Download - Verleidelijk bruikbaar solide
Ruimtelijke kwaliteit is één van de hoofdbelangen in het beleid
van Provincie Noord-Holland. Op 19 februari 2015 organiseert de
provincie een openbare werkbijeenkomst over dit onderwerp, onder
de titel ‘Verleidelijk, bruikbaar, solide’. Welke lessen kunnen we
samen trekken uit het werken aan ruimtelijke kwaliteit de afgelopen
periode? Wat ging goed, wat kan beter? Daarnaast blikken we
vooruit naar de komende periode. Waaraan moeten we vasthouden
en wat kan anders?
In deze krant komen onder andere de initiatiefnemers van de
werkbijeenkomst, gedeputeerde RO Tjeerd Talsma en Provinciaal
Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit Jandirk Hoekstra, aan het woord.
Ook is een verslag opgenomen van de gesprekken die in de
aanloop naar de werkbijeenkomst door Tjeerd Talsma en Jandirk
Hoekstra met deskundigen op het gebied van ruimtelijk kwaliteit
en betrokken bestuurders zijn gevoerd. Er is een prominente plek
ingeruimd voor beeldmateriaal, bestaande uit foto’s van fotograaf
Theo Baart rond het thema infrastructuur en een reeks sprekende
voorbeelden van Noord-Hollandse projecten van de afgelopen
vier jaar.
Veel lees- en kijkplezier!
Verleidelijk Bruikbaar Solide2
Het krachtenspel van de ruimtelijke ordening 3
Tjeerd Talsma
Provincie zet in op ruimtelijke kwaliteit 4
De maakbare samenleving bestaat! 5
Jesse Frederik
Werkdiners ruimtelijke kwaliteit 6
Bart Witteman
Landschap en infrastructuur 11
Theo Baart
Pad langs A4 bij Lisserweg 12
Ecoduct over Zandvoortselaan, Bentveld 14
Ecoduct over spoor en N524 bij Crailoo, Hilversum 16
Rijnlanderweg, Hoofddorp, langs kantorenpark Beukenhorst 18
Nieuwe brug Aalsmeerderweg over verlegde N201, Rijsenhout 20
Vijfhuizen, Hoofdvaart 22
Omlegging A9 bij Badhoevedorp 24
A1 bij Laren 26
Westrandweg A5 bij Sloterdijk, Amsterdam 28
Natuurboulevard langs A1 en IJmeer, Diemen 30
A7 bij Twisk 32
Beetserweg, A7, Beemster 34
OV-knooppunt Sloterdijk, Amsterdam 36
Strand aan het IJ voormalige NDSM werf, Amsterdam Noord 38
Oostzanerveld bij Zaanstad 40
Noord-Hollands kanaal bij Achtergraft 42
Westfriese Omringdijk bij Eenigenburg 44
Oosterterpweg, Wieringerwerf 46
Hondsbossche Zeewering, Camperduin bij Schoorl 48
N99 en Balgzanddijk 50
Essay ‘Verleidelijk, bruikbaar en solide’ 52
Jandirk Hoekstra
Collectie 53
Vervolg essay ’Verleidelijk, bruikbaar en solide’ 70
Colofon 72
x10
Zandsuppletie Hondsbossche Zeewering 53
Dynamisering Noord-Hollands duin 54
Nieuwe Westrandweg A5 54
Voorstudie Wind Op Land 55
Uitvoeringsprogramma Stelling van Amsterdam 55
Dijkversterking Hoorn-Amsterdam 56
Structuurvisie Provincie Noord-Holland 57
OV-knooppuntenbeleid 57
Kwaliteitsbeeld voor het MRA-landschap 58
Netwerk Gooise natuur 59
x100
Nieuw stationsplein Zandvoort 59
Landschapsontwikkelingsplan Bloemendalerpolder 60
Programma Groene uitweg 60
Nieuw landgoed Wickevoort 61
Nieuw informatiecentrum Huis van Hilde 61
Kansen voor kernen in de Kop 62
Inrichtingsplan Koopmanspolder 63
Ontwerp Park 21 Haarlemmermeer 63
Gebiedsvisie voor polder Waard Nieuwland 64
Schoonwatervallei Castricum 64
Nieuw landgoed Terra Nova 65
Inrichting sloepennetwerk Laag-Holland 65
x1000
Toegankelijk maken Polder IJdoorn 66
Nieuwbouw CONO kaasfabriek 66
Zuiverend park de Ceuvel: een voorbode 67
Nieuw gemaal Schardam 67
Erven en landschap in verandering 68
Nieuwe gedaanten voor oude habitats 69
Verbeteren routenetwerk Noord-Holland 69
Energiecoöperatie DE Ramplaan en de Nieuwe Akker 70
Inhoud Collectie
3
De ruimte in Noord-Holland transformeert.
Overheden, ondernemers, agrariërs, bewoners,
actiegroepen proberen ieder vanuit eigen inzichten
en (financiële) belangen het ruimtelijk domein in te
vullen. In dat krachtenspel is het belangrijk om als
verantwoordelijk bestuurder vast te houden aan een
aantal uitgangspunten.
Voor mij staat het publieke belang van ruimtelijke
kwaliteit centraal. Hoewel iedereen aan dat begrip
een eigen invulling geeft, zijn we het met elkaar
eens dat aantrekkelijke en bereikbare woon- &
werkomgevingen in een veelzijdig en beleefbaar
landschap een waardevol goed voor iedereen zijn.
De ruimtelijke kwaliteit van onze provincie is
kwetsbaar. Onzorgvuldige behandeling van onze
cultuurhistorisch waardevolle landschappen kan tot
een definitief verlies van overgeleverde kwaliteiten
leiden. Net als uitgestorven diersoorten komen
verwoeste landschapstypen niet meer terug.
Het krachtenspel van de ruimtelijke ordening
Een ander uitgangspunt voor een standvastige
bestuurlijke lijn is het hebben van een visie op de
ruimtelijke ordening van functies. De taak van de
provincie is vooral om ervoor te zorgen dat mensen
goed kunnen wonen, werken én recreëren in Noord-
Holland en dat op een houdbare en duurzame manier.
Onze visie hierop is vastgelegd in de provinciale
structuurvisie. Elk voorstel voor verandering in het
ruimtelijk domein moet passen binnen die visie.
Wanneer we alle ruimtelijke claims op de kaart van
Noord-Holland projecteren, blijkt dat we soms meer
willen dan er ruimte is of het landschap kan dragen.
Een belangrijk uitgangspunt moet dan ook zijn dat we
keuzes maken. Keuzes waarvan we ook op de langere
termijn geen spijt krijgen. Zo hebben we niet alleen
de verantwoordelijkheid om voldoende woonruimte
voor de komende jaren te creëren, maar ook om te
zorgen voor een prettige, groene leefomgeving voor
toekomstige generaties.
Geen bestuurder heeft op gebied van ruimtelijke
ordening en kwaliteit de wijsheid in pacht. Daarom
is het zo belangrijk dat we in Noord-Holland onze
organisatie de afgelopen jaren hebben verstevigd met
een ruimtelijk adviseur in de persoon van de PARK
(Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit) en een
ARO (Adviescommissie Ruimtelijke Ontwikkeling).
Nu is een moment aangebroken om te reflecteren,
successen te vieren en vooruit te kijken. Welke sporen
moeten we vasthouden als we terugblikken? En nog
spannender, welke ontwikkelingen voorzien we
voor de toekomst? Gaan we door op dezelfde voet
of is er een trendbreuk op komst? Het lijkt me heel
goed om daar met elkaar bij stil staan en te kijken
of we een agenda voor de komende periode kunnen
formuleren. Want één ding weten we inmiddels zeker,
de ruimtelijke ordening is nooit af.
Tjeerd Talsma
Gedeputeerde Ruimtelijke Ordening
Verleidelijk Bruikbaar Solide4
Mooi en veelzijdig Noord-Holland
Noord-Holland is een mooie en veelzijdige
provincie. Binnen de grenzen van de provin-
cie is een aantal belangrijke economische
motoren van Nederland, bruisende ste-
den, verschillende kusten, natuurgebieden
en waardevolle landschappen te vinden.
Juist die combinatie en contrasten maken
Noord-Holland bijzonder. De provincie zorgt
samen met andere overheden voor een aan-
trekkelijk vestigingsklimaat en een passende
invulling van de leefomgeving. De provincie
doet dit aan de hand van de structuurvisie
en bijbehorende ruimtelijke verordening. In
de structuurvisie staan duurzaam ruimtege-
bruik, klimaatbestendigheid en ruimtelijke
kwaliteit als hoofdbelangen centraal.
Structuurvisie Noord-Holland 2040
De Provincie Noord-Holland heeft een ste-
vig beleid neergezet in haar structuurvisie
ten aanzien van het hoofdbelang ruimtelij-
ke kwaliteit en de uitwerking daarvan voor
de verschillende landschappen. Enerzijds
door zoveel mogelijk te kiezen voor binnen-
stedelijke ontwikkeling. Hiermee houdt de
Provincie Noord-Holland de landschappen
open en dichtbij. Anderzijds door te sturen
op ontwikkelen vanuit de karakteristieke
kenmerken van Noord-Hollandse land-
schappen. Zo blijft de provincie bijzonder en
aantrekkelijk om in te wonen, te werken en
te recreëren.
Aan de structuurvisie zijn activiteiten en
instrumenten gekoppeld die nadere invulling
geven aan het beleid op het vlak van ver-
sterking van het stedelijk gebied, het open-
houden van het landschap en werken aan de
ruimtelijke kwaliteit van de landschappen.
Woningbouwbeleid
Met betrekking tot de binnenstedelij-
ke ontwikkeling coördineert de provincie
afspraken tussen gemeenten binnen zeven
“woningmarktregio’s” in Noord-Holland.
Vraaggestuurd bouwen is het provinciale uit-
gangspunt voor de regionale kwalitatieve en
kwantitatieve woningbouwprogrammering.
Voor ontwikkeling buiten bestaand stedelijk
gebied moet eerst nut en noodzaak volgens
de woningbouwprogrammering worden
aangetoond en er mogen geen binnenste-
delijke alternatieven zijn. Daarnaast trekt
de provincie vastgelopen woningbouw- en
stads- en dorpsontwikkelingsprojecten vlot.
‘Maak Plaats’
Evenzo belangrijk is de vaststelling van de 10
uitgangspunten uit het boek ‘Maak Plaats’,
waarin het concept van openbaar vervoers-
knooppuntontwikkeling (stationsontwik-
keling) in Noord-Holland is gelanceerd. De
knooppuntontwikkeling is uitgangspunt voor
duurzame stedelijke ontwikkeling, waar-
bij het de bedoeling is dat de plaats in het
netwerk van een openbaar vervoersknoop-
punt en de ruimtelijke ontwikkelingskansen
rond het knooppunt optimaal worden benut.
Meest in het oog lopend uitgangspunt is
om minimaal 50% van de nieuwbouw van
woningen binnen een straal van 1200 meter
rondom een station te laten plaatsvinden.
Instrumenten Ruimtelijke Kwaliteit
Naast het beleid voor binnenstedelijke
ontwikkeling heeft de provincie een aantal
elkaar aanvullende instrumenten ter bevor-
dering van de ruimtelijk kwaliteit. Hiervan
zijn de voornaamste: de Provinciaal Adviseur
Ruimtelijke Kwaliteit (PARK), de Adviescom-
missie Ruimtelijke Ontwikkeling (ARO), de
Taskforce Ruimtewinst (TFR) en de Ruimte
voor Ruimte regeling.
Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit
De provincie laat zich door de PARK advise-
ren over de belangrijkste ruimtelijke ontwik-
kelingen en opgaven op het provinciale en
regionale schaalniveau. De PARK levert een
bijdrage aan het bewustzijn, onderzoek en
debat over de transformatie en inrichting
van Noord-Holland. Ook kan de PARK een
impuls geven aan ruimtelijke plannen en
projecten die van provinciaal belang zijn.
Adviescommissie Ruimtelijke
Ontwikkeling
De ARO is een onafhankelijke commissie die
Gedeputeerde Staten adviseert over de kwa-
liteit van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen
met impact in het landelijk gebied, als nut en
noodzaak zijn aangetoond en een oplossing
binnen bestaand stedelijk gebied onmogelijk
is. De ARO gebruikt de provinciale Leidraad
Landschap en Cultuurhistorie, waarin een
uitvoerige beschrijving van de provinciale
landschappelijke en cultuurhistorische waar-
den is opgenomen, als toetsingskader.
Taskforce Ruimtewinst
De TFR is een onafhankelijke commissie van
Provincie Noord-Holland. Gemeenten kun-
nen de taskforce, bestaande uit een panel
van deskundigen, inschakelen voor hulp bij
ontwikkelingen die moeilijk van de grond
komen of behoefte hebben aan een nieuwe
impuls. Met ondersteuning vanuit de provin-
cie organiseert de taskforce een ‘assist’, een
-letterlijke- voorzet. Het is vervolgens aan
de gemeente om uit deze voorzet te scoren.
De focus van de TFR ligt op stationsomge-
vingen en badplaatsen.
Ruimte voor Ruimte regeling
Tot slot is de Uitvoeringsregeling Ruimte
voor Ruimte gericht op verbetering van de
ruimtelijke kwaliteit van het landelijk gebied
door bestemmingswijzigingen en sloop van
storende of niet passende bebouwing in het
landschap. Als tegenprestatie voor de sloop
krijgt de aanvrager planologische medewer-
king voor nieuwbouw op een andere plek
of op de saneringslocatie. Hierbij zijn voor-
waarden verbonden aan de omvang van de
nieuwbouw, de vormgeving en inpassing.
Provincie zet in op ruimtelijke kwaliteit
5
Jan-Peter Balkenende kondigde het een kleine twaalf jaar geleden al
aan: de dood van de maakbaarheids gedachte. ‘Zowel de samenleving
als de economie laat zich niet maken,’ wist de latere premier.
Steevast wordt ‘de maakbare samenleving’ tegenwoordig vooraf-
gegaan door ‘de illusie van’ of ‘toen een geloof in […] nog bestond’.
Je bent eigenlijk maar een slappe idealist als je nog zo naïef bent te
geloven in maakbaarheid.
Ik zal maar kleur bekennen: ik ben zo’n slappe idealist. Nooit heb ik
kunnen begrijpen hoe je in het alternatief kunt geloven. Als de samen-
leving niet maakbaar is, wie maakt de samenleving dan? De Hegeli-
aanse geest? Marxistisch materialisme? Lovecrafts Cthulhu?
Laat ik eens iets geks suggereren: mensen maken en hermaken de
samenleving. Constant. Een ondernemer wordt nooit naïef maakbaar-
heidsdenken verweten als hij met een revolutionair idee fundamentele
verandering teweeg wil brengen – dat zou ook best absurd zijn.
‘Hé, luister, ik heb een idee: Uber, een app die chauffeurs aan klanten
koppelt, waarbij wij een klein bedrag op elke rit pakken. Geweldig
concept! We gaan alle spelregels van de taxibranche herschrijven!’
‘De economie is niet maakbaar.’
‘O ja, laat maar dan.’
Eigenlijk maken anti-maakbaarheidsdenkers dan ook een veel be-
perktere claim. Tuurlijk, de samenleving wordt gemaakt door mensen,
maar er zijn vormen van maakbaarheid die beter zijn dan andere. ‘De
complexe maatschappelijke en economische realiteit is niet dwingend
vanuit de overheid te sturen,’ zo stelde Balkenende het in zijn afscheid
van het maakbaarheidsdenken.
Pieter Cort van der Linden, de laatste liberale premier van Nederland
voor Rutte, hield er zelfs een positievere visie op overheidsinterventie
op na. ‘Wanneer door de onthouding der overheid de heerschappij
van het toeval in de hand wordt gewerkt, de ongelijkheden der be-
staande wetgeving worden bestendigd, en de overmacht van enkelen
wordt begunstigd, is het laisser faire eene valsche leuze,’ zo schreef
hij in zijn boek over een toekomstige liberale partij. ‘Het bevordert
niet de vrijheid, maar belemmert haar.’
Een eenzijdige afkeer van ‘dwingend overheidsoptreden’ miskent dan
ook de grote maatschappelijke vooruitgang die is geboekt door zulk
optreden. Natuurlijk, de open deuren – kinderarbeid, slavernij, de
achturige werkdag en ga zo maar door – maar ook op veel kleiner ni-
veau heeft sturing van het economische verkeer successen gebracht.
Neem de ruimtelijke ordening. Waar in Nederland de ruimtelijke
ordening een belangrijke planmatige rol had, was deze rol in België
lange tijd primair beperkt tot, in de woorden van een Belgische histo-
ricus, ‘het aanleveren van bouw- en verkavelingsvergunningen’. Het
initiatief lag bij de markt, bij Belgische gezinnen die middels premies
werden aangemoedigd tot individueel ruimtegebruik en privébezit.
Door het gebrek aan planning staat Vlaanderen vol met lintbebou-
wing, lange aaneengesloten bebouwing langs een bestaande weg of
rivier. Zulke bebouwing zorgt ervoor dat er relatief veel mensen langs
drukke wegen wonen, zodat ze lijden onder luchtvervuiling, geluids-
hinder en filevorming. Bovendien zorgt de uitgespreidde bebouwing
ervoor dat de Vlaamse overheid miljarden euro’s aan meerkosten
moet maken voor nutsvoorzieningen als waterzuivering, afvalopha-
ling en gas- en elektriciteitsdistributie. ‘Voor het rommelige gebruik
van de ruimte in Vlaanderen betalen we als samenleving een hoge
tol,’ constateert Erik Grietens van de Bond Beter Leefmilieu terecht.
De naïeve maakbaarheidsdenkers die de Nederlandse ruimtelijke or-
dening vormgaven hebben zulke ruimtelijke chaos in ons land voor-
komen.
Eigenlijk is het idee van maakbaarheid in de praktijk nooit weg ge-
weest. Het is alleen veranderd in een ander maakbaarheidsgeloof.
Dezelfde Balkenende die in zijn lezing de keynesiaanse werkloos-
heidsbestrijding, zo gebruikelijk vlak na de oorlog, afdeed met de
mededeling dat ‘de conjunctuur zich niet laat managen,’ was tegelij-
kertijd een voorstander van ‘activerend arbeidsmarktbeleid’ (sollicita-
tie- en presentatietrainingen, reïntegratietrajecten, werkcoaching en
ga zo maar door).
Ook dat is een poging de samenleving te maken zij het anders dan
voorheen.
Het geklaag over ‘het maakbaarheidsgeloof’ is vooral een excuus om
te stoppen concreet na te denken over hoe de wereld beter kan. Het
is altijd uitkijken dat de overheid te veel probeert te doen – dat onze
oplossingen problemen worden. Maar we moeten ook niet de grote
sucessen van maakbaarheid van overheidswege over het hoofd zien,
zoals het ruimtelijke ordeningsbeleid waarmee de overheid ons een
veel efficiënter ingedeelde en leefbaardere ruimte heeft gegund dan
elders. Een algemene afkeer van ‘maakbaarheid’ mondt al snel uit
in het beleidsequivalent van Voltaire’s Dr. Pangloss uit Candide, die
telkens als hij geconfronteerd werd met onrecht, herhaalde dat dit
‘de beste van alle werelden’ is.
Uiteindelijk wordt de samenleving altijd gemaakt. De vraag is alleen
wie de samenleving maken – en hoe.
Jesse Frederik
Journalist bij de Correspondent
Artikel verscheen eerder in de Groene Amsterdammer
De maakbare samenleving bestaat!
Verleidelijk Bruikbaar Solide6
Werkdiners ruimtelijke kwaliteit
Voorafgaand aan het evenement op 19 februari
organiseren gedeputeerde Tjeerd Talsma en
Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit Jandirk
Hoekstra twee werkdiners over het belang van
ruimtelijke kwaliteit. Bij het eerste diner op
21 januari schuift een gezelschap van experts uit
het vak aan; de week erop wethouders en
burgemeesters uit Noord-Hollandse gemeenten.
Het doel is “alvast te oefenen voor het evenement”,
aldus gedeputeerde Talsma, maar vooral om in
klein comité en goed gezelschap te horen hoe
buitenstaanders het beleid van de provincie in de
afgelopen vier jaar nu hebben ervaren. En wat de
inzet van de provincie op het gebied van ruimtelijke
kwaliteit kán, mag en moet zijn , en of dat zo blijft
in een tijd waarin alles om ons heen ingrijpend
verandert.
Het gezelschap dat bij het eerste diner op 21 januari te gast is
bestaat uit experts uit de ruimtelijke ordening met ervaring in alle
soorten en maten wat betreft ruimtelijke kwaliteit: Jan Winsemius
(Bureau Middelkoop, ARO), Henk Ovink (Ministerie van I&M, Sandy
Task Force- Rebuild By Design), Paul Gerretsen (Vereniging Delta-
metropool), Marinke Steenhuis (SteenhuisMeurs, Des Beemsters
en ARO) en Friso de Zeeuw (Bouwfonds en TU Delft). Vanuit de
provincie woonde naast Tjeerd Talsma en Jandirk Hoekstra
Annemieke Bergsma vanuit de sector RI het werkdiner bij.
Waar kan de provincie het verschil maken?
“Door de energie en ambitie van de provincie
bij ‘Maak Plaats’ beginnen de intenties van het
provinciaal beleid nu te resoneren” Paul Gerretsen
Naar aanleiding van een collectie van projecten die Jandirk Hoek-
stra presenteert vraagt Friso de Zeeuw zich af hoe noodzakelijk het
is dat de provincie zich ook met het kleinste schaalniveau bezig-
houdt. De provincie zou zich wat hem betreft bezig moeten hou-
den met beleid en projecten op de schaal van de provincie (x10)
en met ongeveer de helft van de regionale (x100) projecten. Op
het laagste schaalniveau, de lokale of x1000-projecten heeft de
provincie niet veel toe te voegen. Bewoners, belangenorganisaties
en bedrijven kunnen er daar met elkaar uitkomen, een proces dat
een provincie hooguit kan faciliteren. Tjeerd Talsma antwoordt dat
hij er weliswaar naar streeft om zich vooral te richten op de grote
lijnen, maar dat hij in de dagelijkse praktijk toch veel met die kleine
ontwikkelingen bezig is. Op dat schaalniveau is het landschap van
niemand en het behoud ervan een collectief belang. Wie is er tegen
ruimte voor de uitbreidingsplannen van een goede buur? Tege-
lijkertijd druist het tegen het provinciaal belang in als een zelfde
ontwikkeling overal in ongeveer dezelfde gedaante plaatsvindt en
in totaal de kwaliteit van het landschap fors aantast. De provincie
vindt het immers van belang dat karakteristieke verschillen tus-
sen landschappen overeind blijven. Naar een individuele boer met
groeiplannen is dat echter moeilijk te communiceren.
De waarde van een behouden landschap
Het open en karakteristieke landschap is één van de succesfacto-
ren van Noord-Holland. Een aantrekkelijk en herkenbaar landelijk
gebied is een vestigingsfactor voor de metropool, stellen Marinke
Steenhuis en Annemieke Bergsma. Niet alleen rond Amsterdam en
in de Beemster heeft het landelijk gebied waarde, maar ook in bij-
voorbeeld De Kop. Bescherming van kwaliteitsaspecten is daarom
een bovenlokale opgave. In krimpgebieden bestaat de neiging om
ontwikkelingen ruim baan te geven in het kader van behoud van
economische dynamiek, in de Metropoolregio Amsterdam blijft de
behoefte aan woningbouwlocaties groot. Daar komt bij dat er
7
sprake is van wat Friso de Zeeuw ‘schuivende panelen’ noemt:
plekken die nu goed beschermd worden kunnen straks toch
een bouwlocatie worden. Waak voor wat onder bestuurders wel
‘schuif-schuif’ beleid wordt genoemd. Onder allerlei vormen van
druk blijken harde grenzen toch meer vloeibaar dan gedacht en
geef je als overheid steeds weer een stukje landelijk gebied prijs.
Zorg dat je meer kunt zijn dan ‘een hulpje in de huishouding’
voor zowel gemeenten als grote partijen en wees kritisch op
de effectiviteit en inzetbaarheid van het beschikbare
instrumentarium.
“Voorkom dat je niet meer bent dan het ‘hulpje in
de huishouding’ van gemeenten” Friso de Zeeuw
Trends en transities
Snel na de start van het huidige college bleek in 2011 dat de
woningbouwopgave in de MRA voorlopig enorm blijft. Nu, vier jaar
later, vraagt Tjeerd Talsma zich steeds meer af hoe we die aantallen
kunnen realiseren zonder enorme hoeveelheden landschap op te
geven. De behoefte aan stedelijk wonen kan Noord-Holland een
voordeel opleveren: door verdichting in de bestaande stad vermin-
dert de behoefte aan uitleglocaties en wordt de aantrekkingskracht
van de bestaande Noord-Hollandse steden groter, met name die
boven het Noordzeekanaal. Het concept van de corridors, zoals dat
ook als basis dient voor het programma ov-knooppunten sluit
daar op aan: behoud van contrasten en verschillen en versterking
van stedelijke structuren als de Zaancorridor. Een goede verkno-
ping van stad met landschap is daarin essentieel.
In het gesprek gaat al snel over de grote transitieopgaven die ook
op Noord-Holland afkomen, op het gebied van bijvoorbeeld demo-
grafie, mobiliteit, grondstoffen en energie. Die betekenen ook gro-
te veranderingen voor het uiterlijk van Noord-Holland. Hoe houd je
de kwaliteit ervan op niveau? De deelnemers zijn het er over eens
dat Noord-Holland er bij voorbeeld wat betreft de wateropgave en
demografie in vergelijking met elders goed voorstaat.
Tjeerd Talsma zou graag de bevolking beter betrekken en vraagt
zich af of het mogelijk is om de discussie al in een vroeg stadium
op een breed, publiek plan te voeren. Die vraag blijkt ook elders
actueel. Paul Gerretsen weet dat grote steden wereldwijd de
bevolking betrekken bij grote, cruciale planvormingsprocessen.
Henk Ovink leerde van zijn tijd in New York dat het overwinnen
van desinteresse en cynisme bij de betrokken bevolking veel
inspanning kost, maar loont.
Andersom zijn de gevolgen van de trek naar de stad voor het land-
schap mogelijk verstrekkend, stelt Jan Winsemius. Oriëntatie op de
stad betekent leegloop in de perifere gebieden en daar komen in-
vesteringen in kwaliteit moeilijker van de grond omdat traditionele
Be
eld
Ru
ud
Ka
rsten
s
Presentatie collectie tijdens werkdiner met experts.
Verleidelijk Bruikbaar Solide8
inkomstenbronnen kleiner worden en de gemeenten daar nog niet
op zijn ingesteld. Dat kan grote gevolgen hebben voor de kwaliteit
van het landschap in gebieden als de Kop.
“Sinds de start van het denken over
Ruimtelijke Kwaliteit in 2004 heeft de provincie
zich veel beter toegerust op haar ondersteunende
rol daarin” Marinke Steenhuis
Het perspectief van de provincie
Paul Gerretsen stelt dat we het door de enorme schaal en omvang
van de aankomende transities aan de bevolking verplicht zijn haar
beter te betrekken en te consulteren. Henk Ovink vraagt zich daar-
bij af of die opgaven, bijvoorbeeld de energietransitie en water-
veiligheid, niet zo groot zijn dat ze op een nog hoger schaalniveau
zouden moeten worden opgepakt. Tegelijkertijd betekent het feit
dat veel van die opgaven inmiddels op het bordje van de provincie
liggen, ze die ook zelf kan aanpakken en vormgeven. Zorg dat je
dat excellent doet. Vanuit een professionele positie met een net-
werk dat vertrouwen geeft en een sterk apparaat. Dan word je een
welkom en vanzelfsprekend partner. De kennis en instrumenten die
de provincie al in huis heeft, in de vorm van specialisten op allerlei
gebied en ontwerpers, zijn in dat perspectief van belang. Henk stelt
dat ontwerp kan functioneren als een middel dat technische en
wetenschappelijke kennis enerzijds en ervaring vanuit bewoners en
gebruikers anderzijds rond een ruimtelijke opgave bij elkaar brengt.
Op 27 januari vond een tweede diner plaats, waarbij vijf
Noord-Hollandse bestuurders te gast waren op het provinciehuis.
Aanwezig waren burgemeester Elbert Roest van Laren (D66) en
daarnaast de wethouders Judith de Jong (Hoorn, PvdA),
Dennis Straat (Zaanstad, VVD), Ronald Vennik (Velsen, PvdA) en
Jelle Beemsterboer (Schagen, CDA). Vanuit de provincie woonde
naast Tjeerd Talsma en Jandirk Hoekstra Ton Bossink vanuit de
sector RI het werkdiner bij.
Visie en consistentie
Na de presentatie van de collectie van de PARK daagt Tjeerd Talsma
zijn tafelgenoten uit hun ervaringen met de provinciale bemoei-
enis met ruimtelijke kwaliteit te delen. Die blijken in grote lijnen
vergelijkbaar. Jelle Beemsterboer zegt onder de indruk te zijn van
de grote projecten die de provincie leidt, in Schagen zijn dat met
name de aanpak van de kust en de toekomst van de kustplaatsen.
In Hoorn is Judith de Jong erg te spreken over de meekoppel-
kansen die ontstaan bij het versterken van de Markermeerdijk.
Ronald Vennik en Dennis Straat waarderen in de MRA de energie
die de provincie steekt in visievorming en de ondersteuning die ze
daarmee biedt aan gemeenten, zoals bij de Zaancorridor en het
MRA-landschap. Elbert Roest zegt dat er ook in zijn regio, de Gooi-
en Vechtstreek, behoefte is aan het ‘grote verhaal’. Middelgrote
projecten domineren het gesprek, terwijl er juist discussie nodig is
over behoud van regionale structuren die onder druk staan.
Behoud van het leefmilieu aan de oostflank van de MRA en die
van de kwetsbare Oostelijke Vechtplassen in het bijzonder.
Focus op grote structuren en lange lijnen
“Hoe erg is het als het ergens eens een
klein beetje misgaat?” Dennis Straat
“Heb vertrouwen in de werking van de
lokale democratie” Jelle Beemsterboer
De deelnemers zien de provincie bij uitstek als de hoeder van de
grote structuren. Zij kan het verhaal ‘aan de voorkant’ opstellen,
energie genereren en partijen samenbinden. Binnen de gemeente,
zeker de kleinere, heerst vaak de druk van de korte termijn. Daarom
moet tegenover ‘de waan van de dag’ een partij staan die de ambi-
ties vaststelt, kwaliteit nastreeft en gaat voor resultaat op de lange
termijn. Die rol, waar de provincie nu al sterk in is, zou nog ver-
der kunnen worden uitgewerkt. Want daar tegenover staat, dat de
deelnemers vaak focus in het beleid van de provincies nogal eens
missen. Dat betekent dat je vertrouwen moet leren hebben in je
partners (in casu de gemeenten) en moet leren om te gaan met het
feit dat er nu en dan iets mis gaat. Heb meer vertrouwen in de loka-
le democratie en het kwaliteitsbeleid in de gemeenten. Die hebben
9
ook hun lessen geleerd van planologische missers uit het verleden.
Beperk je tot de schaal waarop je het verschil ook werkelijk kunt
maken, luidt de verzuchting.
Het gat tussen structuurvisie en bestemmingsplan
Tjeerd Talsma herkent die constatering maar stelt dat hij ook uit
diverse richtingen druk ervaart om juist in te grijpen in die lokale
processen. Dat is ook niet zo gek want juist daar wordt ruimtelijke
kwaliteit tastbaar. Bovendien zijn niet alle bestuurders en gemeen-
ten even sterk. Bovendien: wanneer je zo’n grote lijn hebt uitgezet
en gemeenten hebt weten te committeren, wanneer laat je het
proces dan los? Hij zou het liefst streven naar een systeem waarin
vertrouwen wordt opgebouwd en vervolgens beloond.
Jandirk Hoekstra stelt daarnaast dat er vaak een gat wordt ervaren
tussen de provinciedekkende structuurvisie en het lokale bestem-
mingsplan. Hoe kunnen we verschil maken tussen de waardevolle
landschapseenheden tegenover de minder kwetsbare plekken in de
provincie? Een soort gebruiksaanwijzing voor de Noord-Hollandse
landschappen (Leidraad 2.0) zou hier goede diensten kunnen be-
wijzen. De provincie is in eerste instantie de partij om opgaven met
een bovenregionaal belang te agenderen en uit te dragen.
Wat komt er op ons af?
Tjeerd Talsma vraagt zich af hoe we nog beter kunnen worden in
het vertellen van die grote verhalen. Hoe betrekken we het publiek
en hoe kunnen we de kennis en interesse die er onder de bevolking
leeft beter benutten?
Judith de Jong gelooft in de kennis ‘buiten’ in de samenleving en
dat we die nog veel beter kunnen benutten. Het inzetten van initia-
tieven en participatie van bewoners is echter een nieuwe kunst die
we ons als overheden nog beter eigen moeten leren maken. Ronald
Vennik vraagt zich wel af in hoeverre dat ook voor de provincie
geldt. Verbeteren van de relatie met de gemeenteraden, die dichter
bij bewoners staan, is wellicht een belangrijker aandachtspunt.
De deelnemers verwachten dat mobiliteit en de trek naar de stad
het aanzicht van de provincie verregaand zullen beïnvloeden. De
trek naar de stad is ook een trek naar voorzieningen, ook op kleinere
schaal naar centrumplaatsen. Tegelijkertijd hoeft de toename van de
mobiliteit geen slecht nieuws te zijn voor een perifeer gebied als de
Kop. Nieuwe vormen van automobiliteit en op de korte termijn de
ontwikkelingen rond de Zaancorridor zouden er toe kunnen leiden
dat de Kop gevoelsmatig dichter bij de MRA komt te liggen.
Be
eld
Ru
ud
Ka
rsten
s
Deelnemers werkdiner met bestuurders.
Verleidelijk Bruikbaar Solide10
Elbert Roest wijst op de groei van het aantal ZZP’ers, zoals in het
Gooi. Hun netwerk speelt zich af in huis, op clubs en in bijvoor-
beeld restaurants en cafés. Daarnaast hebben de opkomst van
internetwinkelen en demografische trends als vergrijzing en krimp
gevolgen voor winkels en maatschappelijk vastgoed. Duidelijk is
dat herbestemming uitgroeit tot een enorme opgave die slagkracht
vereist en de schaal van de gemeente overstijgt.
De nieuwe rol van de Provincie Noord-Holland
“De relatie tussen de stad en het landschap
in de MRA is complex en delicaat” Ronald Vennik
Ronald Vennik verwacht dat de komst van de omgevingswet zal
leiden tot een nauwer overleg tussen verschillende overheden,
met als voorbeeld het traject van de dijkversterking Hoorn-Amster-
dam. Het kan geen kwaad te proberen muren tussen verschillende
besturen en ambtenarenapparaten verder te slechten. Het midden-
bestuur heeft als rol de lange lijnen te bewaken en vast te houden
aan consistent en langjarig beleid. In de MRA kan de provincie zich
bewijzen als beheerder van het landschap. De verstedelijkingsdruk
neemt toe, het evenwicht tussen stad en landschap is complex en
delicaat. De opgave is om het landschap niet alleen open maar
ook waardevol en toekomstvast te houden.
“De werkelijkheid vraagt om een
flexibeler overheid, bijvoorbeeld snel
inzetbare teams waarin provincie en
gemeenten samenwerken” Elbert Roest
Met nieuwe samenwerkingsvormen in het perspectief en grote,
soms snel wisselende opgaven in het verschiet moet ook gewerkt
worden aan de flexibiliteit van de organisatie. Idealiter beschikt
de provincie daarvoor over snel inzetbare teams die in samenwer-
king met de gemeenten en andere overheden snel nieuwe urgen-
te projecten kunnen opstarten. Tot slot is er vertrouwen in het
‘can-do’-vermogen van de samenleving. Ook de provincie zal zich
moeten aanleren dat ze zaken over kan laten aan bewoners.
De twee diners in het provinciehuis hebben geleid tot twee in-
spirerende, agenderende bijeenkomsten over het bestaansrecht
en de agenda van een provinciaal ruimtelijk kwaliteitsbeleid.
Gedeputeerde Talsma en PARK Jandirk Hoekstra nemen de uit-
komsten van de twee sessies mee als startpunten en overwegin-
gen voor de discussie die zij op 19 februari zullen voeren tijdens
het evenement over ruimtelijke kwaliteit, in Zaandam.
Verslag Bart Witteman
11
Ik woon in de zuidpunt van Noord-Holland op het
eiland Texel, een kunstmatig eiland in een Vinexwijk.
Centraal gelegen, alles is snel te bereiken, over de
weg, met het vliegtuig of met ander openbaar vervoer.
Het is hier vol, meer mensen hebben ontdekt dat dit
een handige plek is om te wonen en te werken. Die
schaarste aan ruimte is altijd merkbaar en eenvormig-
heid van het landschap ligt op de loer.
Boven het Noordzeekanaal kom ik niet zo vaak, maar
wanneer ik daar kom, kijk ik mijn ogen uit. Behalve
heuvels heb je hier alles: polders, duinen, dijken, ka-
nalen, veenweidelandschappen. Het levert oneindige
vergezichten op, de landtong is omringd door een
Landschap en infrastructuur
Lands End bij Den Helder
1
2
45
6 7
8
9
15
16
17
18
19
20
21
10
14
11
12
3
13
1 Pad langs A4 bij Lisserweg | 12
2 Ecoduct over Zandvoortselaan, Bentveld | 14
3 Ecoduct over spoor en N524 bij Crailoo, Hilversum | 16
4 Rijnlanderweg, Hoofddorp, langs kantorenpark Beukenhorst | 18
5 Nieuwe brug Aalsmeerderweg over verlegde N201, Rijsenhout | 20
6 Vijfhuizen, Hoofdvaart | 22
7 Omlegging A9 bij Badhoevedorp | 24
8 A1 bij Laren | 26
9 Westrandweg A5 bij Sloterdijk, Amsterdam | 28
10 Natuurboulevard langs A1 en IJmeer, Diemen | 30
11 A7 bij Twisk | 32
12 Beetserweg, A7, Beemster | 34
13 OV-knooppunt Sloterdijk, Amsterdam | 36
14 Strand aan het IJ voormalige NDSM werf, Amsterdam Noord | 38
15 Oostzanerveld bij Zaanstad | 40
16 Noord-Hollands kanaal bij Achtergraft | 42
17 Westfriese Omringdijk bij Eenigenburg | 44
18 Oosterterpweg, Wieringerwerf | 46
19 Hondsbossche Zeewering, Camperduin bij Schoorl | 48
20 N99 en Balgzanddijk | 50
21 Lands End bij Den Helder | 11
zee en een meer. Je ervaart geen leegte of verlaten-
heid maar ruimte en variatie die bekoren, en al deze
ruimtelijke kwaliteiten grenzend aan een metropool.
Op het eind van de landtong, die Noord-Holland naar
het noorden toe vormt, is een plek met de wat melan-
choliek stemmende naam Lands End met uitzicht op
het echte eiland Texel.
Infrastructuur verbindt plekken, versnippert het land-
schap, confronteert de gebruiker met tegenstellingen,
en genereert zelf dynamiek. Soms is het een subtiele
verwijzing naar onze geschiedenis, ergens anders is
het de geasfalteerde loper naar de luchthaven of de
stad. Soms is de weg met aandacht vormgegeven en
ingepast in het landschap, een andere keer levert het
toevallige schoonheid op.
Infrastructuur is de ruggengraat van het landschap,
de kapstok voor behoud en nieuwe ontwikkelingen.
Deze reeks foto’s koppelt het gevarieerde Noord-
Hollandse landschap aan infrastructuur, de verbindin-
gen die het waarnemen van de variëteiten aan
landschappen mogelijk maakt.
Theo Baart kijkt naar het veranderende Nederlandse landschap en ziet ruimtelijke
vraagstukken als onderdeel van onze cultuur. www.theobaart.nl
Een serie foto’s van Theo Baart
Verleidelijk Bruikbaar Solide12
13Pad langs A4 bij Lisserweg
Verleidelijk Bruikbaar Solide14
15Ecoduct over Zandvoortselaan, Bentveld
Verleidelijk Bruikbaar Solide16
17Ecoduct over spoor en N524 bij Crailoo, Hilversum
Verleidelijk Bruikbaar Solide18
19Rijnlanderweg, Hoofddorp langs kantorenpark Beukenhorst
Verleidelijk Bruikbaar Solide20
21Nieuwe brug Aalsmeerderweg over verlegde N201, Rijsenhout
Verleidelijk Bruikbaar Solide22
23Hoofdvaart bij Vijfhuizen
Verleidelijk Bruikbaar Solide24
25Omlegging A9 bij Badhoevedorp
Verleidelijk Bruikbaar Solide26
27A1 bij Laren
Verleidelijk Bruikbaar Solide28
29Westrandweg A5 bij Sloterdijk, Amsterdam
Verleidelijk Bruikbaar Solide30
31Natuurboulevard langs A1 en IJmeer, Diemen
Verleidelijk Bruikbaar Solide32
33A7 bij Twisk
Verleidelijk Bruikbaar Solide34
35Beetserweg, A7, Beemster
Verleidelijk Bruikbaar Solide36
37OV-knooppunt Sloterdijk, Amsterdam
Verleidelijk Bruikbaar Solide38
39Strand aan het IJ bij de voormalige NDSM werf, Amsterdam Noord
Verleidelijk Bruikbaar Solide40
41Oostzanerveld bij Zaanstad
Verleidelijk Bruikbaar Solide42
43Noord-Hollands kanaal bij Achtergraft
Verleidelijk Bruikbaar Solide44
45Westfriese Omringdijk bij Eenigenburg
Verleidelijk Bruikbaar Solide46
47Oosterterpweg, Wieringerwerf
Verleidelijk Bruikbaar Solide48
49Hondsbossche Zeewering, Camperduin bij Schoorl
Verleidelijk Bruikbaar Solide50
51N99 en Balgzanddijk
Verleidelijk Bruikbaar Solide52
Vooraf
Over de titel en ruimtelijke kwaliteit als itemEerlijk gezegd heb ik altijd weinig op gehad met het trio bele-
vings-, gebruiks- en toekomstwaarde als driedelig kostuum waarin
ruimtelijke kwaliteit past. Alsof daarmee de veelgestelde vraag
naar een bruikbare definitie van ruimtelijke kwaliteit beantwoord
zou zijn.
Bij het denken over de titel van het evenement, waarmee de balans
wordt opgemaakt van vier jaar werken aan ruimtelijke kwaliteit
door en in de Provincie Noord-Holland, kwam het trio toch met
stip terug. Niet zozeer als check- en afvinklijstje (’ja er is overal
aan gedacht’) maar als samenhangend en betekenisvol geheel.
Niet als in een maatpak maar wel als in een strijktrio, waarin drie
spelers thema’s aan elkaar doorgeven en doorwerken en tot ge-
meenschappelijke klank, kleur en betoog komen. Dat beeld sluit
aan bij mijn overtuiging: de essentie van het werken aan ruimtelij-
ke kwaliteit op het schaalniveau van de provincie is het verbinden
van de thema’s die in ruimtelijk beleid, plannen en projecten bij
elkaar komen, zoals water, ecologie, cultuurhistorie, recreatie,
economie, energie, beleving. Ruimtelijke kwaliteit is niet een lijstje
maar een opgave: namelijk om die thema’s zinvol op elkaar te be-
trekken en door te vertalen in beleid, plannen en projecten. En om
samen met betrokken partijen concepten te ontwikkelen waarin
het ene thema wordt gerespecteerd, terwijl het andere een im-
puls krijgt. Zo kunnen gemeenschappelijke inzichten ontstaan en
kunnen tegenstellingen tussen maatschappelijke belangen worden
overstegen. Samen met initiatiefnemers en partners concepten
ontwikkelen, die èn verleidelijk, èn bruikbaar èn solide zijn, als
missie voor de provincie.
Dit artikel combineert een terugblik op het werk aan ruimtelijke
kwaliteit op provinciaal niveau met een greep uit de collectie van
plannen en projecten die in de afgelopen periode tot stand zijn
gebracht. Tevens neem ik als PARK de gelegenheid een aantal
observaties te verwoorden en degenen die doorwerken aan het-
geen tot stand is gebracht aan te moedigen in hun missie.
Eigen thema’s, inclusief infrastructuur en opdracht aan Theo BaartHet werk van de PARK was ingebed in de agenda van de provincie
voor de afgelopen bestuursperiode. Bij mijn aantreden als PARK
lag er een drietal opgaven te wachten op een frisse aanpak en een
nieuw ‘verhaal’: de toekomst van het landschap van de Metropool-
regio Amsterdam (MRA), veiligheid en kwaliteit voor de kusten
van Noord-Holland en een wenkend perspectief voor de Kop van
Noord-Holland. In alle drie de gevallen ging het om actuele opgaven
waar de provincie ‘aan zet’ was en waar het ruimtelijk beleid handen
en voeten moest krijgen. Met veel inzet van betrokkenen van binnen
en buiten de provincie heeft het werk aan de opgaven ‘verhalen’ en
perspectieven opgeleverd die aan de ‘voorkant’ – dus niet ter toet-
sing van plannen en beleid achteraf – dienst kunnen doen.
Infrastructuur en ruimtelijke kwaliteit op elkaar betrekken stond
ook op de verlanglijst. Dit thema is nog onderbelicht gebleven.
Hier ligt een mogelijke missie voor een volgende PARK: rijks- en
provinciale infrastructuur als ontwerp- en inrichtingsopgave. De
foto-opdracht aan Theo Baart (zie elders in deze krant) dient om
infrastructuur en de impact ervan als belangrijk thema binnen het
provinciale werkveld alvast voor het voetlicht te brengen.
Oogst en agenda; de collectieIn deze krant wordt een ‘collectie’ gepresenteerd van plannen en
projecten die in de afgelopen periode van vier jaar zijn geïnitieerd
of uitgevoerd. Die collectie is tot stand gekomen op basis van mijn
persoonlijke keuze. Bij de keuze speelden een aantal overwegingen.
Het moet gaan om plannen/projecten die staan voor het ruimtelijk
beleid zoals dat in de afgelopen periode door de provincie is ge-
voerd. Er zijn ook plannen/projecten bij, die de vinger leggen op
een omslag, een nieuwe tendens of een ruimtelijke ontwikkeling.
Natuurlijk heb ik ook de plannen/projecten gekozen waaraan ik als
PARK – overigens steeds samen met veel anderen – heb gewerkt. De
collectie is niet bedoeld om compleet te zijn, niet alle grand projets
in de provincie zitten er bij. En tenslotte zijn het niet per se alleen
maar goede voorbeelden; er zitten ook discutabele exemplaren
tussen. Maar ze zijn markant en intrigerend; het zijn ‘praatstukken’,
ze nodigen uit tot gedachtenwisseling. En daar is de collectie voor
bedoeld.
‘Verleidelijk, bruikbaar en solide’Vier jaar werken aan ruimtelijke kwaliteit in Noord-Holland;
oogst en agenda
Jandirk Hoekstra
Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit (PARK)
53
Om het overzichtelijk te houden is de collectie verdeeld over
drie lagen: de x10, de x100 en de x1000 laag. Die lagen hebben
te maken met de verschillende schaalniveaus waarop de provin-
cie in haar ruimtelijk kwaliteitsbeleid actief is: op het niveau van
de provincie als geheel, of grote deelgebieden als de Kop van
Noord-Holland en de Metropoolregio Amsterdam (MRA). Deze laag
is – op basis van het aantal plannen en projecten dat op deze laag
aan de orde is – voor het gemak de x10-laag genoemd.
Op het regionaal niveau – de x100-laag – heeft de provincie te
maken met een veelheid van plannen en projecten, vaak van ande-
re overheden of marktpartijen. Tenslotte is er de lokale schaal met
een veelheid aan initiatieven en projecten: de x1000-laag. Bij elk
van die lagen hoort een specifieke rol en soort bemoeienis van
de provincie.
In de collectie zijn voor elk van de lagen ongeveer tien voorbeel-
den opgenomen. Sommige daarvan zijn tot stand gekomen dankzij
de provincie, bij andere was de provincie zijdelings betrokken en
bij weer andere nauwelijks of helemaal niet.
De collectie x10Ten eerste is er de laag van beleid, plannen en projecten op
(deel)provinciaal niveau. De Structuurvisie PNH, de Leidraad
Landschap en Cultuurhistorie, het Beleidskader Wind op land, het
OV-knooppuntenbeleid zijn hier voorbeelden van. Maar ook de
versterking van de Noordzeekust (Hondsbossche Zeewering!) en
de dijkversterking Hoorn-Amsterdam horen in deze laag thuis.
Hier is de provincie initiator/uitvoerder van beleid, opdrachtgever
of partner in de ontwikkeling.
De collectie x100Vervolgens is er de laag van de inrichtings- en gebiedsopgaven
op regionaal niveau. Hier horen de grotere water- en natuur-
projecten thuis, de nieuwe schakels in de provinciale (vaar)wegen
en de ontwikkelingslocaties voor wonen, werken en recreëren.
Op dit niveau kan de provincie de rol van (mede-) opdrachtgever
vervullen, is ze partner in de ontwikkeling, of heeft ze een meer
toetsende rol.
De collectie x1000Tenslotte zijn er initiatieven en projecten op lokale schaal, zoals
de ontwikkelingen op de erven, de verbeteringen van het wandel-,
vaar- en fietsnetwerk en lokale initiatieven op gebied van voedsel-
en energieproductie. Omdat dit type dynamiek en deze projecten
veelvuldig voorkomen kunnen ze samen grote impact hebben op
het landschap, vooral als het om ontwikkelingen gaat in het open
landschap of aan de rand van bebouwd gebied. De provincie func-
tioneert op dit schaalniveau in sommige gevallen als toetsende
instantie. Hier kan ze ook de rol van aanjager en stimulator
spelen.
Door de harde kust te verzachten ontstaat hier een heel
nieuw kustlandschap. De ongenaakbare harde rand verandert
in duin en strand met grote mogelijkheden voor natuur en
recreatie. Kustversterking en nieuwe kansen voor ecologie
en economie gaan hand in hand. En een pakket ruimtelijke
kwaliteitsmaatregelen zorgt voor de verankering van deze
nieuwe kust aan het bestaande landschap.
Zandsuppletie Hondsbossche Zeewering
Veiligheid als motor voor een
nieuw kustlandschap
Collage van vernieuwde Hondsbossche Zeewering
Habitattypes
Impressie duinvallei Nieuwe duin (2014)
Be
eld
We
st 8B
ee
ld T
he
o B
aa
rt
Be
eld
We
st 8
Be
eld
We
st 8
x10
Opdrachtgever Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier,
Rijkswaterstaat
Ontwerp (inclusief samenwerking) Van Oord & Boskalis (aannemer),
West8 urban design & landscape architecture (ruimtelijke inpassing),
Witteveen+Bos, Svasek Hydraullics, Altenburg en Wymenga
ecologisch onderzoek
Gereed 2016
Verleidelijk Bruikbaar Solide54
Na een periode waarin de zeewering langs de Noordzeekust
veilig werd gehouden door van de eerste duinenrij een strakke
en gefixeerde zanddijk te maken keert het tij. Op basis van het
inzicht dat de dynamiek van wind, getij, zand en zout, die vanaf
de zee het duin binnendringt, daar hoge natuurwaarden creëert,
wordt de zeereep stap voor stap weer dynamisch gemaakt:
kerven, stuifduinen en natte duinvalleien zorgen voor een rijk
en aantrekkelijk nieuw kustlandschap.
Dynamisering Noord-Hollands duin
Duinen worden robuust en
toegankelijk
Twee windsleuven, herstelde natte duinvallei en paraboolduinen
Projecten in het duinlandschap
Graven van een sleuf
Be
eld
Ha
ns W
ind
mu
ller
Be
eld
Ma
rtijn V
os
Be
eld
Ru
ud
Ma
aska
nt
Zoetwatervallei bij de Kennemerduinen
Be
eld
Ina
Ro
els
Dynamisch duin bij overgang
x10
Opdrachtgever Rijk, Provincie Noord-Holland
Betrokken partijen Staatsbosbeheer, PWN, HHNK, HH Rijnland, Landschap
Noord-Holland, Vrienden van de Kennemerduinen
Uitvoering 2010-2014
De Westrandweg, een kortsluiting tussen de A9 en de A10 aan
de westkant van de Amsterdamse regio, is een goed voorbeeld
van een zorgvuldig vormgegeven snelweg, die ook goed in het
landschap is verankerd. Ruime viaducten, prachtige lichtmasten
geven de weg een krachtig eigen gezicht.
Nieuwe Westrandweg A5
Aandacht voor ontwerp levert
soeverein infralandschap
Westrandweg in het landschap
Be
eld
Zw
arts &
Ja
nsm
a A
rch
itec
tsB
ee
ld Z
wa
rts & J
an
sma
Arc
hite
cts
Be
eld
Zw
arts &
Ja
nsm
a A
rch
itec
ts
x10
Opdrachtgever Rijkswaterstaat
Ontwerp Zwarts & Jansma Architects, Royal Haskoning, Witteveen + Bos
Uitvoering/gereed 2013
55
Taakstelling windenergie,
maar wel volgens Noord-Hollandse
formule
Voorstudie Wind Op Land
Wijst de (polder)landschappen in Noord-Holland die geschikt
zijn als dragers van windturbines. Om de ‘windlandschappen’ die
zo ontstaan liggen ‘vides’ om de polders ten opzichte van elkaar
geprononceerd te houden en te voorkomen dat er één diffuus
woud van masten ontstaat. Het ‘torso’ van Noord-Holland
– het veenweidelandschap – blijft vrij.
Auteur Provincie Noord-Holland
Publicatie 2014
Windplan voor Wieringermeer
Be
eld
Th
eo
Ba
art
Windlandschappen in Noord-Holland met ‘vides’
Be
eld
H +
N +
S la
nd
sch
ap
asa
rch
itec
ten
Ring van ‘buiten-plaatsen’,
koesteren en vieren
Uitvoeringsprogramma Stelling van Amsterdam
De monumentale ring van forten en inundatiewerken, die in een
ruime boog de Metropoolregio Amsterdam omspant, krijgt een nieuw
leven. Stap voor stap lukt het om economische dragers te vinden die
dit Unesco Werelderfgoed nieuw elan en betekenis te geven.
Vuurtoreneiland
Fort Resort Beemster
Stelling van Amsterdam
Initiatief Provincie Noord-Holland
Vuurtoreneiland
Betrokken partijen B. Boswijk, S. Overeinder (planvormingsfase)
Uitvoering 2014-2016
Fort Resort Beemster
Betrokken partijen Fort Resort Beemster
Gereed 2012
Be
eld
Th
eo
Ba
art
x10
x10
Windlandschap Wieringermeer
Windlandschap Wieringermeer
Verleidelijk Bruikbaar Solide56
De versterking van de dijken, die Laag-
Holland beschermen tegen hoge water-
standen van het Markermeer-IJmeer, is een
uitdagende opgave. In een eeuwenlange ge-
schiedenis van vlechten, kruien, verleggen,
dichten en ophogen heeft zich een monu-
mentale structuur gevormd, die beeldbepa-
lend is voor dit deel van de provinciale kust.
De dijk heeft zich ontwikkeld tot een lang
lint waarlangs intensief wordt gewoond, ge-
fietst, gewandeld, gevaren en gefoerageerd.
Het is de opgave om te onderzoeken of de
noodzakelijke versterkingsmaatregelen het
monumentale karakter van de dijk, maar ook
het wonen, recreëren en de natuur kunnen
‘bedienen’. Om dat te bewerkstelligen heeft
de provincie in samenwerking met Hoog-
heemraadschap Hollands Noorderkwartier
(HHNK) en Rijkswaterstaat het Kader Ruim-
telijke Kwaliteit Markermeerdijken ontwik-
keld. Daarin zijn de kwaliteiten en de
kansen voor de verschillende thema’s in
beeld gebracht. Vervolgens zijn de verschil-
lende dijkeenheden (bv de Hoornse Baai,
Waterlandse Kust) benoemd en is voor elk
van die eenheden aangegeven welke waarde
leidend zou moeten zijn bij de keuze tussen
de mogelijke dijkversterkingsmaatregelen.
Waar ‘cultuur’ leidend is, is behoud van het
huidige dijklichaam de beste oplossing en
waar ‘natuur’ leidend is kan de ‘oeverdijk’
als favoriete oplossing uit de bus komen.
De oeverdijk is een nieuw, ‘zacht’ verster-
kingsprincipe, waarbij er vóór de bestaande
dijk een brede strook zand wordt aange-
bracht met een kruin die ongeveer half zo
hoog is als de bestaande dijk. Met het toe-
passen van de oeverdijk ontstaat er langs het
Markermeer een gevarieerd oeverlandschap;
een brede overgangszone tussen land en
water die aantrekkelijke mogelijkheden kan
opleveren voor natuur en recreatie.
Momenteel wordt er door HHNK in samen-
werking met rijk, provincie en belangenor-
ganisaties langs de dijk hard samengewerkt
aan het Projectplan voor de dijkversterking.
Het Kader Ruimtelijke Kwaliteit is daarbij
richtinggevend. Het is opgesteld door
HHNK en provincie in samenwerking met de
ontwerpers van Arcadis, RHDHV en Vista.
Dijkversterking Hoorn-Amsterdam
Aaneensmeden van oud en nieuw,
recreatie en natuur, techniek en
schoonheid
Kader Ruimtelijke Kwaliteit
Waterkering als route
Be
eld
Pa
rido
n x d
e G
roo
t
Markermeerdijk nabij Uitdam
Be
eld
Ja
n Tu
ijp
Voorstel Zeevang
Voorkeursoplossing
Huidige situatie
Doorsneden
Aanbrengen oeverdijk
Buitenwaarts asverschuiving met flauwe oever
Binnenwaarts
x10
Initiatief Provincie Noord-Holland, Hoogheemraadschap
Hollands Noorderkwartier
Auteur/ontwerp (inclusief samenwerking) Provincie Noord-Holland,
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Rijkswaterstaat
(Hoogwaterbeschermingsprogramma), ARCADIS, Royal HaskoningDHV, Vista
Gereed 2021
- PARK-project -
57
Essentie voor ruimtelijke kwaliteit: definieert Bestaand Bebouwd
Gebied; daarbuiten kunnen locaties ontwikkeld worden, mits
de overgeleverde structuren worden gerespecteerd en er wordt
bijgedragen aan de kwaliteit van het landschap.
Verdichten, versnellen,
veraangenamen
OV-knooppuntenbeleid
Middels het OV-knooppuntenbeleid wil de provincie de stations-
locaties in het stedelijke gebied in de provincie als brandpunten
van gevarieerde activiteit, intensieve stedelijke functies en sterke
karakters een impuls geven. Het OV-knooppuntenbeleid is ook
bedoeld als een alternatief voor verdere uitwaaiering van
verstedelijking in het landschap van de provincie.
Auteur Provincie Noord-Holland
Publicatie 2011
Structuurvisie Provincie Noord-Holland
Begrensd stedelijk gebied
ontziet het landschap
Initiatief Provincie Noord-Holland
Partners Gemeentes, Metropoolregio Amsterdam (MRA), Ministerie van I&M,
Nederlandse Spoorwegen, OV Bureau Randstad, Pro Rail, Stadsregio
Amsterdam, Radboud Universiteit Nijmegen, Universiteit van Amsterdam
(iTod), Vereniging Deltametropool, Connexxion
Jaar planvorming 2013-2014
Structuur visie, totaalkaart Bestaand Bebouwd Gebied (BBG)
Case: Zorgpark Monnikenberg, project buiten BBG
Be
eld
Bo
sch
-Sla
bb
ers
Montage ‘Buitenpoort’: OV-knooppunt aan het landschap
OV-netwerk met knooppunten
x10
x10
‘Vlindermodel’
Openbaar vervoer
Wegen Menging
Intensiteit
NabijheidLangzaam verkeer
PlaatsKnoop
Recreatiegebied ‘t Twiske
Be
eld
Ja
n Tu
ijp
Verleidelijk Bruikbaar Solide58
De ‘nieuwe kaart’ van het MRA-landschap
laat een rijke wolk aan projecten zien.
Herbestemming van forten in de Stelling,
(natuur)compensatie bij uitbreiding van
infrastructuur, herontwikkeling van recrea-
tiegebieden, nieuwe verbindingen voor voet-
gangers en fietsers, waterberging et cetera.
Het Kwaliteitsbeeld is in een reeks ateliers
met direct betrokkenen opgesteld als ge-
meenschappelijke koers voor al die verschil-
lende projecten en initiatieven. Om te stimu-
leren dat de individuele projecten kwaliteit
toevoegen aan het grotere geheel. Het Kwa-
liteitsbeeld bestaat uit perspectieven voor de
grote thema’s die in het MRA-landschap aan
de orde zijn: water, natuur, infrastructuur en
verstedelijking, beleving en productie. Zo
wordt in het ‘water’-perspectief geschetst
hoe in het MRA-landschap rekening kan
worden gehouden met de toekomstige wa-
terveiligheids- en waterkwaliteitsopgave.
Tevens is een aantal overkoepelende princi-
pes benoemd dat leidend zou moeten zijn bij
de invulling van projecten in het landschap.
Om het communicatieproces met initiatief-
nemers dat daarbij hoort te vergemakkelij-
ken is door de Dienst Ruimtelijke Ordening
Kwaliteitsbeeld voor het MRA-landschap
Landschap in de metropoolregio
wint aan kracht bij samenhang
tussen projecten
Initiatief Projectgroep MRA-Landschap
Auteur/ontwerp Provincie Noord-Holland, Dienst Ruimtelijke Ordening
Amsterdam (DRO), Boom Landscape, Rijnboutt
Publicatie 2014
Be
eld
Ja
n Tu
ijp
Be
eld
Ja
n Tu
ijp
Overzicht van projecten in het MRA landschap
Kwaliteitsbeeld Metropoolregio Amsterdam (MRA): principes
MRA: vaarmetropool Strand van de metropool
x10
Noordzeekust
Kust IJsselmeergebied
Landgoederen-, bos- (en heide)complexen van de
binnenduinrand en het Gooi
Woongebied grenzend aan EHS en RodS: betere verbinding
stad-land voor langzaam verkeer
Recreatie om de Stad (RodS) en bosgebieden:
de grote recreatielandschappen
Snelfietsroutes/fietssnelwegen (indicatief)
OV-knooppunt grenzend aan MRA-landschap; buitenpoort
genoemd in programma OV-knooppunten Provincie Noord-Holland
Grote plassen en meren (vaar- en zwemwater)
IJmeer
Amsterdam (DRO) een spel ontwikkeld.
Door dat te spelen met betrokkenen wordt
snel duidelijk wat er allemaal speelt rond
een bepaald initiatief en hoe de bijdrage aan
de kwaliteit het MRA-landschap als geheel
vorm zou kunnen krijgen. Momenteel wordt
onderzocht hoe het Kwaliteitsbeeld kan
worden vertaald in een ‘Agenda voor het
MRA-landschap’. De kaartbeelden voor het
Kwaliteitsbeeld zijn ontwikkeld door Philo-
mena van Vliet en David Kloet in samenwer-
king met het ontwerpteam van de provincie.
- PARK-project -
59
Een stelsel van verbindingen en ecoducten zorgt ervoor dat
de verschillende onderdelen van het Goois Natuurreservaat
aan elkaar worden ‘geklonken’ tot een groot en robuust
natuurcomplex.
Verbindingen geven natuur
robuustheid en formaat
Netwerk Gooise natuur
Natuurbrug Zanderij Crailoo Voorlopig ontwerp ecoduct Zwaluwenberg
Ecologische verbindingszone
Be
eld
Go
ois N
atu
urre
serva
at
x10
Opdrachtgever Rijkswaterstaat, Provincie Noord-Holland
Ontwerp (inclusief samenwerking) aannemingscombinatie H2Eco
(Hegeman Beton- en Industriebouw en Mobilis), Goois Natuur
Reservaat (toelopen)
Uitvoering 2007-2018
Een nieuwe entree voor het
strand van de Metropoolregio
Amsterdam
Nieuw stationsplein Zandvoort
Van de circa 5 miljoen dagrecreanten die jaarlijks Zandvoort
bezoeken komt het grootste deel met de trein. De entree van het
strand van de Metropoolregio Amsterdam is ronduit belabberd.
Het station uitlopend kom je in een non-descripte ‘waaihoek’
terecht, die lijkt op een willekeurige flatwijk van een groeikern.
Niets wijst vooruit naar strand en zee. Het plan voor een nieuw
stationsplein van Zandvoort is een belangrijke stap in de goede
richting. Op deze manier voortgaand kan de allure van weleer van
Zandvoort als badplaats een eigentijdse invulling krijgen.
x100
Huidige situatie
Stationsgebouw van Zandvoort
Huidige entree naar het strand
Toekomstige situatie
Schematische plankaart
Initiatief Gemeente Zandvoort
Ontwerp (inclusief samenwerking) Dienst Ruimtelijke Ordening
Amsterdam (DRO), Cultuurfabriek i.s.m. Cascoland
Jaar planvorming 2012-2014 Uitvoering 2015-2020
Verleidelijk Bruikbaar Solide60
Dit is een omvangrijk programma van projecten ter verbetering van
het landschap aan de oostflank van de Metropoolregio Amsterdam.
Het programma dient als compensatie voor de verbetering van de
infrastructuurbundel tussen Amsterdam, Almere en het Gooi.
Het omvat fietsbruggen, ecologische verbindingen, verbetering
van vaarverbindingen, nieuwe bezoekerscentra en de invulling van
voormalige forten. Het oeverlandschap van het IJmeer en Gooimeer
wordt dit alles aantrekkelijker en toegankelijk voor mens en natuur.
Programma Groene uitweg
Compensatie voor infra verruimt
gebruiksmogelijkheden en verrijkt
landschap
Voor de ontwikkeling van de Bloemendalerpolder als nieuw
woonlandschap is het van groot belang te leren van de fouten die
in het verleden met dergelijke locaties zijn gemaakt. Vaak waren
er ferme landschappelijke ambities, maar die bleken gaandeweg
het ontwikkelproces steeds minder haalbaar. Om het gevaar te
bezweren dat hier een losliggend en verweesd wooneiland tussen
Vecht en Amsterdam-Rijn Kanaal ontstaat, is het van groot belang
voor een goede verankering aan EN het omliggend landschap
EN het stedelijk gebied van Weesp (inclusief het knooppunt
Weesp NS) zorg te dragen.
Opdrachtgever Marktpartijen Bloemendalerpolder
Ontwerp Strootman Landschapsarchitecten
Uitvoering/gereed 2015 - …
Landschapsontwikkelingsplan Bloemendalerpolder
Ambitie: wonen verankerd aan
stad èn landschap
x100 x100
Schetsontwerp van het landschapsontwikkelingsplan
Impressie van de Brede Laan
Impressie van een singel in Lanenrijk
Impressie Bloemendalergouw
1 Route Natuurboulevard
4 Ecologische verbindingszone Bovendiep
Be
eld
Ho
fstra|H
ee
rsch
e/R
oya
l Ha
skon
ing
B
ee
ld M
ich
iel Tro
mp
Be
eld
Ro
yal H
asko
nin
g
Be
eld
Ge
ert T
imm
erm
an
s
Be
eld
Ge
ert T
imm
erm
an
s
2 Natuurboulevard langs het IJmeer 3 Natuurboulevard
5 Verbindingszone biedt ruimte voor recreatie
4-5 Opdrachtgever Provincie Noord Holland
Partners Provincie Noord-Holland, Stadsdeel Oost, Dienst Ruimtelijke
Ordening Amsterdam (DRO), Natuurontwikkelingsfonds IJmeer
Uitvoering/gereed 2013
1-3 Opdrachtgever Staatsbosbeheer, Dienst Landelijk Gebied (DLG)
Ontwerp Niels Hofstra, Hofstra|Heersche Landschapsarchitecten
Michiel Veldkamp, DLG Royal HaskoningDHV
Uitvoering/gereed 2012
61
Wonen, zorg, stadslandbouw en
recreatie aan de Ringvaart
Nieuw landgoed Wickevoort
Expressie en ‘gezicht’ voor een
markant OV-Knooppunt
Nieuw informatiecentrum Huis van Hilde
Het Huis van Hilde is een voorbeeldig project omdat het aan een
OV-knooppunt (Castricum) op een bijzondere plek (namelijk aan de
binnenduinrand van het Noord-Hollands duinreservaat) betekenis en
identiteit toevoegt. Zeker als je je realiseert dat hier ergens de monding
van het Oer-IJ in de Noordzee gelegen heeft, is het een goede zaak
dat geschiedenis (Hilde, Oer-IJ) en actualiteit (een vervoersknooppunt)
op deze plek met elkaar worden verbonden middels een in het oog
springend gebouw. Stel je voor dat je OV-knooppunten in het
algemeen op deze manier met identiteit zou kunnen laden…
Opdrachtgever Provincie Noord-Holland
Ontwerp VVKH architecten, Fons Verheijen
Uitvoering/gereed 2015
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland (SEIN) ontwikkelt samen
met woningstichting Eigen Haard en gebieds- en vastgoedontwikke-
laar AM een plan voor De Cruquiushoeve in de Haarlemmermeer).
Dit terrein van 56 hectare biedt straks plaats aan zowel de zorg-,
woon- en onderwijsvoorzieningen van SEIN, als aan een nieuw woon-
gebied met maximaal 1.000 woningen, inclusief voorzieningen voor
stadslandbouw en recreatie. Dit landgoed Wickevoort is een voorbeeld
van een type gebiedstransformatie, dat op meerdere plekken in de
provincie aan de orde is. Monofunctionele instellingen voor gezond-
heidszorg of religie worden multifunctionele gebieden.
x100
x100
Be
eld
VV
KH
Arc
hite
cte
nB
ee
ld V
VK
H A
rch
itec
ten
Be
eld
VV
KH
Arc
hite
cte
nB
ee
ld V
VK
H A
rch
itec
ten
Opdrachtgever SEIN (Stichting Epileptische Instelling Nederland)
uitschrijver tender
Samenwerking AM/Eigen Haard gegund door SEIN
Ontwerp visie Michael van Gessel en AM Concepts
Jaar planvorming 2013-2015
Verschillende verkavelingstypen voor landgoed Wickevoort
Boslintkavels
Hoevekavels
Erfkavels
Waterlintkavels
Boskavels
Buurtkavels
Bestaande kavels
Boskavels Lintkavels waterzijde
Buurtkavels Hoevekavels
Lintkavels Erfkavels
Vogelvlucht van landgoed Wickevoort
Raamwerk
Verleidelijk Bruikbaar Solide62
in het onderzoek ‘Kansen voor Kernen in de
Kop’ (uitgevoerd in samenwerking met Jan
Winsemius van Bureau Middelkoop) is on-
derzocht of de eigen (ruimtelijke) kwaliteit
van kernen in de Kop van Noord-Holland een
rol kan spelen in het aantrekkelijk houden
van dit type woonmilieu. In de kernen van
de Kop voltrekt zich een proces van ‘vergrij-
Kansen voor kernen in de Kop
Onderscheidend
vermogen en kwaliteit als
bestaansvoorwaarden
1-5 Initiatief Provincie Noord-Holland, PARK
Auteur Provincie Noord-Holland, PARK, Bureau Middelkoop
Publicatie 2013
6 Opdrachtgever De Bouwcompagnie, Hoorn
Ontwerp Bastiaan Jongerius Architecten
Uitvoering/gereed 2013
zing en ontgroening’ en verschraling van
het voorzieningenpakket. De krimp dient
zich langzaam maar zeker aan. In het om-
gaan met deze demografische ontwikkeling
moeten niet de onderlinge concurrentie en
het vasthouden aan de eigen voorzieningen
centraal staan, maar zijn een andere kijk en
benadering nodig, zo luidt de conclusie van
het onderzoek. De eigenheid en de kwaliteit
van de dorpse woonmilieus zijn een cruciale
factor in de aantrekkingskracht van de ker-
nen als woonmilieu. Als die op orde is blijken
mensen goed in staat, via ‘arrangementen’
in de Kop, bij elkaar te sprokkelen wat van
hun gading is: school, winkel, werk, sport-
club etc. En blijkt het dorp nog steeds een
vitale woonomgeving met veel engagement
van bewoners bij hun omgeving en betrok-
kenheid op elkaar. Het onderzoek is een
pleidooi voor meer ‘gezicht’ en uitgesproken
kwaliteit per kern in plaats van overal meer
van hetzelfde. En voorbeelden van kansen
die daarbij kunnen worden benut. Daar-
bij gaat het juist om het elkaar aanvullen
in plaats van het elkaar beconcurreren op
gebied van voorzieningen en plekken om te
bouwen. Recent is het onderzoek aangevuld
met een onderzoek naar de sociale kwali-
teit in de betreffende kernen. ‘Kansen voor
Kernen in de Kop’ is een bouwsteen voor een
toekomstperspectief voor de Kop dat mo-
menteel wordt ontwikkeld in het kader van
‘De Kop Werkt’.
x100
1 Arrangementen in de Kop 2 Structuurdragers in de Kop
3 Middenmeer 5 Anna Paulowna4 Waarland
6 Appartementen in Middenmeer
Be
eld
Ba
stiaa
n J
on
ge
rius a
rch
itec
ten
- PARK-project -
63
Het heeft er een tijd naar uitgezien dat het realiseren van grote
recreatielandschappen (Amsterdamse Bos, Spaarnwoude, Twiske)
van 1000 hectare en meer ten dienste van de inwoners van het
stedelijk gebied rondom niet langer aan de orde was. Terwijl
het toch door veel verschillende stedelijke gebruikers zeer
gewaardeerde landschappen heeft opgeleverd. Gelukkig wordt
de draad weer opgepakt met het realiseren van de plannen voor
Park 21 in de Haarlemmermeer. Leisure, horeca en sportieve
activiteiten worden in dit plan gecombineerd met een royaal
polderbos. Met Schiphol en een infrastructuur-knooppunt van
formaat in de buurt kan het Park een sterk ‘merk’ worden voor
de polderbewoners en bezoekers van ver daaromheen.
Ontwerp Park 21 Haarlemmermeer
Het grote stadslandschap
revisited: vrije tijd en allure in
de polder
Natuurontwikkeling als
culturele opgave: nieuw icoon?
Inrichtingsplan Koopmanspolder
Soms is er de mogelijkheid de natuuropgave te combineren met
een kunstproject. De Koopmanspolder langs het IJsselmeer bij
Wervershoof bood zo’n gelegenheid. Zeker in dit geval – waarbij
de per seizoen wisselende waterstand in de polder wordt gedra-
matiseerd door de labyrinth-achtige waterstructuur – gaat natuur
als icoon werken. Het verhaal van de natuur en water wordt in dit
land-art project op een heldere manier uit de doeken gedaan.
x100 x100
Inpassing van plan Raaijman
Terreinmodel
Impressie Koopmanspolder vanuit de lucht
Be
eld
Be
n R
aa
ijma
nB
ee
ld K
win
t van
de
n B
erg
Masterplan Park 21
Lagen in het parkontwerp
Vogelvlucht impressie
Profiel van Park 21
Be
eld
Vista
Opdrachtgever Samenwerkingsverband Provincie Noord-Holland,
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Rijkswaterstaat, Deltares,
Gemeente Medemblik, Staatsbosbeheer en Cultuurcompagnie Noord-Holland.
Dienst Landelijk Gebied begeleidt de uitvoering
Ontwerp (en samenwerking) Ben Raaijman (beeldend kunstenaar)
Uitvoering/gereed 2013
Locatie tussen Andijk, Wervershoof en het IJsselmeer
Opdrachtgever Gemeente Haarlemmermeer
Ontwerp (inclusief samenwerkingsverbanden) Vista Landschapsarchitectuur
en stedenbouw
Planvorming 2013
Verleidelijk Bruikbaar Solide64
Facelift voor agrarisch
cultuurlandschap
Gebiedsvisie voor polder Waard Nieuwland
Initiatief Provincie Noord-Holland, Gemeente Hollands Kroon
Ontwerp Provincie Noord-Holland
Jaar planvorming 2013
Schoonwatermachine,
klimaatbuffer en aantrekkelijk
landschap in één
Schoonwatervallei Castricum
In de Schoonwatervallei Castricum wordt het kwelwater vanuit de
hoger gelegen omgeving (duinen aan de westzijde, strandwal aan
de oostzijde) benut. Dit water is vaak van prima kwaliteit omdat
het een lange weg door het zand heeft afgelegd. In het project
Schoonwatervallei krijgt dit water weer de ruimte op diverse
plekken: als nat (bloemrijk) grasland, in een watergang met een
fiets- en wandelpad erlangs. Natuur en recreatie aan de rand van
het duingebied krijgen hierdoor een impuls.
Duinen Schoonwatervallei Limmen op strandwal gevoed door schoon duinwater
x100
x100
Visie op Polder Waard Nieuwland
Impressie vernieuwde villa Nieuwland, Edwin Bonvie en Martine van Soolingen
WierschuurImpressie van fietspad op de dijk
Nieuw profiel voor de zuidrand van de polder
Principe doorsnede
Collage van de Schoonwatervallei
Be
eld
Ba
stiaa
n H
en
k van
Bru
gg
en
Be
eld
Ha
m B
otm
an
/Jo
rrit Bra
aksm
a
Be
eld
Stro
otm
an
La
nd
sch
ap
sarc
hite
cte
n
Waterberging Gasthuisweidje Zeerijdtsdijkje
Initiatief Landschap Noord-Holland
Ontwerp (inclusief samenwerking) Landschap Noord-Holland,
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, LTO-Noord, agrariërs in
het gebied, gemeente Castricum, PWN, Stichting De Hooge Weide en
andere lokale organisaties
Uitvoering/gereed 2012-…
In de gebiedsvisie voor de Polder Waard Nieuwland, langs het hoge
land van Wieringen, is een aantal ambities gecombineerd. Ten eerste
de modernisering van het agrarisch landschap middels herverdeling
en koppeling kavels tot grote eenheden. Ten tweede de optimalisering
van het watersysteem van de polder, zodat een verbeterde afwatering
in natte tijden en inlaat in droge tijden mogelijk wordt. En tenslotte
een ‘opgedikte’ landschappelijke zone langs de polderboezem aan
de zuidzijde, die als natuurlijke verbindingszone en als recreatieve
route (wandelen, fietsen, kanoën) dienst kan doen. Zeker ook als de
opknapbeurt van de Wierdijk (fietspad op en langs dijk) doorgaat
ontstaat er ook aan de noordzijde van de polder een aantrekkelijke
verbinding. Een opgeknapte Wierschuur kan als ‘pleisterplaats’
hierlangs fungeren.
65
Noord-Holland, met zoveel kusten en binnenwateren, en
watersport horen bij elkaar. De Metropoolregio Amsterdam
herbergt voor veel typen watersport (van kanoën, via sloepen en
open zeilboten tot kleine en grote jachten) volop mogelijkheden.
En die kunnen middels verbeteringen in het netwerk (toevoegen
van ontbrekende schakels, vervangen van vaste door beweegbare
bruggen, idem voor duikers en sluizen) nog aanzienlijk worden
uitgebreid. Zo vormen de boezems en andere waterwegen
alsmede de grotere en kleinere veenplassen in Waterland
voor sloepen en de ‘kleine’ watersport een eldorado. Zeker
als een aantal verbindingen nog zou worden geoptimaliseerd.
Een sloepennetwerk naar analogie met het netwerk van
fietsknooppunten is een eerste stap om de door elkaar
krioelende botenvloot uit de Amsterdamse wateren Waterland
in te krijgen en zo dit prachtige gebied te ontsluiten.
Inrichting sloepennetwerk Laag-Holland
Vaarnetwerk en de (kust)wateren
als economische troeven voor de
metropoolregio
Oude en nieuwe
buitenplaatsen: toegankelijk
particulier landschap
Nieuw landgoed Terra Nova
Het nieuwe landgoed Terra Nova aan de Loosdrechtse Plassen,
is een goed voorbeeld van wat nieuwe landgoederen kunnen
bijdragen aan de kwaliteit van het landschap. Met een heldere
ruimtelijke structuur (centrale as met kanaal, monumentale
beplanting en een mooie balans tussen open en bebost landschap)
en een eigen gezicht ontstaat hier aan de plas een bijzonder
oeverlandschap, waarvan de passerende recreant volop kan
genieten. Nieuwe landgoederen zijn een veel bepleite, maar
spaarzaam gerealiseerde particuliere investering in het landschap.
Hopelijk doet goed voorbeeld volgen.
x100 x100
Ontwerpconcept
Impressie kanaal
Definitief ontwerp Terra Nova
Be
eld
De
bie
en
Ve
rkuijl tu
in- e
n p
arkre
stau
ratie
Be
eld
De
bie
en
Ve
rkuijl tu
in- e
n p
arkre
stau
ratie
Be
eld
De
bie
en
Ve
rkuijl tu
in- e
n p
arkre
stau
ratie
Be
eld
De
bie
en
Ve
rkuijl tu
in- e
n p
arkre
stau
ratie
Sloepennetwerk Waterland Basis layout knooppuntbord
Rustplaatsen in landelijk gebied Recreatievaart op de Zaan
Loenderveense Plas
Opdrachtgever Stichting Landgoed Terra Nova
Ontwerp (en samenwerking) Debie & Verkuijl tuin- en parkrestauratie,
Hylkema Consultants, De Vries Architecten
Uitvoering/gereed 2016
Initiatief Recreatieschap Twiske-Waterland, ondersteund door
Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer
Concept Recreatie Noord-Holland NV
Uitvoering/gereed 2014-2015
Verleidelijk Bruikbaar Solide66
De CONO is een coöperatie van melkveehouders in en om de
Beemster. Zij wilden hun vlaggeschip – een nieuwe kaasfabriek
– per se in het werelderfgoed realiseren. De opdrachtgevers
realiseerden zich dat ze – mede gezien het grote bouwvolume
– met iets bijzonders zouden moeten komen. Via een prijsvraag
en een kwaliteitsteam is er een bijzonder gebouw tot stand
gekomen: een gebouwd landschap van 50 bij 250 meter op een
reusachtige kelder, dat zich wonderwel voegt in de structuur van
de droogmakerij. Hier is dankzij – en niet ondanks – de duidelijke
kaders en ambities met betrekking tot het landschap eigentijdse
kwaliteit toegevoegd.
Nieuwbouw CONO kaasfabriek
Formaat en kwaliteit gaan samen:
nieuw bedrijfslandgoed
Opdrachtgever CONO Kaasmakers, Westbeemster
Ontwerp Bastiaan Jongerius Architecten
Uitvoering/gereed 2014
x1000
Voorkant
Achterzijde
Situatie 2016Situatie 2014
Avontuur aan de rand
van de stad
Toegankelijk maken Polder IJdoorn
Een van de principes in het Kwaliteitsbeeld voor het landschap
van de Metropoolregio Amsterdam (MRA) is om de natuur bij de
stad – en er ligt in de MRA opvallend veel natuur dicht tegen het
stedelijk gebied aan – aantrekkelijk en toegankelijk te maken voor
recreanten, natuurliefhebbers en sportievelingen. De combinatie
van een route, een vogelkijkhut bij Durgerdam is een geslaagd
voorbeeld van het beoogde principe. Zeker omdat er ook ‘zopie’
in de buurt is (Durgerdam, Vuurtoreneiland) ontstaat hier een
gewilde bestemming in een druk gebruikt landschap.
Opdrachtgever Natuurmonumenten
Concept EcoGroen Advies BV
Uitvoering/gereed 2014
x1000
Vogelvlucht Polder IJdoorn
Vogelaars
Inrichtingsplan Polder IJdoorn
Be
eld
Ma
rten
van
Dijl
Be
eld
Ec
oG
roe
n A
dvie
s B.V
.
Be
eld
Ma
rten
van
Dijl
IJdoorn als recreatiegebied van de stad
67
Slimme proeftuin
en aantrekkelijke plek
Zuiverend park de Ceuvel: een voorbode
Park de Ceuvel is een werklocatie voor bedrijven in de creatieve
sector in een parkachtige setting op een voormalige scheepswerf
in Amsterdam-Noord. Het is een voorbeeld van een nieuw type
occupatie: stadsbewoners verenigen zich rond een initiatief, creëren
draagvlak en realiseren het plan vervolgens grotendeels zelf. Voor
een periode van 10 jaar zijn woonboten van elders hier afgemeerd en
is een park gecreëerd dat middels beplanting en waterhuishouding
de vervuilde grond waarop het is gelegen zuivert. Het is ook een
voorbeeld van deregulering: een aantal normen en richtlijnen zijn
buiten haakjes gezet, opdat een dergelijke tijdelijke invulling van een
interessante plek mogelijk wordt.
Gebouw dat verhaal vertelt over
techniek en landschap
Nieuw gemaal Schardam
Sommige gebouwen verdienen bijzondere aandacht. Op een
markante plek in het landschap, namelijk daar waar vóór de periode
van de droogmakerijen het Noord-Hollandse waterrijk uitmondde
in de Zuiderzee, moet een nieuw gemaal worden gebouwd. Hier
is de opgave om in gebouw en omgeving de geschiedenis te laten
doorklinken en ook om de eigentijdse techniek ervaarbaar te maken.
En om een ensemble te realiseren dat het landschap net ten zuiden
van de Westfriese Omringdijk in zijn waarde laat.
x1000
x1000
Vogelvlucht de Ceuvel
Een stijger van bamboe verbindt de woonboten
Zuiverende beplanting reinigt de vervuilde bodem
Impressie van de Ceuvel
Be
eld
DE
LVA
La
nd
sca
pe
Arc
hite
cts +
Sp
ac
e &
Ma
tter
Be
eld
DE
LVA
La
nd
sca
pe
Arc
hite
cts +
Sp
ac
e &
Ma
tter
Het nieuwe gemaal
Variant inrichtingsplanVariant inrichtingsplan
Het nieuwe gemaal
Opdrachtgever Vereniging De Ceuvel
Ontwerp DELVA Landscape Architects, Space & Matter, Jeroen Apers architect,
Smeelearchitecture, StudioValkenier.nl
Uitvoering/gereed juni 2014
Opdrachtgever Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
Ontwerp (inclusief samenwerkingen) Wittenveen + Bos, VBK Groep,
Aan de Stegge bouw & werktuigbouw, Grontmij
Jaar planvorming 2011/2012
Verleidelijk Bruikbaar Solide68
Erven en landschap in verandering
Nieuwe toekomst
voor de sieraden van de polders
Initiatief Provincie Noord-Holland, PARK
Onderzoek/ontwerp van Paridon x de Groot Landschapsarchitecten
Jaar publicatie 2013
1. Schaalvergroting agrarische bedrijven
2. Opkomst bedrijvigheid en agro-logistiek op
zowel agrarische als vrijkomende erven
3. Opkomst van het zorg- en vrijetijdslandschap
4. Ontwikkeling van het woonlandschap
x1000
Landschappen in de kop met erf-constellaties 3.200 erven in verandering
Verschillend erfgebruik op één lint
Erven: vier ontwikkelingen
In de open polderlandschappen van
Noord-Holland zijn erven en hun bebouwing
gezichtsbepalend. Zeker in de Kop (het ge-
bied boven de lijn Alkmaar-Medemblik) is er
sprake van een grote dynamiek. Agrarische
ondernemers passen de bebouwing en de
erfinrichting aan. Dit leidt tot vergroting van
de schuren en loodsen en meer verharding
vanwege de grotere landbouwmachines.
Waar boeren stoppen (en dat zijn er zo’n 3%
per jaar; van de ruim 3000 erven in de Kop
is minder dan de helft nog een agrarisch on-
dernemer actief; dat betekent dat er per jaar
ruim 40 erven ‘vrij’ komen) kan de dynamiek
verschillende gedaanten aannemen. Het erf
kan een ‘woonerf’ worden: de bebouwing
en de erfinrichting krijgen de uitstraling van
huis met tuin, al dan niet gecombineerd met
praktijk aan huis. Andere erven houden een
bedrijfsbestemming en transformeren tot
een handels- of logistieke onderneming,
vaak aan de landbouw gerelateerd. En weer
andere erven komen leeg te staan. Deze dy-
namiek en transformaties worden beschre-
ven in ‘Erven in verandering’, een onderzoek
uitgevoerd in opdracht van de PARK door
Van Paridon x De Groot Landschapsarchi-
tecten. Het laat zien dat erfinrichting en
erfbebouwing op drie niveaus bijdragen aan
de karakteristiek van het polderlandschap.
Ten eerste op het niveau van de polder als
geheel: de manier waarop de erven zijn
verdeeld over de polderstructuur (solitair,
in clusters of in linten). Ten tweede op het
niveau van de polderstructuur: de manier
waarop de erven aan het landschap en de
infrastructuur zijn verankerd (aan de weg of
de waterloop, al of niet met bomenlanen). En
tenslotte op het niveau van de bebouwing
en de erfinrichting zelf (omzoomd door een
groene ‘mantel’, architectuur van het ensem-
ble). De conclusie is dat een lichte vorm van
stimuleringsbeleid van provincie en gemeen-
ten een belangrijke bijdrage kan leveren aan
de zorgvuldigheid en kwaliteit van plannen
voor erftransformaties. Zo kunnen opdracht-
gevers en ontwerpers worden geïnspireerd
om met bewustzijn van het ‘verhaal’ en de
karakteristiek van erf en bebouwing hun
plannen vorm te geven. Goede voorbeelden
in de provincie hebben laten zien dat met
simpele spelregels en maatregelen (verschil
voorkant – achterkant van het erf in stand
houden; aandacht voor de gevel- en de dak-
partijen; aanbrengen erfbeplanting) veel kan
worden bereikt. In Noord-Holland Noord
wordt op dit moment een pilot gestart,
waarin aan de hand van een aantal concrete
erftransformaties geoefend wordt met een
dergelijk stimuleringsbeleid.
- PARK-project -
69
Erfbebouwing en
erfinrichting: een kwestie
van zorgvuldigheid
Nieuwe gedaanten voor oude habitats
De erven, de los in het landschap of in open lintstructuren gelegen èn
van oorsprong agrarische productie-eenheden, worden dragers van al-
lerlei ontwikkelingen. Verspreid over de provincie liggen er zo’n 5000.
Grofweg de helft ervan is nog in agrarisch gebruik. De andere helft is
inmiddels vrijgekomen voor andere functies. Het erf als beeldbepalend
element in de open Noord-Hollandse landschappen behoeft zorgvul-
digheid en creativiteit bij de invulling van erf en bebouwing met nieu-
we functies. Drie voorbeelden van erftransformaties: een ‘woon-erf’
een zorginstelling en een grote stal bij een melkveehouderij.
1-2 Opdrachtgever Rijksgebouwendienst
Ontwerp LEVS architecten, Marlies van Diest (landschapsarchitect)
Uitvoering/gereed 2009-2011
3-4 Opdrachtgever Stichting Warm Thuis, Wooncompagnie
Ontwerp FARO Architecten, Sander Douma Architecten
Uitvoering/gereed 2011
5 Opdrachtgever Piet en Daan Köhne
Ontwerp Staalbouw.nl
Uitvoering/gereed 2013
x1000
Ontsluiten van het landschap:
ruiken, zien, voelen
Verbeteren routenetwerk Noord-Holland
Het verbeteren van het routenetwerk voor wandelaar, fietser en kanoër
in de provincie gaat niet zonder slag of stoot. Soms staat het op ge-
spannen voet met de productiefunctie: de agrarisch ondernemer ziet
niet graag zijn weiden of akkers vertrapt. En in andere gevallen laat
een streng natuurbeheer betreding niet toe. Toch is het ontsluiten van
het landschap voor de toerist en de recreant een belangrijke opgave.
Van de grote kwaliteiten van het buitengebied moeten beleefd kunnen
worden en toerisme & recreatie vormen een belangrijke economische
pijler onder het in stand houden van de plattelandssamenleving.
Initiatief Provincie Noord-Holland
Jaar planvorming 2013
x1000
Obstakels worden schakels
Knelpunten in de wandelroutes van Noord-Holland
Wandelroutes in Noord-Holland
Dijken als routes
Te gast in het landschap
4 Zorgboerderij De Hulst 2 Tuinontwerp De Drogerij
1 De Drogerij
5 Landbouwbedrijf Köhne Beemster
Be
eld
Bo
sch
Be
ton
Be
eld
Ma
rce
l van
de
n B
erg
Be
eld
Ma
rlies va
n D
iest
Be
eld
Ha
ns P
ete
r Föllm
iB
ee
ld H
an
s Pe
ter Fö
llmi
3 Zorgboerderij De Hulst
Verleidelijk Bruikbaar Solide70
Dit Haarlemse initiatief is een voorbeeld van een actueel gebruik
van het landschap dat aan terrein wint. In de stadstuinderij
De Nieuwe Akker telen wijkbewoners hun eigen groenten in een
geheel door hen beheerde omgeving. En in het DE Ramplaan vereni-
gen de bewoners zich in een energiecollectief dat de opwekking van
duurzame energie voor de gehele wijk in de wijk zelf voorstaat.
Dit type initiatieven en collectieven, dat het landschap beheert
voor productie en het ook als omgeving inricht en gebruikt, wordt
op steeds meer plaatsen ontwikkeld. De overheid bevindt zich in
een andere rol: faciliteren en loslaten zijn het motto.
Energiecoöperatie DE Ramplaan en de Nieuwe Akker
Zelf zaaien, zelf oogsten, je eigen
(energie)landschap
1 Energiecoöperatie Duurzame Energie (DE) Ramplaan
Initiatief Particulier
Uitvoering 2015
x1000
2 De Nieuwe Akker
3 Nieuwe Akker
1 Energiecoöperatie DE Ramplaan
Projectlocaties
Be
eld
Gro
en
en
Do
en
Be
eld
Gro
en
en
Do
en
2-3 De Nieuwe Akker
Initiatief stichting De Nieuwe Akker, verzorgingshuis De Blinkert,
familie Demmers en gemeente Haarlem
Jaar planvorming 2010
Tenslotte
Ruimtelijke kwaliteitsbeleid op provinciale schaal; een kwestie van doorzettenOp het gebied van ruimtelijke kwaliteit komen er op het schaal-
niveau van de provincie meerdere lijnen samen. Een aantal
rijkstaken op gebied van de ruimtelijke ordening is geheel of
gedeeltelijk doorgeschoven naar het provinciaal niveau, zoals
het natuurbeleid, het landschapsbeleid (inclusief bufferzones en
nationale landschappen) en het mobiliteitsbeleid. De afgelopen
vier jaar heeft de Provincie Noord-Holland op dit veranderende
speelveld vorm en inhoud gegeven aan haar nieuwe rol. De combi-
natie Structuurvisie met bijbehorende Provinciale Verordening en
Adviescommissie Ruimtelijke Ontwikkeling (ARO) is een probaat
(en overigens niet onomstreden) middel gebleken. Partijen die
buiten ‘Bestaand Bebouwd Gebied’ willen bouwen krijgen middels
de verordening de opdracht om plannen met ruimtelijke kwaliteit
te leveren. Zeker in combinatie met het woon- en OV-knooppun-
tenbeleid, toont dit beleid ambitie. De provincie neemt de karak-
teristiek van het open landschap serieus, stelt paal en perk aan
een verdere groei van het stedelijk gebied en voert tegelijkertijd
een stimuleringsbeleid om het stedelijk gebied en met name de
locaties rond OV-knooppunten met veel ruimtelijke en program-
matische variatie verder in te vullen. En in een provincie waarin er
nog ruimschoots sprake is van groei van de stedelijke functies is
dat geen overbodige luxe. Natuur en landschap zijn nou eenmaal
zwakke functies, maar ze hebben een sterke spin-off. Leveran-
ciers van ‘ecosysteem-diensten’ heet dat in een nieuwe benade-
ring. Het zijn schatkamers van biodiversiteit, ze bergen water,
maken onze leefomgeving klimaatbestendig, vormen recreatieve
bestemmingen en dragen een grote culturele bagage. Het hoe-
den en bewaren van de kwaliteit van natuur en landschap is een
belangrijke publieke taak die bij uitstek tot het taakgebied van de
provincie hoort. Ik pleit er sterk voor om de praktijk zoals die in
Noord-Holland is ontwikkeld te koesteren en te continueren: aan
de vóórkant duidelijk maken hoe en waarop regie wordt gevoerd.
71
Vervolgens met partijen samenwerken aan plannen met kwaliteit.
Aan de achterkant is er, wanneer nodig, dan nog een stok achter
de deur in de vorm van een verordening. Ontwikkelingen in het
landschap niet op slot zetten maar wel extra inspanningen uitlok-
ken. Naar mijn overtuiging is het voeren van regie op die manier,
ook als straks de Omgevingswet van kracht is, goed mogelijk en
vol perspectief.
Kansen voor ontwerp op provinciaal niveauRuimtelijke kwaliteit van plannen en projecten ontstaat als aan
een aantal voorwaarden is voldaan: een partij voelt zich opdracht-
gever en neemt die rol; er is een programma van eisen, waarin
ruimtelijke kwaliteit in een aantal specifieke termen is vertaald;
er is een ontwerper ingeschakeld die op het betreffende terrein
expertise heeft; er is een ordentelijk proces waarin de opdracht-
gever zijn plannen afstemt met betrokken belangengroepen. Dit
lijstje geldt voor een nieuwe provinciale weg en ook voor een
agrarisch ondernemer die zijn erf verbouwt.
Ontwerpers op provinciaal niveau zijn ‘manusje-van-alles’. Ze
switchen tussen verschillende posities. In projecten waarbij de
provincie opdrachtgever is sparren ze aan de voorkant van het
planproces mee om de koers uit te zetten. Bij projecten waar de
provincie een toetsende rol heeft, zoals kustversterking of een
nieuwe zeesluis, helpen ze mee het programma van eisen voor
de inpassing en vormgeving op te stellen. Bij gebiedsontwikke-
lingsplannen of uitwerking van een provinciale infrastructuur- of
groenopgave ontwerpen ze zelf (mee). Of ze doen ontwerpend
onderzoek, zoals bij voorbeeld voor het OV-knooppuntenbeleid
of de Zaanse Schakel. En tenslotte – en dat is misschien wel hun
meest uitdagende rol – kunnen ze optreden als ‘tekenend’ bemid-
delaar in het planproces. Ontwerpers bij de provincie zijn gewend
om de eisen en ambities vanuit de verschillende thema’s, zoals
ecologie, cultuur, economie in perspectieven bij elkaar te brengen
en op elkaar te betrekken. In processen met meerdere partijen aan
tafel zijn ze op deze manier in staat om het perspectief in beeld te
brengen dat de verschillende belangen overstijgt en meerwaarde
realiseert. Al ontwerpend verkennen ze als het ware de grenzen en
creëren ze een gemeenschappelijke perceptie.
De Provincie Noord-Holland heeft – in tegenstelling tot
andere provincies – nog een echt ontwerpteam. Het was een
feest de afgelopen vier jaar te midden van hen te werken en de
hier beschreven vaardigheden in praktijk te brengen.
Krachtenveld: policy meets initiativesOp het gebied van energiewinning, voedselproductie en openbare
ruimte zien we de laatste jaren een sterke tendens: zelfbewuste
individuen en collectieven organiseren zich, mobiliseren mensen
en middelen en ontwikkelen initiatieven voor onder meer ener-
giewinning, stadslandbouw en inrichting en gebruik van stedelijke
ruimte. Deze betrokkenheid gaat verder dan ‘inspraak’ of consul-
tatie, waarmee hoogstens een lichte aanpassing van de plannen
wordt bereikt. Betrokken en deskundige bewoners ontwikkelen
krachtige ‘alternatieven’ voor de plannen die uit de traditione-
le planningspraktijk voortkomen. En brengen die vervolgens tot
uitvoering. Deze ontwikkeling is nog jong, maar alles wijst erop
dat deze in de komende periode nog aan kracht zal winnen en de
praktijk, waarin plannen en projecten in de provincie tot stand
komen, sterk zal beïnvloeden.
De provinciale ruimtelijke ordeningspraktijk zal manieren moeten
vinden om publieke opgaven (om er maar eens een paar te noe-
men: veiligheid van kusten en polders, de ‘redding’ van het veen-
weidegebied, verstedelijkingsopgave, vormgeving en landschap-
pelijke inrichting van grootschalige infrastructuur) aan te laten
sluiten op de ambities en initiatieven van sterk op hun omgeving
betrokken inwoners.
In die zin is de komende periode spannend: er zal verder geëxpe-
rimenteerd moeten worden met nieuwe manieren van samenwer-
king in nieuwe coalities. Voor de positie en de rol van de provincie
en haar medewerkers betekent dit ook het een en ander: in een
vroeg stadium ‘naar buiten’ gaan, in gezamenlijkheid met betrok-
ken partijen komen tot de formulering van de opgaven en, samen
met verschillende initiatiefnemers en belangenorganisaties aan
tafel, werken aan meervoudige oplossingen. Dat laatste wil zeg-
gen dat de geschetste oplossingen vanuit meerdere invalshoeken
bekeken kloppen en meerwaarde opleveren. Uiteindelijk zal het
combineren van publiek belang met initiatieven vanuit verschillen-
de invalshoeken leiden tot een ander type plannen en projecten.
De rol van de provincie zal zich ook toespitsen: ze levert kennis
en expertise op de diverse thema’s, organiseert het proces om tot
verbindende en overstijgende concepten te komen en vertaalt de
gekozen richting in vergunningen en wettelijke procedures.
Verder werken aan de inrichting van het energielandschap, aan
de plannen voor kustversterking met behoud van kwaliteit en
karakter, aan een krachtig en toegankelijk metropolitaan land-
schap en leefbare en bereikbare stedelijke gebieden, het levert
allemaal mogelijkheden om ervaring op het veranderende speel-
veld op te doen en aan souplesse en kracht te winnen.
Jandirk Hoekstra
Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit
Verleidelijk Bruikbaar Solide72
Colofon
Verleidelijk, bruikbaar, solide is een publicatie in opdracht van de
Provincie Noord-Holland, uitgegeven ter gelegenheid van de gelijknamige
manifestatie op 19 februari 2015 op het Hembrugterrein in Zaandam
Redactie
Jandirk Hoekstra, Hans van Helden, Bart van Leeuwen
allen Provincie Noord-Holland
Teksten
Tjeerd Talsma gedeputeerde Provincie Noord-Holland
Jandirk Hoekstra PARK Provincie Noord-Holland
Bart Witteman ontwerper Provincie Noord-Holland
Annemieke Bergsma teamleider ontwerpteam Provincie Noord-Holland
Jesse Frederik journalist De Correspondent
Theo Baart fotograaf
Tekstredactie
Hans van Helden
Fotografie
Theo Baart
Ruud Karstens
Vormgeving
Hans van der Kooi 8-13 Grafisch ontwerpers
Ondersteuning
Astrid Smeding Provincie Noord-Holland
Oplage
1.000 stuks
Drukwerk
Rodi rotatiedruk