Download - ZORG Magazine editie april 2012
HET ONAFHANKELIJK PROFESSIONEEL TIJDSCHRIFT VOOR DE ZORGSECTOR
GEZOCHT : De Zorgwerkgever 2012
� Wachtlijsten in woonzorgcentra � Valpreventie in de ouderenzorg � 16e ICT Colloquium � Dementievriendelijk bouwen en inrichten
apri
l 201
2
QR
-co
de
zie pagina 4
Vers
chijn
t 12
x p
er ja
ar -
nr.3
- 1
/ 2
012
(maa
nd ja
nuar
i) -
12 ja
nuar
i 201
2 -
Ant
wer
pen
X -
P 9
1287
3
6212832
ZORGMAGAZINE 3ZORGMAGAZINE2
Michael Van BuggenhoutHoofdredacteur
VOORWOORD
Bouwen aan de toekomst
Beste zorgprofessional,
De Belg heeft een baksteen in de maag... Met een klein beetje goede wil, kunnen we ZORG Magazine volledig vullen met bouwnieuws... “Het Sint-Camillus-woonzorgcentrum in de Lokkaardstraat in Antwerpen zal uitbreiden.” “Er komen achttien serviceflats bij en een ondergrondse garage. De bouwplannen van woonzorgcentrum Berkenhof in Heers komen na overname door vzw Foyer De Lork in een stroomversnelling. In een eerste fase zullen 69 rusthuiskamers – waarvan vijf tweepersoonskamers – en zeventien serviceflats worden gerealiseerd.” “Bart Houbregs en Geertje Vandevenne bouwen momenteel een woonzorgcentrum voor 84 senioren in Winterslag. En u... heeft u nog plannen of zit u reeds volop in de verbouwingen?”
Als al deze realisaties kunnen leiden tot een betere zorg en jawel, zorg op maat, dan mogen er nog veel nieuwe voorzieningen in Vlaanderen gerealiseerd worden. In dit nummer staan we ook stil bij hoe we onze infrastructuur kunnen aanpassen aan bewoners met een vorm van dementie. Licht, geluid, ruimtelijk gevoel,... elementen die een wezenlijk verschil kunnen maken. Misschien kunnen al deze realisaties wel een oplossing bieden voor het indijken van de traditioneel lange wachtlijsten in woonzorgcentra. In dit nummer geven we alvast een eerste voorzichtige aanzet om het debat te heropenen. Dit naar aanleiding van de publicatie van een grootschalig onderzoek van Ablecare en de Universiteit Antwerpen naar het gebruik en de transparantie, of het gebrek eraan, van de wachtlijsten.
Meer gebouwen, meer kamers en meer bewoners, zorgen ook nu voor een toename van het aantal zorgverleners in onze voorzieningen. De hamvraag blijft: ‘Hoe overtuigen we arbeidskrachten om aan de slag te gaan in de Vlaamse ouderenzorg?’ Employer branding en het profileren van uw zorgorganisatie mogen geen dode letter meer blijven. De ZORGWERKGEVER 2012 wil ook zorgvoorzieningen in de picture zetten als uitstekende werkgevers. Misschien sleept uw zorgorganisatie deze award in de wacht in het najaar. ZORG Magazine en ZorgAndersTv zullen de communicatie van dit event verzorgen, zo blijft ook u op de hoogte.
ZORG Magazine, het onafhankelijk
tijdschrift voor de Vlaamse
zorgsector wordt per kwartaal
uitgegeven door:
� Michael Van Buggenhout
Ablecare BVBA
Consultancy, Research & Education
Bossaersstraat 87
2930 Brasschaat
[email protected] of www.ablecare.be
� Jaargang 2 - nummer 4
editie april-juni 2012
ISSN: 2033-7582
P 912873 PB 779
� Eindredactie: Michael Van Buggenhout
� Aan dit nummer werkten mee:
Michael Van Buggenhout, Michel
Marynissen, Patrick Verhaest, Eric
Vandewalle, Michel Marynissen, Kris
Huysmans, Piet Vandenbussche, Bart Dirix,
Greet Coenegrachts, Hilde Taillieu en Valérie
Duquet.
� Oplage: 2200 exemplaren
� Abonnementen, adreswijzigingen en
annuleringen: ZORG Magazine wordt gratis
bedeeld, bij adreswijziging kunnen oud
én nieuw adres worden doorgegeven via
� Redactie: [email protected]
+32 3 633 18 11 +32 477 41 17 00
� Drukkerij: Dirix-Vanhoof, Ekeren
� Advertenties: Advertentieruimte kan
besproken worden met de redactie (zie
bovenstaande contactgegevens).
� © Schriftelijke toestemming van de
redactie is vereist voor eventuele overname
van tekst en beeldmateriaal uit de publicatie.
� Alle artikels kunnen afzonderlijk en
gratis gedownload worden via de website
van ZorgAndersTv (www.zorganderstv.be)
en deze van Ablecare (www.ablecare.be).
Reflex Interim nv, Frankrijklei 128-130, 2000 Antwerpen, T. 03/213.91.91, F. 03/213.91.99 [email protected]
SNELHEID
Met spoed een oplossing nodig?
Reflex is er altijd voor u, 7 dagen per week van 7 tot 22 u. Een acuut of structureel personeelstekort, i achts of overdag? Reflex stelt u snel de juiste mensen voor.
PROFESSIONALITEIT
Onze zorgmedewerkers versterken uw afdelingen.
Ze maken het werk lichter voor uw vaste equipe. Ze zijn snel inzetbaar en bieden uw patiënten de kwaliteit waar uw instelling voor staat. Ze worden hiervoor speciaal gescreend en geselecteerd door een team dat de sector door en door kent. Heel wat van onze consulentes werkten zelf als verpleegster. Zij weten hoe belangrijk teamwork, zin voor detail, enthousiasme, inzet en vakkennis zijn. Zo bent u altijd zeker van de juiste m/v op de juiste plaats. Regelmatige evaluaties helpen u en onze mensen nóg beter samen te werken.
DE JUISTE VERHOUDING
Met flexibel zorgpersoneel stemt u uw interne vraag perfect af op het externe talentaanbod.
U hoeft zelf geen arbeidsintensieve (en dus dure) selectieprocedures uit te voeren. U beslist op basis van duidelijke offertes en correcte voorstellen. Reflex beperkt uw administratieve rompslomp tot een minimum, onder meer met een eenvoudig maar gedetailleerd facturatiesysteem.
ZORGTALENT GEZOCHT?
ZORGMAGAZINE 5ZORGMAGAZINE4
INHOUD Onderzoekers van het PGB-experiment stellen eindrapport voorDe onderzoekers van het PGB-experiment hebben hun eindrapport voorgesteld aan Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo Vandeurzen en aan de sector. PGB staat voor PersoonsGebonden Budget en betekent dat een persoon met een handicap een som geld krijgt, of een trekkingsrecht, of beiden. Daarmee kan hij/zij een assistent, of zorg inkopen. Met dit budget kan men professionele, georganiseerde zorg inkopen, bijvoorbeeld in een voorziening. Dit was tot hiertoe, met het Persoonlijke assistentiebudget (PAB), slechts heel beperkt mogelijk. “De ervaringen van de PGB-budgethouders geven
ons zeer waardevolle informatie en dit op een cruciaal moment,” zo zegt minister Vandeurzen: “We beginnen aan een grootschalige zorgvernieuwingsoperatie. We beschikken, ondanks de precaire sociaaleconomische situatie, over een budgettair meerjarenperspectief en in de sector Personen met een Handicap is de veranderingsmanager voor de zorgvernieuwing aan zijn opdracht begonnen.” Het experiment startte in 2008. 133 (volwassen) mensen namen er aan deel.
Het volledige eindrapport kan u downloaden via: www.ministervandeurzen.be
Lees ZORG Magazine online met de QR-code
3 Voorwoord
4 Eindrapport PBG-experimentLees ZORG Magazine via QR-code
5Korte berichten
6 Dossier: wachtlijsten in de zorg
10Online beheer van wachtlijsten
12 Studienamiddag wachtlijsten in de ouderenzorg
14Werk maken van werk: ZORGWERKGEVER 2012
17ZorgAndersTv: reportages & informatie
21Valpreventie in woonzorgcentra
22Bespaar tot 60% op waskosten, technologische evolutie inzake slaapcomfort creëert tal van mogelijkheden tot optimalisatie.
24Adviescirkels
26‘Solutions for Care’: 16e ICT Colloquium
28Dementievriendelijk bouwen en inrichten
Zorgbedrijf Antwerpen ‘verkoopt’ serviceflatsVerspreid over heel de stad Antwerpen biedt het Zorgbedrijf Antwerpen reeds jaren degelijke en moderne serviceflats aan. Het Zorgbedrijf blijft trouwens investeren, zowel in renovatie als in nieuwbouw. Voor het eerst gaat het zorgbedrijf verder dan verhuren, ze bieden ook serviceflats te koop aan in Deurne-Noord (zie onderstaande foto). De vraag blijkt in deze regio groot te zijn, nog voor de promotiecampagne werd opgestart, werden al 30 van de 170 appartementen toegewezen. De eerste bewoners worden deze zomer verwacht. Degene die een serviceflat koopt (intekent), wordt beschouwd als de certificaathouder van het woonrechtcertificaat.
Ouderen kunnen zelf intekenen maar ook kind(eren), broer(s) en/of zus(sen) kunnen intekenen. In dat geval staat het oudere familielid aangeduid als de ‘begunstigde bewoner’ van de flat. De ‘verkoopformule’ is zeker niet nieuw, het project wordt immers gefinancierd door de verkoop van woonrechtcertificaten. Hierbij gaat
Korte berichtenhet om een obligatielening waaraan een woonrecht van twintig jaar verbonden is. De kleinste flat (54m2) kost zo’n 130000€, de grootste 210000€. Na een transfer naar een woonzorgcentrum of bij overlijden, vloeit het bedrag terug naar de nabestaanden.
Nieuw is deze formule zeker niet, eerder paste ook het OCMW van Schoten met wisselend succes deze formule toe en trachtte de investeringsgroep Silveravenue ook het luxueuze woonproject Cantecroy in Mortsel op een dergelijke wijze te financieren. Het project zou in eerste instantie een succes blijken, Gazet Van Antwerpen berichtte op 8 april 2010 dat reeds 40 van de 55 appartementen aan de man werden gebracht. Twee jaar later geraakte Zilver Avenue door Cantecroy in financiële problemen. De intekenaars zagen hun geïnvesteerde geld eind vorig jaar bijna in rook opgaan. Hovenaar Kris Cuyvers die een verleden heeft als internationaal zakenbankier nam recent Zilver Avenue over en tekende er prompt een reddingsplan voor uit. Dat plan
gaat uit van de verhuur en verkoop van de nog beschikbare flats. Cantecroy blijft evenwel mikken op senioren, een aanpassing van de bouwvergunning of een eventuele bestemmingswijziging is dus niet aan de orde.
3de Interactief congres: FACILITY MANAGEMENT IN DE ZORGKi’ Communications organiseert op 31 mei, in het Radisson Blu hotel te Antwerpen, haar 3e interactieve congres rond Facility Management in de zorg. Dit interactieve zorgcongres richt zich op: verantwoordelijken facilitaire, technische en ondersteunende diensten en alle directiefuncties binnen ziekenhuizen, woonzorgcentra, psychiatrische instellingen etc...Thema’s dit jaar zijn: het dreigende Human Resources probleem, hoe de zorgkwaliteit handhaven/verbeteren met minder middelen en het zorgproces/patientendossier en de bijdrage van nieuwe technologieën.
meer informatie en inschrijven via:http://www.facilitynights.com/zorgcongres/
De Quick reponse barcode is een
tweedimensionele datamatrix, die de
“oude” streepjescode overtroeft. De
QR-code linkt uw gsm of smartphone
rechtstreeks met een internetlocatie.
Hiervoor heeft u uw gsm camera en
internet nodig. Enkel op gsm’s met Apple
software, Android en Windows mobile is
deze applicatie te gebruiken.
Hoe gaat u te werk? Download eerst de
gratis applicatiesoftware (zoekterm: QR-
scan), na activering hiervan richt u uw
camera op de QR-code en uw gsm opent
meteen de gekozen website, namelijk de
online versie van ZORG Magazine
ZORGMAGAZINE 7ZORGMAGAZINE6
ergste doen vermoeden. De toevloed
aan artikels en media-aandacht in 2008
waren het gevolg van een studie van
Wim Vleeshouwers, medewerker van de
dienst welzijn van het Provinciebestuur
Antwerpen. In Antwerpen alleen al
stonden er 27368 ouderen op de
“Vier jaar na de heisa over wachtlijsten in 2008, heeft nog steeds niemand een duidelijk zicht op de wachtlijsten in de ouderenzorg en organiseert nog steeds elke voorziening de
wachtlijst naar eigen goeddunken.”
Dossier Wachtlijsten in woonzorgcentra Dossier Wachtlijsten in woonzorgcentra
Maandag 6 oktober 2008, Het
Nieuwsblad kopt: 100.000 wachten op
plekje in het rusthuis. Maandag 31 januari
2011, Focus Tv brengt een reportage met
als titel: Wachtlijsten ocmw-rusthuizen
7 keer langer dan 10 jaar geleden.
Kortom, onheilspellende titels die het
Het aantal plaatsen in Vlaamse woonzorgcentra is beperkt… althans dat lees je vaak in de media.
Maar is dat ook zo? En hoe beheren zorgorganisaties hun wachtlijsten? Krijgen ze regelmatig een
update en weten ouderen op de hoeveelste plaats ze staan? Deze en nog vele andere vragen
werden opgenomen in een grootschalig onderzoek, uitgevoerd door onderzoeksbureau Ablecare in
samenwerking met de vakgroep verpleegkunde en vroedkunde van de Universiteit Antwerpen. 246
directeurs van Vlaamse woonzorgcentra waren bereid om deel te nemen en te laten weten hoeveel
mensen er nu juist op hun lijst stonden, wat hun profiel was en hoelang ze reeds aan het wachten
waren. De exacte onderzoeksresultaten worden bekend gemaakt tijdens een studienamiddag op
vrijdag 29 juni in het Belfius Auditorium te Berchem, Antwerpen. ZORG Magazine blikt in dit nummer
reeds vooruit op dit event met een dossier over wachtlijsten in de ouderenzorg, niet over de cijfers,
wel over het effect op ouderen van wachten op een plaats in een woonzorgcentrum.
Dossier: Wachtlijsten in de zorg De weg naar meer transparantie,
Wachtlijsten in Vlaamse woonzorgcentra
Michael VAN BUGGENHOUTProf. Dr. Bart VAN ROMPAEY
Sofie DIERCKXSENS
De weg naar meer transparantie,
De wachtlijsten in Vlaamse woonzorgcentra zorgen reeds decennia voor verhitte discussies. Hoe lang zijn ze, hoe worden ze beheerd en wie staat er op deze lijsten. Elke voorziening beheert de wachtlijsten op zijn eigen, vaak historisch gegroeide wijze. Over het totaal aantal ouderen in Vlaanderen die wachten op een plaats in het woonzorgcentrum naar hun keuze, kunnen we alleen maar schattingen maken. Regelmatig duiken er cijfers op in de media en tegelijkertijd start de discussie over het aantal ouderen die zich op verschillende lijsten tegelijkertijd inschrijven of er volgens anderen zelfs helemaal niet thuishoren. We kunnen de problematiek van wachtlijsten in de residentiële setting cijfermatig bekijken. Maar we kunnen dit ook bekijken vanuit het standpunt van de oudere die wachtende is op dat wat komen moet. Een oudere die definitief een groot hoofdstuk van zijn leven achter zich laat. Een oudere die voorgoed de deur sluit van het huis of liever de ‘thuis’ waar hij vaak een leven lang heeft geleefd en gewoond. Waar hij een gezin heeft gesticht en ’s avonds na het werk thuiskwam, waar hij verdriet heeft gekend alsook intens geluk.Een wetenschappelijke kijk op het ‘wachten’ dringt zich dan ook op. Dit rapport bevat de resultaten van een groot Vlaams onderzoek naar wachtlijsten in Vlaamse woonzorgcentra. 246 woonzorgcentra die dagelijks zorg dragen voor 28497 ouderen, gaven een unieke kijk op het beheer en de inhoud van hun wachtlijsten. Dit cijfermateriaal werd aangevuld met de opinies van diverse specialisten zoals Kurt Stabel (Federatie Onafhankelijke Seniorenzorg), Tarsy Windey (Zorgnet Vlaanderen), Elke Vastiau (VVSG), prof. Dr. Jan De Lepeleire,… Dit boek wenst dan ook de aanzet te geven tot een heldere kijk op het beheer van wachtlijsten. Kortom de nodige transparantie voor beleidsmakers, zorgprofessionals, de ouderen en hun omgeving.
Michael VAN BUGGENHOUT is verpleegkundige en licentiaat in de gerontologie. Hij combineert de functie van Managing partner bij ZorgAndersTv met die van zaakvoerder van Ablecare (www.ablecare.be), dat vanuit wetenschappelijke hoek diensten verschaft in de domeinen research, consultancy en scholing. Daarnaast is hij hoofdredacteur en uitgever van ZORG Magazine, een vakblad voor de zorgsector dat zich focust op evidence based beslissen en handelen.
Professor Bart VAN ROMPAEY is doctor in de medische wetenschappen, licentiaat in de biomedische wetenschappen en bachelor verpleegkundige. Hij werkt aan de Universiteit Antwerpen, Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen en is docent aan de Artesis Hogeschool Antwerpen. Hij stimuleert en organiseert onderzoek en onderwijs binnen verschillende aspecten van de verpleegkundige zorg.
Sofie DIERCKXSENS, studeerde verpleegkunde aan de Karel de Grote Hogeschool van Antwerpen. Aansluitend startte ze een opleiding master in de verpleegkunde en vroedkunde aan de Universiteit Antwerpen om zich verder te bekwamen in management en onderzoek in de gezondheidszorg. Ze behaalde intussen haar diploma Master of Science in de verpleeg- en vroedkunde en werkte succesvol aan een masterproef over wachtlijsten in de ouderenzorg.
Micha
el V
AN B
UGG
ENHO
UT
Profes
sor Ba
rt VA
N RO
MPA
EYSo
fie D
IERC
KXSE
NS
De
we
g n
aa
r m
ee
r t
ra
ns
pa
ra
nt
ie, W
ach
tlijsten in
Vla
am
se woon
zorgcentra
Mich
ael VAN
BUG
GEN
HO
UT
9 789081 802116
ISBN 978-90-8180-211-6
Boven: Michael Van Buggenhout, Prof. dr. Bart Van Rompaey en Sofie Dierckxsens brengen op 29 juni een boek uit over wachtlijsten in Vlaamse woonzorgcentra, dit naar aanleiding van het gevoerde onderzoek.
Neem alvast een nummertje, wachten wordt beloond...
wachtlijst van een ouderenvoorziening.
Het aantal wachtende ouderen per
voorziening schommelde in Antwerpen
tussen vier en 800, gemiddeld waren dit
136 personen. Dit kon toen vergeleken
worden met 1.6 keer het aantal ouderen
die opgenomen zijn in de Antwerpse
woonzorgcentra. Wie zijn deze mensen
en staan ze allemaal terecht op de lijst?
Men zou misschien denken dat de hele
heisa vier jaar geleden een aantal zaken
in beweging hebben gezet, maar niets
lijkt minder waar. Vier jaar later heeft
nog steeds niemand een duidelijk zicht
op de wachtlijsten in de ouderenzorg en
organiseert nog steeds elke voorziening
de wachtlijst naar eigen goeddunken. Tijd
dus om vier jaar later het onderzoek, dat
destijds enkel in de provincie Antwerpen
werd gevoerd, te herhalen en uit te
breiden.
Grootschalig onderzoek
In december 2011 kregen alle Vlaamse
woonzorgcentra een schrijven met
een uitnodiging deel te nemen aan
een grootschalig een kwantitatief,
cross-sectioneel en beschrijvend
onderzoek naar wachtlijsten in Vlaamse
woonzorgcentra. Voordien werd de
vragenlijst voorgelegd aan een tiental
experten uit de Vlaamse zorgsector. De
vragenlijst bestond uit vier clusters met
zowel open als gesloten vragen. In een
eerste deel werd informatie verzameld
over de algemene kenmerken van het
woonzorgcentrum. Een tweede deel
handelde over het inschrijvingsbeleid en
de bestaande wachtlijst(en). In het laatste
deel werd vooral de focus gelegd op de
visie van de leidinggevende aangaande
de wijze waarop een wachtlijst in de
toekomst moet georganiseerd worden.
Zoals eerder aangegeven, is het voor
resultaten nog te vroeg, de samplesize
van 246 woonzorgcentra zal toelaten
een degelijk antwoord te geven op
de gestelde onderzoeksvragen. Alle
resultaten, aangevuld met de visie van
een heel aantal vaste waarden in de
Vlaamse zorgsector worden samengevat
in een lijvig onderzoeksrapport/boek
dat verschijnt op 29 juni, niet toevallig
ook de datum van de studienamiddag.
De deelnemers aan de studienamiddag
zullen het boek ook mee naar huis
krijgen. Maar los van de aandacht voor
de cijfers, mag ook in dit debat de oudere
zelf niet worden vergeten. Immers, wat
doet het wachten met hen…, en wat met
hun omgeving? Onderzoekers schenken
nog te weinig aandacht aan de gevolgen
van het wachten voor de oudere en
zijn of haar omgeving. Internationaal,
wetenschappelijke literatuur is dan ook
erg schaars.
Wachten, een alledaagse bezigheid
Misschien denkt u er weinig over na,
maar ons leven bestaat voor een groot
deel uit wachten. Dan mag je zelf nog
erg stipt zijn, toch wachten mensen
gemiddeld twee jaar (!) van hun leven.
Onderzoekers rekenen daar dan nog
geen fileleed bij, anders neemt dit getal
exponentieel toe. Wat rekent men daar
dan wel bij, erg simpel: alle zaken waarop
je moet wachten terwijl je niets anders
kan doen. Bijvoorbeeld wachten in een
grootwarenhuis aan de kassa. Misschien
denkt u er niet bij na, maar marketeers
maken van die tijd handig gebruik om
mensen op de valreep nog te overtuigen
om bepaalde zaken aan te schaffen.
Wachten in de wachtkamer bij de dokter,
bij de slager, op de bus of aan de telefoon
want u wordt zo dadelijk wel geholpen.
Kortom, iedereen is op zijn 65e zeker en
vast een ervaringsexpert en vaak moet
dan nog een bijzondere ‘wachtervaring’
“Degelijk onderzoek naar wat wachten
doet met een oudere en zijn omgeving is
schaars.”
ZORGMAGAZINE 9ZORGMAGAZINE8
ouderen zich op een wachtlijst zetten’. Hij
interviewde daarom een aantal ouderen
die op een wachtlijst stonden. Van Bilsen
startte met een wachtlijst met daarop 200
ouderen. Er werd bijvoorbeeld gevraagd
‘of de oudere bereid was meteen toe
te happen moest het rusthuis vandaag
bellen met de melding dat er een vrije
kamer was voor de oudere’. 65% van de
respondenten gaf aan waarschijnlijk op
de vraag te zullen ingaan, 35% stelde dat
ze het aanbod meteen zouden weigeren.
Er staan dus een heel aantal mensen op
zo’n wachtlijst die eigenlijk niet te intentie
hebben om weldegelijk een verhuis te
overwegen. We kunnen ons natuurlijk
meteen ook de vraag stellen waarom een
oudere dan beslist om op zo’n wachtlijst
te gaan staan. Kortom: Wat zijn zijn of
haar motieven geweest?
Motieven voor opname
De ouderen die meteen bereid waren tot
een opname wanneer het rusthuis aangaf
dat er een plaats was vrijgekomen, waren
zij met een gelimiteerd sociaal netwerk
(weinig tot geen mantelzorgers, zij die
leven in isolement…) (p<0.03) en die
tevens fysieke beperkingen ondervonden
om de alledaagse levensactiviteiten
(ADL) (p<0.05) te kunnen uitvoeren.
Voor beiden was er een significant
verschil waar te nemen met de groep
ouderen die een opname weigerden. We
merken in de dagdagelijkse praktijk dat
ADL steeds wordt bevraagd wanneer
ouderen worden ingeschreven op een
wachtlijst, de zorglast of de draagkracht
van de mantelzorgers komt nauwelijks
aan bod. Het onderzoek van Bilsen et al.
(2006) geeft aan dat het sociale netwerk
weldegelijk een cruciale factor is.
Gwendolen Buhr stond in haar artikel in
The Gerontologist in 2006 nog stil bij de
plaatsvinden. Steeds meer heeft wachten
te maken met de gezondheid. Eerder
vernoemden we reeds het wachten in
een wachtkamer op de dokter. Maar na
enkele minuten te hebben gewacht kan de
zorgvrager weer huiswaarts keren. Maar
we kunnen dit ook bekijken vanuit het
standpunt van de oudere die wachtende
is op dat wat komen moet. Een oudere
die definitief een groot hoofdstuk van zijn
leven achter zich laat. Een oudere die
voorgoed de deur sluit van het huis of
liever de ‘thuis’ waar hij vaak een leven
lang heeft geleefd en gewoond. Waar
hij een gezin heeft gesticht en ’s avonds
na het werk thuiskwam, waar hij verdriet
heeft gekend alsook intens geluk.
Terug in de tijd
Onderzoek naar wachtlijsten in rusthuizen
is dan wel schaars, het allereerste
onderzoek over dit topic dateert evenwel
uit 1976 en werd gepubliceerd door Tobin
and Lieberman. Zij volgden destijds
85 ouderen gaande van 4 maanden
voor opname in het rusthuis tot een
jaar na opname. De conclusies van de
onderzoekers in 1976 waren duidelijk:
ouderen op een wachtlijst hadden een
lager zelfbeeld, waren minder emotioneel
betrokken bij wat er gebeurde rondom hen
en hadden vaker cognitieve problemen
dan de controlepopulatie.
Maar de residentiële ouderenzorg
onderging de laatste 15 jaar immense
wijzigingen. Samen met die ouderenzorg
evolueerde ook de populatie ouderen
sterk. Zowel qua samenstelling, denk
maar aan de dubbele vergrijzing, als op
het vlak van noden en behoeften.
Op de lijst uit voorzorg?
Heel wat onderzoekers (Lewis et al.,
(1997); Stevens et al., (2000); Van Bilsen
et al., (2002); Van Campen et al., (2003))
deden reeds onderzoek naar welke
factoren er bepalend zijn in de vraag
naar zorg. Er volgde zelfs een theoretisch
model waarmee we voorspellingen
konden maken. Van Bilsen et al. (2006)
deed uitgebreid onderzoek in 2006 naar
de determinanten die in dit model waren
opgenomen en ging op zoek naar ‘waarom
subjectieve redenen die mantelzorgers
aangaven om toch te kiezen voor een
opname op een wachtlijst van een
rusthuis. Ze noemde de mantelzorgers
de ‘key decision makers’ en riep
op om aandacht te geven voor de
schuldgevoelens en zorglast die de
mantelzorgers met zich meedragen.
Ook andere onderzoekers staan stil bij
mantelzorgers en institutionalisatie. 60%
van alle mantelzorgers zouden ten minste
één keer in hun leven geconfronteerd
worden met een plaatsing van een
zorgvrager in een rusthuis. Zeker wanneer
we het wijzigende maatschappijbeeld
in gedachte nemen met wijzigingen in
familiesamenstelling, hoge werkdruk en
gezinnen met tweeverdieners, sociale
isolatie enz… (Assumpta et al., 2000;
Schoenmakers et al., 2008)
Wat doet wachten met een oudere?
Over dit topic werd zodoende nog minder
onderzoek verricht dan naar wachtlijsten
in het algemeen. De Canadese professor
Gail Mitchell publiceerde in 2005 in
Nursing Science een artikel over wachten
en stelde: waiting is a Universal experience
of day-to-day living. Het is hoe dan ook
belangrijk als hulpverleners of zorggevers
dat we het begrip ‘wachten’ goed
begrijpen. Levine portretteerde wachten
in 1987 als: ‘a power game in healthcare
settings, where rules of waiting make it
clear who is running the show’. En voor
de duidelijkheid, het is niet de oudere die
de show bepaald, het is de oudere die de
show ondergaat. Het zijn de instellingen
zelf die momenteel de spelregels van de
show bepalen.
Toch besluiten tal van auteurs, dat we
wachten niet altijd als negatief mogen
beschouwen. Een wachtlijst geeft volgens
Meiland (2001) ouderen de tijd om zich
voor te bereiden op een verhuizing naar
een rusthuis en geeft hen een gevoel van
zekerheid dat wanneer mantelzorgers
om welke reden dan ook wegvallen of
hun takenpakket moeten inkrimpen er
een uitweg is. Maar onderzoekers geven
ook aan dat wanneer wachttijden langer
worden, de negatieve effecten snel de
overhand nemen op de aangehaalde
positieve aspecten. Ze merken een
aanzienlijke stijging van kosten op
(bijvoorbeeld wanneer de oudere
‘onnodig’ moet worden opgenomen in een
ziekenhuis) een aantal extra problemen
zoals wanneer de mantelzorger meer
zorgen moet bieden dan hij aankan en
daarom bijvoorbeeld voor part-time werk
moet opteren enz…
In diezelfde longitudinale studie geeft
Meiland (2001) ook aan dat er negatieve
gezondheidseffecten zijn voor patiënt
én mantelzorger. Zo constateerden
onderzoekers dat bij mantelzorgers de
gevoelens van spanning en werkdruk
voor een deel wegvielen in de periode
na het inschrijven op een wachtlijst,
anderzijds merkten de onderzoekers
dan weer hogere angstgevoelens en
depressieve symptomen op. (Zarit et
al., 1992; Mieland, 2001) En dit vooral
omdat mantelzorgers twijfelen over
de correctheid van de beslissing om
de zorgvrager in te schrijven op een
wachtlijst. Mitchell et al. (2005) geven aan
dat de boodschap die door zorgverleners
aan de oudere wordt meegegeven
centraal staat in de wachtperiode.
De respondenten in de studie van Mitchell
gaven immers aan dat ze vaak vergeefs
moeite deden om te weten te komen
wat er zoal gebeurde tijdens de periode
dat ze aan het wachten waren. Vele
respondenten gaven aan dat ze dachten
dat ze werden genegeerd en vergeten
waren. Dat leidde op zich reeds tot angst
en frustratie. Laat dit dan ook meteen
een pleidooi zijn voor transparantie, niet
alleen binnen onze sector, maar ook voor
de wachtende en zijn omgeving.
“35% Van de ouderen op een
wachtlijst weigeren een vrijgekomen
plaats.”Van Bilsen et al., 2006
Contact: I N KO N AU TB E N E L U X
Reduceer uw incontinentieafval met 50%
Hygiënische handling, opslag en transport.
Kiem- en geurvrije isolatie van incontinentieafval.
Tot 50% kostenbesparing op afvalverwerking.
VOOR MEER INFO, DEMO OF TESTMODEL:
voor
na
Dossier Wachtlijsten in woonzorgcentra
“De boodschap die door zorgverleners
aan de oudere wordt meegegeven staat centraal in de
wachtperiode.”Mitchell et al., 2005
Referenties � 1. Buhr et al. (2006) Caregivers’ reasons
for nursing home placement: clues for im-
proving discussions with families prior to the
transition, The gerontologist, 46(1), 52-61
� 2. Mieland et al. (2001) Burden of delayed
admission to psychogeriatric nursing homes
on patients and their informal caregivers,
Quality in Health Care, 10, 218-223
� 3. Mitchell et al. (2005) Exploring the lived
experience of Waiting for Persons in Long-
Term Care, Nursing Science Quaterly, 18, 163
� 4. Schoenmakers et al. (2009) The
process of definitive institutionalization
of community dwelling demented vs non
demented elderly: data obtained from a
network of sentinel general practitioners. Int J
Geriatr Psychiatry. May;24(5):523-31
� 5. Tobin & Lieberman (1976) Last home
for the aged. Jossey-Bass. London
� 6. Van Bilsen et al. (2006) Demand of
elderly people for residential care: an explor-
atory study, BMC Health Services Research,
6: 39
ZORGMAGAZINE 11ZORGMAGAZINE10
Voorwaarden voor een nieuw systeem
Vanzelfsprekend werd ook gevraagd
naar de factoren die leidinggevenden
belangrijk vinden bij het implementeren
van een nieuw systeem. 78% vraagt
om een systeem dat up-to-date
gegevens kan verschaffen, 68% sprak
zich uit om tijd besparen en 46% wenst
minder administratie. De experten van
Gemaran hebben deze boodschap meer
dan begrepen en lanceren Attentum
wachtlijstenbeheer. Een online applicatie
dat al deze eisen gaat bundelen tot één
gebruiksklaar pakket.
Wie kan Attentum gebruiken?
Attentum is een beveiligde website die
de inschrijving van een bejaarde op één
of meerdere wachtlijsten vergemakkelijkt.
De toepassing is bruikbaar voor
woonzorgcentra, maar ook voor Sociale
diensten van het ziekenhuizen, OCMW’s,
huisartsen en thuisverplegingsdiensten.
De werkwijze is erg transparant: Een
professioneel uit of gelinkt aan de
Online beheer van wachtlijsten
De vergrijzing en een gebrek aan centralisatie, twee knelpunten die we grotendeels niet zelf in de hand
hebben. Het inschrijven, opvolgen en updaten van de gegevens op wachtlijsten in woonzorgcentra zijn
een tijdrovende bezigheid. Om de hoeveel tijd ondergaat uw wachtlijst een update? Hoeveel tijd steekt u
in de administratieve opvolging van kandidaat bewoners? Het grootschalig onderzoek van de Universiteit
Antwerpen en onderzoeksbureau Ablecare brengt ook deze aspecten in beeld. Oplossingen zijn reeds
voorhanden om de efficiëntie te verhogen. Via Attentum bijvoorbeeld, een website die de inschrijving van
een oudere op een wachtlijst van één of meerdere voorzieningen vergemakkelijkt. Een dossier wordt slechts
één keer aangemaakt en kan door de gekozen voorzieningen geraadpleegd worden. Elke aangesloten
voorziening kan op elk moment zijn persoonlijke wachtlijst raadplegen en deze lijst wordt automatisch
bijgewerkt met centraal ingegeven informatie. Resultaat: een correcte, up to date wachtlijst met alle
informatie welke diegene die opnames regelt, nodig heeft.
“Gegevens moeten maar één keer
ingevuld worden, wat naast tijdsbesparing,
resulteert in administratieve
vereenvoudiging.”
Dossier Wachtlijsten in woonzorgcentra
Tegen 2030 verwachten we een stijging
van 44% van het aantal 65-plussers en
63% van het aantal 80-plussers. Men
gaat ervan uit dat de aanvragen voor een
opname in een woonzorgcentrum alleen
maar zullen stijgen. Het grote aantal
nieuwe voorzieningen die momenteel
gebouwd worden, zullen niet volstaan om
tegemoet te komen aan de vraag. Reden
genoeg om ervan uit te gaan dat de tijd die
directeurs, opnameplanners en sociale
diensten besteden aan het begeleiden en
inschrijven van geïnteresseerde ouderen
steeds groter zal worden.
Een update uitvoeren
Het onderzoek dat Ablecare en de
Universiteit Antwerpen uitvoerden naar
wachtlijsten in Vlaamse woonzorgcentra,
bevestigde alvast de gekende
knelpunten. Meer dan 60% van de
bevraagde voorzieningen werkt met
minimaal twee wachtlijsten, naast de
klassiek ‘actieve’ en ‘passieve’ lijst, zijn
er ook voorzieningen die werken per
Katz-schaal of met extra categorieën
zoals licht en matige dementie en MS of
per woonplaats, kortom diversiteit troef.
Naast de soms complexe samenstelling,
zijn up to date gegevens onontbeerlijk.
Een groot deel van de voorzieningen
voert een dergelijke update slechts
sporadisch uit. De lijsten bevatten dan
ook zorgvragers die reeds opgenomen
werden in een andere voorziening of
intussen zelfs overleden zijn. (zie figuur 1)
Efficiënt een wachtlijst beheren die altijd up to date is met volledige autonomie...
0
5
10
15
20
25
30
35
40
nooit
dagelijks
wekelijks
maandelijks
driemaandelijks
hal8aarlijks
jaarlijks
percen
tage % (n
=246
)
Figuur 1: Om de hoeveel tijd krijgt de wachtlijst een volledige update*? (Bron: rapport wachtlijsten in Vlaamse woonzorgcentra, Ablecare© / UA)
(*Met een volledige update bedoelen we het systematisch contacteren van alle personen op de
wachtlijst (of hun vertegenwoordigers) om te verifiëren of de vraag nog steeds van toepassing is
en of de urgentie al dan niet gewijzigd is.)
gezondheidszorg maakt éénmalig een
dossier aan voor de oudere op de
Attentum-website. Dit proces wordt
vergemakkelijkt door: voorgedefinieerde
invulschema’s en de mogelijkheid tot
uploaden van documenten (attachments
zoals een copy van de Katz-schaal,
begeleidend schrijven van de huisarts...).
Na deze registratie worden al naargelang
de voorkeur van de oudere en/of zijn/
haar mogelijkheden één of meerdere
woonzorgcentra als keuze aangeduid.
De gekozen verblijfinstanties worden
vervolgens automatisch verwittigd
van een nieuwe aanvraag. Wanneer
er inhoudelijke wijzigingen worden
aangebracht aan een dossier, wordt dit
meteen op alle wachtlijsten weergegeven.
Bijvoorbeeld bij een overlijden, wordt
zijn/haar aanvraag op alle wachtlijsten
verwijderd. Op deze manier moet een
medewerker van de voorziening bij het
updaten van de wachtlijst niet nodeloos
nabestaanden opbellen met de vraag
of er nog interesse is in een opname.
Wanneer een persoon opgenomen wordt
in het woonzorgcentrum van zijn/haar
eerste keuze, wordt zijn/haar aanvraag
op andere wachtlijsten (in andere
voorzieningen) verwijderd.
Voordelen
De voordelen zijn dan ook groot:
organisaties boeken een aanzienlijke
tijdswinst. Beschikbare plaatsen kunnen
immers sneller ingevuld worden,
aangezien er een wachtlijst beschikbaar
is met personen (en hun profiel) die
daadwerkelijk op korte termijn op
zoek zijn naar residentiële opvang. De
wachtlijsten worden immers up-to-date
gehouden met informatie ingegeven op
een centraal platform. Gegevens moeten
ook maar één keer ingevuld worden
wat, naast tijdsbesparing, resulteert
in administratieve vereenvoudiging.
Attentum kan een oplossing bieden voor
het beheer van wachtlijsten en als een
win-win situatie voor alle partijen.
Meer informatie over Attentum via:
http://www.attentum.com
Tel.: 09 210 78 90
ZORGMAGAZINE 13ZORGMAGAZINE12
Wachtlijsten in Vlaamse Woonzorgcentra
Studienamiddag naar aanleiding van de publicatie van een grootschalig onderzoek naar de organisatie van wachtlijsten in de ouderenzorg.
In samenwerking met
Inhoud: Onderzoeksbureau Ablecare werkte samen met de vakgroep verpleegkunde en vroedkunde van de Universiteit Antwerpen een grootschalig onderzoek uit betreffende de hoedanigheid en het beheer van wachtlijsten in Vlaamse woonzorgcentra. Tijdens deze studiedag wordt een rapport/boek voorgesteld omtrent deze studie. Naast het onderzoek, wordt er ook stilgestaan bij mogelijkheden om het wachtlijstbeheer te optimaliseren.
Doelgroep: Medewerkers sociale dienst / dienst opname van woonzorgcentra en ziekenhuizen, directeurs en stafme-dewerkers van woonzorgcentra, hoofdverpleegkundigen, zorgprofessionals uit de thuiszorg, beleidsmakers, docenten hoger onderwijs,...
Programma:
De presentatie is in handen van Ann De Bie (VRT journaliste)
12.30-13u: Ontvangst met koffie
13u-13.10u: Welkomstwoord door de verantwoordelijke social profit van de Belfius Bank
13.10u-13.25u: Voorstelling boek, studie-opzet & achtergrond door Michael Van Buggenhout (onderzoeker, Ablecare / ZORG Magazine)
13.25u-14.00u: Het gerontologisch perspectief: wachten op een plaats vanuit het standpunt van een zorgvrager en zijn omgeving door Michael Van Buggenhout (onderzoeker, Ablecare / ZORG Magazine)
14.00u-14.30u: Voorstelling van de onderzoeksresultaten door Prof. Dr. Bart Van Rompaey (Universiteit Antwerpen, Vakgroep verpleegkunde en vroedkunde)
14.30u-15u: Pauze met koffie
15u-15.15u: Wachtlijstbeheer in beeld door Hilde Taillieu. Hilde Taillieu leidt een korte reportage van ZorgAndersTV in. ZorgAndersTv draaide speciaal voor deze studiedag een reportage waarin een aantal woonzorgcentra tonen hoe zij op een andere manier met hun wachtlijsten omgaan, dit zowel naar opvang, begeleiding en beheer van de wachtlijst.
15.15u-15.30u: Online wachtlijstbeheer als potentiële oplossing door Louis Schilders (Attentum)
15.30-16.15u: Panelgesprek onder leiding van moderator Ann De Bie met afgevaardigden van de verschillende koepels (Zorgnet Vlaanderen, Federatie Onafhankelijke Seniorenzorg, VVSG,…)
16.15-16.30u: Slotwoord door Michael Van Buggenhout
16.30u-…: Receptie & netwerkdrink
Inschrijven en meer informatie via www.zorganderstv.be
Wanneer: vrijdag 29 juni 2012 van 12.30 tot 17u
Waar: Belfius auditorium, Grote Steenweg 454 te 2600 Berchem, Antwerpen
Inschrijven: neem deel aan de studiedag en schrijf in via www.zorganderstv.be en ontvang gratis het boek rond wachtlijsten in de ouderenzorg van Michael Van Buggenhout, prof.dr. Bart Van Rompaey & Sofie Dierckxsens (twv. 25 euro).
Prijs: 69€ (incl. boek)
bij inschrijving tot en met 12 mei 2012
79€ (incl. boek) bij inschrijving na 12 mei
De weg naar meer transparantie,
Wachtlijsten in Vlaamse woonzorgcentra
Michael VAN BUGGENHOUTProf. Dr. Bart VAN ROMPAEY
Sofie DIERCKXSENS
De weg naar meer transparantie,
De wachtlijsten in Vlaamse woonzorgcentra zorgen reeds decennia voor verhitte discussies. Hoe lang zijn ze, hoe worden ze beheerd en wie staat er op deze lijsten. Elke voorziening beheert de wachtlijsten op zijn eigen, vaak historisch gegroeide wijze. Over het totaal aantal ouderen in Vlaanderen die wachten op een plaats in het woonzorgcentrum naar hun keuze, kunnen we alleen maar schattingen maken. Regelmatig duiken er cijfers op in de media en tegelijkertijd start de discussie over het aantal ouderen die zich op verschillende lijsten tegelijkertijd inschrijven of er volgens anderen zelfs helemaal niet thuishoren. We kunnen de problematiek van wachtlijsten in de residentiële setting cijfermatig bekijken. Maar we kunnen dit ook bekijken vanuit het standpunt van de oudere die wachtende is op dat wat komen moet. Een oudere die definitief een groot hoofdstuk van zijn leven achter zich laat. Een oudere die voorgoed de deur sluit van het huis of liever de ‘thuis’ waar hij vaak een leven lang heeft geleefd en gewoond. Waar hij een gezin heeft gesticht en ’s avonds na het werk thuiskwam, waar hij verdriet heeft gekend alsook intens geluk.Een wetenschappelijke kijk op het ‘wachten’ dringt zich dan ook op. Dit rapport bevat de resultaten van een groot Vlaams onderzoek naar wachtlijsten in Vlaamse woonzorgcentra. 246 woonzorgcentra die dagelijks zorg dragen voor 28497 ouderen, gaven een unieke kijk op het beheer en de inhoud van hun wachtlijsten. Dit cijfermateriaal werd aangevuld met de opinies van diverse specialisten zoals Kurt Stabel (Federatie Onafhankelijke Seniorenzorg), Tarsy Windey (Zorgnet Vlaanderen), Elke Vastiau (VVSG), prof. Dr. Jan De Lepeleire,… Dit boek wenst dan ook de aanzet te geven tot een heldere kijk op het beheer van wachtlijsten. Kortom de nodige transparantie voor beleidsmakers, zorgprofessionals, de ouderen en hun omgeving.
Michael VAN BUGGENHOUT is verpleegkundige en licentiaat in de gerontologie. Hij combineert de functie van Managing partner bij ZorgAndersTv met die van zaakvoerder van Ablecare (www.ablecare.be), dat vanuit wetenschappelijke hoek diensten verschaft in de domeinen research, consultancy en scholing. Daarnaast is hij hoofdredacteur en uitgever van ZORG Magazine, een vakblad voor de zorgsector dat zich focust op evidence based beslissen en handelen.
Professor Bart VAN ROMPAEY is doctor in de medische wetenschappen, licentiaat in de biomedische wetenschappen en bachelor verpleegkundige. Hij werkt aan de Universiteit Antwerpen, Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen en is docent aan de Artesis Hogeschool Antwerpen. Hij stimuleert en organiseert onderzoek en onderwijs binnen verschillende aspecten van de verpleegkundige zorg.
Sofie DIERCKXSENS, studeerde verpleegkunde aan de Karel de Grote Hogeschool van Antwerpen. Aansluitend startte ze een opleiding master in de verpleegkunde en vroedkunde aan de Universiteit Antwerpen om zich verder te bekwamen in management en onderzoek in de gezondheidszorg. Ze behaalde intussen haar diploma Master of Science in de verpleeg- en vroedkunde en werkte succesvol aan een masterproef over wachtlijsten in de ouderenzorg.
Micha
el V
AN B
UGG
ENHO
UT
Profes
sor Ba
rt VA
N RO
MPA
EYSo
fie D
IERC
KXSE
NS
De
we
g n
aa
r m
ee
r t
ra
ns
pa
ra
nt
ie, W
ach
tlijsten in
Vla
am
se woon
zorgcentra
Mich
ael VAN
BUG
GEN
HO
UT
9 789081 802116
ISBN 978-90-8180-211-6
ZORGMAGAZINE 15ZORGMAGAZINE14
Werk maken van werk:
Hoe schat u uw zorgorganisatie in als werkgever? Streeft u naar duurzaam ondernemen en hecht u
belang aan uw human capital? Potentiële werknemers en studenten hebben een vaak negatief beeld
over werken in de ouderenzorg. Dit ondanks het feit dat woonzorgcentra heel wat troeven in handen
hebben. Anders vzw en Abecare geloven samen met een aantal partners dat woonzorgcentra deze
troeven beter kunnen uitspelen. Tijd om de handen uit de mouwen te steken en deze troeven te etaleren
én te communiceren naar de buitenwereld, tijd om de ouderenzorg een geschikt forum aan te bieden.
ZORGWERKGEVER 2012 zet woonzorgcentra in de kijker!
Achtergrond
Te weinig zorgprofessionals kiezen voor
een carrière in de ouderenzorg. 9 op 10
Vlaamse zorgvoorzieningen zijn op zoek
naar zorgverlenend personeel. Onderzoek
toont aan dat zorgverleners en studenten
in een zorggerelateerde opleiding
(zorgkundigen, verpleegkundigen,
ergotherapeuten, kinesitherapeuten,…)
een fout beeld hebben van werken
in de ouderenzorg. Desondanks kan
werken in de ouderenzorg voldoening
schenken en de juiste impuls geven aan
eenieders carrière. Uit onderzoek van
Ablecare blijkt dat slechts 37% van de
laatstejaarsstudenten verpleegkunde
denken dat ze in een woonzorgcentrum
goed tot uitstekend betaald worden, dit
in tegenstelling met de hoogste score
die weggelegd was voor universitaire
ziekenhuizen (93%). Dit idee strookt
natuurlijk niet met de werkelijkheid. Uit
hetzelfde onderzoek blijkt dat jongeren
vooral op zoek zijn naar een flexibele
werkgever waar doorgroeimogelijkheden
aanwezig zijn. Net die twee factoren
scoren eveneens slecht in het onderzoek,
zo associëren minder dan 5% van de
zorgverleners een woonzorgcentrum
met doorgroeimogelijkheden. Het hoeft
ons dan ook niet te verbazen dat minder
dan 9% van de laatstejaarsstudenten
verpleegkunde erover denken om aan de
slag te gaan in een woonzorgcentrum.
Zorgvoorzieningen schenken weinig
aandacht aan de positionering van
de organisatie als goede werkgever,
ZORGwerkgever 2012 wil jaarlijks een
positieve impuls geven.
De meerwaarde voor uw voorziening?
Naast een algemene opwaardering van
de zorgsector, kunnen ook individuele
voorzieningen hun voordeel halen
uit ZORGWERKGEVER 2012. Alle
woonzorgcentra die beschikken over
een erkenningsnummer van de Vlaamse
gemeenschap kunnen tussen 15 april
en 31 mei 2012 inschrijven voor een
doorgedreven audit die voldoet aan
wetenschappelijke standaarden. Hiervoor
gaan de organisatoren een samenwerking
aan met de vakgroep verpleegkunde
en vroedkunde van de Universiteit
Antwerpen. Deze audit brengt in elke
voorziening de tevredenheid van de
werknemers in kaart op een structurele
en transparante wijze, waardoor
leidinggevenden de tools in handen krijgen
om de werking te optimaliseren. Prof. dr.
Peter Van Bogaert van de Universiteit
Antwerpen creëerde de tool en begeleidt
het ganse audit-proces. De tool laat toe
om met een minimale inspanning van
het zorgverlenend personeel de nodige
resultaten te realiseren.
Slotgala
Voorzieningen worden bij inschrijving
in drie categorieën ingedeeld: Kleine
voorzieningen (<75 wooneenheden),
Middelgrote voorzieningen (76-125
wooneenheden) en Grote voorzieningen
(>125 wooneenheden). De drie best
scorende voorzieningen (in elke cate-
gorie) worden op een mooie gala-avond
in de kijker gezet. Deze gala-avond zal
doorgaan in het KBC auditorium in de
Havenlaan te Brussel met de nodige
persbelangstelling in het bijzijn van ver-
schillende genodigden van de diverse
niveaus (politiek, zorgkoepels, leidingge-
venden uit zorgvoorzieningen, onderwijs
en vanzelfsprekend de zorgverleners
zelf).
Aan elke uitreiking gaat een voorstelling
van de genomineerde voorzieningen
vooraf, aan de hand van een reportage
van ZorgAndersTv. Deze korte reportages
krijgen de genomineerde voorzieningen
nadien gratis ter beschikking voor eigen
gebruik (op de website, tijdens open-
deurdagen...)
ZorgAndersTv en ZORGMagazine zullen
het event uitgebreid in beeld brengen.
Voor dit event wordt ook een extra editie
van ZORGMagazine voorzien, in dit extra
glossy exemplaar worden de verschil-
lende genomineerde voorzieningen
voorgesteld.
Tot slot wordt ook een organisatie
beloond die zich op een unieke wijze
“ZORGWERKGEVER 2012 wil woonzorgcentra positioneren als goede werkgevers die flexibiliteit en groei kunnen bewerkstelligen en bestendigen.”
inzet om de zorg voor ouderen te ver-
beteren. Deze organisatie zal eveneens
voorgesteld worden aan het publiek
door middel van een korte reportage van
ZorgAndersTV. De vertegenwoordiger
van deze organisatie zal op de slotavond
een cheque mogen ontvangen. De avond
wordt vanzelfsprekend afgesloten met
een uitgebreide netwerkdrink.
De meerwaarde voor uw organisatie• Bij deelname ondergaat uw organisatie een audit, de bevraging, die
slechts een minimale inspanning vraagt van zorgverlenend personeel
kan gebeuren aan de hand van een vragenlijst op papier of via een
online tool.
• U ontvangt een gedetailleerd rapport over de tevredenheid van uw
zorgverleners (zorgkundigen en verpleegkundigen) met een opsomming
van positieve punten en werkpunten. (eventueel met benchmarking &
presentatie)
• Indien u bij de drie best scorende voorzieningen hoort van uw
categorie, maakt ZorgAndersTv kosteloos een televisiereportage over
uw voorziening. Dit beeldmateriaal wordt nadien ter uwer beschikking
gesteld.
• Uw voorziening wordt ook redactioneel voorgesteld in het extra ZORG
Magazine.
• Uw voorziening draagt: indien u een van de drie best scorende
voorzieningen van uw categorie bent, de titel: genomineerd voor
ZORGWERKGEVER 2012, als uw voorziening de beste van uw categorie
is, mag de zorgorganisatie een jaar lang de titel ZORGWERKGEVER
2012 dragen.
Meer informatie, inschrijvingsvoorwaarden en het online inschrijvingsformulier via: www.Zorganderstv.be
ZORGMAGAZINE 17ZORGMAGAZINE16
Anders vzw brengt zorg in beeld via ZorgAndersTv
De kracht van beelden
Anders vzw gelooft heel sterk in de kracht van beelden. Dat één beeld soms meer zegt dan duizend woorden is voor ons geen cliché. Wij willen vooral zaken uit de zorgsector in beeld brengen die anders onopgemerkt voorbijgaan. Initiatieven en nieuwe werkmethodes die het verdienen om in een positief daglicht gesteld te worden. Met ZorgAndersTv hebben we de ideale tools in handen om beelden naar de mensen toe te brengen.
Communicatie en imago van de sector verbeteren
De ideale zorgorganisatie van tegenwoordig sloopt de muren rond zich en daar wil ZorgAndersTv een steentje toe bijdragen.
Participatie vanuit de zorgsector in de programmatie van ZorgAndersTV
ZorgAndersTv zorgt voor meer zichtbaarheid. Iedere zorgorganisatie kan eigen initiatieven in de kijker stellen. Manieren van werken, innovaties, zorg voor medewerkers, zorg voor vrijwilligers en mantelzorgers, feestelijkheden,…. ZorgAndersTv zorgt dat het algemeen bekend wordt. Op die manier draagt ook de zorgvoorziening een steentje bij tot positieve beeldvorming. ZorgAndersTv maakt zelf reportages maar kan ook aangeleverd beeldmateriaal uitzenden op vraag van organisaties.
Op de website kunnen activiteiten opgenomen worden in onze zorgagenda en ons zorgnieuws. Zorgorganisaties kunnen via ons ook vacatures bekend maken. De vacatures zijn zowel zichtbaar via de website als via televisie op de digitext pagina’s. U kan bij ons ook terecht voor een jobreportage. Zo krijgt de organisatie de kans om op een andere manier in beeld te komen Hierdoor wordt het verhaal, de sfeer en de zorgzaamheid nog meer in de verf gezet bij geïnteresseerde kandidaten.
Een greep uit het aanbod
Vroegtijdige zorgplanning in AZ Maria Middelares, Jobspot in wzc Brembloem te Evergem, Hoe word ik zorgkundige, Mantelluisteren, we volgen studenten, reportage in wzc Hortensia in Menen, Mobiele tandartsenpraktijk, Geriatrisch dagziekenhuis, Werkgelegenheid in de zorgsector, een interview met Minister Jo Vandeurzen, Dag van de Verpleegkunde,…
Wat?Alle woonzorgcentra die beschikken over een erkenningsnummer van de Vlaamse gemeenschap kunnen tussen 15
april en 10 mei 2012 inschrijven voor een doorgedreven audit die voldoet aan wetenschappelijke standaarden in
samenwerking met de Universiteit Antwerpen. De inspanning van de voorziening en de werknemers om deel te nemen
is eenmalig en klein. Voorzieningen worden bij inschrijving in drie categorieën ingedeeld: kleine voorzieningen (<75
wooneenheden), middelgrote voorzieningen (76-125 wooneenheden) en grote voorzieningen (>125 wooneenheden).
Een gala-avond met alle actoren van de Vlaamse zorgsectorDe drie best scorende voorzieningen (in elke categorie) worden op een gala-avond eind oktober in het KBC-auditorium
te Brussel in de kijker gezet.
Inschrijvingsmodaliteiten & deelnamekostenIndien uw voorziening beschikt over een individuele erkenningsnummer van de Vlaamse gemeenschap kan u inschrijven
via het online inschrijvingsformulier. (Zorgorganisaties die meerdere voorzieningen uitbaten, kunnen ook meerdere
voorzieningen inschrijven).
Schrijf vandaag nog in via www.ZorgAndersTv.be
ZORGWERKGEVER 2012 is een initiatief van
en krijgt vandaag reeds de steun van:
en
De inschrijvingskosten zijn afhankelijk van het aantal wooneenheden (ROB + RVT).
• kleine voorzieningen (<75 wooneenheden): 269€ (excl. 21% btw)
• middelgrote voorzieningen (76-125 wooneenheden): 369€ (excl. 21%btw)
• grote voorzieningen (>125 wooneenheden): 469€ (excl. 21% btw)
(Optioneel kan er gekozen worden voor benchmarking en een presentatie ter plaatse, de voorwaarden zijn opvraagbaar via www.zorganderstv.be.)
ZORGMAGAZINE 19ZORGMAGAZINE18
Pluk de DagZorgAndersTv zendt vanaf april de docusoap “Pluk de Dag” uit over leven met dementie. De reeks “Pluk de Dag” biedt de kijker een ideale kans om meer zicht te krijgen op wat dementie nu precies inhoudt. “Pluk de dag” is een docusoap over mensen die geconfronteerd zijn met dementie.
In verschillende afleveringen wil het Dementienetwerk Provincie Antwerpen een zo ruim mogelijk publiek sensibiliseren. Vele mensen zien dementie als ’ondraaglijk lijden’, terug ‘kinds’ worden, of leven ‘als een plant’. De opeenvolgende afleveringen tonen echter dat naast de moeilijke gevolgen van de ziekte er ook ruimte is voor rustige en gelukkige momenten. Er zijn wel degelijk mooie en verrijkende contacten mogelijk met personen met dementie. Daarnaast leert de kijker ook veel over hoe om te gaan met personen met dementie. We zien hoe mantelzorgers en professionele zorgverleners elke dag opnieuw hun zorgtaak opnemen. Kortom een boeiende reeks die niemand onbewogen laat.
Meer informatie via www.dementie.be of: • Regionaal Expertisecentrum Dementie Orion, (St. Bavostraat 29, 2610 Wilrijk, 03 820 73 22, orion@
dementie.be)• Psychogeriatrisch Netwerk arr. Mechelen - PGN, (Lispersteenweg 17, 2500 Lier, 03 490 01 89, pgn@
dementie.be)• Regionaal Expertisecentrum Dementie Turnhout – Tandem, (Graatakker 4, 2300 Turnhout, 014 47
83 71, [email protected])
3 mei Optimalisatie in de zorg door innovatieve functiedifferentiatie
5 mei Lente symposium dienst Orthopedie AZ Oudenaarde
8 mei 6e Colloquium ICT en Gezondheidszorg (NVKVV - Affligem) (zie pagina 26-27)
10 mei Gratis seminarie planningssoftware planexpert
10-11 mei Beurs: Hoe later wonen 2012
31 mei 3e interactief congres: Facility Management in de zorg (zie pagina 5)
12 juni Kwaliteitskringen
29 juni Studienamiddag wachtlijsten in Vlaamse woonzorgcentra (zie pagina 12-13)
Reportages Toekomst
Adviescirkels in beeld
De social profit staat voor grote uitdagingen op het vlak van HR. Om die uitdagingen het hoofd te bieden, organiseert SD Worx adviescirkels voor alle sectoren. Samen met collega - organisaties een klare kijk krijgen op de actualiteit die voor u relevant is en hierover debateren onder leiding van een ervaren jurist, dat is de kern van de adviescirkel.
Zo kunnen leidinggevenden leren van elkaar op een aantal operationele en beleidsmatige vlakken. SD Worx boekt reeds enkele jaren succes met deze unieke formule. ZorgAndersTv was te gast op één van de adviescirkels een gaat in gesprek met begeleiders en deelnemers.
Week van de verpleegkunde en vroedkundeMeer dan 4000 zorgprofessionals verzamelden in het Casino Cursaal van Oostende voor de jaarlijkse afspraak tijdens de week van de verpleegkundigen en vroedvrouwen georganiseerd door het NVKVV. De week van de verpleegkundigen en vroedvrouwen is dan ook een begrip geworden. De verschillende werkgroepen die actief zijn bij het NVKVV, zorgden ook voor deze 38e editie voor een divers programma.
ZorgAndersTv was natuurlijk ook van de partij en bracht: sessies, sprekers, bedrijven en bezoekers in beeld. Daarbij had ZorgAndersTv specifiek aandacht voor de Dag van het bacheloronderzoek. Het NVKVV geeft met deze dag sinds vorig jaar tijdens de week ook actief invulling aan de trend tot evidence based denken en handelen in de zorg. Onderzoekers, docenten en het werkveld komen tijdens de onderzoeksdag samen om resultaten te delen. Naast voordrachten, presenteren de onderzoekers hun resultaten tijdens een begeleide posterwalk.
Met ZorgAndersTv kan je elke maand mooie prijzen winnen. Zo trakteert ZorgAndersTv je in de maand maart op bubbels naar aanleiding van de kaap van 10000 views per dag op de site www.zorganderstv.be. Ook jij kan als trouwe bezoeker van ZorgAndersTv.be een van deze pakketten cava. Het enige dat je moet doen is snel naar de website surfen en een eenvoudige vraag beantwoorden over een korte reportage over de online thuiszorgwinkel Comcasa. Ook de volgende maanden zal je nog kunnen meedoen met tal van wedstrijden.
ZorgAndersTv wedstrijd
ZorgAnders-midden april 2012 definitief.indd 2-3 6/04/12 13:44
ZORGMAGAZINE 21ZORGMAGAZINE20
9 7 8 9 0 3 3 4 8 0 6 4 5
Valpreventie in Woonzorgcentra
Valpreventie in WoonzorgcentraPraktijkrichtlijn voor Vlaanderen
Milisen, K. - Vlaeyen, E. - Coussement, J. Leysens, G. - Van der Elst, E. - Boonen, S. Adriaenssens, J. - Bautmans, I. - Boone, A. Cambier, D. - De Coninck, L. - Delbaere, K. De Keyser, K. - Descamps, J. - Goemaere, S. Govaerts, F. - Griep, L. - Hamblok, T. Logist, R. - Lyphout, H. - Peeraer, J. Peeters, J. - Sierens, H. - Tessier, J. Van Aerschot, V., - Van Croonenburg, M. Van den Noortgate, N. - Vandermeulen, D. Wertelaers, A. - Windey, T. - Dejaeger, E.
Ongeveer een op drie van de thuiswonende ouderen valt minstens één maal
per jaar. Bij ouderen met dementie loopt dit percentage op tot 66%. Eén derde
van de vallers valt meerdere keren per jaar. Een valincident kan leiden tot heel
wat lichamelijke, psychosociale en economische gevolgen. De praktijkrichtlijn
valpreventie Vlaanderen is een update van de vorige editie uit 2006 en biedt een
overzicht van datgene wat op basis van de tot nu toe beschikbare wetenschap-
pelijke evidentie effectief is in het voorkomen van valincidenten bij thuiswonende
ouderen, aangevuld met de nodige klinische expertise. Volgende onderdelen
komen aan bod: 1) algemene gezondheidspromotie met focus op valpreventie,
2) valpreventie bij thuiswonende ouderen met verhoogd valrisico en 3) frac-
tuurpreventie bij thuiswonende ouderen met verhoogd valrisico. In deze richtlijn
wordt aangegeven welke gezondheids- en welzijnswerkers hierbij een belang-
rijke rol kunnen vervullen. Op basis hiervan kan voor iedere discipline een speci-
fiek vormingspakket en/of aanpak worden uitgeschreven. Deze praktijkrichtlijn
werd opgesteld in opdracht van Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid
en Gezin.
ZorgAndersTv is een initiatief van
Bekijk ZorgAndersTv
op de website of via Telenet!
Z
Schrijf je in op onze nieuwsbrief en
maak kans op een welkomstgeschenk
opsurf naar
www.zorganderstv.be
of kijk via telenet digitale televisie
! Druk op “extra”
! Ga naar “diensten”
! Klik op ZorgAndersTv
B
Contact ZorgAndersTvHilde Taillieu
Mail: [email protected]: 0479 625 004
ZorgAndersTv:
▪ Bouwt mee aan het positief imago van de zorgsector. ▪ Informeert iedereen over wat er leeft binnen de zorgwereld. ▪ Bewijst via getuigenissen dat er een alternatief bestaat voor gestandaardiseerde zorg; zorg op maat ▪ Laat zowel zorgprofessionals, als mantelzorgers en vrijwilligers aan het woord. ▪ sensibiliseert zowel jongeren als volwassenen om te kiezen voor de zorgsector. ▪ Functioneert als “brug” tussen enerzijds de verschillende zorginstanties onderling, maar anderzijds ook tussen onderwijs, instellingen en overheid. ▪ Kaart pijnpunten binnen de sector aan en zoekt mee naar een oplossing. ▪ zet innovatieve ideeën of activiteiten extra in de kijker. ▪ Is een aanspreekpunt voor iedereen die met “welzijn, gezondheid en zorg” te maken heeft.
Wij kunnen voor u:
▪ Uw organisatie, activiteiten, producten of diensten in de kijker zetten door middel van een reportage. ▪ Vacatures plaatsen of een jobvideo laten maken. ▪ Nieuws van uw zorgorganisatie in onze zorgagenda opnemen. ▪ Een reportage op dvd aanleveren zodat u ze kan gebruiken als didactisch materiaal. ▪ Uw team ondersteuning bieden door onze vorming en begeleiding.
Volg ZorgAndersTv ook op Twitter:
via @ZorgAndersTv
Schrijf u nu in op onze nieuwsbriefen blijf op de hoogte van de activiteiten van
ZorgAndersTv en nieuws uit de zorgsector.
Andersvzw is een vereniging zonder winstoogmerk. Wij zijn steeds op zoek naar partners om ons communicatieplatform verder uit te bouwen.
ZorgAnders-midden april 2012 definitief.indd 4 4/04/12 13:50
De praktijkrichtlijn is onderverdeeld in 5 logische hoofdstukken.
In een 1ste hoofdstuk worden de ‘maatregelen op
voorzieningsniveau’ besproken, deze bestaan uit algemene
maatregelen die zich niet specifiek richten op het individueel
risicoprofiel van elke bewoner, zoals educatie en sensibilisatie
van medewerkers van de voorziening, vrijheidsbeperkende
maatregelen, infrastructuur en omgeving. Een 2e hoofdstuk
Een nieuwe praktijkrichtlijn moet een nieuwe dimensie geven aan val- en fractuurpreventie. 31 Auteurs
onder de deskundige leiding van Professor Koen Milisen verwerkten de laatste wetenschappelijke
inzichten in een bevattelijk en meteen op de werkvloer implementeerbare bundel richtlijnen. Waarom?
de redenen liggen voor de hand. In woonzorgcentra valt 30 tot 70% van de bewoners één maal per jaar,
waarvan 15 tot 40% meerdere keren per jaar. Dit gemiddelde ligt tot driemaal hoger dan in de thuissituatie.
Een val kan leiden tot ernstige lichamelijke, psychosociale en economische gevolgen. De praktijkrichtlijn
heeft als doel een overzicht te bieden van wat effectief is in het voorkomen van valincidenten bij ouderen
verblijvend in woonzorgcentra. Het kan helpen om in de dagelijkse praktijk valincidenten te detecteren,
evalueren en behandelen, om zo nieuwe valincidenten en de mogelijk ernstige gevolgen te voorkomen.
Valpreventiein woonzorgcentra
Fiche:
Valpreventie in woonzorgcentra. Praktijkrichtlijn voor
Vlaanderen
Dit boek is recent verschenen in maart 2012.
Auteur: MILISEN KOEN et al.
ISBN: 9789033487996
Pagina’s: 136
Prijs: 22€
Te bestellen via www.acco.be
bevat individuele valpreventiemaatregelen. Deze maatregelen
zijn specifiek afgestemd op de individuele bewoner, waardoor
de praktijkrichtlijn kan worden toegepast bij ouderen met een
diversiteit aan zorgafhankelijkheid. De auteurs staan ook stil bij
multifactoriële evaluatie van valrisicofactoren én interventies.
Het 3e hoofdstuk, ‘individuele fractuurpreventiemaatregelen’,
geeft een overzicht van maatregelen die kunnen worden
toegepast ter preventie van fracturen.
Medicamenteuze behandeling evenals het wel of niet gebruiken
van heupbeschermers komen in dit deel aan bod. In het 4e deel
wordt gekeken naar follow-up. Het 5de en laatste hoofdstuk
betreft de implementatie van de praktijkrichtlijn in de eigen
voorziening. De focus ligt hier niet enkel op de bewoner, ook
de personeelsomkadering krijgt hier de nodige aandacht
inclusief de functieomschrijving en het functieprofiel van een
valpreventiecoördinator.
ZORGMAGAZINE 23ZORGMAGAZINE22
“Bespaar tot 60% op waskosten.”Slaapkwaliteit bevorderen doe je dan ook niet enkel met de aanschaf van een kwalitatief hoogstaande en aan de behoefte van de oudere aangepaste matras, maar met een totaalaanpak. Deze totaalaanpak behelst evenzeer het optimaliseren van de luchtkwaliteit in de kamer, maar eveneens de juiste matras, hoofdkussen, bedlinnen, ondersteunende kussens, etc… ZORG Magazine sprak met Michel Marynissen, zaakvoerder en oprichter van Medical Mattress Care (MMC) uit Lokeren. MMC ontwikkelt hoogwaardige matrassen en diverse accessoires voor de zorgsector. We ontmoeten een dynamische en vooruitstrevende zaakvoerder die niet enkel bekommerd is om slaapcomfort, maar ook ecologische en hygiënische standaarden hoog in het vaandel draagt.
MMC werd opgericht in 2005, daarvoor
deed Michel Marynissen de nodige
ervaring op in de sector van de
polyurethaanschuimen. Hij zag daar
een grote nood aan productkennis en
onwtikkelde in 2006 een eerste gecoate
matras, in 2008 startte de productie op
grote schaal. Eerst in Vlaanderen, nadien
in Wallonië en de ganse Benelux. Intussen
is MMC actief in veertien landen, het gaat
dan niet enkel om buurlanden, zo leveren
ze ook aan Peru. MMC is actief in de
medische sector, gaande van producten
voor baby’s tot ouderen, de hotelsector
en retail. Het gamma breidt steeds uit:
matrassen, positionerings-elementen,
slabbetjes, incontinentieonderleggers,...
worden standaard geleverd of kunnen op
maat worden gemaakt.
Ondanks deze schaalvergroting
houdt MMC toch vast aan een strikte
toepassing van haar visie: rechtstreeks
bestellen zonder talrijke tussenspelers.
MMC staat dan ook bekend om eerlijke
prijzen, zo rechtstreeks mogelijk van
fabrikant naar eindgebruiker toe.
Daarnaast staan ze garant voor hoge
kwaliteitseisen. Tot slot draagt MMC als
producent, ook haar steentje bij tot een
beter milieu. Zo produceert MMC tijdens
het ganse productieproces minder dan
5% afval. Bijna alles wordt gerecycleerd
en de fabriek is volledig zelfbedruipend
qua stroom, er wordt zelfs meer stroom
verwerkt dan men nodig heeft.
Intussen mag MMC zich reeds buigen
over mooie referenties: bewoners en
patiënten van : alle voorzieningen van
de groep Senior Assist, het OCMW Sint-
Gillis-Waas, Het Heilig-Hart ziekenhuis
in Leuven, het AZ Herentals,... slapen
comfortabel op een matras van MMC.
ZORG Magazine: In de naam MMC zit
ook de term Medical, hoe vult MMC dit
in?
Michel Marynissen: We beschikken
over een eigen laboratorium, hier testen
we zelf elk schuim dat binnenkomt op
hun kwaliteiten zoals: rek bij breuk,
hardheid, samenstelling… Alle testen
die wij uitvoeren worden ook nog
eens gecertificeerd bij Centexbel (het
Belgische Textile Research Centre). Hier
wordt bijvoorbeeld ook de brandveiligheid
getest alsook de antibacteriële
eigenschappen van onze producten.
Voor deze en andere eigenschappen
zoals: anti-allergie, anti-fungi, anti-
huismijt, anti-MRSA,… hebben we een
overkoepelend, uniek certificaat. We zijn
met andere woorden volledig medisch
gekeurd. Er wordt dus niet licht gegaan
over de term ‘medical’ bij MMC.
ZORG Magazine: Hebt u de afgelopen
tien jaar de technologie en eisen
omtrent matrassen zien evolueren?
Michael Marynissen: Onderzoekers
hebben kunnen aantone dat niet alle
schuimen geschikt zijn om te gebruiken in
dekbed & cover alleen nog onze cover
naar de wasserij te sturen. We spreken
dan over 83g ipv van 1kg. In zijn totaliteit
kunnen we de waskosten met 60% en
meer drukken.
ZORG Magazine: Zijn bewoners
tevreden over een ‘licht’ dekbed?
Michel Marynissen: Het klopt dat
bewoners vaak een ‘subjectief’
koudegevoel hebben, we zijn ons hiervan
bewust. Maar vaak is een eenvoudige
test, waarbij een bewoner één nacht het
dekbed uitprobeert’ voldoende om het
tegendeel te bewijzen. Van deze oubollige
gedachten moeten we af: lichter en
synthetisch is zeker niet minderwaardig
ten opzichte van katoen en zwaarder,
testen bewijzen het tegendeel.
Medical Mattress Care bvba
Tel: +32 (0) 473 591 171
Fax: +32 (0) 9 346 78 21
www.medical-mattress-care.com
Technologische evolutie inzake slaapcomfort creëert tal van mogelijkheden tot optimalisatie.
Michel Marynissen: “We beschikken over een eigen laboratorium, hier testen we zelf elk
schuim dat binnenkomt op hun kwaliteiten”
matrassen bij specifieke doelgroepen. Je
kan bijvoorbeeld geen ziekenhuismatras
met een erg hoge densiteit plaatsen
in een woonzorgcentrum. Veel
ziekenhuismatrassen zijn ontwikkeld voor
bedlegerige patiënten die 24/24u in hun
bed verblijven. Niet voor elke bewoner
in een woonzorgcentrum gaat dit op.
Vandaag kijken we veel specifieker voor
welke toepassing, een matras moet
dienen, zodat je een mooie waaier
aan mogelijkheden krijgt. Als fabrikant
kunnen we op deze tendens perfect
inspelen omdat we zo’n 40 matrassen
voor diverse doeleinden maken. Onze
specialisten kunnen ook perfect de juiste
matras aanbeveling voor de juiste setting.
ZORG Magazine: Behalve slaapcomfort
voor de cliënt, staan meer en meer
leidinggevenden ook stil bij het
kostenplaatje, kan de juiste keuze de
kosten reduceren?
Michael Marynissen: We bieden met
ons gamma een totaalpakket aan, dat
is redelijk uniek. Op die manier kunnen
we talrijke voordelen aanbieden. Zo
kunnen we garanderen dat de waskosten
aanzienlijk verminderen. MMC geeft 5
jaar garantie op alle materialen die we
leveren. We kunnen aantonen dat het
aankopen van hoeslakens een stuk
goedkoper is dan het huren van het
materiaal bij een wasserij. We laten de
lakens individualiseren met een etiket, op
deze manier krijgt u ook steeds uw lakens
terug.
ZORG Magazine: Veel bewoners in een
zorgvoorziening slapen nog steeds
onder een traditioneel laken en deken,
een andere groep reeds onder een
klassiek dekbed, speelt MMC in op
deze trend?
Michel Marynissen: Vanzelfsprekend, er
wordt dan vaak gedacht aan een klassiek
dekbed met een katoenen omhulsel en
een vulling. Deze traditionele dekbedden
zijn zwaar en wegen om en bij de 1kg.
Aangenaam qua gewicht is dat niet echt,
zeker niet voor verzwakte bewoners. Een
tweede belangrijke nadeel is het feit dat
deze dekbedden met natuurlijke vezels
worden gemaakt, waardoor er vaak
problemen zijn met het brandvertragend
karakter of de anti-bacteriële
eigenschappen. Zeker na een vijf a tien
keer wassen zien we die eigenschappen
steeds verminderen. Daarnaast zitten
voorzieningen die deze klassieke
dekbedden gebruiken, met een aanzienlijk
hoge kost. Wasbedrijven rekenen vaak
per kilogram, zware dekbedden zijn dus
duurder in onderhoud. Bij MMC hebben
we een dekbed ontwikkeld van 200g met
een polyurethaanhoes. Deze hebben
we dichtgelast langs de vier zijden. Dit
dekbed moet niet opgestuurd worden
naar een wasserij, maar kan gewoon met
gedesinfecteerd worden met klassieke
producten. Een ander groot voordeel
is dat er niets in gaat: geen vocht,
geen bacteriën, geen huismijt... Om het
gamma compleet temaken, hebben we
ook een cover ontwikkeld die synthetisch
is maar als katoen aanvoelt. Wat is het
grote voordeel hiervan: de waskosten
dalen extreem, u hoeft ipv het volledige
“Traditionele dekbedden zijn zwaar en wegen
om en bij de 1kg. MMC ontwikkelde een dekbed van 200g dat makkelijk te desinfecteren is en dichtgelast is aan 4
zijden.”
ZORGMAGAZINE 25ZORGMAGAZINE24
Ontdek ons uniek concept: adviescirkels voor woon- en zorgcentra
Hoe blijft u op de hoogte van de laatste sociaal-juridische wijzigingen? Wat zijn actuele HR-topics waarop u kunt inspelen om aantrekkelijk te blijven als werkgever en uw medewerkers gemotiveerd te houden? Als HR-verantwoordelijke of directeur van een woon- en zorgcentrum hebt u vandaag een uitdagende rol. Vaak ontbreken echter de tijd en de middelen om ervoor te zorgen dat u bijblijft.
Daarom heeft SD Worx ‘adviescirkels’ in het leven geroepen. Het principe is eenvoudig: samen met een vijftal woon- en zorgcentra uit uw regio vormt u een adviescirkel. Zo’n adviescirkel komt vijfmaal per jaar gedurende een halve dag samen om een lerend netwerk te vormen onder begeleiding van een juridisch of HR-expert van SD Worx. De kosten worden gedeeld, en de deelnemers stellen om de beurt hun infrastructuur ter beschikking.
Meer weten?Surf naar www.sdworx.be/adviescirkel of contacteer Ann Vanwezer, account manager social pro�t, T 0499 56 25 21 of [email protected].
Een lerend netwerk rond
HR-topics
AdviescirkelsDe social profit staat voor grote uitdagingen op het vlak van HR. Om die uitdagingen het hoofd te bieden,
organiseert SD Worx adviescirkels voor alle sectoren. Tijdens deze adviescirkels komen HR-specialisten
en leidinggevende, uit diverse zorgorganisaties samen om een lerend netwerk te vormen. SD Worx gaat
op zoek met de deelnemers naar de knelpunten, geeft vervolgens richting en creëert advies op maat.
Kortom, een uniek concept om leidinggevenden te ondersteunen bij het uitstippelen van hun beleid.
De kern van de adviescirkel
Samen met collega - organisaties een
klare kijk krijgen op de actualiteit die
voor u relevant is en hierover debateren
onder leiding van een ervaren jurist, dat
is de kern van de adviescirkel. Zo kunnen
leidinggevenden leren van elkaar op een
aantal operationele en beleidsmatige
vlakken. Thema’s worden niet exclusief
aangebracht door de experten van
SD Worx, deelnemers kunnen zelf
relevante topics op de agenda plaatsen
om deze samen te doorgronden en te
bespreken. SD Worx boekt reeds enkele
jaren succes met deze unieke formule.
Leidinggevenden in de zorgsector
dragen dagelijks zorg voor anderen,
zowel bewoners als eigen medewerkers.
Dit is een ambitie die helaas voor zware
uitdagingen staat. Aan de ene kant kent
de zorgsector in toenemende mate een
onderfinanciering.
Aan de andere kant groeit de zorgbehoefte,
zowel kwantitatief als kwalitatief.
Daarbovenop worden leidinggevenden
nog eens geconfronteerd met de
krapte op de arbeidsmarkt. Louter een
goed financieel beleid vormt dan ook
geen garantie voor de toekomst en
het succes van een zorginstelling.
Een omgeving waarbij de regelgever,
patiënten, bewoners, inspectiediensten
en personeel mondiger worden, waar
(zorg)processen ingewikkelder worden
en werknemers mobieler kan niet
zonder een professioneel, duurzaam, en
kennisgebaseerd hr-beleid.
Regionaal, kostendelend en
kleinschalig
Op- en afreizen naar opleidings- of
congreslocaties in de grote steden zoals:
Gent, Leuven of Antwerpen neemt snel
enkele uren in beslag. Verplaatsingstijd
die men uiteraard beter voor andere
doeleinden aanwendt. Bij adviescirkels
komt SD Worx juist naar uw regio. De
bijeenkomst gaat in principe altijd door bij
één van de deelnemende zorginstellingen,
die de ruimte en catering verzorgt. Op
deze manier dragen alle partners bij in het
lerend netwerk.
Wenst ook u deel uit te maken van een
lerend netwerk in uw omgeving? Surf dan
snel naar www.sdworx.be/adviescirkel
of contacteer Ann Vanwezer, account
manager social profit: 0499 56 25 21 of
via ann.vanwezer & sdworx.com.
Interactief op de hoogte blijven van actuele HR-topics en de laatste sociaal-juridische wijzigingen
Bekijk de reportage op ZorgAndersTv.
ZORGMAGAZINE 27ZORGMAGAZINE26
‘Solutions for Care’:16e Colloquium werpt nieuw licht op automatiseringDit jaar organiseert de werkgroep informatiesysteemverpleegkundigen van het NVKVV reeds voor de
zestiende keer een colloquium ICT & gezondheidszorg. Intussen zijn ze toe aan de achtste editie onder
de titel ‘Solutions for Care’. Met een boeiend hoofdprogramma en verschillende parallelle sessies trekken
de organisatoren op 8 mei in De Montil te Affligem opnieuw de kaart van innovatie. Het hoofdprogramma
focust op telematica voor de gezondheidszorg, het elektronisch voorschrift in België en gegevensdeling in
de eerste en tweede lijn en de telematica-initiatieven vanuit de tweede en derde lijn.
Waarom dit colloquium?
Eric Vandewalle, voorzitter van de
werkgroep ISV van het NVKVV licht
de drie doelstellingen toe van dit
colloquium: “Een eerste doelstelling is
professionalisering, de belangrijkste
actualiteiten betreffende telematica en
gezondheidszorg komen aan bod. Voor
deelnemers is het de uitgelezen kans om
op de hoogte te blijven van de allerlaatste
inzichten op vlak van ontwikkelingen en
implementatie van het EPD (Elektronisch
Patiënten Dossier) en alle aanverwante
ICT- aspecten binnen de zorg.”
“Daarnaast kunnen deelnemers ook
expertise en ervaringen uitwisselen,
netwerken met collega’s van diverse
disciplines staan ook dit jaar centraal.
Tot slot kunnen deelnemers ook de
voornaamste markspelers ontmoeten
gaande van: softwareleveranciers,
hardwareproducenten, verdelers en
consultancybedrijven. Hun standen staan
in maar liefst 3 exposantenzalen.”, besluit
Eric Vandewalle.
Programma
Naast de plenaire sessie, start in de
voormiddag reeds een parallelle sessie
in verband met technologieën en een
sessie rond HRM. In de namiddag krijgen
deelnemers de keuze uit 9 parallelle
sessies. Deze handelen onder andere over:
De implementatie van het elektronisch
patiëntendossier, medicatiebeheer en
multidisciplinaire planning, management
van verpleegkundige en medische data,
technologieën (ERP - cloud - office),
risicomanagement en patiëntveiligheid,
integratie en identificatie van logistieke
processen binnen de zorgsector,
medische, multidisciplinaire en
verpleegkundige zorg in de eerste lijn,
ouderenzorg, etc.
Multidisciplinariteit
Het colloquium wordt mede ondersteund
16deColloquium Automatisering en zorgverlening
Dinsdag 8 mei 2012Werkgroep informatiesysteemverpleegkundigen
www.nvkvvisv.be
De Montil / Affligem
Congresprogramma
e-health
Snomed
ICT en gezondheidszorg Solutions for Care
EPD
Multidisciplinaire samenwerking
HRM
ERP
MyCareNet
Medicatiebeheer
Risicomanagement
VG-MZG
E-learningDialyse
Vitalink
BelRAI
Beleidsinformatie
Logistieke processen
Thuismonitoring
Verloskunde
Schrijf nu in via: www.nvkvvisv.be
door het Vlaams Apothekers Netwerk en
Domus Medica. Beide verenigingen zien
dit colloquium als een opportuniteit om in
de toekomst vaker en nog constructiever
met ons samen te werken rond alle
aspecten van thuis- en thuisvervangende
zorg, waar de patiënt centraal staat en
de huisarts, de verpleegkundige, de
paramedicus en de apotheker in een
multidisciplinair team de zorg voor de
patiënt ter harte nemen.
U kan zich inschrijven vóór 1 mei 2012.
Bij voorkeur via www.nvkvvisv.be.
U krijgt automatisch een bevestiging na
uw online inschrijving.
ZORGMAGAZINE 29ZORGMAGAZINE28
Dementievriendelijk bouwen en inrichtenBij een bezoek aan een woonzorgcentrum is de kans behoorlijk groot er een bouwwerf aan te treffen. Zoniet, dan
ben je aangekomen bij een nieuwbouw of vertelt de directeur je dat die er over korte of langere tijd zal komen.
In het langdurige plan- en uitvoeringsproces heeft hij er de handen aan vol om eisen op vlak van onder meer
erkenningsvoorwaarden, zorgvisie, brandveiligheid, milieunormen, zorgefficiëntie, toegankelijkheid, wooncomfort,
esthetiek, imago én budget met elkaar te verzoenen. We willen hier nog een eisenpakket bovenop leggen, namelijk
dat van het dementievriendelijke karakter. Het aandeel mensen met dementie in de woonzorgcentra loopt immers
gestaag op en is dermate groot dat dementievriendelijkheid een criterium is geworden voor de hele voorziening en
niet enkel voor de zogenaamde afdelingen voor bijzondere begeleiding.
Auteur: Patrick Verhaest (wetenschappelijk medewerker op het Expertisecentrum Dementie Vlaanderen vzw)
Bovendien tekende er zich de voorbije
jaren onder wetenschappers enige
consensus af omtrent de belangrijkste
kenmerken van een dementievriendelijke
woonomgeving. Het is een omgeving die
compenseert voor de beperkingen van
dementie en zo onafhankelijkheid en het
zelfwaardegevoel verhoogt, maar ook de
zorg stuurt en uitnodigend is voor familie
en lokale gemeenschap (Marshall, 1998).
We brachten de verschillende aandachts-
punten in kaart en hangen deze op aan
drie belangrijke topics: het zintuiglijk
comfort, bewegingsvrijheid in een oriën-
terende omgeving en het persoonson-
dersteunende karakter van de omgeving.
We lichten ze hieronder toe. In het boek
dat hierover in mei verschijnt, is te zien
hoe deze in Vlaamse woonzorgcentra
vorm gekregen hebben (Stroobants en
Verhaest, in druk).
Zintuiglijk comfort
De architectuur heeft zich de voorbije
decennia over het algemeen eng
gefocust op de visuele kwaliteit van
gebouwen, daarmee het potentieel
veronachtzamend van auditieve en zelfs
olfactorische en tactiele kenmerken voor
het wooncomfort (Pallasmaa, 2005). Het
is duidelijk dat personen met dementie
een wereld te winnen hebben bij een
architectuur die meer inzet op alle zintui-
gen, maar binnen bestaande gebouwen
kan met de inrichting en de levens- en
werkwijze al heel wat gedaan worden om
aangename zintuiglijke ervaringen op te
doen. En dan gaat het uitdrukkelijk niet
om de inrichting van een snoezelruimte.
Naarmate de kwaliteit van de woonom-
geving zelf prioriteit krijgt, verliest dit aan
belang.
Het gebruik van een snoezelruimte kan
zonder twijfel zinvol zijn, maar wanneer
die de bedoeling heeft mensen weg
te halen uit ‘de drukte’ van de onaan-
gepaste woonomgeving, dan zijn dui-
delijk de verkeerde prioriteiten gelegd.
Gedoseerd werken met muziek, zorgen
voor aangename natuurlijke geuren en
tastervaringen, voldoende licht en een
goede visuele en auditieve leesbaarheid
van de leefomgeving kunnen al een groot
verschil maken. Vooral deze leesbaarheid
is cruciaal. Maatregelen om die leesbaar-
heid te bevorderen zijn er op gericht de
waarneming van wat relevant en waar-
devol is voor de persoon met dementie
op de voorgrond te halen. Op het visuele
vlak dient gecompenseerd voor de (on-
derschatte) perceptieproblemen die de
ziekte van Alzheimer met zich meebrengt:
de toenemende moeilijkheden met
kleurdifferentiatie (vooral bij de koude
kleuren), contrast- en diepteperceptie
(Jones & Van der Eerden, 2008). Het
impliceert het inzetten van voldoende
kleur- en helderheidscontrasten enerzijds
en vereenvoudiging van de omgeving
anderzijds. Figuratieve elementen of
complexe patronen in behang, vloerbe-
kleding en gordijnen zijn bijgevolg te ver-
mijden. Blinkende oppervlaktes brengen
onnodige visuele ruis met zich mee en
kunnen de persoon soms beangstigen,
zoals bijvoorbeeld een blinkende vloer
die als nat wordt ervaren of de weerspie-
geling van zichzelf in het raam wanneer
het buiten donker is.
Een voldoende algemeen lichtniveau
ondersteunt deze maatregelen. Dit gaat
bovendien gepaard met minder valin-
cidenten. Dat er op vlak van licht een
wereld te winnen is, blijkt uit onderzoek
van De Lepeleire e.a. (2007) dat vast-
stelde dat slechts een kleine minderheid
van de Vlaamse woonzorgcentra voldoet
aan de lichtniveaus die nodig zijn voor
personen met dementie.
Dementie brengt geen extra auditieve
problemen met zich mee, maar controle
van geluidsprikkels is wel fundamenteel.
Geluiden zijn als trappen voor de rolstoel-
gebruiker, klinkt de boutade. Geluiden
dringen zich immers steeds meer even-
waardig in de aandacht op. Er is boven-
dien minder gewenning. Kunnen mensen
de grote hoeveelheid prikkels niet meer
de baas, dan worden ze ernstig beperkt
in elke doelgerichte activiteit. Bovendien
slaat de onrust dan onvermijdelijk toe.
Het beperken van geluiden, werken met
geluidsabsorberende materialen en het
selectief toevoegen van camouflerende
geluiden zijn dan de drie strategieën om
hieraan tegemoet te komen.
Bewegingsvrijheid in een oriënterende
omgeving
Afgezien van de leerervaringen die er
wel degelijk zijn, is bij vele personen met
dementie het zich vanzelfsprekend ge-
oriënteerd weten in de omgeving ernstig
ondermijnd. Het komt er dan op aan de
omgeving zo vorm te geven dat ze vol-
doende uit zichzelf oriënteert. Bedoeling
is gevoelens van onzekerheid en doolge-
drag ten gevolge van het niet vinden van
het doel te verminderen.
Aandacht voor een oriënterende
omgeving vloeit voort uit het belang van
bewegingsvrijheid, inclusief een vrije en
makkelijke toegang tot de buitenruimte.
Het laat ruimte voor de beweging waar
vele mensen met dementie behoefte
aan hebben, maar fundamenteler nog
“Een voldoende algemeen lichtniveau
zorgt voor minder valincidenten. Dat er op vlak van licht een wereld te winnen is, blijkt uit onderzoek
van De Lepeleire e.a. (2007).”
ZORGMAGAZINE 31ZORGMAGAZINE30
Referenties � 1. Charras et al. (2011). Principes
théoriques et modalités d’application pour
l’aménagement des lieux de vie accueil-
lant des personnes atteintes de la maladie
d’Alzheimer. La revue francophone de gériat-
rie et de gérontologie,18(177), pp. 205-210.
� 2. Chalfont (2008). The living edge:
Connection to nature for people with dementia
in residential care. In: K.A. Froggatt, S. Davies
& J. Meyer: Understanding care homes:
A research and development perspective.
London: Jessica Kingsley Publishers, pp.
109-131.
� 3. De Lepeleire et al. (2007). Insufficient
lighting in nursing homes. Journal of the
American Medical Directors Association, 8(6),
pp. 314-317.
� 4. Jones et al. (2008). Designing care
environments for persons with Alzheimer’s
disease: visuoperceptual considerations.
Reviews in Clinical Gerontology, 18, pp.
13-37.
� 5. Marquardt (2007). Kriterienkatalog
Demenzfreundliche Architectur. Möglichkeiten
zur Unterstützung der räumlichen Orientierung
in stationären Altenpflegeeinrichtungen.
Berlin: Logos Verlag.
� 6. Marshall (1998). How it helps to see
dementia as a disability. Journal of Dementia
Care,6(1), pp. 15-17.
� 7. Pallasmaa (2005). The eyes of the skin.
Architecture of the senses. West Sussex:
John Wiley & Sons. 80pp.
� 8. Stroobants et al. (in druk).
Architectonica. Een thuis voor mensen met
dementie. Antwerpen: Epo.
is dat het de controle van de persoon
over zijn eigen leefsituatie vergroot. Met
bewegingsvrijheid wordt echter ook
veiligheid een aandachtspunt. Waar de
balans vroeger sterk overhelde naar
aandacht voor veiligheid, hebben we
vandaag steeds meer aandacht voor de
autonomie van de persoon. Uiteraard is
het een en-en-verhaal en moet gekeken
worden naar hoe veiligheid en autonomie
te verzoenen. Een belangrijke sleutel ligt
hier bij onopvallende veiligheidsmaat-
regelen waardoor het controlegevoel
van de bewoner niet wordt aangetast.
Denk hierbij aan een natuurlijk ogende
omheining van de tuin die een gevoel van
opgesloten zijn beperkt of het onopval-
lend maken van uitgangen waardoor
de persoon met dementie ze niet meer
opzoekt en dus ook niet meer op grenzen
botst.
Goed zichtbare aantrekkelijke anker-
punten in de leefomgeving, met een
duidelijke functie, versterken het effect
van deze maatregelen. Directe zichtbaar-
heid van bestemmingen zorgt voor een
drastische vermindering van het aantal
beslispunten en maakt de omgeving voor
de persoon met dementie dus duidelijk
meer hanteerbaar. Een duidelijke functie
van de ruimtes, zoals de keuken, eet- of
zitruimte, vergemakkelijkt dan weer het
zelfstandig en natuurlijk gebruik ervan
(Charras e.a., 2011). Deze principes
hebben behoorlijke implicaties voor
het grondplan. Complexe structuren,
inclusief rondgangen (!), zijn te vermijden
(Marquardt, 2007), net zoals grote poly-
valente ruimtes.
Persoonsondersteunend
Dementie confronteert ons met onze
fundamentele relationele afhankelijkheid.
We kunnen maar zijn wie we zijn bij de
gratie van anderen. Door het verlies van
mogelijkheden en het geheugenverlies
raken mensen met dementie onzeker
over zichzelf en wie ze zijn. Het wordt
moeilijk, bijvoorbeeld, de rollen waar men
zijn identiteit aan ontleent vast te houden.
Goede dementiezorg probeert daar in de
mate van het mogelijke aan tegemoet
te komen. Ze doet dit in eerste instan-
tie door te werken aan kwaliteitsvolle
relaties, tussen bewoners, maar ook met
bezoekers en medewerkers. Begeleiding
naar en bij zinvolle tijdsbesteding, het
ophalen van en verwijlen bij herinneringen
(reminiscentie) en aandacht voor comfort
bij de zorgverlening zijn dan concrete
invalshoeken waarlangs de relatie vorm
krijgt. Dit alles zal zijn weerslag vinden in
de materiële omgeving, maar omgekeerd
zal een doordachte vormgeving van deze
omgeving deze zorg ook mogelijk maken
en ondersteunen.
Bijgevolg nodigt een dementievrien-
delijke omgeving uit tot ontmoeting,
verkenning en activiteit. Een belangrijk
aandachtspunt daarbij is het evenwicht
tussen mogelijkheden tot contact en mo-
gelijkheden tot privacy. In een omgeving
die onvoldoende privacy biedt, blijken
mensen elkaar eerder te mijden. De ge-
meenschappelijke ruimte biedt daarom
voldoende mogelijkheden om zich wat uit
de groep terug te trekken, bijvoorbeeld in
een wat afgelegen gelegen zithoek (maar
van waaruit op een of andere manier wel
nog visueel contact met de leefruimte
mogelijk is). Ook de vrije beweging tussen
de persoonlijke kamer en de gemeen-
schappelijke leefruimte is een belangrijk
aandachtspunt. In combinatie met het
belang van directe zichtlijnen, zien we in
dementievriendelijke leefomgevingen dan
ook steeds vaker dat (een deel van) de
kamers direct vanuit de gemeenschap-
pelijke leefruimtes kan worden bereikt of
minstens vanuit de leefruimtes zichtbaar
zijn.
Binnen deze sociaal veilige omgeving
kunnen goed gekozen omgevingsele-
menten aanzetten tot activiteit. Het gaat
om heel gewone voorwerpen, zoals
een schotelvod, een veegborstel of een
krantenmand, en om duidelijk geprofi-
leerde hoeken, zoals een schrijftafel of
een was- en strijkhoek. Essentieel is dat
ze op een normale en dus herkenbare
manier geïntegreerd zijn in de leefomge-
ving.
Wat aanzet tot activiteit, is vaak ook
katalysator van contacten. Denk aan wat
er gebeurt bij het bezoek van een dier
in huis of de interesse die kan ontstaan
wanneer iemand geboeid blijkt door een
foto in een tijdschrift. Overigens bleek uit
recent onderzoek ook hoe belangrijk de
ruimte rondom ramen is (Chalfont, 2008).
Blijkbaar is de steeds veranderende
buitenwereld een trigger om mensen
met elkaar in contact te brengen. Het
betekent dat er naast de salon, die vaak
naar binnen georiënteerd is, bij voorkeur
ook wordt voorzien in enkele zitjes tegen-
over elkaar bij het raam.
Een dementievriendelijke omgeving biedt
mensen met dementie de ankerplaats
die men zo nodig heeft. En nee, het gaat
dan niet om de bushalte waar mensen
vruchteloos op de bus zitten te wachten
of de bewegende landschappen in een
denkbeeldige treinwagon. Het gaat om
een omgeving die klopt, aanvoelt als
een woning en de ervaring schept er te
horen. Het huiselijke karakter is dan de
absolute basisvoorwaarde waarzonder
bovenstaande maatregelen veel van hun
betekenis verliezen.
Kleinschalig en genormaliseerd?
Een kleine maar groeiende groep woon-
zorgcentra in Vlaanderen koos uitdrukke-
lijk voor het kleinschalig genormaliseerd
wonen zoals door Lucas geëxpliciteerd
(Spruytte e.a., 2009). In het bovenstaande
zijn de begrippen kleinschaligheid en nor-
malisatie echter, mogelijk verrassend, niet
gevallen. Het kleinschalig genormaliseerd
wonen moet ook niet gezien worden als
de enig wenselijke woonvorm. Toch zal
het bovenstaande duidelijk gemaakt
hebben dat kleinschaligheid en norma-
lisatie wel in belangrijke mate bijdragen
aan de dementievriendelijkheid van de
omgeving. Maar wat de kleinschalig
genormaliseerde projecten ons bovenal
geleerd hebben, is de kracht van een
sterke visie. Vormt die het vertrekpunt
van zowel werking als gebouw, dan
ondersteunen en versterken ze elkaar.
Hetzelfde geldt voor bovenstaande
maatregelen. De zorgvisie vormt nood-
zakelijkerwijze het uitgangspunt voor de
concretisatie van dementievriendelijke
ontwerpprincipes. Om maar één voor-
beeld te noemen: het is een constante in
het onderzoek dat bewoners een ruimte
beduidend meer zelfstandig gebruiken
wanneer hulpverleners hier katalyserend
in optreden, bijvoorbeeld door samen
met bewoners de te tuin verkennen of in
de keuken iets te bereiden. Voorwaarde
is dat hulpverleners daartoe de mogelijk-
heden krijgen.
De kerntaak van architecten en andere
vormgevers is omgevingen te scheppen
op maat van de mens, voorbij de artis-
tieke ambities en met aandacht voor de
wisselwerking tussen de sociale en ma-
teriële dimensie. Maar die maat is anders
voor mensen met dementie. Om die in
te schatten is het nodig dementie goed
te begrijpen. Hierin ligt een belangrijke
opdracht voor de bouwheer in zijn relatie
met de vormgever. Het is aan de vormge-
ver het perspectief van de gebruikers te
willen innemen.
“Binnen een sociaal veilige omgeving
kunnen goed gekozen omgevingselementen
aanzetten tot activiteit.”
Verschijnt eind mei: Stroobants, Erik & Verhaest, Patrick (2012). Architectonica. Een thuis voor mensen met dementie. Antwerpen: Epo.
Op 24 mei vindt in het congrescentrum Lamot te Mechelen een internationaal congres plaats naar aanleiding van het verschijnen van het boek. Meer informatie hierover op http://infocentrum.dementie.be.
Dementievriendelijkheid en toegankelijkheid
Enter, Vlaams Expertisecentrum Toegankelijkheid werkte de ‘Inspiratiebundel toegankelijkheid van woonzorgcentra’ uit.
Deze inspiratiebundel focust voornamelijk op aanbevelingen die tijdens het ontwerp en de bouw van een woonzorgcentrum (architectuur) van belang zijn om een toegankelijke woonomgeving voor zowel bezoeker, (zorg)personeel als bewoner te realiseren. In samenwerking met het Expertisecentrum Dementie Vlaanderen werd de initiële inspiratiebundel aangevuld met dementievriendelijke ontwerpprincipes.
De inspiratiebundel is terug te vinden op www.entervzw.be.
Puyveldestraat 8 – 9170 Sint-Pauwels - BelgiumTel: +32 (0) 473 59 11 71Fax: +32 (0) 9 346 78 21
[email protected] Marynissen
Zaakvoerder
www.medical-mattress-care.com
Meer informatie:bel 0473 59 11 71
Toonzaal MMC: Scherpeputstraat 16 - 9160 Lokeren (alleen op afspraak)Vernieuwde website: www.medical-mattress-care.com
Dit kennismakingspakket wordt u aangeboden aan € 250 excl. BTW bij een minimum afname van 10
pakketten*.
Dekbed MMC DB 21 • 200 x 140 cmDit dekbed is uniek omdat het langs 4 zijden gelast en desinfecteerbaar is. Het kan in zijn geheel op 60°C gewassen worden.
Matras MMC V10 • 200 x 90 x 15 cmDit is een visco-matras, bestaande uit 10 cm brandvrije kern 40kg/m3 + 5 cm brandvrij drukverlagend schuim 50kg/m3. De matras is uitgevoerd met een MMC 210 PU hoes die MRSA resistent is.
Kussen MMC PUP 23 • 60 x 60 cmEen polyester gevuld hoofdkussen met afneembare hoes voor een uiterst comfortabele slaap.
MMC hoeslakenDit laken blijft perfect om de matras zitten – zelfs in opwaartse positie – omdat de rek in de lengte van de stof zit. Het kan zonder kwaliteitsverlies 350 keer gewassen worden.
MMC biedt u een compleet kennismakingspakket aan:
*Alle artikelen van dit pakket zijn ook afzonderlijk te verkrijgen