VROEGSIGNALERING MONDZORG SLIJMVLIESAFWIJKINGEN 3
OMGAAN MET AFWIJKINGEN IN OF ROND DE MOND BIJ PATIËNTEN 4
1 WAT KUNT U DOEN BIJ KLACHTEN? 4 Extra-orale screening 4 Intra-orale screening 4
2 VROEGTIJDIG SLIJMVLIESAFWIJKINGEN SIGNALEREN 5
3 SYMPTOMEN 6 A. Zwellingen 6 B. Blauwe/gepigmenteerde afwijkingen 8 C. Witte en wit-rode veranderingen 9
VROEGTIJDIG SIGNALEREN BIJ SLIJMVLIESAFWIJKINGEN
INHOUDSOPGAVE
4 VROEGSIGNALERING MONDZORG SLIJMVLIESAFWIJKINGEN
1WAT KUNT U DOEN BIJ KLACHTEN?
Geeft een patiënt tijdens een periodiek mond onderzoek aan klachten te hebben, stelt u dan deze vragen:– Wanneer zijn de klachten begonnen?– Is dit een nieuwe klacht of zijn de klachten
eerder voorgekomen?– Voelt u zich verder goed?– Kunt u de klachten beïnvloeden of zijn
er factoren die de klachten uitlokken? Zo ja hoe?
– Heeft u pijn en moet u hiervoor pijnstillers gebruiken?
– Heeft u andere klachten, zoals huidafwijkingen of gewrichtsklachten?
– Is er sprake van blootstelling aan tabak of alcohol?
Het vervolgonderzoek bestaat uit een extra en een intraoraal deel. Afhankelijk van de locatie van de verdachte afwijking kunt u als volgt te werk gaan:
Extra-orale screening– Inspecteer: het gezicht, hoofd, oren en nek.
Let op: asymmetrie en veranderingen van de huid.
– Palpeer bilateraal de hals en het parotisgebied (het gebied van de regionale lymfeklieren). Let op: vergrote lymfeklieren.
Intra-orale screeningInspecteer en palpeer:– Lippen: – inspecteer zowel met gesloten als
open mond. – palpeer de lippen bimanueel
Let op: kleur, textuur en eventuele oppervlakkige afwijkingen.
– Slijmvlies lippen: onderzoek het labiale slijmvlies en sulcus van het vestibulum bovenkaak, frenulum en vestibulum onderkaak. Let op: kleur, textuur, zwelling en andere afwijkingen van het vestibulaire slijmvlies of gingiva.
OMGAAN MET AFWIJKINGEN IN OF ROND DE MOND BIJ PATIËNTEN
In de dagelijkse praktijk kunt u patiënten tegenkomen met afwijkingen rondom of in de mond. Soms ervaart de patiënt hierdoor klachten, maar dat hoeft niet. Het stellen van een duidelijke diagnose op grond van de geconstateerde afwijkingen kan lastig zijn. Tegelijkertijd is het wel van belang om adequaat te handelen door bijvoorbeeld de patiënt op tijd te verwijzen.
De folder is bedoeld om u te ondersteunen in het nemen van de juiste vervolg-stappen. U leest over de meest voor komende klinische slijmvlies afwijkingen en de bijbehorende kenmerken. Hierdoor krijgt u enkele handvatten om de afwijking nog onder controle te houden of direct te ver wijzen naar een MKA-arts (mondziekten, kaak- en aan gezichtschirurgie).
VROEGSIGNALERING MONDZORG SLIJMVLIESAFWIJKINGEN 5
2– Slijmvlies mondholte: onderzoek mondslijmvlies rechts en links van de labiale commissuur tot de voorste gehemelteboog. Dit kan worden vergemakkelijkt met twee tandheelkundige spiegels of mondspatels. De prothese moet altijd worden uitgenomen. Let op: veranderingen van pigmentatie/kleur, textuur, mobiliteit, zwellingen en andere afwijkingen.
– Tandvlees: onderzoek het buccale/labiale gebied en het linguale/palatinale gebied van links naar rechts en van voor naar achter. Let op: kleur, textuur, zwelling en andere afwijkingen.
– Tong: onderzoek. – Met de tong in rust en mond half open. – Met uitgestoken tong. – Links en rechts de laterale tong met
een spiegel. – Pak de tongpunt vast en onderzoek
de achterzijde van de tong. – Het ventrale oppervlak. – Palpeer tong. Let op: zwelling, ulceraties, beslag,
bewegelijkheid, verandering van afmeting, kleur, textuur en verandering van patroon van de papillen.
– Mondbodem: – Onderzoek met opgeheven tong op
visuele afwijkingen. – Palpeer mondbodem bimanueel op
afwijkingen, verdikking. Let op: kleur, textuur, zwellingen of
andere afwijkingen.– Gehemelte: onderzoek:
– Hard en zachte gehemelte met mond wijd open, hoofd achterover en tong naar beneden.
– Zachte gehemelte en orofaryngeale weefsels (zeg eens “eee”).
VROEGTIJDIG SLIJMVLIESAFWIJKINGEN SIGNALEREN EN OPVOLGEN
– Combineer elk periodiek tandheelkundig onderzoek met onderzoek van de orale en oropharyngeale slijmvliezen. Inspecteer daarbij ook de huid van lippen en aan gezicht.
– Verwijs naar een MKAchirurg voor nader onderzoek en eventueel een proefbiopsie als u afwijkingen niet zelf kunt diagnosticeren, of als u twijfelt over de diagnose.
– Twijfelt u over doorverwijzing? Neem telefonisch contact op met de MKAchirurg. Foto’s kunnen hierbij van grote waarde zijn.
– Indien u de afwijking diagnosticeert zonder verkrijgen van histologie, zorg dan voor klinische follow up door de patiënt op korte termijn en daarna periodiek terug te zien. Ziet u veranderingen optreden, overweeg dan opnieuw verwijzing.
– Bij goede follow up hoort het maken van klinische foto’s. Ook dient u kenmerken van de afwijking (grootte, aspect, kleur, symp tomen) te noteren in de status.
– Indien een afwijking wordt geëxciteerd, dient u het materiaal altijd te verzenden naar een afdeling pathologie voor het bevestigen van de diagnose.
– Niet alleen de diagnose is belangrijk, maar ook de juiste patiëntenvoorlichting. Kunt u deze voorlichting niet zelf geven, twijfelt u of krijgt u vragen die u niet goed kunt beantwoorden, verwijs de patiënt dan gerust naar een MKAchirurg.
6 VROEGSIGNALERING MONDZORG SLIJMVLIESAFWIJKINGEN
3SYMPTOMEN
A. ZWELLINGEN
Fibroom: hyperplasie bindweefsel door chronische irritatie (prothese, scherpe rand van een kies of bijten)
Klinische aspecten: − gesteelde week tot vastelastische afwijking − locaties waar mechanische irritaties kunnen
optreden
Behandeling: − als zeker van de diagnose, geen verwijzing
naar MKAarts − altijd eliminatie van oorzakelijke irritatie;
indien hierna geen regressie verwijzing MKAchirurg
− nooit recidief na wegnemen oorzakelijke factor
Papilloom: goedaardig epitheelgezwel veroorzaakt door een van de humaan papillomavirussen
Klinische aspecten: − alle plaatsen in de mond − solitair of multipel − gesteeld, bloemkoolachtig aspect − enkele millimeters groot
Behandeling: − verwijderen; altijd opsturen naar patholoog − mogelijk verwijzing MKAarts, zeker bij
recidiverende of multipele papillomen
Slijmcysten (mucocele en ranula): slijmophoping kleine of grote speekselklieren
VROEGSIGNALERING MONDZORG SLIJMVLIESAFWIJKINGEN 7
Klinische aspecten: − blauw doorschemerend − week aanvoelend − afmeting: enkele mm tot enkele cm − geen pijnklachten − locatie: onderlip (mucocele) of mond bodem
(ranula)
Behandeling: − mucocele: verwijdering (enucleatie),
zelden recidief − ranula: openen (marsupialisatie) − verwijzing naar MKAarts
Exostosen (Torus mandibularis/Torus palatinus): benige uitstulping van het bot
Klinische aspecten: − Beenharde lobbige afwijking met normaal
slijmvlies − Asymptomatisch; vaak pas problemen bij
passen van prothese − Torus palatinus: mediaanlijn van het
palatum durum − Torus mandibularis: linguaal van de
mandibula; vaak dubbelzijdig − Kan ook multipel voorkomen in boven en
onderkaak aan buccale zijde
Behandeling: − Geen behandeling nodig; alleen indien
pasvorm prothese wordt bemoeilijkt.
Speekselkliertumor:
Locatie: − Parotis: merendeel goedaardig
(80% benigne) − Submandibularis: helft goedaardig
(50% maligne) − Sublingualis/kleine speekselklieren:
zeldzaam, meestal kwaadaardig (80%)
Klinische aspecten: − langzaam progressieve vast aanvoelende
en goed begrensde zwelling − suspecte kenmerken voor maligniteit:
fixatie van de tumor, snelle groei, parese nervus facialis, pijn, ulceratie, suspecte klieren in de hals
Behandeling: − verwijzing naar MKAarts
8 VROEGSIGNALERING MONDZORG SLIJMVLIESAFWIJKINGEN
B. BLAUWE/GEPIGMENTEERDE AFWIJKINGEN
Bloedblaar: plotselinge verwijding klein bloedvat
Klinische aspecten: − blauw/paarse verheven zachte zwelling,
lokaal − ontstaat plotseling, soms met pijn − meestal snel stuk, laat spontaan genezend
ulcus achter − voorkeur locaties: gehemelte, wang
slijmvlies en tongranden
Behandeling: − patiënt geruststellen en klinisch vervolgen,
soms komt het terug − geen preventie mogelijk − geen verwijzing MKAarts noodzakelijk bij
spontane genezing
Flebectasie: lokale verwijding van een kleine ader (spatader)
Klinische aspecten: − solitaire of multipele blauwe kleine
zwellingen − alle plaatsen in de mond − afmeting: enkele mm tot > 1 cm − geen pijn
Behandeling: − geen verwijzing MKAarts − geen, tenzij een cosmetisch probleem,
dan excisie
Hemangioom/Vasculaire malformatie: vaatanomalie, meestal congenitaal
Klinische aspecten: − voorkeurslocaties: lippen, mondbodem,
tong, wangslijmvlies − meestal geen klachten
Hemangioom: − rode of blauwerode zwelling, vaak onbe
grensd − lijkt op een cyste of cysteuze tumor van de
speekselklieren Behandeling:
− verwijzing MKAarts
VROEGSIGNALERING MONDZORG SLIJMVLIESAFWIJKINGEN 9
Melanoom: kwaadaardige woekering van melanocyten, vooral voorkomend in de huid
Klinische aspecten: − bruin zwart gepigmenteerde zwelling van
het slijmvlies − voorkeur locatie: palatum en gingiva − in een laat stadium klachten; pijn, los
staande gebitselementen, slecht passende gebitsprothese
Behandeling: − verwijzing MKAarts voor definitieve
diag nose en vaststellen behandelbeleid − chirurgische verwijdering met ruime marge
(12 cm) − Prognose ongunstig i.v.m. metastasering
Amalgaampigmentatie: Aanwezigheid van amalgaam in of direct onder het slijmvlies.
Klinische aspecten: − enkele millimeters kleine, scherp begrensde
blauwgrijze, soms zwarte, niet verheven verandering van het slijmvlies
− meestal in de aangehechte gingiva en de alveolaire mucosa
Behandeling: − als zeker van de diagnose, geen verwijzing
naar MKAarts − bij twijfel contact opnemen met MKAarts
C. WITTE, RODE EN WIT-RODE VERANDERINGEN:
Candida schimmelinfectie (candidiasis/candidose):
Klinische aspecten: − overal in de mond (zelden/nooit gingiva of
mondbodem) − vrijwel altijd dubbelzijdig. − Meestal samen met branderigheid en
onaangename smaakPreudomebraneuze vorm:
− witte, gemakkelijk afveegbare plaquesErythemateuze vorm:
− vlakke rode slijmvlies veranderingen − stomatitis prothetica; alleen onder prothese
Hyperplastische vorm: − vaak hobbelig aspect
10 VROEGSIGNALERING MONDZORG SLIJMVLIESAFWIJKINGEN
Behandeling: − als mogelijk aanpakken oorzakelijke
factorenLokaal: o.a. roken, droge mond, slechte mondhygiëne, bestraling, corticoïdspraySystemisch: anaemie, ontregelde diabetes mellitus, langdurig gebruik antibiotica, immunodeficiëntie, ondervoeding
− bij aanhouden lokaal antischimmelmiddelen − verwijzen MKAarts niet nodig
Lichen planus: chronische, ontstekingsachtige afwijking slijmvliezen
Klinische aspecten: − meestal symmetrisch voorkomend − voorkeurslocatie: wangslijmvlies, tong en
tandvlees − symptomen komen en gaan weer − verschillende vormen:
reticulair: witte lijnen kriskras door elkaar erosief: branderig gevoel aan de oppervlakte
van het slijmvlies
bulleus: blaren die kunnen open barsten, erg pijnlijk en branderig
plaque-type: witte plakkaten; lijkt op leukoplakie
− regelmatig ook lokalisatie op huid (polsen, onderbenen/enkels) en andere slijmvliezen (genitaliën)
Behandeling: − een amalgaamrestauratie in contact met
lichen planus kan vervangen worden − controle minimaal 1 x per jaar (periodieke
controle tandarts) − bij klachten kan symptomatische
behandeling succes hebben (lokale corticosteroïden)
− mogelijk verwijzing MKAarts − kans op maligne ontstaan plaveisel
celcarcinoom zeer laag
Leukoplakie: premaligne slijmvlies afwijking
Klinische aspecten: − homogeen: vlak, egaal wit, geheel rood
(erythroplakie) − niethomogeen: verruceus, nodulair of ge
spikkeld, afwisselend rood en wit, klachten van lokale irritatie en branderigheid
− niet afschraapbaar − kan overal in de mond voorkomen, solitair
of multipel
Behandeling: − stoppen met mogelijke oorzakelijk gewoon
ten; roken, alcoholgebruik − verwijzing naar MKAarts voor definitieve
diagnose en vaststellen behandelbeleid
Erytroplakie: premaligne slijmvlies afwijking
Klinische aspecten: − rode, scherp begrensde, vlakke afwijking − voorkeurslocatie; overal in de mond maar
vooral mondbodem, tongrand en palatum molle
− solitaire laesie
Behandeling: − verwijzing naar MKAarts
Plaveiselcelcarcinoom: − 90 % van alle kwaadaardige mondholte
tumoren
Klinische aspecten: − wisselende klinische uiting; ulceratie,
submukeuze, geïnduceerde zwelling, leukoplakie, erytroplakie
− verdenking door optelsom meerdere factoren
− voorkeurslocaties: tongrand en mondbodem. Ook op lip bij veel zonblootstelling.
Behandeling: − verwijzing naar MKAarts − prognose afhankelijk van stadium
VROEGSIGNALERING MONDZORG SLIJMVLIESAFWIJKINGEN 11
Deze uitgave is bedoeld om tandartsen te helpen bij het diagnosticeren van patiënten met slijmvliesafwijkingen, zodat zij tijdig doorverwezen en/of geholpen kunnen worden.
AUTEURS:
Drs. H.F.J. (Michiel) Lieshout, tandarts Maxillofaciale Prothetiek (NVGPT), restauratief tandarts (NVVRT, EPA).Drs. W.H. (Pim) Schreuder, MKAchirurg/hoofdhalschirurg
MET ONDERSTEUNING VAN:
Erik van Groen, tandarts
UITGEVER: KNMT
www.knmt.nl
Heeft u vragen naar aanleiding van deze uitgave? Neem dan gerust contact op:
ACADEMISCH MEDISCH CENTRUM
Afdeling Mondziekten, Kaak en AangezichtschirurgieMeibergdreef 91105 AZ Amsterdam Zuidoost
020 56 62 300
ANTONI VAN LEEUWENHOEK –
NEDERLANDS KANKER INSTITUUT
Afdeling Hoofdhals Oncologie en ChirurgiePlesmanlaan 1211066 CX Amsterdam
0205122550
OVER DEZE UITGAVE