Download - Plantkunde 35a
Bijeenkomst 1
• Verkennen...
• Aan de slag...- Waar hebben we het over?
oriëntatie op plantengroepen (blok 4) Verschillen monocotyl - dicotyl
- Macroscopisch:..- Weefsels...
Huiswerk
• Bestuderen boek blz 816-825• De morfologische verschillen tussen monocotyle en dicotyle zaadplanten kunnen
beschrijven.• de drie hoofdorganen van een plant kunnen beschrijven en vergelijken en hun
onderling verband aangeven;• de drie functies van een wortel noemen;• de structuur en functie van bijwortels, hoofdwortels en zijwortels, wortelharen en
adventiefwortels beschrijven en vergelijken;• de bouw van stengels beschrijven; • het verschijnsel apicale dominantie verklaren; • de bouw en functie van een viertal gemodificeerde (aangepaste) stengels
beschrijven;
(verschil rhizoom, stolon, knol (en bol))• de drie weefselsystemen van planten te beschrijven;• de bouw en functie van zeven veelvoorkomende celtypen te beschrijven.
Angiospermen = Bloemplanten = bedektzadigen
• Grootste groep landplanten (265.000 soorten)
• 1e schakel in voedselketen op land
• Leverancier van hout, papier, medicijnen, kleding, gereedschap en voedsel
• Studieobject :– eetbaar of giftig?– gebruik van plantaardige producten– gewasverbetering
DE BOUW VAN DE PLANTMorfologie:leer van de vorm en bouw van een organisme
Structuur is resultaat van interactie met omgeving • In de evolutie: hout, cactusnaalden• In een individu: blad van waterplant, windvorm
PlasticiteitPlasticiteitDe mogelijkheid van een organisme om zichzelf te moduleren als reactie op locale omgevingsomstandigheden.
Verschillen in bladvorm
•Onder water: geveerd•Boven water: eirond
Functie : •Onder water: minimale weerstand in stromend water•Boven water: drijven om bloeiwijze droog te houden
Genetisch identiek
Plasticiteit gevolg van het sedentair (vastzittend) leven van planten
individu
Hierarchie binnen de plantHierarchie binnen de plant
1 orgaan
Orgaan = Deel van organisme met een specifieke functie dat bestaat uit verschillende weefsels
weefsel = Groep van cellen met een identieke functie of sructuur
2 weefsel3 cel
WORTELde bouw is aangepast aan:
1. bevestiging in bodem
2. opname en transport
van water en voedingsstoffen
3. opslag van voedsel
Wortelstelsels• hoofd- en zijwortels bij meeste dicotylen
– lange verticale hoofdwortel met zijwortels– zorgt voor stevige verankering– opslag voor reservevoedsel (wortel, biet)
• bijwortelstelsel bij monocotylen– hoofdwortel sterft in embryo (groei vanuit stengel) – vezelachtig, uitgespreid (voorkomt erosie)– intensief contact met water en mineralen– ondiep (vaak enkele centimeters)
STENGEL
knopen, internodia, okselknoppen, eindknoppen
FUNCTIE: draagt bloemen en bladeren zorgt voor transport van water met voedingsstoffen
Apicale dominantie : bovenste knop remt groei van andere
veranderde stengeldelen:
• stolonen bovengronds (aardbei)
• rhizomen ondergronds (gember, iris) knol verdikt eind van rhizoom (aardappel)
• bollen: verticale ondergrondse stengels met bladeren voor opslag (ui)