een baan in het beroepsonderwijs [ 2017-2018 - mijnhva · 2017-09-22 · handleiding educatieve...
TRANSCRIPT
Handleiding Educatieve minor
‘Een baan in het beroepsonderwijs’
2017-2018
Minor ‘Een baan in het beroepsonderwijs’
Leerroute Blok 1 en 2 Semester 1
Docenten Susan Kruis [email protected] Daniëlle van der Maten [email protected] Coördinator Dineke de Rijk [email protected]
Educatieve Minor 2017-2018 2
Inhoudsopgave
Inleiding.................................................................................................................................................... 3 Leerdoelen ................................................................................................................................................ 4 Programma ............................................................................................................................................... 4 Verplichte literatuur ................................................................................................................................ 11 Stage – werkplekleren .............................................................................................................................. 1 Toetsing .................................................................................................................................................... 1 Verantwoording studielast ........................................................................................................................ 3 Bijlage 1 Leerdoelen werkplekleren per competentie .............................................................................. 4 Bijlage 2 Beoordelingsformulier opdracht 1 ............................................................................................ 6 Bijlage 3 opdracht 2 Observatieopdracht ................................................................................................. 6 Bijlage 4 Beoordelingsformulier opdracht 3 de lessenserie...................................................................... 8 Bijlage 5 Stageactiviteiten educatieve minor............................................................................................ 9 Bijlage 6 Portfolio .................................................................................................................................. 12 Introductie EVC Ontwikkelassessment Educatieve Minor ..................................................................... 15 Het EVC-Ontwikkelassessment ............................................................................................................. 15 Inhoud portfolio ...................................................................................................................................... 16 Bijlagen .................................................................................................................................................. 19 Leerdoelen werkplekleren per competentie ............................................................................................ 20 Rapportage formulier EVC Ontwikkelassessment 2017-2018 ............................................................... 21 Beoordeling werkplekleren Educatieve Minor 2017-2018 .................................................................... 27
Educatieve Minor 2017-2018 3
Inleiding
Deze minor ‘Een baan in het onderwijs’ is bedoeld voor hogeschoolstudenten (buiten het educatieve domein) die interesse hebben in het onderwijs en/of overwegen het onderwijs in te gaan. Deze minor wordt aangeboden in voltijd, in het eerste semester. De minor geeft een zo realistisch mogelijk beeld van (werken in) het onderwijs en bestaat uit een combinatie van stage in het voortgezet of beroepsonderwijs en gerichte en ondersteunende trainingen op de Hogeschool van Amsterdam, locatie Kohnstammhuis. De stage vindt plaats op een van de opleidingsscholen waarmee de tweedegraads lerarenopleiding van de faculteit Onderwijs en Opvoeding samenwerkt (FOO). Op een opleidingsschool is de kwaliteit van de begeleiding gegarandeerd. Je gaat stage lopen binnen het vak of leergebied dat aansluit bij je opleiding. Volg je bijvoorbeeld een economische opleiding, dan ligt een stage in het vak economie of het leergebied Mens & Maatschappij voor de hand. Deze minor levert geen bevoegdheid op, maar biedt wel de mogelijkheid om na het afronden van de huidige opleiding een versneld traject tot tweedegraads bevoegd docent te volgen. Deelnemers zullen in het komende semester drie dagen stage lopen en een dag op het Kohnstammhuis ondersteunende colleges, trainingen en coaching krijgen. Het precieze programma wordt hieronder nader uitgelegd. De Educatieve minor ‘Een baan in het onderwijs’ is een nieuwe minor, die in het studiejaar 2012-2013 voor de eerste maal werd aangeboden. Het is daarom niet onwaarschijnlijk dat waar nodig en wenselijk aanpassingen aan het opgezette programma worden gemaakt. De minor is arbeidsintensief en vraagt de volle studietijd gedurende het semester.
Educatieve Minor 2017-2018 4
Leerdoelen
Leerdoel Door Bewezen in
Aan het einde van deze minor kunnen de studenten in eigen woorden beschrijven wat hun visie is op het onderwijs daarbij gebruik makend van relevante theorie.
Studie, interviews en discussie. Verwerking in een schrijfopdracht
Visiestuk
Aan het einde van de minor kunnen studenten leerlingen instrueren, begeleiden en inspelen op behoeften en verschillen van kinderen.
Studie, onderzoeksactiviteiten, interviews, observaties, stag,
Onderzoeksverslag van observatie volgens ‘Praktijkonderzoek in het onderwijs’. Daarnaast in producten en verslagen in portfolio.
Aan het einde van de minor beheersen de studenten de basisvaardigheden van ontwerpen, uitvoeren en evalueren van lesactiviteiten.
Studie, workshops, stage (w.o. lessen ontwerpen en uit te voeren), systematische reflectie (intervisie/ verslagen). Verwerking in een verslag.
Verslag van lessenserie. Daarnaast in producten en verslagen in portfolio.
Aan het einde van de minor kunnen de studenten hun persoonlijke en onderwijskwaliteiten presenteren aan collega’s (w.o. assessoren) a.d.h.v. portfolio en in beoordelingsgesprek.
Studie, trainingen, interviews, portfolio samenstellen, presentaties, assessment,
Stagebeoordeling en assessment aan de hand van producten en verslagen in volledig portfolio op basis van verworven competenties en kernkwaliteiten.
Programma De ondersteunende colleges, trainingen en coaching vinden plaats op de vrijdag (9.20 – 16.00). Tijdens de colleges bekwamen de studenten zich in basiskennis en – vaardigheden ten aanzien van pedagogiek en algemene didactiek. De colleges vragen een actieve houding van de studenten. Voorafgaand aan de colleges bereiden zij zich voor. De voorbereiding bestaat o.a. uit het bestuderen van theorie en het uitvoeren van opdrachten in kleine groepen of zelfstandig. De bijeenkomsten zijn verplicht. De input die gegeven wordt tijdens de colleges dragen bij aan het uitvoeren van de opdrachten en de stage.
Educatieve Minor 2017-2018 5
De rest van de week lopen de studenten stage. De stage bestaat uit drie delen. De eerste weken, afhankelijk van de reeds verworven competenties van de studenten, ligt de nadruk op observatie en assistentie tijdens de les. De studenten maken kennis met de school (visie van de school, regels, de leerlingen, de schoolcultuur etc.) en voeren stageopdrachten uit (zie bijlage) die zij later in een portfolio plaatsen. Na deze oriëntatiefase voeren de studenten, onder begeleiding van de stagebegeleider, lessen uit. De studenten bereiden zich hierop voor door de les te ontwerpen (lesplan) en voor te bespreken met de begeleider en na afloop bespreken de studenten het verloop van de les met hun begeleider. De studenten maken hiervan een reflectieverslag en plaatsen deze in het portfolio. Het derde en laatste blok betreft een verdieping van het pedagogisch-didactisch handelen. Studenten brengen theorie in praktijk en gaan steeds meer zelfstandig lesgeven op de stageschool vanuit een onderbouwde visie. Studenten voeren naast de lessen ook stageopdrachten uit. Zij kiezen uit een aantal opdrachten en doen hiervan verslag. Deze opdrachten komen in het portfolio en zijn voorwaardelijk om de stage te kunnen afronden. Ook voor de stage geldt dat de studenten een (pro)actieve houding hebben. Dit maakt ook onderdeel uit van de beoordeling. De colleges en trainingen worden verzorgd door Susan Kruis (adolescentiepsychologie, onderzoek, orde en coaching) en Daniëlle van der Maten (met name algemene didactiek en coaching). De minor bestaat uit vier opdrachten en een assessment. Tijdens het leertraject wordteen digitaal portfolio samengesteld voor het assessment. Alle opdrachten inclusief de stage moeten met een voldoende, minimaal 5.5, worden afgesloten om de minor te kunnen halen. Om aan het assessment deel te kunnen nemen dienen alle vier de onderdelen met minimaal een 5.5 als beoordeling afgerond te zijn. Dit zijn:
Ontwikkeling visie op onderwijs (2 ECT)
Observatie en verslaglegging (4 ECT)
Ontwerp, uitvoer en presentatie van de lessenserie (6 ECT)
Stage – werkplekleren ( 15 ECT) De docenten bepalen op welke datum het portfolio in orde moet zijn en controleren of het portfolio aan de gestelde eisen voldoet. Indien het portfolio op de vastgestelde datum niet aan de eisen voldoet of een van de opdrachten is niet met minimaal een 5.5 afgerond, dan kan de student niet aan het assessment deelnemen. De herkansing van het assessment zal plaatsvinden aan het einde van het volgende semester (blok 3). Studenten werken zelfstandig aan hun portfolio. In het weekschema kunnen studenten teruglezen welke onderdelen wanneer in het portfolio geplaatst dienen te worden om te voorkomen dat zij in tijdnood komen aan het einde van semester 1. Voor het portfolio en voor alle andere geschreven en gesproken producten die de studenten maken geldt dat het niveau Nederlands minimaal op B2 is. Indien het product niet voldoet aan de gestelde vormeisen, gaat het product retour.
Schematisch weergegeven ziet het programma er als volgt uit.
Onderwerp Periode Thema’s Stageactiviteiten (zie bijlage) Afronding (voor portfolio)
Oriëntatie op het beroep
4 weken Schoolorganisatie Functies, functiehuis en organogram Visie, identiteit en denominatie Presenteren (inclusief prezi, digibord) Werken met een lesplan en lesdoelen Lesmethodes Kennismaken met de adolescent (interview) Relatie leerkracht-leerling Werkvormen presenteren Visies op leren Onderzoeksmatig te werk
Observatieopdrachten didactiek, pedagogiek, assisteren bij lessen, interviews docenten, leerlingen
Schrijfopdracht visie Eind blok 1
De leerling + lesgeven (basis)
3 weken Adolescentiepsychologie Orde houden Groepsdynamica en gedrag Leerstijlen (Vak)didactiek – basis Lesopbouw Leerstijlen en meervoudige intelligenties Samenwerkend leren Vragen stellen Onderzoeksvaardigheden
Lesgeven (delen van een les) onder begeleiding van stagebegeleider met bestaand programma Dramatraining en logopedie, pedagogische omgang met leerling en groep, structuur en orde,
Observatieopdracht Eind blok 2
Lesgeven (vervolg)
7 weken Activerende didactiek Uitvoeren van (delen) van lessen Ontwerp en uitvoer van een lesdeel
Educatieve Minor 2017-2018 2
Cognitieve ontwikkeling van adolescenten (visies op leren) Begeleiden van lerenden Toetsing Orde houden en didactiek Vakdidactiek
Eind blok 2
Wekelijks programma september 2017 – januari 2018 Hieronder staat per week aangegeven wat er op het programma staat en wat er van de studenten buiten de bijeenkomsten wordt verwacht. Dit programma is onder voorbehoud. Het programma kan desgewenst worden aangepast aan de eigen leervragen van de studenten en naar inzicht van de docenten. Indeling bijeenkomsten vrijdag Ochtendprogramma 9.20 – 12.00 Pauze 12.00 – 12.45 Middagprogramma 12.45 – 15.00 (eventueel uitloop tot 16.00)
Week en datum
Programma Buiten de bijeenkomsten
36. 08/09/17
Bijeenkomst 1 Introductiebijeenkomst
Aanschaf boeken. Zie verplichte boeken op literatuurlijst Ochtend
activiteiten:
Educatieve Minor 2017-2018 3
kennismaking, handleiding doornemen, stagecontracten, competenties, opdrachten, toetsing inclusief assessments en herkansingsmogelijkheden, leerstijlen, houding op stage en HvA en voorbereidingen op het college Instructie opdracht week 2 en 3 Stage afronden i.v.m. assessment voor 1 jan 2018 Uitleg opdracht bijeenkomst 2 Uitleg casus 1, 2 en 3 Portfolio aanmaken en onderhouden Middag Kennismaken met jouw ontwikkeling en leren, beeld van een docent, eigen leerdoelen (PAP), 5 rollen van de leraar Instructie opdracht 2 (observatieonderzoek) Voorbereiding in duo’s op college van volgende week (puberteit/adolescentie/onderwijssysteem) inclusief afsluiting van de dag
Stageactiviteiten → assisteren en observeren lessen Huiswerkopdrachten zie volgende week
37. 15/09/17
Bijeenkomst 2 Nederlands Onderwijssysteem
Ned. Onderwijssysteem Handboek voor leraren 9.1-9.4, 9.6, 9.8 Stageactiviteiten → assisteren en observeren lessen verder zie bijlage Pedagogiek: puberteit en adolescentie Identiteitsontwikkeling & leerlingbegeleiding 2, 3 en 4 Handboek voor leraren H 2.4, 12.1, 13.1
Ochtend Nederlands onderwijssysteem in expertvorm Uitleg opdracht 1 (visie) en 3 (lessenserie) Middag Pedagogiek: doelgroep (V)MBO: puberteit en adolescentie Opvoedstijlen
Educatieve Minor 2017-2018 4
Onderzoek doen (opdracht 2): introductie observeren: hoe/wat observeer je in relatie tot je leervragen en persoonlijke leerdoelen? Observatiemodellen. Docent introduceert thema’s/onderwerpen die studenten kunnen observeren als stageactiviteit
Onderzoek doen: observeren: Praktijkonderzoek in de school 1, 3
38. 22/09/17
Bijeenkomst 3 Schoolorganisaties
Voorbereiding presentatie Instructie volgt Stageactiviteiten → assisteren en observeren lessen verder zie bijlage Onderzoek: Adolescentiepsychologie en observatieonderzoek. Identiteitsontwikkeling & leerlingbegeleiding 2, 3 en 4 Handboek voor leraren H 1 en 6 Praktijkonderzoek in de school 1, 3 Portfolio en voorbereiding op het assessment Profielpagina aanmaken Documentatie materiaal verzamelen en ordenen
Ochtend Presentaties schoolorganisaties door studenten maximaal 10 min per student of per duo Middag Presentaties schoolorganisaties door studenten maximaal 10 min per student of duo Adolescentiepsychologie Groepsdynamica Krachtige leeromgeving: relatie, competentie, autonomie Observatieonderzoek (voortgang opdracht 2)
39. 29/09/17
Bijeenkomst 4 Leren en leeractiviteiten
Didactiek: Effectief leren H1
Ochtend Expertgroepen sleutelbegrippen van effectieve les
Educatieve Minor 2017-2018 5
Lesvoorbereiding, doelen en lesplan Introductie competenties 1, 2 en 3 en het aanmaken van het digitaal portfolio Middag Presentaties puberteit en adolescentie (op een originele wijze die aansluit bij de doelgroep) Observatieonderzoek opdracht 2 (verwerken van observaties en leerdoelen/onderzoek opstellen)
Lees hoofdstuk 1 t/m 1.4 en schrijf een samenvatting waarin je de volgende begrippen uitlegt: 6 sleutelbegrippen van Effectief leren, de verschillende leeractiviteiten, wat zijn competenties en wat is leren sturen Handboek voor leraren H1: 1.1;1.2 en 1.3 Pedagogiek: Handboek voor leraren H 12.3 Lessen in orde 1, 2, 5 en 6 Stageactiviteiten → assisteren en observeren lessen Observeren Praktijkonderzoek in de school 4, Handboek van leraren H 1, Lessen in orde 1 Coaching: Nader bekend gemaakt Huiswerk bijeenkomst 5 methode/bestaand materiaal meenemen als input voor bijeenkomst
Bijeenkomst 5 Didactiek
Educatieve Minor 2017-2018 6
40. 06/10/17
Effectief leren H2 Meenemen boeken, lesmateriaal van de school Stageactiviteiten → assisteren, observeren en delen van lessen overnemen Pedagogiek/orde houden Handboek voor leraren H4 Lessen in orde 5, 6, 9 Facultatief Lessen in orde 11, 12, 13, 14 Orde in orde 3, 6, 8, 9, 10 Lichaamstaal Observatieopdracht: Praktijkonderzoek in de school 5 Inleveren opdracht 1 17.00 in de dropbox
Ochtend Lesfases in de les Lesplan hva Middag Orde houden I: beïnvloeden van lastig gedrag/ Roos van Leary Onderdelen en eisen van het assessment
41. 13/10/17
Bijeenkomst 6 Lesontwerp in de praktijk & orde houden in de klas
Didactiek Alle studenten ontwerpen een les m.b.v. een lesplanformulier en benoemen zo concreet mogelijk wat zij gaan doen en wat de leerlingen gaan doen. Aangevuld met het lesmateriaal en powerpoint die zij gaan gebruiken in de les op school. Op HvA geven studenten elkaar feedback. Pedagogiek/ orde houden Handboek voor leraren H4
Ochtend Lesontwerp in de praktijk uitwisseling van lesplannen en materiaal Instructie opdracht 3 de lessenserie Werken aan competentie 4,5 en 6 Middag Orde houden II/ conflicthantering
Educatieve Minor 2017-2018 7
Onderzoek observatie (opdracht 2)
Lessen in orde 5, 9, 10 Facultatief Lessen in orde 11, 12, 13, 14 Orde in orde 3, 6, 8, 9, 10 Lichaamstaal Stageactiviteiten → assisteren, observeren en delen van lessen overnemen of zie bijlage voor activiteiten Portfolio en voorbereiding op het assessment Casus 1 beschrijven en toevoegen aan documentatie
42. 20/10/17
Bijeenkomst 7 (einde blok 1) Ochtend Activerende didactiek Vragen stellen in de klas Middag Leerlingbegeleiding/gespreksvormen
Lezen uit Effectief leren H3 Identiteitsonwikkeling en leerlingbegeleiding: H 5.4 Inleveren opdracht 1 21 oktober uiterlijk 23u59 in dropbox minor
43. 27/10/17
Geen bijeenkomst Herfstvakantie
44. 03/11/17
Bijeenkomst 9 Ochtend Activerende didactiek samenwerkend leren
Lezen uit Effectief leren H4 en Handboek voor de leraren H3.5
Educatieve Minor 2017-2018 8
Middag Instructie kenmerkende situatie als voorbereiding op assessment en voor in het portfolio
Onderzoek observatie Praktijkonderzoek in de school 6, 7 en 8 Identiteitsontwikkeling leerlingbegeleiding H5 (herhalen 2, 3 en 4
45. 10/11/17
Geen bijeenkomst op instituut wel stage Zelfstudie Leesweek Werken aan portfolio, voorbereiding assessment en producten minor
46. 17/11/17
Bijeenkomst 10 Activerende didactiek (+TVO) & kenmerkende situaties uit de eigen praktijk
Ochtend Activerende didactiek Taalgericht Vakonderwijs Leerdoelen formuleren en beschrijven hoe je dit doet op school Middag Kenmerkende situaties Coaching: Rolwisseling
Didactiek: Lezen informatie over TVO in de onderwijspraktijk en voorbereiden d.m.v. observaties HOE talig is je onderwijs Kenmerkende situaties: elke student neemt een geschreven kenmerkende situatie uit praktijk mee naar het college Coaching: Rolwisseling Lessen in orde H 11, 12, 13 Handboek voor leraren H 11 Portfolio en voorbereiding op het assessment Casus 2 schrijven en toevoegen aan documentatie in het portfolio
Educatieve Minor 2017-2018 9
Motivatiebrief schrijven als voorbereiding op het assessment Werken aan de POP
47. 24/11/17
Bijeenkomst 11 Meervoudige intelligenties
Didactiek Effectief leren H5 Coaching: Rolwisseling Lessen in orde H 11,12, 13 Handboek voor leraren H 11
Ochtend Meervoudige intelligenties en de onderwijspraktijk Middag Coaching, portfolio, observatieopdracht, opdracht Visie
48. 01/12/17
Bijeenkomst 12 Gesprektechnieken
Didactiek Herhalen uit Effectief leren H1,2,3 en 4 Presentaties bijeenkomsten teruglezen Pedagogiek Herhalen uit Inleveren opdracht 2: 1 december uiterlijk 23u59 in dropbox minor
Ochtend Toets verantwoording theorie didactiek Vragen en peerfeedback op lessenserie Middag Toets verantwoording theorie pedagogiek
49. Bijeenkomst 13
Voorbereiden presentaties lessenserie Criteria zie handleiding
Educatieve Minor 2017-2018 10
08/12/17
Ochtend Opdracht 3 presentaties lessenserie Middag In de middag ook wellicht
50. 15/12/17
Bijeenkomst 14
Coaching Handboek voor leraren H 11, 10 Portfolio en voorbereiding op het assesment Casus 3 schrijven en toevoegen aan het portfolio Lesplannen, feedback, reflecties op lessen toevoegen aan documentatie Motivatiebrief bijstellen, aanvullen POP aanvullen
Ochtend Opdracht 3 presentaties lessenserie Middag Kenmerkende situaties koppelen aan competenties (PF) Interculturele klassen
51. 22/12/17
Bijeenkomst 15
PF is af beoordeling WPL vóór 1 januari 2018
PF is af goedkeuring assessment
Kerstvakantie 23 december 2017 t/m 7 januari 2018
Educatieve Minor 2017-2018 11
2. 12/01/18
Bijeenkomst 16 Laatste bijeenkomst voor het assessment
Laatste bijeenkomst voor het assessment. Generale repetitie door Danielle en Susan
3. 19/01/18
Onder voorbehoud: in week 3/4 vinden de assessments plaats op de HvA Definitieve weken worden nader bepaald
Studenten krijgen naam van assessoren via mail en maken PF toegankelijk voor assessoren
4. 26/01/18
Onder voorbehoud: in week 3/4 vinden de assessments plaats op de HvA Definitieve weken worden nader bepaald
5. 02/02/18
Afsluitende bijeenkomst met alle studenten en docenten als afsluiting van de minor
Alle cijfers in SIS door studenten Studenten sturen WPL beoordeling aan docenten
Verplichte literatuur
Donk, C. van der & Lanen, B. van der (2012) Praktijkonderzoek in de school, Bussum: Coutinho
Ebbens, S. & Ettenkoven, S. (2015) Effectief leren. Basisboek. Groningen: Wolters-Noordhoff.
Geerts, W. & Kralingen, R. van (2016) Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho.
Teitler, P. (2013). Lessen in orde. Handboek voor de onderwijspraktijk. Bussum: Coutinho.
Wal, J. van der & De Wilde, J. (2011) Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho.
Artikelen ingebracht door studenten en docent (via DLWO)
Aanbevolen literatuur
Educatieve Minor 2017-2018 12
Geel, V. van (2009) Lichaamstaal, praktijkboek voor de leraar. Baarn: ThiemeMeulenhoff.
Geel, V. van (2012) De orde in orde. Baarn: ThiemeMeulenhoff.
Hajer, M., Hanson, M., Hijlkema, B. & Riteco A. (2007). Open ogen in de kleurrijke klas. Perspectieven voor de onderwijspraktijk. Bussum: Coutinho.
Hoogeveen, P. & Winkels, J. (2011). Het didactische werkvormenboek. Assen: Van Gorcum.
Stage – werkplekleren Het algemene doel van het werkplekleren is de student SBL-competenties te laten ontwikkelen. SBL staat voor Stichting Beroepskwaliteit Leraren. In 2004 is de wet BIO (beroepen in het onderwijs) vastgesteld. Hierin staat beschreven welke competenties leerkrachten moeten bezitten. De zeven competenties zijn: interpersoonlijk, pedagogisch, vakinhoudelijk en didactisch, organisatorisch, samenwerken met collega’s, samenwerken met omgeving, reflectie en ontwikkeling. Deelnemers aan deze minor lopen drie dagen stage op een opleidingsschool. Tijdens het eerste blok voert de student vooral oriënterende taken (door observatie) uit om zodoende in kaart te brengen hoe een school functioneert. In het tweede blok gaat de student gerichter observeren en delen van lessen geven naar voorbeeld en onder begeleiding van de begeleider op de stageschool. In blok drie zal de student voor een deel onbegeleid les geven en in zijn lessen de focus verleggen van directe instructie naar activerende didactiek. In dit blok ligt de nadruk op zelfstandig lesgeven, maar de student zal ook aandacht besteden aan samenwerken met collega’s en de omgeving. Van de studenten wordt een proactieve houding verwacht. In een persoonlijk activiteitenplan (PAP) werkt de student zijn geplande activiteiten uit. De student bespreekt met zijn begeleider op de stageschool welke activiteiten hij gaat doen om zijn doelen te bereiken. Tijdens de bijeenkomsten op vrijdag zullen de docenten de studenten begeleiden bij het opstellen van hun PAP’s. Aan het einde van semester 2 krijgt de student een eindbeoordeling van de schoolopleider en Instituutsopleider (Hva) van de stageschool waar hij/zij stage loopt. Deze beoordeling maakt onderdeel uit van het portfolio en is belangrijke informatie voor het eindgesprek. De student zal hier zelf een actieve rol in moeten spelen. Neem ruim van te voren contact op met de instituutsopleider en schoolopleider van de school of eventueel je stagebegeleider. Laat hem of haar het beoordelingsformulier zien en lezen zodat de begeleiders weten waar zij op moeten letten tijdens de stage.
Toetsing
De toetsing bestaat uit vijf onderdelen: drie opdrachten, een stagebeoordeling en het eindassessment. Opdracht 1 – Visie & verschillende perspectieven(2 ECT) Onderdeel 2: Wat is jouw visie op onderwijs en hoe ziet jouw beroepsidentiteit als leraar eruit? In dit deel beschrijf je je visie op het leraarschap. Hierbij wordt verwacht dat je laat zien hoe je met je eigen sterke en zwakke kanten inhoud geeft aan het leraarschap: Wat is mijn beroepsidentiteit?
Educatieve Minor 2017-2018 2
Wat voor leraar wil ik eigenlijk worden? Wat vind ik nu echt belangrijk? Hoe ga ik me profileren? Belangrijk hierbij is: dat je jouw ideeën over leraarschap relateert aan je persoonlijke ontwikkeling. Wat is het verband en hoe wordt dit zichtbaar? Een visie is een complex van meningen, gestoeld op kennis en inzicht. Een visiestuk is een argumentatieve tekst. Dit betekent dat je stelling neemt en argumenten bij je standpunt geeft. In een visiestuk staat een opsomming van voor- en tegens bij een standpunt. Een visie is altijd geschreven in de ik-vorm. Bij het schrijven van een visie kun je de volgende vierslag onderscheiden:
1 ervaring 2 eigen mening 3 verdieping, onderbouwd met argumenten 4 dan: visie.
Je gaat in op de verschillende rollen van de docent en de verschillende contexten waarin een docent werkzaam is: in de context van de klas de rollen van pedagoog, vakdidacticus, en organisator. In de context van de school werk in een team van collega’s. De school zelf staat weer in een ruimere maatschappelijke context. Het thema visie in de metawerkreader geeft meer informatie over hoe een kwalitatief goede visie eruit ziet. Opdracht: Beschrijf je visie vanuit vier perspectieven:
- Ik en de klas(sen) - Ik en school - Ik en schoolomgeving
Ik en maatschappij Opdracht 2 – Observatie en verslaglegging (4 ECT) Studenten gaan met behulp van een aangereikt observatieformulier (zie bijlage) en onderzoeksvraag op basis van aangereikte theorie en onderzoeksliteratuur een docent observeren op de interpersoonlijke, pedagogische en/of (vak)didactische competentie. De resultaten van de observatie worden systematisch en objectief verwerkt en afgesloten met een conclusie. In de bijeenkomsten krijgen de studenten de nodige instructie en begeleiding bij het opstellen van het onderzoek. In bijlage 3 staat vermeld waaraan de observaties en verslaglegging ervan moeten voldoen. De verslaglegging van de observaties leveren de student in week 48 in. Het herkansingsmoment bepaalt de docent in overeenstemming met de studenten. Opdracht 3 – Ontwerp en uitvoer lessenserie (6 ECT) Studenten ontwerpen een lessenserie van minimaal twee lessen. De lessenserie is geschikt voor alle leerlingen en in de lessenserie komen de principes van effectief leren en activerende didactiek terug. De eerste versie van het ontwerp wordt eventueel door medestudenten en docenten beoordeeld. De definitieve versie van het ontwerp, dus beide lessen, voeren de studenten op hun eigen stageschool uit. In bijlage 4 staat vermeld waaraan de lessenserie moet voldoen. In week 49 en 50 presenteren de studenten de lessenserie aan medestudenten en docenten.
Educatieve Minor 2017-2018 3
Studenten krijgen feedback van medestudenten en de beoordeling vindt op dat moment plaats. Het herkansingsmoment vindt plaats aan het einde van blok 3. Tijdens de bijeenkomsten wordt de nodige aandacht besteed aan instructie en begeleiding van bovengenoemde opdrachten. Voorafgaand aan het inlevermoment geven studenten elkaar feedback. Studenten krijgen tijd deze feedback te verwerken alvorens de definitieve versie wordt ingeleverd. Voor de minor geldt een aanwezigheidsplicht van 80% en een actieve participatie van de student. De student bereidt de bijeenkomsten aantoonbaar voor. Indien de student vaker afwezig is geweest dan toegestaan wordt er een passende maatregel getroffen door de docenten. Stage – werkplekleren ( 15 ECT) De studenten lopen drie dagen per week gedurende de gehele periode stage op een opleidingsschool. Daarbij voeren ze onderwijsactiviteiten uit zoals lessen geven. Ze worden dan ook door de schoolopleider en/of instituutsopleider beoordeeld. Voor de eindbeoordeling wordt gebruikt gemaakt van de criteria die in bijlage 1 staan vermeld. Assessment aan de hand van portfolio (3 ECT) Gedurende het semester verzamelt de student zoveel mogelijk bewijsmateriaal waaruit zijn ontwikkeling blijkt. De ontwikkeling wordt gestuurd door zijn eigen ontwikkelingsplan, de eisen aan de opdrachten (zie bijlage 2, 3 en 4) en de eindcriteria voor werkplekleren (zie bijlage 1). Aan de hand van dit bewijsmateriaal wordt aan het einde een assessment afgenomen door twee assessoren: een assessor vanuit de HvA, een veldassessor. Om mee te kunnen doen aan het assessment dient het portfolio compleet te zijn en goedgekeurd te zijn door de docenten. Ook heeft de student voor alle opdrachten een 5,5 of hoger gehaald. Verantwoording studielast De minor is een onderwijseenheid van 30 ECT. Dat komt overeen met een studielast van 840 uur. De verantwoording is als volgt:
Voorbereiding stageactiviteiten 128 uur
Stage 256 uur
Bijeenkomsten op vrijdag 128 uur
Voorbereiding bijeenkomsten + zelfstudie
244 uur
Voorbereiding portfolio 84 uur
Totaal 840
Educatieve Minor 2017-2018 4
Bijlage 1 Leerdoelen werkplekleren per competentie
Competentie De student kan:
1: interpersoonlijk
actief sturen in relaties met en tussen leerlingen met verschillende achtergronden door het inzetten van communicatieve, sociale en interculturele vaardigheden;
deze sturing gebruiken ten behoeve van een positief leerklimaat, zowel voor leerlingen individueel als voor een groep (klas);
over deze relaties onderzoeksvragen stellen en beantwoorden vanuit een theoretisch kader;
over deze relaties communiceren met leerlingen en met anderen.
2: pedagogisch
vanuit belangstelling voor de leerlingen en vanuit kennis van hun (ook culturele) achtergronden een veilig leef- en werkklimaat bevorderen door waarderen, stimuleren en gepast corrigeren;
gewenst en ongewenst gedrag met leerlingen bespreken op individueel en op groepsniveau;
over zijn bevindingen en werkwijze communiceren met collega’s;
zijn bevindingen en werkwijze in verband brengen met pedagogische concepten en opvattingen;
onderzoeksvragen op pedagogisch terrein stellen en beantwoorden vanuit een theoretisch kader.
3: vakinhoudelijk en didactisch
de leerlingen een goede leeromgeving aanbieden, gericht op het benutten van het potentieel van alle leerlingen;
daarbij oog hebben voor de beroepscontext en/of het vervolgonderwijs;
rekening houden met individuele verschillen en adequate werkvormen;
hulpmiddelen en taalgericht vakonderwijs toepassen; zijn werkwijze en keuzes vanuit leertheorie
onderbouwen.
4: organisatorisch
door goede planning en organisatie van de leeromgeving zorgen voor een taakgericht leerklimaat voor de leerlingen;
de eigen werkzaamheden efficiënt organiseren; bijdragen aan de taken en de organisatie van het team
en de school.
5: samenwerken met collega’s
mede op eigen initiatief school- of teamtaken uitvoeren;
samenwerken met medestudenten en docenten bij het voorbereiden en uitvoeren van taken;
Educatieve Minor 2017-2018 5
actief bijdragen aan team- of ander overleg; zijn visie verwoorden op schoolorganisatie en
samenwerking daarbinnen.
6: werken met de omgeving
deelnemen aan contacten met de buitenwereld, bijv. ouders, zo mogelijk ook bedrijven of instellingen in de beroepscontext;
mogelijkheden onderzoeken die de omgeving (in brede zin) van de school biedt voor het leren in zijn vak- of leergebied.
7: reflectie en ontwikkeling
de eigen competenties en de sterke en zwakke kanten daarin benoemen;
met behulp van reflectie en feedback systematisch werken aan het verbeteren van zijn functioneren;
een uitgewerkte en persoonlijke visie op het leraarschap in een diverse samenleving verwoorden;
de eigen praktijkervaringen vanuit theoretische kaders (vakdidactisch, intercultureel, ontwikkelingspsychologisch) duiden en analyseren;
een vraag of probleem in de eigen beroepspraktijk methodisch onderzoeken.
Educatieve Minor 2017-2018 6
Bijlage 2 Beoordelingsformulier opdracht 1 volgt nog in week 3 Naam student: Naam docent: Datum: S
Eisen aan vorm, omvang en inhoud
VOORBLAD Passende titel, naam student, studentnummer.
Moet aan voldaan zijn. Geen punten
STIJL, TAALGEBRUIK EN INDELING Heldere schrijfstijl, correcte spelling en zinsbouw Minimaal B2 niveau. Logische en overzichtelijke indeling
Moet aan voldaan zijn. Geen punten.
OMVANG EN INHOUD Richtlijn 800 woorden In de brief komen minimaal 15 begrippen uit het Nederlands onderwijsstelsel voor
Moet aan voldaan zijn. Geen punten.
Dropbox De tekst is ingeleverd in de dropbox op DLWO. Moet gedaan zijn. Geen punten.
Bijlage 3 opdracht 2 Observatieopdracht In deze opdracht doe je een mini-onderzoek naar de rol van de docent m.b.t. het leerklimaat in de klas. Je onderzoekt d.m.v. vooronderzoek en observaties de volgende vraag: in hoeverre bevordert de docent tijdens de les de voorwaarden van het leerklimaat (de drie basisbehoeften)? Met het aangereikte observatieformulier (zie bijlagen) en op basis van aangereikte theorie en onderzoeksliteratuur ga je minimaal 4 docenten observeren op de interpersoonlijke, pedagogische en/of (vak)didactische competentie. De resultaten van de observatie ga je systematisch en objectief verwerken en afsluiten met een conclusie. Elke observatie met bijbehorende verslaglegging wordt beoordeeld op de volgende onderdelen:
Eisen aan vorm, omvang en inhoud
VOORBLAD Passende titel, naam student, studentnummer.
Moet aan voldaan zijn. Geen punten
STIJL, TAALGEBRUIK EN INDELING Heldere schrijfstijl, correcte spelling en zinsbouw Minimaal B2 niveau. Logische en overzichtelijke indeling
Moet aan voldaan zijn. Geen punten.
OMVANG EN INHOUD Richtlijn observatieverslag 4000 woorden
Moet aan voldaan zijn.
Educatieve Minor 2017-2018 7
Observatieverslag bevat een inleiding, onderzoeksvaag, ingevuld observatieformulier, weergave resultaten, conclusie en reflectie. Literatuurverwijzingen en bibliografie volgens apa-richtlijnen.
Geen punten.
Dropbox De tekst is ingeleverd in de dropbox op DLWO. Moet gedaan zijn. Geen punten.
Onderdeel Onvoldoende (0) Voldoende (1) Goed (2) Toelichting
Inleiding Onduidelijke beschrijving van aanleiding en doel observatie . Geen duidelijke beschrijving van de context.
Heldere beschrijving van aanleiding en doel observatie. Beschrijving van de context is duidelijk.
Aanleiding en doel van de observatie is verbonden aan de context van de school. Observatie is expliciet gekoppeld aan de eigen ontwikkeling.
Onderzoeksvraag
Gegeven (geen punten)
Gegeven (geen punten)
Gegeven (geen punten)
Observatie-formulier (onderzoeksinstrument)
Observatieformulier is niet of summier ingevuld en niet als bijlage toegevoegd.
Observatieformulier is toegevoegd en voldoende ingevuld.
Observatieformulier is toegevoegd en toereikend ingevuld.
Resultaten Onoverzichtelijke en incomplete weergave van resultaten.
Overzichtelijke, inzichtelijke en correcte weergave van de resultaten
Overzichtelijke, inzichtelijke en correcte weergave van de resultaten. Er is aandacht voor onderlinge relaties van de resultaten
Conclusies en aanbevelingen.
Conclusies en aanbevelingen volgen niet uit resultaten observatie.
Sluitende samenvatting van de resultaten. Heldere conclusies en aanbevelingen. Er wordt een verbinding gemaakt met de onderzoeksvraag .
Conclusies en aanbevelingen zijn overtuigend, sluiten aan bij de onderzoeksvraag en worden expliciet verantwoord uit de resultaten. Aanbevelingen leveren concrete handvatten voor de praktijk op. Geen interferentie met eigen mening en opvattingen van de onderzoeker.
Reflectie Er is geen sprake van reflectie op de leeropbrengst.
Er is een onderbouwde reflectie op de leerwinst die deze observatie voor de student heeft opgeleverd.
Er is een onderbouwde reflectie op de leerwinst die deze observatie voor de student heeft opgeleverd, waarbij er sprake is van een expliciete relatie met de persoonlijke ontwikkeling van de student.
Beoordeling: Cijfer = 9 x (behaalde punten: 10) + 1
Educatieve Minor 2017-2018 8
Bijlage 4 Beoordelingsformulier opdracht 3 de lessenserie volgt in week 3 Hieronder al de minimale eisen
De lessenserie bestaat in ieder geval uit (ontbreekt een onderdeel, dan gaat de lessenserie retour naar de student):
Beoordeling
Minimaal twee uitgewerkte lessen die samen een lessenserie zijn Voldaan/niet voldaan
Een verantwoording van de lessenserie Voldaan/niet voldaan
Video-opnames van (delen van) de lessen Voldaan/niet voldaan
Authentieke feedback van de vakdocent (of begeleidende docent) Voldaan/niet voldaan
Feedback van de leerlingen (originele documenten) Voldaan/niet voldaan
Reflectie volgens Korthagen op de gegeven lessen Voldaan/niet voldaan
Checklist inhoud verantwoording en uitvoering;
JA/NEE
Zijn de lesdoelen SMART en sluiten de lesactiviteiten aan op de lesdoelen (Ebbens,)?
Opmerkingen:
Is lesfase 1 (Ebbens) op juiste manier toegepast/vorm gegeven en is wordt daarbij context aangeboden (Hajer) ?
Opmerkingen:
Is lesfase 2 (Ebbens) op juiste manier toegepast/vorm gegeven en is wordt daarbij context aangeboden (Hajer)?
Opmerkingen:
Is lesfase 3 (Ebbens) op juiste manier toegepast/vorm gegeven en is interactie gestimuleerd (Hajer)?
Opmerkingen:
Is volledige instructie gegeven (Ebbens & Hajer)?
Opmerkingen:
Is lesfase 4/5 (Ebbens) op juiste manier toegepast/vormgegeven en is wordt daarbij context aangeboden (Hajer)?
Opmerkingen:
Is lesfase 6 op juiste manier toegepast/vormgegeven (Ebbens)?
Opmerkingen:
Worden op verschillende niveaus vragen gesteld, tussen leerlingen onderling en tussen docent en leerlingen (Ebbens, Hajer)? Dikke en dunne vragen of hoge en lage orde vragen
Opmerkingen:
In de lessenserie wordt op minimaal drie verschillende manieren samenwerkend leren toegepast (Ebbens en TVO) Check in duo’s, denken-delen-uitwisselen, expert-vorm, genummerde hoofden
Opmerkingen:
In de gehele lessen wordt op drie verschillende manieren taalsteun geboden.
Educatieve Minor 2017-2018 9
Opmerkingen:
Is uitgelegd hoe en waarom deze lessenserie voldoet aan de sleutelbegrippen van effectief leren (Ebbens) Heldere structuur, juiste niveau, betekenis, individuele aanspreekbaarheid, zichtbaarheid van leren en motivatie
Hoe en waarom de meervoudige intelligenties zijn toegepast (Ebbens)
Is uitgelegd hoe de samenwerkingsopdracht voldoet aan de sleutelbegrippen van samenwerkend leren (Ebbens) Positieve wederzijdse afhankelijkheid, directe interactie, sociale vaardigheden en reflectie op inhoud en proces
Is uitgelegd hoe leerlingen worden gemotiveerd
Is uitgelegd hoe in deze lessenserie de principes van taalgericht vakonderwijs zijn verwerkt.(Hajer)
Overige feedback op het product:
Eindbeoordeling door docent
Bijlage 5 Stageactiviteiten educatieve minor
Hieronder vind je een overzicht van de activiteiten die je kunt doen tijdens de stage. Er is een indeling gedaan per blok. De uitwerking van deze opdrachten komt in het portfolio (map met activiteiten stage/werkplekleren). Je brengt hiervan verslag uit
Educatieve Minor 2017-2018 10
in je portfolio voorzien van een authentiek “bewijs” dat je de activiteit hebt gedaan in de vorm van een film, foto, feedback van begeleider of anders. Sommige opdrachten maken onderdeel uit van het college op de vrijdag. Het is raadzaam per dag/week een logboek bij te houden.
De student legt zijn activiteiten ook voor aan de stagebegeleider.
Suggesties week 1 t/m 4
Paps schrijven digitaal of schriftelijk en uitwerking in PF
kennismaking met het schoolgebouw, sectie, team, ondersteunend personeel, de schoolgids, visie van de school, populatie e.d.
gesprekjes met leerlingen n.a.v. gerichte vragen
met één of meerderen klassen meelopen: specifiek leerlinggedrag en doceerstijlen observeren (didactiek en pedagogiek)
enkele vaklessen doelgericht observeren en evalueren (vakdidactiek)
assisteren in lessen van eigen of aanverwant vak en/of enkele deellessen geven
activiteiten verrichten voor een vaksectie of team (bijv: bijles geven, toetsen nakijken, lesmateriaal maken/zoeken/documenteren)
Suggesties week 6 t/m 8
paps schrijven digitaal of schriftelijk en uitwerking in PF
onderzoek doen (opdracht 3 van de minor)
lessenserie ontwerpen, geven, filmen en reflecteren (opdracht 3 van de minor)
assisteren in lessen van eigen of aanverwant vak, enkele deellessen en één of enkele hele lessen geven
reflecties schrijven op de gegeven lessen
activiteiten verrichten voor een vaksectie of team (bijv: bijles geven, toetsen nakijken, lesmateriaal maken/zoeken/documenteren)
tussenbeoordeling/gesprek stage -> uitkomsten in POP verwerken
Suggesties week 9 t/m 15
paps schrijven
zelfstandig lessen geven en nabespreken met begeleiders
3 lessen of meer lessen geven (waaronder de lessenserie van twee lessen voor opdracht 3 van de minor)
reflecties schrijven op de gegeven lessen en in PF
enkele (delen van) lessen op video opnemen
activiteiten verrichten voor een vaksectie of team
interviews met bijv. schoolleider, afdelingscoördinator, teamleider, decaan, mentor, zorgcoördinator, roostermaker, administrateur, conciërge over hun werkzaamheden (kies er minimaal twee uit)
Educatieve Minor 2017-2018 11
studielessen, zelfwerkuren, mentoruren, huiswerkuren, praktijkuren geven
specifieke opdracht van de school, bijv. assisteren bij organisatie van een evenement, excursie, open dag, onderzoekje doen, ondersteuning administratie/conciërge
zich verdiepen in een specifiek beleidsterrein op school: leerlingzorg, mentoraat, oudercontacten, bedrijfsstages, onderwijsvernieuwing, passend onderwijs (kies er minimaal 1 uit)
Sterkte/zwakte analyse schrijven
Afspraak maken voor eindbeoordeling met begeleiders uiterlijk week 51
Voorbeelden van observatiepunten
Didactiek/pedagogiek:
1. Hoe starten en eindigen de docenten de les? 2. Hoe zetten docenten leerlingen aan het werk? 3. Hoe zorgen de docenten ervoor dat leerlingen gaan nadenken? 4. Welke vragen worden er gesteld in de les? En hoe gaat de docent om met de
antwoorden van de leerlingen? 5. Hoe zorgt de docent ervoor dat alle leerlingen meedoen in de les? 6. Hoe wordt de voorkennis van de leerlingen geactiveerd? 7. Welke werkvormen zet de docent in tijdens de les? 8. Welke samenwerkingsvormen worden ingezet? 9. In hoeverre is er sprake van een krachtige leeromgeving? Voor kenmerken zie
Ebbens en Geerts en Kralingen 10. ……. 11. …….
Educatieve Minor 2017-2018 12
Bijlage 6 Portfolio
Tijdens de minor stelt de student een portfolio samen waarin hij verschillende bewijzen, producten plaats die de assessoren inzicht geeft in zijn ontwikkeling als docent.
Hoe maak je een portfolio?
Ga naar:
Adres: https:// <HvA-ID> .portfolio.mijnhva.nl • Inloggen met je HvA-ID (zonder @hva.nl) en je wachtwoord • Vink voordat je inlogt ‘Ik werk op mijn eigen PC of device’ aan
Algemene DLWO-portfolio informatiesite: http://portfolio.mijnhva.nl • Portfoliohandleiding voor studenten (paper copy en op Team Site!) • Quick reference cards (QRC’s): korte technische handleidingen • E-mailadres voor technische ondersteuning
Educatieve Minor 2017-2018 13
Adres: https:// <HvA-ID> .portfolio.mijnhva.nl
Handleiding EVC Ontwikkelassessment Educatieve Minor Domein Onderwijs en Opvoeding Studentenversie
Educatieve Minor 2017-2018 14
EVC Ontwikkelassessment Educatieve Minor
‘Een baan in het beroepsonderwijs’ 2017-2018
Educatieve Minor 2017-2018 15
Introductie EVC Ontwikkelassessment Educatieve Minor Het ontwikkelassessment stelt vast op welke manier je je ontwikkeld hebt op het gebied van de pedagogische didactische competenties en het bijbehorende hbo-niveau aan het eind van de Educatieve minor. Het ontwikkelassessment gebruikt als standaard bekwaamheidsproef 2 (BP2; LIO (Leraar in Opleiding )). Je ontvangt na het assessment de rapportage die jouw inzicht geeft waar je staat ten opzichte van deze beoordelingsstandaard. Hiermee levert de minor geen bevoegdheid op maar kan je wel de mogelijkheid bieden om na het afronden van de eigen hbo-opleiding, een versneld traject tot tweedegraads bevoegd docent te volgen. De beoordeling geeft jouw beroepsniveau weer ten opzichte van LIO-bekwaam en wat er nog ontwikkeld dient te worden. In deze handleiding vind je alle informatie die je nodig hebt om deel te kunnen nemen aan EVC Ontwikkelassessment.
Het EVC-Ontwikkelassessment Samenstellen portfolio Ter voorbereiding op het criteriumgericht interview stel je een portfolio samen. Er zijn drie redenen waarom dit gevraagd wordt dat te doen:
Je demonstreert je houding, vaardigheden en kennis;
Je toont er je bekwaamheid mee aan;
Je geeft er mee sturing aan je professionele ontwikkeling.
Wat is een portfolio? Een portfolio is een map met daarin opgenomen die leer- en werkervaringen die je relevant vindt voor de startcompetenties leraar VO/BVE. Daarnaast bestaat het portfolio uit een aantal producten waarmee je jouw competenties aantoont en bewijst. Een competentie is nooit af maar binnen een competentiegebied ontwikkelen professionals zich en reflecteren zij op hun sterke en zwakke kanten. Tijdens de stage heb je ervaringen opgedaan, waaruit je voor het portfolio materiaal kunt selecteren dat van belang is om aan te tonen waar je staat t.o.v. de beoordelingsstandaard LIO-bekwaam. Beoordeling van portfolio Voor het EVC ontwikkelassessment worden twee onafhankelijke assessoren ingezet, dat wil zeggen dat noch de mentor, noch de stagebegeleider van jou de assessor kan zijn. Eén van de assessoren is van het domein Onderwijs en Opvoeding, de ander is een veldassessor uit het scholenveld. In het kort bestaat het ontwikkelassessment uit de onderstaande vier onderdelen: 1. Het samenstellen van jouw digitaal portfolio; 2. Het voeren van het portfoliogesprek (criteriumgericht interview) naar aanleiding
van je portfolio; 3. Assessorenberaad; 4. Beoordeling zowel mondeling als schriftelijk. Om aan het assessment deel te kunnen nemen dienen alle vier de opdrachten met een voldoende als beoordeling afgerond te zijn. Dit zijn:
Oriëntatie op het beroep (2 ECT)
Observatie en verslaglegging (4 ECT)
Educatieve Minor 2017-2018 16
Ontwerp en uitvoer lessenserie (6 ECT)
Stage – werkplekleren ( 15 ECT) De mentor bepaalt op welke datum het portfolio in orde moet zijn en controleert of het portfolio aan de hierboven gestelde eisen voldoet. Indien het portfolio op de vastgestelde datum niet aan de eisen voldoet of een van de opdrachten is niet met een voldoende afgerond, dan kan de student niet aan het assessment deelnemen. De herkansing van het assessment zal plaatsvinden aan het einde van het volgende semester. Criteriumgericht interview In het criteriumgericht interview bespreken de twee assessoren jouw ervaringen, bewijzen, motieven en ambities. Tijdens het gesprek vormen de assessoren zich een beeld van jouw ontwikkeling op de beroepscompetenties. Een criteriumgericht interview duurt ongeveer 45 minuten. Feedback & voorlopig oordeel assessoren
Na kort overleg tussen de assessoren zal na het CGI de voorlopige bevindingen kort mondeling aan je worden mede gedeeld. Opstellen assessment-rapportage De assessoren stellen een beoordelingsrapportage op met gebruikmaking van de standaard Leraar In Opleiding (LIO)-bekwaam. De rapportage voldoet aan de kwaliteitsrichtlijnen assessment domein Onderwijs en Opvoeding (DOO). Assessmentresultaat De rapportage neem je mee naar de intake van een eventueel vervolgtraject.
Inhoud portfolio Probeer de onderstaande onderdelen zo in elkaar te vlechten dat het één geïntegreerd beeld wordt van jou als beginnende stagiair Educatieve Minor.
Onderdeel 0: Persoonlijke gegevens
Onderdeel 1: motivatie (Brief aan Assessoren)
Je beschrijft in je portfolio de reden om nu voor de Educatieve Minor ‘Een baan in het onderwijs’ te kiezen.
Hoe is dit je bevallen?
Welke verdere educatieve stappen je wilt gaan nemen?
Verbind je motivatie en je ervaringen aan je huidige onderwijsvisie.
- Onderdeel 2: Visie & verschillende perspectieven (= opdracht 1 van de minor reeds afgerond in oktober 2017) Wat is jouw visie op onderwijs en hoe ziet jouw beroepsidentiteit als leraar eruit? In dit deel beschrijf je je visie op het leraarschap. Hierbij wordt verwacht dat je laat zien hoe je met je eigen sterke en zwakke kanten inhoud geeft aan het leraarschap: Wat is mijn beroepsidentiteit? Wat voor leraar wil ik eigenlijk worden? Wat vind ik nu echt belangrijk? Hoe ga ik me profileren?
Educatieve Minor 2017-2018 17
Belangrijk hierbij is: dat je jouw ideeën over leraarschap relateert aan je persoonlijke ontwikkeling. Wat is het verband en hoe wordt dit zichtbaar? Een visie is een complex van meningen, gestoeld op kennis en inzicht. Een visiestuk is een argumentatieve tekst. Dit betekent dat je stelling neemt en argumenten bij je standpunt geeft. In een visiestuk staat een opsomming van voors- en tegens bij een standpunt. Een visie is altijd geschreven in de ik-vorm. Bij het schrijven van een visie kun je de volgende vierslag onderscheiden:
5 ervaring 6 eigen mening 7 verdieping, onderbouwd met argumenten 8 dan: visie.
Je gaat in op de verschillende rollen van de docent en de verschillende contexten waarin een docent werkzaam is: in de context van de klas de rollen van pedagoog, vakdidacticus, en organisator. In de context van de school werk in een team van collega’s. De school zelf staat weer in een ruimere maatschappelijke context. Het thema visie in de metawerkreader geeft meer informatie over hoe een kwalitatief goede visie er uit ziet. Opdracht: Beschrijf je visie vanuit vier perspectieven:
- Ik en de klas(sen) - Ik en school - Ik en schoolomgeving
Ik en maatschappij
Onderdeel 3: Begeleiden van leerlingen Beschrijf vanuit eigen ervaring op welke manier je leerlingen hebt begeleid. Geef aan indien dit het geval was van welke begeleidingstheorie en/of methodiek je gebruik gemaakt hebt. Onderdeel 4: Casussen waar echt iets gebeurd is, wat heeft je geraakt, wat je wellicht mee naar huis hebt genomen … (Zie bijlage 4, pagina 9 voor de beroepscompetenties1) Casus 1: Uit de eerste maanden september/oktober (Competentie 1 t/m 4 en 7) Casus 2: Uit de november-januari (Competentie 1 t/m 4 en 7 en ontwikkeling) Casus 3: Hoe ga je om met wat je ervaart/ziet in de school (competentie 5)
Beschrijf de casussen concreet aan de hand van de START
S Situatie: beschrijf de aanleiding en het doel van de opdracht/taak:
T Taak: beschrijf de exacte taak/opdracht die je had en je eigen rol/functie daarin. Geef tevens aan of het hier een complexe taak betrof of niet, en waaruit dat bleek.
1 In de wet Beroepen in het Onderwijs (Wet BIO, 2006) zijn de zeven competenties omschreven die de kern vormen van het beroep van leraar.
Educatieve Minor 2017-2018 18
A Activiteiten: beschrijf de activiteiten die achtereenvolgens zijn ondernomen in het kader van deze opdracht. Geef tevens aan welke activiteiten daarvan voor jouw rekening kwamen.
R Resultaat: beschrijf het resultaat van de opdracht en hoe dat resultaat is ontvangen door verschillende betrokkenen (leerlingen,docenten, etc.). Wat is er vervolgens met dat resultaat gebeurd?
T Transfer: wat is de “leeropbrengst” geweest voor jouwzelf? Wat zou je een volgende keer bij een vergelijkbare opdracht hetzelfde aanpakken en/of wat anders. Waarom?
Onderdeel 5: POP Beschrijf (kort, maximaal 2 A-4) je ontwikkeling van de afgelopen 4 à 5 maanden en koppel dit aan je motivatie. Je kunt hier de beroepscompetenties (pagina 9) voor gebruiken. Bijlagen die zijn toegevoegd:
Beoordeelde producten Educatieve Minor ter verheldering van het geheel.
Eventueel andere bewijzen die je wilt toevoegen (video, reflectie, verslag, …)
Persoonlijke gegevens
Leerdoelen werkplekleren per competentie
Rapportage formulier EVC Ontwikkelassessment
Lesplanformulier
Observatieformulier lesfasen
Observatieformulier leerklimaat (opdracht 2)
Educatieve Minor 2017-2018 19
Bijlagen
Onderdeel: Persoonlijke gegevens
Naam
Adres
Telefoon
emailadres
Geboortedatum
Geboorteplaats
20
Leerdoelen werkplekleren per competentie Competentie De student kan:
1: interpersoonlijk actief sturen in relaties met en tussen leerlingen met verschillende achtergronden door het inzetten van communicatieve, sociale en interculturele vaardigheden;
deze sturing gebruiken ten behoeve van een positief leerklimaat, zowel voor leerlingen individueel als voor een groep (klas);
over deze relaties onderzoeksvragen stellen en beantwoorden vanuit een theoretisch kader;
over deze relaties communiceren met leerlingen en met anderen.
2: pedagogisch vanuit belangstelling voor de leerlingen en vanuit kennis van hun (ook culturele) achtergronden een veilig leef- en werkklimaat bevorderen door waarderen, stimuleren en gepast corrigeren;
gewenst en ongewenst gedrag met leerlingen bespreken op individueel en op groepsniveau;
over zijn bevindingen en werkwijze communiceren met collega’s; zijn bevindingen en werkwijze in verband brengen met
pedagogische concepten en opvattingen; onderzoeksvragen op pedagogisch terrein stellen en beantwoorden
vanuit een theoretisch kader.
3: vakinhoudelijk en didactisch
de leerlingen een goede leeromgeving aanbieden, gericht op het benutten van het potentieel van alle leerlingen;
daarbij oog hebben voor de beroepscontext en/of het vervolgonderwijs;
rekening houden met individuele verschillen en adequate werkvormen;
hulpmiddelen en taalgericht vakonderwijs toepassen; zijn werkwijze en keuzes vanuit leertheorie onderbouwen.
4: organisatorisch door goede planning en organisatie van de leeromgeving zorgen voor een taakgericht leerklimaat voor de leerlingen;
de eigen werkzaamheden efficiënt organiseren; bijdragen aan de taken en de organisatie van het team en de
school.
5: samenwerken met collega’s
mede op eigen initiatief school- of teamtaken uitvoeren; samenwerken met medestudenten en docenten bij het voorbereiden
en uitvoeren van taken; actief bijdragen aan team- of ander overleg; zijn visie verwoorden op schoolorganisatie en samenwerking
daarbinnen.
6: werken met de omgeving
deelnemen aan contacten met de buitenwereld, bijv. ouders, zo mogelijk ook bedrijven of instellingen in de beroepscontext;
mogelijkheden onderzoeken die de omgeving (in brede zin) van de school biedt voor het leren in zijn vak- of leergebied.
7: reflectie en ontwikkeling
de eigen competenties en de sterke en zwakke kanten daarin benoemen;
met behulp van reflectie en feedback systematisch werken aan het verbeteren van zijn functioneren;
een uitgewerkte en persoonlijke visie op het leraarschap in een diverse samenleving verwoorden;
de eigen praktijkervaringen vanuit theoretische kaders (vakdidactisch, intercultureel, ontwikkelingspsychologisch) duiden en analyseren;
een vraag of probleem in de eigen beroepspraktijk methodisch onderzoeken.
21
Rapportage formulier EVC Ontwikkelassessment 2017-2018 Educatieve Minor Student: Studentnummer: Assessor 1: Datum: Assessor 2: Opleiding:
Niveau & eindcijfer:
Kwaliteitscriteria Feedback (zie rubrics) Aantal punten
Zelfstandig handelen (lesgeven, probleem oplossen)
Koppeling praktijk – theorie; integratie van kennis en ervaringen, transfer
Niveau reflectie
Eigenheid: integratie van kennis/ervaring en persoonlijke houding/attitude
Cesuur en beoordeling Voorwaarde voor deelneming aan het EVC ontwikkelassessment is een volledig portfolio. De kwaliteit van het portfolio wordt bepaald door de assessoren. Voor elk criterium kan maximaal 3 punten gehaald worden. 0 punten = onvoldoende; 1 punt = matig; 2 punten = voldoende; 3 punten is goed. 8 – 12 punten = 8.0 4 – 7 punten = 7.0 0-3 punten = 6.0 Het totaal aantal punten per criteria geeft de uiteindelijke beoordeling voor het EVC Ontwikkelassessment. Gezien het feit dat het om een korte onderwijsperiode gaat ligt het voor de hand dat de criteria-score tussen de 0 en 5 punten zal liggen: het beginnend niveau van de beoordelingsstandaard Rubrics kwaliteitscriteria.
22
Feedback op de beroepscompetenties (geen punten toekenning, wel terugkoppeling)
LIO-Bekwaam Feedback en conclusies: welk niveau (beginnend of LIO-bekwaam)
Niveau Nederlands
Interpersoonlijk competent
Pedagogisch competent
Didactisch competent
Organisatorisch competent
Competent in Samenwerking collega’s
Competent in samen Werken omgeving
Competent in reflectie en ontwikkeling
23
Advies en toelichting assessoren:
Datum: Datum: Handtekening assessor 1: Handtekening assessor 2:
HvA. Domein onderwijs en opvoeding. Minor ‘Een baan in het onderwijs’ 2016-2017
25
Rubrics kwaliteitscriteria
Onvoldoende (0 punten)
Beginnend (1 punt)
LIO-bekwaam (2 punten)
Startbekwaam (3 punten)
1. Zelfstandig handelen (lesgeven, probleem oplossen)
Student voert zelfstandig uit, maar volgt slechts de aanwijzingen van opleiders of begeleiders. Kritiekloos gebruik methodes. Student is vooral gericht op concrete hier-en-nu-situatie; heeft onvoldoende overzicht.
Gedeelde sturing. Student maakt zelf lesplannen, gericht op korte termijn en gebaseerd op een vastgesteld programma.
De student plant onder begeleiding over langere termijn; verwoordt achterliggende doelen en maakt zelfstandig keuzes gebaseerd op lange termijn doelen. De student neemt initiatieven. De student bedenkt creatieve oplossingen voor praktijkproblemen die zich voor doen op microniveau (in de klas).
Idem, maar dan zelfstandig en onder eigen verantwoordelijkheid De student is initiatiefrijk en innovatief en bedenkt creatieve oplossingen voor praktijkproblemen op het microniveau (in de klas) en levert een bijdrage hiervoor op het mesoniveau van de school.
2. Koppeling praktijk – theorie; integratie van kennis en ervaringen, transfer
De student heeft weinig kennis van relevante onderwijskundige en vakinhoudelijke en vakdidactische modellen in en buiten de school en van de betekenis daarvan voor zijn eigen beroepspraktijk.
De student geeft er blijk van dat hij kennis heeft genomen van relevante onderwijskundige, vakinhoudelijke en vakdidactische modellen en theorieën. De vertaling van theorie naar praktijk is echter niet of beperkt zichtbaar en/of passend. De student past tijdens zijn lessen verschillende did. werkvormen en toetsvormen toe. De student heeft kennis van vakinhoudelijke ontwikkelingen, maar niet van vakdidactische en onderwijskundige ontwikkelingen.
De student geeft er blijk van dat hij kennis heeft genomen van in de opleiding behandelde, relevante onderwijskundige, vakinhoudelijke en vakdidactische modellen en theorieën. Hij kan deze toepassen in zijn huidige klassensituatie. Hij kan eerdere leservaringen (praktijkkennis) en theorie uit de opleiding toepassen op nieuwe lessituaties. De vertaling van theorie naar praktijk is zichtbaar en passend. De student beperkt zich tot de in de opleiding behandelde theorie.
De student toont dat hij zich bewust is van de noodzaak om zijn praktijk te voorzien van een goede theoretische verantwoording en onderbouwing. Dit blijkt uit het actief kunnen verbinden van abstract denken en concreet handelen, door enerzijds resultaten van wetenschappelijk en/of praktijkonderzoek te kunnen vertalen naar concreet handelen en anderzijds vanuit de concrete beroepspraktijk algemene richtlijnen te kunnen abstraheren. Hij verwijst hierbij naar meerdere theorieën en modellen. De student heeft kennis van actuele vakinhoudelijke, vakdidactische en onderwijskundige ontwikkelingen. De student past actuele vakinhoudelijke, vakdidactische en onderwijskundige ontwikkelingen toe in de eigen lessen.
3. Niveau reflectie Student beschrijft lessituaties als een reeks van activiteiten. Er is geen of beperkt gebruik
Student herkent patronen in eigen functioneren, maar trekt geen consequenties daaruit.
De student geeft, op basis van zelfreflectie en feedback, blijk van inzicht in het eigen ontwikkelpotentieel.
De student heeft, op basis van zelfreflectie en feedback, inzicht in het eigen ontwikkelpotentieel. Hij vertaalt dit naar acties en plannen voor voortgaande
HvA. Domein onderwijs en opvoeding. Minor ‘Een baan in het onderwijs’ 2016-2017
26
gemaakt van zelfreflectie en feedback. De student geeft geen of beperkt blijk van een onderzoekende houding ten aanzien van zijn functioneren in de beroepspraktijk.
De student geeft in beperkte mate blijk van inzicht in het eigen ontwikkelpotentieel.
Student herkent patronen in het eigen functioneren en gebruikt zijn reflectie doelgericht om het eigen functioneren te onderzoeken en te verbeteren.
professionele ontwikkeling. De student onderzoekt voortdurend methodisch de eigen beroepspraktijk, gebruik makend van meerdere modellen en verschillende bronnen.
4. Eigenheid: integratie van kennis/ervaring en persoonlijke houding/attitude
De student gebruikt voornamelijk standaard oplossingen en werkt vooral vanuit kant-en-klare methoden.
De student heeft een beperkte visie op leren, het beroep van leraar en het vak waar hij voor opleidt . De student legt in beperkte mate een relatie tussen zijn visie en zijn functioneren.
De student heeft een heldere visie op leren, het beroep van leraar en het vak waar hij voor opleidt. De student legt een relatie tussen zijn visie en zijn eigen functioneren .
De student heeft een heldere visie op leren, de keuzes die hij maakt in zijn professioneel handelen, het beroep van leraar en het vak waar hij voor opleidt; de student legt een relatie tussen zijn visie, zijn functioneren en de eigen leerdoelen .
5. Niveau Nederlands
Onder B2/onvoldoende
B2 Ruim voldoende C1
Goed C1
Schriftelijk (in pf)
Doel en taalgebruik niet helder. Hanteert spreektaal of te formeel taal. Gebruikt weinig vaktaal. Grammaticale fouten komen vaak en structureel voor.
Iedere tekst in PF heeft duidelijk doel. Taalgebruik past bij doel. Gebruikt vaktaal, woordkeuze trefzeker. Weinig, incidentele fouten in grammatica en spelling.
Iedere tekst in PF heeft duidelijk doel Opbouw teksten past bij doel. Effectief gebruik van vaktaal. Hoge mate van grammaticale correctheid, ook in signaal- en verwijswoorden. Vrijwel geen fouten in spelling.
Adequaat gebruik van verschillende schrijfdoelen : mening geven, overtuigen, onderbouwen. Effectief en gevarieerd gebruik van vaktaal. Hoge mate van grammaticale correctheid. Vrijwel geen fouten in spelling.
Mondeling (tijdens bp2)
Gebruikt weinig onderwijstermen. Woordkeuze beperkt of herhalend. Dialect of jongerentaal, te formeel of te informeel.
Gebruikt sommige onderwijstermen. Woordkeuze in het algemeen trefzeker. Taal en toon over het algemeen professioneel .
Gebruikt relevant onderwijsjargon. Woordkeus gevarieerd en trefzeker. Zonder dialect (regionale verschillen mogen hoorbaar zijn). Taal en toon steeds professioneel, passend bij een assessment.
Gebruikt gevarieerd onderwijsjargon. Woordkeuze gevarieerd en trefzeker, zonder aarzelingen. Taal en toon volledig professioneel.
[Type here]
Beoordeling werkplekleren Educatieve Minor 2017-2018
HvA Onderwijs en Opvoeding
naam student
................................................................................
HvA-opleiding (vak) : ...........................................
vt
naam werkbegeleider:
............................................................... naam & plaats school: ..........................................
naam HvA-examinator:
.............................................................. datum beoordeling: ...............................................
Handtekening HvA-examinator
………………………………...... Cijfer: ………………………………………
Samenvatting procedure bij de beoordeling De student heeft zijn POP en eventueel aansluitend PAP geplaatst in het DLWO-portfolio. POP
en PAP en/of logboek zijn instrumenten waarin beschreven staat zijn ontwikkeling van de afgelopen 5 maanden. Hiervoor gebruikt de student de 7 beroepscompetenties.
De student schrijft voor zijn eindbeoordeling in zijn DLWO-portfolio een zelfevaluatie of conclusie over zijn totale leerwerktraject, op basis van zijn leerdoelen in zijn POP, activiteiten in PAP en logboekreflecties. Hij gebruikt daarbij de vier dossiers in zijn portfolio: pedagogisch dossier (betreft de competenties 1 en 2), didactisch dossier (comp. 3 en 4), dossier werken in de school (comp. 5 en 6) en dossier professionele ontwikkeling (comp. 7). In ieder van de 4 dossiers geeft hij: - een beschrijving van de activiteiten waarmee hij aan de leerdoelen heeft gewerkt; - een beschrijving van zijn vorderingen m.b.t. de leerdoelen; - links naar producten die in zijn portfolio zijn opgeslagen en die zijn uitspraken over
activiteiten en vorderingen onderbouwen. De student zorgt uiteraard ervoor dat allen die bij zijn begeleiding en beoordeling betrokken zijn tijdig toegang tot en/ of inzage hebben in zijn portfolio. Dat zijn naast de docenten van de minor, de werkbegeleider (WB), schoolopleider (SO) en instituutsopleider (IO).
De werkplekbegeleider (of evt. schoolopleider) leest het POP en de zelfevaluatie die in de dossiers staan en bekijkt de links naar de producten uit het DLWO-portfolio.
Na lezing en beoordeling van het voorgaande vult de WB en/of SO onderstaand formulier in. D.w.z. hij geeft per competentie aan welk niveau de student behaald heeft. De WB of SO doet dit door het niveau te arceren in een kleur. Om de minor te kunnen afsluiten moet de student minimaal niveau 0 halen voor alle competenties. Daarnaast is voorwaardelijk inzet en inspanning hebben laten zien. Zie ook voorwaardelijk voor toekenning studiepunten aan student
Het eindgesprek werkplekleren vindt plaats voor het assessment eind december 2017 en uiterlijk 9 januari 2018. In het eindgesprek met student, WB en/of SO en instituutsopleider (IO) wordt het formulier aangevuld met feedback van de IO, die tevens HvA-examinator is. De IO motiveert (ook) het definitieve niveau per competentie, bepaald uiteindelijk in het gesprek
[Type here]
de eindscore en legt dat vast. De student kan werkplekleren afsluiten op verschillende niveaus: voor interpersoonlijk niveau 2, vakdidactisch niveau 1 etc. De indicatoren dienen als illustratie en niet als afvinklijstje om te checken of de student alle indicatoren heeft laten zien tijdens de stage of in zijn portfolio.
De HvA-examinator plaatst na het gesprek het cijfer in en zet zijn handtekening op de beoordeling en vult de datum in. Daarmee is de beoordeling definitief.
De HvA-examinator verstuurt uiterlijk 12 januari 2018 het gescande pdf-formulier met de definitieve getekende beoordeling voor het toetsarchief van de educatieve minor en SIS naar Dineke de Rijk ([email protected] ). Tevens mailt hij deze ook naar de werkplekbegeleider of de schoolopleider en de student. De laatste plaatst de beoordeling in zijn DLWO/portfolio en deze plaatsing is van belang voor het nog af te nemen assessment in januari 2018.
Voorwaardelijk voor het toekennen van de studiepunten is dat de student aan onderstaande voorwaarden voldoende heeft voldoende voldaan:
Voorwaarden: De student heeft bereidheid, inspanning en inzet getoond
Voldoende Onvoldoende Opmerkingen
om te (willen) leren, zich onderzoekend op te stellen en zich te ontwikkelen als docent naar en in de verschillende bekwaamheidsniveau ’s 1-3 door bijv. leervragen/-doelen op te stellen, planning voor activiteiten te maken, logboekverslagen en reflectieverslagen over eigen activiteiten en die van anderen, ervaringen en feedback op te schrijven en te bespreken, een beschrijving van de activiteiten maken waarmee hij aan de leerdoelen heeft gewerkt, beschrijving van zijn vorderingen m.b.t. de leerdoelen, linken aan producten die in zijn portfolio zijn opgeslagen en die zijn uitspraken over activiteiten en vorderingen onderbouwen.
om zelfstandig en op eigen initiatief en/of begeleid, gestuurd en onder toezicht onderwijsactiviteiten verrichten van ondersteuningsactiviteiten in verschillende settingen uitgevoerd gericht op ontwikkeling van de bekwaamheidsniveau ‘s 1-3 bijv. het doen van observaties van lessen, interviews met docenten en mogelijk leerlingen en kleine onderzoekjes en daarvan verslag te doen, maar ook lessen, extra hulp aan leerlingen, projecten, surveillance, toetsen nakijken/opstellen, assisteren bij praktijklessen, lesmateriaal verzamelen/ ontwikkelen, en daarvan verslag te hebben gedaan
zich te verdiepen binnen de school in schoolidentiteit, kenmerken, leerling populatie, methodes, gebruik ICT als doel en middel, vernieuwingen, leertrajecten, beleidspunten, differentiatie, projecten, zorgtrajecten, stage etc. en daarvan verslag te hebben gedaan
om zijn ontwikkel- en leerproces in samenwerking te verrichten bijv. door zich positief op te stellen en een bijdrage te leveren in vooroverleg, voortgangsgesprek, voorbereiding activiteiten, teambesprekingen, etc en daarvan verslag te hebben gedaan.
om daadwerkelijk voldoende kwalitatieve verslagen, producten (zie hierboven voorbeelden) e.d. tijdig in zijn portfolio te plaatsen die inzicht geven op welke niveau de competenties zich ontwikkelen en zijn behaald. De verslagen en producten voldoen aan het vereiste taalniveau.
[Type here]
om een conclusie of zelfevaluatie (met links naar portfolioproducten) te schrijven m.b.t. actuele competentieniveau: hoe heb je je ontwikkeld, waar sta je nu, waar zou jij je in nabije toekomst verder in willen ontwikkelen
Leerdoelen werkplekleren per competentie
Competentie
Niveau 0 (0 punten) De student heeft getracht aantoonbaar om
Niveau 1 (1 punt) De student kan
Niveau 2 (2 punten) De student kan
Niveau 3 (3 punten) De student kan
Feedback begeleiding en onder-bouwing beoordeling
Inter-persoonlijk
contact te leggen met individuele - en groepen leerlingen vanuit docentrol
daarbij belangstelling te tonen in een setting gericht op leren en ontwikkelen.
contact leggen met leerlingen, individueel en in (kleine) groepen
daarbij
positieve belangstelling tonen en een onderzoekende houding aannemen
dit doen
vanuit een docentrol, rekening houdend met verschillende achtergronden en gericht op bevordering van
contact leggen en een relatie opbouwen met leerlingen, individueel en in een groep (klas)
over dit
contact onderzoeksvragen stellen en beantwoorden
dit contact
gebruiken ter ondersteuning van het leerproces en het klassenmanagement
dit doen
op basis van een duidelijke rol als docent, rekening houdend met verschillende
actief sturen in relaties met en tussen leerlingen met verschillende
achtergronden door het inzetten van communicatieve, sociale en interculturele vaardigheden
deze sturing
gebruiken ten behoeve van een positief leerklimaat, zowel voor leerlingen individueel als voor een groep (klas)
over deze
relaties onderzoeksvragen stellen en beantwoorden vanuit een theoretisch kader
over deze
relaties communiceren met leerlingen en met anderen.
[Type here]
het leerproces
achtergronden
Pedagogisch
om onderzoekend pedagogisch zich te verdiepen in de leefwereld van leerlingen
gedrag van leerlingen te bespreken met leerlingen en/of docent
belangstelling voor leerlingen tonen en een onderzoekende houding t.a.v. hun leefwereld aannemen.
gedrag
van leerlingen, zowel individueel als in een groepverband aan de orde stellen en bijsturen.
belangstelling tonen voor de leerlingen en hun achtergronden
kennis van
de leerlingen en hun achtergronden opbouwen, mede aan de hand van onderzoeksvragen
door
waarderen, stimuleren en gepast corrigeren bijdragen aan een veilig leef- en werkklimaat
vanuit belangstelling voor de leerlingen en vanuit kennis van hun (ook culturele) achtergronden een veilig leef- en werkklimaat bevorderen door waarderen, stimuleren en gepast corrigeren;
gewenst en
ongewenst gedrag met leerlingen bespreken op individueel en op groepsniveau
over zijn
bevindingen en werkwijze communiceren met collega’s
zijn bevindingen
en werkwijze in verband brengen met pedagogische concepten en opvattingen
onderzoeksvrag
en op pedagogisch terrein stellen en beantwoorden vanuit een theoretisch kader
[Type here]
Vakinhoudelijk en didactisch
te helpen in en bij het leerproces van leerlingen
lesonderdelen en/of ondersteunende taken uit te voeren
voorbereidingen te treffen in planning en uitvoering (vooral onder toezicht en met begeleiding) die aansluiten bij wat leerlingen nodig hebben voor hun leerproces
individuele leerlingen en (kleine) groepen helpen in hun leerproces
element
aire lessen ontwerpen en uitvoeren
(inclusief lesdoelen formuleren, werkvormen en leermiddelen kiezen die horen bij de leerdoelen en evalueren met de leerling na afloop van de les)
leersituaties creëren waarin leerlingen kennis en vaardigheden van het vak- of leergebied opdoen
deze
leersituaties afstemmen op het potentieel van de leerlingen
enige
variatie in werkvormen toepassen
de leerlingen een goede leeromgeving aanbieden, gericht op het benutten van het potentieel van alle leerlingen
daarbij oog
hebben voor de beroepscontext en/of het vervolgonderwijs
rekening
houden met individuele verschillen en adequate werkvormen
hulpmiddelen
en taalgericht vakonderwijs toepassen
zijn werkwijze
en keuzes vanuit leertheorie onderbouwen
Organisatorisch
om (ondersteunende) activiteiten voor te bereiden en uit te voeren
instructies
zijn activiteiten goed voorbereiden en ordelijk uitvoeren
leerling
en,
leersituaties (lessen) goed voorbereiden en uitvoeren
de
leerlingen duidelijk gestructureerde leeractivit
door goede planning en organisatie van de leeromgeving zorgen voor een taakgericht leerklimaat voor de leerlingen
de eigen
werkzaamheden efficiënt organiseren
[Type here]
(veelal in opdracht en onder toezicht van docent) te geven
eigen werkzaamheden te plannen en uit te voeren
individueel en in (kleine) groepen, heldere instructies geven
zijn
eigen werkzaamheden goed plannen
eiten aanbieden
zijn eigen
werkzaamheden goed plannen en daarin een voorbeeldrol voor de leerlingen hebben.
bijdragen aan
de taken en de organisatie van het team en de school
Samenwerken
samen te werken met de omgeving en betrokkenen
taken uit te voeren al of niet onder begeleiding en toezicht
Samenwerken met medestudenten en docenten bij het voorbereiden en uitvoeren van taken
school- of teamtaken uitvoeren
samenwer
ken met medestudenten en met docenten bij het voorbereiden en uitvoeren van taken
deelneme
n aan team- of ander overleg.
mede op eigen initiatief school- of teamtaken uitvoeren
samenwerken
met medestudenten en docenten bij het voorbereiden en uitvoeren van taken
actief bijdragen
aan team- of ander overleg
zijn visie
verwoorden op schoolorganisatie en samenwerking daarbinnen
Omgeving om de wijze waarop school contacten onderhoudt met de buitenwereld waar te nemen en te beschrijven
de wijze waarop de school contacten onderhoudt met de buitenwereld waarnemen en beschrijven.
de wijze waarop de school contacten onderhoudt met de buitenwereld (ouders, maar ook bedrijven of instellingen) waarnemen en beschrijven
deelnemen aan contacten met de buitenwereld, bijv. ouders, zo mogelijk ook bedrijven of instellingen in de beroepscontext
mogelijkheden
onderzoeken die de omgeving (in brede zin) van de school biedt voor het leren in zijn
[Type here]
kennis
nemen van hoe de omgeving (in brede zin) van de school gebruikt wordt in het onderwijs, m.n. voor zijn vak- of leergebied.
vak- of leergebied
Reflectie en ontwikkeling
te evalueren en reflecteren op sterke en zwakke kanten, (wat goed gaat en minder goed en nog valt te leren)
tops en tips te verzamelen op zijn functioneren
nieuwsgierig en onderzoekend te zijn in de praktijksituatie
visie of ideeën op leraarschap uit te spreken en te beschrijven
reflecteren op de eigen sterke en zwakke kanten
feedbac
k van anderen verzamelen op zijn functioneren
een
onderzoekende houding aannemen ten aanzien van de praktijksituatie
een
aanzet tot een visie op het leraarschap in een diverse samenleving
reflectie op de eigen sterke en zwakke kanten en feedback van anderen benutten voor het verbeteren van zijn functioneren
ten
aanzien van zijn praktijksituatie een onderzoekende houding tonen
zijn visie
op het leraarschap in een diverse samenleving verder ontwikkelen
de eigen competenties en de sterke en zwakke kanten daarin benoemen
met behulp van
reflectie en feedback systematisch werken aan het verbeteren van zijn functioneren
een uitgewerkte
en persoonlijke visie op het leraarschap in een diverse samenleving verwoorden
de eigen
praktijkervaringen vanuit theoretische kaders (vakdidactisch, intercultureel, ontwikkelingspsychologisch) duiden en analyseren
een vraag of
probleem in de eigen beroepspraktijk
[Type here]
formuleren
methodisch onderzoeken
Het cijfer wordt als volgt bepaald. Indien de student aan alle voorwaarden heeft voldaan: 6 + (totaal aantal punten/7). Er kan een bonuspunt worden toegekend indien de student een uitzonderlijke prestatie heeft geleverd, die voor de school van grote toegevoegde waarde is. Opmerkingen:
[Type here]
Lesplanformulier
Toelichting: dit formulier is bedoeld als hulpmiddel en niet als keurslijf, want onderwijssituaties lopen sterk uiteen en
lesvoorbereidingen zullen dus ook verschillen.
naam student :
opleiding :
HvA-begeleider :
onderwerp van de les:
werkplekleren in jaar 1 2 3 4 (omcirkelen)
naam stageschool :
onderwijstype :
klas of jaargroep :
werkbegeleider :
datum van de les :
Beginsituatie van de leerlingen: Stel jezelf onder andere de volgende vragen:
Welke voorkennis en/of vaardigheden t.a.v. het onderwerp zijn al aanwezig?
Welke voorkennis m.b.t. werkvormen of algemene vaardigheden (bijv. leesvaardigheid) zijn aanwezig?
Wat voor soort klas/groep betreft het?
Wat is de motivatie en de zelfstandigheid van deze leerlingen?
In hoeverre sluit de leefwereld van de leerlingen aan bij de lesstof?
. . . . . .
. . . . . .
Lesdoelen: vakkennis en vakvaardigheden Formuleer max. vijf SMART geformuleerde lesdoelen m.b.t. vakkennis en -vaardigheden, ook evt. taaldoelen (TVO)
aan het einde van de les kunnen de leerlingen:
1. . . . . .
2. . . . . .
3. . . . . .
4. . . . . .
5. . . . . .
Lesdoelen: algemene vaardigheden Voorbeelden van algemene vaardigheden (werk één of meer concreet uit):
tijdens deze les werken de leerlingen aan:
cognitieve vaardigheden (bijv. samenvatten, structureren en schematiseren)
sociale vaardigheden (bijv. luisteren, elkaar aanmoedigen, conflicten oplossen)
metacognitieve vaardigheden (bijv. aanpak kiezen, plannen, leerstrategieën)
…………..
Benodigdheden voor de les: Noteer hier de benodigde materialen, PPT-presentaties, bronnen, apparatuur etc.
Persoonlijke leerdoelen voor de les:
1. . . . . .
2. . . . . .
3. . . . . .
[Type here]
[Type here]
fase in de les: tijd lesstof werkvorm wat doen de leerlingen? wat doe ik?
Start v.d. les: ( = fase 1 Ebbens)
aandacht richten op de doelen van de
les
aansluiten bij voorkennis
Midden: verwerk naar eigen inzicht en in de
eigen volgorde
uitleg geven
( =fase 2 Ebbens)
nagaan of belangrijke begrippen zijn
overgekomen
( =fase 3 Ebbens)
volledige instructie geven op
zelfwerkzaamheid of groepswerk
( =fase 4 Ebbens)
begeleiden van zelfwerkzaamheid of
groepswerk
( =fase 5 Ebbens)
Einde v.d. les: ( =fase 6 Ebbens)
afsluiten van de les m.b.t. de beoogde
doelen
evaluatie van de les: wat ging
wel/niet goed?
evt. huiswerk opgeven
Benodigde materialen & voorbereiding
Student
Verantwoording gemaakte keuzes:
[Type here]
REFLECTIE VOLGENS KORTHAGEN
Fase 1: beschrijf de ervaring/situatie waarop je de reflectie zal toepassen. Dat doe je aan de hand van de STARR-methode: Situatie Taak Actie Resultaat Reflectie
Wat was de concrete situatie?
Wat was mijn taak binnen deze situatie?
Welke concrete acties heb ik in deze situatie ondernomen?
Wat was het resultaat van deze acties?
Fase 2: terugblikken: wat gebeurde er concreet?
Wat zag ik?
Wat deed ik?
Wat dacht ik?
Wat voelde ik?
Fase 3: bewustwording van essentiële aspecten
[Type here]
Wat betekent dat nu voor mij?
Wat is het probleem (of de positieve ontdekking)?
Wat heeft dat allemaal veroorzaakt? Waar heeft het mee te maken?
Fase 4: alternatieven
Welke alternatieven zie ik (oplossingen of manieren om gebruik te maken van mijn ontdekking)?
Welke voor- en nadelen hebben die?
Wat neem ik me nu voor, voor de volgende keer?
Fase 5: uitproberen
Wat wil ik bereiken?
Waar wil ik op letten?
Wat wil ik uitproberen?
[Type here]
Lesobservatiepunten
Lesfases
Naam student:
Naam school:
Vak:
Klas:
Datum les:
DOCENTGEDRAG
Gezien/niet
gezien
Beschrijving gedrag van de
docent: hoe heeft docent hier
invulling aangegeven?
1. Introduceert de les op motiverende wijze
2. Benoemt de lesdoelen
3. Benoemt wat het lesprogramma inhoudt en maakt dit
zichtbaar voor de leerlingen
4. Activeert de voorkennis van de leerlingen
5. Legt onderdelen goed uit:
o expliciteert zijn/haar denkstappen
o gebruikt hiervoor het (digi)bord
o geeft voorbeelden die aansluiten bij de
belevingswereld van de leerlingen
o betrek leerlingen in zijn/haar uitleg
6. Reageert op bijdragen van leerlingen
7. Geeft een complete directe instructie voorafgaand aan
de zelfwerkzaamheid
8. Houdt toezicht op zelfwerkzaamheid
9. Checkt of de doelen zijn bereikt
10. Rond de les af met een activiteit
[Type here]
11. Geeft huiswerk op en maakt dit zichtbaar op het
(digi)bord
Overige bevindingen m.b.t. de didactiek
[Type here]
Lesobservatiepunten
Sleutelbegrippen van Effectief Leren
Naam student:
Naam school:
Vak:
Klas:
Datum les:
DOCENTGEDRAG
Gezien/niet
gezien
Beschrijving gedrag van de
docent: hoe heeft docent hier
invulling aangegeven?
Individuele aanspreekbaarheid o docent betrekt alle leerlingen bij de les als hij
vragen stelt
o docent geeft denktijd als hij een vraag stelt
o docent geeft kris/kras de beurt aan verschillende
leerlingen
Betekenis geven o docent geeft betekenis aan de les (dat wat
leerlingen leren is zinvol)
o docent activeert de voorkennis van de leerling
Zichtbaarheid van leren
o de docent stelt controlevragen om te checken of
leerlingen begrijpen wat ze doen
o docent loopt rond en kijkt wat leerlingen doen
tijdens zelfstandig werken
Motivatie
o hij/zij geeft complimenten
o hij/ zij toont interesse belangstelling voor de
leerlingen
hij/zij laat de leerling succes ervaren
[Type here]
[Type here]
Observatieformulier leerklimaat (Opdracht 2 minor)
Naam student: Naam docent:
Naam school: Klas:
Datum: Vak:
Aantal meisjes: Aantal jongens:
Bijzonderheden:
HANDELEN VAN DE DOCENT
Relatie
Waargenomen
Ja/nee
Beschrijving van wat docent doet en/of zegt (voorbeelden noemen van gedrag of woorden die docent gebruikt)
De docent begroet zijn leerlingen aan het begin van de les
De docent spreekt de leerlingen aan op gewenst en/of ongewenst gedrag
De docent toont interesse in de leerlingen
De docent reageert op interactie (soorten interactie) tussen leerlingen
De docent geeft complimenten aan de leerlingen. (verbaal en/of non-verbaal)
HANDELEN VAN DE DOCENT
Competentie
Waargenomen
Ja/nee
Beschrijving van wat docent doet en/of zegt (voorbeelden noemen van gedrag of woorden die docent gebruikt)
De docent biedt lesstof en/of opdrachten aan op niveau van de leerlingen
[Type here]
De docent geeft duidelijk aan wat de leerdoelen zijn van de lesstof
Tijdens de les is er sprake van individuele aanspreekbaarheid
De docent laat de leerlingen zowel zelfstandig werken als samenwerken
De docent geeft positieve feedback op de leerling
De docent stelt denkvragen ( vragen op een hogere niveau) en geen kennisvragen
HANDELEN VAN DE DOCENT
Autonomie
Waargenomen
Ja/nee
Beschrijving van wat docent doet en/of zegt (voorbeelden noemen van gedrag of woorden die docent gebruikt)
De docent geeft de leerlingen verantwoordelijkheid tijdens de les (bijvoorbeeld leerlingen maken eigen keuzes voorbeelden zijn: leerlingen bepalen de volgorde van de opdrachten of zij zelfstandig of in groep werken, op de gang werken enz.
De docent werkt met expertgroepen
De docent stelt denkvragen ( vragen op een hogere niveau) en geen kennisvragen
De docent geeft feedback en/of compliment op wat de leerlingen doen en niet op wat ze zijn