VRIJWILLIGE HULPVERLENING IN ONZE ACTIVERENDE
VERZORGINGSSTAAT
Naar de woorden van Maria Bouverne – De Bie
Docent sociale agogiek, sociale pedagogiek en
sociaal werk en welzijnsrechten aan de universiteit van Gent.
Docent Jeugdbescherming en bijzondere jeugdbijstand in samenwerking met Rudi Roose.
Contact: [email protected]
Auteur
Vrijwillige hulpverlening ↔ Gedwongen
hulpverlening.
Algemeen welzijnswerk in Vlaanderen is te omschrijven als een hulpverlening die gevraagd en/of aanvaard wordt door de betrokkenen, uitgevoerd door professionelen al dan niet in samen werking met vrijwilligers (en vice versa).
Vrijheid ter discussie
Hoe wordt de ontmoeting tussen hulpvrager
en hulpverlener het best gerealiseerd?
Een normatief begrip
‘Vrijwillige hulpverlening’ hangt vast aan het
concept van de ontwikkeling van de verzorgingsstaat.
Individuele en collectieve verantwoordelijkheid.
Culturele verankering.
‘Residuele’ verzorgingsstaat en ‘Rudimentaire’ verzorgingsstaat.
Maatschappelijke projecten
Verschillende opvattingen:-Residuele verzorgingsstaten: Onafhankelijkheid van handelen.
-Institutionele en sociaal-democratische verzorgingsstaten: Recht op menswaardig bestaan (grondwettelijk verankerd).
Rol van de overheid.
Vrijheid en verantwoordelijkheid
‘Individuele ongevalmodel’
De sociale bescherming van overheidswege is minimaal uitgebouwd en wordt gezien als een privé-verantwoordelijkheid. Die kan ook opgenomen worden door – al dan niet op commerciële basis georganiseerde – private verzekeringsmaatschappijen.
Liefdadigheid (vrijwillige inzet).
Een residueel vangnet voor
individuen
Onderscheid ongeval -en schuldmodel.
Overheid wordt in staat geacht om op te treden als vertegenwoordiger van het ‘algemeen belang’. Dit zou ze moeten doen via haar sociale politiek.
Er zijn maatschappelijke instituties en voorzieningen.
Hulpverleningsoptreden is in het maatschappelijk leven principieel aanvullend.
Maatschappelijke ongevallen en
tekorten
Mensen in probleemsituaties zijn in deze visie
‘maatschappelijk gemarginaliseerden’. Zij hebben niet de mogelijkheden om hun individualiteit of menswaardigheid te realiseren, omdat de structuur van de samenleving hen hiertoe de mogelijkheden ontneemt.
De hulpvrager is geen ‘object’, maar een medesubject in de hulpverlening, die dan per definitie ‘vrijwillig’ is.
Productie van onwelzijn
Eerste vorm van recht op hulp, -en
dienstverlening sinds de OCMW-wet van 8 juli 1976. Sinds 1993 is het recht op een menswaardig bestaan grondwettelijk herkend.
Vigerende normaliteitsbeelden
Visie op normaliteit expliciteren
Men gaat uit van een ‘culturele visie’, waarin
ter wille van emancipatie de vrijwilligheid van de hulpverlening als kerngedachte zou moeten vooropstaan.
Cultuur van samenhorigheid.
De nood aan culturele ruimte
Met vriendelijke groeten
Michiel CoopmanKatho – Departement Ipsoc1BaSWa
Bedankt om dit te bekijken