor geraakt te worden, hoef je helemaal niet gelovig te zijn. Castellucci’s theater is mystiek voor leken.
vader en zoonDaarvoor is driekwart van de voorstelling opgegaan aan de zorg van een zoon voor zijn vader, oud en incontinent op zijn bed. Steeds opnieuw poept hij zichzelf onder, steeds opnieuw wordt hij door zijn zoon gewassen en krijgt hij een nieuwe luier aan. Het is de cyclus van de eeuwige reiniging, zo typerend voor Castellucci’s werk. Ook het contact tussen vader en zoon, Vader en Zoon, blijkt in veel van zijn voorstellingen een oerscène. Vaak heeft ze iets oudtestamentisch, maar ook als ze in een eigentijds kleedje zit, voelt ze gevaarlijk. In Purgatorio, het tweede deel van Castellucci’s Danto-drieluik (2008), werd de zoon door de vader seksueel geslachtofferd. Je zag die incestueuze daad niet, maar hoorde ze wel. Het gaat door voor een van de meest schokkende scènes in Castellucci’s werk. Sowieso flirt hij graag met het taboe. Zo drijft in On the concept of the face onwillekeurig de geur van poep de zaal in. “Dat heeft nogal wat steriele polemiek losgemaakt, maar voor mij zijn die excrementen cruciaal om de voorstelling mee aan te vangen: ze plaatsen wat je ziet in een hyperreële sfeer, zodat de excrementen op het einde een meer symbolische lading kunnen krijgen. Gewoonlijk heb ik een afkeer van het gebruik van geurtechnieken, maar ik geloof ook heilig in de tegenstelling, de tegenspraak. Dus waarom niet? De grijsaard die je ziet, is door de spiegelrelatie die we creëren – wij worden bekeken als kijker – onze eigen ouderdom, onze eigen malaise. Wij zijn moe. Deze hele tijd is verouderd.”
Daarom gaat het bij aanvang ook zo traag in de voorstelling, zegt Castellucci. “Ik heb gekozen voor wat ze in cinema een ‘long shot’ noemen: de camera volgt alle bewegingen zonder één cut. Zo’n shot is de meest theatrale vorm van cinema, daarom maakte Hitchcock er zo vaak gebruik van. Je hebt geen vertelling, maar een conditie, een toestand. De lange tijdsdimensie in onze voorstelling zorgt voor steeds meer verveling. Schijnbaar gebeurt er niets, maar de vlekken van de excrementen worden steeds groter, tot ze ongelooflijk blijken. Het is een uitgestelde tijd die ook het perceptieveld van de kijker steeds breder maakt. Je indrukken veranderen, komen in een andere kijkdimensie.”
de toekomst van theaterVoor Castellucci wordt de rol van de toeschouwer dé toekomstvraag voor het theater. “We hebben in de recente geschiedenis de hoogtijd van de auteur gehad, die van de acteur, nu die van de regisseur en de directeur. Het volgende stadium moet om de toeschouwer draaien. In onze spektakelmaatschappij is zijn rol immers problematisch geworden. Alles is nu theater, wat van ‘toeschouwen’ een politieke kwestie maakt. Links of rechts doet er niet meer
toe. Het spektakel heeft de eigenlijke macht veroverd: er is geen verschil meer tussen partijpolitiek en een reclame voor zeep. Wat betekent het dan nog om naar een voorstelling te kijken? Dus moeten we de rol van de kijker herdenken. Niet langer het autonome personage op scène is interessant, maar hoe er in de zaal naar gekeken wordt.”Castellucci heeft zelf minstens een paar voorstellen voor de invulling van die nieuwe rol. “Niet toeschouwen, maar verbeelden is waar het om gaat, als theater wil overleven. Ook als we niet het hele lichaam van de toeschouwer mee kunnen betrekken, zijn we verloren. Ik geloof in de oude Griekse manier, die de kijker bewust maakte van zijn kijken. Het ging hen om kijken naar het kijken. Want we hebben in het theater de onschuld van de blik verloren. Het beeld zelf is een probleem geworden. Daarom moeten we terugblikken naar de geschiedenis, naar het einde van het Joods-Hebreeuwse verbod op afbeeldingen. Waarom is de beeltenis van de mens herboren in de christelijke traditie? Christus werd het model van de mens, en bepaalde het beeldbewustzijn van de hele westerse cultuur. Onze ambivalente verhouding met het beeld, tussen het verdwijnen en het verschijnen ervan, zit dus in ons onderbewustzijn verankerd. Die rariteit moeten we behouden, terwijl deze maatschappij ze heeft opgegeven. Onze cultuur, onze communicatie is een woestijn geworden. En dus moet het theater dat moment bieden waarop die communicatie verstoord wordt. Dat is zijn nieuwe rol: gericht op de toeschouwer. Theater is de homeopathie van de samenleving.”
Alles is nu theater, wat van ‘toeschouwen’ een
politieke kwestie maakt. Links of rechts doet er
niet meer toe. Het spektakel heeft de eigenlijke
macht veroverd: er is geen verschil meer tussen
partijpolitiek en een reclame voor zeep.
27
EEN MOZAÏEK VAN EENZAAMHEID oveR PiPPo Delbono
door Wouter Hillaert
Pippo Delbono: zijn naam klinkt als die van een pensioengerechtigde clown, enkel nog goed voor mislukte gags in een lege circusring. De realiteit is anders. De compagnie van deze Italiaanse theatermaker, opgericht in 1987 met het debuut Le temps des assassins, inspireert zich op het beste van de Europese podiumkunstentraditie: van het werk van de Poolse mythe Jerzy Grotowski tot de kleurrijke dans van Pina Bausch. De groep speelt in de meest chique, zelfs wat burgerlijke theaterhuizen van Europa, zoals het Brusselse Bozar of Théâtre du Rond-Point in Parijs. Ook buiten Europa is Pippo Delbono een graag geziene gast, zeker in (ex-)conflictzones als Bagdad of bezet Palestijns gebied. Zijn theater heeft dan ook iets wonderlijks dat – in plaats van snel entertainment – elementaire levenskracht biedt waar die verloren dreigt te gaan. Achter alles wat Delbono op scène brengt, voel je ernst en noodzaak. Misschien heeft zijn seropositiviteit daar iets mee te maken? De strijd tegen een op handen zijnde dood woedt diep in zijn eigen lijf. Het maakt het vitalisme van zijn theater, de kracht van zijn bezwerende stem op scène, des te groter. Toch is die circusallusie niet helemaal naast de kwestie. Het gezelschap dat Pippo Delbono in de loop der jaren rond zich wist te verzamelen, is een bont ensemble van persoonlijkheden die buiten de geldende normen vallen. Een rariteitenkabinet, zou je
Een klinische wachtruimte voor de dood? Een zorginstelling voor
gekraakte, verstoorde, uitgebluste figuren? Een folterkamer? Questo
buio feroce flirt met de grenzen van ons aller menselijkheid. Maar
net daar ontdekt de voorstelling ook wat het leven waard om te
leven maakt: diepe troost, grote schoonheid, zachte verzoening.
Zoals steeds bij pippo Delbono blijken ontroering en ontreddering
twee zijden van dezelfde medaille.
28
29
oneerbiedig kunnen zeggen. Een parade van freaks, nauwelijks verschillend van de middeleeuwse kermistraditie waarin bizarre wezens met allerlei afwijkingen de fascinatie opwekten van een verlekkerd publiek. Hét uithangbord van deze bonte compagnie is ongetwijfeld Bobò, een gebocheld en doofstom mannetje dat veertig jaar lang opgesloten zat in een psychiatrische instelling, waar Delbono hem niet enkel uithaalde om hem bij zich in huis te nemen, maar ook om er theater mee te maken. Bobò wordt verder vergezeld – ook in Questo buio feroce – van de clochard Nelson, de travestiet Gustavo, de mongool Gianluca... Samen geven ze Compagnia Pippo Delbono kleur en karakter. En dat is meteen het grote verschil met middeleeuwse kermis. Deze ‘freaks’ staan
niet op scène als objecten van goedkoop voyeurisme, wel omdat ze theatrale vermogens hebben die geen van de andere leden van het gezelschap bezitten. Het respect dat ze bij hun publiek afdwingen, is dat voor elke autonome artiest die ‘iets bijzonders heeft’.
theater als muziekAls het werk van Pippo Delbono al aan circus doet denken, is dat in de eerste plaats door de algemene sfeer die het ademt: die van bonte kostuums, grote gestes, melodramatische muziek, opeenvolgende acts, en zelfs een presentator die het geheel in goede banen leidt... Als het niet klinkt, dan botst het. Als het niet blinkt, dan schettert het. Mocht er dus een theater denkbaar zijn dat 180° verschilt van conceptuele kunst, dan zal het niet ver afliggen van wat Pippo Delbono laat zien. Theater kijken gaat voor de Italiaan niet om intellectueel genot, maar om de toeschouwer meeslepen. “Je moet naar een voorstelling kijken alsof je naar muziek zou luisteren. De empathie van het moment is cruciaal. Daarom is mijn overkoepelende dramaturgie steeds emotioneel van aard.” Bedoeld wordt: elke voorstelling is een maalstroom van korte, schijnbaar disparate, maar wel steevast fascinerende beelden. Zoek geen logica. Je kan de zin van de gemaakte regiekeuzes in het beste geval alleen maar voelen.Neem Esodo, een creatie uit 2000 over ontwortelde mensen all over the world: in een decor van platgebombardeerde huizen passeerden steeds nieuwe politieke en religieuze beelden de revue, tegen elkaar opbotsend als Obelix op de Romeinen: drie vluchtende moslimvrouwen, een barokke madonna op een rollende stellage, Bobò als een wauwelende generaal achter een
batterij micro’s, een Jood aan de Klaagmuur, een feestelijke parade met toeters en bellen op Nieuwjaar, een vrouw in een rolstoel geduwd door twee gemaskerde figuren. En zo ging het maar door. Live dia’s leken het wel, waar Delbono zelf op geregelde tijdstippen een stuk tekst doorheen deed. Passioneel joeg hij door de zaal, micro in de hand, om zijn spelers aan te vuren en extra op te zwepen. Veel ratio is daar niet bij, nee. Oergevoel des te meer.
populair: tussen populistisch en elitairToch voelt dit theater allesbehalve arbitrair. Het bouwt op aloude structuren en principes: die van het volkstheater. Allereerst is er de rol van Pippo Delbono zelf. Hij is de verteller, de alwetende
stem die in de verbale culturen van weleer mythische verhalen tot leven bracht en hield. Tegen de vergetelheid. Voor de overlevering van de basiswaarden van de gemeenschap waartoe hij behoorde. Het theater, met zijn dialogische structuur, heeft die oorspronkelijke vertellersrol altijd proberen uit te bannen, maar Pippo Delbono doet ze herleven. Hij leidt zijn voorstellingen in, geeft stem aan de stemlozen,
vertelt zijn eigen historie als die van ons allemaal. Wie ooit zijn monoloog Récits de juin heeft gezien – het relaas van zijn weg tot het theater, simpelweg achter een tafeltje – kan ervan getuigen: als Delbono vertelt, met zijn stem als een contrabas in luisterrijke weemoed of net een vurig crescendo, gaan zijn zinnen meteen tussen je oren zitten. Weinig andere vertellers kunnen hun melancholie zo vitaal doen klinken. Ook van de commedia dell’arte, nog zo’n vorm van oorspronkelijk volkstheater, merk je bij Delbono steeds de sporen. Soms gebeurt dat letterlijk, in de kostuums. Zo is er in Questo buio feroce een scène waarin Bobò en Gianluca in de klassieke geruite pakjes van Arlecchino (het harlekijnspersonage van de commedia) een ontwapenend poëtische dialoog zonder woorden voeren. Maar meestal zie je die traditie figuurlijk geactualiseerd worden: in het gebruik van stereotypes, aangeklede rollen. In Questo buio feroce passeren ze de revue als in een pronte modeshow op de catwalk: hoogbepruikte hoepelrokdames, Venetiaanse barokke maskers, katholieke doodgravers, lijkbleke carnavalspoppen... Zijn het slachtoffers of juist allegorische varianten van Pietje de Dood? In elk geval hebben ze – zoals steeds bij Delbono – een hoog ‘ecce homo’-gehalte: ziehier de mens, op het randje van of zelfs voorbij de dood. Voeg daarbij de populaire ballads die Delbono schaamteloos inschuift, de playbackvorm die zij vaak aannemen, en terugkerende citaten uit het narrenspel, het cabaret of de striptease, en je krijgt een theater dat herkenbaarheid zoekt in plaats van complexe eigendunk. Een theater dat bewust uit de tegen- en lagere cultuur put, in plaats van uit de hoge kunsten. Niet zelden daagt het de burgerlijke gewoonten uit, en confronteert het Kerk en Staat met politieke satire. ‘Populair’ is
Je moet naar een voorstelling kijken alsof
je naar muziek zou luisteren. De empathie
van het moment is cruciaal.
30
Pippo Delbono’s theater zoals carnaval dat is: het kleedt kleine mensen in de kostumering van de hogere machten, om die laconiek in hun hemd te zetten.
samen eenzaamQuesto buio feroce heeft die subversieve toonzetting minder dan eerder werk van Pippo Delbono. De voorstelling voelt meer als een lamentatie, een troostende zang over de vergankelijkheid van het leven, en de zacht aanwaaiende adem van de dood. Gelaten, bijna willoos komen bij aanvang een tiental figuren plaatsnemen op een rij witte stoelen. Wachten ze? Weten ze waarop ze
wachten? Questo buio feroce doet denken aan Sartres Huis Clos: de witte ruimte lijkt een voorgeborchte tot de dood. Twee mannen in witte overalls: doodsengelen of duivels van vandaag? Later zullen ze aan twee touwen een halfnaakte, gekwetste man in de lucht hijsen. Deze scènes zijn Pippo Delbono ten voeten uit: samen met zijn troep is hij een meester in het ensceneren van geschonden wezens, die tegelijk net door hun kwetsuren aan waardigheid winnen. Neem Nelson, een Engelstalige ex-clochard met stokkenbeentjes en -armpjes: hoe hij de zaal instaart, zoals ook de anderen dat later stuk voor stuk zullen doen, is geen medelijden, maar een universele indruk van de menselijke existentie. Ingetogen, maar ook monter begint hij plots My way van Frank Sinatra te zingen. Bij de frase ‘and now the end is here, so I face the final curtain’, snap je plots waar ook de hele voorstelling over gaat.“Het is belangrijk dat de toeschouwer de eenzaamheid voelt van elk van de acteurs, zelfs als ze in groep op scène staan”, zegt Pippo Delbono daarover. “Mijn voorstellingen moeten voelen als mozaïeken van eenzaamheid. De personages passeren of ontmoeten elkaar, maar zelden wisselen ze dialogen uit, omdat in zo’n verbale uitwisseling een psychologie en een illusie van gedeelde emotie ontstaat waar ik niet van hou. Mijn figuren kruisen elkaar, maar het blijven twee eenzame levens die samen op scène een tekening maken. Het is als de liefde: twee dansende eenzaamheden.” Zelf danst Delbono, met zijn basistraining in dans en mime, ook in Questo buio feroce de solo die in vrijwel elke voorstelling terugkeert. Hij bedacht hem toen hij ernstig ziek werd, en plat op zijn rug, niet in staat om te bewegen, fantaseerde
hoe hij vanuit die toestand zou oprijzen. Wat je op scène ziet, ziet er niet uit. Maar voor Delbono zelf is het een rite, een wijze van overleven. Zo viert ook zijn hele voorstelling minstens zo sterk het leven als het de dood in beelden giet. Tegenover de collectieve begrafenistafel op het eind – een commedia dell’arte versie van het Laatste Avondmaal – staan de veeleer burleske scènes halfweg de voorstelling. Tegenover de tristesse staat de uitgelatenheid, tegenover de lach de traan. En nog het liefste komen ze bij Pippo Delbono samen in hetzelfde beeld: het beeld van de mens zelf. “Iedereen is spiritueel en demonisch tegelijk. Theater gaat over
beide, probeert via woede en pijn tot vreugde te komen. Nog lager dan het leed, ligt het plezier. Om daar te komen, zijn risico’s nodig – enkel dan kan theater daadwerkelijk leven.”
menselijkheid vooropZeker niet iedereen erkent en herkent die levenskracht in de creaties van de Compagnia Pippo Delbono. Sommigen vinden dit theater plat effectbejag, met een verfoeilijke eenduidigheid in beelden en muziek – een verwijt dat volkstheater
wel vaker krijgt. Anderen vinden Delbono misbruik maken van makkelijk te manipuleren zwakkeren ter eer en glorie van zichzelf. Tegen dat morele verwijt verdedigt de Italiaan zich met louter artistieke argumenten. “Bobò bijvoorbeeld is een acteur die perfect beantwoordt aan mijn idee van theater. Een theater dat niet psychologisch, maar fysiek is. Misschien door zijn lijfelijke gesteldheid, zijn doofheid en de kracht van zijn blik, heeft hij spontaan een precisie en een lichaamsbewustzijn dat veel sterker is dan de mijne na jaren training. Bobò kan meerdere personages spelen, en toch totaal zichzelf blijven.” Het gaat Delbono dan ook niet om virtuositeit. “Virtuositeit staat voor mij gelijk aan de dood van de kunst. Vóór alles telt menselijkheid: het zijn menselijke wezens die ik op scène wil zien.” Niemand, fan noch tegenstander, zal ontkennen dat in Questo buio feroce inderdaad mensen in beeld komen, om vorm te geven aan uiterst menselijke kwesties. Hoe die figuren bestempelen? De Franse criticus Bruno Tackels deed het ooit ontzettend mooi met een karakterisering door Walter Benjamin van de personages van auteur Robert Walser. Terecht vond Tackels dat deze beschrijving ook perfect voor de ‘mensen’ van Pippo Delbono kon gelden. “Ze komen uit de zwartste nacht, de Venetiaanse nacht, verlicht door een paar schamele lampionnen van hoop, een feestelijke gloed achter hun ogen, maar ook triest genoeg om in tranen uit te barsten. En wat ze dan wenen, is poëzie. Ze komen uit de gekte, en van nergens anders. Maar het zijn figuren die die gekte te boven gekomen zijn.”
Virtuositeit staat voor mij gelijk aan
de dood van de kunst. Vóór alles telt
menselijkheid: het zijn menselijke
wezens die ik op scène wil zien.
31
BEN IK NOG GEWILD?, VRAAGT DE OLD LOOKING TEENAGER inteRvieW met anouk van Dijk
In Protect Me vertellen de Duitse regisseur en toneelschrijver Falk
richter en de Nederlandse choreograaf en danseres Anouk van
Dijk een verhaal van jeugd en verval, van positiebepaling in een
complexe tijd en leeftijd.
door Mirjam van der Linden
“Met de bezuinigingen en het dedain is het een verschrikkelijke tijd voor de kunsten in Nederland. Kunstenaars zijn geen handophouders, dat beeld is ridicuul. We dachten dat kunst iets betekende in het maatschappelijk debat, maar blijkbaar niet. Toch staat mijn vertrek naar Australië hier los van. Ik heb altijd internationaal gewerkt, in Rusland, in China, in Duitsland. Chunky Move in Melbourne is een van de toonaangevende dansgezelschappen van Australië.”Tijdens het interview had choreograaf Anouk van Dijk (1965) nog niet kunnen vertellen dat ze een baan als artistiek leider in het buitenland had aangenomen. Dat nieuws kwam een paar dagen later. Gezien het succes van haar producties met de Duitse regisseur en toneelschrijver Falk Richter (1969) bij de Schaubühne Berlin, waar ook grootheden als Thomas Ostermeier, Ivo van Hove en Sasha Waltz op de hitlijst staan, lag het voor de hand dat ze naar Berlijn zou gaan. Maar Australië? Van Dijk: “Chunky Move biedt veel mogelijkheden tot experiment. High art en low art, professionals en amateurs, dansers en acteurs: men staat open voor allerlei cross-overs.” De voorstellingen die Van Dijk en Richter samen maken, ook Protect Me (2010) zijn een perfect voorbeeld van zo’n cross-over. Dansers van Van Dijks Amsterdamse gezelschap en
32
33
Van Dijk zelf delen het podium met acteurs van het befaamde theater am Lehniner Platz. Soms weet je niet wie wat is, zo goed bewegen de acteurs en spreken de dansers. Volkomen natuurlijk en naadloos staan tekst en beweging naast elkaar of pakken ze elkaar over, als in een estafette. Van Dijk: “Idealiter krijgt elke situatie een eigen kleur en vullen dans en tekst elkaar aan, kan geen van beide op zichzelf bestaan. Het gevaar is dat je dingen dubbelop gaat zeggen.” Keuzes worden pas tijdens het repeteren gemaakt. Soms blijken teksten gaandeweg helemaal niet meer nodig, zozeer zit de inhoud al in de bewegingen. Van Dijk: “Dan zegt Falk: “Wat we nu zeggen, doen we eigenlijk al. Weg ermee!” Hij schrijft heel veel, maar schrapt ook heel makkelijk.”
Protect Me gaat over een schrijver, Richters alter-ego, die er met zijn veertig jaar nog steeds goed uitziet, maar tegelijkertijd een old looking teenager is. Van Dijk: “Het stuk gaat over de desoriëntatie van iemand die zich op een kruispunt bevindt: Behoor ik tot de jongeren of de ouderen? Ben ik een gevestigd kunstenaar of moet ik op de barricaden? Waar sta ik in het leven, ook als kunstenaar? Jeugd en verval, daar worstelt hij mee. Zelf houd ik me niet zo extreem bezig met dit soort identiteitsvragen; ik zit lekker in m’n vel, heb veel inspiratie, ga internationaal goed. Wel ken ik de kwetsbaarheid van een kunstenaar. Succes wordt nooit vanzelfsprekend, een slechte kritiek blijft naar en net als Falk vraag ook ik me af of er nog wel plek voor mijn werk is met de jongere generatie die in mijn nek hijgt. De vraag of je nog gewild bent, speelt altijd.”Vertrekkend vanuit zijn persoonlijke worsteling heeft Richter allerlei soorten teksten geschreven, van pamflettistisch tot theatraal. Een van zijn inspiratiebronnen is Lenz, een klassieker van de jong overleden Georg Büchner. Deze novelle gaat over Jakob Lenz, een eveneens jong overleden schrijver uit de Sturm und Drang-periode die het niet makkelijk had met het leven. Van Dijk: “Hij beschrijft de staat van het leven en zet daartegenover zijn eigen gevoel. Er woedt iets in hem, een vrijheid, een revolutie. Die onrust sloot perfect aan bij mijn danstaal. Het loslaten van controle, de overgave: dat zit in al mijn werk. Het overgeleverd zijn aan een werkelijkheid die je niet kunt sturen, dat vind ik mooi.” Wie de grilligheid van Van Dijks danstaal kent, kan de snelle en plotselinge veranderingen
van richting, hoogte en dynamiek voor zich zien, evenals de lichamen die ‘struikelend’ alle kanten tegelijk uitgaan of als geraakt door een kaakstoot achterover schieten. Protect Me kent een zekere rolverdeling, met ‘de schrijver’ links op het toneel en ‘de vader’ (de 84-jarige acteur Erhard Marggraf) rechts. Maar uiteindelijk vormen alle acteurs en dansers samen het personage, iemand met een behoorlijke ‘crisis in zijn kop’. Hij is ongelukkig misschien, maar vooral stuurloos en onmachtig, niet wetend wat hij wil, niet wetend wat hij voelt. Hij wil zichzelf echt leren kennen, echt leven, ‘met inhoud’. Maar hoe doe je dat? Welke positie neem je in ten opzichte van die vader die nog in de Tweede Wereldoorlog voor
Hitler heeft gevochten? En wat doe je anderzijds met de waanzin van de eenentwintigste eeuw, waar alles draait om geld, waar hot shots in luxe oorden worden opgelapt met yoga en ontslankingskuren, waar voor niks tijd is, waar je bij de psychiater op de bank over seks praat terwijl je liever seks zou hebben en waar iedereen lijkt onderworpen aan de hysterie van het marktmechanisme.Door abstracte (failliete) economische systemen te betrekken bij de persoonlijke crisis, de
vragen, angsten en behoeften van het individu, sluiten Van Dijk en Richter aan bij hun vorige productie, Trust (2009). Die was geïnspireerd door de kredietcrisis. Het is dus geen toeval dat Van Dijk aan het begin van de voorstelling zegt: “There is really no one responsible for anything anymore.” Ze doelt daarmee op de financiële wereld die onder elke ‘schuld’ wist uit te kruipen, maar ook op de apathie die volgens Richter en haar in onze maatschappij heerst, als “a pathetic state of paralysis”, zoals een acteur het benoemt.De samenwerking tussen Van Dijk en Richter begon dertien jaar geleden met Nothing Hurts, een succesvolle voorstelling over blessures, kwetsbaarheid en de onverschilligheid die het opgroeien in dat decennium met zich zou meebrengen. Richter had Van Dijk leren kennen toen zij midden jaren negentig als danseres bij Amanda Miller’s Pretty Ugly Dance Company in Hamburg optrad. Zelf werkte de jonge regisseur even in Nederland, onder meer voor Toneelgroep Amsterdam. Beiden maakten carrière in eigen land. In China kwamen ze elkaar weer tegen. Allebei aan het werk (Van Dijk maakte er een choreografie met de dansers van de Beijing Modern Dance Company) en allebei onder de indruk van het Chinese politieke systeem. Het engagement dat Van Dijk en Richter in Trust en Protect Me aan de dag leggen, komt niet uit de lucht gevallen. Van Dijk: “Zowel voor Falk als voor mij geldt dat we in onze kunst altijd een vertaling maken van wat er om ons heen gebeurt. Wat maakt impact en waarom? Ik kan heel erg overweldigd worden
Het loslaten van controle, de overgave:
dat zit in al mijn werk. Het overgeleverd
zijn aan een werkelijkheid die je niet kunt
sturen, dat vind ik mooi.
34
door mijn omgeving. In een tram voel ik de emoties van al die mensen, in een boekwinkel komt de veelheid aan ideeën die daar liggen uitgestald op me af. Eigenlijk probeer ik in mijn choreografieën altijd iets op te vangen van het ongewisse dat ik om mij heen voel.” Richter schrijft vrij beschouwende, maatschappijkritische teksten en houdt van auteurs als Bertolt Brecht en Heiner Müller. Zijn werk is veel politieker geladen, explicieter in zijn commentaar.Dit verschil in directheid komt allicht door het verschil in medium – dans kan nooit zo concreet worden als tekst – maar het verschil in culturele achtergrond speelt zeker ook mee. Van
Dijk werd al tapdansend groot in het onschuldige Velp, met een vader die een existentialistische kijk op het leven had (“Ik ben een stofje in het universum”), een moeder die juist overal een feest van maakt en een oom die was getrouwd met een Japanse en de familie in aanraking bracht met Oosterse filosofie. Richter groeide op in het naoorlogse Duitsland, waar de vraag hoe een politiek systeem werkt, deel van zijn familiegeschiedenis en zijn leven was. Richters vader en oom hadden het naziregime meegemaakt en de familie was gescheiden door de Muur. Nationaal socialisme, communisme, democratie: alles werd met een kritisch oog bekeken. Richter was twintig toen de Muur viel en nu werkt hij bij de Schaubühne, waar het onderscheid tussen Ossies en Wessies in kleine dingen nog steeds speelt. Van Dijk: “Er is een ander cultureel, politiek bewustzijn in Duitsland. Dat merk je overal. Het theater heeft een lange traditie van engagement. Het theaterpubliek is kritisch. Men wil precies weten hoe iets in elkaar steekt en waarom. Men kent zijn klassiekers – Schiller heb je gelezen – en op Facebook krijgen wij regelmatig reacties op onze voorstellingen.”Hoe serieus de uitgangspunten van Van Dijk en Richter ook zijn, hun uitwerking is goed gedoseerd. Er is voldoende ironie, satire en humor om de zware kost te kunnen verteren. De wereld die zij schetsen ademt ook de aantrekkelijke kant van het moderne leven. Een razendsnelle maatschappij gedomineerd door data, media, geldstromen, reclame, bluf mag dan hectisch en oppervlakkig zijn, ze is ook verwachtingsvol. En is het niet
ook van alle tijden (en daarmee grappig) dat iedereen zich op een gegeven moment gaat afvragen hoe waardevol en zinvol zijn of haar individuele bijdrage aan dit alles is? De term midlife crisis is te cliché en beperkt voor wat Protect Me is, maar natuurlijk komt ze wel bovendrijven. Bescherm me. Tegen de ouderdom, tegen de vervlakking, tegen het establishment. Bescherm mijn jeugd, mijn jeugdig denken.
Zowel voor Falk als voor mij geldt dat we
in onze kunst altijd een vertaling maken
van wat er om ons heen gebeurt. Wat
maakt impact en waarom? Ik kan heel erg
overweldigd worden door mijn omgeving.
35
ZE ZULLEN ONS NIET BESCHERMENinteRvieW met Falk RiCHteR
door Simon van den Berg
Hoe hebben Anouk en jij elkaar eigenlijk leren kennen?Anouk en ik kennen elkaar al heel erg lang. We hebben elkaar ontmoet toen ik nog studeerde en zij danste bij de Pretty Ugly Dance Company van Amanda Miller. Ik had tijdens mijn studie aan de regie-opleiding een bijbaantje als chauffeur op het zomerfestival Kampnagel in Hamburg. Daar moest ik voor Anouk en de andere dansers zorgen. En ik vond Anouk meteen op een bepaalde manier sexy en opwindend. Dus het begon allemaal als een lovestory, maar tegelijk hadden we samen de hele tijd gesprekken over theater en dans en over wat we allemaal zouden doen als we ons eigen gezelschap zouden hebben. We zijn in de eerste plaats goede vrienden. We zijn zeer in elkaars werk, leven en denken geïnteresseerd. En het heeft mij altijd gefascineerd hoe Anouk mijn teksten in choreografie vertaalt. We hebben helemaal aan het begin van onze carrière samen de voorstelling Nothing Hurts gemaakt, met dansers en toneelspelers. Dat was voor ons een heel belangrijk werk. We zijn de studio ingedoken en we hebben op alle mogelijke
Voor een man van het teksttheater heeft Falk richter een bijzondere
voorliefde voor dans en dan speciaal voor het werk van Anouk
van Dijk. richter is toneelschrijver en regisseur bij de Schaubühne
in Berlijn, en werkte inmiddels voor drie voorstellingen samen
met Van Dijks dansgezelschap, drie voorstellingen waarin dans
en toneel op intrigerende manieren samenkomen. Hun laatste
voorstelling, Protect Me, staat in april in het chassé Theater. Vanuit
Berlijn beantwoordt hij bereidwillig een paar vragen. “De crisis treft
niet alleen de mentale staat van de mens, maar ook de fysieke.”
36
manieren onderzocht hoe we dans en toneel samen konden brengen. Hoe gaat dat in z’n werk, als choreograaf en schrijver samen een voorstelling maken?Het begint met teksten. Ik schrijf segmenten en die stuur ik lang voordat de repetities beginnen naar Anouk. We e-mailen, skypen, ontmoeten elkaar om uit te wisselen wat ons op dit moment interesseert, waarmee we willen werken, wat we willen onderzoeken. Zij stuurt de teksten retour met opmerkingen, vragen, verdere associaties, en tegenwoordig stuurt ze me ook
af en toe eigen teksten. We spreken met elkaar af om naar muziek te luisteren, films te bekijken, en om te praten met onze dramaturgen, Jens Hillje en Bernd Stegemann. Bij het begin van de repetities heb ik een grote verzameling tekstmateriaal. Dat zijn al monologen en dialogen. En soms zitten daar concepten voor improvisaties bij of aantekeningen van wat ik graag in de repetities wil uitzoeken. Tijdens het repeteren improviseren we heel erg veel. De repetities zijn altijd besloten, er zijn geen toeschouwers, maar alles wordt op video opgenomen. Anouk beoordeelt de resultaten en maakt keuzes. Op basis van die voorselectie werken we ons dan door het materiaal heen en beslissen we waaraan we verder willen werken. Meestal repeteren we met de hele groep, maar af en toe werk ik alleen met de toneelspelers en Anouk met de dansers. Aan het eind voegen we de tekst en dans samen. We repeteren tien tot twaalf weken. Tijdens de repetities schrijf ik het leeuwendeel van de tekst. We zijn het niet altijd eens, maar uiteindelijk komt alleen datgene in de voorstelling waar we allebei voor honderd procent achter staan.
Je bent een zeer muzikale schrijver. Hebben jij en Anouk soms meningsverschillen over het gebruik van muziek in de voorstellingen?Opmerkelijk genoeg houden we in het algemeen van dezelfde muziek. Het is eerder zo dat we samen tegen de componist in gaan als hij iets maakt wat ons niet bevalt. We zijn allebei
enthousiast over de muziek van Malte Beckenbach die al met ons werkte tijdens Nothing Hurts. En we zijn allebei fan van Ben Frost, die voor onze volgende voorstelling de muziek gaat maken. Als we het niet eens zijn, moeten we daar uit zien te komen. Dat heeft te maken met vertrouwen en respect. Als je daadwerkelijk samenwerkt kun je je mening niet aan de ander opleggen. Je kunt alleen maar proberen de ander te overtuigen.
De voorstelling Trust ging heel expliciet over de financiële crisis, en ook in Protect Me komt dat thema weer terug. Is dat een onderwerp wat zich goed leent voor de combinatie
van theater en dans of zie je het meer als een onontkoombaar onderwerp voor jezelf als kunstenaar?Ik schrijf over de crisis omdat ik geloof dat het op dit moment de meest fundamentele bron van verwarring, onzekerheid en angst in onze samenleving is. De crisis toont ons hoe irrationeel en kwetsbaar ons financiële systeem is, en daarmee ons eigen leven. De crisis bewijst eens te meer dat de markt zo snel mogelijk gereguleerd moet worden. En dat ons huidige economische systeem volslagen mislukt is. Dat moeten we erkennen, zodat we een eind
kunnen maken aan de destructieve speculatiedrang van een paar idiote miljonairs. Hele landen storten op dit moment in elkaar, alleen maar omdat dat in het belang is van een paar hele rijke mensen. Er is een economische oorlog aan de gang en onze regeringen staan aan de kant van de agressors. Ze zullen ons niet beschermen.Iedereen is in de war en niemand weet wat er de komende jaren gaat gebeuren. Niemand lijkt in staat om iets te voorspellen en niemand lijkt verantwoordelijk voor wat dan ook. Mensen voelen zich bedreigd en hebben het gevoel dat ze niemand kunnen vertrouwen, dat ze geen enkele waarde kunnen vertrouwen –zelfs niet de waarde van geld- en ze voelen de behoefte om beschermd te worden. Zowel Trust als Protect Me gaan om de vraag hoe lang onze regeringen nog kunnen doorgaan met het weggooien van miljarden euro’s in een niet-werkend financieel systeem, voordat er woede, rellen en verzet komt en meer en meer mensen besluiten om de democratie terug te eisen.We zien nu het begin van een aantal groeperingen, vooral in Frankrijk, Spanje, Griekenland en Duitsland. Maar tegelijk kun je zien hoe de woede wordt omgebogen. Wilders is daar een goed voorbeeld van: een van die gevaarlijke rechtse clowns die overal in Europa aan macht wint: ze kanaliseren de woede en de angst en de verwarring naar simplistische slogans: gooi de immigranten eruit, bezuinig op de kunsten en dan is alles opgelost en zijn we weer allemaal écht Nederlands of Fins of
Iedereen is in de war en niemand
weet wat er de komende jaren gaat
gebeuren. Niemand lijkt in staat om
iets te voorspellen en niemand lijkt
verantwoordelijk voor wat dan ook.
37
Hongaars of Deens (wat dat dan ook moge betekenen). Dus mijn stukken gaan daarover: hoe beïnvloedt die financiële oorlog en de ineenstorting van alle niet-virtuele waarde ons eigen persoonlijke leven en de manier waarop we naar de wereld kijken, naar onszelf. Welke invloed heeft het op onze relaties en ons gevoel voor romantiek. Hoe maakt die irrationele markt van mij een angstig, wezenloos, geïsoleerd, gestoord díng dat beschermd wil worden. In het werk dat ik samen met Anouk maak kunnen we laten zien hoe die onzekerheid en verwarring in ons lichaam gaan zitten. De crisis treft niet alleen de mentale staat van de mens, maar ook de fysieke.
Is het moeilijk om publiek te vinden voor jullie speciale crossover tussen toneel en dans?We hebben Trust in 18 maanden 55 keer gespeeld, meestal voor uitverkochte zalen. Het merendeel van die voorstellingen was in Berlijn in het eigen huis van de Schaubühne, maar we zijn ook al op tournee geweest in Australië, Noord Amerika, Frankrijk, Spanje en Nederland. Protect Me speelt nu al acht maanden met succes. Dus ja, er is publiek voor. Zeer veel zelfs! Er zijn toeschouwers die mijn werk kennen en dáárvoor komen – ik werk al elf jaar bij de Schaubühne als regisseur en schrijver. Maar er zijn ook mensen die speciaal voor deze nieuwe vorm van choreografisch theater komen. Die komen omdat ze gehoord hebben dat hier theater en dans een nieuwe verbinding aangaan, en dat willen ze zien.
38
chassé Theater
Claudius Prinsenlaan 8
4811 DK Breda
Postbus 1135
4801 BC Breda
podiumBloos
Speelhuislaan 153
4815 CD Breda
bespreekbureau
www.chasse.nl
theater (076) 530 31 32
Het bespreekbureau is geopend van ma t/m za
van 11.00 tot 18.00 uur, bij filmvoorstellingen een
half uur voor aanvang en bij theatervoorstellingen
één uur voor aanvang.
prijzen
De prijzen van de voorstellingen en de onderdelen uit
het curriculum staan vermeld bij de desbetreffende
teksten voorin dit magazine.
Per plaatsbewijs gekocht via internet wordt € 1,40 tot
een maximum van € 9,80 per reservering in rekening
gebracht. Bij reserveren via telefoon wordt € 2,50
per plaatsbewijs tot een maximum van € 17,50 per
reservering in rekening gebracht. Indien u de kaarten
aan de balie van het bespreekbureau koopt betaalt u
geen reserveringskosten.
Indien u kiest voor een elektronisch plaatsbewijs
(e-ticket), betaalt u uiteraard geen verzendkosten, wilt
u de plaatsbewijzen per post ontvangen dan betaalt u € 3 per reservering extra.
Bij alle voorstellingen geldt een servicetoeslag
van € 2,60 per plaatsbewijs. Voor onder meer
een consumptie en bewaakte garderobe. (Bij
de onderdelen in het curriculum wordt geen
servicetoeslag in rekening gebracht.)
Het Chassé Theater behoudt zich het recht voor
toegangsprijzen tussentijds te wijzigen.
reserveren en inschrijven
Voor zowel de voorstellingen als het curriculum kan
gereserveerd worden via het bespreekbureau van het
Chassé Theater. Zie de gegevens hierboven.
Voor bepaalde onderdelen uit het curriculum gelden
toegangseisen. Indien dat het geval is, staat dat achter
de prijs vermeld. Wanneer u er aan twijfelt of een
onderdeel geschikt voor u is kunt u contact opnemen
met Ben de Vugt van PodiumBloos via (076) 572 08 05
studenten en groepen
Voor studenten en grotere groepen kunnen activiteiten
op maat ontwikkeld worden. Ook zijn er groeps- en
combinatiekortingen mogelijk. Indien u daarover
geïnformeerd wilt
worden, kunt u contact opnemen met Ben de Vugt
van PodiumBloos via (076) 572 08 05 of
chassé cultuurfonds
Het Chassé Theater wil graag hoogwaardige
internationale programmering kunnen blijven
aanbieden, maar heeft daarbij uw hulp nodig.
Wordt schenker van het Chassé Cultuurfonds.
Dat kan al vanaf € 4 per maand. Schenkers genieten
van vele voordelen en privileges.
U kunt zich aanmelden met behulp van het
downloadformulier op www.chasse.nl
of via [email protected].
ALGEMENE INFORMATIE
39
MEER INTERNATIONALE PROGRAMMERING IN HET CHASSÉ THEATER
vR 14 okt MOKHALLAD RASEM iRakese geesten
Do 3 nov PHILIPPE GENTy voYageuRs immobiles
Di 8 nov HET TONEELHUIS De man ZonDeR eigensCHaPPen ii
Di 13 DeC WIM VANDEKEyBUS / ULTIMA VEZ bêt noiR
Di 17 jan NTGENT De bitteRe tRanen van PetRa von kant
Do 9 Feb BLOET, KAAITHEATER & COMP. MARIUS niks oF niks
Za 11 Feb A TWO DOGS COMPANy / KRIS VERDONCK talk
Di 27 mRt MEG STUART / DAMAGED GOODS violet
Za 24 mRt MUZIEKTHEATER TRANSPARANT & DE VEENFABRIEK meDea
vR 20 aPR HET TONEELHUIS Flou
vR 4 mei TONEELGROEP AMSTERDAM & NTGENT taRtuFFe
Do 7 juni LOD De blinDen
40
wo 5 okt 16.00 PodiumBloos workshop The Looping Practice door Mette Ingvartsen € 15
vr 7 okt 20.30 Finntaxzaal Giant city - Mette Ingvartsen/Great Investment € 25
wo 16 nov n.t.b. Euretco Foyer openbare repetitie Ghost Track – LeineRoebana gratis
do 17 nov 20.30 Finntaxzaal Ghost Track – leineroebana € 11/19/22/24/27
vr 18 nov 20.30 Finntaxzaal Ghost Track – leineroebana € 11/19/22/24/27
di 6 dec 19.30 PodiumBloos lecture performance Raimund Hoghe € 19
di 6 dec 21.30 PodiumBloos meeting met Raimund Hoghe € 5
do 8 dec 20.30 Finntaxzaal Si je meurs laissez… – cie. raimund Hoghe € 14/25/28/32/35
vr 23 dec 14.00 PodiumBloos workshop Indonesische dans € 15
vr 23 dec 16.00 PodiumBloos lezing Indonesische muziek door Iwan Gunawan € 15
vr 23 dec 20.30 Finntaxzaal Ghost Track – leineroebana € 11/19/22/24/27
di 7 feb 14.00 PodiumBloos werkcollege over Romeo Castellucci door Thomas Crombez € 15
di 7 feb 20.30 Finntaxzaal on the concept of the Face… – romeo castellucci € 14/25/29/32/36
wo 11 apr 11.00 PodiumBloos masterclass door Pippo Delbono € 15
wo 11 apr 20.30 Finntaxzaal Questo buio feroce – compagnia pippo Delbono € 16/28/32/36/40
do 26 apr 15.00 PodiumBloos werkcollege hedendaagse theaterteksen door Erwin Jans € 15
do 26 apr 20.30 Finntaxzaal protect Me – Schaubühne Berlin & anoukvandijk dc € 15/26/30/33/37
vr 27 apr 10.30 PodiumBloos techniekles en repertoireworkshop door Anouk van Dijk € 15
AGENDA
colofonredactie: Chassé Theatermedewerkers aan dit nummer: Simon van den Berg, Wouter Hillaert, Marianne Van Kerkhoven, Mirjam van der Linden, Bregje Maatman, René van der Velden, Ben de Vugtvormgeving: M/vG Ontwerpers, Berry van Gerwendruk: Drukkerij E.M. de Jong
© Chassé Theater N.V., juli 2011
De Internationale Selectie wordt mede mogelijk gemaakt door het Chassé Cultuurfonds, de Provincie Noord-Brabant, in het kader van BrabantStad - Culturele Hoofdstad 2018 en het Fonds Podiumkunsten.Het curriculum wordt mede mogelijk gemaakt door het Prins Bernhard Cultuurfonds.
Het Chassé Theater dankt PodiumBloos voor de samenstelling en organisatie van het curriculum.