e l l er i x c n g • • e 6 topdutch solar ... - hanze

7
Het was de eerste keer dat het TopDutch Solar Racing team meedeed aan de Bridgestone World Solar Challenge en meteen eindigden ze op de vierde plaats, als het beste Nederlandse team. ‘Dat een team dat voor de eerste keer meedoet een race uitrijdt is al bijzonder, maar dat het zo’n prestatie neerzet is uitzonderlijk,’ zegt docent-coach Erik Westerhoff, die de studenten begeleidde tijdens het project in Australië. Het was in meerdere opzichten een extreme race: extreme hitte, vier auto’s die met wervelwinden van de weg werden geblazen - waaronder koploper Twente, een auto die in brand vloog. Maar TopDutch Solar haalde de finish met Green Lightning, en uiteindelijk leidde het Down Under zelfs tot de onderscheiding ‘Excellence in Enginee- ring’, een prachtige opsteker voor het team. We spraken een van de initiatief- nemers, Jeroen Brattinga, vlak na zijn terugkeer uit Australië. Hoe pak je zoiets aan? Hoe pak je het aan, als je als hbo- instelling mee wilt doen aan de meest prestigieuze solar race ter wereld? Een race waar gewoonlijk alleen technische universiteiten aan meedoen. Dat was de vraag die vijf studenten van Engineering en initiatiefnemers van het TopDutch Solar team, Jeroen Brattinga, Frank Pot, Vincent Taselaar, Ray Blokker en Eldert Zeinstra, zichzelf stelden. Ze maakten al elektrische motoren voor Hanze Racing Division, maar ze zochten een grotere uitdaging. ‘We zijn naar onze docenten gestapt, en een week later zaten we bij dean Peta de Vries aan tafel,’ vertelt Jeroen. ‘Zij regelde tickets voor de Hannover Messe en daar hebben we veel contacten gelegd met ondernemers. Zo is het balletje gaan rollen. In september 2017 hebben we een stichting opgezet en Henk Pijlman regelde een startbudget waarmee we naar Australië konden, op een verkenningsmissie. Vóór die tijd hadden we al veel onderzoek gedaan via internet naar techniek, transport, en hoe andere teams dit aanpakken op het hoogste niveau. Dat zou onze bench- mark worden.’ Iedereen die ze spraken was enthousiast over het idee en zo kwamen ze ook bij burgemeester Peter den Oudsten terecht. Samen met hem organiseerden de jongens drie keer een ontbijt waar bedrijven voor werden uitge- nodigd. Ze presenteerden daar hun idee en via dit netwerk kwamen veel waarde- volle contacten tot stand. Verschillende bedrijven konden ondersteuning bieden met expertise die het team zelf niet had. Onder de instanties en bedrijven die besloten de race te sponsoren waren de provincie Groningen, Regio Groningen- Assen, Rijksuniversiteit Groningen, Noorderpoort, ROC Friese Poort, Philips, BAM, Solarfields en Fokker. Samen legden de sponsors een bedrag van Werkveldkrant Instituut voor Engineering 4 Op bezoek bij bouwbedrijf Van Wijnen 6 Topprestatie voor TopDutch Solar Racing 10 Lector Jan-jaap Aué over waterstof, de aardolie van de toekomst 1,8 miljoen op tafel, al bestond een deel ervan uit materialen en diensten en kwam het geld niet in één keer binnen. Jeroen: ‘We hadden wel geld om de auto te bouwen, maar financiering voor het transport kwam bijvoorbeeld pas heel laat rond. En als je de auto niet in Australië kunt krijgen, gaat het hele feest niet door. Dat was best nog spannend.’ De mooiste solarauto ooit Het TopDutch team deed er anderhalf jaar over om de auto te bouwen. Relatief lang, want voor teams uit Delft en Twente kost het ongeveer een jaar. Maar het team had natuurlijk geen voorbeeld, ze moesten alles zelf bedenken, maken en uittesten. Eén studententeam bouwde de motor, andere teams de carbon buitenkant, elektra, zonnecellen en ophanging. En zo wilden ze het ook, want daar leer je het meeste van. Jeroen: ‘Je kunt natuurlijk wel onderdelen kopen, dat zou gemakkelijker zijn geweest. Maar daarom doe je zo’n project niet. We wilden juist uitgedaagd worden.’ Zo’n uitdaging was ook de keuze voor het monohull-model in plaats van het catamaranmodel. Dit nieuwe type auto had goed gepresteerd tijdens de vorige editie van de race en het was iets anders dan de technische universiteiten van Delft en Twente deden. Lees verder op pagina’s 6 en 7 TOPPRESTATIE VOOR TOPDUTCH E X C E L L E N C E I N E N G I N E E R I N G E X C E L L E N C E I N E N G I N E E R I N G E XC E L L E N C E I N E N G I N E E R I N G

Upload: others

Post on 17-Jan-2022

1 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Het was de eerste keer dat het TopDutch Solar Racing team meedeed

aan de Bridgestone World Solar Challenge en meteen eindigden ze

op de vierde plaats, als het beste Nederlandse team. ‘Dat een team

dat voor de eerste keer meedoet een race uitrijdt is al bijzonder, maar

dat het zo’n prestatie neerzet is uitzonderlijk,’ zegt docent-coach Erik

Westerhoff, die de studenten begeleidde tijdens het project in Australië.

Het was in meerdere opzichten een

extreme race: extreme hitte, vier auto’s

die met wervelwinden van de weg

werden geblazen - waaronder koploper

Twente, een auto die in brand vloog.

Maar TopDutch Solar haalde de finish

met Green Lightning, en uiteindelijk

leidde het Down Under zelfs tot de

onderscheiding ‘Excellence in Enginee-

ring’, een prachtige opsteker voor het

team. We spraken een van de initiatief-

nemers, Jeroen Brattinga, vlak na zijn

terugkeer uit Australië.

Hoe pak je zoiets aan?Hoe pak je het aan, als je als hbo-

instelling mee wilt doen aan de meest

prestigieuze solar race ter wereld? Een

race waar gewoonlijk alleen technische

universiteiten aan meedoen. Dat was de

vraag die vijf studenten van Engineering

en initiatiefnemers van het TopDutch

Solar team, Jeroen Brattinga, Frank Pot,

Vincent Taselaar, Ray Blokker en Eldert

Zeinstra, zichzelf stelden. Ze maakten al

elektrische motoren voor Hanze Racing

Division, maar ze zochten een grotere

uitdaging. ‘We zijn naar onze docenten

gestapt, en een week later zaten we bij

dean Peta de Vries aan tafel,’ vertelt

Jeroen. ‘Zij regelde tickets voor de

Hannover Messe en daar hebben we veel

contacten gelegd met ondernemers. Zo

is het balletje gaan rollen. In september

2017 hebben we een stichting opgezet

en Henk Pijlman regelde een startbudget

waarmee we naar Australië konden, op

een verkenningsmissie. Vóór die tijd

hadden we al veel onderzoek gedaan

via internet naar techniek, transport, en

hoe andere teams dit aanpakken op het

hoogste niveau. Dat zou onze bench-

mark worden.’ Iedereen die ze spraken

was enthousiast over het idee en zo

kwamen ze ook bij burgemeester Peter

den Oudsten terecht. Samen met hem

organiseerden de jongens drie keer een

ontbijt waar bedrijven voor werden uitge-

nodigd. Ze presenteerden daar hun idee

en via dit netwerk kwamen veel waarde-

volle contacten tot stand. Verschillende

bedrijven konden ondersteuning bieden

met expertise die het team zelf niet had.

Onder de instanties en bedrijven die

besloten de race te sponsoren waren de

provincie Groningen, Regio Groningen-

Assen, Rijksuniversiteit Groningen,

Noorderpoort, ROC Friese Poort, Philips,

BAM, Solarfields en Fokker. Samen

legden de sponsors een bedrag van

Werkveldkrant Instituut voor Engineering

4 Op bezoek bij bouwbedrijf Van Wijnen

6 Topprestatie voor TopDutch Solar Racing

10 Lector Jan-jaap Aué over waterstof, de aardolie van de toekomst

1,8 miljoen op tafel, al bestond een deel

ervan uit materialen en diensten en

kwam het geld niet in één keer binnen.

Jeroen: ‘We hadden wel geld om de

auto te bouwen, maar financiering voor

het transport kwam bijvoorbeeld pas

heel laat rond. En als je de auto niet in

Australië kunt krijgen, gaat het hele feest

niet door. Dat was best nog spannend.’

De mooiste solarauto ooitHet TopDutch team deed er anderhalf jaar

over om de auto te bouwen. Relatief lang,

want voor teams uit Delft en Twente kost

het ongeveer een jaar. Maar het team had

natuurlijk geen voorbeeld, ze moesten

alles zelf bedenken, maken en uittesten.

Eén studententeam bouwde de motor,

andere teams de carbon buitenkant,

elektra, zonnecellen en ophanging. En zo

wilden ze het ook, want daar leer je het

meeste van. Jeroen: ‘Je kunt natuurlijk wel

onderdelen kopen, dat zou gemakkelijker

zijn geweest. Maar daarom doe je zo’n

project niet. We wilden juist uitgedaagd

worden.’ Zo’n uitdaging was ook de keuze

voor het monohull-model in plaats van het

catamaranmodel. Dit nieuwe type auto

had goed gepresteerd tijdens de vorige

editie van de race en het was iets anders

dan de technische universiteiten van Delft

en Twente deden.

Lees verder op pagina’s 6 en 7

TOPPRESTATIE VOOR TOPDUTCH

EXC

ELLE

NC

E IN

ENGINEERING • EXCELLENCE IN E

NG

INE

ER

ING

• E

XC

ELLENCE IN ENGINEERING •

Schier AcademyIn september bezochten Master-

studenten van de Hanzehogeschool

Groningen Schiermonnikoog om

samen met de bewoners na te

denken over hoe het eiland duur-

zamer kan worden. Als voorbeeld

hadden ze het Deense eiland Samsø,

waar ze in tien jaar tijd van fossiele

brandstof zijn overgestapt op zelf-

opgewekte, hernieuwbare energie.

Schier heeft 947 inwoners en per

jaar komen er 300.00 toeristen. Die

laten allemaal hun eigen ecologische

voetafdruk achter en het betekent

ook een enorme fluctuatie in het

energiegebruik. Het relatief kleine

oppervlak van het eiland en het

beperkte aantal inwoners maken

Schier een interessant onderzoek-

sterrein, maar toch was het voor de

studenten best een uitdaging om

met plannen voor een Co2-vrij Schier

te komen. Maar het enthousiasme

was groot en de studenten kunnen

terugkijken op een geslaagde eerste

editie van Schier Academy. De kans

dat dit project een vervolg krijgt is

groot. De Hanzehogeschool en de

Gemeente Groningen staan er in

ieder geval zeer positief tegenover.

Hanze Masterstudenten presenteren ideeën voor een duurzaam Schiermonnikoog

Vliegeren voor een groene toekomstGroene energie omzetten naar waterstof,

energie opwekken met getijden of een vlieger

boven het eiland die windstroom opwekt.

Het zijn drie van de ideeën die studenten van

de Hanze Energy Masters bedachten tijdens

Schier Academy. Het doel: een CO2-vrij

Schiermonnikoog. Hoge ogen wat betreft

innovatie en haalbaarheid gooide team 12 dat

bestond uit Joline, Stéphane, Miquel, Toon

en Egor met hun idee voor het opwekken van

windenergie met een vlieger.

Een van de struikelblokken voor vernieu-

wing is de visuele impact die techniek

kan hebben op het landschap. Een

zonnepark en windturbines wekken dan

ook regelmatig weerstand op. Met name

op een eiland als Schier, waar mensen

wonen en naar toe komen vanwege de

rust en de natuur, is het landschap een

belangrijke wegingsfactor. De studenten

begonnen hun onderzoek dan ook met

gesprekken met de inwoners van het

eiland. Ze ontdekten dat de eilanders

positief zijn over de ideeën voor een

duurzaam Schier, omdat je beter met het

probleem van klimaatverandering aan de

slag kunt dan met de consequenties, zo

werd geredeneerd.

Geen visuele vervuilingHet concept van de vlieger die energie

opwekt, werd dan ook enthousiast

ontvangen, mede omdat de visuele

impact ervan klein is. Het idee was niet

voor iedereen op het eiland nieuw. Het

werd eerder geïntroduceerd, maar een

paar jaar geleden werd het afgewezen,

omdat de techniek nog in de kinder-

schoenen stond en Schier niet open

stond voor een experiment. Intussen

is de bewustwording en het gevoel

van urgentie groter, vanwege een sterk

groeiend milieubewustzijn, en ook de

ramp met het schip MSC Zoë eerder dit

jaar, waarbij de zee en het strand van

Schiermonnikoog vervuild raakten met

plastic. En de techniek is inmiddels een

stuk verder ontwikkeld.

Tot de verbeelding sprekende vernieuwingWindenergie opwekken met een vlieger

maakt gebruik van een relatief nieuwe

techniek. Enorme vliegers genereren

grote hoeveelheden windenergie. Het

systeem werkt volledig automatisch

en heeft een hogere capaciteitsfactor

dan zonnepanelen en windturbines. De

vliegers gaan verder de lucht in dan

een windturbine hoog is, en hoe hoger,

hoe krachtiger de wind. Optisch gezien

worden ze steeds kleiner, zodat het geen

‘visuele vervuiling’ op het eiland geeft.

Op de grond staat een installatie die

slechts 15 vierkante kilometer beslaat en

die de elektriciteit genereert. In de lucht

maakt de vlieger de vorm van een acht,

omdat de kabel die vastzit aan de lier

voortdurend wordt losgelaten en weer

ingehaald.

De techniek is inmiddels zo ver dat dit

project op korte termijn gelanceerd zou

kunnen worden. Het team meent dat

het een techniek is die tot de verbeel-

ding spreekt, ook bij toeristen, omdat

iedereen ook zelf wel eens heeft gevlie-

gerd. Het uiterlijk van de vliegers kan

bovendien een mooi symbool worden

voor duurzame energie op het eiland.

De generator voor de vliegers op Schiermonnikoog

Illus

tratie

uit

de p

rese

ntat

ie K

itepo

wer

De Masterstudenten beoordeelden elkaar tijdens hun presentatie

Opleidingen

• Associate degree Projectleider Techniek ( , Nederlandstalig)

• Associate degree Systeemspecialist Automotive ( , Nederlandstalig)

• Bachelor Industrieel Product Ontwerpen ( Nederlandstalig)

• Bachelor Technische Bedrijfskunde ( Nederlandstalig)

• Bachelor Elektrotechniek ( Nederlandstalig uitstroomprofiel

Elektronica en Mechatronica, Engelstalig uitstroomprofiel Sensor

Technology,  Nederlandstalig)

• Bachelor Werktuigbouwkunde ( Nederlandstalig) en een 3-jarige

vwo route ( Engelstalig )

• Master Smart Systems Engineering (SSE)*

• European Master in Sustainable Energy System Management (SESyM)

• European Master in Renewable Energy (EMRE)

• Master Energy for Society

Verbredende / HG-minoren

• Minor Consumentengedrag 3.0

• Minor International Industrial

Entrepreneurship (Engelstalig)

• Minor Energy & Society

(Engelstalig)

• Minor Slim produceren

• Minor Technology to Create

(Engelstalig)

Onze opleidingen Verdiepende minoren

• Minor Internet of Things

(Engelstalig)

• Minor Biomedical Engineering

(Engelstalig)

• Minor De Constructeur

• Minor Energy Efficiency in the

Process Industry (Engelstalig)

• Minor Windenergie

• Minor Industrial Automation

(Engelstalig)

• Minor Bionica (Engelstalig)

• Minor Flexible Energy

Technology (Engelstalig)

Energiecertificaten

te behalen door het volgen

van energieroutes.

Honourstrajecten

(via toelating)

Talentprogram

(30 EC bovencurriculair) Deeltijdopleiding Voltijdopleiding *o.v.v. accreditatie

Niet ieder dak is bruikbaar voor zonnepanelen, maar de

meeste mensen hebben wel een gevel die daar geschikt

voor zou zijn. Op een zuidelijk schuin dak, geplaatst

onder een hoek van ongeveer 35 graden, levert een

zonnepaneel het meeste op. Bij een op het zuiden

gericht verticaal geplaatst paneel is dat zo’n 30 procent

minder. Onderzoekers van de Hanze hogeschool

Groningen deden een proef die acht maanden duurde,

en waarbij de energieopbrengst werd gemeten van

verticale en schuin geplaatste panelen. Deze werden

geplaatst zowel op het zuiden als meer oostelijk

en westelijk, en iedere vijf minuten werd gemeten

hoeveel de panelen opbrengen. In de wintermaanden

bleek het verschil in opbrengst het kleinst te zijn. In

november leverde het verticale paneel op het zuiden

zelfs 10 procent meer stroom dan het paneel onder de

optimale hoek. In de zomermaanden is de opbrengst

van de schuingeplaatste panelen het grootst en is ook

het verschil ten opzichte van de verticale panelen het

grootst. Door het jaar genomen laat het verticale paneel

minder schommelingen zien. De panelen op het oosten

en westen lieten over het geheel een minder groot

verschil zien dan de zuidelijk gerichte panelen.

Minder grote belasting netwerkDe conclusie van het onderzoek is dat verticaal

geplaatste zonnepanelen op het zuiden ’s winters bijna

net zoveel energie leveren als zonnepanelen onder een

hoek van 35 graden. ’s Zomers leveren ze een stuk

minder. Dit brengt de jaaropbrengst op zo’n 65-70%

ten opzichte van schuin opgestelde panelen. De jaarop-

brengst van zuidelijk gerichte verticale panelen is gelijk-

matiger over de maanden van het jaar verdeeld dan bij

panelen onder de optimale hoek. De verticaal geplaatste

panelen passen daardoor goed bij de elektriciteitsvraag

in Nederland en zullen het elektriciteitsnetwerk minder

belasten.

Omdat de maatschappelijke impact van het onderzoek

groot kan zijn, zou het team graag zien dat verticale

panelen in de SDE (Stimulering Duurzame Energie)-

subsidie (voor bedrijven) zouden worden verwerkt, zodat

er hogere subsidies beschikbaar kunnen komen voor

verticale zonnepanelen.

Meer weten? De PDF met onderzoeksresultaten vindt u

hier: https://edu.nl/ndcd6

Zonnepaneel op je gevel

Onderzoekers Hanzehogeschool meten opbrengst verticale zonnepanelen

2 3

‘Altijd behoefte aan studenten die op zoek gaan naar procesverbeteringen’

‘Wij zijn de laatste generatie die serieus iets aan het klimaat kan doen’

Je verwacht het niet, als je op bezoek gaat bij het regiohoofdkantoor

van een bouwbedrijf. Dat daar een serie fabrieken te vinden is waar

complete badkamers, vloeren, toiletten en kozijnen geassembleerd

worden. Bij Van Wijnen in Gorredijk gebeurt dat. Een hele omslag in

denken en doen is het, die mede dankzij een samenwerking met het

Instituut voor Engineering tot stand kwam.

Volledig betegeld, spiegel aan de muur,

leidingwerk op de goede plek, design

radiatortje aan de wand boven het

bad, kranen boven de wastafel, stop-

contacten, kitwerk, alles. Wie door

zijn wimpers kijkt, waant zich hier in

een badkamer van een grote Zweedse

meubelgigant. Die hebben ze in Gorredijk

niet, bouwgigant Van Wijnen wel.

De vergelijking is niet zo vreemd, vindt

Alex Diender. Hij is Manager continu

verbeteren bij Van Wijnen en in die rol

verantwoordelijk voor het meenemen van

alle medewerkers in het veranderings-

proces dat het bouwbedrijf doorgaat.

‘Die kant gaat het op in de bouwwereld.

Mensen kiezen welk type badkamer

ze willen, welke keuken, welke vloer.

Wij maken dat allemaal prefab in onze

fabrieken en assembleren het op de

bouwplaats. Dat is een majeure verschui-

ving. Ik zeg met opzet ‘assembleren’. Dat

is wezenlijk anders dan alle materialen

naar de bouwplaats brengen en er dan

wat van maken.’

Afvalloos in 2025, dat is het strevenDe voordelen zijn evident. De bouw gaat

sneller, het aantal transportbewegingen

is minder. Een gebouw komt simpelweg

efficiënter tot stand, met reductie van

kosten en milieudruk als gevolg. Precies

waar Van Wijnen de afgelopen jaren

actief naar op zoek is geweest. Diender:

‘Een jaar of acht geleden – middenin de

financiële crisis- trad een nieuwe directie

aan die onze processen goed onder

de loep heeft genomen. De conclusie:

als we zo doorgaan, dan zijn we binnen

zeven jaar failliet. Dat was een schok

en de aanleiding om heel goed te gaan

kijken wat er beter kon en anders moest.’

Te hoge kosten door gemaakte fouten,

te veel afval , te weinig duurzaam. ‘Daar

kwam nog bij dat in de crisistijd heel

veel vakmensen gestopt waren. Het

aantal metselaars bijvoorbeeld daalde

met bijna 75 procent in die jaren. Dan is

de rekensom simpel: je kunt niet blijven

bouwen zoals je gewend bent.’ Daar-

naast concludeerde Van Wijnen dat

de bouwsector een grote druk legt op

het milieu en klimaat. ‘Dat probleem is

urgent. Wij zijn de laatste generatie die

er nog serieus iets aan kan doen. Dat

hebben we meteen in doelstellingen

vervat. Zoals dat we in 2025 helemaal

geen afval meer hebben. Verpakkingen

weg, hergebruik waar het kan. De huidige

stikstofcrisis bevestigt maar weer eens

dat we die kant op moeten.’

Huis inrichten met 3D-bril opDe directeuren besloten in alle sectoren

hun licht op te steken. In de automotive,

de logistiek, noem maar op. Ze kwamen

terug met het mogelijke antwoord op de

opdoemende problemen: standaardisatie

en een lerende organisatie. Die standaar-

disatie kreeg vorm in de fabrieken voor

onderdelen van het bouwproces en in het

concept Fijn Wonen, waarin particulieren

hun hele huis opbouwen. ‘Het mooist

is als klanten in onze showroom een

3D-bril op krijgen en rondkijken in hun

te bouwen woning. Zo bepalen ze waar

de keuken komt, welke badkamertegels

het best passen enzovoort. Zodra de

hand tekening is gezet, drukken we op

‘send’ en komt de opdracht aan in onze

fabrieken.’

Het tweede speerpunt, een lerende

organisatie, is het pakkie-an van Alex

Diender. ‘Dat is een hele omslag voor een

bouwbedrijf. Alle bouwers werken heel

traditioneel, het gaat niet heel anders dan

lang geleden. Om radicaal te veranderen,

moet je de mensen meekrijgen. Die zijn

gewend op de bouwplaats aan de slag

te gaan, maar moeten nu anders werken.

Zoals gezegd: ze bouwen daar niet meer,

maar assembleren. Ze zetten de voorge-

fabriceerde delen aan elkaar. Of ze staan

in één van de fabrieken badkamers te

maken of meterkasten op te bouwen.’

SneeuwbaleffectDat betekent enerzijds dat het een

uitdaging is om de vaklui blij te houden

en anderzijds dat het essentieel is dat

iedereen snapt waar Van Wijnen heen wil

en wat ieder individu daarin zelf kan bete-

kenen. En daar komt Dienders expertise

bij kijken. ‘We wisten dat we structureel

onze mensen moesten gaan opleiden.

De beste manier om dat te doen is door

het per vestiging groepsgewijs aan te

pakken. Daar begonnen we met de

kartrekkers, die de ideeën vervolgens op

de werkvloer konden verspreiden.’

Lean heet die bekende methode, gericht

op het creëren van de maximale waarde

voor de klant met zo weinig mogelijk

verspilling. ‘Het gaat om veranderen om

te verbeteren volgens vaste structuren.

Hoe doe je dat en hoe krijg je mensen

mee? Het systeem van Lean Six Sigma

dat we daarvoor gebruiken, kent een

gradatie in belts, een beetje als de

banden bij judo of karate. Wat wij wilden

is niet alleen les geven, maar ook zorgen

voor een waardevolle accreditatie. Zodat

onze mensen een diploma hebben waar

ze de rest van hun carrière wat aan

hebben.’

Geaccrediteerde, interne opleiding met HanzeZie daar de rol van het Instituut voor

Engineering in dit verhaal. De rol van

docent Arnold van den Berg om precies

te zijn, Lean-expert ook. Hij vormde

samen met Diender het project tot een

echte interne opleiding, waarbij werkne-

mers een half jaar lang elke twee weken

bijeenkomen. Als de belt is uitgedeeld,

begint de volgende groep, en zo ontstaat

een sneeuwbaleffect door de hele orga-

nisatie.

Dat Van Wijnen uitkwam bij de Hanze-

hogeschool is overigens geen toeval. De

banden tussen het bouwbedrijf en de

hogeschool zijn al tijden sterk. Diender:

‘Logisch ook. Wij hebben altijd behoefte

aan studenten die voor ons nieuwe

dingen uitzoeken, of die op zoek gaan

naar procesverbeteringen. Andersom

doen zij waardevolle ervaringen op. Dat

levert de mooiste dingen op. Studenten

die door anders naar een machine

te kijken onze ervaren werknemers

meekrijgen in het veranderen van hun

manier van werken. Ik geniet daarvan.’

Van Wijnen en Instituut voor Engineering werken samen aan de toekomst van het bouwbedrijf

OP

BEZOEK BIJ

VAN WIJNEN

Ook interesse in een op maat

gemaakt studietraject voor uw

medewerkers? Neem dan

contact op met Fiona Schrage

[email protected] of

Arnold van den Berg

[email protected]

4 5

Vervolg van pagina 1

Vierwielsturing en een lichte motor Het TopDutch team kwam ook met

nieuwe technieken als de vierwielstu-

ring, waarbij alle vier wielen van de auto

worden bestuurd. Jeroen: ‘Dat geeft je

een grotere controle. Je kunt de achter-

wielen iets anders bewegen dan de

voorwielen waardoor de auto als een

soort krab over de weg kan bewegen.

Het zorgt ook voor een grotere stabili-

teit.’ Later tijdens de wedstrijd bleek dit

een gouden greep, toen andere teams

met wervelwinden van de weg werden

geblazen en Green Lightning stabiel

meters bleef maken, al had de expertise

van coureur Kevin Luinge daar ook mee

te maken volgens Jeroen. En dan was er

nog het voordeel van de elektromotor die

werktuigbouwkundestudent Ray Blokker

ontwikkelde, en die veel efficiënter en

lichter was dan bestaande motoren.

Team TopDutch wilde de mooiste auto

ooit bouwen. En die moest natuurlijk ook

de snelste zijn. Overal waar ze kwamen

kreeg het team complimenten over hoe

mooi de auto was, hoe goed hij in elkaar

zat en hoe perfect de afwerking was. En

daar haalden ze soms zelfs de voorpa-

gina van grote kranten als The Guardian

mee. Docent-coach Erik Westerhoff: ‘Ik

denk dat ons team heeft laten zien dat ze

de beste auto hebben gebouwd.’

Wordt het ooit één auto?Een van de grootste uitdagingen bij het

bouwen van Green Lightning was hoe je

verschillende elementen samenbrengt.

Want de studententeams hadden inmid-

dels hun eigen stukje ontwikkeld, maar

kon al deze kennis worden samenge-

voegd in één auto? En zou dit leiden

tot een goed ontwerp? Dat was lang

spannend. Het testmodel, de ‘zeepkist’

werd getest op het TT-circuit in Assen,

met goede resultaten. De auto zelf werd

afgebouwd in de fabriek van Fokker. Daar

werden mallen gegoten van maar liefst

zes meter lang en die moesten daarna in

de oven. Het team mocht niet alleen de

werkplaats gebruiken, maar de tech-

neuten van Fokker stonden hen ook bij

met hun eigen expertise. En toen kwam

het moment dat de definitieve auto uit de

Fokkerfabriek kwam rollen. Jeroen: ‘Dat

was eigenlijk best heel gek. Je hebt er

zolang aan gewerkt achter de computer,

en ineens heb je daar iets staan wat

op een auto lijkt. Maar dat was wel het

moment dat het enthousiasme weer hele-

maal loskwam bij het team.’ De eerste

testdag was op het TT-circuit van Assen

en daar begon het team echt vertrouwen

in de auto te krijgen. Omdat de Provincie

Groningen een stuk openbare weg bij

Appingedam beschikbaar stelde, konden

de coureurs voor het eerst kennismaken

met Green Lightning in een reële situatie.

Record op circuit Darwin De eerste test waarbij volledig gebruik

kon worden gemaakt van de zonnecellen

was in Darwin, waar Green Lightning op

het plaatselijke circuit een topsnelheid

haalde van 142,3 km/pu. Deze kwali-

ficatie bracht hen op pole position bij

de start van de race. Jeroen: ‘Voor we

Darwin uitwaren, waren we die al kwijt,

omdat we alle stoplichten tegen hadden

en de andere teams niet. We werden

links en rechts ingehaald. Met dat soort

obstakels moet je rekening houden, want

de race wordt gewoon op de openbare

weg gereden. En dat hoort er allemaal

bij.’

Op de evenwichtsbalkStukje bij beetje was Green Lightning

klaar voor het grote avontuur, maar hoe

zat het met het team? Zouden de 26

studenten van de Hanzehogeschool

Groningen, Rijksuniversiteit Groningen,

Noorderpoort en ROC Friese Poort het

aankunnen, de extreme omstandigheden

in Australië? De extreme hitte? Weken-

lang op elkaars lip zitten, zonder enige

privacy? Hoe ga je om met teleurstel-

lingen, vermoeidheid, angsten? Ken je

jezelf goed genoeg om te weten hoe je

in die omstandigheden reageert? Als

voorbereiding kregen de studenten een

legertraining in de kazerne in Assen,

waarbij ze zware opdrachten moesten

doen. Hoogtevrees of niet, iedereen

moest op een hoge stellage klimmen,

over een smalle stalen balk lopen op

meters hoogte en daarna abseilen. Of je

moest samen een ladder opklimmen met

één persoon geblinddoekt. Jeroen: ‘Je

eigen angsten overwinnen, en presteren

onder tijdsdruk, dat was de opdracht.

Je kunt wel geïrriteerd raken als iemand

heel lang over een opdracht doet, maar

je kunt elkaar ook helpen. Hoe kom je

samen het snelst van A naar B, daar gaat

het om. Dat bracht deze dag heel erg

aan het licht. We hebben dit in het laatste

half jaar gedaan, maar voor een nieuw

team zou het goed zijn het aan het begin

te doen, omdat je elkaar heel goed leert

kennen.’

Het erebaantje van de coureurVoor de vier coureurs van het team

was er daarnaast ook nog een apart

programma. Op het racetraject van ruim

3000 kilometer van Darwin naar Adelaide

was het voor hen vooral belangrijk om

zich te concentreren. Het landschap is

soms honderden kilometers hetzelfde,

je zit urenlang in een kleine cockpit

met een hitte van soms wel 40 graden,

zonder airconditioning. Elke kilo in de

auto is een kwartier racetijd, en aircon-

ditioning is ballast. De coureurs doen

om de beurt trajecten van maximaal

3,5 uur en drinken water via een camel-

back waarin suiker en zout zit, zodat ze

niet hoeven te plassen. Om te wennen

aan de extreme temperaturen deden

ze een saunatraining, en in de sauna

voerden ze ook opdrachten uit. Daar-

naast kregen ze een mentale training,

en ze mediteerden, zodat ze leerden

focussen zonder te worden afgeleid. De

solar race vindt plaats op de openbare

weg, en in Australië betekent dat ook dat

je zogenaamde road trains tegenkomt,

enorme gevaartes van wel vier aan elkaar

geschakelde vrachtauto’s die kunnen

zorgen voor enorme rukwinden. In dat

soort omstandigheden liggen ongelukken

op de loer en juist dan is het van het

grootste belang dat je je hoofd erbij kunt

houden.

Finish in AdelaideEn dan is zo’n groot avontuur in een keer

ook weer voorbij. Raar genoeg was de

finish in Adelaide bijna een anticlimax,

vertelt Jeroen. ‘Je hebt zo lang samen

gewerkt aan het realiseren van een doel,

en ineens is het afgelopen. Even had

ik zo’n moment van, wat nu?’ Maar hij

zou het zo weer doen. ‘Ik vond vooral

het ondernemende deel aan het begin

geweldig. Je begint ergens aan, maar je

weet helemaal niet wat het inhoudt. Met

een groep mensen heb je een doel en er

zijn partijen in de regio die erin geloven

en die je de middelen bieden om het ook

te doen. Die zorgden dat we als team

een auto konden bouwen. Voor het hele

team, of ze nu van hbo, mbo of universi-

teit kwamen, bood dit kansen om te leren

en om zichzelf te ontwikkelen. Die hele

zoektocht naar mensen die ons konden

helpen, die kantoren, werkplaatsen en

middelen ter beschikking stelden, voor

mij was dat misschien wel het leukste

onderdeel van het hele traject.’

‘We zochten deze uitdaging op om meer te leren dan je op school leert, door zelf op onderzoek te gaan. Wat mij betreft is dat de ultieme vorm van onderwijs, dat je alles leert onderweg.’

SpecificationsWeight 150 kg

Dimensions 5m x 1.2 m x 1m

Hours of work 63.000

Top Speed 140 km/h

Solar cells Single junction GaAs

Surface; 3,56 m2

Motor Power; 2kW

Efficiency: 96%

6 7

De wereld van werk verandert razendsnel, en organisaties worden steeds minder

gedefinieerd door een vaststaand aantal werkplekken waarbinnen van 9-tot-5

wordt gewerkt door een homogeen personeelsbestand. In de loop van de jaren

zijn arbeidscontracten losser geworden; mensen veranderen gemakkelijker van

baan. Om op een verantwoorde wijze met deze veranderingen om te gaan wordt

ondernemerschap van organisaties (entrepreneurship), en ondernemerschap van

medewerkers (intrapreneurship) gevraagd.

Naast deze flexibilisering hebben globalisering en technologisering nieuwe onze-

kerheden voor de toekomstige werkgelegenheid en kwaliteit van het werk met

zich meegebracht. En het zijn niet alleen veranderingen in en rondom het werk

waarmee medewerkers te maken krijgen, maar ook met veranderingen in zichzelf.

De manier waarop mensen op deze wijzigende werkomstandigheden reageren kan

verschillend zijn. Ze kunnen belastend zijn, en daarmee bijdragen aan de achteruit-

gang van vitaliteit, maar ze kunnen juist ook stimulerend zijn en daarmee juist vita-

liteit bevorderen. Dit laatste impliceert dat werk een positieve rol kan spelen in het

optimaliseren van de kansen op lichamelijke, sociale en geestelijke gezondheid. Dit

geldt voor alle medewerkers, maar is meer dan ooit actueel nu loopbanen alsmaar

langer worden door de verhoging van de pensioenleeftijd. In nauwe samenwerking

met het werkveld en het onderwijs dragen we met ons lectoraat Duurzaam HRM bij

aan verduurzaming van werk.

Welbevinden op het werk (W@W)Voor velen van ons geldt dat werk een belangrijk en invloedrijk onderdeel vormt

voor het welbevinden. Het kan de kwaliteit van ons leven, onze mentale gezond-

heid en daardoor de productiviteit van hele werkgemeenschappen beïnvloeden.

Het vermogen om het welbevinden te bevorderen in plaats van spanningen en

psychische aandoeningen te veroorzaken, is niet alleen van grote waarde voor

medewerkers, maar ook voor organisaties. Het emotionele welbevinden van mede-

werkers en hun tevredenheid over hun werk en werkplek beïnvloeden namelijk

op hun beurt weer omzetpercentages en prestatieratings. Werkvoldoening is niet

alleen te vinden in meer werk, meer aanzien of meer geld. Soms kan het juist een

stap in onverwachte richting zijn waardoor iemand zijn of haar werkplezier hervindt.

Ik verzorg regelmatig presentaties bij organisaties in het hele land. Mijn doel is om

ervaringen te delen en mensen te activeren om zelf na te denken én actie te onder-

nemen aangaande hun W@W. Zo gaf ik eens een lezing bij een bekende organi-

satie over duurzaam meedoen voor werknemers met iets meer levenservaring. Tot

mijn verrassing kreeg ik ruim een jaar later een mail van één van de toehoorders.

Ik had verteld dat een zijstap, en zelfs een demotie, het overwegen waard kon zijn

om weer plezier te krijgen in je werk. Die boodschap had deze man klaarblijkelijk

geraakt. Hij schreef: “Dat was voor mij een eyeopener. Inmiddels heb ik de stap

gewaagd: ik heb mijn managementbaan opgezegd en ik keer terug in het vak waar

ik ooit in ben begonnen. Want uiteindelijk is dat waar ik blij van word. Tijdens het

sollicitatiegesprek heb ik zelfs jouw verhaal nog gebruikt, toen de nieuwe leiding-

gevende vroeg waarom ik in vredesnaam deze zijstap met minder verdiensten

wilde zetten. Ik ga weer doen waar mijn passie ligt. Graag wil ik je nogmaals

hartelijk bedanken voor je inspirerende lezing. Die heeft mij aangezet tot denken en

uiteindelijk geleid tot deze stap!”

Dr. Klaske N. Veth is lector Duurzaam HRM aan de Hanzehogeschool. Ze doet

onderzoek naar thema’s als HRM, vitaliteit en bevlogenheid, stress, healthy ageing

en (persoonlijk) leiderschap. Ook verzorgt ze graag colleges over deze thema’s. Ze

heeft in diverse (inter)nationale (wetenschappelijke) tijdschriften gepubliceerd. Het

uitgangspunt is altijd om wetenschappelijke kennis uit te dragen naar de plekken

waar mensen in het werk er daadwerkelijk iets aan hebben.

Duurzaam werk in een veranderende wereld

Column

Hij studeert pas in 2020 af, maar Jorn Hofman weet precies wat hij

daarna gaat doen: verder met VAN-Jorn. Met het bedrijf dat hij in

2016 oprichtte won hij eerder dit jaar de Dag van de Ondernemende

Student van de Rabobank. Het begon met de aankoop van een

camper voor de familie zelf, die ze wilden opknappen zodat ze ermee

op vakantie konden. Maar het moest natuurlijk wel mooi worden. En

functioneel zijn. En passen bij de behoeften van de familie. Aan die

eisen bleken veel standaardinrichtingen niet te voldoen.

Dus bedacht Jorn, student Industrieel

Product Ontwerpen, zelf iets anders.

Een inrichting voor een camperbus die

flexibel is, gemakkelijk te combineren

en aan te passen aan de veranderende

behoeftes van de gebruiker. Zo kwam

hij op het idee van flexibele modules.

‘Eerst voor eigen gebruik, maar ook toen

al met het idee om er een handeltje in

te beginnen,’ vertelt hij. En dat handeltje

werd VAN-Jorn Camperbouw. ‘In het

begin was het werk best lastig te combi-

neren met mijn studie, met name toen ik

ook stage ging lopen. Maar ik ga volgend

jaar afstuderen binnen mijn eigen bedrijf,

met het ontwikkelen van producten en

modules.’

Duurzame materialenJorn Hofman maakt gebruik van duur-

zame materialen voor zijn campermo-

dules, dus geen plastic en fineer, maar

echt hout, isolatiemateriaal op basis van

schapenwol en gebruikte materialen als

steigerhout. ‘Als de klant ermee akkoord

gaat, kan ook de apparatuur soms twee-

dehands zijn,’ zegt Jorn. ‘Als ik bijvoor-

beeld een goede gebruikte koelkast heb

en de klant is ook iemand die duurzaam-

heid belangrijk vindt, dan komt die in de

bus.’ Door veel samen te werken met

andere bedrijven, heeft hij intussen veel

kennis over materialen ontwikkeld. Wat

er komt kijken bij het bedrukken van

platen of het werken met aluminiumpro-

fielen, bijvoorbeeld. Bedrijven vinden

dat ook heel leuk, meent Jorn, en goede

contacten met het werkveld kunnen

leiden tot mooie producten. Door de

samenwerking met Hydro in Hoogezand

bijvoorbeeld, kwamen ze tot de ontwik-

keling van de aluminiumprofielen om

de modules in de camper mee vast te

zetten. ‘Ik vind dat ook een interessant

onderdeel van mijn werk,’ vertelt Jorn.

‘Ik heb veel contact met bedrijven, doe

zelf ook onderzoek, en daar leer ik heel

veel van. Een goede aanvulling op mijn

studie, waar wel aandacht wordt besteed

aan materialenkennis, maar wat mij

betreft zou dat wel meer mogen zijn.’

Camper beweegt met mensen meeVeel mensen die bij VAN-Jorn komen,

hebben hun eigen camper gekocht en

willen een op maat gemaakte inrichting.

Maar Jorn koopt ook zelf bussen die

hij inricht en die mensen kunnen huren

of kopen. Bij de bussen die hij heeft

ingericht loopt langs de wanden een

aluminiumrailsysteem, waar de modules

in geklikt kunnen worden. Dit geldt voor

meubels, bedden, keukenkastjes en

tafels, maar ook voor accessoires als

lampjes. Losklikken en verplaatsen is

zo gedaan en dit maakt het geheel heel

flexibel en gemakkelijk aan te passen.

Zo maakte hij ooit voor een klant in een

heel klein busje een heel grote badkamer.

Voor de klant was dit een belangrijke

wens wegens een ziekte. Maar ook als

mensen ouder worden en hun behoeftes

veranderen, kunnen ze de inrichting

hier gemakkelijk op aanpassen. Gaan

de kinderen niet meer mee? Dan kan

er misschien wel een bed uit. Aanpas-

singen aan bed of toilet? Geen probleem.

En mocht je bestelwagen stukgaan, hoef

je niet de hele auto af te schrijven of

het interieur eruit te breken, je kunt het

gemakkelijk overzetten naar een ander

voertuig.

Een camper van een ton De inrichting kan zo duur gemaakt

worden als de mensen zelf willen.

Gemiddeld kost dat rond de vijftien-

duizend euro. Maar er zijn natuurlijk

uitschieters als mensen iets heel bijzon-

ders willen. ‘De duurste camper die ik tot

nu toe heb ingericht, kostte ongeveer een

ton,’ vertelt Jorn, ‘al was de nieuwe bus

daarbij inbegrepen. En het prijskaartje

had vooral ook te maken met bijzondere

en luxe oplossingen die we moesten

ontwerpen voor specifieke problemen.

Zo wilde de klant een inpandig opberg-

systeem voor twee fietsen, een LPG-tank

onder de auto, een kachel met boiler, alle

modules op maat, alle elektra en isolatie

geregeld. Die bus was dus helemaal

compleet. En heel luxe.’

Flexibele ondernemerHet ondernemen zat Jorn al vroeg in

het bloed. Op zijn elfde had hij al een

winkeltje aan de Westerhaven waar hij

lampen verkocht. En ook nu lopen de

zaken goed; met VAN-Jorn krijgt hij

het steeds drukker. Maar hij doet alles

nog steeds zoveel mogelijk zelf en dat

wil hij het liefst zo houden. ‘Ik heb een

paar mensen waar ik mee werk, vaak

medestudenten van de Hanze, zoals

bijvoorbeeld studenten van Werktuig-

bouwkunde en Elektrotechniek die

technische dingen voor me uitwerken.

Ook lopen hier regelmatig mensen

stage van bijvoorbeeld mbo

Houtbewerking en Meubel-

bouw of hbo Industrieel

Product Ontwerpen

of Werktuigbouw-

kunde. En ik werk

ook veel samen

met andere

bedrijven, dat

werk outsource

ik. Voor mij is

het ideaal om zo

flexibel te zijn. Het

kan zo maar zijn dat

ik over een paar jaar een

heel andere richting op wil

met het bedrijf en dat kan door

deze manier van samenwerken heel

gemakkelijk.’

Gepassioneerd ondernemer met een frisse kijk op campers

‘Van samen werken leer je het meest’

8 9

Hydro HubNa Duitsland is Nederland momenteel de

grootste waterstofproducent van Europa.

Waterstof wordt al veel gebruikt in de indus-

trie en ook in vervoer zijn goede kansen; we produ-

ceren – nu nog met aardgas – zo veel waterstof dat we er ongeveer de helft van de

energievraag voor mobiliteit mee zouden kunnen dekken. Een markt voor waterstof

is er dus al. En die zal alleen maar groeien als duurzaam geproduceerd waterstof

goedkoper wordt. Jan-jaap Aué: ‘Het project Hydro Hub is opgezet om de produc-

tieprijs van groene waterstof te verlagen. Met een consortium van bedrijven gaan

we een proeftuin inrichten voor elektrolyzers. Zo willen we uitzoeken of we elektro-

lyse, dus het proces van het maken van waterstof, goedkoper kunnen maken.’

‘Je kunt problemen pas oplossen als de vraag duidelijk is’

Jules Verne schreef het al in 1874: “Ik ben ervan overtuigd dat water op een dag als brandstof

zal worden gebruikt en dat waterstof een onuitputtelijke bron van warmte en licht zal vormen.”

Bijna 150 jaar later zijn deze woorden actueler dan ooit. En de kans is groot dat Noord-

Nederland een belangrijke rol zal spelen bij deze ontwikkelingen omdat de infrastructuur voor

de distributie van waterstof hier al aanwezig is in de vorm van het netwerk van gasleidingen.

De New Energy Coalition ontving recentelijk een miljoenensubsidie van de Europese Unie

voor het Heaven-project, een project dat is gekoppeld aan een investeringsplan voor de regio.

‘Het unieke aan deze toekenning is vooral ook de erkenning van de regio,’ zegt Jan-jaap

Aué, lector Energietransitie en directeur van EnTranCe. ‘We hadden concurrentie uit landen

als Oostenrijk, Duitsland en Frankrijk, dan is het zeker bijzonder dat de subsidie aan Noord-

Nederland is toegekend.’

Wij brengen mensen samen. Soms is dat al voldoende.

Waterstofwijk in HoogeveenProjecten en initiatieven zijn er volop.

Als alles goed gaat, begint volgend jaar

de bouw van een wijk op waterstof in

Hoogeveen, bestaande uit zo’n honderd

huizen. Samen met 22 consortiumpart-

ners werd een jaar geleden begonnen

met de voorbereidingen hiervan. Jan-

jaap Aué: ‘We hebben bedrijven uitge-

nodigd met ons mee te denken over

een wijk op waterstof. Hoe realiseren

we dit en wat is er allemaal voor nodig?

Zestig bedrijven meldden zich met

schetsen, en uitgewerkte problemen

en kansen. Uiteindelijk kwamen er zo’n

tweeëntwintig bedrijven naar boven die

de schouders eronder willen zetten. Op

basis hiervan hebben we een ‘recepten-

boek’ samengesteld, een soort blauw-

druk. Vragen waar we mee te maken

kregen waren bijvoorbeeld: Wat zijn de

risico’s? Wat voor type pijp is er nodig

om de waterstof in de huizen te krijgen?

Mag dit allemaal, wat zijn eigenlijk de

regels? De focus bij bedrijven die dit

soort projecten ontwikkelen ligt vaak

op het verdienmodel, maar je moet je

ook bezighouden met de vraag of de

bewoner straks gewoon zijn huis kan

verzekeren. De vragen zijn minstens zo

belangrijk als de antwoorden.’ Intussen

is het project al zover gevorderd dat het

binnenkort ter goedkeuring wordt voor-

gelegd aan de gemeente Hoogeveen.

Als die akkoord gaat, kan in augustus

2020 de eerste schop de grond in en

zou de eerste bewoner halverwege 2021

haar huis in de waterstofwijk kunnen

betrekken.

Goede ideeën gevraagdSoms lijkt het alsof de initiatieven op het

gebied van waterstof talrijk zijn, maar vrij

kleinschalig blijven. Volgens Jan-jaap

Aué is dit niet het geval. ‘We zijn in het

beginstadium van de ontwikkelingen,

daarin moet je een aantal stappen zetten

voor je naar de grote investeringen kunt

gaan. Er liggen al miljoenen klaar voor als

de goede ideeën zich aandienen en regi-

onale bedrijven hebben zelfs een inves-

teringsplan van drie miljard ontwikkeld.

Maar je kunt problemen niet oplossen als

de vraag nog niet duidelijk is.’

Projecten die nu in ontwikkeling zijn, zijn

de wijk in Hoogeveen, twintig bussen die

in de stad Groningen op waterstof rijden

en de Elektrolyzer van twintig megawatt

in de Eemshaven, de grootste in Europa.

En nieuwe ontwikkelingen kunnen zich

natuurlijk elk moment aandienen. Zo

was Jan-jaap Aué laatst bij een presen-

tatie in Leuven van zonnepanelen die

rechtstreeks waterstof uit waterdamp

in de lucht kunnen maken. De makers

gingen ervan uit dat die panelen vrij snel

tegen betaalbare prijzen op de markt

kunnen worden gebracht. Jan-jaap Aué:

‘Tien jaar geleden kon nog niemand dit.

Sterker nog, niemand dacht daar ook

over na. En nu gaat de Hanzehogeschool

een samenwerking aan met de Universi-

teit van Leuven over deze panelen.’

Innoveren doe je samenDe Hanzehogeschool werkt veel samen

met het bedrijfsleven in de vorm van

open innovatie. Aué: ‘We nodigen

bedrijven uit om informatie te delen,

bijvoorbeeld via een presentatie tijdens

een HydroGreenn (HYDROGen Regi-

onal Energy Economy Network Northern

Netherlands) bijeenkomst, of tijdens een

open dag die hier elke maand wordt

georganiseerd. Deze initiatieven zijn ook

speciaal bedoeld om ondernemers uit

te nodigen om mee te doen. Praktische

projecten voor bedrijven lopen nu ook

al, zoals de ‘Groene Waterstof Booster’.

Dit initiatief is speciaal voor het MKB

opgezet, omdat wij als Hanzehogeschool

hen willen helpen.

We krijgen soms vragen van kleine

bedrijven over wat ze met waterstof

kunnen doen. De Groene Waterstof

Booster is speciaal bedoeld om samen

met hen producten te ontwikkelen die

hen een stap verder kunnen helpen. Om

te zorgen dat hun ideeën en initiatieven

niet vastlopen in eindeloze regeltjes. Wij

kunnen helpen, bijvoorbeeld door de

juiste mensen bij elkaar te brengen. Dat

kan soms al genoeg zijn. En als er op

deze manier producten worden ontwik-

keld, dan kunnen die hier bij EnTranCe

worden getest, want daar hebben we de

faciliteiten voor.’

Het bedrijfsleven heeft nu al behoefte

aan mensen die met waterstof kunnen

werken. En de Hanze wil daar natuurlijk

graag een antwoord op hebben. Jan-

jaap Aué: ‘We zitten nu op een punt dat

we nog wat duidelijkere vragen moeten

krijgen van het bedrijfsleven. Dan

kunnen wij daar met onze opleidingen

op inspelen. Op dit moment is dat nog

lastig, ook omdat er bijvoorbeeld weinig

regels zijn. Wat voor toepassingen zijn

er? Welke eisen stellen we straks aan

de mensen? Dus welk certificaat heeft

een monteur straks nodig? Wat wij op

dit moment doen is proberen die kennis

te bundelen, samen met het mbo. Daar

kunnen dan nieuwe opleidingen uit voort-

komen.

Jan-jaap Aué

Lector Energietransitie Jan-jaap Aué over waterstof:

10 11

Het was druk op de Zernike Campus bij BuildinG. Mede-

werkers van ruim vijftig bedrijven en tegen de vierhonderd

studenten kwamen hier op 14 november naar toe om met

elkaar in contact te komen. Studenten Mechatronica Jozef en

Allard keken rond: ‘We proberen zoveel mogelijk inspiratie op

te doen.’

De bedrijvenmarkt van het Instituut voor Engineering

geeft studenten en bedrijven de mogelijkheid om met

elkaar in gesprek te gaan. De bedrijven die een stand

hadden op de markt waren bijvoorbeeld Fokker Aero-

structures Hoogeveen, TCPM Ingenieurs & Adviseurs,

Aluminium Delfzijl Coöperatie, Marine Service Noord,

Brink Group, Eekels Technology en BAM. Middels work-

shops kregen de studenten een indruk van wat werken

bij de verschillende bedrijven inhoudt. Voor de bedrijven

was de markt een goede kans om kennis te maken met

potentiële stagiairs, afstudeerders en toekomstige mede-

werkers. Daarnaast was er natuurlijk ook de mogelijk-

heid te netwerken met collega’s uit het bedrijfsleven en

docenten van de opleidingen.

Joost Krebbekx van Innovatiecluster Drachten waar 21

high tech bedrijven bij zijn aangesloten, is tevreden over

de dag. ‘Ik vraag wat de studenten willen en probeer ze

dan door te sturen naar het goede bedrijf, voor stages,

afstudeeropdrachten of wat ze verder nog zoeken. En

er gaan mensen met afspraken de deur uit, dus wat mij

betreft is de dag geslaagd.’ Voor drie studenten Tech-

nische Bedrijfskunde is de bedrijvenmarkt een nieuwe

ervaring. ‘Ik ben voor het eerst op dit terrein, bij Buil-

dinG,’ zegt vierdejaarsstudent Dick. Hij en zijn klasge-

noten Bruno en Jeroen vinden de markt een goed initia-

tief; het aanbod is breed en het is handig dat je meteen

contacten kunt leggen met de bedrijven. Ze zijn specifiek

op zoek naar bedrijfskundige opties. Jeroen zou bijvoor-

beeld graag op de supply chain van een groot bedrijf

willen werken en hij gaat rondkijken of er mogelijkheden

zijn die op zijn wens aansluiten.

Bedrijvenmarkt voor studenten Engineering

‘Studenten gaan met afspraken de deur uit’

Engineering the Future

De bedrijvenmarkt geeft studenten en bedrijven de

mogelijkheid om met elkaar in gesprek te gaan over

vacatures, stageplaatsen, afstudeerplaatsen en

beroepsperspectieven.  Meer dan 50 bedrijven en

bijna 400 studenten van de opleidingen Industrieel

Product Ontwerpen, Werktuigbouwkunde, Tech-

nische Bedrijfskunde en Elektrotechniek kwamen

naar de Zernike Campus om elkaar te ontmoeten.

Ook studenten van de masters Energy for Society,

European Master in Renewable Energy, European

Master in Sustainable Energy System Management

en Smart Systems Engineering waren aanwezig.

ColofonUitgave:Instituut voor Engineering

Hanzehogeschool Groningen

Interviews en artikelen:Annejoke Smids, Jean Paul Taffijn

Eindredactie:Annejoke Smids

Fotografie: Pepijn van den Broeke, Job Verkruisen,

Mythe Hoekstra, Annejoke Smids

Concept en vormgeving:Canon Nederland

Drukwerk:Marne Drukkers

November 2019

Agenda23 januari 2020Informatieavond deeltijdonderwijs

29 februari 2020Open dag

3 april 2020Open middag

23 april 2020Informatieavond deeltijdonderwijs

Meer weten?Interesse in samenwerking of

partnerschap met het Instituut voor

Engineering? We verkennen graag

samen met u de mogelijkheden.

Frontoffice Instituut voor Engineering

Telefoonnummer: 050 595 4630

E-mailadres: [email protected]

Website: hanze.nl/engineering

Deze krant is met de grootste zorg vuldigheid samengesteld. De mogelijkheid bestaat dat bepaalde informatie na verloop van tijd verandert, niet meer juist of onvolledig is.

12