Toneel in de Renaissance
Rond 1485
beginnen Italiaanse machthebbers de productie van Antieke Romeinse en moderne imitaties te financieren
Gevolg er ontstond een groeiende vraag naar toneel stukken in het Italiaans
Giangiorgio Trissino
Schreef één van de eerste belangrijkste stukken in de volkstaal
Toneeltype: tragedie Verschenen: 1524
Titel: Sophonisba
Het neoklassieke ideaal voor toneel
ontstond in Italië
verspreidde zich over heel Europa
maakt vooral in Frankrijk in de 17de eeuw een grote ontwikkeling door
Drie typen van spelen
Tragedie
Komedie
Pastorale
Tragedie
Hooggeplaatste personen gaan ten onder door menselijke misser of door toedoen van goden
Eenheid van plaats, handeling en tijd
Handelingen geloofwaardig
Zuiverende werking op toeschouwers (catharsis)
Komedie
Laat mensen uit het gewone volk zien en hun belevenissen
Pastorale
Speelt zich af tussen herders
Thema is de liefde
Het klassiek drama moest aan wetten voldoen: Wetten van Aristoteles
Eenheid van plaats: één plaats
Eenheid van tijd: binnen 24 uur
Eenheid van handeling: één centrale gebeurtenis
Verdeling in vijf bedrijven
Vijf bedrijven hield in:
Expositie: vaak een lange monoloog die uiteenzet wat er eerder en elders gebeurd is
Intrige: probleem wordt duidelijk Climax: spanning wordt opgevoerd Catastrofe: hoogtepunt binnen het verhaal Peripetie: ontknoping (goed of kwaad), vaak
gepaard met een deus ex machina
Toneel aan de Italiaanse hoven
Er werden prachtige reconstructies van Romeinse theaters gebouwd
Tijdens de voorstellingen werden zogenaamde intermedii (tussenspelen) opgevoerd (muziek, kort komisch stuk, dans)
Teatro Olimpico (Vicenza, 1584)
Commedia Dell’Arte
Naast het hoftoneel ontstond de Commedia dell’arte (16de eeuw)
Vaste typen: Pantalone, Arlecchino, Colombine, Brighella
Volkshumor in scène gezet
Ontstaan uit het lagere volk
Pantalone, Arlecchino, Colmbine, Brighella
Commedia Dell’Arte
Beroepsspelers
Hoofdinhoud was vastgelegd
Op dit scenario werd geïmproviseerd
Vaak toespelingen op actuele gebeurtenissen
De uitvoeringen
Werden sterk verbeterd doordat men op het podium gebruik maakte van technieken om diepte te suggereren.
Zowel in de architectuur als in de beschildering werd van nieuwe technieken gebruik gemaakt
In Italië verschenen verschillende handboeken over het gebruik van perspectief e.d. verspreiding over Europa
Vaste schouwburgen
De stukken van o.a. Shakespeare, Marlowe en Jonsons werden opgevoerd in vaste schouwburgen
Spelers werden naar hun belangrijkheid betaald
De groep spelers genoot bescherming van een vorst of edelman
Engeland
Shakespeare zet de heersende traditie van het middeleeuwse wagenspel voort
Natuurlijkheid is bij hem het sleutelwoord: het oproepen van een wereld door een juist gebruik van attributen, handgebaren, stem en bewegingen. De toeschouwer moet die wereld met zijn fantasie scheppen
Elders in Europa
Begin 17de eeuw waren vooral het Engelse theater en het Spaanse theater van belang
In de loop van de eeuw werd het accent verlegd naar Frankrijk: Corneille, Molière, Racine
In Nederland
Duurt het vrij lang voordat de nieuwe toneelontwikkelingen doordringen
Hier worden in de 16de eeuw voornamelijk al dan niet religieus getinte toneelstukken gespeeld, afgewisseld met kluchten
Veel stukken worden geproduceerd door de Rederijkerskamers
De eerste vormen van klassiek drama in Nederland
Pas in de 17de eeuw
Joost van den Vondel: Gijsbrecht van Aemstel, Lucifer, Jephta
P.C. Hooft: Gerard van Velzen
Schouwburgen
In de loop der eeuwen zijn veel schouwburgen gebaseerd op het ontwerp van Teatro Farnese (vgl. de Leidse Schouwburg)
De eerste Nederduytsche Academie nam het initiatief tot de oprichting van een openbare schouwburg in Leiden (1704)
Teatro Farnese (1618 te Parma)