Kijk!JAARVERSLAG 2014
woordendaad.nl/jaarverslag
Kijk
! Jaarverslag 20
14
WO
OR
D E
N D
AA
D
Inhoud
1 Brede kijk: Strategie, visie en beleid1.1 Inleiding .................................................................................................... 15
1.2 Missie, visie en kernwaarden ........................................................ 15
1.3 Strategie ................................................................................................... 16
1.4 Beleid ......................................................................................................... 17
2 Kijkje in de keuken: Het werk in het Zuiden 2.1 Inleiding .................................................................................................... 19
2.2 Onderwijs ................................................................................................ 19
2.3 Beroepsonderwijs, -training en Arbeidsbemiddeling
(TVET-JBS) .............................................................................................. 22
2.4 Landbouwtraining en voedselzekerheid (AVET-FNS) ....... 25
2.5 Gezondheidszorg en Water, Sanitatie en hygiëne (WASH) ..28
2.6 Agribusiness en Bedrijfsontwikkeling (AED) .......................... 30
2.7 Huizenbouw .......................................................................................... 33
2.8 Beleidsbeïnvloeding ........................................................................... 34
2.9 Noodhulp ................................................................................................ 37
3 Samen kijken: Ontwikkelingen in de regio’s3.1 Inleiding .................................................................................................... 41
3.2 West-Afrika (WARA) ......................................................................... 42
3.3 Midden-Afrika (KUSSRA)................................................................. 42
3.4 Hoorn van Afrika (GHARA) ............................................................ 43
3.5 Zuid-Afrika (SARA) ............................................................................. 43
3.6 Azië (ARA) ............................................................................................... 43
3.7 Caraïben en Latijns-Amerika (CLARA) ..................................... 44
3.8 India ............................................................................................................ 44
3.9 Versterking PartnerNetwerk ......................................................... 44
4 Kijken en wegen: Leren en innoveren4.1 Inleiding .................................................................................................... 47
4.2 Planning, Monitoring, Evaluatie en Leren (PMEL) ............... 47
4.3 Innovatie binnen het Onderwijsprogramma .......................... 48
4.4 Leren op alle niveaus .......................................................................... 48
5 Meer dan kijken: Het werk in het Noorden5.1 Inleiding .................................................................................................... 51
5.2 Beleidsbeïnvloeding Nederland en Europa............................. 53
5.3 Bewustwording ..................................................................................... 54
5.4 Communicatie en Fondsenwerving ............................................ 56
5.5 Communicatie via media .................................................................. 59
6 Kijk naar binnen: Interne organisatie6.1 Inleiding .................................................................................................... 63
6.2 Effectiviteit risicomanagement in 2013 ................................... 67
6.3 Kwaliteitsmanagement ..................................................................... 68
6.4 Planning, monitoring en auditing (PMA) ................................... 68
6.5 Codes/certificering ............................................................................. 69
Kort en bondig ...................................................................................................... 4
De wereld van Woord en Daad .................................................................... 8
Voorwoord ........................................................................................................... 10
Samenvatting ...................................................................................................... 12
2 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
7 Kijk mee: Besturen en toezicht houden7.1 Inleiding .................................................................................................... 71
7.2 Bestuurlijke verantwoording ......................................................... 71
7.3 Beloning en salaris raad van bestuur .......................................... 72
7.4 Bestuurlijk functioneren .................................................................. 73
7.5 Verantwoordingsverklaring raad van bestuur ....................... 76
7.6 Verantwoordingsverklaring raad van toezicht ...................... 77
8 Kijk vooruit: Toekomstvisie8.1 Inleiding .................................................................................................... 79
8.2 Algemeen ................................................................................................. 79
8.3 Werk in het Zuiden ............................................................................. 80
8.4 Werk in het Noorden ......................................................................... 80
8.5 Samenwerking Woord en Daad en andere
ontwikkelingsorganisaties ............................................................... 81
8.6 Sterkte-zwakteanalyse ...................................................................... 81
9 Financiële kijk: Financiële verantwoording9.1 Jaarrekening toelichting ................................................................... 85
9.2 Jaarrekening 2014 .............................................................................. 87
9.3 Controleverklaring ........................................................................... 118
9.4 Begroting 2015 ................................................................................. 120
Bijlagen1. Raad van bestuur en raad van toezicht .................................. 124
2. Nevenfuncties .................................................................................... 125
3. Functies ................................................................................................. 126
4. Organogram ........................................................................................ 129
5. Procesbeheersing, risicobeheersing en verantwoording ....131
6. Onderzoeksrapport ......................................................................... 138
7. Stakeholders en netwerken ......................................................... 139
8. Vision on Transformation .............................................................. 141
Lijst van gebruikte afkortingen ............................................................... 144
Colofon ............................................................................................................... 145
online jaarverslag:woordendaad.nl/jaarverslag
alle resultaten: woordendaad.nl/resultaten
3Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
1Kijk!
Strategie, visie en beleid
4 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
» Wie Woord en Daad verbindt mensen over de hele wereld in hun strijd tegen armoede, vanuit
Bijbels perspectief. We werken daarbij samen met partnerorganisaties in Afrika, Azië en
Centraal- en Zuid-Amerika, de achterban in Nederland, maatschappelijke instellingen, overhe-
den en bedrijven en andere sectoren. Samen met hen wil Woord en Daad een bijdrage leveren
aan duurzame verandering in Nederland en wereldwijd.
» WatWoord en Daad werkt aan de thema’s: onderwijs, beroepsonderwijs, -training en arbeidsbe-
middeling , agribusiness en bedrijfsontwikkeling, basisvoorzieningen (gezondheidszorg; water,
sanitatie en hygiëne en voedselzekerheid) en noodhulp. In Nederland wil Woord en Daad
Mensen, bedrijven en overheid bewustmaken van hun verantwoordelijkheid ten aanzien van
armoede wereldwijd.
» Waar Woord en Daad is werkzaam in:
Afrika: Benin, Burkina Faso, Ethiopië, Sierra Leone, Tsjaad, Oeganda, Zambia, Zuid-Afrika en
Zuid-Sudan.
Azië: Bangladesh, de Filipijnen, India, Irak, Sri Lanka en Thailand.
Caraïben en Latijns Amerika: Colombia, Guatemala, Haïti en Nicaragua.
» WerkwijzeHet werk van Woord en Daad betreft vier aspecten:
Armoedebestrijding
In de continenten Afrika, Azië en Midden- en Zuid-Amerika samen met de partnerorganisaties
armoede op stevige wijze aanpakken. Woord en Daad kent in dat kader vier programma’s:
Onderwijs, Beroepsonderwijs en -training, agrarisch beroepsonderwijs en arbeidsbemidde-
ling, (Agri-)Bedrijfsontwikkeling en Basisvoorzieningen (gezondheidszorg; water, sanitatie en
hygiëne en voedselzekerheid). Daarnaast is Woord en Daad actief in noodhulp.
BewustwordingIn Nederland samen met de achterban nadenken over vragen rond armoede en rijkdom.
Maatschappijopbouw in het ZuidenWoord en Daad werkt samen met haar partners aan een stevige maatschappelijke inbedding
van het werk. Dat maakt dat het werk een brede uitstraling en uitgebreid effect krijgt.
BeleidsbeïnvloedingIn Nederland en Europa samen met anderen opkomen voor de belangen van de allerarmsten.
Zo nodig wordt aandacht gevraagd voor de positie van de allerarmsten bij politiek, pers en
bedrijfsleven.
WoordenDaadiseenANBI,bezithetCBF-keurmerkenisISO-gecertificeerd.
5Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
31.406.063Inkomsten 2014
32.309Sponsorkinderen
470Betrokken
RegioOndernemers
52.000Donateurs
15.801Betrokken jongeren
60,51Aantal fte’s op
31-12-2014
700Lokale vrijwilligers
(comités)
» Inkomsten 2014
€ 31.406.063 » Bestedingen 2014
€ 32.508.709
€ 5.000.000
€ 10.000.000
€ 20.000.000
€ 15.000.000
€ 25.000.000
Par
ticu
liere
n€
16
.36
4.5
45
Sub
sid
ies
€ 7
.83
9.2
76
Aan
dee
l act
ies
der
den
€ 3
.61
6.2
17
Bed
rijv
en€
2.0
19
.61
3
Ver
mo
gen
sfo
nd
sen
€ 1
.35
2.3
76
Inte
rest
/In
kom
sten
le
vera
nci
ersr
ol/
bew
ust
wo
rdin
g €
21
4.0
36
Do
elst
ellin
g st
ruct
ure
le
pro
gram
ma’
s (i
ncl
. no
od
hu
lp)
€ 2
7.9
59
.30
7
Do
elst
ellin
g lo
bby
en
bew
ust
wo
rdin
g€
1.0
22
.78
3
Do
elst
ellin
g P
ME
L/P
MA
€ 9
54
.93
2
Wer
vin
g b
aten
€ 1
.52
8.7
44
Ko
sten
leve
ran
cier
sro
l€
86
.28
0
Ko
sten
beh
eer
en
adm
inis
trat
ie€
95
6.6
63
Het werk in het Noorden
6 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
19Landen
4.181Jongeren met een baan
8.075(Boeren)ondernemers
getraind
37Partnerorganisaties
44.973Kinderen op school
7,91% 2,33%
» Kostennormen 2014
6,37% 92,09% 95,32%
3,05%
Kosten eigen fondsenwerving ten opzichte van baten eigen fond-senwerving (CBF-norm 25%)
Woord en Daad norm beheer en administratie (3,1% norm)
Doelbestedingsratio (besteding aan doelstellingen ten opzichte
van de totale bestedingen)
Woord en Daad overheadnorm (7,5% norm)
Woord en Daad norm kosten fondsenwerving niet eigen fondsenwerving ten opzichte van
baten niet eigen fondsenwerving (2,5 % norm)
Doelbestedingsratio (besteding aan doelstellingen ten opzichte
van de totale inkomsten)
Het werk in het Zuiden
7Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
C L A R A
WA
RA
Kinderen op school:
Jongeren met een baan:
(Boeren)ondernemers getraind:
Afrika »
6.27221.280 3.527
766954 139
6.422575 0
CLARA€ 5.232.229
Alliantie:Besteed:
WARA€ 3.146.187
GHARA€ 1.197.975
AT L A N T I S C H E O C E A A N
S A RA
Caraïben en Latijns Amerika
De wereld van Woord en DaadOVERZICHT VAN PROGRAMMA’S EN ALLIANTIES IN 2014
Comité
Jongerencomité
Lezer Grenzeloos (x100)
Lid Business Platform
RegioOndernemers
Vermogensfonds
Het werk in Nederland
8 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
WA
RA
» »
S A RA
I ND I A
A R A
G H
AR
A
KU S S R A
Azië India
3.861998 9.0350
1.050425 74899
198880 00
Programma’s Onderwijs
Beroepsonderwijs, -Training en Arbeidsbemiddeling
Landbouwtraining en Voedselzekerheid
Gezondheidszorg en Water, Sanitatie en Hygiëne
Agri-Bedrijfsontwikkeling en huizenbouw
Beleidsbeïnvloeding
Noodhulp
ARA€ 4.702.623
INDIA€ 2.448.184
SARA€ 535.814
KUSSRA€ 556.395
I N D I S C H E O C E A A N
9Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Kijk!
Voorwoord
10 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Mijn vrouw Riek en ik hebben ooit Labrador-
puppies opgevoed om ze trainingsklaar te
maken voor de blindengeleidehondenschool.
Inja en Pedro heetten ze. Zulke honden kun je alleen gericht
opvoeden als je door de ogen van hun toekomstige baas
naar de omgeving kijkt. Dat leert je op een heel andere
manier te kijken dan wanneer je alleen vanuit je eigen per-
spectief rondkijkt. Eenzelfde ervaring zal iedereen hebben
die met kinderen omgaat en zich laat verrassen door hun
vragen. Vragen die ons weer eens met een frisse blik naar
onze wereld, ons gedrag en onze houding laten kijken.
Dit jaarverslag draagt als thema Kijk. Inja en Pedro
kwamen op mijn netvlies. Met dat ik over hen dacht, trok
het beeld zich door. Als ik dit jaarverslag lees, zie ik de
betrokken pogingen om door de bril van de ander naar
ons werk te kijken, hier in Nederland en over de grenzen.
Dat levert verrassingen op. In het inhoudelijke stuk van
ons jaarverslag, maar ook in de verhalen die vertellen wat
ons werk met mensen doet. Juist die verhalen laten ons
zien dat we niet zomaar met iets bezig zijn: we werken
met mensen. Met hun leven, hun toekomst, hun zijn. De
verhalen laten ook zien dat ons werk een getuigenis is.
Dat maakt veel wijzer dan een diploma, lest veel meer dan
water uit een pomp, is veel rijker dan een inkomen. Het
verbindt met het Koninkrijk van God. Dat is inspirerend
om te zien en te lezen.
Nu ik dit voorwoord schrijf moet ik ook denken aan een
evaluatiemethode die we ontwikkeld hebben samen met
Ton Dietz, toen nog verbonden aan de Universiteit van
Amsterdam. Het liet ons zien hoe armen zelf tegen hun
ontwikkeling aankijken. Dat was verrassend. Want voor
hen telt trouw, betrouwbaarheid, respect, betrokken-
heid, eerlijkheid en warmte, veel meer dan de zakelijke
doelstellingen. Die methode, PADEV, leert ons elke keer
weer opnieuw zo kijken. Juist door PADEV zijn we weer
opgescherpt om de echte armen te zoeken en in het vizier
te krijgen. Ook dat bracht 2014. Lees het maar.
Natuurlijk bracht 2014 nog veel meer. Uw onvermoeide
betrokkenheid en trouw, de stijgende inkomsten, de
betekenis die we mochten geven in levens van mensen
wereldwijd. Toch weer terug naar Inja, Pedro en PADEV.
Wel door de bril van de ander. Steeds weer opnieuw. In het
perspectief van Hem Die komende is.
Jan Lock
Directeur-bestuurder
11Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Kijk!
2014 was een jaar waarin veel gebeurde in de wereld.
De opkomst van IS, de uitbraak van ebola in West-Afrika.
Deze onrust raakte ons werk. Samen met partners werden
noodhulpacties opgezet om mensen te ondersteunen.
Maar Woord en Daad is meer. Want naast noodhulp is
er ook structurele verandering nodig om mensen uit de
armoede te krijgen. Zo richten we ons op onderwijs, land-
bouw en water en sanitatie, maar ook op beleidsbeïnvloe-
ding en bewustwording, waardoor situaties voor mensen
echt kunnen verbeteren.
Om onszelf te verbeteren vonden diverse evaluaties plaats.
Die dwongen ons en onze partners om naar onszelf te
kijken. De opbrengsten waren ontdekkend en leerzaam. Zo
leerden we bijvoorbeeld dat training van onderwijzers een
poosje nuttig is voor hen, maar dat de training alleen beklijft
als de hele schoolomgeving voldoende mee verandert.
We leerden ook dat veel vakopleidingen in Afrika kunnen
leren van succesvolle opleidingen elders met hoge plaat-
singscijfers, zoals bijvoorbeeld op de Filipijnen. Agrarisch
beroepsonderwijs kreeg in 2014 vaste voet aan de grond.
De ontwikkeling daarvan heeft in nauw overleg met onze
afdeling Bedrijfsontwikkeling plaatsgevonden. Omdat het
ook productketens zoals cashews of cacao raakt.
De expertiseteams die binnen Woord en Daad zijn
gevormd, kregen in 2014 volop de ruimte zich te ontwik-
kelen. Vanuit de expertiseteams zijn diverse projecten
voor de regio’s uitgewerkt die goede handvatten bieden
voor kwaliteitsverbetering van de programma’s in het
Zuiden. Zo is een project uitgewerkt om betrokkenheid
van ouders bij de scholen van hun kinderen te verbete-
ren en werd een uitgebreide methode ontwikkeld om de
efficiëntievanvakopleidingentemeten.
Rond onderwijs werkte ons team aan drie speerpunten:
onderwijskwaliteit, kindveiligheid, en de verbinding van
onderwijs met bijvoorbeeld vakonderwijs en de markt.
Daarnaast besteedde het expertiseteam ‘onderwijs’
aandacht aan de oorzaken van uitval van kinderen in het
onderwijs.
Rond beroepsonderwijs en arbeidsbemiddeling gingen
onze experts aan de slag met het in contact brengen van
partners met elkaar, zodat zij van elkaar konden leren.
Ook besteedde de afdeling meer dan in andere jaren tijd
enaandachtaanhetfinancieelonafhankelijkmakenvan
bestaande programma’s voor beroepsonderwijs, zodat er
ruimte komt om elders nieuwe programma’s te starten.
Het onderwerp ‘Water, sanitatie en hygiëne’ is als
programma in 2014 verder uitgewerkt. Het programma
heeft intussen vaste voet aan de grond en kan niet meer
uit ons werk weggedacht worden. Met twee partners,
in Bangladesh en in Ethiopië, werden programma’s rond
toiletten, schoon drinkwater, gebruik van regenwater,
boortechnieken en irrigatie uitgevoerd.
Samenvatting
Stappen zetten voor de toekomst door terug te kijken
Het jaar 2014 is voor Woord en Daad een jaar waarin we veel in de toekomst van ons werk investeerden. Door terug te kijken, via bijvoorbeeld programma- evaluaties, te leren van het verleden en zo stappen te zetten naar de toekomst. Een toekomst waarin we ons vanuit onze christelijke motivatie willen blijven inzetten voor de allerarmsten.
12 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Traditiegetrouw besteedden we in ons gezondheidspro-
gramma aandacht aan preventie en werkten we met de
klinieken die we steunden aan een goede afronding van
onze steun eind 2015.
Het programma Agri-bedrijfsontwikkeling is ronduit
succesvol.Wezijngewendgeraaktomopflexibelewijze
samen met lokale bedrijven te kijken naar kansen en (on)
mogelijkheden. Het programma voor huizenbouw heeft
een vast plek in ons werk gekregen.
Mede naar aanleiding van de evaluatie in 2013, kreeg
beleidsbeïnvloeding in het Zuiden in 2014 meer focus.
Daardoor konden we in heel veel landen daadwerkelijk
verschil maken voor onze doelgroep. Dat varieerde van
betere aanpak van pleegzorg in Guatemala tot beter
beleid op het gebied van voedselzekerheid in Benin.
We ontdekten ook dat we ondanks de ambitie en de
inspanningen van onze partners, sommige groepen
allerarmsten met de huidige werkwijze niet kunnen
bereiken. Het daagt ons en onze partners uit om ons werk
‘PoP proof’ te maken: manieren van werken die groepen
‘Poorest of the Poor’, ofwel allerarmsten, insluiten in plaats
uitsluiten.
Met onze partners keken we in 2014 ook naar lokale
mogelijkheden. Veel van de landen waarin we werken
groeien van een laag inkomensland naar een middenink-
omensland en er zijn heel concreet veel mensen die hun
medeburgers ook zelf kunnen steunen. Dat vraagt wel een
mentaliteitsverandering van met name de middenklasse.
We kijken met onze partners hoe we daar bijvoorbeeld via
lokale fondsenwerving op in kunnen haken.
De beschikbare fondsen waren voldoende om de uitgaven
te dekken.
Rond bewustwording rondden we de campagne Wees
Eerlijk af. Samen met onze partners waren we tegelijker-
tijd op zoek om bewustwording in ons land te verbinden
met bewustwording daar. Dat geldt voor de eerder-
genoemde bewustwording van de middenklasse. Het
geldtookvoorverbindenvanspecifiekegroepenhier
metspecifiekegroependaar.Jongerenleerdenjongeren
kennen, we lanceerden in 2014 de beweging De Eerlijke
Vrouw. We zijn ook bezig boeren te verbinden met boeren.
Bewustwording in deze verbindende zin is niet meer weg
te denken uit ons werk.
Rond beleidsbeïnvloeding maakten we een aantal uitda-
gende ontwikkelingen door. Woord en Daad nam de lead
in een beïnvloeding rond coherentie op Nederlands en
Europees niveau. Voor ons is dat een belangrijk thema,
omdat we denken dat elkaar versterkende beleidsbeslis-
singen (coherent beleid) uiteindelijk al onze inspanningen
op het gebied van onderwijs, vakonderwijs, WASH en
bedrijfsontwikkeling veel effectiever maken. Studenten
worden betrokken bij het volgen van parlementsleden met
het oog op beleidscoherentie.
We slaagden erin om vakonderwijs blijvend op de politieke
kaart te houden.
Intern vond een medewerkerstevredenheidsonderzoek
(MTO) plaats. De resultaten daarvan waren stimulerend.
De organisatievernieuwing van 2011 is geëvalueerd. De
indertijd gestelde doelstellingen zijn ruimschoots behaald.
De organisatie staat en gaat. Met dank aan onze betrok-
ken achterban. Die ook het afgelopen jaar weer vrijgevig
gaf en achter ons stond.
13Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Brede kijk
Strategie, visie en beleid
1
14
1.1 INLEIDING
Jan Lock, directeur-bestuurder van Woord
en Daad: ‘In oktober 2014 kon ik na drie jaar
ziekte weer reizen naar onze partners overzee.
Best spannend. Ik was verrast. Dat is eigenlijk
nog te zwak. Geïnspireerd is een beter woord.
Geïnspireerd door de daadkracht, de motivatie,
maar vooral ook de brede kijk die onze partneror-
ganisaties de afgelopen drie jaar ontwikkeld had-
den. In verbinding met ‘hun’ mensen in hun eigen
context. Ze daagden ons uit dat met hen mee te
maken tijdens de vijfjaarlijkse internationale part-
nerconferentie die we in juni 2014 in Soesterberg
organiseerden. Tijdens die conferentie deelden
we met elkaar onze visie op de toekomst.
In januari 2015 sprak ik Bastiaan, een onderne-
mer die met ons partners in Burkina bezocht.
“Ongelooflijkwatikbentegengekomen.
Gelijkwaardige, kritische gesprekken over en
weer tussen mensen van Woord en Daad en part-
ners. Met aan twee kanten een brede visie, pittige
karakters en professionaliteit!” Kijk met ons mee!’
1.2 MISSIE, VISIE EN KERNWAARDEN
Historie
Woord en Daad is opgericht in 1973 door Ivo ’t Lam
samen met dominee H.J. Hegger en christenen uit de
brede gereformeerde gezindte. Zij wilden op betrokken
wijze hun verbondenheid met de allerarmsten wereldwijd
concreet vormgeven. Na meer dan veertig jaar blijft de
verbondenheid met en voor de achterban, met wie Woord
en Daad samen de verbinding legt met armen in het
Zuiden. Die verbinding wordt verstevigd door de gedeelde
Bijbelse missie en visie.
Missie
Woord en Daad verbindt, vanuit Bijbels perspectief,
mensen over de hele wereld in hun strijd tegen armoede.
We werken daarbij samen met partnerorganisaties in
Afrika, Azië en Centraal- en Zuid-Amerika, de achterban
in Nederland, maatschappelijke instellingen, overheden en
bedrijven en andere sectoren. Samen met hen wil Woord
en Daad een bijdrage leveren aan duurzame verandering
in Nederland en wereldwijd.
Visie
In een gebroken wereld vol armoede en onrecht streeft
Woord en Daad naar het zichtbaar maken van tekenen
van Gods komend Koninkrijk. Daarin willen we iets laten
zien van een wereld in wording zonder armoede en lijden.
Vanuit dit Bijbelse toekomstperspectief mogen mensen
nu al tot hun bestemming komen in de diepste zin van het
woord. Dit zien wij gebeuren als mensen verantwoorde-
lijkheid nemen en dragen voor zichzelf en voor anderen,
waardoor zij een waardig leven kunnen leiden.
Kernwaarden
MEDESCHEPSELSchepsel van God, gelijkwaardig én uniek Ieder mens is geschapen om beelddrager van de Schepper
te zijn. Dit betekent dat we in Gods oog allen gelijk zijn,
en tegelijkertijd divers en uniek. Deze twee aspecten –
gelijkwaardigheid én diversiteit – bepalen hoe wij naar
onze medemens kijken. In haar werk wil Woord en Daad
deze twee aspecten herkenbaar in praktijk brengen. Dit
betekent onder andere dat ze ieder mens benadert met
respect, ongeacht ras, religie, geslacht of politieke voor-
keur. Ook is Woord en Daad ervan overtuigd dat er niet
slechts één pad van ontwikkeling is: daarvoor zijn mensen
te uniek en divers geschapen.
MEDEVERANTWOORDELIJKHEIDVerantwoordelijk voor jezelf, je naaste en de schepping Ieder mens is geschapen als verantwoordelijk schepsel.
We zijn verantwoordelijk om te beantwoorden aan Gods
roeping om beelddrager, naaste en rentmeester te zijn.
Vertaald naar de praktijk van ons werk betekent dit dat we
mensen willen stimuleren verantwoordelijkheid voor zich-
zelf te nemen, maar ook voor anderen en de schepping. Dit
betekent niet dat mensen verantwoordelijkheid moeten
overnemen, maar vanuit Bijbels mededogen oog hebben
voor de situatie van de ander.
MEDE-LIJDENDicht bij en naast mensen die lijden We leven in een door zonden gebroken wereld.
Tegelijkertijd weten we ons vanuit de Bijbel geroepen
er te zijn voor mensen die lijden aan deze gebrokenheid.
In dit mede-lijden kunnen we iets laten zien van wat het
betekent beelddrager van God te zijn, ook al is dit beeld
beschadigd. Door mee te leven –en mee te lijden – mogen
we op bescheiden wijze iets zichtbaar maken van Gods
komend Koninkrijk en werken aan herstel, vanuit de
wetenschap dat Christus ons daarin is voorgegaan.
15Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
1Kijk!
Strategie, visie en beleid
RENTMEESTERSCHAPZorgvuldig omgaan met mensen, middelen en milieu Als christelijke organisatie wil Woord en Daad verant-
woordelijk ‘rentmeester’ zijn. Dit willen we zijn op een
integere wijze, met oog voor de context waarbinnen
we opereren. Woord en Daad is aanspreekbaar op een
zorgvuldigomgaanmetdemiddelen(menselijke,financiële
en materiële) die we ontvangen. In ons werk willen we
rentmeesterschap concreet laten zien aan degenen met
wie we werken en in zorg voor het milieu, beide zowel in
Nederland als in het Zuiden.
WEDERZIJDSE AFHANKELIJKHEIDOnafhankelijk in keuzes, afhankelijk in samenwerking Als christelijke organisatie is Woord en Daad onafhanke-
lijk, en tegelijkertijd bewust afhankelijk. Onafhankelijk en
zelfbewust in het maken van beleidskeuzes, ongeacht keu-
zes die onze omgeving maakt. Tegelijkertijd zijn we ervan
overtuigd dat samenwerking met andere organisaties van
groot belang is voor armoedebestrijding, ook vanuit rent-
meesterschap. In dat opzicht wil Woord en Daad bewust
afhankelijk zijn van anderen.
1.3 STRATEGIE
Het werk van Woord en Daad betreft vier aspecten:
• Armoedebestrijding: In Afrika, Azië en Midden- en Zuid-
Amerika samen met onze partnerorganisaties armoede
aanpakken. Woord en Daad heeft vier programma’s:
Onderwijs; Beroepsonderwijs en -training, agrarisch
beroepsonderwijs en arbeidsbemiddeling; (agri-)
Bedrijfsontwikkeling; en Basisvoorzieningen (gezond-
heidszorg; sinds 2013 in afbouw; water, sanitatie en
hygiëne en voedselzekerheid). Daarnaast is Woord en
Daad actief in noodhulp.
• Bewustwording: In Nederland samen met onze achter-
ban en partners overzee nadenken over vragen rond
armoede en rijkdom.
• Maatschappijopbouw in het Zuiden: Woord en Daad
werkt samen met haar partners aan een stevige maat-
schappelijke inbedding van het werk. Dat maakt dat het
werk een brede uitstraling en uitgebreid effect krijgt.
• Beleidsbeïnvloeding: In Nederland en Europa en met
onze partners overzee, samen met anderen, opkomen
voor de belangen van de allerarmsten. Zo nodig vragen
we aandacht voor de positie van de allerarmsten bij
politiek, pers en bedrijfsleven.
Woord en Daad vindt het belangrijk dat de programma’s
niet op zichzelf staan, maar elkaar versterken in de context
waarin ze gestalte krijgen. Onderwijs leidt niet automa-
tisch tot een betere positie voor mensen. Dat gebeurt
alleen als ze ook daadwerkelijk werk en inkomen hebben.
Daarom investeert Woord en Daad in de programma’s
Vakonderwijs en –training, agrarisch beroepsonderwijs
en arbeidsbemiddeling. Vanuit bedrijfsontwikkeling wordt
gezocht naar mogelijkheden om lokale bedrijvigheid
te stimuleren en te verbinden met regionale of (inter)
nationale markten. Waar gaten vallen in basisbehoeften
als water, sanitatie, hygiëne en voedselzekerheid werkt
Woord en Daad met haar partners aan het vullen van die
gaten. Uitwisseling van kennis neemt in alle programma’s
een belangrijke plaats in.
Partnerorganisaties van Woord en Daad hebben een
beperkt bereik. Daarom investeert Woord en Daad met
haar partnerorganisaties in netwerken die samen met
anderen het werk van armoedebestrijding krachtiger
maken.
Onze levensstijl hier kan het leven van mensen overzee
maken of breken. Daarom denken we met onze achterban
en ons netwerk in het Zuiden na over de vraag hoe we
door keuzes die we hier maken armoede in het Zuiden
helpen aanpakken. Woord en Daad biedt hiervoor con-
crete mogelijkheden aan om in de Nederlandse context
‘ambassadeur van verandering’ te zijn.
Soms hinderen (lokale) wet- en regelgeving de mogelijk-
heden en kansen voor armen. In die gevallen werkt Woord
en Daad samen met haar partnerorganisaties aan het
verbeteren of aanpassen van overheidsbeleid, zowel in
Nederland en Europa als in het Zuiden.
Fondsenwerving strategie
Zonder fondsenwerving zijn er geen middelen om
programma’s uit te voeren. Woord en Daad hecht vanuit
haar kernwaarde wederzijdse afhankelijkheid; onafhan-
kelijk in keuzes, onafhankelijk in samenwerking, aan eigen
fondsenwerving als teken van eigenaarschap vanuit haar
achterban. In dat verband beperkt Woord en Daad haar
inkomsten vanuit overheidssubsidies tot maximaal 30%.
Woord en Daad hanteert het concept van lokale ambas-
sadeurs die het gezicht zijn van de organisaties en zo veel
naamsbekendheid geven. Daarnaast wil Woord en Daad
vanuitrentmeesterschapscherpsturenopefficiëntieen
hanteert ze scherpe normen als het gaat om kosten van
eigen fondsenwerving en beheer en administratie (zie kort
en bondig pagina 7).
16 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
1.4 BELEID
Het beleidsplan 2011 – 2015 is samen met zowel het
Zuidelijke partnernetwerk als vertegenwoordigers vanuit
de comités, bedrijven, vermogensfondsen en jongeren
ontwikkeld. Een aantal keren per jaar betrekt Woord en
Daad hen ook bij de uitvoering van het beleid. Voor het
partnernetwerk van Woord en Daad gebeurt dat tijdens
de regionale partnerbijeenkomsten. In Nederland door
contact en gesprek met groepen uit de verschillende
achterbangeledingen.
In 2014 is een uitvoerige programma-evaluatie gehouden.
Samen met input van partners en de achterban vormde de
evaluatie de basis voor een brede partnerconferentie in
juni in Soesterberg. Tijdens die conferentie zijn de kader-
stellende keuzes gemaakt voor de periode na 2015.
De evaluatie, de inbreng van de achterbangroepen en de
partnerconferentie hielden Woord en Daad een spiegel
voor. Die is samengevat in een grondige sterkte-zwakte
analyse (de SWOT). Deze analyse is op grote hoofdlijnen
te vinden in paragraaf 8.6, op pagina 81 en 82 en vormt de
basis voor de nieuwe beleidskeuzes van Woord en Daad.
Daarnaast vindt Woord en Daad het belangrijk om helder
te hebben waar in de uitvoering van het beleid de risico’s
liggen en hoe ze de risico’s in de hand kan houden. Daar
wordt uitgebreid op ingegaan in paragraaf 6.2 op pagina
67.
17Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Kijkje in de keuken
Het werk in het Zuiden
2
18
2.1 INLEIDING
Het werk van Woord en Daad in het Zuiden heeft in
2014 een aantal mooie verdiepingsslagen gemaakt. De
ontwikkeling van expertiseteams begon in 2013. Het doel
ervan is om richting de toekomst meerwaarde te blijven
leveren als organisatie richting stakeholders in zowel
het Zuiden als het Noorden. Vanuit de expertiseteams
zijn diverse projecten uitgewerkt die goede handvatten
bieden voor kwaliteitsverbetering van de programma’s. Zo
is een project uitgewerkt rondom verbeterde betrokken-
heid van ouders bij de scholen van hun kinderen en werd
eenuitgebreidemethodeontwikkeldomdeefficiëntievan
vakopleidingen te meten. Bij de verschillende paragrafen
in dit hoofdstuk wordt hierop teruggekeken.
Verder is in 2014 een omslag gemaakt in de Support
Teams van Woord en Daad. Dit zijn teams binnen Woord
en Daad die de Regionale Allianties ondersteunen. In
2014 is er bewust voor gekozen om de support die
geleverd wordt van strategisch karakter te laten zijn.
Waar in het verleden nog veel tijd op ging aan operatio-
nele zaken die eigenlijk door de partnerorganisaties zelf
gedaan moeten worden, ligt de focus nu op het voorzien in
strategische ondersteuning – bijvoorbeeld met betrekking
tot de kwaliteit en relevantie van programma’s. Aan de
partners is duidelijk gemaakt dat zij zelf die operationele
zaken moeten organiseren, vanuit hun eigen organisatie-
capaciteit of door het in te kopen.
Een ander speerpunt dat in 2013 startte en in 2014
verdere vorm kreeg was de ontwikkeling van program-
ma’s op gebied van agrarisch beroepsonderwijs (AVET)
en Water, Sanitatie en Hygiëne (WASH). Het AVET-team
werkt hierin nauw samen met het AED-team, waarbij
gezamenlijk is gekozen voor een aantal waardeketens
waar toekomstige interventies zich op zullen gaan richten.
Op die manier zijn er in 2014 goede stappen gezet die
mooie perspectieven bieden op doorontwikkeling van
deze programma’s richting de toekomst.
2.2 ONDERWIJS
2.2.1 Resultaten programma onderwijs
Onderwijs
Leerlingen in opleiding (×1.000)
Leerlingen die hun opleidinghebben afgerond en zijn doorgestroomdnaar vervolgonderwijs of werk (×1.000)
Leerlingen die hun opleiding hebbenafgerond maar niet zijn doorgestroomdof de doorstroom is onbekend (×1.000)
Doelstelling
Doelstelling geheel gehaald(90% of meer)
Doelstelling gedeeltelijk gehaald(50-89%)
5.100
500
Kleuteronderwijs5.271 LEERLINGEN
2.777 2.200 (88%) 294
Basisonderwijs27.101 LEERLINGEN 26.000
Voortgezet onderwijs10.221 LEERLINGEN 9.000
Hoger onderwijs2.380 LEERLINGEN 2.250
23.395 3.329 (90%) 377
8.759 1.375 (94%) 87
1.603 480 (62%) 297
Onderwijs
Leerlingen in opleiding (×1.000)
Leerlingen die hun opleidinghebben afgerond en zijn doorgestroomdnaar vervolgonderwijs of werk (×1.000)
Leerlingen die hun opleiding hebbenafgerond maar niet zijn doorgestroomdof de doorstroom is onbekend (×1.000)
Doelstelling
Doelstelling geheel gehaald(90% of meer)
Doelstelling gedeeltelijk gehaald(50-89%)
5.100
500
Kleuteronderwijs5.271 LEERLINGEN
2.777 2.200 (88%) 294
Basisonderwijs27.101 LEERLINGEN 26.000
Voortgezet onderwijs10.221 LEERLINGEN 9.000
Hoger onderwijs2.380 LEERLINGEN 2.250
23.395 3.329 (90%) 377
8.759 1.375 (94%) 87
1.603 480 (62%) 297
Onderwijs
Leerlingen in opleiding (×1.000)
Leerlingen die hun opleidinghebben afgerond en zijn doorgestroomdnaar vervolgonderwijs of werk (×1.000)
Leerlingen die hun opleiding hebbenafgerond maar niet zijn doorgestroomdof de doorstroom is onbekend (×1.000)
Doelstelling
Doelstelling geheel gehaald(90% of meer)
Doelstelling gedeeltelijk gehaald(50-89%)
5.100
500
Kleuteronderwijs5.271 LEERLINGEN
2.777 2.200 (88%) 294
Basisonderwijs27.101 LEERLINGEN 26.000
Voortgezet onderwijs10.221 LEERLINGEN 9.000
Hoger onderwijs2.380 LEERLINGEN 2.250
23.395 3.329 (90%) 377
8.759 1.375 (94%) 87
1.603 480 (62%) 297
meer op woordendaad.nl/resultaten
Toelichting• De doelstellingen van het onderwijsprogramma zijn gehaald. Het lagere doorstroompercentage voor kleu-
teronderwijs komt doordat partner P&A in Haiti niet heeft nagegaan of leerlingen na een verhuizing zijn doorgestroomd. Ook over de doorstroom na hoger onderwijs hebben verschillende partnerorganisaties onvoldoende informatie beschikbaar en dit vraagt om verdere verbetering van hun monitoringsysteem.
• Bij 3 van de 24 partnerorganisaties is een schatting van de doorstroom-aantallen gebruikt in verband met onjuiste rapportages.
19Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
2Kijk!
Het werk in het Zuiden
2.2.2 Bestedingstabel programma onderwijs
InterventieBegroting
2014Realisatie
2014
1.1 Kleuteronderwijs € 784.000 € 824.531
1.2 Basisonderwijs € 6.194.930 € 3.902.130
1.3 Voortgezet onderwijs € 2.053.900 € 2.267.105
1.4 Hoger onderwijs € 705.000 € 682.746
1.5 Non-formeel onderwijs € 96.700 € 193.258
1.6 Alfabetisering € 222.000 € 197.906
1.7 Infrastructuur/investeringen € 94.000 € 186.459
1.8 Training € 1.187.821 € 499.302
1.9 Capaciteitsopbouw en netwerken € 24.100 € 265.653
1.10 Curriculumontwikkeling € 108.261
1.11 Beleidsbeinvloeding € 402.992 € 275.938
€ 11.765.443 € 9.403.288
2.2.3 Analyse programma Onderwijs
Veiligheid voor de kinderen en goed onderwijs – dat staat
overal ter wereld hoog op het verlanglijstje van ouders.
Drie thema’s kregen in 2014 speciale aandacht in het
programma Onderwijs: onderwijskwaliteit, kindveiligheid,
en de verbinding van onderwijs met andere programma’s.
Kijken naar onderwijskwaliteit Onderwijskwaliteit heeft verschillende aspecten. Met
behulp van een ‘scorecard’ bracht Woord en Daad in 2011
en 2013 verschillende van deze factoren per school in
kaart. Ook is de verbetering in kwaliteit gemeten. De resul-
taten zijn in 2014 geanalyseerd en er zijn plannen gemaakt
om de onderwijskwaliteit verder te verbeteren. De kwaliteit
is gemiddeld toegenomen. De meeste verbetering is te
zien op het gebied van materialen en infrastructuur. Er zijn
wel verschillen te zien tussen scholen en landen. Om van
elkaar te leren namen partnerorganisaties in Benin en op de
Filippijnen een kijkje bij elkaar in de keuken. Ze bezochten
scholen en praatten met leerkrachten, ouders en de lokale
overheid. Samen analyseerden ze de sterke kanten, zwak-
tes, kansen en bedreigingen voor het programma en gaven
ze adviezen voor verbetering. Voor André Ouedraogo
(manager van het sponsorprogramma bij AEAD, Burkina
Faso) was het belangrijkste leerpunt: ‘Als school en organi-
satie moet je een zichtbare toegevoegde waarde hebben’.
Al een aantal jaren worden er samen met Driestar
Educatief vanuit het Edu4Change-programma cursussen
gegeven aan leerkrachten en schoolleiders over thema’s
Linda Osmand (10) uit Haïti maakte in 2010 de aardbeving in Port-au-Prince mee. In 35 seconden veranderde de hoofdstad in een spookstad. Kort na de aardbeving vertrok ze naar het naburige Forêt des Pins, waar haar ouders al woonden.
‘Ik woonde bij mijn tante in Port-au-Prince. Mijn
ouders vinden het belangrijk dat ik goed onderwijs
ontvang en daarvoor moest je in de hoofdstad zijn.
Natuurlijk was dat wennen voor mij, maar ik had het
goed naar mijn zin. De aardbeving was verschrikkelijk,
ik vergeet het nooit meer. Kinderen gilden, mensen
riepen om hulp. Iedereen was bang, de chaos was
compleet. Zodra het veilig was, haalden mijn ouders
mij weg uit Port-au-Prince. Ik ben nooit meer terugge-
gaan naar de stad, maar ik ben wel benieuwd hoe de
stad er nu uitziet. Ik zit nu op de Metro Jesus-school.
We krijgen les in een tijdelijk gebouw, maar nu is het
nieuwe gebouw zo goed als klaar. Er gebeurt veel in
mijn dorp. We zijn allemaal erg trots op de nieuwe
school. Later wil ik heel graag dokter worden, het liefst
in een ziekenhuis in Forêt des Pins. Het lijkt me heel
mooi werk om voor zieke mensen te zorgen.’
‘Er gebeurt heel veel in mijn dorp’Linda Osmand uit Haïti
20 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
als: ouderbetrokkenheid, didactische vaardigheden en
leiderschap. In 2014 werden er grote stappen gezet in
de implementatie van een ‘train-de-trainer’ aanpak om
de cursussen over te dragen aan lokale trainers. In Sierra
Leone wordt een groot deel van de cursussen al gegeven
door lokale trainers. Er is in 2014 ook een online basisom-
geving ontwikkeld, waarin toekomstige trainers zich online
kunnen voorbereiden op hun rol als trainer.
Kijken naar kindveiligheidAls school heb je een grote verantwoordelijkheid voor de
kinderen die je onder je hoede hebt. Om expliciet aandacht
te geven aan deze verantwoordelijkheid zijn de partneror-
ganisaties in India gestart met een traject voor ‘kindveilig-
heid’ in de door hen gesteunde scholen en internaten. Dit
traject is de directe opvolging van een eerder uitgevoerd
onderzoek naar het welzijn van de kinderen in deze
scholen en internaten. Er is gestart met een training en de
ontwikkeling van een kindveiligheidsbeleid.
Aandacht voor kindveiligheid is niet alleen belangrijk
binnen de school, maar ook daarbuiten. Dit is zeker het
geval in omgevingen waar veiligheid vaak niet vanzelf-
sprekend is, zoals in veel gebieden in Latijns-Amerika.
Daarom werkten partnerorganisaties hier samen aan het
vergroten van de veiligheid van kinderen en jongeren ook
buiten de school. Als eerste sprak men met de overheid
over maatregelen om de kindveiligheid te vergroten
(zie hoofdstuk Beleidsbeïnvloeding). In Latijns-Amerika
belanden triest genoeg veel jongeren in de criminaliteit.
Om dit te voorkomen, werkten partnerorganisaties samen
met verschillende partijen om jongeren alternatieven te
bieden. AMG Guatemala zette samen met de organisatie
Young Life clubs op voor jongeren om vaardigheden zoals
leiderschap te ontwikkelen.
Verbinding met andere programma’sVoor kinderen en jongeren is een goed functionerende
familie van belang om zich te kunnen ontwikkelen. Mfesane
in Zuid-Afrika startte in 2014 een pilot voor een ‘familie-
benadering’. Vanuit verschillende expertises, waaronder
onderwijs, worden families geholpen om hun omstandighe-
den te verbeteren. Ze worden bijvoorbeeld geholpen om
de gezondheid van familieleden (betere voeding, hygiëne)
te verbeteren en hun inkomen te vergroten (vaardigheids-
trainingen, arbeidsbemiddeling). Ook wordt de overheid
betrokken om de omstandigheden duurzaam te verbeteren.
Onderwijs in crisissituatieHet is uitzonderlijk als scholen na de zomervakantie niet
open gaan. Toch gebeurde dit in Sierra Leone vanwege de
ebola-epidemie. Om de kinderen toch onderwijs te geven,
startten de partnerorganisaties een programma voor
thuisonderwijs. De leerkrachten bezoeken dagelijks fami-
lies om leerlingen thuis les te geven. Tegelijkertijd grijpen
ze deze kans om voorlichting te geven rondom ebola en
leren ze bijvoorbeeld de kinderen om op een goede manier
hun handen te wassen. Leerkracht Mary zei hierover: ‘De
kinderen zijn erg trots dat ze thuis onderwijs krijgen. Deze
kans krijgen veel andere kinderen helaas niet.’
Expertise-ontwikkelingWaarom maken veel kinderen de school niet af? Dit is
in veel landen een groot probleem. Er is in 2014 een
expertise-project afgerond over de uitval van kinderen
voor het eind van de basis- of middelbare school en de
doorstroming naar de arbeidsmarkt. Er werd gekeken
naar algemene trends en de betekenis hiervan voor de
scholen die Woord en Daad steunt. Het bleek dat het vaak
gaat om een combinatie van onderliggende factoren, die
ook in samenhang aangepakt moeten worden. Een mooie
uitdaging voor het nieuwe jaar!
Ook op andere thema’s werd expertise ontwikkeld om het
programma Onderwijs te versterken. Een school wordt
kwalitatief beter als de ouders bij het onderwijs betrokken
zijn. Daarom is er een handboek ontwikkeld dat scholen
kunnen gebruiken om de ouderbetrokkenheid op hun
school op verschillende niveaus te verbeteren. Er werd
ook een visiedocument ontwikkeld op de duurzaamheid
van basisonderwijs. Op de volgende thema’s zijn nieuwe
expertise-projecten gestart: ICT in onderwijs; Taal en
lezen in onderwijs en Planmatige en geïntegreerde capaci-
teitsopbouw op schoolniveau.
2.2.4 Uitdagingen programma Onderwijs
Wereldwijd wordt de toegang tot onderwijs steeds beter.
Dat is mooi nieuws. Woord en Daad kan zich daarom meer
richten op de kwaliteit van onderwijs. Die is in veel landen
helaas nog ver onder de maat. Dit kun je bijvoorbeeld zien
in het feit dat 25% van de kinderen die de basisschool
heeft doorlopen nog nauwelijks kan lezen en schrijven.
Onderwijskwaliteit staat daarom hoog op de agenda voor
de komende jaren. Dit wordt ondersteund door de boven-
genoemde expertise-ontwikkeling.
Om scholen te hebben van goede kwaliteit, is er ook een
onderwijssector nodig die deze scholen effectief onder-
steunt. Daarom wordt er samenwerking gezocht met de
overheid en met lerarenopleidingen. Waar mogelijk wordt
de capaciteit versterkt en proberen we het beleid van de
overheid te beïnvloeden.
21Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
2Kijk!
Het werk in het Zuiden
Ondanks dat de toegang tot onderwijs wereldwijd is verbe-
terd, gaan veel kinderen en jongeren nog steeds niet naar
school. Voor velen van hen is de kans dat ze alsnog naar
school gaan klein. Omdat Woord en Daad er wil zijn voor de
allerarmsten, kijken we hoe deze kinderen en jongeren wel
bereikt kunnen worden. Dit gebeurt in samenwerking met
organisaties die hier ervaring mee hebben.
Leerpunten:• Verschillende activiteiten om de kwaliteit van scholen te
verbeteren (zoals trainingen, aanschaf van materialen)
staan vaak los van elkaar en zijn vaak niet gebaseerd op
één doelgericht plan. Daarnaast wordt er in veel gevallen
niet structureel samengewerkt met de omliggende
onderwijssector om te komen tot duurzame verbetering.
In 2015 brengen we de kansen en uitdagingen in kaart.
Daarnaast worden partners ondersteund om meer plan-
matig en in samenwerking aan kwaliteit te werken.
• Activiteiten voor het verbeteren van de onderwijs-
kwaliteit zijn sterk gefocust op verbetering van
infrastructuur en materialen. Er is beperkte aandacht
voor verbetering van de processen van leren en lesge-
ven die een directe invloed hebben op de leerresulta-
ten. In 2015 worden er diverse (expertise-)projecten
geïmplementeerd waarin we hier expliciet aandacht aan
geven: Actief leren, Taal en lezen in het onderwijs en de
implementatie van een traject voor vroegschools lezen
in Sierra Leone.
• Ondanks de grotere toegang tot onderwijs is er een
diverse groep kinderen en jongeren die moeilijk te
bereiken is met onderwijs. Er is te weinig zicht op de
kenmerken van deze groep en op wat er nodig is om
aan de onderwijsbehoeften van deze kinderen en
jongeren te voldoen. De komende jaren proberen we
dit in kaart te brengen en worden partnerorganisaties
ondersteund om dit praktisch te vertalen naar hun
onderwijsprogramma’s.
Kijk op woordendaad.nl/resultaten voor de opvolging van
de leerpunten uit 2013.
500 Doelstelling
Doelstelling geheel gehaald (90% of meer)
Doelstelling gedeeltelijk gehaald (50-89%)
... een baan vinden (2.007)
... een eigen bedrijf starten (2.174)
nog in (meerjarige) opleiding ( 1.015)
gediplomeerd (5.064)
... doorstromen naar vervolgonderwijs (521)
... onbekend (372)
Eigen projectinkomen partnerorganisatie
Inkomen via Woord en Daad
40%
43%
7%10%
6.079GETRAINDE STUDENTEN
VAKONDERWIJS ARBEIDSBEMIDDELING
5.064GEDIPLOMEERDE STUDENTEN DIE...
Beroepsonderwijs, -training en arbeidsbemiddeling (TVET-JBS)
Eigen inkomsten
1.800
1.500
320
18% 12%
18% 13%
500 Doelstelling
Doelstelling geheel gehaald (90% of meer)
Doelstelling gedeeltelijk gehaald (50-89%)
... een baan vinden (2.007)
... een eigen bedrijf starten (2.174)
nog in (meerjarige) opleiding ( 1.015)
gediplomeerd (5.064)
... doorstromen naar vervolgonderwijs (521)
... onbekend (372)
Eigen projectinkomen partnerorganisatie
Inkomen via Woord en Daad
40%
43%
7%10%
6.079GETRAINDE STUDENTEN
VAKONDERWIJS ARBEIDSBEMIDDELING
5.064GEDIPLOMEERDE STUDENTEN DIE...
Beroepsonderwijs, -training en arbeidsbemiddeling (TVET-JBS)
Eigen inkomsten
1.800
1.500
320
18% 12%
18% 13%
500 Doelstelling
Doelstelling geheel gehaald (90% of meer)
Doelstelling gedeeltelijk gehaald (50-89%)
Eigen projectinkomen partnerorganisatie
Inkomen via Woord en Daad
» TVET-JBS » Eigen inkomsten
meer op woordendaad.nl/resultaten
2.3 BEROEPSONDERWIJS, -TRAINING EN ARBEIDSBEMIDDELING (TVET-JBS)
2.3.1 Resultaten programma TVET-JBS
22 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
2.3.2 Bestedingstabel programma TVET-JBS
InterventieBegroting
2014Realisatie
2014
2.1 TVET 1.987.099 € 1.708.160
2.2 JBS 385.900 € 301.642
2.3 Infrastructuur 131.000 € 194.000
2.4 Training 338.871 € 153.846
2.5 Overige capaciteitsopbouw en netwerken € 133.934
2.6 Beleidsinvloeding 163.783 € 105.727
€ 3.006.653 € 2.597.309
2.3.3 Analyse programma TVET-JBS
Prachtige schoolgebouwen en goed ingerichte lokalen
geven een indruk van het programma Vakonderwijs
(TVET) en JBS (Job & Business Services, oftewel arbeids-
bemiddeling). Maar een inkijkje in het leven van een
student die een baan gevonden heeft, inspireert nog meer.
Zomaar een voorbeeld: Joan Grace, een jonge vrouw van
21 jaar uit de Filipijnen: ‘Door mijn vakopleiding heb ik een
baan gevonden in de ICT en kan ik nu bijdragen aan het
levensonderhoud van mijn zeven broertjes en zusjes.’
Kijken in de keukenIn het afgelopen jaar werden 6.815 mensen opgeleid,
waarvan er 4.181 daadwerkelijk aan een baan werden
geholpen. Vaak maakt een opleiding het grote verschil in
het leven van kwetsbare jongeren en ouderen. Het vakon-
derwijsprogramma ASHTEC op de Filipijnen loopt in een
aantal ontwikkelingen voorop. Deze partner organiseerde
een conferentie, ‘The kitchen of ASHTEC’, waarbij part-
ners uit vijf andere landen in de keuken van dit programma
kwamen kijken. Silas Ouadreogo, hoofd JBS in Burkina
Faso: ‘Deze conferentie gaf veel inspiratie om ons eigen
programmateverbeteren.Definanciëleduurzaamheiden
de kwaliteit van het JBS zijn voor ons een voorbeeld.’
ASHTEC was ook betrokken bij een training in arbeidsbe-
middeling in Bangladesh. Partners aan elkaar koppelen is
vruchtbaar. Dat is ook in Nederland het geval. Ongeveer
10 organisaties die zich bezighouden met vakonderwijs
in ontwikkelingslanden, hebben een netwerk gevormd
waarin kennis wordt uitgewisseld. Woord en Daad heeft
de lead in dit netwerk.
Woord en Daad medewerkers kijken ook regelmatig in
de keuken bij de partnerorganisaties. In Sri Lanka werd
Vorig jaar september bezocht een groep ondernemers Burkina Faso. Ze maakten een tussenstop bij vakschool Nazareth van partnerorganisatie AEAD, waar de groep een ontmoeting had met vakschoolstudenten.
Verbinding staat centraal in het werk van de partner. Dat merken we
telkens in gesprekken met medewerkers, vrijwilligers en leidinggeven-
den. Op de vakschool Nazareth wordt verbinding ineens heel concreet
en ondubbelzinnig: de zwaluwstaartverbinding waar we een luidruch-
tige klas mee zien worstelen. De theorie is duidelijk, de houten praktijk
weerbarstiger.
In één van de lokalen wordt gelast. De vonken spatten er vanaf. Naast
een aantal stoere kerels laat Amana zien dat emancipatie geen exclusief
product is van het ‘hoog-ontwikkelde’ westen. We vragen haar naar haar
leeftijd. Toch wel schuchter reageert ze. Amana is 16 en zit in het derde
jaar van de opleiding. Pas als iemand vraagt waarom ze als meisje een
opleiding kiest waar vooral jongens voor kiezen, komt ze los.
‘Ik wil hiermee laten zien dat het niet alleen een vak voor jongens
is. Ook meisjes zoals ik kunnen heel goed metaalbewerker worden.
We gaan ervoor, want het is een mooi beroep. Later wil ik m’n eigen
bedrijfje hebben. Dat is mijn grote wens!’ Bonne chance, Amana!
‘Ook meisjes kunnen heel goed metaalbewerker worden!’Amana uit Burkina Faso Bekijk het interview met Amana op
woordendaad.nl/amana
23Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
2Kijk!
Het werk in het Zuiden
een pilot in vakonderwijs op het platteland geëvalueerd.
Een sterk punt was de holistische aanpak voor kwetsbare
jongeren met een oorlogsverleden. Naast vaktraining
hebben deze mensen behoefte aan psychologische hulp om
hun trauma te verwerken. Een punt van verbetering in dit
programma was dat er meer aandacht was voor helpen dan
voor ontwikkelen van de doelgroep. De pilot wordt in 2015
voortgezet in een regulier programma. De uitdaging is om
hier een duurzaam ontwikkelingsprogramma van te maken.
Expertise-ontwikkelingVeel energie werd gestoken in de opbouw van expertise.
Eenvoorbeeldishetthema‘financiëleduurzaamheid’.
Omdat elke euro maar een keer kan worden uitgegeven,
maakte Woord en Daad in 2014 een gedetailleerde
kostprijsberekening per partner. Dit gaf duidelijkheid
overeffectiviteitenefficiëntievanprogramma’s.Partners
werden uitgedaagd om met een andere blik naar hun
programma te kijken en dat te verbeteren. Xena Scullard,
hoofd JBS in Zuid-Afrika: ‘Jullie halen ons uit onze comfort
zone en dat is erg gezond!’
Via literatuuronderzoek werden 18 manieren in kaart
gebracht waarop een vakschool lokaal geld kan verdienen.
Vier van onze partners ontvingen op dit vlak een training
waarbij een plan werd ontwikkeld voor lokale fonds-
werving. Enkele voorbeelden: de verkoop van gemaakte
producten, een bijdrage van afgestudeerde studenten,
het leveren van diensten aan bedrijven en organisaties.
Bij sommige vakonderwijsprogramma’s leidt dit op
termijnzelfstotvolledigefinanciëlezelfstandigheid.AMG
Filipijnen, waarmee als eerste een uitfaseerplan werd
ontwikkeld,heeftin2014zijnfinanciëledoelenbehaald
en is volgens planning in 2020 zelfstandig. Mfesane in
Zuid-Afrika zal zelfs in 2018 al zelfstandig zijn. Gemiddeld
realiseren partnerorganisaties 18% eigen inkomen voor
vakonderwijs en 13% voor arbeidsbemiddeling. Dit komt
overeen met een verandering in de context: door de
economische groei kunnen mensen meer besteden. Door
deze uitfasering ontstaat ruimte om andere relevante
TVET-programma’stestartenopplekkenwaarfinanciële
support op dit moment nog wel onmisbaar is.
De Job & Business Services vormen de brug tussen de
vakopleiding en de arbeidsmarkt. Enerzijds worden
studenten voorbereid op hun baan. Aan de andere kant
worden ontwikkelingen in de markt bekeken, zodat de
opleiding hierop kan aansluiten. Bij een aantal partners
blijkt dit een innovatief en goed werkend concept te
zijn. Bij andere partners staat het echter nog steeds in
de kinderschoenen. Daarom werd in 2014 een uitge-
breide handleiding geschreven waarin alle aspecten van
arbeidsbemiddeling aan de orde komen. Deze handleiding
werd getest tijdens een training in Bangladesh en kan in de
toekomst worden ingezet om ook bij andere partners het
JBS-programma te verbeteren. We willen onze partners
uitdagen om anders naar het JBS-programma te kijken en
het te zien als een zelfstandige bedrijfsunit, die zichzelf
financieelbedruipt.
2.3.4 Uitdagingen programma TVET-JBS
Een belangrijke uitdaging is om de partners met een zake-
lijke blik naar hun programma te leren kijken. In 2014 werd
onderzoek gedaan naar de Young Africa-benadering van
vakonderwijs. In deze aanpak worden de lessen op de vak-
school gegeven door lokale ondernemers, die daarvoor een
goed ingericht vaklokaal kunnen huren. De studenten wor-
den ook ingezet om producten en diensten te leveren, zodat
de docent winst kan maken. Momenteel wordt een pilot
voorbereid om deze benadering bij één van de Afrikaanse
partners toe te passen. Daarna zal bekeken worden of deze
aanpak ook bij andere partners ingezet kan worden.
Het werken aan de zogenaamde soft skills om de werk-
houding van de studenten te verbeteren, is een andere
uitdaging. Denk hierbij aan een sollicitatietraining of een
training in bedrijfsvaardigheden. Studenten zien daar ook
zelf de zin van in. Badish Ravindu (India) zegt hierover: ‘Ik
heb nu niet alleen technische vaardigheden, maar weet
ook hoe ik met anderen moet communiceren en hoe ik me
moet gedragen op de werkvloer.’ Een curriculum voor deze
vaardigheden werd in 2014 verder uitgewerkt.
Een voorbeeld van de toepassing van soft skills is
het nieuwe programma voor arbeidsbemiddeling in
Guatemala. Veel jongeren leven daar in gangs en hebben
geen toegang tot de arbeidsmarkt vanwege hun werkhou-
ding en de context waaruit ze komen. In het programma
van onze partner AMG worden jongeren gecoacht en
gemotiveerd om hun talenten te gebruiken. Tegelijkertijd
wordt er gewerkt aan bewustwording bij bedrijven, die
gemotiveerd moeten worden om jongeren uit de slop-
penwijken een kans te geven in een baan. Dit programma
wordt in 2015 geëvalueerd.
Het is belangrijk dat partners relevant blijven terwijl de
markt constant verandert. In 2015 worden technieken
voor marktonderzoek in kaart gebracht. Voor partners die
hierin willen leren, wordt een training ontwikkeld.
Leerpunten:• Het JBS-concept heeft niet voldoende eigenaarschap
van partners. In 2015 zullen partners worden gefacili-
teerd om aan de hand van de JBS-handleiding een eigen
handboek te ontwikkelen om het programma effectie-
ver te laten werken.
24 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
• De Young Africa-benadering is een veelbelovend
concept waarbij vakonderwijs duurzaam wordt gemaakt
door het uit te besteden aan ondernemers. Het vraagt
een cultuuromslag om deze benadering toe te passen
op een bestaand programma. Partners moeten busi-
ness-principes op vakonderwijs en arbeidsbemiddeling
toe gaan passen. Er zal een pilot worden opgezet met
een partner in West-Afrika.
• Het is effectief om partners bij elkaar in de keuken te
laten kijken. Dit zal gebeuren door systematische inzet
van een discussie-instrument tijdens bezoeken van
alliantie-partners aan elkaars organisatie. Daarbij wordt
de kwaliteit van het programma op een kritische en
gestructureerde manier doorgelicht.
Kijk op woordendaad.nl/resultaten voor de opvolging van
de leerpunten uit 2013.
1.100
Voedselzekerheid
Personen ontvangentraining over voeding
2.908Boeren ontvangen trainingover landbouwmethoden
4.119Boeren ontvangenlandbouwproductiemiddelen
1.279
0 1.000 2.000 3.000 4.000
135boerengroepenhebben huncapaciteit versterkt
2.950
198
1.925
Toelichting• Meer personen hebben training over landbouwmethoden ontvangen omdat er een extra ééndaagse training
is uitgevoerd in een aantal dorpen.• Er zijn minder boerengroepen die hun capaciteit hebben versterkt omdat enkele groepen zijn gecombineerd
en de groepen in Sierra Leone geen steun konden ontvangen door de ebola-epidemie.
500 Doelstelling Doelstelling geheel gehaald (90% of meer) Doelstelling gedeeltelijk gehaald (50-89%)
meer op woordendaad.nl/resultaten
2.4 LANDBOUWTRAINING EN VOEDSELZEKERHEID (AVET-FNS)
2.4.1 Resultaten programma AVET en voedselzekerheid
2.4.2 Bestedingstabel programma AVET en voedselzekerheid
Interventie Begroting 2014 Realisatie 2014
14.1 AVET - directe armoedebestrijding € 574.729 € 133.074
14.2 AVET - maatschappijopbouw € 114.133 € 93.656
14.3 AVET - beleidsbeïnvloeding € 25.886
Totaal AVET € 714.748 € 226.729
6.3.1 Voedselzekerheid - directe armoedebestrijding € 400.647 € 373.899
6.3.2 Voedselzekerheid - maatschappijopbouw € 191.438 € 116.379
6.3.3 Voedselzekerheid - beleidsbeïnvloeding € 140.958 € 129.565
Totaal voedselzekerheid € 733.043 € 619.844
25Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
2Kijk!
Het werk in het Zuiden
2.4.3 Analyse programma AVET en voedselzekerheid
Agrarisch beroepsonderwijs (AVET) is gericht op het geven
en verbeteren van landbouwkundige en bedrijfseconomi-
sche training in het kader van een waardeketen. Binnen het
voedselzekerheidsprogramma heeft de visie zich in de loop
van de jaren versterkt dat alleen een bedrijfseconomische
benadering op lange termijn duurzame resultaten zal ople-
veren.Waarboereninhetverledenfinanciëlesteunkregen
van het project om productiemiddelen aan te schaffen, wor-
den boeren nu gemotiveerd en ondersteund om hiervoor
een lening af te sluiten. De bedoeling van AVET is om juist
op dit vlak in de behoefte van training te voorzien.
In 2014 zijn AVET en voedselzekerheidsprogramma’s
uitgevoerd in Burkina Faso, Benin, Sierra Leone, Oeganda
en Ethiopië.
Veel boeren zijn getraind in verbeterde landbouwmetho-
des. Deze training omvatte heel diverse thema’s zoals het
gebruik van verbeterd zaaizaad, de opslag van de oogst,
geïrrigeerde tuinbouw, pluimveehouderij of bijenteelt.
Er is speciaal aandacht geweest voor jongeren, zodat zij
in staat zijn een inkomen te verwerven. Veel projecten
richten bepaalde activiteiten vooral op vrouwen; vrouwen
zijn immers degenen die ervoor zorgen dat er voldoende
eten op tafel komt! Veel training is zogenaamde informal training, wat betekent dat deze in het veld en niet in een
klaslokaal wordt gegeven. Uit de resultaten van een evalu-
atie die is uitgevoerd bleek dat twee derde van de boeren
de lessen daadwerkelijk in praktijk brengt.
Ook veel leiders van boerengroepen zijn getraind. De leden
van goed functionerende boerengroepen richten zich vaak
op een speciaal gewas en organiseren gezamenlijk de aan-
koop van productiemiddelen en de afzet. Sommige groepen
beheren met elkaar een stuk grond, zodat alle deelnemers
daarprofijtvanhebben.Alsleidermoetmeninstaatzijnom
niet alleen alle leden constructief met elkaar te laten samen-
werken of de boekhouding inzichtelijk te houden, maar ook
om een opbouwende relatie te onderhouden met de over-
heid en de private sector. Mevrouw Boné woont in Burkina
Faso en is leider van een boerengroep. Ze geeft haar kijk
op de ontwikkeling van haar groep: ‘We werken samen met
andere groepen die dezelfde producten verkopen en we
zijn nu in staat om de juiste kopers voor onze producten te
vinden, zodat we een goede winst kunnen maken.’
‘Zonder uitbrei-ding van grond toch voldoende eten’Moses Lansana uit Sierra Leone
Moses Lansana (54) is voorzitter van de dorpsraad. Zijn dorp, in het Bonthe-district in het zuiden van Sierra Leone, behoorde tot voor kort tot de armste van het land. Vaak leden de bewoners honger. Maar dat is veranderd sinds de Evangelical Fellowship of Sierra Leone (EFSL) in het gebied neerstreek…
‘Zonder dat we onze hoeveelheid grond uitbreidden, hebben we
nu wel voldoende te eten, terwijl we twee jaar geleden eigenlijk
altijd te weinig hadden. Het geheim is dat dorpsbewoners beter
samenwerken, in plaats van allemaal ons eigen stukje grond
bewerken. Nu hebben we een deel van het land samengevoegd
en dat bewerken we als dorpsbewoners gezamenlijk. Als dorp
kregen we zelf het bestuur over het project en we hebben onze
eigen regels gemaakt. Bijvoorbeeld dat alle dorpsbewoners een
aantal dagen per week aan het project moeten werken. Komen ze
niet opdagen, dan moeten ze een boete betalen. Iedereen heeft
daarmeeingestemd.Zovoorkomenwedatmensenwelprofite-
ren, maar er zelf niet aan meewerken. We oogsten nu meer rijst,
en de kwaliteit is beter. Een deel van de opbrengst wordt gebruikt
als kweekmateriaal, een gedeelte gebruiken we voor onze eigen
voeding en een deel kunnen we verkopen op de markt. Daar kun-
nen mensen het schoolgeld van hun kinderen van betalen.’
26 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Partnerorganisaties proberen nu meer aandacht te
schenken aan de economische aspecten van bedrijfsvoe-
ring. Zowel voor boeren als voor de partnerorganisaties
betekent dit een omslag in denken en een andere manier
van werken. De ervaring van het AED-programma met
deze activiteiten komt hierbij goed van pas en voorkomt
dubbel leergeld betalen.
Nelson Owili, directeur van partnerorganisatie ADP in
Noord-Oeganda: ‘Het bieden van een afzetmarkt voor boe-
ren is erg stimulerend voor de productie. En daarmee ook
voordevraagnaarproductiemiddelenendefinanciering.’
Het is maatwerk om per boerenorganisatie te bekijken hoe
definancieringvandelandbouwactiviteitengestructureerd
dientteworden;financieringvindtplaatsbijvoorkeurin
samenwerkingmetlokalemicrofinancieringsorganisaties.
Uit een evaluatie bleek dat er nog onvoldoende mogelijk-
heden zijn voor boeren om een lening af te sluiten, dus dit
blijft een punt van aandacht. Een aantal partnerorganisaties
ontving vanuit Woord en Daad intensieve begeleiding bij
het opstellen van economisch georiënteerde projectvoor-
stellen. Hiertoe is onder meer een model ontwikkeld dat op
een overzichtelijke wijze de inkomsten en uitgaven van het
bedrijf weergeeft, zodat in één oogopslag duidelijk wordt in
welke mate de betreffende teelt winst oplevert.
2.4.4 Uitdagingen programma AVET en voedselzekerheid
Bij de uitvoering van een effectief en duurzaam pro-
gramma komen de volgende aandachtspunten om de hoek
kijken. Het is goed om deze punten te zien en er met visie
mee aan de slag te gaan.
• De komende periode zal de link tussen de doelgroep
en de waardeketen nog duidelijker naar voren moeten
komen. Waar nu een programma de boeren nog steunt
in ‘algemene’ bedrijfsontwikkeling, zal in de toekomst
meer gekeken worden naar die ketens waar de boeren
het meest van kunnen verwachten. Woord en Daad
en hun partnerorganisaties zijn zich ervan bewust dat
dat betekent dat boeren zichzelf en hun productie
zodanig weten te organiseren dat ze toegang krijgen
totfinancieringenvermarktingvanhunproducten.
Vooruitstrevende boeren zijn van belang om een voor-
beeld te zijn voor anderen. De uitdaging is om zowel
deze boeren te betrekken in de ontwikkeling als ook de
gemarginaliseerde boeren. Een andere uitdaging is om
door middel van trainingen boeren zelf inzicht te laten
verwerven in de winstgevendheid van activiteiten en
hen te leren om dit te plannen en op te schalen.
• In Benin is een tienjarig project gestart met als doel om
jongeren in het gebied van Sinendé ondernemingen op
te laten zetten en hun kansen op de arbeidsmarkt te ver-
groten. In dit project is er sprake van een geïntegreerde
aanpak vanuit bedrijfsontwikkeling, landbouwtraining en
onderwijs. In de beginfase van dit project ligt de uitdaging
erin om zicht te krijgen op de economische potentie van
de waardeketens voor deze jongeren en op de blokkades.
En om de interventies die nodig zijn, in samenwerking met
bestaande organisaties en de doelgroep, vorm te geven.
• Afgelopen jaar hebben we de invloed van het al dan
niet kunnen lezen en schrijven binnen boerengroepen
op het functioneren van boerengroepen onderzocht.
Geletterden kunnen redelijk snel goed functioneren
binnen een effectieve boerenorganisatie, maar voor
hen die niet geletterd zijn of in extreme armoede leven,
bestaanerobstakels.Deuitdagingisomspecifiekbij
boerengroepen aandacht te hebben voor dit aspect.
Een mogelijke interventie is het organiseren van deze
mensen in zelfhulpgroepen. Binnen een dergelijke
groep kan een spaarsysteem worden opgezet en kun-
nen leeslessen worden georganiseerd.
Leerpunten:
• Het opzetten van programma’s waar een economische
kijk op landbouw vorm krijgt, is een proces dat veel
aandacht vergt. Hierbij gaat het om de analyse van de
context,hetdefiniërenvandeinterventies,derolvande
partner en het strategisch samenwerken met anderen. Er
zal in 2015 meer gekeken worden welke interventies in
samenwerking met anderen gedaan moeten worden om
meer succes te behalen. Dit wordt geconcretiseerd in het
opstellen van de ToC en een meerjarenbeleidsplan.
• Er is op het gebied van entrepreneurial farming (eco-
nomische bedrijfsvoering) goed trainingsmateriaal
beschikbaar. De implementatie ervan is maatwerk; het
versterken van de interne capaciteit van de partneror-
ganisaties op dit gebied blijkt een intensief proces te
zijn. Woord en Daad zal dit proces in 2015 voortzetten
en nauwgezet monitoren.
• De studie over alfabetisering en voedselzekerheid
heeft aan het licht gebracht dat het kunnen lezen en
schrijven van boeren weinig of geen aandacht krijgt in
voedselzekerheidsprogramma’s, terwijl geletterdheid
erg belangrijk blijkt te zijn voor het goed functioneren
van boerengroepen. Daarom zal het element van alfa-
betisering worden opgenomen in de contextanalyse en
eventuele interventies.
Kijk op woordendaad.nl/resultaten voor de opvolging van
de leerpunten uit 2013.
27Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
2Kijk!
Het werk in het Zuiden
CONSULTATIES VAN PATIËNTEN
161.000 PERSONEN BEREIKT MET PREVENTIEVOORLICHTING
664.000× 20.000 × 20.000
WATERPOMPEN (IN VOORBEREIDING)
52× 20
LATRINES (IN VOORBEREIDING)
200× 20
PERSONEN BEREIKT MET HYGIËNEVOORLICHTING
73.800× 20.000
Gezondheidszorg
194.000 253.000
meer op woordendaad.nl/resultaten
Toelichting• Het aantal consultaties was een te
ambitieuze planning van W&D, de partners hebben hun plannen wel grotendeels behaald;
• De planning voor de bereikte personen met preventievoorlich-ting was niet realistisch, bovendien is er sprake van schattingen bij massacampagnes;
• De activiteiten voor water en sanitatie zijn nieuw gestart in 2014 endefinitieverealisatieisgeplandvoor 2015.
2.5 GEZONDHEIDSZORG EN WATER, SANITATIE EN HYGIËNE (WASH)
2.5.1 Resultaten programma Gezondheidszorg en WASH
2.5.2 Bestedingstabel programma Gezondheidszorg en WASH
InterventieBegroting
2014Realisatie
2014
6.1.1 Gezondheidszorg - directe armoedebestrijding
€ 975.760 € 968.663
6.1.2 Gezondheidszorg - maatschappijopbouw € 420.240 € 375.406
6.1.2 Gezondheidszorg - beleidsbeinvloeding € 182.000 € 220.133
Totaal Gezondheidszorg € 1.578.000 € 1.564.172
16.1 WASH - directe armoedebestrijding € 150.021 € 114.061
16.2 WASH - maatschappijopbouw € 17.650 € 48.487
16.3 WASH - beleidsbeinvloeding € 8.825 € 1.648
Totaal WASH € 176.496 € 164.196
2.5.3 Analyse programma Gezondheidszorg en WASH
Het in 2013 ontwikkelde beleid voor het nieuwe thema
Water, Sanitatie en Hygiëne (WASH) is dit jaar met
partners bekeken, besproken en bijgesteld. Dit vond plaats
tijdens de partnerconferentie in Nederland, en ook één op
één bij partners op bezoek. De discussie draaide rond de
kijk op WASH: schoon drinkwater en veilige toiletten zien
we als continue dienstverlening die de lokale context moet
kunnen leveren en garanderen op de lange termijn. Dat
zorgt voor een stuk duurzaamheid. Waterpompen en toi-
letten geleverd als product door een tijdelijk projectteam
missen die duurzaamheid. Ze gaan stuk, en men is terug
bij af. Woord en Daad wil dus investeren in capaciteiten en
goede inbedding in de omgeving. Samen met partners zijn
deze inzichten in nieuwe programma’s vormgegeven.
Er zijn twee programma’s gestart, elk met een eigen
leeragenda. Partner CSS in Bangladesh test een benade-
ring van grootschalige hygiënevoorlichting in combinatie
met het vermarkten van toiletten voor een lage prijs
door lokaal getrainde producenten. Hierbij worden al
aanwezige kleine ondernemers geselecteerd, die nog
niet de kwaliteitstandaard halen. ‘Onze lokale metselaars
kunnen veilige en sterke hygiënische latrines maken, als
zij maar training kunnen krijgen in effectieve methoden,’
aldus een schoolmeester in Moukhali (projectgebied).
Ook kijkt CSS naast het repareren van waterpompen naar
500 Doelstelling Doelstelling geheel gehaald (90% of meer) Doelstelling gedeeltelijk gehaald (50-89%) Doelstelling niet gehaald
28 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
In april 2014 bezocht Jacob Jan Vreugdenhil Bangladesh, in het kader van de ontwikkeling van het nieuwe WASH-programma. Hij ervoer daar de nood-zaak van een nieuw project…
‘Samen met mijn collega’s van partnerorganisatie CSS
in Bangladesh loop ik in de richting van Dacope. In deze
gemeenschap wonen mensen uit de allerlaagste kaste, de
landlozen. Om me heen water, overal water. Het kost wei-
nig moeite om een aantal vrouwen in groepsverband te
spreken. Ik word meegenomen naar een waterplas, spe-
ciaal gereserveerd om uit te drinken. In een potje schep
ik wat ‘schoon’ drinkwater. Het ziet bruin en troebel. Het
water waar men zich wast ziet nog bruiner. Als we verder
lopen, komen we bij een ander dorpje, Deypara. Met
mensen uit een iets hogere kaste, maar nog steeds arm.
Hier staat een pomp. En een lange rij mensen met mooie,
metalen waterpotten. Uren staan ze hier soms. Delen van
de dag komt er gewoon géén water uit de pomp. De land-
lozen uit Dacope komen hier trouwens niet. Dat staat de
kaste niet toe, verschil moet er zijn. Het nieuwe water- en
sanitatieprogramma dat we willen starten is broodnodig,
realiseer ik me. Want verschil hoeft er niet te zijn.’
‘Verschil hoeft er niet te zijn...’
Jacob Jan Vreugdenhil in Bangladesh
regenwateropvang op huishoudniveau, om te voorzien in
een oplossing voor schoon drinkwater.
Voor een project in Ethiopië is Woord en Daad gaan samen-
werken met nieuwe Ethiopische partners om handmatige
boortechnieken te introduceren. Kleine ondernemers wor-
dengetraindengecertificeerdomgoedkopealternatieven
te bieden voor drinkwater en irrigatie. Naast boorteams
worden ook ondernemers getraind in onderhoud en repa-
ratie. Binnen de doelstelling om boorbedrijfjes te starten
wordt er voorlichting gegeven en aan marketing gedaan
voor de nieuwe technologie. In beide projecten is een gron-
dige voorstudie uitgevoerd om de activiteiten goed te laten
aansluiten bij de prioriteiten van de doelgroepen.
Binnen de gezondheidsprogramma’s lag een zwaar accent
op voorlichting en preventieve gezondheidszorg rond de
thema’s HIV/aids, family planning, moeder-en-kindzorg
en toegankelijkheid van zorg voor armen. Evaluaties in
Bangladesh en Haïti laten zien dat positieve trends zicht-
baar worden in gedragsverandering. Tegelijkertijd is het
gezondheidsprogramma in een afbouwfase. Dit betekent
dat Woord en Daad met partners actief aan het kijken is
hoe hun activiteiten een vervolg kunnen krijgen zonder
steun van Woord en Daad. Deze discussie is ook gevoerd
in bijeenkomsten met landencoalities, waarin een aantal
gezondheidsprogramma’s per land vertegenwoordigd
zijn. Woord en Daad heeft met partners samengewerkt
infinancieringsaanvragenalszichmogelijkhedenvoor
andere fondsen voordeden. Voor de programma’s in Haïti
is een vaste consultant ingezet die de uitfasering van
dichtbij gaat begeleiden.
2.5.4 Uitdagingen programma Gezondheidszorg en WASH
Samen met partners werkt Woord en Daad aan de
uitdaging om continuïteit in hun gezondheidsprogram-
ma’s te borgen. Voor dienstverlening vanuit klinieken
enziekenhuizenwordtgezochtnaarmeerfinanciële
duurzaamheid. Andere manieren van werken, die dichter bij
de dienstverlening zelf geld opleveren, zijn nodig. Partners
voeren een verhoging van de behandelkosten door, testen
‘gezondheidskaarten’ voor gezinnen die voor een eenmalig
jaarbedrag toegang tot basiszorg bieden, en kijken naar
verschillende modellen om patiënten te verzekeren. Om
preventie en voorlichting te borgen moet meer worden
29Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
2Kijk!
Het werk in het Zuiden
samengewerkt in nationale netwerken, en een actieve lobby
gevoerd naar verantwoordelijke afdelingen van overheden.
Het WASH-programma is in ontwikkeling en kan
groeien. In de landen waar Woord en Daad werkt staan
toegang tot veilig drinkwater en hygiënische toilet-
ten in de kijker omdat 2015 de eindstreep wordt van
de Millenniumdoelstellingen. In veel gevallen zijn de
doelstellingen niet helemaal behaald, hoewel op toegang
tot water veel vooruitgang is geboekt. Er is in ieder geval
veel samenwerking op gang gekomen. Voor startende
programma’s moet samenwerking gezocht worden
met andere partijen die dezelfde kant op kijken. Naast
bestaande partners betreft dit ook nieuwe partners,
ondernemers, overheden en kennisinstituten. Het vinden
van de juiste partners en het vormgeven aan een multi- stakeholder-samenwerking is de uitdaging.
Het opzetten van lokale dienstverlening met WASH-
programma’s vormt een andere uitdaging. Werken aan
duurzame oplossingen betekent gelijk in het begin al
(financiële)verantwoordelijkhedenneerleggenwaarze
horen. Eindgebruikers zelf laten investeren en betalen voor
diensten vraagt creativiteit in onze programma’s. Dit vraagt
zowel voor de partners van Woord en Daad als voor de uit-
eindelijke doelgroep een omslag in het denken. Social marke-ting wordt een belangrijke component: mensen voorlichten,
gedragsverandering stimuleren en ten slotte ook mobilise-
rentotfinanciëlebijdragen.Ditonderwerpiseenfocusvoor
expertise-ontwikkeling en ondersteuning van partners.
Vanuit WASH kijkt Woord en Daad ook naar verbindingen
met het TVET/AVET-programma: installatie en onderhoud
van waterpunten, constructie van toiletblokken, toegang
tot irrigatiewater. Dit jaar zijn intensieve gesprekken
geweest met de partners in Burkina over een programma
wat deze verbindingen maakt. Een subsidieaanvraag
hiervoor is helaas niet doorgegaan. Binnen het AVET-
programma is vervolgens wel een project gestart voor
geïrrigeerde groenteteelt in Burkina Faso.
Leerpunten:• Voormeerfinancieelduurzamemodellenvangezond-
heidsdiensten valt te leren van partners uit de netwerken
van onze gezondheidsprogramma’s. Zo kan in Haïti het
gezondheidsprogramma samenwerken met DASH, een
organisatie die gezondheidsdiensten aanbiedt op basis
van een model van sociaal ondernemerschap, met goede
resultaten. Hiervoor moet wel een omslag in denken
plaatsvinden bij de Woord en Daad-partners, die de
programma’s aanbieden meer vanuit een traditionele
ontwikkelingsrol. In 2015 hopen we dit met een ont-
wikkeld phase-out-plan en een lokale adviseur te gaan
monitoren.
• Het doorpraten met partners over programmabena-
deringenfinanciëleconsequentiesisbelangrijk.Inde
doorrekening van totaalkosten van hardware (vooral van
waterpompen) worden bepaalde aspecten vaak niet mee-
genomen, maar alleen de eenmalige aanschaf en installa-
tie. Dit heeft een negatief effect op de duurzaamheid van
gebruik. In nieuw te ontwikkelen programma’s maken we
van totaalkosten rond hardware een focuspunt.
• Insamenwerkingvoorfinancieringsaanvragenvan
derden moeten partners eigenaarschap hebben voor de
programma- en budgetontwikkeling. In een multi-sta-
keholder-samenwerking betreft dit dan alle partners. Is
er te weinig eigenaarschap dan geeft het problemen tij-
dens de implementatie, omdat uiteindelijk leidend blijkt
wat partners in hun hoofd hebben. In nieuwe trajecten
voorfinancieringsaanvragenzalhetcriteriavanlokaal
eigenaarschap zwaar worden meegewogen.
Kijk op woordendaad.nl/resultaten voor de opvolging van
de leerpunten uit 2013.
2.6 AGRIBUSINESS EN BEDRIJFSONTWIKKELING (AED)
2.6.1 Resultaten programma Agribusiness & bedrijfsontwikkeling
De resultaten van het programma Agribusiness & bedrijfs-
ontwikkeling (AED) zijn ronduit gunstig. De programma’s
in de diverse landen bereiken steeds meer kleine boeren
die door een combinatie van krediet en advies in staat zijn
om aan te haken bij lokale en internationale markten. Bijna
5.000 ondernemers ontvingen een lening via nieuwe con-
tracten in 2014 en hernieuwde inzet van geld dat al eerder
was uitgezet. Zo’n 7.000 boeren kregen training om te
kunnen (blijven) voldoen aan de eisen die afnemers stellen.
Bijna 1.000 (kleinschalige) ondernemers ontvingen training
op het vlak van businessplanning en/of managementver-
sterking. Ongeveer 1.200 mensen kregen een baan, mede
gerealiseerd dankzij inspanningen van AED-partners.
Deze resultaten zijn het gevolg van de inzet van gespecia-
liseerde partners in combinatie met de strategie om zoveel
mogelijk in te zetten op ondernemerschap en krediet-
verlening. Investeringen uit eerdere jaren hebben op die
manier ook in 2014 weer nieuwe banen opgeleverd en
toegang tot krediet voor (agrarische) ondernemers.
30 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
2.6.2 Bestedingstabel programma AED
InterventieBegroting
2014Realisatie
2014
3.1 Exploitation costs for BDO 551.053
3.2.1.1 SMED capital - grant 241.178
3.2.1.2 SMED capital - loan -12.482
3.2.2.2 SMED small capital - loan -79.920
3.2.4 Revolving capital 75.611
3.4.1 BDO Expenses for NFS 87.460 32.079
3.4.2 NFS via expertmissions 1.627
3.5 Chain Organisation 90.111 2.276
3.6 Training, capacity building 75.813
Totaal ED 1.045.615 19.190
4.1 Exploitation costs for BDO 131.330 203.477
4.2.1.1 SMED capital - grant 233.499 87.149
4.2.1.2 SMED capital - loan 80.750
4.2.2.1 SMED small capital - grant 46.479
4.2.2.2 SMED small capital - loan 26.000
4.2.4 Revolving capital 412.179
4.4 Total BDS costs 138.914
4.4.1 BDS expenses for NFS 97.001 186.867
4.4.2 NFS via expertmissions 1.397
4.5 Chain organisation 189.501 170.321
4.6 Training, capacity building 118.189 64.707
4.7 Advocacy 30.594 50.608
Totaal AD 800.111 1.468.849
ToelichtingDeze resultaten zijn gebaseerd op beschikbare rapportages per medio maart 2015. Van een aantal landen zijn de resultaten nog niet verwerkt, die zullen in de online versie op de website nog wel worden meegenomen (woordendaad.nl/resultaten).• Het aantal verstrekte leningen is iets minder dan gepland omdat het
beschikbare kapitaal is ingezet op grotere leningen in plaats van veel kleine financieringen.
• Het aantal boeren/ondernemers dat training heeft ontvangen ligt lager doordat een groot programma in Sierra Leone (5000 boeren) bijna heel 2014 niet uitgevoerd kon worden vanwege Ebola.
• Er zijn 880 extra banen gerealiseerd via het huizenbouwprogramma (paragraaf 2.7).
• Het lagere aantal ketenverbindingen komt eveneens door het niet kunnen uitvoeren van het programma in Sierra Leone in verband met ebola.
2.6.3 Analyse programma AED
Strategisch kijken naar impact, dat is een rode draad door
2014 geweest. Wat dat betekende voor het werk? Een
paar hoofdpunten daaruit.
Kritische blikStevige debatten met de externe evaluatoren en onderling
over de observaties en conclusies van de programma-eva-
luatie. Naast constructief kritische noten is het mooi om
de eerste conclusie in het rapport ten aanzien van de AED-
programma’s te lezen:
In general the AED programmes are relevant and well-run programmes that make a difference in the lives of the people concerned. The AED policy serves as a clear and guiding document that merits further implementation and upscaling in practice. Aangespoord door die aftrap is een evaluatie pas behulp-
zaam als het ook een aantal terreinen voor verbetering
laat zien. Daar is niet alleen naar gekeken, maar hier zijn
ook stappen in gezet, zoals in het jaarplan 2014 al aange-
geven. Dit betreft:
• Contextanalyses/marktanalyses grondiger doen vanuit
een heldere keus voor de productketen en daarbij niet
alleen naar de diverse stakeholders kijken, maar hen
mee laten kijken in de analyses. Daarin houden we het
belang van duurzame impact steeds voor ogen. Hieraan
gekoppeld willen we ook meer aandacht geven aan
datacollectie in het veld, om daarmee de verwachte
impact te toetsen en in beeld te brengen. We kijken naar
de economische impact voor de diverse stakeholders in
de keten om zo goed mogelijk te kunnen doorrekenen
of het zinvol is om een op het eerste oog aantrekkelijk
projectookdaadwerkelijktefinancierenenzoja,in
welk vorm (donatie, lening, participatie). Uitganspunt
daarbij is dat de interventie pas duurzaam is als het
Bedrijfsontwikkeling
Verstrekte leningen
4.704
× 1.000 × 1.000 × 1.000 × 1.000
Boeren/ondernemersontvangen training
8.075
Nieuwe banen
2.034Gerealiseerdeketenverbindingen
4.68212.000
8755.85010.000
500 Doelstelling Doelstelling geheel gehaald (90% of meer) Doelstelling gedeeltelijk gehaald (50-89%) Doelstelling niet gehaald
ToelichtingDeze resultaten zijn gebaseerd op beschikbare rapporta-ges per medio maart 2015. Van een aantal landen zijn de resultaten nog niet verwerkt, die zullen in de online versie op de website nog wel worden meegenomen.• Het aantal verstrekte leningen is iets minder dan
gepland omdat het beschikbare kapitaal is ingezet op grotereleningeninplaatsvanveelkleinefinancieringen.
• Het aantal boeren/ondernemers dat training heeft ontvangen ligt lager doordat een groot programma in Sierra Leone (5000 boeren) bijna heel 2014 niet uitgevoerd kon worden vanwege Ebola.
• Er zijn 880 extra banen gerealiseerd via het huizen-bouwprogramma (paragraaf 2.7).
• Het lagere aantal ketenverbindingen komt eveneens door het niet kunnen uitvoeren van het programma in Sierra Leone in verband met ebola.
meer op woordendaad.nl/resultaten
31Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
2Kijk!
Het werk in het Zuiden
voor alle partijen economisch aantrekkelijk is en dat het
onvoldoende is als alleen de boeren er op korte termijn
een beetje beter van worden.
• We gaan meer op zoek naar de combinatie van inter-
venties in eenzelfde gebied of project waarbij toegang
totfinanciering,kennis/assistentieaanbiedenenmark-
ten bij elkaar komen om zo de impact en duurzaamheid
van de interventies te vergroten. De aanpak in West-
Afrika in de cashewketen is daar een mooi voorbeeld
van, waarbij kredietverstrekkers, NGO’s en private
bedrijven bij elkaar komen om een geïntegreerd pakket
van diensten aan te bieden waarvan alle ketenactoren
voordeel hebben.
Strategische blikUitgedaagd door de evaluatie is er in 2014 een grondige
contextanalyse gedaan met betrekking tot de kansen om
de cashewnotenketen verder te versterken en daar-
door impact te verduurzamen. Datzelfde is gedaan in
Guatemala voor de groenteketen. Deze keus is ingegeven
door de sterke private partners in die landen en de kansen
om een grote subsidie aan te vragen. De uitvoering van
zo’n analyse laat het belang zien van integratie tussen de
Woord en Daad AVET en AED-interventies, zowel in de
analyse als bij de implementatie. Dergelijke analyses ver-
sterken ook de positie van Woord en Daad om bij de keten
betrokken stakeholders in de landen waar we werken bij
elkaar te brengen.
NaastdezespecifiekeanalysesheefthetAED-teamsamen
met het AVET-team heel grondig gekeken naar de strate-
gische doelstellingen, de logica van de huidige activiteiten
om die doelstellingen te realiseren en wat nodig is om in
de komende jaren met elkaar effectiever te werken. Een
belangrijke stap was de selectie van een aantal waardeke-
tens waar AVET- en AED-interventies zich voornamelijk
opgaanrichten.Uitgangspuntisdattoegangtotfinan-
ciering, markten en kennisoverdracht daarin bij elkaar
kankomen.Cashew,cacao,koffie,veehouderij,honingen
groenten zijn de hoofdketens waar we ons op richten.
Bezig zijn met de strategische zaken komt normaal gespro-
ken snel in de verdrukking door de dagelijkse drukte.
Dankzij de expliciete stap naar de expertiseteams werd in
2014 een routine gecreëerd om toch strategische issues
op de agenda te krijgen. Dat bleek sterk motiverend voor
het team. Het is ook beslist noodzakelijk om onze rol als
strategische partner in de toekomst te blijven vervullen en
Marlon Pineda is een jonge boer uit Nicaragua, nog geen 30. Dankzij een lening van PAC en begeleiding, startte hij in 2012 zijn eigen koffieplantage van bijna een halve hectare. Op termijn wil hij een stenen huis bouwen, nu woont hij tijdelijk in een zelf getimmerd onderkomen bij de plantage. Vooralsnog heeft zijn bedrijf echter alle prioriteit. Hij heeft een duidelijke visie op ondernemen.
‘‘Willen is kunnen!’ Als boeren niet ontwikkelen komt dat
omdat ze eigenlijk niet echt willen. We hebben hier immers
alles.Dejuistehoogtevoorkoffie,voldoendewater.
Alle condities zijn prima. Je moet gewoon hard werken,
investeren, en je geld goed inzetten. En verder moet je
natuurlijk een goede administratie voeren. Ontwikkeling
is een keuze. Geleidelijk aan wil ik verder groeien met
mijn bedrijf. En verdad… om eerlijk te zijn, het is niet altijd
makkelijk! Het gaat gelukkig goed met mijn bedrijf, ook
ondanks de klimaatproblemen, maar er is altijd wel iets dat
ontbreekt. Ik zou meer krediet willen, ik zou nog wel wat
nieuwe machines kunnen gebruiken, en heel soms…heb ik
geen eten. Ik ben echter blij dat ik het niet alleen doe, maar
dat ik goede begeleiding en hulp krijg!’
‘Willen is kunnen in Nicaragua’Marlon Pineda uit Nicaragua
32 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
op deze manier de eerste stappen te zetten om in 2015
het Woord en Daad-beleid verder te ontwikkelen.
Dagelijkse blikNatuurlijk was een groot deel van de tijd in 2014 gevuld
met de dagelijkse zaken: samen met partners ontwikkelen
en implementeren van relevante programma’s, beoor-
delen van de projectaanvragen en het voorbereiden van
aanvragenvoorfinancieringviaIncluvest,samenmet
collega’s van fondsenwerving projecten presenteren voor
potentiele investeerders en donoren. Zonder die bezighe-
den kan een organisatie prachtig strategisch denken, maar
gebeurt er nog niets.
2.6.4 Uitdagingen programma AED
De blik op de programma-evaluatie in de vorige alinea geeft
al een vooruitblik op de uitdagingen die Woord en Daad in
2015 en daarna gaat oppakken. Samengevat komt die op
het volgende neer: de in 2014 ingeslagen weg vervolgen,
namelijk grondige contextanalyses te maken en vanuit die
analyses doelgerichte interventies vanuit AVET en AED
ontwikkelen en inzetten in samenwerking met gelijkge-
stemde strategische partners, zowel NGO’s als bedrijven.
Hoewel dat klinkt alsof het voor de hand ligt, is de praktijk
in Nederland en het Zuiden vaak weerbarstig. Vandaar:
een uitdaging.
Leerpunten:Twee leerpunten die nog niet in de voorgaande paragraaf
aan de orde zijn geweest:
• Gecoördineerde aanpak in de samenwerking met
Incluvest waardoor de gecombineerde inzet van Woord
en Daad en Incluvest duurzame impact genereert. Dit
vergt goede afstemming van taken en verantwoordelijk-
heden omdat in de praktijk hetzelfde team zowel voor
Woord en Daad als voor Incluvest werkt.
- In 2015 zal tussen Incluvest en AED gestreefd worden
naar gezamenlijke formulering van impactdoelstel-
lingen inclusief de daarbij behorende indicatoren en
monitoringsinzet.
• Actief delen van kennis en ervaring van de afgelopen 10
jaar Woord en Daad-praktijk van bedrijfsontwikkeling
wordt steeds belangrijker in een omgeving waar ook
klassiek sociale programma’s op zoek gaan naar vormen
omhetwerkfinancieelduurzaamtemaken.
- In 2015 zal er onder andere expertise door AED inge-
zet worden op het gebied van kleinschalige krediet-
fondsen binnen sociale programma’s en hoe dit goed
opgezet kan worden.
Kijk op woordendaad.nl/resultaten voor de opvolging van
de leerpunten uit 2013.
2.7 HUIZENBOUW
2.7.1 Resultaten huizenbouw
Eind 2014 zijn er 620 huizen opgeleverd (tegen een lening
van € 1.500,-) voor gezinnen van kleine ondernemers,
microkredietklanten van de vijf partner-NGO’s waarmee
Inclusive Home Solutions (IHS) in Bangladesh werkt. Dat
zijn er minder dan de voorgenomen 1.000 huizen. Om de
kwaliteit te waarborgen was het nodig om de beschikbare
capaciteit daarop te richten en kwantitatieve doelstellingen
bij te stellen.
Naast het resultaat van huizen, wat de doelstelling van het
programma is, levert het programma ook een belangrijke
bijdrage aan werkgelegenheid. Per woning zijn vijf personen
gemiddeld twee maanden fulltime aan het werk. Dat bete-
kent dat er ruim 500 gezinsinkomens in stand zijn gehouden.
2.7.2 Analyse huizenbouwprogramma
Het jaarplan van 2014 liet zien dat IHS in Bangladesh een
startende onderneming is waar veel ambitie is en ook veel
on-the-job wordt geleerd en bijgestuurd. Dat heeft tot
goede resultaten geleid. Er is geïnvesteerd in capaciteit om
meer toezicht te hebben op het hele proces van selectie
van klanten tot en met oplevering van de huizen. Dit om
de blik gericht te houden op de juiste doelgroep alsook dat
kwaliteitseisen rond sanitair, goed drinkwater en betonnen
fundering gehandhaafd worden door de lokale bouwers.
Intern is keihard gewerkt om een informatiesysteem te
620Huizen gebouwd
× 50
meer op woordendaad.nl/resultaten
33Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
2Kijk!
Het werk in het Zuiden
hebben waarmee zicht is op de status van de projecten in
het veld door middel van foto’s en gegevens van de klanten
die aan elkaar worden gekoppeld. Halverwege 2014 is
besloten deze zaken eerst volledig af te ronden voordat er
met een nieuwe bouwfase gestart wordt. Eind 2014 was
het management van IHS volledig in control over het veld-
werk en is gestart met de voorbereidingen om in februari
2015 met de volgende batch van 250 huizen te beginnen.
2.7.3 Uitdagingen huizenbouwprogramma
Leerpunten:Een van de uitdagingen voor 2015 die uit de hiervoor
beschreven alinea duidelijk is geworden betreft:
• Zorgvuldige en tijdige implementatie van sanitaire
voorzieningen.
Actie: voorafgaand aan de bouw groepssessies organi-
seren waarin de minimale voorwaarden plenair worden
besprokenentoegelicht,enconsequentemonitoring
hierop tijdens de bouw.
Een tweede belangrijke uitdaging ligt op het terrein van
bouwmaterialen:
• Momenteel worden er veel golfplaten gebruikt. Zowel
vanuit het oogpunt van wooncomfort alsook vanwege
de ecologische voetafdruk is dit een slechte keus, maar
helaas zijn er weinig alternatieven voor onze doelgroep
gezien het beperkte aanbod en de beperkte budgetten
voor een huis.
Actie: Een pilot uitvoeren met de zogenaamde
Compacted Stabilised Earth Blocks (CSEB) technologie
die in het naburige land India in sommige gebieden al
decennialang wordt gebruikt. Doel is de productie met
lokale grondstoffen te testen, kostprijs te bepalen in de
Bengaalse context en inzicht verkrijgen in de culturele
acceptatie van deze technologie.
Kijk op woordendaad.nl/resultaten voor de opvolging van
de leerpunten uit 2013.
2.8 BELEIDSBEÏNVLOEDING
Woord en Daad en haar partnerorganisaties zetten zich
waar nodig en mogelijk in voor goed overheidsbeleid,
‘Ik ben enorm trots op ons nieuwe huis’Hossain Sultana uit BangladeshVia partnerorganisatie Inclusive Home Solutions
(IHS) in Bangladesh bouwt Woord en Daad mee aan huizen voor Bengalen via een aantrekkelijk hypotheeksysteem.
Deelnemers kunnen een lening ontvangen van € 1.500,-
tegen een rente van 7,2%. Hiervan kan een huis gebouwd
worden. Voorwaarde is wel dat ze de lening binnen 6 jaar
terugbetalen. Hossain Perdosi vertelt wat dit voor hem
betekent.
‘Ons gezin bestaat uit vijf personen: mijn vrouw, Perdosi,
mijn drie dochters Shamima, Taharima en Rosanie, en
ikzelf natuurlijk. Sinds drie maanden wonen we in dit
huis. Ik kan zeggen dat ik enorm trots ben op ons nieuwe
huis. Vroeger hadden we een huis van leem. Bij regen
en storm werden delen van ons huis vaak weggespoeld.
Nu hebben we een solide huis en hoeven we de eerste
tien jaar geen onderhoud te plegen. Het huis heeft een
deur en kan op slot. En wat denk je van mijn dochters?
Ze hebben nu een plaats om rustig en veilig te studeren.
Hun opleiding kost mij veel geld, maar ik vind het heel
belangrijk dat ze kunnen werken aan hun persoonlijke
ontwikkeling. Daar wil ik graag in investeren.’
34 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
omdat goed beleid essentieel is voor duurzame soci-
aal-economische ontwikkeling van landen. De partneror-
ganisaties zijn actief in bijna vijftig verschillende beïnvloe-
dingstrajecten. Op lokaal, regionaal en nationaal niveau,
soms in een leidende rol, soms in een ondersteunende rol.
In deze paragraaf worden een aantal successen beschre-
ven die behaald zijn door middel van beleidsbeïnvloeding.
2.8.1 Resultaten beleidsbeïnvloeding
Binnen CLARA hebben partnerorganisaties INDEF en
CDA uit Nicaragua en Colombia gelobbyd voor meer
kindveiligheid. Spannend in dit project is dat een innova-
tieve methodologie voor planning en resultatenmeting
wordt toegepast. INDEF traint kerkleiders, omdat juist
de directe omgeving van familie, kerk en gemeenschap
zorgt voor onveiligheid voor kinderen. CDA beïnvloedt
gemeenteraad en burgemeester van Cartagena. In
Guatemala is het partnerorganisatie AMG gelukt om de
overheid te bewegen training te geven aan overheidsin-
stanties en pleegouders, om zodoende veiliger pleegzorg
te realiseren.
In Nicaragua stimuleert APEN, de vereniging voor pro-
ducenten en exporteurs, innovatie in de landbouwsector.
APEN heeft eraan bijgedragen dat binnen de rundvee- en
schapenhouderij en de groenten- en bananenteelt grote
stappen zijn gezet in het voldoen aan internationale
kwaliteitsstandaarden. Daardoor kunnen boeren beter
concurreren op de regionale markt en de wereldmarkt.
Sonia Somarriba (55), werkzaam bij APEN: ‘De kansen
van Nicaraguaanse boeren op de wereldmarkt vergro-
ten, daar gaat het om. Boeren trainen, goed overheids-
beleid, internationale standaarden vertalen naar de
situatie in Nicaragua, al deze dingen kunnen wij doen
dankzij de steun van Woord en Daad.’ Illustratief voor
de impact die dit programma heeft, is het succes van
Regina Belli. Zij participeerde in een van de trainingen
van APEN. Haar bedrijf ‘Honguitos Nicas’ exporteert
nu, mede dankzij verbeterde regelgeving, producten
naar Honduras. Of neem het groenteverwerkingsbedrijf
‘Empacadora Vargas’. Dankzij het werk van APEN is het
dit bedrijf gelukt om te produceren volgens internatio-
nale kwaliteitsstandaarden. Op dit moment exporteren
zij voedselproducten naar Italië. Deze voorbeelden laten
zien dat beleidsbeïnvloeding uiteindelijk heel concrete
resultaten oplevert!
Partnerorganisatie CRECH uit Haïti heeft zich in 2014
ingezet voor een betere coördinatie binnen de protestantse
onderwijssector. Het Haïtiaanse PROSACO-netwerk richt
zich op het promoten van een christelijke visie op gezins-
planning. Kerkleiders zijn getraind, en in samenwerking met
de overheid is de toegang tot planningsmethoden verbe-
terd. Jonel Jonathas (43), programmaverantwoordelijke bij
partner P&A: ‘We merken dat kerkelijke leiders erg graag
meer te weten willen komen over gezinsplanning vanuit een
christelijke visie.’
Beleidsbeïnvloeding in Ethiopië ligt gevoelig vanwege het
gesloten politieke systeem. In 2014 is aansluiting gezocht
bij een aantal netwerken, waaronder het consortium voor
SHG promoters (CoSAP) en het consortium van christe-
lijke NGO’s, CCRDA. De speerpunten van GHARA zijn de
positie van zelfhelpgroepen en kwaliteit van onderwijs,
waarbij ‘evidence based’ beleidsbeïnvloeding wordt toege-
past. Op lokaal niveau werken partnerorganisaties veelal
nauw samen met overheidsinstanties.
» Partnerorganisaties actief in beleidsbeïnvloeding
Beleidsbeïnvloeding
Partnerorganisaties actief in beleidsbeïnvloeding
Onderwijs TVET/JBS Gezondheid Voedsel-zekerheid
Agri- bedrijfs-ontwikkeling
Algemeen
5
0
10
15
20
meer op woordendaad.nl/resultaten
35Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
2Kijk!
Het werk in het Zuiden
In Bangladesh wordt het project Veilig Moederschap
van partnerorganisatie CSS in twee nieuwe gemeentes
uitgevoerd. Hier zijn in 2014 nieuwe comités opgezet.
Comitéleden houden in de gaten wat de beschikbaarheid
is van verloskundige zorg in hun gemeente. Waar nodig
benoemen ze hun zorgen bij de gemeente.
Binnen KUSSRA werkt Woord en Daad nauw samen
met ICCO rondom een programma van UCAN (Uganda
Christian Aids Network), gericht op preventie van besmet-
ting met HIV/aids onder kerkleden.
Partnerorganisatie Mfesane uit Zuid-Afrika heeft honder-
den vrouwen en kinderen geïnformeerd over hun recht
op gezondheidszorg, en zich ingezet om hun toegang tot
deze zorg te vergroten. Mfesane heeft deze boodschap
ook breed verspreid via de radio. Daarnaast onderhoudt
Mfesane als lid van de Health Care Quality Group actief
de dialoog met de provinciale overheid. Dit sluit aan bij de
gezinsbenadering die leidend is binnen SARA.
Het project voor meer voedselzekerheid in Benin werd
uitgebreid. In Burkina Faso houden partnerorgani-
saties CREDO en AESEB zich bezig met toegang tot
vakonderwijs en acceptatie van christelijke waarden in
het Burkinese onderwijs. Zo resulteerde samenwerking
tussen AESEB en het Ministerie voor Onderwijs in meer
ruimte voor gebruik van christelijk lesmateriaal. De insta-
biele politieke situatie sinds oktober 2014 betekent wel
dat nieuwe lobbycontacten gelegd moeten worden.
2.8.2 Uitdagingen beleidsbeïnvloeding
Regeringen kunnen abrupt vallen, wat lobbyresultaten
kwetsbaar maakt. Woord en Daad onderhoudt intensief
contact met lobbyisten en programmamedewerkers
wereldwijd om met hen op de uitkijk te staan, en waar
nodig voor hen klaar te staan voor strategisch overleg.
Deze benadering is in lijn met de roep uit de programma -
-evaluatie van 2013 om zoveel mogelijk aan te sluiten bij
decontextvandepartners.Ditvergteenopenenflexibele
houding, ook in 2015.
Beleidsbeïnvloeding gebeurt veelal in samenwerking met
andere organisaties. Dat zorgt voor slagkracht en legitimiteit,
maar kan tegelijkertijd ook zorgen voor onduidelijkheid wat
In Benin werkt Woord en Daad nauw samen met het platform voor voedselzekerheid, PBSA. PBSA pleit voor een goede afstemming tussen landbouwproducenten en overheid. Daarbij richt ze zich niet alleen op de nationale overheid, maar juist ook op gemeenten.
Daar is goede coördinatie tussen boeren en overheid essentieel. In
Bohicon, een gemeente in het zuiden van Benin, is Marain Assongba (51)
vanaf de start betrokken bij het project. Assongba: ‘In Bohicon is een
comité voor voedselzekerheid opgericht. Hierin komen mensen van de
gemeente, boeren en handelaars, en andere mensen die zich met voedsel
bezighouden samen. Het comité meet regelmatig hoe het ervoor staat
met de voedselzekerheid. Eén comitélid heeft de taak de burgemeester
en de gemeenteraad te informeren over verbeteringen die nodig zijn. De
gemeente benadert nu vaak zelf ook het comité voor advies. Behalve bij
de gemeente vertegenwoordigt het comité de voedselbelangen van de
inwoners ook bij andere belangrijke partijen. Stichtingen uit het buiten-
land bijvoorbeeld.’ Assongba ziet dat het project veel verandering heeft
gebracht. De mensen zijn zich meer bewust van hun eigen verantwoorde-
lijkheid voor voedselzekerheid, en worden steeds minder afhankelijk van
projecten van buitenaf. Bohicon draagt zo zelf bij aan een toekomst met
voldoende voedzaam eten voor al haar inwoners.
* De persoon op de foto is niet Marain Assongba
Lobby voor voedsel-zekerheid slaat aan Marain Assongba (51) uit Benin*
36 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
betreft rollen en verantwoordelijkheden. Al in 2013 bleek dat
een duidelijke rolverdeling en zorgvuldig projectmanagement
essentieel zijn voor het welslagen van trajecten. De inzet van
Woord en Daad in 2014 voor een verbeterde projectma-
nagementstructuur, heeft zijn vruchten afgeworpen. Dit blijft
echter een belangrijk punt van aandacht.
Leerpunten 2014:• Het meten van resultaat is in beleidsbeïnvloeding
complex en momenteel heeft Woord en Daad een te
beperkt instrumentarium hiervoor. Woord en Daad
dient dan ook te investeren in het uitbreiden van dit
instrumentarium.
Kijk op woordendaad.nl/resultaten voor de opvolging van de
leerpunten uit 2013.
2.9 NOODHULP
2.9.1 Resultaten noodhulpprogramma’s
Het jaar 2014 werd helaas gekenmerkt door rampen
waardoor miljoenen mensen werden getroffen. Zo
trokken het geweld van Islamitische Staat in het Midden-
Oosten en de ebola-uitbraak in West-Afrika wereldwijde
aandacht. In samenwerking met lokale partners en vier
Nederlandse collega-organisaties uit het Christelijk
Noodhulpcluster (Dorcas, Tear, Red een Kind en ZOA)
kwam Woord en Daad op de volgende manieren in actie.
IrakDoor de opmars van IS moesten grote groepen minder-
heden in Irak, waaronder Yezidi’s en christenen, hals-
overkop vluchten. Velen van hen kwamen terecht in het
Koerdische deel van Irak, waar de situatie op dit moment
veiliger is. Woord en Daad is in samenwerking met ZOA
een programma gestart om deze ontheemden de koude
winter door te helpen. Dit programma zal doorlopen in
2015, waarbij wordt gezocht naar mogelijkheden voor de
vluchtelingen om weer een eigen bestaan op te bouwen.
Dit programma is eind 2014 gestart (waarbij Woord en
Daad ongeveer 50% van de kosten betaalt). Veel resulta-
ten zullen pas in 2015 bekend worden.
Resultaten 2014• 350 families hebben een winterpakket gekregen (met
kleding, schoenen, dekens en een verwarming op
kerosine).
• 400 families kregen isolatiemateriaal voor de tijdelijke
onderkomens waar ze verblijven.
• 6.600 mensen kregen kort voor de start van de winter
warme winterkleding.
FilippijnenNa de tyfoon Haiyan in november 2013, startte Woord en
Daad een grote noodhulpactie voor de Filippijnen, waarbij
3 lokale partners direct betrokken waren. In 2014 volgde
de tyfoon Glenda, die kleiner in omvang was, maar ook
veel schade aanrichtte. Door de lokale partners is in 2014
enorm veel werk verzet. In nauwe samenwerking met de
lokale bevolking en lokale autoriteiten zijn programma’s
opgezet om kapotte huizen te herbouwen en boeren en
kleine ondernemers te helpen de schade aan hun bedrij-
ven te herstellen.
Resultaten 2014:• 76 ondernemers werden ondersteund met het opnieuw
starten van hun bedrijf.
• 104 vissers kregen hulp bij aanschaf of reparatie van
een vissersboot.
• 1.949 families kregen hulp bij de reparatie van hun
beschadigde huizen.
• Er werden 325 nieuwe huizen gebouwd.
• 29 mensen volgden een korte vakopleiding zodat ze zich
kunnen gaan inzetten voor de wederopbouw.
Landen waar noodhulp is gegeven
ETHIOPIË
€ 575.579ZUID-SUDAN
€ 100.000HAÏTI
€ 90.602SIERRA LEONE
€ 64.550FILIPIJNEN
€ 2.955.629IRAK
€ 402.917
meer op woordendaad.nl/resultaten » Landen waar noodhulp is gegeven
37Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
2Kijk!
Het werk in het Zuiden
Sierra LeoneIn West-Afrika greep het ebola-virus snel om zich heen en
eiste veel slachtoffers. In Sierra Leone is partnerorganisa-
tie EFSL een campagne gestart om burgers te informeren
over preventieve maatregelen tegen deze ziekte. Ze deed
dit door middel van voorlichtingscampagnes in kerken,
scholen en via radioprogramma’s.
Resultaten 2014• Er zijn 30 interactieve radioprogramma’s gemaakt
waarin met luisteraars en deskundigen werd gesproken
over de preventie van ebola. Hiermee werden 375.000
mensen bereikt.
• Op scholen, in kerken en in dorpen zijn voorlichtings-
campagnes gevoerd over ebola, met informatie over
hoe ebola zich kan verspreiden, symptomen van de
ziekte en manieren om besmetting te voorkomen.
Hiermee werden 29.000 mensen bereikt.
• Er zijn 5.000 posters verspreid in klinieken en scholen
met informatie over het voorkomen van ebola en het
onderkennen van de symptomen ervan.
EthiopiëNa een droogteperiode waarin voedselhulp is gegeven,
wordt er in Gelana een rehabilitatieprogramma uitge-
voerd om de bevolking via training en het verstrekken van
productiemiddelen te helpen om hun weerbaarheid te
laten vergroten. In een ander deel van het land is een stam
vanwege geweld op de vlucht geslagen met achterlating
van hun bezettingen en deze wordt geholpen om weer een
inkomen te verdienen in de landbouw.
Resultaten 2014• 790 gezinnen hebben vee gekregen om weer een
bestaan op te bouwen.
• 1.850gezinnenhebbengeprofiteerdvannieuwewater-
bassins om regenwater op te vangen.
• 1.610 gezinnen hebben steun ontvangen in akkerbouw,
geïrrigeerdetuinbouweninhetdiversifiërenvan
gewassen.
• 770 mensen maken nu deel uit van zelfhulpgroepen om
via samenwerking een kleine onderneming op te zetten
en een inkomen te verwerven.
Jhomer Miñon is één van de sponsorkinderen van AMG Filipijnen. Hij bezoekt na schooltijd het Jesus and Friends Child Care Center in Muntinlupa City, een wijk in Manilla, en maakte in juli 2014 tyfoon Glenda mee.
‘Midden in de nacht begon het erg te stormen, het
maakte veel lawaai. Iedereen probeerde een veilige
plaats te vinden: onder de tafel, onder bedden…
Intussen zagen we het dak van ons huis losraken en weg-
waaien door de sterke wind. Dat was heel eng. Toen ook
de muren begonnen in te storten, moesten we op zoek
naar een andere schuilplaats. Het was donker, er was
geen elektriciteit en al onze spullen waren nat... Op dit
momentwonenwebijonzeburen.Datisheelfijn,want
er was nog geen hulp. Wel kregen we meteen twee kilo
rijst van onze ‘barangay’ (leefgemeenschap). Natuurlijk
zijn we verdrietig dat ons huis vernietigd is. Maar God
isgoedvoorons.Defietsdiemijnvadernodigheeft
voor zijn werk, is nog heel. Daarmee kan hij in elk geval
zorgen voor eten. We geloven dat God er ook voor zal
zorgen dat we ons huis weer kunnen repareren.’
* De persoon op de foto is niet Jhomer Miñon
‘Verdrietig… maar God is goed voor ons’Jhomer Miñon uit de Filipijnen*
38 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Zuid-SudanVanwegetribaleconflicteninZuidSudanraaktenveel
ontheemd. Woord en Daad heeft bijgedragen aan een
programma van ZOA (de bijdrage van Woord en Daad
was 60% op het totaal), waarbij boeren en vissers werden
ondersteund om hun eigen bestaan weer op te bouwen.
Resultaten 2014• 46.000 mensen werden ondersteund met zaaigoed.
• Er werden 2.040 stuks gereedschap verspreid onder
getroffen boeren.
• 400 vissers kregen een nieuwe visuitrusting.
HaïtiAls antwoord op de aardbeving in 2010 in Haïti is Woord
en Daad betrokken bij de bouw van nieuwe huizen voor
de getroffenen. Dit is een meerjarig project omdat bij de
bouw van huizen veel komt kijken. Zo is bijvoorbeeld van
groot belang om helderheid te hebben over eigendoms-
rechten van de grond. Verder werd in 2014 een nieuwe
school gebouwd in Forêt des Pins, een dorp op het platte-
land van Haïti. Na jarenlang in een noodgebouw te hebben
gezeten, is de school nu gevestigd in een mooi gebouw dat
zo goed als klaar is, inclusief elektriciteit opgewekt met
zonne-energie.
Resultaten 2014• 247 huizen zijn gebouwd
• 1 school is gebouwd
Leerpunten:• De planning van noodhulpacties is vaak te optimistisch.
Door de weerbarstige context duurt de uitvoer van pro-
jecten vaak langer dan oorspronkelijk gedacht. Daarom
ishetbelangrijkdenodigeflexibiliteitintebouwenbij
de planning van projecten.
• Coördinatie en samenwerking met andere organisaties
voorkomt dubbelingen of onderlinge tegenstrijdighe-
den. Bij grote noodhulpacties is het aanstellen van een
centrale coördinator voor het noodhulpcluster waarin
Woord en Daad participeert heel instrumenteel. Ook
voor partnerorganisaties in het veld zorgt actieve
samenwerking onderling voor een betere kwaliteit van
de geleverde noodhulp.
Nauwe samenwerking met lokale organisaties is de kracht
van de noodhulpacties van Woord en Daad. Lokale orga-
nisaties zijn goed op de hoogte van de situatie en hebben
een breed netwerk aan contacten. Dit bevestigt Woord en
Daad in haar beleid om niet zelf te implementeren, maar
altijd via lokale partnerorganisaties.
Kijk op woordendaad.nl/resultaten voor de opvolging van
de leerpunten uit 2013.
39Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Samen kijken
Ontwikkelingen in de regio’s
3
40 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
3.1 INLEIDING
Steeds meer strategische visie binnen allianties
In 2016 start de nieuwe beleidsperiode van Woord en
Daad en de partnerorganisaties, en daarmee ook van de
regionale allianties in Azië, Afrika en Latijns-Amerika. Een
belangrijk issue in het achterliggende jaar was daarom
het traject om te komen tot nieuw beleid voor de periode
2016-2020. Ellen van den Hil, Cees Oosterhuis en Sander
Verduijn zijn regiocoördinator van deze allianties, ieder
voor hun eigen regio. Edwin Visser is manager Partners en
Programma’s. Met hen kijken we terug op de ontwikkelin-
gen binnen de allianties in 2014.
Beleidstraject
In een workshop stelden leiders van de alliantie een
gezamenlijke lijst van concept-uitgangspunten voor de
komende jaren vast. Cees Oosterhuis: ‘We hebben daarin
verschillende richtingen benoemd en deze uitgewerkt,
samen met programmamedewerkers, tijdens de beleids-
conferentie in Nederland.’ Ellen van den Hil: ‘We hebben
in onze alliantie heel sterk gekeken naar de context van de
verschillende gebieden. Dus niet: wat doen we allemaal
(al), maar wat is nodig in een bepaalde context.’ Cees
Oosterhuis: ‘Vaak kwamen daar centrale thema’s uit.
Klimaatverandering bijvoorbeeld. Of het terugdringen van
risico’s op rampen.’
Cees Oosterhuis: ‘De vraag is echter wel in hoeverre de
alliantie dit verder uit zal werken. Niet altijd zijn deze
thema’s ook voor Woord en Daad kernthema’s, terwijl
het beleidsplan toch wel een sterke focus heeft op de
programma’sdieWoordenDaadwilfinancieren.Ikziehet
echter als een uitdaging voor de partners om dat zelfstan-
dig verder uit te werken.’
Ellen van den Hil: ‘Die uitdaging is ook dit niet alleen
binnen de alliantie, maar ook als alliantie met andere
partners op te pakken.’ Sander Verduijn: ‘In dat laatste zie
ik echt de clou. Als we geen andere partners bij de alliantie
betrekken, zul je altijd min of meer comfortabel dicht bij
je belangrijkste donor blijven zitten. Op het moment dat
meer partners zich aansluiten, krijg je andere discussies.’
Cees Oosterhuis: ‘Het hele beleidstraject heeft de
partners geleerd strategischer te denken. Dat alles kwam
samen tijdens de grote beleidsconferentie in Nederland.’
Capaciteitsopbouw
In 2013 vonden 5C-workshops plaats, waarin partners
nadachten over hun capabilities. Cees: ‘Deze workshops
leidden in 2014 tot de ontwikkeling van strategische
meerjarenplannen voor capaciteitsopbouw van de
partnerorganisaties.’ Ellen: ‘Partners maakten voorheen
meestal plannen voor maximaal één jaar. Nu hebben ze de
switch naar de langere termijn gemaakt. De uitdaging is
wel om dat langere termijn-denken erin te houden.’ Sander,
aansluitend: ‘Wat we nog heel erg missen is nadenken over
de vraag: wat investeer ik vandaag om er over vijf jaar pro-
fijtvantehebben?Dementaliteitvandegehele(partner)
organisatie moet hierin meegenomen worden.’
Cees: ‘Wat ik graag wil benadrukken is dat ook wijzelf
als Woord en Daad dit nog maar net ‘tussen onze oren’
hebben. Wij doen ook nog maar twee jaar aan strategische
ontwikkeling op het gebied van capaciteitsopbouw. Als alli-
antie – en daar is Woord en Daad onderdeel van – nemen
wij elkaar daarin mee.’
Regionale fondsenwervers (RFO)
Vanaf begin 2014 zijn de regionale fondswervers in
WARA aan de slag gegaan. Cees: ‘Het was een spannend,
gezamenlijktrajectmetenerzijdsfinancieringdoorWoord
en Daad, anderzijds door de alliantie vanuit fondsen voor
capaciteitsopbouw. De verwachtingen waren hoog. Nú
krijgen we fondsen, dachten de partners.’
Cees: ‘In totaal zijn vanuit WARA 18 calls geschreven
en ingediend, waarmee meer dan 3,4 miljoen euro aan
meer op woordendaad.nl/resultaten
» Partnerorganisaties die werken aan organisatieontwikkeling
41Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
3Kijk!
Ontwikkelingen in de regio’s
fondsen binnenkwam. Dat is een mooi resultaat en het
maakte ons allemaal warm om hiermee door te gaan.
Gemotiveerd door dit succes, maakten partners eigen
financieringvrijomzelffondsenwerversaantestellen.’
Het succes van WARA werd in CLARA niet gerealiseerd.
Sander: ‘Bij ons is niets binnengekomen. In CLARA is veel
gebeurd op het gebied van capaciteitsopbouw. Daarin
heeft de regionale fondswerver partners goed geholpen
om eigen personeel vrij te maken voor fondsenwerving.
Maar het grote geld is zeker nog niet binnen. Veel grote
donoren kijken naar Afrika en niet naar Latijns-Amerika.
Waarschijnlijk gaan we in CLARA mede daardoor veel
meer focussen op het bedrijfsleven.’
In KUSSRA, GHARA en SARA zijn nog geen regionale
fondsenwervers. Ellen: ‘In Ethiopië zijn we in een verge-
vorderd stadium om iemand aan te nemen. SARA bleef
hierin wat achter, maar met het oog op de uitfasering is
onze partner in Zuid-Afrika zelf actief aan de slag gegaan.
Zij heeft nu contracten met overheden en overheidsinstel-
lingen binnen.’
Cees: ‘In het afgelopen jaar kwam meer aandacht voor
particuliere fondsenwerving door de partner zelf, naast
institutionele fondsenwerving. Net zoals Woord en Daad
fondsen werft via comités, zo willen wij dat in de alliantie
ook gaan doen. Lokale mensen die ondanks hun armoede
toch een steentje willen bijdragen. Mooi voorbeeld: in
Benin kreeg onze partner het voor elkaar dat eenmaal per
jaar een DEDRAS-zondag gehouden wordt in de kerken.
Alle collectes worden dan bestemd voor het werk van
DEDRAS.’
Stakeholderprocessen
Ellen: ‘In het zuiden zijn de kansen voor subsidieaanvragen
toegenomen, samenwerken en indienen met meerdere
partijen is meer dan ooit een vereiste. Dat was nieuw voor
de partners, maar in de praktijk blijkt de meerwaarde. Het
geeft een andere kijk op je programma’s.
We hebben bijvoorbeeld het traject Learn4Work in
Ethiopië gehad – drie partijen zijn daarbij betrokken – en
toen bleek dat we daarvoor een coördinator moesten aan-
stellen, die nu in Ethiopië woont. Dat was nieuw, want toen
kwam ineens een ander ‘poppetje’ in het spel. Dat vraagt
aanpassing van de partners. Het heeft ook een mooi effect
op de alliantie. Voorheen kwam de donorbrief van Woord
en Daad en men wist dat het geld kwam. Nu zijn er voor
de alliantie ook andere spelers. Men weet dat men soms
niet alleen de eigen alliantieleden nodig heeft, maar ook
anderen. Dat geeft een andere dynamiek.’
Cees: ‘Om bijvoorbeeld beleidsbeïnvloeding te realiseren
moet je meestal ervaren partners hebben. Als alliantie
ga je daar dan naar op zoek om jezelf meer op de kaart te
zetten in West-Afrika. De ene partner is daar sterker in
dan de ander, maar je merkt dat die gedachtegang leidt tot
veel meer strategisch denken. Het resulteert in het speci-
fiekzoekennaarnetwerkorganisatiesomjeeigenpositie
te versterken.’ Ellen: ‘Soms heb je in een subsidieaanvraag
partners nodig die de lead nemen en realiseerden partners
zich dat zijzelf die rol niet aankunnen.’
3.2 WEST-AFRIKA (WARA)
Cees benoemt drie ontwikkelingen die het vermelden
waard zijn. Allereerst: in WARA hebben de regionale fond-
senwerverseenheelsignificantebijdragegehadincapaci-
teitsversterking onder de WARA-leden. Cees: ‘Dat heeft
geleid tot drie goedgekeurde calls van de 18 die ingediend
waren. Een aantal staan nog in de wacht, terwijl anderen
zijn afgekeurd.’ In de tweede plaats: partner DEDRAS
heeft besloten om stukjes van haar werk af te splitsen.
‘Zeheeftbijvoorbeeldeenmicrofinancieringsorganisatie
ontwikkeld. Agrifinance wordt helemaal verzelfstandigd.
Dat zien we ook gebeuren in hun activiteiten rondom
beleidsbeïnvloeding binnen voedselzekerheid (PBSA).
Ze willen als zelfstandige organisaties toetreden tot de
alliantie. Dat is een ontwikkeling waarmee het bereik van
WARA in Benin sterker wordt. In de derde plaats: We
hebben in Sierra Leone heel erg te maken gekregen met
ebola, programma’s kwamen stil te liggen. Maar met het
resultaat dat de partner alternatieve manieren bedacht
om toch onderwijs te geven via thuisonderwijs. Een heel
andere manier, maar het heeft bijgedragen aan innovatie
van de partner. In een context van noodhulp toch werken
aan de voortgang van je programma’s. Dat is heel mooi.’
Tegenvaller is de registratie als alliantie bij ECOWAS
(Economic Community of West African States): Cees: ‘Dit
lukte nog niet. Het probleem is dat je de alliantie in elk
afzonderlijk land moet registreren. Omdat het een inter-
nationale alliantie is, moet je ergens een adres hebben.
Je bent verspreid over vijf verschillende landen, inclusief
Nederland. Maar die registratie is nodig om WARA beter
tekunnenprofileren.’
3.3 MIDDEN-AFRIKA (KUSSRA)
De alliantie in Midden-Afrika is relatief nieuw. Ellen:
‘Inmiddels is een MoU getekend en zijn twee leden
toegetreden. De alliantie kiest een meer zakelijke
insteek en wil ook veel zaken formeel vastleggen. Zo is
een brochure en nieuwsbrief uitgegeven, ook overweegt
42 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
men serieus een alliantieregistratie.’ Leden betalen sinds
2014 contributie waarvan onder andere het secretariaat
wordt betaald. Het proces om een fondsenwerver aan te
nemen is gestart.
‘Als het gaat, gaat het ineens heel hard. Daar zitten ook risi-
co’s aan. Als het allemaal zo snel gaat, kun je bepaalde con-
sequentiesnietgoedoverzien.Ookhebbenwebenoemd
dat KUSSRA als regioalliantie wel een meerwaarde moet
houden ten opzichte van bijvoorbeeld nationale netwerken.
We moeten helemaal vanuit Oeganda naar Zuid-Soedan
of Kenia reizen of andersom. Lange reizen soms, dat moet
wat opleveren. Door een uitwisseling met Rwanda leerde
de alliantie meer over de rol van spaargroepen en hoe je
dorpsgemeenschappen kunt versterken. ‘
3.4 HOORN VAN AFRIKA (GHARA)
Ellen: ‘Onze alliantie omvat slechts één land. Dat geeft
een andere dynamiek. GHARA was daarnaast redelijk
naar binnen gericht. Maar door de beleidsconferentie is
men wel in gaan zien: we moeten onze blik verruimen. Als
GHARA hebben we minder gefocust op ‘nieuwe leden
erbij’ en meer op aansluiting bij en samenwerking met
andere allianties.
De ICCO-alliantie heeft zich bijvoorbeeld heel sterk ont-
wikkeld, ze hebben nu in Ethiopië een kantoor geopend.
Omdat ze zo’n sterke alliantie is, heeft ze veel ambassa-
degeld ontvangen en dat ziet GHARA ook. We gaan dus
breder samenwerken. Anders dan bijvoorbeeld WARA
groeide de alliantie in Ethiopië minder hard, want er is
al zoveel. Waarom zou je het zelf doen? GHARA blijft in
ontwikkeling, maar heeft al veel sterker dan vorig jaar haar
focus helder voor ogen.’
Verder kende GHARA in 2014 enkele leiderschapsissues,
die invloed hadden op de alliantie. ‘Daarom hebben we
tegen elkaar gezegd: we moeten meer investeren op
leiderschap. Krachtig leiderschap is belangrijk.’ Daarnaast
kwam het thema landbouw sterk uit de beleidssessies naar
voren. ‘Onze partners zijn nu veel meer AVET-gericht. Ze
gaan bestaande programma’s ombuigen zodat ze steeds
sterker op de huidige context aansluiten.’
3.5 ZUID-AFRIKA (SARA)
SARA vormt als alliantie nu echt een eenheid, geeft Ellen
aan. ‘Er is veel chemie. Lastig is wel dat we uitfaseren bij
Mfesane in Zuid-Afrika. Dat heeft effect op de hele alliantie.
Ze bevragen elkaar heel sterk hierop, dat is mooi. Ook zien
we dat onze aanwezigheid in SARA danig is gereduceerd nu
we de relatie met EFZ in Zambia beëindigd hebben. Dat is
soms ook lastig.’ In SARA is vanaf 2013 hard gewerkt aan
de familiebenadering, met name door Mfesane. Ellen: ‘Dat
blijft nog steeds een centraal issue. In 2014 deden we een
nulmeting. We zien dat partner Mfesane een voortrekkers-
rol heeft binnen de alliantie. We hebben ze veel capaci-
teitsopbouw gegeven. Het leuke is dat de ICCO-alliantie
Mfesane gevraagd heeft een presentatie te geven over de
familiebenadering. Je ziet dus dat het een uitroleffect krijgt.
Ook de overheid heeft interesse getoond. Dat is een mooie
ontwikkeling voor Mfesane.’
3.6 AZIË (ARA)
In ARA werd een nieuwe partner verwelkomd, YGRO uit
Sri Lanka. Cees: ‘De integratie van YGRO in de allian-
tie verloopt heel soepel. In 2014 zijn ze toegelaten als
aspirant-lid. In 2015 worden ze waarschijnlijk volwaardig
lid.Ookdeaanstaandefinanciëleuitfaseringvanenkele
partners verloopt voorspoedig. De partner in Thailand
zoekt bijvoorbeeld nieuwe mogelijkheden om haar
projectentefinancierenenvindtdieook.Inhetlandzelf
en internationaal. De slagkracht, de veerkracht van de
partners is veel sterker dan gedacht.’ Dat laatste geldt ook
voor de bereidheid tot samenwerking: ‘Een van de mooie
ontwikkelingen in de Filipijnen was de samenwerking die
ontstond na de tyfoons. Zowel aan de Nederlandse kant
als aan de Filipijnse.’
Sommige ontwikkelingen kennen een positieve en
een negatieve zijde. Dat geldt voor een inspanning
in Bangladesh. Cees: ‘We gingen op zoek naar een
nieuwe interventie in plaats van een nieuwe partner in
Bangladesh. In het verleden zochten we eerst een partner,
daarna gingen we uitzoeken wat me met deze partner
konden doen in een bepaalde context. Nu hebben we het
anders gedaan. Waar is de armoede, waar zijn de allerarm-
sten, waar is landbouw? Dan moeten we in dát gebied iets
gaan doen.’ Het leidde tot een plan om in Bangladesh, met
Woord en Daad als alliantiepartner, verder aan agrarische
ontwikkeling te doen.
‘De alliantie is hierover geïnformeerd, maar heeft verder
niks bijgedragen. Hoewel we een ander gebied dan het
werkgebied van CSS op het oog hebben, verwacht je
eigenlijk wel dat ze zeggen: kunnen we jullie helpen,
informatie geven, ondersteunen? Dat gebeurde niet en dat
is toch een domper.’
43Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
3Kijk!
Ontwikkelingen in de regio’s
3.7 CARAÏBEN EN LATIJNS-AMERIKA (CLARA)
De ‘Amerikaanse’ alliantie hakte een stevige knoop door;
men splitste zich op in een Franstalig en een Spaanstalig
deel. Sander: ‘De afgelopen jaren hikten we daar een
beetje tegenaan. We wilden het aanvankelijk niet om te
voorkomen dat Haïti helemaal afgesloten zou worden.
Maar nu werd het vanuit Haïti zelf ook aangegeven. Ze zei-
den: ‘Wij proberen de Spaanstalige landen bij te houden,
maar die kunnen toch sneller vooruit, gezien hun context
en hun organisatorische vooruitgang.’ Voor de alliantie was
het goed dit besluit te nemen, begin 2014. Het gaf beide
allianties rust.’
‘Tijdens de alliantievergadering in november zag je dat
al. Eén taal, één context, dat vergemakkelijkte dingen.
Desondanks willen we één beleid voor de alliantie, voor
beide suballianties. Gezamenlijk zijn twee speerpunten
gekozen: kindbescherming en inclusieve economische
ontwikkeling. In de suballianties zijn eigen nuances beter
mogelijk. Dat helpt de partners te kijken hoe ze deze
thema’s gestalte gaan geven in de eigen context en in hun
eigen tempo. De Haïtianen hebben gezegd: wij willen
graag leren van de Latino’s, dus snijd ons niet helemaal
af. Dat is positief. Elkaar vasthouden, maar ook de ruimte
geven om sneller te gaan dan de ander.’
De splitsing van de alliantie is ook een strategische
keuze. ‘Men wil veel meer dan bijvoorbeeld WARA ‘light’
blijven. Ze willen niks optuigen, hun focus ligt op de
landelijke context en de nationale samenwerkingen en
allianties die de partners al hebben. Dat wordt vooral
gevoed vanuit de sterkere partners, zoals AMG en CDA,
die in hun eigen land een stevige basis hebben en zich
daarop willen blijven richten.’
Tegenvaller voor de Latijns-Amerikanen en de regionale
fondswerver is dat internationale donoren de andere kant
opkijken. ‘Dat betekent dat je met elkaar creatief moet zijn
en zelf een nieuwe kant op moet kijken. Misschien moeten
we veel meer kijken naar de private sector, want die groeit
in Latijns-Amerika.’
3.8 INDIA
In India stonden twee ontwikkelingen centraal. Allereerst
de voortvarende werkzaamheden van regiocoördinator
Samuël Nirmal. Edwin Visser: ‘We zijn heel blij met zijn
werk. Zelf komen we moeilijk India binnen. Daarom is het
heel handig dat we iemand ter plekke hebben die voor
ons het werk doet. Hij kent de context en begrijpt de
situatie van de partners goed. Daarnaast is hij een goede
verbinder met een breed netwerk. Hij bracht bijvoorbeeld
de vier partners bij elkaar voor een workshop over kindbe-
scherming. Al die vier partners zijn nu heel actief bezig om
dit toe te passen in hun organisaties.
In de tweede plaats zagen we in 2014 dat de partners
zich ‘herpakt’ hadden, nadat ze in 2010 te horen kregen
dat we gaan uitfaseren. We zijn inmiddels vier jaar verder
en ze zijn allemaal heel goed op weg om daarin stappen
te zetten. Door eigen inkomsten te genereren, door
lokaal bedrijfsleven aan zich te koppelen – en ook door
de overheid erbij te betrekken. Voor ons een heel sterke
bevestiging dat we op de juiste weg zitten. We hebben
nog zes jaar te gaan, maar met deze ervaringen heb ik er
vertrouwen in dat richting 2020 deze organisaties zullen
blijven voortbestaan. Op eigen benen.’
3.9 VERSTERKING PARTNERNETWERK
Woord en Daad heeft een apart fonds beschikbaar voor
capaciteitsopbouw van partnerorganisaties, onder de
naam Strengthening Partner Network (SPN). In 2014
heeft het merendeel van de partners meerjarige SPN-
plannen ontwikkeld met daarin veel nadruk op eigen
organisatieversterking(o.a.HRM,communicatie,financi-
eel management, PMEL). Verder heeft veel afstemming
plaatsgevonden tussen partners, binnen de regioallianties,
met als doel gezamenlijk zoeken naar fondsen, kennisuit-
wisseling, enzovoort.
Met name het uitfaseerbeleid van Woord en Daad (waar-
doorprogramma’sen/oflandenoptermijngeenfinancie-
ring meer krijgen van Woord en Daad) heeft geleid tot
kennisuitwisseling, bewustwording van donorspreiding,
duurzaamheidstrategieën, informatie over fondsenwer-
ving met lokale ondernemers, kerken, en dergelijke.
Alliantieleden van KUSSRA leerden van de spaargroe-
pen in Rwanda. Een kijkje in de keuken bij een andere
organisatie heeft zo geleid tot een meer duurzame blik
op de toekomst. Zo heeft partner CREDO, na een bezoek
aan het Woord en Daad-kantoor in Nederland, besloten
om haar eigen kantoor effectiever in te richten. Hierdoor
werd ruimte bespaard en kunnen meer kantoren verhuurd
worden. Partner DEDRAS in Benin heeft met de lokale
UEEB-kerk afgesproken om elk jaar een DEDRAS-zondag
te organiseren. Op deze zondag kan DEDRAS informatie
44 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
delen over haar activiteiten in de kerken en wordt de col-
lecte in de kerk bestemd voor DEDRAS. Mfesane verbe-
terde de website waardoor particulieren beter betrokken
zijn; ook heeft het besluit om meer ‘trainingsgericht’ te zijn
extra overheidscontracten opgeleverd. Partner INDEF in
Nicaragua is met oog op de toekomst druk bezig geweest
met het opzetten van een afdeling voor fondsenwerving
door capaciteitsversterking van verschillende teamleden
en nauwe samenwerking met de RFO.
In 2014 is ook veel aandacht geweest voor een betere
onderverdeling tussen operationele / strategische
support van de supportteams voor Woord en Daad.
Supportteamleden en partners hebben meer helderheid
gekregen over de toegevoegde waarde van het takenpak-
ket en hoe dit richting de toekomst verder verbeterd kan
worden. Hierbij is veel gekeken naar wat de zaken zijn die
partners nu echt zelf moeten kunnen, zodat supportteam-
leden daar geen onnodige energie in steken. De energie
kan dan de komende jaren liggen bij de strategische
thema’s die juist ook zo gelinkt zijn aan de institutionele
capaciteit. Dit proces heeft erg geholpen om beter zicht
te krijgen op sterke en zwakke partners en wie welk type
support (nog) nodig heeft.
In 2014 kwamen alle partnerorganisaties van Woord en Daad in Nederland om met elkaar de visie op de toekomst te delen.
45Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Kijken en wegen
Leren en innoveren
4
46 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
4.1 INLEIDING
Om kwetsbare mensen ook daadwerkelijk te kunnen hel-
pen is het belangrijk dat Woord en Daad en haar partners
voortdurend nagaan of projecten goed worden uitgevoerd
en of de gewenste resultaten ook echt worden bereikt.
Het komt dus aan op goed kijken naar de uitvoeringsprak-
tijk en het wegen van de uitkomsten: worden mensen echt
verder geholpen? Dat kijken naar en wegen van lopende
projecten stelt ons in staat om voortdurend te leren en te
innoveren.
Om deze belangrijke cyclus van kijken en wegen, leren
en innoveren te ondersteunen hanteert Woord en Daad
een beleid voor Planning, Monitoring, Evaluatie en Leren
(PMEL). De afdeling Resultaatmanagement & Leren is
verantwoordelijk voor het formuleren van PMEL-beleid,
het coördineren van en ondersteunen bij de uitvoering van
dit beleid en het versterken van de capaciteit van partners
voor PMEL.
De afdeling werkt ten behoeve van zowel de partnerrol als
de donorrol. In de partnerrol is de ondersteuning gericht
op partners om hun capaciteit op het gebied van PMEL te
versterken. Het werk ten behoeve van de donorrol wordt
aangeduid als Planning, Monitoring en Auditing (PMA)
en daarvan wordt verslag gedaan in paragraaf 6.4. Hierna
eerst een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen
op PMEL-gebied in 2014, waarna verder wordt ingezoomd
op twee belangrijke onderwerpen: innovatie en leren.
4.2 PLANNING, MONITORING, EVALUATIE EN LEREN (PMEL)
Outcome studies
In 2013 zijn gegevens verzameld over de effecten van de
projecten over de periode 2011-2013 in de zogenoemde
outcome studies. In 2014 is naar verschillende belangheb-
benden gerapporteerd over deze gegevens en is er tijdens
de bijeenkomsten van de regionale allianties met partners
gereflecteerdopdeuitkomsten.Partnerszijnuitgedaagd
om bij te sturen waar nodig. In het algemeen verwach-
ten we de meerjarendoelstellingen van 2011-2015 te
behalen.
Evaluaties
Evaluatiestudies geven inzicht in de (langetermijn)effecten
van projecten en programma’s. In 2014 zijn zes projecte-
valuatiesuitgevoerd,waarvaninmiddelsdriedefinitieve
rapporten beschikbaar zijn. Een overzicht van uitgevoerde
projectevaluaties is op de website te vinden (www.
woordendaad.nl/resultaten). Een ander type evaluatie
was een studie waarbij het functioneren van de regionale
allianties onder de loep werd genomen. Deze evaluatie
leverde een overwegend positief beeld op, maar daarnaast
ook belangrijke aanbevelingen voor het verder verster-
ken van de samenwerking binnen de allianties. De brede
programma-evaluatie die samen met Red een Kind werd
uitgevoerd in 2013 werd in 2014 breed besproken met
partners en binnen Woord en Daad en leverde belangrijke
bouwstenen op voor nieuw meerjarenbeleid.
PMEL voor de nieuwe beleidsperiode 2016-2020
Bouwstenen voor een nieuw PMEL-beleid voor 2016-
2020 werden met partners besproken op de beleidsconfe-
rentie die in juni in Nederland werd gehouden. Het bleek
dat er grote overeenstemming was over de nieuwe rich-
ting. Belangrijk daarin is dat we (nog) sterker gaan inzetten
op PMEL-systemen van partners die primair gebaseerd
zijn op hun eigen informatiebehoefte en daarnaast aan de
eisen van relevante donoren voldoen. Een belangrijk mid-
del om tot dergelijke systemen te komen is het werken met
een goed doordachte theorie van verandering (‘theory of
change’) per programma. Dit laatste is inmiddels verwerkt
in het nieuwe format voor meerjarenbeleidsplannen die
Woord en Daad vraagt van haar partners en die in 2015
ontwikkeld zullen worden.
Onderzoek
Woord en Daad heeft in 2014 opnieuw geparticipeerd in
de kenniskring van het lectoraat Christelijk Leraarschap
van Driestar Educatief. Er is een regionale studie gepu-
bliceerd over christelijk onderwijs in Zambia. Dit rapport
geeft aangrijpingspunten om in Zambia te werken aan
versterking van christelijk leraarschap en is ook de basis
voor het verder ontwikkelen van een model voor christe-
lijk onderwijs wereldwijd.
Nieuwe manier om kwalitatieve informatie te verzamelen
Veel informatie die we verzamelen over de voortgang
van de projecten is cijfermatig. Naast dit type informatie
willen we echter ook graag weten wat onze doelgroepen
inhoudelijk vinden van de programma’s. Daarom hebben
we met een aantal partnerorganisaties onderzoek gedaan
naardeMostSignificantChange(MSC)-methode.Deze
is gericht op het systematisch verzamelen en selecteren
van verhalen die gaan over de belangrijkste veranderingen
47Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
4Kijk!
Leren en innoveren
die mensen in hun leven hebben ervaren in een bepaalde
periode. Door een training en een testtraject hebben we
geleerd hoe we deze nieuwe methode goed kunnen inzet-
ten voor onze programma’s.
4.3 INNOVATIE BINNEN HET ONDERWIJSPROGRAMMA
We zijn in 2014 samen met educatieve uitgeverij Royal
Jongbloed een traject gestart om innovatieve oplossin-
gen te vinden waarmee voor kinderen op het Afrikaanse
platteland de toegang tot kwalitatief goed rekenonderwijs
kan worden vergroot. In dit innovatietraject zetten we
in op het gebruik van zelfsturende, educatieve software.
Deze software biedt kinderen de kans spelenderwijs en
zelfstandig te leren rekenen, daarbij ondersteund door
‘slimme’ technologie. We hebben op kleine schaal een deel
van een innovatief Nederlands product vertaald naar de
context van kinderen op het platteland in Burkina Faso en
met dit product de aanpak getest met kinderen in Burkina
Faso. Door de uitgevoerde test hebben we een goed beeld
gekregen van hoe we de methode op de meest effectieve
manier kunnen inzetten om leeropbrengsten en leer-
motivatie te vergroten. Door een goede samenwerking
met onze partnerorganisaties in Burkina Faso hebben
we geleerd wat randvoorwaarden zijn voor duurzame
implementatie.
De leerpunten van het afgelopen traject worden meege-
nomen in de volgende fase van het project waarbij we de
methode verder willen gaan ontwikkelen. Daarbij richten
we ons sterk op de samenwerking met de belangrijkste
actoren in het onderwijssysteem, waaronder de overheid,
om implementatie op grote schaal te faciliteren.
4.4 LEREN OP ALLE NIVEAUS
De mensen die we willen helpen leven vaak onder uiterst
moeilijke omstandigheden en hun problemen zijn complex
en taai. Het is meestal niet eenvoudig om hen effectief
te helpen; dat is regelmatig een zoektocht. Voor die
zoektochtishetbelangrijkomkritischtereflecterenop
voortgang en resultaten van de projecten, met gebruik
van monitoring- en evaluatiegegevens en informatie uit
gesprekken met partners. Op deze manier komen we
succesvolle aanpakken op het spoor die we kunnen delen
met andere partners. Er zijn ook projecten die hun doel
niet (volledig) bereiken. In het laatste geval is het zaak
oorzaken op te sporen, de juiste lessen te trekken en deze
te gebruiken om het project alsnog succesvol te maken.
Van beide typen ervaringen geven we een voorbeeld.
Een voorbeeld van een succeservaring is het gebruik van
een instrument om de capaciteit van partnerorganisaties
om projecten te implementeren in kaart te brengen. Het
instrument biedt een leidraad voor een gestructureerde
discussie over de verschillende aspecten van projectimple-
mentatie, zoals aanwezige personele en technische capa-
citeit, de gevolgde strategie, de mate waarin bekend is hoe
effectief de gevolgde strategie is, de mate waarin lessen
worden gebruikt om het project te verbeteren. Door het
instrument in te zetten tijdens bezoeken met meerdere
alliantiepartners krijgt de bezochte partner een kritische
spiegel voorgehouden en ontvangt hij concrete adviezen
voor verdere verbetering. De deelnemende partners gaan
naar huis met ideeën voor hun eigen organisatie. Dit is een
effectieve manier van leren in alliantieverband.
Een onderwijsproject van een van onze partners in
Ethiopië gaf een ander beeld te zien. Allerlei zaken liepen
nietgoedenreflectiehieropbrachtaanhetlichtdatdit
kwam door een aantal leiderschapsissues. Er werd een
besluit genomen, ook na overleg met andere donoren, om
definancieringtijdelijkstoptezetten.Achtmaandenlang
ontvingdezepartnergeenfinanciëlemiddelen,watuiter-
aardserieuzeconsequentieshadopprojectniveau.De
scholenmoestennurondzientekomenzonderfinanciële
support. In een van de projectgebieden nam de school het
initiatief om bij de lokale gemeenschap geld in te zamelen.
Zo leidde deze tegenslag tot een groter eigenaarschap van
projectstaf en gemeenschap. Voor Woord en Daad bracht
deze ervaring het inzicht dat we meer aandacht dienen te
geven aan (kwaliteit van) leiderschap in de instrumenten
waarmee we organisatiecapaciteit van onze partners
meten en in onze activiteiten gericht op het versterken
van de capaciteit van partners.
Dilemma’s bij het meten van effecten
Leren doen we voortdurend van de monitoringgegevens
die we samen met partners verzamelen. Jaarlijks verza-
melen en rapporteren we gegevens over de outputs van
de programma’s. Dat betreft de zaken die de programma’s
opleveren zoals het aantal kinderen die onderwijs ontvin-
gen, aantal mensen die vakonderwijs ontvingen, aantal
verstrekte leningen aan boeren en ondernemers, etc.
Deze gegevens zijn voor de verschillende programma’s
gegeven in hoofdstuk 2. Nog belangrijker voor leren zijn
gegevens over de outcomes, de effecten van de program-
ma’s, zoals het aantal mensen dat een baan vindt na het
afronden van een vakonderwijstraining, de toename van
bedrijfsinkomens en dergelijke.
Het verzamelen van deze gegevens kost meer tijd en
48 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
inspanning en daarom verzamelen we die niet ieder jaar.
Na de nulmeting in 2011 hebben we deze gegevens in
2013 opnieuw verzameld, middels de hiervoor genoemde
outcome studies, waarna deze gegevens in 2014 zijn
geanalyseerd en vertaald in lessen voor de programma’s.
Een overzicht van deze gegevens voor de belangrijkste
outcomes (meerjarige effecten) is te vinden op de website
(woordendaad.nl/outcomes). Bij het meten van deze
outcomes stuiten we regelmatig op een aantal dilemma’s,
waarvan we er een aantal benoemen om inzicht te geven
in de soms complexe wereld van meten en weten, leren en
verbeteren:
In een aantal programma’s werken we met scorecards
waarmee we de kwaliteit van (een deel van) het pro-
gramma meten. Wat we nu regelmatig zien is dat scores in
de loop van de tijd lager worden, niet omdat de kwaliteit
daadwerkelijk omlaag gaat maar omdat programmamede-
werkerskritischergaanreflecterenophunwerk.Ditiseen
positieve ontwikkeling want het is teken van een lerende
houding. Het betekent wel dat we ook het verhaal over de
totstandkoming van deze scores moeten meenemen.
We gaan regelmatig de discussie aan met partners over
hun organisatiecapaciteit. Om ontwikkelingen in de tijd te
kunnen meten drukken we deze capaciteit graag uit in een
score. Maar in dit soort strategische discussies kan het
toekennen van scores verstorend werken want het kan
organisaties stimuleren om te laten zien hoe goed ze al zijn
in plaats van zich open te stellen voor mogelijkheden om
nog sterker te worden.
Om het gebruik van monitoringgegevens door partners te
stimuleren is het goed om hen een stevige (leidende) rol te
geven in het verzamelen van deze gegevens. Bij partners
die hierin minder ervaren zijn, betekent dit dat we wat
moeten toegeven op de kwaliteit van de gegevens.
Leerpunten 2014:• Het ontwikkelen van een theorie van verandering
(‘Theory of Change’) per project is een belangrijk
middel om de juiste strategische keuzes te maken, het
denken vanuit gewenste effecten te bevorderen en het
ontwikkelenvaneenpartner-specifiekPMEL-systeem
te stimuleren. Om deze reden zal in de nieuwe meerja-
renprogrammavoorstellen die partners in 2015 gaan
ontwikkelen, een theorie van verandering het uitgangs-
punt vormen.
• Werken met een set aan standaard evaluatievragen kan
snel leiden tot brede, relatief oppervlakkige projecteva-
luaties. Beter is het om te concentreren op een beperkt
aantal evaluatievragen die dan goed uitgediept kunnen
worden. Dit zullen we dan ook als uitgangspunt nemen
in een nieuw evaluatiebeleid.
• Samenwerking met specialistische (kennis)partners
speelt een belangrijke rol bij het bevorderen van
innovatie en leren in projecten. Dit zal dan ook een
aandachtspunt zijn bij het starten van nieuwe innovatie-
trajecten en expertiseopdrachten.
• Beoordelingsinstrumenten en activiteiten gericht op de
versterking van de capaciteit van partnerorganisaties
dienen expliciet aandacht te geven aan leiderschap.
• Het verzamelen van kwalitatieve gegevens verste-
vigt participatie van de doelgroep en biedt inzicht
in de verwachte en onverwachte effecten van onze
projecten.OmdieredenwillenwedeMostSignificant
Change-methode vaker gaan inzetten en zullen we
zoeken naar nog meer methoden om dit type informatie
te verzamelen.
49Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Meer dan kijken
Het werk in het Noorden
5
50 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
5.1 INLEIDING
Het jaar 2014 was een jaar van vooruit kijken en vernieu-
wing. De leerpunten uit 2013 werden bij het programma
beleidsbeïnvloeding meegenomen en we bekeken hoe
verbeterpunten opgepakt konden worden.
Door TNS NIPO werd een belevingsonderzoek uitgevoerd
onder de achterban van Woord en Daad. Woord en Daad
wilde kijken hoe tevreden haar donateurs zijn over het
werk van de organisatie en waar er nog uitdagingen liggen.
De hoofdconclusie van dit onderzoek was dat Woord
en Daad intensief contact heeft met haar achterban,
waardoor weinig donateurs de samenwerking opzeggen.
Uitdaging is jongeren blijvend en actiever aan de stichting
te binden. Daarbij kan de digitalisering beter benut
worden en mag de achterban meer worden voorbereid
op deze wijze van communiceren. De aanbevelingen van
TNS NIPO vindt u op de online versie van het jaarverslag
(woordendaad.nl/jaarverslag).
Woord en Daad heeft in 2014 op dit gebied stappen gezet
met de start van ‘Mijn Woordendaad’, waar donateurs op
maat worden geïnformeerd over het geld dat ze besteden.
Naast informatie over de politieke en economische ont-
wikkelingen van het land krijgt de donateur ook informatie
over het programma dat men steunt.
Op fondsenwervend gebied was de uitdaging voor 2014
om meer geld te realiseren via Vermogensfondsen en
Institutionele Fondsen. De strategie was om meer te
investeren in netwerken en partnerships. Daarnaast
kregen de accountmanagers ruimte om te focussen op
relatiebeheerenacquisitie,waarbijeencommunicatie-
pool de juiste informatie aanleverde. De investering in
partnerschappen is geslaagd en zal naar verwachting voor
een deel in 2015 zichtbaar worden. De focusstrategie
werkt in de praktijk prettig. Toch bleven de inkomsten
op deze fondsen vooralsnog achter. Het was verrassend
om te zien hoe bij het bedrijvennetwerk een nieuwe
dynamiek ontstond, die zichtbaar is in de cijfers. Ook de
structuele inkomsten vanuit particulieren stegen. In die zin
bevestigen de inkomstencijfers de uitkomst van het TNS
NIPO-onderzoek.
In 2014 werden uit onverwachte hoek mooie resultaten
behaald. Door een conferentie in Brussel over ‘Visie op
Afrika’ kwam Woord en Daad in contact met Burkinese
en Beninse mensen uit de diaspora in Nederland. Zij
gaven aan vanuit Nederland te willen samenwerken met
Woord en Daad om zo iets te betekenen voor hun land.
De eerste stappen tot het vormen van een vrijwilligers-
groep zijn gezet.
Doelstelling 2014 (€) Realisatie 2014 (€) Realisatie 2013 (€) Verschil 2014-2013 (€)
Particulieren
Sponsoring totaal (particulieren incl.groei) 9.097.500 9.010.556 9.160.936 -150.380
Overige projecten 5.950.000 6.469.014 4.810.310 1.658.704
Noodhulp 500.000 884.975 1.525.487 -640.512
Particulieren totaal 15.547.500 16.364.545 15.496.733 867.812
Bedrijven 2.300.000 2.019.613 1.907.908 111.705
Subsidies 8.269.929 7.839.276 8.119.072 -279.796
Acties derden 2.876.589 3.616.217 2.957.349 658.868
Vermogensfondsen 3.900.000 1.352.376 2.351.896 -999.520
Rentebaten en baten uit beleggingen 50.000 44.180 58.176 -13.996
Inkomsten leveranciersrol 100.000 122.871 92.149 30.722
Bewustwording 115.250 46.985 0 46.985
Totaal 33.159.268 31.406.063 30.983.283 422.780
» Inkomsten per doelgroep Interest/Inkomsten leveranciersrol/
bewustwording € 214.036
Particulieren € 16.364.545
Vermogensfondsen € 1.352.376 Aandeel acties derden € 3.616.217
Subsidies € 7.839.276
Bedrijven € 2.019.613
51Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
5Kijk!
Het werk in het Noorden
Doelstellingen Resultaten
BEWUSTWORDING
Om jongeren bewust te maken van de armoede in de wereld worden diverse reizen i.s.m. de school georganiseerd.
Doelstelling aantal jongeren: 28 jongeren reizen vanuit Nederland naar het Zuiden,17 jongeren vanuit het Zuiden bezoeken Nederland; en een aantal docenten.
Totaal aantal jongeren die door omstandigheden niet op reis konden: 17 jongeren vanuit Bangladesh en Zuid-Afrika.Totaal aantal jongeren vanuit Nederland die wel op reis gingen: 28 jongeren.
Omstandigheden:-Jongeren vanuit het buitenland ontvingen geen visum voor Nederland. Enkele docenten hebben Nederland wel bezocht.-Door de ebola-epidemie kon de reis naar Sierra Leone niet plaatsvinden, in plaats daarvan reisden de jonge-ren naar de Filippijnen.
De landen die bezocht zijn: Filipijnen, Guatemala, Sierra Leone en Ethiopië.
Blijvend aandacht vragen voor duurzaamheid, ook verbonden aan politieke lobby.
In Werelddelen verscheen viermaal de rubriek Goed bezig!, waarin lobby- en duurzaamheidsinitiatieven in Nederland en het Zuiden werden belicht.
Effectiviteit van het werk van Woord en Daad bespreekbaar maken. Tijdens het afscheidssymposium van Dicky Nieuwenhuis als lid van de raad van bestuur vond een levendig debat plaats over het bereiken van de allerarmsten.
Onderzoek naar Serious Gaming als bewustwordingsmiddel. Door het langer dan gepland uitvoeren van de campagne Wees Eerlijk, heeft dit onderzoek nog niet plaatsge-vonden. Dit zal in 2015 gebeuren.
-
Samen met ZOA worden tenminste 10 Wees Eerlijk Events gehouden op scholen, waarmee 1200 leerlingen worden bereikt.
Er hebben 28 events plaatsgevonden waarmee 3192 leerlingen zijn bereikt.
De lespakketten van Just Care worden breed gebruikt op scholen. Twee lespakketten (Eerlijk Handelen en Voedsel) zijn in het Engels vertaald, om aansluiting te krijgen bij het tweetalig onderwijs. Lespakketten zijn door 100 scholen gedownload.
In het kader van de Eerlijke Vrouw vindt een vrouwen reis plaats, vin-den minimaal zes vrouwen -events plaats en verschijnt een tijdschrift.
De vrouwenreis vond plaats in februari 2015, er hebben 7 vrouwen-events plaatsgevonden en het tijdschrift verschijnt in 2015.
Om studenten te bereiken, vinden i.s.m 15 studentenverenigingen activiteiten plaats.
Er hebben 5 studentenbijeenkomsten plaatsgevonden waarmee in totaal 210 studenten direct zijn bereikt. En in samenwerking met 15 studenten verscheen de glossy Ubuntu, over ontwikkelingssamenwerking, duur-zaamheid en gerechtigheid, die onder 2000 studenten is verspreid.
COMMUNICATIE EN FONDSENWERVING
In 90% van de communicatie-uitingen van Woord en Daad is te zien dat ze een professionele bezielende organisatie is die vanuit de Theory of Change werkt en laat zien dat ze dit vanuit Bijbels perspectief doet.
Een interne audit en het TNS Nipo geven aan dat dit wordt gedaan. Meer dan de helft van de achterban kiest voor Woord en Daad omdat ze vertrouwd bekend staat en ziet dit ook bevestigd.
Er wordt 100% rekening gehouden met diverse doelgroepen bij het binnenhalen van fondsen. In 90% van de gevallen vinden sponsors hun programma’s waardevol en zien ze de toegevoegde waarde hiervan in.
Doordediversificatieinfondsenwervingwordteroptimaalrekeninggehoudenmetdewensenvandedoel-groep. Bij VF is 90% tevreden tot zeer tevreden met de op-maat-benadering. Bij bedrijven is 80% tevreden met de op-maat-benadering. Met de overige 20% hebben er gesprekken plaatsgevonden om leerpunten hierin mee te nemen.
80% van de rapportages voldoet aan gestelde criteria. Sponsors zijn tevreden.
90% van de sponsors is tevreden met de rapportages.
Bij elke doelgroep wordt er over de resultaten van het werk gerap-porteerd: minimaal een succesproject en een leerproject krijgen een plaats in het magazine.
In alle uitingen hebben zowel het succesproject als het leerproject aandacht gekregen.
Verder uitrollen nieuwe IF-strategie met focus op allianties en regio-nale fondsenwerving.
Drie regionale fondswervers bouwen actief aan netwerk van donoren en dienen voorstellen in. In 2015 zal een fondswerver in Ethiopië worden aangesteld.
Bij bestaande institutionele donoren in Nederland en daarbuiten worden relaties (verbindingen) gecontinueerd, of nieuwe verbindingen tussen donor en projecten/programma’s in het Zuiden gecreëerd.
Relaties met bestaande donoren zijn onderhouden door bezoeken, rapportages en nieuwe projectvoorstellen, waarbij is ingezet op relatievorming met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
17 aanvragen bij institutionele donoren (EU, USAID, etc.) worden ingediend (mogelijk via partner). 6 worden er goedgekeurd.
Er zijn 18 voorstellen ingediend, waarvan er 4 zijn goedgekeurd. 5 voorstellen zijn nog in behandeling bij donoren.
Minimaal 5 relaties gaan zich vanaf tweede helft 2014 inzetten als ‘ambassadeur’.
Dit vraagt meer tijd (ook bij donoren) dan voorzien. Deze actie loopt door tot eerste helft 2015.
Totale inkomsten realiseren van: € 33.159.268
Inkomsten particulieren: € 15.547.500
Inkomsten bedrijven: € 2.300.000
Inkomsten IF: € 11.146.518
Inkomsten VF: € 3.900.000
Inkomsten overige € 265.250
Totale inkomsten gerealiseerd van: € 31.406.063
Inkomsten particulieren: € 16.364.545
Inkomsten bedrijven: € 2.019.613
Inkomsten IF: € 11.455.493
Inkomsten VF: € 1.352.376
Inkomsten overige: € 214.036
-
Met 10 relaties van Vermogensfondsen heeft Woord en Daad lange-termijncontracten van 3-5 jaar.
Met 12 relaties bestaan er meerjarige samenwerkingscontracten.
» Doelstellingen en resultaten
Doelstelling geheel gehaald (90% of meer) Doelstelling gedeeltelijk gehaald (50-89%) Doelstelling niet gehaald
52 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
5.2 BELEIDSBEÏNVLOEDING NEDERLAND EN EUROPA
We hopen dat de Europese Commissie uitvoering geeft
aan het politieke advies van Geier en andere parlementa-
riërs. Dat zal de hulp aan Haïti in de toekomst zeker ten
goede komen.
Voor het programma beleidsbeïnvloeding was 2014 een
jaar van vooruitkijken en vernieuwing. In 2013 keken we
vooral terug: was al het lobbywerk van Woord en Daad
in Den Haag en Brussel effectief geweest? Een onafhan-
kelijke onderzoeker keek secuur naar het lobbywerk en
concludeerde: ja, voor een belangrijk deel wel, maar jullie
kunnen het nog beter. Woord en Daad is met zijn aanbeve-
lingen aan de slag gegaan.
Een belangrijke aanbeveling die de consultant meegaf
was: breng meer focus aan in het politieke werk van
Woord en Daad. Jullie werk is te versnipperd. Woord en
Daad heeft daar in 2014 gehoor aan gegeven. Vanaf nu
richt de beleidsbeïnvloeding zich vooral op het bevorde-
ren van boerenondernemerschap. Hoe kunnen boeren
de juiste ondernemersvaardigheden krijgen? Hoe kunnen
ze beter toegang krijgen tot banken, om over het geld
te beschikken dat ze nodig hebben voor investeringen?
Hoe kunnen ze beter hun producten verhandelen op de
markt? En vooral: welke rol kan de politiek spelen om
dat te bevorderen, zowel in ontwikkelingslanden, als in
Nederland en de Europese Unie? Woord en Daad zet
zich onder andere via het netwerk Agri-ProFocus in voor
deze thema’s.
Meer focus betekent ook stoppen met zaken die minder
opportuun zijn geworden. Zo lobbyde Woord en Daad tot
en met 2013 actief voor steun van Nederland aan primair
onderwijs in ontwikkelingslanden. Het politieke tij zat
daarin helemaal tegen. Woord en Daad besloot daarom
als lid van de Global Campaign for Education niet meer
actief te blijven lobbyen. Als er in de toekomst nieuwe
politieke kansen voor primair onderwijs komen, kan altijd
nog gekeken worden of Woord en Daad daarop terug zou
moeten komen.
Kijk goed naar je politieke analyses, die kunnen grondi-
ger, zo luidde een andere aanbeveling uit de genoemde
evaluatie. Ook daarmee is Woord en Daad aan het werk
gegaan. Toen in 2014 het lobbyprogramma voor boeren-
ondernemerschap uitgewerkt werd, heeft Woord en Daad
Vijf jaar geleden, op 12 januari 2010, werd Haïti getroffen door een enorme aardbeving. De ramp kostte aan zo’n 230.000 mensen het leven. Vanuit de hele wereld werd hulp toegezegd. De Europese Unie stelde het grootste bedrag ter beschikking. In de
chaotische situatie na een natuurramp is het extra van belang om te kijken of hulp goed verleend wordt, en of het geld op een transparante manier besteed wordt.
Woord en Daad, als voorzitter van de Coördination Europe-Haïti (COEH), een
lobbynetwerk in Brussel, heeft zich in de afgelopen jaren ingespannen voor een
onafhankelijke evaluatie van het enorme EU-hulpprogramma. Na veel lobbywerk bij
het Europees Parlement gingen parlementariërs zich inzetten voor zo’n evaluatie.
Die is er in de zomer van 2014 gekomen. De COEH zocht onmiddellijk weer contact
met Parlementsleden, om hen te adviseren in het geven van een goede politieke
reactie. De Duitse sociaaldemocraat Jens Geier nam daarbij binnen het Parlement
de leiding. Met hem had de COEH veel contact. Ons platform gaf een eigen analyse
van de bereikte resultaten en formuleerde een aantal aanbevelingen. Terugkijken en
vooruitkijken dus.
Jens Geier over het advies van de Coördination Europe-Haïti: ‘Als lid van de budgetcon-
trolecommissie in het Europees Parlement was ik verantwoordelijk voor een rapport
over de besteding van Europese fondsen. In dat kader heb ik bij enkele gelegenheden
gewerkt met de Coördination Europe-Haïti. Het platform voorzag me van een goed
overzicht van het maatschappelijk middenveld in Haïti. Ze zorgden voor contacten met
Haïtiaanse NGO’s en deelden hun visie op het EU-beleid inzake humanitaire hulp en
ontwikkelingssamenwerking. Ik heb de vruchtbare en op kennis gebaseerde samenwer-
king met de Coördination Europe-Haïti zeer gewaardeerd en zal hen in de toekomst
opnieuw raadplegen als Haïti weer ter sprake komt in het Parlement.’
Terugkijken en vooruit
kijken in HaïtiJens Geier, EU-parlementariër
53Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
5Kijk!
Het werk in het Noorden
daar veel aandacht aan gegeven. De politieke spelers die
invloed hebben op de kansen voor boerenondernemers
zijn zo compleet mogelijk in kaart gebracht.
Ook in 2014 werden concrete politieke resultaten
behaald door de politiek adviseurs van Woord en Daad.
Zo slaagde Woord en Daad er opnieuw in een meerder-
heid in de Tweede Kamer enthousiast te maken voor
blijvende steun aan agrarisch beroepsonderwijs. In het
najaar werd een motie aangenomen die de minister
opdraagt om landen in Afrika te steunen bij het verbe-
teren van hun beleid voor landbouwonderwijs. In 2015
hopen we daarvan het resultaat te zien in het beleid van
onze regering. Op het gebied van landbouwontwikkeling
pleitte Woord en Daad, samen met andere leden van
Agri-ProFocus, ervoor dat versterking van voedselwaar-
deketens vooral ten goede komt aan lokale boeren in
ontwikkelingslanden. Dat kon bij verschillende partijen
op steun rekenen, maar bij de Minister nog niet. Zij
benadrukt sterk dat zowel Nederlandse bedrijven als
bedrijvenuitontwikkelingslandenmoetenprofiteren.
In Partos verband nam Woord en Daad het initiatief
om meer aandacht te vragen voor het belang van een
meer coherent ontwikkelingsbeleid van Nederland: wat
Nederland doet op het gebied van internationale handel,
migratie, belastingen en landbouw moet goed aansluiten
op de ontwikkelingshulp die we geven. We kregen brede
steun voor het initiatief. Voorjaar 2015 zal Woord en
Daad met tien andere Partos-leden een rapport aan de
Minister aanbieden, met krachtige aanbevelingen voor
een meer samenhangend beleid. Op Europees niveau
vroegen we via CONCORD ook actief aandacht voor
beleidscoherentie. Het lijkt erop dat de nieuwe Europese
Commissie en het nieuwe Europees Parlement zich
daar ook echt voor willen inzetten. Dit aspect zal volop
aandacht krijgen in 2015.
Woord en Daad communiceerde ook in 2014 actief met
de achterban en de sector over haar politieke werk. Met
regelmaat schreven de politiek adviseurs in Werelddelen,
Daadkracht, Reformatorisch Dagblad en Vice Versa over
zaken als het Nederlandse ontwikkelingsbeleid, armoede-
problematiek in het algemeen en het werk van Woord en
Daad wereldwijd.
Leerpunten• In 2014 hebben we het programma ‘From Field to
Market’ ontwikkeld. Dit programma richt zich op het
beïnvloeden van het overheidsbeleid in ontwikkelings-
landen ten aanzien van boerenondernemerschap. Het
programma is een mooi voorbeeld van geïntegreerd
werken tussen onze themaspecialisten voor beleidsbe-
invloeding, agribusiness ontwikkeling en agrarisch vak-
onderwijs. Niet eerder was die samenwerking zo nauw.
In 2015 en daarna willen we graag op deze manier
concrete projecten van Woord en Daad en Incluvest
verbinden aan beleidsbeïnvloeding, zowel in Nederland
en de EU, als in de landen waar onze partnerorganisa-
ties werken.
• In 2014 hebben we, nadat onze staf voor beleidsbeïn-
vloeding is uitgebreid, besloten om de taken te verde-
len: één politiek adviseur richt zich op de Nederlandse
overheid, de andere op de EU. Dit is een goede keus
geweest. Het helpt ons om ook in 2015 onze capaciteit
zoefficiënteneffectiefmogelijkintezetten.
• In 2014 hebben we veel energie gestoken in het geven
van een impuls aan de inzet van Partos en CONCORD
voor beleisdcoherentie. Daardoor hebben we een kader
geschapen waarbinnen we meer aandacht kunnen
vragen voor beleidscoherentie rond handelsverdragen
en de gevolgen voor de landbouw.
Kijk op woordendaad.nl/resultaten voor de opvolging van
de leerpunten uit 2013.
5.3 BEWUSTWORDING
De minister op bezoekIn 2014 werd de Wees Eerlijk-campagne, die Woord en
Daad en ZOA samen voerden sinds begin 2011, feestelijk
afgerond. Samen met 300 leerlingen van actieve Wees
Eerlijk-scholen (onder meer het Calvijn College in Goes en
het Wartburg College locatie Revius in Rotterdam) vond in
Bunschoten-Spakenburg een Wees Eerlijk Event plaats.
Ook minister mevrouw Lilianne Ploumen (Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking) kwam even kij-
ken bij het evenement. Ze stak de aanwezige jongeren een
hard onder de riem, en riep hen op meer eerlijke kleding te
kopen. Zelf maakt de minister zich sterk voor een eerlijker
behandeling van kledingarbeiders in Bangladesh.
Per 1 juli liep de subsidie van het ministerie van
Buitenlandse Zaken voor Wees Eerlijk ten einde. Op eigen
initiatief zijn ZOA en Woord en Daad tot en met december
2014 door gegaan met het aanbieden van Wees Eerlijk aan
scholen.
» Beleidsbeïnvloeding in Nederland
5Campagnes en trajecten
54 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Duurzaamheid vaag? Onduidelijk wat duurzaam leven voor zin heeft? Niet voor Mariska van den Berg (16) uit ’s-Gravenzande. ‘Fair trade producten kopen maakt wel degelijk uit,’ ontdekte zij in Zuid-Afrika.
Wat heeft een eerlijke levensstijl in Nederland voor zin voor mensen die
leven in armoede? Mariska van den Berg (16) uit ’s-Gravenzande reisde
met Woord en Daad en haar school, Wartburg College locatie Revius,
naar Zuid-Afrika om dat te onderzoeken. Haar reis maakte deel uit van
de campagne Wees Eerlijk, die aandacht wil vragen voor een eerlijke,
duurzame levensstijl.
Ze vertelt over een wijnboerderij die zij bezocht, waar ‘eerlijke’ wijn
wordt gemaakt. De wijn is niet alleen lekker, de arbeiders krijgen er ook
een eerlijk salaris, en worden fatsoenlijk behandeld. ‘Bijna alles was er
voor de werknemers’, vertelt Mariska. ‘Een school, huizen, een winkel
en een dokter. Je kon het eigenlijk een ‘mini-dorp’ noemen. De ouders
werkten op de boerderij, en waren dus de hele dag weg. Maar daar was
een oplossing voor; de kinderen konden overdag naar school en leerden
er tellen, de kleuren, vormen en dergelijke.’
Al deze ‘extra’ mogelijkheden voor de kinderen worden betaald van de
opbrengst van Fair Trade-wijn. ‘Veel mensen in Nederland denken dat
eenflesjewijnvanFairTrademeerofminderniksuitmaakt,maardat
maakt wel degelijk uit.’ Mariska’s oproep is: ‘Geef deze kinderen ook de
kans om naar school te gaan!’
‘Fair trade kopen maakt wel
degelijk uit’Mariska van den Berg (16)
uit ’s-Gravenzande
28Events, waarmee 3.192 leerlingen bereikt
28Jongeren op reis
7Vrouwen-events
Bewustwording
100Lespakketten gedownload
5Studentenbijeenkomsten,waarmee 210 studenten bereikt
× 10
» Bewustwordingmeer op woordendaad.nl/resultaten
55Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
5Kijk!
Het werk in het Noorden
Tweemaal visa-problemenHet wordt steeds lastiger om buitenlandse jongeren, ver-
bonden aan de partnerorganisaties van Woord en Daad, uit
te nodigen in Nederland. Kijken hoe jongeren in Nederland
leven wordt voor hen haast onmogelijk. De visumregels
worden namelijk steeds strenger, en worden bovendien
steeds strikter toegepast. In 2014 leidde dit voor de unit
Bewustwording tot tweemaal toe tot problemen.
In april moest een bezoek van 15 vakjongeren uit
Bangladesh aan het Calvijn College in Krabbendijke en aan
de Tweede Kamer worden afgelast omdat de jongeren geen
visum konden krijgen. De aanvraag werd door de ambas-
sades in Bangladesh afgewezen, onder meer omdat de
jongeren geen werk hadden en uit arme gezinnen kwamen.
Ook twee Zuid-Afrikaanse jongeren die het Wees Eerlijk
Event in juni zouden bezoeken, ontvingen geen visum en
konden dus het evenement niet bezoeken.
Bewustwording in Ethiopië13 vwo-5-jongeren van het Ichthus College kozen
ervoor om in het najaar van 2013 met Woord en Daad
een bewustwordingsreis te maken naar Gambella, waar
partnerorganisatie Hope Enterprises een onderwijspro-
gramma heeft. De jongeren zamelden zelf geld in voor de
reiskosten, maar voerden zoveel actie dat zij bovendien
€ 10.000 konden doneren aan projecten van Hope.
De 13 jongeren toonden zich enthousiaste ambassadeurs:
zij bereikten ruim 4.300 mensen met hun verhalen, en
gaven mensen daarmee een andere kijk op Ethiopië en op
het werk van Woord en Daad en haar partners.
5.4 COMMUNICATIE EN FONDSENWERVING
Particulieren
‘Kijk, ik ben Ashna, en ik woon in Bangladesh.’ Ze wijst naar een foto van Bangladesh. ‘Mijn land is een heel arm land! Gaan jullie mee?’ Vol enthousiasme houdt Ineke de pop – Ashna, een
Bengaals schoolmeisje – in haar hand. Ze bedacht Ashna
om op een aansprekende manier voorlichting te geven
en maakte passende foto’s in Bangladesh. Nederlandse
leerlingen hangen aan haar lippen!
VoorlichtingHet voorbeeld van Ineke laat iets zien van de werkwijze van
unit Particulieren: altijd op zoek naar de beste manier om de
doelgroep te bereiken. Ook in 2014 kwam Woord en Daad
weer langs op scholen om te vertellen over de projecten,
over het sponsorprogramma en over armoede en rijkdom.
ScholenIn 2013 besloten we meer te investeren in contacten met
scholen omdat we daar potentie zagen. Dit resulteerde in
2014 in vijf middelbare scholen die grootschalige acties
voerden. Het resultaat: € 175.000.
EvenementenTraditiegetrouw stonden we in oktober op de
Wegwijsbeurs, voor het eerst in Rotterdam. We hadden
veel bekijks in de stand. In totaal bracht de beurs maar
liefst € 10.000 op, en 48 kinderen in ontwikkelingslanden
kregen een nieuwe sponsor. Ook verkenden we enkele
nieuwe beurzen, met wisselend succes.
VrijwilligersComités zetten ons ‘te kijk’ in het land. In positieve zin!
In 2014 zetten zij zich weer met verve in om fondsen te
werven. Er waren 78 comités met 700 comitéleden actief
die vervolgens 7.000 vrijwilligers inschakelden bij hun
activiteiten. We verwelkomden 43 nieuwe comitéleden.
In totaal haalden zij € 1.254.477 binnen. Ook melden zich
nieuwe donateurs bij de organisatie aan door bekendheid
via het comité.
De foto op pagina 50 geeft een beeld van de comité-
activiteiten. Comité Pijnacker organiseerde in 2014
een high tea gecombineerd met een roofvogelshow.
Dit was een succes en leverde een mooie opbrengst
op voor Woord en Daad.
SponsorprogrammaHet sponsorprogramma geeft 28.229 mensen een kijkje in
het leven van kinderen in een ontwikkelingsland. Dankzij
hen werden in 2014 30.247 kinderen gesponsord. Het
aantal nieuwe aanmeldingen bedroeg 923, het aantal
afmeldingen 1.331. We zagen ten opzichte van vorige
jaren een lichte positieve trend. Een groep sponsors
reisde naar Bangladesh om daar met eigen ogen te zien
hoe sponsorkinderen leven. Lees hier meer over op onze
website woordendaad.nl/blogs.
GiftenVoor de overige giften is er in 2014 een nieuwe strategie
ingezet en geacteerd op de trend van minder structu-
relegiften.Doorhetsturenvanmailingsnaarspecifieke
doelgroepen zagen we de inkomsten op die programma’s
stijgen.Despecifiekemailingsleverdentotaal€26.500op.
Bedragen om stil van te worden, waarbij we in het bijzonder
denken aan de giften die we uit nalatenschappen ontvingen.
56 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Actie ‘Draagt elkanders lasten’Het Reformatorisch Dagblad startte via de stichting
‘Draagt elkanders lasten’ een actie voor Bangladesh. In
de krant werd met grote regelmaat geschreven over het
land, de mensen en de programma’s. Lezers werden door
de verhalen geraakt, wat in de cijfers zichtbaar werd. De
teller stond op 31 december al op € 243.412.
NoodhulpIn 2014 startte Woord en Daad vier noodhulpacties, voor
Zuid-Soedan, de Filipijnen, Sierra Leone en Noord-Irak. In
Zuid-Soedan en Noord-Irak betrof het steun aan vluchte-
lingen, in de Filipijnen hulpverlening na een nieuwe tyfoon,
Glenda, en in Sierra Leone steunden we ebola-preventie.
Met name bij kerkelijke donoren was de betrokkenheid
groot. Ook via particuliere giften en EO Metterdaad werd
er ruimhartig gegeven in noodsituaties. De opbrengst van
deze acties bedroeg per 31 december 2014 respectieve-
lijk € 109.803, € 1.491.215, € 198.540 en € 868.832.
Institutionele Fondsen
De unit Institutionele Fondsen heeft zich in 2014 gericht
op een tweetal zaken.
Ten eerste het verder uitrollen van een nieuwe
IF-strategie, met focus op allianties en regionale fondsen-
werving. Samen met een drietal regionale fondswervers in
de regio’s CLARA en WARA zijn fondsen aangevraagd met
partners of partners zijn ondersteund in eigen aanvragen.
Vooral in WARA waren veel kansen en zijn een aantal
goede voorstellen ontwikkeld en goedgekeurd.
Ten tweede een sterke inzet om samen te werken met
andere organisaties, zoals Red een Kind en leden van
de ICCO-coöperatie. Grotere fondsen moesten vaak in
een consortium worden aangevraagd. In samenwerking
met partners en/of andere organisaties zijn voorstellen
ontwikkeld en ingediend. De belangrijkste kansen lagen
op het snijvlak van bedrijfsontwikkeling en ontwikkelings-
samenwerking. Een voorstel van 5,8 miljoen euro voor de
doorontwikkeling van de cashew-sector in Burkina Faso
en Benin was hierbij het hoogtepunt.
In 2014 is succesvol geëxperimenteerd met een nieuw
model van werken. Het werk wordt georganiseerd
rondom vier IF-rollen: coördinatie van subsidietrajecten,
begeleiding van projectvoorstellen, schrijven van voorstel-
len en administratie rondom de trajecten. In 2015 zullen
wij het model verder ontwikkelen.
Bedrijven
De nieuwe strategie met een regio-indeling per
account manager blijkt succesvol. De inkomsten laten een
licht positieve trend zien bij bedrijven. Het voordeel van
de regiobenadering is dat er veel sneller verbindingen te
leggen zijn tussen de verschillende bedrijvennetwerken en
dat het onderhouden van een relatie minder inspanning
kost omdat er meer contactmomenten zijn. Het bedrijven-
netwerk groeide met ruim 350 bedrijven.
Focus op regio- en sectorgroepenDe groeiende betrokkenheid vanuit bedrijven zette zich
in 2014 voort. Kijk bijvoorbeeld naar de succesvolle
opstart van de RegioOndernemers Groot Rotterdam
en West-Veluwe en de 40 bijeenkomsten die alle 14
regionale ondernemersnetwerken organiseerden. Een
andere mooie ontwikkeling zijn de ondernemersgroepen
per sector, zoals een groep Nederlandse bouwbedrijven
en een groep agrariërs. Het project dat zo’n groep steunt,
sluit aan bij de core business van de groep. De leden van
het Business Platform vullen hun bijdrage op nieuwe en
verschillende manieren in. Zij sluiten zich bijvoorbeeld ook
aan bij (regio-) groepen.
Het aantal business partners is met 6 gelijk gebleven aan
vorig jaar. Een aantal partners draagt bij aan projecten
die nog volop in ontwikkeling zijn. Dit vraagt voortdurend
afstemming. Een mooie en leerzame uitdaging die we
graag aangaan.
Evenement en reizenOp 18 juni, de jaarlijkse ondernemersmeeting, keken we
samen met ondernemers en partners uit Benin en Burkina
Faso hoe Woord en Daad goed kan inspelen op (wereld-
wijde) veranderingen. Diverse ondernemers namen een
kijkje achter de schermen tijdens ondernemersreizen naar
Sierra Leone, Bangladesh en Burkina Faso. Het werk in de
lokale context en de ontmoetingen met de mensen uit de
programma’s maken een onuitwisbare indruk. Lees voor
meer informatie de blogs op woordendaad.nl.
CompanyKidsAlle CompanyKids-sponsoren kregen een CompanyKids-
pakket, met daarin tools voor correspondentie met de
kinderen en voor het betrekken van personeel bij de spon-
soring. Meer dan 200 bedrijven steunden in 2014 1.575
CompanyKids, een groei van 25 kinderen.
We verkochten ook 1.790 Woord en Daad-kerstpakketten.
Dit zijn 870 meer pakketten dan in 2013. Uit het klant-
tevredenheidsonderzoek onder bedrijven bleek dat de
meerderheid niet openstaat voor het betrekken van hun
personeel bij de activiteiten die zij doen met Woord en
Daad. Een ander gegeven uit het onderzoek is dat onderne-
mers bereid zijn daadwerkelijk kennis in te zetten.
57Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
5Kijk!
Het werk in het Noorden
Accountablity Via relatiebezoeken, bijeenkomsten, projectrapportages
en -voorstellen en nieuwsmail weten ondernemers de
stand van zaken rond projecten. Bij 3.300 ondernemers en
belangstellenden viel in april, september en december het
ondernemersmagazine Daadkracht op de mat. Thema’s
waren: Noodhulp, Voedselzekerheid en Groeispurt in
Azië. Uit het klanttevredenheidsonderzoek blijkt dat
Daadkracht gewaardeerd wordt.
De Adviesgroep Ondernemers (bestaande uit vijf
betrokken ondernemers werkzaam in diverse sectoren)
vergaderde vier keer. Hun adviezen voor communicatie en
fondsenwerving richting bedrijven waren waardevol voor
het jaarplan 2015.
Qua inkomsten kijken we positief terug. Met het totaalbe-
drag van € 2.019.613 is er een inkomstenstijging van 6%
gerealiseerd ten opzichte van 2013.
Vermogensfondsen
CommunicatieFamilie- en Vermogensfondsen worden persoonlijk en op
maat benaderd. Klantspecieke voorstellen en rapporta-
ges vormen het hart van de communicatie richting deze
doelgroep. Het bredere relatienetwerk met circa 300
contacten heeft in 2014 drie keer de nieuwsbrief van
Woord en Daad Vermogensfondsen ontvangen met het
thema ‘verbinden’. Ook op de site werd hieraan aandacht
besteed.
In dat kader heeft Woord en Daad in 2014 ook twee keer
geparticipeerd in belangrijke thema-bijeenkomsten van
andere belangrijke spelers in de vermogensmarkt, zoals
een meeting rond impact-investeren bij ABN AMRO
MeesPierson.
In het kader van USA-fundraising heeft Woord en Daad
(in samenwerking met haar impact investment bedrijf
Incluvest BV) een eerste versie van de Engelstalige
nieuwsbrief gelanceerd onder de naam InDeed.
De directeur van Incluvest verzorgde in samenwerking
met Woord en Daad een workshop op de tweedaagse
internationale conferentie Africa Works.
FondsenwervingIn 2014 lag het accent op de uitbouw en verdieping van
het bestaande relatienetwerk. Er zijn weer mooie contrac-
ten afgesloten, waarbij zelfs een contract met een Family
Foundation voor in totaal 3 miljoen euro over een periode
van 10 jaar. Vermeldenswaardig is ook het contract van
ruim € 320.000 met een internationale foundation. Helaas
zien we die positieve trend nog niet terug in de inkom-
stencijfers van 2014. Belangrijke reden is dat er bij twee
projecten tegenslag is opgetreden in de uitvoering van het
project, met als gevolg dat de donaties ook navenant zijn
teruggelopen. Op de langere termijn verwachten we veel
van de ontwikkelde contacten met internationale founda-
tions. In dat kader is in april een belangrijke conferentie in
San Francisco bezocht.
Grotere partijen waarmee duurzame relaties zijn
ontwikkeld zijn onder andere: Rabobank Foundation,
Wereldfoundation, Turing Foundation, Stichting De Pagter
Fonds, Dr. Hofsteestichting, Sint Antonius Stichting,
MarèJan Foundation.
Vergelijken we de inkomsten Vermogensfondsen van
2014 met 2013, dan is er sprake van een afname van
€ 999.520, ofwel een afname met 42 %. Omdat het bij
Vermogensfondsen voornamelijk gaat om meerjarige over-
eenkomsten, is het van belang om te kijken naar de trend
over meerdere jaren. Dat perspectief ziet er gezond uit!
Leerpunten Beleidsbeïnvloeding, bewustwording
• In 2014 hebben we het programma ‘From Field to
Market’ ontwikkeld. Dit programma richt zich op het
beïnvloeden van het overheidsbeleid in ontwikkelingslan-
den ten aanzien van boerenondernemerschap. Het pro-
gramma is een mooi voorbeeld van geïntegreerd werken
tussen onze themaspecialisten voor beleidsbeïnvloeding,
agribusiness ontwikkeling en agrarisch vakonderwijs.
Niet eerder was die samenwerking zo nauw. In 2015 en
daarna willen we graag op deze manier concrete pro-
jecten van Woord en Daad en Incluvest verbinden aan
beleidsbeïnvloeding, zowel in Nederland en de EU, als in
de landen waar onze partnerorganisaties werken.
• In het verleden vonden vaak uitwisselingsprogramma’s
plaats waarbij niet alleen jongeren uit Nederland naar
het Zuiden reisden, maar waarbij er ook jongeren uit de
partnerlanden van Woord en Daad Nederland bezoch-
ten. Door de steeds strengere toelatingseisen die
Europa voert, zal dit in de toekomst alleen nog mogelijk
zijn als er een zeer grondige voorbereiding aan vooraf
BPleden € 179.200
BPartners € 360.487
RegioOndernemers € 382.068
Overig € 1.097.858
58 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
gaat, en als ambassades de nodige welwillendheid aan
de dag leggen bij het toekennen van de visa.
• Uit TNS NIPO-onderzoek blijkt dat concrete verhalen
over armoede en het leven van de jongeren in ontwikke-
lingslanden jongeren aanspreken. Daarom zullen deze ver-
halen in het blad Grenzeloos een duidelijker plek krijgen.
Kijk op woordendaad.nl/resultaten voor de opvolging van
de leerpunten uit 2013.
Leerpunten Fondsenwerving
• Capaciteitsopbouw bij partners gericht op goede
rapportage van de bereikte resultaten is essentieel om
grote (internationale) donoren duurzaam aan ons te
binden. Om deze zaken beter te borgen zullen we de
samenwerking met de afdeling Resultaatmanagement
en Leren in 2015 intensiveren.
• De aanpak waarbij donateurs ook worden ingezet als
ambassadeur blijkt succesvol. Dit model zullen we
daarom vaker gaan inzetten.
• Persoonlijk contact bij fondsenwerving in de VS bij
grote donoren is belangrijk. Door minder te mailen en
meer te skypen of persoonlijke bezoeken af te leggen
willen we betere resultaten behalen.
TNS NIPO-onderzoek geeft de volgende leerpunten aan:
• Jongeren hoeven niet alleen ingezet te worden op
bewustwording, maar zijn ook bereid om te geven.
Woord en Daad deelt voor een deel deze aanbeveling
en gaat in 2015 gerichter kijken naar online fondswer-
vingsmogelijkheden voor jongeren.
• Deleesdichtheidvanofflinecommunicatieisgroter
dan van online communicatie. Woord en Daad zet de
offlinecommunicatiestrategiedoor.In2015zalzezich
bezinnen op een aanpak om de achterban meer te laten
kennismaken met online communicatie.
• Ondernemers zijn bereid hun kennis te delen.
Op dit punt werkt Woord en Daad al jarenlang aan een
kennisnetwerk en zoekt mogelijkheden om onder-
nemers in te zetten. Dit zal ook in 2015 hernieuwde
aandacht krijgen tijdens relatiebezoeken.
Kijk op woordendaad.nl/resultaten voor de opvolging van
de leerpunten uit 2013.
5.5 COMMUNICATIE VIA MEDIA
Het was in het afgelopen jaar erg onrustig in de wereld.
Een onrust die ook het werk van Woord en Daad raakte.
We denken onder meer aan de ebola-epidemie die West-
Afrika teisterde en de vele christenen die op de vlucht
sloegen in Noord-Irak. Dergelijke grote gebeurtenissen
zorgen bijna als vanzelf voor veel aandacht van de media.
Moeilijker is het om die aandacht vast te houden. Dat
bleek ook afgelopen jaar weer.
Het bleek goed te werken media regelmatig een update te
sturen, waardoor de rampplekken niet werden vergeten.
Tijdens de beleidsconferentie in juni grepen diverse media
de kans om buitenlandse partners te interviewen. Er volgde
onder meer een mooi verhaal over ‘Bijbel en ontwikkelings-
samenwerking’ (Vice Versa). We denken met zo’n inhoude-
lijke bijdrage de drijfveren van Woord en Daad goed te kun-
nenlatenzien.Daaromvindenwehetookfijndaterin2014
24 opinieartikelen (7 meer dan verwacht) zijn geplaatst.
Blij zijn we ook met de artikelenserie in het Reformatorisch
Dagblad, in het najaar, over Bangladesh. De verhalen raken
harten en maken mensen vrijgevig.
Leerpunten Media
• Er is vanuit media grote vraag naar goed beeldmateriaal
vanuit het Zuiden. Dat was nu niet altijd beschikbaar. We
zullen daarom reizende collega’s gaan trainen, zodat deze
voor de media geschikte foto’s mee naar huis nemen.
• Het is niet altijd makkelijk om jongeren te bereiken via
de gangbare media. We zullen daarom komend jaar
naast de papieren kranten en tijdschriften ook steeds
meer online media benaderen met onze berichten.
• Het is soms lastig in te schatten wat de vraag van media-
bedrijven is. De ervaring is dat persberichten door
redacteuren relatief vaak niet worden gebruikt. We
gaan daarom meer inzetten op persoonlijk contact met
journalisten om hen zo meer op het medium toegesne-
den informatie te kunnen geven.
Kijk op woordendaad.nl/resultaten voor de opvolging van
de leerpunten uit 2013.
» Website
WebsiteViews totaal 2013
Unieke bezoekers 2013
Algemeen: www.woordendaad.nl 459.830 115.548
SamenvoordeFilipijnenwww.noodhulpfilipijnen.nl* 273 201
* www.noodhulpfilipijnen.nl is online vanaf 15/11/2013 net na de tyfoon die over
de Filipijnen trok. De website samenvoorhaiti.nl is offline gehaald.
» Social Media
Social Media Volgers Berichten Gereageerd op berichten
Facebook 1.479 135 37
Twitter 1.396 123 16
59Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
5Kijk!
Het werk in het Noorden
» Communicatie
Magazine Doelgroep × per jaar Bereik 2014 Bereik 2013 Verschil
Werelddelen Particulieren 4 73.527 75.488 -1.961
Grenzeloos Jongeren 4 15.801 15.458 343
Verrekijker Schoolkinderen 1 77.557 80.847 3.290
Bouwplaat Kleuters 1 17.566 16.225 1.341
Intercom Comitéleden 1 1.000 1.000
E-letter jongeren Jongeren 9 1.086 1.053 33
Daadkracht Ondernemers 3 3.495 3.487 8
Daadkracht E-letter Ondernemers 5 290 305 -15
Vermogensfondsen E-letter Vermogensfondsen 3 275 204 71
Vermogensfondsen E-Letter Indeed (Engelstalig) Vermogensfondsen 1 50 50
» Ontwikkeling fondsenwerving per product
Product Doelstelling 2014 Realisatie 2014 Realisatie 2013
PARTICULIEREN
Indeed 50 18
Nieuwe kind sponsoring 600 -407 -715
ShareKids 150 14 16
Aanmeldingen Partnerplan 200 134
BEDRIJVEN
Leden Business Platform 56 54 70
Business Partners 7 6 6
Aantal CompanyKids 1.280 1.235 1.250
RegioOndernemers 14 14 12
» Activiteiten
Activiteit Doelgroep Activiteiten 2014 Activiteiten 2013 Verschil
Presentaties Basisschoolleerlingen 92 97 -5
Presentaties Jongeren 99 38 61
Presentaties Volwassenen 29 36 -7
Uitleen leskisten Basisschoolleerlingen 20 22 -2
Zangavonden Particulieren 64 62 2
Fiets-boot-wandeltochten etc. Particulieren 26 27 -1
Verkopingen Particulieren 23 22 1
60 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
» Evenementen en Reizen
Evenementen en Reizen Doelgroep ThemaBereikte doelgroep
Wees-Eerlijk reis februari - Sierra Leone Leerlingen en docent van Ichtus College Veenendaal
Duurzame leefstijl vanuit christelijk perspectief 6
Regioavonden Comitéleden Woord en Daad op weg naar de toekomst 380
Ondernemersreis maart – Sierra Leone Ondernemers Samen werken aan onderwijs 5
Sponsoravond maart - Bangladesh Sponsors van sponsorkinderen Bangladesh Onderwijs in Bangladesh 20
Jongerenreis mei - Ethiopië Leerlingen en docenten van Ichtus College Veenendaal
Armoedeproblematiek in de wereld 15
Sponsoravond juni - Guatemala Sponsors van sponsorkinderen Guatemala Onderwijs in Guatemala 110
Bouwreis - Guatemala Jongeren Bouw en ontmoeting 20
Comitédag september Comitéleden Noord en Zuid, we blijven leren 130
Young Ambassadors-reis oktober - Guatemala Leerlingen en docent van Wartburg Colle-ge-Guido de Bres Rotterdam
Armoedeproblematiek in de wereld 6
Vakreis oktober - Filipijnen Leerlingen en docent van Jacobus Fruytier Scholengemeenschap Apeldoorn
Vakuitwisseling en bewustwording van armoede 6
Sponsorreis oktober - Bangladesh Sponsors en comitéleden Ontmoetingen 12
Wegwijsbeurs oktober Vrijwilligers, donateurs, ondernemers, jonge-ren en andere betrokkenen
Bangladesh, huizenbouw 8.500
Ondernemersreis november - Burkina Faso Ondernemers Vakonderwijs in de context van Burkina Faso 3
Ondernemersreis november - Bangladesh Ondernemers Het werk van Woord en Daad in Bangladesh 11
» Klachten
Aantal klachten 2014 2013 2012
Ontvangen 3 3 3
Naar tevredenheid afgehandeld 3 3 1
Niet naar tevredenheid afgehandeld 0 0 2
Klachten ingedeeld per type 2014 2013 2012
Communicatie 2 0 2
Identiteit en geloofsbeleving 0 1 1
Werkwijze Woord en Daad en/of partners 1 2 0
Totaal 3 3 3
» Complimenten*
Aantal complimenten 2014 2013 2012
Ontvangen 4 8 1
*Complimentenwordengeregistreerdalszijafdelingsoverstijgendzijnendoor stakeholders worden gegeven die van strategisch belang zijn voor Woord en Daad (o.a. coördinatiegroep, comités, ministerie). Woord en Daad ziet het registreren van deze complimenten als een extra middel tot het meten van klanttevredenheid.
» Signalen*
Aantal signalen 2014 2013 2012
Ontvangen 27 35 45
Signalen ingedeeld per type 2014 2013 2012
Communicatie 1 1 1
Identiteit en geloofsbeleving 1 0 0
Werkwijze Woord en Daad en/of partners 1 0 0
Salarissen 24 34 44
Totaal 27 35 45
*WoordenDaadregistreertklachteningevalWoordenDaadafwijktvanhaar beleid of diensten niet levert conform wat Woord en Daad belooft. Een signaal gaat over zaken die Woord en Daad conform haar beleid uitvoert, maar waar mensen uit de achterban anders over denken. Klachten leiden tot aanscherping van de procedures. Bij signalen gaat Woord en Daad in gesprek met mensen om haar beleid toe te lichten.
61Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Kijk naar binnen
Interne organisatie
6
62
6.1 INLEIDING
6.1.1 Ontwikkelingen in de organisatie
De invoering van de organisatievernieuwing uit 2011 is
in 2014 afgerond en eind 2014 conform de afspraken
geëvalueerd. De conclusie van de evaluatie is dat de ver-
nieuwingdenodigeefficiëntieeneffectiviteitheeftopge-
leverd. Er is in 2014 speciaal geïnvesteerd in het trainen
van regiocoördinatoren in het vinden van hun nieuwe rol.
Naar aanleiding van de conferentie in Soesterberg is
besloten om vanaf 2015 de operationele steun die vanuit
de teams vaak nog aan partners gegeven wordt, af te
bouwen. De teams krijgen een veel strategischer rol, zodat
ze voor onze partners overzee ook van meerwaarde zijn.
Teams zijn daar waar nodig in 2014 op getraind.
In 2014 heeft de verdere verkenning van de (on)mogelijk-
heden van de samenwerking tussen Woord en Daad en
Red een Kind de nodige tijd en aandacht gevraagd. Op 5
maart gaven de Raden van Toezicht in kaderstellende zin
groen licht aan de bestuurders om een en ander verder te
onderzoekenc.q.uittewerken.Helaasishetnietgelukt
deze samenwerking te realiseren vanwege organisato-
rische,bestuurlijkeenfiscaleobstakels.Ditheeftertoe
geleid dat begin 2015 dit samenwerkingstraject is stopge-
zet. Omdat er gedurende het jaar veel energie is gestoken
in dit traject, wordt in dit hoofdstuk wel benoemd wat er
in het kader van deze samenwerking aan inspanningen is
geleverd.
De uitrol van het Pluriformsysteem naar de regioallian-
ties in pilotvorm is niet zover als wij wilden door gebrek
aan tijd en capaciteit. Het traject wordt verder in 2015
opgepakt.
6.1.2 Personeel
PersoneelsbeleidDe omgeving waarin Woord en Daad opereert veran-
dert snel. Flexibiliteit wordt steeds belangrijker en een
baan voor het leven kan geen enkele werkgever meer
garanderen.
Woord en Daad verandert mee, zonder daarbij een vast-
omlijnde kijk op het HR-beleid te verliezen. In de visie van
Woord en Daad is het belangrijk dat mensen en processen
op elkaar betrokken zijn. Binnen dit kader is het een grote
uitdaging om mensen optimaal in hun kracht te zetten.
Samenwerken, zelfstandigheid en ondernemerschap zijn
daarin belangrijke competenties.
Vanuit haar missie vraagt Woord en Daad van haar mede-
werkers betrokkenheid, professionaliteit en een gezonde
dosis inzet. Tegelijkertijd voelt Woord en Daad zich vanuit
goed werkgeverschap verplicht een goed en verantwoor-
delijk personeelsbeleid te voeren. Dat uit zich in goede en
evenwichtige primaire en secundaire arbeidsvoorwaar-
den, goede arbeidsomstandigheden en arbeidsverhou-
dingen. Persoonlijke benadering, maar ook persoonlijke
ontwikkeling spelen daarbij een grote rol.
Woord en Daad volgt voor de primaire arbeidsvoor-
waarden het beloningssysteem dat bij de rijksoverheid
gehanteerd wordt (BBRA). De functies worden net als
bij de rijksoverheid via het functiewaarderingssysteem
FUWASYS gewaardeerd en vallen binnen BBRA tussen
schaal 2 en schaal 16. Woord en Daad heeft een werkweek
van 36 uur. Naast de reguliere vakantietoeslag kent Woord
en Daad ook een eindejaarsuitkering van 8,33%, conform
het percentage van eindejaarsuitkering in de BBRA.
Woord en Daad hanteert, op grond van in het verleden
gemaakte afspraken, de pensioenvoorziening voor Zorg en
Welzijn. Een derde van de premie wordt op het salaris van
de werknemer ingehouden. Dit is in overeenstemming met
de premieverhouding zoals het pensioenfonds voor de
overheid (ABP) hanteert.
Speerpunten personeelsbeleid 2014Het personeelsbeleid concentreerde zich in 2014 op:
• Tweede evaluatie organisatievernieuwing
• PMO/arbobeleid
• Medewerkertevredenheidsonderzoek
• Samenwerking Red een Kind
Tweede evaluatie organisatievernieuwingEind 2014 is een tweede evaluatie gehouden van de
organisatievernieuwing.
Eén van de aanbevelingen van de eerste evaluatie was de
verdere doorontwikkeling van de alliantieteams. De units
binnen de afdeling P&P zijn omgevormd tot ontwikkel-
teams naast de alliantieteams om daarmee de slagkracht
en teamre-integratie te bevorderen.
De praktijkervaringen zijn positief. Het voorlopige tweede
evaluatierapport bevestigt dit beeld.
Arbo beleidIn het kader van een gezonde kijk op het functioneren van
medewerkers, boden we in 2014 aan alle medewerkers
een preventief medisch onderzoek aan. Daarnaast zijn
allemedewerkersdiefrequentreizen,uitgebreidmedisch
gekeurd door de Travel Clinic in Rotterdam.
63Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
6Kijk!
Interne organisatie
Samenwerking Red een KindVerschillende HR-(beleids)documenten zijn met elkaar
vergeleken en er zijn nieuwe gezamenlijke documenten
opgesteld.
MedewerkertevredenheidsonderzoekOpnieuw is er een medewerkertevredenheidsonderzoek
gehouden. Hierbij is een vergelijking gemaakt met de
resultaten uit 2011.
De uitkomsten waren positief. Medewerkers zijn tevreden
en stralen dit ook uit. Zaken die in 2011 nog als aandachts-
punten werden benoemd, zoals de werkdruk, zijn blijkens
de onderzoeksresultaten effectief opgepakt.
Doorkijkje in het personeelsbestandEr werken 76 medewerkers bij Woord en Daad die 60,51
fulltimeequivalentenvervullen.Tenopzichtevan2013
betekent dit een kleine daling van 0,41 fte.
Eén van de doelen van de reorganisatievernieuwing
die in 2011 is ingezet, is dat de procentuele groei in het
personeelsbestand / personeelskosten maximaal de helft
van de groei in omzet bedraagt. Deze doelstelling is ruim
behaald. De afgelopen jaren zijn de inkomsten gestegen.
In de verhouding 50% is er zelfs een daling van het aantal
fte gerealiseerd in plaats van een stijging. Deze daling is
vooraltoeteschrijvenaanefficiëntiewinstalsgevolgvan
de organisatievernieuwing.
De gemiddelde leeftijd van de medewerkers is 36,89 jaar.
In de rapportage van het medewerkertevredenheids-
onderzoek wordt gesproken over een optimale mix van
leeftijdscategorieën en wordt de conclusie getrokken dat
de organisatie daardoor de komende jaren over veel slag-
kracht beschikt. Bij Woord en Daad werken 39 mannen en
37 vrouwen.
Woord en Daad verzet veel werk met relatief weinig
mensen en vraagt dan ook betrokkenheid, professiona-
liteit en een gezonde dosis inzet van haar medewerkers.
Hoewel we ons bewust zijn van het feit dat cijfers niet alles
vertellen, is de verhouding tussen de totale inkomsten en
het aantal fte’s een indicator in hoeverre een organisatie
efficiëntwerktendematewaarinmedewerkersverant-
woordelijkheid dragen. Voor Woord en Daad levert dit in
2014 het volgende beeld op:
» Aantal fte’s per 31/12/2014
Aantal fte’s per 31/12/2014 60,51
Totale inkomsten in 2014 € 31.406.063
Verhouding inkomsten/fte € 519.023
» Totale personeelskosten Woord en Daad
Bruto jaarsalarissen, sociale lasten € 3.467.008
Pensioenlasten € 369.936
Overige personeelskosten € 210.318
Reiskosten € 104.666
Totale werkgeverslasten € 4.151.928
Naam: Paul Schot
In dienst: sinds 6 november 2014
Functie: senior medewerker PMA
Kijk eens mee naar de organisatie Woord en Daad. Wat zijn voor jou de zaken die opvallen? Positieve zaken/zaken ter verbetering?Als ik kijk naar de mensen die bij Woord en Daad wer-
ken zie ik commitment, kwaliteit en taakvolwassen-
heid. Duidelijk, gedegen, nuchter en dienend komen
bij mij op als kernwoorden voor de organisatiecultuur
en dat kan ik erg waarderen.
Je bent nu ruim 2 maanden in dienst. Kun je al hoogtepunten noemen in je werk als je terugkijkt op die twee maanden? De eerste maanden ben je vooral bezig met inlezen
en inwerken. Het uitgebreide inwerkprogramma was
daarbij een prettig hulpmiddel. Toch was het ook
nodig om direct mee te draaien in de donorteams en
dat helpt om een beeld te krijgen van de partneror-
ganisaties. Wat mij betreft is het een hoogtepunt als
ik van toegevoegde waarde ben en dat blijft ook mijn
focus in de toekomst.
Als je kijkt naar het personeelsbeleid, de arbeidsvoorwaarden, werving & selectiebeleid, HR-ondersteuning, hoe beoordeel je dat? Zoals ik dat heb meegemaakt in de sollicitatieprocedure
komt het aannamebeleid professioneel over. Woord
en Daad gaat niet over één nacht ijs, en dat is logisch
want de investering in personeel is één van de grootste
investeringen. De arbeidsvoorwaarden zijn prima en
stralen uit dat een arbeider zijn loon waard is.
64 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
ZiekteverzuimHet ziekteverzuimpercentage kwam in 2014 uit op 5,15%.
Dat is een relatief hoog percentage.
Een aantal medewerkers zijn langdurig ziek (geweest) als
gevolg van persoonlijke omstandigheden. Omstandigheden
die als werkgever niet te beïnvloeden zijn. Indien deze ziek-
tegevallen niet worden meegerekend, kwam het ziektever-
zuimpercentage uit op 2,2%. Dat is beduidend lager dan het
landelijk gemiddelde verzuimpercentage.
Woord en Daad voert een doelgericht preventiebeleid,
onder andere vastgelegd in ons arbo-beleidsplan.
Beloning raad van bestuurSeparaat legt Woord en Daad verantwoording af over
de beloning van de raad van bestuur, bestaande uit een
voorzitter en lid van de raad van bestuur. Zie paragraaf 7.3
voor de nadere details.
VrijwilligersbeleidVrijwilligers zijn een onmisbare schakel in het werk
van Woord en Daad en vormen de ruggengraat van de
organisatie. Niet alleen in de comités, maar ook op kantoor
zetten zij zich geheel belangeloos in voor Woord en Daad.
Woord en Daad kijkt met een professionele blik naar
vrijwilligers. Vrijwilligerswerk is vrijwillig maar niet vrij-
blijvend. Dat geldt zowel voor de organisatie als voor de
vrijwilliger.
Door middel van vrijwilligerswerk raken mensen geïnte-
resseerd en betrokken bij het werk van Woord en Daad.
Dat is belangrijk voor een goed begrip van armoede en
armoebestrijding. Het is ook belangrijk voor de continuï-
teit van de organisatie en het behalen van de doelstelling,
door middel van geld, betrokkenheid, tijd, capaciteit en
beroepskennis.
Vrijwilligers krijgen niet een alleen een kijkje in de keuken
van Woord en Daad, maar worden actief betrokken
bij de behalen van de doelstellingen. Daarom betrekt
Woord en Daad vrijwilligers op kantoor zo dicht mogelijk
bij de organisatie. Vrijwilligersbeleid draagt ook bij aan
debekendheidenefficiëntievandeorganisatie.Actief
betrokken vrijwilligers zetten Woord en Daad in de kijker
van de achterban.
Er worden duidelijke afspraken gemaakt met vrijwilligers
en deze worden schriftelijk vastgelegd. Er wordt actief
geïnvesteerd in training van vrijwilligers. Naast een actief
wervingsbeleid wordt elk aanbod voor vrijwilligerswerk
serieus bekeken, en zoveel mogelijk naar de wensen van
de potentiële vrijwilliger ingepast.
De persoonlijke benadering via lokale comités, groepen
RegioOndernemers en de jongerencomités is een belang-
rijk communicatiemiddel richting de achterban. In 2014
Naam: Willemien van
Wijnen-Vos
In dienst: sinds 1 juli 2005
Functie: assistent fondsen-
werving unit Bedrijven
Kijk eens mee naar de organisatie Woord en Daad. Wat zijn voor jou de zaken die opvallen? Positieve zaken/zaken ter verbetering?In de jaren dat ik bij Woord en Daad werk is er heel veel
veranderd,quaomvang,structuurendergelijke.Tochis
de kern van het werk altijd hetzelfde gebleven: de strijd
tegen de armoede vanuit onze Bijbelse opdracht. En dat
is het samenbindende doel waar we ons allemaal voor
inzetten, waar je ook werkt in de organisatie. Daarnaast
is Woord en Daad een prettige organisatie om te
werken;erisveelflexibiliteitenmedewerkerskrijgen
veel vrijheid in het uitvoeren van hun werk. Voor mij als
moederishetheerlijkdaterflexibelewerktijdenzijn
en ook thuiswerken mogelijk is. Zaken ter verbetering
heb ik niet echt. Wel lijkt het me een must voor iedere
werknemer om een keer op reis te gaan. Dat geeft een
enorme verdieping aan je werk.
Wat zijn voor jou hoogtepunten in je werk?Ik werk al bijna tien jaar bij Woord en Daad. Er zijn heel
wat hoogtepunten te noemen! Bedrijvensymposium
Zaken doen, zaken delen in Utrecht (2008), Woord en
Daad-dag in Houten vorig jaar, diverse ontmoetingen
met partners in Nederland, maar bovenal de bezoeken
aan Burkina Faso en Bangladesh waren heel waardevol.
Dan zie je dat het werk van Woord en Daad echt impact
heeft. Zoals recent in Bangladesh de ontmoeting met
een verpleegster die vertelde dat door het werk van
partnerorganisatie CSS haar leven echt is veranderd en
ze ook tot geloof in Jezus is gekomen.
Als je kijkt naar het personeelsbeleid, de arbeidsvoorwaarden, werving&selectiebeleid, HR-ondersteuning, hoe beoordeel je dat?Ik ervaar Woord en Daad als een warme organisatie
waar kerkmuren geen rol spelen. Binnen Woord en
Daad is oog voor de persoonlijke ontwikkeling van de
medewerkers.
65Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
6Kijk!
Interne organisatie
is op verschillende manieren (bijvoorbeeld het oliebollen-
uurtje rond de kerstdagen) extra aandacht besteed aan
de inzet van onze vrijwilligers. In de comités zijn ongeveer
700 vrijwilligers actief. Op het kantoor zijn gemiddeld
zeventien professionele vrijwilligers actief.
6.1.3 Interne communicatie
Door interne communicatie wil Woord en Daad de mede-
werkers proactief, tijdig en betrouwbaar informeren. Door
een gezamenlijke visie te delen en uit te dragen (monde-
ling en schriftelijk) worden medewerkers meegenomen
in het proces van organisatorische en projectmatige
zaken en veranderingen die elk personeelslid aangaan. In
2014 is de meeste aandacht bij de interne communicatie
uitgegaan naar de het samenwerkingsproces met Red een
Kind. Er zijn meerdere personeelsbijeenkomsten geweest.
Naast de twee reguliere personeelsbijeenkomsten organi-
seerden we drie extra bijeenkomsten voor medewerkers
in verband met de samenwerking met Red een Kind en
het vertrek van raad van bestuurslid Dicky Nieuwenhuis.
Daarnaast organiseerden we ten behoeve van haar
afscheid een symposium waarvoor relaties en medewer-
kers uitgenodigd zijn. Samen met Red een Kind is een
speciale bezinningsdag georganiseerd voor medewerkers
van beide organisaties. Dit was tevens een gelegenheid
om met elkaar kennis te maken.
Voor de medewerkers die een jaar of korter in dienst
waren, was er een introductiebijeenkomst, waarbij de
corporate identity en het ontstaan en de ontwikkeling van
Woord en Daad toegelicht werden. Ook HRM-zaken en de
OR kwamen aan de orde.
Drie lunchlezingen vonden plaats, waaronder een lezing
van hoofdredacteur Marc Broere en columniste Ellen
Mangnus van Vice Versa over hun boek Minder hypes, meer Hippocrates. Medewerkers ervaren lunchlezingen
waarvoor ook externe sprekers uitgenodigd worden als
inspirerend. Het afgelopen jaar zijn de medewerkers
diverse malen geïnformeerd en uitgenodigd voor Woord
en Daad-activiteiten als een informatieavond over
noodhulp Filipijnen en een sponsoravond over Guatemala.
Hiermee wordt de betrokkenheid van medewerkers bij het
werk van Woord en Daad gestimuleerd. Dit wordt positief
ervaren door de medewerkers.
6.1.4 Ondernemingsraad
In 2014 hield de ondernemingsraad vier
OR-vergaderingen en vier bijeenkomsten met de raad
van bestuur. De belangrijkste thema’s die in de adviezen
van de OR en de vergaderingen met de raad van bestuur
aan de orde kwamen zijn het voorstel voor oprichting van
een vereniging tussen Woord en Daad en Red een Kind,
met een bijbehorende werkorganisatie; de locatiekeuze
voor de nieuwe werkorganisatie; het personeelshandboek
voor de werkorganisatie; de procedures voor sollici-
tatiegesprekken en functioneringsgesprekken van de
werkorganisatie; en tot slot de invulling van het medewer-
kerstevredenheidsonderzoek door de RMU. In de zomer
hield de OR een extra bijeenkomst voor het personeel met
betrekking tot de locatiekeuze van de werkorganisatie.
Op basis van de uitkomsten van deze bijeenkomst heeft
WoordenDaadeenextraenquêteonderhetpersoneel
gehouden. Op advies van de OR vonden ook gesprekken
plaats met alle afdelingen, de raad van bestuur en de OR
overdelocatiekeuze.Deuitkomstenvandeenquêteen
de afdelingsgesprekken zijn meebepalend geweest voor
de uiteindelijke locatiekeuze. In oktober vond de jaarlijkse
ontmoeting plaats tussen de raad van toezicht, de raad
van bestuur en de Ondernemingsraad, waarbij de raad van
toezicht een goed beeld kreeg van het functioneren van de
OR en de relatie tussen OR en raad van bestuur. Tijdens
personeelsbijeenkomsten en via e-mail zijn medewerkers
geïnformeerd over de adviezen van de OR en kregen zij
de notulen van de vergaderingen. Suggesties en vragen
konden medewerkers kwijt via het spreekuur, de OR-mail
en in gesprekken met OR-leden. Ook gaf de OR presenta-
ties aan nieuwe medewerkers, om hen bekend te maken
met het functioneren van de OR binnen Woord en Daad.
Begin 2014 is de samenstelling van de ondernemingsraad
gewijzigd, doordat Jan-Frans de Bruijn de OR verliet. Na
gehouden verkiezingen is de ontstane vacature vervuld
door Wilma van der Meij.
6.1.5 Milieu
Vanaf 2013 compenseert Woord en Daad de vluchten
die gemaakt worden volledig op CO2. Dat gebeurt
via een bijdrage aan het CO2-compensatiefonds, dat
luchtvaartmaatschappijen bij aankoop van tickets bieden.
Daarnaast wordt bewust gezocht naar en gebruikge-
maakt van werkmethoden die minder reizen mogelijk
maken (combinatie van reizen, gebruik van Skype,
inrichten van een helpdesk voor het sponsorprogramma,
zodat partners op afstand begeleid kunnen worden). Dit
beleid heeft geleid tot een kostenreductie in reizen van
meer dan 20%. Het beleid is dus niet alleen duurzamer,
maar ook goedkoper.
Woord en Daad hanteert een strikt beleid woon-werkver-
keer: medewerkers krijgen slechts tot 30 km woon-werk-
verkeer vergoed. Op die wijze wil Woord en Daad dicht bij
het werk wonen stimuleren.
66 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Woord en Daad gebruikt energiezuinige apparatuur,
gerecycled papier en er is strikte papier- en afvalscheiding.
Daarnaast is in 2014 een eerste aanzet gedaan tot het
beleid rond duurzaamheid. Gekeken wordt hoe dit inte-
graal in de organisatie een plaats kan krijgen. Dat beleid
wordt in 2015 afgerond.
Eind 2014 is het kantoor tijdelijk verhuisd i.v.m. verbou-
wing van het huidige kantoor door de verhuurder. Met
de verhuurder zijn afspraken gemaakt om het kantoor
vergaand energieneutraal te maken. Dat vraagt een inves-
tering, maar past wel bij ons beleid en de kernwaarde van
rentmeesterschap.
Door verdergaande automatisering wordt steeds minder
papier gebruikt. Onderstaande tabel toont dit aan:
JaarVerbruik zwart-wit
Verbruik kleuren
Verschil met voorgaand jaar zwart-wit
Verschil met voorgaand jaar kleur
2014 168.023 109.989 -188.177 -52.83% 37.697 52,15%
2013 356.200 72.292 -6.985 -1,9% -15.895 -18,0%
2012 363.185 88.187 -59.115 -12,8% -10.214 -10,4%
2011 422.300 98.401 -95.575 -18,4% -19.345 -16,4%
2010 517.875 117.746
Medewerkers worden op verschillende manieren uitge-
daagd kostenbewust te zijn op het gebruik van elektrici-
teit, licht, papier, e.d. De werkvergaderingen van Woord
en Daad zijn papierloos.
In haar programma’s toetst Woord en Daad projecten
enprogramma’sopduurzaamheid(financieelenmilieu-
technisch). In 2015 wil Woord en Daad de verslaggeving
over duurzaamheid optimaliseren en door een externe
accountant laten toetsen.
6.2 EFFECTIVITEIT RISICOMANAGEMENT IN 2014
In bijlage 5 beschrijft Woord en Daad haar risicoma-
nagementbeleid. In deze paragraaf leest u of en zo ja hoe
effectief dit beleid in 2014 is uitgevoerd.
Risico’s in de werkomgevingIn 2014 deden zich geen bijzondere risico’s voor. Er
was wel sprake van een aantal noodhulpsituaties. In de
Filippijnen was sprake van een tyfoon. In West-Afrika
kregen we te maken met de ebola-epidemie.
Risico’s op organisatieniveauIn 2014 is besloten om de relatie met onze kleine
partnerorganisatie Word and Deed Lanka af te bouwen.
Deze partnerorganisatie blijkt onvoldoende in staat om
zich aan de veranderde context in Sri Lanka aan te passen.
Risico’s in de groeistrategieDe groei in 2014 is structureel. Er is vooralsnog geen
sprake van krimp.
Koersrisico’sHet management van het koersrisico is ook in 2014 con-
form het beleid uitgevoerd. Er was sprake van een koers-
verlies, dat binnen het fonds kon worden opgevangen.
Evenwicht en verbinding tussen uitgaven en inkomsten: reserves en liquiditeitIn 2014 is de beheersing van de relatie tussen uitgaven
en inkomsten effectief toegepast. In het begin van het jaar
wordt in de contracten 80% van de partnercontracten toe-
gezegd. De laatste 20% wordt pas in het tweede halfjaar
definitieftoegekend.Vrijwelalleprogramma’skondende
laatste 20% toegekend krijgen. 15 programma’s kregen die
20% niet. Dat had te maken met én de iets tegenvallende
inkomsten én met onderprestatie van deze programma’s.
Uiteindelijk is € 476.873 niet toegekend. Door het jaar
heeniservoldoendeliquiditeit.Deliquiditeitsplanning
voldoet tot nu toe goed.
Beleggingsbeleid en vermogensbeheerDoor de match tussen inkomsten en uitgaven en de
voorwaarden die aan betaling gesteld worden, is er altijd
sprakevanenigeliquiditeit.DezemiddelenbelegtWoord
en Daad risicoloos bij de Rabobank. Een beperkt bedrag
(€ 10.000) betreft een participatie in Oikocredit. Woord
en Daad heeft daarnaast geen beleggingen in aandelen of
effecten.
» Rendement beleggingen
Jaar Gemiddeld saldo Opbrengst In procentenBenchmark
(Euribor-dagrente)
2014 € 2.653.674 € 19.656 0,74% 0,13%
2013 € 3.010.613 € 28.361 0,94% 0,13%
2012 € 5.110.885 € 71.627 1,40% 0,65%
2011 € 6.222.324 € 101.220 1,63% 0,90%
2010 € 4.804.950 € 104.897 2,02% 0,80%
Woord en Daad volgt VFI Richtlijn Financieel Beheer. De
niet-financiëlecriteriadiegenoemdwordenindehand-
reiking worden ingevuld via het beleid dat de Rabobank
ontwikkeld heeft.
67Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
6Kijk!
Interne organisatie
CrisismanagementEr waren in 2014 geen crisissen die Woord en Daad nood-
zaakten het crisismanagement toe te passen. Uiteraard
waren er wel verschillende noodhulpacties, waaronder
Filipijnen en West-Afrika (ebola). Daar is het noodhulp-
team op ingezet.
6.3 KWALITEITSMANAGEMENT
Woord en Daad heeft haar kwaliteitsmanagementsysteem
ingericht volgens de principes van ISO 9001:2008. In
2014 is ons systeem voor de eerste keer getoetst door
Certiked. De conclusies waren positief en we mochten ons
hercertificeren(voordriejaar).Ookzijnwevoordeeerste
keergetoetstopdePartosnorm9001(sectorspecifieke
norm op basis van de ISO-norm 9001). Het resultaat is dat
wehetcertificaatvoordezenormbehaaldhebben.
Tevens zijn vier interne audits uitgevoerd om de werking
van het kwaliteitsmanagementsysteem te controleren.
Afwijkingen en verbeterpunten zijn geregistreerd en
opgevolgd. Het Handboek Organisatie is samen met de
afdelingsmanagers up-to-date gehouden. Door verschil-
lende afdelingen zijn klanttevredenheidonderzoeken
uitgevoerd. Een belangrijk onderzoek was het klantte-
vredenheidsonderzoek wat in het najaar door TNS NIPO
onder de achterban is uitgevoerd. Klachten, signalen
en complimenten zijn geregistreerd en beantwoord: zie
hoofdstuk 5. In juni 2014 zijn de leveranciersbeoordelin-
gen en de jaarlijkse Management Review uitgevoerd.
6.4 PLANNING, MONITORING EN AUDITING (PMA)
PMA omvat het formuleren van donoreisen ten aanzien
van het PMEL-systeem van partners, het uitvoeren van
audits waarin de PMEL-capaciteit van partners wordt
beoordeeld en het coördineren van de andere typen
auditsophetgebiedvanfinanciënenorganisatiecapaci-
teit die Woord en Daad systematisch inzet om relevante
aspecten van de capaciteit van partners te beoordelen.
Door het uitvoeren van haar PMA-beleid wil Woord
en Daad op een concrete en objectieve manier verant-
woordingafleggenaanhaardonorenenaanalliantiesen
partnerorganisaties in ontwikkelingslanden. Ook worden
risico’s in kaart gebracht en beheersbaar gemaakt.
In 2014 zijn in totaal 17 audits uitgevoerd op het gebied
vanPMEL,financiënenorganisatiestandaarden.De
audits hebben bruikbare bevindingen opgeleverd en
indien nodig zijn actiepunten voor de partnerorganisatie
gedefinieerdwaarbijeenverplichteopvolgingalsconditie
is opgenomen en gemonitord.
Vanaf 2014 is de Organisational Standards Assesment
(OSA) ingevoerd als nieuw instrument in de PMEL-
toolbox. Deze assessment wordt door de Woord en Daad
donor uitgevoerd en geeft in twee dagen tijd inzicht in de
capaciteit van de partnerorganisatie op het gebied van
beleid,bestuur,administratieenfinanciën,personeels-
management en organisatiemanagement. Alle partners
waar een OSA is uitgevoerd (7), scoren voldoende tot
goed. Door het assesment samen te doen met bestuur en
managementteam ontstaat er een gezamenlijk inzicht in
sterke en zwakke punten binnen een organisatie. Waar
nodigwordtopvolgingopspecifiekepuntennaverloop
van tijd getoetst via een gerichte audit die door een lokale
consultant wordt uitgevoerd.
De invoering van de OSA en een evaluatie van alle tools
heeftertoegeleiddaternietlangerfinanciëlewerkbezoe-
ken gedaan worden omdat de zaken die hierin getoetst
werden reeds aan de orde komen via de overige tools
en audits. Het accountability manual is hierop aangepast
en ingevoegd in het donor manual, zodat nog maar één
document gebruikt wordt waarin het beleid, procedures
en regels van WD donor zijn vastgelegd.
Met de herziening van het donor manual zijn ook de
eisen voor de jaarrekening en accountantscontrole bij de
partnerorganisatie aangepast. De jaarrekeningeisen zijn
verlaagd, er wordt echter wel gevraagd om ieder half jaar
eenaccountantsverklaringaanteleverenopdefinanciële
verantwoording van de Woord en Daad-projectgelden.
Jaarrekeningen van partners worden jaarlijks beoordeeld
op een aantal criteria, zodat een beeld ontstaat van de
financiëlegezondheidvandeorganisatieendegeconsta-
teerde punten in de managementletter.
Financial audits, uitgevoerd door externe consultants,
richten zich op risicoanalyse en kunnen worden geïniti-
eerd vanuit een OSA, de jaarstukken, een PMEL-audit of
specifiekedonoreisen.
Leerpunten 2014• De eerste ervaringen wijzen er op dat de PMEL-audit en
de OSA kunnen worden geoptimaliseerd door een betere
uitwerking van een aantal eisen (PMEL) en het onderzoe-
ken van het gebruik, de scoring en het doelbereik (OSA).
• Dekwaliteitvanfinancialauditsblijftsterkafhankelijk
van de kwaliteit van consultants. Naast het verbeteren
68 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
van de selectie van consultants wordt onderzocht of de
terms of reference kan worden verbeterd. Deze wordt
voortaan vooraf doorgesproken met de consultant.
• Door het beter bijhouden van actiepunten en donor-
condities in het ERP-systeem kan de opvolging beter
worden geborgd.
• De halfjaarlijkse projectaudits kunnen in een aantal
gevallen nog aan kwaliteit winnen.
6.5 CODES/CERTIFICERING
Woord en Daad:• onderschrijft de Code of Conduct van het
Internationale Rode Kruis, een internationale gedrags-
code voor hulporganisaties;
• volgt in noodhulp en wederopbouw de Sphere
Standards;
• volgt de Code Goed Bestuur voor Goede Doelen;
• werkt in fondsenwerving met de Gedragscode van de VFI;
• bezit het CBF-keurmerk;
• isISO-gecertificeerd;
• werkt volgens COSO;
• WoordenDaadisPartos9001gecertificeerd(desec-
torspecifiekeISO-norm).
69Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Kijk mee
Besturen en toezicht houden
7
70
7.1 INLEIDING
De raad van toezicht (RvT) van Woord en Daad heeft een
belangrijke toezichthoudende rol wat betreft de invulling
van de missie en visie van de organisatie. De bestuurlijke
verantwoordelijkheid ligt bij de raad van bestuur (RvB).
Vanuit bestuurlijk oogpunt is de scheiding tussen toezicht
en bestuur conform de Code Goed Bestuur voor Goede
Doelen doorgevoerd.
Statutaire naam
Stichting Woord en Daad (verkorte statutaire naam,
volledige statutaire naam is Stichting Reformatorische
Hulpaktie Woord en Daad), is gevestigd te Gorinchem.
7.2 BESTUURLIJKE VERANTWOORDING
Raad van bestuur
De raad van bestuur (RvB) bestaat uit dr.h.c. ir. Jan Lock
(directeur-bestuurder). Statutair heeft de RvB beleids-
matig de verantwoordelijkheid voor de organisatie. De
directeur-bestuurder heeft verschillende nevenfuncties.
Een overzicht hiervan vindt u in bijlage 2.
Op 17 april werd drs. Dicky Nieuwenhuis, tot dan lid van
de RvB, wethouder van de gemeente Culemborg. Met het
oog op de beoogde samenwerking met Red een Kind is
besloten de vacature vooralsnog niet op te vullen.
Raad van toezicht
De RvT keurt het door de RvB vastgestelde beleid goed.
Tevens is het zijn verantwoordelijkheid om het functione-
ren van de RvB te beoordelen.
De RvT bestaat uit acht leden (zie voor samenstelling en
rooster van aftreden bijlage 1). Ds. C. (Coen) Westerink
is voorzitter. De RvT wordt samengesteld op basis van
een goede mix van inhoudelijke en bestuurlijke competen-
ties. De leden van de RvT hebben zitting gedurende een
periode van vier jaar en kunnen tweemaal worden herbe-
noemd. Per 31 december 2014 was de samenstelling als
volgt (zie tabel onderaan de pagina).
Bij elk aandachtsgebied is vanuit de professie van het lid
van de RvT duidelijk dat hij of zij waarde toevoegt voor het
aandachtsgebied en Woord en Daad. Nevenfuncties van
RvT-leden zijn te vinden in bijlage 2.
De RvT vergaderde in 2014 negen keer in aanwezigheid
van de RvB. Delen van twee vergaderingen waren zonder
de RvB (met name als het ging om de beoordeling van de
RvB en een interne beraadslaging rond de samenwer-
king met Red een Kind). Tweemaal vergaderde de RvT in
het kader van de mogelijke operationele samenwerking
samen met de RvT van Red een Kind. Tijdens de vergade-
ring in maart 2014 keurde de RvT de jaarrekening goed.
Goedkeuring van het jaarplan en begroting vond plaats in
oktober 2014. In diezelfde vergadering vond de evaluatie
» Raad van toezicht
Lid raad van toezicht Beroep Aandachtsgebied binnen Woord en Daad
Ds. Coen Westerink Predikant Voorzitter. Aandachtsgebied: identiteit van de organisatie
Jenny Achterstraat-Floor AA MBA Ondernemer Secretaris
Piet Nobel RA Registeraccountant Begroting,budgetinclusieffinanciëleenfiscalezaken,personeelenorganisatie
Drs. Marja C. van de Lagemaat-Maaskant Docente Frans/decaan vwo onderwijskundige
Onderwijs
Mr. Margreeth Overbeeke-Boer Jurist en verslaggever bij de NOS Lobby en advocacy, beleidsbeïnvloeding, communicatie en bewustwording
Dr. Pieter Honkoop MDL-arts; ervaring in tropische geneeskunde
WASH, Basisvoorzieningen en humanitaire hulpverlening
Ing. Bart Jaspers Faijer Wethouder; landbouwkundige Landbouw, voedselzekerheid, resultaatmanagement en leren
Ing. Kees van Burg Directeur kapitaalinvesteringen Dow Chemical
Arbeid en inkomen (microkrediet, vaktraining, Job & Business Centres) i.c.m. het Business Platform; Investeringsmogelijkheden, businessplannen
71Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
7Kijk!
Besturen en toezicht houden
van de RvB plaats. De accountant was aanwezig in de
maartvergadering, waarin jaarverslag en jaarrekening pas-
seerden. In april participeerde de RvT in een beleidssessie
met de hele organisatie. Drs. Marja C. van de Lagemaat trad
in 2014 af. Zij wordt opgevolgd door drs. Richard Toes.
Jaarlijkse evaluatie raad van toezicht
In het kader van de reguliere evaluatie vond de evaluatie
van de heer Van Burg in het voorjaar plaats. Mevrouw J.
Achterstraat-Floor is in december geëvalueerd. Beiden
werden opnieuw benoemd. De evaluatie van de heer
Nobel is uitgesteld tot het voorjaar van 2015.
Financiële auditcommissie
Definanciëleauditcommissie(voorsamenstellingziebijlage
1)adviseertdeRvTinzakefinanciëlevoorstellenvande
RvBengeefthaaropinieoverdefinanciëlehandelwijzevan
de RvB en de verslaglegging hierover. De auditcommissie
vergaderde in 2014 twee keer; eenmaal over jaarrekening
2014 en een keer over de begroting 2015.
Accountant en benoeming accountant
Om haar toezichthoudende taak goed uit te kunnen oefe-
nen laat de RvT de RvB en de onder de RvB functionerende
organisatie extern en onafhankelijk controleren op zowel
hetfinanciëledoenenlatenalsdeprocesmatigegangvan
zaken. Daartoe benoemt zij een accountant. In 2014 was
Roza B.V. uit Veenendaal de accountant van Woord en Daad
(herbenoeming in 2014). De accountant neemt zowel deel
aan de vergaderingen van de auditcommissie als aan de
vergadering van de RvT waarin de jaarrekening passeert.
Beoordeling van de raad van bestuur
In de maart- en oktobervergadering beoordeelde de
RvT op basis van resultatenrapportage en evaluaties het
functioneren van de RvB. De organisatie wordt een keer
per twee jaar geëvalueerd door verschillende belangheb-
benden (klankbordgroep comités, adviesgroep bedrijven,
partnernetwerk en ondernemingsraad). Deze evaluaties
zijn meegenomen in de beoordeling van de raad van
bestuur. De beoordeling van de RvB is positief. De RvB
haalt de doelen die de organisatie zich gesteld heeft, uit
het medewerkerstevredenheidsonderzoek blijkt dat er
een hoge mate van tevredenheid is onder het personeel
(op eigenlijk alle gebieden) en dat de implementatie van de
organisatievernieuwing in 2011 de nodige vruchten heeft
afgeworpen. Ondanks de halvering van de RvB ervaart de
organisatie goede continuïteit en de Ondernemingsraad
een positieve interactie met de RvB.
Samengevat kwam de RvT tot het volgende oordeel (zie
tabel onderaan de pagina).
7.3 BELONING EN SALARIS RAAD VAN BESTUUR
De RvT heeft het bezoldigingsbeleid, de hoogte van de
directiebeloning en de hoogte van andere bezoldigings-
componenten vastgesteld. Het beleid wordt periodiek
geactualiseerd. Bij de bepaling van het bezoldigingsbeleid
en de vaststelling van de beloning blijft Woord en Daad
ruim binnen de Adviesregeling Beloning Goede Doelen
van de VFI en de Code Wijffels. De actuele salariëring van
de RvB van Woord en Daad is net als die van andere per-
soneelsleden gebaseerd op BBRA. Ook de functies binnen
de RvB worden via FUWASYS beoordeeld.
Beloning raad van bestuur Voorzitter RvB Lid RvB*
Schaal 16, trede 10 14, trede 8
Percentage dienstverband 100** 89
Salarissen Raad van Bestuur € 95.274 € 20.996
*Hetlidvandervbisop17april2014afgetreden.**vanaf17-04-2014,daarvoor93%
» Beoordeling van de raad van bestuur
Criterium Omschrijving Beoordeling
Doelstelling De activiteiten van de instelling moeten zijn gericht op realisering van haar doelstelling. Goed
Besteding van middelen Debeschikbaremiddelenmoetenefficiënteneffectiefwordenbesteed,conformdekadersdiebeleidsma-tig afgesproken zijn.
Goed
Fondsenwerving Demethodenterverkrijgingvanmiddelenvoordedoelstellingmoetenefficiënt,effectiefenbehoorlijkzijnen conform de afgesproken kaders.
Goed
Omgaan met vrijwilligers Er moet zorgvuldig worden omgegaan met vrijwilligers die hun diensten aanbieden. Goed
Functioneren van de organisatie Deorganisatiemoetprofessioneelfunctionerenenadequaatwordenbeheerst. Goed
72 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
VFI-norm salarissen directiefuncties
Voorzitter RvB Lid RvB
Weging volgens VFI-systema-tiek (de zogenaamde BSD, Basis ScorevoorDirectiefuncties)*
422 (t/m 16-04) 485 (v.a. 17-04)
388 (t/m 16-04)
Maximumsalaris volgens VFI-norm bij deze functiezwaarte en –omvang.
€ 117.222 (VFI-norm bij 93% en 100%)
€ 25.717 (VFI-norm bij 89%)
*DetotalepuntentellingvoorWoordenDaadkomtuitop485punten.Bijeen meerhoofdige raad van bestuur dient dit puntenaantal vermenigvuldigd te worden met een percentage. Het betreft 87% voor de voorzitter van de raad van bestuur en 80% voor een lid van de raad van bestuur. Dit betekent voor de functie van Jan Lock een puntenaantal van 422 en voor Dicky Nieuwenhuis een puntenaantal van 388. Tot 17 april 2014 had Woord en Daad een meerhoofdige directie. Door het vertrek van Dicky Nieuwenhuis heeft Woord en Daad per 17 april 2014 een één-hoofdige directie.
De puntentelling volgens de VFI-norm met betrekking tot
maximumsalarissen passend bij de complexiteit en grootte
van de organisatie is in 2013 opnieuw door de raad van
toezicht beoordeeld en vastgesteld.
7.4 BESTUURLIJK FUNCTIONEREN
Organisatie en Code Wijffels
De organisatie staat onder leiding van de RvB. De ver-
houding tussen de RvT en de RvB is geregeld conform de
Code Wijffels en vastgelegd in de statuten.
De werkorganisatie is opgesplitst in vijf afdelingen. De
opbouw per 31/12/2014 was als volgt:
Afdeling Onder leiding van
Finance, Projectadministratie en Control
Jan van der Bas QCAssistent-manager: drs. Arnold van Willigen
Communicatie en Fondsen Rina Molenaar MSc
Partners en Programma’s Edwin Visser
Agribusiness en Enterprise Development
Ing. Maarten van Middelkoop
Resultaatmanagement en Leren Dr. ir. Wim Blok
De managers van de afdelingen vormen onder voorzitter-
schap van de RvB met elkaar het managementteam. Het
managementteam adviseert de RvB over besluitvorming.
Afwijking van het advies wordt via de notulen van het
managementteam vastgelegd. De RvT neemt kennis van
deze notulen.
In de uitvoering heeft de RvB verantwoordelijkheden
en bevoegdheden gedelegeerd aan de afdelingsma-
nagers. De procedures hiervoor zijn vastgelegd in
het Organisatiehandboek. Via interne controle wordt
naleving van de procedures door de afdeling Finance,
Projectadministratie en Control gerapporteerd aan de
RvB. Woord en Daad kent een zevental staffuncties. Zie
het organogram in bijlage 4.
Onkostenvergoedingen
De RvB vervult een bezoldigde functie. De leden van de
RvT krijgen alleen een onkostenvergoeding. In de praktijk
betreft dat een vergoeding voor de verreden kilometers
en vergoeding voor porti en telefoonkosten. De vergoe-
ding bedraagt per gereden kilometer € 0,28.
Nevenfuncties
De nevenfuncties van de RvB en de leden van de RvT
worden genoemd in bijlage 2. Vóór het geven van
goedkeuring voor het aangaan van nieuwe nevenfuncties
door RvT-leden worden deze getoetst aan de statuten
van Woord en Daad. Er zal geen goedkeuring plaatsvin-
den als er risico bestaat op belangenverstrengeling of
afhankelijkheid.
Evalueren en leren
Evalueren en leren is structureel verankerd binnen de
beleidscyclus van Woord en Daad. Meer informatie hier-
over in hoofdstuk 4.
Jaarverslag
Het jaarverslag geeft een goed beeld van het werk van
Woord en Daad. Het gaat in op zowel het werk in Afrika,
Azië en Midden- en Zuid-Amerika als op het werk in
Nederland en Europa. Woord en Daad beschikte in 2014
over voldoende middelen om haar werk voor het grootste
deel volgens de voorgenomen plannen en langs de strate-
gische lijnen uit te voeren.
Aan de inkomstenkant was er sprake van een groei bij
particulieren en bedrijven voor wat betreft de structurele
inkomsten. De stijgende inkomstenlijn bij bedrijven zette
zich voort. De inkomsten uit noodhulp waren relatief
hoog als gevolg van de massale reactie van onze achter-
ban op de noodhulpsituatie in de Filipijnen, rond ebola en
Syrië/Irak. De inkomsten uit Institutionele Fondsen en
Vermogensfondsen bleven achter voor wat betreft subsi-
dies, aandeel acties derden lag fors hoger.
73Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
7Kijk!
Besturen en toezicht houden
Jaarrekening
Voorgedetailleerdefinanciëlegegevenswordtuverwezennaardejaarrekeningmettoelichting.
In het operationeel jaarplan voor 2014 is een begroting onderbouwd van € 33.159.268. Een deel daarvan (€ 3.917.500)
zat in de categorie ‘niet goed te voorspellen inkomsten’.
Door de koppeling van uitgaven aan inkomsten was er sprake van een goed evenwicht tussen baten en lasten. De vaste pro-
grammakosten, de kosten beheer en administratie en de kosten eigen fondsenwerving bleven binnen de vastgestelde normen.
40
35
30
25
20
15
10
5
0
19
75
19
80
19
85
19
90
19
95
20
00
20
05
20
10
20
14
× m
iljo
en
8 fte
10 fte
20 fte
subsidie
noodhulp
8,4%
9,4% 9,4%
7,8% 7,9% 7,7%
11,01%
9,18%
10,1%
Kosten
7,91%
fte
60,51
Reguliere inkomsten
19,951 mln.
23,567 mln.Vermeerderd metextra inkomstenderden
Totale inkomsten
31,406 mln.Vermeerderd met subsidies overheden
» Inkomsten 1975 t/m 2014 Gerealiseerd en begroot
74 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Begroting 2014, meerjarenbegroting en beleidsvoornemens
Na de jaarrekening is de begroting over het jaar 2015 en
de meerjarenbegroting opgenomen. De beleidsvoorne-
mens zijn vastgelegd in hoofdstuk 8 van dit jaarverslag.
Overige beleidsuitgangspunten, van belang voor bestuurlijke verantwoordelijkheid en functioneren
Vermogen
Het vermogen van de stichting is opgesplitst conform de
regels van het CBF in reserves.
Reserves
Woord en Daad streeft naar een evenwicht tussen
inkomsten en uitgaven. De opbouw van het operationeel
jaarplan is daarop afgestemd: tegenover bestedingen die-
nen via fondsenwerving inkomsten te staan. De koppeling
tussenspecifiekeinkomstenenspecifiekeuitgaveniszo
beter geborgd.
Fondsen
De bestemmingsfondsen zet Woord en Daad over-
eenkomstig de bestemming in bij de uitvoering van de
projecten. Indien er bij projecten in aanvang nog te weinig
fondsen binnen zijn, wordt per balansdatum het tekort
aangevuld vanuit het algemeen fonds. Indien alsnog via
fondsenwerving dekking voor het project gevonden wordt,
wordt dit bedrag teruggeboekt naar het algemeen fonds.
Tot de bestemmingsfondsen behoren ook de
sponsorfondsen.
Beleggingsbeleid
Doordat aanvaarde projecten meestal in termijnen
betaald worden en het opstarten van nieuwe projecten
tijdvergt,zijnertijdelijkeliquiditeitenaanwezig.Deze
worden risicoloos belegd (zie verder paragraaf 6.2
risicomanagement).
Procesbeheersing en risicobeheersing
Stichting Woord en Daad streeft transparantie na bij de
uitvoering van de werkzaamheden. De toekenning van de
fondsen, besteding van fondsen, bewaking van project- en
programma-uitvoering en -rapportage vonden in 2014
plaats volgens de kaders, procedures en processen zoals
vastgesteld door de stichting. Zie voor een beknopte
beschrijving van deze kaders, procedures en processen
bijlage 5. Door de RvT wordt vanuit die gegevens toezicht
gehouden. In dezelfde bijlage is de werkwijze rond risico-
beheersing opgenomen.
In een afzonderlijke verklaring geeft de accountant een
oordeel over de beheersing van deze processen. Het doel
vandezebeschrijvingishetafleggenvanverantwoording
over de wijze waarop Woord en Daad de haar toever-
trouwde middelen beheert en besteedt. Daarnaast borgt
Woord en Daad haar processen via het ISO 9001–2008.
DitcertificaatverkreegWoordenDaadin2002.Het
certificaatisin2014verlengdengeldttot2016.
De normpercentages voor overhead
Sinds 2011 werkt Woord en Daad met kostennormen
voor beheer en administratie en een eigen norm voor kos-
ten eigen fondsenwerving. De norm beheer en administra-
tie is 3,1%, die voor kosten eigen fondsenwerving 6%. De
organisatiekosten liggen nagenoeg in lijn met de begroting.
In 2014 zijn kosten gemaakt in verband met de beoogde
samenwerking met Red een Kind, die binnen de begroting
gecompenseerd konden worden door onder andere lagere
afschrijving hardware (door latere investering in nieuw
serverpark) en besparing op fondsenwervingskosten. Het
overheadpercentage komt op 7,91% uit (wat iets lager
is dan in 2013, toen 7,98%). Overheadkosten liggen dus
redelijk in lijn met de begroting, de inkomsten zijn echter
lager uitgekomen, vandaar dat het normpercentage van
7,5% niet gerealiseerd is. Kosten Beheer & Administratie
komen uit op 3,05% van de inkomsten (was 3,27% in
2013), CBF-percentage (kosten eigen fondsenwerving
gedeeld door inkomsten eigen fondsenwerving) op 6,37%
(was 6,02% in 2013). De nieuwe norm IF-kosten versus
inkomstenIFbedraagtin2014quarealisatieop2,33%(in
2013 op 2,4%).
De normpercentages voor vaste programmaonderdelen binnen de doelstelling
Daarnaast stuurt Woord en Daad op verdeling tus-
sen programma’s en vaste programma-uitgaven zoals
uitgaven voor inhoudelijke ondersteuning (partnerrol),
uitgaven voor monitoring en evaluatie (PMEL) en uit-
gaven voor het programma bewustwording. Voor 2014
waren voor deze programma-uitgaven/uitgaven aan de
doelstelling, de normen verbonden zoals verwoord in
bijlage 5. In 2014 werd een doelbestedingsratio behaald
van 92,09 procent.
75Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
7Kijk!
Besturen en toezicht houden
7.5 VERANTWOORDINGSVERKLARING RAAD VAN BESTUUR
Woord en Daad heeft een systeem van interne controle
en beheersing waarvan de hoofdlijnen hiervóór zijn
aangegeven. Hierbij is waar mogelijk aansluiting gezocht
bij de kwaliteitsnormen uit het rapport ‘Internal Control
Integrated Framework’ van het Committee of Sponsoring
Organizations (COSO). Binnen de beperkingen van dit
systeem garandeert het een beheersing van de proces-
sen Fondsenwerving en –besteding en een betrouwbare
verslaggeving in de jaarrekening. Door de aanwezige con-
trolepunten worden de risico’s tot een minimum beperkt.
Ondergetekende verklaart dat genoemde systemen per
31 december 2014 functioneerden en er gedurende het
boekjaar 2014 volgens de processen is gewerkt die in
bijlage 5 van dit jaarverslag staan vermeld. Als houder van
het CBF-Keur worden de volgende principes door Woord
en Daad onderschreven:
Scheiding toezicht houden, besturen en uitvoerenBinnen Woord en Daad is de functie ‘toezicht houden’
(vaststellen en goedkeuren van plannen, en het kritisch
volgen van de organisatie en haar resultaten) duidelijk
gescheiden van het ‘besturen’ dan wel de ‘uitvoering’.
Vanaf 1 januari 2008 is er een nieuwe bestuursstruc-
tuur doorgevoerd waarbij de organisatie bestuurd
wordt door de raad van bestuur en er toezicht wordt
gehouden door de raad van toezicht. Als voorzitter van
de raad van bestuur is sinds 1 januari 2008 de heer dr.
h.c. ir. J. Lock aangesteld. Vanaf 1 januari 2010 is tevens
toegetreden tot de raad van bestuur mevrouw drs. D.J.
Nieuwenhuis. Vanwege het aanvaarden van een werkkring
buiten Woord en Daad door mevrouw Nieuwenhuis is
er vanaf 17 april 2014 weer een eenhoofdige raad van
bestuur. Direct onder de raad van bestuur fungeert een
managementteam bestaande uit de vijf managers van de
afdelingen. De raad van bestuur neemt besluiten, voor de
uitvoering van de plannen en de verantwoording hierover
is het managementteam verantwoordelijk. De raad van
toezicht houdt toezicht door het door de raad van bestuur
vastgestelde beleidsplan, jaarplan en jaarverslag te beoor-
delen en goed te keuren. De auditcommissie adviseert
deraadvantoezichtoverhetfinanciëlebeheerenbeleid
van Woord en Daad en bewaakt de door het bestuur
ingevoerde controlemaatregelen en procedures op het
gebiedvanfinanciëleverslaggeving.Inhoofdstuk7van
dit jaarverslag staat de wijze van besturen en de wijze van
toezicht houden beschreven.
Effectief en efficiënt besteden van middelenWoord en Daad werkt continu aan een optimale besteding
van middelen, zodat effectief en doelmatig gewerkt wordt
aan het realiseren van de doelstelling. In het jaarverslag
wordt uitvoerig verslag gedaan van de werkwijze en de
behaalde resultaten. Door middel van een maandelijks
koersrapport wordt gecontroleerd of de gestelde doelen
gehaald worden en zo nodig maatregelen genomen moeten
worden.Eenbelangrijkegraadmeteroverdeefficiënteinzet
van middelen is de hoogte van de overhead. Hieronder
wordt verstaan de kosten van beheer en administratie en de
kosten van fondsenwerving. Woord en Daad heeft zichzelf
een norm opgelegd voor overhead van gemiddeld maximaal
7,5%. Voor 2014 is het percentage 8,02%. Voor de kosten
van de eigen fondsenwerving ten opzichte van de baten
eigen fondsenwerving is er de zogenaamde CBF-norm van
maximaal 25%. Bij Woord en Daad is dit percentage in 2014
5,85%. Voor de overige normen en ratio’s wordt verwezen
naar het overzicht in de jaarrekening.
Optimale relatie met belanghebbendenWoord en Daad streeft naar optimale relaties met belang-
hebbenden, met gerichte aandacht voor de informatiever-
schaffingendeinnameenverwerkingvanwensen,vragen
en klachten. De belanghebbenden van Woord en Daad
zijn zowel de vrijwilligers, de donateurs (zie hoofdstuk 5)
als de partners (zie met name hoofdstuk 2) in het Zuiden.
We streven een open en eerlijke communicatie na met
zo veel mogelijk transparantie. We vragen regelmatig de
meningvandezegroependoorhethoudenvanenquêtes,
klanttevredenheidsonderzoeken en partnerconferenties.
Ook geven we inspraak op het te voeren beleid. Daarnaast
hebben we een procedure voor complimenten, signalen
en klachten, waarbij een klacht zo zorgvuldig mogelijk en
tijdig wordt behandeld.
In deze verklaring wordt door ondergetekende verant-
woording afgelegd van de wijze waarop bovenstaande
principes worden toegepast.
Gorinchem, 15 maart 2015
Dr.h.c. ir. Jan Lock
Directeur-bestuurder
Stichting Woord en Daad
76 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
7.6 VERANTWOORDINGSVERKLARING RAAD VAN TOEZICHT
Conform de Code Goed Bestuur voor goede Doelen maakt Woord en Daad een helder onderscheid tussen besturen en
toezicht houden.
• Besturen: richting geven, zorgen voor het verwerven van de nodige middelen, het besteden en beheren daarvan en voor
hetadequaatfunctionerenvandeorganisatie.
• Toezicht houden daarop, zowel vooraf als achteraf.
Toezicht houden is alleen mogelijk als de organisatie ‘in control’ is. De raad van toezicht heeft vastgesteld dat de organi-
satie beschikt over een Handboek Organisatie, waarin alle processen en risico’s zijn vastgelegd. De voortgang van het
operationeel jaarplan, afgeleid van het voor een periode van drie jaar vastgestelde beleidsplan, wordt gevolgd door een
periodiek intern opgesteld zogenaamd koersrapport. De raad van bestuur voegt aan dit rapport zijn visie toe en deze
zaken worden met de raad van toezicht besproken. Daarnaast worden binnen Woord en Daad interne audits uitgevoerd.
Met dit alles is de raad van toezicht in staat om haar toezichthoudende rol te vervullen. De leden van de raad van toezicht
bezoeken jaarlijks diverse programma’s in het Zuiden en kunnen daar zelf, aangevuld met informatie uit de gesprekken
met de partnerorganisaties, vaststellen hoe de programma’s worden gevolgd en de gemaakte afspraken worden nageko-
men. Elke vergadering evalueren de raad van bestuur en de raad van toezicht de loop van de vergadering. Op deze wijze
ontstaat wederzijds vertrouwen en raken er geen zaken ‘onder tafel’ of blijven onbesproken.
Periodiek worden door middel van een peer review ook de individuele leden van raad van toezicht door elkaar beoordeeld.
De raad van toezicht werkt in de praktijk overeenkomstig de aanbevelingen in de Publieke Management Letter voor de
goededoelensector.
In 2014 heeft het lid van de raad van bestuur ontslag genomen. De raad van toezicht heeft in goed overleg besloten de
vacature voorlopig niet te vervullen maar eerst de ontwikkelingen rond de samenwerking met Red een Kind af te wachten.
Die keus is in 2014 een goede gebleken.
Ds. C. Westerink
Voorzitter raad van toezicht
77Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Kijk vooruit
Toekomstvisie
8
78 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
8.1 INLEIDING
In 2014 bepaalde geweld, op kleinere en grotere schaal,
voor een belangrijk deel het nieuws. Geweld dat gepaard
ging met verlies en verdriet. Wie naar het nieuws keek,
ervoer soms diepe gevoelens van machteloosheid. En de
start van 2015 lijkt eerder verergering dan vermindering
te laten zien.
Tegenstellingen in de maatschappij en in de wereld nemen
toe. Niet alleen door geweld, maar ook door toenemende
ongelijkheid tussen rijken en armen. Ondanks groeiende
economieën en nieuwe kansen, zijn er nog steeds honder-
den miljoenen mensen die vastzitten in armoede of erin
terug vallen. Situaties waarin mensen moed en hoop lijken
op te geven.
Juist in zo’n tijd zijn er inspirerende voorbeelden van men-
sen, soms nog kinderen of tieners, die zich niet neerleggen
bij geweld, ongelijkheid en vormen van negatief denken.
Die staan voor de bescherming van zwakken en kwetsba-
ren. Die zich inzetten om perspectief te bieden voor de
toekomst. Aan zulke veranderingen wil Woord en Daad
zich blijvend verbinden.
In 2014 zette Woord en Daad, samen met vertegenwoor-
digers uit de achterban in Nederland en van partners uit
het Zuiden, nieuwe lijnen uit voor de toekomst. In een
steeds sneller veranderende omgeving willen we samen
trouw blijven aan onze roeping en missie. We kijken
daarbij niet weg van moeilijkheden en uitdagingen, maar
zoeken steeds opnieuw naar nieuwe mogelijkheden en
kansen. In elke context kijken we naar wat duurzame
verandering voor gemarginaliseerden tegenhoudt en wat
deze verandering voor hen juist bevordert. Dat willen we
steunen en versterken.
8.2 ALGEMEEN
In het brede en wereldwijde veld van ontwikkelings-
samenwerking is 2015 een kanteljaar. De Millennium Development Goals (MDG’s) lopen tot eind 2015. Woord
en Daad is kritisch over de MDG’s omdat ze heel
gemakkelijk tot een versmalde blik op armoede kunnen
leiden. In kwantitatieve zin is desondanks veel bereikt.
In Afrika is het aantal kinderen dat naar school gaat, in
veel landen gestegen naar 90%. De uitdaging is om na
2015 een verdiepingsslag te maken en de doelstellingen
integraal te verbinden met het probleem van armoede. De
afgelopen twee jaar zijn er vanuit allerlei verbanden in de
wereldwijde samenleving aanbevelingen gegeven voor de
zogenaamde Post-2015 agenda, met nieuwe internationale
duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (tot 2030). Woord
en Daad wil dit proces kritisch volgen en waar nodig en
mogelijk input op het beleid geven.
De overkoepelende slogan klinkt hoopvol: Leave no one behind. Het gaat erom dat armen meegenomen worden in
de economische ontwikkeling. Welzijn en de waardigheid
van mensen, alsook het duurzaam beheer van de aarde en
het klimaat, dienen centraal te staan. Jongens én meisjes,
die tot nu toe hun onderwijs niet afrondden, moeten
kwaliteitsonderwijs kunnen volgen en doorstromen naar
beroepsonderwijs en werk. Bevordering van gelijkwaar-
digheid en vrede is de opdracht voor instituties in de
samenleving. Om dat te bereiken is nationale en wereld-
wijde samenwerking nodig.
Het is te merken dat er goed geluisterd is naar diverse
stemmen uit de samenleving, inclusief die van de armen,
bij de opstelling van deze agenda. De meeste onderwer-
pen uit deze agenda sluiten ook goed aan bij prioriteiten
van Woord en Daad en partners voor de komende jaren.
Daarin willen we eigen onderzoek rond het insluiten van
de armsten van de armen betrekken. Dat is ook een van de
conclusies van de conferentie in 2014.
De Wereldbank zet in 2015 een nieuwe toon voor de
komende jaren. Ze geeft aan dat armoedebestrijding
de inzichten die verkregen zijn uit breed psychosociaal
onderzoek kan gebruiken. Inzichten in de wijze van denken
en handelen van mensen kan veel meer gebruikt worden
in het ‘hoe’ van ontwikkelingssamenwerking. En er worden
aanzetten gegeven om dit te concretiseren. Dit is ook een
invalshoek waaraan Woord en Daad, in samenwerking
met anderen, meer aandacht gaat geven. Er is op dit vlak
nog veel te leren én te winnen. Ook dit sluit aan bij de
conclusies van de conferentie van 2014. Met elkaar willen
we concreet werken aan mentaliteitsverandering vanuit
Bijbels perspectief. Dat element krijgt concreet een plek in
ons toekomstig beleid.
Binnen de Nederlandse context loopt in 2015 de zoge-
naamde MFS II (vijfjarige) subsidieperiode ten einde. Deze
breed inzetbare subsidiestroom, waar ook Woord en Daad
in deelt, zal niet worden vernieuwd. De Nederlandse over-
heid heeft een nieuw beleid ontwikkeld, dat vooral vormen
van beleidsbeïnvloeding wil steunen die belangrijke (sociaal-
economische) maatschappelijke veranderingen beogen.
De overheid gaat hiervoor met een aantal geselecteerde
organisaties meerjarige strategische partnerschappen aan.
Woord en Daad, in samenwerking met Red een Kind, heeft
79Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
8Kijk!
Toekomstvisie
hiervoor ook een aanvraag ingediend. Deze nieuwe(re)
wijze van kijken naar de werkelijkheid en daaruit werken,
past goed bij de verschuivingen in het werk van Woord en
Daad en partners.
8.3 WERK IN HET ZUIDEN
De afgelopen jaren is steeds duidelijker geworden dat
deallerarmstenvaaknietofonvoldoendeprofiterenvan
activiteiten van overheden en ontwikkelingsorganisaties.
Woord en Daad en partners gaan zich extra inspannen om
deze groepen te bereiken. Daarvoor is meer inzicht nodig
waarom deze mensen worden buitengesloten en tegelijk
ook zichzelf buitensluiten. Wie in een negatieve spiraal
van denken zit, zakt vaak steeds verder in de modder weg.
Zo iemand heeft niet meer de moed en kracht om nieuwe
kansen aan te grijpen. Zeker niet als anderen om hen heen
hen ook die kansen niet (meer) gunnen. Het is duidelijk dat
dit niet een kwestie is van een extra project hier en daar,
maar dat dit vraagt om expertise én meer samenwerking
met plaatselijke overheden, andere maatschappelijke
organisaties en kerken.
In verschillende contexten zullen verschillende accenten
gelegd worden. Zo komt er meer aandacht voor kinderbe-
scherming, versterking van gezinnen en families, psycho-
sociale hulpverlening, (leren) samenwerken in groepen
en onderling vertrouwen opbouwen, en het vinden van
waardig werk, om (opnieuw) op eigen benen te staan. Juist
in deze benadering is een lange(re)termijnvisie nodig. Het
komt hierin ook aan op trouw en volharding. We willen
zeker maken dat kinderen en jongeren hun onderwijs goed
afmakenendewegrichtingwerksuccesvolafleggen.Daar
willen we een duw aan geven, en tegelijk zorgen dat lokale
organisaties en instituties dit zelfstandig voortzetten.
In steeds meer landen ontstaat een nieuwe middenklasse.
Zijprofiterenvaneconomischegroeiennieuwekansen.
Tegelijk neemt de ongelijkheid in veel landen toe. Er blijven
groependievrijwelnietprofiteren.Zewonenteverweg
van de steden, of ze zitten vast in sloppenwijken waar toe-
gang tot goede training en eerlijk werk moeizaam is. Woord
en Daad zet zich met programma’s van training, landbouw-
en bedrijfsontwikkeling in om te zorgen dat meer armen
kunnenprofiterenvaneconomischeontwikkeling.Dat
vraag wel om samenwerking op verschillende niveaus –
zowel met overheid als bedrijfsleven. Meer inclusie van
arme boeren (mannen, vrouwen, jongeren) in waardenke-
tens is een belangrijk speerpunt voor Woord en Daad in
de komende jaren. We bouwen aan kennis en ervaring om
juist hier van meerwaarde te kunnen zijn. Terwijl we tegelijk
zeker willen maken dat deze ketens winstgevend zijn, en zo
voor duurzame verbetering van armen zorgen.
De afgelopen jaren hebben we de ontwikkeling gezien van
regionale allianties met beleid en slagkracht in de eigen
regio. Partners van Woord en Daad zoeken steeds meer
samenwerking met anderen in eigen land en regio. Die
beweging zal Woord en Daad krachtig ondersteunen. Het
(kunnen) delen van kennis en ervaring om van toege-
voegde waarde te zijn staat daarbij voorop. Actief wordt
ingezet om gebruik te kunnen maken van fondsen, die in
toenemende mate in de landen zelf beschikbaar komen.
De verschuivingen en veranderingen in de omgeving van
partners van Woord en Daad, vraagt om een innovatieve
en ondernemende houding van hen. Onze ondersteuning
zal erop gericht zijn om dat te versterken. Het gaat er
uiteindelijk om dat we met ons werk bijdragen aan wer-
kelijk verandering van gemarginaliseerden en armen. Een
verandering die beklijft. Een verandering die laat zien dat
mensen tot hun Bijbelse bestemming komen.
8.4 WERK IN HET NOORDEN
Armoedebestrijding is niet iets dat begint in het Zuiden.
Het heeft alles te maken met hoe onze wereld eruitziet,
zich heeft ontwikkeld en nog ontwikkelt. Daarom is het
voor Woord en Daad wezenlijk om mensen wereldwijd te
verbinden in hun gevecht tegen armoede. De komende
jaren doen we dat op verschillende manieren.
Allereerst doen we dit met onze eigen achterban.
Tienduizenden particulieren en duizenden bedrijven die
bereid zijn, en dat blijven, om tijd, middelen en expertise
ter beschikking te stellen om armoede terug te dringen.
Op creatieve en passende wijze zullen we hen bij dit
gevecht betrekken. Hierin vervullen digitale media een
steeds belangrijker rol. Dat zullen we niet langer als
Woord en Daad alleen doen. Onze partners zullen daarin
een steeds belangrijker rol spelen. Het is een gezamenlijke
verantwoordelijkheid.
Steeds meer mensen worden zich bewust van hoe zaken
op deze wereld op elkaar inspelen. Dit gaat over klimaats-
verandering, eerlijke handel en duurzame producten en
effecten van armoede op instabiliteit en dreigingen van
geweld. Woord en Daad zal zich samen met jongeren
en ouderen uit de achterban verder inzetten, om deze
bewustwording te stimuleren en vorm te laten krijgen in
een juiste (veranderde) levensstijl.
80 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Zowel in het Zuiden als in het Noorden maken overheden beleid dat soms blijk geeft van weinig coherentie. Het ene minis-
terie maakt beleid, dat het beleid van de ander onderuit haalt of ineffectief maakt. Dat gebeurt op alle niveaus, van lokaal
tot mondiaal. Daarom gaat Woord en Daad zich inzetten, samen met vele anderen, om meer coherentie te bepleiten en
concrete suggesties te doen hoe dit beter kan. Een coherent overheidsbeleid kan juist zorgen dat de armsten niet buiten-
geslotenmaaringeslotenworden.Juisteregelgevingkanervoorzorgendatfinanciënenservicesbeschikbaarkomenvoor
boeren en ondernemers. Relaties van overheden met overheden spelen hier een belangrijke rol in. Woord en Daad zal zich
inzetten om zinvolle relaties te versterken.
8.5 SAMENWERKING WOORD EN DAAD EN ANDERE ONTWIKKELINGSORGANISATIES
Samenwerking is voor Woord en Daad wezenlijk om ambities en doelstellingen te verwerkelijken. Daarom zijn we deel van
meerdere samenwerkingsverbanden, die daaraan een toegevoegde waarde leveren. In Prisma-verband heeft dat geleid tot
actieve deelname binnen de ICCO-coöperatie. Dat zal de komende jaren binnen verschillende regio’s (op maat) vorm krijgen.
De samenwerking met Red een Kind heeft een verdieping gekregen door het intensief samenwerken als alliantie binnen
het MFS II subsidie-kader. Er is een gezamenlijke aanvraag ingediend bij de Nederlandse overheid, met name op het
terrein van beleidsbeïnvloeding in verschillende landen. We zetten daarbij in op een strategisch partnerschap met de
Nederlandse overheid, en intensievere samenwerking met Nederlandse ambassades in een aantal focuslanden.
8.6 STERKTE-ZWAKTEANALYSE
» Sterkte-zwakteanalyse van het werk van Woord en Daad in het Zuiden
Sterk Zwak
Allianties Regionale Allianties ontwikkelden eigen beleid
en pakten fondsenwerving op
Regionale Allianties vragen schaarse tijd en
aandacht van partners
Doelgroepen Participatie en oog voor context staan centraal
bij de partneraanpak
Onvoldoende inzicht wie allerarmsten zijn en
wat geschikte interventies zijn
Interventies Duidelijke visie op verhouding tussen sociale
en economische interventies
Integratie en synergie tussen beide typen
interventies
Kansen Bedreigingen
Nieuwe business Veel belangstelling voor agri-business en
nieuwefinancieringsvormen
Aandacht voor economische ontwikkeling gaat
ten koste van sociale ontwikkeling
Regionale fondsen Regionale beschikbaarheid van institutionele
fondsen voor partners
Hoge eisen door kritischer zuidelijke overheid
verkleint de toegang tot regionale fondsen
Programma-aanpak Systematisch werken met goed uitgewerkte
Theories of Change kan de kwaliteit van
programma’s in verschillende opzichten
versterken
Partners zetten de Theory of Change niet in
als instrument om het vermogen tot strategi-
sche planning te vergroten, maar ervaren het
als een donoreis.
Vertaling naar de praktijk Allianties Regionale Allianties zoeken meer naar niches. Partners zijn actiever in nationale
samenwerkingsverbanden.
Doelgroep Er komen scherpere analyses van dieperliggende oorzaken van armoede.
Interventies In het nieuwe beleid wordt vanuit een integrale benadering gewerkt.
Nieuwe business De focus blijft liggen op het verbinden van armen met de markt.
Regionale fondsen Fondswervingscapaciteit wordt uitgebreid en versterkt.
Programma-aanpak Alle partners ontvangen een ToC-workshop en de ToC vormt de kern van de nieuwe
meerjarenplannen van partners
81Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
8Kijk!
Toekomstvisie
» Sterkte-zwakteanalyse van het werk van Woord en Daad in Nederland
Sterk Zwak
Achterban Identiteit geeft verankering in de achterban
en beperkte afhankelijkheid van subsidies
Veranderingen in de achterban beïnvloe-
denhetfinanciëlecommitterenvoorlange
termijn
Afhankelijkheid Zuidelijke partners waarderen transparan-
tie en communicatie rond beoordeling van
aanvragen
Sterke afhankelijkheid van partners van
WoordenDaad-financiering
Ondersteuning &
expertise
Support- en expertiseteams m.b.t. kwaliteits-
versterking, advies en innovatie
Inzet van inhoudelijke expertise bij het
aanbieden van ontwikkelprojecten aan grote
donoren
Aanzienlijk deel van de partnersupport is
operationeel van aard
Onzekerheidoverfinancieringvanprojecten
vanwege afhankelijkheid van individuele
donoren
Kansen Bedreigingen
Fondsen (Institutionele) Fondsen verplaatsen zich
naar het Zuiden
Afnemende subsidiemogelijkheden in
Nederland en Europa
Draagvlak Hoog draagvlak voor inter-nationale samen-
werking in de achterban
Op termijn afnemend vertrou-
wen in relevantie en meerwaarde
ontwikkelingssamenwerking
Vertaling naar de praktijk Achterban Sterkere opmaatbenadering voor optimale betrokkenheid van de achterban.
Afhankelijkheid Eigenfondswervingvanpartnerswordtmeerdivers,omfinanciëlezelfstandigheid
(verder) te versterken.
Ondersteuning & expertise Ondersteuning verschuift steeds meer van operationeel naar strategisch, en wordt
vraaggestuurd uitgevoerd.
Fondsen Fondsenwerving wordt steeds meer een gezamenlijke verantwoordelijkheid van Woord
en Daad en partners, die hierin nieuwe wegen gaan en zoeken naar nieuwe vormen in
fondsenwerving (bijv Crowdfunding) .
Draagvlak Mensen willen bijdragen en betrokken zijn bij echte verandering van mensen – het gaat
erom dat verhaal te kunnen vertellen.
82 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
In Sierra Leone kwamen in 2014 de toekomstplannen in een heel ander daglicht te staan. De uitbraak van ebola leidde ertoe dat het hele maatschappelijke leven stil kwam te liggen. Alle scholen
werden gesloten, waaronder de Go Flames basisschool in Freetown, die door Woord en Daad wordt gesteund. Deze lerares, die – naar Afrikaans gebruik – haar dochtertje voor het uitbreken van de
epidemie regelmatig meenam naar haar werk, kwam noodgedwongen thuis te zitten.
83Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Financiële kijk
Financiële verantwoording
9
84 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
9.1 JAARREKENING TOELICHTING
In paragraaf 9.2 is de jaarrekening inclusief gedetailleerde
toelichting te vinden. In deze paragraaf geven we u een
samenvatting van de meest opvallende zaken.
INKOMSTEN
De totale inkomsten van Woord en Daad zijn ten opzichte
van 2013 met 1,36% licht gestegen.
De inkomsten uit eigen fondsenwerving worden met name
bepaald door sponsorinkomsten en inkomsten uit overige
giften. De inkomsten uit het sponsorprogramma zijn dit
jaar opnieuw gedaald. Het aantal aanmeldingen (stabiel
ten opzichte van 2013) is helaas onvoldoende om het
aantal afmeldingen te compenseren.
De overige giften zijn afkomstig van particulieren, bedrij-
ven en vermogensinstellingen.
De particuliere inkomsten zijn ten opzichte van 2013
gestegen. In 2013 is door particulieren veel gedoneerd voor
de ramp in de Filipijnen; de kleinere noodhulpacties in 2014
(onder andere voor ebola, noodhulp in Irak en aanvullende
actie voor de Filipijnen) hadden een lagere opbrengst. Wel
zijn in 2014 forse bedragen ontvangen van deputaatschap-
pen van kerken voor noodhulp Filippijnen. Ook het aandeel
van bedrijven in de overige giften is in 2014 toegenomen.
Een vernieuwde aanpak maar ook de betere economische
omstandigheden droegen hieraan bij. De vooruitzichten
voor de komende jaren zijn gunstig, mede omdat via
Incluvest een solide partner beschikbaar is voor bedrijfsont-
wikkelingsprojecten. Het aandeel van vermogensfondsen
aan de overige giften is in 2014 fors lager. Dit heeft vooral
te maken met het feit dat een deel van de inkomsten voor
2014 al in 2013 waren meegenomen omdat er directe
bestedingen aan waren verbonden. Daarnaast was een
grote donor terughoudend in het verstrekken van fondsen
vanwege problemen in de programma-uitvoering.
Naast hogere inkomsten eigen fondsenwerving lagen
de inkomsten uit acties van derden ook 21% hoger. De
hoofdreden is een fors hogere eigen bijdrage van Red een
Kind voor de MFS-programma’s waarvan Woord en Daad
penvoerder is.
Subsidies daalden met 3% ten opzichte van vorig jaar.
Door de toenemende concurrentie voor het verkrijgen
van subsidiemiddelen is het steeds moeilijker - ondanks
kwalitatief goede aanvragen – om subsidies te werven.
De komende jaren zet Woord en Daad daarom stevi-
ger in op fondsenwerving in het Zuiden via regionale
fondsenwervers. De eerste successen zijn al zichtbaar.
Bijzonder om nog te vermelden is het feit dat voor het
eerst inkomsten uit natura zijn meegenomen. Het gaat dan
om expertise-inzet van vrijwilligers vanuit hun bedrijf of
instelling. Naast de enorme inzet van overige vrijwilligers
vertegenwoordigt de expertise-inzet een waarde van
€ 89.500 (tegen een maximaal tarief van € 750 per dag) en
onderstreept de grote betrokkenheid bij Woord en Daad.
BESTEDINGEN
De bestedingen van Woord en Daad lagen in 2014 lager
dan gepland, als gevolg van tegenvallende inkomsten.
Doordat Woord en Daad een goed sturingssysteem heeft
om inkomsten en uitgaven te monitoren en maximaal op
elkaar aan te laten sluiten, kon dit grotendeels tijdig bijge-
stuurd worden. Dit is concreet te zien in de uitgaven voor
onderwijs, die als gevolg van teruglopende sponsorinkom-
sten, maar ook door uitfasering van ons onderwijspro-
gramma in India, met ruim 8% naar beneden zijn bijgesteld.
Het onderwijsprogramma maakt nog altijd 40% van de
totale bestedingen uit.
Hoewel Woord en Daad een groei had gepland, is het
mogelijk gebleken om de uitgaven van het programma voor
vakonderwijs en -training (inclusief de nieuwe component
landbouwtraining) ten opzichte van 2013 op peil te houden.
Het programma agri-bedrijfsontwikkeling is gegroeid
doordat een aantal grote donoren actief meedachten en
mee-investeerden in de ontwikkeling van economische pro-
gramma’s. Wel bleef het programma achter bij de begroting
in verband met achterblijvende inkomsten.
In verband met een hogere eigen bijdrage van Stichting Red
een Kind op het MFS2-programma, dat door hen uitge-
voerd wordt, maar waarvan Woord en Daad penvoerder is,
zijn de bestedingen via Red een Kind eveneens hoger.
In 2013 waren een aantal bestedingen voor het
Huizenbouwprogrammagedaan,diequauitvoeringdoor-
liepen in 2014. Daarom waren er in 2014 nauwelijks extra
bestedingen, maar is wel een groot deel van de activiteiten
uitgevoerd.
Het programma voor versterking van partnernetwerken in
het Zuiden lag fors onder de begroting door het ontbreken
van eigenaarschap bij partnerorganisaties.
Woord en Daad investeert in het opzetten van een goede
ICT-infrastructuur, waardoor de Regionale Allianties
waarmee samengewerkt wordt in het Zuiden, de kans
krijgen een goed rapportage- en monitoringssysteem op te
85Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
9Kijk!
Financiële verantwoording
zetten. Dit versterkt ook weer hun kansen richting andere
donoren. Vandaar dat deze uitgaven als doelbesteding
opgenomen zijn onder het programma Overig.
Het overgrote deel van de doelbestedingen betreft struc-
turele programma’s rond armoedebestrijding en noodhulp
in het Zuiden (93,13%). Woord en Daad heeft in 2014
meer noodhulp verstrekt via organisaties ter plaatse.
Daarnaast vindt Woord en Daad het van belang dat de
allerarmsten ook een stem en gezicht krijgen richting
de politiek, en dat ze een plaats krijgen in het leven van
mensen in Nederland. Vandaar dat beleidsbeïnvloeding
in Nederland en Europa en bewustwording 3,4% van de
doelbestedingen uitmaakt. Verder hecht Woord en Daad
aan een hoge kwaliteit van haar programma’s, waarin
voortdurend lessen uit de praktijk door vertaald worden,
maar ook uitgaven scherp worden gecontroleerd. Vandaar
dat Woord en Daad 3,2% van de doelbestedingen inves-
teert in evaluaties en audits. In 2014 waren de bestedin-
gen lager ten opzichte van voorgaande jaren omdat in
2013 veel audits zijn uitgevoerd en het totale programma
van Woord en Daad is geëvalueerd.
RESERVES EN FONDSEN
Omdat de inkomsten in de laatste maand van 2014
onverwacht tegenvielen kon de negatieve algemene
reserve die ontstaan was in 2013 niet worden ingelopen.
In 2014 liep het tekort in de algemene reserve verder op
met € 111.797. In totaal sloot Woord en Daad het jaar
af met een negatieve algemene reserve van - € 594.367
euro. Deze algemene reserve is bedoeld om onverwachte
uitgaven voor partnerorganisaties op te vangen. Dit
tekort zal in 2015 ingelopen worden, met als doel om de
algemene reserve eind 2015 weer op nul te krijgen. Onder
andere het korten op programma-bestedingen in 2015
eneenverderverfijndesturingopinkomstenenuitgaven
moet dit mogelijk maken. De continuïteitsreserve bedroeg
€ 2.172.478, wat aansluit bij het beleid dat deze maximaal
7,5% van de begrote inkomsten (excl. inkomsten Red
een Kind) mag bedragen. De bestemmingsfondsen voor
noodhulp in Haïti en Oost-Afrika zijn in het afgelopen jaar
grotendeels afgebouwd. Het overgebleven fonds is gro-
tendeels bestemd voor noodhulp in de Filippijnen en Irak.
Het tekort op sponsorreserves is, zoals gepland, geheel
ingelopen in 2014. Wel zijn er grote verschillen tussen
partneroganisaties. Er is sprake van onderlinge solidariteit
wereldwijd voor wat betreft overschotten en tekorten.
KOSTENPERCENTAGES
Woord en Daad stuurt strak op kostenpercentages.
Die sturing is gebaseerd op vier normpercentages.
De eerste is de norm voor ‘beheer en administratie’ (B&A).
Woord en Daad volgt hierin het advies van de Vereniging
Fondsenwervende Instellingen en het model zoals opge-
nomen in de richtlijn verslaglegging 650. Het maximale
percentage beheer en administratie (gerelateerd aan de
totale inkomsten van de organisatie) mag volgens de eigen
norm van Woord en Daad maximaal 3,1% zijn. In 2014 zat
Woord en Daad hier iets onder: 3,05%. Ondanks tegen-
vallende inkomsten was het mogelijk om op kosten voor
Beheer en Administratie te besparen.
Het tweede percentage betreft de norm van het Centraal
Bureau Fondsenwerving. Dit betreft het percentage dat
uitgegeven wordt aan kosten voor eigen fondsenwerving
(dus exclusief subsidies). Dit percentage mag maximaal
25% zijn om het CBF-keurmerk te behouden, voor Woord
en Daad was dit in 2014 onverminderd laag: 6,37%.
De derde norm voor fondsenwervingskosten versus
inkomsten uit subsidies is 2,5%, in 2014 bedroeg de
realisatie 2,33%.
Het vierde percentage betreft onze eigen norm voor
overhead: het percentage dat Woord en Daad besteedt
aan kosten beheer en administratie, en totale kosten
fondsenwerving (inclusief subsidiewerving), gerelateerd
aan de totale inkomsten van de organisatie. De norm
hiervoor is 7,5%, maar kwam uiteindelijk uit op 7,91%. De
overheadkosten bleven weliswaar binnen budget, maar de
norm werd niet gehaald als gevolg van lagere inkomsten.
De extra kosten met betrekking tot de voorbereiding van
de samenwerking via een gezamenlijke werkorganisatie
metStichtingRedeenKindkondendoorefficiëntiebespa-
ringen gecompenseerd worden binnen de begroting, zodat
dit geen invloed had op de normpercentages.
86 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
9.2 JAARREKENING 2014
» Balans per 31 december (na resultaatsbestemming)
ACTIVA 2014 (€) 2013 (€)
VASTE ACTIVA 2.366.726 2.235.246
Immateriële vaste activa (1) Activering website/softwareontwikkeling in het kader van bedrijfsvoering
1.873.482 1.768.757
Materiële vaste activa (2) In het kader van bedrijfsvoering
158.273 105.643
Financiële vaste activa (3) Leningen/deelnemingen in het kader van de doelstelling
334.971 360.846
VLOTTENDE ACTIVA 6.235.928 9.545.082
Voorraden (4) Goederenvoorraad in kader van bedrijfsvoering
766.417 657.513
Vorderingen (5) 3.246.593 3.559.070
Liquide middelen (6) 2.222.917 5.328.499
Totaal activa 8.602.654 11.780.329
PASSIVA 2014 (€) 2013 (€)
RESERVES EN FONDSEN 3.327.402 4.430.046
Reserves (7) 1.472.054 1.028.373
Stichtingskapitaal 272 272
Continuïteitsreserve 2.172.478 2.187.820
Bestemmingsreserves:
- Reserve bestedingen regio-allianties 0 0
- Reserve bestedingen PMEL/PMA 0 0
- Sponsorreserves 104.685 -685.008
- Koersreserve sponsorprogramma 163.249 11.869
- Koersreserve overige projecten -163.497 -4.010
- Reserve DEL Bangladesh -210.765 0
Algemene reserve -594.367 -482.570
Fondsen (8) 1.855.348 3.401.674
Sponsorfondsen 0 169.043
Garantiefonds bedrijfsontwikkeling 58.413 50.000
Bestemmingsfondsen noodhulp 1.005.753 2.434.322
Overige bestemmingsfondsen 791.182 748.309
Voorzieningen 0 0
Schulden op lange termijn (10) 17.369 200.750
Schulden op korte termijn (11) 5.257.883 7.149.532
Projecten en programma's 2.678.172 3.900.633
Vooruit ontvangen adoptiegelden 755.054 780.227
Vooruit ontvangen MFS-2 subsidie 35.626 71.384
Overige schulden en nog te betalen kosten 1.789.031 2.397.288
Totaal passiva 8.602.654 11.780.329
87Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
9Kijk!
Financiële verantwoording
» Staat van baten en lasten over 2014
Lopend boekjaar (€) Begroot boekjaar (€) Voorafgaand boekjaar (€)
BATEN
-collecten 241.819 217.736
-sponsorprogramma 9.449.961 9.597.609
-overige giften 8.707.469 8.708.494
-nalatenschappen 1.317.346 1.206.244
-brutowinst verkopen artikelen 19.939 26.453
Totaal baten uit eigen fondsenwerving (12) 19.736.534 21.747.500 19.756.536
Baten uit aandeel in acties van derden (13) 3.616.217 2.800.589 2.981.802
Subsidies van overheden en anderen (14) 7.839.276 8.345.929 8.094.619
Rentebaten en baten uit beleggingen (15) 44.180 50.000 58.176
Opbrengst leveranciersrol en Awarenessraising (16) 169.856 215.250 92.149
Som van de baten* 31.406.063 33.159.268 30.983.283
LASTEN
Besteed aan de doelstelling:
Structurele programma’s (17) ** 23.767.862 27.411.972 24.421.160
Educatie (EDU) 9.403.288 11.765.443 10.270.252
Agrarisch Vakonderwijs en Training (AVET) 226.729 714.748
Vakonderwijs en Arbeidsbemiddeling (TVET / JBS) 2.597.309 3.006.653 2.542.975
Water, Sanitatie en Hygiëne (WASH) 164.196 176.496
Basisvoorzieningen (BN) 2.184.016 2.311.043 2.443.811
Economische ontwikkeling (ED) 19.189 1.045.615 268.791
Agrarische ontwekkeling (AD) 1.468.849 800.111 1.321.325
Huizenbouwprogramma (LCH) 21.356 450.000 1.466.262
Capaciteitsopbouw (SPN) 503.988 764.812 400.756
Innovatieprogramma 174.755 142.000 0
Overig 534.187 600.000 194.260
Regio-allianties 218.423 219.357 188.252
Red een Kind 4.789.920 3.988.341 3.988.341
Bestedingen partnerrol in Nederland 1.461.657 1.427.353 1.336.135
Noodhulp (18)
- verstrekte steun via organisaties/instanties ter plaatse 4.191.445 1.000.000 2.512.976
Lobby en bewustwording (19) 1.022.783 1.076.748 1.170.748
PMEL/PMA (20) 954.932 1.190.073 1.358.527
Kosten leveranciersrol (21) 86.280 101.012 163.602
Totaal besteed aan de doelstelling 30.023.301 30.779.806 29.627.013
Werving baten: (appendix 3 en (23)) 1.528.744 1.534.644 1.459.986
Kosten eigen fondsenwerving 1.252.067 1.246.489 1.185.283
Kosten acties derden 57.188 61.524 51.915
Kosten subsidies overheden en anderen 215.276 222.354 217.965
Kosten verkoop goederen 4.213 4.277 4.823
Kosten van beleggingen 0 0 0
Beheer & Administratie (24) 956.663 952.288 1.013.368
Som van de lasten 32.508.709 33.266.738 32.100.367
Saldo van baten en lasten *** -1.102.646 -107.470 -1.117.084
Toevoeging/onttrekking aan:
-Continuïteitsreserve -15.342 32.925
-Overige reserves -111.797 37.984 -611.958
-Reserve evaluaties 0 -236.948 -157.997
-Reserve bestedingen regio-allianties 0 -78.951
-Negatieve sponsorreserves 789.693 310.434 109.270
-Reserve koersverschillen sponsorprogramma 151.380 190.850 77.968
-Reserve koersverschillen overige projecten -159.487 90.211 256.273
-Reserve DEL Bangladesh -210.765
-Positieve sponsorfondsen -169.043 143.492
-Bestemmingsfondsennoodhulp**** -1.428.571 -500.000 -448.608
- Garantiefonds bedrijfsontwikkeling 8.413 0
-Overige bestemmingsfondsen 42.873 -439.506
-1.102.646 -107.469 -1.117.092
* waarvanbatennoodhulpin2014€2.747.956(2013:€2.450.676).** waarvan€4.789.920viaREK,ditbedragistevensindeinkomstenverwerkt*** zieappendix7vooreenanalysevanhetsaldovanbatenenlastentenopzichtevandebegroting****zieookbestemmingsfondsennoodhulp(8)
88 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
» Kasstroomoverzicht
2014 2013
KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN
Resultaat: -1.102.646 -1.117.084
Aanpassingen betreffende:
Afschrijvingen immateriële vaste activa (1) 204.771 174.452
Afschrijvingen materiële vaste activa (2) 67.518 76.603
Mutaties in voorraden (4) -108.904 -577.094
Mutaties in vorderingen (5) 312.477 697.345
Mutaties in verplichtingen langlopend (10) -183.381 -86.446
Mutaties in projectverplichtingen kortlopend (11) -1.222.461 1.101.254
Mutaties in vooruit ontvangen sponsorgelden (11) -25.174 11.787
Mutaties in overige schulden en nog te betalen kosten (11) -644.015 1.261.942
Kastroom uit operationele activiteiten (A) -2.701.813 1.542.759
KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN
Investeringen in immateriële vaste activa (1) -309.496 -300.774
Investeringen materiële vaste activa (2) -120.148 -24.786
Kastroom uit investeringsactiviteiten (B) -429.644 -325.560
KASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN
Verstrekking leningen (3) -50.000 -76.989
Ontvangenaflossingopleningen(3) 86.586 96.398
Mutatie voorziening leningen (3 / 9) 43.197 49.945
Mutatie ongerealiseerd koersresultaat leningen (3) -4.616 -9.769
Mutaties in deelnemingen (3) -49.292 -99.841
Kasstroom uit financieringsactiviteiten (C) 25.875 -40.256
Mutatie liquide middelen (A + B + C) -3.105.582 1.176.945
Liquidemiddelenper1januari 5.328.499 4.151.564
Liquidemiddelenper31december 2.222.917 5.328.499
Mutatie liquide middelen -3.105.582 1.176.935
Toelichting- Vanaf 2013 is voor het eerst afgeschreven op de geactiveerde kosten voor softwareontwikkeling per eind 2012. Tevens is
de verdere ontwikkeling van Pluriform doorgezet en is dit deel van de kosten geactiveerd. - In het boekjaar is opnieuw geïnvesteerd in een voorraad postzegels, die verkocht worden via de comités. Begin 2015 is de officiëleverkoopprijsvandepostzegelsverdergestegen.
- De vorderingen zijn onder meer lager als gevolg van ontvangsten van gelden vanuit nalatenschappen die in eerdere boekjaren waren opgeboekt als vordering.-Deverplichtingennaarpartnerorganisatieszijnflinkafgenomenalsgevolgvaneenaantaltoekenningenvoorhuizenbouw
en economische ontwikkeling in 2013 die in 2014 zijn uitbetaald. Ook de nog uit te betalen verplichting inzake noodhulp Haïti ultimo 2013 werd in 2014 uitbetaald.
- De overige schulden zijn met name afgenomen doordat de rekening-courant-schulden aan Incluvest en PSI zoveel mogelijk zijn afgelost binnen het verslagjaar.
-Deliquidemiddelenzijnforsafgenomentenopzichtevan2014,wat,naastbovengenoemderedenen,aanvullendverklaardwordt door afbouw van noodhulpfondsen.
ALGEMENE TOELICHTING
Stichting Woord en Daad, opgericht op 5 juli 1973, is gevestigd in Gorinchem en verleent ontwikkelingshulp, doet
hiervoor fondswerving, verkoopt artikelen en stelt arbeidskrachten ter beschikking. Vrijwilligers vormen door het gehele
land comités ten behoeve van fondsenwerving, eind 2014 waren er 77 comités. De jaarrekening is opgemaakt volgens de
Richtlijn Verslaggeving 650 voor Fondsenwervende Instellingen van de Raad voor de Jaarverslaggeving en wordt gepre-
senteerd in euro’s.
89Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
9Kijk!
Financiële verantwoording
WAARDERINGSGRONDSLAGEN
Voor zover niet anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde.
Omrekening van vreemde valutaTransacties in vreemde valuta worden in de betreffende valuta omgerekend tegen de geldende koers op transactiedatum.
De activa en verplichtingen in vreemde valuta worden per balansdatum omgerekend tegen de op die datum geldende
wisselkoers. (On)gerealiseerde koersverschillen worden onttrokken/toegevoegd aan de koersreserve sponsorprogramma
voor de sponsorprogramma’s en aan de koersreserve overige projecten voor de overige projecten. Gedurende het jaar
wordt voor de koersreserve sponsorprogramma € 0,50 per kind per maand gedoteerd aan de koersreserve sponsor-
programmaen0,5%vandeoverigebestedingenaandekoersreserveoverigeprojecten.Koersverschillenvanliquide
middelen worden toegerekend aan het beleggingsresultaat.
BalansVaste ActivaImmateriële vaste activa: Immateriële vaste activa worden gewaardeerd op het bedrag van de bestede kosten,
verminderd met cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen.
Materiële vaste activa: Materiële vaste activa worden gewaardeerd op de aanschafwaarde verminderd
met de cumulatieve afschrijvingen op basis van verwachte economische levensduur.
De afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa vinden lineair plaats op
basis van een vast percentage van de aanschafwaarde, rekening houdend met de
eventuele restwaarde.
Financiëlevasteactiva: Deelnemingenwaarininvloedvanbetekenisophetzakelijkeenfinanciëlebeleidkan
worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatie- methode
op basis van de nettovermogenswaarde. Deelnemingen waarin geen invloed van
betekenis wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere
marktwaarde. De verstrekte leningen worden gewaardeerd op de kostprijs, reke-
ning houdend met een voorziening voor oninbaarheid.
Vlottende ActivaVoorraden: De voorraden worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, onder aftrek van een
voorziening voor incourantheid.
Overige vorderingen: De overige vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde, zo nodig
verminderd met voorziening voor oninbaarheid.
Liquidemiddelen: Deliquidemiddelenwordengewaardeerdtegendenominalewaarde.Tenzijanders
vermeld, staan deze ter vrije beschikking.
PassivaReserves: Reserves ontstaan op initiatief van de Raad van Bestuur, zij worden gewaardeerd
tegen nominale waarde.
Fondsen: Fondsenontstaandoorontvangengeldenvandonateursmeteenspecifiekebestem-
ming, waarvan nog geen besteding heeft plaatsgevonden. Zij worden gewaardeerd
tegen nominale waarde.
Langlopendeschulden: Delanglopendeschuldenwordengewaardeerdtegennominalewaarde.Deaflos-
sings- verplichting voor het komend jaar wordt gepresenteerd onder de kortlopende
schulden.
Verplichtingen en overige schulden: Verplichtingen en overige schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
90 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Baten en lastenAlgemeen: De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
Voor de giften die niet bestemd zijn voor sponsoring en waarvoor geen overeenkomst
is afgesloten, is dat het moment waarop de giften ontvangen worden. Alle baten en
lasten worden verantwoord voor het door Woord en Daad ontvangen bedrag, zonder
dat de door de eigen organisatie gemaakte kosten in mindering worden gebracht. Alle
baten en lasten worden verantwoord in de staat van baten en lasten.
BatenBaten uit eigen fondswerving: Dit betreft baten van donateurs waarvoor geen evenredige tegenprestatie tegen-
over staat. Onder deze baten worden tevens de brutowinst uit de verkoop van
artikelen opgenomen.
Baten uit nalatenschappen: De baten uit nalatenschappen worden meegenomen voor zover die bekend worden
tot het moment van het vaststellen van de jaarrekening, mits de omvang van de nala-
tenschappen voldoende betrouwbaar zijn vast te stellen en ook betrekking hebben
op het boekjaar.
Baten in natura: Deze worden gewaardeerd tegen de reële waarde in Nederland, met een maximum
van € 7.500 per gift.
Baten uit acties van derden: Baten uit acties van derden worden verwerkt in het jaar waren in het bedrag is
ontvangen, dan wel door die derde is toegezegd.
Baten uit subsidies overheden: Deze worden als bate opgenomen indien redelijke zekerheid bestaat dat zij zullen
worden ontvangen en Woord en Daad zal voldoen aan de aan de subsidie verbon-
den voorwaarden.
LastenBestedingen aan doelstelling: De projectverplichtingen worden geheel ten laste gebracht van het jaar waarin het
besluit tot toekenning schriftelijk aan de partners is meegedeeld. Bij de doorlopende
projecten en sponsorprojecten wordt het matchingsprincipe toegepast. De kosten
worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Bij grote bestemde
projectfinancieringen,diecontractueelzijnvastgelegdwordeninkomstentoegere-
kend voor zover de bestedingen op dat project zijn gerealiseerd.
Ingevalvannoodhulp,infrastructureleprogramma’senprogramma’sgefinancierd
door Prisma worden de projectverplichtingen geheel ten laste gebracht van het
jaar waarin het besluit tot toekenning schriftelijk aan de partners is meegedeeld,
ook al loopt de projectperiode over meerdere jaren heen. Besluiten ten aanzien van
projecten die na het boekjaar worden genomen leiden niet tot projectverplichtingen
in desbetreffend boekjaar.
Gemengde kosten: Organisatiekosten die zowel betrekking hebben op fondsenwerving als op voorlich-
ting en bewustwording worden naar verhouding verdeeld. Salariskosten worden
toegerekend op basis van tijdsbesteding.
91Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
9Kijk!
Financiële verantwoording
KASSTROOMOVERZICHT
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte
methode.
BELEGGINGSBELEID
Detijdelijkovertolligeliquidemiddelenwordenbelegdbij
betrouwbare banken. Dat betekent in de praktijk spaarte-
goeden met een goede rente, deposito’s of bij een langere
horizon in obligaties die aangehouden worden tot het
eindevandelooptijd.In2014zijndeovertolligeliquide
middelen belegd bij de Rabobank. Woord en Daad geeft
invullingaandeVFIRichtlijnfinancieelbeheer.Hetbeleid
van de Rabobank sluit aan op de punten genoemd in deze
Richtlijn.Zie verder het jaarverslag.
VERBONDEN PARTIJEN
In het boekjaar heeft Stichting Woord en Daad voor
de uitvoering van het grootste deel van haar AED-
programma samengewerkt met stichting Poverty Share
Investment (PSI). Stichting PSI is een onafhankelijke stich-
ting met een eigen bestuur (geen groepsmaatschappij),
waarvan stichting Woord en Daad 2 van de 5 leden kan
benoemen. Stichting PSI is de enige aandeelhouder van
Incluvest BV. Binnen deze entiteit vinden de activiteiten
plaatsmetbetrekkingtothetfinancierenvanbedrijfsont-
wikkeling in het Zuiden. Daarnaast wordt capaciteitsop-
bouw verstrekt. In 2012 heeft Stichting Woord en Daad
de door haar in het verleden opgebouwde leningenpor-
tefeuille overgedragen aan Stichting PSI, die deze heeft
doorgezet via een storting op aandelen en een achterge-
stelde lening aan Incluvest BV. De leningenportefeuille
dieisovergedragenisdoorStichtingPSIgefinancierdmet
een achtergestelde lening van Stichting Woord en Daad,
met een looptijd van 10 jaar tegen een rente van 1% over
de hoofdsom. De lening is contractueel vastgelegd. Deze
lening zal aan het einde van de looptijd worden afgelost.
Indien er in geval van overmacht niet geïncasseerd kan
worden op de bestaande leningenportefeuille of eventuele
nieuwe leningen dan kan Stichting PSI in overleg met
Stichting Woord en Daad ervoor kiezen dit bedrag af te
boeken op de achtergestelde lening. Stichting Woord en
Daad heeft de achtergestelde lening volledig voorzien.
Hiermee wordt een consistente gedragslijn gevolgd (in het
verleden waren de overgedragen leningen binnen Woord
en Daad ook volledig voorzien, daarnaast is de looptijd
van de lening nog erg lang en is eventuele oninbaarheid
daarom nog moeilijk betrouwbaar in te schatten (zie ook
de toelichting (3)).
In 2013 zijn de revolving funds (fondsen die bij de lokale
partnerorganisaties aanwezig zijn ten behoeve van
bedrijfsontwikkeling, maar die eigendom bleven van
Stichting Woord en Daad) overgedragen aan PSI om niet.
Het betreft een bedrag van € 1.543.490 wat in eerdere
jaren door Stichting Woord en Daad in de bestedingen
is verantwoord. Stichting PSI heeft deze revolving funds
doorgezet naar Incluvest BV middels een storting op
aandelen en een achtergestelde lening.
Evenals in 2013 en 2012 is in het boekjaar personeel
van Stichting Woord en Daad gedetacheerd geweest bij
Incluvest BV. Het betreft medewerkers van de afdeling
AED en fondswerving, die hun expertise op het gebied
van bedrijfsontwikkeling inzetten bij Incluvest BV. Deze
opbrengsten zijn verantwoord onder opbrengsten
leveranciersrol en bedroegen in totaal € 95.398 (zie ook
toelichting (16)).
92 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
TOELICHTING OP DE BALANS(bedragen × € 1,--)
(1) IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
Per 31 december lopend jaar 1.873.482
Per 31 december vorig jaar 1.768.757
Website Software
2014
Boekwaarde 1-1 54.109 1.714.648
Investering 0 309.496
Afschrijving -17.543 -187.228
Boekwaarde 31-12 36.566 1.836.916
Aanschafwaarde per 31-12 87.715 2.181.779
Cumulatieve afschrijvingen -51.149 -344.863
Boekwaarde 31-12 36.566 1.836.916
Vanaf 2011 is de website ingrijpend vernieuwd, deze kosten worden in een periode van 5 jaar afgeschreven.
Ook in 2014 is verder gegaan met het ontwikkelen van nieuwe software voor Woord en Daad en de regionale allianties.
De totale kosten zijn geactiveerd en bestaan voor € 1.727.739 uit externe kosten (waarvan € 1.103.282 voor licenties/
softwareontwikkeling en € 624.457 voor projectmanagement) en voor € 379.935 uit interne personeelskosten van
personeel dat is ingezet op dit traject. De geactiveerde kosten zullen over een periode van 10 jaar (ingaande vanaf 2013)
worden afgeschreven voor de helft ten laste van de organisatiekosten en voor de andere helft ten laste van bestedingen
aan allianties. Vanaf 2015 wordt niet meer geactiveerd, aangezien het vanaf dat moment reguliere onderhoudsaanpassin-
gen betreft.
In 2015 zal samen met deskundigen onderzocht worden in hoeverre de economische levensduur in verhouding staat met
de geactiveerde waarde en afschrijvingstermijn.
(2) MATERIËLE VASTE ACTIVA
Per 31 december lopend jaar 158.273
Per 31 december vorig jaar 105.643
Gebouwen Inventaris Auto
2014
Boekwaarde 1-1 7.136 77.607 20.901
Investering 0 120.148 0
Afschrijving 0 -56.575 -10.944
Boekwaarde 31-12 7.136 141.181 9.957
Aanschafwaarde per 31-12 7.136 615.263 54.718
Cumulatieve afschrijvingen 0 -474.082 -44.762
Boekwaarde 31-12 7.136 141.181 9.957
In 2012 is een pand in Oud-Beijerland aangekocht dat al jarenlang gehuurd werd door het plaatselijke comité. De exploi-
tatiekosten liggen beduidend lager dan de huurkosten. De aankoopwaarde ligt ver onder de WOZ-waarde van de grond,
daarom wordt niet afgeschreven.
93Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
9Kijk!
Financiële verantwoording
De investeringen in inventaris betreffen met name vervangingen van hard- en software. De afschrijving van hard- en soft-
ware is 33,3%, investeringen in het kantoorgebouw 10% en van de overige inventaris 20% van de aanschafwaarde.
Voor fondsenwervers die veel onderweg zijn, zijn uit kostenoogpunt vier auto’s aangeschaft. Het gaat om twee maal
een Peugeot 107 en twee maal een VW Polo Bluemotion. De auto’s worden per jaar afgeschreven met 20% van de
aanschafwaarde.
(3) FINANCIËLE VASTE ACTIVA
Per 31 december lopend jaar 334.971
Per 31 december vorig jaar 360.846
Lening kantoorpanden
Lening gezondheids-
programma
Leningen auto’s
Overige leningen
2014 2014 2014 2014
Saldo per 1-1 172.322 40.649 0
Uitgeleend in boekjaar 0 0 67.114 50.000
Koersverschil einde boekjaar 3.967 649 2 0
Afgelost in boekjaar -59.375 -27.211 -18.164 0
Reclassificatievoorziening 0 0
Voorzien in boekjaar 0 6.803 -48.952 -50.000
Saldo per 31-12 116.914 20.890 0 0
Hoofdsom 642.042 136.054 67.116 100.000
Aflossingen -525.128 -54.422 -18.164 0
Voorzieningen 0 -6.097 -48.952 -100.000
Boekwaarde 31-12 116.914 75.535 0 0
Leningen partners kantoorpandenErzijninhetverledendrieleningenvoordefinancieringvankantoorpandenvanpartnersgegeven.Dezeleningenzijn
volledig als vordering opgenomen (en dus niet voorzien), omdat Woord een Daad een hypothecair recht op de betreffende
kantoorpandenheeft.Deaflossingstermijnbedraagtbijdezeleningen10jaar.
Tevens is in het verleden een lening gegeven aan een partnerorganisatie voor de bouw van een conferentiecentrum. Deze
leningwasgefinancierdviaeenaantalondernemers,dieaanWoordenDaadhiervoorleningenverstrekthadden.In2012
is de lening van de partnerorganisatie overgedragen aan de ondernemers. Woord en Daad verzorgt nog wel voor de
ondernemersdeinhoudingvanaflossingenrentebijdepartnerorganisatieviaeenovereenkomstvanopdracht.Zieook
(10) Schulden op lange termijn.
Lening partner gezondheidszorgprogrammaInhetboekjaar2010iseenleningaanéénpartnerverstrektmetbetrekkingtotdefinancieringvangezondheidszorgin
Colombia, die volledig als vordering is opgenomen. Vanuit het garantiefonds is hiervoor 25% voorzien, aangezien het een
bedrijfsmatig opgezet gezondheidsprogramma betreft. Vanaf 2013 wordt deze voorziening als waarderingscorrectie
gepresenteerd op de desbetreffende lening.
Deaflossingstermijnvandezeleningis5jaarinjaarlijksgelijkedelen.In2013isdeaflossing1jaargefaseerd,doorde
betaaldeaflossingstermijnover2012begin2013terugtestorteneneind2013weerintehouden.Dithadtemakenbij
herstructurering die in het gezondheidsprogramma van de partner heeft plaatsgevonden. In 2014 is volgens het afgespro-
ken betaalschema weer een termijn afgelost.
Leningen partners in verband met aanschaf auto’sIn2014zijnaantweepartnerorganisatiesleningenverstrekttenbehoevedefinancieringvanauto’svoordeprogramma’s.
94 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Deze leningen zijn bij verstrekking geheel voorzien. Op het moment van terugbetaling vloeit de vrijval van de voorziening
ten gunste van het resultaat.
Overige leningenHet betreft een lening aan New World Campus, een initiatief om samenwerking binnen de sector te bevorderen. Woord
en Daad had de mogelijkheid om in 2014 deze lening op termijn om te zetten in een deelneming in een op te richten bedrijf
of coöperatie, maar hiervan is ultimo 2014 besloten geen gebruik te maken. De lening is volledig voorzien ten laste van het
R&L-budget en was tot en met eind 2014 renteloos. In 2014 is een aanvullende termijn van 50.000 verstrekt, zodat het
totaal van de lening nu € 100.000 bedraagt. Daarnaast is eind 2014 een rentevergoeding overeengekomen van 4% per
jaar vanaf 2015.
Achtergestelde lening aan Stichting PSI In het kader van de overdracht van de leningportefeuille met betrekking tot bedrijfsontwikkeling is in 2012 een achter-
gestelde lening afgesloten met Stichting PSI. Deze lening heeft een looptijd van 10 jaar (die daarna eventueel verlengd
kan worden). Het volledige leningbedrag zal aan het einde van de looptijd worden afgelost. Over de uitstaande hoofdsom
is een rente verschuldigd van 1%. Deze lening wordt door Woord en Daad volledig voorzien. In geval het na voldoende
incasso-inspanningen niet mogelijk blijkt te zijn de opbrengsten uit de leningportefeuille te ontvangen kan Stichting PSI
samen met Woord en Daad overeenkomen om dit bedrag in mindering te brengen op de door Woord en Daad verstrekte
achtergestelde lening. Dit geldt ook voor toekomstige gevallen waar overmacht een rol speelt. In 2014 is een bedrag van
€79.920afgelostalsgevolgvaneendoorIncluvestontvangenaflossingvaneenlening.Dezewasoorspronkelijkgefinan-
cierddooreendonorvanWoordenDaad,laterisdezeleningovergedragennaarStichtingPSI/IncluvestBV.Deaflossing
van de lening moest conform afspraken terugvloeien in het bestemmingsfonds van deze donor bij Woord en Daad.
2014 2013 cumulatief
Saldo per 1-1 respectievelijk verstrekkingsdatum 2.349.806 2.387.382 2.493.666
Afgelost in boekjaar -79.920 -37.576 -223.780
Saldo lening aan PSI per 31-12 2.269.886 2.349.806 2.269.886
Voorziening per 31-12 2.269.886 2.349.806 2.269.886
Saldo per 31-12 0 0 0
Deelneming via Co-PrismaIn 2012 is door ICCO, Kerk in Actie en Prisma besloten tot oprichting van een coöperatie. Voor 1 juli 2014 wordt door de
Prisma-leden in totaal € 1.000.000 ingelegd (Woord en Daad legt hiervan € 192.136 in, later verhoogd naar € 197.167).
De stortingen zijn geoormerkt als vermogen van de coöperatie en blijven eigendom van de inbrengers.
De deelnemende Prisma-leden in de coöperatie werken onder andere samen op het gebied van fondswerving in de USA.
DekostenhiervanwordengefinancierddoormiddelvaneenleningvanuitdedeelnemingaanICCOwaarop2%rente
wordt vergoed aan ICCO. De opbrengsten vanuit de algemene kostenvergoeding van toekomstige fondsenwervingscon-
tracten zullen worden ingezet om de lening af te lossen.
Op deze deelneming wordt geen invloed van betekenis uitgeoefend, zodat deze is gewaardeerd op kostprijs.
2014 2013
Saldo per 1-1 147.875 48.034
Gestort in boekjaar 49.292 99.841
Saldo per 31-12 197.167 147.875
95Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
9Kijk!
Financiële verantwoording
(4) VOORRADEN
Per 31 december lopend jaar 766.417
Per 31 december vorig jaar 657.513
Goederenvoorraad per 31 december: 2014 2013
In magazijn in Gorinchem tegen inkoopprijs:
Voorraad postzegels 684.400 570.600
Voorraad kerstkaarten, leesboekjes 1.104 580
Voorziening voor incourant op voorraad kerstkaarten -134 -71
685.370 571.109
Voorraden bij comités tegen gefactureerde inkoopprijs 39.801 43.539
Voorraad postzegels comité Gorinchem 41.246 42.865
Totaal voorraad 766.417 657.513
In 2013 heeft Woord en Daad een eigen Woord en Daad postzegel laten drukken, die verkocht wordt via de comités.
Wegens het succes hiervan is ook eind 2014 een aanvullende bestelling geplaatst. In verband met toekomstige prijs-
stijgingen van postzegels die reeds zijn aangekondigd is een voorraad voor circa 1,5 jaar aanwezig in het magazijn.
(5) VORDERINGEN
Per 31 december lopend jaar 3.246.593
Per 31 december vorig jaar 3.559.070
Per 31 december nog te ontvangen: 2014 2013
Nog te ontvangen legaten en erfenissen 1.237.749 1.495.317
Nog te ontvangen subsidies en acties derden 923.102 489.860
Nog te ontvangen van bedrijven/vermogensfondsen 673.670 916.881
Nog te vorderen projectsaldi bij partners 47.342 150.450
Voorschotten projectsaldi bij partners 19.499 23.033
Sponsorgelden (waarvan € 4.780 ouder dan 1 jaar in 2014) 156.185 244.930
Debiteuren 85.669 115.161
Interest 17.466 15.976
Belastingen en premies 0- 11.527
Waarborgsommen 119 119
Overige vorderingen 85.792 95.817
Totaal 3.246.593 3.559.070
In het saldo van de vorderingen op debiteuren is geen rekening gehouden met een voorziening voor oninbaarheid. In
vorderingen ultimo 2014 is een bedrag begrepen van € 3.071 aan vooruitbetaalde kosten met een resterende looptijd van
meer dan 1 jaar.
(6) LIQUIDE MIDDELEN
Per 31 december lopend jaar 2.222.917
Per 31 december vorig jaar 5.328.499
Liquide middelen per 31 december: 2014 2013
Kasgelden (incl. vreemde valuta) 1.251 1.938
Banktegoeden (incl. spaarrekeningen) 1.899.640 5.046.419
Comités (kas, bank-, girotegoeden) 312.052 270.167
Totaal 2.212.943 5.318.524
De vreemde valuta wordt omgerekend tegen de koers per 31-12 van het jaar.
96 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Sinds2013wordtgewerktmeteenmaandelijkseliquiditeitsplanning.Gemiddeldiseenbedragaanliquiditeitenaanwezig
ter hoogte van ruim 1 maand uitgaven.
Deaanwezigeliquidemiddelenbijcomitésstaanterbeschikkingvandecomités.Ingevalvancalamiteitenkan
vanuit het hoofdkantoor hier eveneens over worden beschikt.
ParticipatiesIn 2009 heeft Woord en Daad in het kader van de doelstelling voor € 10.000 aan participaties aangeschaft in het
Oikocredit Nederland Fonds. De waarde van deze participaties per ultimo 2014 bedraagt € 9.974.
In 2014 heeft Woord en Daad € 152 dividend ontvangen.
2014 2013
Participaties Oikocredit 9.974 9.974
Reserves en fondsen
(7) RESERVES
Per 31 december lopend jaar 1.472.054
Per 31 december vorig jaar 1.028.373
Reservesstand 1-1
2014dotaties
koers- resultaat
overige mutaties
stand 31-12 2014
Stichtingskapitaal 272 272
Continuïteitsreserve 2.187.820 -15.342 2.172.478
Bestemmingsreserves:
- Reserves PMEL/PMA 0 831.320 -831.320 0
- Negatieve sponsorreserves (zie ook appendix 2) -685.008 789.693 104.685
- Reserve bestedingen regio-allianties 0 131.612 -131.612 0
- Reserve koersverschillen sponsorprogramma 11.869 173.810 -22.385 -46 163.249
- Reserve overige koersverschillen -4.010 61.747 -289.417 68.183 -163.497
- Reserve Bangladesh Draagt Elkanders Lasten 0 -210.765 -210.765
Algemene reserve -482.570 -111.797 -594.367
Totaal reserves 1.028.373 1.198.490 -311.801 -443.006 1.472.054
Stichtingskapitaal:Betreft het ingelegde kapitaal van € 272 bij oprichting in 1973.
Continuïteitsreserve:De continuïteitsreserve heeft als doel om bij een eventuele terugloop van de inkomsten een opvang te hebben voor de
doorloop van organisatiekosten.
Woord en Daad kent een norm van 7,5% van de geraamde inkomsten van het volgende jaar (2015: € 32.954.724). In deze
inkomsten is echter ook een bedrag verantwoord van € 3.988.341 wat betrekking heeft op de organisatie Red een Kind.
Derhalve wordt dit bedrag, voor de berekening van de continuïteitsreserve van de totale inkomsten afgehaald waardoor
deze uitkomen op € 28.966.383. Op basis van de 7,5%-norm wordt de reservering derhalve berekend op € 2.172.478. Op
basis van de CBF richtlijn mag de reserve voor maximaal 1,5 maal de kosten van de werkorganisatie zijn (voor Woord en
Daad maximaal € 8.004.614). Het saldo van de continuïteitsreserve ligt dus ruimschoots binnen de door CBF maximaal
toegestane norm.
97Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
9Kijk!
Financiële verantwoording
Op basis van de hoogte van de organisatiekosten is de norm van 7,5% voldoende om een doorloop van organisatiekosten
van bijna een half jaar op te kunnen vangen. Daarnaast is de hoogte van de continuïteitsreserve ruim voldoende voor de
projectbetalingenineenmaand.Daarbijdientweltewordenopgemerktdatookinbestemmingsfondsenliquiditeiten
vastliggen en dat vaak van grote subsidieverstrekkers voorschotten worden ontvangen voorafgaand aan de betaling aan
departner.Indepraktijkblijktdatdehoogtevandecontinuïteitsreserveafdoendeisvoordeomvangenrisicoprofielvan
de organisatie.
Dezereserveisnietbeschikbaaralsliquidemiddelen,maargebruiktterfinancieringvandeinvesteringeninhard-en
software in de afgelopen jaren. Bij de beoordeling van de hoogte van deze reserve is tevens de hoogte van de algemene
reserve van belang. Ondanks dat deze ultimo 2014 € -594.367 bedroeg, wordt de omvang van de continutiteitsreverve
voldoende geacht, zie ook de toelichting zoals opgenomen bij de overige reserves.
Bestemmingsreserves:
Reserves PMEL/PMA:
In 2013 is er 4% van de projectbestedingen gedoteerd aan de PMEL/PMA reserve. De reserve is ingezet voor bestedin-
gen PMEL/PMA, zie hiervoor ook het model lastenverdeling (appendix 3).
Negatieve sponsorreserves diverse organisaties:
Per 31 december van het verslagjaar waren 10 sponsorfondsen negatief als gevolg van tegenvallende sponsorinkomsten
in relatie tot de bestedingen sponsorprogramma. Het verschil bestaat uit kindertallen die niet gedekt konden worden
vanuit fondsenwerving (zie ook appendix 2). In de toekenningen voor bestedingen sponsorprogramma in de komende
jaren wordt rekening gehouden met deze negatieve saldi. In 2015 wordt het saldo per begin 2014 in mindering gebracht
op de toekenningen voor bestedingen sponsorprogramma. Voor 2016 wordt rekening gehouden met het ontstane saldo
over 2014.
Reserve bestedingen regio-allianties:
Van de projectbestedingen is in 2014 1% gedoteerd aan de reserve bestedingen regio-allianties. Dit betreft vergader- en
reiskosten van de allianties en kennisuitwisseling tussen partnerorganisaties binnen de allianties.
Reserve koersverschillen sponsorprogramma:
Inhetboekjaarisviaheffingopdesponsorinkomsten€173.810aandereservekoersverschillensponsorprogramma
toegevoegd. Het gerealiseerde koersverlies met betrekking tot het sponsorprogramma bedroeg in het boekjaar € 22.385,
waarna een saldo resteert van € 163.249.
Reserve koersverschillen overige programma’s:
In het boekjaar is via een opslag op de overige programmabestedingen (dus exclusief sponsorprogramma) een bedrag van
€ 61.747 toegevoegd aan de reserve koersverschillen overige programma’s. Het koersverlies met betrekking tot deze pro-
gramma’s bedroeg in het boekjaar € 289.417 (waarvan € 269.157 ongerealiseerd). Tenslotte is er een correctie geboekt
van € 68.183 (positief) m.b.t. voorgaande jaren in verband met het besluit van een donor om het koersresultaat binnen zijn
specifiekefondsvoorzijnrekeningtenemen,zodatereennegatiefsaldooverblijftvan€163.497.Dekomendejarenzal
naar verwachting een positieve koersreserve overige programma’s gevormd kunnen worden ter afdekking van eventuele
koersrisico’s.
Bestemmingsreserve Draagt Elkanders Lasten - Gezondheid Bangladesh:
Voor projecten waarvan de besteding in het boekjaar is genomen (maar waarvoor in het boekjaar onvoldoende inkomsten
waren),maarwaarvoorweleentoezeggingisvaneenspecifiekedonor(maarnietvoldoendehardineencontractvast
gelegdomalsinkomstmeetenemen)wordendezeprojectennietmetalgemeengeldvoorgefinancierdmaarondernega-
tieve bestemmingsreserves verantwoord. In 2014 was dit het geval bij een actie door het Reformatorisch Dagblad tussen
1 november 2014 en met mei 2015 ten behoeve van meerdere gezondheidsprogramma’s in Bangladesh. Tijdens het
opmakenvandejaarrekeningbleekhetin2014vanuitalgemenemiddelenvoorgefinancierdebedragin2015alnagenoeg
ontvangen door de donor, derhalve is een negatieve bestemmingsreserve gevormd voor dit bedrag.
98 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Overige reserves:
Het saldo van de algemee reserve is € 594.367 negatief. Hiermee voldoet de algemene reserve niet aan de norm van het
bestuur van tussen 0% en 7,5% van de inkomsten. De algemene reserve dient ter dekking van projectuitgaven van projecten
waarvoornietvoldoendespecifiekegiftenontvangenzijn.Integenstellingtotdecontinuïteitsreserve(diebedoeldisvoor
opvang van de organisatiekosten bij teruglopende inkomsten) is de algemene reserve bedoeld voor bestedingen aan de
doelstelling. In 2015 zal gestuurd worden op een algemene reserve die weer aan de norm voldoet. Hierbij zullen de voor-
waardelijketoekenningenaanpartnerorganisatiesmetbetrekkingtotprogramma’s2015gedeeltelijknietdefinitiefgemaakt
worden. In dit proces zal maatwerk worden toegepast, zodat de impact van de uitvoerende programma’s zo min mogelijk
geraaktworden.Erisvoorgekozenomgeenreservefinancieringactivatenbehoevevandebedrijfsvoeringtevormen.
(8) FONDSEN
Per 31 december lopend jaar 1.855.348
Per 31 december vorig jaar 3.401.674
Bestemmingsfondsen stand 1-1 2014 mutaties stand 31-12 2014
Positieve sponsorfondsen 169.043 -169.043 0
Garantiefonds 50.000 8.413 58.413
Bestemmingsfondsen noodhulp 2.434.322 -1.428.569 1.005.753
Overige bestemmingsfondsen 748.309 42.873 791.182
Totaal bestemmingsfondsen 3.401.674 -1.546.326 1.855.348
Sponsorfondsen:Per partner wordt een fonds aangehouden waarin de ontvangen sponsorgelden gestort worden en waaruit de projectbe-
talingen gedaan worden. Voor een overzicht van de sponsorfondsen zie appendix 2.
Garantiefonds bedrijfsontwikkeling:Per 2 januari 2012 is het garantiefonds op € 50.000 na overgedragen aan Stichting PSI. Het garantiefonds kan ingezet
worden voor het afdekken van leningen bij partnerorganisaties.
Bestemmingsfondsen noodhulp/overige bestemmingsfondsen:Giftenmeteenspecifiekebestemmingwordengebruiktvoordebetalingvandeprojectkosten.Voorzoverdegeldennog
niet besteed zijn worden zij in een bestemmingsfonds gestort. Ook giften waarvan het kapitaal in stand moet blijven en
alleen de opbrengsten besteed mogen worden voor de hulpverlening worden in een fonds opgenomen. In de bestem-
mingsfondsenliggenookliquiditeitenvastomdeprojectbetalingensteedstijdigtekunnenverrichten.
Per 31 december van het boekjaar zijn de volgende bestemmingsfondsen aanwezig:
Naam fonds Bedrag 1-1 Mutatie Bedrag 31-12 Afwikkeling
Noodhulp West-Afrika 2.105 -2.105 0 Afgewikkeld
Noodhulp aardbeving Haïti 159.711 -8.425 151.286 Besteding in 2015
Noodhulp orkaan Guatemala 2.668 0 2.668 Besteding in 2015
Noodhulp droogte Oost-Afrika 528.299 -528.299 0 Afgewikkeld
Schoemantelfonds noodhulp kleine projecten 4.675 -3.353 1.322 Besteding in 2015
Noodhulp tyfoon Filippijnen 1.716.628 -1.405.005 311.623 Besteding in 2015
Noodhulp Irak 0 404.676 404.676 Besteding in 2015
Noodhulp West-Afrika ebola 0 118.634 118.634 Besteding in 2015
Thema Noodhulp 20.236 -4.691 15.545 Besteding in 2015
Totaal bestemmingsfondsen noodhulp 2.434.322 -1.428.569 1.005.753
99Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
9Kijk!
Financiële verantwoording
Naam fonds Bedrag 1-1 Mutaties Bedrag 31-12 Afwikkeling
DEL-CSSsponsoringboysCBESP* 0 66.150 66.150 Besteding in 2015-2017
Extra gifts sponsorprogramma 5.296 2.124 7.420 Besteding in 2015
Kinderfonds G.C. Woudenberg 22.233 9.547 31.780 alleen rente te besteden
Kinderfonds Nelleke Regina 45.378 0 45.378 alleen rente te besteden
Landbouwontwikkeling Zambia 3.090 -3.090 0 Afgewikkeld
Landbouwontwikkeling Benin 62.626 -62.626 0 Afgewikkeld
Learn for Work Ethiopië 2012-2016 0 12.234 12.234 Besteding in 2015
Voedselzekerheid Burkina Faso 34.000 -34.000 0 Afgewikkeld
Voedselzekerheid Tsjaad 3.259 0 3.259 Besteding in 2015
Gezondheidsprogramma Burkina Faso 81.330 -81.330 0 Afgewikkeld
Economische ontwikkeling Ethiopië 43.026 7.574 50.600 Besteding in 2015
Economische ontwikkeling Bangladesh 34.557 -34.557 0 Afgewikkeld
Economische ontwikkeling Zambia 7.624 -7.624 0 Afgewikkeld
Revolving fund Burkina Faso 77.160 -77.160 0 Afgewikkeld
Economische ontwikkeling Haïti 8.138 4.116 12.254 Besteding in 2015
Economische ontwikkeling Uganda 0 4.675 4.675 Besteding in 2015
Economische ontwikkeling Sierra Leone 0 7.012 7.012 Besteding in 2015
Onderwijs Zambia 9.307 -9.307 0 Besteding in 2015
Onderwijs Sri Lanka 2.693 -2.693 0 Besteding in 2015
Onderwijs Benin 3.497 -3.497 0 Besteding in 2015
Onderwijs Colombia 0 73.329 73.329 Besteding in 2015
Onderwijs India 0 4.346 4.346 Besteding in 2015
Onderwijs Sierra Leone 0 7.367 7.367 Besteding in 2015
Capaciteitsopbouw Zambia 4.864 -4.864 0 Besteding in 2015
Water Sanitatie & Hygiëne Bangladesh 0 17.974 17.974 Besteding in 2015
Vakonderwijs Bangladesh 29.387 9.420 38.807 Besteding in 2015
Vakonderwijs Benin 33.955 -33.955 0 Besteding in 2015
Vakonderwijs Sierra Leone 16.436 23.724 40.160 Besteding in 2015
Vakonderwijs Colombia 11.458 23.702 35.160 Besteding in 2015
Vakonderwijs Burkina Faso 33.939 -28.277 5.662 Besteding in 2015
Vakonderwijs Haïti 5.478 -5.478 0 Besteding in 2015
Vakonderwijs Sri Lanka 0 6.017 6.017 Besteding in 2015
Vakonderwijs Nicaragua 0 5.423 5.423 Besteding in 2015
Vakonderwijs India 0 43.144 43.144 Besteding in 2015
Vakonderwijs Ethiopië 0 41.489 41.489 Besteding in 2015
Vakonderwijs Filippijnen 0 11.431 11.431 Besteding in 2015
Schoemantelfondsreguliereprojecten** 50.000 33.894 83.894 Besteding in 2015
Just Care 14.756 -1.161 13.595 Besteding in 2015
Fonds Best Hope Enterprises (V/d Sluis) 16.551 -12.210 4.341 Besteding in 2015
Home Foundation Bangladesh 0 72.372 72.372 Besteding in 2015
Merwe-Oord/Voxcie 10.234 -10.234 0 Fonds op naam blijft beschikbaar
Ruiterfonds 73.622 -41.640 31.982 Besteding in 2015
MareJan 0 126 126 Besteding in 2015
Filippijnen algemeen 0 3.522 3.522 Besteding in 2015
Overige bestemmingsfondsen < € 2.500 4.414 5.865 10.279 Besteding in 2015
Totaal overige bestemmingsfondsen 748.308 42.874 791.182
* ditinhetverslagjaargevormdefondsstaatgeheellosvandenegatievebestemmingsreserve** voorheengenoemdWijsfonds
100 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
(10) SCHULDEN OP LANGE TERMIJN
Per 31 december lopend jaar 17.369
Per 31 december vorig jaar 200.750
In 2007, 2008 en 2009 hebben vijf donoren leningen verstrekt aan Woord en Daad. Deze leningen zijn doorgeleend aan
eenpartnerorganisatieterfinancieringvaneenconferentiecentrum.Eind2012isdevorderingvandepartnerorganisatie
overgedragen aan betreffende donoren, waarmee de leningen van de donoren niet meer op de balans van Woord en Daad
voorkomen.WoordenDaadblijftdezefinancieringechterwelfaciliteren.Aangeziendejaarlijkseterugbetalingdoorde
partnerorganisatie hoger is dan de jaarlijkse terugbetaling aan de donoren, leidt dit tot een schuldpositie op lange termijn
(de laatste terugbetalingstermijn aan de donoren in 2021 is hoger). Het verschil per 31 december 2014 bedraagt 16.369
en heeft dus een looptijd van langer dan 5 jaar.
In2009isdooreendonoreenleningverstrektvan€10.000voordefinancieringvanzijntoekomstigesponsorverplichtin-
gen. Deze lening o/g heeft een looptijd van 5 jaar en is in 2014 geheel afgelost.
In2010isdooreendonoreenrentelozeleningverstrektvan€136.155voordefinancieringvanhetgezondheidspro-
gramma in Colombia. Deze lening o/g heeft een looptijd van 5 jaar en wordt aan het einde van de looptijd (in 2014) volledig
afgelost. Het saldo is derhalve gepresenteerd onder de kortlopende schulden.
In2010isdooreendonoreenrentelozeleningverstrektvan€150.000voordefinancieringvandetoekomstigeverplich-
tingen vanuit de business partner overeenkomst. Deze lening o/g heeft een looptijd van 5 jaar en is in 2014 afgelost.
In2012isdooreendonoreenleningverstrektvan€50.000voordefinancieringvaneenkredietprogrammainNicaragua.
Deze lening o/g had een looptijd van 10 jaar, maar is in 2014 afgelost wegens het niet doorgaan van de beoogde besteding.
Er is een rente verschuldigd van 1% per jaar.
In 2013 is door een donor een lening verstrekt van € 2.500. Deze lening o/g heeft een looptijd van 5 jaar. De jaarlijkse
aflossingwordtomgezetineengift.
(11) SCHULDEN OP KORTE TERMIJN
Per 31 december lopend jaar 5.257.883
Per 31 december vorig jaar 7.149.532
Verplichtingen per 31 december 2014 2013
Projectverplichtingen kortlopend 2.552.266 3.900.633
Ongerealiseerd koersresultaat projectverplichtingen 125.906 143.251-
Vooruitontvangen sponsorgelden 755.054 780.227
Vooruitontvangen MFS-2 subsidie 35.626 71.384
Vooruitontvangen overige subsidies 30.196 10.536
Vooruitontvangen van bedrijven 10.881 56.000
Crediteuren 925.874 544.307
Belastingen, salarissen en sociale lasten 1.137 -
Vakantiegeldenvakantiedagen* 254.009 243.710
Rekening-courant PSI 249.193 1.634.207
Rekening-courant Incluvest B.V. 2.945 129.879-
Rekening-courant COEH 28.017 28.614
Geleende gelden o/g (zie ook (9)) 136.655 32.500
Overige schulden 150.124 120.544
Totaal schulden op korte termijn 5.257.883 7.149.532
*vanaf2013isdewaardeingeldvandeuitstaandevakantiedagenper31-12-2013indezepostopgenomen, het betreft ultimo 2014 een bedrag van € 119.106. In 2013 bedroeg dit € 111.556.
101Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
9Kijk!
Financiële verantwoording
Projectverplichtingen kortlopend:De projecten waarvoor een verplichting openstaat per 31 december zijn:
2014
Noodhulp tyfoon Filipijnen 1.046.293
Noodhulp Noord-Irak 150.000
Huizenbouwprogramma Bangladesh 135.173
Gezondheidsprogramma Bangladesh 103.675
Agrarisch vakonderwijs Benin 103.117
Overige projecten < € 100.000 1.014.008
Totaal 2.552.266
In de projectverplichtingen kortlopend zit een bedrag van € 121.000 met een looptijd langer dan een jaar. Gezien het
relatief kleine bedrag ten opzichte van de totale projectverplichtingen, is dit bedrag niet gerubriceerd onder langlopende
schulden.
TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN(bedragen × € 1,--)
Baten
(12) BATEN UIT EIGEN FONDSENWERVING
Werkelijk lopend jaar 19.736.534
Begroot lopend jaar 21.747.500
Baten vorig jaar 19.756.536
Ontvangen in het verslagjaar Totaal 2014 Totaal 2013
PARTICULIEREN
Collecten 241.819 217.736
Sponsorgelden 9.010.556 9.160.936
Nalatenschappen 1.317.346 1.206.244
Overigegiften* 5.774.885 4.885.363
Brutowinst omzet goederenverkoop 19.939 26.453
16.364.545 15.496.732
BEDRIJVEN
Ledenbijdrage Business Platform 268.000 328.000
Sponsorgelden 439.405 436.673
Overigegiften* 1.312.208 1.143.235
2.019.613 1.907.908
VERMOGENSFONDSEN
Diversegiften** 1.352.376 2.351.896
Totaal baten eigen fondsenwerving 19.736.534 19.756.536
In totaal werden 322.931 giften ontvangen (2013: 331.671 giften)
* Indeoverigegiftenzijninhetverslagjaarookinkomsteninnaturaopgenomenvooreentotaalbedragvan€89.500.Ditbetrofbedrijven(€61.750)enonder-wijsinstellingen (€ 27.750) die hun expertise om niet hebben ingezet ten behoeve van de programma’s van Woord en Daad.
** Waaronderin2014€110.000vanTuringFoundation(2013€110.000)
102 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Resultaat verkopen artikelen 2014 2013
Omzet goederenverkoop 39.154 51.831
Inkoopwaarde verkoop 19.215 25.378
Brutowinst 19.939 26.453
Kosten eigen organisatie 4.213 4.823
Nettowinst 15.726 21.630
Deze omzet goederenverkoop is exclusief de omzet van verkoop van postzegels. De nettowinst van de postzegels van
€ 55.296 (omzet € 393.267) wordt grotendeels gerealiseerd door de comités en is verantwoord onder overige inkomsten
particulieren.
(13) AANDEEL IN ACTIES DERDEN
Werkelijk lopend jaar 3.616.217
Begroot lopend jaar 2.800.589
Baten vorig jaar 2.981.802
In het boekjaar werd ontvangen van: 2014 2013
Eigen bijdrage Red een Kind voor MFS-2 subsidie 2.602.168 1.800.589
ZOA eigen bijdrage Wees Eerlijke campagne 25.077 58.615
EO Metterdaad (waarvan noodhulp € 248.557 resp. € 51.316) 37.695 232.504
ZOA PAZA 25.551 0
Tearfund Belgium/Switzerland 60.000 20.000
Edukans 106.891 24.453
Leprazending** 88.631 92.493
Tearfund Nederland 20.000
Partners for Water 38.300
Subtotaal reguliere programma's 3.004.313 2.228.654
All We Can - Huizenbouw n.a.v. Noodhulp Filippijnen 97.975
Dep.BijzondereNodenGer.Gemeenten(noodhulp)* 86.082
Dep.BijzondereNodenGer.GemeenteninNed.(noodhulp)* 141.074
Dep. Bijzondere Noden Ger. Gemeenten
en Ger. Gemeenten in Ned. gezamenlijk (noodhulp)
ZendingHersteldHervormdeKerk(noodhulp)* 225.000
Lakarmissionen (noodhulp) 91.848
EO Metterdaad Noodhulp 248.557 51.316
Red een Kind (noodhulp) 265.372 25.828
Stichting Gereformeerde Scholen voor scholen (noodhulp) 0 132.000
Subtotaal noodhulp 611.904 753.148
Totaal 3.616.217 2.981.802
* Inkomstenindezecategorie,vanuitinstellingendiezichnietpresenterenalsfondswervendeinstellingen,zijnmetingangvanhetverslagjaargepresenteerdonder de baten eigen fondswerving
** LeprazendingdroegvanuiteigenmiddelenbijaaneengezamenlijkprojectvanWoordenDaadenLeprazendingviaTLMI,waarvandebestedingviaWoordenDaad liep.
(14) SUBSIDIES OVERHEDEN EN ANDEREN
Werkelijk lopend jaar 7.839.276
Begroot lopend jaar 8.345.929
Baten vorig jaar 8.094.619
103Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
9Kijk!
Financiële verantwoording
In het boekjaar werd ontvangen van: Totaal 2014 Totaal 2013
Prisma/ICCO 2.017.707 2.179.543
Bijdrage Woord en Daad publieksgelden 1.041.374 1.150.219
Netto ontvangen projectbijdragen 976.333 1.029.324
Kostenvergoeding 59.419 62.644
Totaal ontvangen Prisma/ICCO 1.035.752 1.091.968
MFS-2 subsidie Ministerie Buitenlandse Zaken Woord en Daad deel 4.546.424 4.546.424
MFS-2 subsidie Ministerie Buitenlandse Zaken Red een Kind deel 2.187.752 2.187.752
Europese Unie 92.017
Stichting SBOS i.v.m. Wees Eerlijk campagne 69.348 176.458
Totaal ontvangen 7.839.276 8.094.619
(15) RENTEBATEN EN BATEN UIT BELEGGINGEN
Werkelijk lopend jaar 44.180
Begroot lopend jaar 50.000
Baten vorig jaar 58.176
2014 2013
Ontvangenrenteendividendinhetboekjaaroverliquiditeiten 19.656 28.361
Ontvangen rente over leningen partnerorganisaties 41.338 44.063
Betaalde rente leningen o/g (doorgeleend) -16.889 -13.892
Koersverschil 75 -356
Totaal resultaat beleggingen 44.180 58.176
Opbasisvaneengemiddeldsaldovan€2.653.674(pereersteentwintigstevandemaand)isderenteopliquiditeiten
0,74%(2013:0,94%).Gezienderentestructuurin2014endeliquiditeitspositietenopzichtevandetotalebestedin-
gen is belegd in direct opneembare spaarrekeningen. Als benchmark is de Euribor-dagrente gehanteerd. De Euribor-
maandrente was in 2014 gemiddeld 0,13 % (2013 eveneens 0,13%). Het resultaat beleggingen is hoger dan de bench-
mark, als gevolg van een langjarige relatie met de bankier (Rabobank).
De ontvangen rente over leningen partnerorganisaties is hoger dan de betaalde rente leningen o/g (doorgeleend) in ver-
band met de ontvangen rente op de achtergestelde lening aan Stichting PSI met betrekking tot de overdracht van leningen
in het kader van bedrijfsontwikkelingen aan Stichting PSI.
(16) OPBRENGST LEVERANCIERSROL EN AWARENESS RAISING
Werkelijk lopend jaar 169.856
Begroot lopend jaar 215.250
Baten vorig jaar 92.149
2014 2013
Detachering AED-team aan Incluvest BV 95.398 69.184
Administratieve dienstverlening aan COEH/EU-CORD 10.000 10.000
Detachering (IF-)medewerkers aan Driestar Educatief 3.921 7.696
Detachering IF-medewerker aan Prisma 8.802 5.269
Detachering overig 4.750
Subtotaal inkomsten leveranciersrol 122.871 92.149
Inkomsten awareness: Doorberekende kosten van reizen in het kader van bewustwording 46.985
Subtotaal inkomsten Awareness raising 46.985
Totaal 169.856 92.149
104 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
De opbrengsten leveranciersrol liggen hoger dan de begroting (€ 100.000). Gedurende het boekjaar is besloten om de
fondsenwerver bedrijven/vermogensfondsen door te belasten aan Incluvest BV, hoewel dit niet begroot was. De tegen-
overliggende kosten van de leveranciersrol bedragen € 86.380 (zie ook appendix 3). De inkomsten awareness-raising
liggen fors lager dan begroot (€ 115.250) wegens het niet of later doorgaan van een aantal reizen.
Lasten
(17) STRUCTURELE PROGRAMMA’S
Werkelijk lopend jaar 23.767.862
Begroot lopend jaar 27.411.972
Baten vorig jaar 24.421.160
Rekening 2014 Begroting 2014 Rekening 2013
DIRECTE BESTEDINGEN (ZIE APPENDIX 1 EN 2. APPENDIX 1 IS INCLUSIEF NOODHULP)
Educatie (EDU) 9.403.288 11.765.443 10.270.252
Agrarisch Vakonderwijs en Training (AVET) 226.729 714.748
Vakonderwijs en Arbeidsbemiddeling (TVET / JBS) 2.597.309 3.006.653 2.542.975
Water, Sanitatie en Hygiëne (WASH) 164.196 176.496
Basisvoorzieningen (BN) 2.184.016 2.311.043 2.443.811
Economische ontwikkeling (ED) 19.189 1.045.615 268.791
Agrarische ontwikkeling (AD) 1.468.849 800.111 1.321.325
Huizenbouwprogramma (LCH) 21.356 450.000 1.466.262
Capaciteitsopbouw (SPN) 503.988 764.812 400.756
Innovatieprogramma 174.755 142.000 0
Overig (o.a. ICT t.b.v. Allianties) 534.187 600.000 194.260
Regio-allianties 218.423 219.357 188.252
Red een Kind 4.789.920 3.988.341 3.988.341
Bestedingen partnerrol in Nederland 1.461.657 1.427.353 1.336.135
Totaal 23.767.862 27.411.972 24.421.160
Als lasten in het betreffende boekjaar worden de aangegane verplichtingen met betrekking tot het boekjaar verantwoord.
(18) NOODHULP
Werkelijk lopend jaar 4.191.445
Begroot lopend jaar 1.000.000
Baten vorig jaar 2.512.976
Uitgegeven voor noodhulp: 2014 2013
Diverse noodhulpprojecten 4.191.445 2.512.976
Totaal 4.191.445 2.512.976
Zie ook appendix 1 en 3. appendix 1 is inclusief noodhulp.
(19) LOBBY/BEWUSTWORDING
Werkelijk lopend jaar 1.022.783
Begroot lopend jaar 1.076.748
Baten vorig jaar 1.170.748
105Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
9Kijk!
Financiële verantwoording
Totale bestedingen: 2014 2013
Directe bestedingen lobby en bewustwording (zie toelichting bij 23) 156.141 221.213
LOBBY
Bijdrage EU-CORD / COEH 25.633 21.286
Bijdrage Global Campain for Education 5.000 0
Bijdrage publicatie 'religie en ontwikkelingssamenwerking' 7.500 0
Lobby consultancy 0 3.583
Lobby overige projecten 3.112 0
BEWUSTWORDING
Vakuitwisseling/Young Ambassadors 71.330 24.320
Campagne Wees Eerlijk (duurzaamheidscampagne onder jongeren) 117.345 306.807
Woord en Daad DVD project 0 4.396
Sponsorreis Bangladesh 17.348 0
Overige projecten bewustwording 12.778 7.388
Overige bestedingen via eigen organisatie (appendix 3) 606.597 581.755
Totaal 1.022.783 1.170.748
Zie de toelichting bij de kosten fondsenwerving.
(20) PMEL/PMA
Werkelijk lopend jaar 954.932
Begroot lopend jaar 1.190.073
Baten vorig jaar 1.358.535
2014 2013
Bestedingen PMEL/PMA 258.444 697.782
Overige bestedingen PMEL/PMA via eigen organisatie (appendix 3) 696.488 660.753
954.932 1.358.535
(21) KOSTEN LEVERANCIERSROL
Werkelijk lopend jaar 86.280
Begroot lopend jaar 101.012
Baten vorig jaar 163.602
Het betreft de organisatiekosten die zijn toegerekend aan de leveranciersrol, gebaseerd op de tijdsbesteding van de
diverse medewerkers (zie ook appendix 3). De opbrengst van de leveranciersrol bedroeg in 2014 € 122.871, aangezien
meer kosten doorgefactureerd konden worden dan begroot (zie ook toelichting bij (16)).
(23) WERVING BATEN
De directe kosten fondsenwerving en voorlichting en bewustwording bestaan deels uit gemengde kosten:
Hiervoor zijn verdeelsleutels opgesteld om een juiste toerekening te kunnen maken.
106 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Directe PubliciteitskostenRekening
2014Begroting
2014 Rekening
2013% fondsen-
werving% voorlichting en
bewustwording
Werelddelen (oplage 77.000) 147.124 165.500 152.954 75% 25%
Grenzeloos (oplage 14.000) 35.188 48.000 33.854 0% 100%
Verrekijker (oplage 84.000) 25.583 26.000 22.034 0% 100%
Daadkracht (oplage 3.500) 13.060 17.500 13.240 50% 50%
Jaarverslagen/corporate brochure 43.011 47.300 59.475 50% 50%
Kosten business platform 514 2.500 910 50% 50%
Kosten Comités 48.577 45.000 45.261 95% 5%
Jongerenbeleid 8.964 31.000 6.350 63% 37%
Advertenties 62.760 62.000 44.504 100% 0%
Mailingen 33.809 25.500 28.829 89% 11%
Kosten website 34.939 31.117 40.519 75% 25%
Werven sponsoring 72.024 60.750 60.122 100% 0%
Diverse kosten fondsenwerving 116.649 153.750 111.762 91% 9%
Kosten Woord en Daad 40 jaar 2.793 0 103.646 92% 8%
Kosten communicatie 2.455 5.000 541 75% 25%
Kosten vermogensfondsen 10.019 22.000 10.458 100% 0%
Totale kosten 657.469 742.917 734.459
De kosten zijn per saldo € 657.469 (2012: € 734.459) en worden als volgt verdeeld:
Rekening2014
Begroting 2014
Rekening2013
Directe kosten fondsenwerving 501.329 545.279 513.246
Directe kosten voorlichting en bewustwording 156.141 197.638 221.213
Voor de overige organisatiekosten zie staat lastenverdeling (appendix 3).
(24) KOSTEN BEHEER EN ADMINISTRATIE
Rekening2014
Begroting 2014
Rekening2013
Totaal personeelskosten (zie appendix 3) 793.962 779.277 847.465
Totaal overige organisatiekosten (zie appendix 3) 162.702 173.011 165.903
956.663 952.288 1.013.368
opgesteld en vastgesteld door: goedgekeurd door:
namens de Raad van Bestuur namens de Raad van ToezichtDr. h.c. ir. J. Lock - voorzitter Drs. C. Westerink - voorzitter
J. Achterstraat-Floor AA MBA - secretaris
Ing. C. van Burg
Dr. P. Honkoop
Drs. R. Toes
P.W. Nobel RA
Mr. M. Overbeeke-Boer
Ing. J.B. Faijer
was getekend was getekend
te Gorinchem in de vergadering van 4 maart 2015 te Gorinchem in de vergadering van 13 maart 2015
107Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
9Kijk!
Financiële verantwoording
Appendix 1: Mutaties reserves en fondsen
Naar landen Reserve/
Fonds per 1-1 2014
Ontvangsten 2014
Bestedingen/ Overige muta-
ties 2014
Overboeking 2014
Reserve/Fonds per
31-12 2014
AZIË
Bangladesh 11.173 1.198.911 1.470.445 183.027 -77.334
de Filipijnen 1.680.953 2.041.699 3.751.077 322.563 294.138
India -285.151 2.447.461 2.802.520 499.893 -140.317
Irak - 813.637 408.961 - 404.676
Sri Lanka 26.276 91.972 103.961 10.661 24.948
Thailand 555 89.530 119.951 33.754 3.888
Totaal Azië 1.433.806 6.683.210 8.656.914 1.049.896 509.998
AFRIKA
Benin 100.078 319.682 973.373 551.424 -2.189
Burkina Faso 6.321 1.672.427 2.722.675 1.008.818 -35.111
Ethiopië 554.798 1.438.085 2.065.710 314.030 241.202
Oeganda - 339.981 655.151 321.813 6.642
Sierra Leone 6.487 646.383 796.921 305.517 161.467
Tsjaad 3.259 32.725 32.813 88 3.259
Zambia 24.885 77.556 109.186 6.744 -
Zuid-Afrika - 237.706 630.779 393.073 -
Zuid-Soedan - 103.215 101.500 -1.715 -
Totaal Afrika 695.828 4.867.760 8.088.108 2.899.791 375.271
MIDDEN- EN ZUID-AMERIKA
Colombia -50.219 1.199.673 1.345.622 185.606 -10.562
Guatemala/Honduras -49.719 1.524.215 1.774.322 298.000 -1.826
Haïti 296.593 2.380.246 2.380.934 280.158 576.063
Nicaragua - 41.951 384.071 348.646 6.526
Totaal Midden- en Zuid-Amerika 196.656 5.146.084 5.884.948 1.112.411 570.202
DIVERSEN
Garantiefonds 50.000 - - 8.413 58.413
Inkomsten MFS - 6.402.287 - -6.402.287 -
Inkomsten MFS Red een Kind - 2.602.168 4.789.920 2.187.752 -
Regio-allianties - - 363.627 363.627 -
Reserve koersverschillen sponsorprogramma 11.869 - 22.385 173.764 163.249
Reserve overige koersverschillen -4.010 - 289.417 129.929 -163.497
Algemene reserve -482.570 2.521.494 - -2.633.291 -594.367
Overige reserves en fondsen 340.374 1.371.419 2.601.750 1.125.336 235.382
Continuïteitsreserve 2.187.820 - - -15.342 2.172.478
Stichtingskapitaal 272 - - - 272
Totaal Diversen 2.103.756 12.897.368 8.067.098 -5.062.099 1.839.430
Totaal reserves en fondsen 4.430.046 29.594.422 30.697.068 - 3.294.902
Rentebaten en baten uit beleggingen 44.180
Opbrengst leveranciersrol 122.871
Kostendekking voor organisatiekosten 1.644.590
Organisatiekosten gedekt uit rentebaten/leveranciersrol/kostendekking
1.811.641
Totaal baten en lasten conform staat van baten en lasten 31.406.063 32.508.709
In deze appendix zijn de ontvangsten de gelden die beschikbaar zijn voor de projecten (dus na aftrek kosten overhead).
108 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Appendix 2: Vergelijking sponsorbudgetten (cumulatief)
Jaar: 2014Sa
ldo
fon
ds
per
1-1
On
tvan
gen
Inh
ou
din
g o
rgan
isat
ieko
sten
Inh
ou
din
g ko
ersr
isic
o
Inko
mst
en (
net
to)
Bes
ted
ing
Ver
reke
nin
g vo
or-
gaan
de
jare
n
Kw
alit
eit
en
on
twik
keli
ng
On
tvan
gen*
V
anu
it o
veri
ge
bes
tem
min
gen
Sald
o fo
nd
s p
er 3
1-1
2
ORGANISATIE € € € € € € € € € €
AEAD 4.786- 87.283 5.455 1.632 80.196 74.592 1.002- 6.366 - 4.546-
AMG Guatemala 70.545- 1.516.508 88.781 27.722 1.400.004 1.254.125 - 108.482 - 33.148-
AMG Haiti 13.081 128.158 7.946 2.196 118.016 94.499 - 8.174 - 28.424
AMG Honduras 16.552 30.316 733 632 28.952 18.748 - 1.622 - 25.134
AMG-India 119.649- 1.330.632 83.383 24.264 1.222.985 1.088.995 5.589- 103.433 - 83.504-
AMG-Philippines 38.248- 501.043 31.436 8.915 460.693 415.801 - 39.081 - 32.438-
AMG-Thailand 555 90.013 5.508 1.634 82.871 73.206 - 6.332 - 3.888
CDA Colombia 61.677- 868.158 51.582 16.192 800.384 781.664 - 98.093 22.000 119.051-
Cotton Tree Foundation 9.949- 44.888 7.481 831 36.575 35.280 - 3.052 - 11.706-
Count India 5.086 164.683 10.271 3.005 151.408 131.135 - 11.552 - 13.807
Credo Burkina Faso 140.268- 1.072.237 74.206 19.611 978.419 825.428 1.292- 79.265 29.024 36.226-
CSS Bangladesh 52.771- 364.953 31.039 6.611 327.304 316.263 6.641- 26.782 - 61.871-
DEDRAS - 21.412 1.322 375 19.715 20.160 - 1.744 - 2.189-
HBI India 6.594- 1.775 103 36 1.636 1.890 - 164 7.012 0
Hope Enterprises 16.528- 752.506 50.051 13.406 689.050 521.691 34.437- 49.807 - 135.461
WD Lanka 23.583 88.150 2.126 1.831 84.192 80.640 - 8.544 339 18.930
IREF India 13.456- 214.412 13.222 3.883 197.307 152.177 - 14.409 - 17.265
Parole et Action 110.186 1.638.487 82.814 30.961 1.524.713 1.152.619 8.132- 106.312 - 384.100
Word & Deed-India 150.538- 537.103 33.388 10.075 493.640 461.553 - 41.195 22.000 137.647-
Totaal -515.966 9.452.717 580.847 173.810 8.698.059 7.500.468 -57.093 714.409 80.375 104.685
*VanuitgiftenopDoorleerfondsenStudentsforStudentszijnwaarmogelijkdepartnerrekeningenaangevuld. Een partnerrekening kan zowel een positief als een negatief saldo hebben. Omdat er sprake is van onderlinge solidariteit wereldwijd voor wat betreft overschot-ten en tekorten is het saldo van de partnerrekeningen onder Reserves verantwoord in de balans.
109Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
9Kijk!
Financiële verantwoording
DOELSTELLINGLEVE-RAN-
CIERSROLWERVING BATEN
BEHEER & ADMINIS-
TRATIE
PartnerrolPMEL/
PMAL&A/AR
Eigen fond-senwerving
Acties derden
SubsidiesVerkoop
goederenTotaal
boekjaarBegroot
BoekjaarRekening
2012
€ € € € € € € € € € €
Educatie (EDU) 9.403.288 9.403.288 11.765.443 10.270.252
Agrarisch Vakonderwijs en Training (AVET)
226.729 226.729 714.748
Vakonderwijs en Arbeidsbemid-deling (TVET / JBS)
2.597.309 2.597.309 3.006.653 2.542.975
Water, Sanitatie en Hygiëne (WASH)
164.196 164.196 176.496
Basisvoorzieningen (BN) 2.184.016 2.184.016 2.311.043 2.443.811
Economische ontwikkeling (ED) 19.189 19.189 1.045.615 268.791
Agrarische ontwikkeling (AD) 1.468.849 1.468.849 800.111 1.321.325
Huizenbouwprogramma (LCH) 21.356 21.356 450.000 1.466.262
Capaciteitsopbouw (SPN) 503.988 503.988 764.812 400.756
Noodhulp (R&R) 4.191.445 4.191.445 1.000.000 2.512.976
Innovatieprogramma 174.755 174.755 142.000 0
Overig (o.a. ICT t.b.v. Allianties) 534.187 534.187 600.000 194.260
Regio-allianties 218.423 218.423 219.357 188.252
Red een Kind 4.789.920 4.789.920 3.988.341 3.988.341
PMEL/PMA 258.444 258.444 488.793 697.782
L&A/AR 416.187 416.187 483.000 588.993
Subtotaal projectbestedingen 26.497.650 258.444 416.187 0 0 0 0 0 0 27.172.280 27.956.412 26.884.776
Salarissen en sociale lasten 1.061.445 499.755 433.135 61.018 535.593 41.360 158.088 3.061 673.552 3.467.008 3.380.891 3.346.835
Pensioenlasten 102.099 56.087 49.922 6.500 58.409 4.204 16.323 287 76.105 369.936 352.964 357.311
Overige personeelskosten 70.188 29.398 24.824 3.708 29.995 2.414 8.612 168 41.013 210.318 113.500 304.245
Reis- en verblijfkosten 30.976 12.866 14.987 2.203 17.038 1.089 4.019 106 21.381 104.666 74.057 103.237
Subtotaal personeelskosten 1.264.708 598.107 522.867 73.429 641.036 49.067 187.041 3.621 812.051 4.151.928 3.921.412 4.111.628
Bijdrage door derden -425 264 575 70 698 -69 -1.247 4 128 0 0 -36.331
Personeelskosten in projectbestedingen
-27.088 -15.447 -15.087 -1.555 -21.107 -1.134 -4.187 -91 -18.218 -103.913 0 -144.474
Publiciteit & communicatie 501.329 501.329 545.279 513.246
Huisvestingskosten 67.222 34.298 29.686 4.148 36.036 2.794 10.192 206 46.436 231.019 231.770 225.168
Kantoorkosten (excl. afschrijvingen)
61.731 31.539 27.227 3.923 32.935 2.561 9.279 190 42.903 212.288 217.000 221.805
Kosten RvT en vergaderingen organisatie
19.687 8.819 7.742 1.401 9.354 801 2.818 50 14.153 64.826 6.500 12.892
Kosten werkbezoeken RvB 0 0 0 0 0 0 0 0 6.504 6.504 7.500 2.783
Overige algemene kosten 20.759 10.905 9.178 1.475 11.188 873 3.050 63 14.772 72.264 84.500 116.025
Afschrijving, rente en bankkosten
55.062 28.003 24.407 3.388 40.598 2.293 8.329 170 37.934 200.185 296.364 192.858
Subtotaal organisatiekosten 1.461.657 696.488 606.597 86.280 1.252.067 57.188 215.276 4.213 956.663 5.336.429 5.310.325 5.215.599
Totaal 2014 27.959.307 954.932 1.022.783 86.280 1.252.067 57.188 215.276 4.213 956.663 32.508.709 33.266.737 32.100.375
Begroot 2014 28.411.972 1.190.073 1.076.748 101.012 1.246.489 61.524 222.354 4.277 952.288
Realisatie voorgaand boekjaar 26.934.136 1.358.535 1.170.748 163.602 1.185.283 51.915 217.965 4.823 1.013.368
Verdeelsleutels:De verdeling van de personeelskosten over de kostendragers vindt plaats op basis van de gemiddelde tijdsbesteding.
Bij het toerekenen van de personeelskosten is het advies van VFI gevolgd. Dit houdt in dat de Raad van Bestuur volledig onder Beheer & Administratie valt, en de managers van de afdeling voor 20%. De algemene staf-functies vallen volledig onder Beheer & Administratie, HRM en ICT wordt toegerekend naar rato van het aantal FTE per kostendrager. Afdeling Finance en Control valt deels ook onder PMA. De indirecte kosten worden verdeeld op basis van de verdeling van de personeelskosten behalve monitoring en evaluatie. De werkbezoeken van de Raad van Bestuur en Raad van Toezicht worden volledig toegerekend aan beheer en administratie.
Het gemiddeld aantal FTE’s in 2014 bedroeg 63,65. In 2013 was dit 64,96 FTE. Hiervan waren zowel in 2014 als in 2013 2 personen (2 FTE) werkzaam in het buitenland.
Het totaal van de kolommen doelstelling (€ 29.937.022) sluit aan met de verantwoorde bestedingen aan de doelstelling in de Staat van baten en lasten.
Kostensoort Kostendragers
Appendix 3: Model lastenverdeling
110 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Appendix 3 (vervolg) Toelichting uitvoeringskosten
Totaal boekjaar (€) Begroot boekjaar (€) Vorig boekjaar (€)
HUISVESTINGSKOSTEN
Huur 166.216 165.530 163.658
Servicekosten (incl. energie) 36.300 36.000 35.700
Onderhoud/schoonmaakkosten 23.362 25.240 22.642
Overige huisvestingskosten 5.146 5.000 3.168
Totaal huisvestingskosten 231.024 231.770 225.168
KANTOORKOSTEN
Kantoorbenodigdheden en drukwerk 16.251 19.000 23.960
ICT licenties en servicecontracten 152.798 146.500 150.611
Porti algemeen 30.181 25.000 27.810
Communicatie 20.056 19.500 19.737
Overige kantoorkosten 18.264 17.000 21.907
Bijdragen derden in kantoorkosten -25.260 -10.000 -22.206
Totaal kantoorkosten 212.289 217.000 221.818
KOSTEN RVT EN VERGADERINGEN ORGANISATIE
Reiskosten 8.589 3.500 2.427
Werkbezoeken 328 0 0
Vergaderingen 11.813 0 5.792
Kosten onderzoek samenwerking WD-REK 39.765 0 3.594
Overige kosten 4.329 3.000 1.078
Totaal kosten bestuur / afd. e.d. 64.825 6.500 12.892
KOSTEN WERKBEZOEKEN RVB
Werkbezoeken RvB 6.504 7.500 2.783
Totaal overige algemene kosten 6.504 7.500 2.783
OVERIGE ALGEMENE KOSTEN
Externecontrole* 12.573 17.500 25.473
Advies-/notariskosten 11.538 3.000 19.591
Administratieve dienstverlening 787 16.500 21.536
Samenwerkingsverbanden (Prisma/EU-Cord/Partos) 38.373 40.500 41.631
Overigealgemenekosten(o.m.ISO-certificeringenalgemeneabonnementen 8.976 7.000 7.802
Totaal overige algemene kosten € 72.247 84.500 116.032
*waarinvrijvalvan2013begrepen(€3.822)
AccountantshonorariumDe volgende honoraria van Roza Audit & Assurance (in het verslagjaar overgenomen door AccoN Adviseurs en
Accountants) zijn in de lasten verantwoord:
Totaal boekjaar (€) Begroot boekjaar (€) Vorig boekjaar (€)
Onderzoek jaarrekening 15.125 15.000 15.125
Andere controle-opdrachten 2.750 0 1.106
Adviesdienstenopfiscaalterrein** 14.044 0 5.983
Andere niet-controlediensten 6.145 0 40.065
**inhetverslagjaarisondermeergeadviseerdronddeBTW-positievanStichtingWoordenDaad, zowel met het oog op fondsenwerving als de samenwerking met andere partijen.
111Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
9Kijk!
Financiële verantwoording
Appendix 4: Berekening diverse normpercentages en ratio’sbedragen × € 1.000
Begroting 2015
Rekening 2014
Begroting 2014
Rekening 2013
Baten eigen fondsenwerving (incl. goederen): 21.593 19.737 24.663 19.757
Overige baten: 11.362 11.670 8.496 11.227
Totaal inkomsten Woord en Daad 32.955 31.407 33.159 30.984
Voor diverse kosten, zie model toelichting lastenverdeling.
CBF-NORM MAX. 25% (EIGEN NORM KOSTEN EIGEN FONDSENWERVING (MAX. 6% TEN OPZICHTE VAN BATEN EIGEN FONDSENWERVING)
Kosten eigen fondsenwerving (incl. verkoop goederen) 1.301 1.256 1.312 1.190
Baten eigen fondsenwerving 21.593 19.737 24.663 19.757
Percentage kosten eigen fondsenwerving (volgens CBF-criteria) 6,03% 6,37% 5,32% 6,02%
EIGEN NORM KOSTEN FONDSWERVING NIET EIGEN FONDSWERVING (MAX. 2,5% TEN OPZICHTE VAN DE BATEN NIET EIGEN FONDSWERVING)
Kosten werving subsidies en acties derden 308 272 222 270
Totale inkomsten 11.362 11.670 8.496 11.227
Percentage kosten Fondswerving niet eigen fondswerving 2,71% 2,33% 2,62% 2,40%
EIGEN NORM KOSTEN BEHEER & ADMINISTRATIE (MAX. 3,1% VAN TOTALE INKOMSTEN)
Kosten Beheer & Administratie 856 957 952 1.013
Totale inkomsten 32.955 31.407 33.159 30.984
Percentage kosten Beheer & Administratie 2,60% 3,05% 2,87% 3,27%
EIGEN NORM OVERHEAD (KOSTEN FONDSENWERVING EN BEHEER EN ADMINISTRATIE MAX. 7,5% VAN TOTALE INKOMSTEN
Organisatiekosten (zie model lastenverdeling) 2.465 2.485 2.487 2.473
Totale inkomsten 32.955 31.407 33.159 30.984
Percentage overhead 7,48% 7,91% 7,50% 7,98%
Het percentage overheadkosten voldoet niet aan de norm van maximaal 7,5% van de totale inkomsten. Dit wordt met name veroorzaakt door de fors lagere inkomsten, de overheadkosten waren overeenkomstig de begroting.
In de begroting 2014 waren de inkomsten acties derden nog aan de inkomsten eigen fondswerving toegerekend. In de realisatie 2013, 2014 en de begroting 2015 zijn deze aan de overige inkomsten toegerekend. Uit het vergelijken van de begrote inkomsten met de gerealiseerde inkomsten 2014 blijken de inkomsten eigen fondswerving 3,6 mln. lager dan begroot en overige inkomsten 1,7 mln. hoger dan begroot. Worden de inkomsten derden niet aan inkomsten eigen fond-senwerving toegerekend in de begroting dan is het percentage kosten eigen fondswerving 6,00% zijn geweest en fondswerving niet eigen fondswerving 1,97%. Zie verder appendix 5.
DIVERSE BESTEDINGSRATIO’S
Bestedingen PMEL/PMA t.o.v. totale projectbestedingen (excl. REK) 5,00% 4,12% 5,22% 5,92%
Bestedingen partnerrol t.o.v. totale projectbestedingen (excl. REK) 5,67% 6,31% 6,27% 5,82%
Bestedingen directe alliantiekosten t.o.v. totale projectbestedingen (excl. REK) 0,95% 0,94% 0,96% 0,82%
Bestedingen Lobby en Advocacy ten opzichte van de totale inkomsten 0,45% 0,26% 0,41% 0,38%
Bestedingen Awareness raising ten opzichte van totale inkomsten 2,53% 2,99% 2,50% 3,78%
DOELBESTEDINGSRATIO (TOTAAL VAN DE BESTEDINGEN TEN OPZICHTE VAN TOTAAL VAN DE INKOMSTEN EN TEN OPZICHTE VAN TOTAAL BESTEDINGEN)
Totaal bestedingen aan doelstellingen 29.992 29.937 30.780 29.463
Totaal inkomsten 32.955 31.407 33.159 30.984
Totaal lasten 32.457 32.509 33.267 32.100
Doelbestedingsratio ten opzichte van de inkomsten 91,01% 95,32% 92,82% 95,09%
Doelbestedingsratio ten opzichte van de totale bestedingen 92,40% 92,09% 92,52% 91,79%
Solvabiliteit (reserves / totaal vermogen) niet gedefinieerd
17,11% niet gedefinieerd
8,73%
112 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Appendix 5: Verschillen analyse begroting en jaarrekening
De gepresenteerde begroting 2014 betreft de in november
2013officieelgoedgekeurdebegrotingdoorderaadvan
toezicht. Gedurende het verslagjaar zijn inkomsten en uit-
gaven bewaakt via de categoriënsystematiek. Zie voor een
uitgebreidere analyse van verschillen ook het jaarverslag.
Baten
Baten uit eigen fondsenwerving (particulieren)
Totaal rekening 16.364.545
Totaal begroting 15.547.500
Verschil 817.045
Totaal rekening vorig boekjaar 15.496.732
Totaal waren de inkomsten particulieren inclusief noodhulp
in 2014 € 817.045 hoger dan begroot. De overige inkom-
sten particulieren kwamen € 422.263 lager uit dan begroot.
Verder waren de sponsorinkomsten € 86.944 lager dan
begroot. De overige projecten waren eveneens lager dan
begroot, maar wel hoger dan 2013, met name de inkomsten
vanuit comités (deels door de positief verlopen verkoop van
postzegels) en nalatenschappen waren hoger dan in 2013. In
2014 zijn verder de acties derden van niet-fondswervende
instellingen opgenomen in deze baten en kwamen € 19.329
hoger uit dan begroot (€ 350.000). Daarbij speelt mee dat
het eerder genoemde begrote bedrag van € 350.000 met
€ 100.000 is verminderd omdat dit eigenlijk als begrote
inkomsten acties derden had moeten worden aangemerkt.
De totale inkomsten voor noodhulp van particulieren waren
in 2014 € 1.906.923 (2013 € 1.525.486) en lagen daarmee
€ 1.406.923 hoger dan de begroting. Het begrotingsbedrag
van € 15.547.500 bestaat voor € 14.830.000 uit groen
budget (inclusief € 500.000 noodhulpinkomsten), wat een
zekerheidsniveau in de begroting heeft van 100% en wat
gekoppeld is aan een groen budget aan de uitgavenkant, dat
zonder meer uitgegeven kan worden. Totaal is er dus
€ 47.268 minder dan de groene begroting binnengekomen,
afgezien van noodhulp. Ten opzichte van 2013 is er voor
het sponsorprogramma minder binnengekomen, het aantal
aanmeldingenbleefredelijkoppeil,hetaantaldefinitieve
afmeldingen nam ten opzichte van een jaar geleden af.
Baten uit eigen fondsenwerving (bedrijven)
Totaal rekening 2.019.613
Totaal begroting 2.300.000
Verschil -280.387
Totaal rekening vorig boekjaar 1.907.908
Defondsenwervingbijbedrijvenbleefflinkachteropde
begroting, maar ligt 6% boven het gerealiseerde niveau van
2013. Enerzijds speelt de onzekere economische situatie
bij fondsenwerving bedrijven een rol, anderzijds groeit
het netwerk van betrokken bedrijven nog steeds, wat een
goede uitgangspositie voor de toekomst geeft. In 2014 is
dit laatste zichtbaar geworden in de groei van de inkom-
sten van de regio-ondernemers die 27% (€ 82.068) hoger
uitkwamen dan begroot. De trend lijkt te ontstaan dat de
inkomsten vanuit bedrijven meer via regio-ondernemers
gaan binnenkomen in plaats van via het Business-Platform.
De sponsorinkomsten bleven met € 5.595 iets achter op
de begroting, de overige inkomsten met € 357.022. Hier
staat tegenover dat bedrijven een bedrag van € 200.162
doneerden voor noodhulp, waarvoor niets was begroot. De
overige oranje begrote inkomsten van € 200.000 werden
niet gerealiseerd. Het begrotingsbedrag van € 2.300.000
bestaat voor € 2.100.000 uit groen budget (waarvan geen
noodhulp begroot). Ten opzichte van de groene begroting is
dus € 280.549. minder binnengekomen.
Baten uit eigen fondsenwerving (vermogensfondsen)
Totaal rekening 1.352.376
Totaal begroting 3.900.000
Verschil -2.547.624
Totaal rekening vorig boekjaar 2.351.896
De fondsenwerving bij vermogensfondsen was fors lager
dan begroot en eveneens fors lager ten opzichte van een
jaar geleden. Daarbij wordt vermeld dat de inkomsten
in 2013 incidenteel € 511.000 hoger waren, doordat dit
bedrag op verzoek van de donor werd verantwoord in 2013
in plaats van 2014. Dit vond plaats na vaststelling van de
begroting 2014 door Woord en Daad. In de uitvoering van
enkele andere meerjarige programma’s traden problemen
op, die zorgden voor een vertraging in de toekenning van
gelden door de betreffende donor. Naar verwachting
worden deze in 2015 wel gerealiseerd. Met twee nieuwe
donoren werd een langdurige relatie aangegaan.
Het begrotingsbedrag van € 3.900.000 bestaat voor €
2.400.000 uit groen budget. Ten opzichte van de groene
begroting is dus € 1.048.624 minder binnengekomen.
De oranje inkomsten, begroot op € 1.500.000 werden in
2014 (nog) niet gerealiseerd.
113Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
9Kijk!
Financiële verantwoording
Aandeel in acties derden
Totaal rekening 3.616.217
Totaal begroting 2.800.589
Verschil 815.628
Totaal rekening vorig boekjaar 2.981.802
Het aandeel in acties derden is € 815.628 hoger dan
begroot, waarbij wordt vermeld dat de begroting € 176.000
hoger had moeten zijn, als gevolg van rubricering van deze
begrote inkomsten onder particulieren en subsidies. Ten
opzichte van vorig jaar kwamen noodhulpinkomsten in
2014 lager uit: € 611.904 ten opzichte van € 753.148 in
2013. Daarbij wordt vermeld dat een deel van de inkomsten
noodhulp in 2014 wordt gepresenteerd onder de baten
eigen fondswerving. De totale begroting van € 2.800.589
bestaat voor € 1.800.589 uit groen budget, er is dus €
1.203.724 meer binnengekomen dan gepland, afgezien van
noodhulp. Het grootste verschil zit in de hoger verant-
woorde eigen bijdrage MFS Red een Kind (ruim € 800.000),
waartegenover ook bestedingen staan. De uiteindelijke
lagere oranje inkomsten waren € 388.096. Zie voor de
verschillen met 2013 (13) Aandeel in acties derden.
Subsidies overheden en anderen
Totaal rekening 7.839.276
Totaal begroting 8.345.929
Verschil -506.653
Totaal rekening vorig boekjaar 8.094.619
De subsidies overheden en anderen lagen onder de begro-
ting. Dit wordt vooral verklaard door het feit dat er geen
nieuwe fondsen binnengehaald zijn, die tot inkomsten in
2014 leidden. Concurrentie op het gebied van instituti-
onele fondsen, bezuinigingen van institutionele donoren
als gevolg van de economische crisis en de inzetbare capa-
citeit speelden Woord en Daad parten, ondanks het feit
dat ingediende aanvragen kwalitatief goed scoorden. In
2014 is samen met regionale allianties verder ingezet op
institutionele donoren, via de regionale fondsenwervers
in het Zuiden, die partnerorganisaties ondersteunen bij
het schrijven van subsidieaanvragen, wat in 2014 voor het
eerst succesvol was. De totale begroting van € 8.345.929
bestaat voor € 7.769.929 uit groen budget. Er is € 69.348
meer binnengekomen dan gepland op het groene budget,
wat wordt verklaard uit het doorschuiven van een deel van
de SBOS-subsidie, waarvan de activiteiten in 2014 werd
afgerond.
Lasten
Werving baten
Totaal rekening 1.528.744
Totaal begroting 1.534.644
Verschil -5.900
Totaal rekening vorig boekjaar 1.459.986
Het percentage kosten werving totale baten kwam uit op
4,86% (7,91% totaal minus 3,05% beheer en administra-
tie), hetgeen hoger was dan begroot 4,4% (7,5% totaal
minus 3,1% beheer en administratie), hetgeen verklaard
wordt door achterblijvende inkomsten. De totale kosten
waren namelijk € 5.900 lager dan begroot. De personeels-
en organisatiekosten voor werving baten lagen hoger
dan begroot (€ 43.950), met name door vervangingen
in verband met ziekte. De directe kosten waren 49.850
lager dan begroot. De kosten jongerenbeleid, (opnieuw)
magazines en diverse kosten waren lager dan begroot.
Daarentegen waren de kosten voor werving sponsoring
en mailingen iets hoger. Zie voor een verdere uitsplitsing
ook (23).
Kosten Beheer & Administratie
Totaal rekening 956.663
Totaal begroting 952.288
Verschil 4.375
Totaal rekening vorig boekjaar 1.013.368
De kosten Beheer & Administratie zijn iets hoger uitge-
vallen dan begroot, maar gedaald ten opzichte van 2013.
Voor kosten Beheer & Administratie geldt een maximum-
percentage van 3,1% (zie ook appendix 4). In 2013 lag dit
percentage op 3,27% en in 2014 kwam dit uit op 3,05% en
voldeed hiermee weer aan de gestelde norm, ondanks de
lagere inkomsten.
Overige toelichting op kosten overheadDe belangrijkste verschillen tussen begroting en realisatie
in 2014 bestaan in de niet-begrote kosten voor de samen-
werking WD-REK (inclusief vergaderkosten € 49.080),
hogere overige personeelskosten (medische keuringen en
gezondheidsonderzoeken € 20.000). Lager dan begroot
waren de afschrijvingskosten hardware, in verband met
later uitgevoerde investeringen (€ 96.000)
Zie voor een verdere uitsplitsing appendix 3 Toelichting
uitvoeringskosten.
114 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Baten
Rentebaten en baten uit beleggingen
Totaal rekening 44.180
Totaal begroting 50.000
Verschil -5.820
Totaal rekening vorig boekjaar 58.176
Doordelagerentestandendeafnemendeliquiditeitenals
gevolg van noodhulpbestedingen zijn de rentebaten iets
lager dan vorig jaar en dan de begroting.
Opbrengst leveranciersrol
Totaal rekening 122.871
Totaal begroting 100.000
Verschil 22.871
Totaal rekening vorig boekjaar 92.149
Er zijn onder andere meer personeelskosten doorbelast
aan derden dan begroot. Zie ook de toelichting bij (16).
Opbrengst Awareness Raising
Totaal rekening 46.985
Totaal begroting 115.250
Verschil -68.265
Totaal rekening vorig boekjaar 0
De inkomsten awareness-raising liggen fors lager dan
begroot wegens het niet of later doorgaan van een aantal
reizen.
Bestedingen
Structurele programma’s
Totaal rekening 23.767.862
Totaal begroting 27.411.972
Verschil -3.644.109
Totaal rekening vorig boekjaar 24.421.160
Aangezien gedurende het jaar middels trendanalyse bleek
dat de inkomsten lager zouden uitkomen dan begroot zijn
er ook minder projecten goedgekeurd. Meer informatie
is te vinden onder de toelichting bij de verschillende pro-
gramma’s in het jaarverslag.
De begroting bestaat voor € 23.991.256 uit groen
budget. Aangezien gedurende het jaar bleek dat de oranje
inkomsten nauwelijks zouden binnenkomen, is dit oranje
budget niet vrijgegeven, behalve een paar projecten in de
oranjecategoriewaarspecifiekgelabeldeinkomstenvoor
binnenkwamen.
Per programma is maatwerk toegepast in de toekennin-
gen, waarbij deze gekoppeld zijn aan de inkomsten.
Noodhulp
Totaal rekening 4.191.445
Totaal begroting 1.000.000
Verschil 3.191.445
Totaal rekening vorig boekjaar 2.512.976
Aan noodhulp is fors meer uitgegeven dan begroot, als
gevolg van de noodhulpacties voor Filipijnen, ebola West-
Afrika en droogte in Oost-Afrika. De begroting bestaat
geheel uit groen budget. Zie voor een gedetailleerder
overzicht (8) Fondsen.
Lobby en bewustwording
Totaal rekening 1.022.783
Totaal begroting 1.076.748
Verschil -53.965
Totaal rekening vorig boekjaar 1.170.748
De totale besteding aan Lobby en Bewustwording is iets
lager dan begroot, vooral door lagere directe bestedingen.
De Wees Eerlijk-campagne, waarvan Woord en Daad
penvoerder is, is afgerond in 2015.
PMEL/PMA
Totaal rekening 954.932
Totaal begroting 1.190.073
Verschil -235.141
Totaal rekening vorig boekjaar 1.358.527
De totale besteding aan PMEL/PMA ligt lager dan de
begroting, doordat er wat minder audits zijn uitgevoerd
dan in 2013. Daarnaast heeft stichting Red een Kind
bijgedragen in diverse bestedingen.
115Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
9Kijk!
Financiële verantwoording
Appendix 6: Toelichting kosten directie
Naam Dr. h.c. ir. J. Lock Drs. D. Nieuwenhuis
Functie Voorzitter raad van bestuur Lid raad van bestuur
DIENSTVERBAND
Aard Onbepaald Onbepaald
Uren 36 (tot 17 april 33 uur) 36
Percentage dienstverband 100% (tot 17 april 92%) 89%
Periode 1-1-2014 t/m 31-12-2014 1-1-2014 t/m 16-4-2014 (uit dienst als lid van de Raad van Bestuur)
BEZOLDIGING
Bruto jaarsalaris 85.640 18.049
Vakantiegeld 6.510 1.444
Eindejaarsuitkering 1.161 1.503
Variabelinkomen* 1.963 0
Salaris volgens VFI-systematiek 95.274 20.996
MaximaalsalarisvolgensVFI-systematiek** (conform Adviesregeling Directeuren Goede Doelen VFI)
117.222 25.717
SV lasten (wg deel) 8.900 2.621
Pensioenlast (wg deel) 14.978 2.919
Totaal 2014 119.152 26.536
Totaal2013*** 116.131 86.902
ToelichtingPercentage eindejaarsuitkering is 8,33% conform de BBRA, verminderd met uitruil belastbaar loon*VariabelinkomenvandeheerLockbetreftdeverkoopvanvakantiedagen,conformdearbeidsvoorwaardenvanWoordenDaad.
Aan de directieleden zijn geen leningen, voorschotten of garanties verstrekt.**HetmaximaalsalarisvolgensVFI-systematiekbetrefthettotalebrutosalaris;SV-lastenenpensioenlastenwordenhierinnietmeegenomen.***HetmaximaalsalarisvolgensVFI-systematiekbetrofvoorJ.Lock€100.420envoorD.Nieuwenhuis€87.340.HetbrutosalarisvanJ.Lockin2013was
€ 93.672 en van D. Nieuwenhuis € 68.811). Aan de directieleden zijn geen leningen, voorschotten of garanties verstrekt.
Begroot saldo baten en lasten -107.470
EFFECTEN ROND INKOMSTEN
Lagere inkomsten voor sponsorprogramma -92.539
Lagere inkomsten overige giften particulieren 318.852
Hogere noodhulpinkomsten particulieren, bedrijven en vermogensfondsen 589.137
Lagere inkomsten giften bedrijven (excl. sponsorprogramma en noodhulp) -274.792
Lagere inkomsten giften vermogensfondsen (excl. noodhulp) -2.551.624
Hogere inkomsten uit aandeel in acties derden 815.628
Lagere inkomsten subsidies overheden -506.653
Lagere inkomsten rentebaten en baten uit beleggingen -5.820
Hogere opbrengst leveranciersrol 22.871
Lagere opbrengst awareness raising -68.265
Totaal lagere inkomsten -1.753.205
EFFECTEN ROND BESTEDINGEN
Hogere noodhulpbestedingen -3.191.445
Koersresultaat (winst) op programma’s 30.076
Lagere programmabestedingen als gevolg van lagere inkomsten 3.614.033
Lagere bestedingen lobby en bewustwording 53.965
Lagere bestedingen R&L 235.141
Lagere kosten leveranciersrol 14.732
Totaal lagere bestedingen 756.504
EFFECTEN ROND OVERHEAD
Lagere kosten werving baten 5.900
Hogere kosten beheer en administratie -4.375
Gerealiseerd saldo baten en lasten 1.102.646
Appendix 7: Analyse gerealiseerd saldo versus begroot saldo baten en lasten
In 2013 is als gevolg van de nood-
hulpactie voor hulp na de tyfoon in
de Filippijnen meer ontvangen dan
begroot. Deze inkomsten zijn in een
bestemmingsfonds verantwoord en
in 2014 deels ingezet.
Woord en Daad werkt met een kop-
peling tussen inkomsten en uitgaven.
Gezien de lagere inkomsten ten
opzichte van de begroting is er ook
minder aan projecten besteed dan
begroot.
Zie ook de toelichting in de staat van
baten en lasten voor de toevoeging
en onttrekking aan reserves en
fondsen van het resultaat. Zie voor
verderereflectieopdeafwijkingen
van de begroting het jaarverslag.
116 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Appendix 8: Niet in de balans opgenomen verplichtingen
Huurcontract:Het huurcontract voor het kantoorpand aan de Spijksedijk
liep tot 31 december 2014. Vanaf januari 2015 wordt dit
pand gerenoveerd, waarbij Woord en Daad tijdelijk gehuis-
vest is aan de Dokter Van Stratenweg in Gorinchem. Het
betrefteenflexibelhuurcontract,watpermaandopzegbaar
is en wat vooralsnog loopt tot en met 30 juni 2015. De
maandhuur (inclusief servicekosten) bedraagt € 8.733, voor
6 maanden is dat totaal € 52.397. De onderhandelingen
over een nieuwe huurperiode aan de Spijksedijk lopen
momenteel,erzijnnoggeendefintieveafsprakengemaakt
over de locatiekeuze, huurprijs en metrage.
BTW:In 2014 heeft Woord en Daad op eigen initiatief contact
gezocht met de Belastingdienst om meer duidelijkheid te
krijgen over haar BTW-positie. Woord en Daad wordt hierin
bijgestaandooreenfiscaaladviseur.Bijhetopstellenvande
jaarrekening is nog geen uitspraak van de Belastingdienst
ontvangen,zodatdeeventuelefiscalegevolgennietzijn
meegenomen in de jaarrekening over 2014.
Projecten:Eind 2014 was er voor projecten in totaal voor € 10.014.365
toegezegd aan partners voor het jaar 2015 en verder.
ICTIn december 2014 heeft Woord en Daad afspraken
gemaakt met een nieuwe hard- en softwareleverancier.
Het nieuwe servicecontract heeft een looptijd tot en met
december 2015. De bijbehorende verplichting voor 2015
bedraagt in totaal € 50.987.
Overige gegevens: Gebeurtenissen na balansdatum
In 2014 is conform het besluit dat op 5 maart 2014
is genomen veel tijd en energie besteed aan het
verder uitwerken van de opzet van een gezamenlijke
uitvoeringsorganisatie met Stichting Red een Kind.
Begin 2015 is het besluit gevallen dat een gezamen-
lijke werkorganisatie niet de meest optimale manier
isomsamentewerken.Governance,maarookfiscale
aspecten speelden hierbij een rol. Beide Raden van
Toezicht hebben daarom besloten de samenwerking
via een gezamenlijke werkorganisatie niet door te
zetten, maar wel, wanneer dit voordelen biedt, op pro-
jectbasis met elkaar te blijven samen werken. Dat geldt
overigens ook voor andere partijen. Dit besluit heeft
geen directe impact op vermogen en resultaat van de
stichting per 31 december 2014, maar wel op de wijze
waarop Woord en Daad haar processen in de toe-
komst zal organiseren. In de eerste maanden van 2015
is hier binnen de organisatie verder over nagedacht, de
uitwerking zal gedurende het jaar plaatsvinden.
Samen met Red een Kind was overeenstemming
bereikt met een verhuurder van een locatie in Utrecht,
waar de gezamenlijke werkorganisatie gehuisvest
zou worden. Ondanks dat de overeenkomst nog niet
ondertekend was, waren de besprekingen in een
finalefaseeniserdaaromeenverplichtingontstaan.
Als gevolg van het stopzetten van de voorgenomen
samenwerking met Red een Kind is in goed overleg
met de verhuurder besloten om hem te compenseren,
via een afkoopsom. Aangezien er in 2015 anderzijds
ook kosten bespaard worden, als gevolg van het niet
doorgaan van de verhuizing, zal het totaal naar ver-
wachting resultaatneutraal uitkomen.
117Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
9Kijk!
Financiële verantwoording
9.3 CONTROLEVERKLARING
118 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
119Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
9Kijk!
Financiële verantwoording
9.4 BEGROTING 2015
EIGEN FONDSENWERVING
Sponsorprogramma 9.530.000
Overige giften particulieren 6.150.000
Noodhulp 500.000
Giften bedrijven (exclusief sponsoring) 1.850.000
Vermogensfondsen 3.500.000
Subtotaal eigen fondsenwerving 21.530.000
OVERIGE INKOMSTEN
Aandeel in acties derden (overig) 2.809.039
Subsidies overheden 8.367.985
Inkomsten Bewustwording 62.700
Baten uit beleggingen 50.000
Inkomsten leveranciersrol 135.000
Som van de baten 32.954.724
LASTEN
Programma’s
EDU 11.085.279
AVET 590.300
TVET-JBS 2.726.495
WASH 777.092
ED 777.137
AD 1.072.810
Credit program housing 550.000
SPN 767.392
BN-Health 1.310.000
BN-FNS 840.992
Innovatieprogramma 150.000
Noodhulp 1.000.000
Overig (ICT tbv partners, beleidsconferenties etc) 600.000
REK 3.988.341
Directe alliantiekosten 210.301
L&A 149.449
AR 893.445
PMA/PMEL 1.112.415
partnerrol kstn 1.262.040
Leveranciersrol 128.559
Totaal doelstelling 29.992.047
Kosten fondsenwerving 1.608.716
Kosten Beheer en Administratie 856.534
Totaal overhead 2.465.250
Som van de lasten 32.457.297
Resultaat 497.427
Toevoeging/onttrekking aan:
Koersreserve sponsoring 190.600
Koersreserve overige projecten 73.160
Partnerrekeningen sponsoring (inhalen) 397.574
Opbouw partnerrekeningen 50.000
Bestemmingsfondsen noodhulp -500.000
Overige reserves en overige bestemmingsfondsen 286.093
497.427
2015 is het laatste jaar van het huidige meerjarenbeleidsplan. Het inkomsten-niveau 2015 ligt nagenoeg op dat van de begroting 2014, waarbij wel inkom-sten vanuit vermogensfondsen lager liggen (als gevolg van lagere realisatie in de laatste jaren) en vanuit subsidies hoger (in verband met aanvraag strate-gisch partnerschap en inzet van regionale fondsenwervers). De bestedingen zijn in lijn met de meerjarenbegroting, waarbij het BN-Health programma in 2015 uitgefaseerd gaat worden. Het Educatie-programma neemt af, onder andere door uitfasering in India. Daarentegen nemen WASH/AVET/TVET-JBS toe, waarmee wordt voorgesorteerd op de nieuwe beleidsperiode.
120 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 2018 2019
EIGEN FONDSENWERVING
Sponsorprogramma 9.530.000 9.577.650 9.625.538 9.673.666 9.722.034
Overige giften particulieren 6.150.000 6.273.000 6.398.460 6.526.429 6.656.958
Noodhulp 500.000 500.000 500.000 500.000 500.000
Giften bedrijven (exclusief sponsoring) 1.850.000 1.887.000 1.924.740 1.963.235 2.002.499
Vermogensfondsen 3.500.000 3.675.000 3.858.750 4.051.688 4.254.272
Subtotaal eigen fondsenwerving 21.530.000 21.912.650 22.307.488 22.715.017 23.135.763
OVERIGE INKOMSTEN
Aandeel in acties derden (overig) 2.809.039 1.091.969 1.124.728 1.158.470 1.193.224
Subsidies overheden 8.367.985 11.784.000 12.019.680 12.260.074 12.505.275
Inkomsten Bewustwording 62.700 63.327 63.960 64.600 65.246
Baten uit beleggingen 50.000 50.000 50.000 50.000 50.000
Inkomsten leveranciersrol 135.000 137.700 140.454 143.263 146.128
Som van de baten 32.954.724 35.039.646 35.706.311 36.391.424 37.095.637
LASTEN
Programma's
EDU 11.085.279 13.639.543 13.821.520 13.762.596 13.700.726
AVET 590.300 2.103.861 2.145.938 3.004.314 3.695.306
TVET-JBS 2.726.495 2.644.700 2.565.359 2.514.052 2.514.052
WASH 777.092 2.631.893 2.684.531 2.952.984 3.130.163
ED 777.137 1.115.994 1.171.794 930.383 576.902
AD 1.072.810 1.830.091 2.013.100 1.914.410 2.005.851
Credit program housing 550.000 566.500 583.495 601.000 619.030
SPN 767.392 750.000 750.000 750.000 750.000
BN-Health 1.310.000 0 0 0 0
BN-FNS 840.992 866.222 892.208 918.975 946.544
Innovatieprogramma 150.000 400.000 500.000 500.000 500.000
Noodhulp 1.000.000 500.000 500.000 500.000 500.000
Overig (ICT t.b.v. partners, beleidsconferenties etc.) 600.000 600.000 600.000 600.000 600.000
REK 3.988.341 0 0 0 0
Directe alliantiekosten 210.301 252.826 257.357 264.297 269.920
L&A 149.449 175.198 178.532 181.957 185.478
AR 893.445 875.991 892.658 909.786 927.391
PMA/PMEL 1.112.415 1.352.440 1.381.397 1.417.436 1.446.929
partnerrol kstn 1.262.040 1.352.440 1.381.397 1.417.436 1.446.929
Leveranciersrol 128.559 137.700 140.454 143.263 146.128
Totaal doelstelling 29.992.047 31.795.400 32.459.741 33.282.888 33.961.349
Kosten fondsenwerving 1.608.716 1.751.982 1.785.316 1.819.571 1.854.782
Kosten Beheer en Administratie 856.534 875.991 892.658 909.786 927.391
Totaal overhead 2.465.250 2.627.973 2.677.973 2.729.357 2.782.173
Som van de lasten 32.457.297 34.423.373 35.137.714 36.012.245 36.743.522
RESULTAAT 497.427 616.273 568.597 379.179 352.115
Toevoeging/onttrekking aan:
Koersreserve sponsoring 190.600 190.600 190.600 190.600 190.600
Koersreserve overige projecten 73.160 76.818 80.659 84.692 88.926
Partnerrekeningen sponsoring (inhalen) 397.574 - - - -
Opbouw partnerrekeningen 50.000 50.000 50.000 50.000 50.000
Bestemmingsfondsen noodhulp -500.000 - - - -
Overige reserves en overige bestemmingsfondsen 286.093 298.855 247.338 53.887 22.589
497.427 616.273 568.597 379.179 352.115
Zie ook de toelichting bij de jaarbegroting 2015.De totale inkomsten groeien jaarlijks, waarbij zowel sponsoring als overige inkomsten particulieren/bedrijven toenemen. Vanaf 2016 neemt het aandeel acties derden fors af door het wegvallen van de eigen bijdrage van Red een Kind in het kader van MFS-2. De subsidies groeien, ondanks het wegvallen van de Prisma-inkomsten na 2015. Dit wordt veroorzaakt door nieuwe begrote subsidies, waaronder Strategisch Partnerschap en gerealiseerde aanvragen via regionale fondsenwervers. Het programma Educatie groeit licht conform groei in sponsorinkomsten. Het programma TVET-JBS wordt voor de bestaande programma’s afgebouwd, maar in fragieleregio’svervangendoornieuweprogramma’s,waarbijhettotaalbedragongeveergelijkblijft.AVETenWASHnemendaarentegenflinktoealsgevolgvantoegenomen subsidiemogelijkheden voor deze programma’s. Het AD-programma groeit ten koste van het ED-programma, samen met AVET en WASH gaat dit type programma’s een belangrijke pijler onder het werk van Woord en Daad vormen. Begrote overheadkosten, maar ook bestedingen partnerrol en PMA zijn gekoppeld aan de bijbehorende normpercentages.
121Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
9Kijk!
Financiële verantwoording
122 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Kijk!Bijlage
Bijlagen
1 Raad van bestuur en raad van toezicht
2 Nevenfuncties
3 Functies
4 Organogram
5 Procesbeheersing, risicobeheersing en verantwoording
6 Onderzoeksrapport externe accountant
7 Stakeholders en netwerken
8 Vision on Transformation
123Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Kijk!Bijlage1
» Raad van bestuur
Dr.h.c. ir. J. Lock Drs. D.J. NieuwenhuisFunctie: Directeur-bestuurder Functie: Lid raad van bestuur
Ingangsdatum: per 01-01-2008 Ingangsdatum: per 01-01-2010 tot 17 april 2014
» Raad van toezicht
Naam Jaar 1e verkiezing Aftredend / hernoembaar op
Ds. C. Westerink - voorzitter Predikant
2009 31-12-2016hernoembaar
J. Achterstraat-Floor AA MBA – secretarisZelfstandig ondernemer
2011 31-12-2014 hernoembaar
Ing. C. van BurgDirecteur kapitaalinvesteringen Dow Chemical
2010 31-12-2017hernoembaar
Dhr. B. Jaspers FaijerWethouder
2014 31-12-2017hernoembaar
Dr. P. HonkoopMDL-arts
2007 31-12-2014hernoembaar
Drs. M.C. van de Lagemaat-Maaskant MADocente Frans
2003 31-12-2014niet hernoembaar
P.W. Nobel RARegisteraccountant
2011 01-03-2014hernoembaar
Mr. M.A. Overbeeke – Boer Politiek verslaggever NOS
2014 31-12-2017 hernoembaar
» Auditcommissie
Naam Aftredend / hernoembaar op
P.W. Nobel RA Registeraccountant
31-12-2014hernoembaar
Dr. P. Honkoop MDL-arts
31-12-2017hernoembaar
J. Gouw RARegisteraccountant
31-12-2016hernoembaar
Raad van bestuur en raad van toezicht
124 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Kijk!Bijlage2
» Raad van bestuur
Voorzitter raad van bestuur: dr.h.c. ir. Jan Lock, vanaf 18 april directeur-bestuurder
NEVENFUNCTIES RISICOANALYSE
Adviseur Stichting Poverty Investments (onbezoldigd) Geen risico’s, nevenfunctie past bij functie Woord en Daad
Bestuurslid (penningmeester) Stichting Gezamenlijke Evaluaties Partos (onbezoldigd)
Geen risico’s, nevenfunctie past bij functie Woord en Daad
Bestuurslid Vereniging Co-Prisma (vanaf november 2011). Mandaat ligt in verlengde van Prisma (onbezoldigd)
Geen risico’s, nevenfunctie past bij functie Woord en Daad
Directeur Adicisim B.V. (deeltijd 20%: bezoldigd) Adicisim B.V. levert (interim-)management en (bestuurlijk) advies. Voor zover er bij klanten van Adicisim sprake kan zijn van belangenverstrengeling wordt dit gemeld aan de raad van toezicht van Woord en Daad
Gemeenteraadslid van Gemeente Giessenlanden (bezoldigd) Geen risico’s, geen verband met functie Woord en Daad
Lid raad van toezicht voor masteropleiding Besturen van Maat-schappelijke organisaties aan de Vrije Universiteit van Amsterdam (onbezoldigd)
Geen risico’s, nevenfunctie past bij functie Woord en Daad
Lid wetenschappelijke adviesraad voor kennisontwikkeling en lectora-ten Driestar Educatief (onbezoldigd)
Geen risico’s, nevenfunctie past bij functie Woord en Daad en samenwerking Driestar Educatief en Woord en Daad
Bestuurder New World Campus (voorzitter, onbezoldigd) Geen risico, steunt de activiteiten van Woord en Daad
Lid raad van bestuur: drs. Dicky Nieuwenhuis (tot 17 april 2014)
NEVENFUNCTIES RISICOANALYSE
Lid bestuur Partos, Nederlandse branchevereniging voor internatio-nale samenwerking Amsterdam (onbezoldigd)
Geen risico’s, nevenfunctie past bij functie Woord en Daad
Member Administrative Council EU-Cord, Europese vereniging voor christelijke organisaties op terrein van internationale samenwerking (onbezoldigd)
Geen risico’s, nevenfunctie past bij functie Woord en Daad
Lid bestuur lokale kiesvereniging en steunfractielid ChristenUnie Culemborg (onbezoldigd)
Geen risico’s, geen verband met functie Woord en Daad
» Raad van toezicht
Naam Nevenfuncties
Ds. C. Westerink - voorzitterPredikant
J. Achterstraat-Floor AA MBA – secretarisZelfstandig ondernemer
Lid Raad van Commissarissen Rabobank Vallei en Rijn
Ing. C. van BurgDirecteur kapitaalinvesteringen Dow Chemical
Lid Provinciaal Bestuur SGP ZeelandLid raad van toezicht Stichting Poverty Share Investments (PSI) te GorinchemBestuurslid Stichting Reformatorische Publicatie, prioriteitsaandeelhouder van Erdee Media Groep
Dhr. B. Jaspers FaijerWethouder
Bestuurslid Stichting Ribo (Restauratie en Innovatie in de Bouw)Lid algemeen bestuur Reestmond (werkvoorzieningschap)
Dr. P. HonkoopMDL-arts
Bestuurslid Nederlandse Vereniging voor Maag-, Darm- en Leverartsen
Drs. M.C. van de Lagemaat-Maaskant MADocente Frans
P.W. Nobel RARegisteraccountantZelfstandig ondernemer
- Tot 1 juli 2014 Directievoorzitter accountantskantoor- Lid raad van toezicht Stichting Poverty Share Investments te (PSI) te Gorinchem
Mr. M.A. Overbeeke – BoerPolitiek verslaggever NOS
Lid raad van advies Nederlands Dagblad
Nevenfuncties
125Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Kijk!Bijlage3
Functienaam Naam Medewerker Aantal
DIRECTIE
Voorzitter raad van bestuur Dr.h.c. ir. Jan Lock
Directiesecretaresse Tosca van Beek-van Breda
Stafmedewerker Kwaliteitsmanagement Harmke van Ooijen-Oomen
Stafmedewerker Communicatie Drs. Wilma van der Meij-van Doorn
Stafmedewerker HRM Herman Hendriks
Stafmedewerker ICT Gert-Jan van den Berg
Stafmedewerker Beleidsbeïnvloeding Drs. Evert-Jan Brouwer
Stafmedewerker Beleidsbeïnvloeding Eddie Krooneman MSc
Stafmedewerker Beleidsontwikkeling Ir. Leen Stok
Perscoördinator Mariska Dijkstra-Wolters
Totaal 6,71
AFDELING FINANCE, PROJECTADMINISTRATIE EN CONTROL
Manager Finance, Projectadministratie en Control Jan van der Bas QC
Assistent Manager Finance, Projectadministratie en Control Drs. Arnold van Willigen
Totaal 1,67
UNIT FINANCE EN CONTROL
Hoofd unit Finance en Control Albert Don AA
Medewerker unit Finance & Control Peter Zegers
Medewerker unit Finance & Control Bram van Nordennen
Medewerker unit Finance & Control Gerrit-Jan Klein Beekman
Analist Finance & Control Ernst Prosman
Totaal 4,22
UNIT PROJECTADMINISTRATIE
Medewerker unit Projectadministratie Hilda de Vries
Medewerker unit Projectadministratie Klaasje Kooiker
Totaal 2,00
UNITHOOFD SPONSORPROGRAMMA
Hoofd unit Sponsorprogramma Annelien Bom
Adm. Medewerker unit Sponsorprogramma Petra Timmermans-Bos
Adm. Medewerker unit Sponsorprogramma Marieke den Hartog
Adm. Medewerker unit Sponsorprogramma CindyvanLuttikhuizen-Metselaar*
Adm. Medewerker unit Sponsorprogramma EricavandenBergh-deGroot**
Totaal 2,11
AFDELING COMMUNICATIE EN FONDSEN
Manager afdeling Communicatie en Fondsen Rina Molenaar MSc
Secretaresse afdeling Communicatie en Fondsen Carlien Walhout-Maljaars
Stafmedewerker donorrol Ina Hogendoorn
Medewerker Communicatie en Fondsen/eindredacteur Grenzeloos en Verrekijker Annemarie van der Plas MSc
Webmaster Barend Visser
Totaal 4,12
UNIT BEWUSTWORDING
Hoofd unit Bewustwording (en jongerenactiviteiten) Aldwin Geluk
Medewerker unit Bewustwording (en jongerenactiviteiten) Herman Hendriks
Medewerker unit Bewustwording (en jongerenactiviteiten) Els Hogendoorn
Totaal 2,30
UNIT INSTITUTIONELE FONDSEN
Hoofd unit Institutionele Fondsen Drs. Pascal Ooms
Medewerker unit Institutionele Fondsen Jan-Frans de Bruijn
Junior medewerker Institutionele Fondsen Fieneke van den Bosch-de Jong MSc
Trainee Institutionele Fondsen Siripha van Driel
Totaal 1,89
Functies » Woord en Daad - december 2014
126 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
UNIT COMMUNICATIE EN FONDSENWERVING PARTICULIEREN
Hoofd unit Communicatie en Fondsenwerving Particulieren Corjan Rink
Communicatiemedewerker unit Communicatie en Fondsenwerving Particulieren Kees Vreeken MA
Redactiesecretaris/(Eind)redacteur unit Communicatie en Fondsenwerving Particulieren JokeMartens-Bevelander****
Scholenvoorlichter/Communicatiemedewerker unit Communicatie en Fondsenwerving Particulieren Janneke Witzier-Wemmers
Communicatiemedewerker Adoptie unit Communicatie en Fondsenwerving Particulieren Willemijn Bax-Schouten
Coordinator comités en evenementen Jan-Frans de Bruijn
Communicatiemedewerker/eindredacteur Werelddelen en Intercom Marlies Moret-Verwoerd
Fondsenwerver Sponsorprogramma Roy Wouters
Totaal 5,95
UNIT FONDSENWERVING BEDRIJVEN
Accountmanager unit Bedrijven Gideon Davidse
Communicatiemedewerker unit Bedrijven/eindredacteur Daadkracht Willemijn ten Brinke-Molendijk
Assistent Fondsenwerving unit Bedrijven Willemien van Wijnen-Vos
Accountmanager unit Bedrijven Wilhelm Doeleman
Totaal 3,23
UNIT VERMOGENSFONDSEN
Hoofd unit Vermogensfondsen Wim Hasselman
Medewerker unit Vermogensfondsen Barend Visser
Trainee Vermogensfondsen Kees Knulst
Totaal 1,44
UNIT OFFICEMANAGEMENT
OfficemanagerunitOfficeManagement Jan Versteeg
Office-assistentunitOfficeManagement Wilma Schoonderwoerd-van Dalen
MedewerkerPR/SponsoringunitOfficeManagement Ruchama Bom
InterieurverzorgsterunitOfficeManagement Rita Uittenbogaard-Linstee
Telefoniste/ReceptionisteunitOfficeManagement Ellen Snoek-de Vreugd
Telefoniste/receptionisteunitOfficeManagement Lisette den Besten-Kros
Totaal 3,60
AFDELING PARTNERS EN PROGRAMMA’S
Manager afdeling Partners en Programma’s Edwin Visser
Regiocoördinator GHARA/SARA/KUSSRA Ellen van den Hil MPHC
Regiocoördinator ARA/WARA Cees Oosterhuis MSc
Regiocoördinator CLARA Drs. Sander Verduijn
Coördinator Beleidsbeïnvloeding Zuiden Drs. Judith van den Bogaard-Krol
Coördinator Expertiseteam AVET/TVET/JBS Ir. Wim Simonse
Programmamedewerker WASH Ir. Jacob Jan Vreugdenhil
Programmamedewerker Onderwijs Drs. Michelle Hoftijzer-van Berchum
Programmamedewerker Onderwijs Drs. Greetje Urban
Programmamedewerker Onderwijs Drs.JolandaTal-Bout***
Coördinator Expertiseteam Onderwijs Drs. Henrike Bisschop
Programmamedewerker Voedselzekerheid Ir. Maarten van den Dool
Programmamedewerker AVET/TVET/JBS Cees van Breugel
Programmamedewerker AVET/TVET/JBS Drs. Henrike Bisschop
Programmamedewerker Beleidsbeïnvloeding Zuiden Eddie Krooneman MSc
Totaal 11,38
AFDELING AGRIBUSINESS ENTERPRISE DEVELOPMENT
Manager Agribusiness Enterprise Development Ing. Maarten van Middelkoop
Accountmanager Agribusiness Enterprise Development Drs. John Lindhout
Accountmanager Agribusiness Enterprise Development Ir. Corstiaan van Aalsburg
Accountmanager Agribusiness Enterprise Development Marc de Leeuw MBA
Totaal 4,00
* vervangingziekteverlof
** nazwangerschapsverlofuitdienst
*** per31december2014uitdienst
****metziekteverlof
127Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Kijk!Bijlage
AFDELINGEN RESULTAATMANAGEMENT EN LEREN
Manager Resultaatmanagement en Leren Dr. ir. Wim Blok
Coördinator PMEL Drs. Marike Spruyt-de Kloe
Senior medewerker PMA Drs. Paul Schot
Medewerker PMEL WARA/CLARA Ir. Hanneke Post
Medewerker PMEL en Projectleider Onderwijsinnovatieproject Cornelis de Schipper MSc
Promotieonderzoeker Drs. Corné Rademaker
Totaal 5,00
Afdelingssecretariaat AED, R&L, P&P Caroline Noorland-van der Slik
Afdelingssecretariaat AED, R&L, P&P Florence Goossens-de Groot
Totaal 0,89
TOTAAL 60,51
3
128 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Kijk!Bijlage4
Directiesecretariaat
Kwaliteitsmanagement
ICT
Beleidsbeïnvloeding
Communicatie & Fondsen
Staf C&F Bewustwording
Agribusiness Enterprise Development
Partners en Programma’s
Logistiek secretariaat voor P&P, AED, R&L
Resultaatmanagement en Leren
Finance, Projectadministratie
& Control
Interne en Perscommunicatie
HRM
Beleidsontwikkeling
Raad van toezicht
Raad van bestuur
Algemeen
Staffuncties alg.
Verbindende rol
Donorrol
Partnerrol
Leveranciersrol
Organogram
» Woord en Daad - december 2014
129Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Kijk!Bijlage4
Regio’sThema’s
Hiërarchisch leidinggevende vanuit afdelingen
Managers WD Donor ( Manager C&F en Ass. manager F&C)
Donorcoördinator (DC)Hoofd van een fondsenwervende afdeling binnen C&F
Manager C&F
Deskundige op gebied van IF
Vertegenwoordiger projectadministratie
Manager FP&C
Deskundige PMA
Manager R&L
Financieel deskundige (op afroep)
Manager P&P Manager P&P Manager AED Manager R&L
Functioneel leidinggevende
Coördinator Expertise Team
Regio Coördinator Support Team1
Deskundigen in Support Teams
Deskundigen in Expertise Teams
Onderwijskundige
Deskundige Basisvoorzieningen (gezondheidszorg, voedselzekerheid en WASH)
Deskundige AED
Deskundige AVET/TVET/JBS
Deskundige PMEL
Deskundige Beleidsbeïnvloeding
» Support Teams en Expertise Teams
» Donorteams
Afdeling Agribusiness & Enterprise
Development
Afdeling Partners & Programma’s
Thema’s: AVET/TVET/JBS, Beleidsbeïnvloeding, Onderwijs,
Gezondheidszorg, Voedselzekerheid, WASH
Afdeling Resultaat management & Leren
Support Teams
functionele aansturing door regiocoördinatoren
Expertise Teams
functionele aansturing door expertiseteam
coördinatoren
donorteam Hiërarchisch leidinggevende vanuit afdelingen
Functioneel leidinggevende vanuit donorrol
Deskundigen in donorteams
130 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Kijk!Bijlage
1 Algemeen
Woord en Daad kent twee hoofdprocessen als het gaat
om de werving en toekenning van fondsen (donorrol) en
deinhoudelijkeflankeringvanpartnersbijdeuitvoering
van programma’s (partnerrol). In het stroomschema bij
paragraaf 3 is de samenhang tussen de twee hoofdproces-
sen weergegeven.
De interne procesbeheersing en controle zijn beschreven
in het Handboek Organisatie waarin zijn opgenomen:
• een overzicht van processtappen per proces en de
onderliggende administratieve procedures;
• handleidingen voor project, donor (inclusief accountabi-
lity), PMEL, sponsoring, advocacy, auditing en evaluatie.
Woord en Daad toetst haar processen aan de hand van
drie kwaliteitssystemen. Elk systeem heeft zijn eigen
invalshoek en juist de combinatie van systemen resulteert
in een dekkende toetsing van de beide hoofdprocessen op
verschillende niveaus.
CBF-keurmerk, geïntegreerd met de Code Goed Bestuur
voor Goede Doelen (de Code Wijffels). Het keurmerk stelt
eisen aan bestuur, beleid, fondsenwerving, voorlichting
en communicatie, besteding van middelen en verslagge-
ving. Woord en Daad werkt volgens de Code Wijffels.
Deauditin2014resulteerdeinhercertificering.Voor
deze audit werd tevens gebruik gemaakt van de Partos-
versie van ISO 9001:2008, die toegesneden is op de
ontwikkelingssector.
ISO: dit kwaliteitskeurmerk gebruikt Woord en Daad voor
een kritische beheersing, aanpassing en optimalisering
van de processen. Sinds mei 2002 is Woord en Daad ISO
9001:2008gecertificeerd(categorie35;hetwervenen
besteden van fondsen ten bate van armoedebestrijding
in ontwikkelingslanden). De audit in 2014 verliep goed. In
decertificeringisWoordenDaadookbeoordeeldopde
Partos-norm9001(sectorspecifiekenormopbasisvan
deISO-norm9001).Hetresultaatisdatwehetcertificaat
voor deze norm hebben mogen behalen.
• COSO: dit systeem is vooral gericht op een kritische
beheersing van de fondsenwervings- en fondsenbeste-
dingsprocessen en een betrouwbare verslaglegging in
dejaarrekening.Ditwordtbereiktdooreenadequate
administratieve organisatie en de daarin beschreven
interne beheersmaatregelen.
2 Procesbeheersing Nederland
BeleidsplanWoord en Daad werkt met een rollend beleidsplan. Het
nu vigerende beleidsplan geldt voor 2011–2015 en is
in 2010 vastgesteld. In oktober 2012 is een addendum
geschreven. In 2013 en 2014 bleek dat niet nodig. In 2014
zijn de voorbereidingen getroffen voor het beleidsplan
2016-2020.
Operationeel jaarplanOp basis van de doelstellingen van het beleidsplan wordt
een operationeel jaarplan geschreven. Aan het operatio-
nele jaarplan is de begroting gekoppeld. Het operationele
jaarplan en het budget fungeren als uitvoeringskader voor
de organisatie.
De RvB toetst in hoeverre de uitvoerende organisatie zich
aan het operationele jaarplan als kader houdt. Daartoe
wordt gebruikgemaakt van het koersrapport.
KPI’s evaluaties en lerend vermogenElke eerste week van de maand komt het koersrapport op
financiëleindicatorenbeschikbaar.Elketweemaanden
maakt elke afdeling een koersrapport op kwalitatief en op
activiteitenniveau.Hetfinanciëlekoersrapportisintegraal
onderdeel van de vergaderingen van het management-
team. Van het meer gedetailleerde tweemaandelijkse
koersrapport wordt tijdens de managementteamvergade-
ring een samenvatting besproken. Daarin geven afdelin-
gen aan of de realisatie van doelstellingen op koers ligt, en
zo niet, in hoeverre corrigerende maatregelen nodig zijn.
De RvB beoordeelt in hoeverre de corrigerende maat-
regelenrealistischzijnc.q.passeninhetbeleid.DeRvT
ziet er op toe dat de RvB haar rol goed pakt. RvB en RvT
maken gebruik van Key Performance Indicators.
De koppeling tussen ‘beleidsplan - operationeel jaarplan
- koersrapport’ geeft op een eenvoudige en heldere wijze
zicht op datgene wat er speelt. In de lijn plan–do–check–
act dwingt dat om van de praktijk te leren. Daarnaast leert
Woord en Daad veel uit de gesprekken met partnerorga-
nisaties, de doelgroep, de achterban en organisaties met
wie ze samenwerkt. Deze leerelementen worden serieus
genomen en doorvertaald in beleid en organisatie.
Woord en Daad voert systematisch evaluaties uit. In de
evaluaties wordt behalve naar cijfers ook gekeken naar
de daadwerkelijke impact van het werk op het leven van
mensen in het Zuiden. Door middel van leerinventarisaties
wordt systematisch gevolgd of en hoe geleerde lessen uit
5
Procesbeheersing, risicobeheersing en verantwoording
131Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Kijk!Bijlage
evaluaties en onderzoeken opgevolgd en/of geïmplemen-
teerd worden. In 2013 zijn grote programma-evaluaties
uitgevoerd, die in 2014 in het beleidsontwikkelingsproces
werden meegenomen.
Interne auditsIn het verslagjaar zijn door de medewerker
Kwaliteitsmanagement op een aantal afdelingen interne
audits uitgevoerd. De resultaten van de audits zijn
onderwerp van bespreking in de vergaderingen van het
managementteam. Corrigerende maatregelen worden
daar afgesproken en getoetst.
De afdeling Finance, Projectadministratie en Control
(FP&C) voert per kwartaal of per zes maanden een check
uit op het functioneren van de interne beheersingsmaat-
regelen om risico’s in processen te redresseren tot een
aanvaardbaar niveau. De afdeling rapporteert hierover
naar de RvB. De externe accountant maakt ook gebruik
van deze verslagen en de hieraan gekoppelde eventuele
acties bij de beoordeling van het functioneren van de
interne controlesystematiek. Er zijn in 2014 twee contro-
les uitgevoerd.
Algemene opmerkingen bij deelprocessen in Nederland
Communicatie en FondsenUitgangspunt bij de samenstelling van het promotiema-
teriaal is dat de informatie overeenkomt met de werke-
lijkheid. De fondsenwerving vindt plaats door middel van
magazines, websites, advertenties, rapportages, voorlich-
ting, mailings, activiteiten van comités, jongerengroepen,
regio-ondernemers en persoonlijke contacten. Gedurende
het jaar wordt door de afdeling FP&C een trendanalyse
gedaanvanalleinkomstenperspecifiekedoelgroep.Door
responsmeting gaat Woord en Daad steeds na welke wijze
van fondsenwerving binnen de gegeven kaders het meest
effectiefenefficiëntis.Dezegegevensvormeninput
voor de analyses en het marketingplan van de afdeling
Communicatie en Fondsen.
Bij de verwerking van de inkomende geldstroom volgt
Woord en Daad de procedures uit haar Handboek voor de
Organisatie. De inkomsten rekent Woord en Daad toe aan
het doel waarvoor ze gegeven zijn. Is geen doel aangege-
ven, dan vindt boeking plaats op het algemeen fonds.
Bij het opbouwen van de database van gevers houdt
Woord en Daad rekening met de regelgeving in het kader
van de privacywetgeving.
VerslagleggingDe jaarrekening stelt Woord en Daad op volgens
de ‘Richtlijn 650 Verslaglegging Fondsenwervende
Instellingen’. Conform deze Richtlijn bestaat het jaarver-
slag naast de balans en rekening van baten en lasten, uit
een verantwoordingsverklaring en de begroting voor het
volgende jaar.
BelastingwetgevingMet betrekking tot de verkoop van goederen, waarvan
Woord en Daad de winst gebruikt voor de doelstelling,
heeft de stichting te maken met omzetbelasting. Per kwar-
taal worden de verschuldigde bedragen aangegeven en
betaald. Er zijn afspraken gemaakt met de belastingdienst
over de praktische invulling met betrekking tot de verkoop
door comités.
Onze naamDe naam van Woord en Daad is gedeponeerd bij het
Benelux-merkenbureau. Sinds begin 2002 is dit binnen het
geheel van de Europese Unie een beschermde naam.
Bij het deelnemen aan samenwerkingsverbanden met
andere organisaties gaat Woord en Daad altijd nauwkeu-
rig na of en zo ja hoe de samenwerking past binnen haar
doelstelling en bij haar doelgroep. Bovendien is absolute
voorwaarde dat binnen zo’n samenwerkingsverband in
alle vrijheid het eigen karakter van Woord en Daad en de
reformatorische identiteit van de stichting gehandhaafd
kan worden.
Raad van toezicht Bij de benoeming van de leden van de RvT wordt gekeken
naar hun verbondenheid met de achterban. Alleen dege-
nen die zich verbonden weten met en staan in de gerefor-
meerde gezindte en van daaruit de grondslag en het doel
van de stichting van harte onderschrijven, komen voor
benoeminginaanmerking.Daarnaastspelenspecifieke
profielenmeeindeopenwerving.
Raad van bestuurEen van de belangrijkste bevoegdheden van de RvT is het
benoemen en eventueel ontslaan van de RvB. Naast hoge
eisen aan professionaliteit stelt Woord en Daad ook hoge
eisen aan de identiteit van de leden van de RvB. Deze
eisen liggen in lijn met de eisen die gesteld worden aan de
leden van de raad van toezicht.
PersoneelsbeleidSelectie en benoeming van personeel vinden plaats door
een selectiecommissie. In die commissie zit behalve
de RvB ook de manager van de betreffende afdeling.
Bijdedefinitievebenoemingspeelt,behalvekennisen
kunde, ook de identiteit (zie ook raad van toezicht) van
5
132 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
de kandidaat een rol. De bevoegdheid tot benoeming en
ontslag berust bij de RvB.
Woord en Daad volgt ten aanzien van de salarisstructuur
de BBRA-systematiek. Daarnaast is blijvend gekozen voor
eigen arbeidsvoorwaarden. Inschaling vindt plaats via het
Fuwasys.
InformatiesysteemWoord en Daad gebruikt het informatiesysteem
Pluriform. Het is de bedoeling dat ook regionale allianties
gebruikmaken van het systeem. Met dit systeem is Woord
en Daad in staat snelle service aan haar relaties te realise-
ren en relevante managementinformatie aan te leveren.
Signalen, complimenten en klachten als onderdeel van het kwaliteitssysteemWoord en Daad realiseert zich: waar gewerkt wordt, wor-
den fouten gemaakt. Daarom is de mogelijkheid voor het
deponeren van een klacht over de werkwijze van Woord
en Daad van groot belang. Uiteraard mogen mensen ook
laten weten welke manier van werken ze op prijs stellen.
Daarom kent Woord en Daad een procedure voor signa-
len, klachten en complimenten.
Woord en Daad vindt dat de mogelijkheid er moet zijn uit-
eindelijk bij de raad van toezicht aan te kloppen. Die moge-
lijkheid is vastgelegd in de klachtenprocedure. Deze is er
voor vrijwilligers zoals comitéleden, donateurs, en andere
samenwerkingsorganisaties – inclusief onze partners in
het Zuiden. De procedure is op aanvraag beschikbaar. In
hoofdstuk 5 wordt over 2014 een overzicht gegeven van
de aard en afhandeling van signalen, complimenten en
klachten.
Comités en regio-ondernemers en jongerengroepenDe naam Woord en Daad wordt niet alleen uitgedragen
door de RvB en medewerkers in de organisatie. Woord en
Daad zou Woord en Daad niet zijn zonder het grote aantal
comitéleden en vrijwilligers die zich jaar in jaar uit, belan-
geloos voor het werk van de stichting inzetten. Voor de
comités is het Handboek Comités het uitgangspunt voor
hun werkwijze en de verantwoording over hun werkwijze.
Aan een aantal comités zijn jongerencomités gekoppeld
die zelfstandig activiteiten uitvoeren maar in de verant-
woording onder de comités vallen.
Overeenkomst voor leden van de comités en RegioOndernemersMet het sluiten van een overeenkomst met comitéleden
neemt de stichting de aansprakelijkheid voor schade en
dergelijke op zich. Anderzijds verbindt het comitélid zich
met zijn handtekening aan de werkwijze, zoals die in de
richtlijn is aangegeven als passend bij het karakter van
Woord en Daad. Wijkt een comitélid in leef- en handel-
wijze van de richtlijn af, dan heeft het lokale bestuur van
een comité en de RvB van de stichting de mogelijkheid de
overeenkomst op te zeggen.
Met de RegioOndernemers wordt per groep een overeen-
komst gesloten die ondertekend wordt door de voorzitter.
Hiermee verbindt de groep zich aan de stichting zoals
hierboven is beschreven.
Werkwijze en financieel beheer in comitésBinnen de comités gaat heel wat geld om. Het is dus
ook logisch dat Woord en Daad hoge eisen stelt aan de
werkwijze, verslaggeving en controle binnen een comité.
Ook als geld aan een comité wordt gegeven, moet de
gever er in alle gevallen zeker van zijn dat het geld ook
terechtkomt bij het doel waarvoor hij of zij het geeft. In het
Handboek Comités staan richtlijnen voor de activiteiten
van de comités. Ook geeft het handboek richtlijnen over
de verslaglegging. Tevens is er een online softwarepakket
beschikbaar, zodat comités het jaarverslag eenvoudiger
kunnen samenstellen.
Na de afsluiting van het boekjaar stelt de penningmees-
ter van het comité zijn jaarverslag op. Ook vindt binnen
het comité een kascontrole plaats. Vervolgens wordt het
jaarverslag, na voltooiing, mede ondertekend door de
voorzitter en gaan de verslagen naar het kantoor van de
stichting. Deze verslagen worden door de afdeling FP&C
gecontroleerd. Tevens dient deze afdeling als vraagbaak
voor penningmeesters. De accountant betrekt vervolgens
de verslagen bij de controle. Bovendien worden enkele
comités ter plaatse gecontroleerd. Met comités die voor
een programma werven zijn afspraken vastgelegd over
committering. Die werkwijze vereenvoudigt de adminis-
tratieve verwerking.
Samenwerkingsverbanden in Nederland en EuropaAan het lidmaatschap van of participatie in samenwer-
kingsverbanden ligt altijd een besluit van de RvB ten
grondslag. Woord en Daad participeert alleen in die
netwerken en samenwerkingsverbanden die voor haar of
haar partnernetwerk een toegevoegde waarde hebben.
133Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Kijk!Bijlage
3 Procesbeheersing van programma’s (inclusief processchema); partner- en donorrol
AANVRAGEN RAPPORTAGES
FONDSENWERVINGSACTIVITEITENEN BEGELEIDING COMITÉS
LOBBY EN BEWUSTWORDING
PARTNER 1
Projectrealisatie en PMEL
PARTNER 4
Projectrealisatie en PMEL
PARTNER 3
Projectrealisatie en PMEL
WD PARTNER
Expertise-inbreng en kwaliteitsborging
PARTNER 2
Projectrealisatie en PMEL
Hoofdprocessen Woord en Daad in haar hele context
infostroom/contacten
geldstroom
Woord en Daad (Nederland)
Comités
Achterban & andere fondsenverstrekkers
SATELLIETPARTNER
Regio-allianties/ partnerorganisaties
WD Donor
WD Partner
PARTNERADVIES
WD
VERSTREKKEN FONDSEN VOOR PROJECTEN
ACTIVITEITEN COMITÉS
DONORTEAMBEOORDELING PLANNEN OP DONORCRITERIA
FONDSTOEKENNING DOOR MANAGERS WD DONOR
ALLIANTIETEAMBEOORDELING PLANNEN OP PARTNERCRITERIA
GEZAMENLIJKE PROJECTREALISATIE EN PMEL
CONTRACTEN EN RAPPORTAGEFORMATS
5
134 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
AlliantiesSinds de samenwerking in allianties een feit is valideert
Woord en Daad haar beleid met Zuidelijke partners. Ook
beoordelen allianties jaarlijks het functioneren van Woord
en Daad door middel van tevredenheidsonderzoeken of
rondetafelsessies waar over en weer gekeken wordt waar
verbeterpunten voor Woord en Daad liggen. Binnen de
allianties vindt kennisuitwisseling plaats op het gebied van
vakexpertise, lokale of regionale fondsenwerving en ont-
wikkeling van beleid in de regio. Binnen het beleid zijn de
drie onderdelen directe armoedebestrijding, maatschap-
pijopbouw en beleidsbeïnvloeding, speerpunten. Elke
alliantie sluit een raamwerkovereenkomst met Woord en
Daad waarin belangrijke speerpunten vanuit het beleid en
samenwerking in de komende jaren worden beschreven.
Deze raamwerkovereenkomst wordt door de voorzitter
van de alliantie en de raad van bestuur van Woord en
Daad getekend. Jaarlijks vinden er alliantievergaderingen
plaats in de regio, waarbij Woord en Daad als alliantielid
vanuit W&D Partner lid is. Onderdelen van deze vergade-
ringen worden door W&D Donor en de raad van bestuur
bijgewoond.
PartnerrolDe rol van Woord en Daad Partner is georganiseerd via de
supportteams. De supportteams begeleiden en ondersteu-
nen de regionale alliantie in het opstellen van (meerjaren-
beleids)plannen en het doen van aanvragen bij donoren,
waaronder W&D Donor. Het supportteam toetst in overleg
met de partnerorganisatie of de plannen voor W&D Donor
voldoen aan de kwaliteitseisen. Het Woord en Daad
beleidsplan – dat gezamenlijk met partners is opgesteld –
vormt hiervoor het uitgangspunt. In het (meerjarenbeleids)
plan is ook de visie op het werk in het Zuiden beschreven
vanuit de Visie op Transformatie (zie bijlage 8). Zowel bij
programma-aanvragen als bij rapportages is de partnerrol
vooral begeleidend. Medewerkers van Woord en Daad
hebben expertise op het programma en de context, en
kijken samen met de partner hoe programma’s verbeterd
kunnen worden. Dit alles met optimale samenwerking met
diverse actoren in de lokale context waar de partnerorgani-
satie werkt. Daarbij wordt op alliantieniveau gekeken welke
zaken in de regio spelen en gezamenlijk opgepakt kunnen
worden. Om partners te stimuleren een lerende organisatie
te zijn, vinden er PMEL-bezoeken plaats. Voor verdere info
zie paragraaf 4.2.
Donorrol, toekenning van fondsen, monitoring, resul-taat- en contractmanagement en auditingDe aanvragen die vanuit de regionale allianties bij W&D
Donor binnenkomen worden op basis van de donorcri-
teria beoordeeld. Hierin worden de volgende punten
meegenomen: het op orde hebben van planning, moni-
toringenauditsystemen,decapaciteitvan(financieel)
management, duurzaamheid van programma en de effecti-
viteitenefficiëntiedaarvan.Ookdemogelijkheidtotfond-
sen werven voor het programma speelt een rol, waarbij
W&D Donor de partner stimuleert ook via andere (lokale)
donorenco-financieringteverwerven.Opdezemanier
wordt de afhankelijkheid van één donor ontmoedigd. In de
toekenningen wordt ook het trackrecord van de partner
meegenomen voor wat betreft tijdigheid en volledigheid
van rapportages. Het ingevulde beoordelingsformulier van
W&D Donor wordt met de partner gedeeld, wat de trans-
parantie van de beoordeling bevordert. Op deze manier
weet de partner ook op welke punten het programma nog
verbeterd kan worden in de ogen van W&D Donor.
Naast het toekennen van fondsen is het ook belangrijk de
programma’s te monitoren. Woord en Daad Donor heeft
hiervoor een accountability manual opgesteld en deze met
partners tijdens alliantiemeetings in 2011 gedeeld. In het
accountability manual staat het beleid beschreven rond
verantwoording van gelden en de maatregelen die Woord
en Daad hierbij treft. Partners worden periodiek bezocht;
in de meeste gevallen een keer in de drie jaar, waarbij na
eenfinancieelwerkbezoektussentijdsooknogeenfinanci-
ele audit volgt om zaken goed te monitoren.
Als afronding van de goedkeuring ondertekent W&D
Donor met de partner een contract. Dat contract is onder-
deel van een meerjarenovereenkomst. Er zijn afspraken
gemaakt t.a.v. toekenning, te behalen resultaten (inclusief
sturing daarop), rapportage en verantwoording en afspra-
kenoverbetalingenc.q.verplichtingenvanbeidezijden
rond betalingen.
Strategische meerjarenplannen; overeenkomstenMet vrijwel alle partners zijn strategische meerjarenover-
eenkomsten gesloten. Deze overeenkomsten plaatsen de
programma’s in een langetermijnperspectief. Woord en
Daad spreekt na goedkeuring onder voorwaarden ook een
committeringaandefinancieringuit.Jaarlijkswordtdefi-
nitievefinancieringtoegekend.Indietoekenningwordt
het strategisch meerjarenplan als kader meegenomen,
maar spelen ook afwegingen vanuit de jaarlijkse resulta-
tenrapportage een rol.
Op basis van de goedkeuring worden contracten gesloten,
waarin onder andere doelstellingen, verwachte resultaten,
het goedgekeurde bedrag en voorwaarden ten aanzien
van uitvoering en rapportage zijn opgenomen.
Aangaan en stoppen van een partnerrelatieWoord en Daad wil met name in Afrika groeien. Hiervoor
worden nieuwe partnerrelaties aangegaan, die soms
135Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Kijk!Bijlage
vanuit Woord en Daad en soms vanuit de allianties wor-
den voorgedragen. De alliantie bekijkt of de potentiële
partnerorganisatie meerwaarde heeft voor de alliantie
en kan besluiten deze als lid op te nemen. W&D Partner,
als lid van de alliantie, heeft hier ook een stem in; de
meerderheid van de alliantie beslist echter. W&D Donor
kijkt aan de hand van een organisatiebeoordeling of de
potentiële partner in aanmerking komt voor fondsen
vanuit Woord en Daad. Als dat het geval is wordt er
eenfinanciëleauditgedaanomookeenonafhankelijke
rapportage over de organisatie te hebben. De raad van
bestuur beslist uiteindelijk over het al dan niet aangaan
van de partnerrelatie en neemt hierbij de adviezen van
W&D Partner en W&D Donor mee. Nadat de relatie is
aangegaan wordt met een beperkt budget gestart in
het eerste jaar. Daarna wordt gekeken of er voldoende
vertrouwen is om het budget uit te breiden. Als Woord
en Daad besluit geen fondsen toe te kennen aan de
betreffende partner, kan de alliantie alsnog besluiten
deze partner toch als lid op te nemen. In dat geval zal
vanuit Woord en Daad, die lid is van de alliantie, vanuit
de partnerrol wel met deze organisatie samengewerkt
worden.
Als een samenwerking in de praktijk tegenvalt of toe-
gevoegde waarde in de lokale context nihil blijkt, bouwt
Woord en Daad in goed overleg met de partnerorganisatie
fondsen af. De partnerorganisatie kan echter desgewenst
wel alliantielid blijven en kennis en expertise delen. In het
geval van corruptie of besteding van geld voor een ander
doel dan waar het voor gegeven is zal er sprake zijn van
een snelle afbouw.
Invloed van andere belanghebbenden op het beleid van Woord en DaadNaast Zuidelijke partners hebben ook Nederlandse
belanghebbenden via evaluaties inbreng op het beleid
van Woord en Daad. Dat gebeurt via jaarlijkse evaluaties
vanuit het personeel (ondernemingsraad), de comités (via
de klankbordgroep voor comités), de bedrijven (via de
coördinatiegroep van het Business Platform) en de vermo-
gensfondsen (via de adviesgroep Vermogensfondsen).
Normpercentages overheadVoor overhead werkt Woord en Daad met het percentage
kostenbeheer en administratie (bestuurlijk gemaximeerd
op gemiddeld 3,1 % over drie jaar) en het percentage kos-
ten eigen fondsenwerving (gemaximeerd op 6 procent).
Beide percentages worden gemaximeerd in een over-
headpercentage over de totale omzet. Dit percentage is
gemaximeerd op gemiddeld 7,5 % over drie jaar (lees meer
hierover op pagina 75).
Programma’s/activiteiten binnen de doelstelling die gebonden zijn aan een maximumpercentage van de omzetWoord en Daad voert binnen haar doelstelling het
bewustwordingsprogramma en diverse activiteiten uit
die gemaximeerd zijn op percentages van de omzet of de
bestedingen. Deze programma’s betreffen:
• Bewustwording. Dit programma mag maximaal 2,5 %
nemen van de omzet (gemiddeld percentage over drie
jaar).
• Beleidsbeïnvloeding. Dit programma mag maximaal 0,5
% nemen van de omzet (gemiddeld percentage over
drie jaar).
• Planning, monitoring, evaluatie en leren: 5 % van de
bestedingen.
• Inzet Nederlandse staf voor partnerrolactiviteiten bij
partners en allianties: 5 % van de bestedingen.
• Directe alliantiekosten ten behoeve van de allianties,
zoals vergaderkosten/uitwisseling etc.: maximaal 1 %
van de bestedingen.
4 Risicomanagement
AlgemeenDoor de beheersing van processen borgt Woord en Daad
de koppeling tussen missie, doelstelling, beleid en operatio-
neel jaarplan. Binnen de processen is daarmee al sprake van
risicobeheersing en bescherming van haar naam. De in deze
paragraaf genoemde risico’s betreffen vooral onderdelen
die niet of lastig in de beschreven processen te vangen
zijn. Ook in 2014 is gebleken dat de getroffen maatregelen
adequaatzijnmetbetrekkingtotonderstaanderisico’s.
Risico’s in de werkomgevingDe werkomgeving in het Zuiden is niet altijd stabiel.
Omdat dit tot de externe factoren behoort, is het beleid
van Woord en Daad erop gericht dit risico te spreiden.
In dat kader streeft Woord en Daad naar verdeling van
partners en programma’s over landen en regio’s.
Per regio en land is een plafond in bestedingen vastgesteld.
Op project- en programmaniveau wordt per partner boven-
dien een inschatting gemaakt van risico’s die spelen. Per
contract worden die risico’s in kaart gebracht en worden
er eventueel te nemen maatregelen benoemd. In dat kader
spelen evaluaties een belangrijke rol (zie hoofdstuk 4.2).
Risico’s op organisatieniveauEen tweede risico dat Woord en Daad op organisatieniveau
loopt, is het risico dat inkomsten achterblijven bij uitgaven.
Basaalwordtditrisicoafgedektdoorbijdeliquiditeits-en
vermogensplanning voldoende reserves aan te houden.
Bovendien worden verplichtingen direct geboekt, zodat bij
een positieve vermogenspositie Woord en Daad altijd in
5
136 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
staat is haar aangegane verplichtingen na te komen. Vanaf
2008 werkt Woord en Daad met drie inkomstencatego-
rieën. De inkomstencategorie met vaste of contractueel
vastgelegde inkomsten vormt de kern van de begroting.
De programmaonderdelen die aan de uitgavenkant aan
deze kern gekoppeld zijn, worden aan het begin van het
begrotingsjaar volledig goedgekeurd. De uitgaven die aan
categorieëngekoppeldzijnmeteenhogerrisicoprofielwor-
den pas goedgekeurd als de inkomsten gerealiseerd zijn. In
contracten met partners wordt benoemd onder welke voor-
waardenfondsenbeschikbaarkomen,indienfinanciering
gekoppeldisaaninkomstenmeteenhoogrisicoprofiel.Het
geheelvanmaatregelenlijktadequaattezijn.
Risico’s in de groeistrategieEen derde risico ligt in de uitvoering van de groeistrategie.
Omdat Woord en Daad hecht aan een hoog kwaliteitsni-
veau wordt voortdurend gewerkt aan de versterking van
het kwaliteitsniveau van het partnernetwerk (binnen het
SPN-programma, zie pagina 44), en de uitbreiding van het
netwerk.
Koersrisico’sBij de uitvoering van de programma’s is altijd een koersri-
sico. Vele van de lokale valuta volgen de trend van de dollar,
zodat de verhouding euro/dollar belangrijk is bij de koers-
risico’s. De koersrisico’s neemt Woord en Daad gedurende
het jaar voor haar rekening. De reden hiervoor is dat Woord
enDaadoverhetalgemeenfinancieelsterkerisdanhaar
partnerorganisaties. Bovendien heeft Woord en Daad (in
tegenstelling tot partnerorganisaties) met meerdere lokale
valuta te maken waarover risico wordt gelopen. Hierdoor
ontstaat een meer afgewogen risico, aangezien diverse
valuta tegen elkaar in kunnen werken.
Verder wordt optimale transparantie geborgd doordat
projecten in lokale valuta aanvaard, betaald en door
de partnerorganisatie besteed worden. Het risico op
eventuele fraude met omwisselen wordt hierdoor sterk
beperkt. Vanaf 2011 wordt een buffer voor koersverliezen
opgebouwd, om in de toekomst deze risico’s nog beter op
te vangen. Deze strategie werkt naar behoren.
Evenwicht en verbinding tussen uitgaven en inkomsten; reservesDe opbouw van het operationeel jaarplan is afgestemd op
een evenwicht tussen uitgaven en inkomsten: bestedin-
gendienengekoppeldtezijnaanspecifiekeinkomsten
vanuitfondsenwerving.Bijhetdefinitiefaanvaardenvan
projecten en programma’s wordt rekening gehouden met
het besteedbare vermogen en het vastgelegde vermogen
in bestemmingsfondsen. In het koersrapport geeft de RvB
inzicht in de verhouding tussen beschikbare middelen en
uitgaven. In incidentele gevallen kan tot een hoger bedrag
dan beschikbaar goedgekeurd worden. In die gevallen
moet Woord en Daad echter met een redelijke mate
van zekerheid kunnen aannemen dat de fondsen in het
lopende boekjaar binnen zullen komen.
Onderdeel van de reserves is de continuïteitsreserve. Het
doel van deze reserve is tweeledig:
• hetgaranderenvanliquiditeitenomtijdigaandepro-
jectverplichtingen te voldoen;
• opvang voor de organisatiekosten bij terugloop van de
inkomsten.
De continuïteitsreserve heeft het niveau van 7,5 % van
de geraamde inkomsten van het volgende jaar. Dit past
ruimschoots binnen de kaders van de ‘Richtlijn Reserves
Goede Doelen’ van VFI (Vereniging Fondsenwervende
Instellingen). Zie hiervoor ook de toelichting in de jaarreke-
ning.GezienhetrisicoprofielvanWoordenDaadachthet
bestuur een continuïteitsreserve van 7,5 % voldoende.
Beleggingsbeleid en vermogensbeheerDoordat aanvaarde projecten meestal in termijnen
betaald worden en het opstarten van nieuwe projecten tijd
vergt,zijnertijdelijkeliquiditeitenaanwezig.Dezeworden
risicoloos belegd op spaarrekeningen met een goede rente
zonder opnamebeperkingen.
WoordenDaadvolgtVFIRichtlijnfinancieelbeheer
fondsenwervendeinstellingen.Deovertolligeliquiditei-
ten worden belegd bij de huisbankier (Rabobank). De
Rabobank heeft beleid ontwikkeld op het gebied van
maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaam
beleggen/investeren.Deniet-financiëlecriteriadie
genoemd worden in de handreiking worden ingevuld via
het beleid dat de Rabobank ontwikkeld heeft. Sinds 2009
heeft Woord en Daad in het kader van de doelstelling par-
ticipaties aangekocht in het Oikocredit Nederland Fonds
(zie hiervoor verder ook de jaarrekening).
VeiligheidsbeleidWoord en Daad hanteert voor mensen die onder verant-
woordelijkheid van Woord en Daad reizen een veiligheids-
beleid. Dit beleid ligt vast in het veiligheidshandboek en
medewerkers ondertekenen een veiligheidsbeleidsver-
klaring (waarin ze zich conformeren aan het naleven van
de regels). Binnen het veiligheidsbeleid geldt een apart
crisismanagement voor veiligheidsincidenten. Reizigers
krijgen zo nodig een veiligheidstraining.
CrisismanagementTot slot hanteert Woord en Daad een crisiscommunicatie-
plan dat elk jaar wordt geactualiseerd.
137Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Kijk!Bijlage
Onderzoeksrapport
6
138 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Kijk!Bijlage
Stakeholders en netwerken
Naam organisatie of netwerk Aard samenwerking
BRANCHEORGANISATIES EN BREDE NETWERKEN
EU-Cord, Europees netwerk voor christelijke organisaties actief in noodhulp en ontwikkelingssamenwerking
Actieve participatie in trajecten van EU-Cord rond beleidsbeïnvloeding in Brussel (met name ten aanzien van vakonderwijs en -training) en institutionele fondsen. Daarnaast is er regelmatig uitwisselingophetterreinvanEU-regelgevingm.b.t.financiënenauditing.Lidraadvanbestuurislid van Administrative Council.
ICCO Alliantie/CoPrisma Samenwerkingsverband in het kader van MFS2 met strategische doelstelling om per 2015 via ICCO-coöperatieopprogrammatischniveauinhetZuidensamentewerkenenfinancieringterea-liseren. Woord en Daad participeert in het programma basisgezondheidszorg en voedselzekerheid. Directeur-bestuurder Woord en Daad is bestuurslid van CoPrisma.
Partos, branchevereniging voor particuliere internationale samenwerking in Nederland
Participatie in verschillende werkgroepen van het Kennisplatform; Participatie in werkgroep Gedragscode en Commissie Kwaliteit; Participatie in lobbynetwerk Partos dat o.a. reactie verzorgde op begroting ontwikkelingssamenwerking;Kennisuitwisselingtijdensbijeenkomstenophetvlakvanfinanciënenregelgevingrondbijvoor-beeld MFS2 en BTW.
Prisma, vereniging van christelijke organisaties op terrein van ontwikkelingssamenwerking en diaconaat
Platform voor christelijke ontwikkelingsorganisaties voor bezinning, discussie en opinievorming. Samenwerking op inhoudelijk programmatisch gebied, gezamenlijke fondsenwerving, belangenbe-hartiging vanuit oogpunt christelijke organisaties;Participatie in bezinning, lobby, communicatie en bewustwording. Inhoudelijke en strategische bijdrage aan koers vereniging Prisma, ICCO-Alliantie en Co-Prisma.
Woord en Daad-Red een Kind Alliantie Alliantie in het kader van MFS2 met strategische doelstelling om per 2015 kwalitatief goede geïnte-greerde programma’s t.a.v. onderwijs, TVET en JBS, AD te hebben.
Stichting Gemeenschappelijke Evaluaties Stichting die opgezet is om in kader van MFS2 voor alle deelnemende allianties MFS2-brede evaluaties uit te voeren. Directeur-bestuurder is lid van het stichtingsbestuur (penningmeester), medewerker maakt deel uit van de interne referentiegroep.
New World Campus Woord en Daad is een van de founding fathers van New World Campus, dat een fysieke plek wil bieden waar bedrijven, organisaties en investeerders die willen werken aan innovaties ten behoeve van een duurzame, inclusieve ontwikkeling, elkaar kunnen ontmoeten.
SAMENWERKING ROND PROGRAMMA’S IN HET ZUIDEN
Aflatoun Aflatouniseenorganisatiediegratiscurriculaentrainingvoorsocial/financialeducationbeschik-baar stelt (voor formal/non-formal education – 6-18 jr.). Partners moeten zelf betalen voor materi-aal- en kopieerkosten. Woord en Daad wil het gebruik van dit materiaal door partners stimuleren in het kader van ‘life skills’.
AgriProFocus (APF), netwerk dat zich richt op het bevor-deren van boerenondernemerschap
Woord en Daad is lid van APF, samenwerking richt zich op uitwisseling, leren en beleidsbeïnvloeding.
Brand Out Loud Brand Out Loud ondersteunt zuidelijke partners in het opzetten van een goede strategie voor communicatie en ‘branding’. Zo is Brand Out Loud o.m. betrokken bij een traject van partnerorgani-satie CRECH in Haiti.
Christelijk Noodhulp Cluster (Dorcas, Red een Kind, Tear, Woord en Daad en ZOA)
Coördinatie en samenwerking van noodhulpacties. In 2014 betrof het noodhulpprogramma’s in Irak, Sudan en de Filipijnen.
ETC Leusden CapaciteitsopbouwinBenin,georganiseerdenvoor50%gefinancierddoorETC.
Incluvest bv Investeringsmaatschappij gericht op inclusief investeren in ontwikkelingslanden. Strategisch partnerschap in het kader van implementatie van het programma Agri-business en het aantrekken vanexterneprojectfinancieringindevormvanleningeneninvesteringen.
Leprazending Woord en Daad steunt in MFS2 een project van Leprazending in India (TLMI) met 2 vakscholen en 4communitybasedTVET-units.Hetgaatomflexibeleskillstraininginruralecontext.
MDF Training en Consultancy Capaciteitsversterking en positionering van Zuidelijke allianties en training van alliantieteams.
PUM (Programma Uitzending Managers), uitzending van senior experts naar het Zuiden
Samenwerking vanuit programma Agri-business development Woord en Daad en PUM (expertise resource op afroep).
Royal Jongbloed Samenwerking in het kader van de gezamenlijke ontwikkeling van zelfsturende onderwijssoftware op basis van serious gaming principes, waarmee toegang tot hoogwaardig onderwijs in (m.n. platte-landsgebieden) in Afrika wordt verhoogd.
7
139Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Kijk!Bijlage
NETWERKEN VOOR BELEIDSBEÏNVLOEDING
Coordination Europe-Haiti Platform uit 8 Europese landen, dat opkomt voor duurzame economische ontwikkeling en verster-king van de landbouwsector in Haïti. De lobbyist van Woord en Daad is sinds 2011 voorzitter.
Global Campaign for Education Lobby- en kennisnetwerk op het gebied van onderwijs. Als lid van het netwerk actieve deelname aan beleidsbeïnvloeding van GCE.
Plataform C Christelijk netwerk in Zuid-Amerika dat overheidsbeleid wil verbeteren op het terrein van kindveiligheid.
Overige netwerken Geregelde samenwerking in kader van beleidsbeïnvloeding met: Better Care Network, CABA werkgroep (Children Affected By Aids), Sharenet, Dutch Coalition for Disability and Development, Child en Youth Rights Initiative, lobbygroep van Partos
KENNISINSTELLINGEN
Universiteit van Amsterdam (UvA) i.s.m. Afrika Studiecentrum
Samenwerking in het kader van onderzoek naar het bereiken van de allerarmsten onder leiding van prof. Ton Dietz, in vervolg op het PADEV-onderzoek (onderzoek naar nieuwe methoden voor impactmeting).
Christelijke Hogescholen (CAH en CHE) Christelijke Agrarische Hogeschool Dronten en Christelijke Hogeschool Ede zijn betrokken bij curriculumontwikkeling voor Hope University College (Ethiopië).
Driestar Educatief Strategische samenwerking voor de periode 2010-2015 die zich richt op kwaliteitsversterking van onderwijs in ontwikkelingslanden en bewustwording d.m.v. uitwisseling tussen docenten en studenten in Nederland en het Zuiden. Verder steunt Woord en Daad actief het lectoraat rond leraarschap en is er samenwerking rond de rol van ICT in onderwijs.Directeur-bestuurder Woord en Daad is lid van de Wetenschappelijke Adviesraad Kennisontwikke-ling en lectoraten van Driestar Educatief.
Groenhorst College Gezamenlijke capaciteitsontwikkeling en fondsenwerving voor Agrarisch Beroepsonderwijs. Geza-menlijke betrokkenheid bij uitvoering van een AVET-project in Ethiopië.
NETWERKEN ROND FONDSENWERVING
Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) Lidmaatschap CBF.
Charitas VFI-inkoop realiseert inkoopbesparingen voor aangesloten goede doelen.
NCDO Financiering van fondsenwervingsacties en bewustwordingsactiviteiten van lokale comités en andere vrijwilligersgroepen.
Vereniging Fondsenwervende Instellingen (VFI) Lidmaatschap VFI.
Mare Jan Foundation Vermogensfonds dat een ontwikkelproject in Benin met Woord en Daad opstart en daarin kennis en expertise deelt.
Wereldfoundation Foundation die een huizenbouwproject in Bangladesh met Woord en Daad gezamenlijk uitvoert en vanuit hun netwerk kennis en expertise inbrengen.
NETWERKEN ROND BEWUSTWORDING
Calvijn College en Hoornbeeck College Uitwisseling tussen Nederlandse vakscholen en vakscholen in het Zuiden (zowel studenten als docenten).
Just Care, samenwerking van Woord en Daad, ZOA en middelbare scholen
Ontwikkeling van lesmateriaal voor middelbare scholen rond armoedebestrijding.
ZOA Woord en Daad voert samen met ZOA de campagne Wees Eerlijk, gericht op duurzaamheid. 2014 was het laatste jaar van deze campagne.
7
140 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Kijk!Bijlage
Achtergrond visie op verandering
Armoedebestrijding. Dat is de ‘core business’ van Woord en Daad en haar partners in de 19 landen waar we werkzaam zijn. Maar wat bedoelen we eigenlijk met armoedebestrijding? Met welke ogen kijken we naar mensen die leven in armoede? Hoe gaan we om met de vele complexe factoren die vaak ten grondslag liggen aan armoede en achterstand? Belangrijke vragen waar geen simpel antwoord op gegeven kan worden. Woord en Daad en haar partners zijn in gesprek gegaan over deze vragen en hebben een gezamenlijke ‘visie op verandering’ ontwikkeld. Verandering van mensen en samenlevingen, daar gaat het tenslotte ten diepste om bij armoedebestrijding.
Woord en Daad en partners maken in hun werk voortdu-
rend keuzes. Die keuzes hebben vaak direct weerslag op
de mensen met wie we werken, binnen de organisatie of in
de projecten. Vandaar dat we eraan hechten dat de visie
achter die keuzes helder is, en dat die keuzes verankerd
zijn in een aantal centrale kernwaarden. De centrale visie
van Woord en Daad en partners is dat we gezamenlijk wil-
len bijdragen aan armoedebestrijding en daarmee mensen
willen versterken om duurzame verandering in hun leven
tot stand te brengen. Die kernwaarden zijn allemaal direct
te herleiden tot Bijbelse principes, die Woord en Daad
en partners wereldwijd met elkaar delen: medeschepsel,
medeverantwoordelijkheid, mede-lijden, rentmeester-
schap en wederzijdse afhankelijkheid. Doordat iedereen
zich heeft verbonden aan deze kernwaarden, kunnen we
elkaar over en weer kritisch bevragen op de vertaling van
deze waarden in ons concrete werk.
Daarnaast hebben we met elkaar een aantal ‘ontwikke-
lingsprincipes’ vastgesteld. Het gaat om principes die
te maken hebben met de kwaliteit en relevantie van het
werk, waaraan Woord en Daad en partners zich commit-
teren. ‘Eigenaarschap’ is zo’n principe, dat benadrukt dat
uiteindelijk altijd de mensen om wie het draait – de armen
– eigenaar moeten zijn. Een hulporganisatie kan nooit de
eigenaar zijn van de ontwikkeling van de mensen met wie
ze werkt, omdat we geloven dat ieder mens eigen verant-
woordelijkheid van God heeft ontvangen. Duurzaamheid,
geïntegreerde benadering, partnerschap en innovatie zijn
de andere ontwikkelingsprincipes. Duurzame verandering
bij mensen (maar ook bij organisaties of samenlevingen)
is geen rechte lijn van a naar b. Daarvoor spelen teveel
factoren een rol. Het is van groot belang om dat mee te
nemen in de vormgeving van programma’s en projecten.
Zo spelen persoonlijke factoren een rol. Ieder mens – ook
de allerarmste – heeft capaciteiten en beschikt over
bepaalde mogelijkheden.
Woord en Daad vindt het belangrijk niet uitsluitend op
‘problemen’ en ‘beperkingen’ gericht te zijn, maar ook
op de kansen en gaven die ieder mens heeft ontvangen.
Verder is het belangrijk om mensen in hun context te
zien. Ieder mens maakt deel uit van een familie, een lokale
gemeenschap, een samenleving. In ieders omgeving
zijn obstakels (bijvoorbeeld droogte, ziektes, geweld)
en mogelijkheden (bijvoorbeeld een vruchtbare grond
of een goede exportmarkt). Ook diverse actoren zoals
bedrijven en overheden in de omgeving kunnen van grote
invloed zijn. Uitgangspunt voor Woord en Daad is dat
de eigen interventie een duidelijk toegevoegde waarde
moet hebben. Als de doelgroep grote behoefte heeft aan
microkrediet, en in de directe omgeving is een goede
microkredietinstelling actief, dan zal ze proberen een link
te leggen naar deze instelling, maar geen eigen kredietpro-
gramma opzetten.
Tot slot speelt de houding van mensen een belangrijke rol.
Hulp die niet verbonden is aan eigen verantwoordelijk-
heid kan mensen en organisaties afhankelijk en onzelf-
standig maken. Op het moment dat de context dan weer
verandert, en ‘het project’ opeens niet meer relevant blijkt,
belanden mensen weer even hard in armoede. Daarom
besteedt Woord en Daad veel aandacht aan vaardighe-
den waarmee mensen weerbaar worden gemaakt. Het
uiteindelijke ideaal is dat mensen daarmee ‘ambassadeurs
voor verandering’ worden in hun eigen omgeving. Dit kan
op verschillende niveaus: ook een partnerorganisatie van
Woord en Daad kan zo’n ambassadeur worden, bijvoor-
beeld door geleerde lessen te delen met collega-organi-
saties of de lokale overheid, en hen uit te dagen die lessen
ook toe te passen. Op programmaniveau speelt ook de
zogenaamde ketenbenadering een rol. Die zegt vooral
iets over de link tussen programma’s: een onderwijspro-
gramma kan nooit geïsoleerd uitgevoerd worden, evenals
een vaktrainings-, gezondheids- of bedrijfsontwikkelings-
programma. Waar en hoe die link gelegd wordt, hangt af
van de bril waardoor we kijken. De lens van die bril wordt
weer gevormd door alle hiervoor genoemde factoren – de
visie op verandering.
Vision on Transformation
8
141Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Kijk!Bijlage
ngo’soverheidkerken enreligieuze instellingenprivate sectorgemeenschap
HOEWERKENWIJ?
WAT ENVOOR WIE?
CONTEXT OMGEVING
ONTWIKKELINGS-PRINCIPESeigenaarschap
geïntegreerde benadering
duurzaamheid
partnerschap
innovatie
KERNWAARDENmedeschepsel
medeverantwoordelijkheid
mede-lijden
rentmeesterschap
wederzijdse afhankelijkheid
DIMENSIESnatuurlijke hulpbronnen
opleiding en gezondheid
infrastructuur en technologie
financiën
sociale en politieke verbanden
religieuze verbanden
BASIS-VOORZIENINGEN
ONDERWIJS
BEDRIJFS-ONTWIKKELING
BEROEPSONDERWIJS(training en arbeidsbemiddeling)
DWARS-DOORSNIJDENDETHEMA’Sfamilie en gezin
hiv/aids
leiderschap
rechten van kinderen
INDIVIDU
familie
gemeenschap
regio
8
142 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Lijst van gebruikte afkortingen
AEAD Association Evangélique d’Appui au Développement
AED Agribusiness & Enterprise Development
AMG Advancing the Ministries of the Gospel
APEN Asociación de Productores y Exportadores de Nicaragua
APF AgriProFocus
ARA Asia Regional Alliance
ASHTEC AMG Skilled Hands Technological College
AVET Agricultural Vocational Education and Training
BBRA Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren
BEST Business and Entrepreneurial Skills Training
BO Bedrijfsontwikkeling
BP Business Platform
CBF Centraal Bureau Fondsenwerving
CCRDA Consortium van christelijke NGO’s
CCT Center for Community Transformation
CDA Corporación Dios es Amor
CLARA Caribbean and Latin America Regional Alliance
COEH Coordination Europe-Haïti
CONCORD European NGO Confederation for Relief and Development
COSPE Co-operation for the Development of Emerging Countries
COUNT Christian Organization Uplifting New Tribes
CRECH Consortium pour le Renforcement de l’Éducation Chrétienne en Haiti
CREDO Christian Relief and Development Organization
CSEB Compacted Stabilised Earth Blocks
CSS Christian Service Society
CTF Cotton Tree Foundation
DE Driestar Educatief
DEDRAS Organisation pour le Developpement Durable le Renforcement et l‘Autopromotion des Structures communautaires
ECOWAS Economic Community of West African States
ED Enterprise Development
EFSL Evangelical Fellowship of Sierra Leone
EFZ Evangelical Fellowship of Zambia
EKHC Ethiopian Kale Heywet Church
EU-CORD European Union Christian Organizations in Relief and Development
FNS Food and Nutrition Security
GHARA Greater Horn of Africa Regional Alliance (inclusief Oeganda)
HUC Hope University College
ICCO Interkerkelijke Coördinatiecommissie Ontwikkelingssamenwerking
IF Institutionele Fondsen
IHS Inclusive Home Solutions
INDEF Institutio Nacaragüense de Evangelismo a Fondo
INRA India Regional Alliance
IOB Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidevaluatie
IREF India Rural Evangelical Fellowship
ISS Institute of Social Studies
JBS Job & Business Services
KIDEP Karamoja Integrated Development Programme
KUSSRA Kenya Uganda South Sudan Regional Alliance
LoH Ladders of Hope
MDF Management for Development Foundation
MDG Millennium Development Goals
MFS Medefinancieringsstelsel
MKC-RDA Meserete Kirstos Church-Relief and Development Association
MOU Memorandum of Understanding
MSC Most Significant Change-methode
MT Management Team
MTO Medewerkerstevredenheidsonderzoek
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
NCDO Nationale Commissie voor internationale samenwerking en Duurzame Ontwikkeling
NGO Niet-gouvernementele organisatie
OCA Organizational Capacity Assessment
OD Organizational Development
OR Ondernemingsraad
OSA Organizational Standards Assessment
OV Overlegvergadering
OVC’s Orphans and other Vulnerable Children
P&A Parole et Action
PADEV Participatory Assessment of Development
PBSA Plateforme Béninoise de Sécurité Alimentaire
P&P Projecten en Programma’s
PMA Planning, Monitoring en Auditing
PMEL Planning Monitoring Evaluation Learning
PML Publieke Managementletter voor de Goededoelensector
POP Poorest of the poor (de allerarmsten)
PSI Poverty Share Investment
PSO Personele Samenwerking Ontwikkelingsorganisaties
PSV’s PMEL-Strengthening Visits
RA Registeraccountant
REK Red een Kind
RFO Regionale fondswerver
RO RegioOndernemers
RvB Raad van bestuur
RvT Raad van toezicht
SARA Southern Africa Regional Alliance
SEO Sociaal Economisch Onderzoek
SMAPS Strategic Multi Annual Plans
SMED Small and Medium Enterprise Development
SPN Strengthening Partner Network
SPONG Secretariat Permanent des Organisations Non Gouvernementales
ToC Theory of Change
TVET Technical and Vocational Education and Training
UCAN Uganda Christian Action Network
UEEB l’Union des Églises Évangéliques du Bénin
UNESCO United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization
UNOPS United Nations Office for Project Services
USAID United States Agency for International Development
VET Vocational Education and Training
VFI Vereniging Fondsenwervende Instellingen
WARA West Africa Regional Alliance
WASH Water, Sanitatie en Hygiëne
WDCAP Woord en Daad Child Adoption Programme
W&D Woord en Daad
YA Young Ambassador
P
O
N
R
S
T
U
V
W
Y
143Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
www.woordendaad.nl/jaarverslag
Woord en Daad is een Algemeen Nut
Beogende Instelling. Voor testamentaire
beschikkingen luidt ons adres: Stichting
Reformatorische Hulpaktie Woord
en Daad, gevestigd te Gorinchem.
Onze stichting is ingeschreven onder
nummer 41118168, bij de Kamer van
Koophandel te Utrecht en staat onder
controle van een registeraccountant.
Woord en Daad
Postbus 560
4200 AN Gorinchem
Spijksedijk 16e
tijdelijk adres tot medio 2015:
Dr. van Stratenweg 15
4207 GN Gorinchem
tel 0183-611800
fax 0183-611808
www.woordendaad.nl/jaarverslag
Rabobank NL64 RABO 0385 4870 88
t.n.v. Woord en Daad, Gorinchem
Vormgeving en productie
Reprovinci
Fotografie
Woord en Daad,
Thom Deelstra, Mario van
Voorst, Leonard Walpot