economisch onderzoek stadslandbouw gemeente rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met c...

60
Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam Rapportage - maart 2016

Upload: others

Post on 23-Sep-2020

2 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente RotterdamRapportage - maart 2016

Page 2: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

2 Economisch onderzoek

ColofonOpdrachtgever: Gemeente Rotterdam

Auteur: TBT consultancyTom Bakker, [email protected]

Contactpersonen: Annemieke Fontein, [email protected] van Oorschot, [email protected]

Begeleidingscommissie:Amelia Oei, SOAngeligue Boel, MOKees van Oorschot, SOJan Willem v.d. Schans (LEI/WUR)Annemieke Fontein, SO

Vormgeving: Kalinka de Bruijn, SO

“Dit rapport betreft een openbare versie. Financieel-economische gegevens van individuele stadslandbouw ondernemingen zijn in dit rapport weggelaten”

Page 3: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

3Stadslandbouw Gemeente Rotterdam

Page 4: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

4 Economisch onderzoek

Page 5: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

5Stadslandbouw Gemeente Rotterdam

Inhoudsopgave

Samenvatting

1. Inleiding1.1 Stadlandbouw in Rotterdam 1.2 Doelstelling onderzoek 1.3 Merhodologie 2. Theoretisch kader 2.1 De onderneming 2.2 Verdienmodel en economische waarde 2.3 Sociaal - maatschappelijke impact2.4 Groeipotentieel, voorwaarden en beleid

3. Stadslandbouw ondernemingen 3.1 Case Rotterzwam 3.2 Case uit je eigen stad 3.3 Case stadskwekerij Magis010 3.4 Case Creatief Beheer 3.5 Case Natuurtalent 3.6 Case Voetseltuin Rotterdam 3.7 Case Rotterdamse munt 3.8 Case Stadslandbouw in Schiebroek-Zuid3.9 Case Hotspot Hutspot

4. Analyse 4.1 De onderneming 4.2 Het verdienmodel en economische waarde 4.3 Sociaal - maatschappelijke impact4.4 Groeipotentieel

5. Conclusies en aanbevelingen 5.1 Conclusies 5.2 Aanbevelingen

Literatuur

BIJLAGE 1 Lijst intervieuwsBIJLAGE 2 IntervieuwprotocolBIJLAGE 3 Aanvullende vragenlijst voedselproductieBIJLAGE 4 Case voedselbos Vlaardingen BIJLAGE 5 Case ontmoetingsplein Donkersingel BIJLAGE 6 Overzicht regelingen en subsidies gemeente Rotterdam

4

6666

7791011

12121416161820232527

3030313435

373739

40

Page 6: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

6 Economisch onderzoek

Doelstelling en aanpakStadslandbouw wordt door de Gemeente Rotterdam als belangrijk middel gezien om de stad schoner, groener en gezonder te maken. Ondernemingen op het vlak van stadslandbouw proberen doorgaans een brug te slaan tussen stad en platteland en tussen voedselproductie en sociale, economische en milieu-thema’s. In de afgelopen 5 jaar zijn er diverse stadslandbouw ondernemingen in Rotterdam gestart, die op een innovatieve manier deze elementen combineren. Ter ondersteuning van het economische beleid richting ondernemers is dit onderzoek verricht, in opdracht van de Gemeente Rotterdam. Het onderzoek tracht de economische impact van stadslandbouw ondernemingen in Rotterdam in kaart te brengen, alsmede de mogelijkheden voor verdere professionalisering en groei. In totaal hebben 11 ondernemingen meegewerkt aan het onderzoek, waarvan er uiteindelijk 9 in de analyse zijn meegenomen. De benodigde data zijn verzameld aan de hand van interviews met ondernemers en het raadplegen van secundaire bronnen, zoals eerder onderzoek, jaarverslagen en websites. Op basis van deze data zijn casebeschrijvingen ontwikkeld, die ter verificatie aan de ondernemers zijn voorgelegd. Ook zijn de bevindingen gevalideerd tijdens een workshop met ondernemers en ambtenaren van de Gemeente Rotterdam. De uitkomsten van deze studie betreffen nadrukkelijk de inzichten en ervaringen van de onderzochte ondernemers en is dus niet de mening van de Gemeente Rotterdam.

ResultatenDe onderzochte stadslandbouw ondernemingen realiseerden in 2014 een totale omzet van circa 2,4 miljoen euro. Circa 54% hiervan werd gegenereerd door inkomsten uit horeca activiteiten, zoals een terras, theehuis of restaurant. Ongeveer 14% van deze inkomsten zijn rechtstreeks afkomstig uit de verkoop van teelt uit eigen

tuin aan particulieren of bedrijven. Dit algemene beeld verschilt echter sterk met het beeld per onderneming. Voor de meeste ondernemingen is stadslandbouw slechts een middel om maatschappelijke doelen te bereiken, zoals activering, sociale cohesie en verduurzaming in de wijk. Een groot deel van de inkomsten van deze ondernemingen is afkomstig uit subsidies en fondsen en dus ad-hoc van aard. (Zie paragraaf 4.2)

Sociaal-economische impactAlle onderzochte stadslandbouw ondernemingen zijn betrokken bij activiteiten ten behoeve van de sociaal-maatschappelijke impact in hun wijk. Uit dit onderzoek blijkt dat vanwege de sterke lokale inbedding stadslandbouw veel mogelijkheden biedt voor het activeren van bewoners. In 2014 waren circa 538 deelnemers betrokken bij de onderzochte initiatieven. Het heeft ertoe geleid dat ongeveer 30% van de deelnemers weer bemiddelbaar was voor de arbeidsmarkt. (zie paragraaf 4.3)

Groeiambities en -voorwaardenVeel stadslandbouw ondernemingen hebben de ambitie om in de komende jaren te groeien, alsmede om inkomsten te genereren uit welzijnsopdrachten zoals activering. Meedingen in aanbestedingen is voor veel ondernemers echter moeilijk vanwege de omvang van de opdrachten en het gebrek aan organisatorische capaciteit. Om de groeiambities te verwezenlijken zal een aantal ondernemingen moeten professionaliseren door het aantrekken of ontwikkelen van competenties. Het gaat veelal om ontwikkelen van vaardigheden als: marketing/promotie, duurzame teelt, horeca, omgaan met de psychosociale problematiek en financieel beleid. Vooral de administratie m.b.t. de uitkomsten van activering of re-integratie laat vaak te wensen over.

Samenvatting

Gemiddelde inkomstenstructuur Inkomen productie uitgesplitst

Figuur: Gemiddelde inkomstenstructuur stadslandbouw ondernemingen, 2014

Productie

Projecten

Fondsen

Subsidies

Overig

Omzet Voedselproductie

Productie overig

Page 7: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

7Stadslandbouw Gemeente Rotterdam

Samenwerking tussen de onderzochte ondernemingen is schaars, hoewel iedereen elkaar kent en er gedeelde belangen zijn. Samenwerking zou kunnen leiden tot voordelen als: sterkere belangbehartiging, gezamenlijke inkoop, ontwikkeling professionele administratie, etc. (zie paragraaf 4.1.3 en 4.4)

Aanbevelingen ondernemers- Verdienmodellen: beperk de afhankelijkheid van ad-hoc financiering van activiteiten door te werken aan stabiele inkomensstromen en structurele relaties met opdrachtgevers. De Gemeente Rotterdam kan daarbij een potentiële opdrachtgever zijn, maar denk ook aan andere partijen zoals woningcoöperaties, zorginstellingen, groenbedrijven en onder aannemer schap bij welzijnsorganisaties. - Professionalisering: om in aanmerking te komen voor welzijnsopdrachten bij gemeenten of andere partijen moet je over de juiste professionele competenties beschikken. Deze competenties verschillen per activiteit, maar voor vrijwel alle activiteiten geldt dat er een goede business case moet worden gepresenteerd. Verder zijn er nog veel verbeteringen mogelijk op het vlak van marketing/ promotie, psycho-sociale vaardigheden, financieel management en administratie.- Samenwerking: mogelijkheden voor gezamenlijke belangenbehartiging, kennisontwikkeling, inkoop of productie zijn nog grotendeels onbenut. Kijk daarom naar mogelijkheden om op een effectieve manier allianties te sluiten, juist ook als de middelen hiervoor beperkt zijn.- Sociale impact: indien er ambities zijn op het vlak van activering en/of re-integratie, dient een geschikte administratie te worden bijgehouden. (zie hoofdstuk 5)

Aanbevelingen Gemeente Rotterdam- Aanbesteding: onderzoek de mogelijkheden om als gemeente contracten te sluiten met kleinschalige sociale ondernemingen op het vlak van sociale dienstverlening, zoals activering en re-integratie. Nieuwe procedures, waarbij budgetten tussen gemeentelijke clusters worden ontschot, zijn gewenst.- Subsidies & regelingen: hoewel ad-hoc en tijdelijk, kunnen regelingen zoals CityLab010 en Right to Challenge fungeren als een pilot of experimenteerruimte voor het sluiten van contracten met stadslandbouw ondernemingen. Verbeter de communicatie richting ondernemers, zodat zij op de hoogte zijn van de mogelijkheden rondom deze regelingen in hun context. - Launching customer: momenteel wordt er bij gemeentelijke activiteiten regelmatig wat ingekocht bij stadslandbouw ondernemers. Kijk naar mogelijkheden om deze rol als launching customer voor lokale sociale ondernemers te vergroten, bijvoorbeeld door dit te verankeren in het centrale inkoopbeleid van de gemeente. - Financiering: kijk naar instrumenten die ondernemers kunnen helpen bij het financieren van nieuwe activiteiten of uitbreiding op het vlak van stadslandbouw. Bijvoorbeeld door borgstellingskredieten of een investeringsfonds aan te bieden.- Communicatie: stroomlijn communicatie met ondernemers over ontwikkelingen relevant voor sociaal ondernemerschap en stadslandbouw in het bijzonder. Zorg voor centraal aanspreekpunt met kennis van zaken.- Grond/huur: werk toe naar stabiele (commerciële) overeenkomsten, in plaats van ad-hoc afspraken over grondgebruik. Dit mogelijk in combinatie met contracten voor maatschappelijke diensten, zoals activering, groendiensten en/of zorg. (zie hoofdstuk 5)

Page 8: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

8 Economisch onderzoek

als: het verdienmodel, de financieringsstromen, sociaal-maatschappelijke aspecten (bv. activeren/re-integratie), hindernissen bij professionalisering en/of groei en de voorwaarden aan subsidie.

1.2 Doelstelling onderzoekDit onderzoek tracht de economische impact van stadslandbouw ondernemingen in Rotterdam, alsmede de mogelijkheden voor verdere professionalisering en groei, in kaart te brengen. Het betreft een voornamelijk kwantitatief onderzoek, bedoeld om cijfers over deze aspecten boven tafel te krijgen. Daarnaast kunnen de resultaten uit dit onderzoek voor ondernemers van belang zijn: bv. voor fondsen werving, maar ook om eventueel mee te kunnen gaan dingen in aanbestedingscontracten. Het onderzoek resulteert in aanbevelingen voor de Gemeente Rotterdam en vormt een leerdocument voor (aspirant) ondernemers.

De volgende onderzoeksvragen zijn onderzocht: - Hoe ziet het verdienmodel van de initiatieven eruit?- Wat is de economische waarde van stadslandbouw in Rotterdam? - Wat is de maatschappelijke impact van de initiatieven voor de stad?- Welke groeiambities hebben ondernemers en tegen welke voorwaarden/belemmeringen lopen zij aan?- Welke stimulerende rol kan de Gemeente Rotterdam spelen voor stadslandbouw in haar gemeente?

De uitkomsten in dit rapport betreffen nadrukkelijk de ervaringen van de onderzochte ondernemers en is dus niet de mening van de Gemeente Rotterdam.

1.1 Stadslandbouw in RotterdamDe Gemeente Rotterdam heeft de ambitie om Rotterdam schoner, groener en gezonder te maken. Rotterdam moet aantrekkelijker worden om te wonen, te werken en te recreëren. Stadslandbouw wordt daarbij gezien als een belangrijk middel om dit doel te bereiken (Gemeente Rotterdam, 2012). Het is dan ook niet vreemd dat stadslandbouw enorm in opkomst is in Rotterdam. In de afgelopen jaren ontwikkelden zich een groeiend aantal ondernemingen ; ondernemingen die proberen een brug te slaan tussen stad en platteland en tussen voedselproductie en sociale, economische en milieu-thema’s (Abma et al., 2013). Uit diverse verkennende studies is gebleken dat de stadlandbouwinitiatieven maatschappelijk rendabel zijn. Positieve effecten worden waargenomen, o.a. op het vlak van sociale cohesie, participatie/werkgelegenheid en gezondheid (Bronsveld, 2014). Abma et al. (2013) constateren daarnaast baten op het vlak van leefbaarheid en recreatieve belevingswaarde. Bij het financiële rendement van ondernemingen worden nog wel vraagtekens geplaatst. De investeringen in een stedelijke omgeving blijken voor nieuwe ondernemers hoog en de financiële inkomsten niet toereikend. Het zoeken is naar alternatieve of hybride verdienmodellen.

Om het economische beleid richting ondernemers op het gebied van stadslandbouw in Rotterdam nog beter te kunnen ondersteunen, wil de Gemeente Rotterdam sociaal-economisch onderzoek laten uitvoeren. Deze studie is erop gericht de voorwaarden in kaart te brengen om stadlandbouw in Rotterdam te laten floreren. Hiervoor is een nadere onderbouwing noodzakelijk op aspecten

Inleiding

Page 9: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

9Stadslandbouw Gemeente Rotterdam

Uiteindelijk is de verzamelde informatie uitgewerkt tot een casebeschrijving van iedere stadslandbouw onderneming in het onderzoek. De uitgewerkte casussen zijn ter controle voorgelegd aan de betrokken ondernemers. De casussen vormden de basis van een cross-case analyse op de onderzochte aspecten, zoals economische waarde, verdienmodellen, maatschappelijke impact en groeipotentieel. De uitkomsten van de analyse zijn tijdens een bijeenkomst met de betrokken ondernemers gepresenteerd en gevalideerd.

Tabel 1.1 Case selectie stadslandbouw Rotterdam

Case Respondent

1 RotterZwam Siemen Cox

2 Uit je eigen stad Huibert de Leede

3 Stadskwekerij Magis010 Milena Prochazka

4 De Tuinman m/v Rini Biemans

5 Stadsboerderij Natuurtalent Mireille van den Berg

6 Voedseltuin Max de KorteTineke van den Burg

7 Rotterdamse Munt Ingrid Ackermans

8 Stadslandbouw Schiebroek-zuid

Caroline Zeevat

9 Hotspot Hutspot Bob Richters

1.3 MethodologieIn totaal zijn 11 stadslandbouw ondernemingen verzocht mee te werken aan deze studie (zie bijlage 1). De ondernemingen zijn geselecteerd op o.a. omvang, activiteiten en locatie, zodat het onderzoek een representatief beeld verschaft van stadslandbouw in Rotterdam in al haar diversiteit . Alle ondernemers hebben hun medewerking verleend aan het onderzoek. Uiteindelijk heeft dit geleidt tot de onderstaande 9 ondernemingen die in het onderzoek zijn meegenomen. De casussen Ontmoetingsplein Donkersingel (in 2015 gestart met realisering initiatief) en Voedselbos Vlaardingen (buiten Rotterdam) vielen buiten de scope van dit onderzoek. Deze casussen zijn in de bijlagen van dit rapport opgenomen.

De benodigde data zijn verzameld aan de hand van zowel interviews met ondernemers als desk-research (bv. rapporten, websites en jaarverslagen). Door het combineren van bronnen – ook wel triangulatie genoemd – konden bevindingen worden gecheckt, hetgeen de betrouwbaarheid van het onderzoek verhoogt. Ten behoeve van de interviews is een vragenlijst ontwikkeld, gebaseerd op een theoretisch kader welke betrekking heeft op de onderzochte aspecten (zie bijlage 2). Meer informatie over het achterliggende theoretische kader is te vinden in het volgende hoofdstuk. Op verzoek van de Gemeente Rotterdam is in een later stadium een tweede vragenlijst uitgezet om de voedselproductie afkomstig uit stadslandbouw meer in detail te onderzoeken (zie bijlage 3).

Page 10: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

2. Theoretisch kader

Parallel aan de toename van stadslandbouw ondernemingen in Nederland, is ook het aantal onderzoeken naar dit relatief recente fenomeen gestegen. De meeste literatuur is tot op heden vooral beschrijvend van aard en bevat nuttige handreikingen om de diversiteit aan verschillende typen stadslandbouw te duiden. Ook is er reeds vrij uitvoerig onderzoek gedaan naar de sociaal-maatschappelijke impact van stadslandbouw in een stedelijke omgeving, zoals sociale cohesie, gezondheid en verduurzaming. Voor dit onderzoek is – om de stadslandbouw ondernemingen economisch te analyseren – ook een beroep gedaan op de meer algemene economische en bedrijfskundige literatuur. Tezamen vormt de literatuur in dit hoofdstuk het theoretische kader, aan de hand waarvan de vragenlijsten zijn ontwikkeld (zie bijlagen) en die uiteindelijk moeten leiden tot beantwoording van de onderzoeksvragen.

2.1 De onderneming

2.1.1. Typen stadslandbouwIn een recente studie naar de opkomst en het belang van sociale ondernemingen (waaronder stadslandbouw), heeft de Sociaal Economische Raad (SER, 2015) een kader ontwikkeld m.b.t. de diversiteit van typen ondernemingen. Dit kader is afgebeeld in figuur 2.1 hieronder. Het

speelveld bestaat uit veel verschillende soorten bedrijven en organisaties die (mede) een maatschappelijk doel nastreven. De typen sociale ondernemingen zijn in kaart gebracht door ze op een continuüm te plaatsen. Aan de linkerkant van het continuüm bevinden zich ondernemingen die louter maatschappelijke impact beogen, zoals verduurzaming of sociale cohesie. Het zijn vaak ondernemingen die zijn opgezet vanuit een bewonersinitiatief en draaien doorgaans voornamelijk op subsidies en donaties. Aan de geheel andere kant van het continuüm bevinden zich de ondernemingen waarbij de financiële waarde voorop staat. Deze ondernemingen genereren voornamelijk inkomsten uit marktstransacties (bv. verkoop van producten of diensten) en lijken meer op reguliere bedrijven. Wel is maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) opgenomen in de kern van het bedrijf, bijvoorbeeld door biologische productie of toepassing van energie uit hernieuwbare bronnen. Tussen deze twee uitersten bevindt zich een heel scala aan sociale ondernemingen die aspecten van beide typen combineren. Deze ‘hybride’ ondernemingen genereren soms zowel inkomsten uit subsidies en donaties, als uit markttransacties zoals verkoop van voedselproducten. Het nut van dit continuüm is om de grote diversiteit aan sociale ondernemingen in kaart te brengen en zo meer grip te krijgen op de verschillende vormen. Gezien de relevantie

Figuur 2.1 Typen sociale ondernemingen (Bron: SER 2015)

maatschappelijke waardeFinanciële waarde

Burger- initiatief/maatschappelijk middenveld

Sociale ondernemingen ‘Reguliere’ bedrijven

Puur subsidies en donaties Deel inkomsten uit markt-transactiesGeen of beperkte winstdoelstelling

Grootste deel inkomsten markt-transacties MVO in kern bedrijf

Louter maatschappelijke impact Maatschappelijke impact voorop Financiële waarde voorop

Page 11: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

11Stadslandbouw Gemeente Rotterdam

en toepasbaarheid van dit continuüm in de context van stadslandbouw ondernemingen, wordt de figuur ook in dit onderzoek toegepast. 2.1.2. Business modellen stadslandbouwHet business model van een onderneming beschrijft hoe een bedrijf waarde creëert voor een klant (in de brede zin van het woord) en hoe zij zich die waarde toe-eigent (Bakker et al., 2012). Ook geeft het business model inzicht in hoe de onderneming een rendabele bedrijfsvoering realiseert, door de verhouding tussen de kosten en de baten weer te geven. Het in kaart brengen van het business model van een stadslandbouw onderneming geeft dan ook inzicht in hoe de primaire activiteiten zich verhouden tot de kosten en baten (verdienmodel). De toepassing van het business model concept is reeds aangetoond in studies van Van der Schans (2015) en Metaal et al. (2013). Osterwalder en Pigneur (2010) onderscheiden negen bouwstenen van een business model. Deze bouwstenen en de potentiele relatie met stadslandbouw worden hieronder beknopt besproken.

Waarde propositieGeeft aan welk product of welke dienst wordt geleverd om op de klantvraag in te spelen. Iedere waarde propositie is uniek en sterk afhankelijk van de doelgroep die men met het innovatieve product of dienst wil bereiken. In het geval van stadslandbouw kan het volgens Van der Schans (2015) gaan om een breed palet aan producten en/of diensten, zoals: voedsel, recreatie, sociale plek, leerwerkplek, educatie en zorg.

KlantensegmentHet klantensegment definieert de klanten die je wilt bereiken met je waarde propositie. Voor een rendabel business model is het dan ook een belangrijke voorwaarde

dat deze twee bouwstenen naadloos op elkaar aansluiten. Net als bij de waarde propositie het geval is, bestaat er een grote variëteit aan klantensegmenten die stadslandbouw initiatieven willen bedienen. Uit de studie van Bronsveld (2014) blijkt dat het kan gaan om o.a.: buurtbewoners, kinderen, werklozen, sociaal zwakkeren, ouderen en gehandicapten. Klant moet in deze context dan ook breed worden opgevat. Het gaat in ieder geval om de mensen waarop de diensten/producten van het initiatief zijn gericht.

KlantrelatiesDeze bouwsteen betreft het type relaties dat een onderneming met de klanten wil en hoe deze relaties onderhouden kunnen worden. Drie aspecten zijn volgens Bakker et al (2012) van belang: de reach (het aantal klanten dat een bedrijf kan benaderen), de richness (de mate van interactie tussen het bedrijf en de klant) en tot slot de affiliation (de robuustheid van de klantrelatie). De indruk die uit de diverse verkennende studies m.b.t. stadslandbouw naar voren komt, is dat het doorgaans gaat om rijke en robuuste klantrelaties. Er is een hoge mate van interactie tussen de klant en het stadslandbouw initiatief. Gezien de urbane omgeving is de potentiële reach enorm, maar hoe deze in de praktijk tot uiting komt is nog een vraag. Mogelijk is hier nog ruimte voor ontwikkeling en investering (bijv. marketing en promotie).

KlantkanalenHoe komt het product/dienst bij de klant? Deze vraag komt aan de orde bij de bouwsteen klantrelaties. Voor veel stadslandbouw initiatieven geldt dat de producten/diensten op de betreffende locatie worden verstrekt. Voor diensten (bijv. zorg en educatie) is dat ook de enige optie. In het geval van voedsel bestaat ook de mogelijkheid om bijv. online producten de te leveren, dan wel via retail of horeca (LEB, 2015).

Page 12: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

12 Economisch onderzoek

KernactiviteitenHiermee worden de activiteiten bedoeld die de initiatiefnemer moet organiseren om het concept tot stand te brengen. Bij stadslandbouw kan het dan gaan om (Bronsveld, 2014): voedselproductie, verkopen, begeleiding, doceren, verzorgen, landschapsbeheer en promotie. De benodigde activiteiten hangen nauw samen met wat nodig is om de eerdere bouwstenen in het verdienmodel te realiseren.

MiddelenOm de ambities ten behoeve van stadslandbouw te realiseren zijn middelen nodig. Middelen worden doorgaans getypeerd als goederen die schaars zijn en waarin geïnvesteerd dient te worden (Bakker et al (2012). Het kan dan gaan om middelen als: kantoor, grond, kas, loods of machines. De Grip et al (2012) constateerde daarnaast dat voor duurzame initiatieven de volgende middelen veelal cruciaal zijn: (1) netwerken, (2) tijd, geld, ruimte en kennis, (3) ondernemerschap en (4) eigendomsrechten. Een duurzame toegang tot deze middelen zorgt voor een meer stabiele onderneming en evenwichtig verdienmodel.

PartnerschappenZelfs voor grote ondernemingen is het tegenwoordig noodzakelijk om samenwerkingsverbanden te smeden, bijvoorbeeld om toegang tot een nieuwe markt te verkrijgen. Voor stadslandbouw initiatieven – die doorgaans met beperkte middelen opereren (LEB, 2015) – geldt dit wellicht nog sterker. Daarbij dient men rekening te houden met belangen (wijzen de neuzen dezelfde richting uit?) en de rolverdeling (wie brengt welke middelen in?). Uit Bronsveld (2014) blijkt dat initiatieven in Rotterdam dan ook met diverse partijen samenwerken, zoals: gemeente, woningcorporaties, vastgoedbedrijven, voedselbanken, buurtorganisaties, zorginstellingen, scholen en goede doelen.

KostenstructuurDe keuzes die zijn gemaakt bij iedere voorgaande bouwstenen hebben uiteraard hun uitwerking op de kostenstructuur van het business model. Sommige afzetkanalen kosten meer dan andere en specifieke middelen die moeten worden ontwikkeld vereisen hogere investeringen dan gangbare middelen. Volgens De Grip et al (2012) gaan veel duurzame waarde proposities gepaard met hogere kosten c.q. investeringen ten opzichte van gangbare proposities. Een exploitatie- en investeringsbegroting geven inzicht in de financiële middelen die benodigd zijn om het initiatief te realiseren. Kapitaalverstrekkers, maar ook sommige afnemers, partners en subsidieverstrekkers zullen hier daarom naar vragen. De case Voedseltuin Rotterdam in het onderzoek van Abma et al (2013) geeft een doorkijkje in de belangrijkste kosten van dit initiatief, namelijk: personeelskosten (veruit grootste post), locatie, activiteitenkosten en vrijwilligerskosten. Uiteraard kan

dit weer geheel anders zijn voor overige initiatieven; afhankelijk van bijv. de waarde propositie en de activiteiten.

OpbrengstenBeschrijft hoe de opbrengsten in het business model worden gegenereerd. Hieruit vloeit de omzet en de winstgevendheid voort. Daarmee is dit aspect niet alleen een bouwsteen in het totale model, maar ook een prestatie-indicator. Is de verhouding tussen de kosten- en de opbrengstenstructuur negatief, dan is dat een belangrijk signaal dat er aanpassingen in het concept doorgevoerd moeten worden (Bakker et al, 2012). Bij stadslandbouw wordt omzet gegenereerd uit de verkoop van producten. Echter, veel initiatieven behalen meer omzet met vergoedingen voor bijv. educatie, activeren, zorg of beheer. Daarnaast zijn veel initiatieven afhankelijk van subsidies vanuit de overheid (LEB, 2015). Tot slot zijn enkele initiatieven succesvol met het binnenhalen van sponsoren vanuit commerciële partijen (Bronsveld, 2014).

SyntheseDoor het business model van een stadslandbouw initiatief in kaart te brengen met de bovenstaande bouwstenen, kan inzicht worden verkregen in hoe stabiel de bedrijfsvoering is. Een business model waarbij de baten voor langere tijd niet toereikend zijn om de kosten te dragen, is doorgaans niet duurzaam. Dat geldt ook voor modellen die in hoge mate op overheidssubsidies zijn gebaseerd. Cruciaal voor een succesvol business model is niet zozeer de sterkte van de afzonderlijke bouwstenen, maar de samenhang en logische relaties tussen de bouwstenen (Bakker et al, 2012).

Page 13: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

13Stadslandbouw Gemeente Rotterdam

2.2 Verdienmodel en economische waarde

2.2.1. Het verdienmodelDe laatste twee bouwstenen van het business model die hierboven zijn besproken, vormen de kern van het verdienmodel van de onderneming. Het verdienmodel geeft de verhouding tussen de kosten en de baten weer en verschaft inzicht in hoeverre deze in balans met elkaar zijn. De uitkomst van een verdienmodel (winst of verlies?) wordt dan ook wel als de prestatie-indicator van het totale business model beschouwd. Immers, een verdienmodel dat gedurende een lange periode negatieve resultaten weergeeft is waarschijnlijk niet duurzaam in economisch opzicht. Ten behoeve van het onderzoek is het verdienmodel van de 9 ondernemingen afzonderlijk onderzocht. Deze informatie is echter om privacy redenen vertrouwelijk en alleen de bedrijfsinformatie van de ondernemingen tezamen worden in deze rapportage in beeld gebracht. Tabel 2.2 hiernaast geeft deze uitsplitsing weer en bevat een toelichting wat onder iedere categorie valt.

2.2.2. Economische waardeDe som van alle inkomsten van de 9 onderzochte stadslandbouw ondernemingen vormt een indicatie van de economische waarde die met deze initiatieven wordt gegenereerd. Deze kunnen beleidsmakers gebruiken voor de vergelijking van stadslandbouw met andere vormen van sociaal ondernemerschap of om in de toekomst economische ontwikkelingen te monitoren. Verder kan de winstgevendheid van stadslandbouw worden berekend door de kosten af te trekken van de inkomsten.

Tabel 2.2 Toelichting componenten verdienmodel

KOSTEN Toelichting

Personeelskosten Loonkosten voor personeel en/of vergoedingen voor vrijwilligers.

Managementkosten Managementvergoeding voor de ondernemers.

Kostprijs omzet De variabele kosten die worden gemaakt voor de productie van tuin- en landbouwproducten. Bijv.: zaden, grond, stekken, etc.

Overig Alle overige kosten, zoals vaste kosten voor huur, gas, water en licht.

Totaal De totale kosten gemaakt in een jaar.

Tabel 2.2 Toelichting componenten verdienmodel

INKOMSTEN Toelichting

Productie Alle inkomsten die worden gegenereerd met de productie en verkoop van voedsel en/of sierteelt. Dit totaal wordt hieronder uitgesplitst in twee subcategorieën.

Voedselproductie Rechtstreekse omzet uit voedselproductie door bv. verkoop aan particulieren of levering aan retail/handel

Productie overig Overige inkomsten uit productie, zoals: omzet uit horeca, theehuis, terras, etc.

Projecten Inkomsten uit activiteiten zoals: workshops, rondleidingen, groenbeheer, activeringen en zorg

Fondsen Inkomsten uit de toekenning van fondsen, zoals: Job Durafonds, FondsDBL, Skanfonds en Stichting Doen.

Subsidies Inkomsten uit de toekenning van gemeentelijke subsidies, zoals een subsidie voor de huur van het terrein.

Overig lle overige inkomsten, zoals: donaties, sponsoring, lidmaatschap en bijdrage vanuit woningcoöperaties.

Totaal De totale inkomsten in een jaar.

2.3 Sociaal-maatschappelijke impactStadslandbouw kan niet los worden gezien van de sociaal-maatschappelijke impact die alle ondernemers willen realiseren met hun project. Abma et al (2013) zetten in hun Maatschappelijke kosten-batenanalyse van stadslandbouw diverse maatschappelijke baten uiteen, namelijk: gezondheidsbaten, werkgelegenheidsbaten, leefbaarheidsbaten en vermeden kosten gemeente (bijv. groenonderhoud). In het kader van dit onderzoek zullen de maatschappelijke baten per onderneming worden benoemd, maar ze worden niet kwantitatief in kaart gebracht. Dat vergt een MKBA-studie zoals Abma et al (2013) hebben uitgevoerd en valt buiten het bestek van dit onderzoek. Uitzondering vormen de baten uit activering en re-integratie van stadslandbouw; hierover zijn wel aanvullende data verzameld. Hieronder volgt een beknopte uiteenzetting van iedere activiteit en het bijbehorende gemeentelijke beleid .

Page 14: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

14 Economisch onderzoek

ActiveringVoor de Gemeente is het activeren van mensen – zorgen dat bewoners van Rotterdam een nuttige dagbesteding hebben en zich ontwikkelen – een doel op zich. Gedachte hierachter is dat een actieve bewoner gelukkiger en gezonder in het leven staat. Een activeringstraject zal, gezien de situatie op de arbeidsmarkt, echter niet automatisch leiden tot een betaalde baan. Belangrijk in dit kader is de Participatiewet van het huidige kabinet.

Een definitie van activering die aansluit bij het huidige beleid van de Gemeente Rotterdam is: “Het opheffen van belemmeringen en het versterken van persoonlijke competenties van mensen zonder werk of een zinvolle dagbesteding, gericht op een verhoogde participatie in de samenleving” (Bron Wezo, bewerking TBT). Deze definitie zal in dit onderzoek worden gehanteerd om de impact van stadslandbouw-ondernemingen te peilen.

Re-IntegratieRe-integratie is een traject waarbij iemand wordt begeleid van geen werk naar werk. Het resultaat van re-integratie is een betaalde baan. Het cluster Werk & Inkomen schakelt hiervoor vooral lokale bureaus in, zoals Factor M en Magis010.

SyntheseVoor het in kaart brengen van de resultaten uit activiteiten op het vlak van activering en re-integratie is de volgende tabel gebruikt:

Activering en re-integratie, 2014

Indicator Aantal

Vrijwilligers #

Activeringen #

Re-integratie #

2.4 Groeipotentieel, voorwaarden en beleidDe eerste vraag die zal moeten worden gesteld is of een initiatief überhaupt wil groeien. Sommige bedrijven kiezen ervoor om met opzet klein te blijven, bijvoorbeeld vanuit een familieachtergrond of een winstgevende nichemarkt. Ondernemingen die daarentegen willen groeien en professionaliseren lopen tegen de volgende voorwaarden aan (Syntens, 2013):- Strategie: wat is de ambitie, missie, visie en wat zijn concrete doelen voor de toekomst?- Organisatie en processen: is er sprake van een ondernemende organisatie?

- Cultuur: is er focus op de toekomst en externe gerichtheid?- Vaardigheden: kan het management motiveren, inspireren en laten leren?- Kennis en technologie: in hoeverre heeft de onderneming toegang tot externe kennis?- Financiering: zijn er voldoende bronnen voor financiering? Welke winst kunnen investeerders verwachten?- Genereren ideeën: is er voldoende kennis en creativiteit aanwezig om nieuwe mogelijkheden te zien?- Concretiseren ideeën: zijn er activiteiten en middelen om de kansen om te zetten in concrete proposities?- Vermarkten: hoe goed is de onderneming op de hoogte van de wensen en behoeften van de (potentiële) afnemer?- Exploitatie: is de onderneming in staat om geld te verdienen met het initiatief? Kan het tot de gewone bedrijfsvoering gaan behoren?

De Grip et al (2012) voegt daar de volgende randvoorwaarden aan toe voor duurzame initiatieven:- Omgeving: kan het concept concurreren met de gangbare alternatieven? Past het initiatief bij een nieuwe trend of ontwikkeling?- Ondernemerschap: heeft de ondernemer doorzettingsvermogen en durf om kansen te pakken, naast bewustzijn van eigen kwaliteiten & beperkingen?- Samenwerking: is men in staat om te leren van andere ondernemers of stakeholders? Kan men onderling begrip creëren en initiatieven afstemmen?- Vertrouwen: kan de ondernemer een vertrouwensrelatie opbouwen met andere ondernemers of stakeholders? - Samenhang: zijn alle onderdelen van het verdienmodel met elkaar in samenhang?

Rol gemeenteBijzondere aandacht in de studie zal uitgaan naar de struikelblokken die ondernemers ervaren bij het contact met de gemeente en overige overheidsinstanties, zoals belemmeringen bij wet- en regelgeving. Welke eisen komt men tegen en waar loopt men op vast? Aspecten die aan de orde zullen komen zijn: aanbestedingen (bv. voor welzijn), regelgeving (bv. m.b.t. groenvoorzieningen of bestemmingsplan), proces (bv. hoeveelheid aan te leveren informatie). Deze aspecten zijn vanuit de ondernemers aangegeven en niet getoetst op wederhoor bij de Gemeente Rotterdam. Het betreft dus nadrukkelijk het perspectief op het gemeentelijke beleid vanuit de ondernemers.

Page 15: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

15Stadslandbouw Gemeente Rotterdam

3. Stadslandbouw ondernemingen

In figuur 3.1 is het SER-model (SER, 2015), zoals besproken in het vorige hoofdstuk, toegepast op de onderzochte stadslandbouw ondernemingen. Wat opvalt is dat alle typen stadslandbouw in Rotterdam zijn vertegenwoordigt. Zo zijn er twee initiatieven waar de maatschappelijke impact voorop staat, namelijk het Ontmoetingsplein en Voedselbos Vlaardingen (zie bijlagen 4 en 5). Zij zijn voor inkomsten afhankelijk van subsidies en donaties. Het grootste aantal ondernemingen combineert inkomsten uit markttransacties met inkomsten uit subsidies en fondsen. Zij kunnen worden gekenmerkt als sociale ondernemingen. Stadslandbouw is voor deze ondernemingen een middel om maatschappelijke doelen te bereiken, zoals activeren, sociale cohesie en verduurzaming. Veel sociale ondernemingen hebben geen of een beperkte winstdoelstelling en maatschappelijke impact is een prioriteit. Aan de andere kant van het continuüm staan de ondernemingen bij wie de financiële waarde voorop staat. Het grootste deel van de omzet bestaat uit inkomen uit land- en tuinbouwproductie. MVO behoort wel tot de kern van het bedrijf, hetgeen terugkomt in bijv. duurzame productieprocessen en personeelsbeleid. In dit hoofdstuk komen de onderzochte stadslandbouw ondernemingen aan de orde, aan de hand van een casebeschrijving. Allereerst komen de ondernemingen aan

bod met een nadruk op financiële waarde, gevolgd door ondernemingen waarbij maatschappelijke waarde voorop staat.

3.1 Case RotterZwam

De ondernemingHet boek De Blauwe Economie van Gunter Pauli – over hergebruik van afval - was voor initiatiefnemers Siemen Cox en Mark Slegers de inspiratiebron achter het concept van RotterZwam. Gevestigd in de kelderruimte van het failliete zwemparadijs Tropicana, worden hier op een substraat van koffiedik en koffieschilletjes oesterwammen gekweekt. Geheel volgens het concept van de circulaire economie is er sprake van een kringloop; het koffiedik wordt opgehaald bij lokale horeca en nadat er oesterzwammen op gekweekt zijn wordt het product per bakfiets weer afgeleverd bij dezelfde horeca. Daarnaast hebben inmiddels enkele restaurants, een lokale Plus supermarkt, Rechtstreex en een banketbakker de producten van RotterZwam ontdekt. Van de resten van het substraat wordt vervolgens compost gemaakt waarmee tuinen bemest kunnen worden.

Figuur 3.1 Typen stadslandbouw in Rotterdam

Page 16: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

16 Economisch onderzoek

Sinds de start in 2013, biedt RotterZwam (rechtsvorm: corporatie U.A.) diverse producten en diensten aan haar afnemers. Naast de hierboven genoemde oesterzwammen, verkoopt het initiatief ook een growkit waarmee particulieren hun eigen koffiedik kunnen omzetten in oesterzwammen. Ook zijn in samenwerking met banketbakker Van der Heijden oesterzwam kroketten en bitterballen ontwikkeld. Diverse horeca gelegenheden hebben deze producten inmiddels op de kaart staan. Daarnaast biedt RotterZwam activiteiten aan zoals lezingen, rondleidingen, een locatie voor workshops en educatie.

Over promotie heeft men niet te klagen, vanwege het innovatieve karakter van het concept krijgt het initiatief veel aandacht in de media en heeft men diverse ondernemersprijzen in de wacht gesleept. Dat heeft voor naamsbekendheid gezorgd onder de doelgroepen van RotterZwam, van particulieren tot horeca en retail in de omgeving van Rotterdam. “Samenwerken is het nieuwe concurreren” in de blauwe economie en het motto van RotterZwam, dus werkt het initiatief daar waar interessant samen met andere partijen, zoals de landelijke paddenstoelen vereniging.

Het verdienmodelOm de productie van oesterzwammen mogelijk te maken hebben de initiatiefnemers in 2013 kweekruimtes en teelttechnieken bij Tropicana gerealiseerd. Met twee crowdfunding acties werd aanvullende financiering opgehaald, waarvoor o.a. een mengmachine is aangeschaft. Dankzij creatief gebruik van bestaande faciliteiten – zoals stoelen en tafels – zijn overige investeringen beperkt gebleven.

Activering en re-integratie, 2014

Indicator Aantal

Vrijwilligers 8

Activeringen -

Re-integratie 2

Het exploitatie resultaat van RotterZwam is als volgt samengesteld. De voornaamste inkomensbron in het afgelopen jaar was de verkoop van de growkits. Deze zijn een groot succes gebleken en worden vooral verkocht aan particulieren. Ook de verkoop van de oesterzwammen droeg bij aan de omzet. Verder genereert RotterZwam inkomsten uit het bieden van leerwerkplekken en het geven van workshops. De kosten die hier tegenover stonden waren voor een belangrijk deel op het vlak van personeel en managementkosten. De inkoopwaarde van de omzet bleef beperkt en bestond voornamelijk uit paddestoelenbroed. Een andere belangrijke kostenpost voor RotterZwam zijn de vaste lasten, zoals huur en gas/elektra. Sociale impactDe voornaamste maatschappelijke bijdrage van RotterZwam ligt op het vlak van werk en dagbesteding. Naarmate het initiatief groeit, biedt het nieuwe werkgelegenheid, stageplekken en ruimte voor vrijwilligers. Momenteel zijn er circa 8 vrijwilligers bij het initiatief betrokken die een uiteenlopende achtergrond hebben – zowel mensen met een baan als met een uitkering. Vanuit de pool van vrijwilligers zijn er inmiddels twee mensen aangenomen voor een functie in de productie van oesterzwammen. RotterZwam draagt daarnaast bij aan

Page 17: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

17Stadslandbouw Gemeente Rotterdam

Voorwaarden groeipotentieel

Voorwaarden Toelichting

Externe ontwikkelingen

Stroomlijning procedures vergunningen en experimenteerruimte voor nieuwe activiteiten als visteelt

Strategisch Doorgaan met onderscheidend circulair concept dat toegevoegde waarde creëert voor de partners en stakeholders van RotterZwam

Organisatie Hogere eisen m.b.t. coördinatie en aansturing medewerkers

Vaardigheden Creativiteit omzetten in concrete rendabele business cases, plus professionele vaardigheden op het vlak van administratie, promotie en sales

Financiering Aantrekken risicodragend vermogen voor financiering van nieuwe activiteiten

Ondernemerschap Ontwikkeling nieuwe product-marktcombinaties met circulaire concepten

Samenwerking Effectieve samenwerking cruciaal in een circulaire economie. Partners tijdig betrekken bij ontwikkeling nieuwe activiteiten

een andere maatschappelijke wens, namelijk het realiseren van een lokale voedselproductie in de stad en circulaire economie.

GroeipotentieelDe ondernemers van RotterZwam zijn met verschillende plannen bezig om het initiatief verder te doen groeien. Zo is men bezig met de ontwikkeling van een mobiele kweekruimte in een container. De kweek van paddenstoelen en oesterzwammen kan op deze manier buiten Tropicana plaatsvinden, hetgeen meer de functie van een showcase gaat krijgen. Om deze investering mogelijk te maken zijn de ondernemers in gesprek met verschillende investeerders die het geloof in een circulaire economie van RotterZwam delen; zogenaamde impact-investeerders. Met de financiële impuls zal men aanvullend personeel gaan aantrekken om de innovaties verder te ontwikkelen, alsmede personeel op het vlak van productie, administratie en sales.

Op het vlak van wet- en regelgeving loopt RotterZwam tegen belemmeringen aan die de ambities van de ondernemers frustreren. Men moet doorgaans lang wachten op vergunningen voor nieuwe activiteiten, zoals de verwerking van afval. Een initiatief om de kweek van oesterzwammen te combineren met visteelt bleek niet te combineren met het lokale bestemmingsplan, hetgeen de locatie nog steeds bestemt als zwembad en horeca-locatie. Stroomlijning van procedures en ruimte voor experimenten zou RotterZwam helpen bij het realiseren van haar ambities. Daarnaast zou de Gemeente Rotterdam lokale voedselproductie nog beter kunnen ondersteunen door vaker als klant van een initiatief als Rotterdam op te treden. De overheid zou hierbij een voorbeeldfunctie kunnen hebben richting bijvoorbeeld het bedrijfsleven.

Page 18: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

18 Economisch onderzoek

3.2 Case Uit je eigen stad

De ondernemingUit je eigen stad is een initiatief van Johan Bosman, Bas de Groot en Huibert de Leede. Samen werden zij in 2009 geïnspireerd door de Amerikaanse versie van stadslandbouw, waarbij de voedselketen weer dichter bij de stedelijke mens gebracht wordt. Ook kon zo worden ingespeeld op de trend bij consumenten om bewuster bezig te zijn met wat je eet en waar je voedsel vandaan komt. Uiteindelijk heeft dit geleid tot stadsboerderij Uit je eigen stad (BV), gelegen aan het Rotterdamse Marconiplein. De stadsboerderij heeft een omvang van twee hectare en in een grote loods worden groente, fruit en paddenstoelen verbouwd. Ook worden er kippen gehouden en vindt er viskweek plaats. De oogst wordt vervolgens verwerkt in het eigen restaurant en verkocht op de Uit Je Eigen Stadsmarkt. Verder vinden er regelmatig workshops, rondleidingen, proeverijen en kinderactiviteiten op het terrein plaats.

Met Uit je eigen stad hopen de ondernemers een zo breed mogelijk publiek naar de stadsboerderij te trekken. Momenteel trekt het initiatief voornamelijk de ‘sociaal creatieven’, mensen die bewust met eten en verduurzaming bezig zijn en met een bovenmodaal inkomen. Het is tot nu toe moeilijk gebleken om de onderste laag van de samenleving met het initiatief te bereiken. Dit is volgens de ondernemers mede een consequentie van de ambitie om een rendabele onderneming te runnen, waardoor marktconforme prijzen gehanteerd moeten worden. Uit je eigen stad doet veel aan promotie en communicatie om het publiek te trekken en heeft hiervoor ook specifiek iemand ingehuurd. Er wordt met name via Facebook en Twitter gecommuniceerd over de activiteiten op en rondom de stadsboerderij.

Het verdienmodelWat de exploitatie betreft vormen de personeelskosten grootste kostenpost, waaronder ook de managementkosten vallen. Daarnaast worden er kosten gemaakt vanwege de inkoop van goederen die niet uit de eigen tuin komen (bv. wijn) en zijn er vaste lasten (bv. gas, water en licht). Daartegenover staan inkomsten uit productie, welke voornamelijk afkomstig zijn uit het restaurant. Ongeveer 15% van de omzet komt uit rechtstreekse verkoop van de oogst, bijvoorbeeld via de markt. Verder worden er inkomsten gegenereerd met het geven van workshops over koken en duurzaam voedsel. Tot nu toe is het initiatief nog niet rendabel geweest; de kosten waren hoger dan de omzet. Deze tekorten waren vooraf ingecalculeerd zijn opgevangen dankzij giften van Stichting Doen en

door investeringen uit te stellen. De verwachting van de ondernemers is dat Uit je eigen stad in 2015 winstgevend gaat zijn.

Sociale impactHet is de ondernemers bij dit project voornamelijk te doen om het bewust maken van mensen van de herkomst van hun eten. Uit je eigen stad wil de band tussen de stedeling en zijn voedsel versterken. Daarnaast vindt men een duurzame voedselproductie belangrijk. De oogst op de stadsboerderij is biologisch, maar er is geen SKAL-certificaat aangevraagd. Dat zou teveel administratief werk zijn en veel geld kosten, maar niet genoeg toevoegde waarde opleveren. Verder zorgt Uit je eigen stad ervoor dat het gebied aantrekkelijker wordt, doordat de buitenruimte nu beter wordt onderhouden. Educatie voor scholen over gezond eten leidt ertoe dat kinderen beter weten waar hun eten vandaan komt.

Activering en re-integratie, 2014

Indicator Aantal

Vrijwilligers 40

Activeringen -

Re-integratie -

GroeipotentieDe ondernemers van Uit je eigen stad hebben ambities om het concept uit te breiden naar vier andere steden, zodat ook daar consumenten bewust gemaakt kunnen worden over de herkomst van hun voedsel. Daarnaast heeft men plannen voor nieuwe activiteiten op de vestiging in Rotterdam. Zo kijkt men naar de mogelijkheden om hop te verbouwen en hiervan eigen bier te brouwen. De belangrijkste voorwaarde om deze potenties te verwezenlijken is financiering. Uit je eigen stad is op zoek naar kredieten met een lagere rente om de groei te kunnen financieren. Daarnaast is het van belang dat er vanuit consumenten behoefte is om lokale voedselproductie te proeven en te ervaren. Deze behoefte is in Rotterdam aanwezig, maar marktomvang laat momenteel geen ruimte voor een tweede locatie. Verder is de ervaring van de ondernemers dat – om een duurzaam rendabel bedrijf te realiseren – professionele kennis en ervaring benodigd is voor specifieke activiteiten, zoals productie, horeca en promotie.

Page 19: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

19Stadslandbouw Gemeente Rotterdam

Voorwaarden groeipotentieel

Voorwaarden Toelichting

Externe ontwikkelingen

Stroomlijning procedures vergunningen en experimenteerruimte voor nieuwe activiteiten

Strategisch Het ontwikkelen van de juiste balans tussen verduurzaming voedselproductie en financiële haalbaarheid

Organisatie Uitbouwen organisatie voor opzetten nieuwe locaties

Vaardigheden Professionele competenties promotie en horeca aanwezig

Financiering Aantrekken risicodragend vermogen voor financiering van nieuwe activiteiten

Ondernemerschap Ontwikkeling nieuwe product-marktcombinaties met duurzame concepten

Samenwerking Verkennen mogelijkheden voor partnerships in andere steden, om zo afzet en toelevering veilig te stellen

Momenteel heeft Uit je eigen stad een prima relatie met de Gemeente Rotterdam. Zeker in het begin was het voor beide partijen een lastige situatie. De ondernemers kregen te maken met regels rondom afval die eigenlijk van toepassing waren op gangbare landbouwbedrijven (bv. mestwetgeving). Dankzij de medewerking en creativiteit van enkele ambtenaren en de wethouder kon het project toch ontwikkeld worden. Bij iedere nieuwe activiteit, zoals viskweek, is het echter weer veel werk om de benodigde vergunning te verkrijgen en moet de onderneming een beroep doen op haar contacten bij de Gemeente.

Page 20: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

20 Economisch onderzoek

3.3 Case Stadskwekerij Magis010

De ondernemingIn 2014 heeft Magis010 de stadskwekerij overgenomen van de Gemeente Rotterdam. Magis010 is een sociale onderneming met als rechtsvorm een besloten vennootschap, gericht op mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Door een meer bedrijfsmatige aanpak zag men mogelijkheden om de stadskwekerij rendabel te maken. Hiervoor heeft Magis zichzelf een termijn van vier jaar gegeven. In het verleden is een winstgevende bedrijfsvoering niet gelukt. Het enige product was de Hedera (klimop) die voor de vaste afnemer Markman werd geproduceerd door de circa 90 mensen met een SW-indicatie. Wat niet werd opgekocht door Markman, werd voor lage prijzen afgezet op de veiling. Dit resulteerde in een verliesgevende exploitatie.

Om de inkomsten te verhogen heeft Magis verschillende maatregelen genomen. Zo is in 2015 de kas opgedeeld in twee ruimten: een deel waar meer diverse sierteelt wordt geproduceerd en een kleiner deel waar tomaten worden gekweekt. De teelt van tomaten en kruiden gebeurt in samenwerking met het stadslandbouw bedrijf Uit je eigen stad en worden via Rechtstreex verkocht op de lokale markt. Onder andere de Rotterdamse restaurants van Prorest nemen de producten af. Naast de circa 90 beschutte werkplekken voor mensen met een SW-indicatie, zijn er ook 90 werk ervaring plekken gecreëerd voor mensen met een WBB-uitkering. Ondanks alle inspanningen, kampte echter de productie van tomaten met technische problemen. Hierdoor werd niet de oogst gerealiseerd die men voor ogen had. Inmiddels is daarom besloten om het experiment met tomaten in 2016 niet door te zetten.

Het verdienmodelZoals hierboven beschreven, zijn in 2015 een aantal veranderingen doorgevoerd in het verdienmodel van de stadskwekerij, zoals de teelt van tomaten. In 2014 waren alle inkomsten nog afkomstig uit de sierteelt activiteiten. Belangrijke kostenposten van de stadskwekerij waren onder meer personeelskosten inkoopwaarde van de omzet en de vaste lasten (bv. huur, gas/elektra). Het doel van Magis is om binnen vier jaar de stadskwekerij break-even te laten draaien.

Sociale impactMagis010 wil met de stadskwekerij vooral een positieve maatschappelijke bijdrage leveren door mensen de mogelijkheid te geven om zichzelf te ontwikkelen. De filosofie is dat iedereen recht heeft op arbeid en dat actieve inwoners een positieve bijdrage aan de maatschappij kunnen leveren. Dankzij het werk bij de stadskwekerij kunnen mensen op zoek naar datgene waar ze goed in

Magis010 ziet mogelijkheden om andere gewassen in de stadskas te telen, bv. hennep. Voor alternatieve gewassen is het wel belangrijk dat de vereiste kennis en vaardigheden aanwezig zijn, of gemakkelijk aantrokken kan worden. Magis beschikt over een uitstekende verhouding met de Gemeente Rotterdam. De boodschap richting de Gemeente Rotterdam is dat men hoopt dat de gemeente goed kijkt naar de voordelen van externe uitbesteding. Commerciële bedrijven zijn in staat om bepaalde activiteiten minstens net zo goed uit te voeren als publieke organisaties. Daarnaast zouden gemeentelijke diensten kunnen leren van de ervaringen zoals die bij de stadskwekerij zijn opgedaan.

Activering en re-integratie, 2014*

Indicator Aantal

Vrijwilligers 180

Activeringen -

Re-integratie -

* geen, want beschutte werkplekken voor mensen zonder uitzicht op re-integratie.

zijn en voelen ze waardering. Ook leidt het soms tot herkenning, als ze in de buitenruimte of horeca een product tegenkomen waar ze zelf aan bijgedragen hebben. Aangezien het vooral gaat om beschutte werkplekken voor mensen zonder uitzicht op re-integratie, is de impact op de werkgelegenheidsbaten beperkt. Re-integratie is voor deze doelgroep geen doel.

Groeipotentieel

Page 21: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

21Stadslandbouw Gemeente Rotterdam

personeelskosten (de niet-Tuinmannen), huisvesting, kantoor en communicatie. De omzet is gegenereerd uit opdrachten vanuit de hierboven beschreven klanten, waaronder de gemeentelijke clusters, woningcorporaties en welzijnsorganisaties. Er worden geen inkomsten geworven uit fondsen.

Sociale impactAls verbinder tussen groen en sociaal kan de Tuinman werken aan de volgende sociale doelen:- Sociaal: door participatie van jongeren en vrijwilligers werken aan activering en re-integratie van wijkbewoners;- Veiligheid: door dagelijks onderhoud van de wijk werken aan een schoner en veiliger gevoel in de wijk;- Cohesie: door samen te werken aan onderhoud en inrichting, ontmoeten wijkbewoners elkaar en wordt eenzaamheid voorkomen;- Groen: kennis over groen, gezond en voedsel wordt met de wijkbewoners gedeeld.

De filosofie van Creatief Beheer is dat het concept van de Tuinman een preventieve werking heeft op diverse sociale problemen. De belangrijkste is dat door de combinatie van sociale interactie en een meer groene

3.4 Case Creatief Beheer

De ondernemingIn 2002 ontdekten Rini Biemans en Karin Keijzer de enorme sociale potentie met de inrichting van braakliggende terreinen in Rotterdam. De initiatiefnemers ontwikkelden het idee verder in achterstandswijken en uiteindelijk werd het concept de Tuinman ontwikkeld. Inmiddels is het initiatief uitgegroeid tot de sociale onderneming Creatief Beheer (VOF).

Samengevat gebruiken Tuinmannen tuinieren als metafoor om actief problemen in een wijk op te lossen. De Tuinmannen werken vraag gestuurd: ze gaan uit van de wensen en ideeën van de buurtbewoners. Ze verbinden groen en sociaal en hebben daardoor een positieve impact op diverse problemen in een wijk. Zo worden in iedere wijk groene plekken gecreëerd waar kinderen veilig kunnen spelen en leert de Tuinman de bewoners hoe zelf zorg te dragen voor de buitenruimte. Kennis en kunde over tuinieren wordt gedeeld met en tussen bewoners. Daarnaast stimuleert de Tuinman groepen mensen in een achterstandspositie (bijv. schoolverlaters, verslaafden, schuld- of gezondheidsproblemen) om de wijk te onderhouden. Op een natuurlijke manier worden sociale functies aangeleerd, krijgen ze waardering en leert men nieuwe mensen kennen.

De Tuinman kent in feite drie doelgroepen. In de eerste plaats de buurtbewoners in achterstandswijken die profiteren van een groenere en meer sociale omgeving. De tweede doelgroep wordt gevormd door de vrijwilligers die onder begeleiding van de Tuinman werken aan hun competenties en sociale omgeving. Tot slot richt Creatief Beheer zich op de opdrachtgevers die voor deze dienstverlening bereid zijn te betalen. Momenteel zijn de opdrachtgevers de drie clusters binnen de Gemeente Rotterdam (Stadsbeheer, Maatschappelijke Ontwikkeling en Stadsontwikkeling), wooncorporaties (o.a. Vestia), welzijnsorganisaties (o.a. DOCK) en bewoners zelf (bv. via participatiebudget).

De Tuinman kent een samenwerkingsverband met Hotspot Hutspot. Een gedeelte van de oogst uit de buurttuinen wordt in de restaurants van Hotspot Hutspot bereid tot een maaltijd.

Het verdienmodelDe sociale onderneming opereert vrijwel zonder activa op de balans. Grote investeringen zijn dus niet nodig geweest voor de realisatie van het concept de Tuinman. Wat de exploitatie betreft, is de grootste kostenpost de inhuur van de Tuinmannen en de bijbehorende kosten voor aanleg, materiaal en ontwerp van de tuinen. Overige kosten zijn

Page 22: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

22 Economisch onderzoek

wijk een grote impact op de gezondheid van mensen kan worden gerealiseerd. Daarmee zou ook een besparing op de zorgkosten mogelijk worden; kosten die in achterstandswijken doorgaans hoger liggen dan in de betere wijken.

De Tuinman heeft ongeveer 100 vrijwilligers, die op regelmatige basis meedoen. 38 daarvan hebben een officieel contract en werken 2 tot 3 dagen per week. Er zijn 4 vrijwilligers doorgestroomd naar betaald werk. Vaak verliep deze doorstroom in samenwerking met weer andere partijen (Reïntegratie, Dock). In een samenwerkingstraject

in de RETremise zijn 17 deelnemers geweest, waarvan 7 deelnemers naar betaald werk zijn uitgestroomd.

GroeipotentieelMet de Tuinman aanpak denkt Creatief Beheer een nieuw ontwikkelmodel gevonden te hebben voor diverse sociale problemen in achterstandswijken. Men denkt vooral effect te kunnen realiseren op de besparing van gezondheidskosten, naast diverse andere effecten zoals hierboven besproken. De inschatting van de initiatiefnemers is dat men een concurrentievoordeel heeft ten opzichte van gangbare organisaties/structuren, door tegen een relatief lage prijs voor de inhuur van Tuinmannen verschillende sociale problemen te tackelen. Het concept heeft dan ook potentieel om zowel binnen Rotterdam als daarbuiten te groeien.

Ondanks de potentie hebben zich in de afgelopen maanden financieringsproblemen voorgedaan bij Creatief Beheer. In diverse wijken waar de Tuinmannen al jaren actief waren, is de financiering stopgezet en heeft men zich uit de wijken moeten terugtrekken. Hiervoor worden verschillende redenen aangedragen. In de eerste plaats is Creatief Beheer met de reorganisatie van deelgemeenten naar gebiedsorganisaties haar contactpersonen kwijtgeraakt. Er moet dus een nieuw netwerk van potentiële opdrachtgevers worden opgebouwd. Daarnaast constateren de initiatiefnemers dat in beleidskringen van de Gemeente Rotterdam nauwelijks bekend is wat de Tuinman werkelijk doet en wat de resultaten zijn. Ook stelt men vraagtekens bij de daadwerkelijke bereidheid van de gemeente om tot een nieuwe benadering te komen voor sociale problematiek.

3.5 Case Natuurtalent

De ondernemingIn januari 2014 is de sociale onderneming Talentfabriek010 uit Rotterdam gestart met de stadsboerderij Natuurtalent. Gevestigd op het voormalige Berberis schooltuinencomplex in de wijk Schiebroek, vinden bij Natuurtalent diverse activiteiten plaats. Talentfabriek010 heeft als rechtsvorm een coöperatieve vereniging UA. Natuurtalent is één van de twee grote projecten die Talentfabriek010 beheert. Naast Natuurtalent heeft Talentfabriek010 in drie verschillende wijken wijkleerwerkplaatsen (o.a. kookateliers, naaiateliers en een sieradenwerkplaats). Tussen deze projecten ontstaat in toenemende mate interactie, bijvoorbeeld als producten uit het kookatelier die worden verkocht bij de stadsboerderij.

Voorwaarden groeipotentieel

Voorwaarden Toelichting

Externe ontwikkelingen

Toenemende vraag naar diensten die inspelen op preventie van sociale problemen

Strategisch Ontwikkelingen vertalen in een nieuwe strategie om de Tuinman te laten aansluiten op de behoefte in de markt

Organisatie Een nieuwe balans vinden tussen de externe omgeving van het concept enerzijds (de markt) en de interne organisatie anderzijds (bv. personeel)

Vaardigheden Communicatieve en marketing vaardigheden belangrijk om nieuwe opdrachtgevers te bereiken en te overtuigen

Financiering Winsten herinvesteren in conceptontwikkeling en promotie

Ondernemerschap Het identificeren van markten waar de waarde propositie van de Tuinman aansluit op de behoefte van opdrachtgevers

Samenwerking Onderzoeken nieuwe samenwerkingsverbanden met bedrijven/organisaties waar preventie een hot item is (bv. verzekeraars)

Activering en re-integratie, 2014

Indicator Aantal

Vrijwilligers 100

Activeringen -

Re-integratie 11

Page 23: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

23Stadslandbouw Gemeente Rotterdam

Natuurtalent is primair gericht op de groep Rotterdammers met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Voor deze mensen is het lastig om in één keer een stap richting een betaalde baan te maken. Dit initiatief biedt deelnemers activeringsplekken voor toeleiding naar leerwerktrajecten of een opleiding. Het kan gaan om deelnemers in het kader van arbeidsre-integratie, de maatschappelijke tegenprestatie (WWB/Participatiewet), of mensen die vrijwillig op zoek zijn naar een dagbesteding. Participatie aan de activiteiten bij Natuurtalent biedt deelnemers de volgende voordelen:- Ontwikkeling van arbeidsvaardigheden en structuur- Ontwikkeling van professionele vaardigheden en opdoen van relevante werkervaring- Persoonlijke ontwikkeling: social network, inzicht in eigen kwaliteiten en vaardigheden, volgen van een opleiding

De deelnemers worden ingezet voor een breed scala aan activiteiten. Uiteraard zijn er deelnemers werkzaam in de moestuin, maar ook bij diverse gerelateerde activiteiten zoals: het terras, evenementen (bv. feesten en Puurtalent markt), educatie en bedrijfsvergaderingen. De activiteiten worden georganiseerd voor zowel de wijkbewoners, als (afhankelijk van de activiteit) scholieren, bedrijven en senioren. Deze doelgroepen worden bereikt door de inzet van diverse communicatiemiddelen: advertenties in lokale krant, flyers en samenwerking met bewonersorganisaties.

Het verdienmodelStadsboerderij Natuurtalent is met weinig financiële middelen gerealiseerd. Zo is er creatief gebruik gemaakt van rommelmarkten om het terras en het theehuis in te richten. Om het gebied toegankelijk te maken voor senioren en gehandicapten is de infrastructuur op het

perceel aangepakt, zoals de wegen en de waterleidingen. Daarnaast is het gehandicapten toilet hersteld.

Uit het exploitatieresultaat blijkt dat de grootste kostenposten voor Natuurtalent de vergoedingen voor de deelnemers en de initiatiefnemers zijn. Andere belangrijke kosten zijn de vaste lasten en kosten voor inkoop van materialen (bv. zaden, gereedschap en drink- en etenswaren voor theehuis). De huur voor gebruik van de locatie werd betaald door Maatschappelijke Ontwikkeling . De kosten worden gecompenseerd door de inkomsten die de stadsboerderij genereerd. De inkomsten van het terras dragen substantieel bij. Daarnaast wordt er vooral omzet gemaakt met de verhuur en catering voor feesten, partijen en vergaderingen. Tot slot zijn er inkomsten vanuit het lidmaatschap dat de leden van de coöperatie betalen. In 2014 waren de inkomsten voor Natuurtalent dekkend en was er voor heel Talentfabriek010 een exploitatietekort van 30%. Dit tekort werd opgevuld met middelen uit landelijke fondsen, waaronder het Skanfonds.

Sociale impactDe gewenste sociale impact van Natuurtalent is vastgelegd in de statuten van de onderneming: “Het organiseren van projecten inzake empowerment en (arbeids) participatie. Mensen bewust maken van wat zij allemaal al kunnen en hen de middelen te geven deze kwaliteiten en vaardigheden verder te ontwikkelen en hen daarmee de middelen te geven hun eigen doelen te stellen”. Dit wordt bereikt door de deelnemers via werk in staat te stellen de maatschappelijke participatie te verhogen. In 2014 ging het in totaal om 30 deelnemers aan Natuurtalent. Het initiatief Natuurtalent zorgt niet alleen voor activering, maar realiseert ook impact op andere maatschappelijke

Page 24: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

24 Economisch onderzoek

realiseren, dus zou de Gemeente deze volgens Natuurtalent serieuzer moeten behandelen – bijv. door deze mee te nemen in de onderhandse aanbestedingsprocedures. Aan de kant van Natuurtalent is het belangrijk om een goed netwerk op te bouwen met potentiële opdrachtgevers en de waarde propositie helder te communiceren. Daarnaast vergt realisatie van het groeipotentieel het vermogen om een strategische visie te ontwikkelen en deze te vertalen naar de werkelijkheid.

Voorwaarden groeipotentieel

Voorwaarden Toelichting

Externe ontwikkelingen

Toegang tot maatschappelijke (onderhandse) aanbestedingsprocedures op het vlak van zorg en activering

Strategisch Ontwikkeling heldere toekomstvisie over hoe Natuurtalent bijdraagt aan maatschappelijke uitdagingen

Organisatie Hoe de organisatie zo te structureren dat groeiambities wordt verwezenlijkt

Cultuur Behoud van de huidige cultuur waar de deelnemers zich prettig voelen, met daarbij aspecten van een professionele organisatie (bv. targets) zodat opdrachten volgens afspraak worden uitgevoerd

Vaardigheden Zowel commerciële vaardigheden om de waarde propositie helder te communiceren, als diplomatieke vaardigheden om de juiste stakeholders te beïnvloeden

Financiering Inkomensstroom om nieuwe professionals aan te trekken en huursubsidie vanuit Cluster MO

Ondernemerschap Ontwikkeling strategische visie en vertaling richting huidige situatie

Samenwerking Nieuwe samenwerkingsverbanden aangaan met zowel publieke (gemeente, uitvoeringsorganisaties) als private partijen (bedrijven)

doelstellingen, zoals sociale cohesie en het creëren van ontmoetingsplekken in de wijk voor jong en oud, beperkt en niet beperkt. Daarnaast draagt het initiatief bij aan educatie op het vlak van groen en voedsel, door scholieren uit het regulier en het speciaal onderwijs bij de stadsboerderij te betrekken. Natuurtalent biedt praktijkstages aan de scholieren van twee vso scholen: het Schreuder college (cluster 4) en Het Rotterdam college (cluster 3). Een speciaal aandachtspunt bij Natuurtalent is activering van senioren uit de omliggende verzorgingshuizen van Laurens, Aafje en Humanitas. Tot slot is de stadsboerderij een plek waar buurtbewoners elkaar ontmoeten en met buurtgenoten in contact komen.

Activering en re-integratie, 2014

Indicator Aantal

Vrijwilligers 30

Activeringen 8

Re-integratie -

GroeipotentieelHet is voor Natuurtalent mogelijk om de huidige activiteiten uit te breiden. Het gaat dan om uitbreiding van het aantal deelnemers aan re-integratie en de maatschappelijke tegenprestatie. Daarnaast is men bezig met nieuwe activiteiten gericht op educatie en senioren. Het huidige terrein staat toe om de moestuin te laten groeien. Belangrijke voorwaarde voor Natuurtalent om deze kansen te verzilveren is de zekerheid over de beschikbaarheid van de huidige locatie. Momenteel wordt ieder jaar weer gesproken over het al dan niet kosteloos ter beschikking stellen van het terrein. Dat levert een hoop onzekerheid op bij de initiatiefnemers. Daarnaast is het voor groei noodzakelijk dat er een structurele geldstroom op gang komt op het vlak van zorg en activering. Natuurtalent wil daarbij erkend worden als zorgaanbieder en als zodanig kunnen meedoen aan de onderhandse aanbestedingen van de Gemeente (opdrachten tussen de 15k en 150k euro). Men denkt daarbij aan bijvoorbeeld trajecten voor de maatschappelijke tegenprestatie, dagbestedingen vanuit welzijn/zorg en groendonderhoud in de wijk.

De perceptie bij de initiatiefnemers van Natuurtalent is dat gevestigde partijen (zoals DOCK) automatisch onderhandse aanbestedingen, die vaak betrekking hebben op de kleinere maatschappelijke projecten in de wijk, krijgen toegekend. Bestaande projecten die vanuit de samenleving zijn opgezet zouden juist een hoge maatschappelijke impact kunnen

Page 25: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

25Stadslandbouw Gemeente Rotterdam

meeste vrijwilligers zijn afkomstig uit de directe omgeving van het initiatief. Daarnaast vinden er veel school- en bedrijfsbezoeken plaats en onderzoek met studenten. De initiatiefnemers hopen zo met de Voedseltuin ook een bijdrage te leveren aan een gezonde stad.

Samengevat omschrijft men de waarde propositie van de Voedseltuin als: “het ontwikkelen van sociale, ecologische en mentale ‘skills’ in het groen; het gezamenlijk bijdragen aan een goed doel, het werken aan eigen gezondheid en de gezondheid van de stad”. Deze propositie tracht men te laten aansluiten bij de klantsegmenten zoals de vrijwilligers, Cluster Maatschappelijke Ontwikkeling, scholen, bedrijven en buurtorganisaties. Tot op heden is er weinig promotie nodig geweest om de reach van het initiatief te vergroten; er zijn gedurende het jaar voldoende vrijwilligers die op de tuin afkomen. Dit mede vanuit instanties zoals reclassering, NAS (dak- en thuislozen) en Palier (verslaafdenzorg). In een enkel geval ontvangt de Voedseltuin hier ook een vergoeding voor.

Het verdienmodelHet grootste deel van de inkomsten van de Voedseltuin is afkomstig van fondsen en gemeenten. Fondsen die in 2014 hebben bijgedragen aan de financiering van het initiatief zijn onder andere: DBL, Volkskracht, vouchers Groen en Doen, Cordaid, de G. Ph. Verhagestichting en Job Dura. Tegenover de baten stonden diverse kosten die gemaakt moesten worden voor het managen van de Voedseltuin.

3.6 Case Voedseltuin Rotterdam

De ondernemingIn 2011 is men gestart met de aanleg van de Voedseltuin, met als doel de voedselpakketten van de Voedselbank Rotterdam te voorzien van gezond en vers voedsel. Met de hulp van circa 40 vrijwilligers, die worden gecoördineerd door professionals, is de tuin gegroeid van een desolaat terrein in een bloeiende tuin met een toenemende productiviteit. Inmiddels is de tuin 7.000 m2 groot en vindt de productie handmatig plaats, zonder bestrijdingsmiddelen. Men richt zich op de teelt van duurzame seizoengroenten, van snijbiet tot tomaten en courgettes. Tot dusver was de productie uitsluitend bestemd voor pakketten van de Voedselbank, maar vanaf 2016 zal de Voedseltuin ook groenten leveren aan Moe’s Tuin & Restaurant (een restaurant voor dak- en thuislozen en minder draagkrachtigen) en Hotspot Hutspot.

De voedseltuin Rotterdam is echter niet alleen een productietuin, maar ook een plaats waar mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt weer structuur in hun leven krijgen, hun eigen talenten (her)ontdekken en ontwikkelen en uit hun sociaal isolement komen. In de loop der tijd is er – wegens organisatorische omstandigheden – steeds minder begeleiding gekomen op de vrijwilligers. Dit is boven verwachting goed verlopen: mensen hebben zelf verantwoordelijkheid gepakt voor de tuin en de productie, zijn zelfstandig gaan werken en de aanmeldingen bleven komen. Naast het produceren van voedsel en het werken aan activering, is de voedseltuin ook een ontmoetingsplaats voor buurtbewoners. De

Page 26: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

26 Economisch onderzoek

ook uit onderzoek door de Universiteit van Wageningen UR: de gezondheid van vrijwilligers neemt door het werken op de tuin toe en de zorgconsumptie neemt af. Daar blijft het niet bij. Men merkt dat de voedseltuin bij overheden en kennisinstellingen op het netvlies staat als een broedplaats van sociale en groene innovaties in de stad. Men realiseert zich dat de voedseltuin een alternatief is voor kostbare re-integratie- en zorgprogramma’s.

Gemiddeld zijn er circa 40 vrijwilligers in de Voedseltuin actief. Circa een derde van de vrijwilligers is dankzij deelname aan dit initiatief matchbaar en dus geschikt voor re-integratie. Daarnaast zijn 5 deelnemers in het afgelopen jaar gestart met een werktraject. Samengevat zorgt de Voedseltuin niet alleen voor activering van vrijwilligers, maar ook voor gezondere wijkbewoners in een prettige groene omgeving.

De gangbare manieren van kijken naar stadslandbouw is volgens de ondernemers in toenemende mate ontoereikend om de effecten van de Voedseltuin te kunnen bezien. De Voedseltuin is niet bedoeld als een verschuiving van voedselproductie van het platteland naar de stad. Voedseltuin Rotterdam vervult meerdere functies: productietuin, leer- en praktijktuin, duurzame stadstuin en broedtuin.

Activering en re-integratie, 2014

Indicator Aantal

Vrijwilligers 40

Activeringen 13

Re-integratie 5

De grootste kostenpost betrof de vergoeding voor de zakelijk manager (16 uur) en een coördinator groen (16 uur). Daarnaast zijn er kosten gemaakt voor de activiteiten in de tuin en voor de diverse projecten. De ambitie is om in de komende jaren minder afhankelijk te worden van subsidies en fondsen en meer uit inkomsten van productie, projecten en onderzoek te halen. Hiervoor zullen minimaal een zakelijk manager en een coördinator Groen benodigd zijn.

Sociale impactDe sociale impact van de Voedseltuin Rotterdam valt uiteen in vier onderdelen, namelijk: verduurzaming, activering, gezondheid en kennisontwikkeling. Deze aspecten worden hieronder nader toegelicht.

Op het vlak van verduurzaming levert men een positieve bijdrage aan de leefomgeving door handmatig en zonder bestrijdingsmiddelen te telen. Men houdt daarbij vast aan de teelt van seizoen groenten. Daarnaast composteert men het restmateriaal zelf en gebruikt men dit om de grond weer te verrijken. Al deze maatregelen hebben geresulteerd in een jaarlijks hogere bodemkwaliteit en daarmee betere oogst. Met de oogst worden wekelijks 100 tot 500 klanten van de voedselbank voorzien van verse groenten en fruit, wat weer een positief effect heeft op de gezondheid van de mensen. Een ander positief gezondheidseffect van dit initiatief is dat het een groene omgeving biedt voor vrijwilligers en omwonenden. De initiatiefnemers hebben ambities om van de locatie een aangename stadstuin te maken, waar het prettig is om te verblijven en mensen te ontmoeten. Men neemt daarbij het groenbeheer van het terrein op zich, wat oorspronkelijk een taak van de Gemeente was.

De Voedseltuin is ook een plek waar kennis wordt ontwikkeld in samenwerking met scholen en kennisinstellingen. Daarbij dient de tuin als plek waar op alternatieve manieren wordt gewerkt aan activering, gebiedsontwikkeling en gezondheid. Tot slot is de Voedseltuin een locatie waar vrijwilligers met een lange afstand tot de arbeidsmarkt een zinvolle dagbesteding kunnen vinden. Op deze manier kunnen vrijwilligers werken aan structuur, zelfredzaamheid en het (her)ontdekken van de eigen vaardigheden. Mensen die maatschappelijk gezien aan de kant stonden, krijgen in een stressarme omgeving weer ritme, doen sociale contacten op, leren samen te werken, zien gewassen groeien op de tuin die zij zelf hebben gezaaid, en daardoor groeien zij zelf ook. De eigenwaarde wordt versterkt, waardoor men beter in staat is zichzelf weer vooruit te helpen. Dat blijkt volgens de ondernemers

GroeipotentieelIn de komende jaren willen de initiatiefnemers van de Voedseltuin verder groeien als locatie voor activering. Een locatie waar mensen de mogelijkheid hebben tot het verrichten van zinvol en gezond werk. Daarnaast wil men per medewerker een ontwikkelplan opstellen gericht op doorgroei naar andere organisaties zoals Hotspot Hutspot of Landschapsonderhoud. Om dit mogelijk te maken dient het initiatief te beschikken over minimaal een zakelijk manager en een coördinator groen. Deze mensen zullen moeten worden aangetrokken. Ook het verdienmodel zal worden aangepast. Zo kijkt men naar de mogelijkheden van horeca als extra bron van inkomen. Verder is de Voedseltuin in overleg met het Cluster Maatschappelijke

Page 27: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

27Stadslandbouw Gemeente Rotterdam

ontwikkeling van de Gemeente Rotterdam om een stabiele inkomensstroom voor haar maatschappelijke diensten te verwerven. Men hoopt de omzet in de komende jaren te kunnen verhogen om deze activiteiten te kunnen verwezenlijken.

De initiatiefnemers zien diverse mogelijkheden voor de Gemeente om haar dienstverlening richting stadslandbouwprojecten te verbeteren. Het wordt als lastig ervaren dat er geen zekerheid is m.b.t. de locatie en de inkomstenstroom van de Voedseltuin. Dit maakt het realiseren van de ambities zeer uitdagend. Verder is de communicatie met de Gemeente voor verbetering vatbaar. Verschillende onderdelen van de gemeentelijke organisatie zouden niet goed op de hoogte zijn van elkaars activiteiten. Daarnaast kost het de initiatiefnemers veel moeite om de juiste personen te spreken. De conclusie is dat een meer integraal beleid m.b.t. stadslandbouw een hoger sociaal rendement zou kunnen opleveren voor de stad Rotterdam.

Voorwaarden groeipotentieel

Voorwaarden Toelichting

Externe ontwikkelingen

Bereidheid opdrachtgevers om zorg en welzijn in te kopen bij meer lokale en kleinschalige initiatieven zoals de Voedseltuin

Strategisch Goede afstemming vinden van waarde propositie activering met behoeften opdrachtgevers

Organisatie Aantrekken zakelijk manager en coördinator groen om de activiteiten te coördinerenCultuur Tot een goede balans komen van sturen op kosten en toegevoegde waarde

Vaardigheden De juiste professionele vaardigheden in huis om mensen te begeleiden en nieuwe opdrachtgevers aan te trekken

Financiering Aanboren nieuwe financieringsbronnen, zoals fondsen en opbrengsten

Ondernemerschap dentificeren nieuwe marktkansen en het initiatief hierop afstemmen

Samenwerking Om alle ambities te verwezenlijken is samenwerking met partners noodzakelijk. Zowel in sociale domein, als in onderzoek, educatie en horeca

Page 28: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

28 Economisch onderzoek

3.7 Case Rotterdamse Munt

De ondernemingRotterdamse Munt is ontstaan op initiatief van Bureau Botersloot, een ontwerpbureau voor stedelijke Transformatie. Na een voortraject van circa twee jaar – benodigd voor uitwerking plannen, fondsenwerving, sluiten (grond)overeenkomsten en aanvraag vergunningen – kon de uitvoering in oktober 2013 van start gaan. In oktober 2014 werd een belangrijke mijlpaal bereikt: de kruidentuinderij met keukenlokaal werd opgeleverd en daarmee waren de elementaire onderdelen van het plan gerealiseerd. De Rotterdamse Munt hanteert als rechtsvorm een stichting.

Het doel van de Rotterdamse Munt is in het Jaarverslag 2014 als volgt geformuleerd: “het realiseren van publieke ruimten waarmee wordt bijgedragen aan een vitale stad via het bevorderen van eigenaarschap in het publieke domein, het versterken van samenhang en stedelijke diversiteit in de breedste zin, in termen van biodiversiteit, ruimtelijke diversiteit, sociale, culturele en economische diversiteit. De initiatiefnemers signaleerden diverse sociaal-maatschappelijke problemen in de Rotterdamse wijk Feyenoord, zoals: laag opleidingsniveau, taalachterstand, lage veiligheidsbelevening en weinig perspectief door hoge werkloosheid. Met het sociale initiatief willen de initiatiefnemers deze problemen te lijf gaan.

Centraal in de aanpak staat de kruidentuin, waaromtrent diverse activiteiten worden georganiseerd. Zo kunnen deelnemers participeren en samenwerken in de kruidentuin, wordt er kennis overgedragen over

het tuinders vak en kennis over gezond voedsel (en kruiden in het bijzonder) verdiept. Daarnaast maakt de kruidentuin het mogelijk dat deelnemers aan talentontwikkeling doen door te participeren in de bedrijfsvoering. Een aantal deelnemers groeien door naar activiteiten zoals productontwikkeling en marktcreatie. Competentieontwikkeling op de kruidentuin stelt de deelnemers in staat om te groeien qua werk- en taalvaardigheden en meer richting te geven aan hun leven. Uiteindelijk resulteert dit in een aantal gevallen in het vinden van betaald werk.

In ruimtelijk opzicht dient de kruidentuin niet alleen als productieruimte voor kruiden, maar ook als ontmoetingsruimte waar de buurtbewoners elkaar tegenkomen; verbinding tussen bewoners van de verschillende wijken, culturele afkomst en sociaaleconomische status. Regelmatig vinden er op de kruidentuin feestjes, workshops en vergaderingen plaats. Wat de productie betreft groeien er bijna 100 soorten kruiden en eetbare bloemen in de tuin. Deze verse kruiden worden verkocht aan lokale restaurants en cafés. Ook worden er kruiden via het netwerk van Rechtstreex afgezet. Een deel van de oogst wordt daarnaast gedroogd en vervolgens verwerkt tot diverse kruidenproducten, zoals melanges voor kruidenthee, kruidenzout en kruidenolie. Verder worden er gerechten gemaakt van de kruidenproducten en geserveerd op het Muntterras en/of verkocht in de winkel.

Page 29: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

29Stadslandbouw Gemeente Rotterdam

De circa 30 deelnemers en vrijwilligers die werken aan de bovenstaande activiteiten in de kruidentuin, zijn georganiseerd in drie teams: een tuinteam, een keukenteam en een kernteam Tussen de teams vindt veel samenwerking en uitwisseling plaats. Het grootste deel van de deelnemers bestaat uit vrouwen, meestal zonder betaald werk of op zoek naar sociale contacten. Voor het vergroten van de reach van het initiatief maakt men gebruik van diverse digitale middelen, zoals de website en Facebook. Daarnaast hopen de initiatiefnemers dat het verhaal van de Rotterdamse Munt via mond-tot-mond reclame wordt verspreid in de wijk.

Het verdienmodelIn 2013 en 2014 is om de Rotterdamse Munt te fysiek realiseren, ca 75 % van de kosten geïnvesteerd voor de aanleg van de kruidentuin en ca 25 % voor de keuken met inrichting en inventaris. De investering is mogelijk gemaakt door een bijdrage van de Stadsregio en diverse fondsen – waaronder het, Job Dura Fonds. Daarnaast heeft het initiatief 500 euro kunnen investeren dankzij de Groen Dichterbij Prijs. Skanfondsen, FondsDBL en Stichting Doen hebben bijgedragen in de exploitatie van het eerste en het tweede jaar en zijn aangewend voor de dekking van de kosten voor coördinatie, organisatie en ontwikkeling; ook de natuurlessen en educatie voor volwassenen zijn gedekt door deze fondsen, ook de gemeente rotterdam heeft bijgedragen.

Veruit de grootste kostenpost voor het initiatief is de vergoeding voor coördinatie, organisatie en ontwikkeling en voor de talentontwikkeling van de deelnemers. Andere grote kostenposten zijn de inkoopkosten voor de productie en de projecten. De variabele kosten zijn verantwoordelijk voor circa 87% van de totale kosten. Deze kosten worden voornamelijk gedragen door de inkomsten uit fondsen en Gemeentelijke bijdragen – circa 79% van de totale inkomsten. Overige inkomstenbronnen zijn de productie en de projecten (bv. workshops, buurtactiviteiten en educatie). Rotterdamse Munt beschouwt de eerste drie jaar als een ontwikkelperiode, waarin het initiatief met publieke middelen kan doorgroeien richting een zelfstandige sociale onderneming.

Sociale impactRotterdamse Munt heeft een positieve sociale impact op verschillende niveaus. In de eerste plaats is er nuttig gebruik gemaakt van een braakliggend terrein, door er een kruidentuin te vestigen. Dit heeft tevens een positieve uitstraling op de wijk en draagt bij aan een hogere veiligheidsbeleving. De kruidentuin is ook een plek waar mensen met een achterstand kunnen werken aan hun taal- en talentontwikkeling. Uiteindelijk leidt dit bij de deelnemers ook tot een verbeterde trots en eigenwaarde. Deze aspecten heeft men nodig om zich op eigen kracht naar een reguliere baan te ontwikkelen. Hiermee zijn in het afgelopen jaar ook resultaten geboekt, zoals te zien in de onderstaande tabel.

Page 30: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

30 Economisch onderzoek

Drie deelnemers hebben zich ontwikkeld richting een betaalde baan, terwijl twee andere deelnemers bezig zijn met het opzetten van een eigen onderneming. Dit kan ertoe leiden dat deze mensen geschikt voor re-integratie en uiteindelijk hun uitkering kunnen opzeggen.

Voorwaarden groeipotentieel

Voorwaarden Toelichting

Externe ontwikkelingen

Aanpassing aanbestedingsregels bij de Gemeente, zodat een lokaal initiatief ook kan meedoen met een aanbesteding

Strategisch De doelstelling van het initiatief vertalen in een coherent business model

Organisatie Voldoende coördinatie-capaciteit aantrekken om de groei in goede banen te leiden

Cultuur Juiste evenwicht tussen sociale activiteiten en afrekenbaarheid op uitvoering opdracht (bv. vanuit Gemeente)

Vaardigheden Naast vaardigheden om het huidige assortiment verder te ontwikkelen, zijn commerciële als marketingvaardigheden gewenst om het huidige klantbereik te vergroten

Financiering Aanvullende financiering cruciaal om groeiambities te verwezenlijken

Ondernemerschap Ontwikkeling nieuwe product-marktcombinaties met de kruiden en op het vlak van activering

Samenwerking Bestaande samenwerkingsverbanden uitbouwen en nieuwe relaties aangaan om markt voor kruidenproducten te vergroten, bijv. met detailhandel en horeca

Activering en re-integratie, 2014

Indicator Aantal

Vrijwilligers 30

Activeringen 2

Re-integratie 3

GroeipotentieelHet is de ambitie van Rotterdamse Munt om binnen drie jaar door te groeien tot een zelfstandig initiatief. Hiertoe zullen de inkomsten uit productie en projecten in omvang moeten groeien om een reductie van subsidies en fondsen te kunnen compenseren. De initiatiefnemers denken daarbij vooral aan uitbreiding van de huidige activiteiten, zoals het door ontwikkelen van de kruidenproducten, verruiming van de openingstijden van het terras en verbetering van de winkel. Daarnaast denkt men aan het verder laten groeien van de activiteiten met groepen, zoals feestjes, workshops (bv. koken) en bedrijfsborrels. Het aantrekken van bedrijven als sponsor van het initiatief is ook een optie die verder onderzocht zal worden. De snelle groei van Rotterdamse Munt heeft er ook voor gezorgd dat de huidige locatie naar verwachting binnen enige tijd te krap gaat worden. Men is daarom aan het kijken naar een grotere locatie in de huidige wijk; een locatie waar nog meer deelnemers kunnen participeren.

Een voorwaarde voor het verwezenlijken van bovenstaande groeiambities is dat de interne organisatie kan meegroeien; de behoefte aan coördinatie zal toenemen. Dat kunnen getalenteerde deelnemers zijn, of ondernemers die met hun producten kans zien om aan te sluiten bij de kruidentuin. Daarnaast zullen er additionele financiële middelen benodigd zijn om de investeringen voor verdere ontwikkelingen te kunnen plegen. Volgens de initiatiefnemers van de Rotterdamse Munt zou het daarbij helpen als de relatie met de Gemeente Rotterdam kan veranderen van subsidieverstrekker naar opdrachtgever voor activering. Om dit mogelijk te maken zal een aanpassing in de aanbestedingsregels nodig zijn, zodat een lokaal en bottom-up initiatief als Rotterdamse Munt kan meedoen met aanbestedingen.

Page 31: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

31Stadslandbouw Gemeente Rotterdam

gesprekken met de vrijwilligers en buurtbewoners aan de sociale doelstellingen bij te dragen.

De doelgroep van dit stadslandbouwproject zijn de bewoners van de wijk Schiebroek-Zuid. Er wordt niet actief promotie gemaakt om deze doelgroep richting het project te trekken; men tracht de buurtbewoners te activeren door zichtbaar aanwezig te zijn. Dankzij de positieve verhalen van deelnemers (mond-tot-mond reclame) willen ook andere buurtbewoners zich aansluiten bij de activiteiten. Het contact met de doelgroep verloopt dan ook vooral via persoonlijke communicatie: bewoners melden zich aan bij Mevr. Zeevat en na inschatting van rendabele participatie krijgen de bewoners een overeenkomst voor deelname aan het project. Er wordt sinds 2011 wel een blog bijgehouden met daarin de ontwikkelingen rondom het project (http://stadslandbouwschiebroek.blogspot.nl). In 2015 heeft een actief deelnemende buurtbewoner deze taak overgenomen door een Facebook pagina te beheren.

Het verdienmodelOm dit stadslandbouwproject te realiseren moest er in 2011 worden geïnvesteerd in een aantal zaken, waaronder: grondmonsters nemen, zaaiklaar maken moestuin, hekken, plantgoed en tuinmeubels. Deze investering werd mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van Vestia.De grootste kostenpost betreft de vergoeding voor Mevr. Zeevat t.b.v. de coördinatie van het project en begeleiding van deelnemers. Daarnaast zijn kosten gemaakt voor inhuur van externen, zoals een professionele tuinman.

3.8 Case Stadslandbouw in Schiebroek-Zuid

De ondernemingIn opdracht van woningbouwcorporatie Vestia kreeg Caroline Zeevat (zelfstandig ondernemer te Rotterdam) in 2011 het verzoek een stadslandbouwproject uit te voeren in de wijk Schiebroek-Zuid. Schiebroek-Zuid is een sociale woningbouwwijk, met uiteenlopende sociale problemen als criminaliteit, werkloosheid en onderbenutting van groen. De uitdaging was om met stadslandbouw deze kwesties te lijf te gaan, met een duurzaam project waarin de buurtbewoners actief zouden participeren. De moestuin is dan ook een middel om sociale doestellingen zoals activering, sociale cohesie en verduurzaming te realiseren.

De voornaamste activiteit die plaatsvindt bij dit stadslandbouwproject is het onderhouden van de moestuin met groenten en fruit. Daar is recentelijk in de Donkersingel een kweekkas met bloementuin bijgekomen, alsmede ontmoetingsplekken met picknicktafels en barbecues. Circa 80 bewoners zijn bij de activiteiten betrokken, waarvan circa 8 vrouwelijke en 2 mannelijke buurtbewoners die vanuit de tuin producten vermarkten. Deze 8 vrouwen bereiden authentieke gerechten met hun oogst en vermarkten deze op markten als Rotterdamse Oogst. Ook verzorgen zij catering voor bedrijven. Naast stadslandbouw vinden er regelmatig workshops in de moestuin plaats over bijvoorbeeld snoeien en composteren. Bewoners geven daarbij zelf ook workshops over bijv. koken uit de tuin aan externen. Om het project in goede banen te leiden is mevr. Zeevat verantwoordelijk voor de coördinatie van de activiteiten, alsmede door

Page 32: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

32 Economisch onderzoek

Activering en re-integratie, 2014

Indicator Aantal

Vrijwilligers 80

Activeringen 8

Re-integratie 3

Overige kosten betreffen kosten voor het bijhouden van de blog en de garagebox. De totale kosten worden grotendeels gedekt door de financiële bijdrage van Vestia. Kleine aanmoedigings- en waarderingssubsidies afkomstig van de deelgemeente en Kracht in NL droegen ook bij aan de inkomsten. Verder kreeg het initiatief tegels en materialen geleverd tegen kostprijs van hoveniersbedrijven en gemeente.

Sociale impactStadslandbouw in Schiebroek-Zuid levert een positieve bijdrage aan de sociale cohesie, d.m.v. het creëren van nieuwe verbindingen tussen bewoners en met de wijk. Bij de moestuin hebben er ontmoetingen tussen mensen plaatsgevonden die daarvoor niet plaatsvonden. Doordat de uitstraling van de buurt een upgrade kreeg, is vandalisme in dit deel van de wijk ook afgenomen. Het blijkt ook dat de moestuin positief heeft bijgedragen aan het stimuleren van gezonde voeding bij de bewoners. Vooral kinderen hebben dankzij de moestuin meer kennis verkregen over de herkomst en bereiding van gezond voedsel.

Ook wat betreft de activering en re-integratie van deelnemers zijn er resultaten geboekt met dit project. Zo zijn er twee vrouwelijke deelnemers vanuit een uitkering aan een baan gekomen. Een andere vrouw heeft een eigen bedrijf opgezet. Verder zijn er 8 actieve bewoners die zich vanuit een kansloze situatie op de arbeidsmarkt hebben ontwikkeld richting geschikt voor re-integratie. Met de huidige opzet en activiteiten van dit project wordt geen significante stijging van dit aantal in de komende jaren verwacht.

Voorwaarden groeipotentieel

Voorwaarden Toelichting

Externe ontwikkelingen

Wet- en regelgeving m.b.t. re-integratie

Strategisch Helder plan hoe stadslandbouw kan bijdragen aan de re-integratie van grotere groepen mensen.

Organisatie Hogere eisen m.b.t. coördinatie en aansturing professionals

Cultuur Een cultuur die de zakelijke doelstellingen verenigt met het sociale karakter van de onderneming

Vaardigheden Professionele vaardigheden m.b.t. re-integratie, management, netwerken en marketing

Financiering Voorfinanciering om de benodigde professionals aan te trekken

Ondernemerschap Het risico van deze sociale onderneming dient gedragen te worden door een maatschappelijk gedreven ondernemer die nieuwe inkomstenbronnen aanboort (opdrachten, projecten, sponsoren, etc.). Rol gemeente verandert van subsidie-verstrekker naar opdrachtgever voor re-integratie.

Samenwerking Nieuwe samenwerkingsverbanden smeden met zowel publieke (gemeente, uitvoeringsinstanties) als private partijen (bedrijven)

GroeipotentieelDe huidige financiële bijdrage van Vestia is gericht op het in stand houden van dit project. Gesignaleerd wordt dat de wijkbewoners een betere wijk en woningen willen met meer voorzieningen voor jong en oud. Ook is er behoefte aan goede begeleiding naar de arbeidsmarkt. Deze behoefte is volgens de initiatiefnemers toegenomen nu men actief moet deelnemen aan de maatschappelijke tegenprestatie. Indien het initiatief in Schiebroek hierop wil inspelen met aanvullende activiteiten op het vlak van re-integratie, zullen de activiteiten moeten worden geprofessionaliseerd en opgeschaald. Er dient dan expertise te worden aangetrokken om mensen te re-integreren, ondersteund door een helder concept met targets. Deze interne aspecten

zijn een belangrijke voorwaarde om het groeipotentieel te verwezenlijken. Extern zal een nieuwe relatie moeten worden aangegaan met potentiële opdrachtgevers voor re-integratie, zoals de gemeente, uitvoeringsinstanties en bedrijven. De inkomsten uit deze opdrachten zullen voldoende moeten zijn om de stijging van de kosten m.b.t. professionalisering en opschaling te dekken.

De relatie met de Gemeente Rotterdam is momenteel prima. Positief vindt men de visie om met stadslandbouw diverse maatschappelijke problemen te tackelen. Wel zijn er vragen bij de rol van de maatschappelijke organisatie DOCK. Men vindt dat welzijnsopdrachten vanuit de gemeente gemakkelijk richting deze partij gaan, waarbij de selectiecriteria en beoordeling onduidelijk zijn.

Page 33: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

33Stadslandbouw Gemeente Rotterdam

3.9 Case Hotspot Hutspot

De ondernemingAan publiciteit geen gebrek. Hotspot Hutspot heeft sinds haar oprichting in 2012 door Bob Richters veel belangstelling gegenereerd. Zo staat het initiatief regelmatig in de lokale en landelijke media, heeft het diverse awards gewonnen en krijgt het hoge scores op de website iens.nl. Het doel van de stichting Hotspot Hutspot is om tieners en buurtbewoners actief te betrekken bij stadslandbouw en gezonde voeding binnen hun bereik te brengen. Op locaties die door de wooncorporaties ter beschikking zijn gesteld, leren tieners (tussen 10 en 15 jaar) na schooltijd in de moestuin zelf eten te telen en vervolgens in de keuken met jongeren tot een maaltijd te bereiden. Het initiatief streeft ernaar om daarbij zoveel mogelijk zelfvoorzienend te zijn en, waar dat niet mogelijk is, met seizoensproducten uit de streek te werken. Het koken gebeurt onder begeleiding van een professionele kok, waarbij de kinderen leren over de ingrediënten, gezond eten en hoe recepten werken. In het restaurant wordt het drie-gangen menu voor de buurtbewoners tegen een vaste prijs van 8 euro geserveerd door de kinderen.

Hotspot Hutspot onderscheidt drie doelgroepen die zij met het initiatief wil bereiken. In de eerste plaats de tieners in en om de wijk, die met de zelf geteelde producten gerechten leren te bereiden. Vaak gaat het om tieners die anders op straat rondhangen of niets te doen hebben na schooltijd en met dit initiatief leren over

voedsel en zichzelf ontwikkelen. Een tweede doelgroep van Hotspot Hutspot betreft jongeren (20+). In het kader van een re-integratietraject gaan zij onder toezicht van een professionele kok de kinderen begeleiden bij het koken. Op deze wijze krijgen jongeren de kans om hun talenten te ontwikkelen, werkervaring op te doen en te werken aan hun arbeidsvaardigheden. De derde doelgroep van het initiatief zijn de bewoners in en om de wijk. De bewoners zijn niet alleen potentiële klanten voor het restaurant, maar ze kunnen zich ook inzetten als vrijwilliger in de moestuinen. Een specifieke subgroep binnen deze doelgroep zijn mensen die in een sociaal isolement zitten, vooral mensen die in aanmerking komen voor hulp vanuit de Voedselbank. Ook deze bewoners probeert Hotspot Hutspot te bereiken, door dinerbonnen voor uitgestelde diners uit te geven en deze te schenken aan welzijnsorganisatie MetZuid.

Om dit gehele concept te realiseren werkt Hotspot Hutspot samen met diverse andere Rotterdamse ondernemers. Zo werkt men samen met de sociale onderneming Creatief Beheer die - met haar Tuinmannen en vrouwen en i.s.m. buurtbewoners - in een buurtmoestuin groenten verbouwen voor het restaurant. Verder werkt men samen met Leeszaal West aan een buurtbibliotheek en met Sunisfree om met zonnepanelen en –boilers duurzame energie op te wekken én zelfredzaam te zijn.

Page 34: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

34 Economisch onderzoek

Het verdienmodelInvesteringen worden door Hotspot Hutspot beperkt gehouden door gronden en panden ‘om niet’ ter beschikking te krijgen van woningcorporaties. Daarnaast heeft men relaties met bedrijven die in natura sponsoren of belangeloos middelen of diensten ter beschikking stellen. Voorbeelden hiervan zijn een tuincentrum die restpartijen straatstenen levert en een wasserette die kleding tegen kostprijs bedrukt. Wel zijn er uitgaven gemaakt voor bijv. inventaris (koelkasten, kassa, vriezer, etc.), een bedrijfsauto, ICT-apparatuur en zonnepanelen.

De belangrijkste kostenpost voor Hotspot Hutspot betreft de personeelskosten, zoals de inhuur van de koks en de vrijwilligersvergoedingen. In totaal vormen deze kosten circa 60% van de exploitatie. Andere belangrijke kostenposten zijn kosten voor huisvesting (o.a. onderhoud en energie) en de inkoopwaarde van de omzet (bv. ingrediënten). De omzet uit de verkoop van maaltijden en dranken in het restaurant bedraagt circa 45% van de totale kosten. Een tweede inkomensstroom betreft structurele sponsoring door lokale ondernemers en bedrijven, maar deze is nog relatief beperkt. De meeste inkomsten worden gegenereerd uit fondsen en subsidies. In 2014 heeft men middelen aangetrokken van o.a. Oranjefonds, bijdrage Vestia, Verleningsbeschikking Gemeente Rotterdam, IKS Subsidie en DBL subsidie. Het streven is echter om – gezien het onzekere karakter van deze inkomstenbronnen – hier minder van afhankelijk te zijn. Doel is om in de toekomst ten minste 33% van de inkomsten uit omzet en 33% uit sponsoring te genereren. Momenteel is er weinig ruimte om tegenvallers op te vangen, in dat geval moeten activiteiten worden gestopt (bv. locatie sluiten) of verminderd (bv. dag minder open).

Sociale impactDoordat Hotspot Hutspot tieners uit de wijk mee laat werken in de keuken en leert met gezonde voeding bezig te zijn, heeft het een preventieve werking op de omgeving. Zo veroorzaken deze tieners minder overlast op straat, leren ze competentiegericht werken, ontwikkelen ze hun interesses en hanteren een gezondere leefstijl. De ervaring van de initiatiefnemers is dat tieners die meedoen aan het initiatief zich ontwikkelen, maar ook dat hun houding ten opzichte van school verandert. Het initiatief genereert daarnaast diverse positieve effecten op wijkniveau. Zo biedt Hotspot Hutspot een plek waar buurtbewoners sociale contacten kunnen opdoen en voor een klein bedrag een gezonde maaltijd kunnen nuttigen. Verder worden braakliggende terreinen en leegstaande gebouwen getransformeerd tot locaties waar mensen graag komen. Dit heeft een positieve

uitstraling op de wijk en zorgt voor aantrekkingskracht van mensen van buiten.

Momenteel zijn er circa 30 vrijwilligers bij Hotspot Hutspot betrokken (niet-tieners), die meehelpen in de moestuinen en de restaurants. Het merendeel van de vrijwilligers regelt zichzelf en geeft aan wat ze willen doen. Een verschil met de sociale instanties is dat Hotspot Hutspot de mensen geen deadline oplegt waarbinnen zij zich moeten ontwikkelen. Sommigen zijn al enkele jaren bij het initiatief betrokken, terwijl anderen zich binnen een paar maanden hadden opgewerkt richting een betaalde baan. Men gaat daarbij uit van de goede aspecten van een deelnemer, niet waar een persoon niet toe in staat is. Centraal in de aanpak staat: “wat kan je wel?”. Begeleiders in de moestuinen en in het restaurant hebben daarom een aantoonbare affiniteit en ervaring met re-integratie om de deelnemers te helpen. Er wordt geen administratie bijgehouden van deelnemers die activeren of re-integreren, dus inzicht geven in de aantallen is niet mogelijk.

Activering en re-integratie, 2014

Indicator Aantal

Vrijwilligers 30

Activeringen -

Re-integratie -

GroeipotentieelHotspot Hutspot werkt bottom-up, hetgeen betekent dat op het moment dat er een vraag vanuit de wijk komt, Hotspot Hutspot in een wijk gevestigd kan worden. Deze vraag kan afkomstig zijn vanuit een bewonersvereniging, de ondernemersvereniging of een andere partij in de wijk. Momenteel zijn er gesprekken gaande met partijen om het huidige aantal van vier restaurants uit te breiden richting acht restaurants. Het streven is gedurende een periode van drie jaar elke zes maanden een nieuwe locatie te openen. Uit de ervaring met eerdere locaties blijkt dat het ongeveer drie jaar duurt voordat een locatie optimaal draait, het vrijwilligersnetwerk is ontwikkeld en er voldoende inkomsten zijn.

Voor de uitbreidingsplannen is een goed netwerk in de verschillende wijken van groot belang. Het initiatief dient contact te leggen met de lokale bewoners, ondernemers en andere stakeholders (bv. gemeente, corporaties). Ook moet er een vrijwilligersnetwerk worden gevormd van mensen die bereid zijn in de moestuin of het restaurant te werken. Verder is Hotspot Hutspot op zoek naar mensen die het

Page 35: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

35Stadslandbouw Gemeente Rotterdam

Voorwaarden groeipotentieel

Voorwaarden Toelichting

Externe ontwikkelingen

Rol van gemeente als regisseur, om bestaande initiatieven te faciliteren en te versterken

Strategisch Een duurzame manier vinden om uit te breiden naar andere wijken in Rotterdam

Organisatie Aantrekken personeel om back-office te professionaliseren op vlak van communicatie, fondsenwerving en regelgeving

Cultuur Een cultuur die de zakelijke doelstellingen verenigt met het sociale karakter van de onderneming

Vaardigheden Kennis op het vlak van regelgeving en aanbestedingsprocedures en aanvullende marketing en financiële competenties

Financiering Aantrekken fondsen cruciaal om groeiambities waar te maken.

Ondernemerschap Door duurzamer verdienmodel is een groter aandeel van inkomen uit omzet en donaties benodigd

Samenwerking Ontwikkelen netwerken van stakeholders in nieuwe wijken

initiatief in de back-office kunnen professionaliseren. Het gaat dan om taken zoals communicatie, fondsenwerving, subsidies en gemeentelijke regels.

Van de Gemeente Rotterdam hoopt Hotsput Hutspot medewerking te krijgen van mensen die meedenken, ondanks belemmerende regelgeving (bv. moestuin en restaurant in woongebied). Daarnaast hoopt men dat de gemeente meer verbinding gaat zoeken met bestaande initiatieven in een wijk, in plaats van nieuwe zaken te realiseren. Als voorbeeld noemen de initiatiefnemers een buurthuis waar welzijnsorganisatie DOCK ruim 100.000 euro voor heeft ontvangen van de gemeente, in een wijk waar lokale bewonersinitiatieven reeds gaande waren. Hotspot Hutspot zou liever zien dat bestaande initiatieven gefaciliteerd en/of beloond worden en dan vooral de initiatieven die door de bewoners worden gewaardeerd. Een manier voor de gemeente om dit initiatief te faciliteren zou kunnen zijn door duurzame relaties met Hotspot Hutspot aan te gaan; zodat men niet steeds van het kastje naar de muur wordt gestuurd. Een andere optie is door als regisseur op te treden en bestaande stakeholders bij elkaar te brengen op gezamenlijke belangen.

Page 36: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

36 Economisch onderzoek

4. Analyse

In dit hoofdstuk worden de uitkomsten van het onderzoek besproken. Hiertoe worden de onderzochte casussen naast elkaar gelegd en met elkaar vergeleken – de zogenoemde ‘cross-case’ analyse. De uitkomsten worden behandeld aan de hand van de volgende thema’s: opzet van de onderneming, het verdienmodel en economische waarde, sociale impact en groeipotentieel.

4.1 De onderneming

4.1.1. Ontstaan en organisatievormStadslandbouw is een relatief nieuw fenomeen. Dat blijkt als we naar de oprichtingsdata van de 9 ondernemingen kijken (zie tabel hieronder). De meeste initiatieven zijn na 2010 opgezet. Het initiatief dat het langste loopt is de Tuinman m/v van Creatief Beheer (zie tabel 4.1) in de vorm van een stichting zonder winstoogmerk. Uitzonderingen zijn de initiatiefnemers achter Natuurtalent, Rotterzwam, Creatief Beheer en Uit je eigen stad; zij kozen voor een Coöperatie UA of een BV. Dit heeft veelal te maken met het meer commerciële karakter van deze initiatieven, het doel is om winst te genereren voor de ondernemers.

4.1.2. Business modelWaarde propositieIedere stadslandbouw onderneming is uniek, net zoals er een grote verscheidenheid bestaat tussen wijken in Rotterdam. Wat overeenkomt is dat de meeste ondernemingen verschillende activiteiten rondom het telen van voedsel combineren. Veel voorkomende activiteiten naast de teelt zijn: activering, educatie, groenbeheer en horeca. De mate waarin deze activiteiten plaats vinden hangt sterk samen met de missie van de onderneming, zoals hierboven beschreven. Voor de meeste ondernemingen is stadslandbouw de ideale manier om deelnemers met een afstand tot de arbeidsmarkt een nuttige dagbesteding te geven. Stadslandbouw brengt mensen samen, het maakt de wijk groener en deelnemers kunnen hun kwaliteiten (her)ontdekken. Activering van deelnemers is het primaire doel van deze initiatieven. Dat ligt anders voor enkele andere ondernemingen: voor hen is productie en verkoop van voedsel het voornaamste doel. Zij zoeken naar de optimale manier om voedselproductie in de stad te laten plaatsvinden.

DoelgroepenVeel ondernemingen hebben daarnaast te maken met een verscheidenheid aan doelgroepen die ze trachten te bedienen (zie tabel hieronder). Voor de ondernemingen met een nadruk op de maatschappelijke impact gaat het dan om bijvoorbeeld vrijwilligers of wijkbewoners die bij het initiatief een nuttige dagbesteding kunnen krijgen. Deze deelnemers zijn cruciaal om de activiteiten onder begeleiding te laten plaatsvinden, maar zij zijn niet degenen die betalen voor deze dienstverlening. Voor de meeste van deze ondernemingen zijn daarom fondsen en subsidieverstrekkers belangrijk als bron van inkomsten. Stadslandbouw initiatieven met een horecavoorziening proberen daarnaast zoveel mogelijk wijkbewoners en gasten richting het terras of het theehuisje te trekken. Enkele initiatieven zijn ook bezig om bedrijven of ondernemers aan zich te binden. Natuurtalent doet dat door een coöperatie te vormen waar ondernemers tegen een vergoeding lid van kunnen worden. Weer anderen kijken naar sponsoring als inkomstensbron. Veelal zijn deze initiatieven nog beperkt qua omvang en succes, vaak omdat het lang duurt voordat de contacten zijn gelegd.

Tabel 4.1: Oprichtingsdata stadslandbouw in Rotterdam

Jaar 2002 2011 2012 2013 2014

Initiatief Creatief Beheer

Voedseltuin Hotspot Hutspot

Rotterdamse Munt

Natuurtalent

locatie Schiebroek-Zuid

Uit je eigen stad

Rotterzwam Stadskwekerij Magis010

Tabel: Doelgroepen naar type stadslandbouw in Rotterdam

maatschappelijke impact gedreven

Financieel gedreven

Vrijwilligers Ketenpartners (bv. horeca, retail)

Buurtbewoners Consumenten

Subsidieverstrekkers Investeerders

Fondsen Bedrijven

Bedrijven

Page 37: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

37Stadslandbouw Gemeente Rotterdam

schaars. Een veel genoemde oorzaak voor dit fenomeen is dat de visies van initiatiefnemers teveel uit elkaar zou liggen, ondanks dat men wel dezelfde doelen en belangen nastreeft - namelijk de groei en opschaling van stadslandbouw in Rotterdam. Voorbeeld van een succesvolle alliantie is die tussen Hotspot Hutspot en Creatief Beheer. Juist door samen te werken kan men activiteiten combineren en de slagkracht vergroten.

4.2 Het verdienmodel en economische waarde

4.2.1. Investeringen & financieringVoor de meeste ondernemers zijn de investeringen beperkt geweest om het project tot stand te brengen. Dat blijkt ook uit de balans van de diverse ondernemingen: de activa is vaak beperkt en doorgaans lager dan het jaarlijkse inkomen. Men gaat creatief om met het aantrekken van inboedel en inventaris, bijvoorbeeld door andere ondernemers te benaderen voor overschot of restmateriaal. Daarnaast zijn veel ondernemers gevestigd op voormalig braakliggende terreinen en hebben een regeling met de eigenaar (bv. gemeente of corporatie) getroffen voor een huur ‘om niet’ of een sterk gereduceerd tarief. Consequentie is doorgaans wel dat men moet verhuizen indien er andere bestemmingen voor de locatie beschikbaar komen; hoe lang een initiatief ergens gevestigd kan zijn is vaak onzeker. Voor de investeringen die alsnog gepleegd moeten worden, worden fondsen of subsidieverstrekkers aangesproken.

De meer financieel gedreven ondernemers richten zich daarentegen meer op bedrijven en consumenten. Veel van de productie wordt afgezet in de foodketen, zoals lokale horeca of retail (bv. supermarkten). Daarnaast proberen deze bedrijven langzaamaan ook rechtstreeks consumenten te benaderen, bijvoorbeeld door de inrichting van een eigen restaurant of de organisatie van workshops. De productie van voedsel is doorgaans kapitaal-intensief, zeker in een stedelijke omgeving. Financieel gedreven ondernemers zijn daarom ook actief bezig investeerders aan zich te binden.

MarketingHoewel een aantal initiatieven over belangstelling, (media)aandacht en vrijwilligers niet te klagen hebben, is het opvallend hoe weinig men aan promotie doet. Soms een verhaal in een lokale krant en of mee doen aan Appeltjes van Oranje maar vaak alleen een website of Facebook pagina. Mond-tot-mond reclame is voor de meeste initiatieven de norm. Uit je eigen stad is een uitzondering: zij hebben een communicatiemedewerker in dienst die voor zoveel mogelijk ‘exposure’ van het initiatief moet zorgen.

SamenwerkingVrijwel alle initiatiefnemers kennen elkaar, ‘het wereldje is klein’ wordt vaak genoemd. Toch zijn samenwerkingsverbanden tussen de initiatieven

Page 38: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

Figuur: Gemiddeld productie-inkomen opgesplitst (%), in 2014

Figuur: Gemiddelde kostenstructuur stadslandbouw (%), in 2014

Productie

Projecten

Fondsen

Subsidies

Overig

Omzet Voedselproductie

Productie overig

Personeel

Management

Kostprijs omzet

Overig

35%

86%

54%

35%

24%

6%

14%

25%

6%

8%

6%

38 Economisch onderzoek

Veel voorkomende fondsen bij de ondernemingen zijn: het Job Durafonds, FondsDBL, Skanfonds en Stichting Doen. Diverse ondernemers noemden als voordeel van fondsen dat het relatief gemakkelijk is om ze te benaderen en een aanvraag te doen. Wanneer een aanvraag wordt toegekend, dan krijgt men vooraf geld. Dat geld kan worden gebruikt om bijvoorbeeld investeringen te doen of om activiteiten te realiseren. Dit in tegenstelling tot een middel als de social impact bond , waarbij onder sociale ondernemers de indruk is dat men pas na succes geld ontvangt. Dat zou voor de kleinere ondernemingen een te groot risico zijn om hierin te participeren.

Andere financieringsvormen komen vrijwel niet voor. Zo komen de meeste initiatieven niet in aanmerking voor een bankkrediet, of hebben zelfs geen poging hiertoe gewaagd. Een enkeling heeft al wel ervaring opgedaan met crowdfunding. Zo hebben Uit je eigen stad en Rotterzwam hier succesvol een gedeelte van het investeringsbedrag mee opgehaald. 4.2.2. Economische waardeDe totale omzet van de ondernemingen bedroeg in 2014 circa 2,4 miljoen euro. Dat komt neer op een gemiddelde omzet van circa 275.000 euro, al verschilt dat sterk tussen de diverse ondernemingen. De onderverdeling qua inkomensbronnen is geïllustreerd in de figuur hieronder. Gemiddeld genomen droegen de inkomsten uit de productie het meest bij aan de omzet, namelijk circa 54%. Hiertoe behoren zowel de inkomsten uit voedselproductie, als overige inkomsten zoals horeca. Ook wordt een significant deel van het inkomsten behaalt uit projecten (tijdelijke opdrachten), zoals workshops, educatie en groenbeheer.

Splitsen we de productie op in rechtstreekse omzet uit voedselproductie (bv. verkoop teelt aan consumenten of horeca) enerzijds en overige inkomsten anderzijds (bv. horeca), dan is zichtbaar dat het grootste deel van de omzet door overige inkomsten wordt gegenereerd. De figuur hieronder maakt dit zichtbaar. Het kan daarbij gaan om inkomsten uit bijvoorbeeld terras, theehuis of restaurant. Wel moet hierbij worden aangetekend dat het beeld m.b.t. inkomsten uit productie sterk wordt vertekend door de inkomstenstructuur van enkele initiatieven. Daar wordt in de volgende paragraaf dieper op ingegaan.

Aan de kostenkant valt te zien dat personeelskosten voor de meeste ondernemingen aanzienlijk zijn (zie figuur hierboven). Het gaat dan vaak om salaris voor medewerkers of vergoedingen voor vrijwilligers. Grote posten bij overige kosten zijn de vast kosten zoals energie, verzekeringen en huisvestingskosten. Uiteindelijk resulteren de inkomsten en kosten in een winst of verlies.

Figuur: Gemiddelde inkomstenstructuur stadslandbouw (%), in 2014

Page 39: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

Figuur: Gemiddelde inkomstenstructuur maatschappelijk-gedreven ondernemingen (%), in 2014

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

Productie Projecten Fondsen Subsidies Overig

Sociale initiatieven Gemiddeld

39Stadslandbouw Gemeente Rotterdam

Splitsen we de inkomensbronnen van deze ondernemingen op, dan wordt zichtbaar dat men fors minder inkomen genereert uit productie dan het gemiddelde. Daarentegen haalt men juist meer inkomen uit fondsen en subsidies. Het verschil was nog groter geweest zonder Natuurtalent en Creatief Beheer in deze vergelijking mee te nemen. Zij halen juist relatief veel inkomen uit productie en hanteren hiervoor interessante verdienmodellen, die het sociale met een duurzaam economisch doel combineren. Natuurtalent doet dat via een coöperatieve structuur met leden en een goed draaiende horecavoorziening. Creatief Beheer is succesvol in de acquisitie bij opdrachtgevers als overheden, bedrijven en particulieren (via fondsen en vve). Alle overige ondernemingen zijn sterk afhankelijk van fondsen en subsidies – soms geheel – en vaak voor meer dan 60% van het totale inkomen. Aangezien deze geldstromen niet structureel van aard zijn, brengt dat de nodige onzekerheid met zich mee over de economische duurzaamheid van deze ondernemingen. Het is ieder jaar weer hard werken om de benodigde middelen veilig te stellen. Deze ondernemingen zijn dan ook zeer gevoelig voor veranderingen qua beleid

Hoewel het gemiddelde resultaat in 2014 circa -42.000 euro bedroeg, wordt ook dit getal sterk beïnvloed door enkele uitschieters. In het exploitatieresultaat is te zien dat de meeste initiatieven quitte spelen. Vooral de stadslandbouw ondernemers die voor een groot gedeelte afhankelijk zijn van subsidies en/of fondsen, werken naar dit break-even punt toe. Dat is niet vreemd, aangezien de meesten van deze ondernemingen geen winstoogmerk hebben.

4.2.3. VerdienmodellenIn de passages hieronder zullen we de verdienmodellen nader bestuderen. Aansluitend op de analyse in paragraaf 4.1.2. zijn de ondernemingen daarbij opgesplitst in twee categorieën: ondernemingen met een nadruk op maatschappelijke impact en ondernemingen met een nadruk op financiële waarde.

Sociaal-gedreven verdienmodellenDe meeste sociaal-gerichte ondernemingen behalen een lage omzet met uitschieter creatief beheer. Hotspot Hutspot betreft een tweejarige subsidie.

Page 40: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

Figuur: Gemiddelde inkomstenstructuur financieel-gerichte initiatieven (%), in 2014

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

1 2 3 4 5

Reguliere ondernemingen Gemiddeld

40 Economisch onderzoek

of institutionele omgeving - bv. fusie van organisaties, of reorganisaties binnen instanties.

Financieel-gedreven verdienmodellenHet gemiddelde inkomen van de meer reguliere ondernemingen ligt een stuk hoger in vergelijking met de maatschappelijke ondernemingen. Dit toont aan dat stadslandbouw niet kleinschalig hoeft te zijn, al is de productie beperkt in vergelijking met de gangbare land- en tuinbouw. Uit je eigen stad is een uitschieter qua omzet, hetgeen grotendeels wordt gehaald uit het restaurant.

Een uitsplitsing van de inkomensbronnen leert dat deze ondernemingen vrijwel geen inkomsten behalen uit fondsen en subsidies. Het moet vooral uit de productie en projecten komen. Wel draaien deze ondernemingen momenteel nog met een verlies. Dat komt vooral door de hoge kapitaalinvesteringen die men moest maken om voedsel te produceren. De inschatting is dat men binnen een termijn van twee jaar winstgevend kan zijn. Het aanloopverlies is veelal ingecalculeerd door de investeerders, al zullen

deze op een gegeven moment wel ‘return on investment’ vereisen. De afhankelijkheid van inkomsten uit productie maakt dat deze ondernemingen meer afhankelijk zijn van ontwikkelingen in de markt en bijbehorende ketens. Financieel-gerichte stadslandbouw ondernemingen moeten blijven investeren in innovatie en promotie om afnemers en consumenten aan zich te binden. 4.3 Sociaal-maatschappelijke impactAlle stadslandbouw initiatieven die in dit onderzoek zijn betrokken leveren een positieve bijdrage aan maatschappelijke doelstellingen. Zoals reeds uit eerder onderzoek is gebleken, blijkt stadslandbouw een optimaal middel te zijn om sociale cohesie onder buurtbewoners te bevorderen, de buurt een beter aanzien te geven, kinderen met gezond voedsel te laten kennismaken en de veiligheid in een wijk te verhogen. Het initiatief in Schiebroek-Zuid is daarvan een voorbeeld, hoe de uitstraling van een wijk verandert met de komst van een dergelijk initiatief.

Page 41: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

41Stadslandbouw Gemeente Rotterdam

Activeringen en re-integratieIn het kader van dit onderzoek is speciale aandacht uitgegaan naar twee subthema’s van sociale impact, namelijk activering en re-integratie. De tabel hieronder vat de uitkomsten samen. In totaal konden de ondernemingen in 2014 beschikken over circa 538 vrijwilligers. Dat is een zeer diverse groep mensen, bestaande uit o.a. studenten, mensen in een uitkeringssituatie en gepensioneerden. In totaal zijn circa 31 mensen die bij de stadslandbouwondernemers actief waren weer bemiddelbaar voor werk (activeringen); zij kunnen zich weer op de arbeidsmarkt melden. Circa 20 mensen hebben dankzij de inspanningen via stadslandbouw weer een betaalde baan gevonden en zijn dus gereïntegreerd. Bij deze aantallen moet wel een slag om de arm gehouden worden. Exacte cijfers zijn lastig te achterhalen, aangezien de administratie op dit punt bij de meeste ondernemers gebrekkig is. Als verklaring hiervoor noemen de ondernemers dat juist verminderde formele supervisie en controle de deelnemers helpen bij een zorgeloze en snellere activering.

Activeringen en re-integratie, 2014

Indicator Aantal

Deelnemers 538

Activeringen 31

Re-integratie 24

4.4 Groeipotentieel

4.4.1. GroeiambitiesDe ambities bij de ondernemers zijn hoog. Als we de respondenten mogen geloven, dan staat Rotterdam nog heel wat te wachten qua stadslandbouw. De groeiambities zijn grofweg in drie lijnen te verdelen:

- Opschaling: een aantal ondernemers is aan het kijken hoe de huidige activiteiten uit te breiden. Voorbeelden zijn: nog meer workshops of activeringstrajecten. Deze vorm van groei wordt wel begrensd door het organisatievermogen van veel ondernemingen. Hieronder wordt daar dieper op ingegaan.- Uitbreiding: weer anderen zijn de mogelijkheid aan het bestuderen om een grotere locatie te betrekken, mogelijk in combinatie met opschaling van activiteiten. Een paar kijken ook naar meerdere locaties, verspreid over de stad. Voorbeelden zijn: een grotere tuin om nog meer vrijwilligers te activeren en het stadslandbouwconcept in andere grote steden uitrollen.

Voorwaarden groeipotentieel

Voorwaarden Beschrijving

Strategisch Onderscheidend vermogen ontwikkelen om te concurreren met bestaande (sociale) organisaties en/of gangbare ketens

Organisatie Voldoende coördinatie-capaciteit om activiteiten te combineren en groeimogelijkheden te verzilveren

Vaardigheden Professionele vaardigheden m.b.t. duurzame voedselteelt- en productie, omgang mensen met psychosociale problemen, activering, marketing/promotie, financieel management, horeca en retail

Ondernemerschap Verdienmodel minder afhankelijk maken van incidentele inkomsten (fondsen/subsidies), meer nadruk op productie en langer lopende contracten voor opdrachten en projecten

Financiering Fondsen en subsidies gebruiken als (voor)financiering voor transitie richting stabiele inkomstenbronnenBenader ‘launching customer’, een eerste klant die bereid is mee te helpen aan doorontwikkeling en de onderneming in de markt te lanceren.

Samenwerking Ontwikkeling netwerken van potentiële nieuwe opdrachtgevers Verkenning alliantie-mogelijkheden met andere stadslandbouw-initiatieven, of bestaande bedrijven/ketens

- Innovatie: diverse ondernemers zijn bezig met innovatieve methoden ter verduurzaming van de voedselproductie, zoals bijdragen aan biodiversiteit en een groene en gezonde leefomgeving. In een paar gevallen wordt de tuin als onderzoek locatie gebruikt, zoals bij de Voedseltuin. Verder zien sommige ondernemers mogelijkheden om nieuwe activiteiten op te zetten, die het huidige aanbod aanvullen en/of versterken. Voorbeelden zijn: een buurtbedrijf, horeca voorzieningen en directe levering aan retail.

Page 42: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

42 Economisch onderzoek

Tabel: Stimulerend beleid volgens ondernemers

Voorwaarden Beschrijving

Aanbestedingen - Gemeente als opdrachtgever van maatschappelijke diensten i.p.v. als subsidieverstrekker- Ruimte voor kleinschalige initiatieven in het aanbestedingsbeleid. Men wil herkend en erkend worden - Perceptie van ondernemers is dat gevestigde partijen makkelijker een welzijnsopdracht krijgen toegekend- Behoefte aan ontschotting van budgetten tussen gemeentelijke clusters, om meervoudige waarde creatie van stadslandbouw recht te doen

Regelgeving - Afval: de huidige regels werken belemmerend voor stadslandbouw. Er is experimenteerruimte nodig- Landbouw: er is weinig ervaring met stadslandbouwactiviteiten binnen de gemeente, waardoor ondernemers met regelgeving uit gangbare landbouw worden geconfronteerd

Financiering - Behoefte aan goedkoop krediet of borgstellingen

Grond/huur - Van ad-hoc afspraken mb.t. grondgebruik naar stabiele (commerciële?) overeenkomsten met de gemeente

Communicatie - Ondernemers weten vaak niet meer waar ze moeten zijn bij de gemeente. Doorverwijzen gebeurt vrijwel niet. Er zou voor stadslandbouw een loket opgezet kunnen worden waar initiatiefnemers terecht kunnen en/of goed worden doorverwezen

4.4.2. Groeivoorwaarden & -belemmeringenUiteraard zijn de voorwaarden voor groei sterk afhankelijk van de individuele onderneming en haar context. Toch zijn er uit de casussen een aantal algemene lijnen te distilleren om het groeipotentieel te verwezenlijken. Hieronder zijn een aantal voorwaarden en belemmeringen samengevat waar de ondernemers zelf mee aan de slag moeten om hun groeiambities waar te maken.

4.4.3. Rol gemeenteGedurende het onderzoek zijn de ondernemers ook bevraagt over hoe de Gemeente Rotterdam stadslandbouw stimulerende voorwaarden zou kunnen scheppen. In de tabel hieronder staan de voorwaarden opgenoemd, vanuit het perspectief van de ondernemers. De Gemeente Rotterdam beschikt over een scala aan beleidsinstrumenten om initiatieven van Rotterdamse burgers, organisaties en bedrijven te ondersteunen bij activiteiten gericht op het realiseren van maatschappelijke impact. In Bijlage 6 is een tabel opgenomen waarin de meest relevante regelingen en subsidies beknopt worden beschreven.

Page 43: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

43Stadslandbouw Gemeente Rotterdam

Dit onderzoek heeft de economische activiteiten van stadslandbouw ondernemingen in kaart gebracht. Ook is gekeken naar de sociaal-maatschappelijke impact van ondernemingen en wat er voor opschaling en professionalisering benodigd is. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste uitkomsten beknopt samengevat en worden op basis van de analyse aanbevelingen gedaan voor zowel ondernemers als beleidsmakers.

5.1 Conclusies

Economische waardeIn totaal realiseerden de 9 onderzochte stadslandbouw ondernemingen in 2014 een omzet van circa 2,4 miljoen euro . Dat komt neer op een gemiddelde omzet van circa 275.000 euro per onderneming. Het grootste deel van de omzet werd gegenereerd door inkomsten uit horeca activiteiten, zoals terras, theehuis of restaurant, namelijk circa 54%. Dit nuanceert de opvatting dat stadslandbouw voornamelijk van fondsen en subsidies afhankelijk zou zijn. Er zijn dus verdienmodellen mogelijk waarbij een aanzienlijk deel van de omzet wordt behaald uit bedrijfsmatige activiteiten. Een nadere beschouwing van de productie leidt tot het inzicht dat slechts 14% van de omzet rechtstreeks uit productie van voedsel afkomstig is. Na aftrek van kosten – zoals management fee, vrijwilligerskosten, inkoopwaarde van de omzet en vaste lasten – resteerde in 2014 een gemiddeld rendement van – 19%.

VerdienmodellenDit algemene beeld verschilt echter sterk per onderneming. Ondernemingen waarbij de maatschappelijke impact voorop staat, genereren doorgaans slechts een klein deel van de inkomsten uit productie of projecten. Voor de meeste van deze sociale ondernemingen is stadslandbouw een middel om de maatschappelijke doelen te bereiken. Deze ondernemingen realiseren een lagere gemiddelde omzet (in tegenstelling tot algemene gemiddelde)en zijn in hoge mate afhankelijk van publieke middelen. Gezien het ad-hoc karakter van deze inkomsten zijn dit type ondernemingen meer gevoelig voor veranderingen qua regelgeving en institutionele omgeving (bv. reorganisatie of bezuinigingen bij gemeente). Deze kwetsbaarheid leidt tot instabiele verdienmodellen, waarbij de economische duurzaamheid een zwak punt is. De meer ‘reguliere’ bedrijven - met MVO in de kern van het bedrijf maar waar de financiële waarde voorop staat – behalen een hoger dan gemiddelde omzet uit productie. Deze ondernemingen zijn momenteel echter nog verliesgevend en zijn meer gevoelig voor ontwikkelingen in markten en ketens van voedselproductie.

Sociaal-maatschappelijke impactAlle onderzochte ondernemingen zijn betrokken bij activiteiten ten behoeve van de sociaal-maatschappelijke impact in hun wijk. Uiteraard geldt dit in hoge mate voor de ondernemingen waar maatschappelijke impact voorop staat. Het gaat dan om doelen als sociale cohesie, vergroening, gezondheid en activering. Uit dit onderzoek

5. Conclusies en aanbevelingen

Page 44: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

44 Economisch onderzoek

blijkt dat stadslandbouw initiatieven veel affiniteit en mogelijkheden hebben met het activeren van wijkbewoners. Circa 538 deelnemers aan een stadslandbouw onderneming waren in 2014 betrokken bij de activiteiten van een initiatief. Het heeft ertoe geleid dat circa 30% van de deelnemers weer bemiddelbaar was voor de arbeidsmarkt . Wat dit precies betekent voor de kosten van uitkeringen van de gemeente is lastig in te schatten, mede omdat de meeste ondernemingen op dit vlak geen administratie bijhouden en hierover geen afspraken met de gemeente zijn gemaakt.

Groeipotentieel, voorwaarden en professionaliseringAlle onderzochte ondernemingen hebben ambities om te groeien. Groeiambities bestaan uit opschaling van huidige activiteiten, uitbreiding van de locatie of de ontwikkeling van nieuwe activiteiten. Professionalisering van de organisatie is daarbij een belangrijke groeivoorwaarde. Indien men innovatieve activiteiten wil ontwikkelen en wil concurreren met bestaande instanties, zullen er nieuwe competenties aangetrokken moeten worden. Veel genoemde competenties zijn: duurzame teelt, marketing/promotie, horeca, omgang mensen met psychosociale problematiek en financieel beleid. Groei en opschaling zal echter hand in hand moeten plaatsvinden met de aanpassing van het verdienmodel, anders worden de activiteiten niet gedragen door de inkomsten. Een nog onontwikkeld aspect bij stadslandbouw ondernemingen in Rotterdam betreft de samenwerking tussen ondernemers. Hoewel het wereldje klein is, is het aantal samenwerkingsverbanden schaars. Dit terwijl samenwerking zou kunnen leiden tot voordelen als: sterkere belangenbehartiging, ontwikkeling administratiesysteem voor monitoring activering, gezamenlijke inkoop, etc.

Rol Gemeente RotterdamUit gesprekken met stadslandbouw ondernemers komt een aantal thema’s in relatie tot de Gemeente Rotterdam naar voren die verdere groei en professionalisering zouden belemmeren. Deze worden hieronder behandeld:

- Aanbesteden: er is behoefte om als kleinschalige onderneming mee te dingen naar opdrachten voor activeren en/of re-integratie. Het huidige aanbestedingsbeleid maakt dit echter moeilijk voor kleine ondernemingen, met name vanwege de grote omvang van opdrachten (> 100.000 euro) en de professionele eisen die gesteld worden bij aanbestedingen. De beperkte organisatorische capaciteit aan de kant van de ondernemingen is daarbij ook een bottleneck. Aan de kant van de gemeente ervaren ondernemers het als ingewikkeld dat er veel verschillende gemeentelijke clusters bij hun activiteiten betrokken zijn. Dit heeft te maken met de meervoudige waarde creatie van stadslandbouw, hetgeen verschillende beleidsdomeinen raakt (bv. activering, groenvoorziening, sociale cohesie, etc.). Ondernemers zijn hierdoor geneigd te gaan ‘shoppen’ langs verschillende balies bij de Gemeente Rotterdam om subsidies/opdrachten aan te vragen.

- Subsidies & regelingen: er is een heel scala aan beleidsinstrumenten beschikbaar vanuit de Gemeente Rotterdam, om sociale initiatieven van Rotterdamse burgers, bedrijven of organisaties te ondersteunen die aansluiten bij maatschappelijke vraagstukken. Voorbeelden hiervan

Page 45: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

45Stadslandbouw Gemeente Rotterdam

een gemeentelijk cluster bij en er is een ondernemer welke een aangepast tarief betaald. Deze ad-hoc afspraken over grondgebruik leiden tot onzekerheid over het voortbestaan van diverse stadslandbouw ondernemingen.

5.2 Aanbevelingen

5.2.1. Aanbevelingen ondernemers- Verdienmodellen: beperk de afhankelijkheid van ad-hoc financiering van activiteiten door te werken aan stabiele inkomensstromen en structurele relaties met opdrachtgevers. De Gemeente Rotterdam kan daarbij een potentiële opdrachtgever zijn, maar denk ook aan andere partijen zoals woningcoöperaties, zorginstellingen, groenbedrijven en onderaannemer schap bij welzijnsorganisaties.

- Professionalisering: om in aanmerking te komen voor welzijnsopdrachten bij gemeenten of andere partijen moet je over de juiste professionele competenties beschikken. Deze competenties verschillen per activiteit, maar voor vrijwel alle activiteiten geldt dat er een goede business case moet worden gepresenteerd. Verder zijn er nog veel verbeteringen mogelijk op het vlak van marketing/promotie, psychosociale vaardigheden, financieel management en administratie.

- Samenwerking: mogelijkheden voor gezamenlijke belangenbehartiging, kennisontwikkeling, inkoop of productie zijn nog grotendeels onbenut. Kijk daarom naar mogelijkheden om op een effectieve manier allianties te sluiten, juist ook als de middelen hiervoor beperkt zijn.

- Sociale impact: indien er ambities zijn op het vlak van activering en/of re-integratie, dient een geschikte administratie te worden bijgehouden.

5.2.2. Aanbevelingen Gemeente Rotterdam- Aanbesteding: onderzoek de mogelijkheden om als gemeente contracten te sluiten met kleinschalige sociale ondernemingen op het vlak van sociale dienstverlening, zoals activering en re- integratie. Nieuwe procedures, waarbij budgetten tussen gemeentelijke clusters worden ontschot, zijn gewenst. Dit om aanbestedingen op basis van meervoudige waarde creatie mogelijk te maken.

- Subsidies & regelingen: hoewel ad-hoc en tijdelijk, kunnen regelingen zoals CityLab010 en Right to

zijn: bewonersinitiatief, Couleur locale, CityLab010, Right to Challenge, Initiatieven Platform en Rotterdamse Zaak (zie tevens bijlage 6). Niet alle ondernemers lijken de weg hiernaar echter te vinden.

- Regelgeving: veel stadslandbouw ondernemers lopen bij het opzetten of uitbreiden van hun landbouwactiviteiten aan tegen belemmerende wet- en regelgeving. Met name regels rondom afvalverwerking, milieu en het houden van dieren zijn niet afgestemd op stadslandbouw. In het verleden zijn hiervoor maatwerk oplossingen gevonden tussen de ondernemers en de afvalverwerking, mede dankzij intensieve ondersteuning vanuit het cluster Stadsontwikkeling. Deze procedures waren echter langdurig van aard en intensief voor alle betrokkenen.

- Financiering: vooral de meer financieel gedreven ondernemers hebben behoefte aan goedkoop krediet of borgstellingen, om zo de uitbreiding of vernieuwing van hun bedrijf mogelijk te maken. Zij geven aan dat de mogelijkheden voor financiering bij de gangbare kredietverstrekkers vaak beperkt is, mede vanwege onbekendheid met het concept, en hopen dat de gemeente hierin een rol kan spelen. Bijvoorbeeld als regisseur tussen de verschillende partijen en/ of door zelf oplossingen aan te bieden (zoals een borgstellingskrediet of investeringsfonds).

- Communicatie: de Gemeente Rotterdam beschikt over zowel een online als een fysieke Ondernemersbalie, waar ondernemers terecht kunnen met vragen over subsidies, dienstverlening, regelgeving, vergunningen, huisvesting, etc. Het blijkt dat niet alle ondernemers van het bestaan van dit loket op de hoogte zijn. De meeste ondernemers benaderen voor een vraag momenteel hun contacten binnen de gemeentelijke organisatie. Dat zorgt bij beide partijen soms voor miscommunicatie en wrijving. Ondernemers met ervaring met de Ondernemersbalie geven echter aan dat bij dit loket onvoldoende kennis en affiniteit met sociaal ondernemerschap is. Ze stuiten dan soms op onbegrip of worden verkeerd doorverwezen.

- Grond & huur: uit dit onderzoek blijkt dat er met vier ondernemers verschillende arrangementen zijn getroffen met de gemeente over het gebruik van de grond. Twee standslandbouwers kregen de grond ‘om niet’, bij een andere ondernemer springt

Page 46: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

46 Economisch onderzoek

Challenge fungeren als een pilot of experimenteerruimte voor het sluiten van contracten met stadslandbouw ondernemingen. Verbeter de communicatie richting ondernemers, zodat zij op de hoogte zijn van de mogelijkheden rondom deze regelingen in hun context.

- Launching customer: momenteel wordt er bij gemeentelijke activiteiten regelmatig wat ingekocht bij stadslandbouw ondernemers. Kijk naar mogelijkheden om deze rol als launching customer voor lokale sociale ondernemers te vergroten, bijvoorbeeld door dit te verankeren in het centrale inkoopbeleid van de gemeente.

- Financiering: kijk naar instrumenten die ondernemers kunnen helpen bij het financieren van nieuwe activiteiten of uitbreiding op het vlak van stadslandbouw. Bijvoorbeeld door borgstellingskredieten of een investeringsfonds aan te bieden.

- Communicatie: stroomlijn communicatie met ondernemers over ontwikkelingen relevant voor sociaal ondernemerschap en stadslandbouw in het specifiek. Zorg voor centraal aanspreekpunt met kennis van zaken.

- Grond/huur: werk toe naar stabiele (commerciële) overeenkomsten, in plaats van ad-hoc afspraken over grondgebruik. Dit mogelijk in combinatie met contracten voor maatschappelijke diensten, zoals activering, groendiensten en/of zorg.

Page 47: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

47Stadslandbouw Gemeente Rotterdam

Literatuur

Abma, R., U. Kirchholtes, J.E. Jansma, M. Vijn, E.C.M. Ruijgrok en J. Brouwer, Maatschappelijke kosten-batenanalyse stadslandbouw; De cases Voedseltuin Rotterdam, De Nieuwe Warande en Hazennest Tilburg. Rapport Witteveen en Bos en Praktijkonderzoek Plant en Omgeving, 2013.

Bakker, T., K. De Grip, R.B. Doorneweert, Duurzame innovaties in agrofoodketens; Handreiking voor adviseurs en ondernemers. LEI Wageningen UR, maart 2012.

Bronsveld, C., Onze oogst; Sociale effecten van Rotterdamse stadslandbouwprojecten. Gemeente Rotterdam, februari 2014.

Gemeente Rotterdam, Food & the City; Stimuleren van stadslandbouw in en om Rotterdam, Rotterdam. Rotterdam, 2012.

Grip, K. de, C.C. de Lauwere, N.W.T.H. van den Hamers-van den Berkmortel, J.A.A.M. Verstegen, R.B. Doorneweert, A.C.G. Beldman, T. Bakker, S.M. van Dijk, Innovatie en duurzaamheid in agrofoodketens; een handreiking om innovatieve ketenconcepten in een duurzaam businessmodel te stimuleren. LEI Wageningen UR, februari 2012.

Landbouw Economisch Bericht 2015. Via website: www.landbouweconomischbericht.nl/

Metaal, R., E. Thompson, E. Kolpa, J. van Bergen, R. Aaftink, J.W. van der Schans, S. de la Fonteijne, J. Schouw, I. Bulthuis, P. de Graaf, J. Westra, Stadsboeren in Nederland; Professionalisering van de stadsgerichte landbouw. Van Bergen Kolpa Achitecten, 2013.

Osterwalder, A. en Y. Pigneur, Business Model Generation; A handbook for visionaries, game changers and challengers. 1st edition. Wiley, 2010.

Schans, J.W. van der, Vijf strategieën voor verdienmodellen voor stadslandbouw. LEI Wageningen UR, 2015.

Sociaal Economische Raad (SER), Sociale Ondernemingen; Een verkennend advies. Advies 15/03, mei 2015.

Syntens Innovatiecentrum, Innoveer! Groeimodel voor het MKB. November 2013.

Geraadpleegde website:http://www.wezo.nl/sociale-activering

Page 48: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

48 Economisch onderzoek

Page 49: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

49Stadslandbouw Gemeente Rotterdam

Bijlagen

Page 50: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

50 Economisch onderzoek

Bijlage 1 Lijst interviews

Voor de totstandkoming van dit rapport is informatie aangereikt door diverse personen en bedrijven. Wij danken hun hartelijk voor hun medewerking.

Met de volgende personen zijn gesprekken gevoerd:- Mireille van den Berg Stadsboerderij Natuurtalent- Jan Hendrik Bos Ontmoetingsplein Donkersingel- Max de Korte Voedseltuin Rotterdam- Tineke van den Burg Voedseltuin Rotterdam- Ingrid Ackermans Rotterdamse Munt- Caroline Zeevat Stadslandbouw Schiebroek-Zuid- Bob Richters Hotspot Hutspot- Rini Biemans De Tuinman m/v- Paul de Graaf Voedselbos Vlaardingen- Milena Prochazka Stadskwekerij Magis010- Siemen Cox RotterZwam- Huibert de Leede Uit je eigen stad- Klaas Folkerts Gemeente Rotterdam- Annemarieke van Egeraat Gemeente Rotterdam

Page 51: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

51Stadslandbouw Gemeente Rotterdam

Bijlage 2 Interviewprotocol

Vooraf- Onderzoek in opdracht van de Gemeente Rotterdam- De aanleiding voor dit onderzoek is een kennismaking van een aantal ondernemers met wethouder Struijvenberg- In het gesprek kwam onder meer naar voren dat de ondernemingen een bijdrage leveren aan verschillende collegedoelstellingen zoals activering/re-integratie, maar ook gezondheid en sociale cohesie- U bent daarin innovatief en bewandelt vaak nieuwe wegen die niet altijd in het bestaande beleid en/of aanbesteding contracten lijken te passen bij gemeente, corporaties en of zorgaanbieders- Naar aanleiding van het gesprek met de wethouder zijn twee sporen uitgezet: o een gemeentelijk (mogelijk deels landelijk) traject waarin naar de aanbestedingsvoorwaarden wordt gekeken, o het nu op te starten onderzoek om een meer vergelijkbaar en onderbouwde kennis van uw ondernemingen te verkrijgen.

Doel interviewDit interview richt zich op een aantal sociaaleconomische kwesties rondom uw initiatief, zoals: het type activering/re-integratie, de geldstromen en de verschillende kwesties waar u tegen aan loopt om door te groeien en/of uit te breiden.

VertrouwelijkheidDe verstrekte informatie blijft vertrouwelijk. Informatie van individuele bedrijven wordt niet gedeeld met externe partijen of naar buiten gebracht, tenzij u daarvoor expliciet toestemming geeft.

a. Van wie komt dit initiatief? [bv. van individu, meerdere partijen, consortium, etc.]

b. Hoe is het initiatief georganiseerd? [bv. in de vorm van onderneming, stichting, corporatie, etc.]

c. Welke activiteiten worden bij dit initiatief verricht? Worden er ook producten of diensten verkocht? [bv. voedsel, recreatie, sociale plek, leerwerkplek, educatie, zorg?]

d. Op welke groepen inwoners is dit initiatief gericht/welke mensen worden door dit initiatief aangetrokken? [bv. buurtbewoners, kinderen, werklozen, sociaal zwakkeren, ouderen, gehandicapten?]

e. Welke relatie hebben jullie met de betrokken mensen? Wat doen jullie om de reach te vergroten? [bv. aantal t.o.v. potentieel, mate van interactie]

f. Waar vinden de activiteiten plaats? In hoeverre doen jullie aan promotie? [bv. op de locatie, via website, etc.]

g. Wat zijn de belangrijkste activiteiten die jullie voor het initiatief moeten verrichten [bv. voedselproductie, verkopen, begeleiding, doceren, verzorgen, landschapsbeheer, promotie?]

h. Welke middelen zijn nodig om het initiatief tot stand te brengen? [bv. kantoor, kas, loods, apparatuur, tijd, kennis, geld]

i. In hoeverre is het voor jullie belangrijk om samen te werken met andere initiatieven/organisaties? [bv. gemeente, woningcorporaties, vastgoedbedrijven, voedselbanken, buurtorganisaties, zorginstellingen, scholen, goede doelen]

1. Het initiatief Beschrijft de activiteiten die dit stadslandbouw initiatief verricht voor welke groepen inwoners en wat er moet gebeuren om de activiteiten tot stand te laten komen.

Page 52: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

52 Economisch onderzoek

a. Heeft u moeten investeren om dit initiatief tot stand te laten brengen? Zo ja, hoeveel? [bv. aankoop middelen/grond, renovatie] (evt. %)

b. Hoe heeft u deze investeringen gefinancierd? Welke voorwaarden zaten hieraan en waren die in lijn met de voorwaarden van andere leningen/regelingen? (evt. %) [bv. (bank)leningen, eigen inbreng, subsidies, sponsoring, schenkingen, giften, crowd funding]

c. Wat zijn de belangrijkste kosten die moeten worden gemaakt voor dit initiatief? [bv. personeelskosten, management fee, locatie, activiteitenkosten, vrijwilligers, vervoer, promotie, inkoop grondstoffen] Kunt u een benadering geven van de omvang van deze kosten? (evt. %)

d. Wat zijn de belangrijkste opbrengsten die worden gegenereerd met dit initiatief? [bv. verkoop producten, vergoedingen voor educatie, activering, zorg of beheer] Kunt u een benadering geven van de omvang van deze opbrengsten? (evt. %)

e. In hoeverre worden de kosten door de opbrengsten gedekt? Eventueel: kunt u een benadering geven van het exploitatietekort? (evt. %)

f. Hoe vangen jullie eventuele tekorten op? [bv. interen op eigen vermogen, stoppen/afstoten activiteiten, privé bijdragen, subsidies]

g. Beschikken jullie ook over een exit strategie, in geval van tegenvallers of juist succes? [bv. verkoop, fusie, andere rechtsvorm, coöperatie-model]

a. In hoeverre levert uw initiatief een positieve bijdrage aan de volgende factoren: a. Activering/re-integratie b. Gezondheid c. Sociale cohesie

b. Zijn er activiteiten die gebruikelijk de verantwoordelijkheid zijn voor de Gemeente/partijen in opdracht van gemeente, maar die dit initiatief voor haar rekening neemt? Welke baten realiseert u die verder gaan dan het gangbare gemeentelijke aanbod? [bv. groenonderhoud, opvang/begeleiding jongeren]

c. Specifiek met betrekking tot de werkgelegenheidsbaten van dit initiatief: - Hoeveel FTE zijn er bij dit initiatief betrokken? - Zijn hier ook werklozen bij betrokken? - Indien ja, zie onderstaande tabel.

2. Het verdienmodel Beschrijft de belangrijkste kosten en baten van het initiatief, alsmede in hoeverre deze in balans zijn. Deze vragen zijn gebaseerd op de vragenlijst van Qredits Microfinanciering Nederland.

3. Sociale impact Uit eerder onderzoek blijkt dat stadslandbouw initiatieven een bijdrage leveren aan verschillende collegedoelstellingen zoals: activering/re-integratie, maar ook gezondheid en sociale cohesie. In dit interview willen wij graag een beeld krijgen van de impact van uw initiatief.

Meer kans op werk #vrijwilligers met meer kans op werk

Van geen werk naar werk

Eerder uit ziektewet

Van ongeschikt naar geschikt voor re-integratie

Page 53: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

53Stadslandbouw Gemeente Rotterdam

- Hoeveel van deze mensen hebben in de afgelopen 3 jaar vanuit dit initiatief een baan gevonden? - Hoeveel van deze mensen zijn in de afgelopen 3 jaar uit de ziektewet gekomen? - Hoeveel van deze mensen zijn in de afgelopen 3 jaar van ongeschikt naar geschikt verklaard voor de arbeidsmarkt?d. Welke toename van werkgelegenheid (bv. vrijwilligers) kan in de komende drie jaar worden verwacht?

a. Wat zijn jullie ambities met dit initiatief? [bv. uitbreiding huidige activiteiten, meer of grotere locatie, nieuwe activiteiten]

b. In hoeverre zien jullie opschalings- of groeimogelijkheden met jullie initiatief? [bv. uitbreiding huidige activiteiten, meer of grotere locatie, nieuwe activiteiten]

c. Welke van de volgende voorwaarden zijn voor jullie initiatief belangrijk? In hoeverre vormen deze voorwaarden belemmeringen voor jullie? Zie tabel hieronder.

d. In hoeverre signaleren jullie knelpunten in de relatie met de Gemeente Rotterdam?

Aspecten: - Aanbestedingen: bv. voor welzijn- Regelgeving: bv. m.b.t. groenvoorzieningen of bestemmingsplan, - Proces: bv. hoeveelheid aan te leveren informatie, of overlap/dubbelop?- Subsidiefondsen: bv. de volgende fondsen:- Right to challenge- Citylab010- Stadslab- Overig: bv. Stichting Doen, Social Impact BondTot slot: zijn er andere zaken die u aan de Gemeente Rotterdam wilt doorgeven, die nog niet tijdens dit gesprek aan de orde zijn gekomen?

4. Voorwaarden en belemmeringen Ondernemingen die willen groeien en/of professionaliseren lopen tegen een aantal voorwaarden aan. Soms kunnen deze voorwaarden uitgroeien tot belemmeringen om het initiatief te doen slagen.

Aspect Voorwaarde? Belemmering?

Externe ontwikkelingen

Strategie

Organisatie

Cultuur

Vaardigheden

Kennis & Technologie

Financiering

Genereren & concretiseren ideeën

Vermarkten

Exploitatie

Ondernemersschap

Samenwerking

5. Afsluiting De verzamelde informatie zal worden verwerkt in een onderzoeksrapport. Mogelijk dat een gedeelte hiervan publiek beschikbaar zal komen – uiteraard zonder de door u vertrouwelijk verstrekte gegevens. Ook wordt er gekeken naar een publieke terugkoppeling aan de wethouder. Hartelijk dank voor uw medewerking.

Page 54: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

54 Economisch onderzoek

Bijlage 3 Aanvullende vragenlijst voedselproductieIntroductieDe Gemeente Rotterdam zou graag nog iets verder willen inzoomen op een aspect van mijn sociaaleconomische onderzoek. Het betreft de productie die stadslandbouw ondernemingen realiseren en dan specifiek de voedselproductie. Onder voedselproductie wordt verstaan: de teelt van tuin- en landbouwgewassen die voor consumptie geschikt zijn. Overige vormen van productie – zoals inkomen uit horeca, activering of groenbeheer – horen er in dit kader niet bij. De vragen hieronder hebben als doel om dit specifieke deel van jullie inkomen nader in kaart te brengen. Uiteraard worden ook nu de gegevens vertrouwelijk behandeld en zullen niet worden gedeeld met derden.Indien je niet beschikt over de exacte cijfers, dan graag een inschatting of benadering om de vraag te beantwoorden.

Vragen1. Hoeveel kg. aan voedsel werd er in 2014 geproduceerd?

Antwoord: …………………kgBelangrijkste gewassen: ……………………………………………………………………………………………….[Graag schatting indien geen cijfers]

2. Wat was de omvang van het perceel (of percelen) waarop voedsel werd geproduceerd?

Antwoord: …………………m2[Graag schatting indien geen cijfers]

3. Welk deel van jullie omzet kwam in 2014 rechtstreeks voort uit voedselproductie ? (dus excl. inkomen uit horeca, theehuis, terras, etc.)

Antwoord: …………………%[Graag schatting indien geen cijfers]

4. Werd er een administratie bijgehouden over de omvang van de oogst?

Antwoord: ja / nee

5. Zijn er in 2015 nog veranderingen gerealiseerd wat betreft de voedselproductie t.o.v. 2014, of zijn er plannen voor productiegroei in de komende jaren?

Antwoord: nee / ja, namelijk……………………………………………………………………………………………….

Page 55: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

55Stadslandbouw Gemeente Rotterdam

Bijlage 4 Case Voedselbos Vlaardingen

De ondernemingAan de rand van de Westwijk in Vlaardingen en het platteland van Midden-Delfland is in 2014 een bijzonder groenproject van start gegaan: Voedselbos Vlaardingen. Het voedselbos is een project van Stichting Voedselbos Vlaardingen, in samenwerking met het Rotterdams Forest Garden Netwerk, de Snoepjestuin en het Recreatieschap Midden-Delfland. In Europa is Voedselbos Vlaardingen het grootste in zijn soort.

Doel van het project is een voedselbos te realiseren, waarin de principes van ‘forestgardening’ lokaal worden toegepast, uitgeprobeerd en ontwikkeld. Verrijken van openbaar groen, biodiversiteit en permacultuur zijn belangrijke principes van het concept. De initiatiefnemers trachten met het voedselbos bruggen te slaan tussen stadslandbouw en stedelijk groen. Zo kan een voedselbos vanuit ruimtelijk oogpunt - middels een combinatie van een parkachtige uitstraling en oogst van voedselproducten - een aanvulling zijn op zowel het openbaar groen als stadslandbouw. Tegelijkertijd tracht men vanuit sociaal-cultureel oogpunt een brug te slaan tussen de klassieke opvattingen m.b.t. onderhoud van groen (strak centraal onderhouden groen), en de bottom-up participatie vanuit burgerinitiatieven (collectief maar rommelig). Deze twee zienswijzen ontmoeten elkaar bij de realisering van het voedselbos. Een organische realisering, want samen met bewoners wil men het park geleidelijk laten groeien in plaats van het in een keer aan te leggen.

De activiteiten die plaatsvinden in het voedselbos zijn onder andere voedselproductie en het geven van educatie. Met het geven van educatie wil men bijdragen aan de kennisontwikkeling rondom het gedachtegoed van voedselbossen. Het idee is dat het voedsel dat in het bos geproduceerd wordt verkocht kan worden aan restaurants of horeca in de regio, of dat het wordt verwerkt in andere producten. Deze activiteiten zullen in de komende jaren meer gestalte krijgen, zodra het voedselbos is gerealiseerd. Verder zijn de betrokken partijen bezig met het ontwikkelen van de verdienmodellen voor het ecologische en recreatieve beheer van het voedselbos. Voedselbos Vlaardingen kan daarmee een leerplek zijn voor andere locaties met ambities op het vlak van voedselbossen.

De primaire doelgroep van Voedselbos Vlaardingen zijn de bewoners van Vlaardingen en omstreken, voor wie het voedselbos een plek voor recreatie en educatie kan zijn.

Daarnaast is het voedselbos een locatie voor bewoners met behoefte aan dagbesteding via vrijwilligerswerk. Promotieactiviteiten om deze doelgroepen te bereiken zijn tot dusverre beperkt gebleven. Wel is er een informatieavond voor omwonenden georganiseerd en is een website ontwikkeld van het voedselbos, met daarop informatie over het initiatief en de activiteiten.

Het verdienmodelHet project Voedselbos Vlaardingen wordt financieel mogelijk gemaakt door Fonds Schiedam-Vlaardingen, Omgevingsfonds Midden-Delfland en de Provincie Zuid-Holland (Uitvoeringsregeling Groen). aangetrokken (zie ook tabel hieronder). Deze middelen worden voornamelijk gebruikt voor de aanleg van het voedselbos en een kleine vergoeding voor de initiatiefnemers. Kosten worden beperkt gehouden door te werken met vrijwilligers. Daarnaast is de grond ‘om niet’ verkregen van het Recreatieschap Midden-Delfland. Met het recreatieschap is afgesproken is dat Stichting Voedselbos Vlaardingen pas huur gaat betalen zodra het initiatief winst maakt. Het voornemen is om inkomsten te genereren uit diverse activiteiten, zoals de verkoop van producten uit het bos aan regionale restaurants en door het aanbieden van cursussen op het vlak van voedselbossen. In de komende jaren zal het verdienmodel meer gestalte krijgen.

Sociale impactVoedselbos Vlaardingen heeft enthousiaste reacties teweeg gebracht bij bezoekers en omwonenden. Bezoekers geven aan dat zij positieve energie krijgen van het voedselbos en omwonenden waarderen de toegenomen leefkwaliteit dankzij nieuwe natuur. Ook scholen weten inmiddels de weg naar de locatie te vinden. Er zijn diverse scholen op bezoek geweest, waarbij de kinderen een educatief programma kregen aangeboden over voedsel en natuur. Daarnaast komen kinderen uit de wijk in het voedselbos spelen.

Met haar activiteiten heeft het Voedselbos Vlaardingen ook taken op zich genomen die voorheen tot de verantwoordelijkheid van de Gemeente behoorden. Zo is het groenbeheer grondig onder handen genomen. Er is meer biodiversiteit en geleidelijk worden meer burgers betrokken bij het groenbeheer van de eigen wijk. Momenteel zijn er circa 10 vrijwilligers actief bij het voedselbos, waarvan de meesten over een baan beschikken.

Page 56: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

56 Economisch onderzoek

GroeipotentieelDe ambitie van Stichting Voedselbos Vlaardingen is om met dit project bij te dragen aan de maatschappelijke discussie over het stedelijk groen, de buitenruimte en de landbouw. Dit project moet daarbij als voorbeeld dienen van hoe een voedselbos op grotere schaal kan worden opgezet en kan bijdragen aan een esthetisch en economisch aantrekkelijk ingericht gebied in een stedelijke omgeving. Uiteindelijk hopen de initiatiefnemers ook op andere plekken voedselbossen te realiseren. Met name in recreatieve gebieden ziet men mogelijkheden voor voedselbossen, bijvoorbeeld in de vorm van een eetbaar park. Daarnaast zijn er ambities om samen te werken met gemeentelijke groendiensten, om zo het groenbeheer op een nieuwe manier vorm te geven vanuit de principes van forestgardening.

Voorwaarden groeipotentieelBelangrijke voorwaarden voor de verwezenlijking van de ambities zijn onder meer het netwerk van de initiatiefnemers. Zo ziet men kansen voor samenwerking met o.a. horeca, winkels, educatie en groenbeheer. Ook wordt het de komende jaren belangrijk om het idee concept van een voedselbos en eetbaar park verder te concretiseren en hiervoor rendabele verdienmodellen te ontwikkelen. Tot slot zal er voldoende kennis en vaardigheden m.b.t. voedselproductie in een beboste omgeving aanwezig moeten zijn.

Het beleid van de Gemeente Rotterdam zou een belangrijke stimulerende factor kunnen zijn voor de realisatie van een voedselbos. Bijvoorbeeld door te investeren in de groene ruimte en het voedselbos hierbij als toekomstperspectief te zien – zowel in ruimtelijk (parkachtige verschijning) als in sociaal opzicht (brug tussen burgerinitiatief en centraal onderhoud). In het algemeen is de stichting tevreden over de samenwerking met de gemeente. Wel signaleert men verbetermogelijkheden in de communicatie. Men constateert dat persoonlijke contacten bij de gemeente belangrijk zijn om zaken voor elkaar te krijgen. Daarnaast lijkt het erop dat de interne samenwerking niet altijd

Activering en re-integratie, 2014

Indicator Aantal

Vrijwilligers 10

Activeringen -

Re-integratie -

Voorwaarden groeipotentieel

Voorwaarden Toelichting

Externe ontwikkelingen

Gemeente ziet voedselbos als oplossing bij investeringen in de groene ruimte

Vaardigheden Concretiseren van concepten voedselbos en eetbaar park

Ondernemerschap Verdienmodellen ontwikkelen die voor alle stakeholders toegevoegde waarde genereren

Samenwerking Goede samenwerking ontwikkelen met uit verschillende branches, zoals educatie, zorg en horeca

optimaal verloopt; er zou soms sprake zijn van eilandjes tussen de afdelingen, hetgeen vertragend werkt. Het grootste belang hecht Voedselbos Vlaardingen echter aan de visie van de gemeente m.b.t. de groente ruimte en de plaats hierin van een voedselbos. Men hoopt op pilotmogelijkheden in Rotterdam, om ook hier het potentieel van het concept te demonstreren.

Page 57: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

57Stadslandbouw Gemeente Rotterdam

Bijlage 5 Case Ontmoetingsplein Donkersingel

De ondernemingOp initiatief van Ravottuh en Stadslandbouw Schiebroek-Zuid is in januari 2015 begonnen met de herinrichting van de kinderspeelplaats aan de Donkersingel. Doel is het terrein om te vormen tot een ontmoetingsplek voor de buurtbewoners. De locatie – in eigendom van de Gemeente Rotterdam – werd in 2013 door Ravottuh al ontwikkeld van een rommelig braakliggend terrein naar een natuurspeelterrein. Uit gesprekken met buurtbewoners kwam naar voren dat het terrein meer potentie heeft. Naast een speelplaats voor kinderen, zouden ook volwassenen daar activiteiten willen organiseren. Er zou behoefte zijn aan een locatie waar buurtbewoners elkaar ontmoeten, activiteiten en workshops kunnen organiseren en deelnemers uit het stadslandbouwproject van Vestia een paar keer per jaar een kleine markt kunnen organiseren. Ook jongeren worden uitgedaagd om activiteiten te bedenken en uit te voeren. Samengevat moet het Ontmoetingsplein een rol van betekenis in de buurt gaan spelen, door meerdere leeftijdsgroepen en gebruikers aan te spreken. Natuurbeleving, tuinieren, gezonde voeding, spelen en bewegen zijn daarbij belangrijke thema’s.

In maart 2015 is men gestart met de realisering van de plannen. Zo wordt er een Ravottuh-huisje gebouwd (een luxe pergola) voor opslag van materialen, waar deelnemers aan het stadslandbouw-project gasten kunnen ontvangen, workshops houden en eenvoudige maaltijden kunnen serveren. Verder is het plein heringericht en zijn er aanpassingen gedaan in de groenstructuur. Eetbare gewassen worden met het oog op hygiëne en bodemkwaliteit geteeld in bakken. Om zo veel mogelijk buurtbewoners bij het initiatief te betrekken, zijn er veel gesprekken gehouden (waaronder van deur tot deur) met buurtbewoners en zijn twee workshops georganiseerd. Ook is een Facebook-pagina aangemaakt en een emaillijst aangelegd.

Hoewel zelfbeheer van bewoners een ambitie is van de initiatiefnemers, maakt de huidige sociale problematiek in de buurt professionele ondersteuning noodzakelijk. Belangrijke activiteiten voor de initiatiefnemers zijn: activeren en motiveren van buurtbewoners, coördinatie en begeleiding van de activiteiten, opzetten structuur en regels voor programmering en aangaan van samenwerkingsverbanden met andere (buurt)organisaties.

Het verdienmodelTer realisering van het Ontmoetingsplein is er in 2015 in diverse zaken geïnvesteerd. Zo is de groene ruimte aangepast, is er een verhard plein op het terrein gerealiseerd en is het Ravottuh-huisje gebouwd. Daarnaast zijn er kosten gemaakt voor de inventarisatie van wensen bewoners en de workshop en de coördinatie van het initiatief.Voor volgend jaar is er volgens de initiatiefnemers nog geen zicht op inkomsten. Het zal voornamelijk gaan afhangen van vrijwilligerswerk.

Sociale impactDe initiatiefnemers beogen met het Ontmoetingsplein aan de Dongersingel een bijdrage te leveren aan het vergroten van de sociale cohesie in de wijk. Men hoopt dat dit project ertoe leidt dat mensen met elkaar in gesprek raken en gezamenlijk met het initiatief aan de slag gaan. De activiteiten zijn daarom ook te zien als sociale vaardigheidstraining en oefeningen in het nemen van verantwoordelijkheid voor een gezamenlijk terrein. Mogelijk dat sommige buurtbewoners kans zien om hun ondernemerschap te ontwikkelen. Daarnaast wil men met het Ontmoetingsplein het aanzien van de wijk verbeteren; van een rommelig terrein tot een centraal punt waar de wijk elkaar ontmoet.

Gezien de korte looptijd van het project is het nog te vroeg om conclusies te trekken over de sociale impact van het initiatief. De sfeer rond het initiatief is in ieder

Activering en re-integratie, 2014

Indicator Aantal

Vrijwilligers 20

Activeringen -

Re-integratie -

geval positief: bij de opstartfase zijn buurtbewoners komen kijken hoe het project loopt. Momenteel zijn er circa 20 mensen als vrijwilliger bij het project betrokken. Ongeveer de helft daarvan zit in een uitkeringssituatie, vanwege werkeloosheid of arbeidsongeschikt. De initiatiefnemers hopen dat zij dankzij deelname aan dit project gereactiveerd worden voor de arbeidsmarkt en richting re-integratie kunnen toewerken. Voornaamste doel van het initiatief is echter het ontwikkelen van

Page 58: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

58 Economisch onderzoek

sociale cohesie in de wijk en culturele verschillen door samenwerking en deelname aan activiteiten bespreekbaar worden en niet als obstakel worden gezien.

GroeipotentieelEr zijn diverse mogelijkheden om nieuwe activiteiten te ontwikkelen bij/rondom het Ontmoetingsplein. Er zijn al ideeën geopperd voor een pop-up restaurant. Ook het concept van een buurtbedrijf waar mensen kunnen re-integreren is in ontwikkeling. Een van de initiatiefnemers denkt hierbij aan recycling van e-waste (elektronisch afval) en composteren van GFT. Hiervoor zijn gesprekken met stakeholders gaande, zoals Stadsbeheer van de gemeente Rotterdam en de gebiedscommissie. Uiteraard stelt het opzetten en exploiteren van een buurtbedrijf wel hogere eisen qua ondernemerschap en organisatie. Daar zullen de initiatiefnemers zich op moeten voorbereiden.

De initiatiefnemers van het Ontmoetingsplein hebben over het algemeen goed contact met de lokale overheden en zijn blij met de financiële bijdrage vanuit de Gebiedscommissie. Men is wel kritisch over de samenwerking met DOCK. Deze samenwerking verloopt stroef; er zou weinig betrokkenheid zijn met de organisatie en men heeft moeite om aan vrijwilligers te komen via DOCK. Gezien het brede takenpakket van deze organisatie is voor het welslagen van het Ontmoetingsplein belangrijk dat deze relatie in het komende jaar gaat verbeteren.

Voorwaarden groeipotentieel

Voorwaarden Toelichting

Externe ontwikkelingen

Aanpassing aanbestedingsregels bij gemeente

Strategisch Goed verhaal over toegevoegde waarde van buurtbedrijf voor buurt, afgezet tegen alternatieven

Organisatie Capaciteit om buurtbedrijf effectief te managen

Cultuur Het sociale karakter van het initiatief behouden, maar tegelijkertijd een professionalisering van de bedrijfsvoering

Vaardigheden Professionele vaardigheden m.b.t. re-integratie, netwerken, marketing en recycling

Financiering Aantrekken externe financierings- en subsidiebronnen om initiatief mogelijk te maken

Ondernemerschap Aanboren nieuwe inkomensbronnen vanuit sociaal ondernemerschap en bereidheid om daarbij risico te lopen

Samenwerking Nieuwe samenwerkingsverbanden aangaan met publieke organisaties en bedrijven

Page 59: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw

59Stadslandbouw Gemeente Rotterdam

Bijlage 6 Overzicht regelingen en subsidies Gemeente Rotterdam

De tabel hieronder bevat een overzicht van regelingen en subsidies, geselecteerd op relevantie voor stadslandbouwondernemers. Dit overzicht is niet uitputtend.

Regeling Beschrijving

Bewonersinitiatief Subsidie voor idee dat buurt ten goede komt en samen met bewoners wordt gerealiseerd.

Bewonersinitiatief Subsidie voor (welzijn)activiteiten die gericht zijn op het vergroten van de samenredzaamheid en/of zelfredzaamheid van Rotterdammers en/of het creëren van een kansrijke, veilige buurt en opvoedomgeving voor kinderen en jongeren die in Rotterdam wonen. Per gebied zijn maximale budgetten vastgesteld.

CityLab010 CityLab010 is een regeling van de gemeente Rotterdam waarmee Rotterdammers gestimuleerd worden te komen met oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. Verdeeld over 9 thema’s is 3,35 miljoen euro beschikbaar gesteld voor 2015.

Right to challenge Wijken en buurten krijgen op deze manier de kans bestaande lokale voorzieningen of gemeentelijke taken over te nemen. Right to Challenge is een nieuwe vorm van zeggenschap. 2015-2016 wordt gebruikt als experimenteerfase.

InitiatievenPlatform Het Initiatieven Platform Rotterdam (IPR) is het coördinatiepunt om effectieve publiek-private samenwerking op het gebied van werk en arbeidsontwikkeling te organiseren. Innovatieve voorstellen om mensen aan werk te helpen of mee te laten doen in de stad kunnen hier worden ingediend.

Rotterdamse Zaak Studenten van hogescholen helpen ondernemers bij het oplossen van vraagstukken op diverse terreinen en worden hierin begeleid door gevestigde ondernemers en experts.

Page 60: Economisch Onderzoek Stadslandbouw Gemeente Rotterdam...-ommunicatie: stroomlijn communicatie met C ndernemers over ontwikkelingen relevant voor o ociaal ondernemerschap en stadslandbouw