Download - Standaardbestek 250 versie 3.1
Standaardbestek 250 versie 3.1
Inhoud
Belangrijkste wijzigingen in de
Hoofdstukken 1, 2, 3, 4, 5, 8, 9,
12, 13 en 14
Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 11
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 10
Digitale versie
http://www.wegenenverkeer.be/
Hoofdstuk 1
Prijsherziening
• Artikel 20 §1 (KB plaatsing)
• 8 algemene formules
• > 60 specifieke formules
• max. 5 à 7 formules
• voor posten > 5 % van
de raming
Verzekeringen
• Artikel 24 §1 (AUR)
• conformiteit van de polis met
SB250 door verzekeraar te
bevestigen
• ABR niet langer in eerste rang
aangesproken
• bedragen bijgewerkt
• te verzekeren bedrag
• vrijstellingen
• ...
Certificatiestaat
• Artikel 41 (AUR)
• maandelijks overzicht van alle
afgeleverde producten die
voorafgaand gekeurd werden
door een onafhankelijke instantie
• post voorzien
• vergoeding: 500 EUR/maand
Hoofdstuk 2
Vroeger in Hoofdstuk 1
• documenten opgemaakt door de
aannemer (Art. 36 AUR)
• organisatie van de bouwplaats
(Art. 79 AUR)
• bescherming, instandhouding en
integriteit van bestaande constructies
en werken (Art. 79 AUR)
Nomenclatuur
• weg
• riolering
• waterloop
• vegetatie
• signalisatie
Hoofdstuk 3
Certificatie
Voorafgaande keuring, tabel 3-0-1:
• BENOR OCI op www.benor.be
• NTMB-zorgsysteem website LNE
• attest voor natuurtechnische materialen
• technische criteria én organisatorische aspecten
• verwerking volgens de gebruiks- en
plaatsingshandleiding van de leverancier
• beheerd door Vlaams overleg- en kenniscentrum
voor NTMB (in oprichting)
• keuringsinstellingen erkend door departement LNE
• http://www.lne.be/ (thema “Milieu en Infrastructuur”)
NTMB-materialen
3-50.6 rijs- en griendhout
3-68 water- en oeverplanten (riet, voor-
beplante matrassen, rollen, blokken en
geotextielen, ...)
3-69 biologisch afbreekbare geotextielen
3-75 biologisch afbreekbare, niet houtige
elementen voor teen- en talud-
versterkingen
3-76.2.4.2 biodegradeerbaar koord
Hoofdstuk 4
Teerhoudend asfalt
• verwerking in fundering
(cfr. bepalingen VLAREMA)
• afvoer naar stortplaats
• thermisch reinigen
• post
• in een gecertificeerde
installatie
• bij minstens 800ºC
• bewijs van reinging
a.d.h.v. certificaat
Hoofdstuk 4
• instandhouding nutsleidingen:
• risico-analyse, uitgevoerd door
aanbestedende overheid
• overgenomen van andere hoofdstukken
• stam- en takbescherming
• profileren van bermen
• verwerken van teelaarde
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 5
• wortelruimte onder verhardingen
• bomenzand
• skeletbodems
• groeiplaatsconstructies
• funderingen verwijderd
• vliegas-kalkmengsel
• vliegas-cementmengsel
Hoofdstuk 8
Ter plaatse vervaardigde LV
• breedte watergreppel > breedte straatkolk
• wapening minstens ø 8 mm
• 0,5 m voor en na de straatkolk
• voorstudie van het betonmengsel
• gecertificeerd
• geregistreerd
• controles (cfr. Hoofdstuk 6)
• consistentie
• luchtgehalte
Geprefabriceerde LV
posten voor gebogen
geprefabriceerde betonnen
elementen
Afschermende constructies
• aanbestedende overheid schrijft
minimale prestatie-eisen voor
op basis van EN 1317-reeks
• kerend vermogen
• werkingsbreedte
• schokindex
• voertuigoverhelling
• aannemer kiest het materiaal
(tenzij anders opgenomen in opdrachtdocumenten)
• posten: zowel op basis van prestatie als materiaal
Afschermende constructies
types (cfr. “Nomenclatuur”) referentie in SB250
geleideconstructies
(vangrails, New Jerseys, ...) NBN EN 1317-2
obstakelbeveiligers NBN EN 1317-3
overgangsconstructies technische fiches
beginconstructies NBN EN 1317-4
afschermende constructies voor
motorrijders (= motorvangplanken) NBN EN 1317-8
(brug)leuningen TR 1317-6
Grondkarakteristieken
• testomstandigheden vs.
werfomstandigheden
• ondergronds verankerde
geleideconstructie
(= standaardpaal) wordt
getest in bepaald type
grond
• soft
• medium
• hard
Grondkarakteristieken
• lokale bodemkarakteristiek bepalen
• HEB-profiel wordt in de grond gedreven en
met een horizontale drukproef belast
• conform PTV 869
• vóór aanbesteding of door aannemer (post !)
• voor herstellingen zijn geen bodemproeven nodig
• posten voor
• standaardpaal
• meerprijs “naar zachte ondergrond”
• meerprijs “naar harde ondergrond”
Tijdelijke geleideconstructie
• in het kader van werfsignalisatie:
• T3
• H2, als afstand geleideconstructies tot het
verkeer ≥ 2 m
Hoofdstuk 9
Granulaatcement
• naar analogie met zandcement
• brekerzeefgranulaat met kaliber 6,3 ... 10 mm
• toepassing in rioleringswerken als
• fundering
• omhulling
• aanvulling
Kopmuren
• in metselwerk
• in geprefabriceerd gewapend beton
• ter plaatse gestort beton
Brugdekken
• detailstudie
• verwijzen naar de nieuwe
handleiding van het OCW
Hoofdstuk 12
Asfaltherstellingen
• reparatiegietasfalt
• certificatie
• koudasfalt
• certificatie
• klasse A
• klasse B: verboden op hoofdwegen
• PTV 61
Bestrijking met
slemafdichting
• bestrijking 4/6,3 of 6,3/10
• slemlaag 0/6,3
Ongewenste vegetatie
Sleufherstellingen
• sleuven in volle grond
• sleuven in verhardingen:
fundering i.f.v. verharding
Hoofdstuk 13
Onderhoud
waterloopvakken met
drasbermen,
plasbermen en
rietzones
Beschermingswerken
• bestortingen met
stroomkuilenprofiel
• teen- en taludversterking
met gestapelde ruwe steen
Hoofdstuk 14
Proefmethodes
• oppervlakkenmerken
• langsvlakheid
• dwarsvlakheid
• stroefheid
• rolgeluid
• verdichten van proefplaten
met schuimbitumen
• rafelingsproef
• watergehalte van vers beton
Voorstudies
• met bindmiddel behandelde
grond
• funderingen en omhullingen
• cementbetonverhardingen
• bitumineuze verhardingen
• lijnvormige elementen
Hoofdstuk 7
Rioleringen en afvoer van water
Standaardbestek 250 versie 3.1
Inleiding
• Nomenclatuur
• Volledige nomenclatuur werd aangepast ikv
aanleg gescheiden stelsel.
• Belangrijkste wijziging: Inspectieput wordt
toegangs-of verbindingsput
Hoofdstuk 7A: Nieuwe riolering
• Het VLARIO-bestek is volledig geïntegreerd in
Hoofdstuk 3, 7 en 9.
• Toepassing van granulaatcement naast zandcement
in alle toepassingen van zandcement in hoofdstuk 7:
fundering/omhulling/aanvulling van rioleringsbuizen,
geschikt maken van de sleufbodem,
fundering/omhulling van aansluitingen,…
Hoofdstuk 7-1 Riolering en
afvoer van water aangelegd
in een sleuf
• Drooghouden van de sleuf :
• Bemalingswater niet lozen in DWA-riolering
• Helling van zettingskromme < 1/500
• Absolute zetting < 2 cm
• Bemalingsvergunning aan te vragen door
opdrachtnemer
• Voorzien van drinkwater voor aangelanden
• Boorgat nadien dichten
• Controles op grondwaterverlaging: Opmeten van
waterstanden in peilbuizen
• Controles van de zettingen en scheurvorming dmv
getuigen en/of meetbouten
Hoofdstuk 7
• Nutsleidingen
• Risico-analyse is onderdeel van de
aanbestedingsdocumenten.
• Nutsleidingen in langsrichting in de sleuf te
verplaatsen door de aanbestedende overheid.
• Dwarsende nutsleidingen : nutsleidingen die de
sleuf loodrecht dwarsen en nutsleidingen die de
sleuf dwarsen onder een hoek die kleiner is dan
45°t.o.v. de loodrechte op de sleuf in stand te
houden en ten laste van opdrachtnemer.
• Verdere kosten ten laste van opdrachtnemer:
sondering, instandhouding, …
Hoofdstuk 7
• Meetmethode voor hoeveelheden
• Afzonderlijke post voor het grondwerk van de sleuf
(VH m³)
• Afzonderlijke posten voor afvoer en verwerking van
bodem uit sleuven en bouwputten van riolering:
• Afvoer en verwerking van grondoverschotten bodem
vrij gebruik (GP)
• Afvoer en verwerking van grondoverschotten
bouwkundig bodemgebruik (GP)
• Afvoer en verwerking van grondoverschotten niet
herbruikbare bodem (noch bodem vrij gebruik noch
bouwkundig bodemgebruik) (GP)
• De posten worden steeds uitbetaald, ook indien de
bodem wordt herbruikt.
Hoofdstuk 7
• Meetmethode voor hoeveelheden
• Voor de extra bodem welke vrijkomt bij toepassing
van grondverbetering worden volgende posten
voorzien:
• Meerprijs voor de afvoer en verwerking van bodem
vrij gebruik op de plaatsen waar grondverbetering
wordt toegepast (VH m³)
• Meerprijs voor de afvoer en verwerking van
bouwkundig bodemgebruik op de plaatsen waar
grondverbetering wordt toegepast (VH m³)
• Meerprijs voor de afvoer en verwerking van niet
herbruikbare bodem (noch bodem noch bouwkundig
bodemgebruik) op plaatsen waar grondverbetering
wordt toegepast (VH m³).
Hoofdstuk 7
• Controles:
• Lengteprofiel
• Voor DWA-leidingen met Di ≤300 mm geldt een
maximale afwijking van 20 mm
• Zelfcontrole voor aanvang volgende vak
• Slagsonde: om de 50 meter
• Waterdichtheid/Luchtdichtheid
• Luchtdichtheid: methode ‘LD’ (200mbar) + verplicht uit
te voeren door geaccrediteerd labo
Hoofstuk 7
• Controles
• Visuele inspectie:
• Info voor inspectiebedrijf is verplaatst naar Hoofdstuk 14
• Omschrijving gewijzigd voor beoordelingsletter A :
steeds tegenproef bij definitieve oplevering ten laste van
opdrachtnemer.
• Diverse beoordelingen van coderingen gewijzigd (oa
voor BAN: Poreuze buis)
• Steeds continue ovalisatiecontrole bij
kunststofleidingen: deformatie < 8%
• Proef met deformatie-controle-apparaat
• Proef met lasermeting
Hoofdstuk 7
• Enkel in geval de kunststofmaterialen
voorgeschreven zijn in de meetstaat, zijn de kosten
ivm deformatiecontrole en ovalisatiemeting ten laste
van het bestuur.
• Proef door geaccrediteerd labo uit te voeren:
• Proef OK indien defco-kit door buis kan
getrokken worden
• Proef NOK indien defco-kit komt vast te zitten ->
weigering
• OPGELET: om deze proef te kunnen uitvoeren
dienen de aansluitingen op de hoofdriool
uitgevoerd te worden dmv T-stukken
Hoofdstuk 7
• 2. Doorpersingen
• Nieuwe tekst voor doorpersen van buizen <
DN 300.
• 3. Toegangs-en verbindingsputten
• Voor drukriolering zijn de afmetingen voor
bouwputten zo klein mogelijk te houden
• Stroomprofiel van DWA-leiding dient glad en
vloeiend uitgewerkt te zijn tot halve
buishoogte.
• Putten van metselwerk zijn geschrapt.
Hoofdstuk 7
• 4. Bekleding van buizen en putten: aantal
bekledingen beperkt tot bekleding op basis van
solventvrije vezelversterkte epoxyhars en
solventvrije kunstharsen
• 5. Aansluitingen op de riolering
• Aansluiting op 12u op hoofdriool
• Max. 1 aanboring per buis
• Opzoeken bestaande aansluiting = inbegrepen
• Diepte aansluiting bepaald aan rooilijn: principe = 1,3 m
diep
• Fundering/omhulling zandcement: afspraak lengtes
voor hulpstukken
Hoofdstuk 7 B: Renovatie
• Rioolrenovatie dmv droge spuitbetonmethode geschrapt.
• Rioolrenovatie dmv TPUB
• Verschillende methodes (lucht, UV of water)
• Verschillende materialen (naaldvilt en
glasvezelversterkt)
• Nieuwe hoofdstukken:
• Waterdichting door middel van injectieharsen in
structuren met diameter < 800 mm
• Waterdichting door middel van injectieharsen in
man-toegankelijke structuren
• Rioolrenovatie d.m.v. deelrenovatie met
glasvezelversterkt kunsthars
Hoofdstuk 3
• Toevoeging en/of wijziging van:
• Bepalingen voor kunststofleidingen
• Waterdoorlatende buizen in poreus beton
• Waterdoorlatende buizen in kunststof
• Doorpersbuizen van polymeerbeton
• Losse flexibele koppeling voor de verbinding
van twee spie-einden
• Hoofdstuk 3
• Geprefabriceerde betonnen toegangs- en
verbindingsputten
• grote toegangsputten ≥ 1000 mm
• kleine toegangs- of verbindingsputten <1000 mm en ≥ 800
mm - inbouwdiepte ≤ 3m
• kleine verbindingsputten <800 mm en ≥ 600mm –
inbouwdiepte ≤ 2m
• fabricage-afmetingen, eisen mechanische sterkte volgens
NBN 21-101 tenzij anders vermeld in opdrachtdocumenten
• Toegangs- en verbindingsputten in andere materialen
(gres, kunststof,…) ook in kleinere afmetingen
mogelijk
• Huisaansluitputjes in kunststof
STANDAARDBESTEK 250 versie 3.1
H 11 GROENAANLEG EN GROENBEHEER
SB 250 - Infosessies - H 11 Groenaanleg en -beheer
SB 250 - Infosessies - H 11 Groenaanleg en -beheer
SB 250 - Infosessies - H 11 Groenaanleg en -beheer
SB 250 - Infosessies - H 11 Groenaanleg en -beheer
Standaardbestek 250 versie 3.1
• werkgroep Hoofdstuk 11
Emmanuel Ampe – VVOG David Claes - Krinkels
Tom Joye – Inverde Lieven Merlevede - VLM
Kristof Ramaekers - AWV Eva Troch – ANB
Alvarez Vannhove – AWV Lien Van Besien – LNE
Pieter Van Nieuwerburgh – AWV Jan Vancayzeele - AVBS
Adelheid Vanhille – VMM
• volledige herziening H 11 en bijdragen aan
hoofdstukken 2 – 3 - 5 – 6 - 12
SB 250 - Infosessies - H 11 Groenaanleg en -beheer
SB 250 - Infosessies - H 11 Groenaanleg en -beheer
Vademecums ANB
H 2 Algemene Bepalingen
SB 250 - Infosessies - H 11 Groenaanleg en -beheer
Figuur 2-4-1 Tijdelijke en blijvende kroon
(bron: Richtlijn Bomenplan ANB)
Nomenclatuur
van de vegetatie
H 2 Algemene Bepalingen
SB 250 - Infosessies - H 11 Groenaanleg en -beheer
Bescherming van de bestaande beplanting
(Gecertificeerde boomverzorger – European Tree Worker)
H 3 Materialen
SB 250 - Infosessies - H 11 Groenaanleg en -beheer
• geen artikel meer m.b.t. fytofarmaceutische producten
• nu wel artikel voor samenstelling van graszadenmengsels voor grasmatten
• boombanden: onderscheid tussen rubberen boombanden en boombanden in
kokos/jute
• bomen:
• algemene kwaliteitseisen: o.m. tabellen met vermelding van minimale
kluitdiameter of inhoud container, telkens afhankelijk van de boommaat
(vb.: maat 14/16 = minimale kluitdiameter 45 cm of inhoud container 50 l)
• onderscheid tussen vrij uitgroeiende bomen en laanbomen: bijkomende
kwaliteitseisen voor laanbomen (vb.: de lengte tussen wortelhals en helft
harttak is ten hoogste 30 x de stamomtrek; voor snelgroeiende soorten 35 x)
H 5 Onderfunderingen en funderingen
SB 250 - Infosessies - H 11 Groenaanleg en -beheer
Beter een boom van 100 € in een plantgat van 200 € dan een boom van 200 € in een plantgat van 100 €
vrij naar dr. A. Shigo, the ‘Father of modern arboriculture’
Wortelruimte onder verhardingen
• verwerken van bomenzand
• verwerken van skeletbodems (bodemgranulaat)
• aanleggen van groeiplaatsconstructie (bvb. constructie uit prefab-
beton waarop een boomrooster wordt aangebracht)
H 12 Onderhouds- en herstellingswerken
SB 250 - Infosessies - H 11 Groenaanleg en -beheer
Beheer ongewenste vegetatie op
(half)verhardingen
H 12 Onderhouds- en herstellingswerken
SB 250 - Infosessies - H 11 Groenaanleg en -beheer
Keuze tussen diverse thermische (hete
vlam, hete lucht, stoom,…) en
mechanische (borstelen, frezen,…)
technieken
H 11 Groenaanleg en -beheer
NIEUWE INDELING GESCHRAPTE ITEMS
1 algemene bepalingen verwerken van teelaarde
2 grondbewerkingen toepassen van fytofarmac. producten
3 verwerken van bodemverbeteringsmiddelen
4 verwerken van meststoffen
5 natuurlijke vegetatieontwikkeling
6 aanleg van graslanden, wegbermen en grasmatten
7 aanleg van kruidachtige vegetaties
8 aanleg van houtige vegetaties
9 aanleg van water-, moeras- en oeverbeplantingen
10 aanleg van bij groenaanleg behorende constructies
11 beheer van graslanden, wegbermen en grasmatten
12 beheer van kruidachtige vegetaties
13 beheer van bomen
14 beheer van hagen, bosgoed en heesters
SB 250 - Infosessies - H 11 Groenaanleg en -beheer
H 11 Groenaanleg en -beheer
5 Natuurlijke vegetatieontwikkeling
• aanleg door overbrengen van maaisel
• maaien van grassen en andere kruidachtige vegetaties op bestaande
waardevolle hooilandpercelen
• uitspreiden van vers maaisel op nieuw terrein
• aanleg door behoud van zaadbank
• bodemtoplaag met zaadbank afgraven en stockeren
• na grondwerken gestockeerde toplaag uitspreiden
• aanleg door niets doen
• geen aanleg, wel creëren van uitgangssituatie
• ontstaan van aangepaste vegetatie door kieming van inwaaiende, met het
water of fauna meegevoerde en/of in de bodem aanwezige vegetatie
SB 250 - Infosessies - H 11 Groenaanleg en -beheer
SB 250 - Infosessies - H 11 Groenaanleg en -beheer
H 11 Groenaanleg en -beheer
7 Aanleg van kruidachtige vegetaties
• aanleg door bezaaiing
• onderscheid tussen bloemenakkers en inzaai van enkel vaste planten
• om inzaaien te vergemakkelijken: mengen van zaad met zand
• zaden 1 cm diep inwerken of niet inwerken (lichtkiemers)
• aanleg door aanplanting
• aanplant met biodegradeerbare containers
• plantperiode niet gewijzigd (tussen 15 september en 15 mei)
• vervanging op basis van PV van leidende ambtenaar
• aanplanting van bol- en knolgewassen
SB 250 - Infosessies - H 11 Groenaanleg en -beheer
H 11 Groenaanleg en -beheer
8 Aanleg van houtige vegetaties
SB 250 - Infosessies - H 11 Groenaanleg en -beheer
Plantdiepte
H 11 Groenaanleg en -beheer
10 Aanleg van bij groenaanleg horende constructies
SB 250 - Infosessies - H 11 Groenaanleg en -beheer
Wortelgeleiding en
wortelwering met
flexibel anti-
wortelscherm of
wortelgeleidingsplaten
H 11 Groenaanleg en -beheer
11 Beheer van graslanden, wegbermen en grasmatten
• graslanden
• maaien: 2 x per jaar (tussen 15/6 en 15/7 en na 15/9); 1 x per jaar
(na 1/8) of 1 x om de 2 jaar of om de 3 jaar
• om ecologische reden kan gebruik van klepelmaaier verboden worden
• maaien van taluds, van graskanten aan beide zijden van taludgoten en van
onder- en bovenbermen (1 x per jaar, na 1/8)
• wegbermen
• veiligheidsmaaien (tussen 15/4 en 15/6; met klepelmaaier)
• eerste algemene maaibeurt op vlakke wegbermen (vanaf 15/6)
• tweede algemene maaibeurt op vlakke wegbermen (vanaf 15/9)
SB 250 - Infosessies - H 11 Groenaanleg en -beheer
H 11 Groenaanleg en -beheer
13 Beheer van bomen
• hakken aan de voet van bomen
• snoeien van bomen
• algemene beschrijving
• begeleidingssnoei
• onderhoudssnoei
• kroonreductie
• snoei van veteraanbomen
• vormsnoei
• visuele boomcontrole
• boomcontrole: nader onderzoek
-
SB 250 - Infosessies - H 11 Groenaanleg en -beheer
H 11 Groenaanleg en –beheer
13 Beheer van bomen
snoeitechniek
Bij dode takken wordt nooit door
het levende overgroeiingsweefsel
gesnoeid, zelfs als dit inhoudt dat
een takstomp behouden blijft
SB 250 - Infosessies - H 11 Groenaanleg en -beheer
H 11 Groenaanleg en –beheer
13 Beheer van bomen
snoeitijdstip
• snoei < 20 % bladvolume: bij voorkeur wanneer bomen in blad staan
• snoei > 20 % bladvolume (knotten, kandelaren, leibomen of hakhoutbeheer): bij
voorkeur in de winter
• in beide gevallen een uitzondering voor bloedende boomsoorten (berk, esdoorn,…):
bij snoei > 20 % bladvolume verplicht tussen 1 november en 31 december
• wegnemen waterlot: altijd in de zomer
SB 250 - Infosessies - H 11 Groenaanleg en -beheer
H 11 Groenaanleg en -beheer
13 Beheer van bomen
• visuele boomcontrole
• conditie van de boom op een schaal van 0 (dood) tot 1 (uitstekend); bij
kwijnende bomen (< 0,5) wordt aangegeven welke maatregelen nodig zijn
• veiligheid van de boom: beoordeling op basis van de ‘Visual Tree Assesment’
methodiek (VTA); andermaal indeling in klassen
• nader onderzoek
• geluids- of electrische tomografie: rot en holtes beoordelen
• trekproef: stabiliteit beoordelen
• krooninspectie: controle van gebrekssymptomen in de kroon
• wortelonderzoek: stabiliteit beoordelen of beschermingszone afbakenen
• uitgebreid standplaatsonderzoek: voorstel conditieverbeterende maatregelen
SB 250 - Infosessies - H 11 Groenaanleg en -beheer
SB 250 - Infosessies - H 11 Groenaanleg en -beheer
Standaardbestek 250 versie 3.2 / 4.0 ???
SB 250 - Infosessies - H 11 Groenaanleg en -beheer
Hoofdstuk 6
Verhardingen
Standaardbestek 250 versie 3.1
Vier delen
Cementbetonverhardingen
Procedure (≈ asfalt)
• voorstudie
• verantwoordingsnota
• certificatie mengsel
• registratie mengsel
Vers beton
• eis zetmaat:
• 20-60 mm (machinale verwerking)
• 80-120 mm (manuele verwerking)
• TBR:
• VeBe-tijd
• VVMv
• luchtgehalte
Verhard beton
B1-B5 B6-B7 andere
druksterkte 28 dagen * 55 MPa 45 MPa 35 MPa
druksterkte 7 dagen * 35 MPa 30 MPa 25 MPa
buigsterkte 28 dagen 6,0 MPa 5,0 MPa 4,0 MPa
vorst-dooi 28 cycli (mach.) 1,500 kg/m² 3,000 kg/m² 4,500 kg/m²
wateropslorping 6,0 % 6,5 %
* - 5 MPa als luchtgehalte > 3 %
TBR:
• druksterkte 3 dagen
• vorst-dooi (manueel)
• wateropslorping als L > 3 %
• DVMh en VVMh
Registratie voor SB250
• gecertificeerd mengsel
• voor een bepaalde bouwklasse
• voor een bepaalde toepassing
• onderlaag / deklaag
• manuele / machinale verwerking
• oppervlakbehandeling
• gebeurt door afdeling
Wegenbouwkunde van AWV
• 5 jaar geldig
Uitzettingsvoegen
• aansluiting met een dwarsende rijbaan in beton
• kunstwerken
• overgang naar een bitumineuze verharding
krimpvoegen
uitzettingsvoeg
voegplaat
• harsgebonden kurk
• PE-schuim
Actieve scheuraanzet
40 cm
1,20 m
4 cm
Gefigureerd beton
• uitvoeringsmethode (keuze van de ontwerper)
• met kleurverharder
• in de massa gekleurd
• hechtsterkte > 2,5 MPa (kleurverharder)
• stroefheid > 50 (met slinger)
Controles
• mengsel
• luchtgehalte
• watergehalte
• consistentie
• verankeringskracht > 50 kN
(1 per 100 ankerstaven)
Oppervlakkenmerken
• langsvlakheid
• stroefheid, meting ten vroegste
• 4 weken na openstelling (hoofdwegen)
• 8 weken na openstelling (andere wegen)
zowel voor beton- als asfaltverhardingen
> 80 km/h > 60 km/h > 40 km/h ≤ 40 km/h
VC2.5 25 40 45 45
VC10 50 80 90 -
VC40 100 160 - -
Bitumineuze mengsels
geschrapt:
• AB-3A, AB-3B
• SMA-C1
• SMA-B
B1-B3 B4-B5 B6-B10, BF
onderlagen APO
AVS -
toplagen - APT AB-4C, AB-4D, AB-5D
SMA, ZOA -
- - GA
voorstudie APT:
• gyrator
• watergevoeligheid
• spoorvorming
• stijfheid
AGT-mengsels
• Asfalt voor Geluidsarme Toplagen
• rolgeluid enkel als v > 60 km/h
• combinatie van:
• voorstudie: rafelingsproef
stille toplaag
APO-B
70 mm
CPX-metingen
klasse I klasse II
voorlopige oplevering
96 dB(A) 93 dB(A)
definitieve oplevering
1 jaar 97 dB(A) 95 dB(A)
2 jaar 98 dB(A) 97 dB(A)
3 jaar 99 dB(A) 98 dB(A)
Productietemperatuur
• onderscheid tussen productie bij
• hoge temperatuur
• verlaagde temperatuur:
105-160ºC (asfalt)
< 200ºC (gietasfalt)
• validatiedossier
• beschrijving techniek
• studie per mengsel-
familie
• keuze ligt bij de asfaltproducent
niet bij de voorschrijver
Controles
• indeuking gietasfalt: afwijking ± 2 mm
• regelmatigheid voor onderlagen > 80 mm: ± 10 mm
• relatieve dichtheid geschrapt
• eisen langsvlakheid bij definitieve oplevering voor
verhardingen met minstens één AVS-onderlaag
• eisen dwarsvlakheid (spoorvorming) voor
verhardingen met SMA-D, AVS, AGT
5 jaar 3 jaar 2 jaar 1 jaar
gemiddeld 8 mm 6 mm 5 mm 4 mm
individueel 10 mm 8 mm 7 mm 5 mm
Betonstraatstenen en -tegels
Nieuw
• bestratingen van natuursteentegels
• ook opvulling holtes met steenslag voor
• grasbetontegels
• gras-kunststofplaten
Catalogus: posten beton
• ongewapende betonverharding
• doorgaand gewapende betonverharding
• ongewapende tweelaagse betonverharding
• doorgaand gewapende tweelaagse betonverharding
• DGB-verharding voor rotondes
• verharding in staalvezelbeton
• ... met telkens onderverdeling volgens
• bouwklassegroep B1-B5
• bouwklassegroep B6-B7
• bouwklassegroep B8-B10, BF
Catalogus: posten asfalt
• profileerlagen
• onderlagen
• tussenlagen
• beschermingslagen
• toplagen van asfalt
• toplagen van gietasfalt
• ... met telkens onderverdeling volgens
• bouwklassegroep B1-B3
• bouwklassegroep B4-B5
• bouwklassegroep B6-B10, BF
Hoofdstuk 10
Signalisatie
Standaardbestek 250 versie 3.1
SB250 3.1 H10 - Signalisatie
• 1. VERTICALE VERKEERSTEKENS
• 2. MARKERINGEN
• 3. TECHNISCHE BEPALINGEN INZAKE
SIGNALISATIE EN WERFSIGNALISATIE
• 4. WERFSIGNALISATIE : OPSTELLING
1. Verticale verkeerstekens
• Omrandingen weglaten
• Groter vlak van een voertuig, aanhangwagen,
signalisatiepaneel;
• Geluidsscherm of betonnen afschermende
constructie
• Bevestigingselementen voor borden
• Bevestigingsprofielen gepuntlast op rugzijde
• Alternatieve bevestigingsmethodes via
stabiliteitsproeven en berekeningen
• (vlg. eurocode en PTV662)
• Bord van max. 400mm
• Ruitvorm : 1 bevestigingsprofiel
• Andere vormen : 2 bevestigingsprofielen
(gelijkmatig verdeeld + min. 170 mm lang)
• Beeldvlak niet doorboren
1. Verticale verkeerstekens
1. Verticale verkeerstekens
• Codes van AWV-borden in tabel (bordtype in
relatie met folietype)
• Beelden van nieuwe verkeersborden (tabel 10-1-2)
• RAL-kleur
• Bruin RAL 8004
• Wijziging in toepassing oranje (RAL 2009)
• Achterzijde, deel omranding,
bevestigingsmiddelen en steunen
• Bij borden E1 t.e.m. E11 en zonale borden
m.b.t. parkeren
1. Verticale verkeerstekens
• Sokkels
• Sokkels voor enkelvoudige steunen
• Sokkels voor vakwerksteunen
• Passieve veiligheid
• Geen geleideconstructie
steunen voldoen aan EN12767
• Opstelhoogte verkeersborden in functie van soort
bord
• 1,5 m
• 2,1 m
• 5,5 m
1. Verticale verkeerstekens
• Stabiliteit van de verkeerstekens
• Keuze en controle van steundiameter via
berekeningsmodule
• Botsvriendelijke steunen :
• Steunen tot 89 mm diameter met wanddikte tot 3,2
mm
• Bij 2 steunen max. tussenafstand 1,5 m en
diam. max. 76 mm
1. Verticale verkeerstekens
• Stabiliteit van de sokkels
• Afmetingen van sokkels voor enkelvoudige
steunen voor courant gebruik in tabel
• Voor uitzonderlijke gevallen
• Berekening volgens PTV662
• Identificatie
• Op achterzijde bord op duurzame wijze (naam
houder keurmerk, maand en jaar
vervaardiging, keurmerk, besteknummer)
1. Verticale verkeerstekens
1. Verticale verkeerstekens
• Galgpalen en seinbruggen voor retroreflecterende
borden
• Volledig nieuwe paragraaf met figuren
• Nieuwe onderwerpen (vroeger in artikels)
• Wegdekreflectoren
• Glasbolreflectoren
• Reflectorpalen
• Wegbebakening voor afschermende
constructies
• Reflectoren verwerkt in lijnvormige elementen
• Wildreflectoren
• Verkeerszuil
• Plooibaken
1. Verticale verkeerstekens
=
=
=
• Nieuwe onderwerpen (vroeger in artikels)
• Antiparkeerpalen
• Omega-elementen of voetgangersafsluitingen
• Verkeersspiegels
• Retroreflecterende kokers
• Kilometerpalen in kunststof
• Hectometerpalen in kunststof
• Calamiteitenborden
1. Verticale verkeerstekens
2. Markeringen
• Resultaatsverbintenis :
• Focus op de kwaliteit
• Gewaarborgd voor een bepaalde periode
(retroreflectie, geometrie, stroefheid)
• Middelenverbintenis :
• Focus op product (hoeveelheid en
samenstelling)
• In beide gevallen steeds
• BENOR-gecertificeerd
• ATG-gebruiksgeschiktheidsattest
2. Markeringen
• Resultaatsverbintenis
• Minder hinder principe
Weg-
categorie
Scheiding
rijstroken
onderling +
tekens in de
rijstrook
Rand tegen
eventuele
middenberm Rechterrand
rijbaan
Voetgangers-
oversteekplaats
hoofdwegen 6 jaar ≥ 3 jaar ≥ 3 jaar /
primaire
wegen
≥ 3 jaar ≥ 1 jaar ≥ 1 jaar ≥ 3 jaar
secundaire
wegen
≥ 3 jaar ≥ 1 jaar ≥ 1 jaar ≥ 3 jaar
lokale wegen ≥ 1 jaar ≥ 1 jaar ≥ 1 jaar ≥ 3 jaar
2. Markeringen
• Controle van de werken
• Resultaatsverbintenis kwaliteitsborgingssysteem
• Inzicht in middelen en werkwijze van aannemer
• Planning
• Jaarplanning
• Weekplanning
• Dagplanning
• Rapportering
• Globaal rapport van de uitgevoerde werken per
dienstbevel
• Gedetailleerd dagrapport van de uitgevoerde
werken
2. Markeringen
• Controle van de werken
• Resultaatsverbintenis kwaliteitsborgingssysteem
• A posteriori keuringen
• Initiële resultaatsverplichtingen
• Resultaatsverplichtingen einde waarborg
• Technische documentatie
• Documenten per product voor te leggen op de werf
• Documenten in het technisch dossier
2. Markeringen
• Wijze van uitvoering
• Nabestrooiing met handmatig strooitoestel
(niet met de hand)
• Machinaal aangebrachte markeringen in de
rijrichting
• Kenmerken van uitvoering
• Herwerkte Deel III en nieuwe Deel VIIbis van
AOWS dd 2014 (www.wegenenverkeer.be – downloads –
dienstorders – MOW/AWV/2014/12)
2. Markeringen
• Controles
• PTV883 i.p.v. G0023 (wegenverven)
• PTV884 i.p.v. G0024 (thermoplasten)
• PTV885 i.p.v. G0028 (koudplasten)
• PTV888 i.p.v. G0029 (geprefabriceerde
wegmarkeringen)
• G0025 (homologatie op de weg)
2. Markeringen
• Proeven a posteriori
• Minder hinder bepalingen
• Herstelling en hermarkering
• DO MOW/AWV/2010/5
• Voor hinder en onveiligheid die herstelling of
hermarkering toch veroorzaakt wordt een minder
waarde toegepast op jaarprijs van betrokken
markering
• Minderwaarde afhankelijk van aard van betrokken
wegdeel en omvang van de hinder
3. Technische aspecten
werfsignalisatie
• Betaling
• Dienstorder 99/3 bevestigd afz. posten
• Plaatsen
• Onderhouden
• Verwijderen
• In SB270 wordt naar H10 verwezen
• zelfde principes toepassen voor AWV
• Tabel 10-3-1 Klassen lichten werfsignalisatie
geactualiseerd
• Nieuw : looplichten op bakens
• Aan/uit tijd toegevoegd
3. Technische aspecten
werfsignalisatie
• Mobiele dynamische signalisatie
• technische voorschriften worden
opgenomen in bijzonder bestek
• Mobiele verkeerslichten
• technische voorschriften worden
opgenomen in bijzonder bestek
• Botsers
• laatst gebruikte voorschriften in
standaardtekst + jaarlijks conformiteitsattest
3. Technische aspecten
werfsignalisatie
• Tijdelijke markeringen
• Wegenverf mogelijk
• Levensduur voor de markeringen
• Catalogusposten (posten 1004.XXX.YYY)
• Meerprijzen voor nacht en weekendwerk
• Vijfde categorie
• nieuwe categorieën in overeenstemming met
nieuwe wetgeving
• Zesde categorie
• afrekening per voertuig
4. Werfsignalisatie: opstelling
• Betere structurering hoofdstuk en onderscheiden
rubrieken (algemeen deel; onderscheiden
categorieën)
• betere leesbaarheid
• Aanvullingen en wijzigingen rekening houdend met
actueel gebruikte werkwijzen en typeschema’s +
nieuwe inzichten. Voorbeeld:
• Vooraankondigingsbord: maand voor aanvang werken
• Nieuwe zaken: vb. tabel met minimumbreedte rijstroken, mobiele
seinbruggen, aankondigingsborden semi-mobiele of mobiele
flitscamera
• Filedetectiesysteem mag in plaats van filewaarschuwingsvoertuig.
4. Werfsignalisatie: opstelling
• Categorieën 1, 5 grondig herwerkt; categorie 6
aangevuld.
Vereenvoudiging:
• Vb. tussenafstanden tussen verschuivingen en
verminderingen van rijstroken werden geüniformiseerd
• Afschaffing bord F79/F81 op 3000 m.
• Afschaffing ribbelstroken.
• Cat. 5 zoveel mogelijk gelijklopend aan cat. 1.
4. Werfsignalisatie: opstelling
• Nieuwe bepalingen: voorbeeld:
• Cat. 1: werken bij opritten en uitritten
• Cat. 1: afsluiten volledige uitrit
• Cat. 6: nieuwe indeling met bijkomende hoofdstukken:
• Weefzones
• Afsluiten rijbaan met doorsteek door middenberm
• Afsluiten rijbaan met gebruik van uitrit
• Kortstondige interventies op pechstrook (uit dienstorder
MOW/AWV/2013/21)
• Nieuwe bijhorende signalisatieschema’s verschijnen
via dienstorder