economie cse gl en tl€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. gt-0233-a-11-1-o 2 lees verder...

32
GT-0233-a-11-1-o Examen VMBO-GL en TL 2011 economie CSE GL en TL Bij dit examen hoort een bijlage. Achter dit examen is een erratum opgenomen en achter de bijlage een herziene versie. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit examen bestaat uit 44 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 53 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. tijdvak 1 vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur

Upload: others

Post on 12-Apr-2021

1 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-o

Examen VMBO-GL en TL

2011

economie CSE GL en TL

Bij dit examen hoort een bijlage. Achter dit examen is een erratum opgenomen en achter de bijlage een herziene versie. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Dit examen bestaat uit 44 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 53 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden.

tijdvak 1vrijdag 20 mei

13.30 - 15.30 uur

Page 2: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder ►►►

Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op.

Inflatie uit de krant Bij de beantwoording van de vragen 1 en 2 moet je soms gebruikmaken van de informatiebronnen 1 en 2 in de bijlage. Mark en Neville hebben van hun leraar economie de opdracht gekregen een stukje te schrijven voor de schoolkrant. Het moet gaan over inflatie. Neville vindt het maar flauwekul: “Wie leest er nu een stuk over inflatie? Vet saai. Bovendien: ik weet niks van inflatie. Weet je wat”, zegt hij tegen Mark, “ik schrijf de tekst wel, dan moet jij de open plekken maar invullen.” Mark zegt: “Ha fijn, maar hoe moet ik nu weten wat daar dan ingevuld moet worden?” Gebruik informatiebron 1 en 2.

4p 1 Jullie gaan Mark helpen. Doe dat als volgt: Neem de cijfers uit het artikel over op je antwoordblad en schrijf het juiste woord erachter. Kies één van de mogelijkheden tussen haakjes. Als er niets tussen haakjes staat gegeven moet je zelf een woord verzinnen. Uit de schoolkrant van 26-09-2008 Inflatie Hallo. Wij zijn Neville en Mark. Wij moeten van onze leraar een stukje in deze krant schrijven over inflatie. De term inflatie heeft vaak een negatieve klank. Inflatie zou schadelijk zijn voor de economie. Maar is dat wel zo? En wat houdt inflatie precies in? Inflatie houdt niets anders in dan dat het geld minder waard wordt. Je ziet dat door de inflatie de prijzen stijgen. Het …(1)… (CBS; CPB; UWV/WERKBEDRIJF; NIBUD) berekent iedere maand het inflatiecijfer. Het gebruikt hiervoor het CPI (consumenten prijsindexcijfer). Dit cijfer wordt berekend door de prijzen van deze maand met de prijzen van dezelfde maand een jaar eerder te vergelijken. In informatiebron 1 kun je zien uit welke onderdelen het CPI wordt samengesteld. Je ziet dat de prijsstijging van huisvesting, water en energie …(2)… (zwaarder; net zo zwaar; minder zwaar) weegt dan/als de prijsstijging van kleding en schoeisel. Inflatie kan een aantal oorzaken hebben: zo kunnen bedrijven hun gestegen …(3)… (afzet; kosten; omzet; opbrengsten) doorberekenen in de winkelprijs.

Page 3: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-o 3 lees verder ►►►

Consumenten kunnen ook zoveel besteden dat bedrijven niet genoeg kunnen produceren. Als van producten in een land …(4)… groter is dan …(5)… zullen de prijzen gaan stijgen. Wat ook de oorzaak is, een inflatie van 1 à 2% is zo gek nog niet. Als consumenten weten dat over een tijdje de prijzen hoger zijn, zullen ze nu meer …(6)… (besteden, sparen) en minder …(7)… (besteden, sparen). Dat is meestal goed voor de werkgelegenheid. Inflatie heeft ook gevolgen voor werknemers. Kijk maar eens naar het grafiekje in informatiebron 2. Daar blijkt uit dat de reële lonen gaan …(8)… (stijgen; dalen) met ongeveer …(9)…(0,5%; 5,5%). Het tegenovergestelde van inflatie kan natuurlijk ook. Dit heet deflatie. Dat is meestal erger voor de economie van een land dan inflatie. Maar we snappen niet zo goed waarom. Nou, meer weten we niet te vertellen over inflatie. Hartelijke groeten, Mark en Neville

1p 2 In hun artikel zeggen Mark en Neville dat deflatie meestal erger is dan inflatie. Maar ze snappen niet goed waarom. Waarom is deflatie meestal erger dan inflatie? A Consumenten zullen sneller geld besteden, want ze verwachten dat de

prijzen hoger worden. B Consumenten zullen sneller geld besteden, want ze verwachten dat de

prijzen lager worden. C Consumenten zullen wachten met geld besteden, want ze verwachten dat de

prijzen hoger worden. D Consumenten zullen wachten met geld besteden, want ze verwachten dat de

prijzen lager worden.

Page 4: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-o 4 lees verder ►►►

De wereld is een dorp! Bij de beantwoording van de vragen 3 tot en met 9 moet je soms gebruikmaken van de informatiebronnen 3, 4 en 5 in de bijlage. De bewoners van de aarde raken steeds meer verbonden met elkaar. Dit proces wordt globalisering genoemd. Steeds meer landen worden zo betrokken bij de internationale handel. Landen gaan ook steeds meer slechts een déél van de productie zelf doen. Ze verplaatsen hun overige productie naar lagelonenlanden. Een voorbeeld is een Nederlandse bank die zijn ICT-afdeling naar India verplaatst. Gebruik informatiebron 3.

1p 3 De wereldhandel is spectaculair gestegen. Met hoeveel procent is de wereldhandel begin 2007 gestegen ten opzichte

van begin 2002? Schrijf je berekening op.

2p 4 Landen handelen met elkaar om er beter van te worden. Nederland kan wel bananen in kassen gaan telen, maar elders groeien ze bijna voor niets aan de boom. Maar geldt dat altijd en overal? Misschien kan een land zelfs wel alle goederen goedkoper produceren. Hieronder staat een voorbeeld dat een verklaring geeft voor het ontstaan van internationale handel. Land A kan zowel de fiets als de I-pod goedkoper produceren dan land B. De kosten zijn in dit voorbeeld uitgedrukt in de benodigde hoeveelheid uren. aantal uren nodig voor het maken van

één fiets één I-pod

totaal benodigde uren bij zelf produceren

land A 8 9 17 land B 12 10 22 Land A gaat zich specialiseren in het maken van fietsen en land B in het maken van I-pods. Stel dat ieder land 2 producten gaat maken. Daarna ruilen ze 1 fiets tegen 1 I-pod en houden ze zelf ook 1 fiets en 1 I-pod over. totaal aantal uren nodig

voor het maken van 2 fietsen of 2 I-pods na specialisatie

totaal benodigde uren bij zelf produceren

winst of verlies in uren

land A A 17 C land B B 22 D Neem de letters A en B en C en D over op je antwoordblad.

Vul de juiste getallen achter de letters in. Geef bij C en D aan of er sprake is van winst of verlies in uren. Schijf je berekening op.

Page 5: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-o 5 lees verder ►►►

1p 5 Het voorbeeld van de gegeven kostenverschillen tussen de landen uit de vorige vraag is natuurlijk niet zo realistisch. Zo wordt er blijkbaar vanuit gegaan dat de hoogte van de uurlonen in beide landen er niet toe doet.

Noem nog een voorbeeld van kosten waar geen rekening mee wordt gehouden.

Gebruik informatiebron 4.

1p 6 De voorzitter van de SER zei op een bijeenkomst over globalisering: “De ‘uitvinder’ van de zeecontainer heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de globalisering.”

Geef een verklaring voor deze uitspraak. Gebruik informatiebron 5.

1p 7 Tegenstanders van globalisering menen dat internationale concurrentie ten koste gaat van de ontwikkelingslanden. Zij leggen dan een verband met gegevens over de armoede in de wereld. Voor welk deel van de wereld geldt dat sinds 1981 de armoede in verhouding het meest is gedaald? A Afrika B Latijns-Amerika C Oost-Azië D Zuid-Azië

1p 8 Globalisering heeft voor werknemers in een bepaald land gevolgen. Door globalisering zullen sommige soorten banen verdwijnen en andere soorten banen ontstaan. Een gevolg hiervan is dat werknemers soms een sterke daling van hun inkomen kunnen verwachten. Hieronder staan drie tussenstappen. 1 Werknemers moeten een ander soort baan zoeken. 2 Werknemers zijn onervaren in het beroep. 3 Oude banen verdwijnen. In welke regel staan de verschijnselen zo dat een logische gedachtegang ontstaat? A globalisering → 1 → 2 → 3 → daling van het inkomen B globalisering → 1 → 3 → 2 → daling van het inkomen C globalisering → 2 → 1 → 3 → daling van het inkomen D globalisering → 2 → 3 → 1 → daling van het inkomen E globalisering → 3 → 1 → 2 → daling van het inkomen F globalisering → 3 → 2 → 1 → daling van het inkomen

1p 9 De werknemers van de toekomst krijgen te maken met de gevolgen van globalisering. Oude banen zullen verdwijnen en nieuwe banen zullen ontstaan.

Noem een manier waarmee jij in je keuze voor je beroep of opleiding je beter kunt voorbereiden op de globalisering. Verklaar je antwoord.

Page 6: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-o 6 lees verder ►►►

Kees begint voor zichzelf (of niet)! Bij de beantwoording van de vragen 10 tot en met 14 moet je soms gebruikmaken van informatiebron 6 in de bijlage. Kees Baving is ontslagen. Hij werkte bij een juwelier. Hij denkt erover voor zichzelf te beginnen.

1p 10 Hij vraagt vrienden en bekenden om raad. “Als je een eigen bedrijf begint, gelden niet automatisch alle sociale verzekeringen meer voor jou. Dat is een nadeel”, zegt één van zijn adviseurs. Welke sociale verzekering geldt niet automatisch voor de eigenaar van een eigen bedrijf? A ANW B AOW C AWBZ D WW Gebruik informatiebron 6.

2p 11 Kees overweegt een winkel te beginnen, waar hij sieraden van goud en zilver uit het duurdere segment gaat verkopen. Die sieraden koopt hij in het buitenland. Hij heeft een ondernemingsplan gemaakt met daarin een aantal gegevens.

Hoe hoog is de totale nettowinst van Kees als hij inderdaad zoveel artikelen verkoopt als hij verwacht? Schrijf je berekening op.

Gebruik informatiebron 6.

1p 12 Het eerste jaar verwacht Kees 1.750 artikelen te kunnen verkopen. Hoe hoog is de omzet van Kees in het eerste jaar als zijn verwachting

uitkomt? Schrijf je berekening op. Gebruik informatiebron 6.

2p 13 De verwachte resultaten vallen Kees tegen. Als hij al een winkel begint, wil hij meer nettowinst behalen.

Noem op grond van de gegevens uit de informatiebron twee mogelijkheden voor Kees om zijn nettowinst te verhogen zonder de verkoopprijs te verhogen.

Gebruik informatiebron 6.

1p 14 Alles overdenkende begint Kees te twijfelen. Doet hij er wel goed aan een winkel te beginnen? Hij moet ook nog met de bank overleggen over de financiering van zijn plan. De vriendin van Kees, Samira, zegt: “Ga eerst maar eens met je bank praten. Die beoordeelt je ondernemingsplan. Misschien is de bank helemaal niet bereid om geld aan jou uit te lenen voor je onderneming.”

Geef, op basis van het ondernemingsplan, een argument waarom de bank niet bereid zal zijn de onderneming van Kees te financieren.

Page 7: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-o 7 lees verder ►►►

Btw betalen we (bijna) allemaal Bij de beantwoording van de vragen 15 tot en met 20 hoef je geen gebruik te maken van informatiebronnen in de bijlage. Kees de Vries stond laatst bij de kassa van de supermarkt. Een meneer vroeg aan de caissière een bonnetje met btw. Kees vroeg daarom ook maar om een bonnetje met btw. Samen met zijn moeder bekeek hij het bonnetje. “Waarom zou die meneer daarom gevraagd hebben?”, vroeg Kees. “Die meneer is waarschijnlijk een ondernemer”, zei zijn moeder.

1p 15 Ondernemers willen van hun aankopen meestal bonnen en rekeningen waarop de btw apart vermeld wordt.

Waarom willen ondernemers van hun inkopen meestal een bon of rekening waarop de btw apart vermeld wordt?

1p 16 Wie betaalt uiteindelijk de btw?

A de banken B de consument C de overheid D de producent

1p 17 In een krant zag Kees onderstaande advertentie. Vaste klanten actie wegens 10-jarig bestaan! BTW-VRIJ KOPEN!! DUS 19% KORTING !!!! Op de gehele nieuwe wintercollectie schoenen en kleding “Mama, je hoeft niet altijd btw te betalen”, was Kees z’n conclusie. Moeder antwoordde: “Nou, meestal wel hoor. Deze advertentie klopt niet. Ook als er korting gegeven wordt, moet er btw betaald worden. Als de verkoopprijs van een paar schoenen zonder 19% btw € 50 bedraagt, dan is de verkoopprijs inclusief btw € 59,50. Als een ondernemer ze verkoopt voor € 50 dan geeft hij maar 16% korting.”

Laat met een berekening zien dat de korting (afgerond) 16% bedraagt.

Page 8: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-o 8 lees verder ►►►

2p 18 Bij de opstelling van de rijksbegroting werd er gediscussieerd over het algemene btw-tarief. De minister van Financiën wilde het tarief verhogen van 19% naar 20%. “Dan krijgen we meer inkomsten”, was zijn redenering. “Dat hoeft helemaal niet”, antwoordde de minister van Economische Zaken. “Volgens mij kan een hoger btw-tarief leiden tot lagere belastingopbrengsten.”

Geef een verklaring voor de opvatting van de minister van Economische Zaken.

1p 19 Bij de besprekingen over de nieuwe rijksbegroting stelt de minister van

Financiën vervolgens voor het lage btw-tarief (6%) flink te verhogen. Zijn collega van Sociale Zaken stelt dat het niet erg sociaal is het lage btw-tarief te verhogen. “Verhoging van het lage btw-tarief werkt denivellerend”, zegt hij. De minister van Sociale Zaken heeft gelijk.

Leg uit waarom de verhoging van het lage btw-tarief denivellerend werkt.

1p 20 De minister van Financiën zegt: “Oké, maar we moeten toch echt meer belastinggeld binnen zien te krijgen.” De minister van Sociale Zaken zegt: “Laten we dan het percentage van de vierde schijf van de inkomstenbelasting verhogen. Dat werkt tenminste nivellerend.”

Leg uit dat een verhoging van het percentage van de vierde schijf van de inkomstenbelasting nivellerend werkt.

Erfenis of ergernis? Bij de beantwoording van de vragen 21 tot en met 25 moet je soms gebruikmaken van informatiebron 7 in de bijlage. Claudine was net 21 geworden toen zij een mooi bedrag van haar oudtante erfde. Na betaling van de belastingen bleef er voor haar nog € 95.000 over.

1p 21 De ouders van Claudine vinden dat ze het geld direct op een spaarrekening moet zetten. Claudine weet nog niet wat ze wil. In welk van de onderstaande gevallen gebruikt Claudine geld als spaarmiddel? 1 Ze geeft geld aan een goed doel. 2 Ze koopt een nieuw bankstel. 3 Ze vergelijkt de prijzen van twee verschillende auto’s met elkaar. 4 Ze leent haar geld uit aan een vriendin tegen een bepaald rentepercentage. A in alle gevallen B in geen enkel geval C in geval 1 D in geval 2 E in geval 3 F in geval 4

Page 9: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-o 9 lees verder ►►►

2p 22 Claudines moeder vindt het geen goed idee dat ze haar geld aan een vriendin uitleent. Ze vindt dat ze het op een spaarrekening moet zetten. Claudine vindt het wél een goed idee: “Ik denk dat het zowel voor mij als voor mijn vriendin voordelig kan zijn om het geld tegen een bepaald rentepercentage rechtstreeks aan haar uit te lenen.”

Geef voor beiden aan wat het voordeel kan zijn om het geld rechtstreeks aan de vriendin uit te lenen in plaats van te gaan sparen bij een bank.

Doe het zo: − Voordeel Claudine: − Voordeel vriendin: Gebruik informatiebron 7.

1p 23 Claudine gaat kijken wanneer de reële rente het hoogst was. Ze bekijkt de tabel in de informatiebron. Op welk moment was de reële rente het hoogst? A eind 2003 B eind 2004 C eind 2005 D eind 2006 E eind 2007 F eind 2008

1p 24 Claudine vraagt zich af waar al dat sparen goed voor is. Ze leest in de krant dat volgens cijfers van het CBS er steeds minder wordt gespaard. Eén van de belangrijkste taken van een bank is het aantrekken en uitlenen van spaargeld tegen een bepaalde rente. “Als mensen minder gaan sparen kan dat leiden tot een stijging van de rente”, aldus een medewerker van het CBS.

Leg uit dat als mensen minder gaan sparen de rente kan stijgen.

1p 25 Claudine vraagt zich af of sparen voor de economie van een land wel zo goed is.

Waarom kan sparen goed zijn voor de economie van een land? Gebruik in je antwoord het begrip aanbod van geld.

Page 10: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-o 10 lees verder ►►►

A-merken in de lift Bij de beantwoording van de vragen 26 tot en met 31 hoef je geen gebruik te maken van informatiebronnen in de bijlage. Michelle en Anouk, twee leerlingen uit 4-vmbo, lezen het volgende in de krant. In 2004 en 2005 hadden de A-merken veel marktaandeel verloren aan de B-merken. De omzet van A-merken is sinds 2006 echter weer aan het stijgen. Eén van de grootste stijgers is huidverzorger Dove uit Amerika. De omzet steeg van 20,1 miljoen dollar (2005) naar 24 miljoen dollar (2006). Economen geven aan dat de twee belangrijkste oorzaken hiervan zijn: de toegenomen economische groei en de lagere werkloosheid.

1p 26 De gemiddelde prijs van de producten van Dove steeg in 2006 met 3% ten opzichte van 2005. Hoeveel procent is de afzet van Dove in 2006 gestegen ten opzichte van 2005? A ± 0% B ± 3% C ± 16% D ± 103%

1p 27 Volgens het stukje uit de krant hebben de A-merken marktaandeel teruggewonnen van de B-merken. Wat is de juiste omschrijving van marktaandeel? A de afzet van een product van een bedrijf als percentage van de totale afzet

van dat product van alle bedrijven B de groei van een bedrijf als percentage van de totale groei van alle bedrijven C de kosten van een bedrijf als percentage van de totale kosten van alle

bedrijven D het aantal werknemers van een bedrijf als percentage van het totale aantal

werknemers

1p 28 Michelle en Anouk praten over de oorzaken van de omzetstijging van de A-merken. Michelle is het met de economen eens en denkt dat de lagere werkloosheid in 2006 een oorzaak van de omzetstijging is.

Verklaar waarom een lagere werkloosheid kan leiden tot een grotere omzetstijging bij A-merken dan bij B-merken.

1p 29 Michelle leest in de krant dat de firma Duif BV uit Friesland in 2007

marktaandeel verloor aan Dove. Duif BV is een fabriek die, net als Dove, doucheproducten produceert. De producten van Duif BV worden door supermarkten onder de naam van de supermarkt (als huismerk) verkocht. Duif BV is bang dat de stijging van het marktaandeel van Dove zal leiden tot inkrimping van de productie en daarmee tot ontslagen.

Noem een maatregel die Duif BV zou kunnen nemen om deze ontwikkeling tegen te gaan.

Page 11: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-o 11 lees verder ►►►

1p 30 Volgens Anouk is het verstandig om A-merken een betere plaats in de schappen van een winkel te geven dan de zogenaamde huismerken. Volgens Michelle is dat juist andersom. Zij zegt: “Volgens mij is de brutowinstmarge op huismerken groter dan die op A-merken.”

Leg uit wat bedoeld wordt met de brutowinstmarge.

1p 31 Duif BV heeft inderdaad medewerkers moeten ontslaan, maar gelukkig niet veel. Anouk en Michelle bespreken of de werkloosheid van deze ex-werknemers van Duif BV lang zal duren. “Gelukkig is het werk in een zeepfabriek niet gespecialiseerd, de ontslagen werknemers zullen dus wel snel ander werk vinden”, zegt Anouk. Michelle is het niet met haar eens. “Juist als je gespecialiseerd werk hebt gedaan, vind je makkelijk een nieuwe baan.”

Ben jij het eens met Anouk of met Michelle? Geef een argument voor je keuze.

Sterke euro, zwakke dollar? Bij de beantwoording van de vragen 32 tot en met 37 moet je soms gebruikmaken van informatiebron 8 in de bijlage. Uit de krant: Sinds de invoering van de euro in 2002 is deze, na een zwak eerste jaar, tot 2009 vrijwel voortdurend in waarde gestegen ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Analisten geven daarvoor twee oorzaken. Ten eerste: de waarde van de Amerikaanse invoer is veel groter dan de waarde van de Amerikaanse uitvoer. Ten tweede: het tekort op de Amerikaanse rijksbegroting. Gebruik informatiebron 8.

1p 32 De grafiek laat zien dat begin 2003 de euro de grens van $ 1,05 voorbij gaat. Op 1 januari 2005 staat de euro erg sterk. Een andere manier om koersstijgingen te laten zien is door middel van indexcijfers.

Bereken het indexcijfer van de koers van de euro op 1 januari 2005 met 1 januari 2003 als basis. Schrijf je berekening op.

Page 12: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-o 12 lees verder ►►►

1p 33 De waarde van de Amerikaanse import uit Europa is hoger dan de waarde van de Amerikaanse export naar Europa. Dit levert de Amerikanen een tekort op in het betalingsverkeer met Europa. Het tekort veroorzaakt een zwakkere dollar en dus een sterkere euro. Hoe kan dit tekort leiden tot een zwakkere dollar ten opzichte van de euro? A Het aanbod van dollars daalt, zodat de koers van de dollar daalt. B Het aanbod van dollars daalt, zodat de koers van de dollar stijgt. C Het aanbod van dollars stijgt, zodat de koers van de dollar daalt. D Het aanbod van dollars stijgt, zodat de koers van de dollar stijgt.

1p 34 Een sterke euro heeft één prettig gevolg voor de eurolanden: een lage inflatie. Verklaar waarom een sterke euro tot een lage inflatie kan leiden.

1p 35 Toch hebben Europese bedrijven in de eurolanden die veel exporteren naar

Amerika een nadeel van de sterkere euro. Waarom hebben Europese exportbedrijven nadeel van een sterkere euro?

1p 36 De euro wordt onder verantwoordelijkheid van de Europese Centrale Bank

(ECB) uitgegeven. De ECB kan ook invloed uitoefenen op de hoogte van de rente. Stel dat de ECB de rente laat dalen. Dan zal de werkgelegenheid in de eurozone verbeteren. Hieronder staan drie tussenstappen. 1 Er wordt minder belegd in euro’s door Amerikaanse beleggers. 2 De koers van de euro daalt. 3 De concurrentiepositie van de eurozone verbetert. In welke van de onderstaande regels staan de tussenstappen zo dat een logische gedachtegang ontstaat? A lagere rente → 1→ 2 → 3 → meer werkgelegenheid in de eurozone B lagere rente → 1→ 3 → 2 → meer werkgelegenheid in de eurozone C lagere rente → 2→ 1 → 3 → meer werkgelegenheid in de eurozone D lagere rente → 2→ 3 → 1 → meer werkgelegenheid in de eurozone E lagere rente → 3→ 1 → 2 → meer werkgelegenheid in de eurozone F lagere rente → 3→ 2 → 1 → meer werkgelegenheid in de eurozone

Page 13: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-o 13 lees verder ►►►

1p 37 De belangrijkste taak van de ECB is echter niet het zorgen voor meer werkgelegenheid, maar het zorgen voor een stabiele euro. In 2010 werd de euro ineens veel minder waard ten opzichte van de dollar. Om die reden werd door de ECB overwogen om de rente te verhogen. Hier waren vooral de werkgeversorganisaties tegen. “Dat gaat ten koste van onze winst”, werd door hen gezegd. Hieronder staan drie tussenstappen. 1 De bestedingen nemen af. 2 Lenen wordt duurder. 3 Bedrijven hebben minder afzet. In welke van de onderstaande regels staan de tussenstappen zo dat een logische gedachtegang ontstaat? A hogere rente → 1→ 2 → 3 → minder winst B hogere rente → 1→ 3 → 2 → minder winst C hogere rente → 2→ 1 → 3 → minder winst D hogere rente → 2→ 3 → 1 → minder winst E hogere rente → 3→ 1 → 2 → minder winst F hogere rente → 3→ 2 → 1 → minder winst

De arbeidsmarkt Bij de beantwoording van de vragen 38 tot en met 44 moet je soms gebruikmaken van de informatiebronnen 9 en 10 in de bijlage. In klas 4 wordt gesproken over de situatie op de arbeidsmarkt. De leraar heeft daarom een krantenartikel meegebracht. Een deel daarvan staat hieronder afgedrukt. Werkloosheid gedaald In de periode juni-augustus 2007 waren gemiddeld 342.000 personen werkloos. Een jaar eerder waren nog gemiddeld 412.000 personen werkloos. Dit blijkt uit de nieuwste cijfers van het CBS. De vraag is of alle groepen van de bevolking profiteren van de daling van de werkloosheid.

2p 38 Bij de omschrijving van de werkloosheid is er sprake van twee definities: − de geregistreerde werklozen (definitie UWV/WERKbedrijf) − de werkloze beroepsbevolking (definitie CBS). Om tot de geregistreerde werklozen te behoren moet je ingeschreven staan bij het UWV/WERKbedrijf.

Noem twee andere eisen waaraan moet zijn voldaan om door het UWV/WERKbedrijf tot de geregistreerde werklozen te worden gerekend.

Let op: de laatste vragen van dit examen staan op de volgende pagina.

Page 14: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-o 14 lees verder ►►►

Gebruik informatiebron 9. 1p 39 In 2005 was het aandeel van de 15-24 jarigen in het totaal van de werkloze

beroepsbevolking 20,7%. Hoe groot is het aandeel van de 15-24 jarigen in procenten van de werkloze

beroepsbevolking in 2006? Schrijf je berekening op.

1p 40 De leraar van klas 4 legt uit dat als er meer mensen aan een baan geholpen worden de werkloosheid nog verder zal kunnen dalen. Hieronder staan drie tussenstappen: 1 besteedbaar inkomen stijgt 2 meer vraag naar producten 3 WW-premies kunnen dalen In welke van de onderstaande regels staan de tussenstappen zo dat een logische gedachtegang ontstaat? A meer werkenden → 1 → 2 → 3 → minder werkloosheid B meer werkenden → 1 → 3 → 2 → minder werkloosheid C meer werkenden → 2 → 1 → 3 → minder werkloosheid D meer werkenden → 2 → 3 → 1 → minder werkloosheid E meer werkenden → 3 → 1 → 2 → minder werkloosheid F meer werkenden → 3 → 2 → 1 → minder werkloosheid

1p 41 In klas 4 wordt het onderwerp jeugdwerkloosheid besproken. Volgens de leraar is de oorzaak van de werkloosheid onder jongeren dat ze geen diploma hebben.

Is er dan sprake van structurele werkloosheid of conjuncturele werkloosheid? Verklaar je antwoord.

1p 42 De regering heeft twee besluiten genomen. Ten eerste zal ze jongeren onder de

27 jaar geen bijstandsuitkering meer geven als ze zonder werk zitten. Ten tweede heeft ze de leerplichtwet aangepast.

Verklaar waarom het niet betalen van een bijstandsuitkering aan jongeren kan helpen de jeugdwerkloosheid te verminderen.

Gebruik informatiebron 10.

1p 43 Jacoba uit klas 4 leest de aanpassing in de leerplichtwet. Ze vindt de aanpassing van de leerplicht maar onzin. Ze zegt: “Door deze maatregel gaat volgens mij de werkloosheid echt niet dalen.”

Geef een argument voor de mening van Jacoba.

1p 44 De regeringsbesluiten (zie vraag 42) bevatten vooral negatieve prikkels (straffen) om het langer op school blijven te bevorderen.

Op welke manier kan de overheid met behulp van een positieve prikkel (belonen) er voor zorgen dat jongeren langer op school blijven?

einde

Bronvermelding Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd.

GT-0233-a-11-1-o*

Page 15: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-b

Bijlage VMBO-GL en TL

2011 tijdvak 1

economie CSE GL en TL

Page 16: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-b 2 lees verder ►►►

Inflatie uit de krant Informatiebron 1 Verdeling besteedbaar inkomen over de uitgavencategorieën uitgavencategorieën bestedingen in % prijsstijging in % 1 voedingsmiddelen en alcoholvrije

dranken 11,082 2

2 kleding en schoeisel 6,409 1 3 huisvesting, water en energie 21,810 1 4 vervoer 12,121 1,5 5 recreatie en cultuur 11,471 3 6 diverse goederen en diensten 37,107 2 totaal bestedingen 100,000 1,8 bron: CBS Informatiebron 2

0,0prijzenlonen

2,0

1,5

1,0

0,5

2,5

3,0Verandering lonen en prijzen in %

Page 17: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-b 3 lees verder ►►►

De wereld is een dorp! Informatiebron 3 Ontwikkeling wereldhandel 1997-2007 (indexcijfers)

200

180

160

140

120

100

80

60

01997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007

index-cijfers

jaren 1998 = 100 bron: CPB Informatiebron 4 Zeecontainers Door de introductie van de container in de jaren 50 daalden de kosten van het laden van een schip van $ 5,83 (€ 3,70) per ton tot 15,8 dollarcent (€ 0,10) per ton.

bron: Wereldbank

Page 18: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-b 4 lees verder ►►►

Informatiebron 5 Het deel van de bevolking per werelddeel dat van minder dan $1 per dag moet rondkomen

0

10

20

30

40

50

60

70

20021981

wereldLatijns-Amerika

Zuid-AzieOost-AzieAfrika

Legenda:percentagebevolking

bron: Wereldbank

Kees begint voor zichzelf (of niet)! Informatiebron 6 Ondernemingsplan Kees Baving: juwelier met gouden en zilveren sieraden uit het duurdere segment Kees is uitgegaan van de volgende gegevens: Vaste kosten (totaal) per jaar € 49.000 Variabele kosten per artikel € 8 Gemiddelde inkoopprijs per artikel € 60 Gemiddelde brutowinst per artikel € 44 Verwachte afzet per jaar 1.750 artikelen Alle bedragen zijn exclusief btw.

Page 19: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-b 5 lees verder ►►►

Erfenis of ergernis? Informatiebron 7 Ontwikkeling nominale rente en inflatie procenten

jaren

0

1

2

3

4

5

6

7

inflatienominale rente

Legenda:

20072006 2008200520042003

Sterke euro, zwakke dollar? Informatiebron 8 Koers van de euro in dollarcenten

1-1-20

03

Koers US Dollars in eurocenten

1-1-20

04

1-1-20

05

1-1-20

06

1-1-20

07

1-1-20

08

150�

140

130

120

110

100

0

eurocenten

naar: Beursgorilla.nl

Page 20: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-b 6 lees verder ►►►

De arbeidsmarkt Informatiebron 9 Werkloze beroepsbevolking naar leeftijd (x 1.000 personen) jaar 15-24

jarigen 25-44 jarigen

45–64 jarigen

totaal

2005 93 210 146 449 2006 75 171 127 373

bron: CBS Informatiebron 10 VERDER LEREN, WAAROM ZOU IK? DE LEERPLICHTWET IS VERANDERD Te veel jongeren verlaten school op een te jonge leeftijd en vinden geen baan. Dat is zonde, want met een goed diploma is het makkelijker om later een leuke baan te vinden. Dus is het belangrijk om langer op school te blijven, goede stages te lopen en je voor te bereiden op je toekomst. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft daarom de leerplichtwet aangepast. Vanaf 1 augustus 2007 geldt de zogenoemde kwalificatieplicht. Dit betekent dat alle jongeren tot hun 18e verjaardag een volledig onderwijsprogramma moeten volgen, gericht op het behalen van een startkwalificatie. De startkwalificatie is een diploma van een mbo2-, havo- of vwo-opleiding. De kwalificatieplicht hoeft niet meteen te betekenen dat je vijf dagen per week in de schoolbanken moet zitten. Het is ook mogelijk om leren en werken te combineren om aan de kwalificatieplicht te voldoen. Een voorbeeld daarvan is de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) in het mbo.

einde GT-0233-a-11-1-b*

Page 21: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-b-herzien*

economie CSE GL en TL HERZIENE VERSIE - GL en TL

Sterke euro, zwakke dollar?

Informatiebron 8 Koers van de euro in dollarcenten

1-1-20

03

1-1-20

04

1-1-20

05

1-1-20

06

1-1-20

07

1-1-20

08

150

140

130

120

110

100

0

dollarcenten

naar: Beursgorilla.nl

Page 22: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-c 1 lees verder ►►►

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL

2011 tijdvak 1

economie CSE GL en TL

Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores 6 Bronvermeldingen 1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft het College voor Examens (CvE) op grond van artikel 2 lid 2d van de Wet CvE de Regeling beoordelingsnormen en bijbehorende scores centraal examen vastgesteld. Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 36, 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de

beoordelingsnormen en het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door het College voor Examens.

2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen.

3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door het College voor Examens.

Page 23: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-c 2 lees verder ►►►

De gecommitteerde voegt bij het gecorrigeerde werk een verklaring betreffende de verrichte correctie. Deze verklaring wordt mede ondertekend door het bevoegd gezag van de gecommitteerde.

4 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast.

5 Indien de examinator en de gecommitteerde daarbij niet tot overeenstemming komen, wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een derde onafhankelijke gecommitteerde aanwijzen. De beoordeling van de derde gecommitteerde komt in de plaats van de eerdere beoordelingen.

2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de regeling van het College voor Examens van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten,

het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat.

2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, ..., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd.

3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen

aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te

behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel;

3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel;

3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld;

3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal;

3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven;

3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord;

Page 24: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-c 3 lees verder ►►►

3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen;

3.9 indien een kandidaat op grond van een algemeen geldende woordbetekenis, zoals bijvoorbeeld vermeld in een woordenboek, een antwoord geeft dat vakinhoudelijk onjuist is, worden aan dat antwoord geen scorepunten toegekend, of tenminste niet de scorepunten die met de vakinhoudelijke onjuistheid gemoeid zijn.

4 Het juiste antwoord op een meerkeuzevraag is de hoofdletter die behoort bij de juiste keuzemogelijkheid. Voor een juist antwoord op een meerkeuzevraag wordt het in het beoordelingsmodel vermelde aantal punten toegekend. Voor elk ander antwoord worden geen scorepunten toegekend. Indien meer dan één antwoord gegeven is, worden eveneens geen scorepunten toegekend.

5 Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld.

6 Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld.

7 Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een examen of in het beoordelingsmodel bij dat examen een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan het College voor Examens. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden.

8 Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven.

9 Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer.

NB Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de behaalde scores bij de vraag is toegestaan, maar niet verplicht.

Evenmin is er een standaardformulier voorgeschreven voor de vermelding van de scores van de kandidaten.

Het vermelden van het schoolexamencijfer is toegestaan, maar niet verplicht. Binnen de ruimte die de regelgeving biedt, kunnen scholen afzonderlijk of in gezamenlijk overleg keuzes maken.

3 Vakspecifieke regels Voor dit examen kunnen maximaal 53 scorepunten worden behaald. Voor dit examen zijn de volgende vakspecifieke regels vastgesteld: Voor rekenfouten worden geen scorepunten afgetrokken. Wanneer echter de kandidaat bij een berekening kennelijk verzuimd heeft door schatting controle op het antwoord uit te oefenen, wordt voor deze fouten één scorepunt afgetrokken tot een maximum van twee scorepunten voor het geheel van de open vragen.

Page 25: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-c 4 lees verder ►►►

4 Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 scorepunt toegekend.

Inflatie uit de krant

1 maximumscore 4 (1) = CBS 1 (2) = zwaarder 1 (3) = kosten 1 (4) = de vraag, (5) = het aanbod (uitsluitend als beide juist zijn) 1 (6) = besteden, (7) = sparen (uitsluitend als beide juist zijn) 1 (8) = dalen, (9) = 0,5% (uitsluitend als beide juist zijn) 1 indien zes goed 4 indien vijf goed 3 indien vier goed 2 indien drie goed 1 indien twee, een of geen goed 0

2 D

De wereld is een dorp!

3 maximumscore 1 Voorbeeld van een juiste berekening: (180 - 120) / 120 x 100% = 50%

4 maximumscore 2 A: fietsen 2 x 8 uur = 16 uur B: I-pods 2 x 10 uur = 20 uur C: 17 uur -16 uur = 1 uur winst D: 22 uur - 20 uur = 2 uur winst • voor juist invullen A en B 1 • voor juist invullen C en D 1 Opmerking Als bij C en D niet is vermeld dat er sprake is van winst, geen scorepunten toekennen.

Vraag Antwoord Scores

Page 26: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-c 5 lees verder ►►►

Vraag Antwoord Scores

5 maximumscore 1 Voorbeelden van een juist element: − transportkosten − verzekeringen

6 maximumscore 1 Voorbeeld van een juiste verklaring: (Voor internationale handel is vervoer erg belangrijk.) Door het gebruik van de container is het vervoer een stuk goedkoper geworden.

7 C

8 E

9 maximumscore 1 Voorbeelden van een juiste verklaring: − Een brede opleiding kiezen. Hiermee kun je makkelijk(er) een nieuw

beroep leren. − Een beroep kiezen dat niet uitbesteed kan worden aan het buitenland.

Daardoor ontstaat meer werkzekerheid.

Kees begint voor zichzelf (of niet)!

10 D

11 maximumscore 2 Voorbeeld van een juiste berekening: • brutowinst: 1.750 x € 44 = € 77.000 1 • kosten: (1.750 x € 8) + € 49.000 = € 63.000 1 nettowinst: € 77.000 - € 63.000 = € 14.000 Opmerking Geen scorepunten toekennen voor de laatste berekening.

12 maximumscore 1 Voorbeeld van een juiste berekening: 1.750 x (€ 60 + € 44) = €182.000

13 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste mogelijkheden: − goedkoper inkopen − variabele kosten verlagen − bezuinigen op vaste kosten per juiste mogelijkheid 1

Page 27: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-c 6 lees verder ►►►

Vraag Antwoord Scores

14 maximumscore 1 Voorbeelden van een juist argument: − te optimistische afzetverwachting − te optimistische (vaste) kosten − te optimistische brutowinstmarge Opmerking Let op een eventuele doorwerkfout in vraag 11 (met name indien daar verlies de uitkomst was).

Btw betalen we (bijna) allemaal

15 maximumscore 1 Voorbeeld van een juiste reden: Ondernemers kunnen de betaalde btw verrekenen met de door hen af te dragen btw (maar moeten dat natuurlijk wel kunnen aantonen met behulp van bonnen).

16 B

17 maximumscore 1 Voorbeeld van een juiste berekening: € 50 / € 59,50 x 100% = 84,03% 100 - 84,03 = 15,97% (afgerond 16%)

18 maximumscore 2 Voorbeeld van een juiste verklaring: • Door de btw-verhoging (op luxe producten) kan de prijs zoveel stijgen,

dat de consument minder gaat besteden waardoor 1 • er zoveel minder btw kan wordt betaald dat de btw-stijging teniet wordt

gedaan 1

19 maximumscore 1 Voorbeeld van een juiste uitleg: (Het lage btw-tarief zit onder andere op levensmiddelen die iedereen nodig heeft.) Door de verhoging van het lage btw-tarief gaan de armeren er in verhouding meer op achteruit dan de rijkeren hetgeen denivellerend werkt.

20 maximumscore 1 Voorbeeld van een juiste uitleg: Bij een verhoging van het belastingpercentage van de vierde schijf van de inkomstenbelasting gaan de rijkeren in verhouding meer betalen dan de armeren hetgeen nivellerend werkt.

Page 28: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-c 7 lees verder ►►►

Vraag Antwoord Scores

Erfenis of ergernis?

21 F

22 maximumscore 2

• voordeel Claudine: 1 Voorbeelden van een juist voordeel: − Ze hoeft zich niet te houden aan de voorwaarden van de bank. − Ze krijgt mogelijk een hogere rente dan bij de bank. • voordeel vriendin: 1 Voorbeelden van een juist voordeel: − Ze betaalt mogelijk een lagere rente dan bij de bank. − Ze betaalt geen afsluitprovisie.

23 E

24 maximumscore 1 Voorbeeld van een juiste uitleg: Als mensen minder sparen neemt het aanbod van geld af, waardoor de prijs van het geld (de rente) stijgt.

25 maximumscore 1 Voorbeeld van een juist argument: Er is dan veel aanbod van geld waardoor de rente laag blijft en bedrijven goedkoop kunnen investeren (waardoor de economie groeit).

A-merken in de lift

26 C

27 A

28 maximumscore 1

Voorbeelden van een juiste verklaring: − Mensen kunnen zich nu duurdere merken veroorloven. − Dalende werkloosheid leidt tot grotere koopkracht waardoor (meer)

mensen eerder zullen overstappen op A-merken.

29 maximumscore 1 Voorbeelden van een juiste maatregel: − Duif kan proberen onder eigen naam (als A-merk) zijn producten te

verkopen. − Duif kan proberen op de kosten te besparen, waardoor de huismerken

goedkoper verkocht kunnen worden.

Page 29: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-c 8 lees verder ►►►

Vraag Antwoord Scores

30 maximumscore 1 Voorbeeld van een juiste uitleg: De brutowinstmarge is het verschil tussen de (netto) verkoopprijs en de inkoopprijs van een product.

31 maximumscore 1 Voorbeelden van een juist argument: − Anouk: mensen die niet gespecialiseerd zijn hebben veel meer

keuzemogelijkheden bij het vinden van een nieuwe baan. − Michelle: een gespecialiseerd persoon heeft weliswaar minder keuze,

maar het aanbod van personeel met dezelfde specialisatie is veel kleiner.

Sterke euro, zwakke dollar?

32 maximumscore 1 Voorbeeld van een juiste berekening: 135 / 105 x 100 = 128,57 Opmerkingen Andere manieren van juist afronden ook goed rekenen. Als het €-teken of $-teken vermeld wordt, het antwoord fout rekenen.

33 C

34 maximumscore 1 Voorbeeld van een juiste verklaring: De import wordt goedkoper (waardoor de consumentenprijzen kunnen dalen).

35 maximumscore 1 Voorbeeld van een juiste verklaring: Amerikanen moeten meer dollars betalen voor dezelfde euro, waardoor Europese producten voor hen duurder worden. (Amerikanen kopen dan minder Europese producten.)

36 A

37 C

Page 30: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-c 9 lees verder ►►►

Vraag Antwoord Scores

De arbeidsmarkt

38 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste eisen: − op zoek zijn naar betaald werk voor 12 uur of meer per week − direct beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt − tussen de 15 en 65 jaar oud zijn per juiste eis 1

39 maximumscore 1 Voorbeeld van een juiste berekening: 2006: 75 / 373 x 100 = 20,1 % Opmerking Een andere manier van afronden niet fout rekenen.

40 E

41 maximumscore 1 Voorbeeld van een juist antwoord: structurele werkloosheid Er is sprake van het kwalitatief niet goed op elkaar afgestemd zijn van vraag en aanbod. Opmerking Zonder verklaring geen scorepunt toekennen.

42 maximumscore 1 Voorbeeld van een juiste verklaring: Werkloze jongeren zullen geprikkeld worden een baan te zoeken omdat ze anders geen inkomsten hebben.

43 maximumscore 1 Voorbeeld van een juist argument: Jongeren die niet gemotiveerd zijn zullen ook nu hun diploma niet halen. Ze wachten gewoon tot ze 18 jaar zijn.

44 maximumscore 1 Voorbeelden van een juist argument: − tegemoetkoming voor jongeren die blijven leren − verlaging collegegeld/schoolgeld

Page 31: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-c 10 lees verder ►►►

5 Inzenden scores Verwerk de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school in het programma WOLF. Zend de gegevens uiterlijk op 27 mei naar Cito. 6 Bronvermeldingen bron 1 CBS, bijlage, pag. 2 bron 3 CPB, bijlage, pag. 3 bron 4 Wereldbank, bijlage, pag. 3 bron 5 Wereldbank, bijlage, pag .4 bron 8 Beursgorilla.nl, bijlage, pag. 5 bron 9 CBS, bijlage, pag. 6

einde GT-0233-a-11-1-c*

Page 32: economie CSE GL en TL€¦ · vrijdag 20 mei 13.30 - 15.30 uur. GT-0233-a-11-1-o 2 lees verder Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Inflatie uit

GT-0233-a-11-1-c-A*

aanvulling op het correctievoorschrift 2011-1

economie CSE GL en TL

Centraal examen vmbo Tijdvak 1 Correctievoorschrift Aan de secretarissen van het eindexamen van de scholen voor vmbo Bij het centraal examen economie GL en TL: Op pagina 8 van het correctievoorschrift, bij vraag 32 moet altijd 1 punt worden toegekend, ongeacht of er wel of geen antwoord gegeven is, en ongeacht het gegeven antwoord. Toelichting: De berekening maakt geen deel uit van de examenstof. NB a. Als het werk al naar de tweede corrector is gezonden, zorgt de tweede corrector ervoor dat alle kandidaten 1 scorepunt bij vraag 32 wordt toegekend. b. Als de aanpassing niet is verwerkt in de naar Cito gezonden WOLF-scores, verwerkt Cito de aanpassing in WOLF. Daardoor wordt bij de normering rekening gehouden met deze aanvulling op het correctievoorschrift. Ik verzoek u dit bericht door te geven aan de correctoren economie vmbo. Het College voor Examens, Namens deze, de voorzitter, drs H.W. Laan