Trendrapport Slim Nederland in 2030
Smart SocietyJournal
Slim Nederland in 2030
2 3
P4. Voorwoord “Tegen 2030 moeten er overal snelle
verbindingen zijn”
Eurofiber CEO Alex Goldblum over het
hoe en waarom van dit trendrapport.
P18. Onderzoek Nederland digitaal 2030
Hoe digitaal wil Nederland zijn in 2030?
De uitkomsten van onderzoek onder
consumenten en zakelijke beslissers door
onderzoeksbureau Motivaction.
P6. Toekomstscenario’s Hoe beleven we de wereld in 2030?
Hoe we wonen, werken, leven en ondernemen
in 2030: vier plausibele toekomstscenario’s
geschetst door het Rathenau Instituut.
P27. Visie Slimme infrastructuur voor een betere
toekomst
Aan welke eisen moet onze digitale
infrastructuur in 2030 voldoen?
De visie van Bart Oskam, COO Eurofiber.
P24. Interviews Hoe zien zij de ontwikkelingen?
Invloedrijke wetenschappers,
beleidsmakers en ondernemers over hun
kijk op de digitale toekomst in 2030.
MEER DAN 40%ZIET EEN ZELFRIJDENDE AUTO WELZITTEN
De technologische ontwikkelingen gaan in een razendsnel
tempo: we leven in een wereld die steeds meer digitaal
wordt. Hoe slim is Nederland in 2030? Wat staat ons
allemaal te wachten? En willen we dat eigenlijk wel? In dit
rapport kijken we vooruit, aan de hand van marktonderzoek
onder consumenten en zakelijke beslissers, interviews met
thought leaders en de visie van Eurofiber. Aan de basis liggen
vier plausibele toekomstscenario’s.
Wat kunnen we verwachten in 2030?
TrendrapportColofon
Samenstelling & regie:
Clementine Witkamp, Eurofiber
I.s.m. Nanda Bechtholt, The
Communication Force
Tekst & eindredactie:
Kitty Döppenbecker,
Communications
– Into Copy
Tekst onderzoek:
Kevin Hengstz, Motivaction
Tekst toekomstscenario’s:
Roel van der Heijden,
wetenschapsjournalist
Vormgeving:
Sake van den Brule,
Mr.Brand™
Illustraties:
Doesjka Bramlage,
Mr.Brand™
Infographics:
Richard Wouters, Axioma
Fotografie:
Mirjam van der Linden
Eerste druk december 2015
Op deze uitgave rust het
copyright van de verantwoor-
delijke auteurs. Voor verveel-
voudiging en/of het openbaar
maken van de gehele of
delen van de inhoud moet
voorafgaand toestemming van
de uitgever worden verkregen.
ENTER THE SMART SOCIETY
Alex Goldblum en Rick Nieman tijdens het Eurofiber congres Slim Nederland in 2030
Slim Nederland in 2030
4 5
Toch is er veel gebeurd, zeker als het gaat om de digitale
infrastructuur van ons land. Vijftien jaar geleden stond glas-
vezel nog aan het begin. Nu verbinden we scholen, zieken-
huizen en bedrijven via ons glasvezelnetwerk. En de helft
van het mobiele verkeer gaat over onze verbindingen. Deze
ontwikkelingen zullen een verdere vlucht nemen. Tegen 2030
moeten er overal snelle verbindingen zijn, zodat iedereen in
onze samenleving ervan kan profiteren. Denk aan digitale
leeromgevingen op scholen, zorgdiensten die vanuit huis te
bereiken zijn of verkeerssystemen waarmee het aantal files
drastisch vermindert.
De explosie aan connectiviteit en apparaten die met elkaar
in verbinding staan, vergt wel een enorme uitbreiding van
de capaciteit van onze netwerken. Zeker als het gaat om
glasvezelverbindingen, die het grootste deel van die groei
moeten dragen. Want ook in 2030 blijft glasvezel broodno-
dig, simpelweg omdat niet alles draadloos kan. In Nederland
zijn we goed op weg met onze digitale infrastructuur, dat
hoor ik vaak van buitenlandse collega’s. Natuurlijk kan het
altijd beter: zo moeten we als bedrijven en overheidsinstel-
lingen nauwer samenwerken om een basis te bieden voor zo
veel mogelijk slimme toepassingen.
Als Eurofiber lopen we mee in de voorhoede van de inno-
vatie. De vraag is natuurlijk of consumenten en bedrijven
die innovatie ook omarmen. Hoe denken zij dat we wonen,
werken, leven en ondernemen in 2030? Ter gelegenheid van
ons vijftienjarig bestaan vroegen we Motivaction om dit te
onderzoeken, aan de hand van toekomstscenario’s van het
Rathenau Instituut. In dit Smart Society Journal leest u
de uitkomsten en geven vooraanstaande wetenschappers,
ondernemers en politici hun visie op de zaak. Uiteraard
blikken we ook vooruit naar de digitale infrastructuur van
de toekomst.
Ik ben ervan overtuigd dat technologie ons zal helpen om
fundamentele zaken als onze veiligheid, transport, voedsel-
voorziening en de gezondheidszorg te verbeteren. Het is een
toekomst waar ik naar uitkijk. Hoe ons leven er precies uit zal
zien in 2030? Wie zal het zeggen. Ik hoop dat ik dat hover-
board dan eindelijk onder de knie heb…
Alex Goldblum
CEO
Eurofiber
“Tegen 2030 moeten er overal snelle verbindingen zijn”
Op weg naar een smart society
Hoe slim is Nederland in 2030? Laten we ons vervoeren door zelfrijdende auto’s? Bezorgen
drones de boodschappen die onze koelkast heeft besteld? En is de tijd dat we ‘naar
kantoor’ gaan voorbij? Vooruitkijken is lastig. Dat blijkt wel uit eerdere voorspellingen voor
2015. We hebben nauwelijks robots die ons huishouden doen. Er zitten geen persoonlijke
sensors in onze kleren en helaas… we hebben nog steeds geen hoverboards.
Voorwoord
Slim Nederland in 2030
6 7
Plotseling springt de wasmachine
aan, John schrikt ervan. Blijkbaar is
de energieprijs net lager geworden
of leveren zijn zonnepanelen voorlo-
pig genoeg energie om de machine
draaiende te houden. De apparaten
in zijn huis zijn bijna allemaal verbon-
den met het netwerk dat bepaalt
wanneer ze het beste kunnen star-
ten. Waarom zou je voor je wasbeurt
stroom uit het elektriciteitsnetwerk
gebruiken als je weet dat over een
uur de zon gaat schijnen voor de rest
van de middag?
John is vrij. Het biedt hem de gelegenheid
om thuis een boek te lezen, te genieten
van het mooie weer en misschien nog wat
kleine klusjes uit te voeren. Als hij daaraan
toekomt. De wasmachine zet John aan
het denken en hij besluit eens een blik te
werpen op het energieoverzicht van de af-
gelopen maand. Hij opent op zijn tablet een
interactief overzicht van wat er momenteel
in huis gebeurt. Een dwarsdoorsnede van
zijn huis toont alle kamers. John ziet tot op
tienden van graden hoe warm het is in elke
kamer, of de verwarming draait, waar het
licht aan is, welke apparaten aanwezig zijn
en hoeveel stroom ze verbruiken. Met een
simpele druk op de knop kan hij achterha-
len hoeveel energie er de afgelopen tijd is
verbruikt door welke apparaten.
Natuurlijk wordt er niet alleen maar stroom
verbruikt. Op het dak heeft John – net als veel
van zijn buren – een flink aantal zonnepanelen
staan, die het grootste deel van de tijd meer
stroom produceren dan in huis wordt ver-
bruikt. Hij ziet op zijn tablet de virtuele ener-
giestroom het huis uitlopen en weet meteen
hoeveel hij daaraan verdient. Per seconde is
dat bedrag niet indrukwekkend, maar over
een maand of een jaar tikt het aan. John
werpt een blik op de stroomprijs, die continu
varieert. Gezien de stralende zon buiten
wordt er momenteel relatief veel stroom
geproduceerd, en zakt de prijs. Helaas.
Waar de stroom heen gaat die zijn woning
exporteert hangt van het moment af. John
kan het niet precies zien, maar waarschijn-
lijk gaat het naar buren die op dat mo-
ment meer elektriciteit vragen dan ze zelf
produceren, of naar de elektrische auto’s
die in de straat staan geparkeerd. Deze
slaan de energie niet alleen op om ermee
te kunnen rijden, maar dienen ook als een
soort energiebuffer voor de buurt. Op
deze manier gebruikt men zo min mogelijk
stroom uit het relatief dure en vervuilende
algemene energienet, dat nog grotendeels
op fossiele brandstoffen draait. Toch is het
ouderwetse netwerk nog nodig: er is op
momenten simpelweg te weinig wind- of
zonne-energie.
In hetzelfde overzicht kan John tot in detail
zien welke informatie hij deelt met de ver-
schillende bedrijven die zijn energievoorzie-
ning regelen. Dat is geen overbodige luxe,
want er is een levendige handel in data
en bedrijven geven hun klanten maar al te
graag wat korting in ruil voor bijvoorbeeld
hun gebruiksstatistieken. Het is verplicht
klanten in te lichten over het gebruik van
hun gegevens. Voor die omslag heeft vooral
een groot dataschandaal, nu enkele jaren
geleden, gezorgd. Een energiebedrijf deelde
klantendata met een installatiebedrijf dat
de beveiliging niet op orde bleek te hebben.
Zo konden er grote hoeveelheden gegevens
lekken naar criminelen. Niet alleen namen,
adressen en bankgegevens kwamen op
straat te liggen, maar ook gedetailleerde
beschrijvingen van alle apparaten binnen
het netwerk. Samen met verbruiksstatistie-
ken (waaruit je kunt afleiden wanneer men-
sen thuis zijn) was het nog maar een koud
kunstje om de ideale inbraak te plannen.
John is tevreden met zijn energieproduc-
tie en -verbruik. Als hij de voorraadruimte
inloopt om wat te drinken te pakken gaat
het licht vanzelf aan, en het dooft weer
wanneer hij de deur achter zich sluit. Ook
een mooie manier om energie te besparen.
Nergens in huis is nog een lichtknopje te
bekennen, de huiscomputer weet precies
waar iedereen is en past daar het lichtplan
per kamer op aan. Nooit meer blijft er per
ongeluk een lamp branden, of de verwar-
Energieverbruik is snel en eenvoudig inzichtelijk
Overcapaciteit stroom gaat naar elektrische auto’s in de straat
Er is een levendige handel in data
In zijn huis is geen lichtknopje meer te bekennen: de huiscomputer weet waar iedereen is
‣ ‣
Wonenin 2030
Toekomstscenario’s
Slim Nederland in 2030
8 9
Werkenin 2030
ming. Die volgt gedurende de dag een
plan op basis van de aanwezigheid en de
agenda van de bewoners. Bij terugkomst in
de woonkamer ziet John dat er in een hoek
een sfeerlamp aangaat. Eigenlijk onzin zo
midden op de dag, met een simpel spraak-
commando dooft de lamp weer.
De koelkast waarschuwt hem wanneer hij
het pak met sap in de koelkast zet: er is een
aantal producten bijna over datum. Het
herinnert hem eraan dat hij eigenlijk nog
boodschappen wilde doen vandaag, liefst
voor de hele week. Hij vraagt de digitale
assistent op zijn telefoon of aan het einde
van de middag een van de auto’s in de
straat beschikbaar is. John bezit zelf geen
auto, maar hij heeft wel een abonnement.
Daarmee kan hij eigenlijk altijd een van de
auto’s lenen die hij deelt met een aantal
buren. Hij legt er eentje vast en vraagt zijn
assistent meteen een boodschappenlijstje
te maken voor de spullen die hij sowieso
nodig heeft om zijn voorraad aan te vullen.
Daarnaast laat hij de ingrediënten toevoe-
gen voor een rijstschotel en voor de lasagne
die hij komende week wil maken.
Toeval of niet, nu John toch bezig is met
kleine huisklusjes wordt hij door dezelfde
assistent herinnerd aan het onderhoud van
de centrale verwarming. De machine heeft
zelf slijtage gedetecteerd aan een onder-
deel – John heeft maar weinig verstand
van cv’s – en heeft dat doorgegeven aan
de huiscomputer. Zijn computerassistent
vraagt of hij een afspraak wil maken met
het onderhoudsbedrijf. Het is met een druk
op de knop geregeld. Een minuut later krijgt
hij al de bevestiging voor een afspraak
volgende week. Die combineert hij dan me-
teen met een dag thuiswerken, iets wat hij
sowieso bijna de helft van de tijd doet.
Waar er vroeger regelmatig apparaten in
huis kapotgingen is dat tegenwoordig een
zeldzaamheid. Het lijkt soms of de dingen
met hem meedenken, en alvast waarschu-
wen vóórdat ze defect raken. Denken doen
ze natuurlijk niet, maar vrijwel elk systeem
is voorzien van een enorme hoeveelheid
kleine sensoren, die bijvoorbeeld slijtage of
verstoppingen detecteren. Zelfs het klein-
ste kamertje in huis is voorzien van senso-
ren. Johns toilet controleert echter niet of
de pot aan vervanging toe is, maar checkt
of John misschien iets onder de leden heeft.
Bijvoorbeeld een opkomend griepje.
John vindt het genoeg. Het is fijn om snel
zoveel dingen te kunnen regelen, daar was
hij vroeger veel langer mee bezig geweest,
maar hij had zich een ontspannen middag
voorgenomen. Het doet hem denken aan
de documentaire die hij gisteren op tv zag.
In een blik op de toekomst zag hij lopende
huishoudrobots die vrijwel alle klusjes in
huis overnamen. Dat moment zou gezien
de duizelingwekkende vooruitgang van ro-
botica volgens de documentairemakers niet
eens zo heel ver in de toekomst meer lig-
gen. Maar zou John zelf zo’n robot willen?
Hij twijfelt. Je hoeft weliswaar nauwelijks
nog klusjes te doen, maar tegelijkertijd mis
je ook de voldoening als je er een gedaan
hebt. Is een leven met alléén maar ont-
spanning wel zo leuk als het lijkt?
Hij ploft op de bank, zet de sfeerverlichting
weer aan, laat zich verrassen met een op
zijn smaak afgestemde muzieklijst en pakt
een boek. Ondanks de vele digitale moge-
lijkheden geeft John nog steeds de voorkeur
aan boeken van papier. Dat komt vooral
door zijn gigantische boekenkast en zijn
verzameldrang, hoewel hij dat laatste niet
graag toegeeft. Wat dat betreft is het ei-
genlijk een nadeel dat zijn digitale assistent
op basis van zijn eerder gelezen boeken
steeds weer een reeks relevante en leuke
boeken aanraadt. Het voordeel is natuurlijk
dat hij nu het perfecte boek in zijn handen
heeft voor een rustig middagje op de bank.
Koelkast waarschuwt dat
producten over datum zijn
Centrale verwarming
heeft zelf slijtage aan onderdeel geconstateerd
Sensoren op het toilet checken of
John iets onder de leden heeft
Lopende huishoudrobots zijn
niet meer ver weg
Digitale assistent raadt het perfecte
boek aan
Toekomstscenario’s
Slim Nederland in 2030
10 11
De auto rijdt zelfstandig, Hugo
kan zijn gesprek voorbereiden
Vaste werkplekken zijn niet meer
gangbaar
Lokale weersgegevens
worden doorverkocht
Nieuwe onderdelen rollen uit de printer
en wegen de helft
de automatische auto’s wel eens in verwar-
ring door alle fietsers en voetgangers en ze
rijden dan zo voorzichtig dat ze nauwelijks
nog vooruitkomen. Autofabrikanten kunnen
ondanks het grote aantal veiligheidssyste-
men niet voorkomen dat er ongelukken
ge beuren (meestal door menselijke fouten).
Daarom rijden de auto’s liever té voorzichtig.
In de afgelopen jaren zijn de files op de
snelwegen vrijwel volledig verdwenen. Zeker
op de speciale stroken voor zelfstandige
auto’s. Ze kunnen zelfs op hoge snelheid,
vlak achter elkaar aan rijden en daardoor
nog energie besparen ook.
Het laatste stuk in de stad rijdt Hugo zelf.
Hij vindt het jammer dat de lobby om het
zelfstandig rijden helemaal te verbieden
steeds sterker wordt. Ook al is dat mis-
schien terecht. In veel situaties handelen
zelfrijdende auto’s tegenwoordig adequa-
ter dan menselijke bestuurders.
Eenmaal aangekomen op zijn werk – een
groot gebouw waarin veel middelgrote
bedrijven een paar ruimtes huren – herkent
het toegangspoortje Hugo meteen via
gezichtsherkenning. Hij wordt welkom ge-
heten door de receptioniste op het scherm.
De lift brengt Hugo automatisch naar de
ontmoetingsplekken. Deze flexibele verga-
derruimtes zijn de voornaamste reden dat
veel bedrijven überhaupt nog bedrijfsruim-
tes huren. Vaste plekken voor personeel zijn
in een aantal sectoren eigenlijk al niet
meer gangbaar.
Het gesprek gaat goed. Hugo en zijn col-
lega’s lijken de veiligheidsexperts ervan te
overtuigen dat de RainDrone na de update
zo veilig is als vergelijkbare drones, die wor-
den ingezet voor bijvoorbeeld de beveiliging
van evenementen. Hugo heeft er vandaag
al verschillende zien vliegen, waarschijn-
lijk voor het festival. De drones moeten in
staat zijn om zelfstandig te vliegen, daarbij
objecten te ontwijken en een noodlading te
maken. Het zal naar verwachting nog maar
enkele dagen duren voordat de RainDrone
weer boven de akkers vliegt.
Die middag besluit Hugo om de flexwerk-
plek op te zoeken waar hij het liefst zit,
daar heeft hij de meeste collega’s. Hoe-
wel ze in andere bedrijven of zelfs andere
branches werken, staan ze voor hem klaar
als dat nodig is en ze zorgen natuurlijk
voor de nodige afleiding. Hugo neemt de
rapportages door die de computer voor
hem heeft klaargezet, over de prestaties
van de drones van het bedrijf, met name
hoe efficiënt ze vliegen. Daartoe hebben
alle drones een groot aantal sensoren aan
boord. In de rapportage staat welke instel-
lingen de computer heeft geoptimaliseerd.
Hugo kan zelfs de lokale weergegevens van
de drones zien, informatie die zijn bedrijf
doorverkoopt aan weerdiensten die er hun
voorspellingen mee verbeteren.
Tot slot overlegt hij met de fabrikant van
de drones. Die wil graag een hardware-up-
grade doorvoeren. Hugo geeft toestem-
ming om een aantal drones naar een lokaal
distributiepunt te laten vliegen, waar ze
nieuwe onderdelen zullen krijgen, van een
nieuw composietmateriaal. Die onderdelen
rollen blijkbaar zo uit de printer en hebben
volgens de fabrikant precies dezelfde kwa-
liteit als de oude onderdelen, alleen wegen
ze pakweg de helft. Het past in de trend
van dronemakers die er alles aan doen om
de concurrentie te verslaan op efficiëntie.
In de tram is het die avond druk, zoals
voorspeld. Zijn auto heeft Hugo maar laten
gaan op het moment dat zijn telefoon hem
vertelde dat iemand anders in de buurt
hem wilde gebruiken. Eenmaal thuis ploft
Hugo naast zijn vrouw op de bank. Hij
vraagt het mediasysteem om een mooie
muzieklijst te maken die ze beiden leuk
vinden. Eigenlijk had Hugo die avond nog
wat stukken willen doornemen, maar zijn
slaapcoach adviseert hem om rustig aan
te doen en vroeg naar bed te gaan. Hugo
zwicht en besluit om te genieten van een
welverdiende vrije avond.
Hugo ziet op zijn telefoon dat hij
een onrustige nacht heeft gehad.
De wekker zou hem op het meest
ideale moment – net na een slaapcy-
clus – wakker moeten maken, maar
hij voelt zich nauwelijks uitgerust.
De digitale slaapcoach hoeft hem
eigenlijk niet te vertellen dat hij maar
liefst twaalf keer wakker is geweest.
Achtervolgt de stress op zijn werk
hem nu toch ook ‘s nachts?
Wat dat betreft is het niet handig dat
hij uitgerekend vandaag een belangrijke
afspraak buiten de deur heeft. Eigenlijk is
Hugo de laatste jaren nauwelijks nog op
kantoor. Thuiswerken gaat hem prima af,
zeker als hij dat combineert met dagen
waarop hij in de stad een flexwerkplek
opzoekt in een van de vele openbare werk-
gelegenheden. Met zijn collega’s heeft hij
vooral contact via de digitale werkomge-
ving. Daarnaast heeft hij een paar keer per
week videochats. Hoewel de kwaliteit van
de videoverbindingen, volgens Hugo, tegen-
woordig zo goed is dat ze nauwelijks onder-
doen voor persoonlijke ontmoetingen, stelt
een grote groep mensen het nog steeds op
prijs om gesprekspartners in levende lijve
te zien. En dat is zeker het geval nu zijn
RainDrone in de schijnwerpers staat.
Hugo zit al jaren in het ontwikkelteam van
deze drone, die landbouwgronden inspec-
teert. Boeren weten aan de hand van de
data die de drone doorgeeft precies welk
deel van de akker extra water of voedings-
stoffen behoeft. De drones sturen in toe-
nemende mate landbouwmachines op de
grond aan. Er zijn al testakkers waarop het
hele landbouwproces –het zaaien, het groei-
en én het oogsten – is geautomatiseerd.
Maar de technologische vooruitgang heeft
soms tegenwind. De verregaande automa-
tisering en het feit dat vrijwel alle systemen
met elkaar verbonden zijn, vergroot de
kwetsbaarheid voor bijvoorbeeld cyberaan-
vallen. Het heeft enkele jaren geleden
gezorgd voor een wereldwijde verkeers-
chaos, toen bleek dat de meerderheid van
de auto’s niet goed beveiligd was. Het duur-
de dagen voordat alle wagens geüpdatet
en weer veilig waren.
Iets vergelijkbaars is nu gebeurd met de
RainDrone. Een groep hackers heeft twee
maanden geleden een levensgroot vei-
ligheidslek blootgelegd waardoor ze de
controle over de drones volledig konden
overnemen. Gelukkig hebben ze – tegen
betaling – precies laten zien waar het euvel
zit. Vandaag moeten Hugo en zijn collega’s
aantonen dat het veiligheidslek is gedicht
en er zo voor zorgen dat de drone weer een
vliegvergunning krijgt.
Net als hij de deur uit wil gaan waarschuwt
Hugo’s telefoon hem dat het druk zal zijn
in de tram. vanwege een muziekfestival
in de stad. Verkeersstromen, inclusief het
openbaar vervoer, zijn extreem goed in
kaart gebracht en maken een accurate
voorspelling van drukte mogelijk. Meteen
presenteert de telefoon een alternatief, dat
hem via zijn oortje wordt voorgelezen. Er
zijn in zijn eigen straat helaas geen gedeel-
de auto’s meer over, maar tegen een kleine
meerprijs kan Hugo er een verder uit de
wijk bestellen. De extra kosten wegen op
tegen de voordelen. Nu kan hij in de auto
alvast de laatste voorbereidingen treffen
voor het belangrijke gesprek aan het einde
van de morgen. Nog geen twee minuten
nadat Hugo de bevestiging heeft gegeven,
stopt de auto voor zijn huis. De wagen is
elektrisch en mag op snelwegen zelfstandig
rijden, net als in rustige woonwijken. Hugo
stapt in en gaat op weg.
Het stuk van de route dat over de snelweg
gaat, gebruikt Hugo om het gesprek met
twee collega’s nog eens door te nemen.
Ze verschijnen op het enorme scherm op
het dashboard, dat de klassieke metertjes
heeft verdrongen. De ene collega zit ook in
de auto, de ander is thuis. Hugo kan zich
volledig focussen op het gesprek.
Dat is het voordeel van de snelweg: de auto
neem alle rijtaken over van de bestuurder.
Die hoeft zelf niet meer op te letten, wat in
de drukke stad nog wel nodig is. Daar raken
Videochats doen nauwelijks onder voor persoonlijke ontmoetingen
Op testakkers is het hele landbouwproces geautomatiseerd
Technologische vooruitgang heeft soms tegenwind
Alle verkeersstromen zijn in kaart gebracht: de drukte is voorspelbaar
Werkenin 2030
Toekomstscenario’s
Slim Nederland in 2030
12 13
Eigenlijk is een middagje shoppen
al lang overbodig. Voor Kim is het
meer een uitje dan een werkelijke
poging om passende kleren te kopen.
Het mooie van echt naar de winkel
gaan, zijn de extraatjes. Winkeliers
halen alles uit de kast om klanten te
lokken. Het is niet ongebruikelijk dat
je gratis koffie of iets lekkers krijgt
aangeboden op het moment dat je
een winkel binnenstapt. Als Kim door
de winkelstraat loopt kan ze op haar
horloge ook precies zien welke per-
soonlijke aanbiedingen er voor haar
klaarstaan. De jurk die nu op het
schermpje verschijnt ziet er werkelijk
prachtig uit, echt iets voor haar. Bo-
vendien is ze ook nog eens voorzien
van de nieuwste wearables, sensoren
waarmee bijvoorbeeld lichaams-
temperatuur en beweging worden
gemeten. Kim gaat het filiaal van de
modegigant binnen en krijgt zoals
beloofd een drankje.
In het algemeen zijn kledingzaken eigen-
lijk meer uithangborden geworden. Maar
naast de grote winkelketens zijn er ook veel
piepkleine, gespecialiseerde boetiekjes die
zomaar opduiken en na een paar maanden
alweer verdwijnen. De winkelpanden lijken
sneller dan ooit van eigenaar te wisselen.
Dat vluchtige karakter past bij de tijd. Het
grootste deel van hun omzet genereren
retailers sinds jaar en dag online, waar de
kopers worden bijgestaan door digitale
assistenten die moeiteloos de passende
vestjes, broeken of schoenen uit het gigan-
tische assortiment weten te destilleren.
Dat de suggesties verrassend vaak in de
smaak vallen, komt doordat de assistenten
rekening houden met de volledige koopge-
schiedenis van de online shopper. En sinds
internetwinkels niet alleen kleding aanbie-
den in de oude maten zoals small, medium
of large, maar daarnaast ook nauwgezet
inzicht geven in de breedte en lengte van
de kledingstukken, is het kopen op inter-
net echt efficiënt geworden. Sinds Xi haar
helpt, Kim’s digitale assistent die haar li-
chaamsmaten precies weet, zit vrijwel alles
wat ze bestelt als gegoten.
Het nadeel van internetwinkelen vindt Kim
de bezorging. Bezorgdiensten kunnen bijna
tot op de minuut nauwkeurig aangeven
wanneer ze een pakketje aanleveren, maar
door de drukte duurt dat soms toch nog bij-
na een dag. Dat is wel een vooruitgang ten
opzichte van vroeger, maar Kim wil het nóg
sneller. En ze weet dat het kan. Ze vindt het
frustrerend dat de razendsnelle bezor-
ging met drones weliswaar technologisch
mogelijk is, maar vanwege twijfels over de
veiligheid nog maar mondjesmaat wordt
toegestaan. Vorige maand nog stortte
een relatief zware drone dwars door het
dak van een oud pand in het centrum. Er
raakte niemand gewond, maar de ravage
heeft de discussie op scherp gezet. Hoeveel
ongelukken kunnen we straks verwachten
als het wemelt van drones die automatisch
hun weg boven drukke steden moeten
vinden? Wie garandeert de veiligheid in de
lucht, van de mensen op de grond en van de
goederen die worden vervoerd? En een nog
lastigere vraag: wie is er verantwoordelijk
bij een crash? Degene die de drone op pad
stuurde of de fabrikant?
Kim heeft aan het eind van de middag op
een terrasje afgesproken met een vriendin,
maar eerst gaat ze naar huis voor wat be-
weging. Xi heeft haar die ochtend gevraagd
of ze vandaag wil hardlopen, net als elk
weekend. En gezien de geringe afstand die
ze deze week heeft afgelegd (de armband
die ze vrijwel permanent omheeft functi-
oneert als stappenteller) is dat inderdaad
een goed idee. Kim is klaar voor een rondje
van zeven kilometer, veel meer zou ook niet
goed zijn volgens Xi. Daarvoor heeft ze
eigenlijk nog te weinig gegeten – Kim ver-
telt haar assistent nauwgezet wat ze eet
– en de vorige keer heeft ze aan een langer
rondje behoorlijke spierpijn overgehouden.
Het lopen gaat echter erg goed dit keer en
Kim kijkt uit naar een ontspannen middag.
Ze begint met een kort praatje met haar
moeder. Kim bezoekt haar moeder weke-
Digitale assistenten stellen passende kledingstukken voor
Razendsnelle bezorging via drones wordt mondjesmaat toegestaan
Volgens haar armband heeft Kim te weinig gegeten om hard te lopen
Computer is geen obstakel meer voor oudere generatie
‣ ‣
Levenin 2030
Toekomstscenario’s
Slim Nederland in 2030
14 15
Ondernemenin 2030
lijks en tussendoor hebben ze vaak video-
contact. Bij vrijwel elk gesprek ziet ze haar
moeder opbloeien, die al een tijdje alleen
woont en niet veel vrienden of kennissen
heeft. Wellicht is het gemak waarmee
tegenwoordig op internet contacten ge-
vonden kunnen worden een beetje voorbij-
gegaan aan haar generatie. Aan de andere
kant: Kim kent genoeg ouderen die wél
actief zijn in sociale netwerken. Vroeger
was de computer vooral een obstakel voor
de oudste generatie, maar de huidige oude-
ren én computers lijken zo goed op elkaar
afgestemd dat er nauwelijks nog mensen
zijn die niet op een of andere manier online
zijn. De vraag is natuurlijk wel of al die veel-
al vluchtige contacten iemand echt voor
eenzaamheid kunnen behoeden.
Na het gesprekje met haar moeder wil Kim
nog even een film voor die avond uitzoe-
ken. Dat is een fluitje van een cent, ze legt
Xi met een paar steekwoorden uit dat ze
zin heeft in een thriller. Deze presenteert
vrijwel meteen drie suggesties op basis
van de films die Kim eerder al zag en goed
waardeerde. Soms heeft ze het gevoel dat
Xi haar beter kent dan haar beste vrien-
den. Op andere momenten is de assistent
nog onhandig of begrijpt hij haar compleet
verkeerd. Toch denk Kim dat het slechts een
kwestie van tijd zal zijn voordat assistenten
feilloos worden en over zullen komen als
echte personen; dat doen ze nu vaak al. Zou
je een vriendschap kunnen opbouwen met
een computer? Kim denkt van wel.
Xi is nu vooral ontzettend handig. Van het
routeplannen, beheren van de agenda,
opzoeken van iets wat je net even verge-
ten bent tot aan het geven van tips, het
gebeurt bijna automatisch. Kim kan zich
nauwelijks nog een leven zonder assis-
tent voorstellen. Dat heeft iets engs. Het
betekent dat er ergens op een server een
geweldig accurate beschrijving van haar
staat, van wat ze leuk vindt, waar ze is,
met wie ze communiceert tot wat ze doet.
Zelfs haar maten, haar eetgedrag en
medische gegevens worden opgeslagen. Ze
weet dat bedrijven tot het uiterste zullen
gaan om deze data te gebruiken. Het roept
vragen op. Heeft ze bijvoorbeeld vanmid-
dag zelf besloten die jurk te kopen? Of
‘wist’ de kledingwinkel dat ze eigenlijk geen
nee kón zeggen op het moment dat ze haar
juist deze jurk aanboden? En wat als die
opgeslagen gegevens in handen vallen van
personen die er kwaad mee willen? Of is
dat misschien al gebeurd?
Jeanne belt, haar dochter die momenteel
een lange reis door China maakt. Kim
neemt op en meteen verschijnt Jeanne
haarscherp op tv. De tijd van haperende ge-
sprekken met verre landen is voorbij. Het nu
tientallen jaren oude internet is volgroeid
en vrijwel iedereen kan in elk geval rekenen
op een videoverbinding van hoge kwaliteit .
Ze hebben een geanimeerd gesprek, waarin
Jeanne meteen foto’s, video’s en panora-
ma’s deelt. Eigenlijk kun je een wereldreis
maken vanaf je bank. Tot slot stelt Jeanne
een paar leden van haar gastgezin voor.
Hoewel niemand een taal spreekt die Kim
of Jeanne kennen, begrijpen ze elkaar
prima. Als iemand spreekt verschijnt er
vrijwel gelijktijdig een keurige vertaling op
het scherm.
Het doet Kim even denken aan de commu-
nicatiecursus die ze momenteel voor haar
werk volgt. Xi wees haar er vanmorgen op
dat ze de komende week nog een paar uur
moet oefenen voor de volgende online les.
Maar dat laat Kim liggen voor na het week-
end. Vroeger liet ze werk en privé gemak-
kelijk door elkaar lopen, maar sinds ze Xi
heeft gevraagd om haar te helpen met een
tijdsplanning, is ze veel beter in staat om
echt vrije tijd te hebben. En het is nu tijd om
te ontspannen: op naar het terras!
Digitale assistent kent Kim beter dan
haar beste vrienden
Alle persoonlijke gegevens worden
opgeslagen: dat roept vragen op
Een wereldreis maak je vanaf
de bank
Werk en privé lopen niet meer
door elkaar
Toekomstscenario’s
Slim Nederland in 2030
16 17
Digitale assistent heeft alle mails
gesorteerd op relevantie
Wetenschapper wil tegen betaling
gegevens over koopgedrag
gebruiken
Nieuwste generatie koelkasten geeft
bestellingen automatisch door
Amerikaanse supermarkt
optimaliseert inkoop met
kunstmatige intelligentie
Betalen met bitcoins staat op de agenda
Na de lunch, met een goede vriendin die net
in de buurt was, gaat Sara naar een van
de openbare kantoorgelegenheden in de
stad en huurt een werkruimte. Hier kan ze
haar laatste berichten checken en nog wat
dingen voorbereiden. Met een kop koffie
binnen handbereik opent ze haar berich-
ten. Haar assistent Xi heeft ze gesorteerd
op relevantie. De eerste is een bezorgde
mail van de afdeling inkoop. Door het sterk
groeiende aantal leveranciers dreigen er
opstoppingen bij de levering aan distri-
butiecentra. Die toename komt doordat
klanten steeds meer streekproducten
kopen. MEGA gaat hierdoor noodgedwon-
gen in zee met steeds meer kleine en lokale
voedselproducenten.
Ze ziet een mail van een wetenschapper die
vertelt geïnteresseerd te zijn in een samen-
werking met MEGA. Hij onderzoekt het
snel veranderende koopgedrag van mensen
en wil – met goedkeuring van de consu-
ment – gebruikmaken van data van MEGA,
tegen betaling. Nóg een partij die jaagt op
gegevens over de consument. Hoewel een
samenwerking ook financieel interessant
kan zijn, vraagt Sara zich af of dit het juiste
signaal is dat de supermarkt aan de klant
wil afgeven.
De rest van de berichten is minder urgent:
een mail over het beoordelingssysteem voor
de bezorgers en een technisch verhaal over
de afstemming van distributiecentra op
de nieuwste generatie koelkasten die zelf
bestellingen kunnen doorgeven.
Xi wijst haar erop dat ze de bestuursver-
gadering van morgen nog moet voorbe-
reiden. Met een enkel commando roept
ze de agenda op. Het belangrijkste is de
mogelijk intensieve samenwerking met een
Amerikaanse supermarkt. Er hebben de
afgelopen weken al enkele positieve verken-
nende gesprekken plaatsgevonden. MEGA
is vooral geïnteresseerd in de manier waar
de collega’s overzee consumentengege-
vens inzetten voor bijvoorbeeld persoonlijke
aanbiedingen. Daar gaan ze al veel verder
in het gebruiken van data van klanten.
Daarnaast gebruiken de Amerikanen een
systeem dat via kunstmatige intelligentie
probeert de inkoophoeveelheden voor elk
product te optimaliseren. Hierin worden
inkoopdata uit het verleden gecombineerd
met informatie uit sociale media, rappor-
ten van weerdiensten en zelfs met actuele
ontwikkelingen. Als er een periode van mooi
weer aankomt, worden er automatisch
meer barbecuebenodigdheden ingekocht,
terwijl in de aanloop naar belangrijke sport-
wedstrijden juist de bierbestellingen in de
lift gaan. Volgens de Amerikanen scheelt dit
tot tien procent in de hoeveelheid verspilde
(verse) producten. Een samenwerking met
het Amerikaanse bedrijf zou in elk geval
niet op veel moeilijkheden stuiten, sinds het
veelbesproken vrijhandelsverdrag tussen
Europa en de Verenigde Staten is getekend.
Verder staat er nog een voorstel op de
agenda om betalingen in bitcoins mogelijk
te maken en moet er gekeken worden naar
de vernieuwing van een aantal volautoma-
tische sorteercentra, die boodschappen voor
de klant verzamelen en ze als kant-en-klare
pakketten meegeven aan de bezorgers.
Sara zit er even doorheen. Haar baan is
zeer veelzijdig, daarom houdt ze er ook zo
van, maar het bijhouden van al die veran-
deringen kost haar veel energie. Ze besluit
voorlopig een punt achter de werkdag te
zetten, en misschien vanavond nog iets te
doen. Xi adviseert de rest van de middag te
gebruiken om een les van de online com-
municatiecursus te doen die ze momenteel
volgt. Dan heeft ze de avond vrij. Dat lijkt
haar een goed idee, maar ze wil nu naar
thuis. Ze pakt haar fiets en tot haar grote
genoegen heeft ze dit keer wind mee, een
genot dat voor de mensen met een elektri-
sche fiets niet meer bestaat.
Wind tegen. Had Sara nu maar zo’n
elektrische fiets waarvan er sinds
vorig jaar meer zijn dan gewone
fietsen. Veel modellen zijn ook nog
eens uitgerust met sensoren die de
bestuurder waarschuwen als er ge-
vaar dreigt op de weg, of als er on-
derhoud nodig is. Moeiteloos wordt
Sara ingehaald door vier bejaarden.
Hoewel ze soms wel eens heeft
overwogen een elektrische of slimme
fiets te kopen, heeft ze dat tot nu
toe weerstaan. Ze blijft liever ge-
woon fietsen. Volgens haar digitale
assistent Xi leveren de fietsritjes die
ze vrijwel dagelijks maakt de brood-
nodige beweging op.
Sara is op weg naar een van de vestigin-
gen van MEGA. Ze is lid van het dagelijks
bestuur van de grote supermarktketen en
bezoekt de winkels regelmatig om te zien
hoe ze lopen, en om met het personeel te
praten. Dat vindt ze belangrijk. Bovendien
is het een welkome afwisseling met de vele
berichten en telefoontjes die ze dagelijks
moet beantwoorden. In feite kan ze haar
werk overal doen. En dat gebeurt ook.
Meestal klapt ze in het filiaal waar ze is
even haar laptop open om naar de laatste
berichten te kijken. Sara werkt vrijwel nooit
twee dagen op dezelfde plek, en dat vindt
ze heerlijk.
Aangekomen in de winkel maakt ze eerst
een rondje – de winkel ziet er prima uit – en
praat met de filiaalmanager, die een zware
tijd achter de rug heeft. Hij vertelt dat ze
de afgelopen jaren een flinke omzetdaling
hebben gehad. Daardoor heeft hij veel
personeel in de winkel moeten ontslaan. Dit
past in de trend die alle supermarktketens
meemaken: steeds meer klanten bestel-
len online. Dat heeft ertoe geleid dat het
bezorgen van boodschappen de hoofdtaak
van MEGA is geworden. Waar er aan de
ene kant een massa winkelpersoneel uit
vliegt, is het leger van bezorgers geëxplo-
deerd. In totaal heeft de winkelketen 6.000
freelancers in dienst voor bezorging. De
filialen zijn natuurlijk nog wel open. Mensen
vergeten altijd wel iets te bestellen en de
bezorging is nog te traag om dat te kunnen
opvangen.
Na het gesprek vraagt Sara of ze gebruik
kan maken van het flexkantoor van het fili-
aal. Natuurlijk kan dat. Ze bereidt zich voor
op twee videoconferenties. De eerste heeft
alles te maken met die vergeten bood-
schappen. MEGA is benaderd door een be-
drijf dat met drones pakketjes tot drie kilo
kan bezorgen, perfect voor dat pak melk
dat een klant snel nodig heeft. Alleen, hoe
zit het met vliegvergunningen? En hoe gaat
zo’n bezorging dan precies in zijn werk? De
man van het drone-bedrijf legt het haar uit.
Sara denkt dat er op zijn minst een pilot-
project moet komen, zeker nu concurrenten
ook al met drone-bezorging geëxperimen-
teerd hebben. Dat heeft ze flink wat aan-
dacht opgeleverd. Veel consumenten zijn
ervan overtuigd dat bezorgen met drones
binnen enkele jaren normaal is.
Het tweede gesprek is een vergadering
met een aantal data-adviseurs van MEGA,
over de vraag welke data de supermarkt-
keten gaat gebruiken voor het aanprijzen
van boodschappen die op de persoon zijn
toegespitst. Nu worden persoonlijke aan-
biedingen gedaan op basis van producten
die mensen in het verleden hebben besteld.
Niet iedereen betaalt dezelfde prijzen voor
dezelfde producten. In het algemeen kun
je zeggen dat een klant minder voor een
product betaalt als hij er veel van besteld
heeft. Maar het idee is om verder te gaan.
Wat zijn de mogelijkheden als de super-
markt de klant gaat volgen op de sociale
media? Dat leidt volgens Sara’s adviseurs
tot nog scherpere persoonlijkere aanbie-
dingen. Toch is Sara terughoudend, en het
bestuur met haar. Het gebruik van per-
soonlijke data is altijd een gevoelige kwestie
geweest. Wíllen klanten dat wel? Er zijn
al zoveel voorbeelden van bedrijven die
daarmee de fout ingingen, met een heuse
klantenopstand en veel negatieve reclame
tot gevolg. Uiteindelijk besluiten Sara en
haar adviseurs om het concept voorzichtig
uit te gaan proberen op een testgroep.
Sara werkt nooit twee dagen op dezelfde plek
Bezorgen van boodschappen is hoofdtaak van supermarktketen
Drones zijn perfect voor bezorgen ‘vergeten boodschappen’
Niet iedereen betaalt dezelfde prijzen voor dezelfde producten
Ondernemenin 2030
Toekomstscenario’s
Slim Nederland in 2030
18 19
Smart Mobility
Zelf rijden of zelfrijdend?
43% Van de nederlanders ziet een
zelfrijdende auto wel zitten
Als het aan automakers ligt, stappen we
in 2030 allemaal in een vessel die ons van
A naar B brengt zonder dat we daar zelf
nog enige handeling voor hoeven te ver-
richten. Rijden in een auto zoals we dat
anno 2015 kennen, behoort dan echt tot
het verleden.
De auto als bewegende ruimte waarin we
alle activiteiten kunnen verrichten die we
op een kantoor ook doen. Op 14 oktober
2015 heeft Tesla Motors de eerste concre-
te stap naar realisatie van dit toekomst-
beeld gezet, door selfdriving software te
implementeren in de Tesla Model S voer-
tuigen. Deze stelt de ‘chauffeur’ in staat
om op de rijksweg achterover te leunen,
terwijl de Tesla op het verkeer anticipeert.
Voorlopig nog een test, maar een reuzen-
stap dichter bij de zelfrijdende droom
van 2030.
Maar wiens droom is dat eigenlijk? Die
van de autoliefhebber? Of die van de
techneut? In 2015 zegt 43% van de Ne-
derlanders in 2030 wel gebruik te willen
maken van een zelfrijdende auto. Daar-
mee geeft het merendeel van de Neder-
landers (57%) aan dat ze in 2030 nog
steeds de keuze willen hebben om zelf te
rijden, ook op de rijksweg.
Vooralsnog lijkt het erop dat het ver-
onder stelde gemak van een zelfrijdende
auto het niet wint van het opgeven van
de controle. Maar zolang er een tran-
sitiefase is waarin de bestuurder altijd
controle kan nemen over de auto, lijkt het
Rathenau-scenario plausibel: zelfrijdend
kan, zelf rijden wanneer je dat wilt.
Smart Sharing
Mijn auto of onze auto?
Nederland wil geen deeleconomie
voor auto’s; auto blijft bezit in 2030
Met de toegenomen digitalisering van
de samenleving wordt het mogelijk om
initia tieven uit de deeleconomie op te
schalen en zo overcapaciteit voor een
groter publiek toegankelijk te maken. De
overcapaciteit aan ‘leegstaande ruimtes’
wordt succesvol door Airbnb ontsloten.
Peerby maakt de ‘overcapaciteit aan
spullen in de buurt’ zichtbaar met een
online spullenleenplatform. BlaBlaCar
brengt bestuurders en passagiers met
dezelfde bestemming samen, om de
overcapaciteit aan auto’s te benutten.
Van alle bezittingen die je zou kunnen de-
len, is een auto voor veel mensen (of veel
mannen) waarschijnlijk de lastigste. De
auto betekent vrijheid, het is een status-
symbool… het is jouw auto. Als we het in
Eurofiber heeft onderzoek laten doen naar de impact van slimme technologie op leven,
wonen, werken en ondernemen in 2030. Aan de basis van het onderzoek liggen plausibele
toekomstscenario’s, opgesteld door het Rathenau Instituut. Niemand kan de toekomst
voorspellen. Daarom werd consumenten en zakelijke beslissers gevraagd wat ze in de
toekomst willen en niet wat ze verwachten. Hoe sluiten hun digitaliseringswensen aan op
de geschetste scenario’s?
Nederland digitaal 2030
Onderzoek Motivaction oktober 2015
Luberto van Buiten,
Hoofd redacteur Automotive magazine
“Technologisch bestaat de zelfrijdende
auto al. Ik denk dat we de eerst komende
tien jaar wel zelfrijdende auto’s op de
snelweg zullen zien, maar altijd met
iemand achter het stuur. De vraag is
of auto’s ooit volledig autonoom zullen
rijden op de openbare weg.”
MOBILITEIT 2030 > ZELF RIJDEN OF ZELFRIJDENDE AUTO?
MEER DAN 40%ZIET EEN ZELFRIJDENDE AUTO WELZITTEN
AUTO DELEN NOG HEEL VER WEG
bezit eigen auto auto delen
Hoe digitaal wil de Nederlandse consument zijn in 2030?Marktonderzoeksbureau Motivaction peilde online de
digitaliseringswensen van 1.025 consumenten, in een
representatieve steekproef uit het Motivaction
StemPuntpanel.
Een greep uit de opvallendste resultaten van het consumentenonderzoek ‘Slim Nederland in 2030’.
WONEN 2030 > HOE WORD JE HET LIEFST WAKKER? WONEN 2030 > HOE ZORG JE VOOR ENERGIE?
GEZONDHEID 2030 > HOE ZOU JIJ HET LIEFST SPORTEN? VEILIGHEID 2030 > HOE WIL JE DIGITALE VEILIGHEID REGELEN?
60% ONDERHUIDSE
CHIP
Het merendeel wil daar ZELF VERANTWOORDELIJK voor zijn.
RUIM 1/3wil gecoacht worden door een digitale armband (wearable) bij het sporten.
ziet het wel zitten dat een onderhuidse chip de slaapcyclus bijhoudt
1 OP DE 10 NEDERLANDERS
wekmoment wordt afgestemd op de agenda van de dag
40% wil beroep blijven doen op ENERGIE-LEVERANCIER en betaalt naar verbruik
SOCIAAL 2030 > HOE RICHT JE JE SOCIALE LEVEN IN?
1/3 is daarover verdeeld
HET MERENDEEL WIL VOORAL EEN OFFLINE SOCIAL LEVEN
VOORNAMELIJK ONLINE
1 OP DE 20 NEDERLANDERS ziet zijn of haar sociale leven in 2030
BIJNA 1/3 wil dat de politie ervoor zorgt dat DIGITALE INBRAKEN op systemen tot een minimum beperkt worden.
WIL ZELF ENERGIEOPWEKKEN
10%
Onderzoek
Slim Nederland in 2030
20 21
2015 aan Nederland voorleggen, zegt het
merendeel van de Nederlanders (64%) in
2030 nog steeds zelf een auto te willen
bezitten. Een op de tien Nederlanders
(10%) wil in 2030 wel kiezen voor een
gedeelde auto, waarbij je alleen betaalt
voor het gebruik.
Het is goed denkbaar dat deze 10% de
early adopters zijn voor de deeleconomie
auto. Het Rathenau Instituut verwacht
dat in 2030 auto’s zullen worden gedeeld
met buurtgenoten. Toegang tot een
auto wordt belangrijker dan het bezit
ervan. Dit is in lijn met de principes van de
deeleconomie: in de tijd dat je een auto
niet gebruikt, zou een ander erin kunnen
rijden. Zo zijn er minder auto’s nodig en
worden er minder grondstoffen gebruikt.
Smart Life
Slimme apparaten of slimme
mensen?
Nog geen beslissingen overlaten aan
apparaten of digitale assistenten
Op 1 november 2015 werd het Internet of
Things (IoT) voor het eerst genoemd op
het achtuurjournaal. Dit was waarschijn-
lijk de eerste keer dat een breed publiek
de term hoorde en – net zo waarschijnlijk
– na het item met meer vragen dan ant-
woorden achterbleef.
Dat het IoT een grote impact gaat heb-
ben op het leven van elke Nederlander in
2030, daarover valt niet te twisten. De
vraag is eerder hoe de samenleving om-
gaat met de ontwikkelingen die gepaard
gaan met de verdere uitrol van het IoT.
Hoe gaan we slimme apparaten in huis
gebruiken? Of is het installeren zo lastig
dat de slimme apparaten alleen voor
slimme mensen zijn weggelegd?
Het Rathenau Instituut verwacht dat we
in 2030 niet meer zonder onze digitale
assistent kunnen. Die ondersteunt ons in
het dagelijks leven: van wekservice tot het
monitoren van de gezondheid, van agen-
dabeheer tot advies bij de vervoerskeuze.
De digitale assistent helpt ons, maar de
keuzes maken we zelf.
Dat is precies waar Nederlanders in 2015
de grens trekken, ook voor de toekomst.
Een ruime meerderheid van Nederland
(95%) wil in 2030 nog helemaal geen
beslissingen overlaten aan apparaten of
digitale assistenten. Vooralsnog zijn het
slimme apparaten die mensen helpen
slimmere keuzes te maken… wij houden
de controle.
Smart Home
Domotica: gemak of gevaar?
Ook in 2030 ligt de verantwoordelijk-
heid voor persoonlijke data bij jezelf
“It even unlocks my car!” roept een Steve
Jobs lookalike in een reclame van Cen-
traal Beheer. Hij demonstreert zijn smart-
phone, niet wetende dat hij daarmee
inbrekers een groot plezier doet. De com-
mercial speelt in op de angst van mensen
dat ze door de toenemende digitalisering
de controle over hun persoonlijke infor-
matie kwijtraken.
Veel consumenten zijn bang dat ze de
controle verliezen over apparaten die
persoonlijke data bevatten en verbonden
zijn met het internet. Ruim twee derde
van Nederland (68%) wil ook in 2030 nog
terughoudend zijn met het aansluiten van
apparaten op internet. Meer dan een op
de tien Nederlanders (11%) geeft aan in
2030 het liefst elk apparaat op het inter-
net aan te sluiten; als het kan.
Het Rathenau Instituut verwacht dat
tegen 2030 bedrijven verplicht zullen
zijn te melden wanneer zij persoonlijke
data gebruiken. Deze duidelijkheid zal
de meerderheid van Nederland (56%)
aanspreken, die ook in 2030 het liefst zelf
verantwoordelijk wil zijn voor de digitale
beveiliging van persoonlijke data. Meer
dan een kwart (29%) van de Nederlan-
ders hoopt dat in 2030 de digitale politie
de zaken zo goed op orde heeft dat zij er
zelf minder naar hoeven om te kijken. Een
minderheid (15%) zou het liefst een pro-
fessionele partij inhuren om de digitale
veiligheid te waarborgen. Een verzekering
voor gevolgschade van een datalek is dus
misschien niet eens zo’n raar idee. Ge-
mak dient de mens, maar met hetzelfde
gemak ben je persoonlijke gegevens kwijt
die je niet wilde delen.
Smart Health
Wearables:
e-healthy of illusie?
Derde van nl wordt in 2030 het liefst
gecoacht door een wearable bij
sporten
Op 17 juli 2015 kwam de Apple Watch
in Nederland op de markt. Deze eerste
echte wearable van Apple vormt in com-
binatie met de Health-app een uitste-
kend instrument om je gezondheid en
sportprestaties te monitoren. Wie zitten
daarop te wachten?
10% van de Nederlanders zou het liefst
het lichaam aan een apparaat verbinden
om de gezondheid zo goed mogelijk te
meten. Maar twee derde (66%) van Ne-
derland heeft ook in 2030 het liefst geen
apparaten ‘aan’ die de gezondheid moni-
toren. Ze geven aan dat zijzelf beter dan
apparaten kunnen inschatten of er een
dokter nodig is. Nog genoeg twijfels dus
bij e-health. En de wearable als coach bij
het sporten dan?
Een derde (31%) van Nederland ziet zich
in 2030 wel gecoacht door een wearable
tijdens het sporten. Bijna twee derde
(63%) van Nederland wordt ook in 2030
het liefst gecoacht door een persoon.
Slechts 6% van Nederland zou het liefst
ondersteund/uitgedaagd worden door
vergelijking van de prestaties via social
media, met behulp van een wearable.
Het Rathenau Instituut verwacht dat de
wearables en bodysensoren tegen 2030
wel degelijk zijn ingeburgerd. Zij gaan er
zelfs vanuit dat de wearables onderdeel
zijn van de digitale assistent die je ook
adviezen geeft om gezond te leven: ‘Na
de kroket van vanmiddag is het misschien
goed nog te bewegen.’
Smart Business
Robotisering van arbeid:
zorg of zegen?
22% Wil dat verdergaande
digitalisering het werk doet
veranderen in 2030
Op 23 januari 2015 ging ‘Ik ben Alice’ in
première op het International Film Fes-
tival Rotterdam (IFFR). In de documen-
taire is te zien hoe een zorgrobot wordt
ingezet om ouderen ervoor te behoeden
dat eenzaamheid vat op hen krijgt. Hoe
succesvol de ‘sociobot’ is, blijkt wel uit een
scène waarin een zorgverlener aan een
oudere vraagt of zij daarmee overbodig
is geworden.
Sociale zorg is wellicht niet het eerste
terrein waaraan je denkt als het over
robotisering van arbeid gaat. Meestal ko-
men fabriekshallen waarin mechanische
robots de productiearbeid van de mens
hebben overgenomen eerder in gedach-
ten. Feit is: de robotisering van arbeid
neemt toe door digitalisering.
Als het aan de Nederlanders ligt, werkt
meer dan een vijfde (22%) van de werk-
zame bevolking over vijftien jaar op een
hele andere manier. Ze gaan ervan uit dat
verdere digitalisering ertoe heeft geleid
dat het werk fundamenteel is veranderd.
De helft (50%) daarentegen wil in 2030
een baan waarvan de invulling niet veel is
veranderd door automatisering/digitali-
sering. En ruim een kwart (28%) van de
Nederlanders heeft in 2030 het liefst een
functie waarop de verdergaande digitali-
sering geen invloed heeft.
De robotisering van arbeid wordt met
argusogen gevolgd. Baanonzekerheid
maakt mensen onrustig: Word ik overbo-
dig? Maar die angst is van alle tijden. Er
zal altijd behoefte blijven aan menselijke
beslissingskracht. Robots hebben
operators nodig (of zo maken we ze in
ieder geval).
Businessplan 2030:
digitale evolutie of revolutie
Meerderheid organisaties staat open
voor gebruik nieuwe businessmodellen
DTG, uitgever van ‘De Telefoon Gids’ die
we ieder jaar weer op de mat vinden, is
een mooi voorbeeld van een bedrijf dat
nog steeds hetzelfde businessmodel (het
vindbaar maken van personen en bedrij-
ven) hanteert, maar dit wel in een digitale
context heeft geplaatst. Hoe anders is
de ontstaansgeschiedenis van die andere
people finder. Facebook bestond nog niet
toen Eurofiber vijftien jaar geleden werd
opgericht. En toen het platform in 2004
ontstond, was er ook nog geen business
plan for world domination. De combinatie
van inzicht, creativiteit en technologische
vooruitgang maakte de creatie ervan
mogelijk.
In 2015 vroegen we ruim 100 onder-
nemingen met meer dan 50 fulltime-
medewerkers hoe zij het liefst met hun
verdienmodellen zouden omgaan in 2030.
De meeste (59%) ervan zijn bereid zo snel
mogelijk de verdienmodellen aan de tech-
nologische ontwikkelingen aan te passen,
Ieteke Schouten,
Head of Communications Peerby
“Aan het succes van Airbnb, BlaBlaCar
en het feit dat bedrijven zoals Daimler
en BMW met carsharing initiatieven
komen als Car2Go en Drive Now, zie
je dat toegang belangrijker wordt
dan bezit. De next big thing in de
deeleconomie is het delen van spullen.”
Charles Smeets,
Innovatie Manager ONVZ
“De vraag of wearables een rol gaan
spelen, is achterhaald. Dat doen ze al
en die rol wordt alleen maar groter.”
Onderzoek
Slim Nederland in 2030
22 23
of op z’n minst een nieuw verdienmodel
naast het oude te zetten. Minder dan de
helft van de ondernemingen (41%) wil,
ongeacht de technologische ontwikke-
lingen, in 2030 het liefst zo veel mogelijk
aan het bestaande verdienmodel vast-
houden.
Naast openstaan voor nieuwe verdien-
modellen die door digitalisering mogelijk
zijn geworden, zou bijna een derde (32%)
van de 112 ondervraagde ondernemingen
graag willen dat het werk in 2030 fun-
damenteel is veranderd door het gebruik
van slimme apparaten. Dat is progressie-
ver dan de 22% werknemers die aangeeft
dat graag te willen.
Thuiswerken of privé en werk
gescheiden
Flexibel werken wordt belangrijker,
het centrale kantoor blijft belangrijk
“Het Nieuwe Werken is een visie waarbij
recente ontwikkelingen in de informatie-
technologie als aanjager gelden voor een
betere inrichting en bestuur van het ken-
niswerk. Het gaat om vernieuwing van de
fysieke werkplek, de organisatiestructuur
en -cultuur, de managementstijl en niet
te vergeten de mentaliteit van de kennis-
werker en zijn manager.” (Dik Bijl - Het
Nieuwe Werken 2007)
Belangrijk aspect van het nieuwe werken
is dat de digitalisering kenniswerkers
in staat stelt om locatieonafhankelijk
te werken: je kunt zowel op kantoor als
bijvoorbeeld thuis werken. Maar willen
werknemers en werkgevers dat wel?
En welk effect heeft dat op de
privé-werkbalans?
Thuiswerken
Ruim driekwart van de werknemers
(79%) werkt in 2030 het liefst niet meer
de meeste tijd in een centraal kantoor.
Ruim een kwart (27%) geeft zelfs aan
dat zij in 2030 het liefst vooral thuis zou-
den werken.
Ruim driekwart van de ondernemingen
(78%) ziet in 2030 nog steeds een be-
langrijke rol weggelegd voor het centrale
kantoor. Minder dan een kwart (22%) van
de ondernemingen zou het liefst zien dat
de medewerkers de meeste tijd op locatie
(thuis) werken.
Het ziet ernaar uit dat we in 2030 op dit
gebied wel een goede match kunnen vin-
den tussen werkgevers en werknemers:
het centrale kantoor blijft, maar daar zit
je niet meer elke dag van negen tot vijf.
Er lijkt dus breed vertrouwen dat het
nieuwe werken op termijn steeds meer
vorm zal krijgen en dat meer werknemers
zelf de locatie kunnen kiezen waar ze hun
werkzaamheden verrichten.
Ook het Rathenau instituut verwacht dat
in 2030 het locatieonafhankelijk werken
een vlucht heeft genomen: van werken
in de zelfrijdende auto op weg naar een
meeting, tot flexibele werkplekken op
strategische locaties die je per uur kunt
huren. Maar ook thuiswerken zal een
belangrijkere rol krijgen.
Privé-werkbalans in 2030
Over de verdeling van werk en leven in
2030 zijn werknemers in Nederland ver-
deeld. Een grote groep (43%) wil werk en
privé het liefst zo veel mogelijk scheiden,
een ander deel van Nederland (57%) kijkt
daar flexibeler naar. En voor bijna één vijf-
de (18%) van Nederland zijn werk en privé
in 2030 volledig met elkaar vervlochten;
er zitten zeven dagen in een week, elke
dag kan een werkdag of een vrije dag zijn.
De helft van de ondernemingen (49%)
zou het in 2030 het liefst zo zien: de me-
dewerkers hebben werk en privé veelal
gescheiden, maar soms vraagt het werk
daar flexibel mee om te gaan en daar
wordt doorgaans geen probleem van
gemaakt.
Een kwart (25%) van de ondernemingen
gaat wel mee met de redenering van
werknemers dat er zeven dagen in een
week zitten en dat elke dag een werkdag
of een vrije dag kan zijn.
Een ander kwart (26%) van de onderne-
mingen ziet liever het tegenovergestelde:
werk en privé zo veel mogelijk gescheiden
van elkaar. Tijd om te werken en tijd voor
het privéleven.
Dat digitalisering het werk gaat veran-
deren op weg naar 2030 staat buiten kijf,
hoe organisaties met deze veranderingen
omgaan is een tweede.
Ivo van der Mark, Algemeen
Directeur Hercuton
“We doen in China experimenten om
3D-huizen te printen. Het is nu nog
niet volledig operationeel, maar dat
is slechts een kwestie van tijd.” Erik van Leeuwen, Innovatie
Manager Unique/USG
“Ik kan me voorstellen dat je voor
veel soorten werk niet meer op een
vaste plek hoeft te zitten, maar
dat je de interactie naar je toe kunt
halen. Als er goede methodieken
worden ontwikkeld om de prestaties
van mensen op afstand te
monitoren, dan denk ik dat er steeds
minder noodzaak is om je fysiek te
verplaatsen.”
BUSINESS 2030 > NIEUWE VERDIENMODELLEN OF ALLES BIJ HET OUDE?
van de zakelijke beslissers staat open voor NIEUWE VERDIENMODELLEN ter vervanging van oude of naast bestaande verdienmodellen
HET MERENDEEL (59%)
€
Hoe digitaal wil zakelijk Nederland zijn in 2030?De digitaliseringswensen van zakelijk Nederland werden door Motivaction in kaart gebracht via een aparte steekproef onder 112 beslissers in medium en large enterprises. Daarnaast vond er kwalitatief onderzoek plaats onder experts van Peerby, Hercuton, Unique /USG, Automotive Magazine, ONVZ, ABN Amro, Eurofiber, Telecompaper en Heineken Global. Zij werden gevraagd naar een toelichting op de antwoorden.
Een greep uit de opvallendste resultaten van het zakelijk onderzoek ‘Slim Nederland in 2030’.
DATA OPSLAG 2030 > HOE EN WAAR WILT U DATA OPSLAAN?
WERKEN 2030 > IMPACT VAN DIGITALISERING OP HET WERK
veel bedrijfsdata en -software is bij ons veilig binnen de muren van HET KANTOOR OPGESLAGEN
VAN DE ZAKELIJKE BESLISSERS WIL BEDRIJFSDATA EN -SOFTWARE
VEILIG IN DE CLOUD ZETTEN
70%
30%
MOBILITEIT 2030 > ZELF RIJDEN OF ZELFRIJDENDE AUTO?
BIJNA 1/3VAN DE ZAKELIJKE BESLISSERS ZIET AUTO DELEN WEL ZITTEN
DE CONSUMENT DENKT DAAR ANDERS OVER10%
1/3 van de zakelijke beslissers wil het werk volledig veranderen met de INZET VAN SLIMME APPARATEN
Onderzoek
Slim Nederland in 2030
24 25
“Een essentiële vraag is hoe we in
Nederland meegaan met de digitale
revolutie. Dat is lastig. Je hebt een
open cultuur nodig, een klimaat waarin
meer wordt uitgegaan van kansen
en minder van belemmeringen. Qua
mindset kunnen we iets leren van
China en Sillicon Valley. In Nederland
is de regelgeving nog te stroperig: die
wordt wel aangepast, maar het proces
moet sneller. Nu zijn de regels nog een
beperkende factor.”
“Het gedrag van mensen zal geleidelijk
veranderen. Als ze de praktische voor-
delen van iets zien, maken ze vanzelf
de stap.”
“De privacydiscussie is ook een interes-
sante: wat gebeurt er in de toekomst
met je data en wat krijg je daarvoor
terug? Mijn visie is dat je de controle bij
de mensen moet leggen, dat ze zelf de
afweging maken hoeveel ze van hun
privacy opgeven.”
“Er is meer aandacht nodig voor de
sociaal-maatschappelijke kant van de
verdergaande digitalisering in de ste-
den. Zo zal er sprake zijn van veel meer
burgerinitiatieven die met de inzet van
slimme technologie eenvoudig vraag en
aanbod bij elkaar brengen. Eigen ener-
gievoorziening of het opstarten van
een zorgcollectief zijn twee willekeuri-
ge voorbeelden. De gemeente moet
daarbij de democratie goed bewaken
en burgers effectief faciliteren. Ook
op het vlak van connectiviteit moet de
lokale overheid zijn rol beter invullen.
Er werken honderden mensen aan de
ontwikkeling van nieuwe toepassingen
voor de stad, maar ze lijken te vergeten
hoe belangrijk het fysieke en digitale
netwerk is.”
“Ook bedrijven met verdienmodellen
die niet direct geld opleveren maar
op een andere manier waarde bieden,
moeten ondersteuning krijgen van de
overheid. Denk aan Peerby.”
“Het is een misverstand dat deregu-
lering nodig is, maar er moet wel een
moderniseringsslag komen. Dat hebben
we bijvoorbeeld in Amsterdam gedaan
door maximaal twee maanden verhu-
ring via Airbnb toe te staan. De hand-
having is een stuk moeilijker, ook die
moet op nieuwe manieren gebeuren.”
Niek van Leeuwen, General Manager Uber in de Benelux
Ger Baron, Chief Technology Officer van gemeente Amsterdam – pleitbezorger voor slimme steden
Hoe kijken invloedrijke wetenschappers, beleidsmakers en ondernemers aan tegen de
digitale toekomst? Wat zien zij in 2030 als de meest verrassende, bizarre of opmerkelijke
ontwikkeling? En wat vinden ze van de uitkomsten van het Motivaction-onderzoek?
Hoe zien zij de ontwikkelingen?
“In abstracte termen gesteld, vind ik
het meest opmerkelijke dat informatie
overal is. De laatste jaren heeft bijvoor-
beeld Google het mogelijk gemaakt
dat je overal informatie over kunt
vinden. We kunnen wel spreken van het
‘Internet of Data’ waarbij je voor bij-
voorbeeld smart cities een totaalbeeld
kunt krijgen. Dat is ook voor de zorg
heel nuttig: dat je arts niet alleen jouw
medische geschiedenis en je DNA kent,
maar ook dat je bijvoorbeeld laatst nog
in China bent geweest.”
“Al die gegevens moeten we niet in gro-
te databases stoppen: mensen willen
die data waarschijnlijk zelf bij zich hou-
den. Net zoals je bank gegevens van
alle klanten in geanonimiseerde vorm
rapporteert aan DNB, zo kan dat dan
ook voor breder onderzoek. We moeten
dus abstraheren. Vervolgens kun je zelf
een selectie maken: wat wil jij nu delen
en met wie?”
“Daarvoor is wel educatie nodig.
Informatie delen moet andersom dan
het nu gebeurt. Wat wil je? Bedrijven
moeten duidelijk uitleggen wat zij van
jou willen en dat in begrijpelijke taal
voorleggen aan klanten. Niet zoals
nu: met vijftig pagina’s aan juridische
teksten, meeliftend op bijvoorbeeld
OS-updates. Het moet duidelijk zijn
wat en hoe je betaalt voor een service.
Dat moeten we uitleggen. Er is nu
sprake van asymmetrie.”
“De meest verrassende ontwikkelingen
liggen voor mij misschien wel op het
gebied van virtual reality en augmen-
ted reality, die ik voor nu dus bij elkaar
veeg. Het creëren van een andere
werkelijkheid, waarin je kunt zijn wie
je het liefste bent. Daarbij speelt ook
het verslavende element van spelen:
gaming, maar ook theater. Daarin kun
je de wereld, de subjectieve wereld,
mooier maken.”
“Mensen zijn vaak positief over zichzelf,
zeker in het Westen. Mensen uit Oos-
terse culturen zijn in eerste instantie
bescheiden, niet zomaar positief over
zichzelf, maar als je neutrale vragen
stelt, komt ook daar een positieve zelf-
voorstelling naar voren. Dat is menselijk,
dat is gezond. Technologie geeft ons
een extra laag daarvoor. Ik denk dat de
impact daarvan wordt onderschat.”
“Dat toenemend grafisch of robotisch
realisme zorgt voor vervreemding of
zelfs een angstreactie bij mensen is
vooral een theorie. Maar het gaat wel
om perceptie. Net zoals perceived
benefits voor het opgeven van stukken
privacy en perceived control over tech-
nologie, zoals zelfrijdende auto’s. VR
en avatars mogen best cartoony zijn.
Zie de film Toy Story 1 of de Nintendo-
game The Wind Waker. Die zijn tech-
nisch achterhaald, maar de perceived
menselijkheid van de karakters neemt
je mee. Je moet voorkomen dat je de
regels van de realiteit toepast op de
fantasie: je mag best een laagje
fantasie behouden.”
Frank Verberne, wetenschapper TU Eindhoven en promovendus op studie naar de zelfrijdende auto
René Penning de Vries, boegbeeld topsector ICT, ministerie van Economische Zaken
Interviews
Slim Nederland in 2030
26 27
Eén ding is duidelijk: tegen 2030 zal het internetgebruik net
zo gewoon zijn als ademen. Het gebruik zal gigantisch zijn
gestegen en dat geldt eveneens voor de basiscapaciteit van
het onderliggende netwerk. De vraag is natuurlijk over wat
voor netwerk we het hebben: communiceren we straks volle-
dig draadloos en zijn vaste verbindingen overbodig? Het ant-
woord is nee. Ook in 2030 gebruiken we nog een combinatie
van de twee, simpelweg omdat niet alles draadloos kan. Zo
zijn er supersnelle vaste lijnen nodig om data in een oogwenk
van de ene zendmast naar de andere te sturen.
Altijd signaal
Wat we zullen krijgen, is een glasvezelnetwerk waar heel veel
draadloze antennes op zijn ‘geprikt’. Op sommige plaatsen
zal de dichtheid van die antennes heel hoog zijn, bijvoorbeeld
langs onze snelwegen. Bij een toepassing zoals zelfrijdende
auto’s mag het signaal immers geen moment uitvallen: het
netwerk moet honderd procent betrouwbaar zijn. Het cre-
eren van zo’n onfeilbaar netwerk is geen geringe uitdaging
voor de telecomsector.
Glasvezel zal ook de basis vormen voor mobiele communica-
tie via een nieuw soort netwerken. Daarbij leggen zelfstan-
dige zenders automatisch onderling verbindingen, waarover
we rechtstreeks met elkaar communiceren zonder dat er een
zendmast aan te pas komt. Dit sluit aan bij de maatschap-
pelijke trend om steeds meer dingen lokaal te doen.
Enorme snelheidswinst
Ook als het gaat om bandbreedte is glasvezel de technologie
van de toekomst: daar is nog enorm veel winst te boeken.
Op dit moment wordt er in het lab gewerkt aan ‘hollow
fiber’, waarover we nog meer data nog veel sneller kunnen
transporteren. De grootste winst zit niet echter eens in de
vezels, maar in de apparatuur waarmee we die belichten.
Nu heb je al 108 kanalen van 10 Gb/s via één glasvezel ter
beschikking. Om het concreet te maken: het is mogelijk om
twee weken aan non-stop HD-videobeelden in een fractie
van een seconde van Amsterdam naar Parijs te verzenden.
Dat was vijf jaar geleden ondenkbaar. Tegen 2030 zal de
bandbreedte opnieuw sterk verveelvoudigd zijn: de capaci-
teit is feitelijk onbegrensd.
Zelflerende netwerken
We kunnen ook een veel slimmer netwerk verwachten.
Slimme infrastructuur voor een betere toekomstHet internet speelt een cruciale rol in de scenario’s die in dit rapport worden geschetst.
Alles en iedereen is ermee verbonden. Waar moet dit ‘internetnetwerk’ aan voldoen
tegen 2030? Wat betekent de enorme hoeveelheid gegevens die we straks met zijn allen
genereren voor de datacenters van de toekomst? En hoe zit het met de toepassingen die
we gebruiken? Bart Oskam, COO Eurofiber, geeft zijn visie.
“Het meest verrassende, bizarre of
opmerkelijke? Nou, niet wat ik zie
aankomen. Maar wel wat ik me kan
voorstellen. Dat is een belangrijk ver-
schil! We zijn geneigd als de voordelen
maar duidelijk zijn, ons hele hebben en
houden weg te geven. Maar technolo-
gie wordt steeds intiemer. Informatie
die je voorheen alleen deelde met je
naasten, geef je nu aan grote bedrij-
ven. Dat is een vertrouwenssituatie. Ik
heb het idee dat mensen dit niet goed
beseffen.”
“Er zijn en komen nieuwe soorten dien-
sten waar heel veel data - en intieme
data - voor nodig zijn. De vraag is of
organisaties vertrouwenswaardig
genoeg kunnen opereren. Daar zit de
grote strijd.”
“Als ik kijk naar hoe het nu gaat en
wat er in het verleden is gebeurd, dan
ben ik niet positief gestemd. Machine
learning is heel interessant, maar komt
er machine learning die voor jóu werkt?
Dus software die in jouw belang han-
delt: uitzoekt, analyseert, vergelijkt? Je
zou een Consumentenbond willen die
zulke software voor je maakt. Zoals
Eigen Huis dat doet voor hypotheken.”
“Uit het onderzoek van Motivaction
blijkt dat consumenten heel terughou-
dend zijn ten aanzien van innovatie:
een eyeopener. Terwijl we als bedrijven
hard bezig zijn om nieuwe toepassin-
gen te ontwikkelen, zeggen zij ‘dat is
leuk, maar niet voor mij’.”
“Mensen moeten in beweging komen
en meer gebruikmaken van nieuwe
mogelijkheden. Dat hangt ook af van de
perceived benefits. Ze zijn bang voor de
schending van hun privacy. Maar als een
onderneming op basis van je gegevens
kan bepalen wat relevant voor je is en je
daardoor beter kan bedienen, ben je wél
ineens bereid om je data te delen.”
“Customer profiling is een belangrijke
ontwikkeling. In de bankwereld is er
weinig ruimte om klantgegevens te ge-
bruiken. De regelgeving zou consumen-
ten meer invloed moeten geven op wat
er gebeurt met hun data: ze moeten
zelf bepalen wat voor hen een voordeel
is. De een heeft graag meer controle
over zijn gegevens, de ander wil liever
een product op maat, bijvoorbeeld een
verzekering die perfect is afgestemd
op de gezinssituatie. Zo zou het ook
handig zijn om via één portaal inzicht
te hebben in al je bankproducten, dus
van verschillende banken. Daar is vraag
naar bij consumenten.”
Artie Debidien, Chief Information Officer NIBC Bank
Rinie van Est, onderzoeker Rathenau Instituut en auteur van het boek ‘Werken aan de Robotsamenleving’
Interviews Visie
Benieuwd naar wat wij
nu en in de toekomst
voor uw organisatie
kunnen bete kenen? Kijk
dan op www.eurofiber.nl
ENTER THE SMART SOCIETY
Eurofiber Nederland is
leverancier van hoogwaardige
digitale infrastructuur. Met
ons eigen glasvezelnetwerk
en veilige data center bieden
we bedrijven, overheden en
non-profitorganisaties een
toekomstvaste en open
infrastructuur. Ze hebben de
vrijheid om zelf de diensten,
toepassingen en aanbieders
te kiezen die ze nodig hebben.
Onze infrastructuur legt
de basis voor een slimmere
en efficiëntere inzet van
middelen, door een
permanente uitwisseling
en ongelimiteerde
beschikbaarheid van data.
Zo maken we de weg vrij
naar een Smart Society.
Sinds onze oprichting in
2000, breiden we onze
infrastructuur continu
uit. Ons glasvezelnetwerk
biedt landelijke dekking in
Nederland en België en strekt
zich uit tot in Duitsland.
28
Nu zien we al dat er op steeds meer
terreinen gebruik wordt gemaakt van
artificiële intelligentie of zelflerende
computers. Denk aan online vertaalma-
chines en zoekfuncties of de slimme auto
van Tesla. Die trend zet zich ook voort op
infrastructuurgebied. Als je bijvoorbeeld
in de hogesnelheids-
trein van Amsterdam
naar New York zit en
je wilt een video van
16k versturen, dan
zorgt het netwerk
automatisch dat je de
bandbreedte hebt die
daarvoor nodig is. Dit
vraagt wel maat-
schappelijk debat,
want wie is ‘in control’
bij een netwerk dat zichzelf op deze ma-
nier configureert? Het mag niet op een
verkeerde manier onderscheid maken in
dataverkeer, toepassingen of gebruikers.
Data op je wearable
Door de toenemende bandbreedte van
het netwerk zal het niet meer nodig zijn
om data centraal op te slaan. Gegevens
worden grotendeels op alle aangesloten
apparaten zelf bewaard, van mobie-
le telefoons en andere wearables tot
allerlei soorten objecten. Denkbaar is
ook dat mensen de opslagcapaciteit op
hun apparaten delen: als ze capaciteit
over hebben, kunnen ze die automatisch
beschikbaar stellen aan anderen.
Veiliger door versnippering
Met deze ontwikkeling verandert de rol
van datacenters in de komende vijftien
jaar. Ze worden meer centrale controle-
punten, met intelligente toepassingen
om data op afstand te beheren. De geo-
grafisch versnipperde gegevens vormen
samen centraal toegankelijke virtuele
databanken. In tegenstelling tot wat je
misschien zou verwachten, zorgt dit voor
meer veiligheid: een hacker heeft pas iets
aan de data als hij over alle opgeslagen
deeltjes beschikt. Het enige wat hij niet
in handen moet krijgen, is de sleutel om
alle gegevens samen te kunnen lezen.
Kwantummechanica
Over het algemeen zullen netwerken
en datacenters in 2030 steeds meer
versmolten zijn tot één geheel, waarin
het steeds moeilijker te onderscheiden is
hoe dingen zijn opge-
splitst. Wie weet heb-
ben we tegen die tijd
ook heel andere op-
slagmedia, die we nu
niet kunnen bedenken.
Een tafelblad dat met
elektrodes is geladen,
om maar iets te noe-
men. Een spannende
ontwikkeling is ook de
kwantummechanica.
Door deze technologie toe te passen
bij de verwerking van gegevens is het
mogelijk veel hogere snelheden te be-
halen, zeker in combinatie met optische
switches. Nu worden in computerchips
nog elektronische switches gebruikt. Be-
langrijk is dat we op alle fronten hogere
snelheden mogelijk maken, zowel bij het
transport als de opslag en de verwerking
van data.
Grote maatschappelijke
problemen oplossen
Hoe gaan we straks gebruikmaken van
deze nieuwe digitale infrastructuur?
Die zal er in ieder geval op zijn gericht
om ons leven op alle aspecten beter te
maken. De infrastructuur zal ook helpen
om de grote problemen van de toekomst
op te lossen, zoals schaarste aan voed-
sel, wegcapaciteit en water of juist een
teveel van dat laatste. Alles is aan alles
gekoppeld en hangt met elkaar samen:
er ontstaat een regelproces dat vraag
en aanbod op allerlei vlakken in even-
wicht brengt en zorgt dat we zo efficiënt
mogelijk gebruikmaken van de beschik-
bare middelen. Daarbij mogen we zeker
niet vergeten dat er strenge regelgeving
nodig is om te garanderen dat onze digi-
tale infrastructuur aan de allerhoogste
eisen voldoet.
Trendrapport Slim
Nederland in 2030
is een uitgave ter
gelegenheid van
15 jaar Eurofiber.
Intelligente netwerken bepalen zelf de nodige bandbreedte
Visie