Herkenningsniveaus
1 vorm: → woordgroepen
2 positie: → kennis van het positionele patroon
3 inhoud: → zien
4 verwachting: (i
nhoudelijk – grammaticaal)
1ste jaar onderbouw
→ decor │kernzin │precisering
hoofdrol - medespelers - relatie
→ focus op “zien”
Positioneel patroon 1
• gefaseerde aanbreng
• synthese
Beschrijf wat je ziet naarmate de zin vordert. Volg het Latijn.
1 Saltat in horto puella.Er danst iemand, in een tuin, het is een meisje.
2 In horto puella saltat.Ik zie een tuin, en een meisje, ze danst in de tuin.
3 Mane semper mercatorum clamoribus excitor.Het is ochtend, er gebeurt iets dat vaak gebeurt, het heeft te maken met handelaars, nl. met het geroep van handelaars, ik word er wakker van.
2de en 3de jaar onderbouw
→ kader │kernzin │precisering
hoofdrol/perspectief - 2de speler - betrokkene -kaderend element bij relatie – relatie
→ focus op “zien”
Woordgroepen
• aandacht voor woordgroepen
– gefaseerd
– synthese
• lezen in woordgroepen
Werkvormen
• klassikaal via ppt
- samen lezen via ppt
- lln noteren op werktekst
- ppt komt op digitale schoolomgeving
• leesoefeningen
• begeleid zelfstandig werk: zelf indelen van een tekst
Onderbouw
• De Iulio Caesare et piratis (2)
• Hercules Augiae stabula purgat (1)
• De matrona Ephesia (3)
Bovenbouw
• Uitbarsting van de Vesuvius
• De moord op Britannicus
Evaluatie
Leerlingen kennen de inhoudelijke posities in de Latijnse zin.
Geef de posities van de Latijnse zin.
In welke naamval staat de hoofdrol in een neutrale Latijnse zin?
Evaluatie
Leerlingen kunnen in een Latijnse zin (in een tekst) de positie van de woorden of woordgroepen verklaren.
Waarom staat deze woordgroep vooraan?
Op welke inhoudelijke positie staat de onderstreepte woordgroep?
Verklaar de positie van de onderstreepte woordgroep. (meerkeuze)Voorbeeld: Deze woordgroep staat vooraan omdat:o het de belangrijkste speler van deze zin iso de woordgroep in de nominatief staato geen reden, in het Latijn mogen woordgroepen om het even
waar staan
Duid in de tekst alle decors/hoofdrollen… aan.
Evaluatie
Leerlingen kunnen de betekenis die de positie van de spelers inhoudt, meenemen in hun weergave van de zin.
Vertaal de zin. Maak in je vertaling de positie van de woordgroepen duidelijk.
Wat is, gezien de positie van de woordgroepen, de beste vertaling voor deze zin? (meerkeuze)
Welke tekening / script geeft, gezien de positie van de woordgroepen, de beste weergave van deze zin? (meerkeuze)
Evaluatie
Leerlingen kunnen formuleren op welke manier de woordplaatsing de inhoud van de zin ondersteunt.
Wat wil de auteur benadrukken door deze woordvolgorde?
Evaluatie
Leerlingen kunnen een Latijnse zin/tekst lezen (visualiseren) en begrijpen zonder te vertalen naar het Nederlands.
Verwoord de zin in de volgorde van de Latijnse woorden.
Welke Latijnse zin past het best bij de tekening? (meerkeuze)
Welke tekening past het best bij de Latijnse zin? (meerkeuze)