Download - Thuisloosheid Ppt
Stereotypes
• Cumulatieve stressvolle gebeurtenissen• Materiële factor• Affectieve of relationele factoren• Persoonlijke factoren• Institutionele factoren
2
• Twee rode draden prominent aanwezig
- Letterlijk geen dak hebben- Leven in marginale wooncircuits
HUISVESTINGSPROBLEMATIEK
3
– Geen wezenlijke bindingen–Weinig of geen banden van betekenis met
sociale omgeving–Geen aansluiting met maatschappij–Weinig voeling met zichzelf (wensen,
verwachtingen, eigen zingeving)
VERBINTENIS- OF ONTANKERINGSPROBLEMATIEK
4
• Troaways : voelen zich “weggegooid” uit maatschappij
• “Dé thuisloze” bestaat niet• Elk proces van thuisloosheid is uniek
5
• Thuislozenpopulatie :Sterke dynamiek door globalisering van
thuisloosheid- Asielzoekers- Uitgeprocedeerden- Slachoffers van mensenhandel- Toename van thuisloze vrouwen en kinderen- Koppels- gezinnen
6
• TWEE GROTE GROEPEN
*ruptuur: plotselinge gebeurtenis of breuk
• Thuisloos sinds kindertijd• Langere tijd gewoon leven – ruptuur * - thuisloosheid
Geen duidelijke ruptuur; cumulatie van stressvolle factoren
7
• Belangrijke voorbeelden van rupturen– Relatiebreuk– Overlijden van belangrijke figuren uit de directe
omgeving– Verlies van werk– Echtscheiding
8
Terugkeer is moeilijk!
– eigen individuele reactie– Manier waarop de maatschappij met dit soort
breuken omgaat – Samenspel of interactie tussen maatschappij en
individuele reactie
9
Een stapel ellende• TWAALF RISICOFACTOREN: 2. OPEENSTAPELING VAN NEGATIEVE GEBEURTENISSEN
- leidt tot wanorde4. VERLIES- EN SCHEIDINGSERVARINGEN IN DE JEUGD
- overlijdens- echtscheiding van ouders- niet door natuurlijke ouders grootgebracht- frequent verhuizen
9. PROBLEMATISCHE GEZINSSITUATIE- afwezige ouders- conflicten met ouders of stiefouders- thuis buitengezet
10
1. MEER DAN ÉÉN PARTNERRELATIEBREUK
Gevolgen:
- moeizame contacten met eigen kinderen of kleinkinderen
- conflicten rond alimentatie
- zich afsluiten voor nieuwe relaties
- grote angst om opnieuw gekwetst te worden
7. AFBREKEN VAN SOCIALE CONTACTEN
Niet altijd sprake van een conflict of breuk, maar men wil ouders, familieleden of vrienden niet tot last zijn
= DESAFFILIATIE
11
1. VERBLIJF IN RESIDENTIËLE INSTELLINGEN
= versterking van ontankeringsproces
- moeilijker de contacten met het thuismilieu te onderhouden
4. PSYCHISCHE OF PSYCHIATRISCHE PROBLEMATIEKEN
- men geeft zijdelings aan dat men problemen heeft
- men verwijst naar een psychiatrische opname
- men verwijst naar de wens er een eind aan te maken
- hopeloosheid
- lage zelfwaardering
- duidelijke nood aan psychische ondersteuning
12
Respect?
1. VERSLAVINGSPROBLEMATIEKEN
- drank
- drugs
- medicatie
- stemmingsstoornissen
6. VERSCHEIDENE CONTACTEN MET JUSTITIE
- elke gevangenisstraf zorgt voor breukmoment
- totaal onvoorbereide vrijlating
- duidelijk gebrek aan nazorg of ontslagvoorbereiding
13
1. ZEER ONGUNSTIGE MATERIËLE LEEFOMSTANDIGHEDEN- werkloosheid- financiële armoede- schulden- slechte en/of onzekere woonomstandigheden
6. ADMINISTRATIEVE EN BUREAUCRATISCHE NETTEN- uitkering of domicilie niet geregeld- gaat sterk doorwegen in geheel van stress-situaties en negatieve gebeurtenissen
9. STIGMATISERING IN ONZE SAMENLEVING- ‘negatief’ etiket opgeplakt (gebruiker,werkloze,dakloze)- tast zelfrespect aan- neerwaartse spiraal
14
Berg op
• Aanzetting tot herankering:– terugvinden van stabiliteit op vlak van
• Woonplaats• Relaties• Daginvulling
15
– Omslagpunten (triggers)• Langere periode op dezelfde plaats verblijven• Hulpverlener waarme het ‘klikt’• Zekere vorm van bemoeizorg• Opnieuw contact met familieleden• Zorg voor eigen kinderen = grootste drijfveer om vooruit te
willen• Zinvolle dagbesteding• Aandacht voor hobby’s en vrijetijdsbesteding
16
Zonder traject
• Problematische relatie met instituties• Instellingsstructuur op gespannen voet met
thuislozen- en straatcultuur– Hoge prijs voor verblijf– Onthaalcentra maken de rechten van thuislozen
niet waar op vlak van • Huisvesting• Werk• Zinvolle activiteit
17
• Thuislozen missen in de “bed-bad-brood” filosofie de “B” van – Betrokkenheid– Begrip– Belangstelling
Begeleiding dient actiever op zoek te gaan naar
positieve sociale rollen / positieve identiteiten van
thuislozen
19
Huisloos
• Verschijningsvormen en omvang van thuisloosheid bepaald door– Economische ontwikkelingen– Sociaal-culturele evoluties– Demografische processen– Reactie van de overheid op demografische
processen
20
• Belangrijkste factoren: Begin jaren tachtig: Woningcrisis verstoorde
evenwicht tussen vraag en aanbod
Geen betaalbare woning voor laagste inkomensgroep & sociale huursector is zeer klein in België en Vlaanderen
EIGEN HUIS EN THUIS IS CRUCIAAL ELEMENT IN PROCES VAN HERANKERING
21
Individualisering
• Brengt aantal risico’s op sociale uitsluiting mee:– Individuen meer en meer op zichzelf aangewezen– Vorm geven aan eigen leven– Risico’s waarmee dit gepaard gaat word op het
individu afgewend– Familiale en echtelijke conflicten
22
• Risico-indicatoren voor marginalisering (Judith Wolf)– MACRONIVEAU
Samenleving– MESONIVEAU• Instanties• Buurt• Groep• Gezin• hulpverlening
– MICRONIVEAUIndividueel functioneren
Marginalisering is het gevolg van een wisselwerkingtussen factoren op de verschillende niveau’s
23
• Relevant in het bestrijden van thuisloosheid zijn:– Opvoedings- en gezinsondersteuning– Opleiding en tewerkstelling– Inkomen– Schuldbemiddeling en adminstratie– Huisvesting– Gezondheidszorg– Justitie– Sociale netwerken– Residentiële voorzieningen– Opvangcentra voor thuislozen zelf
24
Algemene preventie
• REÏNTEGRATIE: samenwerkingsverbanden met aangrenzende sectoren onmisbaar op vlak van:– Huisvesting– Administratie en inkomen– Gezondheidszorg– Opleiding en tewerkstelling– Sociale netwerken
25
• Goed beleid ten aanzien van thuisloosheid• Systematische preventie– Niveau van lokale beleidsniveau– Niveau van lokaal sociaal beleid
26
• Randvoorwaarden om afstemming en samenwerking op het instellingenniveau binnen en over sectoren te kunnen realiseren:– Kerntakenbepaling – Gelijkwaardige samenwerking in een netwerk
• DIALOOG LEGT DE BASIS VOOR ALGEMENE PREVENTIE, OOK VAN THUISLOOSHEID
27
Positieve beeldvorming
• erkenning van de persoon achter de thuisloze• Garanderen van zijn sociale grondrechten• Streven naar gelijkwaardigheid• Creëren van voldoende keuzemogelijkheden om het eigen
levenspad te kunnen invullen• Contact met samenleving kan een positief ankerpunt zijn voor de
thuisloze• Gedeelde verantwoordelijkheid• Wijze waarop men naar personen kijkt = bepalend voor het gedrag
t.a.v. deze personen
28
Participatie op maat
• Door vaste vertrouwenspersoon• Constante ondersteuning bij
schakelmomenten • Versterkt de kans op– Continuïteit– Integraliteit– Transparantie van het hulpaanbod
29
• Participatie is alleen functioneel als het bijdraagt:– Op eigen persoon– Op zijn omgeving– Als dit het gevoel geeft “mee te tellen”
• Nood aan methodische ondersteuning om participatie te realiseren – In individuele relatie– In groepswerking– Op beleidsniveau
30
Krachten versterken
• Proactief optreden is aangewezen omwille van– Persoonlijke kost– Maatschappelijke kost
• Krachtgerichte benadering zet de focus op aanpak van risicofactoren– Plaatsing– Huisuitzetting– Psychische stoornissen– Stigmatisering
31
• Uitgangspunten om pro-actief optreden beter te faciliteren:– Solidariteit– Diversiteit– Volwaardig burgerschap
32
Gedeelde zorg
• Netwerkvorming• Partnerschappen• Intersectorale benadering om reïntegratie van
thuislozen ook in eigen sector van het algemeen welzijn te kunnen verbeteren
ELKE VORM VAN THUIS- OF DAKLOOSHEID IS EEN ONRECHT DAT HOOG OP IEDERS AGENDA MOET STAAN!
33