Download - Zekere kasstroom
![Page 1: Zekere kasstroom](https://reader030.vdocuments.pub/reader030/viewer/2022020202/5750967c1a28abbf6bcb0075/html5/thumbnails/1.jpg)
04 2013 Lucide | 55
Advies
Een zorginstelling die ge-
confronteerd wordt met
extramuralisering, zal
zich twee vragen moeten stel-
len: hoe financier ik de extra-
muralisering en wat doe ik met
de mogelijke leegstand in mijn
bestaande gebouwen?
Indien de zorginstelling de extra-
muralisering binnen de instelling
zelf wil oplossen door woningen
te huur aan te bieden waar een
zorgpakket bij wordt aangebo-
den, dient men zich te realiseren
dat zowel de huur als de vergoe-
ding van verzekeraar of overheid
een interessante kasstroom
vormt voor een financier. De fi-
nancier zal een zeer grote mate
van zekerheid willen hebben dat
de kasstroom in stand blijft, zo-
dat daaruit rente en aflossing
kunnen worden voldaan. Dat
vraagt om goed gestructureerde
financieringsoplossingen. Hoe
zekerder de kasstroom, des te
beter zal het financieringsaan-
bod van de geldverstrekkers zijn.
De taak om de kasstromen over-
zichtelijk te houden, rust daarbij
voornamelijk op de overheid.
Indien bestaande gebouwen leeg
komen te staan als gevolg van
extramuralisering, wordt een in-
stelling voor de keuze gesteld
om de gebouwen zelf te heront-
wikkelen of deze af te stoten.
Aangezien vastgoed geen onder-
deel is van het primaire proces in
de zorgsector, is het wellicht ver-
standiger om die risico’s bij een
partij te leggen die daartoe is uit-
gerust. Vastgoedpartijen zijn be-
ter in staat de herontwikkelings-
mogelijkheden te beoordelen.
Overigens is vaak ook een tus-
senweg mogelijk, waarbij de
vastgoedpartij de woningen re-
aliseert en exploiteert en de
zorginstelling het zorgpakket
aanbiedt.
Tip Het goed structureren van de geld-stromen verhoogt de financier baarheid van geëxtramuraliseerde zorgwoningen. Het herontwikkelen van vastgoed brengt risico’s mee die wellicht beter bij andere partijen neergelegd kunnen worden.
FOTOGRAFIE: ISTOCKPHOTO
Echter, als het extramurali-
seren betekent dat er veel
kasstromen ontstaan van-
uit verschillende bronnen
richting de zorginstelling,
dan wordt het wel weer
heel ingewikkeld. Wie krijgt
dan welke vergoeding van
wie? Financiers houden
niet van dergelijke ondui-
delijkheden. De eerste uit-
daging van de overheid is
om bij de ontwikkeling van
‘Scheiding van Wonen en
Zorg’ heel duidelijk vast te
stellen wie waarop recht
heeft. En hoe meer er on-
derscheid kan worden ge-
maakt tussen de vastgoed-
component van de vergoe-
ding en de component die
is bedoeld om de overige
kosten van de zorgaanbie-
der te dekken, hoe beter.
Kortom, er dient sprake te
zijn van eenduidige en
transparante kasstromen.
Dat komt de financierbaar-
heid ten goede.
Dan resteert de vraag: wat
te doen met het vastgoed
zelf? Zal zorgvastgoed in-
derdaad kunnen worden
herontwikkeld tot ‘wonin-
gen met een zorgfunctie?’
Of zijn juist ‘gewone’ leeg-
staande kantoorpanden
veel beter geschikt te ma-
ken voor deze woon- en
zorgfuncties?
Zekere kasstroom