LTAD bij VKKF
• Bob Maesen
• Arne Jaspers
Introductie
• LTAD= Long-Term Athlete Development
• Waarom LTAD in VKKF?• Algemene leidraad voor een optimale ontwikkeling van een kajakker
• 90% over ontwikkeling disciplineoverschrijdend
• Inspiratiebron (en toetsingsinstrument)• Individuele meerjarenplan
• Ontwikkeling van de jeugdwerking in de clubstructuur
Doel van deze workshop
• Introductie LTAD • Bob Maesen & Arne Jaspers
• Discussie• In groep
LTAD: enkele basisprincipes
1. Atleet centraal
2. Niet enkel kalenderleeftijd maar gebaseerd op individuele biologische ontwikkeling
3. Alle vaardigheden binnen een fase verwerven alvorens door te gaan
4. Samenwerking tussen alle stakeholders
5. Gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en aangevuld met good practices
LTAD: doel
• Peddel samen en win!
• Recruteren van jeugd
• Minder drop-out
Interessant nevenproduct: topsportresultaten
Jongeren zijn geen mini-volwassenen!
• Fysiek, cognitief, emotioneel, sociaal, ...
Biologische leeftijd!?
• Theorie• Chronologische versus biologische leeftijd
• In de praktijk• Impact op verschillende gebieden
Biologische leeftijd: theorie
• APHV= Age Peak Height Velocity
= Groeispurt
= Leeftijd op het moment van de snelste lengtegroei
• Scenario’s• Vroegrijp: BL > CL
• Gemiddeld: BL = CL
• Laatrijp: BL < CL
Biologische leeftijd: in de praktijk
• Talentidentificatie & Talentselectie
• Meten/inschatten van biologische leeftijd• Methodes – Zie LTAD plan
• Meer informatie verkrijgbaar
• Belangrijk voor timing en inhoud van training• Window of opportunity
Timing eninhoud van training
• Window of opportunity
Ontwikkeling vaardigheden/eigenschappen
1. Kracht (APHV gerelateerd)
2. Uithouding (APHV gerelateerd)
3. Flexibiliteit (kalenderleeftijd gerelateerd)
4. Snelheid (kalenderleeftijd gerelateerd)
5. (Sport)motorische vaardigheden
1) Kracht
• APHV!
• Meisjes• APHV & start menstruatie
• Jongens• APHV + 1 à 1,5
Krachttraining bij jongeren
• Buitensporige spiermassa?
• Neurale aanpassingen
• Coördinatie motorische onderdelen
• Rekrutering en selectiepatronen
Is krachttraining gevaarlijk bij jongeren?
• Is krachttraining gevaarlijk?• Weinig onderzoek toont risico
• Slechte techniek• Overmatige belasting• Vermoeid trainen• Gebrek aan gekwalificeerd toezicht
• Wel aangetoond• Betere botdensiteit en mineralisatie (= sterker skelet)• Verbeterde kracht en snelheid• Verminderde hoeveelheid letsels
• Wat met plyometrie?
2) Uithouding
• APHV!
• Meisjes & Jongens• Vanaf de groeispurt
• Aerobe capaciteitstraining
• Einde groeipiek aerobe vermogenstraining
3) Flexibiliteit
• Kalenderleeftijd!
• Meisjes & Jongens
• 6 tot 10 jaar
• Aandacht tijdens APHV
4) Snelheid
• Kalenderleeftijd!
• Meisjes• Snelheid 1 (6 tot 8 jaar)
• Snelheid 2 (11 tot 13 jaar)
• Jongens:• Snelheid 1 (7 tot 9 jaar)
• Snelheid 2 (13 tot 16 jaar)
• Snelheid 1 & 2?1. Wendbaarheid/Startsnelheid/Bewegingsfrequentie
2. Anaeroob alactisch systeem
5) (Sport)motorische vaardigheden
• Meisjes• 8 tot 11 jaar• 9 tot 12 jaar
• Impact tijdens APHV
• Fase ervaren/beseffen/beheersen
• Feedback• Procesfeedback vs resultaat
• Positieve formulering
• Hoeveelheid feedback (focuspunten)
• Techniekwijziging (OO-BO-BB-OB)
ASM voor techniekaanlering: wat?
• ASM = Athletic Skills Model
• Motorisch leren (Schmidt & Lee, 1999)• Proces• Relatief duurzame veranderingen in gedragspotentieel• Gevolg van oefening en ervaring
• LTAD en ASM kunnen elkaar aanvullen
• Veelzijdig bewegen• Tal van voordelen
ASM voor techniekaanlering: theorie
• Spelend leren
• Leren in de context van de sport
• Belang van afwisseling en variatie
• Techniek als middel
ASM voor techniekaanlering: in de praktijk
• Creativiteit van de trainer/coach
• Aanpassingsvermogen van de atleten trainen
Fasen LTAD
Fasen LTAD
Actieve start
• Fase van bewegingservaring
• Tot 6 jaar
Doel
• Leer fundamentele bewegingen en koppel ze samen in spelvorm
In detail
• Naast de aanbeveling om te leren zwemmen oefent VKKF geen actieve rol uit bij de invulling van deze fase.
• Beweging:• Ontwikkeling van het brein, coördinatie, verhogen van sociale vaardigheden,
bewegingsapparaat, omgaan met emoties, leiderschap en creativiteit• Verhogen van zelfvertrouwen en zelfbeeld bij kinderen• Verhogen van botstructuur en musculoskeletale structuur, flexibiliteit, evenwicht,
houding, conditie, verlaging van stress en verbetering van slaap.• Resulteer in een gezond lichaamsgewicht• Helpt kinderen om goede bewegers te worden en zorgt voor plezier tijdens het
bewegen.
Actieve start
• Fase van bewegingservaring
• Tot 6 jaar
Doel
• Leer fundamentele bewegingen en koppel ze samen in spelvorm
FUNdamentals
• Fase van basistraining
• Van 6jaar tot APHV-1
Doel
• Leer alle fundamentele bewegingsvaardigheden en ontwikkel algemene motorische vaardigheden
• Focus• Snelheid 1
• Flexibiliteit
• (Sport)motorische vaardigheden
In detail• Het kind ontwikkelt algemene bewegingsvaardigheden, zoals wendbaarheid, evenwicht,
coördinatie en snelheid, … Dit wordt via een breed sport- en spelaanbod aangeleerd.
• Het sportprogramma bestaat uit 60% sport-a-specifieke oefeningen, 40% sport specifieke oefeningen. Eerst dient het kind in staat te zijn de fundamentele bewegingsvaardigheden uit te voeren alvorens wordt opgestart met sport specifieke vaardigheden. Accent op watergevoel alsook kajaktechniek en brede motorische vorming.
• Vertrouwd worden met de verschillende boottypes in functie van het niveau.
• Het sportprogramma is evenwichtig en gestructureerd samengesteld. Er is geen periodisering. Er blijft veel ruimte voor spontaan spel.
• Moedig deelname in verschillende sporten aan. (1 à 2 keer dezelfde sport – in totaal 3 à 4 keer sportparticipatie)
• Aanleren van de beginselen van de fair-play.
• Het sporten is fun beleven! De nadruk ligt op participatie.
FUNdamentals
• Fase van basistraining
• Van 6jaar tot APHV-1
Doel
• Leer alle fundamentele bewegingsvaardigheden en ontwikkel algemene motorische vaardigheden
• Focus• Snelheid 1
• Flexibiliteit
• (Sport)motorische vaardigheden
LEARNING to train
• Fase van leren trainen
• Van APHV-1 en APHV
Doel
• Leer algemene sportieve vaardigheden –‘bouwen aan de aerobe motor’
• Focus• Uithouding
• Sportmotorische vaardigheden
• (Snelheid 2)
• (Kracht meisjes)
In detail• Opbouwen van algemene uithouding
• Fase van grote veranderingen in de lichaamsverhoudingen (ledematen, romp) en lichaamseigenschappen (kracht, flexibiliteit, stabiliteit). Hierdoor is een tijdelijke verminderde controle over het lichaam en daling bewegingskwaliteit mogelijk.
• Het ontwikkelen van de algemene sportieve vaardigheden is prioritair. Anders is er een significant deel van het potentieel dat aangetast wordt in het vermogen van de atleet op lange termijn. De sport specifieke vaardigheden (techniek) moeten aangeleerd en geautomatiseerd worden vooraleer de fase van de opbouwtraining (‘training to train’) aan te vatten.
• Het sportprogramma bestaat uit 30/70 verhouding sport-a-specifieke versus sport specifieke oefeningen.
• Het trainingsprogramma is geperiodiseerd volgens een enkel periodiseringsmodel.
• Medische screening ifv eventuele medische problemen met negatieve impact in latere trainingsstadia.
• Aanvang van talentidentificatie op basis van (1) een antropometrische screening (2) een motorische screening (3) een screening van de fysieke ontwikkeling en (4) een prestatiemeting gekaderd binnen de biologische ontwikkeling.
• Opvolging via het SV topsportervolgsysteem.
APHV-1 en APHV
Fase van TALENTIDENTIFICATIEBenchmarks
Sociale omgeving Lager onderwijs en lager secundair onderwijs. Leeft thuis. Ouders stimuleren en ondersteunen het kind. Trainers en ouders
relativeren het belang van het wedstrijdresultaat.
Sportinfrastructuur Watersportlocatie (meer/kanaal/baan/rivier), bos/park/grasvelden, omnisportzaal, gymzaal, speelplein.
Coaching Trainer B of hoger opgeleid. Clubcontext. Clubcoach begeleidt 8-12 kinderen. Ondersteuning vanuit de federatie via regionale
werking.
trai
nin
gsac
hte
rgro
nd
kajakken APHV: van 40 tot 70 km per week. Techniek, regeneratie, extensieve duur, snelheid.zwemmen APHV: tot 4 km per week. Techniek, regeneratie, extensieve duur, snelheid. Supplementair aan kajakken om overbelasting te
vermijdenlopen APHV: tot 15 km per week. Regeneratie, extensieve duur, snelheid.
Ontwikkel uithouding door middel van spel en aflossingsoefeningen. Supplementair aan kajakken om overbelasting te
vermijdenStabilisatie Start met basisvormen van stabilisatietraining, ontwikkel flexibiliteitkracht Ontwikkel kracht op basis van oefeningen met het eigen lichaamsgewicht alsook medicine ballen en Swiss ballen. Voorzie 2-3
sessies per week tussen 15’-30’crosstraining Minimaal 2x per week onder de vorm van lichamelijke opvoeding, gymnastiek, sport- en spelvormen
Trainingsuren/jaar Progressief opbouwend naar 440 uur training per jaar op APHV.periodiseringmodel Ganse jaar sportactief, enkelvoudige periodisering.wedstrijden Minimum 4 en maximaal 12 wedstrijden per seizoen, mix van wedstrijdvormen.
Vaa
rdig
hed
en
Mobiliteit, stabiliteit Bewust worden van eigen lichaam en de bewegingen die je ermee kan maken. Veel spelelementen creëren. Aandacht voor
trainen in evenwicht.kracht
kajakken Een sterke aerobe basiscapaciteit (2000m tijden)zwemmen Aanleren 2-takt en 6-takt. Ademen aan voorkeurszijde en niet-voorkeurszijde. Kan de 4 wedstrijdslagen zwemmen. Sterke
aerobe basiscapaciteit (300m tijden)lopen Lopen en loopspelen onder gevarieerde omstandigheden (parcours, ondergrond). Spelvormen en globale oefenvormen voor
ritmisch, reactief en efficiënt lopen. Een sterke aerobe basiscapaciteit (1500m tijden)
Warm-up/cool down Weet waarom warming up en cooling down nodig zijn en voert het ook uit.trainingsschema Kan een trainingsschema lezen en begrijpt de opdrachten.
APHV-1 en APHV
Fase van TALENTIDENTIFICATIETa
ctie
k
pacing Leert de inspanning doseren en begrijpt de gevolgen van een te snelle start of tussenversnelling. Kan wedstrijdtempo’s inschatten op het
einde van de fase en kent begrippen zoals slagfrequentie en vooruitstuwing.
Tactiek/ploeg Kan samenwerken in spel- en trainingsopdrachten. Leert meerzitter varen op verschillende plaatsen. Kan een booggolf vinden.
regels Begrijpt de sportreglementen en past ze toe.Fair play Begrijpt de regels van de fair play en past ze toe. Gaat respectvol om met collega-atleten, trainers, begeleiders, ouders, …
Sociale vaardigheden Benoemt wat hij/zij leuk vindt aan kajak. Weet na de wedstrijd wat goed en minder goed ging. Leeft, met de hulp van de ouders, volgens
een evenwichtig programma school/sport/vrienden/familie/… Kan met ‘vreemden’ praten. Laat de groep beter trainen door het voorbeeld
te geven. Heeft een positieve attitude. Kan feedback vragen.
Mentale vaardigheden Weet het verschil tussen korte en lange termijn doelen. Kan concentratie aanhouden tijdens instructie en oefening op training. Weet iets
over visualisatie en past dit in eenvoudige situaties en onder begeleiding toe. Kan momentane goesting in een lange termijn planning zien.
Zet zich in op training en wedstrijd. Kan omgaan met wedstrijdspanning door middel van eenvoudige ontspanningstechnieken.
voeding Is bewust van voeding de dagen voorafgaand aan competitie en competitiedagen zelf. Gezonde snack en maaltijden na training en timing
ervan. Weet wat fast food is en gebruikt dit met mate. Drinkt regelmatig water. Beperkt snoep en frisdrank. Eet volgens de
voedingsdriehoek.
hygiëne Weet waarom slaap belangrijk is. Gaat uit zichzelf op tijd slapen. Kan ziekte en pijn aangeven. Drinkt uit eigen drinkbus.
materiaalkennis De technische uitvoering heeft steeds voorrang op de progressie naar een onstabielere kajak. De sporter draagt zorg voor het materiaal en
kan eenvoudige aanpassingen uitvoeren. Heeft kennis van de keuze van het materiaal. Kan eigen sporttas inpakken.
Monitoring Iedereen zit tijdens deze fase in de groeispurt, daarom zou de gestalte maandelijks moeten gemeten worden. Een vermindering van
flexibiliteit is inherent verbonden aan de groeispurt en kan opgevolgd worden door de ‘sit and reach’ test. Uithouding die goed trainbaar is
moet opgevolgd worden door middel van Cooper test/Leger test. Voorts dient de progressie in uithouding geregistreerd te worden (2000m
kajak tijden, 1500 lopen tijden, 300m zwemmen)
Fase van talentdetectie in functie van topsport. Volgende prestatiecriteria worden gehanteerd. In het kader van de breedtesport zijn deze prestaties niet relevant.
pre
stat
ies Kajakken Nationale jeugdwedstrijden waarbij prestaties ondergeschikt zijn aan het
‘leren’. Het competitieprogramma moet de trainbaarheid van uithouding en
snelheid weergeven
prestatieniveau is mogelijk oriënterend
wedstrijden
TRAINING to train
• Fase van opbouwtraining
• Van APHV+1 tot APHV+3
Doel
• Bouw verder aan een solide aerobe basis, ontwikkel snelheid en kracht tegen het einde van de fase en consolideer sport specifieke vaardigheden.
• Topsport & Breedtesport
• Focus
• Uithoudingscapaciteit naar uithoudingsvermogen
• Kracht
• (Snelheid 2)
In detail: topsport
• Start van de progressieve uitbouw van kracht en uithouding, indien de sportieve vaardigheden voldoende beheerst worden.
• Verfijnen van de kajak technische vaardigheden
• Het sportprogramma bestaat uit 15 % sport-a-specifieke oefeningen, 85% sport specifieke oefeningen.
• De focus op het aanleren van basisprincipes is prioritair t.o.v. winnen tijdens competities
• Maak van kajak specifieke aerobe training een prioriteit vanaf APHV terwijl het trainen van snelheid, kracht en flexibiliteit worden behouden of verder ontwikkeld.
• Kies voor een mix van wedstrijdvormen en wedstrijdniveau ’s (sterk en matig bezet).
APHV+1 tot APHV+3
Fase van talentontwikkelingBenchmarks
Sociale omgeving Secundair onderwijs (F-statuut). Woont thuis aangepast aan de sport. Ouders stimuleren en ondersteunen het kind. Trainers en ouders
kaderen het wedstrijdresultaat in functie van de ontwikkeling.
Sportinfrastructuur Watersportlocatie (meer/kanaal/baan/rivier), gym- en powerzaal, bos/park, video-instructie
Coaching Minimum trainer B, bij voorkeur trainer A. De coach begeleidt 4-10 atleten. De coach functioneert in een team met andere
experts/coaches. De coach stuurt de experts/assistent coaches aan (coördinerende functie). Regionale werking van de federatie
trai
nin
gsac
hte
rgro
nd
kajakken 80km (APHV+1) à 120 km (APHV+3) per week. Regeneratie, UC, WC en snelheid. seizoen
60km (APHV+1) à 90 km (APHV+3) per week. Regeneratie, UC, WC en snelheid. Off-seizoen (relatieve rustperiode en winterperiode)
zwemmen 5km (APHV+1) à 8km (APHV+3) per week off season Regeneratie, UC (WC) en snelheid.lopen 16km (APHV+1) à 25km (APHV+3) per week off season. Regeneratie, UC, en snelheid.
8km (APHV+1) à 15km (APHV+3) per week on season. Regeneratie, WC, (UC) en snelheidStabilisatie/flexibiliteit 2-3x per week, 46 weken per jaar. Leg nadruk op flexibiliteitsoefeningen gezien de snelle groei van botten, pezen, ligamenten en spieren
kracht 2-3 sessies per week tussen 45’-60’crosstraining 1-2x per week onder de vorm van lichamelijke opvoeding, gymnastiek, sport- en spelvormen. (school)
Trainingsuren/jaar 550u (APHV+1) – 900u (APHV+3). Meisjes gemiddeld -5% van de totale trainingsload.periodiseringmodel Dubbel periodiseringsmodel. Na afloop van het seizoen dienen minimum 2 relatieve rustweken ingepland te worden.
wedstrijden 4 a 7 wedstrijden per seizoen. In de winterperiode kunnen ook veldlopen, kajakduatlon (langere afstand) ingelast worden, maximaal 3
wedstrijden in totaal in winterperiode.
Vaa
rdig
hed
en
Mobiliteit, stabiliteit Basisprogramma. Individuele accenten.kracht Start krachttraining met gewichten, in evenwicht en full range of motion (APHV+1). Nadruk op een correcte uitvoering! Introduceer
complexere lifts (squats, dead lifts, cleans, multidirectionele lunges, bankduwen, banktrekken) Hoog piramidaal en full range of motion.
Speciale aandacht voor de versterking van de schouders.
2 Fasen van versnelde aanpassing kracht bij meisjes: vanaf APHV en vanaf de menstruatie
1 Fase van versnelde aanpassing bij jongens: vanaf APHV +1 à 1,5kajakken Vervolmaken vaardigheden aan wedstrijdtempo’szwemmen Inhoud in functie van de periodisering. Onderhoud van de 4 wedstrijdslagenlopen Inhoud in functie van de periodisering.Warm-up/cool down Kan zelfstandig een WU/CD uitvoeren.trainingsschema Begrijpt de samenhang tussen de trainingen ifv de korte en middellange termijn.
APHV+1 tot APHV+3
Fase van talentontwikkelingBenchmarks
Tact
iek
pacing Kan flexibel omgaan met de pacing strategie, ifv tactische maar voornamelijk omgevingsfactoren. Fase van experimenteren van wedstrijdmodellen.
Tactiek/ploeg Kan samenwerken met bekenden in functie van een teamprestatie.regels Weet waarom regels nodig zijn en past ze toe.Fair play Weet waarom. Weet waar de grenzen liggen.
Sociale vaardigheden Beschrijft globaal eigen karakter. Stelt zelf prioriteiten. Geeft gedetailleerd aan wat goed ging in wedstrijd en wat niet. Voorkomt problemen, lost ze
zelf op of zoekt hulp. Begrijpt dat keuzes moeten gemaakt worden tussen sport, hobby’s, schoolwerk, … Houdt een trainingsdagboek bij. Kan met
iedereen praten en zich verstaanbaar maken in Frans en Engels. Kan persinterviews geven in het Nederlands. Empathie.
Laat de groep beter trainen door verbale instructie te geven.
Mentale vaardigheden Kan droomdoel formuleren alsook jaardoelen. Kan met hulp van trainer doelen formuleren. Kan taakconcentratie aanhouden tijdens een wedstrijd.
Kan visualisatie toepassen in de wedstrijdvoorbereiding. Is gemotiveerd om de levensstijl aan te passen om de kajakprestatie te verbeteren. Kan
tot het uiterste gaan, maar weet dat 'train hard, but smart' de juiste houding is. Leert arouselniveau beheersen in wedstrijden van nationaal niveau.
Kan relaxatietechnieken en cognitieve technieken toepassen
voeding Kent verschil dorstlesser/energiedrank. Eet volgens de voedingsdriehoek. Heeft vast protocol voor wedstrijden. Kent zweetverlies. Neemt
sportvoeding op training en wedstrijd indien nodig.
hygiëne Drinkt in het buitenland enkel flessenwater. Kent arbeid/rust principe en past dit toe. Is alert voorspierpijn en beginnende letsels. Communiceert
naar de trainers, ouders en de medische staf. Neemt verantwoordelijkheid betreffende blessurepreventie.
materiaalkennis Kan peddellengte instellen ifv de wedstrijdomstandigheden en meerzitters. Kan het materiaal onderhouden. Kan trainen met HF. Kan gebruik
maken van ICT toepassingen voor communicatie en rapportering met betrekking tot de trainingen (vb AM/polarflow/garminconnect/…)
Monitoring Gestalte moet opgevolgd worden (4x per jaar) om de afname in groeisnelheid op te volgen. Introductie van een veldtest waarbij de aerobe
capaciteit en het aeroob vermogen wordt opgevolgd in functie van de periodisering.
Algemene testen kunnen als ijkpunten blijven gebruikt worden (Cooper test, Leger test).
Vermits in deze fase kracht goed trainbaar is, is een krachttest aangewezen.
pre
stat
ies
Kajakken
wedstrijden Eerste internationale ervaring (15 jaar)
Aansluiten bij Top Olympic Hopes
Top 16-8 EK-junioren op einde van de fase ‘training to train’ (17 jaar).
In detail: breedtesport
• Start van de progressieve uitbouw van kracht en uithouding, indien de sportieve vaardigheden voldoende beheerst worden.
• Het sportprogramma bestaat uit 15 % sport-a-specifieke oefeningen, 85% sport specifieke oefeningen.
• Kies voor een mix van wedstrijdvormen in het nationale circuit.
TRAINING to train
• Fase van opbouwtraining
• Van APHV+1 tot APHV+3
Doel
• Bouw verder aan een solide aerobe basis, ontwikkel snelheid en kracht tegen het einde van de fase en consolideer sport specifieke vaardigheden.
• Topsport & Breedtesport
• Focus
• Uithoudingscapaciteit naar uithoudingsvermogen
• Kracht
• (Snelheid 2)
TRAINING to compete
• Fase van aansluitingstraining
• Van APHV+4 tot 22 jaar
Doel
• Neem verantwoordelijkheid als atleet met de focus volledig gericht op competitie.
• Topsport
• Uitbouwen van kajak specifieke vaardigheden met deelname aan competities
• Breedtesport
In detail: topsport
• De training staat volledig in functie van de specifieke sportdiscipline en in functie van het individueel profiel van de atleet.
• De technische en tactische training is steeds sportspecifiek.
• Wedstrijdprogramma is een mix van nationale en internationale wedstrijden en world cups met een piek op het EK en het WK.
• Selectiemoment in functie van het Be Gold project, topsportstudentenproject SV, tewerkstellingsproject SV, (Topsport Defensie)
• Kritieke periode in functie van doorstroming naar het mondiaal topniveau (talentconfirmatie).
APHV+4-22 jaar
TRANSITIE naar topsportBenchmarks
Sociale omgeving Secundair en hoger onderwijs. Kotleven. Situatie is volledig aangepast aan topsport (gespreid studieprogramma, SV topsportstudenten
statuut). Ondersteunende rol van partner en/of peers.
Sportinfrastructuur Watersportlocatie (meer/kanaal/baan/rivier), gym- en powerzaal, bos/park, video-instructie
Coaching Trainer A of hoger opgeleid. Federatiecoach, (clubcoach) of personal coach. De coach begeleidt 2-8 atleten. De coach functioneert in een
team met andere experts/coaches. De coach stuurt de experts/assistent coaches aan (coördinerende functie).
trai
nin
gsac
hte
rgro
nd
kajakken 110 km à 160 km per week progressief. Regeneratie, UC,UV, WC, WV en snelheid. seizoen
70 km à 120 km per week progressief. Regeneratie, UC, WC en snelheid. Off-seizoen (relatieve rustperiode en winterperiode)
zwemmen 8km à 10km per week off season Regeneratie, UC (WC) en snelheid.lopen 16km à 25km per week off season. Regeneratie, UC, en snelheid.
8km à 15km per week on season. Regeneratie, WC, (UC) en snelheidStabilisatie/kracht 3 à 4 x per week, 46 weken per jaar. In functie van de individuele noden.crosstraining Hoofdzakelijk in de relatieve rustperiode en dit steeds volgens individuele noden.Trainingsuren/jaar 930u (17-18 jaar) – 1200u (22 jaar). Meisjes -4%periodiseringmodel Dubbel periodiseringsmodel. Mesostructuur (2:1, 3:1).wedstrijden 2 a 3 grote wedstrijden per seizoen, enkele voorbereidingswedstrijden (ifv wedstrijdmodellen, strategieën,…). In de winterperiode kunnen
ook veldlopen, duatlon (kajak), korte marathonafstanden, maximaal 3 wedstrijden in totaal.
Vaa
rdig
hed
en
Mobiliteit, stabiliteit Individueel aangepast programma specifiek & blessurepreventiefkracht Hoog piramidaal, laag piramidaal, snelkracht en explosiviteitkajakken perfectioneren vaardigheden aan wedstrijdtempo’szwemmen volumes in functie van de periodisering tijdens de periode aerobe capaciteitstraininglopen Volume in functie van de periodisering tijdens de periode aerobe capaciteitstraining en intervaltraining tijdens de periode anaerobe
vermogenstraining (en snelheid)Warm-up/cool down Kan zelfstandig een geïndividualiseerde WU/CD uitvoeren.trainingsschema Kan flexibel inpassen in het eigen weekprogramma met behoud van de doelstellingen van het schema.
APHV+4-22 jaar
TRANSITIE naar topsportBenchmarks
Tact
iek
pacing Kan flexibel omgaan met de pacing strategie, ifv tactische en omgevingsfactoren.Tactiek/ploeg Samenwerken ifv prestatie.regels Compleet begrip en acceptatie van de sport specifieke regels.Fair play Weet waar de grenzen liggen; gaat er niet over.
Sociale vaardigheden Heeft inzicht in eigen mentale vaardigheden. Kan problemen prioriteren. Minimaliseert negatieve effecten op eigen functioneren. Wint aan
zelfstandigheid om levensstijl vorm te geven. Creëert omgeving die levensstijl ondersteunt. Kan een weekplanning maken en toepassen rekening
houdend met sport /werk / studies / herstel / familie / vrienden / … Werkt met een digitaal agendasysteem om de planning overzichtelijk op te
maken. Kan vlot communiceren in Frans en Engels. Kan persinterview geven in Frans en Engels. Weet anderen op training en wedstrijd door
(non)verbale instructie te motiveren.
Mentale vaardigheden Kan doelen situeren in de ontwikkeling als topatleet en rekening houden met de finaliteit. Flexibel omgaan met doelen ifv gewijzigde omgeving.
Kan taakconcentratie terugvinden bij verstoring in wedstrijdsituaties. Kan visualisatie toepassen in de wedstrijdvoorbereiding en tijdens
wedstrijden van Europees niveau. Is gemotiveerd om prioriteit op topsport te leggen. Identiteit = internationale topatleet. Kan tot het uiterste
gaan. Voldoende zelfkennis om het arouselniveau te beheersen in wedstrijden van Europees niveau.
voeding Kan zelf een correcte maaltijd samenstellen/bereiden. Gebruikt supplementen slechts na advies van sportarts/diëtist/trainer. Past voeding aan ifv
gezondheid, prestatie en herstel. Volgt ontwikkelingen op vlak van voeding en/of laat zich door experts adviseren.
hygiëne Is waakzaam voor voedselveiligheid in het buitenland. Vermijd in risicolanden het gebruik van slaatjes, ijs, vlees en water … Is alert voor spierpijn
en beginnende letsels. Kent de regels van handhygiëne en past ze toe. Communiceert naar de trainers en de medische staf.
materiaalkennis Beschikt over het materiaal dat internationaal gebruikt wordt. Kan peddellengte instellen ifv de wedstrijdomstandigheden en meerzitters. Kan het
materiaal onderhouden. Kan trainen met HF. Kan gebruik maken van ICT toepassingen voor communicatie en rapportering met betrekking tot de
trainingen (vb AM)
Monitoring Verhoogde gespecialiseerde monitoring (bloedafnames, screenings, controle- en instuurmomenten,…)
Tests gedurende het jaar om de aerobe capaciteit, aeroob vermogen, anaerobe capaciteit en anaeroob vermogen op te volgen. Steeds individueel
gestuurd.
Pre
sta-
ties
Kajakken
wedstrijden
In detail: breedtesport
• De training staat in functie van de specifieke sportdiscipline en in functie van het individueel profiel van de atleet.
• De technische en tactische training is steeds sport specifiek.
• Wedstrijdprogramma is een mix wedstrijdafstanden en disciplines in het nationale circuit.
TRAINING to compete
• Fase van aansluitingstraining
• Van APHV+4 tot 22 jaar
Doel
• Neem verantwoordelijkheid als atleet met de focus volledig gericht op competitie.
• Topsport
• Uitbouwen van kajak specifieke vaardigheden met deelname aan competities
• Breedtesport
TRAINING to win of ‘Active for life’
• Fase van aansluitingstraining• Topsport
• Fase ‘active for life’• Breedtesport
• Vanaf 23 jaar
Doel
• Op het hoogste niveau consistent varen• Topsport
• Actief betrokken zijn/blijven in de kajaksport• Breedtesport
In detail: topsport
• Perfectioneren van de fysiek-conditionele, technische en tactische vaardigheden.
• Periodisering ifv een hoog consistent prestatieniveau op de internationale world cups en piekwedstrijden (EK, EG, WK, OS).
• Het trainingsprogramma bevat quasi uitsluitend sportspecifieke trainingen en blessurepreventief werk.
• Prestatiemaximalisatie door technologische innovaties en bijzonderetrainingstechnieken, voedingssupplementen, etc.
Vanaf 23 jaar
WORLD CLASS PERFORMANCEBenchmarks
Sociale omgeving Topsport en studies, professionele sport. Situatie is volledig aangepast aan topsport. Ouders en partner ondersteunen de topsporter.
Sportinfrastructuur Watersportlocatie (meer/kanaal/baan/rivier), gym- en powerzaal, bos/park, video-instructie, toegang tot acclimatisatiekamer
Coaching Trainer A of hoger opgeleid. Federatiecoach, (clubcoach) of personal coach. De coach begeleidt 2-8 atleten. De coach functioneert in
een team met andere experts/coaches. De coach stuurt de experts/assistent coaches aan (coördinerende functie).
trai
nin
gsac
hte
rgro
nd
kajakken 110 km à 180 km per week.
70 km à 110 km per week (relatieve rustperiode en winterperiode)
Specifieke trainingsvormen, jaarperiodisering in functie van meerjarenplan (Olympiade)
zwemmen 8km à 10km per week off season Regeneratie, UC (WC) en snelheid.lopen 16km à 25km per week off season. Regeneratie, UC, en snelheid.
12km à 18km per week on season. Regeneratie, WC, (UC) en snelheidStabilisatie/kracht 3 à 4 x per week, 46 weken per jaar. In functie van de individuele noden.crosstraining Hoofdzakelijk in de relatieve rustperiode en dit steeds volgens individuele noden.
Trainingsuren/jaar 1200u-1300u maxima dames -10%periodiseringmodel Alle modellen mogelijk, inclusief blokperiodisering. Keuze ifv de gewenste piekperiodes en individuele
noden.
wedstrijden 2 a 3 wedstrijden per seizoen. In de winterperiode kunnen ook time trials, langebaanwedstrijden maar steeds in functie van de
prioritaire wedstrijden.
Vaa
rdig
hed
en
Mobiliteit, stabiliteit Individueel aangepast programma specifiek & blessurepreventiefkracht Alle modaliteitenkajakken Complete beheersing van de kajakvaardigheden aan wedstrijdtempo en met wedstrijdstress.
zwemmen volumes in functie van de periodisering tijdens de periode aerobe capaciteitstraining
lopen Volume in functie van de periodisering tijdens de periode aerobe capaciteitstraining en intervaltraining tijdens de periode anaerobe
vermogenstraining (en snelheid)
Warm-up/cool down Vaste routine WU/CD, aangepast ifv omstandigheden.trainingsschema Kan over het trainingsschema inhoudelijk discussiëren met de trainer en zelf voorstellen formuleren om het schema te optimaliseren.
Vanaf 23 jaar
WORLD CLASS PERFORMANCEBenchmarks
Tact
iek
pacing Kent zijn persoonlijke optimale wedstrijdmodel, ifv tactische en omgevingsfactoren en kan dit steeds toepassen.
Tactiek/ploeg Samenwerken ifv prestatie.regels Compleet begrip en acceptatie van de sport specifieke regels.Fair play Weet waar de grenzen liggen. Zoekt zo nodig de grenzen op, maar gaat er niet over.
Sociale vaardigheden Maakt een reële inschatting van de kans om de wereldtop te halen. Weet welke vaardigheden bij te
sturen. Overziet de gevolgen van de topsportkeuze. Anticipeert op problemen en handelt desgevallend. Schakelt de juiste mensen in. Behoudt
focus op de gestelde doelen. Weet alle teamleden (atleten en kader) in trainingen en wedstrijden optimaal te motiveren.
Mentale vaardigheden Kan op zeer gedetailleerde wijze doelen stellen op korte (jaarniveau) en middellange termijn (Olympiade) die leiden naar Top 8 plaats op de OS.
Kan concentratie terugvinden bij verstoring in wedstrijdsituaties, ook bij hoge wedstrijddruk. Kan visualisatie toepassen in de
wedstrijdvoorbereiding en tijdens de wedstrijd, zelfs onder extreme wedstrijddruk. Materiële en financiële motivatoren ondersteunen de
intrinsieke motivatie. Kan actuele prestatieniveau volledig aanboren. Kan arouselniveau beheersen in wedstrijden van het hoogste niveau.
voeding Kan zelf een correcte maaltijd samenstellen/bereiden. Gebruikt supplementen slechts na advies van
sportarts/diëtist/trainer. Past voeding aan ifv gezondheid, prestatie en herstel. Volgt ontwikkelingen op vlak van voeding en/of laat zich door
experts adviseren.hygiëne Schakelt steeds tijdig medische staf in. Vermijd verhoogde risico's op blessures/ziekte. Respecteert steeds arbeid/rust.Is waakzaam voor
voedselveiligheid in het buitenland. Vermijd in risicolanden het gebruik van slaatjes, ijs, vlees en water … Is alert voor spierpijn en beginnende
letsels. Kent de regels van handhygiëne en past ze toe.
materiaalkennis Volgt de evoluties van het materiaal op de voet en kan optimale keuzes maken. Heeft overleg met de materiaalfabrikant
Monitoring Optimale gespecialiseerde monitoring (bloedafnames, screenings, controle- en instuurmomenten,…)
Tests gedurende het jaar om de aerobe capaciteit, aeroob vermogen, anaerobe capaciteit en anaeroob vermogen op te volgen. Steeds individueel
gestuurd in functie van optimale performance
Pre
sta-
ties
Kajakken Voldoen aan de vooropgestelde 0-tijden (selectiecriteria KBKV Olympische afstanden volgens ontwikkelingslijn)
wedstrijden Grote regelmaat in prestaties op WC, EK, EG en WK met uitschieters op podium niveau. Finaliteit Top 8 OS.
In detail: breedtesport• De focuspunten betreffende kajak technische vaardigheden zijn volledig in functie van de eigen
doelstellingen.
• Het materiaal moet aangepast zijn aan het niveau van de sporter en in functie van het comfort en de persoonlijke uitdagingen
• Een trainingsprogramma kan opgemaakt worden in functie van de persoonlijke doelstellingen. Voor topatleten moet er een transitieprogramma opgesteld worden na stopzetting van de topsport carrière .
• Het kajakplezier en de gezonde levensstijl wordt gepromoot.
• Een medisch geschiktheidsattest kan geadviseerd worden in geval van een medisch verleden of in functie van de persoonlijke doelstellingen.
• Veiligheid preventief en curatief maken deel uit van de sportcultuur.
• Kennis van warming up, cooling down, stretching, hydratatie en aangepaste voeding kan de kajakbeleving ondersteunen.
Fasen LTAD: evolutie
• Slechts richtlijnen!
• Monitoren / Aanpassen
Monitoren van atleten
Monitoren van atleten
Monitoren van atleten: belangrijke inzichten
Take-home messages
• Tips voor ouders
• Tips voor de jeugdtrainers
Tips voor ouders
Tips voor de jeugdtrainer – deel 1
1. Zorg voor een meerjarenplanning en jaarplanning. Met jeugd werken is steeds met de blik op de toekomst.
2. Richt je trainingsdoelstellingen op de ambities, de verwachtingen en het niveauvan de jonge atleet. In de recreatieve sport moeten sociaal-affectieve doelen prioritair aan bod komen. Sport moet plezierig blijven. Denk aan de periode van de FUNdamentals.
3. Bewaak het evenwicht tussen belasting en herstel. Slechts door een goed evenwicht tussen beide kan er supercompensatie plaatsvinden. Wees waakzaam voor periodes van sterke lichamelijke veranderingen en verminderde belastbaarheid. Verminder zo nodig de trainingsbelasting.
4. Training houdt niet alleen een fysieke belasting, maar ook een sociale en mentale belasting in. De trainer moet zich hiervan bewust worden dat al deze ‘stressfactoren’ het herstelproces beïnvloeden.
Tips voor de jeugdtrainer – deel 2
5. Bewaak een golfpatroon in de trainingsbelasting, zowel op jaarbasis, maandbasis, weekbasis als op het niveau van een enkele trainingssessie.
6. Houd rekening met de schoolbelasting. Kinderen hebben naast de sportieve bekommernissen in eerste plaats de schooltaken te volbrengen. Voorzie de nodige rustmomenten tijdens de examens.
7. Varieer.
8. Ontwikkelen in verschillende disciplines op zeer jonge leeftijd is een must.
9. Vermijd al te vroeg resultaatgerichte training (wedstrijdtempo training).
Tips voor de jeugdtrainer – deel 3
10. Wees voorzichtig met het weg-selecteren van kinderen die wat minder presteren. Misschien zijn ze laat matuur en beschikken ze toch over het nodige sportief talent. Bepaal daarom de APHV. Evalueer tevens de trainingsachtergrond, meet de kwaliteit van de motoriek en neem deze informatie mee in de interpretatie van bepaalde testwaarden.
11. Beschikt een kind niet over het talent om het topsportproject verder te doorlopen, biedt dan alternatieven aan, bijvoorbeeld in breedtesport, jeugdbestuur, trainersopleiding etc. Promoot een actieve en gezonde levensstijl.
12. Let op met training in extreme weersomstandigheden. De thermoregulatie bij jonge kinderen is nog niet volledig ontwikkeld, waardoor ze minder goed koude en warmte verdragen.
13. Leer kinderen de basisbeginselen van gezonde voeding en hygiëne.
14. Wees attent voor meisjes die ten gevolge van de training menstruatiestoornissen ervaren. Verwijs de atlete naar de sportarts.
15. Leer jonge atleten, van zodra ze op gestructureerde wijze trainen, een trainingslogboek bij te houden.
Bedankt voor jullie aandacht!
Vragen?
Discussie in groep