-
Keizer Karel VI: Wenen, 1 oktober 1685 – aldaar, 20 oktober
1740 Karel VI was de jongste zoon van keizer Leopold I. In 1711 volgde hij zijn oudere broer, Jozef
I, op als Rooms-Duitse keizer (Karel VI), als koning van Bohemen (Karel II), als koning van
Hongarije en Kroatië (Karel III) en als aartshertog van Oostenrijk.
Rooms-Duits koning en keizer
Regeerperiode: 1711 - 1740
Verkiezing: 12 oktober 1711 in Frankfurt
Kroning: 22 december 1711 in de Dom van Frankfurt
Voorganger: Jozef I
Opvolger: Karel VII Albrecht
Koning van Hongarije, koning van Bohemen en regerend aartshertog van Oostenrijk
Regeerperiode: 1711 - 1740
Kroning: 22 mei 1712 in de Sint-Maartensdom, Presburg
5 juni 1722 in de Sint-Vituskathedraal, Praag
Voorganger: Jozef I
Opvolger: Maria Theresia
Koning van Sardinië
Regeerperiode: 1713 - 1720
Voorganger: Filips V van Spanje
Opvolger: Victor Amadeus II
Koning van Napels
Regeerperiode: 1713 - 1735
Voorganger: Filips V van Spanje
Opvolger: Karel VII
In 1700 had hij al aanspraak gemaakt op de Spaanse troon (én bijhorende gebieden) na de
dood van koning (én familielid) Karel II van Spanje, waardoor de Spaanse tak van het Huis
Habsburg uitstierf. De daarop volgende successieoorlog leidde niet tot het verwerven van de
Spaanse bezittingen.
-
Karel II van Spanje
Huis Habsburg
Door de bilaterale verdragen van de Vrede van Utrecht (1713) verkreeg Karel VI wel de
Zuidelijke Nederlanden (sindsdien de Oostenrijkse Nederlanden genoemd), het hertogdom
Milaan, Napels en Sardinië (dat in 1720 geruild werd voor Sicilië).
Vrede van Utrecht: Links: een eerste editie van Vrede van Utrecht in het Spaans uit 1713.
Rechts: Een vertaling in het Engels en Latijn uit 1714.
Met het schrijnend tekort aan mannelijke erfgenamen in de Oostenrijks-Habsburgse
monarchie voor ogen, stelde Karel VI al in 1713 de Pragmatieke Sanctie in, een edict waarbij
de onbetwistbare ondeelbaarheid van het Habsburgse patrimonium voorrang kreeg op de
Salische Wet qua troonsopvolging, waardoor dus ook zijn vrouwelijke nakomelingen als
erfgenamen konden optreden.
-
Pragmatieke Sanctie (1713)
Handschrift van de Salische Wet
De keizer gaf hierin de voorkeur aan zijn eigen dochters in plaats van de dochters van zijn
oudere broer en voorganger, Jozef I, voor de opvolging. Zo negeerde hij wel het decreet
Pactum Mutuae Successionis dat hij had ondertekend tijdens de heerschappij van zijn vader,
Leopold I.
Keizer Leopold I
Karel wilde hiervoor de goedkeuring krijgen van de andere Europese grootmachten. Deze
eisten harde voorwaarden, onder meer dat Oostenrijk zijn overzeese handelscompagnie zou
ontbinden. In het totaal erkenden Groot-Brittannië, Frankrijk, Saksen, Polen, de Republiek
-
der Zeven Verenigde Nederlanden, Spanje, Venetië, de Kerkelijke Staat, Pruisen, Rusland,
Denemarken, Sardinië, Beieren en de Rijksdag van het Heilige Roomse Rijk deze Pragmatieke
Sanctie. Later, na Karels dood, kwamen echter Frankrijk, Spanje, Saksen, Polen, Beieren en
Pruisen terug op die erkenning.
Karel huwde in 1708 met Elisabeth Christine van Brunswijk-Wolfenbüttel (1691-1750), de
oudste dochter van Lodewijk Rudolf van Brunswijk-Wolfenbüttel en Christine Luise von
Öttingen.
Elisabeth Christine van Brunswijk-Wolfenbüttel
Ze kregen vier kinderen:
Leopold Johan, geboren in april 1716, stierf in november van zijn geboortejaar 1716
Maria Theresia Walburga Amalia Christina van Oostenrijk (zijn opvolgster, mede door
de Pragmatieke Sanctie), gehuwd met keizer Frans I Stefanus
Maria Anna van Oostenrijk, gehuwd met Karel Alexander van Lotharingen, landvoogd
der Nederlanden en van 1761 tot aan zijn dood in 1780 grootmeester van de Duitse
Orde
Maria Amalia (1724-1730)
Karel VI stierf in 1740 en zijn lichaam werd bijgezet in de Kapuzinergruft. De opvolging door
zijn dochter Maria Theresia leidde mede daardoor tot de Oostenrijkse Successieoorlog die
pas acht jaar later tot een aanvaardbare regeling zou leiden.
Maria Theresia van Oostenrijk
-
De Kapuzinerkirche, waaronder de Kapuzinergruft is
Het graf van de apostolische majesteit keizer Karel VI
Ornament op het graf van Karel VI in de Kapuzinergruft, een doodshoofd met de keizerskroon
-
Wapen van Keizer Karel VI