Theo (T.P.M.) Kloet, Talent Academie 2015-2016 Mei 2016
Inhoudsopgave
Inleiding met vraagstelling ............................................................................................... 1
Achtergronden …………....................................................................................................... 2
Actuele geluiden uit het veld ...…....................................................................................... 3
Aanpak en bestrijding ....................................................................................................... 4
Praktijk ……………………………………………………………………………………………………………….………… 5
Internationaal ……………………………………………………………………………………………………………… 6
Gezondheid en welzijn .................................................................................................... 7
Het debat op lokaal niveau ……………………………………………………………………………………………. 8
Standpunt CDA …….…………………………………………………………………………………………………………. 9
Conclusies en aanbevelingen ........................................................................................... 10
Bronvermelding ................................................................................................. -bijlage-
Woord van dank aan mijn mentor de heer Frank Petter, burgemeester van Bergen op Zoom!
Inleiding met vraagstelling................................................................................................. 1
Het mag eigenlijk wel en het mag eigenlijk niet….
We weten waarschijnlijk allemaal wel waar ze zitten. De legale coffeeshops.
Met de meest fantasievolle namen als Fly’ng Hy, Purple Rain, Paradijs of Sky.
Maar helaas ook herkenbaar:
Een rood-wit lint over de weg gespannen, de straat versperd en politie bij een van de huizen
waar is geschoten.
Of je gaat wandelen en vindt een lading wietzakjes.
Verdachte scooters.
Voetballende tieners die bezoek krijgen van iemand die voordoet hoe hij een joint rookt.
Politie valt weer eens een woonhuis binnen en ontmantelt een complete wietkwekerij.
En is dat weer niet de volgende auto met Belgisch kenteken stil op zoek naar………………….
Zijn we het eigenlijk niet spuug- en spuugzat dat wietcriminelen tot de haarvaten van onze
samenleving weten door te dringen?
Wat moeten we doen om dit tij te keren?
Honderd extra agenten erbij?
Miljoenen van het kabinet?
Dat er meer móet gebeuren, lijkt duidelijk. Regulering toch een oplossing?
Note: er zijn onmiskenbaar overlappingen en raakvlakken tussen de hennepteelt en andere
vormen zoals synthetische drugs. In mijn paper zijn enkele vermeldingen in deze richtingen
waarneembaar edoch beperk ik me in de grote lijnen tot de softdrugs cannabis: hasj of wiet.
De “geestverruimers” waar het mee begon welke aan de basis staat van veel problematiek.
Achtergronden …………………............................................................................................ 2
Drugs zijn gifstoffen, gebruikt vanwege hallucinerende werking, en vallen onder de
Opiumwet. Veel jongeren vinden softdruggebruik normaal: ze experimenteren graag.
En steeds vaker ook met chemische drugs of aanverwante andere vormen:
Chill. In de jaren 60 deden ze het ook al. Flower power. Relax. YOLO! (you only live once)…………
Gegevens uit de verslavingszorg (2014) geven aan dat er 140.000 dagelijks of bijna dagelijkse
gebruikers zijn in Nederland. Van deze groep bestaat 50% uit jongeren tussen de 18-24 jaar,
5% zijn nog jongere blowers van tussen 12-16 jaar.
Vanaf 1996 kunnen gemeenten ook een lokaal coffeeshopbeleid voeren.
Coffeeshops bevinden zich in een merkwaardige positie: het uitgangspunt van het
gedoogbeleid is dat het kopen en verkopen van cannabis onder voorwaarden is toegestaan
en productie voor eigen voorraad verboden is. Onderhandelen dus met criminelen.
De discussie over de tegenstrijdigheid van het Nederlandse softdrugsbeleid blijft actueel.
Zo kennen we vanuit het recent verleden (2014) het wietmanifest “Joint Regulation”. Een
haast wanhopige oproep van burgemeesters tot een landelijk stelsel en afspraken.
Bij softdrugs blijft het vaag. Nog altijd niet uit te leggen, nu niet en later.
Het mag eigenlijk wel en het mag eigenlijk niet….
Achter die gezellige joint schuilt een enorme misdaadwereld. Een zwarte economie.
Om over gezondheid- en welzijnsrisico’s nog te zwijgen.
Actuele geluiden uit het veld…………….................................................................................3
Kan regulering van de hennepteelt hier een rol spelen of beter van niet? En wat vinden wij
als CDA hier van? Om daar achter te komen heb ik zo breed mogelijk informatie verzameld
uit beleidstukken, artikelen, internet en specifieke interviews rond productie van softdrugs.
Van roken weten we dus inmiddels ook zeker dat het tot zeer ernstige ziekten als longkanker
leidt. Effecten van (veel) drugsgebruik zijn er zeker maar nog altijd stukken minder in beeld.
Inmiddels zijn er daarbij op het gebied van welzijn en gezondheid ook zeker tegengeluiden.
In Baarle Nassau vond d.d. 10 oktober 2015 het grensoverschrijdende symposium ‘Drugs
kennen geen grenzen’ plaats, georganiseerd door CDA Brabant en het Vlaamse CD&V.
In België stelt men dat de kwaliteit van leven het gebruik van drugs op geen enkele wijze
toelaat. Tweede Kamerlid Madeleine van Toorenburg (CDA) gaf aan: “het gedoogbeleid is
niet meer van deze tijd, gedogen van drugs is een dodemansroute. En vooral wil ik
aangeven: ken je cijfers en achtergronden want drugs zijn killing”.
Een interview (AD d.d. 16 april 2016) met hoogleraar verslavingszorg Wim van den Brink
over XTC. Even een vergelijkbaar maar ander uitstapje. Hij stelt dat het gevaar daar nogal
overdreven wordt. En als het aan Wim ligt: “Het zou veel beter zijn als de overheid XTC, net
als cannabis, reguleert. Dat er XTC-shops komen, zoals er coffeeshops zijn. Dan zou je slechte
en te sterke pillen kunnen weren. Want die zijn wél gevaarlijk”. Herhaling van zetten???
Hoofd recherche van de politie Zeeland en West-Brabant Rienk de Groot gooit het over een
andere boeg en roept op tot “maatschappelijk verzet” (BN De Stem 06-04-2016).
Hij bevestigt dat de drugssector in Brabant nog dieper geworteld is dan gedacht.
“We ontdekken steeds nieuwe lijnen, gezichten en groepen. Mensen en bedrijven moeten
normafwijkend gedrag niet tolereren en niet wegkijken”.
Dat is belangrijk, vindt ook Pieter Tops, hoogleraar bestuurskunde aan de Universiteit van
Tilburg (NRC d.d. 20 april 2016). Een koud onderscheid maken tussen onderwereld en
bovenwereld is volgens hem dan ook veel te simpel. „Daar zit van alles tussen.”
Bevestigend in dit licht kan ook een recente waarschuwing van landbouworganisatie ZLTO
worden gezien (Omroep Brabant d.d. 31-03-2016). Drugscriminelen op zoek naar
leegstaande schuren en woningen. Het is big business. Vooral boerenbedrijven die het
financieel moeilijk hebben of al besloten te hebben te stoppen, lijken gevoelig …
Aanpak en bestrijding………….............................................................................................4
Gemeenten zien dat illegale hennepteelt de leefbaarheid in de wijken onder druk zet en ook
tot direct brandgevaar leidt. Er geldt daarom standaard een krachtige aanpak van alle
hennepplantages en criminele organisaties die er achter zitten. Daarnaast hanteren velen
ook een uitsterfbeleid.
Politie en justitie boeken flinke successen maar zullen langjarig en intensief moeten blijven
investeren om de ondermijning terug te dringen. Ook gevaren als het transporteren van
drugs en afval en zelfs mensenhandel zijn in beeld. Maar ook zaken als fraude en witwassen.
Integraal optrekken, ook met woningcorporaties en energiemaatschappijen, loont zichtbaar.
De speciale Taskforce die momenteel in Brabant werkt, werpt ook zijn vruchten af.
Ruim een jaar geleden is een geïntensiveerde aanpak van drugscriminaliteit gestart in de drie
zuidelijke provincies, Brabant, Zeeland en Limburg. Deze aanpak, 'Intensivering Zuid', heeft
tot doel om als één daadkrachtige integrale overheid (OM, politie, openbaar bestuur,
Belastingdienst, FIOD, Douane, Koninklijke Marechaussee, de Regionale Informatie en
Expertisecentra en de Taskforce Brabant-Zeeland) criminele netwerken te verstoren en de
productie van hennep en synthetische drugs substantieel terug te dringen.
En via een Regionaal Informatie en Expertise Centrum wisselen opsporingsdiensten,
gemeenten en andere besturen tegenwoordig informatie uit om verdachte bedrijven en
personen te stoppen met vermenging vanuit de onderwereld en de bovenwereld.
Rapporteurs van ‘Integraal Appel’ (onderzoek Universiteit van Tilburg) wijzen er hierbij
overigens op dat een traditioneel overheidsoptreden alleen geen verandering zal brengen.
Er is innovatie, creativiteit en ondernemerschap nodig.
De manier waarop coffeeshopketen The Grass Company miljoenen euro's naar Thailand
heeft gesluisd, 'schreeuwt om uitleg'. Dat zegt (BN De Stem d.d. 18-03-2016) witwasexpert
Jan van Koningsveld, die vorig jaar aan de Tilburgse universiteit promoveerde met een
onderzoek naar misbruik van buitenlandse vennootschappen. Het Openbaar Ministerie
denkt dat er sprake is van witwassen bij de vele miljoenen euro's die de leiding van de keten
(met name de broers Johan en Frans van Laarhoven) naar Thailand sluisden. Sidney Smeets,
één van de advocaten van de coffeeshopketen, zegt dat de verdachten alles 'volledig kunnen
en zullen uitleggen'. "Dat een constructie ingewikkeld is, maakt het nog niet strafbaar."
Verdachten zijn weer op vrije voeten, maar justitie geeft niet op. Hoe sterk is het bewijs?
Hoe kun je bewijzen dat een coffeeshop te weinig belasting betaalt als je niet weet hoeveel
wiet en has er aan de achterdeur naar binnen wordt gedragen? De wietwereld werkt niet
met bonnetjes. Justitie heeft wel een troef in de vorm van een verlegging van de bewijslast.
Bij witwassen moet men zelf kunnen aantonen zich aan de regels te hebben gehouden.
Bij een grote gecoördineerde actie d.d. 04-04-2016 tegen de georganiseerde (chemische)
drugscriminaliteit in Brabant, Limburg en Zuid-Holland werden ruim honderd panden
doorzocht en 50 aanhoudingen verricht. Jaarlijks worden zo duizenden hennepkwekerijen
opgerold. Maar hoeveel nieuwe komen er steeds weer bij?
Het Zuiden van Nederland kent duidelijk een grote concentratie van teelt en criminaliteit.
Zowat de helft van alle hennepkwekerijen die in Nederland worden opgerold, zit in het
Zuiden.
Dat Brabant floreert heeft volgens deskundigen zeker te maken met de goede
infrastructurele en geografische omstandigheden: de regio ligt ingeklemd tussen de
wereldhavens van Rotterdam en Antwerpen (smokkel), ze beschikt over een uitstekend
spoor- en wegennet, er zijn stille polder- en bosgebieden (om te verstoppen) en de grens
biedt een handige uitwijkmogelijkheid.
Daarnaast worden ook nadrukkelijk sociale omstandigheden genoemd, bijvoorbeeld het
volkshuisvestingsbeleid. Grote volksbuurten, woonwagencentra en motorbendes als recept
voor problemen. Minder maatschappelijk werk, minieme pakkans en ontzettend veel geld
leidde tot een gevoel van vechten tegen de bierkaai. En niet te vergeten omtrent strafmaat.
De politie en het Openbaar Ministerie gaan inmiddels in Brabant ook geld en waardevolle
spullen van zware drugscriminelen afpakken, buiten de rechter om. Eerder was dit ook al de
aanpak bij minder zware criminaliteit. Reden daarvoor is het dichtslibben van de rechtsketen
(Volkskrant d.d. 27-04-2016). Volgens officier van justitie Roy Nanhkoesingh is het zinvoller
om drugscriminelen hun spullen te ontnemen dan ze een langdurig strafproces met een
onzekere uitkomst in te sturen. Daarmee wordt de verdachte harder getroffen.
Jan Boelhouwer (CDA), de 66-jarige burgemeester van Gilze en Rijen, verwijst (BN De Stem
d.d. 31-03-2016) ook naar de Haagse politiek die volgens hem 'te weinig benul' heeft van de
drugsproblemen in Brabant. "Daar reageren ze pas echt als het naar de Randstad overslaat."
Sinds zijn aantreden in de plattelandsgemeente in 2010 - eerst als waarnemer - ontpopte de
PvdA'er zich als een heuse crimefighter. De één na de andere woning waar een
hennepplantage werd ontdekt, liet Boelhouwer zonder pardon sluiten. De teller is inmiddels
de vijftig ruim gepasseerd, waarmee Gilze en Rijen één van de koplopers in Brabant is.
Gedeputeerde was hij in Brabant, Tweede Kamerlid en nu in zijn bestuurlijke nadagen als
burgemeester heeft hij de oorlog verklaard aan de georganiseerde drugscriminaliteit.
Repressie zoals mag worden verwacht, ontegenzeggelijk leggen dit soort “dossiers”
onmetelijke druk op onze bestuurslaag. Iets wat ook niet onderschat mag worden!
Praktijk..............................................................................................................................5
Er gelden voor coffeeshops z.g. AHOJ-GI-criteria: regels hoe zij dienen om te gaan met hun
handelswaar. Sommige delen van de bevolking zien hennepteelt inmiddels echter ook als
een geaccepteerde vorm van huisnijverheid, handig bijvoorbeeld om schulden snel af te
lossen. Alle middelen zijn ook voor iedereen te koop immers. Officieel voor thuisgebruik, das
waar ook…. Een nieuw hoofdstuk van het 'halfslachtige' Nederlandse wietbeleid betreft de
growshopwet. Een jaar geleden ingevoerd om een halt toe te roepen aan de grootschalige
wietteelt, nu lijkt de wet volledig vast te lopen. "Het is een faliekante mislukking. Alleen de
kleine thuisteler is de klos. De grote beroepskwekers halen hun spullen al jaren ergens
anders", zegt de Amsterdamse advocaat mr. Maurice Veldman.
Ook hier is voor de politiek dus duidelijk nog veel werk aan de winkel.
Terug naar de coffeeshops: (beperkte) verkoop versus illegale bevoorrading.
Inspreekster tijdens de raadscommissie Bestuur gemeente Breda d.d. 28 januari 2016,
mevrouw M. van de Wal; oud-voorzitter en interim-voorzitter van de vereniging Actieve
Bredase Coffeeshophouders, onderschrijft het dilemma van het ‘achterdeurbeleid’.
“Probleem is dat er nu geen alternatief wordt geboden om aan hasj en wiet te komen”.
Anders dan bijvoorbeeld cocaïne speelt het hele productieproces zich in onze nabijheid af.
Van stekje tot kwekerij, oogsten drogen en exporteren. Omdat de productie illegaal is, is er
dus weinig zicht op de kwaliteit en (milieu) effecten. Is het bijvoorbeeld vrij van pesticide en
verzwaringsmiddelen. En wat te denken van het drugsafval en de illegale dumpingen?
Men moet flink in de buidel tasten voor het opruimen (afvoeren en laten verwerken) van
(synthetisch) drugsafval. Ontruiming vindt plaats door politie. Het Rijk heeft tot 2018
1 miljoen euro beschikbaar gesteld om grondeigenaren tegemoet te komen in de kosten die
gemoeid zijn met ruimen. Wederom burgemeester Jan Boelhouwer (CDA) pleit (BN De Stem
d.d. 07-04-2016) dat Den Haag de drugsdumpers aanpakt. "Bovenal ben ik van mening dat
het uitgangspunt moet zijn dat de vervuiler betaalt. Ik zal dan ook mijn politieke en
bestuurlijke contacten benutten om hiervoor op landelijk niveau aandacht te vragen",
Volgens Erik de Jonge (BN De Stem d.d. 29 april 2016), boswachter voor Brabants Landschap
in de regio West-Brabant, is de Brabantse Wal een hotspot voor hennepdumpers.
Europarlementariërs Lambert van Nistelrooij (CDA) en Ivo Belet (CD &V) lieten hierover
vorig jaar tijdens het eerder aangehaald symposium nog het volgende over optekenen. Afval
vormt een ernstige bedreiging voor het grondwater, Brussel kan eisen stellen aan de
kwaliteit van het grondwater in haar lidstaten. Nederland is op dit moment kampioen
gedogen in de Europese Unie, Deze opstelling heeft ervoor gezorgd dat Brabant én Limburg
het drugsputje zijn geworden van Europa. Wat komt er via drugs in onze riolen terecht?
Internationaal……………………………………………………………………………………………………………………6
Het Nederlands gedoogbeleid is nog altijd uniek in Europa en de hele wereld.
Op internationaal niveau hebben we te maken met Europese Regelgevingen en een aantal
belangrijke verdragen binnen de Verenigde Naties waar Nederland zich aan moet houden.
Er wordt intensief samengewerkt met bijvoorbeeld België, onder meer om
verplaatsingseffecten over de landsgrenzen heen zoveel mogelijk tegen te gaan.
De Belgische overheid voert een strenge nultolerantie inzake drugsbezit. In Nederland
gedoogd men (nog steeds) drugs en voor grensgemeenten leidt dit beleidsverschil tot een
nog steeds toenemende confrontatie met drugsoverlast en drugscriminaliteit.
Hoogleraar Piet Hein Van Kempen aan de Radboud Universiteit Nijmegen concludeerde in
een onderzoek uit 2014, in opdracht van het kabinet, dat gereguleerde hennepteelt
vanwege internationale drugsverdragen juridisch niet mogelijk is. Geen ruimte dus.
De hoogleraar is nu echter, op verzoek van een aantal burgemeesters, dit opnieuw aan het
uitzoeken. Nu of mensenrechten belangrijker zijn dan de drugsverdragen. De vraag is
bijvoorbeeld of cannabisgebruik niet een fundamentele vrijheid is. Uruguay is het inmiddels
gelukt om de mensenrechten te gebruiken als argument voor de legalisering van
hennepteelt. Gaat regulering nu meer in beeld komen door internationale verruiming?
En dat dan vanuit welzijnsmotieven….
Het beleid in het buitenland pakt vaak tot op heden overduidelijk averechts uit.
In een speech d.d. 14 maart 2016 te Wenen sprak huidig staatssecretaris Martin van Rijn
(PvdA) op de jaarlijkse vergadering van de Commission on Narcotic Drugs van de Verenigde
Naties. De vraag is terecht of wij nog wel voorop lopen als het gaat om ons z.g. modern
drugsbeleid: wél wiet verkopen, maar niet inkopen. En ons land is dus, ook volgens andere
recente rapporten, nog steeds de spil in de doorvoer van en handel in drugs binnen heel
Europa. De vergadering in Wenen diende mede ter voorbereiding op de grote drugstop van
de VN in New York, later dit jaar. Wordt dus internationaal sowieso vervolgd. Naar
verwachting nog even niet door het huidig voorzitterschap van de EU: NL zelf…
Geschat wordt dat momenteel illegale kwekerijen 51 tot 97% procent produceren voor de
export. Hele uitdaging om eventuele gemeentelijke kwekerijen uit dit circuit te houden.
Nederland kan zich dus Europees kampioen drugshandel noemen, zo blijkt ook uit een
rapport van de EU begin april 2016. We hebben echt een groot probleem……
Gezondheid en welzijn..................................................................................................... 7
Ook al is in politiek Den Haag het “dossier” inmiddels verschoven van de staatssecretaris van
Volksgezondheid naar Veiligheid en Justitie, misschien toch wel het belangrijkste onderdeel.
Mening GGD bron stelt dat gezond drugsbeleid niet bestaat. Cannabisgebruik kan ernstige
gevolgen hebben, het is dikwijls de eerste stap naar verder, intenser en harder drugsgebruik.
Een joint werkt als een slaapmiddel met gewenningsproblemen, geeft een gedragspatroon
van drie glazen bier en kan de longen evenveel belasten als 20 sigaretten. Een joint versterkt
gevoelens, depressies en frustraties nemen toe, suïcidaal denken kan de volgende stap zijn.
Een joint verandert het gedrag, dat kan impulsief, asociaal en heetgebakerd worden.
Over een eventuele geneeskracht van cannabis wordt nog onderzoek naar gedaan.
Een joint verandert het denken; normvervaging, concentratie, persoonlijkheidsstoornissen,
verlies van contact met de werkelijkheid, demotivatie, onverschilligheid, angst- en
paniekaanvallen kunnen toeslaan, intellectuele vermogens en oordeelkundig inzicht
verminderen. Een vroege startleeftijd van cannabisgebruik wordt bovendien in verband
gebracht met het later ontwikkelen van psychotische stoornissen, afhankelijkheid, het
gebruik van harddrugs en mogelijke cognitieve stoornissen inclusief het risico op het
ontstaan van cannabismisbruik en cannabisafhankelijkheid.
Het KWF is eerder een bewustwordingscampagne gestart met als slogan “Zolang wij
sigaretten normaal vinden, vinden onze kinderen dat ook”. Zo’n boodschap staat dan haaks
op de boodschap die afgegeven wordt door de achterdeur van de coffeeshop te reguleren.
Als het gaat om roken en alcohol geeft de samenleving dus continu signalen. De leeftijden
worden verhoogd, het bereik minder makkelijk gemaakt en met regulering toch makkelijker.
Verslavingszorg GGZ heeft voor alle middelbare scholen modules voor voorlichting en
preventieprogramma’s. Het gaat hierbij niet alleen om het coffeeshopbeleid maar juist over
hoe we omgaan met genotsmiddelen voor (kwetsbare) jongeren.
Ook bij coffeeshops zelf kunnen jongeren folders over de verschillende drugs vinden.
Op basisscholen wordt wel over drugs gesproken maar is een officiële voorlichting bij 18 jaar
niet te laat? Ook Kentron en andere verslavingsinstituten maken zich daar grote zorgen
over. Jongeren in Nederland blowen tweemaal zoveel als in de rest van Europa.
Dan is er ook nog de kwaliteit van de wiet. In de vorm van THC , de werkzame stof in
cannabis. Dit is een afkorting van de stof tetrahydrocannabinol. Deze wordt steeds sterker
waardoor wiet richting de kwalificatie harddrugs drijft. Weer een aandachtspunt.
Het debat op lokaal niveau……………………………………………………………………............................8
Veel gemeenten willen voor de volksgezondheid en in de strijd met de criminaliteit gaan
experimenteren met de productie van wiet voor coffeeshops maar het kabinet staat dat niet
toe. Vooral onder verwijzing naar de internationale afspraken en het wettelijk gedoogbeleid.
Een recent rapport van de VNG (11-2015 Het failliet van het gedogen) geeft echter aan dat
er momenteel een “politiek” draagvlak is voor wel reguleren bij de achterdeur.
Om de problemen rond softdrugs goed aan te kunnen pakken, wil bijvoorbeeld de gemeente
Breda nu concreet een gecontroleerde verkoop en productie van cannabis. Het college van
burgemeester en wethouders heeft het voorgestelde beleid met de raadscommissie
besproken in januari 2016. Wordt naar alle waarschijnlijkheid vervolgd medio 2016.
In 2009 werd het project Courage 2003 gestart bij de gemeenten Bergen op Zoom en
Roosendaal: gezamenlijke aanpak, nul-beleid en bestaande coffeeshops dicht. Hierdoor
verminderde het aantal drugstoeristen significant net als de drugsoverlast en de illegale
handel. Bijkomend effect was het vrijkomen van capaciteit bij de politie.
Burgemeester Jacques Niederer (VVD) heeft eerder gezegd dat Roosendaal niet van plan is
om weer coffeeshops toe te laten. Straathandel is significant afgenomen maar bestaat
niettemin nog wel. Ook de burgemeester van Bergen op Zoom, Frank Petter (CDA), gaf aan
(d.d. 1 april 2016) dat ‘sinds in zijn woonplaats alle coffeeshops zijn gesloten de criminaliteit
sterk gedaald is’. Ook is het draagvlak onder zijn bevolking gigantisch hoog. Ook de termijn
van drie maanden sluiting, het zogenaamde Damoclesbeleid, inclusief de bestuursrechtelijke
maatregelen die genomen kunnen worden, maken het antidrugsbeleid hier volledig en zeer
succesvol. Het kan dus wel! Het blijft natuurlijk wel lokaal initiatief waarvan effecten tot wel
90% op het (Belgisch) drugstoerisme slaan. Waterbedeffecten hierover zijn niet bekend.
In gemeenten waar geen coffeeshops zijn is het gebruik van cannabis niettemin niet
aantoonbaar lager gebleken. Ook hier zijn de effecten van bijvoorbeeld de wietpas in relatie
tot buitenlandse gebruikers echter buiten beschouwing.
Binnen dit kader gaan we ook weer naar de “andere kant”.
Amsterdam staat, door haar liberale softdrugsbeleid, bekend als de hoofdstad van de
cannabis cultuur. De stad is beroemd en berucht om de openlijke verkoop en vrije gebruik.
Voor menigeen aldaar zijn de 190 (!) coffeeshops een kenmerk van het open en tolerante
karakter van de stad. Uit onderzoek van de gemeente Amsterdam blijkt dat +/- 23% van de
buitenlandse toeristen die naar Amsterdam komen, ook een bezoek brengen aan een
coffeeshop gedurende hun verblijf. Weer een interessant internationaal aspect nietwaar…
Standpunt CDA …………………………………………………….………....................................................9
Het officiële huidige standpunt is als volgt omschreven:
Het aantal coffeeshops, vooral in de omgeving van scholen, moet verder worden verminderd.
Uiteindelijk moeten alle coffeeshops uit Nederland verdwijnen. Wij zijn voorstander van de wietpas,
waardoor coffeeshops alleen toegankelijk zijn voor meerderjarige Nederlandse gebruikers. De handel
in drugs, straatverkoop, de illegale verkooppunten en de handel rondom scholen en
horecagelegenheden moet harder worden aangepakt. De voorlichting tegen drugs en alcohol moet
steviger. We moeten af van het beeld dat alcohol en drugs niet gevaarlijk zijn.
In het eerder aangehaald symposium te Baarle Nassau d.d. 10 oktober 2016 ‘Drugs kennen
geen grenzen’ stelt België dat de kwaliteit van leven het gebruik van drugs op geen enkele
wijze toelaat. Dit is in feite dus ook de lijn van het CDA.
Actuele aandacht voor de problematiek klinkt niettemin op verschillende fronten:
De Statenfractie Brabant van het CDA maakt zich al geruime tijd zorgen over de gevolgen
van de drugsproductie en het drugsgebruik in Brabant en roept recent (maart 2016) op om
in beweging te komen. Ook de Tweede Kamer leden Mustafa Amhaouch en Madeleine van
Toorenburg hebben in dezelfde periode Kamervragen gesteld en beantwoord gekregen over
het bericht “Kosten opruimen drugsafval Brabant in kaart gebracht”. De antwoorden
bevestigen de noodzaak voor broodnodige verhoogde aandacht voor deze specifieke
problematiek.
Dezelfde Marcel Deryckere laat d.d. 15 april 2016 in een blog weten dat het CDA Brabant
ontwikkelingen in onze provincie met lede ogen aanziet en heeft tijdens de behandeling van
de Perspectiefnota 2016 in de Provinciale Staten om actie gevraagd. Brabant moet de
noodklok luiden en meer handhavingscapaciteit en middelen vragen.
Fractievoorzitter Marianne van der Sloot voerde vervolgens namens het CDA het woord.
Als eerste het thema veiligheid. Het CDA maakt zich grote zorgen over de heftige
drugscriminaliteit in onze provincie. De afgelopen jaren en weken zijn er gelukkig grote
stappen gemaakt in de bestrijding, mede dankzij de Taskforce. Helaas zien we dat de totale
criminaliteitsbestrijding in Brabant nog lang niet op niveau is. Alleen in de steden weet de
politie de wettelijk verplichte aanrijtijd van een kwartier te halen. Op het platteland is de
politie letterlijk ver weg. Politiebureaus sluiten en ingeval van spoed is de politie in een
aantal gemeenten er pas na een kwartier. Te laat dus.
Bij misdrijven of aangiftes zien we hetzelfde zorgelijke beeld. Landelijk wordt gemiddeld 1 op
de 4 misdrijven opgelost. In Brabant ligt dit aantal structureel veel lager. Je zult maar in
Goirle wonen, waar maar 1 op de 10 misdrijven wordt opgelost. Het CDA vindt dit
ontoelaatbaar. Criminelen krijgen te veel ruimte en komen en er te vaak ongestraft mee
weg. Wij vragen het college dit aan te pakken met de motie Brabant Opsporing Verzocht.
Uiteindelijk werd deze motie weer ingetrokken na toezegging vanuit Gedeputeerde Staten.
Het CDA wil het gebruik van softdrugs niet alleen ontmoedigen, maar ook verbieden en dat
handhaven. Voor gereguleerde wietteelt, zowel bezien naar nationale als internationale
aspecten, is geen plaats. Ondertussen heeft Nederland een gedoogbeleid. Ook het CDA
constateert dat het helaas niet lukt, dus afschaffen graag. Er zijn verder niet echt
alternatieven zichtbaar vanuit de partij hoe de huidige problemen dan wel op te lossen zijn.
De meeste CDA burgemeesters volgen het standpunt van de Tweede Kamerfractie.
“De praktijk is echter weerbarstig, je kunt je ogen wel sluiten voor de werkelijkheid maar er
is een markt voor softdrugs”, zegt de burgemeester uit een middelgrote plaats in Brabant.
Een andere burgemeester uit een gemeente met veel horecagebieden maar zonder
coffeeshops, laat noteren: “Ik volg de landelijke standpunten van het CDA”.
Straathandel met veel overlast en klachten is daar echter wel (nog steeds) het gevolg.
Vanaf dit punt maak ik graag de verbinding met onze 4 kernwaarden.
Publieke Gerechtigheid staat voor heldere regels, streng maar wel rechtvaardig. Regulering
van wiet is ook strafbaar, dus gedogen of toepassen past daar niet bij. En zeker ook niet
bezien vanuit Europese regelgeving en VN verdragen. Helder beleid voor iedereen in de
aanpak tegen de georganiseerde misdaad en handhaving rondom de coffeeshops.
Publieke gerechtigheid in de zin van een strikte aanpak tegen dealen en bezit.
Solidariteit zie ik hoofdzakelijk in het willen beperken van maatschappelijke overlast, door
aanpak van criminele activiteiten en veiligheid voor alle bewoners. Iedere gemeente heeft
een eigen functie. Dat vereist, naast draagvlak, solidariteit met betrekking tot beschikbare
middelen zoals bijvoorbeeld capaciteit maar ook richting preventie en voorlichting.
Rentmeesterschap uit zich aansluitend eveneens in de richting van preventie en
voorlichting. Bescherming van de individuele mensen of groepen zoals kwetsbare jongeren.
Daarnaast duurzaamheid betrachten door drugsafval uit het milieu te houden en repressief
optreden. Inzetten op bestrijding waar het CDA telkens op hamert past hier dus prima bij.
Gespreide Verantwoordelijkheid als bottleneck? Het CDA komt vanuit haar kernwaarden al
snel bij ons maatschappelijk middenveld en de rol van de overheid. Enerzijds wil men door
de verbods- en gebodsregels van het huidig gedoogbeleid een dominante rol van de
overheid. Men geeft de uitvoerende overheid ook ruimte om dáár invulling aan te geven.
Een lijn van gespreide verantwoordelijkheid wordt anderzijds echter niet doorgetrokken
richting maatschappelijke omstandigheden als het gaat om een mogelijk andere benadering.
Lokaal maatwerk, initiatieven over de materie of problematiek vinden geen gehoor tenzij het
onderdeel uitmaakt van het CDA standpunt. Zelfs niet als het gaat om pilots vanuit bevoegd
gezag, onderzoek, op basis van duidelijke signalen of het meedenken rechtstreeks uit de
maatschappij en middenveld. Gespreide Verantwoordelijkheid concentreert zich zo tot
operationeel handhavend optreden. Achterdeur benadering louter vanuit openbare orde.
Tijd voor conclusies en aanbevelingen….
Conclusies en aanbevelingen............................................................................................ .10
Het mag eigenlijk wel en het mag eigenlijk niet…..
Het softdruggebruik is een maatschappelijk gegeven, een mate van eigen
verantwoordelijkheid maar dwingt, vooral in het belang van de volksgezondheid, tot het
voorkomen van (onverantwoord) gebruik. Deze conclusie is in feite strijdig met het huidig
CDA standpunt. Theoretisch heeft het CDA een heldere lijn. Al wordt het gedoogd, het blijft
strafbaar en het is niet goed. Geen regulering, sterker ook helemaal geen coffeeshops.
En uiteraard aanpak van overlast en bestrijding van criminaliteit. Daar is iedereen wel uit.
Respect voor ideologische standpunten maar sluitingen blijken niet altijd de oplossing.
Bijvoorbeeld de jeugd kan toch op allerlei plekken makkelijk aan cannabis komen. Dat wordt
niet opgelost met het sluiten van de coffeeshops, alleen onzichtbaarheid wordt dan vergroot
en er kan een gigantisch probleem ontstaan in het kader van openbare orde en gezondheid
omdat bijvoorbeeld dan de straathandel weer of nog meer opduikt.
Allereerst echter absoluut ontmoediging van gebruik door preventie en voorlichting.
Vooral aan jongeren. Voorlichting moet minimaal leiden tot bewustwording van de risico’s.
Niet gezond gebruik want dat bestaat niet!
Het is daarbij de vraag of vanuit preventie zaken maatschappelijk al niet te laat worden
bijgestuurd. Opvattingen “als je iets graag wilt doen, dan doe je het toch” zijn breed
gedragen. De straffen zijn geen ontmoediging. Iets wat er in generaties is ingeslopen en
bestuurlijk en juridisch is ingebed draai je niet in één generatie terug.
Stevig inzetten op bestrijding van straathandel en het voorkomen van verslaving.
Een keten van preventie, repressie en zorg.
Centrale vraag is of overheidsingrijpen en -optreden door middel van reguleren de oplossing
bieden. En ja, wat voor signaal geven we af. Een signaal tot vrijer toegankelijker gebruik of
een signaal van tot hier en niet verder?
Vandaag de dag leidt de illegale hennepteelt tot onveilige situaties. De productie is in
handen van (georganiseerde) criminelen. De hennepteelt is een enorme criminele
bedrijfstak geworden en ondermijnt onze samenleving. Steeds meer helaas, tot in haarvaten
en verbetering is ,ondanks gigantische inspanningen, niet voldoende in zicht.
Intensiveren van het huidig beleid kan niet het enige antwoord zijn want dat antwoord zijn
we al 20 jaar aan het geven en de problemen worden er niet minder om. Er wordt vaak in
rapportages gestrooid met cijfers en percentages. Er is altijd een rapport te vinden waar iets
beters in staat of net het tegenovergestelde.
Aanbeveling. Laten we ons eens minder door de theorie leiden en meer inzetten op onze
CDA kernwaarde gespreide verantwoordelijkheid om mee te denken richting een vorm van
regulering. Op verantwoorde wijze. Landelijk.
De toenemende criminalisering van de kweek, handel en verkoop mag onze samenleving
niet nog verder bedreigen. Criminaliteit en illegale hennepplantages zitten niet per definitie
aan de coffeeshops gekoppeld. Wel per saldo nu een eind gaan maken aan het juridisch
wanproduct van gedogen waarmee iets wat verboden is toch mag.
Met regulering krijg je een decriminaliseren van coffeeshops, een scheiding van de
gereguleerde verkoop van de illegale productie. De rest is misdaad.
Met reguleren van de achterdeur is het dus een deel van de oplossing. Ook in een nieuw
systeem zullen we overlast en onveiligheid blijven houden. Misschien niet meer in onze
woonwijken maar wel op andere niveaus en in andere (internationale) gebieden. De
criminaliteit zal niet opeens totaal verdwenen zijn. Wel weg van de symptoombestrijding.
Een keten van preventie, regulering, repressie en zorg.
Geef en pak ruimte om samen met vele partners een nieuw beleid verder uit te werken.
Zelfs een apotheek kan hierbij dan in beeld komen. Belangrijke parallel aandachtspunten
kunnen zijn een verbeterslag bij onderwijs, voorlichting en extra zorg voor jongeren van 12-
18 jaar. Goed nadenken over een toegestane handelsvoorraad en (betere) spreiding van
coffeeshops. Monitoring van en door biologisch verantwoorde (geen chemische middelen)
kweeklocaties en keurmerken. Betere innovatieve en creatievere manieren voor repressie.
En allereerst aan de slag binnen de Haagse en internationale context.
Eindconclusie wat mij betreft echter: een tijdelijk karakter. Of start met een pilot.
Politiek en maatschappelijk in het huidig klimaat voor het CDA ook het maximaal haalbare.
In combinatie dan met uitsterfbeleid, andere initiatieven, activiteiten of experimenten
hopelijk for the time being. Reguleren?
Het mag eigenlijk niet, maar het moet eigenlijk wel…
Bronvermelding .................................................................................................... –bijlage-
districtsscan Markiezaten 2012
wietmanifest “Joint Regulation” 31 januari 2014
onderzoeksrapport P. van Kempen internationaal recht & cannabis 2014
beleidsregels Damoclesbeleid basisteam Bergen op Zoom april 2015
afstudeerpaper M. Verkleij “Gereguleerde wietteelt of niet?” mei 2015
symposium ‘Drugs kennen geen grenzen’ CDA Brabant/CD&V 10 oktober 2015
nota “Herijking softdrugsbeleid Breda” november 2015
VNG nota bestuurlijke werkgroep “Het failliet van het gedogen” 19 november 2015
raadsvergadering commissie Bestuur & B&W gemeente Breda 28 januari 2016
EU Drug Markets Report 2016 april 2016
Motie CDA Brabant “Opsporing verzocht” 15 april 2016
Brief Beantwoording Kamervragen van Amhaouch en van Toorenburg
“Kosten opruimen drugsafval Brabant in kaart gebracht” 18 april 2016
www.jellinek.nl
www.rechtspraak.nl
www.courage.nu
www.ggd.nl
www.ggznederland.nl
www.novadic-kentron.nl
www.amsterdam.org