Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 1 van 50
Samen voor kinderen
Ondersteuningsplan 2014-2018
Passend onderwijs PO Eindhoven (3007)
Aanvulling schooljaar 2017-2018 en 2015-2016, 2016-2017
Goedgekeurd Bestuur maart 2017
Goedgekeurd OPR maart 2017
Goedgekeurd ALV april 2017
Coördinator Passend onderwijs PO Eindhoven
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 2 van 50
Samen voor kinderen
Aanvulling Ondersteuningsplan Passend onderwijs PO Eindhoven
schooljaar 2015-2016, 2016-2017 en 2017-2018 Inhoud
Toelichting 5
Leeswijzer 5
Leeswijzer aanvulling ondersteuningsplan 5
2. Visie en inrichting 7
2.4 Overheadtaken 7
2.5 Organogram 7
3. Inrichting onderwijs/ondersteuningscontinuüm 8
3.2 Het schoolondersteuningsprofiel 8
3.3. Denkmodel van “stepped care”. 8
3.5. Ontwikkelingsperspectief (OPP) 10
3.6. Enkelvoudige Ernstige Dyslexie (EED) 12
4. Passend arrangeren 14
4.2 Solidariteit 14
4.3 Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) 15
4.3.1 Een TLV aanvragen voor een leerling vanuit een (basis)school in het SWV 17
4.3.2 Een TLV aanvragen voor leerlingen vanuit een directe instroom 18
4.3.3 Verhuisleerlingen en grensverkeer 19
4.5 Adviescommissie geschillen 21
4.7 Terugplaatsing vanuit SBO en SO 22
4.6 Symbiose 23
4.8 Crisisleerlingen en (dreigende) thuiszitters 24
4.9 Residentiele leerlingen 25
4.11 Samenwerking met cluster 2 26
4.15 Overgang PO naar VO 26
5. Ouders 28
5.5. Privacyreglement 28
6. Kwaliteitsbeleid 29
6.4 Plan van aanpak monitoring en evaluatie 29
6.5 Voortgang kwaliteitsbeleid, monitoring en evaluatie. 30
7. Ondersteuningsplanraad (OPR) 31
7.1. Bevoegdheden Ondersteuningsplanraad (OPR) 31
7.2 Samenstelling OPR 31
7.4 Communicatie OPR 31
8. Samenwerking met de jeugdhulp 32
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 3 van 50
8.1 Voortgang OOGO Jeugd 32
9. Afstemming met de gemeenten (OOGO) 33
9.4 Voortgang afstemming samenwerkingsverband en gemeenten 33
10. Inzet ondersteuningsmiddelen 34
10.1 Bekostiging SBO 34
10.1.1 Groeiregeling SBO 34
10.1.2 Bonus-malusregeling SBO 35
10.2 Bekostiging SO (algemeen) 36
10.2.1 Groeiregeling SO 36
10.2.2 Bonus-malusregeling SO 37
10.3 Verevening 38
10.5 Kengetallen 38
10.6 Analyse – stuk over risicoanalyse opnemen? 39
10.7 Zware ondersteuningsmiddelen voor het basisonderwijs 39
10.7.1 Overgangsregeling 40
10.8 Bekostigingssystematiek ondersteuning SO 41
10.11 Compensatiemiddelen AWBZ, Autisme Steunpunt etc. 42
11. Meerjarenbegroting 44
Bijlagen:
Bijlage 1: Wetsvoorstel over invoeren vaststellen handelingsdeel OPP na overeenstemming met ouders
Bijlage 2: Communicatie Enkelvoudige Ernstige Dyslexie voor onderwijs en gemeenten definitief
Bijlage 3: Memo nieuwe werkwijze EED Eindhoven 2017
Bijlage 4: Driemaandenrisicoregeling
Bijlage 5: Handleiding en stroomschema TLV applicatie Passend onderwijs PO Eindhoven
Bijlage 6: Mediation bij onderwijsgeschillen
Bijlage 7: Stroomschema TLV SO
Bijlage 8: Nieuwe informatie grensverkeer SBO passend onderwijs
Bijlage 9: Bezwaarmogelijkheden TLV
Bijlage 10: Handreiking – brochure speciaal gewoon
Bijlage 11: Samenwerken voor samen leren
Bijlage 12: Werkproces melden PTO 2015-2016
Bijlage 13: Routing inzet “integrale onderwijs-zorgarrangementen” t.b.v. werkwijze Herlaarhof / de Zwengel en
samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Eindhoven (3007)”
Bijlage 14: Privacyreglement
Bijlage 15: Privacy: Handreiking voor ouders
Bijlagen 16: Kwaliteitszorgplan
Bijlage 17: Kwaliteitszorgplan jaarplanning 2016 en 2017
Bijlage 18: Kwaliteitskaarten
Bijlage 19: Jaarmonitor 2014-2015
Bijlage 20: Jaarmonitor 2015-2016
Bijlage 21: Statuut OPR
Bijlage 22: Medezeggenschapsreglement
Bijlage 23: Huishoudelijk Reglement OPR
Bijlage 24: Begroting OPR
Bijlage 25: Samenstelling OPR januari 2017
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 4 van 50
Bijlage 26: “21 voor de jeugd”
Bijlage 27: “Meerjarenbegroting”
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 5 van 50
Toelichting Het samenwerkingsverband Passend onderwijs PO Eindhoven heeft in het eerste
ondersteuningsplan voor de periode 2014-2018 op hoofdlijnen de uitgangspunten voor de
inhoudelijke koers, de organisatie en de financiële/personele kaders beschreven.
Het ondersteuningsplan (2014-2018) is een kaderplan voor vier jaar. Dit betekent dat naar
aanleiding van het uitwerkingsplan, ontwikkelpunten, monitoring en evaluatie ontwikkelingen
gevolgd worden en in deze aanvulling voor schooljaar 2015-2016, 2016-2017 en 2017-2018
worden toegevoegd.
Het kaderplan en de jaarlijkse aanvullingen en uitwerkingen geven inzicht in de realisatie van
passend onderwijs in ons samenwerkingsverband Passend onderwijs PO Eindhoven en kan
op enig moment opgenomen worden in het bijgestelde ondersteuningsplan.
Dit aanvullingsdocument is een levend document. In tegenstelling tot het ondersteuningsplan
kunnen er aanpassingen en aanvullingen plaatsvinden, zolang deze een nadere uitwerking
van het OP betreft en niet in strijd is met de inhoud en uitgangspunten. Omdat het
uitwerkingsplan uitgangspunt is geweest voor deze aanvulling, is dit het startpunt van dit
document.
Voor het leesgemak is de hoofdstukindeling parallel aan de hoofdstukindeling van het
ondersteuningsplan 2014-2018. In deze aanvulling zijn alleen hoofdstukken/paragrafen
opgenomen waarvoor een aanvulling van toepassing was.
Leeswijzer
Leeswijzer aanvulling ondersteuningsplan
In het aanvullingsplan 2015-2016 was het uitvoeringsplan het startpunt van dit document. Het
uitvoeringsplan beschreef de uit te werken thema’s/onderdelen uit het ondersteuningsplan
zoals vastgesteld was bij de start van Passend onderwijs. Per onderdeel werd aangegeven
wat concreet is uitgewerkt en volgens welk tijdpad.
Het uitvoeringsplan is in het schooljaar 2015-2016 vervangen door het kwaliteitszorgplan (met
bijbehorende jaarplanning). U vindt het eerdere uitvoeringsplan, het kwaliteitszorgplan en de
bijbehorende jaarplanning in het bijlagenboek.
De aanvulling op het ondersteuningsplan is als volgt opgebouwd:
a. Aanvulling ondersteuningsplan schooljaren 2015-2016, 2016-2017 en 2017-2018
In deze aanvulling vindt u uitwerkingen op hoofdlijnen naar aanleiding van (het uitvoeringsplan
van) het ondersteuningsplan “Samen voor kinderen” 2014-2018. Documenten passend bij de
uitwerkingen vindt u terug in het bijlagenboek
b. Bijlagen
Hierin krijgen per hoofdstuk van de aanvulling ondersteuningsplan alle relevante
achtergrondinformatie en andere documenten een plaats en wordt verwezen naar relevante
websites.
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 6 van 50
deel A
Aanvulling ondersteuningsplan schooljaren 2017-2018 en 2015-2016, 2016-2017
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 7 van 50
2. Visie en inrichting
2.4 Overheadtaken
Het SWV kent de volgende uitvoeringstaken:
ondersteuning bestuur SWV, ALV en coördinatie en ontwikkeling van het beleid;
secretariaatswerkzaamheden;
beoordelen toelaatbaarheid en afgeven toelaatbaarheidsverklaringen.
administratie, registratie en monitoring;
communicatie en informatie;
aansluiten bij een adviescommissie overeenkomstig artikel 7:13 van de Algemene wet
bestuursrecht, die adviseert over bezwaarschriften betreffende beslissingen van het
samenwerkingsverband over de toelaatbaarheid van kinderen tot SBO of SO.
Om bovenstaande overheadtaken te kunnen realiseren zijn voor het samenwerkingsverband
een coördinator en een officemanager werkzaam. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van
externe ondersteuning door een controller en administratiekantoor. Het SWV heeft geen
personeel in dienst, maar werkt voor de uitvoering van haar taken met detachering vanuit één
van de schoolbesturen.
2.5 Organogram
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 8 van 50
3. Inrichting onderwijs/ondersteuningscontinuüm
3.2 Het schoolondersteuningsprofiel
In het schoolondersteuningsprofiel legt het schoolbestuur (ten minste eenmaal per 4 jaar) vast
welke ondersteuning de school kan bieden aan leerlingen die dat nodig hebben.
Het schoolondersteuningsprofiel wordt opgesteld door schoolteam, schoolleiding en bestuur.
In het profiel wordt aangegeven welke ondersteuning de school kan bieden en welke ambities
de school heeft voor de toekomst. Op basis van het profiel inventariseert de school welke
expertise eventueel moet worden ontwikkeld en wat dat betekent voor de (scholing van)
leerkrachten.
De scholing om te voldoen aan de vereisten uit de schoolondersteuningsprofielen is de
verantwoordelijkheid van de schoolbesturen.
Leerkrachten en ouders hebben adviesrecht op het schoolondersteuningsprofiel via de MR
van de school. De school plaatst een verwijzing naar het schoolondersteuningsprofiel in de
schoolgids, zodat voor iedereen (ouders, leerlingen en andere partijen) inzichtelijk is wat de
mogelijkheden van de school zijn voor extra ondersteuning. De school plaatst het
schoolondersteuningsprofiel op de website van de school. Via de website van het SWV
(www.po-eindhoven.nl) kunnen ouders en anderen kennis nemen van de
schoolondersteuningsprofielen via een link naar de websites van de betreffende scholen.
Het bestuur van het SWV volgt of de basisscholen ondersteuningsprofielen hebben
geformuleerd en monitort via indicatoren en kengetallen of het SWV voldoet aan zijn wettelijke
opdracht in deze.
In december 2014 heeft het SWV middels een check gemonitord of de
schoolondersteuningsprofielen op de websites van de scholen te vinden waren.
Schoolbesturen waar de schoolondersteuningsprofielen onvoldoende te vinden waren hebben
een attendering gehad.
In januari 2016 heeft het SWV opnieuw gemonitord of de schoolondersteuningsprofielen op de
websites van de scholen te vinden zijn. Bij 13% van de bij ons samenwerkingsverband
aangesloten scholen hebben wij geen schoolondersteuningsprofiel kunnen vinden op de
website van de school. De betreffende schoolbesturen zijn hier door het SWV op attent
gemaakt.
In de periode oktober-december 2016 zijn weer de websites van de participerende scholen
bezocht voor een steekproef of de SOP’s op de website stonden. De school waarbij geen SOP
op de website kon worden gevonden, is door het SWV hierover benaderd.
3.3. Denkmodel van “stepped care”.
Een aantal kinderen is en blijft aangewezen op extra ondersteuning. Om te bepalen welke
ondersteuning een kind nodig heeft, helpt het model van stepped care de school om met
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 9 van 50
ouders zorgvuldig en systematisch het niveau van ondersteuning of een verwijzing naar SBO
of SO te bepalen.
De stepped care denkmodel (ondersteuning via een getrapt model) houdt in dat het inzetten
van extra ondersteuning altijd het resultaat is van een aantal systematische (denk)stappen.
Het uitgangspunt van stepped care is dat de minst intensieve en minst belastende
ondersteuning voor kind/ ouders, in dit geval liefst op de basisschool, als eerste wordt
overwogen. Daarbij is ook het profiel/identiteit van de school een factor die mee speelt in de
keuze.
Ouders en de inbreng van de omgeving (jeugdzorg etc.) worden bij de afweging betrokken.
Dat laat onverlet dat plaatsing in zware ondersteuning direct plaatsvindt als dit in het belang
van het kind is of voor de veiligheid van school en de omgeving noodzakelijk wordt geacht. In
onderstaand schema wordt het denkmodel weergegeven.
“Stepped care ladder”
De stepped care ladder werkt ook in de omgekeerde richting. Als er uit de monitoring en
evaluatie van een plaatsing in SBO of SO blijkt dat de ondersteuning minder intensief kan,
wordt langs dezelfde denkwijze het proces van terugplaatsing georganiseerd, dat wil zeggen
dat bij terugplaatsing uit het SO altijd eerst onderzocht wordt of terugplaatsing in het
basisonderwijs mogelijk is.
Monitoring en evaluatie naar aanleiding van het eerste jaar Passend onderwijs 2014-2015 laat
zien dat basisscholen in een aantal gevallen langdurig blijven kiezen voor inzet van (extra)
ondersteuning op de basisschool. Het inzetten van een arrangement op SBO en SO wordt
(nog) onvoldoende ingezet als tijdelijk/kortdurend ondersteuningsaanbod. Dit betekent in de
meeste gevallen dat leerlingen bij een verwijzing naar SBO of SO langdurig gebruik maken
van deze voorziening en dat terugplaatsing naar regulier of een lichtere vorm van
ondersteuning nog maar zelden voorkomt.
Monitoring en evaluatie naar aanleiding van het schooljaar 2015-2016 laat een zelfde beeld
zien. Arrangementen SBO en SO zijn in de meeste gevallen een definitieve verwijzing.
Bao Bao
Met onder-steuning
Bao -Bao Met/zonder
onder-steuning
SBO SBO
met onder-steuning
SO
Externe zorg van jeugdhulpverlening, WMO, AWBZ, vervoer, leerplichten etc.
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 10 van 50
3.5. Ontwikkelingsperspectief (OPP)
Als een kind extra ondersteuning nodig heeft dient de school de ontwikkelingsmogelijkheden
(talenten) van het kind goed in beeld te brengen. Dit doet de school door in overleg met
ouders een ontwikkelingsperspectief (OPP) te maken, waarin staat welke onderwijsdoelen het
kind zal kunnen halen.
De Wet passend onderwijs (art.40a.Ontwikkelingsperspectief) schrijft ten aanzien van het
primair onderwijs voor dat bevoegde gezagen van scholen (school/schoolbestuur) nadat er op
overeenstemming gericht overleg is gevoerd met ouders een ontwikkelingsperspectief
opstellen voor1:
leerlingen in het primair onderwijs (PO), die extra ondersteuning nodig hebben;
leerlingen van een speciale school voor basisonderwijs (SBO);
leerlingen in het speciaal onderwijs (SO).
Wat onder de basisondersteuning valt en wat onder extra (zware) ondersteuning, verschilt per
school. Dit staat beschreven in het schoolondersteuningsprofiel.
Basisscholen hoeven in beginsel geen OPP op te stellen voor leerlingen die binnen de
basisondersteuning geholpen kunnen worden, bijvoorbeeld als er sprake is van dyslexie,
dyscalculie, hoogbegaafde leerlingen. Dyslexie en dyscalculie vallen onder het reguliere
schoolbeleid. In de basisondersteuning moet ook rekening gehouden worden met de
onderwijsbehoefte van hoogbegaafde leerlingen.
In alle gevallen geldt dat als deze leerlingen ook extra ondersteuning krijgen die niet onder de
basisondersteuning valt, er wel een ontwikkelingsperspectief opgesteld moet worden.
Doelen van het ontwikkelingsperspectief
Het ontwikkelingsperspectief vervangt het eerder verplichte handelingsplan als wettelijk
voorgeschreven instrument. In de toelichting bij de wetgeving worden verschillende doelen
van het ontwikkelingsperspectief genoemd, onder andere:
het biedt de school handvatten om het onderwijs af te stemmen op de
ondersteuningsbehoefte van de leerling;
het maakt planmatig handelen mogelijk: jaarlijks wordt het ontwikkelingsperspectief
geëvalueerd en eventueel bijgesteld als de ontwikkeling van de leerling daartoe
aanleiding geeft;
het is een instrument voor de communicatie met ouders.
De verplichte onderdelen van het ontwikkelingsperspectief binnen het primair onderwijs zijn:
het uitstroomprofiel: de onderwijssoort of het vervolgonderwijs waarnaar de leerling
naar verwachting zal uitstromen;
de onderbouwing van het uitstroomprofiel;
de belemmerende en bevorderende factoren die van invloed zijn op het onderwijs aan
de leerling. Dit zijn kindgebonden factoren en omgevingsfactoren die (mede) bepalen
of een leerling een bepaalde uitstroombestemming kan bereiken, zoals bijvoorbeeld
motivatie, of een stimulerende thuisomgeving;
het handelingsdeel: een omschrijving van de individuele begeleiding die is afgestemd
op de behoefte van de leerling. Het handelingsdeel is verplicht;
1 Onderwijsgeschillen, Themabrief 8 passend onderwijs – opp juni 2016
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 11 van 50
afwijking van het onderwijsprogramma. Het OPP van leerlingen in het regulier
basisonderwijs vermeldt ook wanneer wordt afgeweken van één of meer onderdelen
van het onderwijsprogramma. Dit geldt niet voor leerlingen in het speciaal
basisonderwijs of in het speciaal onderwijs;
vervangende onderwijsdoelen: als de kerndoelen niet voor een leerling gehanteerd
kunnen worden, wordt in het OPP aangegeven welke vervangende onderwijsdoelen
worden gehanteerd. Dit is alleen vastgelegd voor het (speciaal) basisonderwijs en het
speciaal onderwijs.
Evaluatie ontwikkelingsperspectief
De school evalueert ten minste één keer per schooljaar het ontwikkelingsperspectief samen
met de ouders. Daarna kan het ontwikkelingsperspectief bijgesteld worden als dat nodig is.
Ook over de bijstelling moet eerst met de ouders op overeenstemming-gericht overleg worden
gevoerd. Verder evalueren in het SO de commissie voor de begeleiding (cluster 3 en 4) of de
commissie van onderzoek (cluster 1 en 2) ten minste één keer per jaar het
ontwikkelingsperspectief, doen hiervan verslag aan het bevoegd gezag en adviseren over het
bijstellen van het OPP.
De wetgeving over de registratie van het ontwikkelingsperspectief in het Basisregister
Onderwijs (BRON) is op 1 augustus 2015 ingegaan. Deze wetgeving regelt dat scholen in de
leerlingenadministratie moeten registreren voor welke periode een leerling een
ontwikkelingsperspectief heeft. De inhoud van het ontwikkelingsperspectief hoeft niet te
worden geregistreerd. Ook regelt de wet welke leerlingen op een orthopedagogisch didactisch
centrum zijn geplaatst. Verder gaan de epilepsiescholen en instellingen voor cluster 1 en 2
registreren welke leerlingen zij buiten hun eigen instelling begeleiden.
Voor het speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs geldt de registratieplicht niet; daar
hebben immers alle leerlingen een ontwikkelingsperspectief.
Het opstellen van een OPP, of de beoordeling of een OPP nodig is, is aan de school en het
bevoegd gezag. Het SWV monitort het aantal kinderen met een OPP en vraagt bij het
aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring of een OPP is opgesteld.
Betrokkenheid ouders
De Tweede kamer heeft op 25 oktober 2016 ingestemd met een wetsvoorstel over het
ontwikkelingsperspectief. De Eerste Kamer heeft op 7 februari 2017 het wetsvoorstel, waarin
wordt geregeld dat met de ouders overeenstemming moet zijn over het handelingsdeel van
het ontwikkelingsperspectief, als hamerstuk aanvaard.
De wet regelt het volgende:
met ouders moet overeenstemming worden bereikt over het handelingsdeel van het
ontwikkelingsperspectief (de individuele ondersteuning en begeleiding van de leerling)
voordat dit deel kan worden vastgesteld. Dit geldt niet voor het overige deel van het
ontwikkelingsperspectief. Dat kan wel vastgesteld worden nadat op overeenstemming-
gericht overleg is gevoerd;
ook in het speciaal onderwijs dient het ontwikkelingsperspectief een handelingsdeel te
bevatten. Dat was nog niet in de wet vastgelegd.
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 12 van 50
Met deze nieuwe wet, die ingaat op 1 augustus 2017, geeft de regering uitvoering aan motie
Ypma, die door de Tweede Kamer werd aangenomen op 16 april 2013. De regering vergroot
met de wet de betrokkenheid van ouders bij de vaststelling van het ontwikkelingsperspectief.
Daarmee krijgen ouders een betere positie als het gaat om de ondersteuning die hun kind op
school nodig heeft.
De wet spreekt niet van een instemmingsrecht van ouders of een verplichte handtekening van
ouders onder het handelingsdeel. De regering denkt dat de formulering: ‘het handelingsdeel
van het ontwikkelingsperspectief wordt vastgesteld na overeenstemming met de ouders’, een
betere waarborg is voor voldoende inspraak van ouders. De school moet het overleg met
ouders voortzetten zolang zij nog niet tot overeenstemming zijn gekomen over de
ondersteuning en begeleiding die de leerling nodig heeft. Wanneer de school (nog) geen
overeenstemming heeft bereikt met de ouders over het handelingsdeel, betekent dit niet dat
de school de leerling niet meer kan of zou hoeven te begeleiden. Scholen moeten hun
leerlingen in alle gevallen de nodige begeleiding bieden, aldus de Memorie van Toelichting bij
de wet.
Als het niet lukt om overeenstemming te bereiken over het ontwikkelingsperspectief, kunnen
ouders een geschil voorleggen aan de Geschillencommissie passend onderwijs (GPO). Deze
Commissie behandelt onder andere geschillen over de vast- en bijstelling van het
ontwikkelingsperspectief. De GPO is ondergebracht bij Onderwijsgeschillen.
Bijlage 1: Wetsvoorstel over invoeren vaststellen handelingsdeel ontwikkelingsperspectief na
overeenstemming met ouders
Met de goede kwaliteit van de basisondersteuning, de ondersteuningsprofielen, een
zorgvuldige toewijzing van extra ondersteuning via denkmodel “stepped care”, de expertise
van het SBO en het SO (cluster 3 en 4) en middels afspraken met SO-instellingen voor cluster
1 en 2, beschikt het SWV over een onderwijs-en zorgcontinuüm dat borg staat voor een
passende onderwijsplek voor elk kind.
3.6. Enkelvoudige Ernstige Dyslexie (EED)
Scholen dragen in het kader van Passend onderwijs ook zorg voor passende ondersteuning
van leerlingen met lees- en spellingsproblemen en dyslexie. Scholen regelen deze
ondersteuning binnen de basisondersteuning. De school zal na signalering van
lees/spellingsproblemen en/of mogelijke dyslexie de leerlingen extra ondersteunen en volgen
volgens het dyslexieprotocol. Alleen als de begeleiding van de school onvoldoende aanslaat is
doorverwijzing naar meer gespecialiseerde zorg aan de orde. In de groep van kinderen met
dyslexie heeft ongeveer de helft geen ernstige enkelvoudige dyslexieklachten (EED). Deze
kinderen komen niet in aanmerking voor specialistische behandeling binnen de jeugdhulp door
gemeenten. Voor de kinderen die wel in aanmerking komen voor EED, is de gemeente
verantwoordelijk voor diagnostiek en behandeling. Dit is vanaf 1 januari 2015 geregeld in de
Jeugdwet. Om de verbinding tussen dyslexiezorg (EED) en passend onderwijs te realiseren
hebben gemeenten en de samenwerkingsverbanden Primair Onderwijs in de regio Zuidoost
Brabant afspraken met elkaar gemaakt. Gemeenten en samenwerkingsverbanden Passend
Onderwijs monitoren samen de uitvoering van de werkwijze in het Op Overeenstemming
Gericht Overleg (OOGO) Passend Onderwijs.
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 13 van 50
Voor meer informatie over de werkwijze EED in onze regio verwijzen we naar de volgende
bijlagen:
Bijlage 2: Communicatie Enkelvoudige Ernstige Dyslexie voor onderwijs en gemeenten
definitief
Bijlage 3: Aanvullende informatie Enkelvoudige Ernstige Dyslexie Eindhoven per 1-1-2017
Het samenwerkingsverband heeft op 1 oktober 2015 een mantelovereenkomst afgesloten met
een dyslexiesoftware aanbieder. Deze mantelovereenkomst geeft de aangesloten
schoolbesturen van het SWV de mogelijkheid om vanuit een bovenschoolse aanpak
geavanceerde dyslexiesoftware in te zetten voor leerlingen met dyslexie. De aangesloten
schoolbesturen kunnen hiervoor zelf, eventueel in gezamenlijkheid, een nadere overeenkomst
afsluiten bij de aanbieder.
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 14 van 50
4. Passend arrangeren
4.2 Solidariteit
zie ook hoofdstuk 10 (Bonus Malus)
Het bestuursmodel gaat er van uit dat het schoolbestuur die een zittende leerling verwijst naar
het SBO of SO in principe het ondersteuningsbedrag voor deze leerling betaalt aan het SBO
of het SO.
Een groot deel van de leerlingen in het SO en een kleiner deel in het SBO stroomt echter
rechtstreeks in vanuit een voorschoolse voorziening, zoals de peuterspeelzaal, de
kinderopvang, een medisch kleuterdagverblijf (MKD), zorginstelling of vanuit een ander SWV.
In dat geval heeft geen enkele school uit het SWV hiervoor een verwijzende
verantwoordelijkheid. De ondersteuningsbekostiging bij plaatsing op SBO of SO van deze
leerlingen komt daarom ten laste van de gezamenlijke schoolbesturen (solidariteit).
Indien een schoolbestuur buiten zijn schuld te maken krijgt met verwijzingen naar het SBO of
SO die voor het betreffende bestuur een onredelijke financiële belasting vormen, kan het SWV
per situatie bekijken - onder strikte voorwaarden - of deze ondersteuningskosten geheel of
gedeeltelijk voor rekening van het SWV (solidariteit) kunnen komen.
In ons samenwerkingsverband kunnen scholen onder bepaalde voorwaarden leerlingen
melden als risicoleerling. Registratie bij het samenwerkingsverband betekent dat latere
verwijzing van de leerling (naar SBO of SO Cluster 3 en 4) zal vallen onder het
solidariteitsbudget.
Leerlingen die met een extra ondersteuningsbehoefte vanuit voorschool of vanuit directe
instroom of in verband met verhuizing vanuit een school uit een ander SWV aangemeld
worden op de basisschool, kunnen onder bepaalde voorwaarden bij het SWV gemeld worden
als risicoleerling. U vindt de beschrijving van de driemaandenrisicoregeling en het
bijbehorende stroomschema in het bijlagenboek.
Evaluatie vanuit Jaarmonitor 2015-2016:
Er zijn nog steeds veel vragen over de driemaandenrisicoregeling en de melding van een
leerling bij het Samenwerkingsverband.
Belangrijkste misverstand is dat gedacht wordt dat het om leerlingen gaat waarbij een “risico”
bestaat dat er later extra ondersteuning ingezet moet worden. In werkelijkheid is de regeling
alleen bedoeld voor leerlingen waarbij bij de aanmelding op de basisschool duidelijk is dat de
leerling vanaf aanvang extra ondersteuning nodig heeft. Pas als de school ook daadwerkelijk
overgaat tot plaatsing en inschrijving van de leerling en bij aanvang extra ondersteuning inzet
(en dus een OPP opstelt), zal de leerling als risicoleerling bij het SWV worden geregistreerd.
Afspraak is dat de school bij aanmelding van de leerling z.s.m. contact opneemt met de
coördinator om te bespreken of de leerling mogelijk voor deze regeling kan worden
aangemeld. Registratie betekent dat bij verwijzing in de toekomst de leerling onder de
solidariteit valt (bekostiging door alle besturen samen). De regeling zal in schooljaar 2016-
2017 opnieuw worden geëvalueerd.
De uitgeschreven regeling en een stroomschema zijn hier te vinden:
https://www.po-eindhoven.nl/diensten/documenten-en-links/documenten
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 15 van 50
Bijlage 4: Driemaandenrisicoregeling
4.3 Toelaatbaarheidsverklaring (TLV)
Het SWV bepaalt vanaf 1 augustus 2014 zelf - binnen de wettelijke kaders - hoe de procedure
voor toelating tot het SBO en SO ingericht wordt. Dat houdt tevens in dat de procedures van
de eerdere PCL (Permanente commissie leerlingenzorg voor het SBO) en CvI (Commissie
voor indicatiestelling voor het SO) komen te vervallen. De toelaatbaarheid wordt voortaan door
het SWV bepaald op basis van handelingsgericht arrangeren en niet meer op basis van strikte
criteria.
Voor het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring kiest het samenwerkingsverband
Passend onderwijs PO Eindhoven voor de samenwerking (triade) tussen school (of
verwijzende instelling), ouders en het speciaal basisonderwijs of het speciaal onderwijs. Deze
drie-eenheid komt in overleg tot een gezamenlijke overeenkomst over de benodigde (tijdelijke)
plaatsing in SBO of SO. Ook werden er vooraf afspraken gemaakt over de duur van de
(tijdelijke) plaatsing en worden er afspraken over mogelijke terugplaatsing gemaakt.
Naar aanleiding van evaluatie in het schooljaar 2015-2016:
Het contract tijdelijke plaatsing werd met name door de SBO- en SO-scholen als belastend
ervaren, vooral voor zittende leerlingen en leerlingen waarvan de verwachting er niet is dat
terugplaatsing of lichtere ondersteuning tot de mogelijkheden behoort. In 2017 is de procedure
aangepast. Alleen als terugplaatsing verwacht wordt, vult de school samen met ouders en
ontvangend S(B)O een contract tijdelijke plaatsing in. In de applicatie van het SWV wordt
ingebouwd dat deze dan moet worden toegevoegd aan de aanvraag.
In de procedure was opgenomen dat alle aanvragen tijdelijk zijn en worden afgegeven voor
maximaal twee jaar. Hierdoor kon het SWV niet van deze duur afwijken.
Een langere TLV-duur is gewenst in voorbeelden als:
Leerling gaat in groep 6 naar S(B)O en de verwachting (ouders, scholen en
deskundigen) is niet dat de leerling nog terug naar regulier PO kan.
Er is sprake van dusdanige stabiele kindkenmerken dat terug- of herplaatsing binnen
twee jaar niet realistisch is.
Vanuit onderwijs-zorgoverleg: Voor leerlingen van wie eenduidig vanuit gezamenlijk
overleg en vanuit het uitgangspunt maatwerk te bieden, vastgesteld kan worden dat
zij voor deelname aan het onderwijs langdurig aangewezen zullen blijven op extra
ondersteuning vanuit onderwijs en op jeugdhulp vanuit de gemeente, wordt er naar
gestreefd om de ondersteuning en de jeugdhulp voor de duur die nodig is toe te
kennen. Dit kan dus een TLV zijn voor de duur van het afgesproken arrangement.
Vanaf 2017 wordt het mogelijk om, mits goed beredeneerd, een TLV voor langere tijd aan te
vragen/af te geven. N.B.: uitgangspunt blijft tijdelijke plaatsing.
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 16 van 50
Er zijn vier verschillende toelaatbaarheidsverklaringen (TLV):
TLV-SBO;
TLV Categorie Laag (in de regel zml, lzk, epilepsie, cluster 4);
TLV Categorie Midden (in de regel lg);
TLV Categorie Hoog (in de regel mg).
Het SWV kan een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) voor plaatsing in SBO en SO van het
SWV slechts afgeven nadat is voldaan aan de volgende criteria:
1. In de triade is aan de hand van handelingsgericht werken (HGW) aangetoond wat de
ondersteuningsbehoefte is van de leerling.
2. Een orthopedagoog of psycholoog en een tweede (wettelijke verplichte) deskundige
hebben (schriftelijk) een positief advies gegeven over benodigde plaatsing in SBO of
SO.
3. Alle partijen van de triade hebben overeenstemming en hebben dit in een
overeenkomst vastgelegd.
4. In de overeenkomst zijn afspraken gemaakt over de tijdelijkheid/duur van de
toelaatbaarheidsverklaring, de soort/categorie TLV en zijn er afspraken gemaakt over
de terugplaatsingsprocedure (indien van toepassing). De afspraken rondom de
wettelijk2 verplichte deskundigen zijn als volgt:
2 Besluit bekostiging WPO
Artikel 34.8. Deskundigen samenwerkingsverband
De deskundigen, bedoeld in artikel 18a, elfde lid, van de wet zijn een orthopedagoog of een psycholoog en
afhankelijk van de leerling over wiens toelaatbaarheid wordt geadviseerd ten minste een tweede deskundige, te
weten een kinder- of jeugdpsycholoog, een pedagoog, een kinderpsychiater, een maatschappelijk werker of een
arts.
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 17 van 50
Positief advies* aan het samenwerkingsverband van twee wettelijk verplichte deskundigen
** over benodigde plaatsing op SBO of SO + handtekening.
* recent advies (maximaal 1 jaar oud), plaatsing op SBO of type SO moet specifiek
benoemd zijn in het advies.
** niet twee deskundigen van dezelfde school of organisatie
Opmerkingen:
Bij aanmelding op het speciaal (basis) onderwijs kan afhankelijk van de
ondersteuningsbehoefte van de leerling een bovengenoemde deskundige van de S(B)O
school optreden als tweede deskundige.
Een TLV Laag en TLV Midden kunnen middels het aanvraagformulier worden aangevraagd
wanneer twee deskundigen hier advies over uitbrengen.
Een TLV Hoog kan alleen worden aangevraagd als er vanuit onderwijs-zorgoverleg een
duidelijke vraag is (ondersteund door advies van deskundigen) voor een zeer intensief
onderwijszorgarrangement.
Het SWV (de coördinator) geeft in genoemd overleg advies. Mochten partijen bij een negatief
advies alsnog een TLV Hoog aanvragen, dan zal (zolang de procedure nog niet is gewijzigd)
de TLV worden toegekend. Monitoring is noodzakelijk om de afgifte van deze categorie TLV
op tijd te kunnen beheersen/bijstellen.
Het samenwerkingsverband Passend onderwijs PO Eindhoven hanteert sinds november 2015
een digitale aanmeldprocedure voor het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring.
Bevoegd gezag van de school die de TLV aanvraagt kan een account aanmaken op tlv.po-
eindhoven.nl en kan via de applicatie de aanvraag indienen bij het SWV. Het
samenwerkingsverband heeft een handleiding beschikbaar voor het gebruiken van de TLV-
applicatie.
In 2017 word gestart met een digitale TLV-applicatie gekoppeld aan Ldos. De participerende
schoolbesturen werken voor de overgang PO VO allemaal al met Ldos.
Voor de nieuwe applicatie wordt een nieuwe handleiding gemaakt.
Bijlage 5: Handleiding en stroomschema TLV-applicatie Passend onderwijs PO Eindhoven
(t/m april 2017)
Hieronder is de procedure voor het aanvragen van een TLV beschreven voor leerlingen vanuit
een (basis)school, vanuit een verwijzende zorginstelling-instantie (directe instroom) en vanuit
een andere regio.
4.3.1 Een TLV aanvragen voor een leerling vanuit een (basis)school in het SWV
Bij het samenwerkingsverband kan een toelaatbaarheidsverklaring worden aangevraagd als er
een overeenkomst is tussen school, ouders, en S(B)O. De beschikbaarheid en
toegankelijkheid wordt vanuit vertrouwen zo optimaal mogelijk georganiseerd. Dit betekent dat
de basisschool, de ouders en de school voor SBO of SO samen overeenstemming bereiken
over de juiste onderwijsplek. De speciale onderwijsvoorziening (SBO of SO) heeft onderzocht
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 18 van 50
of plaatsing en de gevraagde ondersteuning ook daadwerkelijk mogelijk is. Het is daarbij
wettelijk verplicht dat twee deskundigen advies geven aan het samenwerkingsverband over de
gewenste oplossing. Deze deskundigen zijn vaak al in het voortraject betrokken bij de
advisering.
Het samenwerkingsverband controleert of alle partijen het eens zijn, of het proces goed
gelopen is en geeft in het geval van een gezamenlijke oplossing en indien de aanvraag
voldoet aan de gestelde criteria binnen 10 werkdagen (schoolvakanties uitgezonderd) een
TLV af.
Mediation/bemiddeling; Als er in het voortraject geen overeenstemming is tussen alle partijen
kan er geen toelaatbaarheidsverklaring worden aangevraagd. Het samenwerkingsverband
vindt het belangrijk dat partijen in dit geval met elkaar, of indien wenselijk middels het
inschakelen van mediation, met elkaar in gesprek blijven over de benodigde
onderwijsondersteuning van de leerling.
Iedere betrokkene in dit proces (school, voorschool, ouders, S(B)O) kan om bemiddeling
vragen. Bemiddeling kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden door een afgevaardigde van het
betrokken schoolbestuur, een onafhankelijk deskundige, de coördinator van het
samenwerkingsverband of een onderwijsconsulent in te schakelen. Ook zijn er mogelijkheden
voor mediation bij Onderwijsgeschillen. Zie hiervoor de website www.onderwijsgeschillen.nl en
de folder mediation in de bijlage.
Bijlage 6: Mediation bij onderwijsgeschillen
Het samenwerkingsverband monitort de duur van het voortraject voorafgaand aan een
aanvraag van een toelaatbaarheidsverklaring. In het aanvraagformulier voor een TLV wordt de
volgende vraag gesteld: Op welke datum hebben school en ouder(s)/verzorger(s) en evt.
deskundigen voor het eerst vastgesteld dat er binnen de huidige setting onvoldoende kan
worden voldaan aan de ondersteuningsbehoefte van de leerling?* Het SWV monitort hoeveel
tijd er zit tussen deze datum en de datum dat de TLV-aanvraag bij het SWV is ingediend.
Alle plaatsingen op het SBO en SO zijn in principe tijdelijk van aard, tenzij alle drie de partijen
(verwijzende school, ouders en school waarnaar verwezen wordt) en deskundigen aangeven
dat (terug)plaatsing naar een lichtere vorm van ondersteuning gedurende de plaatsing op
S(B)O niet verwacht wordt. Verwacht één of meer partijen dat een lichtere vorm van
ondersteuning in de toekomst mogelijk is, dan worden vragen over tijdelijke plaatsing ingevuld.
Bij een tijdelijke plaatsing maken de beide scholen in korte lijnen afspraken met elkaar voordat
de extra ondersteuning ingezet wordt. In de afspraken is bij de start direct het moment van
terugplaatsing vastgelegd. Het samenwerkingsverband wordt op de hoogte gebracht van de
gemaakte afspraken en monitort of de afspraken zijn nagekomen. De verwijzende basisschool
en de ontvangende S(B)O-school maken samen duidelijke afspraken over de
verantwoordelijkheden in het terugplaatsingstraject.
4.3.2 Een TLV aanvragen voor leerlingen vanuit een directe instroom
Het betreft o.a. Peuterspeelzaal, Vroeghulp, JGZ, MEE, Dagcentrum Jonge Kind (DJK, eerder
MK), Lunetzorg en Kentalis.
Kinderen uit een voorschoolse voorziening of zorginstelling kunnen met een TLV direct
instromen in het speciaal (basis) onderwijs. Ook hier is het voortraject belangrijk.
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 19 van 50
De instelling gaat met ouders en betrokken deskundigen in gesprek over de (school)
ondersteuningsbehoefte van het kind. Er is onderzocht en besproken wat er nodig is om
tegemoet te komen aan de ondersteuningsvraag van het kind, de ouders, de leerkracht en de
school. Als de gewenste ondersteuning niet op een reguliere basisschool geboden kan
worden, wordt gekeken (met in achtneming van de stepped care gedachte) welke specifieke
onderwijsvoorziening wel antwoord kan geven op de ondersteuningsbehoefte van de leerling.
Het is ook in deze situatie wettelijk verplicht dat een orthopedagoog of psycholoog en nog een
tweede deskundige advies geeft aan het samenwerkingsverband over de gewenste oplossing.
Afhankelijk van de ondersteuningsvraag kan gekeken worden welke tweede deskundige dit
advies kan geven (bijvoorbeeld een kinder- of jeugdpsycholoog, een schoolmaatschappelijk
werker een arts of kinderpsychiater).
De voorschoolse voorziening zoekt samen met ouders naar de meest passende school. De
instelling en ouders nemen contact op met de voor hun kind geschikte SBO of SO. Deze
beoordeelt op eigen wijze en mogelijk middels een observatieperiode (in de instelling of op de
eigen school) of zij de meest passende plek biedt.
Indien alle partijen het eens zijn over de noodzakelijke plaatsing in het S(B)O, wordt er een
toelaatbaarheidsverklaring aangevraagd door het bevoegd gezag van de school waar is
aangemeld. Ook hier is het uitgangspunt dat passende oplossingen het beste bedacht kunnen
worden door de triade van ouders, zorginstelling en (speciale) onderwijsvoorziening.
Het SWV wil een bureaucratische indicatiestelling voorkomen. De betreffende leerlingen zijn al
bekend bij de zorgverleners. Het oordeel van de triade wordt serieus genomen en is indien is
voldaan aan de gestelde criteria, voldoende voor de aanvraag van een TLV. Ook hier kan in
het voortraject bemiddeling behulpzaam zijn. Iedere betrokkene in dit proces kan om
bemiddeling vragen. Ook kan indien noodzakelijk een onderwijsconsulent worden
ingeschakeld.
Het SWV monitort het aantal leerlingen met een TLV dat het uitgangspunt vormt voor een
jaarlijks evaluatieoverleg met de zorginstellingen.
Ook voor leerlingen die vanuit een voorschoolse voorziening rechtstreeks instromen in het
S(B)O is de TLV in principe van tijdelijke aard, tenzij alle drie de partijen (voorschool, ouders
en school waarnaar verwezen wordt) en deskundigen aangeven dat (terug)plaatsing naar een
lichtere vorm van ondersteuning gedurende de plaatsing op S(B)O niet verwacht wordt.
Verwacht één of meer partijen dat een lichtere vorm van ondersteuning in de toekomst
mogelijk is, dan worden de vragen over tijdelijke plaatsing ingevuld. In het contract tijdelijkheid
wordt niet de terugkeer naar regulier, maar wel de mogelijkheden in de toekomst voor
plaatsing in het reguliere onderwijs of een lichtere ondersteuningsvoorziening verkend.
Voorschool, ouders, S(B)O en deskundigen beschrijven wat de verwachting is en maken
concrete afspraken voor overleg tijdens de duur van de TLV.
4.3.3 Verhuisleerlingen en grensverkeer
Indien een leerling met een TLV-SO in ons samenwerkingsverband (Eindhoven, Best, Son en
Breugel) komt wonen en in de regio onderwijs gaat volgen, blijft de afgegeven TLV door het
eerdere SWV geldig.
Met de eerste inschrijving is het samenwerkingsverband van de eerdere woonplaats van de
leerling met een TLV verantwoordelijk voor de ondersteuningsbekostiging voor zolang de
leerling op het SO zit. Ook als de leerling verhuist.
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 20 van 50
Na afloop van de termijn van de TLV moet het oorspronkelijke samenwerkingsverband waaruit
de leerling afkomstig was indien nodig een nieuwe TLV afgeven.
Wanneer er voorheen sprake was van een andere vorm van ondersteuning (niet in SBO of
SO), zal het SWV Passend onderwijs PO Eindhoven in overleg met de ouders en de school
kijken welke ondersteuningsmogelijkheden het beste aansluiten. De ouders, de school en het
SWV zoeken gezamenlijk naar de best haalbare oplossing. In dit geval is de nieuwe school
verantwoordelijk voor de bekostiging van deze ondersteuning.
Meer informatie over het aanvragen van een TLV SBO
https://www.passendonderwijs.nl/in-en-om-de-
school/toelaatbaarheidsverklaringen/toelaatbaarheidsverklaring-het-sbo/”
Meer informatie over het aanvragen van een TLV SO:
https://www.passendonderwijs.nl/in-en-om-de-school/toelaatbaarheidsverklaringen/
Voor duidelijkheid over welke SWV verantwoordelijk is voor het afgeven van een TLV SO,
verwijzen we naar het stroomschema van de website Passend onderwijs: “Wie geeft de TLV
af?”
Bijlage 7: Stroomschema toelaatbaarheidsverklaringen SO “Wie geeft de TLV af?”
Bij een verhuizing SBO TLV:
Indien een leerling binnen 6 maanden voor of na plaatsing op een SBO-school verhuist naar
een andere regio en daar ook naar het SBO gaat, moet het nieuwe samenwerkingsverband
een TLV afgeven. Het nieuwe samenwerkingsverband is verantwoordelijk voor de bekostiging
van deze leerling.
Indien een leerling bij verhuizing langer dan 6 maanden op een SBO-school zit, blijft het SWV
van de eerdere SBO verantwoordelijk voor de bekostiging. Het nieuwe SWV kan ook een TLV
afgegeven (registratiedoeleinden) of kan de TLV overnemen (afhankelijk van afspraken).
SBO grensverkeer:
Indien leerlingen wonend in onze omliggende buursamenwerkingsverbanden met een TLV
van dat SWV naar een SBO-school in ons samenwerkingsverband komen, noemen we het
grensverkeer en blijft het buur-SWV verantwoordelijk voor de bekostiging. Ook hier geldt;
Passend onderwijs PO Eindhoven neemt de TLV over, maar geeft ook een eigen TLV af.
Hierover maakt het SWV afspraken met de buur-SWV.
Het gaat in de regel om de SWV’en:
(PO3008) SWV Helmond-Peelland http://SWV-peelland.nl/samenwerkingsverbandpo
(PO3009) SWV De Kempen http://www.podekempen.nl/
(PO3006) SWV Oss, Uden e.o. http://www.samenwerkingsverband3006.nl/home-2/
(PO3005) SWV de Meijerij http://www.de-meierij.nl/
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 21 van 50
Afbeelding: Omliggende samenwerkingsverbanden
Voor de regels omtrent grensverkeer en verhuizingen SBO verwijzen we naar de bijlage:
“nieuwe informatie grensverkeer SBO passend onderwijs”.
Bijlage 8: “Nieuwe informatie grensverkeer SBO passend onderwijs”
4.5 Adviescommissie geschillen
Samenwerkingsverband Passend onderwijs PO Eindhoven heeft zich aangesloten bij de
Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring SBO/(V)SO en beschikt
hiermee over een wettelijke vereiste adviescommissie.
De Commissie beoordeelt bezwaren aan de hand van de door ons samenwerkingsverband
vastgestelde criteria voor toelaatbaarheid. De Commissie zal volledig onafhankelijk van
partijen haar oordeel uitbrengen. Zij bestaat uit juridische en (ortho)pedagogische
deskundigen en beschikt over diepgaande kennis op het gebied van het SBO en (V)SO. Door
de (geanonimiseerde) publicatie van haar adviezen maakt de Commissie zichtbaar langs
welke lijnen zij tot haar adviezen komt, hetgeen de rechtszekerheid bevordert.
Onderwijsgeschillen ondersteunt de werkzaamheden van de Commissie met een
professioneel en onafhankelijk secretariaat.
Voor meer informatie (samenstelling van de commissie, het reglement en de procedure)
verwijzen we naar de website:
http://www.onderwijsgeschillen.nl/passend-onderwijs/landelijke-bezwaaradviescommissie-
toelaatbaarheidsverklaring-sbovso/
Bevoegd gezag van de school en ouders krijgen bij de toekenning van een
toelaatbaarheidsverklaring de bijlage bezwaarmogelijkheden meegestuurd. U vindt deze
bezwaarmogelijkheden in de bijlage.
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 22 van 50
Bijlage 9: “Bezwaarmogelijkheden”
4.7 Terugplaatsing vanuit SBO en SO
SBO
De besturen van het SBO hebben een eigen verantwoordelijkheid voor de terugplaatsing van
leerlingen in het basisonderwijs. In het laatste jaar waarop de TLV betrekking heeft, zorgt de
betrokken SBO er voor - samen met het basisonderwijs - dat de leerling kan worden
teruggeplaatst of doorgeplaatst naar het basisonderwijs. Hierover zijn vooraf aan plaatsing
afspraken vastgelegd in het contract tijdelijkheid. Het SWV monitort deze afspraken en de
resultaten van het terugplaatsen van leerlingen uit het SBO.
De leerling kan na het aflopen van de TLV op het SBO blijven als de ondersteuningsvraag van
de leerling dit verlangt. Dit op voorwaarde dat het bevoegd gezag van de verwijzende school
of bij directe instroom de SBO-school opnieuw een TLV aanvraagt. De formulering in de wet
gaat uit van: ‘ja, terugplaatsing, tenzij …..’.
SO
Voor SO-scholen is het in de praktijk de Commissie voor de Begeleiding die het bevoegd
gezag adviseert of opnieuw een TLV aangevraagd moet worden. Adviseren over
terugplaatsing en doorplaatsing als taak van de Commissie voor Begeleiding is wettelijk
vastgelegd (art. 40b Wet op de expertisecentra).Ook hier zijn vooraf aan plaatsing van de
leerling afspraken over mogelijke terugplaatsing vastgelegd in het contract tijdelijkheid.
De leerling kan na het aflopen van de TLV op het SO blijven als de ondersteuningsvraag van
de leerling dit verlangt. Dit op voorwaarde dat het bevoegd gezag van de verwijzende
(speciale) basisschool of de SO-school opnieuw een TLV aanvraagt. De formulering in de wet
gaat uit van: ‘ja, terugplaatsing, tenzij …..’.
Specifieke afspraken
In ons samenwerkingsverband vullen alle partijen bij het aanvragen van een
toelaatbaarheidsverklaring een contract tijdelijkheid in. Het contract tijdelijkheid maakt altijd
deel uit van de aanvraag TLV bij het samenwerkingsverband.
Het contract helpt ouders, beide scholen of voorschoolse voorziening met elkaar in gesprek te
gaan over de mogelijkheden van terugplaatsing naar een reguliere basisschool of plaatsing in
een minder zware ondersteuningsvoorziening. Er worden concrete afspraken gemaakt. Het
samenwerkingsverband monitort de gemaakte afspraken.
Een TLV is in principe van tijdelijke aard, tenzij alle drie de partijen ( (voor)school, ouders en
school waarnaar verwezen wordt) en deskundigen aangeven dat (terug)plaatsing naar een
lichtere vorm van ondersteuning gedurende de plaatsing op S(B)O niet verwacht wordt.
Verwacht één of meer partijen dat een lichtere vorm van ondersteuning in de toekomst
mogelijk is, dan worden de vragen over tijdelijke plaatsing ingevuld. Deze specifieke vragen
maken dan deel uit van de aanvraag TLV. Het helpt ouders, beide scholen of voorschoolse
voorziening met elkaar in gesprek te gaan over de mogelijkheden van terugplaatsing naar een
reguliere basisschool of plaatsing in een minder zware ondersteuningsvoorziening. Er worden
concrete afspraken gemaakt en vastgelegd. Het samenwerkingsverband monitort de
gemaakte afspraken.
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 23 van 50
SO de Rungraaf heeft deelgenomen aan het KPC onderzoek “Speciaal Gewoon”. KPC Groep
heeft in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW)
onderzoek verricht naar factoren die bijdragen aan een succesvolle terugplaatsing van
leerlingen van speciaal onderwijs naar regulier onderwijs. De cluster 4-leerlingen stonden in dit
onderzoeksproject centraal. Naar aanleiding van dit praktijkgericht onderzoek is een
handreiking ontwikkeld met praktijkvoorbeelden, tips en adviezen voor een succesvolle
overstap van speciaal naar regulier onderwijs.
De handreiking “De overstap van leerlingen van speciaal naar regulier onderwijs” (Reitsma,
Schipper; KPC, 2013) is te vinden op www.speciaalgewoon.nl en is toegevoegd aan ons
bijlagenboek.
Bijlage 10: “Handreiking brochure speciaal gewoon. De overstap van leerlingen van speciaal
naar regulier onderwijs”
4.6 Symbiose
Er komen meer mogelijkheden om maatwerk met symbiose af te spreken. Symbiose houdt in
dat een leerling die ingeschreven staat op het speciaal onderwijs gedeeltelijk onderwijs kan
volgen in het basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs, het voortgezet onderwijs of in een
instelling voor educatie en beroepsonderwijs. Hiertoe moeten de scholen onderling een
symbioseovereenkomst sluiten.
De minimale lengte van de periode van de symbioseovereenkomst en het minimale aantal
uren dat een leerling onderwijs moet volgen op de reguliere school of instelling wordt als
gevolg van de in dit besluit opgenomen wijziging niet langer voorgeschreven. Deze
flexibilisering maakt het voor scholen gemakkelijker om een onderwijsarrangement te bieden
dat past bij de mogelijkheden van de leerling. De scholen voor speciaal onderwijs nemen de
afspraken die in het kader van symbiose worden gemaakt op in het ontwikkelingsperspectief
van de leerling.
Symbiose arrangementen worden besproken in artikel 24 ‘Richtlijn Symbiose’ en de
artikelen 11 en 12 ‘Onderwijskundig Besluit’ van de WEC.
In het primair onderwijs is in de mogelijkheid om delen van het onderwijs op een andere
school c.q. S(B)O te volgen al eerder geregeld in artikel 15 van de Wet op het primair
onderwijs (WPO). De basisplaatsbekostiging van dit lesdeel ontvangt de S(B)O van de
basisschool en het extra benodigd budget dient als extra ondersteuning te worden opgenomen
in het ontwikkelingsperspectief(OPP).
Bijlage 11: Factsheet OCW, Samenwerken voor samen leren
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 24 van 50
4.8 Crisisleerlingen en (dreigende) thuiszitters
Het samenwerkingsverband Passend onderwijs PO Eindhoven heeft vanaf schooljaar 2014-
2015 deel genomen aan een regionale werkgroep thuiszitters. Vanuit deze werkgroep zijn
opnieuw afspraken gemaakt tussen de samenwerkingsverbanden PO en VO (Eindhoven en
de Kempen) en leerplicht (Eindhoven/de Kempen) om thuiszitters te voorkomen.
Aanbevelingen van het Thuiszittersoverleg (TZO; al eerder opererend) zijn door de werkgroep
meegenomen.
In de thuiszitterswerkgroep is o.a. een filter ontwikkeld om in kaart te brengen welke leerlingen
in beeld moeten komen/zijn en besproken worden binnen het thuiszittersoverleg.
In het filter is zichtbaar wanneer directe actie in overleg met leerplicht en de coördinator van
het samenwerkingsverband gevraagd is (rood traject):
- leerlingen die thuiszitten zonder vrijstelling (absoluut verzuim);
- leerlingen die thuiszitten zonder alternatief programma, die niet voldoen aan de
definitie van ziek zijn (medische verklaring om aan te tonen dat de leerling ziek
is).
Ook bij overige trajecten (oranje) is afgesproken dat leerplicht en samenwerkingsverband
(coördinator) contact hebben om indien mogelijk invloed te hebben op verbetering en/of
bespoediging van ingezette acties.
De werkgroep levert naast het filter een memo op met aanbevelingen en afspraken voor de
regio. Deze memo zal later worden toegevoegd aan dit aanvullingsplan.
Vanuit de regionale werkgroep thuiszitters is in oktober 2015 het Passend Traject Overleg
(PTO) ontwikkeld en gestart. Het samenwerkingsverband Passend onderwijs PO Eindhoven
neemt deel aan dit PTO en heeft samenwerkingsafspraken met leerplicht en jeugdhulp in de
regio gemaakt over het signaleren en voorkomen van thuiszittende leerlingen. De afspraken,
doelen en werkwijze van het PTO zijn beschreven in het “Werkproces melden PTO 2015-
2016”. Ook is hier het eerder genoemde filter opgenomen. Voor leerlingen uit groep 7 en 8 die
thuiszitten is afgesproken dat vanwege de toekomstige overdracht naar het VO deze
leerlingen wel ingebracht kunnen worden in het PTO-VO (in overleg met de voorzitter PTO en
coördinator SWV).
Vanaf schooljaar 2015-2016 monitort de onderwijsinspectie tweemaandelijks de registratie van
thuiszitters bij het SWV. De drie samenwerkingsverbanden (PO en VO) die deelnemen in het
PTO maken hiervoor gebruik van de registratie van het PTO.
In het voorjaar van 2017 evalueert het PTO de werkwijze. Naar aanleiding van deze werkwijze
zal onder betrokkenen een vragenlijst worden uitgezet. De vragenlijst is opgesteld door de
werkgroep PTO, met partners vanuit de SWV PO en VO, Gemeenten en Leerplicht.
Bijlage 12: “Werkproces melden PTO 2015-2016”
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 25 van 50
4.9 Residentiele leerlingen
Residentiële leerlingen zijn leerlingen (cluster 3 en 4) die in samenwerking met een
zorginstelling op een school geplaatst zijn die een samenwerkingsovereenkomst met die
zorginstelling heeft. Het ministerie van OCW geeft aan de betreffende school een erkenning
voor residentiële plaatsingen af. Residentiële leerlingen worden ook wel 'plaatsbekostigde'
leerlingen genoemd.
Voor residentiële leerlingen is een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) niet nodig. Het
samenwerkingsverband heeft daardoor geen directe zeggenschap over residentiële
plaatsingen. Vanzelfsprekend zullen scholen met residentiële plaatsen steeds in goed overleg
en in afstemming met het SWV handelen.
De coördinator is in gesprek met de scholen met plaatsbekostigde leerlingen over afstemming
met en terugplaatsing op scholen in ons samenwerkingsverband. In principe valt de zorgplicht
bij beëindiging van plaatsing in de residentiele instelling terug op het schoolbestuur waar de
leerling vooraf aan de plaatsing naar school ging. Mocht verwijzing naar S(B)O aan de orde
zijn, dan zal de residentiele instelling in samenwerking met de eerdere school/schoolbestuur
bespreken wie de TLV-aanvraag indient.
Begin schooljaar 2015-2016 zijn er met de Zwengel afspraken gemaakt over de inzet van
onderwijs-zorgarrangementen indien voor een leerling behandeling bij Herlaarhof noodzakelijk
is.
Het betreft de volgende doelgroep: Leerlingen op een school voor primair onderwijs die
dreigen vast te lopen omdat er (vermoedelijk) sprake is van psychiatrische problematiek
waarvoor behandeling gewenst is. Dit kan betrekking hebben op internaliserend gedrag (bijv.
veel verzuim) of externaliserend gedrag (bijv. storend gedrag). De school dreigt hierdoor in
handelingsverlegenheid te komen en/of de leerling dreigt uit te vallen.
Ook een leerling die al uitgevallen is (een zgn. thuiszitter) komt in aanmerking voor een
integraal onderwijs-zorgarrangement. Het is echter belangrijk om juist uitvallen te voorkomen
en tijdig Herlaarhof en de Zwengel in te schakelen indien er sprake is van (een vermoeden
van) psychiatrische problematiek. Wanneer het een thuiszitter betreft wordt zo snel als
mogelijk de terugkeer naar de school van herkomst in kaart gebracht. Crisisleerlingen en
thuiszitters worden door de school altijd gemeld bij de coördinator van het
samenwerkingsverband (SWV). Herlaarhof/de Zwengel brengt de coördinator SWV op de
hoogte wanneer een integraal onderwijs-zorgarrangement wordt ingezet.
De intentie is om op de school waar de leerling is uitgevallen de herstart plaats te laten vinden.
Hoe langer het thuiszitten heeft geduurd, hoe lastiger dat is. Mocht dat niet meer mogelijk zijn
dan volgt er een advies in samenspraak met het SWV, Herlaarhof en de Zwengel.
Zie voor de volledige uitleg van de onderwijszorgarrangementen en een stroomschema de
bijlage.
Bijlage 13: “Routing inzet “integrale onderwijs-zorgarrangementen” t.b.v. werkwijze Herlaarhof
/ de Zwengel en samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Eindhoven (3007)”
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 26 van 50
4.11 Samenwerking met cluster 2
Voor het samenwerkingsverband is de Taalbrug (Vitus-Zuid) onze partner voor Cluster 2. De
Taalbrug (Eindhoven) en Mgr. Hanssenschool (Hoensbroek) vormen samen de VitusZuid
Instelling voor Cluster 2-onderwijs. Voor alle leerlingen met een auditieve en/of
communicatieve beperking- doof, slechthorend en/of ernstige spraaktaalmoeilijkheden (TOS)-
wil de instelling aansluiten bij het zorgniveau van de reguliere scholen binnen het SWV. Indien
de onderwijsbehoefte van deze leerlingen op het gebied van communicatie de
ondersteuningsmogelijkheden van de scholen binnen het SWV overstijgt, kan de Cluster 2-
instelling, in dialoog met de school en ouders, maatwerk bieden in de vorm van een passend
onderwijsarrangement. Op de website www.simea.nl vindt u nadere informatie over
aanmelding.
Het SWV betrekt de Cluster 2 school de Taalbrug bij regionaal overleg tussen SO- en SBO-
scholen waar leerlingen uit ons SWV onderwijs volgen.
4.15 Overgang PO naar VO
De samenwerkingsverbanden in het primair en voortgezet onderwijs hebben de taak zorg te
dragen voor een onderwijs- en ondersteuningscontinuüm voor alle leerlingen.
Passend onderwijs PO Eindhoven maakt hierover afspraken met het Samenwerkingsverband
Eindhoven-Kempenland (RSV VO). http://www.SWVeindhovenkempenland.nl/
Reeds enige jaren bestaat er een vorm van gestructureerd overleg tussen PO en VO dat zich
de volgende doelen gesteld heeft:
alle leerlingen die een overstap maken naar het V(S)O, zijn in beeld en blijven
gedurende de eerste twee schooljaren in het V(S)O in beeld;
alle benodigde gegevens zijn volledig, correct en tijdig aangeleverd;
elke leerling is vóór de zomervakantie op een school geplaatst;
voor elke leerling is de best passende plek gevonden.
Dat overleg is o.a. gericht op het uitzetten van een tijdpad en het stroomlijnen van procedures.
Tot einde schooljaar 2013-2014 waren de overdrachten P(S)O – VO en P(S)O – VSO min of
meer gescheiden trajecten. Met de invoering van de Wet Passend Onderwijs per 01-08-2014
is dat anders geworden en moeten scholen van het regulier onderwijs en het (voortgezet)
speciaal onderwijs intensiever met elkaar samenwerken.
Het overleg zoals we dat kenden werd vooral vanuit de samenwerkingsverbanden WSNS
geëntameerd. Omdat deze samenwerkingsverbanden per 01-08-2014 ophielden te bestaan, is
het logisch dat dit overleg is opgepakt vanuit de samenwerkingsverbanden passend onderwijs.
Samen met het SWV VO Eindhoven Kempenland en Passend onderwijs PO Eindhoven en
PO de Kempen is opnieuw naar de structuur en opdracht van een PO VO regiegroep gekeken
en is een memo opgesteld. In deze memo wordt aandacht besteed aan de volgende aspecten:
De ontwikkelagenda van de regiegroep
De wijze waarop overleg wordt gevoerd
Het besluitvormingstraject en bevoegdheden
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 27 van 50
In de naamgeving wordt gesproken over de regiegroep PO-VO; het moge echter duidelijk zijn
dat onder PO ook het SO wordt verstaan en bij VO gaat het ook om het VSO. Ter wille van de
leesbaarheid wordt echter gesproken over regiegroep PO-VO.
De SWV-en PO en VO in de regio Eindhoven-De Kempen hebben een regiegroep ingericht
met afvaardiging vanuit het scholenoverleg (VO) en de schoolbesturen (PO). In januari 2015
heeft het bestuur van het SWV Passend onderwijs PO Eindhoven ingestemd met deze
regiegroep. De notitie is in maart 2015 voorgelegd aan en goedgekeurd door de ALV.
In de regiegroep worden o.a. de volgende onderwerpen besproken:
Evaluatie aanmeldingen VO
Informatiebijeenkomsten PO-VO
Tijdpad overgang PO-VO
Herziene adviezen
Praktijkonderwijs en (opting out) VMBO
Dossieroverleg PO VO
De afvaardiging in de regiegroep zorgt voor terugkoppeling naar de scholen en
schoolbesturen in ons samenwerkingsverband. Ook is er overleg met de coördinator van het
SWV.
In 2017 vindt er evaluatie plaats met de afgevaardigden van het SWV in de regiegroep.
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 28 van 50
5. Ouders
5.5. Privacyreglement
Privacyreglement van het samenwerkingsverband:
Scholen en samenwerkingsverbanden moeten de wettelijk vertegenwoordigers informeren
over de gegevensverwerkingen die ten aanzien van leerlingen plaatsvinden (artikelen 33 en
34 Wbp3) en wettelijk vertegenwoordigers en leerlingen in staat te stellen om de rechten die de
Wbp hen toekent uit te oefenen.
Hierbij is een belangrijk aandachtspunt dat er voorafgaande toestemming aan ouders wordt
gevraagd voor het kunnen delen van informatie met andere instanties buiten het onderwijs.
Ook is toestemming van ouders nodig voordat informatie over het kind bij andere instanties
wordt opgevraagd.
In dit kader heeft ons SWV een privacyreglement opgesteld.
In onze digitale procedure voor het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring worden
scholen gevraagd of ouders toestemming hebben gegeven voor het delen van informatie over
hun kind met het SWV. Ook gaan we ervan uit dat scholen ouders op de hoogte brengen van
het Privacyreglement van het SWV en dat zij een handreiking voor ouders beschikbaar stellen.
Zie hiervoor de bijlagen.
Handreiking voor ouders: In samenwerking tussen de Raden en het Steunpunt
Medezeggenschap Passend Onderwijs is een handreiking voor ouders in het kader van de
privacy passend onderwijs opgesteld.
Bijlage 14: Privacyreglement
Bijlage 15: Handreiking voor ouders
3 Wet bescherming persoonsgegevens
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 29 van 50
6. Kwaliteitsbeleid
6.4 Plan van aanpak monitoring en evaluatie
Het plan van aanpak monitoring en evaluatie ziet er als volgt uit:
vaststellen criteria, indicatoren en kengetallen;
normen/streefwaarden bepalen;
dashboard inrichten en levering van gegevens via digitale formats inrichten;
afstemmen met schoolbesturen/scholen;
actuele en periodieke verslaglegging naar het bestuur SWV inregelen;
format jaarverslag inrichten;
uitwerken van de inrichting horizontale, wederzijdse verantwoording (gemeenten) en
verticale verantwoording van de monitor en evaluatie.
Naar aanleiding van het plan van aanpak monitoring en evaluatie heeft het SWV een
kwaliteitszorgplan ontwikkeld. Het ontwikkelde kwaliteitszorgplan voldoet aan de eisen van de
inspectie en omvat het geheel van activiteiten die het SWV onderneemt om de kwaliteit en
resultaten van passend onderwijs binnen het SWV te onderzoeken, te borgen of te verbeteren
en te verantwoorden. Onderdeel van de kwaliteitszorg is het monitoren van resultaten. Het
SWV legt hierover verantwoording af aan haar leden, OPR, ouders en andere stakeholders.
Kwaliteitszorg is geen doel op zich, maar draagt bij aan de realisatie van de resultaten van het
SWV die voortvloeien uit de missie, visie en doelen die het SWV Passend onderwijs PO
Eindhoven in haar ondersteuningsplan heeft verwoord.
Het kwaliteitszorgplan is in de periode september 2015-januari 2016 in verschillende
werkgroepen besproken en bijgesteld. Het plan is in februari vastgesteld door het bestuur van
het SWV.
Het kwaliteitszorgplan bestaat uit:
- Toelichting
- Matrix: overzicht van resultaatvelden en doelen van het SWV
- Resultaatvelden
- Kwaliteitskaarten per resultaatveld
- Jaarplanning (kalenderjaar)
U vindt het kwaliteitsplan en de jaarplanning (2017 en 2018) in het bijlagenboek.
Bijlage 16: Kwaliteitszorgplan
Bijlage 17: Kwaliteitszorgplan jaarplanning 2016 en 2017
Bijlage 18: Kwaliteitskaarten
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 30 van 50
6.5 Voortgang kwaliteitsbeleid, monitoring en evaluatie.
Vanuit het plan van aanpak monitoring en evaluatie en vanuit de ontwikkeling van het
kwaliteitszorgplan heeft het samenwerkingsverband in 2015 een dashboard ingericht. De
indicatoren en kengetallen die het SWV nodig heeft om overzicht te krijgen in de uitvoering
van het OP, zijn bekend.
Actuele monitoringsgegevens naar aanleiding van ieder kwartaal (Q-rapportages) worden in
de bestuursvergaderingen besproken. Het betreft vooralsnog gegevens/kengetallen over
deelname (TLV) aan SBO en SO, thuiszitters, risicoleerlingen, plaatsingsmogelijkheden SBO
en SO in ons SWV, veel gestelde vragen.
Het SWV rapporteert jaarlijks in de Jaarmonitor Passend onderwijs PO Eindhoven over de
kwantitatieve en kwalitatieve monitoring. U vindt de Jaarmonitor 2014-2015 en de
samenvatting van de jaarmonitor 2015-2016 in de bijlage.
De beschikbare gegevens en vanuit analyse van de monitoring bespreekt het SWV bij
bijstelling van criteria en normen/streefwaarden nodig is.
In januari 2015 heeft het bestuur van het SWV Passend onderwijs PO Eindhoven ingestemd
met het communicatieplan. De notitie is in maart 2015 voorgelegd aan en goedgekeurd door
de ALV.
In september heeft het bestuur opnieuw het communicatieplan besproken en vastgesteld.
Communicatie en daarmee het communicatieplan is opgenomen als resultaatveld binnen het
kwaliteitszorgplan van het SWV. Zie hiervoor het resultaatveld “Communicatie”.
Dit betekent dat dit onderdeel voortaan is opgenomen in de systematische en cyclische
evaluatie van het samenwerkingsverband (Plan-Do-Check-Act cyclus).
Bijlage 19: Jaarmonitor 2014-2015
Bijlage 20: Samenvatting Jaarmonitor 2015-2016
Bijlage 21: Communicatieplan
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 31 van 50
7. Ondersteuningsplanraad (OPR)
7.1. Bevoegdheden Ondersteuningsplanraad (OPR)
In de Wet passend onderwijs is opgenomen dat ieder samenwerkingsverband een
ondersteuningsplanraad (OPR) kent. De OPR heeft instemmingsrecht m.b.t. de vaststelling of
wijziging van het concept ondersteuningsplan (OP), bedoeld in artikel 18a van de Wet op het
primair onderwijs.
De OPR heeft een belangrijke rol bij de vaststelling van het OP en ook gedurende de
planperiode van het OP. De bevoegdheden van de OPR zijn:
instemming geven op het concept ondersteuningsplan;
toezien op de afspraken uit het OP;
in meer algemene zin dezelfde rechten als de MR.
Voor de OPR zijn middelen opgenomen in de begroting voor kosten voor vergoeding
deelnemers OPR, bureaukosten, scholing, werkbudget.
In januari 2016 heeft de OPR opnieuw haar Statuut OPR, medezeggenschapsreglement,
huishoudelijk reglement en OPR begroting bij- en vastgesteld.
Bijlage 21: Statuut OPR
Bijlage 22: Medezeggenschapsreglement
Bijlage 23: Huishoudelijk Reglement OPR
Bijlage 24: Begroting OPR
7.2 Samenstelling OPR
De ondersteuningsplanraad bestaat uit personeelsleden en ouders van leerlingen van scholen
die zijn aangesloten bij het samenwerkingsverband. De leden worden gekozen uit personeel
en uit ouders, die elk de helft van het aantal leden van de raad leveren. Voor de recente
samenstelling van de OPR verwijzen we u naar de bijlage.
Bijlage 25: Samenstelling OPR
7.4 Communicatie OPR
De OPR deelt informatie op de OPR-pagina van de website van het samenwerkingsverband.
U vindt de informatie hier: http://www.po-eindhoven.nl/diensten/ouders-en-
ondersteuningsplan-raad/ondersteuningsplanraad.
Contactverzoeken aan de OPR worden gestuurd naar het emailadres:
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 32 van 50
8. Samenwerking met de jeugdhulp
8.1 Voortgang OOGO Jeugd
Het samenwerkingsverband Passend onderwijs PO Eindhoven heeft met de gemeenten Best
en Son en Breugel OOGO gevoerd over het jeugdplan. Met de gemeente Eindhoven vond dit
OOGO in februari plaats. Voor Eindhoven zijn onderdelen van het jeugdplan opgenomen in
het Plan Sociaal domein. Daarnaast komen de beleidsplannen op het gebied jeugd tot uiting in
het regionaal vastgestelde kader “21 voor de jeugd” (visie en beleidskader regio Zuidoost-
Brabant).
Bijlage 26: 21 voor de jeugd
Bijlage 27: 21 voor de jeugd bijlage
Thema’s die nog nadere uitwerking vragen zijn o.a.:
- Preventie en toegang
- Integraal Arrangeren
- Overgangen
- Procedures.
Onderwerpen die zowel bij het OOGO ondersteuningsplan (SWV) als bij het OOGO Jeugd
(Gemeenten) aan bod komen, worden ook structureel op de agenda van de Locaal Educatieve
Agenda (LEA) en indien mogelijk op de Regionaal Educatieve Agenda (REA) geplaatst. De
onderwerpen worden zowel bestuurlijk als op beleidsuitvoerend niveau besproken en nader
uitgewerkt.
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 33 van 50
9. Afstemming met de gemeenten (OOGO)
9.4 Voortgang afstemming samenwerkingsverband en gemeenten
Sinds het OOGO van 21 januari 2014 zijn het samenwerkingsverband en de gemeenten
Eindhoven, Best en Son en Breugel verder gegaan met samenwerken. Op 1 augustus 2014 is
Passend onderwijs van start gegaan. In september 2014 heeft er een bestuurlijk overleg
plaatsgevonden waarin met elkaar relevante thema’s zijn besproken en afspraken zijn
gemaakt voor verdere samenwerking. In dit strategische overleg is afgesproken om een
bestuurlijke werkgroep bestaande uit de coördinator van het samenwerkingsverband en
beleidsambtenaren van de gemeenten een drietal opdrachten te laten uitwerken.
Het resultaat van de uitgewerkte opdracht is op 24 november 2014 bestuurlijk besproken en is
samengevat in de notitie “Bestuurlijke terugkoppeling Passend onderwijs – gemeenten”. In de
notitie zijn drie terreinen van samenwerking uitgewerkt:
1. Afstemming primair onderwijs – jeugdhulp.
2. Schakelmoment voorschool(se opvang), jeugdhulp en onderwijs.
3. Lokaal versus regionaal, toekomstige overlegstructuur.
Bij de uitwerking zijn verschillende professionals en betrokkenen uit het veld betrokken:
Deelnemers vanuit o.a. SO, SBO, jeugdzorgaanbieder, ondersteuningsplanraad, regulier
onderwijs (SKPO, Salto, Immanuëlschool), MKD en netwerk vroeghulp,
kinderopvangaanbieder, MEE, regulier onderwijs, VVE-coördinator en MKD/combinatie
Jeugdzorg.
Voortgang schooljaar 2014-2015:
In februari 2015 is het concept aanvulling ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 via de
ambtenaren aangeboden aan de wethouders. Op 9 april 2015 is er OOGO Passend onderwijs
over de aanpassingen geweest. De gemeenten zijn akkoord met het aanvullingsplan.
Voortgang schooljaar 2015-2016:
Samenwerkingsverband en Gemeenten
Ook in schooljaar 2015-2016 zijn er drie overleggen met de Gemeenten gepland. Het
bestuurlijk overleg vond plaats op 21-09-2015 en 11-01-2016.
In februari zal het aanvullingsplan via de ambtenaren worden aangeboden aan de
wethouders. Vervolgens zal er op 4 april 2016 OOGO Passend onderwijs plaatsvinden.
Voortgang schooljaar 2016-2017
Samenwerkingsverband en Gemeenten
In schooljaar 2016-2017 zijn er twee overleggen met de Gemeenten gepland. Het bestuurlijk
overleg vindt plaats op 26 januari 2017.
Op 18 april zal het aanvullingsplan via de ambtenaren worden aangeboden aan de
wethouders, waarna op 18 mei 2017 het OOGO plaats vindt.
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 34 van 50
10. Inzet ondersteuningsmiddelen
Financiële gevolgen van beleidskeuzes voor verwijzing naar SBO en SO worden in principe
toegerekend aan het betreffende schoolbestuur. Het SWV zoekt daarbij naar een goede
balans tussen verantwoordelijkheid van de school en het schoolbestuur en de daarbij
behorende financiële prikkels en de gezamenlijke verantwoordelijkheid en solidariteit.
Het bekostigingssysteem voor passend onderwijs onderscheidt twee bekostigingsstromen:
lichte ondersteuning en zware ondersteuning. De manier waarop de middelen voor lichte
ondersteuning worden toegekend, blijft hetzelfde als de voorafgaande jaren onder WSNS. De
zware ondersteuning is bedoeld voor de bekostiging van SO-leerlingen en voor de bekostiging
van overige zware ondersteuning.
10.1 Bekostiging SBO
De systematiek van bekostiging van het SBO blijft ongewijzigd. De bekostiging van de
ondersteuning aan het samenwerkingsverband is gebaseerd op het aantal leerlingen in het
samenwerkingsverband. De algemene bekostigingsregels voor het SBO bepalen dat voor 2%
van het aantal leerlingen van het SWV de basisbekostiging en ondersteuningsbekostiging
betaald worden door het rijk.
Het SWV regelt zelf de toelating tot het SBO (zie ook hoofdstuk 4). Het SWV hanteert het
principe van ''de verwijzer betaalt'', d.w.z. dat indien een school meer dan 2% van zijn
leerlingen verwijst, de school de zorgbekostiging betaalt van de leerlingen boven die 2%.
Het SWV-verband kende het schooljaar 2014-2015 een deelnamepercentage van 2,50%. In
2015-2016 was het deelnamepercentage 2,55%. (Landelijk deelname% 2,35%)
De directe instroom in het SBO evenals de tussentijdse instroom vanuit een ander SWV
worden door het SWV bekostigd. Voor leerlingen die na 1 oktober van een schooljaar
instromen (flexibele instroom) geldt de groeiregeling SBO: zie paragraaf 10.1.1
De bekostiging voor oplossingen voor crisisleerlingen (leerlingen voor wie min of meer acuut
een probleem voor een passende plaats in het onderwijs ontstaat) zijn voor rekening van het
ondersteuningsbudget van dat schoolbestuur.
10.1.1 Groeiregeling SBO
Algemeen:
De bekostiging van SBO is gebaseerd op T-1. De teldatum 1 oktober bepaalt de bekostiging
van de school in het erop volgende schooljaar.
De peildatum is vastgesteld op 1 februari, vijf maanden na de teldatum. Op deze peildatum
wordt beoordeeld of de op de teldatum gebaseerde bekostiging alsnog verhoogd moet
worden, omdat er sprake is van groei (bij krimp blijft de teldatum leidend).
Voor groei ná de peildatum (d.w.z. in de resterende zeven maanden voordat het nieuwe
schooljaar daadwerkelijk begint) heeft de wetgever niets geregeld.
Verdere bepalingen:
1. Voor groeileerlingen wordt aan de SBO-school de volgende bekostiging betaald:
de personele basisbekostiging;
de materiele basisbekostiging;
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 35 van 50
de personele ondersteuningsbekostiging;
de materiele ondersteuningsbekostiging.
2. De groeiregeling SBO is ingegaan op 1 augustus 2015.
3. De in 2014-2015 geldende flexibele instroomregeling SBO is komen te vervallen per 31
juli 2015.
4. Wanneer een BaO-leerling verwezen is door een schoolbestuur van het
samenwerkingsverband wordt de bekostiging door het SWV ingehouden op het budget
aan lichte ondersteuningsmiddelen dat het schoolbestuur krijgt van het SWV.
5. Deze regeling wordt vanaf 2015-2016 in het Ondersteuningsplan opgenomen.
10.1.2 Bonus-malusregeling SBO
Algemeen:
In de Bonus-malus regeling is bepaald dat het verwijzende schoolbestuur betaalt voor SBO-
leerlingen waarvoor een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) is afgegeven.
Het gaat om de leerlingen die op teldatum 1 oktober en op peildatum 1 februari op een SBO-
school van het samenwerkingsverband zitten; én om de leerlingen die via uitgaand
grensverkeer op 1 oktober op een SBO-school buiten het samenwerkingsverband zitten. Op
de peildatum 1 februari gaat het om de groei van nieuwe leerlingen met een
toelaatbaarheidsverklaring die tussen 2 oktober en 1 februari geplaatst zijn op een SBO-
school binnen het SWV; SBO-schoolverlaters in de periode 2 oktober - 1 februari worden
hierop in mindering gebracht.
In het opvolgende schooljaar na de teldatum en de peildatum wordt het bonus-malusbedrag
voor SBO-leerlingen ingehouden op de lichte ondersteuningsmiddelen van het betreffende
schoolbestuur.
Verdere bepalingen:
1. OCW betaalt voor 2% van de basispopulatie (BaO- + SBO-leerlingen) de kosten; de
resterende leerlingen worden door de BaO-schoolbesturen van het
samenwerkingsverband betaald.
2. Op basis van de Bonus-malusregeling wordt ten aanzien van de telldatum door het
verwijzende schoolbestuur de volgende bekostiging (via het SWV) betaald aan het
bestuur van de SBO-school:
de personele ondersteuningsbekostiging;
de materiele ondersteuningsbekostiging.
3. Op basis van de bonus-malusregeling wordt ten aanzien van de peildatum door het
verwijzende schoolbestuur de volgende bekostiging (via het SWV) betaald aan het
bestuur van de SBO-school:
de personele basisbekostiging;
de materiele basisbekostiging;
de personele ondersteuningsbekostiging;
de materiele ondersteuningsbekostiging.
4. SBO-leerlingen waarvoor een TLV is afgegeven door het SWV en die niet zijn toe te
rekenen aan een BaO-bestuur omdat het gaat om “directe instroom”, krijgen als
verwijzend bestuur de melding “solidariteit” en worden betaald vanuit de solidariteit.
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 36 van 50
Dat betekent bekostiging vanuit het totale resterende budget voor lichte ondersteuning
van het SWV.
5. Leerlingen die verwezen worden vanuit De Wereldwijzer, basisonderwijs voor
nieuwkomers , en erkende risicoleerlingen (zie bijlage “driemaandenrisicoregeling”)
krijgen ook de melding “solidariteit”.
6. De bonus-malusregeling SBO zoals deze gold onder WSNS is ongewijzigd door het
SWV Passend onderwijs Eindhoven voortgezet tot 1 augustus 2015, o.b.v. de
teldatum 1-10-2013.
7. De nieuwe bonus-malusregeling SBO is ingegaan per 1 augustus 2015. Deze regeling
wordt vanaf 2015-2016 in het Ondersteuningsplan opgenomen.
Situatie 2017
In 2017 zal circa € 2.856.000 verdeeld worden onder de BaO/SBO-besturen als middelen
lichte ondersteuning. Dat is gemiddeld € 129 per leerling.
10.2 Bekostiging SO (algemeen)
Een school voor speciaal onderwijs ontvangt evenals het SBO rechtstreeks van het Rijk de
personele basisbekostiging, een vast bedrag per school onafhankelijk van het leerlingaantal
(vaste voet) en een bedrag voor materiele bekostiging (bv. kosten van afschrijving meubilair,
schoonmaak, onderhoud).
Het budget voor ondersteuning wordt naar rato van het aantal leerlingen verdeeld over de
samenwerkingsverbanden in Nederland. Met dit budget betaalt het SWV de kosten voor extra
ondersteuning.
Voor elke leerling wordt daartoe een vast bedrag overgemaakt afhankelijk van de categorie
waartoe de leerling gerekend wordt. Welk type leerling in welke bekostigingscategorie valt,
bepaalt het samenwerkingsverband zelf. De bedragen voor leerlingen die verwezen worden
naar het speciaal onderwijs liggen wel vast; deze bedragen zijn verdeeld in categorie Laag,
Midden en Hoog.
Categorie Laag: voorheen ZMOK (zeer moeilijk opvoedbare kinderen), ZMLK (zeer
moeilijk lerende kinderen) en LZ (langdurig ziek).
Categorie Midden: voorheen LG (lichamelijk gehandicapt, mytylschool).
Categorie Hoog: voorheen MG (meervoudig gehandicapt).
10.2.1 Groeiregeling SO
Algemeen:
De bekostiging van SO is gebaseerd op T-1. De teldatum 1 oktober bepaalt de bekostiging
van de school in het erop volgende schooljaar.
De peildatum is wettelijk vastgesteld op 1 februari, vijf maanden na de teldatum. Op deze
peildatum wordt beoordeeld of de op de teldatum gebaseerde bekostiging alsnog verhoogd
moet worden, omdat er sprake is van groei (bij krimp blijft de teldatum leidend). Het gaat bij
groei om nieuwe leerlingen (residentiele leerlingen en leerlingen met een
toelaatbaarheidsverklaring) die tussen 2 oktober en 1 februari geplaatst zijn op een SO-
school; schoolverlaters in de periode 2 oktober - 1 februari worden hierop in mindering
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 37 van 50
gebracht.
Verdere bepalingen:
1. Voor groeileerlingen wordt aan de SO-school de volgende bekostiging betaald:
de personele basisbekostiging;
de materiele basisbekostiging;
de personele ondersteuningsbekostiging;
de materiele ondersteuningsbekostiging.
2. De groeiregeling SO is ingegaan op 1 augustus 2015.
3. Wanneer een BaO-leerling verwezen is door een schoolbestuur van het
samenwerkingsverband wordt de bekostiging door het SWV ingehouden op het budget
aan zware ondersteuningsmiddelen dat het schoolbestuur krijgt van het SWV.
4. Deze regeling wordt vanaf 2015-2016 in het Ondersteuningsplan opgenomen.
10.2.2 Bonus-malusregeling SO
Algemeen:
In de bonus-malusregeling is bepaald dat het verwijzende schoolbestuur betaalt voor SO-
leerlingen waarvoor een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) is afgegeven.
Het gaat om de leerlingen die op teldatum 1 oktober en op peildatum 1 februari op een school
voor speciaal onderwijs van het samenwerkingsverband zitten; én om de leerlingen die via
uitgaand grensverkeer op een SO-school buiten het samenwerkingsverband zitten.
Op de peildatum 1 februari gaat het om de groei van nieuwe leerlingen met een
toelaatbaarheidsverklaring die geplaatst zijn op een SO-school; schoolverlaters in de periode
van 2 oktober tot 1 februari worden hierop in mindering gebracht.
In het opvolgende schooljaar na de teldatum en de peildatum wordt het bonus-malusbedrag
voor SO-leerlingen ingehouden op de zware ondersteuningsmiddelen van het betreffende
schoolbestuur.
Verdere bepalingen:
1. Op basis van de bonus-malusregeling wordt door het verwijzende schoolbestuur de
volgende bekostiging gebaseerd op de teldatum (via het SWV) betaald aan het bestuur
van de SO-school:
de personele ondersteuningsbekostiging;
de materiele ondersteuningsbekostiging.
2. Op basis van de bonus-malusregeling wordt door het verwijzende schoolbestuur de
volgende bekostiging gebaseerd op de peildatum (via het SWV) betaald aan het
bestuur van de SO-school:
de personele ondersteuningsbekostiging;
de materiele ondersteuningsbekostiging;
de personele basisbekostiging;
de materiele basisbekostiging.
3. SO-leerlingen waarvoor een TLV is afgegeven door het SWV en die niet zijn toe te
rekenen aan een BaO-bestuur omdat het gaat om “directe instroom”, krijgen als
verwijzend bestuur de melding “solidariteit” en worden betaald vanuit de solidariteit.
Dat betekent bekostiging vanuit het totale resterende budget voor zware ondersteuning
van het SWV.
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 38 van 50
4. Leerlingen die verwezen worden vanuit De Wereldwijzer, basisonderwijs voor
nieuwkomers , en erkende risicoleerlingen (zie bijlage Driemaandenrisicoregeling)
krijgen ook de melding “solidariteit”.
5. Voor leerlingen die op 31 juli 2014 op het SO zaten met een geldige CVI-indicatie gaat
op 1 augustus 2014 een overgangsmaatregel in; deze leerlingen blijven (zolang zij
gebruik maken van het SO) vallen onder de solidariteit.
6. Leerlingen waarvoor een TLV categorie Hoog (in de regel MG: Meervoudig
gehandicapt) wordt aangevraagd, vallen altijd onder de solidariteit.
7. Leerlingen waarvoor een TLV categorie Midden (in de regel LG: Lichamelijk
gehandicapt) wordt aangevraagd, vallen altijd onder de solidariteit.
8. Leerlingen die vanuit het SBO verwezen worden naar het SO vallen onder het
solidariteitsprincipe.
9. Leerlingen die vanuit het basisonderwijs verwezen worden naar het SO vallen onder
de bonus-malus regeling tenzij een TLV met categorie midden of hoog noodzakelijk is.
10. De bonus-malusregeling SO gaat in per 1 augustus 2015. Deze regeling wordt
toegevoegd aan het ondersteuningsplan 2014-2015 en opgenomen in het
ondersteuningsplan vanaf 2015-2016.
10.3 Verevening
Met de invoering van passend onderwijs worden de middelen voor ondersteuning naar rato
van het aantal leerlingen over de samenwerkingsverbanden verdeeld, ofwel verevend. De
omvang van het budget per samenwerkingsverband wordt bepaald door de formule:
(aantal leerlingen binnen het samenwerkingsverband) x (een normbedrag).
Dit levert het normatief ondersteuningsbudget voor het SWV op. Voor het SWV Passend
onderwijs PO Eindhoven betekent de systematiek van de verevening een negatieve correctie
op het ondersteuningsbudget. Anders gezegd: het SWV heeft meer leerlingen die gebruik
maakten van zware ondersteuning (in het SO of via de vroegere LGF) dan op basis van de
systematiek van de verevening zal worden bekostigd en moet derhalve dat bedrag inleveren.
Om aan die nieuwe situatie te wennen geldt er wel een overgangsregeling.
In vijf jaar tijd, te beginnen vanaf het schooljaar 2015-2016, werkt het SWV toe naar het
nieuwe budget. Hierbij wordt op basis van de peildatum 1 oktober 2011 het niet-verevende
bedrag (dat is het bedrag in de ‘oude’ situatie) vergeleken met het volledig verevende bedrag
(de nieuwe situatie per 1 augustus 2014). Het verschil tussen beide bedragen heet het
correctiebedrag.
Het correctiebedrag wordt de komende jaren gefaseerd afgetrokken van het normatieve
budget. Op 1 augustus 2020 is het niet-verevende bedrag afgebouwd tot 0% en ontvangen de
samenwerkingsverbanden het volledig verevende, normatieve ondersteuningsbudget.
10.5 Kengetallen
Voor relevante kengetallen die van belang zijn voor het beleid van het SWV verwijzen we
naar:
Website Passend onderwijs: http://swv.passendonderwijs.nl/PO3007/
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 39 van 50
10.6 Analyse
Uit de kengetallen blijkt dat het SWV de komende jaren te maken krijgt met een negatieve
correctie vanwege de verevening die in stappen oploopt tot ruim € 1.600.000,- in 2020.
De negatieve correctie van de verevening is het gevolg van het gewijzigd rijksbeleid, waardoor
de verdeling van middelen voor de ondersteuning verschoven is van een systeem van
onafhankelijke individuele indicatiestelling naar een normfinanciering op basis van het
aantallen kinderen in een SWV. Het correctiebedrag heeft als peildatum 1-10-2011, d.w.z. dat
een eventuele groei van het aantal kinderen met een LGF cluster 3 en 4 en de eventuele groei
van SO niet meer gecorrigeerd worden in het correctiebedrag.
Het aantal kinderen met een LGF lag in het SWV Passend onderwijs PO Eindhoven ruim
boven het landelijk gemiddelde (+ 50%). Het aandeel LGF-leerlingen met een cluster 4-
indicatie bedraagt daarvan weer 83%. In de door het rijk gehanteerde vereveningssystematiek
betekent dit dat op basis van het bovengemiddeld aantal LGF-leerlingen een negatieve
correctie van ca. € 1.250.000 op het ondersteuningsbudget zal plaatsvinden.
Het deelnamepercentage aan het SO bij enkele categorieën ligt iets boven het landelijk
gemiddelde. In geld uitgedrukt betekent dit dat ca. € 250.000 van het correctiebedrag
veroorzaakt wordt door dit bovengemiddelde aantal SO-leerlingen.
Binnen besturen van het SWV zijn er verschillen wat betreft leerlingen met een indicatie voor
een LGF (0 % tot 5,4% van het aantal leerlingen op bestuursniveau).
Met ingang van 1 augustus 2014 is de LGF-regeling en de oormerking van geld op indicatie
van individuele leerlingen vervallen. Het geld gemoeid met de LGF is versleuteld in de lump
sum van het SWV. Het geld i.v.m. Ambulante begeleiding zit vanaf 2015-2016 in de lump sum
van het SWV; in dat schooljaar is er nog een verplichte herbesteding.
Het rijk haalt via het correctiebedrag in vijf jaar tijd in stappen circa € 1.645.000 uit de
middelen voor zware ondersteuning uit het budget van het SWV.
10.7 Zware ondersteuningsmiddelen voor het basisonderwijs4
Hoe wordt de situatie per 1 augustus 2015?
Het SWV bepaalt het beleid en de verdeling van de ondersteuningsmiddelen voor het
regulier onderwijs.
De middelen zware ondersteuning voor het regulier onderwijs bedragen per 1-8-2015 ca.
€ 9.021.999 (afhankelijk van de teldatum van het aantal leerlingen per 1-10 en het
actueel aantal leerlingen in SO) en is inclusief 100% van het correctiebedrag.
Circa € 1.500.000 in het budget van het SWV voor zware ondersteuning is bestemd voor
AB, er is voor 2015-2016 een herbestedingsverplichting bij het SO.
Het SWV kiest voor het “bestuursmodel tenzij …” Consequent gedacht betekent dit dat de
middelen voor zware ondersteuning voor het basisonderwijs vanaf het schooljaar 2014-2015
naar rato van het aantal leerlingen in het BaO en SBO verdeeld worden onder de
schoolbesturen.
Het bestuur van het SWV kiest voor 2015-2016 ook nog voor een compensatie-
overgangsregeling voor schoolbesturen met zittende LGF-leerlingen. Zo krijgen deze
schoolbesturen de gelegenheid gedurende een overgangsperiode te wennen aan de nieuwe
financiële verdeelsystematiek.
4 Weergegeven in deze paragraaf op basis telgegevens 1-10-2013.
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 40 van 50
Hoe wordt de situatie per 1 augustus 2016?
Het SWV bepaalt het beleid en de verdeling van de ondersteuningsmiddelen voor het
regulier onderwijs.
De middelen zware ondersteuning voor het regulier onderwijs bedragen per 1-8-2016 ca.
€ 9.463.624 (afhankelijk van de teldatum van het aantal leerlingen per 1-10 en het actueel
aantal leerlingen in SO) en is inclusief 100% van het correctiebedrag.
Het SWV kiest voor het “bestuursmodel tenzij …” Consequent gedacht betekent dit dat de
middelen voor zware ondersteuning voor het basisonderwijs vanaf het schooljaar 2015-
2016 naar rato van het aantal leerlingen in het BaO en SBO verdeeld worden onder de
schoolbesturen.
Vanaf schooljaar 2016-2017 komt de compensatiemaatregel LGF-leerlingen te vervallen.
Deze middelen vallen dan onder de lumpsum van het SWV en worden volgens het
“bestuursmodel tenzij…” verdeeld onder de BaO-besturen.
Hoe wordt de situatie per 1 augustus 2017?
Het SWV bepaalt het beleid en de verdeling van de ondersteuningsmiddelen voor het
regulier onderwijs.
De middelen zware ondersteuning voor het regulier onderwijs bedragen per 1-8-2017 ca.
€ 9.030.941 (afhankelijk van de teldatum van het aantal leerlingen per 1-10 en het actueel
aantal leerlingen in SO) en is inclusief 95% van het correctiebedrag.
Het SWV kiest voor het “bestuursmodel tenzij …” Consequent gedacht betekent dit dat de
middelen voor zware ondersteuning voor het basisonderwijs vanaf het schooljaar 2015-
2016 naar rato van het aantal leerlingen in het BaO en SBO verdeeld worden onder de
schoolbesturen.
Vanaf schooljaar 2016-2017 komt de compensatiemaatregel LGF-leerlingen te vervallen.
Deze middelen vallen dan onder de lumpsum van het SWV en worden volgens het
“bestuursmodel tenzij…” verdeeld onder de BaO-besturen.
In 2017 zal circa € 3.944.000 verdeeld worden onder de aangesloten BaO/SBO-besturen
voor zware ondersteuning. Dat is gemiddeld € 178 per leerling.
10.7.1 Overgangsregeling
Het bedrag voor de overgangsregeling LGF 2015-2016 bedraagt € 632.796. Dit bedrag wordt
naar rato van het aantal LGF-leerlingen over de schoolbesturen verdeeld.
Bij de verdeling van dit bedrag wordt rekening gehouden met de schoolsoort (BaO/SBO) en
de categorie SO waarvoor de indicatie werd afgegeven.
Indien de regeling in het schooljaar 2015-2016 leidt tot onredelijk financieel nadeel voor enig
schoolbestuur, kan het bestuur van het SWV komen met aanvullende voorstellen.
Vanaf schooljaar 2016-2017 maken de middelen onderdeel uit van het ondersteuningsbudget
van het samenwerkingsverband en worden de middelen verdeeld volgens de afgesproken
verdeelsleutel in het SWV.
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 41 van 50
10.8 Bekostigingssystematiek ondersteuning SO
a. Voor zittende SO-leerlingen
Voor de leerlingen die per 1 augustus 2014 al onderwijs volgen binnen de SO-scholen wijzigt
er niets. Vanaf 1 augustus 2016 dienen alle CvI-beschikkingen opnieuw beoordeeld te zijn.
Het SO ontvangt voor het aantal zittende leerlingen op de teldatum de daarvoor geldende
ondersteuningsbekostiging rechtstreeks van OCW; OCW betaalt dit vanuit het budget van het
SWV.
b. Voor nieuwe leerlingen
Bij verwijzing naar het SO doen zich twee mogelijkheden voor.
Verwijzing van een leerling uit het basisonderwijs of vanuit het SBO
Ongeveer 40% van alle deelnemers aan het SO wordt geplaatst na verwijzing van een
basisschool of SBO (situatie 2014-2015). In 2015-2016 werd 67% van de nieuwe TLV-
aanvragen SO gedaan door een BaO- of SBO-school. Bij verwijzing van een
basisschool naar het SO voorziet de verwijzende school in de extra
ondersteuningsmiddelen voor het SO. (Zie ook 10.8.1 Bonus-malusregeling SO.) Voor
deze extra ondersteuning zijn door het ministerie voor de verschillende
toelaatbaarheidsverklaringen in het SO normbedragen vastgesteld.
In geval er sprake is van een kortdurend arrangement met het SO dan is het aan de
betrokken school een passende vergoeding voor de ondersteuning van het SO af te
spreken.
Door scholen zelf de kosten te laten dragen is er geen financieel risico op het niveau
van het SWV voor eventuele groei van het SO door verwijzingen van scholen boven de
normbekostiging die het SWV ontvangt.
Leerlingen directe instroom
Voor leerlingen die via directe instroom aangemeld worden en toelaatbaar zijn voor
SBO en SO geldt dat zij voor de ondersteuning bekostigd worden uit de solidariteit van
het SWV. Ongeveer 60% van de TLV-aanvragen 2014-2015 bestond uit directe
instroom. In 2015-2016 was 21% van de eerste aanvragen TLV afkomstig vanuit
voorschool. 12% van de aanvragen voor een eerste TLV was afkomstig vanuit SO.
Voor leerlingen met een TLV die tussentijds vanuit een ander SWV instromen, geldt de
regel dat dit andere SWV verantwoordelijk blijft voor (bekostiging van) de TLV totdat de
leerling het SO verlaat.
Voor deze verwijzingen gelden de wettelijke, verschillende normbedragen voor de
ondersteuning. Deze normbedragen gelden als maximale bijdrage indien een leerling volledig
wordt geplaatst op een SO-school.
c. Residentiële leerlingen:
De bekostiging van de op de teldatum residentieel geplaatste leerlingen geschiedt
rechtstreeks aan de betreffende SO-school door DUO. De middelen voor de zware
ondersteuning die hiermee gemoeid zijn worden in mindering gebracht op het budget van het
samenwerkingsverband. De residentiele leerlingen tellen ook mee binnen de groeiregeling
SO. Voor deze leerlingen gelden de zelfde bekostigingsafspraken als in alinea 10.2.1
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 42 van 50
Het samenwerkingsverband maakt afspraken met de residentiele instellingen over plaatsing
en bekostiging.
10.11 Compensatiemiddelen AWBZ, Autisme Steunpunt etc.
Door het vervallen van de eerder voorgenomen bezuiniging op Passend onderwijs is het
normbedrag voor de zware ondersteuning € 26,- hoger geworden. Voor dit budget geldt geen
oormerking, maar er zijn wel taken naar het SWV gekomen.
Het bedrag betreft de budgetten die voorheen gemoeid zijn met de regionale expertisecentra,
steunpunten autisme, compensatieregeling AWBZ en terugplaatsings-ambulante begeleiding
(TAB).
Het budget van € 26,- per leerling wordt per 1 augustus 2014 toegekend aan de lumpsum van
de samenwerkingsverbanden, op basis van het aantal leerlingen (exclusief leerlingen in het
SO).
De volgende zaken voortkomend uit deze regeling zijn in 2014-2015 door het SWV
gefinancierd:
Compensatieregeling AWBZ voor leerlingen met een ernstige meervoudige beperking
Een deel van deze leerlingen kan vanwege de beperking niet deelnemen aan het
onderwijs zonder aanvullende persoonlijke verzorging en begeleiding. Deze
begeleiding en verzorging werd deels betaald door zorgverzekeraars en uit de AWBZ.
Ouders konden tot 1 augustus 2014 een beroep doen op deze regeling bij het REC
indien de toegekende AWBZ-middelen voor persoonlijke begeleiding en verzorging
niet toereikend zijn. Het ging hierbij om 2,4 of 6 uur persoonlijke verzorging en
begeleiding per week afhankelijk van de zwaarte van de beperking. Deze middelen
werden eerder toegekend aan het REC als reparatie voor eerdere bezuiniging AWBZ
op persoonlijke begeleiding en verzorging in het onderwijs.
Aanvulling schooljaar 2015-2016:
Per 1 januari 2015 bestaat de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) niet
meer. Vanaf 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de begeleiding en persoonlijke
verzorging, indien nodig ook tijdens onderwijsuren. Het gaat dan bijvoorbeeld om hulp
bij het aan- en uitkleden bij gym, bij de toiletgang of bij medicijngebruik. Gemeenten
stemmen de ondersteuning af met de samenwerkingsverbanden passend onderwijs.
Het SWV heeft samen met de gemeenten een werkgroep ingericht in om inzichtelijk te
maken welke kinderen het betreft en om hierover afspraken te maken. Het
samenwerkingsverband heeft nog een budget van €25.000,- begroot voor mogelijke
vragen op het snijvlak onderwijs en zorg.
Aanvulling schooljaar 2016-2017:
Handreiking Onderwijs Zorg Arrangementen concept
Ook in 2017 begroot het SWV € 25.000,- voor mogelijke extra inzet vanuit het SWV
betreffende overleg op het gebied van onderwijszorgarrangementen.
Autisme Steunpunt
Aan SSOE werd voor de schooljaren 2014-2015, 2015-2016 en 2016-2017 een
bedrag beschikbaar gesteld voor de bekostiging voor de continuering van de
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 43 van 50
expertise voor autisme ter ondersteuning van ouders en scholen. SSOE heeft voor
één fte expert autisme (in dienst bij SSOE) een bijdrage aan vijf SWV-en gevraagd.
Voor het SWV Eindhoven bedragen de kosten voor een vijfde fte: ca. € 15.000. In het
schooljaar 2015-2016 is opnieuw een besluit genomen over een bijdrage voor de
instandhouding van het Steunpunt. Tot 1 augustus 2017 zal het SWV € 15.000,- per
jaar bijdragen.
Vanaf 1 augustus 2017 kunnen scholen nog steeds ondersteuning vanuit het Autisme
Steunpunt aanvragen. Bekostiging gebeurt dan echter vanuit de eigen (zware)
ondersteuningsmiddelen.
Geen financiering:
Terugplaatsings AB (TAB)
Leerlingen die ingeschreven staan op een speciale school, maar niet meer in
aanmerking komen voor een indicatie, hadden recht op één jaar terugplaatsings-
ambulante begeleiding (TAB) in het regulier onderwijs.
Omdat terugplaatsing en terugplaatsingsafspraken per 1 augustus 2014 verplicht
onderdeel zijn geworden van een SO-plaatsing (zowel bij directe instroom als bij
verwijzing uit het regulier onderwijs) wordt terugplaatsing als integrale taak gezien van
alle scholen die het betreft. Hiervoor worden door het SWV geen extra middelen meer
beschikbaar gesteld.
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 44 van 50
11. Meerjarenbegroting
Meerjarenbegroting 2017-2021
Baten 2017-2021
Lasten 2017-2021
Bijzondere voorzieningen
Operationele kosten SWV (bedrijfsvoering)
Allocatie 2017
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 45 van 50
versie 23-11-2016 2017 2018 2019 2020 2021
SWV Passend onderwijs PO Eindhoven begroting prognose prognose prognose prognose
BATEN
lichte ondersteuning (LO) 3.539.423 3.354.135 3.354.135 3.354.135 3.354.135
zware ondersteuning (ZO) 7.807.574 7.755.046 7.755.046 7.755.046 7.755.046
verevening 1.399.370 1.122.097 726.224 247.763
schoolmaatschappelijk werk 102.569 102.569 102.569 102.569 102.569
inkomend grensverkeer SBO
totale baten 12.848.935 12.333.847 11.937.974 11.459.514 11.211.750
LASTEN
overdrachtverplichting SBO (>2%) 576.281 574.099 574.099 574.099 574.099
afdracht SBO, peildatum (groei SBO) 107.620 107.620 107.620 107.620 107.620
afdracht SO, teldatum (via DUO) 4.349.889 4.313.017 4.313.017 4.313.017 4.313.017
afdracht SO, peildatum (groei SO) 623.445 722.913 722.913 722.913 722.913
uitgaand grensverkeer SBO
lasten SBO en SO 5.657.235 5.717.648 5.717.648 5.717.648 5.717.648
operationele kosten SWV 288.599 266.599 266.599 265.265 265.265
bijzondere voorzieningen 103.750 95.000 75.000 75.000 75.000
overige lasten 392.349 361.599 341.599 340.265 340.265
lichte ondersteuning naar schoolbesturen 2.855.522 2.672.416 2.672.416 2.672.416 2.672.416
zware ondersteuning naar schoolbesturen 3.943.829 3.582.183 3.206.311 2.729.184 2.481.421
overdracht naar schoolbesturen 6.799.351 6.254.600 5.878.727 5.401.600 5.153.837
RESULTAAT - - - - -
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 46 van 50
BATEN prognose 2016 2017 2018
baten LO mat. 2017 159.192 159.192
baten LO pers. 2016-2017 1.416.196 1.982.675
baten LO pers. 2017-2018 3.354.135 1.397.556 1.956.579
3.539.423
baten ZO mat. 2017 673.589 673.589
baten ZO mat. verevening 143.264 143.264
baten ZO pers. 2016-2017 2.988.127 4.183.378
baten ZO pers. 2016-2017 verevening 560.126 784.176
baten ZO pers. 2017-2018 7.081.458 2.950.607 4.130.850
baten ZO pers. 2017-2018 verevening 1.132.631 471.930
660.701
baten SMW 2016-2017 42.737 59.832
baten SMW 2017-2018 102.569 42.737 59.832
9.309.513
baten totaal 12.848.935
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 47 van 50
LASTEN prognose 2016 2017 2018
lasten ZO mat. 2017 DUO 352.345 352.345
lasten ZO pers. 2016-2017 DUO 1.676.617 2.347.264
lasten ZO pers. 2017-2018 DUO 3.960.671 1.650.280 2.310.392
lasten ZO groei 1-2-2016 pers. 2016-2017 477.920 199.134 278.787
lasten ZO groei 1-2-2017 pers. 2017-2018 648.436 270.182
378.254
lasten ZO groei 1-2-2017 mat. 2017 74.477 74.477
4.973.334
Lasten SBO >2% pers. 2016-2017 526.264 219.277 306.987
lasten SBO >2% pers. 2017-2018 574.099 239.208
334.891
lasten SBO >2% mat. 2017 30.086 30.086
lasten SBO groei 1-2-2016 pers. 2016-2017 94.539 39.391 55.148
lasten SBO groei 1-2-2017 pers. 2017-2018 94.539 39.391 55.148
lasten SBO groei 1-2-2017 mat. 2017 13.081 13.081
683.901
operationele kosten SWV 288.599
288.599
bijzondere voorzieningen 103.750
103.750
lasten SWV diverse 392.349 392.349
lasten totaal 6.049.584
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 48 van 50
BIJZONDERE VOORZIENINGEN 2017 2018 2019 2020 2021
LASTEN
Steunpunt Autisme 8.750
Advisering onderwijszorgarrangementen 25.000 25.000 25.000 25.000 25.000
Verdere ontwikkelkosten 20.000 20.000
Onvoorzien 50.000 50.000 50.000 50.000 50.000
Opbouw bufferliquiditeit
Bijzondere voorzieningen 103.750 95.000 75.000 75.000 75.000
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 49 van 50
Operationele kosten 2017 2018 2019 2020 2021
GB-
nummer item begroot prognose prognose prognose prognose
personeel 162.200 142.200 142.200 142.200 142.200
31430 coördinator (detachering personeel dir)
31431 officemanager (detachering personeel overig)
31431 admin.ond.TLV (detachering personeel overig)
Werving en selectie
44100 ICT diverse 16.800 16.800 16.800 16.800 16.800
41225 studiekosten personeel 2.000 2.000 2.000 2.000 2.000
41226 reiskosten personeel 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000
42210 afschrijving ICT 667 667 667
42220 afschrijving inventaris 667 667 667
43800 huisvesting, inrichting 14.300 12.300 12.300 12.300 12.300
44110 accountant inzake jaarverslag 3.315 3.315 3.315 3.315 3.315
44111 advisering administratie en beheer 15.600 15.600 15.600 15.600 15.600
44150 administratie kosten FA 8.300 8.300 8.300 8.300 8.300
44160 bureaukosten 9.000 9.000 9.000 9.000 9.000
44161 verzekeringen 1.750 1.750 1.750 1.750 1.750
44163 OPR 22.100 22.100 22.100 22.100 22.100
44171 bestuurskosten 13.200 13.200 13.200 13.200 13.200
44442 communicatie 1.800 1.800 1.800 1.800 1.800
44443 representatie 900 900 900 900 900
44444 vergaderkosten, anders dan bestuur 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000
44449 onvoorzien/diversen 6.000 6.000 6.000 6.000 6.000
44451 externe advisering (overig) 6.000 6.000 6.000 6.000 6.000
288.599 266.599 266.599 265.265 265.265
Aanvulling OP schooljaar 2017-2018 1.3 – januari 2017
Aanvulling Ondersteuningsplan SWV Passend onderwijs PO Eindhoven Pagina 50 van 50
Allocatie
Verdeling middelen lichte en zware ondersteuning per schoolbestuur
2017 begroting SALTO SKPO EBS Isl.BS Best Ondw. lichte ondersteuning per schoolbestuur totaalbedrag LO 828.133 1.202.859 46.049 39.486 436.792
zware ondersteuning per schoolbestuur totaalbedrag ZO 1.151.659 1.889.760 47.563 46.471 460.032
Allocatie per schoolbestuur 2017 totaalbedrag LO en ZO 1.979.792 3.092.619 93.612 85.957 896.824
2017 begroting PlatOO GBS ISE VSB VBS Reg. lichte ondersteuning per schoolbestuur totaalbedrag LO 70.697 21.255 127.237 5.247 77.766
zware ondersteuning per schoolbestuur totaalbedrag ZO 87.857 20.543 109.717 45.834 84.394
Allocatie per schoolbestuur 2017 158.554 41.798 236.954 51.081 162.160