Transcript
Page 1: Stof om over na te denken

 

2008 

Bewonersvereniging 

Bewoners over de Maas 

1‐3‐2008 

Stof om over na te denken

Page 2: Stof om over na te denken

Stof om over na te denken  Pagina 2 

 

STOF OM OVER NA TE DENKEN  

Inleiding De discussie rond fijnstof in het gebied van de eventuele ontzandingslocatie ‘Over de Maas’ bij Alphen blijft voortduren. 

Bewonersvereniging ‘Bewoners Over de Maas’ heeft in november 2007 eigen metingen verricht. Uit die metingen bleek, dat zonder zandwinning de fijnstofnorm al regelmatig overschreden werd. 

Dezelfde vereniging schermde met een rapport van het ministerie van VROM uit 2005, waarin verwezen werd naar een onderzoek in de Gemeente West Maas en Waal naar o.a. fijnstof. Geconcludeerd werd, dat op grond van metingen in de gemeente West Maas en Waal de fijnstofnormen op alle meetplaatsen overschreden werden. Nederzand beweerde dat dit rapport niet meer relevant was omdat het uit 2001 stamde. Het rapport is tot op heden nog niet boven water gekomen. 

Ontzander Nederzand kwam met een rapport opgesteld door Witteveen en Bos gebaseerd op berekeningen en extrapolaties van ver verwijderde meetstations. Belangrijkste conclusie uit dat rapport was, dat met ontzanding geen fijnstofnormen overschreden werden. 

De provincie antwoordde op vragen van Statenlid van Bergen, dat het met het fijnstofniveau in het plangebied nogal mee viel. Ze baseerde dat oordeel op niet nader aangeduide gegevens van het RIVM over de afgelopen jaren. 

Belangrijkste conclusie uit het bovenstaande was voor ons dat, behalve het beperkte rapport van ‘Bewoners over de Maas’, eigenlijk feitelijke gegevens ontbraken en er in de andere documenten alleen maar vage berekeningen en extrapolaties waren.  

Reden voor de vereniging ‘Bewoners over de Maas’ om bij gebrek aan harde feiten, de  weg naar de theoretische berekening van fijnstofniveau in OdM eens kritisch tegen het licht te houden. 

Rapport Witteveen en Bos Het rapport van Witteveen en Bos is interessante kost, omdat het in ieder geval inzicht geeft in toename van het fijnstofgehalte door de zandwinning. De vereniging onderzoekt deze gegevens nog op strijdigheid met eerdere rapporten van Witteveen en Bos aangaande fijnstof in opdracht van de provincie Gelderland. 

Bij de berekening van het fijnstofgehalte zonder ontzanding maakt men echter een aantal fouten. Men telt alleen de lokale fijnstofbronnen[verkeer, scheepvaart etc.] op en vergeet de invloed van buiten het gebied. Deze concentratie van buiten het gebied  vormt volgens 

Page 3: Stof om over na te denken

Stof om over na te denken  Pagina 3 

het rapport van VROM 95%  van het totale fijnstofgehalte! En die laat W+B buiten beschouwing!! 

Maar W+B lenen wel de zeezoutaftrek om het fijnstofgehalte omlaag te krijgen, terwijl de zee en daarmee het zeezout toch niet in de omgeving zijn te vinden!! 

Al met al dus een uitkomst, die volgens ons niet indicatief kan zijn voor het werkelijke fijnstofgehalte in het plangebied. 

De provincie In de beantwoording van de eerder genoemde statenvragen zegt de provincie zich te baseren op RIVM gegevens. Wij hebben deze gegevens en berekeningen  tot op heden niet kunnen vinden. We hebben daarom met een beroep op de Wet Openbaarheid Bestuur aan de provincie gevraagd ons deze gegevens ter beschikking te stellen.  Het antwoord van de provincie op deze vraag bevatte in ieder geval niet de gevraagde berekeningen en extrapolaties. Integendeel het bleef bij een verwijzing naar de bestaande rapporten op de website, dus zeker geen geëxtrapoleerde gegevens voor OdM! 

RIVM Het RIVM heeft ons op onze vraag gegevens van alle meetstations in Nederland over de afgelopen jaren[1995 t/m 2006] beschikbaar gesteld. Het gaat hierbij om de hun bekende daggemiddelden van alle meetstations.  Dit was een bulk aan informatie en wij vroegen ons af hoe hier mee om te gaan.  

We hebben gekozen om te kijken welke risico’s het extrapoleren van  gegevens naar een gebied als ‘Over de Maas’ in zich kan hebben. 

Het RIVM geeft zelf aan, dat de gegevens een foutmarge van minimaal 10% in zich hebben. Het MNP stelt dat deze foutmarge afhankelijk van de afstand van het meetstation ligt tussen de 20 en 40%!! 

Omwille van de tijd hebben we de gegevens over het jaar 2006 van 3 meetstations, die de provincie in een eerder stuk aangaf als relevant voor OdM bij elkaar genomen en daarvan het gemiddelde berekend van elke dag in 2006. 

Hierna volgt de weerslag van dit toch nog tijdrovende onderzoek. 

Page 4: Stof om over na te denken

Stof om over na te denken  Pagina 4 

Fijnstofnormen Bij de beoordeling of fijnstofnormen overschreden worden gelden twee criteria: 

• Toetsing jaargemiddeldeconcentratie   <40 µg/m³ 

• Aantal dagen meer dan 50 µg/m³ mag niet hoger zijn dan 35  

Hierbij moet een aantal zaken afgetrokken worden : 4 µg/m³ zeezoutaftrek en 6 overschrijdingsdagen.  We hebben deze factoren meegenomen in onze berekeningen. 

Jaargemiddeldeconcentratie. De jaargemiddelde concentratie mag zoals gezegd niet meer zijn dan 40 µg/m³. We hebben het jaar 2006 als uitgangspuntgenomen en  gekeken wat er gebeurde, bij verschillende foutenmarges. De gegevens zijn zonder invloed van zandwinning: 

 

Vanaf een foutenmarge van 20% begint het al aardig richting bovengrens te lopen. 

 

 

Aantal dagen meer dan 50µg/m³ Het aantal dagen met meer dan 50 µg/m³ mag niet hoger zijn dan 35. Ook hier hebben we het jaar 2006 weer als uitgangspunt genomen en gekeken wat er gebeurde bij de verschillende foutenmarges. Deze cijfers zijn wederom zonder invloed van zandwinning: 

Page 5: Stof om over na te denken

Stof om over na te denken  Pagina 5 

 

Vanaf een foutenmarge van 20% wordt de grenswaarde overschreden!! 

 

Nu met Zandwinning De gegevens tot nu toe geven al aardig reden tot zorg: 

 Als de calibratie een foutenmarge van 20 % heeft, wordt zonder ontzanding de norm  voor  de jaargemiddeldeconcentratie bereikt en die van het aantal dagen meer dan 50 µg/m³ ruim overschreden!! 

De invloed van zandwinning op deze gegevens is moeilijk te berekenen, omdat we niet weten op welke dagen wel of juist niet welke machines wel of juist niet draaien. We hebben daarom  maar de belachelijke ondergrens aangenomen, dat zandwinactiviteit  5  µg/m³ extra bijdraagt aan het fijnstofgehalte!! 

We zijn in ons model ook nog eens uitgegaan van de 200 dagen per jaar zandwinactiviteiten, waar  Witteveen en Bos ook in haar rapporten van uit gaat. 

Dit levert de volgende grafiek op: 

Page 6: Stof om over na te denken

Stof om over na te denken  Pagina 6 

 

Bij een minimale inschatting van bijdrage aan het fijnstofgehalte door zandwinning wordt de kritische grens al bereikt  zonder foutenmarge!! 

 

Risicodagen Het aantal dagen, dat de dagwaarden overschreden worden is moeilijk te berekenen, aangezien we niet weten op welke dagen er zand gewonnen zou worden. We hebben daarom gekeken hoeveel dagen in 2006 tussen de 45 en 50 µg/m³ als dagwaarde hadden.. 

Uitkomst zijn de zogenaamde risicodagen[dagen waarop ontzanding het daggemiddelde boven de norm stuwt]. We hebben dat weer gerelateerd aan de eerder als uitgangspunt genomen 200 dagen zandwinactiviteit. 

Hieruit komt de volgende uitslag: 

Page 7: Stof om over na te denken

Stof om over na te denken  Pagina 7 

 

Bij een foutenmarge van 10% wordt de kritische grens overschreden!! 

Aanscherping fijnstofnormen Zandwinning bij ‘Over de Maas’ zal op zijn vroegst halverwege 2009 kunnen beginnen!!  Vanaf 2010 gelden andere normen. Het project zal zeker niet aan deze strengere normen kunnen voldoen. 

Verder wordt naast de norm voor PM10 ook een nieuwe norm geïntroduceerd de PM2.5. Het hele project  is niet beoordeeld op deze nieuwe norm. Volgens onze inschatting is het maar zeer de vraag of het project aan deze normen kan voldoen. 

Conclusies • Zelfs zonder rekening te houden met de aangegeven foutmarges, wordt de fijnstofnorm op één 

van de twee criteria[jaargemiddelde] al overschreden, als er ontzand wordt!!  

• Bij een foutenmarge van 10% wordt het andere criterium[aantal dagen overschrijding] overschreden. 

• Er is in alle fijnstofrapporten en berekeningen geen enkele rekening gehouden met toekomstige aanscherping van de normen in 2010!! 

• Er zijn helemaal geen gegevens bekend over de nieuw norm  PM2.5. Het project zal waarschijnlijk niet voldoen aan die norm! 

• Met andere woorden: alleen een uitgebreid feitenonderzoek door een onafhankelijk bureau over een lange periode kan een betrouwbare indicatie geven over wel of niet kunnen voldoen aan de criteria voor w.b. fijnstof! 

 

 

 


Top Related