Download - Nr. 123 - 7 september 2009
1
JazzFlits nummer 123 7 september 2009
NUMMER 123 7DE JRG, 7 SEPTEMBER 2009 IN DIT NUMMER:
1 Nieuwsberichten 6 Lüdeke Straightahead (?) 8 Jazz op Papier 9 Platenrecensies (cd/dvd) Deborah J. Carter, Ad Colen, Bert van den Brink, Tetzepi, Joris Teepe Big Band, De Nazaten e.a. 18 Concertverslagen Jazz Middelheim, Wereld Jazz Dagen. 22 The Jazz Connection 24 Rotterdamse Concerttips 25 In Memoriam George Russell
JAZZFLITS 124 staat 21 september op http://www.jazzflits.nl NIEUWSSELECTIE
ARCHIEF TROS SESJUN BRON VOOR TWINTIG CD’S Dit najaar verschijnt de eerste cd van een reeks met opnamen van het radioprogramma Tros Sesjun. Dat meldt de website Jazzpress. In to-taal moeten twintig (dubbel-)cd’s verschijnen.
De cd’s worden samengesteld door Cees
Schrama, de vaste presentator van het
programma. Hij kan daarvoor over het
archief van Beeld en Geluid in Hilversum
beschikken. Elk album is aan een musi-
cus gewijd. Op de eerste productie staat
trompettist Chet Baker centraal. Jazz-
journalist Jeroen de
Valk verzorgt de
bijbehorende cd-
boekjes.
Tros Sesjun ging in
1973 voor het eerst
de lucht in. In het
programma waren live-concerten te
horen, in de meeste gevallen vanuit Nick
Vollebregts Jazzcafé in Laren. Jazzgroot-
heden uit binnen- en buitenland traden
er op. Eind 1992 vond de duizendste
uitzending plaats. Enkele jaren geleden
viel op Radio 4 het doek voor Sesjun.
Heeft u jazznieuws? Stuur het ons: [email protected].
JAZZFLITS IS EEN ONAFHANKELIJK JAZZMAGAZINE
CONCERTVERSLAG
ANTWERPS FESTIVAL JAZZ MIDDELHEIM TREKT RECORDAANTAL BEZOEKERS
Jazz Middelheim, dat van 13 tot 16 augustus plaatsvond in Park den Brandt in Antwerpen, trok dit jaar met ruim zeventiendui-zend een recordaantal bezoekers. De avonden met Toots Thie-lemans en John Zorn waren uitverkocht. Alt-saxofonist Zorn speelde met performanceartieste Laurie Anderson en Velvet Underground-gezicht Lou Reed (foto). De laatste zou voor veel bezoekers wel eens de reden geweest kunnen zijn om te komen. Velen waren dan ook teleurgesteld dat Reed niet zong, maar slechts een elektronische geluidswal produceerde waartegen Zorn improviseerde. Voor sommigen was dit weinig meer dan een bak herrie, anderen lieten zich meeslepen in een intrigeren-de zoektocht naar klank en geluid. Zie verder het verslag van Jaap Lüdeke op pagina 18. Tekst en foto: Tom Beetz
2
JazzFlits nummer 123 7 september 2009
OVERLEDEN
Rashied Ali, 12 augustus (74)
Drummer Rashied Ali is 12 augustus in
een ziekenhuis in New York overleden.
Hij was leerling van Philly Joe Jones en
bewonderde Art Blakey. Ali was een
belangrijk exponent van de ‘free jazz-
drumstijl’. Daarbinnen is de drummer
geen ‘menselijk metronoom’, maar levert
hij of zij een eigen ritmische en melodi-
sche bijdrage aan de muziek. Begin ja-
ren zestig was deze stijl iets geheel
nieuws. In die jaren begeleidde Rashied
Ali vrije geesten als trompettist Don
Cherry, de saxofonisten Pharoah San-
ders, Archie Shepp en Albert Ayler, en
pianist Paul Bley. Ook speelde hij met
saxofonist John Coltrane. Vanaf eind
november 1965 in een formatie met
twee drummers. Elvin Jones was zijn
collega. Hoe dat klonk, is te horen op het
album ‘Meditations’. In totaal maakte Ali
een tiental albums met Coltrane. Na de
dood van Coltrane in 1967 vertrok Ali
voor een tijd naar Europa.
Begin jaren zeventig was hij terug in
New York en werkte daar met de saxofo-
nisten Jackie McLean, Archie Shepp, Gary Bartz en Dewey Redman en pianis-
te Alice Coltrane, de vrouw van zijn
vroegere werkgever. Enkele jaren gele-
den vormde de drummer het Rashied Ali
Quintet, waarvan dit jaar het album ‘Live
in Europe’ verscheen.
NIEUWS
Muziekgebouw aan ’t IJ biedt podium aan jazzmusici In het nieuwe seizoen zullen regelmatig
jazzmusici op het grote podium van het
Amsterdamse Muziekgebouw aan ’t IJ
staan. De concerten worden georgani-
seerd in samenwerking met het Bimhuis.
Pianist Cecil Taylor en drummer Tony
Oxley staan 24 september als eersten op
het programma. De grote zaal van het
Muziekgebouw is bij uitstek geschikt
voor grote publiekstrekkers. Verder is
het een ideale omgeving voor voorstel-
lingen die raakvlakken hebben met thea-
ter, film, videokunst en electronica. In
ieder geval pianist Brad Mehldau, accor-
deonist Richard Galliano en het Electro-
Acoustic Ensemble van saxofonist Evan
Parker.
NIEUWS
PODIA
TRYTONE PRESENTEERT NIEUWE CONCERTREEKS
In het Bimhuis te Amsterdam gaat 25 september de nieuwe Dubbelplus-concertreeks van TryTone van start. Tijdens een Dubbelplus-concert ontmoeten een Neder-landse en een buitenlandse band elkaar op het podium.
De eerste keer zijn dat het Franse Matthieu Donarier Trio en het
Nederlandse trio Veenendaal/Kneer/Sun. Beide bands zullen
ieder een set spelen, alvorens zij samen het podium betreden
met een project dat zij speciaal voor deze gelegenheid hebben
voorbereid. Stichting TryTone werd in 1998 opgericht als plat-
form ter promotie en ondersteuning van nieuwe jazz en improvi-
satiemuziek. (http://www.dubbelplus.com) ‘THE CONCORDE CLUB BELANGRIJKSTE BRITSE JAZZPODIUM OOIT’ The Concorde Club in Hampshire is voor de jazz het be-langrijkste Britse podium ooit geweest. Althans volgens liefhebbers die vorige maand een enquête op de website van het Brecon Jazz Festival invulden. De club heeft al ruim vijftig jaar een jazzpodium.
Op het podium van The Concorde Club stonden eens de saxofo-
nisten Tubby Hayes, Coleman Hawkins en Ben Webster. De pu-
bliekslievelingen Humphrey Lyttleton en Acker Bilk traden er ook
op. De club ontleent zijn naam aan een stuk van pianist John
Lewis, dat op een lp van het Modern Jazz Quartet uit 1955 staat.
Ook de volgende podia waren voor de titel in de race:
Band on the Wall, Manchester (1970 – heden) Een van de belangrijkste jazzpodia van Manchester. The Perch, Oxford (1928 – 1948) Een club die zeer populair was bij jazzminnende studenten. The Old Duke, Bristol (jaren zestig – heden) The Old Duke organiseert al sinds de opening een jaarlijks jazzfestival en biedt elke avond jazz aan. Feldman Swing Club, London (1942 – 1954) De eerste gespecialiseerde jazzclub van Londen. Ronnie Scott's, London (1959 – heden) Ronnie Scott’s is een wereldberoemd podium dat de groten van de jazz onderdak bood en nog steeds biedt. Bull's Head, Barnes (1959 – heden) In de Bull’s Head zijn al zestig jaar acht jazzconcerten per week te horen. Club Eleven, London, (1948 – 1950) De bakermat van de moderne Britse jazz. Reeds twee jaar na de start werd de club door de politie gesloten.
Verder kon worden gestemd op Buckingham Palace. Daar
werd in 1919 voor het eerst een jazzconcert voor een staats-
hoofd gegeven. Koning George V luisterde in zijn domicilie naar
de Original Dixieland Jazz Band, die toen een Europese tournee
maakte. Volgens de overlevering zou de band zijn grote hits
‘Tiger Rag’ en ‘Ostrich Walk’ hebben gespeeld. Bandleider Nick
LaRocca zei later dat ze werden bekeken ‘as though there were
bugs on us’. Ze waren doodsbang geweest, herinnerde hij zich.
Pas toen de koning begon te lachen en te klappen, ontspanden
ze zich enigszins. Later speelden onder anderen klarinettist Sid-
ney Bechet en trompettist Louis Armstrong nog voor George V.
(Bron: The Guardian)
3
JazzFlits nummer 123 7 september 2009
NIEUWS
Herbie Hancock programmeert jazz in Los Angeles Pianist Herbie Hancock zal een jaar lang
de Los Angeles Philharmonic's Creative
Chair For Jazz bezetten. Hij mag onder
meer de jazzconcerten in de Walt Disney
Concert Hall en de Hollywood Ball pro-
grammeren. Hancock wil de grenzen
tussen de verschillende disciplines door-
breken, zo kondigde hij aan. “I’m think-
ing of having combinations that could
include dance, that could include visuals
like either computer graphics, or anima-
tions, or even film, and combining that
with music, with combinations of music,
including jazz.” Hancock is de opvolger
van bassist Christian McBride
SIMIN met de Zomerterras-bokaal. (Foto: Joke Smeenk)
SIMIN winnaar van Zomerterras Concours Jazz De formatie SIMIN heeft 7 augustus in
Vlaardingen het Zomerterras Concours
Jazz gewonnen. Ze kregen een bokaal en
een stimuleringsprijs van 1.500 euro. De
winnaar versloeg in de finale de forma-
ties Stippvisite en Raw Kandinsky. De
deelnemers werden beoordeeld door een
vakjury met als leden Eddy Geerts, Hugo
Dirkson en Ben van den Dungen. Het
Zomerterras is een festival met muziek,
theater, dans, beeldende kunst en film
uit binnen- en buitenland. Ook zijn er
drie concoursen: een voor jazz, een voor
pop- en een voor wereldmuziek.
Nieuw album Benjamin Herman uit Eind augustus is het tiende soloalbum
van Benjamin Herman verschenen. Het
heet ‘Blue Sky Bond’ en onder anderen
Paul Weller (op diverse instrumenten) en
gitarist Jesse van Ruller verleenden hun
medewerking aan de plaat. Stukken als
‘Durban Poison’, ‘Ketamine’, ‘Haze &
Skunkaholic’ zijn opnieuw onder handen
genomen en verschijnen nu voor het
eerst op cd.
OVERIG
PARIJSE CITÉ DE LA MUSIQUE WIJDT EXPOSITIE AAN MILES DAVIS Onder de titel ‘We Want Miles’ is in Parijs van 16 oktober 2009 tot 17 januari 2010 een tentoonstelling te zien over Miles Davis. De expositie, die wordt gehouden in de Cité de la Musique, geeft een muzikaal en persoonlijk beeld van de trompettist. Naar aanleiding van de tentoonstel-ling brengt Sony Music een box met alle Columbia-albums van Davis uit.
Directe aanleiding voor de tentoonstelling is het eerste optreden
van Miles Davis in Parijs. Dat vond zestig jaar geleden plaats in
de Salle Pleyel. Aan de hand van foto’s, video’s, bijzondere films
(waarin Davis in de studio of als bokser is te zien), originele
partituren, hoesontwerpen en krantenknipsels wordt de bezoe-
ker van East St. Louis, de stad van Davis’ jeugd, naar La Villette
in Parijs geleid, waar hij enkele weken voor zijn overlijden nog
optrad. Ook zijn instrumenten te zien waarop Miles Davis speel-
de. Verder hangen kunstwerken van Davis’ hand in de expositie-
ruimte. Voor de expositie raadpleegden de samenstellers onder
meer het archief van Davis’ producer Teo Macero in de New York
Public Library. Daarin vonden ze documenten die licht werpen op
de samenstelling van enkele sleutelalbums. De tentoonstelling,
die haar naam ontleent aan een Davis-album uit de jaren tach-
tig, beslaat in totaal 800 vierkante meter.
Ter gelegenheid van ‘We Want Miles’ brengt Sony Music vlak
voor de opening een box uit met zeventig cd’s: ‘Miles Davis: The
Complete Columbia Album Collection’. De box bevat 52 albums,
de complete opname van het optreden van Miles Davis tijdens
het festival van het Isle Of Wight in 1970, en een dvd met niet
eerder uitgebracht materiaal van een Europees concert uit 1967.
‘We Want Miles’ wordt mede mogelijk gemaakt door de organi-
satie Miles Davis Properties. Het is voor het eerst dat de Cité de
la Musique een tentoonstelling aan jazz wijdt.
(http://www.citedelamusique.fr)
JAZZ AT LINCOLN CENTER LAAT NEW YORKSE PEUTERS MET JAZZ KENNISMAKEN Je kunt niet vroeg genoeg met jazz beginnen, meent Jazz at Lincoln Center in New York. De komende maanden biedt het centrum onder de titel ‘Webop!’ een introductie-cursus jazz voor kinderen van 8 maanden tot 5 jaar. Het motto: Have a blast swingin’ with your friends and family!
De ‘Weboppers’ krijgen het ABC van de jazz voorgeschoteld in
een aantal groepen die zijn ingedeeld naar leeftijdscategorie. De
jongste groep bevat kinderen van 8 tot 16 maanden. Dat zijn de
Hipsters. Kinderen van 16 maanden tot 23 maanden komen in
de Scatters-groep. Stompers zijn 2 tot 4 jaar oud en Syncopa-
ters 4 en 5 jaar. De introductiecursus duurt acht weken en ou-
ders worden geacht vier keer per week samen met hun kinderen
te komen opdraven. Na afloop van de cursus moeten orkestlei-
der Count Basie, zangeres Ella Fitzgerald en de trompettisten
Dizzy Gillespie en Louis Armstrong gesneden koek zijn voor de
kleintjes. Tijdens de cursus gaan ze onder meer kinderliedjes
doen swingen, de blues spelen met Basie, een parade houden in
Crescent City-stijl en scatten met ‘Ella’ en ‘Diz’.
(www.jalc.org)
4
JazzFlits nummer 123 7 september 2009
NIEUWS
Amina Figarova op North Sea Jazz 2009. (Foto: Joke Schot)
Amina Figarova op tournee in VS Pianiste/componiste Amina Figarova
maakt van 3 tot en met 8 september een
korte tournee door de VS. Ze speelt
onder meer op het Chicago Jazz Festival
(5 september), in Dizzy’s Club Coca Cola
te New York (7 september) en in club
Blues Alley te Washington (8 septem-
ber). De begeleiders van Figarova zijn
Bart Platteau (fl), Ernie Hammes (tp),
Marc Mommaas (ts), Jeroen Vierdag (b)
en Chris Strik (dr).
Thelonious Monk Jazz Competition dit jaar open voor bassisten De jaarlijkse Thelonious Monk Interna-
tional Jazz Competition staat dit jaar
open voor bassisten. De finale vindt op
11 oktober plaats in het John F. Kennedy
Center for the Performing Arts in Wa-
shington, DC. Op het programma van die
avond staat ook het Blue Note Records
70th Anniversary Gala Concert, waarin
Blue Note-artiesten uit heden en verle-
den het label eer betonen.
De Thelonious Monk Jazz Competition is
een prestigieus concours voor jonge
musici. Winnaars worden vaak bekende
musici. Ieder jaar staat een ander in-
strument centraal.
(http://www.monkinstitute.org)
Han Bennink–biografie uit ‘De wereld als trommel’, de biografie van
Erik van den Berg over drummer Han
Bennink, verschijnt deze maand. Het
boek, met daarbij een cd, wordt op
30 september in het Bimhuis gepresen-
teerd. Tevens wordt de film ‘Hazentijd’
van cineast Jellie Dekker voor het eerst
vertoond. Zij volgt daarin niet alleen de
muzikant, maar ook de beeldend kun-
stenaar Bennink. Bennink zal optreden
met zijn eigen trio (Joachim Badenhorst
(tenorsax, klarinetten) en Simon Toldam
(piano)) en tevens de nieuwe cd ‘Parken’
presenteren. Deze verschijnt bij het
Deense label ILK.
OVERIG VERVOLG
RAMSEY LEWIS ADVISEERT JAZZMUSICI OM WEER CONTACT MET HET PUBLIEK TE LEGGEN
Jazzmusici leg weer contact met het publiek: ‘reach out and touch your audience’. Die oproep doet pianist Ramsey Lewis op 14 augustus in de Wall Street Journal. Lewis hoopt dat daardoor de vergrijzing en daling van het Ame-rikaanse jazzpubliek kan worden gekeerd. “The art of talking to and interacting with one's audience does not cost an artist any loss of respect.”
De pianist, die zelf in de jaren zestig met zijn Ramsey Lewis Trio
in de hitparade stond met ‘The Incrowd’ en ‘Hang on Sloopy’,
denkt dat bijzondere combinaties van musici of soorten muziek
het publiek zullen aanspreken. Ook thematische programma’s
trekken meer publiek. En waarom zijn zoveel musici op het po-
dium zo slecht gekleed? Lewis denkt dat het publiek meer ple-
zier heeft als een artiest ook op het punt van kleding zijn beste
beentje voor zet. Een jazzconcert moet een bron van inspiratie
zijn, meent Lewis. “Audiences want, and should once again be
able, to leave a jazz performance feeling inspired and moved in
some emotional way, and not like they have just witnessed a
class in advanced music theory or a garage jam session.”
Om meer jongeren te interesseren voor jazz zouden platen-
maatschappijen hun cd’s moeten uitlenen aan muziekstudenten.
Die zouden tevens hun verwanten warm kunnen maken voor
jazz. “After all, it is the music we hear at home that influences
us.” Als het aan Lewis ligt moeten er ook speciale gratis concer-
ten komen om de muziek te promoten. Voor jongeren en voor
hun ouders. Het tij moet hoe dan ook gekeerd worden, vindt
Ramsey Lewis. “Jazz is too important an art form to be allowed
to slide into obscurity.”
BRITSE JONGEREN KOPIËREN VEEL MUZIEK
Voor Britse jongeren tussen de 14 en 24 jaar is het bezit van muziek van grote waarde. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Hertfordshire. De meerderheid kopieert cd’s voor vrienden of haalt muziek van internet, bijvoorbeeld in de vorm van torrents (*).
Voor het onderzoek verspreidde de Universiteit van Hertfordshi-
re dit voorjaar vragenlijsten onder 1.800 Britse jongeren. Muziek
is hun meest gewaardeerde vorm van amusement. Ze nemen
het tot zich via radio, televisie, mp3-spelers en hun computer.
Zo’n zeventig procent luistert elke dag via de computer naar
muziek. Bijna negen van de tien jongeren kopieert cd’s voor
vrienden en vriendinnen; zo’n driekwart wisselt muziekbestan-
den uit via e-mail, Bluetooth, Skype of MSN, en ruim de helft
van de jongeren maakt een kopie van de gehele muziekcollectie
van een vriend of vriendin. Verder downloadt iets meer dan
zestig procent hun muziek via P2P-netwerken of torrent-web-
sites. Hoewel de meeste jongeren goed weten dat ze bij het
verwerven van hun muziek in sommige gevallen de rechten van
makers en industrie schaden, weerhoudt dat ze niet.
Het onderzoek naar de muziekbeleving onder jongeren werd
gedaan in opdracht van UK Music, een belangenorganisatie van
onder meer de Britse muziekindustrie en auteursrechtenorgani-
saties.
(*) Torrents zijn grote (muziek)bestanden die tussen computer-bezitters wereldwijd worden uitgewisseld via tussenkomst van websites als The Pirate Bay of Mininova.
5
JazzFlits nummer 123 7 september 2009
ingezonden mededeling
Bert van den Brink met Maria Markesini 10-10-09 - Theater De Purmaryn - Purmerend 11-10-09 - De Protestantse Kerk - Hall 14-10-09 - Concertgebouw - Amsterdam 23-10-09 - De Doelen - Rotterdam 1. Han Bennink Trio 2. Hermine Deurloo Kwartet 13-09-09 - Centraal Museum - Utrecht 17-09-09 - Chassé Theater - Breda 19-09-09 - Tripodia - Katwijk 20-09-09 - Odeon De Spiegel Theaters - Zwolle 24-09-09 - Theater De Regentes - Den Haag 03-10-09 - Parkstad Limburg Theaters - Heerlen 1. Jesse van Ruller Trio 2. Francien van Tuinen Kwartet 18-09-09 - Theater De Vest - Alkmaar 03-10-09 - Theater De Kolk - Assen 09-10-09 - CK Theater - Roermond 1. Trio Johnny & Mozes Rosenberg 2. Rob van Bavel met Johnny Rosenberg 26-09-09 - Schouwburg Oegterop - Meppel 1. Piet Noordijk & Peter Beets 2. The Beets Brothers met Piet Noordijk 27-09-09 - Musis Sacrum - Arnhem 18-10-09 - Beauforthuis - Austerlitz 25-10-09 - Theater het Kielzog - Hoogezand 1. State of Monc met ‘Nu-Jazz’ 2. State of Monc & Ben van den Dungen 01-10-09 - Theater De Regentes - Den Haag Ernst Glerum Omnibus 12-09-09 - Paard van Troje - Den Haag 08-10-09 - Bimhuis - Amsterdam 10-10-09 - Jazzpodium Artishock - Soest 18-10-09 - St. Hot House in De Burcht - Leiden 23-10-09 - CK Theater - Roermond 1. Trio Bert Lochs 2. Lydia van Dam Kwartet 16-10-09 - Agora Theater - Lelystad 17-10-09 - De Kampanje - Den Helder 1. 4BEAT6 2. Ken Ard met 4BEAT6 25-10-09 - Schouwburg Orpheus - Apeldoorn Kikker heeft de Blues 25-10-09 - Centraal Museum - Utrecht 1. Fay Lovsky & Eric Vloeimans 2. Eric Vloeimans Gatecrash 25-09-09 - Theater aan de Parade - Den Bosch
KORT NIEUWS
Roberta Gambarini. (Foto: Jaap van de Klomp)
Roberta Gambarini krijgt Preis Schallplattenkritik In de categorie jazz is de ‘Preis der deutschen Schallplattenkritik
2009/3’ toegekend aan de albums ‘Porgy & Bess’ van Tony
Lakatos met de Frankfurt Radio Bigband, ‘So in Love’ van Rober-
ta Gambarini, ‘Sublim III’ van Angelika Niescier en ‘Out of the
Desert’ van Joachim Kühn, Majid Bekkas, Ramon Lopez +
Guests. De ‘Preis der deutschen Schallplattenkritik’ werd in 1980
ingesteld door een groep recensenten. De Preis wil het publiek
vier keer per jaar op uitzonderlijke plaatopnamen attenderen.
Amsterdam krijgt indoor-jazzfestival Amsterdam krijgt volgend jaar een internationaal indoor-jazzfes-
tival: het Amsterdam Jazz & Rhythm Festival. Partners van het
festival zijn het blad Jazzism en de NPS. De NPS zal het festival
via Radio 6 gaan verslaan. Het wordt hoog tijd voor een hoofd-
stedelijk festival met landelijke uitstraling, zeggen de organisa-
toren op de website www.amsterdamjf.nl: “De landelijke waarde
van Amsterdam op het gebied van jazz- en muziekfestivals in
het algemeen is nogal bleekjes.” Als voorproefje zal toetsenist
George Duke 31 oktober met het Metropole Orkest in de Rabo-
zaal van de Melkweg optreden.
Jan Verweij maakt album met Bert van den Brink Naar verwachting in oktober zal een nieuw album uitkomen van
harmonicaspeler Jan Verweij. Het is een duo-album met pianist
Bert van den Brink. Zangeres Fay Claassen is als gast te horen.
Het album, ‘Standards & Other Pieces’, bevat standards en eigen
stukken. Een aantal daarvan is spontaan al spelende in de studio
ontstaan. De cd is geproduceerd door Fred Dubiez voor zijn label
Daybreak.
(http://www.janverwey.com)
Ernst Glerum start VPRO/Boy Edgar Prijs Tournee Eind augustus is bassist Ernst Glerum in Groningen aan de
VPRO/Boy Edgar Prijs Tournee begonnen. Hij treedt daarin op
met zijn Glerum Omnibus, waarin ditmaal pianist Ruben Hein en
drummer Joost Patocka zijn opgenomen. Het programma, dat
'57 Variaties' heet, omvat een verzameling composities van
Glerum en bewerkingen van standards en hits uit de jazz en
daarbuiten. Glerum plukt niet alleen, maar zal ook strijken. De
titel van het programma verwijst naar de '57 etudes' voor con-
trabas van Storch-Hrabe, een stuk uit de jaren vijftig.
6
JazzFlits nummer 123 7 september 2009
DOOR JAAP LÜDEKE Concerten Smalls Jazz Club NYC gratis op internet De via internet aangeboden mogelijkhe-
den om naar jazz te beluisteren zijn
grenzeloos en meestal gratis. Nieuw in
het aanbod is een groot aantal concerten
die zijn opgenomen in de New Yorkse
Smalls Jazz Club. Het betreft veelal con-
certen van in New York studerende Ame-
rikaanse en Europese musici. De site
www.smallsjazzclub.com toont afbeel-
dingen van de instrumenten die zijn te
beluisteren. Klikken op de tenorsaxofoon
leert dat er zes concerten die van Lew
Tabackin in het rijke archief liggen. Er
zijn legio optredens te beluisteren van
Seamus Blake, Chris Cheek, George
Garzone, Chris Potter en Mark Turner.
Video-opnamen zijn nog niet beschik-
baar. Binnenkort is er ook een cd-label:
Smalls Live – Greenwich Village. Je
vraagt je wel eens af of die onbegrensde
mogelijkheden ook in ons land verwe-
zenlijkt kunnen worden. Bimhuis?
Le jazz en prime time Vanaf deze septembermaand zal het
Franse tv-station Mezzo op donderdagen
al vanaf 20.30 uur jazzprogramma’s
uitzenden. De thema’s deze maand zijn: 10/9 Hommage à Billie Holiday 20.30 uur: Film Lady Day (1991) 21.35 uur: Billy Holiday meets Edith Piaf met Wynton Marsalis en Ri- chard Galliano (Marciac 2008) 17/9 Trumpet Special 20.30 uur: Jazz Icons - Louis Armstrong Live en Belgique (1959) 21.30 uur: Chet by Claxton (docu 2003) 22.00 uur: Chet Baker Live (1964/1979) 24/9 Brazil! 20.30 uur: Orfeu Negro (1959) 22.20 uur: Jobim (1978) 23.20 uur: Jobim Live in Montreal (1986)
Bebop spoken here Wikifonia, de muzikale tak van Wikipe-
dia, verschaft een groot aantal lead
sheets (bladmuziek) van uiteenlopende
jazzcomponisten. Een poging om stuk-
ken van saxofonist Sonny Rollins te pak-
ken slaagde volledig met ‘Tenor Mad-
ness’, ‘Pent Up House’ en ‘Doxy’. Zelfs
bij componist/arrangeur Tadd Dameron
verscheen ‘Lady Bird’. Van saxofonist
Charlie Parker zijn beschikbaar ‘Anthro-
pology’, ‘Cool Blues’ en ‘Confirmation’.
Gewoon via:
google/wikifonia/lead sheets.
STRAIGHTAHEAD(?)
JAZZ IMPULS START NIEUW SEIZOEN
Hoe duister de toekomst voor veel groepen er ook mag uitzien:
het is met meer dan 130 concerten niet meteen af te lezen aan
de overvolle programmering van het zesde seizoen van Jazz
Impuls. De programmasamenstellers hebben andermaal kans
gezien talrijke interessante combinaties te formeren en ook
nieuwe namen te introduceren. Hooggespannen verwachtingen
omgeven de Griekse pianiste en zangeres Maria Markesini. In
haar geboorteland wordt ze al een aantal jaren op handen ge-
dragen, Nederland zal volgen en inmiddels denkt men bij Jazz
Impuls zelfs aan verdere internationale erkenning van haar niet
geringe muzikale talent.
Sommige verrassende bezettingen doen in de verte denken aan
wat de vroegere October Meetings ten tonele voerden. Wat te
denken bijvoorbeeld van The Drummer and the Trio met Han
Bennink, Ernst Glerum en Maarten van der Grinten, of Eric
Vloeimans met Fay Lovsky. Verder is er gelegenheid kennis te
maken met de Amerikaanse zanger Ken Ard, of 4Beat6 Plays
Goodman and Hampton. Van de bekende musici zijn ook Bert
van den Brink, Rob van Bavel, Toon Roos, Hermine Deurloo en
Francien van Tuinen met Jasper Blom van de partij. Met belang-
stelling mag worden uitgekeken naar Piet Noordijk plays Bal-
lads; hij doet dat in duo-vorm met een ingetogen (?) Peter
Beets, wat op zich ook al verrassend zou zijn.
Uit de totale programmering moge blijken dat de concerten met
smaak zijn samengesteld. Ze zullen het bewijs leveren dat deze
langlopende serie nog jaren moet voortduren en alle steun van
de staat verdient.
(http://www.jazzimpuls.nl)
JAM SESSIONS CROWNE PLAZA ANTWERPEN
De formule van de inmiddels legendarische jam sessions in het
Haags Bel Air Hotel tijdens het North Sea Jazz Festival is medio
augustus voor het eerst nagevolgd door het Antwerpse Jazz
Middelheim. Zo’n eerste jaar mag niet alles worden verwacht.
Het ontbrak nogal aan internationale deelnemers in het Crowne
Plaza Hotel. Toch was er wel een stel verrassende optredens. Zo
speelde pianist Dado Moroni in enkele stukken een puike partij
contrabas. Van Belgische zijde waren er opvallende bijdragen
van onder anderen pianist Ewout Pierreux, volgens ingewijden
beter dan Jef Neve. Zeer vermeldenswaard was de verschijning
van de jeugdige baritonsaxofonist Joppe Bestevaer. In de beste
baritontraditie (Chaloff/Payne/Mulligan) blies hij furieuze solo’s
die getuigden van een indrukwekkende instrumentbeheersing.
Het hotel beschikt over een heus Toots Thielemans Restaurant,
compleet met een door Toots aanbevolen maaltijd en inclusief
een permanente tentoonstelling. Zoals al eens eerder gemeld
heeft het hippe hotel ook een Hans Dulfer Zaal, naast de felbe-
geerde maar niet te reserveren Toots Suite.
SONNY ROLLINS SCOORT IN CRITICS POLL 2009
Ook de 57ste Critics Poll van het Amerikaanse jazzblad Down-
Beat is niet zomaar voorbij gegaan aan het talent van tenor-
saxofonist Sonny Rollins. De critici benoemden hem tot Jazz
Artist of the Year; bovendien behaalde zijn ‘Sonny Rollins, Road
Shows, vol.1’ op Doxy/EmArcy de eerste plaats in de categorie
Jazz Album of the Year.
7
JazzFlits nummer 123 7 september 2009
JAZZWEEK TOP DRIE Datum: 24 augustus 2009
1. Jackie Ryan Doozy
(Open Art) 2. Bill Frisell
Disfarmer (Nonesuch)
3. Bobby Broom Bobby Broom Plays For Monk
(Origin) De JazzWeek Jazz Top Drie geeft een overzicht van de meest gedraaide albums op de Noord-Amerikaanse jazzradio; (www.jazzweek.com).
COLOFON JAZZFLITS is een onafhankelijk jazzblad
voor Nederland en Vlaanderen en ver-
schijnt twintig keer per jaar. Uitgever/ hoofdredacteur: Hans van Eeden
([email protected]). Eindredactie: Lo
Reizevoort en Sandra Sanders. Vaste me-dewerkers: Paul Blair (New York), Hessel
Fluitman, Frank Huser,
Hans Invernizzi, Peter J.
Korten, Lex Lammen,
Herman te Loo, Jaap Lüde-
ke, Ton Luiting en Jan J.
Mulder. Fotografie: Tom
Beetz, Jaap van de Klomp en Joke Schot. Bijdragen: JAZZFLITS behoudt zich het
recht voor om bijdragen aan te passen of
te weigeren. Het inzenden van tekst of
beeld voor publicatie impliceert instemming
met plaatsing zonder vergoeding. Rech-ten: Het is niet toegestaan zonder toe-stemming tekst of beeld uit JAZZFLITS over
te nemen. Alle rechten daarvan behoren de
makers toe. Nieuwsdienst: De nieuwsre-dactie van JAZZFLITS levert nieuwsberich-
ten aan de bladen Jazzmozaïek en Jazz
Bulletin. Abonnementen: Een abonne-ment op JAZZFLITS is gratis. Meld u aan op
www.jazzflits.nl. JAZZFLITS-website: Henk
de Boer. Het JAZZFLITS-logo is ontworpen
door Remco van Lis. Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ont-leend.
VERVOLG STRAIGHTAHEAD (?)
Daarna volgden:
Joe Lovano Symphonica (Blue Note) Charles Lloyd Quartet Rabo de Nube (ECM) Jim Hall/Bill Frisell Hemispheres (artistShare) Rudresh Mahanthappa Kinsmen (Pi) Donny McCaslin Recommended Tools (Greenleaf Music) Jeff ‘Tain’ Watts Watts (Dark Key) Kurt Rosenwinkel The Remedy (artistShare) Atomic Retrogade (Jazzland) E.S.T. Leucocyte (EmArcy) Dave Holland Sextet Pass it On (Dare2) Roy Hargrove Quintet Earfood (EmArcy) Joshua Redman Compass (Nonesuch) Bobo Stenson Trio Cantando (ECM)
De veterane pianist Hank Jones. (Foto: Joke Schot) En eindelijk is de veterane pianist Hank Jones opgenomen in de zogenaamde Hall of Fame, met een ruime voorsprong op num-mer twee, de trompettist Freddie Hubbard. In het augustus-nummer van DownBeat heeft Howard Mandel een vraaggesprek met Jones. Het interview eindigt met een opsomming van wat hij in het dagelijks leven wel en niet leuk vindt. ‘ I like to watch TV, certain programs I like. I used to play golf, but I don’t do that anymore. I don’t drink, don’t gamble, don’t play cards, don’t smoke, don’t do anything like that. Chase girls? No, I don’t do that!’
Jaap Lüdeke is jazzjournalist en presentator/samensteller van het programma Lüdeke Straightahead(?). Dat is de klok rond te beluis-teren op de pc via http://www.concertzender.nl (klik op ‘uitzending gemist’).
8
JazzFlits nummer 123 7 september 2009
Gillis J. Dorleijn. ‘veel letterbanket gebakken in de dikke schuiftrompet’: Lucebert leest en schrijft jazz. In: Lisa Kuitert (red.) De lezende Lu-cebert : bibliotheek van een dichter. Nijmegen : Vantilt, 2009. 320 pag. : ill. ISBN 978-90-77503-94-2 ing. pag. [86]-105. Prijs 32,50 euro
JAZZ OP PAPIER
DE BOEKENKAST VAN LUCEBERT
Iemands boekenkast prikkelt de nieuwsgierigheid. Als je tijdens
een visite even alleen wordt gelaten, dan richt je er algauw een
blik op. Waar gaat de interesse naar uit, staan er bijzondere
boeken tussen, misschien kom je iets nader tot de eigenaar.
Meestal blijft het bij een oppervlakkige kennismaking. Tien jaar
na het overlijden van dichter-schilder Lucebert in 1994 pakte
een werkgroep het radicaal anders aan. Van diens collectie, die
nog intact was gebleven, werd elk boek stuk voor stuk uit de
kast gehaald, doorgebladerd en beschreven. De vraag was:
bestaat er een samenhang tussen zijn boeken – het waren er
meer dan 6.500 – en zijn werk? De lijst beslaat precies de helft
van een pas verschenen boek, ‘De lezende Lucebert’, onder
redactie van Lisa Kuitert. De andere helft wordt ingenomen door
essays van acht verschillende auteurs, die elk een aspect van
Luceberts kunstenaarschap in dit kader benaderen. Bij het trek-
ken van conclusies neemt de redactrice wel enige restricties in
acht. Ik laat die verder voor wat ze zijn.
Het is verheugend dat een van de hoofdstukken schrijvers be-
langstelling voor jazz belicht. Het nalopen van de lijst op titels
met een jazzrelatie, alsof het een auction-lijst betrof, kostte me
ruim een uur; alleen viel er in dit geval niets te bieden…
Ik kwam tot over de veertig boeken; zeg vijftig, als ook werd
meegeteld de aan jazz gerelateerde fictie van schrijvers als
Dorothy Baker, Cortazar, Ellison, Roelants, Skvorecky. Dat is
een redelijk aantal. Ik vermoed dat de meeste jazzliefhebbers
niet zo ver komen; het houdt gauw op bij een stuk of vier, vijf.
Kijken we naar de titels zelf, dan zijn dat voor iemand die na de
oorlog boeken begon te kopen, wel de meest voor de hand lig-
gende. Tot die conclusie kwam ook de schrijver van het betref-
fende essay, Gilis J. Dorleijn, die bij het zien van het boekenbe-
zit van zijn vader zich afvroeg: “Hoe specifiek is iemands boe-
kenbezit […] als het voor een belangrijk deel, althans voor een
bepaald segment, overeenkomt met dat van iemand anders – in
dit geval mijn ouders?” We vinden er de pockets uit de jaren
vijftig van André Francis, Rex Harris, Whitney Balliett, Berendt
en Stearns, een zevental fotoboeken (Lucebert fotografeerde
ook), vijftien biografieën (Louis, Bix, Billie, Waller, Bird, Ethel
Waters) en wat essaybundels. Als het een veilinglijst was ge-
weest zou er maar één boek van mijn gading bij zijn (ik zeg niet
welk!).
In zijn essay noemt Gillis J. Dorleijn twee jazzkenmerken die hij
in Luceberts poëzie verwoord vindt: ‘hier is ontregelen huisregel’
en de ervaring waarvan er altijd wel iets blijft ‘plakken aan je
hakken’. Daarna volgt een exegese van het gedicht ‘Ghost of a
chance’, aan de hand van de opname van Lester Young van
1 mei 1944. Dat is al eens eerder gedaan, namelijk door Jan van
Gilst in diens scriptie uit 1987, ‘Toevallig vindbaar deze geest’.
In een noot zegt Dorleijn hiervan op de hoogte te zijn, maar er
geen kennis van genomen te hebben. Dit gedeelte besluit hij
met de constatering: “De grammofoonplaat is hierbij overduide-
lijk de bron.” So far so good. Maar dan beseft de schrijver dat
hij het over Luceberts boekenbezit moet hebben. Daartoe is hij
– voor zichzelf – in de boeken op zoek gegaan naar hetgeen
critici en musici te zeggen hebben over Lester Youngs speelwijze
9
JazzFlits nummer 123 7 september 2009
“Kijken we naar de titels zelf, dan zijn dat voor iemand die na de oor-log boeken begon te kopen, wel de meest voor de hand liggende. We vinden er de pockets uit de jaren vijftig van André Francis, Rex Harris, Whitney Balliett, Berendt en Stearns, een zevental fotoboeken (Lucebert fotografeerde ook), vijftien biografieën (Louis, Bix, Billie, Waller, Bird, Ethel Waters) en wat essaybundels.”
VYACHESLAV GUYVORONSKY Interventions into Bach & Mozart Leo Records (http://www.leorecords.com)
VERVOLG JAZZ OP PAPIER
en komt dan tot de eigenaardige constatering ‘waarom het voor
Lucebert om zo te zeggen onvermijdelijk was om juist over Les-
ter Young te schrijven en niet over bijvoorbeeld Charlie Parker.’
Dat is de omgekeerde wereld. Dorleijn gaat nog verder. Hij heeft
in André Hodeirs baanbrekende boek ‘Hommes et problèmes du
jazz’ het woord ‘colonne d’air’gevonden, luchtkolom, en verbindt
dat met Luceberts ‘lange schacht’, om dan onmiddellijk te mel-
den dat het boek in Luceberts boekenkast ontbreekt. Maar het
boek kan ‘geleend zijn uit een bibliotheek of van een vriend en
zijn teruggegeven.’ [sic] Afgezien van het feit dat beide beelden
voor een saxofoon gauw te maken zijn, is dit een van de beper-
kingen waarvan Lisa Kuitert in haar voorwoord rept.
Schrijver sluit af met nogmaals een analyse van een gedicht,
‘landsend’, geïnspireerd door het gelijknamige stuk van Harold
Land, opgenomen door het kwintet van Clifford Brown en Max
Roach op 23 februari 1955. Ook dit werd door Jan van Gilst in
zijn scriptie onderzocht. Het gaat Dorleijn in dit geval echter
vooral om de opbouw van drie strofen. “De voor Lucebert uit-
zonderlijke compositie van twee strofes waarvan de ene op de
andere varieert, houdt verband met de hierboven beschreven
chorusstructuur van het jazzstuk.” Van Gilst daarentegen be-
weerde destijds: “Wel vertonen zowel het muziekstuk als het
gedicht een globale driedeling: thema, soli, thema, en wat het
gedicht betreft drie strofen, maar het is beslist niet zo dat strofe
1 correspondeert met het eerste kollektief gespeelde thema,
enz.”
Dorleijn stelt ten slotte een inventarisatie voor van Luceberts
platenbezit. Het lijkt een zinnige gedachte, dus wat let je. Maar
bedenk wel: als de platen een even breed terrein bestrijken als
zijn jazzboeken – van Morton tot Mingus – wat moet je daar dan
mee? Jan J. Mulder
CD-RECENSIES Zoals de titel ‘Interventions into Bach & Mozart’ al doet vermoe-
den, heeft deze cd weinig tot niets met jazz te maken. De Russi-
sche trompettist/componist Vyacheslav Guyvoronsky kreeg in
een droom het idee (in samenspraak met Wolfgang Amadeus
Mozart) om twee extra partijen toe te voegen aan diens piano-
sonate (nr. 10, in C-groot). Eerst bedacht hij die voor contrabas
en trompet, maar koos uiteindelijk voor de meer voor de hand
liggende viool en cello. Door de twintigste eeuwse harmonieën
die Guyvoronsky hanteerde, ontstaat er muziek die ergens wél
en ergens geen Mozart is. Hetzelfde procédé liet de Rus los op
Johann Sebastian Bachs Franse Partita BWV 831, oorspronkelijk
voor klavier, en nu verhercomponeerd voor accordeon, fluit,
contrabas, stem en Guyvoronsky's eigen trompet. We horen hier
nog veel meer vrijheden, vooral in de vocale lijn. Het wordt dus
ook geen nep-Barok, maar iets indachtig de oorspronkelijke
componist, ietwat vergelijkbaar met bassist Egon Krachts ver-
herklanking van Bachs Matthäus Passion. Het voornaamste ver-
schil met het werk van de Nederlander is dat er weinig tot niet
wordt geïmproviseerd. Dat gebeurt eigenlijk alleen door het duo
dat de trompettist met bassist Vladislav Pesin vormt in een the-
matische improvisatie over de 15e Contrapuntus uit Bachs
'Kunst der Fuge'. Wat uiteindelijk telt bij Guyvoronsky is het
resultaat, en dat is boeiende muziek, hoe die nu ook precies tot
stand is gekomen. Herman te Loo
10
JazzFlits nummer 123 7 september 2009
DEBORAH J. CARTER Blues Notes & Red Shoes Timeless Records (http://www.deborahjcarter.com)
Bekijk Deborah J. Carter; klik hier: http://www.youtube.com/watch?v=9LOAcXsDcZ8
AD COLEN QUARTET Free Sweet Briar Music (http://www.adcolenquartet.nl)
Bekijk Ad Colen; klik hier: http://www.youtube.com/watch?v=4DrAj7JUCuo
VERVOLG CD-RECENSIES
Was Deborah J. Carter in de VS, haar geboorteland, blijven wo-
nen, dan was zijn nu een wereldster. Dat kan niet anders. Deze
zangeres is zo verschrikkelijk goed. Ze koos er tien jaar geleden
voor zich in Nederland te vestigen met haar echtgenoot, produ-
cer en vaste bassist Mark Zandveld. En wij mogen ons als jazz-
liefhebbers gelukkig prijzen met zo’n toptalent ‘om de hoek’. Je
kunt Carter nu tenminste van nabij meemaken en genieten van
haar afgepaste, secuur uitgevoerde, ongenadig swingende mu-
ziek.
Wie niet naar een concert toe kan, zal tevreden moeten zijn met
één van Carters vijf solo-cd’s. De meest recente heet ‘Blue No-
tes & Red Shoes’. Carters grootstedelijke jazz neigt dit maal
sterk naar de blues en de rode schoentjes symboliseren haar
vitaliteit en zucht naar avontuur. Opnieuw zet Deborah, begeleid
door haar eigen combo en prominente gitaristen als Jan Akker-
man, Leonardo Amuedo en Maarten van der Grinten, bestaande
composities volledig naar haar hand. Luister maar eens naar
‘I’m Walking’ van Fats Domino. Nog nooit zo’n swingende versie
van dit nummer gehoord. En Carter zou Carter niet zijn als ze
geen risico nam. Monks ‘‘Round Midnight’ en Gillepsie’s ‘Groovin’
High’ (met een door Deborah geschreven vocalise) kregen een
oppoetsbeurt die er niet om liegt. De 5/4 jazzblues van eigen
hand ‘The In-And-Outs’ houdt zich probleemloos staande. De
makers omschrijven ‘Blues Notes & Red Shoes’ als zaterdag-
avond jazz – een perfecte typering. Op die uitgaansavond moet
je op je best zijn en dat zijn Carter en haar mannen beslist.
Hans Invernizzi
De oneindige zoektocht naar vrijheid. Is er één jazzmusicus die
niet zijn leven lang met deze queeste bezig is? Zo ook de
Utrechtse saxofonist Ad Colen, die met ‘Free’ zijn vierde cd heeft
afgeleverd. Volledige vrijheid is, ook in de jazz, een illusie. Colen
bouwt voort op ruim een eeuw tradities, maar doet dat met een
lucide en eigenzinnige benadering. Tien eigen stukken staan er
op dit album, alle - met uitzondering van één - door Colen ge-
componeerd. Pianist Gé Bijvoet tekende voor de ingetogen bal-
lad ‘KPT’ en stak een helpende hand toe bij het bedenken van
het subtiel meanderende ‘Lost en Found’.
Verder spelen mee Wiro Mahieu op bas en Yonga Sun op slag-
werk, kalimba en percussie - een dienend en hecht ritmeduo –
en zijn gitarist Wim Bronnenberg (in ‘Bicicletta’) en fluitist Mark
Alban Lotz (in ‘Carjive’ en ‘Tricky Customer’) te gast. Met ver-
eende krachten hebben de heren van ‘Free’ een relaxt album
gemaakt, waarop volop gevarieerd wordt qua tempi en stijlen.
Toch overheerst de strikte swing en is het de volvette sound van
Colen die domineert. En gelukkig maar. Ad Colen produceert
zowel op tenor- als sopraan een aangenaam klankpallet.
Op de hoes van ‘Free’ gooit Colen lachend bladmuziek omhoog.
Zo van: laat maar vallen. ‘Free’ is echter allerminst een vrijblij-
vende cd met louter improvisaties. Melodische en harmonieuze
hoogstandjes worden niet geschuwd, maar deze plaat kenmerkt
zich toch door intens groovend samenspel waarbinnen de band-
leden vrijheid nemen en krijgen. En Colen zijn vakmanschap op
de sax voluit etaleert.
Hans Invernizzi
11
JazzFlits nummer 123 7 september 2009
BERT VAN DEN BRINK & HEIN VAN DE GEYN Friendship Challenge
Bekijk Vd Brink en Vd Geyn; klik hier: http://www.youtube.com/watch?v=q--Xy0GJdoM
DAVID KIKOSKI Mostly Standards Challenge
Bekijk David Kikoski; klik hier: http://www.youtube.com/watch?v=lllEeEfZQvc
VERVOLG CD-RECENSIES
Wat heeft het Muziekgebouw aan ‘t IJ een prachtige akoestiek.
Pianist Bert van den Brink en bassist Hein Van de Geyn speelden
er in oktober 2007. Ze traden op in de grote zaal en lieten het
krachtige, lyrische spel van de piano en de ruimtelijkheid van de
bas goed tot zijn recht te laten komen. Zelfs de lage tonen zwe-
ven door de ruimte. Dit duo heeft al heel veel samengespeeld;
Bob Hagen van Jazzimpuls bracht ze voor deze gelegenheid bij
elkaar.
De cd ‘Friendship’ opent met een bevlogen solo-interpretatie van
de Beach Boys-hit ‘God Only Knows’. Daarna speelt Van den
Brink nog een paar stukken solo, waaronder een sonate van
Scarlatti en een vrije ‘Improvisation in Fourth’. Pas later voegt
Van de Geyn zich erbij met zijn mooie klank. Hij schreef ‘North-
sea Nights’, vol samenwerking en lyriek. Van de Geyn weet zijn
tonen perfect te plaatsen. Hij weet precies wanneer hij juist niet
moet spelen om de pianist zijn gang te laten gaan. Hoewel het
live-opnamen zijn, is er nauwelijks applaus te horen. Met twee
overbekende standards wordt de cd afgesloten. Ze doen dat
swingend, aftastend en met behoud van het origineel. ‘Friends-
hip’ is de weergave van een spannend concert dat door de af-
wisseling van geïmproviseerde en gecomponeerde stukken ui-
terst boeiend is. En dat in die grote zaal, met die weidse akoes-
tiek. Wat een topduo! Peter J. Korten Pianist David Kikoski is niet zo bekend in de lage landen. Toch
heeft hij al een respectabele staat van dienst. Zo is hij te horen
op negentien albums voor het label Criss Cross. In de jaren
negentig werkte hij met trompettist Randy Brecker en drummer
Roy Haynes. Met Haynes trad hij ook op tijdens het laatste
North Sea Jazzfestival. Daar toonde hij zich uiterst creatief en
energiek. Met bassist Eric Revis en drummer Jeff ‘Tain’ Watts
haalde Kikoski de helft van het Branford Marsalis Quartet naar
de studio, waar ook dit keer Max Bolleman achter de knoppen
zat. Hij stond weer borg voor een mooi geluid. Kikoski zette acht
stukken op de cd en de meesten daarvan zijn, zoals de titel al
doet vermoeden, standards. Van McCoy Tyner is dat ‘Blues On
The Corner’ en van Sonny Rollins ‘Doxy’. Ook ‘Change’ van pia-
nist Kenny Kirkland (1955-1998) rekent Kikoski tot de stan-
dards. Daarnaast de ballad ‘Old Folks’ en het bekende ‘Autumn
Leaves.’ De laatste duurt ruim twaalf minuten met een royale
solo-intro van Revis. De pianist speelt graag met Revis ‘wegens
zijn enorme, vette beat’. En inderdaad, de bassist heeft een
transparante, overzichtelijke en sterk ritmische speelwijze.
David Kikoski kan fonkelen in een ballad, maar ook in kolkende
up-tempostukken. In zijn jeugd stond er een Hammond B3 in de
woonkamer. Maar die moest wijken toen zijn moeder een nieu-
we bank wilde kopen. Gelukkig bleef de piano in huis. Misschien
speelt Kikoski er nog steeds op: ‘mostly standards…’
Peter J. Korten
GELEZEN IN THE CINCINNATI ENQUIRER
“But I will say that the difference in being a musician of any discipline today, than in the past, are the opportunities, given today’s technology. There are more ways for musicians to get their music to the audiences. Those technological advancements have been great for musicians today.”
Trompettist Wynton Marsalis , oktober 2008.
12
JazzFlits nummer 123 7 september 2009
CARTER/KASAVAN/HENNEN/ PARKER Feels Like It Stork Music (http://www.cdbaby.com/cd/tkmhdcwp)
LUDOVIC BEIER Djangobrasil City Record/Le Chant du Monde
Bekijk Ludovic Beier; klik hier: http://www.youtube.com/watch?v=pqjJznHOSWA
STANLEY CLARKE TRIO Jazz In The Garden Heads Up
Bekijk een filmpje over de cd; klik hier: http://www.youtube.com/watch?v=HPLdpkE0RUg
VERVOLG CD-RECENSIES
De samenstelling van dit leiderloze kwartet is vrij bijzonder,
want de spil van de band wordt gevormd door twee toetsenis-
ten: Mark Hennen en Toby Kasavan, die zowel piano als key-
boards bespelen. Bassist William Parker en saxofonist Daniel
Carter completeren de groep. Hun debuut, 'Feels Like It', bevat
vijf meest lange improvisaties, die zich episodisch ontvouwen.
'The Force that Drives All Flesh' is duidelijk free jazz-achtig, met
de duidelijk door Coltrane beïnvloede Carter op tenor, en twee
piano's als een soort ritmesectie. In 'As Luck Would Have It'
bieden de keyboards een grotere verscheidenheid in klankkleur,
en ook meer variatie in de dynamiek. 'Send Love' is gospelach-
tig, met Carter op alt, waarmee hij Ornette-achtig klinkt. De
orgelklanken uit de sampler raken even de clichés uit het genre
aan, maar zetten dat gevoel niet door, waardoor het spannend
blijft. De grote held van de cd is zeker William Parker, die strij-
kend en plukkend weer eens aantoont dat hij een van de aller-
grootste bassisten van zijn generatie is.
Herman te Loo Je hoort niet onmiddellijk dat Ludovic Beier de gipsy-muziek van
gitarist Django Reinhardt speelt. Dat komt omdat hij deze op
accordeon uitvoert en omdat de muziek door de Braziliaanse
inslag ritmisch vrijer is. Als je de uitvoeringen van Reinhardt
echter nog eens opzet, blijkt Beier toch dicht bij het origineel te
zijn gebleven. Al is zijn benadering ontegenzeggelijk losser. Op
twee na zijn alle stukken op ‘Djangobrasil’ van Django Reinhardt
zijn. ‘Brazil’ is van Barroso en Russell. Dat werd heel veel door
de in 1953 gestorven gitarist gespeeld, en ‘Little Dreams’ is een
compositie van Ludovic Beier zelf en zijn gitarist Samson
Schmitt. Ook gitarist Thierry Moncheny speelt op deze plaat. Het
is toch vooral de leider die het geluid bepaalt. Dat hoor je het
best op ‘Minor Swing’. De eerste maten hebben een 78-toeren
geluid, maar dan keert meteen de geluidskwaliteit anno 2009
terug. De begeleiding vindt plaats met veel gebroken akkoorden
in plaats van de brushes en slaggitaar zoals bij Reinhardt. Al
met al is ‘Djangobrasil’ een echte Beier-plaat.
Hessel Fluitman Een geslaagde productie is vaak gebaseerd op de juiste keuzes.
De keuze van de composities, van de instrumenten en natuurlijk
de muzikanten. Bassist Stanley Clarke koos voor zijn trio de
Japanse pianiste Hiromi en drummer Lenny White. Hiromi kan
enorm energiek en razendsnel spelen. Ze kan (als ze wil) heel
beschaafd swingen, maar ook de vleugel belagen met haar vuis-
ten. De muziek van Lenny White zit meestal in het jazzrock-
spectrum. Clarke is al jaren van werkelijk alle basmarkten thuis
en juist de keuze van zijn bandleden maakt de cd aantrekkelijk.
Of er straightahead gespeeld wordt (‘Take The Coltrane’) of
richting rock (‘Under The Bridge’), het resulteert in een toegan-
kelijke benadering van standards en eigen stukken. ‘Bass Folk
Song No. 5&6’ is een vervolg op de Folk Songs van de vorige cd
van Clarke ‘The Toys Of Man.’ Hij speelt deze stukken solo en
laat de luisteraar alle hoeken en gaten van de contrabas zien.
Heel kunstig. Ook tijdens een vrij geïmproviseerd stuk dat hij
samen met Hiromi speelt, blijft Stanley Clarke de leider. Hij blijft
onder alle omstandigheden de route bepalen en weet steeds te
voorkomen dat een klassiek pianotrio ontstaat. Dat is het na-
tuurlijk wél, maar de bas blijft de boventoon voeren.
Peter J. Korten
13
JazzFlits nummer 123 7 september 2009
JORIS TEEPE BIG BAND We Take No Prisoners Challenge Records
DE NAZATEN EN JAMES CARTER Skratyology Skrotbrock
Bekijk De Nazaten; klik hier: http://www.youtube.com/watch?v=bgl1D0T_rHQ
VERVOLG CD-RECENSIES
Hoe is het mogelijk dat een paar compositieopdrachten binnen
ongeveer een jaar resulteren in een New Yorkse bigband die in
welke poll dan ook alleen maar eerste prijzen in de wacht sleept.
Bassist/componist en arrangeur en ook nog docent Joris Teepe
heeft het geflikt. Met een vindingrijkheid van jewelste heeft hij
stukken voor zijn Joris Teepe Big Band geschreven, waarmee je
je overal kunt vertonen. Hij is inmiddels te vergelijken met ar-
rangeur/ orkestleider Maria Schneider die met een pak ‘scores’
onder de arm vaak wereldsteden aandoet en er colleges geeft.
Joris’ vondsten (kleurrijke klanken, accenten en dynamiek) dui-
den op een schat aan muzikale kennis. Hij heeft die op sublieme
wijze verwerkt in de composities en arrangementen voor deze
piekfijn opgenomen cd ‘We Take No Prisoners’. De secties zijn
interactief flink bezig en zorgen op gezette tijden ook voor een
stevig en dan weer een fluwelen tapijt waarop de solisten tot
maximale prestaties komen.
In het titelstuk is er plaats voor pianist Jon Davis, de nieuwe
baritonsaxofonist Jason Marshall, de Russische meestertrompet-
tist Vitaly Golovnev – vaak genoeg al laten horen in mijn radio-
programma Lüdeke Straightahead (?) – en bastrombonist Earl
McIntyre. De cd opent met ‘Flight 643’, Joris’ favoriete KL-vlucht
naar New York. Hij woont er al achttien jaar. Daar ook ligt de
basis voor deze uitzonderlijke productie. In een van de stukken
is er een gastoptreden van de onlangs overleden legendarische
drummer Rashied Ali. Van hem is recentelijk de cd ‘Live in Euro-
pe’ verschenen op Survival Records, met Teepe.
Het is te hopen dat Challenge Records bereid is geld te spende-
ren aan de promotie van Joris Teepes wonderbaarlijke onderne-
ming, opdat de volgende zomer ook de Europese jazzfestivals
kennis kunnen nemen van zijn echt onvolprezen schrijfkunst en
leiderschap. De overtocht vanuit New York kan dan geschieden
per ‘Flight 644.’
Jaap Lüdeke
De Rotterdamse Surinaams/Nederlandse groep De Nazaten
speelt al een jaar of vijftien een soort bastaardmuziek, een
mengsel van Surinaams en jazz. Vandaar dat ze zich oorspron-
kelijk met een knipoog De Nazaten van Prins Hendrik noemden.
De groep neemt Surinaamse muziek als uitgangspunt en lar-
deert deze met improvisatie en andere verworvenheden uit de
jazz. Resultaat is een aantrekkelijke mixmuziek, waar het plezier
van afstraalt. De internationaal bekende bartitonsaxofonist Ja-
mes Carter speelt graag mee en kwam vorig jaar voor een tour-
nee uit New York over. De cd ‘Skratyology’ is een live opname
van die toer. Carter is prominent op de cd aanwezig. Zo speelt
hij in ‘Kwagogo’ een spetterende solo, die van donkerbruin laag
tot schitterend hoog reikt. In ‘My Window is a Mirror’ onderzoekt
hij de lage tonen. De skratyi, een basdrum op een stelling die in
de Surinaamse muziek een belangrijke rol speelt, de bassaxo-
foon van Klaas Hekman en de trombone van Patrick Votrian, die
ook regelmatig de sousafoon ter hand neemt, vormen de hechte
basis van de muziek. De overige blazers, onder wie trompettist
Setish Bindraban, en gitarist Robby Albrega begeleiden en im-
proviseren naar het uitkomt. Elke muzikant krijgt ruim de gele-
genheid om zijn kunnen te tonen. Ondanks de lengte van de
stukken, sommige lopen in elkaar over, blijft de muziek bondig
en boeiend. Met de cd ‘Skratyology’ leveren De Nazaten een
prima prestatie. Hessel Fluitman
14
JazzFlits nummer 123 7 september 2009
ELECTRIC COWBOY CACOPHONY Shark Piano Sumtone (http://www.sumtone.com/ecc.php)
BORIS SAVOLDELLI/ELLIOTT SHARP Protoplasmic MoonJune (http://www.moonjune.com)
Bekijk Boris Savoldelli; klik hier: http://www.youtube.com/watch?v=EKGva5rR3HE
VERVOLG CD-RECENSIES
Pianiste Karin Schistek en saxofonist/laptop-bespeler Michael
Edwards maken deel uit van het trio Lapslap, waarover ik eerder
in JazzFlits berichtte. In Electric Cowboy Cacophony vormen ze
een internationaal kwartet met de Amerikaanse banjospeler Paul
Elwood en de Corsicaanse gitarist Jean-Marc Montera. Ook op de
cd ‘Shark Piano’ dompelen de musici zich onder in elektro-
akoestische vrije improvisaties die een breed spectrum aan sfe-
ren en dynamiek bestrijken. Soms is het viertal heel lyrisch,
vooral wanneer zowel Schistek als Montera de ebow ter hand
nemen, een soort elektronische strijkstok.
Maar de groep kan ook heftig uitpakken, zoals in het openings-
stuk, ‘Die Böse’, waar de staccato spelende banjo en gitaar stel-
ling nemen tegen de heavy pianopartij. Een dergelijk contrast zit
er ook in ‘Scales and Whales’ tussen de Lol Coxhill-achtige so-
praansaxofoonlijn en de scheurende gitaar. Elwood, die ook een
achtergrond in traditionele bluegrass-muziek meeneemt, voegt
uit die hoek een vervreemdend element toe dat in de geïmprovi-
seerde muziek ongekend is. Electric Cowboy Cacophony levert
dus een zeer sterk debuut af, dat voortdurend spannend blijft,
en ook nog eens perfect is opgenomen. Het doosje bevat twee
plaatjes: een gewone cd, en een audio-dvd, waarop geen beeld
is te zien, maar wel een ruimtelijke opname van dezelfde mu-
ziek. Mijn installatie was er helaas niet geschikt voor, maar het
zal de luisterervaring zeker nog boeiender maken.
Herman te Loo Eind vorig jaar besprak ik in JazzFlits het debuut van de Itali-
aanse vocalist Boris Savoldelli, met z'n vrolijke, door Bobby
McFerrin en Mark Murphy beïnvloede muziek. Zijn tweede cd
‘Protoplasmic’, voor het Amerikaanse MoonJune-label is behoor-
lijk anders. De Italiaan maakt veel meer gebruik van de klank-
mogelijkheden van de elektronica die hij op z'n spel loslaat. Als
partner koos hij de New Yorkse noise-gitarist Elliott Sharp, en
het resultaat is verbluffend.
In tien improvisaties horen we de meest grillige klanklandschap-
pen vol elektronische wervelwinden aan ons voorbijtrekken.
Vaak rauw en gruizig, maar soms ook lyrisch en hypnotiserend,
als Savoldelli de sequencer van het loopstation z'n werk laat
doen, of wanneer Sharp een soort groove neerzet. Af en toe zijn
er wat flarden tekst te horen, waardoor het idee van een droom,
of een soort film in je hoofd (het tweede nummer heet niet voor
niks 'Noises in My Head') nog sterker postvat. Gemakkelijk of
gemakzuchtig wordt het nergens, en soms zijn stalen zenuwen
vereist, maar 'Protoplasmic' is een cd die niemand onberoerd zal
laten.
Herman te Loo
WERKING LINKS IN JAZZFLITS
In JAZZFLITS zijn weblinks opgenomen naar bijvoorbeeld You
Tube of websites van muzikanten. Als een klik op deze links niet
tot de gewenste verbinding leidt, is dit mogelijk te wijten aan
een verouderde versie van Acrobat Reader. Na installatie van de
nieuwste versie 9.0.1. moet het probleem verholpen zijn. Een
nieuwe kosteloze versie van Adobe Reader is te downloaden via
onze website (onder aan de pagina) of de website van Adobe.
15
JazzFlits nummer 123 7 september 2009
JOE LOVANO Us FIVE Folkart Blue Note
Bekijk een filmpje over de cd; klik hier: http://www.youtube.com/watch?v=O1EkeNR4qbM
JOEP PEETERS & THE TERIFFIC TEN Elvis Anders Hans Kuster Music (http://www.joeppeeters.nl)
VERVOLG CD-RECENSIES
Het zeventigjarig bestaan van Blue Note viert saxofonist Joe
Lovano met zijn 22ste (!) album voor het label. Hij doet dat met
zijn nieuwste groep Us Five. Nu heeft Lovano al in zeer diverse
settingen gespeeld, zoals onlangs met de WDR Bigband én een
symfonieorkest tegelijk. Zijn huidige band bestaat uit: op piano:
James Weidman, op bas: Esperanza Spalding en twee drum-
mers: Otis Brown II en Fransisco Mela. James Weidman is sa-
men met de leider de enige wat oudere muzikant. De saxofonist
speelt naast zijn tenor op een keur aan andere instrumenten:
altsaxofoon, taragato, altklarinet, aulochrome en wat percussie.
Die aulochrome bestaat uit twee aan elkaar verbonden sopraan-
saxofoons. Op ‘Dibango’ klinken ze unisono, dat kan natuurlijk
niet anders. Het nét even anders plaatsen van een van de twee
rietjes geeft al een effect of het twee afzonderlijke spelers zijn.
In ‘Drum Song’ schittert de jonge Spalding opvallend en is een
complete drumkit per kanaal te horen, of, zoals Lovano het altijd
noemt; ‘drums and cymbals’. Die twee drummers geven wel een
vreemd resultaat. Als ze beiden starten in het openingsstuk lijkt
het wel of ze tegelijk auditie doen. Ze spelen hetzelfde maar
toch ook weer net niet. Als ze hun eigen weg mogen gaan doen
ze dat van harte.
Naar wie verwijst de saxofonist in de compositie ‘Ettenro’? Lees
het woord omgekeerd… Dat verklaart tevens de hoekige structu-
ren van het stuk en de vrije vorm waarin gemusiceerd wordt.
Lovano speelt op de cd uitsluitend eigen stukken. Wat stijl be-
treft tapt hij uit diverse vaatjes, die allen op folkmuziek geënt
zijn, maar zijn eigen geluid staat als een huis.
Peter J. Korten
Joep Peeters (1949) is een Bredanaar in hart en nieren. Hij was
één van de oprichters van het Jazz Festival Breda en is als mu-
zikant (piano, banjo, alt, vibrafoon, zang) een bekend figuur in
het Brabantse. Peeters is al sinds mensenheugenis actief in tal
van bezettingen. Eén ervan heeft hij The Teriffic Ten gedoopt.
Peeters zelf is nummer elf, een getal met een bijzondere bete-
kenis in carnavalsgebied. Met het gezelschap van amateurs en
profs nam Peeters, zonder een repetitie vooraf, de cd ‘Elvis An-
ders’ op.
Waarom? Omdat Joep Peeters – in het dagelijks leven docent
Frans – een hechte band voelt met The King en diens omstreden
manager, Colonel Parker ofte wel Dries van Kuijk. Inderdaad,
afkomstig uit Breda. De honderdste geboortedag in 2009 van de
illustere stadgenoot bepaalde het moment waarop Peeters de
studio indook.
Op ‘Elvis Anders’ staan zestien stukken: een dozijn van de grote
man en vier van Chuck Berry en Ray Charles. Ook twee helden
van Peeters. ‘Elvis Anders’ is een dolgezellig, spontaan album
waarop jazzmusici zich wagen aan rock and roll, rhythm & blues,
een beetje zydeco, hillbilly en boogaloo.
De meeste nummers zitten redelijk stevig in elkaar. Met name
die waarin gitarist Dennis Kolen zingt en Berry-licks ten beste
geeft. De vrolijke zang van Peeters’ dochters Chris en Wies ver-
raadt hun conservatoriumopleiding. Pa rammelt lekker op de
piano en scheurt op de alt. Joeps vocalen zijn een miskleun.
Peeters zingt met een beroerde timing en frasering en een af-
grijselijk accent.
Hans Invernizzi
16
JazzFlits nummer 123 7 september 2009
STEFANO LUIGIA MANGIA Painting On Wood (Pittura su Legno) Leo Records (http://www.leorecords.com)
TETZEPI Seed TryTone (http://www.tetzepi.nl)
Bekijk Tetzepi met Seed; klik hier: http://www.youtube.com/watch?v=g36cOWlqxP4
VERVOLG CD-RECENSIES
De jonge Italiaanse vocalist Stefano Luigi Mangia manoeuvreert
zich zeer behendig tussen traditie en vernieuwing. Veel stukken
van zijn debuut-cd ‘Painting On Wood’ zijn langzaam in tempo,
en neigen naar balladachtige jazz. In zijn kwartet is een belang-
rijke rol weggelegd voor pianist Gianni Lenoci, die tekent voor
vier van de tien stukken (net als Mangia zelf). Met het eerste
daarvan, 'Mal Waldron', geeft hij ook duidelijk aan wie zijn grote
held is. De fraaie compositie doet denken aan het ontroerende
'Seagulls of Kristiansand' van de oude meester. Mangia toont
zich hierin een lichte crooner met een smaakvol timbre. In 'The
Lights in My Shade' krijg ik zelfs associaties met Little Jimmy
Scott. Toch laat Mangia ook in dit nummer horen dat hij verder
heeft geluisterd dan alleen maar naar jazz. Hij noemt zelf in het
cd-hoesje Mongoolse, Pakistaanse en Noord-Indiase zang be-
langrijke inspiratiebronnen. Heel af en toe gaat het er iets wilder
aan toe, zoals in Steve Lacy's 'Bone' en in Mangia's eigen 'Dis-
Oriented Thoughts'. Dat geeft de nodige variatie, alhoewel de
ingetogenheid van het meeste repertoire, mede door het subtie-
le spel van bassist Pasquale Gadaleta en drummer Marcello
Magliocchi, van een zo hoge kwaliteit is dat het blijft boeien.
Herman te Loo ‘Seed’ is alweer de vierde cd van een van de boeiendste grote
bands (ze vermijden zelf ook het woord bigband door zich 'big-
tet' te noemen) in Nederland. Klaarblijkelijk een eerste in een
nieuwe reeks. Uitgangspunt voor alle tien composities zijn muzi-
kale 'zaadjes' die de Canadese componist John Korsrud (een van
de initiatiefnemers en inspiratoren van het orkest) heeft geplant.
De componisten (zowel van binnen de band als daarbuiten)
kregen de vrijheid om er hun eigen gang mee te gaan. Dat heb-
ben ze zodanig verschillend gedaan dat er een zeer gevarieerde
cd is ontstaan, die alle parameters (dynamiek, klankkleur, rit-
miek, ordening, structuur) van de band volledig uitbuit. Een
grote gemene deler lijken de buitenmuzikale aanleidingen te zijn
die de componisten zochten voor hun stukken. Zo probeert Mar-
co C. de Bruin in 'Tina's Wonderworld' de leefwereld van een
ADHD'er in klank te vatten. Rustig passages worden dus afge-
wisseld met heftige uitbarstingen, en de springerige solo van
altsaxofonist Erik van der Weijden past daar perfect bij. Korsrud
zelf nam in 'The Lowest Tide' de tsunami van 2002 als uitgangs-
punt. Langzaam zwelt het kalme begin, een soort hymne, aan
tot een allesverslindende muzikale stortvloed. Niet alle stukken
eindigen in een dergelijke heftigheid. De 'Cows'-stukken van
saxofoniste en co-bandleider Esmée Olthuis kenmerken zich
juist door rust en verstilling, zoals het gevoel dat je als mens bij
een weiland vol koeien krijgt. Ze gebruikt hierbij ook kleinere
delen van het orkest, zoals het sterke saxofoonkwartet in 'Cows
in the Air'. Weer heel anders is 'Paradiso' van haar collega-
bandleider, trompettist Hans Leeuw. Hij baseerde zijn composi-
tie op het derde deel van Dante's 'Divinia Comedia'. De elfvoeti-
ge verzen bepalen de ritmiek van het stuk, dat daardoor iets
hoekigs krijgt (zonder de obligate Balkan-associaties van deze
onregelmatige maatsoort), hetgeen weer wordt afgezet tegen de
soms welluidende, haast Gil Evans-achtige ensemblepassages,
en heavy momenten waar gitarist Raphael Vanoli de scheur flink
opentrekt. Imposant.
Herman te Loo
17
JazzFlits nummer 123 7 september 2009
CHARLES MINGUS Epitaph Eagle Vision
Bekijk een filmpje over deze dvd: http://www.youtube.com/watch?v=S86WzxIbolw
DVD-RECENSIE
Charles Mingus’ monumentale compositie ‘Epitaph’ duikt regel-
matig op. Het is een suite die hij in 1962 samenstelde, toen hij
de gelegenheid kreeg om ‘iets groots’ te creëren. Er rustte geen
zegen op het werk. Doordat de geplande opname vijf weken
werd vervroegd, Mingus steeds meer stukken aan de suite toe-
voegde, de studiosessie tot concert werd omgevormd en
niemand echt meewerkte aan dit topzware project, werd het op
de avond van de opname een chaos van jewelste. De uitge-
brachte lp kreeg slechte recensies. Blue Note zette in 1994 nog
ruim een uur muziek van die rampzalige avond op cd. Toen
bleek dat er even goed heel genietbare muziek was gemaakt.
Zes jaar na de dood van Mingus, hij overleed in 1979, vond een
Canadese musicoloog de verzameling partituren terug van deze
reusachtige suite. Ruim twee uur muziek voor een orkest van
dertig man. Op basis van dit materiaal reconstrueerde compo-
nist/dirigent Gunther Schuller de partijen en maakte hij het werk
speelbaar. Zo kwam het in 1989 tot de eerste volledige uitvoe-
ring van ‘Epitaph’. Een jaar later verscheen deze op een dubbel-
cd. Sindsdien voerde Schuller ‘Epitaph’ meerdere keren uit. Zeer
gedenkwaardig in 1999, toen hij met het Trans Atlantic Orches-
tra het werk in het Amsterdamse Concertgebouw ten gehore
bracht. Dat orkest bestond uit de Mingus Bigband, aangevuld
met regionale musici.
Dit jaar is de opname van de première in 1989 ook op dvd uit-
gekomen. Voor die première waren muzikanten uitgenodigd die
nog met Mingus hadden gespeeld. Maar ook jongere musici die
toen veelbelovend waren, of het al tot ster hadden gebracht. Zo
zitten in de trompetsectie Randy Brecker, maar ook Wynton
Marsalis, Snooky Young en Lew Soloff. De oudgediende altist
John Handy zit naast zijn jonge collega Bobby Watson. Natuur-
lijk waren tenorist George Adams en trompettist Jack Walrath
van de partij. Zij hadden in de jaren zeventig nog veel met Min-
gus gespeeld.
De suite ‘Epitaph’ bestaat uit een aantal bekende stukken, maar
bevat ook onderdelen die Mingus speciaal voor de gelegenheid
maakte. Het stuk biedt ruimte voor improvisatie, maar er zitten
ook volledig uitgeschreven stukken in. Hoewel het onmiskenbaar
een stuk van Mingus is, hoor je andere muziek dan je van de
bassist/componist gewend bent. Niet in de laatste plaats omdat
Gunther Schuller de leiding over het project had. Maar ook om-
dat het muziek voor zo’n groot orkest is. Dat vereist discipline.
‘Epitaph’ is moeilijk doordringbare muziek. Het is een mix van
modern klassiek en geïmproviseerde muziek. Pas na meerdere
keren luisteren ga je lijnen in de muziek horen. Sommige stuk-
ken zijn zo complex, dat ze wel atonaal lijken. Dat komt volgens
Schuller, omdat er zoveel muzikale lijnen door elkaar lopen. Dat
geldt uitgerekend voor het oudste stuk dat Mingus gebruikte:
‘Self Portrait: The Chill of death’. Juist dat is het meest modern
uitgewerkt. In het begeleidende boekwerkje worden de stukken
van de suite uitgebreid door Gunther Schuller toegelicht. Nuttig,
want het helpt bij het doorgronden van de muziek. Het is een
goede zaak dat Mingus’ ‘Epitaph’ nu ook op dvd verkrijgbaar is.
Hessel Fluitman
WWW.JAZZFLITS.NL
18
JazzFlits nummer 123 7 september 2009
Datum en plaats: 13 tot en met 16 augustus, Park Den Brandt, Antwerpen-Wilrijk.
John Zorn. (Foto: Tom Beetz)
CONCERTVERSLAGEN
JAZZ MIDDELHEIM 2009 TREFT GOED WEER Natuurlijk was het niet alleen een flink aantal uren zonneschijn
dat het verblijf zo aangenaam maakte tijdens de 28ste aflevering
van Jazz Middelheim. Het programma had een sterk akoestisch
karakter. Hopelijk blijft dat in de toekomst zo. De organisatie is
sinds vorig jaar in handen van Jazz en Muziek, een vereniging
zonder winstoogmerk onder leiding van festivaldirecteur Ber-
trand Flamang.
Grote trekpleister op de eerste uitverkochte dag was popster
Lou Reed. Hij trad op met altsaxofonist John Zorn en perfor-
manceartieste Laurie Anderson Muzikaal gezien stelde hij zich
nogal verdekt op, wat ertoe leidde dat John Zorn het thema
‘Improvisations’ gedurende een half uurtje naar zich toe moest
trekken met repeterende en quasi hypnotiserende riffs. Minimal
Music? Het schuurde enigszins.
Daar was de volgende dag geen sprake van. Dee Dee Bridge-water gaf met gulle hand wat er van haar werd verwacht:
gloedvol uitgevoerd repertoire, direct contact met het publiek en
een ‘stage presence’ van heb ik jou daar. Ze opende met ‘Afro
Blue’ van wijlen Mongo Santamaria. Volgens zijn vrouw, ooit op
North Sea Jazz, zijn ze er rijk van geworden. Met dank ook aan
John Coltrane, mag je veronderstellen. Vóór Bridgewater was
het devies: Hans Teeuwen Zingt! Hij kreeg medewerking van
onder anderen gitarist Jesse van Ruller en altsaxofonist Benja-
min Herman. Teeuwen kronkelt elastisch over het toneel en
tegelijkertijd door zijn teksten. Sinatra was in the House. Het
verschil: de camera-act van cabaretier Theo Maassen dreigde
een vervolg te krijgen toen Teeuwen kans zag een fotograaf één
van zijn toestellen te ontfutselen en er een paar keer aan het
hengsel vervaarlijk mee rond zwiepte. Het liep goed af met de
camera, waarde 5.000 euro.
The Cookers waren ook op Jazz Middelheim. Het is geen all star
band. Ook niet met Billy Harper, Eddie Henderson en Billy Hart.
Wel zijn het capabele solisten die met de arrangementen het
onderwerp dynamiek wel lelijk lieten liggen. Waarom toch?
Dee Dee Bridgewater. (Foto: Tom Beetz)
19
JazzFlits nummer 123 7 september 2009
VERVOLG JAZZ MIDDELHEIM
Hans Teeuwen Zingt! (Foto: Tom Beetz)
VERVOLG CONCERTVERSLAGEN
Het trio van altist Rudresh Mahanthappa ging niet gebukt
onder de recente overwinningen in polls van de Jazz Journalists
Association en DownBeat. Het was moderne jazz, hier en daar
doorspekt met Indiase roots van de leider. De ode aan Chet
Baker kreeg als titel ‘Chet Mood’, met trompettist Enrico Rava
en gitarist Philipe Catherine. Rava grossierde in licks van Miles
Davis, het Belgische gitaarwonder Catherine bleef geheel zich-
zelf met ragfijne vondsten en een sound die in de verte nog
altijd herinneringen oproept aan zijn idool Django Reinhardt.
Bert Joris. (Foto: Tom Beetz)
Ja, en toen was het tijd voor Toots. Zijn optreden vond plaats in
een meer dan volle tent. Het uitgelaten publiek weigerde te
aanvaarden dat Toots (87) zijn muzikale hoogtepunten achter
de stramme rug heeft. Maar opeens volgde dan toch weer een
geladen ballade die aan het slot allengs overging in een soepele
en tevens zwoele bossa met fraai brusheswerk van Hans van
Oosterhout. Het meer dan gave trio bestond verder uit Karel
Boehlee (piano) en maestro Hein Van de Geyn (bas). Het com-
merciële tv-station TVM toonde in het journaal een fragment van
Toots met volgens de aankondiging het trio van Danilo Perez.
Maar die zat toch echt thuis in de VS, met een voetblessure.
Wie op zondagmiddag om 15.00 uur mag openen is de pineut.
Weinig publiek, zonnig weer, en de ambiance is ver te zoeken.
Maar het kwartet van de gezaghebbende trompettist/componist/
arrangeur Bert Joris, met pianist Dado Moroni (hij kan ook
bassen), bassist Philip Aerts, en drummer Dré Pallemaerts, trok
zich daar weinig van aan. Hier was dan eindelijk een viertal
bezig de dynamiek op brede basis in het spel te betrekken. Ze
kwamen op die manier in hoger sferen terecht en maakten er
een ware topact van. Dat gold min of meer ook voor het duo-
concert van Kenny Barron en Charlie Haden. Alleen, bassist
Haden kampte vermoedelijk met tijdsverschil want hij leverde
slaapverwekkende bijdragen. De onverstoorbare toppianist Bar-
ron boog vol respect nog even naar de bassist met een spranke-
lende interpretatie van diens prachtige ballade ‘First Song’. Ka-
merjazz was het, maar toch niet geschikt voor een tent met
drieduizend zitplaatsen.
20
JazzFlits nummer 123 7 september 2009
VERVOLG JAZZ MIDDELHEIM
Trompettist Yasek Manzano, een solist met veel zeggingskracht. (Foto: Jos L. Knaepen)
VERVOLG CONCERTVERSLAGEN
Kenny Barron (links) en Charlie Haden. (Foto: Tom Beetz)
De imposante show: David Murray Plays Nat ‘King’ Cole en
Español was ter afsluiting een soort megaproductie waarnaar
André Rieu waarschijnlijk met oprechte belangstelling zou heb-
ben gekeken. De ritmesectie plus enige blazers waren uit Cuba
overgevlogen, de elf strijkers maken deel uit van de Filharmonie
Antwerpen. Het betekende veel schrijven voor Murray. Hij, de
dag na het festival: “Ik moet nog twee dingen leren: per compu-
ter componeren en Portugees praten, want daar heb ik tegen-
woordig een tweede huis.” Murray toverde al met al een vrolijk
klinkend salsaorkest uit zijn pen, of potlood, en produceerde
opmerkelijk behendige solo’s waarin de flageoletten menigmaal
hoogtij vierden.
David Murray. (Foto: Tom Beetz)
Andere solist met veel zeggingskracht was de jonge Cubaanse
trompettist Yasek Manzano. Op Cuba spreekt men over een
wonderkind, maar zijn naam stond niet vermeld in de bezetting.
David Murray bracht met dit concert een waardig en vermakelijk
sluitstuk van dit door zeventienduizend mensen bezochte Jazz
Middelheim. Jaap Lüdeke
21
JazzFlits nummer 123 7 september 2009
WERELD JAZZ DAGEN
Datum en plaats: 29 augustus 2009,
Grotekerksplein,
Dordrecht.
Jeannine Valerio leest voor uit ‘Kikker heeft de Blues’. (Foto: Joke Schot)
VERVOLG CONCERTVERSLAGEN Bij de Wereld Jazz Dagen in Dordrecht is al zes jaar sprake van
geslaagde kleinschaligheid. Op kleine podia trekken heel wat
artiesten voorbij. Op zaterdagmiddag was er een concert voor
jazzliefhebbers én kinderen: ‘Kikker heeft de blues’. Dit project
van het Tony Overwater Kwintet was al een succes in menig
theater en baarde ook al twee cd’s. Kikker is de hoofdrolspeler
in de kinderboeken van Max Velthuijs. Toen het project een
aantal jaren geleden startte, was het de schrijver zelf die de
verhalen voorlas, terwijl de band ertussendoor speelde. Na het
overlijden van Veldthuijs nam Nico de Vries het stokje over.
Pianist Wolfert Brederode. (Foto: Joke Schot)
Maar nu vertolkte Jeannine Valerio de rol van voorlezer. Ze deed
dat heel overtuigend en met veel emotie, sterker dan haar man-
nelijke voorgangers. Haar achtergrond als zangeres hielp haar
zich in te leven in de verhaaltjes. Ze improviseerde ook op de
tekst. Ze liet Kikker bijvoorbeeld ritmisch zeggen dat hij niet kon
“tim, tim, tim, tim, timmeren!” Daarna vulde percussionist Jos-
hua Samsom het gesproken woord aan op zijn cajon. Op een
scherm werden de tekeningen van Velthuijs geprojecteerd.
Trompettist Angelo Verploegen en basklarinettist Maarten Or-
stein genoten zichtbaar van het enthousiasme van Valerio. De
aandacht van de kinderen werd op het laatst wel wat op de
proef gesteld toen er een ijskarretje aankwam.
Een ander concert was van het Wolfert Brederode Quartet. De pianist wachtte even met spelen omdat de klokken van de
Grote Kerk hoog boven hem tekeer gingen. Wanneer legt men
die klokken tijdens dit festival nu eens het zwijgen op? Bredero-
de bleek voor een klein (en muisstil) publiek een eigenzinnige
pianist met veel gevoel voor harmonie. Zijn creaties werden vlot
opgepakt door de groep. Brederode legde een mooie klassieke
ondertoon bij een solo van Claudio Puntin op klarinet. De groep
werkte zo strak samen dat een hoekig stuk, nét niet free, zich
later ontspon tot free-jazz, dat geleidelijk weer op een harmoni-
euze melodie uitkwam. Erg knap gedaan. Een compliment voor
de organisatie die een groep met zo’n delicaat geluid op een
buitenpodium durfde te programmeren. De kwaliteit van het
concert was alsof het voor betalende bezoekers was, in een
gerenommeerde zaal. De zon stond intussen vlak boven het
podium en verblindde de aandachtige luisteraars op de tribune.
Wat overbleef was alleen het geluid van een prachtig concert in
de gezellige, historische binnenstad van Dordrecht.
Peter J. Korten
22
JazzFlits nummer 123 7 september 2009
DOOR LEX LAMMEN
Lex Lammen is presentator/samensteller van de programma’s Het Grote Geluid en The Jazz Connection. Die zijn iedere twee-de en vierde dinsdag van de maand te horen op de ConcertZender (23.00 uur) en de klok rond op de pc via ‘uitzending gemist’ van http://www.concertzender.nl).
THE JAZZ CONNECTION
EEN VIERLETTERWOORD Verscheidene vierletterwoorden zijn uit het Anglo-Amerikaans in ons taalgebied doorgedrongen, die hier vervolgens te pas en vooral te onpas worden gebruikt. Eén daarvan is het woordje jazz, waar reclamebureaus steeds opnieuw een wervende wer-king vanuit zien gaan, of het nu om auto’s of om luchtjes gaat. Daar moest ik weer eens aan denken toen ik op 28 augustus getuige was van de ‘launch’ van een nieuwe jazzclub in Amster-dam, Jazz on the Riverbank geheten. Vier ondernemende heren, gesteund door een mevrouw van Hotel Krasnapolsky, hadden daartoe besloten omdat - zo werd bij de inleiding verteld - de hoofdstad behoefte heeft aan een luxe nachtclub met jazzmuziek. Het mes zou aan beide kanten snijden als jong talent, vers van de conservatoria en gevestigde muzikanten met een respectabele staat van dienst daar naast elkaar konden optreden, terwijl muzikaal geïnteresseerde gasten aangenaam soupeerden in een comfortabele ambiance. Het is de bedoeling dat één en ander zich gaat afspelen in de omgeving van het (niet genoemde) Bimhuis, maar omdat de beoogde ruimte op dit moment nog niet beschikbaar is en de Uitmarkt toch graag de primeur van de lancering - ‘launch’, dus - wilde hebben, mocht men voorlopig gebruik maken van de gastvrijheid van Hotel Krasnapolsky, waar in het verleden meni-ge jazzgrootheid overnacht heeft na zijn optreden in het Con-certgebouw, en de Wintertuin met de achterliggende Grote Zaal sinds lang een begrip voor feestvierend Amsterdam zijn. Een vriendelijke uitnodiging leidde tot ons bezoek aan de opening. Nou, het was niet kinderachtig. Er werd vlot geschonken en menigeen was op ‘mooi’ uitgedost. Tegen half één ging de Grote Zaal van Kras open. Op het podium speelde een trio met Michiel Borstlap aan de vleugel. Prominent en centraal op het podium zat de slagwerker op een praktikabel (een verhoog voor Vlaam-se lezers), vanuit de zaal rechts op het podium was een basgita-rist te zien en de leider en pianist Borstlap zat ergens wegge-stopt tussen de linkercoulissen, zijn keyboard en enige luidspre-kerdozen. Wat Michiel, die pianistisch toch wel iets te melden heeft, met zijn linkerhand speelde, werd door de geluidstechni-cus achter in de zaal kennelijk niet de moeite waard gevonden, want dat werd ons onthouden. De prestaties van zijn wel ver-sterkte rechterhand moesten het opnemen tegen het geroeze-moes. Er waren zeker zevenhonderd gasten uitgenodigd, be-greep ik, en die waren duidelijk niet voor de muziek gekomen. Toen kwam de eerste soliste, Edsilia Rombley. Zij is ongetwijfeld een populaire zangeres, maar een jazzvocaliste mag zij zich niet noemen zo lang zij zich beperkt tot wat popdeunen met theatra-le uithalen en een grotendeels onverstaanbaar prevelementje daartussendoor. Inmiddels was het gezoem dat de gasten pro-duceerden, zulke hinderlijke vormen aan gaan nemen, dat mijn vrouw en ik besloten het veld te ruimen. De Wintertuin bood inmiddels ook andere vluchtelingen verademing. Een opening is natuurlijk niet de beste manier om een oordeel te vormen over een in principe sympathieke onderneming, maar geen enkele jazzclub - luxe of niet, gratis drank of niet - mag slecht geluid bieden. De mededeling in de folder dat DJ Maestro zich over de programmering van de nieuwe jazzclub zal buigen, geeft wat dat aangaat weinig hoop, want dergelijke jongens werken met oordoppen in. Met enige weemoed dachten wij terug aan eerdere pogingen om een comfortabele jazzclub in Amsterdam op te zetten, zoals De Pompoen aan de Spuistraat. Daar waren in elk geval de muziek en het geluid altijd prima voor elkaar. Misschien zouden de en-thousiastelingen van Jazz on the Riverbank eens naar de erva-ringen van Egbert de Bloeme moeten informeren.
23
JazzFlits nummer 123 7 september 2009
FESTIVALS
JAZZ INTERNATIONAL R’DAM Vijf locaties, Rotterdam 22 tot en met 27 september (http://www.jazzinternational.nl)
Met onder anderen: PitchWhiteStorm, Slowfood Ed Verhoeff, Ploctones, Uri Cain Bedrock Trio, Dooyeweerd/Blom/ Van Hemmen, Flat Earth Society, Joris Roelofs Quartet, Eric Vloeimans Fugi-mundi, Knalpot en Trilok Gurtu Band.
Het programma is dit jaar samengesteld
door gitarist Anton Goudsmit. Zijn leit-
motiv: ‘Punkyrockyelectroachtigjazzy
dingen’. Goudsmit speelt zelf op het
festival met Fugimundi, Ploctones en in
duo met Han Bennink. Het moet ‘knette-
ren en broeien’ en het ‘bandgevoel’ moet
er uit springen, aldus Goudsmit. De
VPRO-radio maakt opnamen, die in ok-
tober worden uitgezonden. De Ploctones
en Bedrock Trio zijn 9 oktober op Radio
6 te horen, Flat Earth Society en Joris
Roelofs Quartet op 16 oktober, en Fugi-
mundi en Trilok Gurtu op 23 oktober.
PURE JAZZ THE MOVEMENT Binnenstad, Den Haag 12 en 13 september 2009 (http://www.purejazfest.nl)
Met onder anderen: Pitch Pine Project, Walter Wolff, Jazz meets Africa met Ka-rel Boehlee, Michiel Borstlaps Eldorado, Izaline Calister met het Peter Beets Trio en David Lukacs.
AJAZZ ICO/De Schalm, Assen 13 en 14 november 2009 (http://www.ajazz.nl)
Met onder anderen: de Wicked Jazz Sounds Band, Want2Swing Bigband en Lavalu.
Bij het gratis festival Ajazz staan niet alleen professionele bands op het pro-gramma, maar ook jong talent. Zo zijn er openbare masterclasses en optredens van veelbelovende conservatorium-bands.
ACHTERGROND JAZZ? NOBODY’S LISTENING! Toneeljournalist Terry Teachout laat er in een artikel op 9 augustus in de Wall Street Journal geen twijfel over bestaan. ‘Nobody’s listening!’ Als de jazz wil overleven moet onmiddellijk iets gedaan worden aan de snelle te-rugloop en de vergrijzing van het jazzpubliek. Leg weer contact met jongeren, zo adviseert hij met klem.
Natuurlijk luisteren er nog mensen naar jazz. Dat weet Teachout
ook wel. Maar het is volgens hem hard nodig om eens de knup-
pel in het hoenderhok te gooien en de jazzgemeenschap wakker
te schudden. De jazz mag dan in 1987 door het Amerikaanse
parlement zijn gekwalificeerd als ‘a rare and valuable national
treasure’, zo stelt hij, maar uit onderzoek van de NEA, het Ame-
rikaanse overheidsorgaan voor de kunsten, blijkt dat het jazz-
publiek in rap tempo daalt en dat dit bovendien steeds verder
vergrijst (zie ook JazzFlits 121, pagina 3).
Die snelle verandering in de samenstelling van het jazzpu-
bliek heeft volgens Teachout alles te maken met de veranderen-
de perceptie van jazz. De muziek wordt steeds meer als een
vorm van kunst beschouwd. Jazzmusici dragen driftig bij aan die
beeldvorming. Zij zien zichzelf tegenwoordig meer als kunste-
naar dan als entertainer. Jazz is in hun ogen een even serieuze
zaak als klassieke muziek, meent Teachout. Dat was ooit an-
ders. Trompettist Louis Armstrong was niet alleen een vooraan-
staand jazzmusicus, maar tevens een entertainer die er niet
voor terugdeinsde om platen te maken met de sterren van zijn
tijd, zoals Bing Crosby of Mae West. Verder verscheen hij in hun
films. Tot begin jaren vijftig was jazz een muziekvorm die een
groot publiek aansprak en waarop eventueel gedanst kon wor-
den, stelt Teachout. In de jaren daarna werd de muziek steeds
complexer en haakten jongeren af. Zij legden liever The Beach
Boys of een single van Motown op hun platenspeler. Dat is vol-
gens Teachout niet meer terug te draaien.
De massale belangstelling waar de jazz zich in bijvoorbeeld de
swingera mocht verheugen, is voltooid verleden tijd. Het aan de
man brengen van jazz moet daarom steeds meer gebeuren op
de wijze waarop bijvoorbeeld symfonieorkesten, toneelvoorstel-
lingen en musea aan het publiek worden verkocht. De jazz on-
dervindt daarbij als groot nadeel dat het niet geïnstitutionali-
seerd is. Jazz is een zaak van individuen en ontbeert instituties
met ‘deep pockets’, zo constateert Teachout. Hoe de jazz weer
het contact met de jazz kan hernieuwen, weet hij als buiten-
staander niet. Wel weet hij dat het voor een symfonieorkest
geen zin heeft om jongeren te trekken met Schubert of Stra-
vinsky. Je moet via hun eigen belevingswereld hun interesse
opwekken: “you have no choice but to start from scratch and
make the case for the beauty of their music to otherwise intelli-
gent people who simply don’t take it for granted.” De jazz moet
een vergelijkbare aanpak kiezen. Het is Teachouts stellige me-
ning dat lijdelijk toezien op termijn het einde van de jazz zal
betekenen. Er is geen tijd te verliezen. “Start thinking hard
about how to pitch it to young listeners - not next month, not
next week, but right now.”
Hans van Eeden
Zie ook het bericht over Ramsey Lewis bovenaan pag 4.
24
JazzFlits nummer 123 7 september 2009
FESTIVALS
JAZZ HOEILAART 2009 Centrum De Bosuil, Jezus-Eik (Be) 24 tot en met 26 september 2009 (www.jazzhoeilaart.be)
Op het concours Jazz Hoeilaart, een
wedstrijd voor internationaal jong talent,
strijden dit jaar Kühntett (Duitsland),
Yuval Amihaï Ensemble (Israël), Trave-
lers (Italië), Mit4Spiel5 (Duitsland), het
Frederik Leroux Trio (België) en Points
(Tsjechië) om de eerste prijs. Tussen de
bedrijven door treden Hijaz, Cintia Rod-
riguez en Jack Van Poll, Ewout Pierreux
en Bart Van Caenegem op.
SOUTH SEA JAZZ FESTIVAL Botenloods, Huizen 18 september 2009 (http://www.southseajazz.nl) Met onder anderen: Tineke Scholten, Marcel en Erwin Schimscheimer, Zuco 103 en Arno van Nieuwenhuizen Bijna was het South Sea Festival niet doorgegaan. Sponsors haakte af vanwe-ge de economische recessie en daardoor konden de kosten van het festival niet gedekt worden. Met een garantiesubsidie van 2.500 euro schoot de gemeente Huizen ter elfder ure te hulp, waardoor 18 september de zevende editie plaats-vindt.
rcootntceerrdtatmispes van Peter J. Korten Traditiegetrouw start het seizoen van de Rotterdamse jazzcon-
certen met het Festival Jazz International. Dit jaar is podium
Lantaren/Venster echter iets eerder met de programmering.
Zaterdag 19 september speelt Gatecrash van Eric Vloeimans in
Lanteren/Venster. Op het North Sea Jazzfestival speelde de
groep heel wat nieuwe stukken en dit was een van de betere
concerten van het festival. Deze herfst komt Eric bovendien met
een nieuwe cd. De zaterdag daarna, 26 september treedt Cecil Taylor op. Hij doet een korte tournee ter gelegenheid van zijn
tachtigste verjaardag. De vermaarde free-jazzmuzikant was ook
deze zomer in Rotterdam. Hij komt samen met Engelse drum-
mer Tony Oxley. Klein nadeel: concertgangers moeten kiezen,
want gelijktijdig met Taylor is ook het eerder genoemde Festival
Jazz International in de Doelen. Gitarist Anton Goudsmit is de
gastprogrammeur dit jaar en dat belooft een afwisselend pro-
gramma met uitdagende optredens.
De Ploctones/ (Foto: Govert Driessen)
Goudsmit opent zelf het tweedaagse festival met zijn eigen
Ploctones, die verder bestaan uit Efraïm Trujulo (s), Jeroen
Vierdag (b) en Martijn Vink (d). Andere optredens zijn van de
Noorse gitarist Nils Olav Johanson, het Uri Cane Bedrock
Trio, de formatie Dooyeweerd, Blom en Van Hemmen en de
Belgische groep Flat Earth Society. Het programma van de
zondag ziet er ook prima uit: het Joris Roelofs Quartet, met
een topbezetting: Joris Roelofs (s), Aaron Goldberg (p), Reginald
Veal (b) en Gregory Hutchinson (d). Daarna Carlos Bica’s Azul: Carlos Bica (b), Frank Möbus (g) en Jim Black (d). De
laatste twee zijn echt geweldig! Verder speelt Eric Vloeimans
met zijn project ‘Fugimundi’ de muziek van zijn laatste cd: ‘Live
at Yoshi’s’. Ten slotte treedt de Indiase percussionist Trilok Gurtu met zijn band op.
Dan volgen er in oktober nog vier interessante concerten in
Lantaren/Venster. De 3de: het Steve Swallow/Ohad Talmor/ Adam Nussbaum Trio. De 10de; een aanstormend jong talent
op tenorsaxofoon, Donny McCaslin. Op 16 oktober is James Carter weer te zien met zijn Quartet en ten slotte op de 24ste
nog een grootheid op saxofoon: Jan Garbarek. In zijn groep zit
als gast Trilok Gurtu. Kortom, op jazzgebied is het prima nazo-
meren in Rotterdam.
25
JazzFlits nummer 123 7 september 2009
IN MEMORIAM
GEORGE RUSSELL
Er zijn maar een paar drummers in de jazzgeschiedenis die zich
later hebben ontwikkeld tot baanbrekende componisten/arran-
geurs – Tiny Kahn was er een van in het midden van de vorige
eeuw, maar overleed helaas vóór zijn dertigste aan een hart-
aanval. In het huidige tijdperk is John Hollenbeck mogelijk een
ander voorbeeld van dit zeldzaam voorkomend fenomeen (wel-
licht ontwikkelt hij zich tot een nieuwe vertegenwoordiger van
deze gecombineerde gaven).
Slechts één muzikant begon ooit als professionele drummer en
besloot op jonge leeftijd hier subiet mee op te houden nadat hij
Max Roach had horen spelen. Vanaf dát moment begon hij on-
gewone, verrassende composities en arrangementen te schrij-
ven voor bekende musici als Benny Carter, Earl Hines, Dizzy
Gillespie, Charlie Ventura, Claude Thornhill, Buddy DeFranco en
Artie Shaw. Dit allemaal vóór 1950. Vlak voor zijn ommezwaai
had Charlie Parker hem gevraagd zijn drummer te worden, maar
mede door zijn slechte gezondheid moest hij hiervoor bedanken.
Hij verhuisde in de late jaren veertig van de vorige eeuw naar
New York, waar hij onderdeel werd van een coterie zich nog
ontwikkelende, zeer talentvolle musici – inmiddels legendarisch,
toen nog jonge ‘stokebranden’ – die zich regelmatig verzamel-
den in het piepkleine souterrain van Gil Evans (waarvan de deur
altijd openstond) middenin de stad bij een Chinese wasserette.
Tot dit selecte groepje behoorden onder anderen ook Miles Da-
vis, Gerry Mulligan, John Carisi, John Benson Brooks, John Le-
wis, Blossom Dearie, de Hongaarse emigrant en componist
George Endrey, af en toe Charlie Parker, en Max Roach.
Daarna ontwikkelde hij zich tot de allereerste theoreticus in de
jazzmuziek. Hij had hiervoor ruimschoots de tijd door een ern-
stige aandoening van tuberculose die ruim zestien maanden
duurde. Tijdens zijn lange herstelperiode maakte hij deze ‘verlo-
ren tijd’ meer dan goed door zijn inmiddels befaamde ‘Lydian
Chromatic Concept of Tonal Organization’ te bedenken en vorm
te geven. De eerste versie verscheen in 1953, de vierde en laat-
ste in de midjaren tachtig.
Enkele uitspraken van bekende musici over dit concept:
Ornette Coleman (een andere controversiële vernieuwer in de
jazz): “Het overtreft elke muzikale kennis waaraan ik blootge-
steld ben geweest.”
Eric Dolphy (unieke grensverleggende improvisator): “Probeer
dit nieuwe concept te spelen met een ‘outward Bound’ gevoel.
Het geeft je zoveel meer om mee te werken.”
Gil Evans (legendarische geluidsinkleurder): “Het gaat veel
verder dan elk ander boek op dit specifieke gebied.”
Toru Takemitsu (bekende Japanse componist): “Door dit con-
cept ben ik sterk beïnvloed; het is niet zozeer een muzikale
methode – misschien zouden we het een muzikale filosofie moe-
ten noemen, of muzikale dichtkunst.”
Tegelijkertijd maakte ‘onze theoreticus’ nooit écht deel uit van
de zongenoemde Third Stream-beweging die in Amerika gaan-
deweg ontstond na de Tweede Wereldoorlog met het doel klas-
sieke (dat wil zeggen gecomponeerde) muziek te ‘integreren’
met jazz (geïmproviseerde muziek). Deze talentvolle musicus
bleef altijd jazzmuziek schrijven en uitvoeren. Om helemaal
correct te zijn: in 1949 heeft hij een poging gewaagd de alom-
gezochte ‘mengvorm’ te bereiken door het curieuze ‘A Bird In
Igor’s Yard’ – de titel spreekt voor zich – te componeren voor
26
JazzFlits nummer 123 7 september 2009
VERVOLG I.M. GEORGE RUSSELL
het orkest van Buddy DeFranco. Het was een soort synthese van
de ideeën van Charlie Parker en het werk van Igor Strawinsky.
Nadat hij zijn Lydian Concept had geconcipieerd en uitgewerkt
was een dergelijke ‘verplichte fusie’ tussen twee volkomen ver-
schillende muziekgenres voor hem niet meer van wezenlijk artis-
tiek belang.
Wie was deze man? Niemand minder dan George Allan Russell, geboren 23 juni 1923 in Cincinnati (Ohio), zoon van
een muziekdocent aan de ‘Oberlin University’ in die stad en een
verpleegkundige die samen met haar man (medewerker van de
spoorwegmaatschappij ‘B&O Railroad Company’ in die regio)
hem als pleegkind hebben opgevoed. Zijn eigen vader heeft hem
nooit als zoon erkend.
George Russell en Miles Davis – in diens Birth of the Cool-pe-
riode eindjaren veertig – zaten samen vaak wekenlang achter
één piano om de basis voor het modale concept in de jazz te
formuleren en uit te werken. Later paste Davis dit in samenwer-
king met Bill Evans en andere musici met veel succes toe in hun
muziek van de late jaren vijftig en daarna.
Russell maakte meteen muzikale geschiedenis in de ontwikke-
ling van jazzcompositie toen hij in 1956 grensverleggende stuk-
ken componeerde voor zijn eerste plaat onder eigen naam – The
Jazz Workshop/George Russell & His Smalltet – met Hal McKu-
sick (as/fl), Art Farmer (tp), Bill Evans (pi), Barry Galbraith (gt)
en diverse bekwame bassisten en drummers (onder wie Paul
Motian). Zelf beperkte hij zich in deze bezetting tot het bespelen
van speciaal voor deze opnamen ontworpen gestemde drums –
de ‘boobams’ – in zijn stuk ‘Fellow Delegates’. Zijn ‘Concerto For
Billy The Kid’ (een verwijzing naar pianist Bill Evans) op deze lp
is een soort voorloper van zijn meesterwerk uit 1957 (waarover
hieronder meer), virtuoos uitgevoerd door het sextet met bril-
jant pianowerk van Evans. ‘Ballad Of Hix Blewitt’ is eveneens
een juweeltje qua sfeer, vorm en inhoud. Tevens had hij kort
voor deze opname zijn allereerste compositie ‘Lydian M-1’ (van-
daar de titel) met volledige toepassing van zijn kersvers concept
klaargestoomd voor de op handen zijnde langspeelplaat ‘The
Teddy Charles Tentet’ van de gelijknamige vibrafonist/compo-
nist. Een knap geschreven, krachtig pulserend stukje in rap
tempo. In dat voor hem zeer vruchtbare jaar componeerde hij
ook drie opvallende stukken voor kwartet, kwintet en octet,
waarvan ‘The Day John Brown Was Hanged’ baanbrekend was –
een meesterwerkje, waarin hij zelf meespeelt op slagwerk.
In 1957 werd zijn wellicht allermooiste compositie (geschreven
voor groot ensemble) uitgevoerd en opgenomen vlak voor en
tijdens het Brandeis University Festival of the Arts aan de oost-
kust van Amerika. Dit adembenemende opus, getiteld ‘All About
Rosie’ – gebaseerd op een kinderliedje uit het zuiden van de VS
en bestaande uit twee volledig uitgeschreven delen en een
overwegend geïmproviseerd slotdeel – kwam tot stand door een
aanbeveling van musicoloog/componist Gunther Schuller aan de
beoordelingscommissie van dit festival. Het kreeg daarna over
de hele wereld grote bijval in muziekkringen en wordt sindsdien
als een artistieke mijlpaal in jazzcompositie beschouwd, door de
in razend tempo uitgevoerde, superstrakke, sterk stuwende,
hoog energetische en ongelofelijk precieze passages enerzijds,
anderzijds het prachtig trage, zwoel omineuze middengedeelte
waar de verschillende aspecten van tonaliteit zo mooi aan bod
komen. Zéér virtuoos geschreven en uitgevoerde orkestrale jazz
– een hoogtepunt in zijn oeuvre.
27
JazzFlits nummer 123 7 september 2009
VERVOLG I.M. GEORGE RUSSELL
Het bovenstaande gaat – in nauwelijks mindere mate – ook op
voor zijn compositie ‘Stratusphunk’, geschreven voor het orkest
van Gil Evans, dat eind 1960 in New York werd opgenomen. Iets
eerder dat jaar werd Russells verrassend originele lp ‘Jazz In
The Space Age’ opgenomen, met onderen anderen Paul Bley en
Bill Evans samen in sommige stukken als improviserend duo.
George Russell maakte in de vroege jaren zestig weer een flinke
ommezwaai door voor het eerst zelf als pianist te gaan optreden
in een geheel nieuw eigen sextet, met als ‘sidemen’ baanbre-
kende jazzmusici uit die tijd, waaronder Eric Dolphy, Don Ellis en
Steve Swallow. In mei 1961 werd met dit sextet de muziek op-
genomen voor zijn befaamde lp ‘Ezz-thetics’ – een volgende
mijlpaal in zijn carrière.
In 1964 begon Russell voor het eerst buiten Amerika op te tre-
den, steeds in verschillende samenstellingen van zijn sextet,
met louter topmusici in de gelederen (onder wie Thad Jones,
Pete La Roca, John Gilmore, Barre Phillips en Don Cherry). Zijn
muzikale thuislanden werden Zweden en Noorwegen, waar hij
aankomend saxofonist Jan Garbarek en gitarist Terje Rypdal
geheel inwijdde in de ‘geheimen’ achter zijn muzikaal concept.
In 1969 keerde hij terug naar de Verenigde Staten.
In deze Europese periode kreeg hij (vooral financieel) de ruimte
zijn concept verder te ontwikkelen en uit te voeren; vanaf die
tijd concentreerde hij zich nagenoeg uitsluitend op het compo-
neren van muziek voor grotere ensembles en orkesten. Hij clas-
sificeerde deze nieuwe ontwikkeling als ‘Vertical Forms’ – ‘op
elkaar gestapelde’ ritmische lagen (onder meer gebaseerd op
rituele Afrikaanse dodendansen die dagen duren) – muziek dus
met een sterk hypnotisch effect, waardoor de beleving van tijd
als het ware wordt ‘uitgerekt’ (het allereerste voorbeeld hiervan
is ‘Fellow Delegates’ uit 1956).
Tussen 1966 en 1977 schreef hij in totaal zes van dit soort ‘ver-
lengde’ composities, waarvan de eerste vier in Scandinavië:
‘Now And Then, Othello Ballet Suite, Electronic Sonata For Souls
Loved By Nature’ en ‘Listen To The Silence’. ‘Living Time’ (ge-
schreven in opdracht van Bill Evans) en ‘Vertical Form VI’ (zon-
der aparte titel) werden in Amerika gecomponeerd in de jaren
zeventig. De laatste is naar mijn mening de beste van de reeks,
alhoewel ‘Electronic Sonata For Souls Loved By Nature’ Russells
meest bekende is. Vervolgens kwam eind jaren zeventig ‘Verti-
cal Form VII’ tot stand onder de naam ‘Time Spiral’, een intrige-
rend werk dat pas in 1982 officieel op de plaat werd gezet.
Russells ‘Vertical Forms’ (onderverdeeld in aparte muzikale
hoofdstukjes en in volgorde genummerd – door hem ‘Events’
genoemd) zijn van duidelijk andere aard dan zijn eerdere werk.
De meningen hierover waren – en zijn nog steeds – flink ver-
deeld onder de verschillende generaties musici en jazzminnend
publiek (vergelijkbaar met de reacties op het latere werk van
Miles Davis en Gil Evans, die eveneens vanaf het midden van de
jaren zestig een andere muzikale koers gingen varen, vaak tot
ongenoegen van oudere liefhebbers).
Eind jaren zeventig en begin jaren tachtig nam Russell nog een
paar langspeelplaten op die meer in de gevestigde jazztraditie
thuishoren, maar maakte in 1983 opnieuw furore met een uit-
zonderlijke compositie voor bigband, ‘The African Game’ (dat uit
negen afzonderlijke ‘Events’ bestaat). Inmiddels had hij de
naam van zijn orkest omgedoopt tot The Living Time Orchestra.
28
JazzFlits nummer 123 7 september 2009
VERVOLG I.M. GEORGE RUSSELL
Met dit orkest trad hij ieder jaar op grote festivals in het buiten-
land op (voornamelijk in Europa en Japan). Het was dan ook
multinationaal qua samenstelling geworden, met Amerikaanse,
Europese en Japanse musici in de gelederen. In 1989 maakte hij
opnieuw een aantal bijzondere opnamen met deze nu internati-
onaal georiënteerde big band, welke uitkwamen op een dubbel-
cd getiteld ‘The London Concert’. Vooral zijn nieuwe composities
‘Uncommon Ground’ en – met name – ‘Six Aesthetic Gravities’
hiervoor maakten indruk, voornamelijk op een nieuwe generatie
liefhebbers.
Begin jaren negentig kreeg Russell opdracht van de New Eng-
land Conservatory in Boston een speciaal stuk te schrijven ter
ere van het 125-jarig jubileum van deze beroemde internationa-
le muziekschool. Alweer maakte hij in muzikale zin ‘een heel
scherpe bocht’ door zijn compositie ‘Dialogue’ te presenteren op
dit festival, een tweeledig stuk geschreven voor viool en piano
(waaraan vervolgens twee synthesizers werden toegevoegd). Dit
was de eerste keer dat hij iets specifiek schreef voor strijkin-
strument, ditmaal niet in scherp afgebakende ‘Events’ onderver-
deeld, maar juist de scheiding tussen de delen onderling niet of
nauwelijks waarneembaar is. Het schijnt de richting op te gaan
van de actuele kamermuziek – toch wellicht weer een hernieuw-
de zoektocht naar de synthese tussen gecomponeerde en geïm-
proviseerde muziek? Daar zal het publiek pas achter kunnen
komen als het ooit op cd uitgebracht wordt.
Dit geldt ook voor zijn in 1997 uitgevoerde ‘An American Trilo-
gy’, een opdracht van het Glasgow International Festival in
Schotland. Dit is een amalgaam van ‘The Day John Brown Was
Hanged, Ballad of Hix Blewitt’ (beiden midden jaren vijftig ge-
componeerd) en zijn bewerking van het mijnwerkersliedje ‘You
Are My Sunshine’, oorspronkelijk gearrangeerd voor zijn nieuwe
sextet begin jaren zestig. In tegenstelling tot ‘Dialogue’ is dit
vermoedelijk geen intiem-intellectuele ‘kamerjazz’, maar bestaat
juist uit een breed opgezette scala van ‘classic Americana’ –
bruisende naoorlogse jazz zoals alleen Russell dit kan bewerk-
stelligen. Hopelijk zal ook dit drieluik nu op de markt gebracht
worden, naar aanleiding van het overlijden van George Russell
op 27 juli, 86 jaar jong.
Om met de wijze woorden van de Amerikaanse criticus Bill
Shoemaker te eindigen: “George Russell is een buitenbeentje in
de Amerikaanse muziek. Hij is een zeldzaamheid tussen de gro-
te jazzcomponisten, gezien het feit dat hij geen invloedrijke
instrumentalist is. Alleen overeenkomstige figuren als Duke
Ellington en Charles Mingus bezaten een vergelijkbare gave
orkestrale muziek te schrijven die gelijktijdig de ‘vonk der im-
provisatie’ uitstralen. Echter, wat Russell werkelijk apart zet is
zijn consistente toepassing gedurende meer dan een halve eeuw
van één enkel radicaal compositorisch principe dat hij heeft
laten evolueren door het scheppen van zijn eigen unieke mees-
terwerken.”
Jaap de Rijke George Russell op de ConcertZender Op zaterdag 29 september (19.00-20.00 uur) besteedt Jaap de Rijke in de allerlaatste uitzending van zijn programma ‘Off the Beaten Tracks’ een uur lang speciale aandacht aan de mu-ziek van George Russell. In het programma, dat via de Concert-Zender is te beluisteren (na uitzending ook via ‘uitzending ge-mist’ van http://www.concertzender.nl), draait De Rijke naast Russells ‘toppers’ (‘All About Rosie/Stratusphunk’, enz.) ook stukken die ‘heel boeiend zijn, maar die bijna niemand kent’.