EvaluatieHoofdstuk 1: Inleiding ongelijkheid ......../ P
Naam : ..................................................................... Nr. ...............
Klas : .....................................................................
Tijd:
minuten
Leerkracht : .....................................................................
Vak : .....................................................................
Datum : .....................................................................
Instructies
Lees onderstaande aanwijzingen voor het invullen van de toets:
- Je maakt deze toets individueel. Er wordt niets doorgegeven.
- Gebruik van een woordenboek en computer is toegelaten.
- Steek je hand op als je een vraag hebt, dan kom ik de vraag toelichten.
- Werk ordelijk en schrijf leesbaar: wat ik niet kan lezen is fout!
- Hou de tijd in de gaten: je hebt minuten om de toets in te vullen.
- Veel succes!
Overzicht van de vragen en de puntenverdeling
Nr Vraag Zelfevaluatie
Hoe is deze opdracht
volgens jou gelukt?
Omcirkel wat past.
Punten
1 OV / V / G / ZG /7P
2 OV / V / G / ZG /6P
3 OV / V / G / ZG /4P
4 OV / V / G / ZG /4P
5 OV / V / G / ZG /4P
OV = Onvoldoende / V = Voldoende / G = Goed / ZG = Zeer Goed
Vraag 1a:
Wat vind je van volgende uitspraak?
Duid aan of je hiermee akkoord gaat of niet.
/ 1 P
Uitspraak Akkoord Niet akkoord
Er is ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in
onze samenleving.
Vraag 1b:
Geef 3 voorbeelden om je standpunt toe te lichten./ 6 P
Antwoord:
1. ..................................................................................................................................
.................................................................................................................................
2. ..................................................................................................................................
..................................................................................................................................
3. ..................................................................................................................................
.................................................................................................................................
Modelantwoord:
Er is wel degelijk ongelijkheid in onze samenleving tussen mannen en vrouwen.
1. Mannen worden vaak meer betaald dan vrouwen voor gelijk werk (loonkloof).
2. Vrouwen bekleden minder vaak een topjob (glazen plafond).
3. Vrouwen werken minder vaak voltijds om voor de kinderen te zorgen.
Enkele andere opties:
4. Er zijn minder vrouwelijke dan mannelijke ministers in België.
5. Bedrijven adverteren verschillend naar mannen en vrouwen.
6. Vrouwen en mannen hebben een andere levensverwachting
Doel dat wordt bevraagd:
- De leerlingen kunnen voorbeelden geven die aantonen hoe ongelijkheid
aanwezig is in onze samenleving.
Vraag 2:
Lees het artikel uit de Morgen over mannelijke en vrouwelijke stereotypen aandachtig.
Markeer de belangrijkste woorden voor jezelf.
Beantwoord de vragen op de volgende pagina.
/ 6 P
Man of vrouw? Er bestaan wel vijftig tinten.
Veel meer dan we beseffen, delen we de wereld strikt op in roze of blauw. Man of vrouw. Competitief of zorgzaam. Rationeel of emotioneel. Steeds meer mensen laten luider dan ooit horen zich daar helemaal niet of niet helemaal in thuis te voelen. Zij dwingen ons die enge en arbitraire hokjes af te breken.
Vooral in de marketing is de tweedeling sterk. Terwijl vrouwen bij ons nu quasi
evenveel kansen en rechten hebben als mannen, is de manier waarop adverteerders
mannen en vrouwen benaderen nog altijd opmerkelijk seksistisch.
In het gros van de advertenties ‘weten mannen waarom’ als het over bier en auto’s
gaat en vrouwen als de was doen of koken aan de orde is. Vrouwen zijn de
aantrekkelijke stoeipoes of lievige moeder, mannen de sterke, ruwe bolster. Vrouwen
zijn emotioneel en warm, mannen grappig en intelligent. Vrouwen prijzen dieetpillen
en afslankcrèmes aan, mannen whisky, bouwpakketten en barbecuestellen.
Kunnen we die enge hokjes doorbreken?
Kunnen inzichten de enge genderstereotypes doorbreken? Dat zal afhangen van hoe
luid en krachtig de stem klinkt van wie er zich niet in thuisvoelt, weten sociologen. En
op dat vlak beweegt er iets.
Kledingketen Zara lanceerde onlangs een genderneutrale collectie. Barbie is nu ook
game-ontwerper en in de reclames van Unilever staan ondertussen mannen in
potten te roeren. Genderneutrale toiletten maken opgang, onlangs is de eerste man
uithangbord van een make-uplijn geworden.
Bron: Debusschere, B. (10 februari 2017). Man of vrouw: er bestaan wel vijftig tinten
m/v. Geraadpleegd op 23 maart 2018 via https://www.demorgen.be
Vraag 2a:
Geef 3 voorbeelden van stereotypen die adverteerders gebruiken die je kan vinden in de tekst:
/ 3 P
1. Voorbeeld:................................................................................................................
2. Voorbeeld:.................................................................................................................
3. Voorbeeld:.................................................................................................................
Modelantwoord:
1. Voorbeeld: Vrouwen zijn de lieve moeder.
2. Voorbeeld: Mannen de sterke ruwe, bolster.
3. Voorbeeld: Mannen zijn grappig en intelligent.
Vraag 2b:
Stereotypen veranderen doorheen de tijd.
Geef 1 voorbeeld uit de tekst.
/ 3 P
Voorbeeld:
........................................................................................................................................
........................................................................................................................................
........................................................................................................................................
Modelantwoord:
Voorbeeld: in de reclames van Unilever staan ondertussen mannen in potten te
roeren.
Doel dat wordt bevraagd:
- De leerlingen kunnen de belangrijkste informatie uit krantenartikelen
selecteren en begrijpen.
- De leerlingen kunnen met een voorbeeld aantonen dat stereotypen doorheen
de tijd veranderen.
- De leerlingen kunnen begrijpend leren.
Vraag 3a:
Zoek de definitie op van de term ‘vooroordeel’ in het woordenboek en schrijf deze definitie op.
/ 2 P
Antwoord: vooroordeel =
........................................................................................................................................
........................................................................................................................................
Modelantwoord:
Vooroordeel = op een gebrek aan kennis berustende mening of afkeer.
Doel dat wordt bevraagd:
- De leerlingen kunnen termen opzoeken in een woordenboek.
Vraag 3b:
Geef een voorbeeld van een vooroordeel./ 2 P
Antwoord: Vooroordeel =
.......................................................................................................................................
........................................................................................................................................
.......................................................................................................................................
Modelantwoord:
voorbeeld vooroordeel = Je stapt ergens binnen, zegt geen woord, maar op basis
van hoe jij eruitziet, de kleren die je draagt, de manier waarop je wandelt (of net niet
kan wandelen), bekijken de mensen jou vreemd.
Bron: www.jongerengids.be
Andere optie: Als een allochtoon door de politie wordt ondervraagd, zullen mensen
denken dat hij wel iets mispeuterd heeft, niet dat hij de weg vraagt.
Vraag 4a:
Zoek de definitie op van de term ‘xenofobie’ in het woordenboek en schrijf deze definitie op.
/ 2 P
Antwoord: xenofobie =
........................................................................................................................................
Modelantwoord:
Xenofobie = vreemdelingenhaat, vreemdelingenangst
Doel waar dit betrekking tot heeft:
- De leerlingen kunnen termen opzoeken in een woordenboek.
Vraag 4b:
Geef een voorbeeld van xenofobie./ 2 P
Antwoord: voorbeeld xenofobie
= ....................................................................................................................................
....
........................................................................................................................................
Modelantwoord:
Voorbeeld van een antwoord: voorbeeld xenofobie = jodenvervolging.
Vraag 5:
Omschrijf in eigen woorden welk stereotype je ziet in deze cartoons.
/ 4 P
Bron: Flickr.com
Omschrijving stereotype:
................................................
................................................
................................................
................................................
................................................
Bevestigt dit het stereotype?
Ja / Nee
(omcirkel je antwoord)
Modelantwoord:
Omschrijving stereotype: Vrouwen doen niets liever dan winkelen en zijn dol op een
man die ook graag winkelt want mannen die graag winkelen zijn zeldzaam.
Bevestigt dit het stereotype? Ja.
Doel dat wordt bevraagd:
- De leerlingen kunnen in eigen woorden een stereotype omschrijven.
Bron: Flickr.com
Omschrijving stereotype:
................................................
................................................
................................................
................................................
................................................
Bevestigt dit het stereotype?
Ja / Nee
(omcirkel je antwoord)
Modelantwoord:
Omschrijving stereotype: Vrouwen zijn bezig met hun uiterlijk en mannen houden van
klussen en gereedschap.
Bevestigt dit het stereotype? Ja.
Doel dat wordt bevraagd:
- De leerlingen kunnen in eigen woorden een stereotype omschrijven.