Download - Legadex magazine 2 najaar 2011
legadex magazine | najaar 2011
inspiratie en informatie | najaar 2011
Hubert Deitmers van Van den Ende &
Deitmers focust liever op groei
‘Private equity-markt is té veel bezig met de exit’
4/Intellectueel eIgendom Is een goudmIjn Ronde tafel
over IE en ICT 10/PleIdooI voor durf en eenvoud Interview met Hubert Deitmers 16/ZIj Zorgen voor uw dataroom Het team in beeld 18/achtergrond Cloud
computing voor de bedrijfsjurist 20/harrIet defesche (stork) ‘Boeiende discussies met private investeerders’
magazine // private equity in de transactiemarkt
legadex magazine | najaar 2011
artikelen
03 mIx Nieuws, agenda en medewerkers
04 de ronde tafel Intellectueel Eigendom is een
goudmijn
09 de keuZe van Nancy Brewster: Dataroom
10 coverstory Interview met Hubert Deitmers
14 5 vragen aan Edo Groenewald, ERCEP
16 In beeld Dit is uw dataroomteam
18 achtergrond Cloud computing voor juristen
20 joInt venture Interview met Harriet Defesche (Stork)
24 gesPot Practical Law Company
25 revIew Van 3 naar 10.000.000 vrienden
26 actueel Alex Poel en Ronald van Dijk over
risicomanagement
30 deal Provimi
colofon
inhoud
20
04
26
14
legadex magazine is een kwartaal-
uitgave van legadex. legadex biedt
ondernemingen legal support: juridisch
informatie management, juridisch
projectwerk en transaction services.
omslag hubert deitmers
redactie Legadex, jCm Context
concept en realisatie Link design,
amsterdam
tekst annemarieke noordhoff
medewerkers aan dit nummer
jeanette van den Berg, nancy Brewster,
Charco & dique, Luc van daele,
jantine de jong
fotografie michel porro, Lisette van
Cruijningen
drukwerk WC den ouden
contact
Legadex B.V., teleportboulevard 110,
1043 ej amsterdam, t 020 820 83 96,
www.legadex.com
2
legadex magazine | najaar 2011
3
Waar staat je agenda nu vol mee?‘Vooral met werkzaamheden rond de verkoop van inG real estate investment
management (reIm) aan het amerikaanse CB richard ellis’
Wat voor werk is dat?‘op dit moment vooral uitvoerend werk ter voorbereiding van de closing en het in kaart
brengen van post-closing stappen.’
En wat staat er verder in?‘het voorbereiden en geven van de Basiscursus Vennootschapsrecht en de Verdiepings-
cursus jaarrekeningenrecht en 403-verklaring. daarnaast verheug ik me op mijn nieuwe
opdracht bij inG Verzekeringen. ik mag daar een nieuwe functie opzetten: leuk, want dat
betekent werken aan de inhoud én aan de processen eromheen.’
wie Nancy Vermaat
IS Support Lawyer
SINDS juli 2009
DAARVOOR ING Real
Estate Investment
Management (REIM)
GAAT VOOR Afwisseling,
met een vaste basis
in mijn agenda
miX
ontmoet ons op 24/11: de dag van de bedrijfsjuristook wij zijn er dit jaar weer bij! u vindt ons op de netwerkmarkt én als spreker in het plenaire
programma, waar Luc van daele vertelt over trends in innovatief en effectief werken.
24 november, WTC RotterdamOrganisatie euroforum en usG juristen
Voorzitter prof. mr. theo raaijmakers
Kijk op www.dagvandebedrijfsjurist.nl
aGenda
cursussen
basiscursus vennootschapsrecht• 27oktober,09.00uur
• 26januari2012,09.00uur
• 19april2012,09.00uur
verdiepingscursus jaarrekeningen-recht en 403-verklaring• 17november,13.00uur
verdiepingscursus juridische fusie en ontbinding• 1december,13.00uur
Plaats: amsterdam, aristo Zalen
wIlt u meer weten over de Permanent data room? kijk op onze website:www.legadex.com/permanentdataroom
Schrijf u nu in voor een curSuS www.legadex.com/inschrijvingen
sinds deze zomer werken wij voor meer dan 50 beursgenoteerde en
private equity bedrijven
Uw belangrijke bedrijfsgegevens
altijd direct bij de hand
SLAGVAARDIG MET DE PERMANENT DATA ROOM Daarom de Permanent Data Room• uw kerninformatie is altijd beschikbaar en up-to-date
• de inrichting van het systeem, de software (SaaS) en het
bijhouden van de informatie zijn volledig voor u geregeld
• één geïntegreerde oplossing voor dagelijks gebruik en
bijzondere projecten
• volledig compatible met gangbare virtual datarooms
zoals Merrill DataSite, Imprima iRooms, IntraLinks,
DRSdigital
• laagdrempelig: de Permanent Data Room is al beschikbaar
vanaf € 300 per maand
LEG010_flyer_dataroom_2.indd 1 19/9/11 15:21:05
‘Met handhaving van IE kun je de
juridische afdeling van een cost-center
omtoveren tot een profit-center’
legadex magazine | najaar 2011
4
ronde tafeL
intellectueel eigendom is goud waard. veel ondernemingen beseffen echter onvoldoende hoeveel ze van dat goud precies in huis hebben. hoe ze dat zo goed mogelijk kunnen exploiteren. en tegelijkertijd de risico’s beperken. Met slimmere vormen van informatiemanagement en contractbeheer is nog een wereld te winnen, vinden de tafelgenoten. en het biedt ondernemingen interessant potentieel voor hun winst- en waarde ontwikkeling.
tekst annemarieke noordhoff foto’s Lisette van Cruijningen
Goed gemanaged intellectueel eigendom (IE) in een organisatie draagt direct
bij aan de waarde van een bedrijf. Een steeds groter deel van de waarde van
een bedrijf zit namelijk in immateriële activa, waarvan IE een van de belang-
rijkste is. Hoeveel, dat hangt af van de sector. Voor een grote onderneming
in de voedingsindustrie kan dat 85 tot 90% zijn. Voor hightech bedrijven als
Google is dat al snel 99%.
de waarde van een merkVoor de tafelgenoten is dit geen nieuws: zij kennen de waarde van merken,
octrooien en auteursrechten uit eigen ervaring. Maar zien andere afdelingen
en de top in hun organisaties het wel voldoende? Hans Voorberg (Sara Lee)
trapt af: ‘Een paar jaar terug hebben we berekend wat de waarde was van
onze zogenaamde soft assets. Waar onze boekhoudkundige waarde 2 miljard
euro was, bleek onze marktwaarde 15 miljard euro te zijn – 13 miljard aan
intangible capital, dus. Daarvan kun je bij een fabrikant van merkenartikelen
gemakkelijk 40 tot 50% toerekenen aan de merkenportefeuille. Douwe Egberts
bleek als merk alleen al 1 tot 1,5 miljard euro waard te zijn. Veel geld, maar
toch was dit geen wijd verspreide kennis. We moeten er niet al te gauw van
uitgaan dat iedereen wel beseft wat de waarde van merken is. Een beslissing
van marketing bijvoorbeeld om de verpakking te wijzigen, alleen omdat het
legadex magazine | najaar 2011
5
>>
Intellectueel Eigendom bepaalt de waarde van een onderneming
Bedrijfsjuristen ontginnen verborgen goud
weer eens hoog tijd is, kan desastreus uitpakken. Ze
begrijpen soms niet wat de invloed is op de waarde van
een merk.’
Bianca Bauer (Accenture) knikt bevestigend. ‘Een beperkt
besef van de waarde van IE zie je vaak ook terug in de
handhaving van IE-rechten: doordat die handhaving niet
goed gebeurt, lopen organisaties regelmatig miljoenen
mis. De prioriteit van de business ligt niet bij handhaving
van de eigen IE-rechten, terwijl veel waarde van een
bedrijf daarin wel verankerd is.’ Reinout Rinzema
(Ventoux) weet uit eigen ervaring in zijn procespraktijk
dat een actievere handhaving ondernemingen veel geld
kan opleveren. Licentie-inkomsten, schadevergoedingen
en te innen boetes: de opbrengsten worden nogal eens
onderschat. Roline Bergsma weet uit haar Adidas-tijd
dat die opbrengsten zelfs zo kunnen oplopen ‘dat de
juridische afdeling omgetoverd werd van een cost-center
naar een profit-center.’
contractmanagement IE blijkt dus belangrijker voor de waarde van een
onderneming dan vaak gedacht. Informatiebeheer is
daarbij een onmisbaar instrument. Een goed voorbeeld
daarvan is contractmanagement van licenties. Binnen
ondernemingen kan dat beter georganiseerd worden,
vindt een aantal tafelgenoten. Het zicht op lopende
contracten laat vaak nog te wensen over. Ook mist
een goed systeem voor alerts bij naderende afloop of
verlengingsdatum. Maar misschien nog wel belangijker is
de fase daarvoor: die van het opstellen van de contracten.
Gestructureerd werken in deze fase levert veel op.
Met scherper inzicht in de eigen rechtenportefeuille
en licentiecontracten is het bijvoorbeeld mogelijk
merkrechten en auteursrechten in meerdere varianten
te exploiteren. En dat betekent niet alleen extra inkom-
sten. Als organisatie kun je met dat scherpere inzicht
ook fouten voorkomen. Denk aan het per ongeluk ver-
strekken van een licentie op rechten die een organisatie
niet eens heeft. Of aan het handelen buiten de grenzen
van een toegekende licentie. Met goed zicht op contract-
voorwaarden of onderliggende rechten voorkom je
dergelijke uitglijders. Heb je het over informatiebeheer,
dan liggen de knel- en verbeterpunten dus niet alleen
bij de contracten an sich, maar ook bij kennis van de
onderliggende IE-rechten.
de rol van Ict Met twee voormalige Endemol-collega’s aan tafel – zowel
Bauer als gespreksleider Luc van Daele komen bij Endemol
vandaan – en een onderwerp als IE-rechten, komt het
gesprek onvermijdelijk op dit mediabedrijf. Bij hun
programma-exploitatie spelen twee vraagstukken, zo
blijkt. Ten eerste is er de ‘inkoopkant’: dat gaat over de
interactie met rechthebbenden die betrokken zijn bij de
ontwikkeling van een format – denk aan auteursrecht,
programmanaam of muziekgebruik. Ten tweede is er de
‘verkoopkant’: de uitlicentiëring van de programmarechten
aan zenders of online afnemers. Wil je dat commercieel
goed uitbaten, dan kun je niet zonder inzicht in alle onder-
liggende rechten van derden. En dat maakt het beheer van
6
legadex magazine | najaar 2011
ronde tafeL
het informatiesysteem enorm complex. Voor de tafelgenoten
overigens een herkenbaar beeld, al gaat het bij hen ook
over merken en octrooien.
Twee vragen spelen bij alle tafelgenoten een centrale rol.
Allereerst: hoe zorg je dat de softwaresystemen de com-
plexiteit aankunnen? En ten tweede: waar leg je de verant-
woordelijkheid? Bij Legal of bij andere afdelingen? David
Muus (KPN) waarschuwt voor te grote afhankelijkheid van
ICT-oplossingen. ‘Octrooien kunnen een enorme waarde
vertegenwoordigen. Als je een termijnen mist doordat net
op dat moment een systeem down is, dan kan dat grote
financiële consequenties hebben. Dat moet je voorkomen.
Bij IE-management moet je niet alleen maar op software
vertrouwen.’ Roline Bergsma is bijvoorbeeld enthousiast
over het uitbesteden van het merken-informatiesysteem
waarmee zij bij Tommy Hilfiger werkte. ‘De registraties,
hun status, oppositieprocedures: alle merkinformatie zit
in één systeem dat extern beheerd wordt.’
mensenwerkToch blijft het mensenwerk, vindt Shefton Hazel (Wolters
Kluwer). ‘Ons systeem is eenvoudig en laagdrempelig,
ook voor andere afdelingen. En toch komt men bijna
altijd weer bij Legal uit voor advies of om zekerheid te
zoeken.’ Dat brengt het gesprek bij een gewetensvraag
voor de tafelgenoten: ligt de verantwoordelijkheid voor
goed contractmanagement bij Legal of bij andere
afdelingen? De meningen verschillen. De een is meer
geneigd de verantwoordelijkheid en de opvolging strikt
bij de businessafdelingen te laten. De ander wil als
bedrijfsjurist liever zelf de verantwoordelijkheid nemen.
Of deze sneller terugnemen als andere afdelingen niet
goed uit de voeten blijkt te kunnen met contractmanagement.
Muus (KPN): ‘Bij ons is contractmanagement geen juridische
taak. De juristen zijn adviseurs. Wij worden ingeschakeld
voor de juridische ‘hete hangijzers’ bij onderhandelingen,
wanneer het mis gaat of mis dreigt te gaan. Je hoeft geen
jurist te zijn om naleving of afloop van contracten in de
gaten te houden. Sterker nog, dat kunnen anderen wellicht
beter.’ Bauer (Accenture): ‘Het verschilt per organisatie. Als
het niet goed is afgesproken dan hangen die contracten in
de lucht. Waar hoort het thuis? Verwacht je dat het in een
zwart gat valt bij een andere afdeling, dan vind ik dat je
het als jurist weer terug moet halen.’
open platform Muus (KPN) stelt dat de meeste kennis van leveranciers
en de afspraken – en daarmee van contracten – hoe
dan ook bij de afdeling Inkoop ligt. Allerlei Service
Level Agreements, licenties: vaak is er veel meer dan
juridische kennis voor nodig om dergelijke contracten
te kunnen interpreteren. Een open platform, waar
alle specialisten samen aan de contracten werken en
hun informatie delen, zou een oplossing kunnen zijn.
Wendela van Uchelen (Danone) vindt dat juristen
daarbij een belangrijke adviesfunctie hebben. ‘Het
juridische belang van goed contractmanagement breng
ik nu bij inkoop heel laagdrempelig onder de aandacht,
bijvoorbeeld met workshops. Ook daar zou op zijn minst
een basaal begrip moet bestaan voor de inhoud van de
‘De verantwoordelijkheid
voor contracten hoort niet
automatisch bij juristen’
legadex magazine | najaar 2011
>>
7
contracten en niet alleen voor de prijs van het product.’
Voorberg (Sara Lee) ziet concrete mogelijkheden om
met informatiemanagement zelfs de ontwikkeling en
marketing van nieuwe producten te verbeteren. Via
een online platform kan bijvoorbeeld een strakker
werkproces gecreëerd worden tussen verschillende
afdelingen, zoals Legal of Marketing. Hoe beter de
onderlinge afstemming is, hoe scherper en sneller de
mogelijkheden van productpresentatie en marketing
kunnen worden benut.
snel veel informatie nodigSlim informatiebeheer en kennisdeling bieden dus moge-
lijkheden om IE beter te benutten en waarde te creëren.
Maar het biedt meer: inzicht in risico’s. Want wat gebeurt
er als de bedrijfsjurist onvoldoende zicht heeft op zijn
IE-rechten en -contracten?
In zijn procespraktijk ziet Rinzema (Ventoux) grote
verschillen in de snelheid en het niveau waarop onder-
nemingen de informatie aanleveren die hij nodig heeft
om zijn procedures tot een succesvol einde te brengen.
Een cruciale factor is daarbij de vraag of het topmanage-
ment het belang ziet van deugdelijk informatiebeheer.
Rinzema: ‘Bij IE-procedures verandert de situatie sterk.
Waar we voorheen als procespartij de informatie verstrek-
ten die wij nuttig achten, gaan we steeds meer over naar
een exhibitieplicht. Dat betekent dat je soms in een kort
geding heel snel zeer gedetailleerde informatie nodig hebt.’
Lukt dat niet, dan heeft dat flinke gevolgen. Denk maar
aan de indruk die een rechter krijgt als zelfs de contracten
waarover het geschil gaat niet meer bekend zijn. Rinzema
noemt een zaak die er niet eens was geweest als de
betrokken onderneming een goed licentiesysteem had
gehad. Voorberg (Sara Lee): ‘Bij auteursrecht bestaan die
kwesties ook. Bijvoorbeeld bij marketingvoorstellen van
derden. Accepteren we die niet, maar ontstaat later wel
toevallig intern een idee dat daar sterk op lijkt, dan moet
je dat creatieve proces goed gedocumenteerd hebben. En
later kunnen reproduceren. Er is altijd een kans dat je
discussie krijgt over de vraag van wie het marketingidee
afkomstig was.’
nieuwe generatie Hoewel de invulling verschilt, zijn de tafelgenoten het
over ICT roerend eens: moderne ICT maakt ontsluiting
en delen van informatie steeds gemakkelijker. Wel is er
voor veel ondernemingen nog een lange weg te gaan,
zowel bij de inrichting als bij het beheer. Voorberg (Sara
Lee) vat het helder samen en stelt dat deze generatie
niet meer zonder de laatste informatietechnologie kan.
‘De huidige generatie is met ICT opgegroeid, een nieuwe
generatie is er zelfs in geboren. En die ontwikkeling
zal in toenemende mate haar stempel drukken. Op de
omgang met IE. En breder: op alle vragen die vanuit de
boardroom komen.’ De bedrijfsjurist kan, kortom, maar
beter voorbereid zijn.<<
‘Intellectueel eigendom kan wel
90% van de immateriële activa
van een onderneming uitmaken’
legadex magazine | najaar 2011
8
ronde tafeL
legadex magazine | najaar 2011
99
de Keuze Van
nancy Brewster2004-2005 interim jurist ABn AMro Bank n.v.
(Wholesale)2005-2008 corporate analyst M&A De Brauw
Blackstone Westbroek2009/2010 interim adviseur St. Personeelsfonds,
Ministerie van financiën2009-nu Senior Support Lawyer Legadex /
nBLegal advocatenkantoor
nancy brewster over de dataroom
een dataroom is onvermijdelijk bij transactiesBij grote transacties is een dataroom onvermijdelijk. Dit is een
omgeving waarin kopers of verkopers een due diligence-on-
derzoek kunnen doen waarmee zij de risico’s van een bedrijf in
kaart brengen. Een dataroom en de daarin aanwezige relevante
documentatie is voor verkopers en kopers een middel om zo goed
mogelijk te voldoen aan hun informatieplicht. Meestal wordt een
dataroom gebruikt bij een bedrijfsverkoop of een Initial Public
Offering (IPO), maar bij de dagelijkse corporate housekeeping of
het beheer van contracten is het ook een handig instrument.
vroeger was er alleen de hardcopy dataroomVoorheen zetten bedrijven voor een due diligence een fysieke
dataroom op. Zij verzamelden alle relevante documentatie,
printten en rangschikten deze in ordners, zodat op een bepaalde
locatie due diligence kon worden gedaan. Door de globalisering,
toenemende grootte van transacties en digitalisering, is een fysie-
ke dataroom niet meer toereikend. Denk aan de beschikbaarheid
van personeel, locatiegebondenheid, de hoge reis- en verblijfkos-
ten voor buitenlandse geïnteresseerden en aan vertrouwelijkheid
van bedrijfsgevoelige informatie en persoonsgegevens.
en nu is er de virtuele oplossing die zich verder ontwikkeltEen oplossing is een virtuele dataroom (VDR). Daarmee kun je via
een webportaal relevante documentatie 24/7 beschikbaar stellen
en raadplegen. De dataroom is dus niet meer locatiegebonden,
de vertrouwelijkheid blijft beter gewaarborgd en de verkoper op-
timaliseert de mogelijkheid te voldoen aan zijn informatieplicht.
Maar de moderne VDR kan steeds meer. Documenten kunnen
worden beveiligd tegen printen of downloaden, veel VDR’s hebben
een handige Q&A-tool voor het management en verschillende
kopers(groepen) kunnen geheel gescheiden van elkaar op hetzelf-
de moment toegang krijgen. Daarnaast kan de VDR een volledige
historie van door potentiële kopers geraadpleegde documenten
verschaffen, wat nuttig kan zijn tijdens het verkoopproces. Maar
hoe mooi de software op zich ook is, het echte succes blijft een
combinatie van techniek en de juiste mensen om die techniek te
kunnen toepassen. Aanbieders van VDR’s zijn onder meer Merrill
DataSite, Imprima iRooms, IntraLinks en DRSdigital.
legadex magazine | najaar 2011
10
Succes. Hubert Deitmers heeft het met Van den Ende & Deitmers. Op het
snijvlak van media, ICT en internet participeert deze investeerder in allerlei
ondernemingen. De gemene deler: zowel hun participaties als hun verkopen
zijn spraakmakend. Hyves bijvoorbeeld, Eyeworks en Spil Games.
Een pleidooi voor durf en eenvoud
Hubert Deitmers over succesvolle transacties
in Gesprek
tekst annemarieke noordhoff foto’s michel porro
Praat je met Hubert Deitmers over overnames en
participaties, dan zit je al snel op het puntje van je
stoel. Met een prettige nonchalance vertelt hij over
grote spelers en onverwachte valkuilen. En hij windt
zich op. Over een toenemend gebrek aan verstand
van zaken bijvoorbeeld. ‘Je ziet het steeds vaker:
ondernemingen worden opgekocht door private
equity-partijen die het ook op operationeel vlak
beter denken te weten dan de mensen die al jaren
de organisatie leiden. Ik snap dat niet. Zij kunnen
het toch nooit beter weten dan de oprichter?’
vertel, wat heb je precies met overnames en exits? ‘Allereerst: over exits hebben we het niet wanneer
wij besluiten te participeren. Die focus op de exit is
juist één van de redenen dat de private equity-markt
zo door is geslagen. Wij richten ons op groei, op
uitbouw. Dan moet je niet met je hoofd al bij de exit
zitten. Dat geeft negatieve energie. Juist wanneer je
de focus hebt op groei, op je bedrijf groot maken,
dan gaat het lopen. Dan wordt er op je deur geklopt.’
je zegt dat de private equity-markt is doorgeslagen. Is het echt zo erg?‘Ja, absoluut. De markt is veel te financieel ge-
oriënteerd. Investeerders zijn vooral bezig met:
wanneer stap je erin, wanneer stap je eruit, hoe
ga je financieel herstructureren. Dat is nu al een
jaar of 15 gaande en wordt alleen maar erger. Er
lopen steeds meer louter financiële mensen in deze
wereld rond. Terwijl je juist met het product en de
desbetreffende markt bezig moet zijn. Bij Van den
Ende & Deitmers hebben we allemaal operationele
en venture capitalist-ervaring. Ik geloof er sterk in
dat dat hét model is. Kijk maar eens naar de over-
name van het mooie merk Gazelle een aantal jaar
geleden, toen nog zeer winstgevend. De koper wist
niets van de fietsenwereld. Na drie directiewisselingen
en drie verliesgevende jaren is Gazelle ingehaald
door andere fietsenproducenten. Om dat te voor-
komen participeren wij alleen maar in ondernemingen
waar wij zelf verstand van hebben.’ >>
legadex magazine | najaar 2011
>>
11
hubert deitmers• Ooit (1987) begonnen bij Atlas Venture• Stapte in 1996 over naar Endemol • Kwam in 2000 in de Raad van Bestuur van
endemol • Richtte in 2006 samen met Joop van den Ende
van den ende & Deitmers op
nevenactiviteiten: • Bestuurslid Stichting BizWorld (kinderen uit
groep 8 van de basisschool bekend maken met ondernemerschap)
• Commissaris New Business School Nijenrode (gericht op ondernemerschap)
• Lid Raad van Advies ACE (Amsterdam Center of entrepreneurship)
• Lid Raad van Advies Solid Ventures• Mede-initiatiefnemer jaarlijkse LOEY-awards
(leading online entrepreneur of the year)
legadex magazine | najaar 2011
1212
Is dat de basis van jullie succes?‘Ik denk dat er vier aspecten zijn die
de kans op succes vergroten. Eén:
zo weinig mogelijk aandeelhouders,
waardoor je korte lijnen hebt en snel
kunt beslissen. Twee: alleen maar
deelnemen in ondernemingen die in
een hoek zitten waar je verstand van
hebt. Drie: investeren in bedrijven
die – onder andere op basis van onze
investering – een uiterst gezonde
balans hebben, zónder al te veel
bankfinanciering. En vier: investeren
in marktsegmenten die een duidelijke
groei laten zien. Wij halen onze neus
niet op voor investeringen onder de 5
miljoen. Andere investeerders vinden
dat de moeite niet meer waard – de
tijd die je in een transactie steekt is
nagenoeg hetzelfde, of het nu om 5 of
50 miljoen gaat. Maar kies je om die
reden alleen voor de grote deals, dan
is je focus te veel op het financiële
aspect. Dat is niet waar het ons
hoofdzakelijk om gaat. Wij kijken
of een bedrijf gefocust is, of het een
ervaren management en een gezonde
uitgangspositie heeft. Is het rende-
ment veelbelovend, dan maakt de
grootte van de investering minder uit.’
wat is de beste voorbereiding op een overname of participatie?‘Zo’n virtual dataroom, die jullie ook
samenstellen, is ontzettend handig.
Alleen zijn ze vaak veel te vol. Ik
denk dat 90% van een dataroom
bestaat uit onnodige documenten.
Voor wie is het nu van belang dat
vijf jaar geleden iemand die en die
beslissing nam? De enige reden dat
een dataroom zo vol zit, is omdat alle
partijen die meedoen aan een trans-
actie zich willen indekken. Angst,
onzekerheid bij het maken van een
keuze of beoordeling: je krijgt al snel
een enorme stapel rapporten. Wie
leest dat nou nog? Ik sprak recent
een CEO van de kopende partij. Hij
kon niet vertellen wat de drie open-
staande kernissues van de overname
waren. Maar dat móet je gewoon
weten. Hoe ziet de aankoop eruit,
qua structuur en gezondheid? En:
wat zijn de toekomstverwachtingen?’
‘Ook belangrijk in goed due diligen-
ce-onderzoek: vergeet de namen die
als referentie worden opgegeven en
ga af op je eigen connecties. Ken je
geen echte deskundigen in de markt?
Dan is het een duidelijk teken dat
je de markt onvoldoende kent. Niet
investeren dus.’
en dan is er de verkoop zelf. hoe zorgen jullie voor een gestroomlijnd proces?‘Wij werken met een termsheet,
met de kern van de transactie op
maximaal acht tot tien A4tjes.
Hierin bepalen we hoe we omgaan
met het management, de samen-
stelling van een eventuele Raad van
Commissarissen en natuurlijk de
structuur van de transactie. Dit laatste
bij voorkeur zo simpel mogelijk. We
vragen de verkopende partij of én in
hoeverre ze na de verkoop nog steeds
betrokken willen blijven. Pas wanneer
de termsheet er ligt, beginnen we
simultaan met de due diligence en
het contract. Zonder zo’n termsheet
komt het nog wel eens voor dat
partijen zich in de details verliezen.
En negatieve gevoelens de overhand
krijgen. Contractbesprekingen zijn
in wezen een negatief proces: het is
bedoeld als bescherming voor als het
fout gaat. En dat heeft gevolgen voor
het proces. Er is spanning, frustratie.
Soms komt zelfs de vraag: Willen
we dit nog wel? Wees daar overigens
niet bang voor: in zo’n periode leer
je elkaar goed kennen, wat erg goed
is voor de latere samenwerking. Mijn
ervaring is dat een termsheet je in
deze fase bij de les houdt. Je ziet
waarom je eigenlijk met elkaar om
tafel ging. En dat helpt om het proces
weer vlot te trekken.’
’Bij de samenstelling van het contract
zetten we vervolgens vraagtekens
bij álle standaardbepalingen. Is er
over van den ende & deitmers• Opgericht in 2006 door Joop van
den ende en hubert Deitmers• Portfolio op het snijvlak van ICT,
media en internet• Participaties in onder andere,
eyeworks, Spil Games, Metrixlab en Albumprinter
• Verkocht in 2010 Hyves aan Telegraaf Media Groep (TMG), MasMedia aan Talpa en in 2011 unamichcn aan Xerox
• Totale fonds heeft een omvang van € 150 miljoen
in Gesprek
legadex magazine | najaar 2011
13
niemand aan tafel die een clausule
begrijpt? Dan halen we die eruit –
merkwaardig genoeg ben ik zo’n
situatie al een paar keer tegenge-
komen. Voor het procesmanagement
stellen we één iemand van het
bedrijf aan die het hele project
managet. Coördineert niemand,
dan gaan alle verschillende belang-
hebbenden steeds los van elkaar
naar de desbetreffende CEO.
Problemen worden uitvergroot en
daarmee komt de hele transactie
in gevaar.’
hoe gaan jullie bij overnames en start-ups om met intellectueel eigendom? ‘We laten ons er niet te veel door
weerhouden. Natuurlijk, het is een
issue. Zo heeft Google Motorola
gekocht om de patenten. Maar bij
de lancering van iets nieuws kun
je het je tegenwoordig niet meer
veroorloven om te wachten tot
de bescherming helemaal rond
is. Je moet snel de markt op, snel
commercialiseren. Knallen. Philips
richt zich bijvoorbeeld nog veel te
veel op doorontwikkeling en trekt
hoge muren om zich heen. Niet
slim. Deel je samen technologie,
dan ga je ook samen vooruit.’
vanuit welke hoek zie jij de komende jaren de echte vernieuwingen komen?‘Ik ben ervan overtuigd dat in veel
branches de échte productinnova-
ties niet van grote bedrijven komen.
Die zijn zo gewend aan bestaande
businessmodellen dat ze die niet
kunnen loslaten. High-potentials
zouden daarom gestimuleerd
moeten worden om voor zichzelf
te beginnen. Weg uit het pand, ver
weg van de cultuur van pensioen
en leaseauto. Gefinancierd door het
bedrijf waar ze vandaan komen,
zullen ze zelf hun producten gaan
ontwikkelen. Een aantal zal succes-
vol worden. Die koop je dan terug.
Dat klinkt misschien als een contra-
dictie, maar is het niet veel vreemder
om onbekende bedrijven over te
nemen? Grote bedrijven stellen nu
iemand in de Raad van Bestuur aan
speciaal voor de ideeontwikkeling.
Maar daar komen de ideeën niet
vandaan. Die komen van onderen,
vanuit de ondernemende geesten.’
Zo bouw je een succes. maar onherroepelijk kom je vroeger of later toch uit bij die verkoop, de exit. hoe verloopt die zo succesvol mogelijk?‘De organisaties die ik tegenkom
wemelen vaak van de vennoot-
schappen. Dan is opruimen een
belangrijke eerste stap. Zeker
wanneer intellectueel eigendom
een rol speelt is er een soort
natuurlijke neiging om voor elk
nieuw initiatief een vennootschapje
op te richten. Maar voor je het weet
heb je een enorme kerstboom opge-
tuigd. En al die vennootschappen
moeten allemaal geadministreerd
worden, in de jaarrekening vermeld
staan. Veel overbodige ballast dus.
Wij stellen onszelf dan de vraag:
jongens, als we nu de onderneming
zouden oprichten, wat zouden we
dan écht nodig hebben.’
‘Daarnaast is het heel belangrijk
om trouw aan jezelf te blijven, aan
je eigen overtuigingen. Bij één van
onze recente verkopen was duidelijk
dat een van de medeverkopers veel
te graag wilde verkopen. Dan werk
je niet vanuit je kracht. Wat er ook
op je afkomt, geloof in jezelf en in
wat je doet.’ <<
‘ken je geen
deskundigen in de
markt? investeer dan
niet in die markt’
‘Wij richten ons op
groei, uitbouw. dan
moet je niet met je
hoofd al bij de exit
zitten’
‘Toezichthouders vragen
nu om een solide legal
framework.’
edo Groenewald eRC electronic Publishers
www.ercep.com
oprichter (2005) van erC electronic
publishers is edo Groenewald (ex
trenité Van doorne). Cto is rudolph
froger.
legadex magazine | najaar 2011
14
5 VraGen aan...
tekst annemarieke noordhoff foto Lisette van Cruijningen
welk product bieden jullie de bedrijfs- juridische wereld?‘Wij richten ons vooral op juristen, compliance-
officers en riskmanagers bij financiële instellingen.
Dat zijn banken, verzekeraars, vermogensbeheerders
of pensioenfondsen die in control moeten zijn wat
hun compliancerisico’s betreft, en die onder toezicht
staan van de AFM en de DNB. Onze software laat ze
heel gericht en op maat zien welke wet- en regelgeving
– nationaal en internationaal – van toepassing is op
hun bedrijfsprocessen en producten. Inclusief alle
benodigde informatie daaromheen, van relevante
literatuur tot jurisprudentie.’
hoe verbeteren jullie de bedrijfsjuridische wereld daarmee?‘De financiële wereld heeft te maken met een heleboel
wet- en regelgeving die iedereen op de werkvloer zou
moeten kennen en naleven. Het aantal regels is echter
excessief groot. Vanuit Brussel komt daar een fontein
aan nieuwe wetten en regels bij. Het is te veel: voor een
groot deel komen die regels helemaal niet meer op de
werkvloer aan. Hoe kun je dan ooit verklaren dat je in
control bent wat je compliancerisico’s betreft?’
wat is nieuw aan jullie product?‘Onze oplossing zorgt voor snelle ontsluiting van een
kleine honderd openbare bronnen. Dagelijks doorzoekt
een deskundige redactie deze bronnen, met de hulp
van een redactiecommissie onder voorzitterschap van
hoogleraar privaatrecht Edgar du Perron. Relevante
informatie over financiële wet- en regelgeving zet
de redactie in het systeem. Organisaties krijgen
die informatie vervolgens gefilterd aangeleverd.
Dat filteren gebeurt op basis van een zogenaamde
mapping, een door de organisatie zelfgekozen indeling.
Berichten over nieuwe rechtsregels komen daardoor
alleen maar aan bij de personen voor wie het relevant
is. En we kunnen het systeem koppelen aan de
risico- en controlsoftware van een organisatie, zodat
meteen een impactanalyse van nieuwe regels op de
bedrijfsprocessen gemaakt kan worden.’
waarom was het er niet eerder?‘ERC Online was er eerder: wij werken al sinds 2006 aan
dit systeem. In die jaren hebben we de software steeds
verder verfijnd en verbeterd. Het laatste jaar merken we
dat de belangstelling explosief toeneemt. Toezichthouders
vragen nu namelijk om een solide legal framework. Wij
helpen organisaties om een dergelijk framework binnen
de organisatie in kaart te brengen en actueel te houden.
Advocaten ontbreekt het aan de noodzakelijke software,
traditionele uitgeverijen hebben hun systemen nog niet
op deze vraag ingericht.’
wat kunnen we in de toekomst nog verwachten?‘Niet alleen in Nederland, maar in alle 27 lidstaten
worden Europese richtlijnen geïmplementeerd. Ook daar
zullen financiële instellingen in control moeten zijn, wat
hun compliancerisico’s betreft. We beginnen daarom
volgend jaar al met de uitrol naar andere jurisdicties.
Engeland, Duitsland of Frankrijk: waar de vraag het
grootst is. En wellicht doen we dat samen met een
grote uitgeverij of softwareleverancier.’<<
Organisaties in control met slimme software
legadex magazine | najaar 2011
15
16
in BeeLd
harm: “De Permanent Data Room is al beschikbaar vanaf € 300 per maand.”
nancy: “Uw groepsstructuur heeft u in een oogwenk beschikbaar.”
egbert: “Goed voorbereid op een bedrijfsverkoop, een herfinanciering of een herstructurering.”
martijn: “Uw kerninformatie is altijd beschikbaar en up-to-date.”
wIj Zorgen voor uw Permanente dataroomEen dataroom kan een uitkomst zijn. Niet alleen bij M&A-transacties,
herstructureringen en herfinancieringen, maar ook bij het dagelijkse beheer
van uw juridische kerndocumenten. Informatie die voor uw bedrijfsvoering
vitaal is. Wij bieden u daarom de permanente dataroom, waarmee die vitale
informatie in goede handen is.
www.legadex.com/permanentdataroom
17
jornt: “Eén geïntegreerde op-lossing voor dagelijks gebruik en bijzondere projecten.”
michiel: “Volledig compatible met alle gangbare virtual datarooms.”
rebecca: “De Board, Legal, Tax en Finance: iedereen profiteert.”
legadex magazine | najaar 2011
18
aChterGrond
tekst& foto jantine de jong
Cloud computing is feitelijk niets meer
dan toegang tot informatie technologie
(it) via een internetverbinding. een
nieuwe verdergaande soort van uitbe-
steding van it. investering in hardware,
software en beheer is daardoor niet langer
nodig. je maakt, tegelijk met andere
afnemers, gebruik van de infrastructuur
van de provider die snel en flexibel
beschikbaar kan worden gesteld. schaal-
baarheid is een groot voordeel en betaling
gaat per gebruik. Voorbeelden van cloud
computing dienstverleners zijn Google,
amazon en microsoft.
dienstenCloud diensten worden in verschillende
modellen aangeboden. software as a
service (saas) is de meest vergaande
vorm van uitbesteding. daarmee maak
je gebruik van applicaties van de dienst-
verlener, er hoeft geen extra software
geïnstalleerd te worden op je eigen com-
puter. Voorbeelden zijn Gmail of Google
docs. een tweede model is infrastructure
as a service (iaas), waarmee je alleen de
infrastructuur voor het draaien van soft-
ware via de cloud gebruikt. denk aan
servers of opslagcapaciteit. een derde
model bestaat uit een aantal extra diensten
bovenop de infrastructuur: een virtueel
applicatieplatform waar applicaties op
ontwikkeld kunnen worden door de
afnemer, platform as a service (paas).
Voorbeelden zijn microsoft azure en
force.com van salesforce.
Risico’somdat cloud computing een standaard
dienst is waarbij vaak standaardcontracten
worden gehanteerd, geldt in het algemeen
dat onderhandelruimte beperkt is. toch
blijkt er in de praktijk wel enige ruimte
voor onderhandeling. houd in dat geval
een aantal zaken goed in het oog en maak
duidelijke afspraken. Want risico’s zijn er
genoeg. denk aan onderbreking van de
clouddienst door storing, aan misbruik
van data door derden en daaruit voort-
vloeiende reputatieschade. daarnaast is
het belangrijk na te denken over een exit-
strategie. als de relatie beëindigd is, wie
heeft dan de beschikking over de gegevens
en functionaliteit? en wat gebeurt er bij
faillissement van één van beiden? Voor
de continuïteit van dienstverlening is het
belangrijk hierover afspraken te maken.
ook is er het onbegrensde karakter van de
cloud: dit kan onduidelijkheden opleveren
bij het bepalen van het toepasselijke recht.
in bepaalde gevallen is namelijk het recht
van toepassing van landen waar de cloud-
servers staan. maak dus afspraken over de
geografische grenzen, zeker wanneer het
over persoonsgegevens gaat. Beveiliging
van persoonsgegevens is in de praktijk
een van de grootste zorgpunten.
Bescherming persoonsgegevens uit recent nederlands onderzoek blijkt dat
voor 43% van de ondervraagde bedrijven
de zorg over privacyaspecten een mogelijke
belemmering is bij de toepassing van cloud
computing. doordat er zoveel bewerkers en
beheerders betrokken zijn bij datahandelingen
in de cloud, ligt schending van privacy op
de loer. daar komt nog bij dat gegevens zich
door meerdere datacentra verplaatsen, om
cloud computing: alles onder controle?
Cloud evolutie, cloud sourcing, public cloud: ook buiten IT-afdelingen zet de Cloud trend
zich door. Dat cloud computing grote kansen biedt voor de bedrijfsvoering van organisaties
is duidelijk. Maar er zijn ook risico’s. Aandacht voor zaken als het contract, privacy en
toepasselijke regelgeving vergroten de controle.
legadex magazine | najaar 2011
19
beschikbare capaciteit zo efficiënt mogelijk
te benutten. Vaak dwars door jurisdicties
heen, zodat regelmatig buitenlandse wet-
geving van toepassing is. om problemen te
voorkomen, is het van belang dat afnemers
weten welke partij verantwoordelijk is
voor de bescherming van gegevens en
naleving van privacywetgeving.
Binnen europade Wet Bescherming persoonsgegevens
(Wbp) regelt in lijn met europese regel-
geving de bescherming en vrij verkeer van
persoonsgegevens binnen de europese
unie. Wie in welke situatie de verantwoorde-
lijke is over de persoonsgegevens, is op
grond van deze wet vastgesteld. dat is
de partij die het doel van en de middelen
voor de verwerking van persoonsgegevens
vaststelt. de verantwoordelijke moet
persoonsgevens voldoende bescherming
bieden tegen verlies of onrechtmatige
verwerking. Bij gegevensverwerking in de
cloud is echter niet altijd duidelijk wie dat
is. meestal is dat de afnemer, maar bij bij-
voorbeeld saas-diensten kan ook de cloud
dienstverlener (mede)verantwoordelijke
zijn. dat is het geval wanneer de cloud
dienstverlener daadwerkelijk controle
over de gegevensverwerking uitoefent.
en niet slechts in opdracht van de afnemer
handelt. in het laatste geval is de cloud-
dienstverlener slechts ‘bewerker’. maar
ook dan is de leverancier verplicht nauw
samen te werken met de verantwoordelijke
afnemer om aan de verplichtingen uit de
Wbp te voldoen.
Buiten europaBij gegevensverwerking buiten europa
bepaalt de Wbp dat een passend
beschermingsniveau geboden moet
worden. de europese Commissie heeft
een aantal landen aangewezen die aan
dit vereiste niveau voldoen. Voor overige
landen is een vergunning nodig van het
College bescherming persoonsgegevens,
het onafhankelijk orgaan dat toeziet op
de naleving van onder meer de Wbp. de
Verenigde staten zijn een uitzondering,
omdat daar geen algemene wetgeving
voor de bescherming van persoonsgegevens
bestaat. de europese Commissie stelt
daarom dat alleen amerikaanse organisaties
die zich aan de zogenaamde ‘safe
harbour principles’ commiteren een
passend beschermingsniveau bieden.
deze principles garanderen een voor de
europese unie aanvaardbaar beschermings-
niveau. Verder zijn er eC modelcontracten
en door het bedrijfsleven ontwikkelde
‘binding corporate rules’. Bij doorgifte
van persoonsgegevens buiten europa
worden deze als leidraad gebruikt.
aanraderCloud computing zorgt voor complexe
juridische problemen, onder meer doordat
het de controle op en lokalisatie van data
moeilijker maakt. Blijf daarom op de hoogte
én begrijp de geldende regelgeving en
strategiebepaling, zowel op nationaal
als op europees niveau. de europese
Commissie werkt op dit moment aan
nieuwe regelgeving waarbij speciale
aandacht uitgaat naar privacy in de cloud.
daar waar regelgeving onvoldoende
houvast biedt, zorgen afspraken tussen
partijen voor continuïteit van dienstverlening,
duidelijkheid over privacy, verantwoorde-
lijkheden en toepasselijke regelgeving in
de cloud. door die complexiteit is het wel
een aanrader om tijdig een beroep te doen
op de juiste juridische bijstand. <<
legadex magazine | najaar 2011
20
legadex magazine | najaar 2011
20
joint Venture
Harriet Defesche (Stork holding) en Marleen Slagt (Legadex)
‘Werken met private investeerders is wat intensiever’
legadex magazine | najaar 2011
21
legadex magazine | najaar 2011
21
tekst annemarieke noordhoff foto’s michel porro
‘Ik vind een desinvestering bijna net zo leuk als een
acquisitie,’ vertelt Harriet Defesche over haar werk. In
2008 vertrok Stork van de beurs en werden twee grote
divisies verkocht. De fooddivisie aan het IJslandse Marel,
de printdivisie aan Bencis. Door de delisting verviel een
aantal juridische taken van de holding en in 2009 kromp
het team op de holding naar één persoon. Dat bleek echter
een te lage bezetting voor het werk dat er lag: de komst
van private financierders bracht veel werk met zich mee.
En daarom kwam Marleen Slagt (Legadex) begin 2010 het
team versterken. Samen vertellen ze over het overhevelen
van de activiteiten van het moederbedrijf naar de dochters
en over de samenwerking met private equity-partijen.
Boeiende discussiesDefesche: ‘Werken met private investeerders is een ander
soort werk. Het is op een bepaalde manier intensiever. Een
beursnotering geeft veel administratief werk, je moet vol-
doen aan tal van compliance richtlijnen en wetgeving. Dat
hoeft nu bijna niet meer. Maar daarvoor in de plaats is veel
overleg met de investeerders gekomen. Zo zijn drie van
de zes investeerders lid van de Raad van Commissarissen
(RvC). Toen we nog beursgenoteerd waren kwam de RvC
tweemaandelijks bij elkaar, nu is dat maandelijks. Daar-
door weet je sneller wat je aandeelhouder van je verlangt
en verwacht. Tegelijk komen deze aandeelhouders veel
dichterbij dan de meer anonieme aandeelhouders waar je
als NV mee te maken hebt. Oneerbiedig gezegd: ze zitten er
meer bovenop. Dat maakt het contact wel heel boeiend.’ >>
marleen slagt (l) en harriet defesche
In de ruim 16 jaar dat ze bij Stork werkt is het er nooit saai geweest, vertelt Harriet Defesche, director Legal Affairs bij Stork holding. Ze heeft haar handen nu vol aan – onder meer – de interne herstructurering, waarbij de activiteiten van de holding ondergebracht worden in twee dochters: Stork Technical Services (STS) en Fokker.
legadex magazine | najaar 2011
22
joint Venture
‘een desinvestering is
bijna net zo leuk als
een acquisitie’
Harriet defesche over Legadex:
‘Een prettig pragmatische samenwerking’‘Ze leveren diensten die ik in theorie allemaal zou kunnen gebruiken. Al die diensten zijn bij uitstek geschikt voor een onderneming als de onze. en dat is best uniek. Daar komt bij dat ze heel flexibel zijn. is er een keer minder werk of juist meer, dan komt Marleen een dag minder of meer. Geen probleem.’
Direct op stoomDefesche: ‘Omdat de holding op
termijn eindig is, was het niet logisch
om iemand voor vast aan te nemen.
Marleen kon mij gelukkig twee dagen
per week ondersteunen. Ze is een
ervaren bedrijfsjurist met een notariële
achtergrond, vennootschapsrechtelijk
heel goed, en kon dus direct vol op
stoom meewerken.’
Slagt: ‘Ik doe veel inhoudelijk
corporate werk voor Harriet – feitelijk
alles wat er bij het leven van een
vennootschap komt kijken. De vraag
waarmee ik hier bijna twee jaar
geleden begon was om alle concern-
verplichtingen in kaart te brengen.
Zo zijn er in het verleden bij verkopen
garanties of vrijwaringen meegegeven.
En Stork heeft een behoorlijk lang
verleden, zo’n 150 jaar. Ik heb
onderzocht welke verplichtingen en
liabilities er nog zijn. Daarnaast ben
ik intensief betrokken bij de interne
herstructurering, waarbij de activiteiten
van de holding ondergebracht
worden in STS en Fokker.’
Intensief procesDefesche: ‘Een juridische structuur
opzetten hoeft niet complex te zijn.
Dat is het echter wel in onze situatie,
waarin we te maken hebben met
bankfinanciering en bijbehorende
beperkingen – voor allerlei stappen
is nu toestemming nodig. Dat maakt
het tot een intensief en tijdrovend
proces. Je onderhandelt continu met
allerlei partijen: banken, advocaten
van de banken, onze eigen advocaten,
notarissen. Marleen doet dat heel
goed, ook de controle van de stukken
die bij die onderhandelingen horen.
Inmiddels kan ik veel werk blinde-
lings aan Marleen overlaten: fusies,
overdrachten, 403-verklaringen,
liquidaties van lege vennootschappen,
jaarrekeningen en allerlei ander
vennootschappelijk werk. Daardoor
kan ik me focussen op de overige
juridische issues die het concern
raken. En het M&A-werk: dat zijn
de afgelopen jaren vooral desinveste-
ringen. En ja, af en toe nog een
acquisitie – recent één, voor STS.’
Eigen exitSlagt: ‘Ik heb het erg naar mij zin
bij Stork en volgens mij is Stork
ook wel tevreden over mij. Ik ben
tussendoor nog met zwangerschaps-
verlof geweest. Dag één van mijn
terugkomst belde Harriet al met
Legadex. Of ik weer terug kon komen.
Het is een fijne sfeer hier, met nuchtere
mensen en leuk werk.’
Defesche: ‘Nuchter? Ja, dat zijn we
wel. Maar we zijn ook snel en soms
wat ongedurig. Marleen kan daar
goed tegen. Bijzonder aan haar en
ons werk is dat wij, als holding, naar
onze eigen exit toe werken. Wanneer
de holding ophoudt te bestaan, dat
weten we niet. Wel dat het een
steeds smallere schil wordt.’ <<
DE MEESTE OVERNAMES MISLUKKEN
De komende jaren worden vele duizenden bedrijven gekocht. Kopers krijgen geweldige kansen. Verkopers staan voor grote uitdagingen. Het slechte nieuws is dat de meeste overnames helaas falikant zullen mislukken.
Daarom is er de cursus Actief in Overnames. Ontdek in twee dagen wat u wilt en moet weten over het verkopen en kopen van een bedrijf. Alles wordt professioneel maar vooral ook praktisch uitgelegd. Ontdek welke stappen u moet nemen en hoe u valkuilen vermijdt. Opdat uw overname dus wel lukt.
Oud cursisten zeggen: ‘Geeft een compleet beeld’; ‘De docenten bieden een schat aan kennis, inzicht en ervaring’; ‘Onmisbaar voor iedereen die de belangrijkste deal van zijn leven gaat maken’; ‘Je bent door de cursus minder geld kwijt aan adviseurs’.
Volg daarom de cursus Actief in Overnames in Hotel Jan Tabak te Bussum. Voorkom dat u uw bedrijf voor te weinig geld verkoopt of juist dat u te veel betaalt. Zorg ervoor dat uw overname wel succesvol is. Bel 020 6390008 of schrijf in op www.alexvangroningen.nl/mena.
Naast de cursus Actief in overnames, die al door meer dan 1500 ondernemers en managers werd gevolgd, hebben wij nog 30 andere opleidingen waaronder:
• Business Valuation. De tweedaagse cursus over het waarderen van bedrijven.
• Corporate Recovery. Hoe koop ik een bedrijf uit faillissement en hoe voer ik een doorstart uit?
• Post Acquisitie Management. Hoe maak ik van mijn overnames een
doorslaand succes?
Hoe verkoop ik een bedrijf?
Hoe koop ik een bedrijf?
Hoeveel is een bedrijf waard?
Wat doe ik na de overname?
© 2011 Alex van Groningen BV, Burgemeester Haspelslaan 63, 1181 NB Amstelveen, T 020 639 00 08 www.alexvangroningen.nl
Volg een van onze M&A opleidingen en zorg dat uw deals wel succesvol zijn.
ADV_MA_21x28.indd 1 23-09-11 15:23
legadex magazine | najaar 2011
24
Gespot
Omdat bedrijven steeds internationa-ler opereren, krijgen hun bedrijfsjuri-dische afdelingen meer en meer met internationale wet- en regelgeving te maken. En dat vraagt om gespeciali-seerde juridische kennis. Gelukkig is die kennis niet meer voorbehouden aan gespecialiseerde advocaten, dankzij ondernemingen als Practical Law Company (PLC).
PLC werd in 1990 opgericht door
twee voormalige advocaten in de UK.
Zij wilden, zo stelt Jeroen Plink, de
huidige CEO van PLC New York, het
recht toegankelijker maken en een
praktisch alternatief bieden voor
traditionele juridische uitgevers. De
praktische aspecten van een transactie,
juridische procedure, management-
buy-out of massaontslag kwamen –
en komen – op universiteiten en bij
traditionele uitgevers nauwelijks aan
de orde. Daardoor was het gat met de
praktijk erg groot.
Gelijkwaardige gesprekspartnerDe content die PLC via haar online
abonnementen en uitgaven biedt
moest het gat tussen praktijk en
theorie dichten. ‘PLC legt uit wat
de theorie in de praktijk inhoudt,’
vertelt Plink. Inmiddels is die
informatie niet alleen voor junior
advocaten een handig instrument
om wegwijs te raken in de praktische
uitvoering van wet- en regelgeving,
maar maken ook ervaren bedrijfsju-
risten er graag gebruik van. Om een
gelijkwaardig gesprekspartner te zijn
in internationale onderhandelingen,
bijvoorbeeld. Het helpt ze goed op de
hoogte te zijn van de juridische haken
en ogen bij processen als een manage-
ment buy-out of een massaontslag.
‘Met de standaardcontracten en
modellen van PLC kan elke jurist
snel aan de slag.’ Doordat PLC haar
content en modellen continu bijhoudt
en wijzigingen in het recht en uit de
praktijk verwerkt, weten ervaren
juristen zeker dat ze niets over het
hoofd zien. In de notes die PLC biedt,
staan tips en checklists met de juiste
juridische procedures voor transacties
en processen. Er is een database met
informatie over recente transacties
en er zijn talloze tijdschriften en
nieuwsbrieven.
Doordat de informatie verzameld en
gepubliceerd wordt door ongeveer 200
voormalig topadvocaten en bedrijfsju-
risten, is de kennis heel toegankelijk
en direct toepasbaar. ‘Wij zijn voor
bedrijfsjuridische afdelingen vaak het
beginpunt,’ vertelt Plink. ‘Met onze
informatie kunnen ze goed bewapend
onderhandelingen en procedures in.’
forse besparingPlink ziet het aantal Nederlandse
multinationals in het klantenbestand
groeien. ‘Wij bewapenen bedrijfsjuri-
dische afdelingen met de juiste kennis,
zodat ze minder hoeven uit te
besteden. Dat levert onze klanten
aanzienlijke besparingen op hun
externe advieskosten.’ Voor Neder-
landse ondernemingen is de bespa-
ring vanzelfsprekend wel afhankelijk
van de omvang van de internationale
activiteiten. Maar die besparing kan
nog steeds fors zijn, belooft Plink.
Waar hij aan toevoegt dat PLC ook
voor puur Nederlandse zaken
waardevol is. ‘Veel aspecten bij een
transactie zijn jurisdictieneutraal –
denk maar aan een earnout-bepaling.’
LaaGdrempeLiGe toeGanG tot jurIdIsche kennIs
Wanneer toepassen?
• bij instructie van advocaten wereldwijd, zo ben je snel op gelijk niveau
• voor het opstellen van contracten, om zeker te weten dat je niets vergeet
• bij internationale bedrijfs-processen met juridische haken en ogen
jeroen plink, Ceo pLC us
reVieW
tekst Luc van daele
Tien miljoen vrienden heb je niet
zomaar bij elkaar. Ook niet als het
‘maar’ virtuele vrienden zijn. Raymond
Spanjar doet openhartig en zeer gede-
tailleerd verslag van de opbouw van
het social media netwerk Hyves.
Vanaf de start in 2004, samen met
Floris Rost van Tonningen en Koen
Kam, tot aan de overname door
Telegraaf Media Groep (TMG) in
november 2010.
over ondernemenHet boek kun je op meerdere manieren
lezen. In de eerste plaats is het een
interessant boek over alles wat komt
kijken bij de opzet en ontwikkeling
van de onderneming. Met de momen-
ten van euforie, de hype, de compli-
menten van Balkenende. Maar ook
met de onverwachte tegenvallers,
de momenten waarop doorzettings-
vermogen nodig was, de zoektocht
naar een profitabel bedrijfsmodel en
het zware werk achter de schermen.
Gelukkig is het element avontuur en
humor nooit ver weg. Terecht noteert
Marcel Boekhoorn op de achterkant
dat het boek verplichte kost voor
ondernemers is.
over social networkingTen tweede geeft het boek een frisse
blik van binnenuit op de wereld van
de media en de zoektocht naar ver-
nieuwing. Hyves heeft zich vanaf het
begin geprofileerd met een snelle
groei van het ledenbestand en ver-
frissende ideeën en producten voor
haar netwerk. Daarmee is Hyves een
fenomeen geworden in social net-
working. Overigens wel een fenomeen
dat ook in haar Nederlandse thuis-
markt snel met meer concurrentie van
internationale spelers als Facebook
te maken krijgt. De vraag is hoe Hyves
hierin stand zal houden en of zij in
staat is een grotere rol buiten
Nederland op te eisen.
en over verkoopEn een derde ingang is het thema
bedrijfsverkoop: dat komt van begin
tot eind prominent naar voren. Het
begint al in de proloog. In een ietwat
psychedelische beschrijving van een
met champagne doordrenkte tocht
met MTV naar de European Music
Awards in Kopenhagen wordt meteen
al over verkoop gesproken. De oprich-
ters van Hyves hadden overigens al
eerder in hun studententijd ervaring
opgedaan met het opstarten en
verkopen van een onderneming
(beleggers platform IEX).
Succesvol eindeDe impact van de zoektocht naar
financiers om de snelle groei te
kunnen bijbenen is een rode draad
door het boek. In de loop van het
boek komt een flink deel van het
Nederlandse en buitenlandse media-
landschap voorbij. Als mogelijke
investeerders en als strategische
kopers om Hyves te benutten voor de
eigen mediabusiness. In de loop der
jaren is geflirt met heel verschillende
partijen als MTV, Talpa, KPN, Sano-
ma, Viacom, RTL en TMG. En dat
levert sappige verhalen op.
Venture capital maatschappij Endeit
stapte in een vroeg stadium in als
investeerder en hielp bij de uitbouw
van het bedrijf. Ook dat beschrijft
Spanjar tot in detail. Inclusief het
succesvolle einde: in november 2010
werd Hyves verkocht aan Telegraaf
Media Groep.
Hyves, van 3 naar 10.000.000 vrienden
Rondgang langs investeerders levert opmerkelijke verhalen
‘de zoektocht naar
financiers om de
snelle groei te kunnen
bijbenen is een rode
draad door het boek’
legadex magazine | najaar 2011
25Titel hyves, van 3 naar
10.000.000 vrienden
auteur raymond Spanjar
uitgever Lebowski Publishers, 2011
ISBn 978 90 488 1076 5
ISBn e-book 978 90 488 1104 5
Volume 375 pagina’s
26
aCtueeL
GeBruik de kraCht Van de tweede lIjn
Grotere rol voor compliance en risicomanagement
legadex magazine | najaar 2011
27
Voor de risicobeheersing van orga-
nisaties wordt vaak gebruik gemaakt
van het ‘three lines of defense’-model.
In dit model is de eerste lijn, het
lijnmanagement, direct verantwoor-
delijk voor beheersing en risicoma-
nagement van de onder haar vallende
processen. De tweede lijn, met functies
als compliance en risicomanagement,
ondersteunt de eerste lijn en formu-
leert onder meer het beleid. De derde
lijn is de internal audit functie die de
inrichting en werking van de eerste
en tweede lijn controleert. Risico’s
worden op deze manier uitstekend
beheerst. Maar is de tweede lijn niet
juist ook uiterst geschikt om ‘de aanval’
op te bouwen? De naam van het model
wijst vooral op het identificeren en
mitigeren van risico’s en het verdedi-
gen van de onderneming tegen
ellende van buitenaf en binnenuit.
Jammer, want daardoor wordt het
accent op de verdediging gelegd en
het commercieel potentieel van de
goed functionerende ‘verdedigings-
linies’ miskend.
Afdelingen als Compliance, Risk
Management en Legal zouden juist
goed kunnen helpen bij de opbouw
van de aanval. Dat betekent geen
grote verandering van het frame-
work, eerder een accentverlegging.
Zij kunnen een wezenlijke bijdrage
leveren aan het commercieel be-
nutten van kansen die vanuit ont-
wikkelingen in wet- en regelgeving
en risico’s voorbij komen. Om deze
rol goed te kunnen vervullen is het
van belang dat de tweede lijn verder
kijkt dan het hier en nu. De focus
moet op trends en ontwikkelingen
liggen binnen de eigen organisatie
en in de omgeving, met name op
wijzigingen in wet- en regelgeving.
Heeft een organisatie inzicht in
relevante wetten en regels én de
te verwachten wijzigingen, dan
ontstaan de kansen om eerder dan
concurrenten te anticiperen op de
wijzigingen. Binnen de tweede lijn
leveren afdelingen wel hun eigen
bijdrage. Compliance en Legal kunnen
de eerste lijn attenderen op de kansen
die voortvloeien uit mogelijke wijzi-
gingen, Riskmanagement attendeert
de organisatie tijdig op economische
en maatschappelijke ontwikkelingen
die de eerste lijn moet zien te beheer-
sen. Of op ontwikkelingen die wellicht
kansen bieden.
Afdelingen compliance of Legal worden meestal
aangeduid als de tweede ‘line of defense’ bij risicobeheer
van organisaties. Maar dat maakt hun rol eigenlijk te
beperkt – zij kunnen een veel grotere bijdrage leveren
aan het commercieel benutten van kansen die vanuit
ontwikkelingen in wet- en regelgeving komen.
drie ‘lines of defense’ van het control framework
1 de businessafdelingen die primair
verantwoordelijk zijn voor het be-
halen van de bedrijfsdoelstellingen
en het beheersen van de risico’s.
denk aan het management, front
office, operations, iCt en hr.
2 gespecialiseerde afdelingen als
risk management, finance &
Control, Compliance, internal
Control en it security.
3 de interne accountants dienst
(iad), de audit Commissie.
tekst alex poel en ronald van dijk beeld istockphoto
>>
legadex magazine | najaar 2011
28
vier recente voorbeelden laten zien wat de kracht van de tweede lijn kan zijn.
1. Nieuwe PremiePensioenInstelling (PPI): commercieel potentieel
Een PremiePensioenInstelling is een nieuw wettelijk
gecreëerd pensioenvehikel om beschikbare premie-
regelingen uit te voeren. De regeling maakt een nieuwe
markt mogelijk, waar bestaande en nieuwe spelers
toegang toe kunnen krijgen. Voor veel partijen dus een
interessante ontwikkeling om snel op in te spelen. Be
Frank (Binck en Delta Lloyd) en Robeco deden dat. Beide
partijen gingen al vroeg aan de slag om hun organisaties
adequaat in te richten – ondanks de onzekerheid over
de aan hen gestelde eisen en het moment van invoering
van de wetgeving. Zodra het mogelijk was konden deze
partijen een vergunningaanvraag bij DNB indienen. En
nu zijn ze, na de vergunningverlening door DNB, als
eerste commercieel actief. Mocht de PPI werkelijk een
commercieel succes worden, dan is de voorsprong op
toekomstige concurrenten ruim binnen.
2. AIFM-richtlijn biedt kansenDe Europese AIFM richtlijn (zie ook het kader) zorgt
ervoor dat partijen die voorheen niet of nauwelijks onder
toezicht vielen, zoals veel private equity-fondsen en
hedgefunds, nu ook gereguleerd gaan worden. Reageren
deze partijen niet vroegtijdig en adequaat op de nieuwe
regelgeving dan kunnen ze juridische problemen krijgen
met toezichthouders. Met als gevolg: maatregelen zoals
boetes, wellicht reputatieschade als deze maatregelen
worden gepubliceerd en zelfs het verlies van toegang tot
de markt. Reken maar dat partijen die wel toegang hebben,
razendsnel toeslaan om ontstane gaten te vullen. Maar
er zijn ook kansen, voor bestaande en voor nieuwe
toetreders. Door vroegtijdig rekening te houden met de
effecten van de AIFM op de structuur en inrichting van
de fondsen en de beheerder, ontstaat een duurzame
organisatie. En dat betekent: kostenefficiëntie.
3. Hervorming van de hypotheekmarkt door de markt opgepakt
Economische ontwikkelingen, AFM-standpunten en
nieuwe regelgeving uit Bazel zorgen voor wijzigingen
in de hypotheekmarkt. Inzicht in de risico’s van deze
ontwikkelingen, zowel vanuit riskmanagement als vanuit
complicance, geeft de mogelijkheid om gefundeerd de
discussie rond hervorming van de markt te voeren.
Inmiddels werken enkele banken onder aanvoering van
de Rabobank aan een nationale regeling waarbij een
groot aantal hypotheekvormen afgeschaft zou worden.
De aanpassingen moeten leiden tot minder risico’s voor
consument en bank. Hiermee laten de banken zien
serieus om te gaan met politieke en maatschappelijke
ontwikkelingen en veranderende risico’s. Door aan een
dergelijk voorstel te werken nemen de banken, en niet
de AFM, nu het voortouw, waarmee de kans op negatieve
publiciteit en het reputatierisico afneemt. Dit was zeer
onwaarschijnlijk onmogelijk geweest zonder Compliance
en Riskmanagement.
4. Inducements op tijd vervangenInducements zijn vergoedingen of provisies, in de
breedste zin, die verkopers of distributeurs ontvangen
van aanbieders voor de verkoop van hun producten. De
regelgeving in de financiële sector rondom inducements
is steeds strenger geworden. De druk op deze vergoedingen
neemt toe en zal wellicht zelfs leiden tot volledige afschaf-
aCtueeL
alex poel (l) en ronald van dijk
legadex magazine | najaar 2011
29
fing. Partijen die sterk afhankelijk zijn van deze vergoe-
dingen moeten op zoek naar alternatieven voor hun
huidige bedrijfsmodel. Sommige partijen hebben hun
verdienmodel al aangepast – zij ontvangen uitsluitend
nog vergoedingen rechtstreeks van hun klanten. Denk
aan een uurtarief of een vaste beheervergoeding. De
risico’s van het niet tijdig aanpassen van het verdien-
model zijn groot: faillissement, bijvoorbeeld. Tijdig
inzicht in de risico’s, maatschappelijke ontwikkelingen
en aankomende regelgeving is dan ook van belang.
verstevig de tweede lijnDe afdelingen Compliance, Riskmanagement en Legal
kunnen dus goed ingezet worden om het commercieel
potentieel van een onderneming te vergroten, door inzicht
te bieden in ontwikkelingen in wet- en regelgeving en
veranderende risico’s. Het denkkader vanuit het bestaande
model is daarvoor echter te beperkt. Aanpassing vraagt
om de inzet van mensen in alle lijnen van een bedrijf.
In de eerste lijn vraagt dit om een professionele cultuur
bij het identificeren van en gedisciplineerd omgaan met
risico’s. In de tweede lijn vraagt dit om deskundigheid en
inzicht in de wijze waarop de business geld verdient. En
om de eerste lijn adequaat te kunnen begeleiden bij een
veranderingstraject. Het vraagt ook wat van de samen-
werking tussen de eerste en tweede lijn. Die moet optimaal
zijn. Misschien is het beter te spreken van 2 lines of defense
waarbij de huidige eerste en tweede lijn worden samen-
gevoegd, zonder afbreuk te doen aan de waarborgen die
de oude tweede lijn biedt. ‘Door gebruik te maken van
adequate informatiesystemen op het gebied van wet- en
regelgeving en risico’s én door relevante ontwikkelingen
met deskundige adviseurs te bespreken, vergroot u de
kwaliteit van de tweede lijn substantieel.’<<
de aIfm-richtlijn: marketingtool voor private equity
tekst jeanette van den Berg, Legadex
Afgelopen juli is de AifM (Alternative investment fund Managers) richtlijn afgekondigd, met een implementatie-termijn van twee jaar. Beheerders van een groot aantal tot nu toe niet gereguleerde fondsen – zoals private equity-fondsen van enige omvang – mogen daardoor straks alleen nog met een vergunning in de eu werken. Ze krijgen te maken met een groot aantal transparantie-voorschriften, zowel bij het aanvragen van de vergunning als daarna. Doorlopend zullen ze aan toezichthouders en beleggers informatie moeten verschaffen. Denk aan infor-matie over het gevoerde beleid, de personen die zich met de beheeractiviteiten bezighouden, de beleggingsstrategie en -doelstellingen van elk beheerd fonds, enzovoorts.het is dus van belang om de zaken goed op orde te hebben, zeker op het gebied van de te verschaffen infor-matie. en het is aan te raden daar nu al mee te beginnen. In 2013 moet u de vergunning aanvragen en in 2014 moet u volledig compliant te zijn. hier gaat veel tijd en energie in zitten. Maar het biedt ook voordelen: door goed en op tijd over de relevante informatie te beschikken, snel de vergunning te krijgen en vervolgens de informatie goed op orde te houden, krijgt u een voorsprong op andere spelers in de sector. AifM-compliant zijn wordt zo een marketingtool voor private equity.
over de auteurs
charco & Dique is een adviesorganisatie voor riskmanage-
ment en compliancevraagstukken in de financiële sector.
De vraagstukken worden zowel vanuit een strategisch als
een tactisch/operationeel oogpunt benaderd. onze erva-
ring als toezichthouder, accountant, compliance officer,
riskmanager en consultant – vertaald naar pragmatische
adviezen en oplossingen – maakt ons uniek.
legadex magazine | najaar 2011
30
overname Provimi door cargill‘De meest besproken deal in het FD 2011’
deaL
‘in my experience this has been the
best prepared process i have ever
encountered’
OVeR PROVImI•Wereldleiderindierenvoeding
•Actiefinmeerdan40landen
•70fabriekenin26landen
•+7.000medewerkers
• Vorige eigenaar: permira
• Nieuwe eigenaar: Cargill
• Adviseurs: freshfields, jp morgan
• Virtual dataroom: merrill datasite
• Dealwaarde: € 1,5 miljard
ROL LegadexVoor, tijdens en na de deal:
• Pre-deal: inrichting wereldwijd systeem
voor corporate housekeeping en contract
management
• Tijdens: opbouw en bijhouden virtual
dataroom, in house ondersteuning Q & a
• Post-deal: integratie dataroom in
juridisch informatiemanagement voor
dagelijks gebruik
‘De meest besproken deal in het FD 2011’
legadex magazine | najaar 2011