Gebruiksaanwijzing enschakelschema’sBesturing van industriedeuren
NL
Control 44/45
Gelieve zorgvuldig te bewaren.
Nederlands / Blz. 2
1. Inhoudsopgave
Hoofdstuk Blz.
1. Inhoudsopgave 2
2. Verklaring van de symbolen 3
3. Afbeeldingen van de besturing Control 44 / Control 45 5
4. Belangrijke tips in verband met de bedrijfsveiligheid 7
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45 95.1 Verbinding besturing — aandrijving 9
5.1.1 Dynamic 121-128 en Dynamic 300 105.1.2 Dynamic 3-101 - 3-108 10
5.2 Verbinding besturing — deurblad 115.3 Instellen van het referentiepunt 14
5.3.1 Dynamic 121-128 en Dynamic 300 145.3.2 Dynamic 3-101 - 3-108 15
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden 176.1 Overzicht van de indicaties en programmeermogelijkheden 176.2 Programmering van de basisfuncties van de aandrijving 206.3 Programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties 23
7. Aansluiting van de veiligheidscontactlijst 29
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen 318.1 Afstandsbesturing 318.2 Externe bedieningselementen (functiebeschrijving) 32
8.2.1 met systeemstekker 328.2.2 zonder systeemstekker 33
8.3 Aansluiting externe fotocel 368.4 Eindpositiemelding (relais) 388.5 Signaallampen voor sluitfunctie 408.6 Verlichting (relais extra functies) 41
9. Foutmeldingsnummers 43
10. Aanhangsel 4410.1 Schakelschema's 44
10.1.1 Schakelschema Control 44 4410.1.2 Schakelschema Control 45 46
10.2 Storingshandleiding 48
Nederlands / Blz. 3
Opgelet! Gevaar voor lichamelijk letsel!Hier volgen belangrijke veiligheidstips; ter voorkoming vanlichamelijk letsel dienen deze tips dringend opgevolgd teworden!
Attentie! Gevaar voor materiële schade!Hier volgen belangrijke veiligheidstips; ter voorkoming vanmateriële schade dienen deze tips dringend opgevolgd teworden!
2. Verklaring van de symbolen
Functiecontrole:Na aansluiting en programmering van de bedieningsapparatuurkan de besturing op haar functies gecontroleerd worden. Dit iszinvol omdat een eventuele fout meteen herkend wordt enbovendien tijd bespaard wordt bij het zoeken naar een foutachteraf.
Opmerking / tip
Nederlands / Blz. 4
2. Verklaring van de symbolen
in bedrijf, netspanning
impuls
storing
deur open
deur dicht
krachtbegrenzing
stop
extern bedieningselement
elektronische antenne
externe fotocel
zender(optosensor, fotocel)
ontvanger(optosensor, fotocel)
veiligheidscontactlijst
toerentalsensor
naar besturing
slappekabelschakelaar
verbindingskabel
loopdeurschakelaar
automatisch sluiten
verlichting
Symbolen voor besturing, aandrijving etc.:
Nederlands / Blz. 5
Afb. 1: Overzicht van de deur en diversecomponenten
DC
AB
F
E
Afb. 2: Folietoetsenbord (links) ensleutelschakelaar (rechts)
Afb. 3: Bedieningspaneel van de besturing
3. Afbeeldingen van de besturing Control 44 / Control 45
Overzicht van de deur en diversecomponenten:A toetsenbord van de besturingB aansluitingen besturingC aansluitingen deuraandrijvingD instelling referentiepuntE wandcontactdoos CEE-norm 16 AF aansluiting aan het deurblad.
Sleutelschakelaar:0 rood uitI blauw aan
Controlelampjes:1. fotocel2. eindpositie 'DEUR OPEN'3. sluittijden4. eindpositie 'DEUR DICHT'5. referentiepunt6. storing7. impulsgever8. bedrijfsspanning15. veiligheidscontactlijst
Bedieningselementen:10. toets PROGRAMMERING11. toets 'DEUR OPEN'12. toets 'DEUR DICHT'13. toets STOP
P21
3456
78
1 2 3
3 1 15 2
12 1113
0I
O1 O2O8 O3
O7
O11 O10
O4 O12O5O6
4 8 !5 2
!2 !3 !1
Nederlands / Blz. 6
Afb. 4: Aansluitingen in de besturing (detail)
3. Afbeeldingen van de besturing Control 44 / Control 45
Aansluitingen voor diverse stekkers:25. X30 veiligheidscontactlijst26. X20a elektronische antenne27. X10 externe
bedieningselementen28. X20 externe fotocel29. X40 toerentalsensor31. X5 toetsen afdekkap32. X8b signaallampen (relais)33. X8a eindpositie (relais)35. X8d extra functies (relais)
Aansluitklemmen:39. X2c externe
bedieningselementen
Programmeerschakelaar:36. S20 fotocelfunctie37. S20a fotocelfunctie
40. bedieningsgereedschap
O37
O35
Nederlands / Blz. 7
4. Belangrijke tips in verband met de bedrijfsveiligheid
Deze besturing mag uitsluitend aangesloten en in bedrijf gesteld worden doorgekwalificeerd en geschoold vakpersoneel. Gekwalificeerd en geschooldvakpersoneel in deze zin zijn personen die door elektrotechnisch geschooldpersoneel voldoende onderricht of getraind zijn, zodat ze in staat zijn gevaren te onderkennen die door elektriciteit veroorzaakt kunnen worden. Bovendienmoeten ze beschikken over de vereiste kwalifikaties binnen hun vakgebied, in het bijzonder:• Kennis van de desbetreffende elektrotechnische voorschriften.• Opleiding genoten hebben in gebruik en onderhoud van de betreffende
veiligheidsvoorzieningen.• Opleiding in eerste hulp bij ongevallen.
Attentie!Bij bekabelingswerkzaamheden moet de besturing absoluutspanningsloos geschakeld zijn.
• Plaatselijke veiligheidsvoorschriften in acht nemen!• Net - en stuurleidingen absoluut gescheiden leggen!
Stuurspanning 24 V DC.
Attentie!Voor het in gebruik nemen van de besturing, moetgecontroleerd worden of er zich geen personen of voorwerpenin de gevarenzone van de deur bevinden, omdat bij bepaaldeinstellingen de deur in beweging komt.
• Alle voorhanden zijnde noodinrichtingen moeten nog voor de inbedrijfstellinggetest worden.
• De aandrijving mag alleen bij gesloten deur gemonteerd worden!• Na inbedrijfstelling van de installatie moet de eigenaar of de gebruiker
geïnstrueerd worden in de juiste bediening van de installatie.• Er mogen geen kabels in de bovenzijde van de besturing ingevoerd worden.• Om technische redenen gaat de deur de eerste keer na het inschakelen van
de besturing altijd helemaal open
Nederlands / Blz. 8
4. Belangrijke tips in verband met de bedrijfsveiligheid
Opgelet!Attentie bij montage volgens de beveiligingsmodus IP 65:Uiterlijk na de inbedrijfstelling moet de netstekker vervangenworden door een vaste kabelaansluiting! Daarbij moet tevenseen meerpolige werkschakelaar geplaatst worden.
Opgelet!Indien deze waarschuwingen genegeerd worden kan ditlichamelijke letsels en materiële schade tot gevolg hebben.
Nederlands / Blz. 9
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45
5.1 Aansluiting besturing — deuraandrijving
• De elektrische verbindingen in de besturing uitvoeren zoals afgebeeld in afb. 5 of 6.
Aansluitingen in de besturing:50. beveiligingsgeleider-klem51. nettoevoerleiding aandrijving52. bus voor toerentalsensor
Legende schakelschema's:
Aansluitklemmen:X3 aandrijvingX3a motor
Steekverbindingen:X40 toerentalsensor aandrijvingX41 toerentalsensor motor
Afb. 5: Aansluitingen in de besturing Control 44 Afb. 6: Aansluitingen in de besturing Control 45
51 50 52 51 50 52
Afb. 8: aansluitingen aan de deuraandrijving
Nederlands / Blz. 10
5.1.2 Dynamic 3-101 - 3-108
• De aansluitingen aan de deuraandrijving uitvoeren zoals afgebeeld in afb. 8.
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45
5.1.1 Dynamic 121 - 128 / Dynamic 300
• De aansluitingen aan de deuraandrijving uitvoeren zoals afgebeeld in afb. 7.
Afb. 7: aansluitingen aan de deuraandrijving
Aansluitingen aan de deuraandrijving:53. beveiligingsgeleider-klemS4 nettoevoerleidingS5 toerentalsensor-bus
Aansluitingen aan dedeuraandrijving:53. beveiligingsgeleider-klemS4 nettoevoerleidingS5 toerentalsensor-bus O55
O54
O53
55 54 53
Nederlands / Blz. 11
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45
Opgelet!De besturing Control 44 / Control 45 bevat een ruststroomcircuit.Indien het ruststroomcircuit onderbroken wordt, kan de deurniet meer elektrisch in beweging worden gezet. Elementen in
dit ruststroomcircuit zijn bijvoorbeeld: slappekabel-, loopdeur- en vangbeveilings-schakelaar. Zijn deze elementen niet aanwezig, dan moet men de meegeleverdekortsluitstekker in de aansluitbus X30 steken.
5.2 Verbinding besturing — deurblad
Opgelet!Voor het geval een deurinstallatie met veiligheidscontactlijstin gebruik genomen wordt, geldt het schakelschema op bladzijde29 i.p.v. het hieronder afgebeelde schema.
Voor de daaropvolgende functiecontrole mogen de optische sensoren (zender en ontvanger) niet aangesloten zijn.
Aansluiting slappekabelbeveiliging (alleen Dynamic 121 - 128)• De systeemkabel verbinden met de aansluitbus X30 (25) in de besturing.
Nederlands / Blz. 12
Legende:
Schakelaar (systeemstekker):S5 loopdeur schakelaarS6 schakelaar voor slappe kabelS7 nachtvergrendeling
Schakelaars (klemschroeven):S5a * SchlupftürschalterS6a * SchlaffseilschalterS6b * Seillagensicherung
Steckanschlüsse:X30 sluitbeveiliging (in de besturing)X71A contact voor de loopdeurX71B schakelaar voor slappe kabelX71C nachtvergrendelingX71D schakelaar voor slappe kabelX73 verbindingskabelX74 ♦ optische sensor zender
Aansluitklemmen:X2c ruststroomcircuit (in de
besturing)X7C wendelsnoerX7H ruststroomcircuitX7L schakelaar voor slappe kabel
* Bij aansluiting moet de kortsluitbrugverwijderd worden.
♦ .Indien voorhanden
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45
• Steek de netstekker van de besturing in de wandcontactdoos van het typeCEE-Norm 16 A.
• Gelieve er op te letten dat de voedingsspanning uit de wandcontactdoosovereenstemt met de aangegeven waarde van de besturing en dat debeveiligingswijze voldoet aan de plaatselijke voorschriften.
• Bij een vaste aansluiting van de besturing is een meerpolige hoofdschakelaarvereist.
Afb. 9: Schakelschema
Opmerking:Opgelet: de Control 44 heeft een rechtsdraaiend draaiveld.
Nederlands / Blz. 13
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45
Functiecontrole netaansluiting en bekabeling aan de aandrijving:
• Beweeg de deur manueel half open.• Schakel de netspanning aan.
- Het controlelampje BEDRIJFSSPANNING (8) moet branden.-> Indien niet, zie dan de storingshandleiding onder punt 'geen spanning'.
• Druk op de toets 'DEUR OPEN' (11).- De deur moet open gaan.
-> Als de deur niet beweegt: zie storingshandleiding onder punt 'geen reactie na het geven van een impuls'.
Functiecontrole ruststroomcircuit:
• Controleer alle aangesloten veiligheidselementen door ze één voor één tebedienen.- De deur kan nu niet meer elektrisch in beweging worden gebracht.
-> Mocht dit toch het geval zijn, controleer dan de elektrische aansluiting vanieder veiligheidselement.
• Schakel nu de netspanning uit.
Attentie!Bij de volgende instellingen er absoluut op letten dat de deurNOOIT helemaal open of dicht beweegt. Stop de deur op zijnminst 50 cm voor het bereiken van de mechanische eindpositiesdoor het indrukken van de STOP-toets (13).
Nederlands / Blz. 14
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45
5.3 Instellen van het referentiepunt
5.3.1 Dynamic 121 - 128 en Dynamic 300
Dynamic 121 - 128: De deur manueel bewegen in de positie DICHT.Dynamic 300: Geleideslede in de positie DICHT monteren.
• De doorzichtige kap aan de deur-aandrijving openen.• De schakelas ontkoppelen door de rode ontkoppelingshefboom (19) naar voor
te leggen en de binnenste meeneemschijf (20) van het loopwiel in de richtingvan de as te drukken (zie afb. 10).
• Het kartelwieltje (21) draaien in de richting van de wijzers van de klok, tot deschakelslede (22) zich ca. 5 mm voor de links afgekante schakelnokken bevindt(zie afb. 10).
• De meenemerschijf weer inkoppelen en beveiligen met een hoorbaar weerinschakelen van de ontkoppelingshefboom.
19
2021
22
ca. 5 mm
Afb. 10: Instelling referentiepunt (deur is dicht)
• De deur moet nu manueel helemaal geopend worden.
Nederlands / Blz. 15
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45
• Met het kleine kartelwieltje de instelspil draaien tot de referentiepunt-schakelaar (24) door de schakelslede (22) geactiveerd wordt (zie afb. 11).
• Het kleine kartelwieltje (23) nog 1 -2 omwentelingen draaien tegen de richtingvan de wijzers van de klok.
• Aansluitend de doorzichtige kap van de aandrijving weer monteren.• Met de elektrische aandrijving de deur weer in de vooringestelde eindpositie
DEUR DICHT bewegen.
23
24
22
Afb. 11: Instelling referentiepunt (deur is open)
Nederlands / Blz. 16
5.3.2 Dynamic 3-101 - 3-108
1. Zet de deur handmatig in de mechanische eindpositie DEUR-DICHT.2. Open het deksel van de aandrijfkast3. Draai met de madenschroef (J) de bevestiging (arrêt) van de schakelnok (D) los.4. De schakelnok (D) zo instellen dat de eindpuntschakelaar ca. 0,7 - 1,0 m voor
het bereiken van de eindpositie DEUR-OPEN, in werking treedt (stelling H).5. Bevestig de schakelnok (D) opnieuw door het vastdraaien van de
madenschroef (J).6. Monteer aansluitend opnieuw het deksel van de aandrijfkast7. Schakel de netspanning aan en druk op de toets DEUR-DICHT (12). De deur
beweegt zich nu naar de voorgeprogrammeerde eindpositie DEUR-DICHT.
Afb. 12: Instelling van het referentiepunt
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45
A B C D E FC
J
HG
Nederlands / Blz. 17
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
6.1 Overzicht van de indicatiefuncties en deprogrammeermogelijkheden
IndicatiefunctiesNa het inschakelen van de netspanning voert de besturing een zelftest uit (alle controlelampjes branden ca. 2 seconden).• Zie ook afb. 2, bladzijde 5.
FoutmeldingenKnippert het controlelampje STORING (6), dan wordt het bijbehorendefoutmeldingsnummer na kort indrukken van de programmeertoets j (10)aangeduid (indicaties knipperen onregelmatig). Het foutmeldingsnummer wordtberekend door de optelsom van de knipperende cijfers.• Zie ook 9. Foutmeldingsnummers, bladzijde 43.
Programmeren van de basisfuncties van de aandrijvingToets j (10) langer dan 2 seconden ingedrukt houden. Dan wisselt de besturingvan de operationele toestand naar de programmeermodus voor de basisfuncties,indicatie 1 knippert, alle andere indicaties branden.Toets j kan losgelaten worden.
Met de toetsen h (11) of g (12) kunnen wijzigingen in het programmeermenuaangebracht en met toets j in het geheugen opgeslagen worden.(Wordt toets j ingedrukt, zonder dat er een wijziging met de toetsen h en g
wordt aangebracht, dan wordt het programmeermenu overgeslagen, de instellingen blijven onveranderd). Na het laatste programmeermenu is deprogrammering van de basisfuncties van de aandrijving beeindigd, herkenbaardoor het uitgaan van alle indicaties in de volgorde van 8-1.
Programmeren van de uitgebreide aandrijvingsfunctiesToets j (10) langer dan 10 seconden ingedrukt houden. Dan wisselt debesturing van de operationele toestand naar de programmeermodus voor deuitgebreide aandrijvingsfuncties, indicatie 8 knippert snel, alle andere indicatiesbranden.Door toets j ingedrukt te houden, met de toetsen h (11) of g (12) de gewensteprogrammeermodus kiezen (indicatie van de modus knippert snel, alle andereindicaties branden). Toets j kan losgelaten worden.
Nederlands / Blz. 18
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
Het eerste programmeermenu van de gewenste modus is nu gekozen (indicatie1 knippert, alle andere aanduidingen branden).Met de toetsen h of g kunnen in het programmeermenu veranderingenaangebracht en met toets j in het geheugen opslagen worden. (Wordt toets j ingedrukt, zonder dat er een wijziging met de toetsen h of gwordt aangebracht, dan wordt het programmeermenu overgeslagen, de instellingen blijven onveranderd). Na het laatste programmeermenu is deprogrammering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties beëindigd, herkenbaardoor het uitgaan van alle indicaties in de volgorde van 8-1.
Opmerkingen in verband met de programmeringDe voorgeprogrammeerde gegevens kunnen niet gewist, maar alleen overschrevenworden. Als de besturing zich in de programmeermodus bevindt en geen van dedrie programmeertoetsen (h, g, j) wordt binnen de 30 seconden ingedrukt,dan wordt het programmeren afgebroken. De besturing keert terug naar deoperationele toestand. Het controlelampje STORING (6) knippert, door toets jkort in te drukken wordt het foutmeldingsnummer 7 (= programmering afgebroken) aangeduid.
Nederlands / Blz. 19
Verklaring van de uitgebreide aandrijvingsfuncties:
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
Programmeermodus
Modus 8bedrijfssoorten
Tabel:zie blz. 23.
Modus 3Automatisch sluiten
Tabel:zie blz. 24 / 25.
Modus 5Verlichting / signaallampen
Tabel:zie blz. 26 / 27.
Modus 6Omkeerbewegingen
Tabel:zie blz. 28.
Functies
- OPEN (zelfhoudend contact)
- DICHT (zelfhoudend contact)
- Impulscommando
- Richtingscommando (druk-knop OPEN resp. DICHT)
- Impulsfunktie OPEN
- Tijdsduur 'deur open'
- Waarschuwingstijd
- Aanrijwaarschuwingstijd
- Voortijdig sluiten na hetpasseren van de fotocel
- Verlichtingstijd
- Signaallampen
- Verlichting
- Fotocel OPEN
- Fotocel DICHT
- Veiligheidscontactlijst OPEN
- VeiligheidscontactlijstDICHT
- Krachtbegrenzing OPEN
- Krachtbegrenzing DICHT
Verklaringen
De aandrijving loopt na de start totdat deeindpositie 'deur OPEN' bereikt is.
De aandrijving loopt na de start totdat deeindpositie 'deur DICHT' bereikt is.
Een lopende aandrijving kan naar keuze viaeen bedieningselement wel of niet gestoptworden.
Een lopende aandrijving kan naar keuze viaeen bedieningselement wel of niet gestoptworden.
Omkeren van de richting of een openings-prioriteit.
De tijd dat de deur open staat voordat dedeur weer automatisch sluit.
De tijd dat de signaallampen knipperenvoordat de deur weer automatisch sluit.
De tijd dat de signaallampen knipperenvoordat de deur zich in beweging zet.
De deur sluit na de ingestelde tijd 'deur open'of voortijdig na het passeren van de fotocel.
De tijd dat de aandrijfverlichting aan blijft nade deurbeweging.
De signaallampen knipperen of branden bijeen elektrische beweging van de deur.
De aandrijfverlichting knippert of brandttijdens de waarschuwingstijd.
Instelbaar, of de aandrijving stopt, of eenkorte of lange omkeerbeweging.
Instelbaar, of de aandrijving stopt, of eenkorte of lange omkeerbeweging.
Instelbaar, of de aandrijving stopt, of eenkorte of lange omkeerbeweging.
Instelbaar, of de aandrijving stopt, of eenkorte of lange omkeerbeweging.
Instelbaar, of de aandrijving stopt, of eenkorte of lange omkeerbeweging.
Instelbaar, of de aandrijving stopt, of eenkorte of lange omkeerbeweging.
Nederlands / Blz. 20
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
6.2 Programmering van de basisfuncties van de aandrijving
21
3456
78
PLED uitLED brandtLED knippert
P
P
P
1 23
45678
P1 23
45678
1 23
45678
P
1 23
45678
1 23
45678
P1 23
45678
1. Programmering externe fotocelProgrammeertoets j ± 2 secondenindrukken. LED 1 knippert en alleandere branden.Door de toets h in te drukken wordt de aansluiting van een 'externefotocel' mogelijk.LED 1 brandt.Door de toets g in te drukken kan deaandrijving zonder 'externe fotocel'uitgevoerd worden.LED 1 brandt.Voor het aansluiten en activeren van een externe fotocel zie blz. 36,punt 8.3. Met toets j in het geheugenopslaan.
2. Programmering van de 'eindpositie open'LED 2 knippert en alle anderebranden. Met de toetsen h of gde deur in de eindpositie 'deuropen' laten lopen (aandrijving looptzonder zelfhoudend contact). Metde toets j de eindpositie in hetgeheugen opslaan.
Nederlands / Blz. 21
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
3. Programmering van de 'eindpositie dicht'LED 4 knippert en alle anderebranden.Met de toetsen h of g de deur inde eindpositie 'deur dicht' latenlopen (aandrijving loopt zonderzelfhoudend contact). Met de toetsj de eindpositie in het geheugenopslaan.
4. Programmering van de 'krachtbegrenzing open'LED’s 2 en 6 knipperen en alleandere branden.Door toetsen h of g in te drukkenis de krachtbegrenzing instelbaar infasen van 1 (gevoeligste waarde) tot 16.Met toets j in het geheugenopslaan.
5. Programmering van de 'krachtbegrenzing dicht'LED’s 4 en 6 knipperen en alleandere branden.Door toetsen h of g in te drukkenis de krachtbegrenzing instelbaar inverschillende niveaus van 1 (gevoeligste waarde) tot 16.Met toets j in het geheugenopslaan.
P
P
P
1 23
5678
4
4
1 23
5678
4
1 23
5678
P
P
P1 23
45
78
6
1 23
45678
1 23
45678
P
6
2
4
1
3
5
78
P1 23
45678
P1 23
4678
5
Nederlands / Blz. 22
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
6. Programmering van deafstandsbedieningLED 7 knippert en alle anderebranden. Voor het aansluiten van de elektronische antenne, zie blz. 31, punt 8.1.De overeenkomstige toets van degecodeerde handzender indrukken,tot de LED 7 snel knippert. Door detoets j in te drukken is de coderingin het geheugen opgeslagen. De programmering van de basis-functies is beëindigd, duidelijkzichtbaar door het uitgaan van alleLED’s in de volgorde 8 - 1.
P1 2
3456
78
P1 2
3456
78
tnaMar
ec
* Indicatie van de niveaus:LED 1 knippert = stap 1LED 1 brandt = stap 2LED 1 brandt, LED 2 knippert = stap 3...LED 1 tot 8 branden = stap 16
Opgelet!De krachtbegrenzing zo gevoelig mogelijk instellen!De werking van de krachtbegrenzing regelmatig testen.
Nederlands / Blz. 23
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
6.3 Programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties
Modus 8: soorten operationele functies
UIT AAN
UIT AAN
NEE JA
NEE JA
omkeren de richtingvan richting OPEN
NORM OPEN
TOET
S P
21
3456
78 21
3456
78 21
3456
78 21
3456
78 21
3456
78 21
3456
78 21
3456
78
1 2 3 4 5 6 7
Menu 5 Impulsfuncties
21
3456
78
21
3456
78
21
3456
78
21
3456
78
21
3456
78
21
3456
78
Menu 4 Open / Dicht - commandogever, stoppen van een lopende aandrijving
Menu 3 Impuls - commandogever, stoppen van een lopende aandrijving
Menu 1 'Deur open' met zelfhoudend contact
Menu 2 'Deur dicht' met zelfhoudend contact
Legende:
LED knippert
LED brandt
LED brandt niet
Voor-geprogrammeerdNiet mogelijk
Nederlands / Blz. 24
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
6.3 Programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties
Modus 3: automatisch sluiten
Sluiten 5 10 15 20 25 30niet geactiveerd seconden seconden seconden seconden seconden seconden
Sluiten 2 5 10 15 20 25niet geactiveerd seconden seconden seconden seconden seconden seconden
0 1 2 3 4 5 6seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden
NEE JA
TOET
S P
21
3456
78 21
3456
78 21
3456
78 21
3456
78 21
3456
78 21
3456
78 21
3456
78
1 2 3 4 5 6 7
TOETS g
21
3456
78
21
3456
78
21
3456
78
21
3456
78
Menu 1 Tijdsduur 'deur open'
Menu 2 Waarschuwingstijd
Menu 3 Aanrijwaarschuwing
Menu 4 Voortijdig sluiten na het passeren van de fotocel
21
3456
78
Nederlands / Blz. 25
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
35 40 50 80 100 120 150 180 255seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden
30 35 40 45 50 55 60 65 70seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden
7seconden
21
3456
78 21
3456
78 21
3456
78 21
3456
78 21
3456
78 21
3456
78 21
3456
78
8 9 10 11 12 13 14 15 16
TOETS h
21
3456
78 21
3456
78
Legende:
LED knippert
LED brandt
LED brandt niet
Voor-geprogrammeerdNiet mogelijk
Nederlands / Blz. 26
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
6.3 Programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties
Modus 5: verlichting / signaallampen
2 95 100 110 120 130 140seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden
externe externesignaallampen signaallampen
branden knipperen
aandrijfver- aandrijfver-lichting is lichting knippert
aan tijdens de tijdens deverlichtingstijd waarschuwingstijd
TOET
S P
1 2 3 4 5 6 7
TOETS g
Menu 1 Verlichtingstijd
Menu 2 Signaallampen
Menu 3 Verlichting
21
3456
78 21
3456
78 21
3456
78 21
3456
78 21
3456
78 21
3456
78 21
3456
78
21
3456
78
21
3456
78
21
3456
78
21
3456
78
Nederlands / Blz. 27
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
150 160 170 180 190 200 210 220 240seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden
8 9 10 11 12 13 14 15 16
TOETS h
21
3456
78 21
3456
78 21
3456
78 21
3456
78 21
3456
78 21
3456
78 21
3456
7821
3456
78 21
3456
78
Legende:
LED knippert
LED brandt
LED brandt niet
Voor-geprogrammeerdNiet mogelijk
Nederlands / Blz. 28
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
STOP KORT LANG NIETomkeren omkeren aanwezig
STOP KORT LANG NIETomkeren omkeren aanwezig
STOP KORT LANG NIETomkeren omkeren aanwezig
STOP KORT LANG NIETomkeren omkeren aanwezig
STOP KORT LANG NIETomkeren omkeren aanwezig
TOET
S P
1 2 3 4 5 6 7
TOETS g TOETS h
21
3456
78
STOP KORT LANG NIETomkeren omkeren aanwezig21
3456
78
21
3456
78 21
3456
78 21
3456
78 21
3456
78 21
3456
78 21
3456
78 21
3456
78
21
3456
78
21
3456
78
21
3456
78
21
3456
78
21
3456
78
6.3 Programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties
Modus 6: soorten omkeerbeweging
Legende:
LED knippert
LED brandt
LED brandt niet
Voor-geprogrammeerdNiet mogelijk
Menu 1 Krachtbegrenzing voor richting 'deur OPEN'
Menu 2 Krachtbegrenzing voor richting 'deur DICHT'
Menu 3 Fotocel voor richting 'deur OPEN'
Menu 4 Fotocel voor richting 'deur DICHT'
Menu 5 Veiligheidscontactlijst voor richting 'deur OPEN'
Menu 6 Veiligheidscontactlijst voor richting 'deur DICHT'
Nederlands / Blz. 29
Aansluiting van deveiligheidscontactlijst:Steek de optosensoren (fotocellen) inhet rubberprofiel en sluit ze elektrischaan.
Legende:Schakelaar (systeemstekker):S5 loopdeur schakelaarS6 + schakelaar voor slappe kabelS7 nachtvergrendeling
Schakelaars (klemschroeven):S5a * loopdeur schakelaarS6a *+ schakelaar voor slappe kabelS6b * trekkabelbeveiliging
Steekverbindingen:X30 ongevalbeveiliging
(in de besturing)X71A contact voor de loopdeurX71B + schakelaar voor slappe kabelX71C nachtvergrendelingX71D schakelaar voor slappe kabelX72 optische sensor ontvangerX73 verbindingskabelX74 optische sensor zender
Aansluitklemmen:X2c ruststroomcircuit
(in de besturing)X7C wendelsnoerX7H ruststroomcircuitX7L schakelaar voor slappe kabel
Optosensoren:V5 zenderV6 ontvanger
* Bij aansluiting moet de kortsluitbrugverwijderd worden.
+ alleen Dynamic 121 - 128
7. Aansluiting van de veiligheidscontactlijst
Functie: De veiligheidscontactlijst bewaakt het rubber bodemprofiel. Raakt de deurtijdens het sluiten een hindernis, dan zorgt de veiligheidscontactlijst ervoor datde deur stopt en aansluitend weer open gaat, zodat de hindernis vrij komt.
Afb. 13: Schakelschema
Nederlands / Blz. 30
Controle:• De lichtweg in het rubber bodemprofiel onderbreken; dit kan door het profiel
te vervormen of door het verwijderen van de optosensorzender resp. ontvanger.• Een eventueel sluiten van de deur op dit moment mag niet met zelfhoudend
contact!• De lichtweg in het rubber bodemprofiel weer vrijgeven.• De deur moet vanaf nu weer sluitbewegingen met zelfhoudend contact
maken.
7. Aansluiting van de veiligheidscontactlijst
Indicaties op de optosensor-platine:LED GROEN: BedrijfsspanningLED GEEL: Ruststroomcircuit gesloten (moet bij het aanspreken
van de slappekabel- resp. loopdeurbeveiliging uitgaan)LED ROOD: Functie-indicatie optosensor (moet bij onderbreking van
de lichtstraal uitgaan)
Functiecontrole veiligheidscontactlijst:
• De netspanning inschakelen.• Laat de deur naar eindpositie 'DEUR OPEN' lopen.• Druk op de toets 'DEUR DICHT' (12).
- De deur moet met zelfhoudend contact sluiten.-> Zo niet, dan de optosensor controleren (zie storingshandleiding).
• Knijp tijdens het sluiten in het rubber bodemprofiel.- De deur moet stoppen en aansluitend weer kort tiijd opengaan.
-> Zo niet, dan de optosensor controleren (zie storingshandleiding).• Schakel de netspanning uit.
Functiecontrole optosensoren:
Opgelet!Ten minste een keer per jaar moet de functie van deoptosensoren getest worden, om de bedrijfsveiligheid van dedeurinstallatie te verzekeren.
Nederlands / Blz. 31
Aansluiting van de elektronische antenne• De elektronische antenne op aansluitbus X20a (26) van de besturing
aansluiten.
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
8.1 Afstandsbesturing
Attentie!Gelieve uw individuele codering met de codeerschakelaars van de handzender in te stellen.
Aanpassen van de besturing aan het gebruik van een handzenderZie ook 6.2, punt 6. Programmering van de afstandsbediening, blz. 22.Na een stroomonderbreking blijft de codering behouden.
Functiecontrole:
• Bedien de handzender vanop een afstand van ca. 15 m.- De deur moet nu in beweging komen.
-> Zo niet, zie dan de storingshandleiding onder 'afstandsbediening'.
Tip:Bij de montage opletten dat de antenne goed uitgericht is, om een optimale ontvangst te waarborgen (Let op: metalen delen hebben een afschermende werking!).
Nederlands / Blz. 32
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
8.2.1 Aansluiting externe bedieningselementen metsysteemstekker
Voorbeelden van externe bedieningselementen met systeemstekkers:• Drukknopkast van de Command serie• Codeschakelaar Command 201• Sleutelschakelaar Command 311 en 411
Aansluiting van de bedieningselementen:
Opmerking:Bij aansluiting van meerdere sleutelschakelaars resp. code-schakelaars heeft u tweevoudige verdelers (art.nr. 151 228)voor serieschakeling nodig.
Voor inlichtingen over het aansluiten van meerdere bedieningselementen metverdelers kunt u het aansluitschema voor verdelers raadplegen.
Attentie!Voor het aansluiten van externe bedieningselementen moet de kortsluitstekker uit de aansluitbus X10 (27) van de besturingverwijderd worden.
8.2 Externe bedieningselementenExterne bedieningselementen kunnen verschillende functies hebben (voorgeprogrammeerd):STOP: De aandrijving kan niet meer in beweging worden gezet,
een bewegende deur wordt gestopt.IMPULS : De deur wordt geopend (uitzondering: als de deur in de eindpositie
OPEN staat, gaat de deur dicht). Een bewegende deur kan nietgestopt worden.
OPEN: De deur wordt geopend. Een bewegende deur wordt gestopt. Bij inge-schakelde functie 'automatisch sluiten' wordt de ingestelde wachttijd langer.
DICHT: De deur wordt gesloten. Een bewegende deur wordt gestopt. Bij ingeschakelde functie 'automatisch sluiten' wordt de tijd dat dedeur open blijft korter.
Nederlands / Blz. 33
Afb. 14: Schakelschema
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
• Het bedieningselement met systeem-stekker met de aansluitbus verbinden.
Functiecontrole:
• Bedien het externe bedienings-element.-> De gewenste functie moet
uitgevoerd worden.
8.2.2 Aansluiting externe bedieningselementen zondersysteemstekker
Voorbeelden van externe bedieningselementen zonder systeemstekkers:• Trekschakelaar Command 701• Drukknopkast Command 601 en 602• Codeschakelaar Command 202
Aansluiting van de bedieningselementen• De bedieningselementen aan de klemstrip X2c (39) aansluiten.
Nederlands / Blz. 34
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
Aansluitschema: Bedieningselementen S2 en S4 stoppen een werkende aandrijving:
Aan de aansluitklem X2c zijn de volgende functies beschikbaar:
S0 (STOP): Aansluiting: Klemmen 12 en 13 (kortsluitbrug verwijderen!)Contactsoort: Contact-opener (verbreekt contact)Schakeling: Meerdere contacten moeten in serie geschakeld
worden!
S1 (IMPULS): Aansluiting: Klemmen 20 en 21Contactsoort Contact-sluiter (legt contact)Schakeling: Meerdere contacten moeten parallel geschakeld
worden!
S2 (OPEN): Aansluiting: Klemmen 16 en 15Contactsoort Contact-sluiter (legt contact)Schakeling: Meerdere contacten moeten parallel geschakeld
worden!
S4 (DICHT): Aansluiting: Klemmen 16 en 17Contactsoort Contact-sluiter (legt contact)Schakeling: Meerdere contacten moeten parallel geschakeld
worden!
Afb. 15: Schakelschema Afb. 16: Schakelschema
Nederlands / Blz. 35
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
Aansluitschema: Bedieningselementen S2 en S4 stoppen een werkende aandrijving niet:
Aan de aansluitklem X2c zijn de volgende functies beschikbaar:
S0 (STOP): Aansluiting: Klemmen 12 en 13 (kortsluitbrug verwijderen!)Contactsoort: Contact-opener (verbreekt contact)Schakeling: Meerdere contacten moeten in serie geschakeld
worden!
S1 (IMPULS): Aansluiting: Klemmen 20 en 21Contactsoort Contact-sluiter (legt contact)Schakeling: Meerdere contacten moeten parallel geschakeld
worden!
S2 (OPEN): Aansluiting: Klemmen 14 en 15Contactsoort Contact-sluiter (legt contact)Schakeling: Meerdere contacten moeten parallel geschakeld
worden!
S4 (DICHT): Aansluiting: Klemmen 14 en 17Contactsoort Contact-sluiter (legt contact)Schakeling: Meerdere contacten moeten parallel geschakeld
worden!
Functiecontrole:
• Bedien het externe bedieningselement- De gewenste functie moet uitgevoerd worden.
Afb. 17: Schakelschema Afb. 18: Schakelschema
Nederlands / Blz. 36
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
8.3 Aansluiting externe fotocel
Functie:De externe fotocel bewaakt het doorgangstraject van de deur. Als er zich tijdenshet sluiten een hindernis in het doorgangstraject bevindt, dan wordt de deurweer helemaal geopend.Bij een ingeschakelde 'automatisch sluiten' functie wordt de tijd dat de deuropen blijft door het activeren van de fotocel weer verlengd.
Attentie!Bij gesloten deur worden de fotocellen uitgeschakeld.Voor het afstellen van de fotocel de deur geheel of gedeeltelijkopenen.
Aansluiting van de fotocel: Special 613, Art. nr. 153 550Special 614, Art. nr. 152 675Special 615, Art. nr. 152 703
• De programmeerschakelaar S20 (36) op de besturingsplatine in positie OFFschakelen (daartoe de afdekplaat van de besturing openen).
• De fotocel met de aansluitbus X20 (28) in de besturing verbinden. De bekabeling van de fotocel uitvoeren zoals afgebeeld in nevenstaandschema. Voor een gedetailleerde beschrijving verwijzen wij naar de montagehandleidingvan de fotocel.
Nederlands / Blz. 37
Afb. 19: Aansluiting fotocel
Aansluitschema fotocel:
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
Aansluiting van een bijkomende fotocelOok de andere programmeerschakelaar S20a (37) op de besturingsplatine in de positie OFF schakelen (eerst de afdekplaat in de besturing openen).De tweede fotocel wordt aan de antenne aansluitbus X20a (26) aangesloten.Bevindt zich reeds een antenne-unit in deze aansluitbus, dan kan een adapter(tweevoudige verdeler voor systeemstekker, art.nr. 562 856) en een vlakkekabel (art.nr. 562 759) volgens het bovenstaande schakelschema aangeslotenworden.
Functiecontrole:
• Laat de deur in de richting 'DEUR DICHT' lopen.• Onderbreek de lichtstraal van de fotocel.
- De deur moet stoppen en aansluitend weer helemaal open gaan.-> Indien niet, controleer dan de stand van de codeerschakelaar S 20 / S20a.
Nederlands / Blz. 38
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
8.4 Eindpositiemeldingen (relais)
Functie:Bij het bereiken van de eindposities 'DEUR OPEN' / 'DEUR DICHT' schakelt hetbetreffende relais.
Aansluiting van de relaisuitgangsplatine (Art. nr. 153 044)
Opmerking:Eventueel moet de besturingskast uitgebreid worden met een kleine kunststof systeembehuizing met daarin eenplatine-houder (art.nr. 153 220).
• De relaisplatine met de besturing verbinden via de meegeleverde vlakke kabel.
Relaisplatine: aansluitbus X4Besturing: aansluitbus X8a (33)
Attentie!Vlakkekabelstekker steeds zo insteken, dat de kabel een hoekmaakt in de richting van de platinerand!
Nederlands / Blz. 39
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
Gedetailleerd schakelschema eindpositiemeldingen (relais):
Legende:
D1 controlelampje 'DEUR DICHT'D2 controlelampje 'DEUR OPEN'H1 signaallamp 'DEUR DICHT'H2 signaallamp 'DEUR OPEN'K1 relais 'DEUR DICHT'K2 relais 'DEUR OPEN'
Stekerverbinding:X4 RelaisaansturingX8a Eindpositierelais
(in de besturing)
Afb. 20: Schakelschema
Nederlands / Blz. 40
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
8.5 Aansluiting signaallampen bij automatisch sluiten(Control 220, Art. nr. 152 814)
Functie:De signaallampen knipperen wanneer de deur elektrisch in beweging is. Als de functie 'automatisch sluiten' ingeschakeld is, knipperen de signaallampentevens tijdens de waarschuwingstijd.
Aansluiting van de relaisplatine
Attentie!Vlakkekabelstekker steeds zo insteken, dat de kabel een hoekmaakt in de richting van de platinerand!
• De relaisplatine met de besturing verbinden via de meegeleverde vlakke kabel.
Relaisplatine: aansluitbus X4aBesturing: aansluitbus X8b (32)
Programmering van de functie 'automatisch sluiten'Als de functie 'automatisch sluiten' ingeschakeld is, wordt een geopende deur gedurende de ingestelde tijd 'tijdsduur open' opengehouden en na hetbeeindigen van de waarschuwingstijd automatisch gesloten.Zie ook 6.3, modus 3 automatisch sluiten, blz. 24.
Nederlands / Blz. 41
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
Gedetailleerd schakelschema relais signaallampen:
Legende:
D40 controlelampje SIGNAALLAMPENF5 netzekering (max. 4 A)H41 signaallamp UITRIT (oranje)H43 signaallamp INRIT (oranje)K40 relais SIGNAALLAMPEN
Stekerverbinding:X4a relaisaansturingX4b relaisaansturingX8b signaallampenrelais
(in de besturing)
8.6 Verlichting (relais voor speciale functies)
Functie:Tijdens het starten van de aandrijving wordt het relais even ingeschakeld (veegimpuls).
Aansluiting van de relaisuitgangsplatine (Art. nr. 153 044)
Opmerking:Eventueel moet de besturingskast uitgebreid worden met een kleine kunststof systeembehuizing met daarin een platine-houder (art.nr. 153 220).
Afb. 21: Schakelschema
Nederlands / Blz. 42
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
• De relaisplatine met de besturing verbinden via de meegeleverde vlakke kabel.
Relaisplatine: aansluitbus X4Besturing: aansluitbus X8d (35)
Attentie!Vlakkekabelstekker steeds zo insteken, dat de kabel een hoekmaakt in de richting van de platinerand!
Gedetailleerd schakelschema verlichting (relais voor extra functies):
Legende:
K lichtautomaat (niet meegeleverd)
K1 relais AANDRIJVING LOOPT(VEEGIMPULS)
K2 relais AANDRIJVING LOOPT (VEEGIMPULS)
Stekerverbinding:X4 relaisaansturingX8d relais voor extra functies
(in de besturing)
Afb. 22 Schakelschema
Nederlands / Blz. 43
9. Foutmeldingsnummers
• Knippert het controlelampje STORING (6), dan wordt na kort indrukken vantoets j (10) het bijbehorende foutmeldingsnummer aangeduid (indicaties knipperen onregelmatig).
• Het foutmeldingsnummer wordt berekend door de optelsom van deknipperende cijfers.
Storingsindicatie
Fotocel aangesproken
Programmering afgebroken
Toerentalsensor defect
Krachtbegrenzing
Looptijdbegrenzing
Test veiligheidscontactlijstniet o.k.
Test fotocel niet o.k.
Ruststroomcircuitonderbroken
Foutnummer
6
7
9
10
11
13
15
36
Indicatie knippert onregelmatig
Indicatie 6
Indicatie 7
Indicatie 8 + 1
Indicatie 8 + 2
Indicatie 8 + 3
Indicatie 8 + 5
Indicatie 8 + 7
Indicatie 1 - 8
Nederlands / Blz. 44
10.1.1 Schakelschema van de besturing Control 44(met deuraandrijving Dynamic)
10. AanhangselO
pg
elet
!Pl
aats
elijk
e ve
iligh
eids
voor
schr
iften
in a
cht
nem
en!
Net
- en
stu
ursp
anni
ngsl
eidi
ngen
abso
luut
ges
chei
den
legg
en!
Stuu
rspa
nnin
g 24
V D
C.
Afb
.23:
Sch
akel
sche
ma
Nederlands / Blz. 45
10. AanhangselO
pg
elet
laag
span
nin
g!
Verk
eerd
e sp
anni
ng a
an d
e kl
emm
en X
2c,
X5
tot
X41
leid
t to
t be
scha
digi
ng v
an a
lleel
ektr
onic
a!
Leg
end
e:
Co
ntr
ole
lam
pje
s (L
eds)
:H
1 BE
DRI
JFSS
PAN
NIN
GH
2D
EUR
OPE
NH
3TE
ST V
EILI
GH
EID
SCO
NTA
CTL
IJST
H4
DEU
R D
ICH
T
K1
omke
erre
lais
'O
PEN
'K
2om
keer
rela
is '
DIC
HT'
M1
mot
or m
et t
herm
isch
e be
veili
ging
R1ko
rtsl
uit-
bev
eilig
ing
S♦
hoof
dsch
akel
aar
S0♦
druk
knop
STO
PS0
Hdr
ukkn
op S
TOP
S0K
sleu
tels
chak
elaa
rS1
♦dr
ukkn
op IM
PULS
S2♦
druk
knop
OPE
NS2
Adr
ukkn
op O
PEN
S2P
test
knop
OPE
NS3
Pdr
ukto
ets
PRO
GRA
MM
EREN
S4♦
druk
knop
DIC
HT
S4P
test
knop
DIC
HT
S4Z
druk
knop
DIC
HT
S10
*sc
hake
laar
NO
OD
HA
ND
BED
IEN
ING
S10a
*sc
hake
laar
ON
TKO
PPEL
ING
S20
prog
ram
mee
rsch
akel
aar
FOTO
CEL
S20a
prog
ram
mee
rsch
akel
aar
2e F
OTO
CEL
S21
toer
enta
lsen
sor
S22
refe
rent
iepu
ntse
nsor
T1tr
ansf
orm
ator
X0
+w
andc
onta
ctdo
osX
1ne
tvoe
ding
skab
el m
et s
tekk
er
Zeke
rin
gen
:F1
zeke
ringe
n (m
ax.
125
mA
)F2
-F4
hoof
dzek
erin
g (m
ax.
6,3
A)
Aan
slu
itkl
emm
en:
X2
netv
oedi
ngsk
abel
X2c
bedi
enin
gsap
para
ten
X3
aand
rijvi
ngX
3am
otor
Stek
erve
rbin
din
gen
:X
5fo
lieto
etse
nX
5asl
eute
lsch
akel
aar
X8a
eind
posi
tiere
lais
X8b
sign
aalla
mpe
nrel
ais
X8d
rela
is v
oor
extr
a fu
nctie
sX
10ex
tern
e be
dien
ings
elem
ente
nX
20ex
tern
e fo
toce
lX
20a
elek
tron
isch
e an
tenn
eX
30ve
iligh
eids
cont
actli
jst
X40
toer
enta
lsen
sor
aand
rijvi
ngX
41to
eren
tals
enso
r m
otor
Aan
slu
itsc
hem
a's
toeb
eho
ren
(det
ail)
:Re
l8a
rela
is E
IND
POSI
TIES
→zi
e bl
z. 3
8.Re
l8b
rela
is s
igna
alla
mpe
n→
zie
blz.
40.
SKS1
veili
ghei
dsco
ntac
tlijs
t→
zie
blz.
29.
V20
exte
rne
foto
cel
→zi
e bl
z. 3
6.W
20el
ektr
onis
che
ante
nne
XS1
0ex
tern
e be
dien
ings
-el
emen
ten
→zi
e bl
z. 3
2.
+re
eds
aanw
ezig
♦in
dien
voo
rhan
den
*al
leen
Dyn
amic
121
- 1
28
Nederlands / Blz. 46
10. Aanhangsel
10.1.2 Schakelschema van de besturing Control 45(met deuraandrijving Dynamic)
Op
gel
et!
Plaa
tsel
ijke
veili
ghei
dsvo
orsc
hrift
en in
ach
t ne
men
! N
et-
en s
tuur
span
ning
slei
ding
enab
solu
ut g
esch
eide
n le
ggen
! St
uurs
pann
ing
24V
DC
.
Afb
. 24
: Sc
hake
lsch
ema
Nederlands / Blz. 47
10. AanhangselO
pg
elet
laag
span
nin
g!
Verk
eerd
e sp
anni
ng a
an d
e kl
emm
en X
2c,
X5
tot
X41
leid
t to
t be
scha
digi
ng v
an a
lleel
ektr
onic
a!
Leg
end
e:
Co
ntr
ole
lam
pje
s (L
eds)
:H
1BE
DRI
JFSS
PAN
NIN
GH
2D
EUR
OPE
NH
3TE
ST V
EILI
GH
EID
SCO
NTA
CTL
IJST
H4
DEU
R D
ICH
T
C1
mot
orco
nden
sato
rK
1om
keer
rela
is '
OPE
N'
K2
omke
erre
lais
'D
ICH
T'M
1m
otor
met
the
rmis
che
beve
iligi
ngR1
kort
slui
t- b
evei
ligin
gS
♦ho
ofds
chak
elaa
rS0
♦dr
ukkn
op S
TOP
S0H
druk
knop
STO
PS0
Ksl
eute
lsch
akel
aar
S1♦
druk
knop
IMPU
LSS2
♦dr
ukkn
op O
PEN
S2A
druk
knop
OPE
NS2
Pte
stkn
op O
PEN
S3P
druk
toet
s PR
OG
RAM
MER
ENS4
♦dr
ukkn
op D
ICH
TS4
Pte
stkn
op D
ICH
TS4
Zdr
ukkn
op D
ICH
TS1
0*
scha
kela
ar N
OO
DH
AN
DBE
DIE
NIN
GS1
0a*
scha
kela
ar O
NTK
OPP
ELIN
GS2
0pr
ogra
mm
eers
chak
elaa
r FO
TOC
ELS2
0apr
ogra
mm
eers
chak
elaa
r 2e
FO
TOC
EL
S21
toer
enta
lsen
sor
S22
refe
rent
iepu
ntse
nsor
T1tr
ansf
orm
ator
X0
+
wan
dcon
tact
doos
X1
netv
oedi
ngsk
abel
met
ste
kker
Zeke
rin
gen
:F1
zeke
ringe
n (m
ax.
6,3
A)
Aan
slu
itkl
emm
en:
X2
netv
oedi
ngsk
abel
X2c
bedi
enin
gsap
para
ten
X3
aand
rijvi
ngX
3am
otor
Stek
erve
rbin
din
gen
:X
5fo
lieto
etse
nX
5asl
eute
lsch
akel
aar
X8a
eind
posi
tiere
lais
X8b
sign
aalla
mpe
nrel
ais
X8d
rela
is v
oor
extr
a fu
nctie
sX
10ex
tern
e be
dien
ings
elem
ente
nX
20ex
tern
e fo
toce
lX
20a
elek
tron
isch
e an
tenn
eX
30ve
iligh
eids
cont
actli
jst
X40
toer
enta
lsen
sor
aand
rijvi
ngX
41to
eren
tals
enso
r m
otor
Aan
slu
itsc
hem
a's
toeb
eho
ren
(det
ail)
:Re
l8a
rela
is E
IND
POSI
TIES
→zi
e bl
z. 3
8.Re
l8b
rela
is s
igna
alla
mpe
n→
zie
blz.
40.
SKS1
veili
ghei
dsco
ntac
tlijs
t→
zie
blz.
29.
V20
exte
rne
foto
cel
→zi
e bl
z. 3
6.W
20el
ektr
onis
che
ante
nne
XS1
0ex
tern
e be
dien
ings
-el
emen
ten
→zi
e bl
z. 3
2.
+re
eds
aanw
ezig
♦in
dien
voo
rhan
den
*al
leen
Dyn
amic
121
- 1
28
Nederlands / Blz. 48
10.2 Storingshandleiding
10. Aanhangsel
Storing
• Geen spanning.
• Geen reactie na hetgeven van impuls.
• Afstandsbesturing
Storingsmelding
• ControlelampjeBEDRIJFSSPANNINGbrandt niet.
• ControlelampjeSTORING knippert (foutmelding 36).
• Controlelampje IMPULS knippert nietna impulscommandovan de handzender.
Oorzaak
• Spanning valt weg.
• Noodhandketting niet inruststand.
• Aandrijving ontkoppeld.
• Thermische beveiliging isaangesproken.
• Besturing is afgesloten (rode markering).
• Ruststroomcircuit (bedienings-elementen) onderbroken.
• Ruststroomcircuit (deurblad)onderbroken.
• Elektronische antenne nietaangesloten.
• Verkeerde handzendercoderinggeprogrammeerd.
• Batterij leeg.
Nederlands / Blz. 49
10. Aanhangsel
Werkwijze
• Spanning controleren.
• De hoofdzekeringen in het elektrisch circuit en de netstekkerverbinding controleren.
• Noodhandketting in ruststand brengen (zie montagehandleiding van de aandrijving).
• Onderhoudsontkoppeling resp. snelontkoppeling inkoppelen.
• Motor laten afkoelen
• Besturing inschakelen (blauwe markering).
• Kortsluitstekker of bedieningselementstekker in aansluitbus X10 steken.
• Stoptoets aan klemmen 12 en 13 aansluiten.
• Slappekabel-, loopdeur- en vanginrichtingsschakelaar controleren.
• Antenne aansluiten (zie blz. 31).
• Codering opnieuw programmeren (zie blz. 22).
• Nieuwe batterij (9V, IEC 6F22 of 12V, A 23) plaatsen.
Nederlands / Blz. 50
* indien de veiligheidscontactijst aangesloten is.
10. Aanhangsel
Storing
• Krachtbegrenzing
• Deur laat zich alleenmaar openen.
• Deur laat zich alleenmaar sluiten metdodemans-bediening.*
• Aandrijving looptkortstondig.
• Geen functie.
Storingsmelding
• ControlelampjeSTORING knippert (foutmelding 10).
• ControlelampjeSTORING knippert (foutmelding 15).
• Controlelampje REFERENTIEPUNTbrandt niet tijdens het passeren van hetreferentiepunt.
• ControlelampjeSTORING knippert (foutmelding 13).
• Rode controlelampjeop de optosensorprint-plaat brandt niet.
• ControlelampjeSTORING knippert (foutmelding 9).
• Controlelampjes 1- 7knipperen.
Oorzaak
• Deur loopt te zwaar.
• Programmeerschakelaar S20 / S20a staat op OFF, maarer is geen fotocel aangesloten.
• Referentiepuntschakelaar foutingesteld.
• Optosensor niet aangesloten.
• Spiraalsnoer defect.
• Optosensoren niet in rubberprofiel of defect.
• Rubber bodemprofiel isvervormd.
• Toerentalsensor defect.
• Fout in de besturingsunit.
Nederlands / Blz. 51
10. Aanhangsel
Werkwijze
• De deur een onderhoudsbeurt geven (doorsmeren etc.).
• Programmeerschakelaar S20 / S20 omschakelen of fotocel aansluiten.
• Referentiepunt instellen (zie blz. 14).
• Optosensor aansluiten (zie blz. 29).
• Spiraalsnoer en de aansluitingen controleren.
• Montage van de optosensoren kontroleren resp. defecte delen vervangen.
• Rubber bodemprofiel richten resp. vernieuwen.
• Aandrijving laten controleren.
• Besturing laten controleren.
EN 55011EN 50081EN 50082ETS 300220
Uitgave: 01.2001#8 008 734
1 -
NL
3609
0 -
M -
0.5
- 0
197
NEDERLANDS Door de auteurswet beschermd.Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaargemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke anderewijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Technische wijzigingen voorbehouden.