‘een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

48
thema nummer! ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’ WHIPLASH MAGAZINE In dit nummer: De stand van zaken rond whiplash anno 2012 24e jaargang | nummer 2 | november 2012

Upload: others

Post on 11-Nov-2021

6 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

themanummer!

‘Een begrepenwhiplashpatiënt

functioneertbeter!’

WHIPLASH MAGAZINE

In dit nummer:

De stand van zaken rondwhiplash anno 2012

24e jaargang | nummer 2 | november 2012

Page 2: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

Met trots presenteren wij u deze speciale uitgave van het Whiplash

Magazine. In deze uitgave geven wij een actuele stand van zaken rond

de aandoening whiplash.

De presentatie van actuele feiten en cijfers. De visie van prominente

vertegenwoordigers op diverse relevante gebieden uit onze maatschappij.

Maar ook laten we mensen met een whiplash en hun naasten vertellen

over hun persoonlijke ervaringen en wat ze zoal in de praktijk tegenkomen.

Kortom met deze special brengen we in beeld: Waar staan we nu met

whiplash? Wat zijn de drempels en hoe kunnen we die slechten?

Als patiëntenorganisatie willen we vooral probleemoplossend bezig zijn.

Publicitair maar ook praktisch. Alleen met hulp en ondersteuning van veel

vrijwilligers en vele professionals kunnen we daarin slagen. Steunt u ons?

Louk de Both, voorzitter Bestuur

[email protected]

De wereld rond de whiplashpatiënten en de mensen in diens directe

omgeving bestaat uit een aantal belangrijke aandachtsgebieden zoals

medisch & zorg, werk & inkomen, letselschade & juridisch en leven &

welzijn.

Per cluster leest u de stand van zaken, de drempels en de mogelijke

oplossingen. In artikelen van specialisten, patiënten, vrijwilligers en derden

en met verwijzing naar interessante artikelen of initiatieven. De actiepagina

op www.whiplashstichting.nl bevat behalve links en verwijzingen naar

deze artikelen, ook aanvullende informatie van verschillende auteurs.

Inhoud pagina’s

Medisch & zorg 4-15

Werk & inkomen 16-23

Totaaloverzicht 24-25

Letselschade 28-37

Leven & welzijn 38-43

Diensten van de WSN 26/27 en 44/45

Adverteerders 46/47

Alle links en doorverwijzingen 48

De Whiplash Stichting Nederland streeft naar contact, voorlichting en ondersteuning ten behoeve van mensen met whiplash.

BeschermheerProf. mr. Pieter van Vollenhoven

Bestuurdhr. L. de Both dhr. L. Geeraedts

dhr. P. van der Wiel dhr. W. Lorjé

dhr. H. Kalfsterman mw. I. vd Dobbelsteen-Kegels

Uitgifte en oplageDit nummer van het Whiplash Magazine staat in

het teken van Whiplash Anno 2012.

Oplage 6.000 exemplaren.

ISSN nummer: 1878-898X

Redactiemw. I. Jansen dhr. H. Kalfsterman

mw. J. Kocx-Perquin mw. F. van Leeuwen

mw. K. van der Sluis

Beeldredactie: mw. F. van Leeuwen,

i.s.m. mw. L. Zantman. Dank aan André Lusa

dhr. M. van Zaane, dhr. N. Groen en Daniëlle

van Eden

EindredactieHerman Kalfsterman

RedactieadresPostbus 105, 3980 CC Bunnik, T: 088-6565700

E: [email protected]

Opmaak WEES Kreatief, Streefkerk

Technische realisatie PD Graffic Support, Groningen

© Niets uit deze uitgave mag worden

overgenomen of gekopieerd, zonder schriftelijke

toestemming van de Whiplash Stichting Nederland.

* De Whiplash Stichting Nederland is niet

aansprakelijk voor eventuele gevolgen van de

producten of diensten die in de advertenties

worden aangeboden.

Beste lezer(es),Colofon

Hoe leest u de informatiein dit magazine?

Page 3: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

Als Whiplash Stichting Nederland wensen wij natuurlijk dat de

publicatie van dit magazine een verandering ten goede mag

inluiden. Met onder meer aandacht voor het onderschatte pro-

bleem Whiplash. Want wie kent de cijfers? Nederland kent

100.000 chronische whiplashpatiënten. Per jaar komen er

15.000-20.000 whiplashongevalllen bij! 17 % van whiplashlet-

selschadezaken is na een jaar niet afgehandeld.

Maar de grootse wens is dat onze leden, vrijwilligers en alle

andere whiplashpatiënten concrete verbeteringen in hun toe-

stand tegemoet mogen zien.

Wat is daarvoor nodig?Uit alle beschikbare onderzoeken en reacties die wij als patiën-

tenorganisatie dagelijks ontvangen kunnen wij een concreet lijst-

je van essentiële verbeterpunten afleiden. Die willen we graag

met hulp van tal van sympathisanten en partners realiseren*.

Onze wens: help ons met de top 5 verbeterpunten:

1 Onderschat whiplash nietVerdiep je als betrokkene in wat whiplash met een mens doet. Laat mensen met whiplash niet in de kou staan, omdat je

denkt dat allemaal wel meevalt. Stel je open voor klachten die

moeilijk te zien zijn, luister goed en neem ze serieus. Juist

door de onduidelijkheid rond whiplash ontstaat onzekerheid

en is er veel behoefte aan steun. Investeer in de relatie, denk

in oplossingen en zoek een match.

2 Investeer in herstelGeef aandacht aan snelle diagnose, tijdige verwijzing, ef-fectieve behandeling en goede follow-up.Door whiplash te benoemen en snel een diagnose te stellen

kun je mensen op weg helpen. Via goede diagnostiek en (reva-

lidatie)behandelingen kunnen alle mogelijkheden voor herstel

gericht ingezet worden en vinger aan de pols gehouden wor-

den. Huisarts, behandelaar, begeleider: pak die handschoen op.

Zoek de beste weg voor uw patiënt. Ook al is whiplash medisch

nog niet helemaal begrepen, geef het beste wat mogelijk is!

3 Stimuleer actieve inbreng van whiplashpatiëntenMaatwerk geeft resultaat; de sleutel hiervoor ligt bij men-sen met whiplash. Zij weten met welke klachten ze te maken hebben en wat het

effect is op hun functioneren. Behandelaars, begeleiders en

beoordelaars: benut deze informatie en ondersteun whiplash-

patiënten om hun ervaringen in te brengen. Niet eenmalig,

maar steeds weer. Evalueer, zodat tijdig ingegrepen kan wor-

den als dat nodig is. Registratie-instrumenten zijn waardevol

voor patiënten om een nieuwe balans te vinden en inzicht te

krijgen in hun beperkingen en mogelijkheden. Verzekeraars:

vergoed een zelfmanagementtraining.

4 Ontwikkel en deel (medische) kennisStilstand is achteruitgang. Investeer dus in kennisgroei en de verspreiding van nieuwe ervaringen. Overheid, wetenschappers, medici: stimuleer onderzoek, stel

desnoods een leerstoel in voor whiplash en soortverwante

aandoeningen. Dat kan meer aangrijpingspunten bieden voor

diagnostiek en behandeling.

Wetenschappers en medici: lever ons een duidelijk whiplash-

specifiek diagnosticum met een effectieve behandeling. Alle

betrokkenen: creëer partnerships om samen te werken aan

oplossingen voor behandeling, herstel en re-integratie, maar

ook voor een snelle en zorgvuldige afhandeling van een let-

selschadeproces. Meer samenspraak tussen professional en

patiënt hoort hierbij (individueel en collectief). Heb oog voor

good-practices.

5 Voorkomen is beterDe grootste risicofactor voor een ongeluk in het verkeer blijft de mens zelf. Wees je bewust dat een whiplash iedereen kan overkomen.

Dus houd afstand en stel uw hoofdsteun goed af. Dat vermin-

dert de kans op nekletsel.

* Reageren op deze oproep?

Dat kan via [email protected] of via

www.whiplashstichting.nl/actie/steun

Whiplash vraagt steun voor …

Wensen en verbeterpunten

3

Page 4: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

4

De symptomen van een whiplash zijn vaak niet eenduidig en

hebben niet alleen een fysieke component. Er kunnen ook

cognitieve stoornissen, zoals geheugen- en concentratiepro-

blemen optreden. En psychische klachten. Dat maakt dat een

diagnose whiplash moeilijk te stellen is, ook al heeft de patiënt

soms diverse medische onderzoeken achter de rug.

Het kunnen stellen van de diagnose betekent helaas niet dat

er ook een pasklare behandeling kan worden opgesteld. Juist

de verscheidenheid aan klachten en de vaak moeilijk te trace-

ren fysieke oorzaak zorgt ervoor dat een behandeling waar de

een baat bij heeft, voor de ander geen effect heeft.

Bij de behandeling is samenwerking tussen de diverse me-

dische specialisten van groot belang. Een multidisciplinaire

aanpak waarbij in ieder geval een revalidatiearts, een fysio-

therapeut en een (neuro)psycholoog betrokken zijn, lijkt een

succesvol traject te zijn. In bepaalde gevallen kan verwijzing

naar een neuroloog noodzakelijk zijn. Als de klachten lang

aanhouden kan de patiënt beter af zijn met een verwijzing

naar een pijnspecialist.

De patiënt zelf kan bijdragen aan het herstelproces door zich

uitgebreid te (laten) informeren over whiplash. Het actief blij-

ven na het ongeluk dat de whiplash veroorzaakte, lijkt een po-

sitief effect te hebben op de klachten.

Hoe kijken al deze betrokkenen aan tegen de medische kan-

ten van whiplash? Waar liggen de knelpunten in diagnose, be-

handeling, voorzieningen, bereidheid tot samenwerking?

Zijn technische middelen, zoals een ‘hoge resolutie’ MRI,

oplossingen die leiden tot een betere diagnose? Of zijn juist

gewijzigde attitudes van mensen ten opzichte van elkaar de

doorbraak?

In de hierna volgende artikelen komen zij aan het woord.

Whiplash 2012 vanuit medisch perspectief

Inleiding Medisch & zorg

Page 5: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

5 WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 24

Project ‘dialooggestuurde re-integratie’http://www.whiplashstichting.nl/nl/

projecten/project-dialooggestuurde-re-

integratie.html

Patientenorganisaties bundelen de

krachten voor versterking van de

positie van de zieke werknemer.

Onderzoek naar primaire whiplashklachtenOnder 550 mensen met whiplash is

onderzoek gedaan (2010-2012) en dit

zijn de meest voorkomende klachten:

nekpijn, hoofdpijn, schouderpijn, ver-

moeidheid, concentratie- en geheu-

genproblemen. Vaak komen ook voor:

duizeligheid, slaapproblemen, stijve

nekspieren, verminderde beweeglijk-

heid van de halswervelkolom en over-

gevoeligheid voor licht en geluid.

CBO-richtlijn ‘Diagnostiek en behandeling van WAD I&II (2008)www.cbo.nl

Richtlijnen zijn landelijk geldende, vak-

inhoudelijke aanbevelingen voor opti-

male zorg voor een patiënt. Ze bieden

artsen en andere zorgverleners onder-

steuning bij de klinische besluitvorming.

Project ‘Zicht op pijn’http://www.sarcoidose.nl/actueel/263-

project-zicht-op-pijn.html

Partijen, waaronder de WSN, ont-

wikkelen een CQ-index module met

algemene vragen over pijnbeleving en

pijnbestrijding.

Project SHON ‘Kwaliteit van hersenletselzorg in beeld’www.samenvoornah.nl

In dit project worden kwaliteitscriteria

ontwikkeld voor de zorg aan mensen

met niet-aangeboren hersenletsel.

Zichtbaar wordt waarin de kwaliteitsver-

schillen zitten tussen zorgaanbieders.

Dutch Pain Societywww.dutchpainsociety.nl

De Dutch Pain Society (D.P.S.)

stelt zich ten doel heeft het

wetenschappelijk pijnonderzoek en de

praktische pijnbestrijding in Nederland

te bevorderen en te verbeteren.

International Whiplash Trauma Congress IWTCIWTC is het belangrijkste

wetenschappelijke congres op het

terrein van het whiplash trauma.

Bij medische downloads vindt u

ook info over IWTC: http://www.

whiplashstichting.nl/nl/openbaar/

downloads/medische-downloads.html.

Er zijn tal van Initiatieven op het gebied van bijvoorbeeld medische zorg, whiplash gericht of verwant. Wij geven een over-

zicht van bij ons bekende projecten, acties, activiteiten en organisaties die op een of ander manier betrekking hebben op het

verkrijgen van inzicht en kennis, het bij elkaar brengen van partijen en/of het informeren van de keten van belanghebben-

den. De lijst is wellicht niet compleet; de WSN ontvangt graag melding van niet genoemde initiatieven.

Wist u dat...? Medisch & zorg

Page 6: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

6

Dr. Kees Vos* en Dr Leo Geeraedts**

Met instemming van de overige leden

van de Medisch Advies Raad van de

Whiplash Stichting Nederland:

R. Blaauw, chiropractor

Mw. G. Filippini de Moor,

anaesthesioloog

K. Lanser, MSR, stress- en

re-integratiedeskundige

R. Groenink, optometrist en

functioneel optometrist

Mw. P. van Genugten,

osteopaat DO-mro

J. Rondhuis, orthopeed

Prof. Dr. R. Geenen, psycholoog

Mw. M. van Hoffen, bedrijfsarts

Mw. Q van Veen Snijders,

revalidatiearts

* Voorzitter Medisch Advies Raad (MAR) van de

WSN, huisarts, wetenschapper

** Bestuurslid WSN, arts, anatoom, neuroweten-

schapper (ret.), lid MAR

Waar staan we, wat ontbreekt nog, en wat is nodig om een beter inzicht te krijgen in de

aandoening whiplash?

Wat is een whiplash?

Een whiplash (letterlijk ’zweepslag’) is

een aandoening die het gevolg is van

een plotselinge, meestal onverwachte,

heftige slingerbeweging (whiplashme-

chanisme) van hoofd en nek. Daardoor

kunnen weefsels van het hals-nek gebied

beschadigd worden en de hersenen bin-

nen de schedel heen en weer schudden.

Dit kan leiden tot beschadigingen (whip-

lashletsels) van de hals-nek weefsels

(spieren, gewrichtsbanden en gewrichts-

kapsels, tussenwervelschijven, botten,

bloedvaten, zenuwen, en ruggenmerg)

en tot Mild Traumatic Brain Injury (MTBI),

vergelijkbaar met een hersenschudding.

Een whiplash wordt meestal veroorzaakt

door een autobotsing, maar kan ook het

gevolg zijn van een val op het hoofd of

een slag tegen het hoofd. Ook het heftig

aan de schouders heen en weer schud-

den van baby of kind kan een whiplash

veroorzaken.

Voorkomen

Hoeveel nieuwe gevallen van whiplash

vinden er per jaar in Nederland plaats?

In een schatting van het TNO in 1995

worden 15.000 tot 30.000 nieuwe ge-

vallen per jaar genoemd.(1) Echter, van

een zeer groot werknemersbestand zijn

recente, nog niet gepubliceerde, cijfers

bekend geworden die er op wijzen dat

sinds 2002 een geleidelijke afname van

het aantal nieuwe gevallen per jaar heeft

plaats gevonden. Uit dit bestand kan te-

vens worden afgeleid dat het geschatte

aantal nieuwe gevallen per jaar thans

15.000-20.000 bedraagt. Veranderde

wetgeving inzake arbeidsongeschikt-

heid en schadeafwikkeling naast toene-

mende preventieve maatregelen dragen

waarschijnlijk bij aan deze afnemende

tendens. Een verbeterde registratie in

de eerste (huisartsen) en tweede lijn

(medisch specialisten) geneeskunde is

noodzakelijk.

Standpunt Medische Adviesraad WSN Medisch & zorg

Medische aspecten van Whiplash anno 2012

Page 7: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

7 WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 26

Mechanisme

Een whiplash kan door velerlei oorzaken

ontstaan. De meest bekende oorzaak is

een achteraanrijding door een auto. Wat

er gebeurt met het hoofd en de nek tijdens

zo´n achteraanrijding is vooral door het

werk van Grauer en medewerkers duide-

lijk geworden(2). Zij onderscheiden daarbij

twee bewegingsfasen. In de eerste fase

ontstaat in de halswervelkolom een S-

vorm, die bestaat uit een sterk voorover

buigen hoog in de nek en versterkt ach-

terover buigen laag in de nek. Dit gebeurt

in de eerste 50-75 milliseconden (ms) na

de impact (zie figuur 1). In de tweede fase

vindt achterover buigen plaats op alle

niveaus van de nek. Het whiplashletsel

ontstaat voornamelijk in de eerste fase,

dus nog voordat de nek volledig wordt

uitgestrekt. Daarbij worden vooral de la-

gere delen van de nek beschadigd. Bij

hogere snelheden is er een tendens tot

beschadiging in de bovenste delen van

de nek(2). Omdat het ongeval vaak plotse-

ling gebeurt, zijn de inzittenden niet voor-

bereid en zijn de nekspieren ontspannen,

hetgeen de kans op beschadiging van

spieren en wervelkolomstructuren ver-

groot. Een onvoorbereid persoon heeft

ongeveer 200 ms nodig om voldoende

spierkracht te ontwikkelen teneinde de

bewegingen van zijn halswervelkolom te

stabiliseren. Deze stabilisatie komt echter

te laat; de beschadigingen hebben in min-

der dan 100 ms plaatsgevonden.

Letsels

Het whiplashmechanisme geeft rek en/of

beknelling van verschillende anatomische

structuren in de nek en in het hoofd. Over-

zichtsartikelen noemen een groot aantal

mogelijk beschadigde anatomische struc-

turen zoals de facetgewrichten, de tussen-

wervelschijven, de spieren, de ligamenten,

het gewricht tussen hoofd en nek, de her-

senen, de hersenstam, het ruggenmerg,

de nekwervels, de wervelslagaders, de

spinale ganglia en het kaakgewricht(3,4,5).

Letsels gaan o.a. gepaard met pijn. Een af-

wijking die ook veel voorkomt is een gevoel

van instabiliteit van de halswervelkolom.

Door de pijn ontstaat een vermindering van

de spierkracht van de kleine, diep gelegen

nekspieren. Een gevoel van instabiliteit is

daarvan het gevolg(6).

Het is meestal niet mogelijk om aan te

geven of een letsel van een anatomische

structuur aanwezig is en waar dit letsel

dan is gelokaliseerd. Gewoon beeldvor-

mend onderzoek vlak na het ongeval

laat meestal geen afwijkingen zien en

geeft meestal geen aanwijzingen voor

weke-delen-letsel(7). De medische wereld

spreekt dan al gauw van niet-objectiveer-

bare letsels. Toch kunnen met speciale

beeldvormende technieken en research-

matige onderzoekstechnieken een aantal

whiplashletsels worden gediagnosticeerd.

Deze technieken behoren echter niet tot

de algemeen aanvaarde diagnostische

technieken in de reguliere gezondheids-

zorg. Een voorbeeld van zo´n techniek

is het recent ontwikkelde radioactieve

deprenyl – Positron Emissie Tomografie

onderzoek bij chronische whiplashpatiën-

ten. Daarmee kunnen chronische ontste-

kingshaarden in de nek van deze patiën-

ten worden gevonden(8). Méér onderzoek

naar de pijngeneratoren bij whiplash is

zeer wenselijk.

Indeling

Het woord whiplash is verwarrend want

het beschrijft zowel het beschadigend

mechanisme, als de letsels, als de daar-

uit volgende verzameling klachten. In de

praktijk proberen artsen het woord mede

daarom te mijden en noemen het een

nekverstuiking of een verrekte nek wat de

verwarring alleen nog maar groter maakt.

Internationaal spreekt men over Whiplash

Associated Disorders (WAD). WAD wordt

geclassificeerd in 5 graden of categorieën

van toenemende ernst(9). Echter, in de

praktijk blijkt meer dan 95% van alle whip-

lashpatiënten in categorie WAD graad 2

te vallen. Bovendien zegt de huidige clas-

sificatie niets over de kans op herstel of

de respons op behandeling. Er is dus een

duidelijke behoefte aan een méér onder-

scheidende classificatie(10). Een voorstel

om WAD 2 te verdelen in subgraden 2a,

2b, en 2c, naar oplopende mate van afwij-

kingen van het bewegingsapparaat, heeft

weinig navolging gekregen(11).

Figuur 1. Bewegingen van de nek op verschillende momenten gemeten in milliseconden

na een achteraanrijding (2). NP: neutrale positie ten tijde van de impact.

NP 25 ms 50 ms 75 ms 100 ms 125 ms 150 ms 175 ms

Standpunt Medische Adviesraad WSN Medisch & zorg

Page 8: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

8

Klachten

Enkele tientallen studies beschrijven de

klachten na een whiplash waarin telkens

opvalt dat de spreidingsbreedte van de

percentages groot is. Bijna al deze stu-

dies zijn gedaan met kleine aantallen

patiënten. Een grote, liefst internationale,

studie met 1.000 patiënten of meer is

nodig.

De 10 meest frequent voorkomende

klachten in de acute fase (vanaf het on-

geval tot 6-8 weken later) zijn in volg-

orde van frequentie: pijn in de nek

nekstijfheid en bewegingsbeperking

hoofdpijn

duizeligheid

vermoeidheid

concentratie- en geheugenstoornissen

pijn in schouder, arm, en hand

overgevoeligheid voor licht en geluid

gevoelens van angst, depressie,

en frustratie

slaapstoornissen

Whiplashpatiënten hebben aanzienlijke

problemen met het werkgeheugen, de

aandacht, de onmiddellijke en uitgestelde

herinnering, de visuomotorische coördi-

natie en de cognitieve flexibiliteit(12).

De gevolgen van een whiplash zijn zeer

uiteenlopend. De ene persoon ondervindt

geen enkele hinder na een dergelijk onge-

val; een ander heeft klachten gedurende

enkele weken en weer een ander blijft

langdurig klachten houden. Persisterende

klachten kunnen leiden tot beperkingen in

activiteiten en tot participatieproblemen in

relatie tot werk, hobby’s, sport en activitei-

ten in het dagelijks leven (ADL).

In een veel geciteerd artikel wordt be-

schreven dat één jaar na het ongeval on-

geveer 50% van de patiënten nog klachten

heeft(13). In langere termijn studies, tot 15

jaar follow-up, rapporteren de meeste pati-

enten nog steeds langdurig aanhoudende

klachten en functionele beperkingen(14,15).

In de praktijk komt het erop neer dat als

er na 2-3 maanden nog steeds klachten

zijn, het merendeel van de patiënten een

traject van aanhoudende klachten ingaat.

Er bestaan een aantal prognostische fac-

toren die de kans op herstel vertragen of

verhinderen en daarmee de kans op het

chronisch worden van whiplashklachten

doen toenemen. Zoals hoge initiële inten-

siteit van pijn in nek en/of rug; optreden

van veel en ernstige klachten of bewe-

gingsbeperkingen kort na de impact; al

eerder bestaande nek-, hoofd-, of schou-

derpijn; als klachten direct na de impact

optreden, zoals geheugen- en concentra-

tiestoornissen, slaapproblemen, koude-

en druk hyperalgesie, post traumatische

stress symptomen, depressie symptomen

en katastroferen van pijn; zelf weinig/geen

hoop meer hebben op herstel en toekom-

stige werkhervatting(16,17).

Diagnostiek

Tot op heden zijn in de reguliere gezond-

heidszorg geen specifieke onderzoeken

beschikbaar die de diagnose whiplash

kunnen onderbouwen. Het is vooral het

soort beschadiging dat onderzoek moei-

lijk maakt. Vele maar kleine beschadi-

gingen in een veelheid aan weefsels die

met de beperkte resolutie van het gewone

beeldvormend onderzoek niet zichtbaar

zijn te maken. Zeker wanneer dit wordt

afgezet tegen de natuurlijke, vooral leef-

tijdsgebonden, degeneratie van de hals-

wervelkolom. Ziektespecifieke vragenlijs-

ten zoals de NDI (Neck Disability Index),

VAS (Visual Analog Scale) pijnscores en

neuropathische pijnvragenlijsten kunnen

klachten en beperkingen in maat en getal

weergeven. Voor het aantonen van MTBI

Tabel 1. Indeling Whiplash Associated Disorders in graden 0 - 4(9)

0 geen klachten van de nek, geen andere lichamelijke symptomen en/of afwijkingen bij lichamelijk onderzoek

1 nekklachten (pijn, stijfheid en/of gevoeligheid in nek), maar geen andere lichamelijke symptomen en/of afwijkingen

bij lichamelijk onderzoek

2 nekklachten en andere klachten van het houdings- en bewegingsapparaat (afgenomen beweeglijkheid van

gewrichten, drukpunt gevoeligheid)

3 nekklachten en neurologische verschijnselen zoals verminderde of afwezige peesreflexen, verminderde spierkracht

en sensibele uitvalsverschijnselen

4 nekklachten en fracturen of dislocaties

Standpunt Medische Adviesraad WSN Medisch & zorg

Verschijnselen die zich in iedere graad kunnen voordoen zijn: doofheid, duizeligheid, oorsuizen, hoofdpijn,

geheugenverlies, slikstoornis, en pijn in kaakgewricht (9)

Page 9: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

9 WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 28

klachten is een Nederlandse vertaling en

validatie van de Rivermead Postconcus-

sion Symptom Questionnaire dringend

gewenst. Neuropsychologisch onderzoek

maakt cognitieve beperkingen aantoon-

baar. Neurologisch onderzoek heeft al-

leen waarde bij de weinig voorkomende

WAD 3. Fysiotherapeutisch onderzoek

kan bewegingsbeperking, actieve instabi-

liteit en positieve triggerpoints aantonen.

Er is behoefte aan een whiplashspecifiek

diagnosticum. Al langer wordt gespecu-

leerd dat het een biochemische test van

beschadigde celstructuren van spieren,

zenuwweefsel, kraakbeen en bot ge-

meten op nanogram niveaus zou kun-

nen worden(18). Sommige onderzoekers

beschouwen de cervico-oculaire reflex

test, die gestoord is bij whiplash, als de

gouden standaardtest voor de diagnose

whiplash(19). Er zijn diagnostische vragen-

lijsten voor whiplash ontwikkeld maar die

ontberen zeggingskracht omdat whiplash

bestaat uit een verzameling van klachten

die ook bij meerdere andere aandoenin-

gen passen. Mogelijk biedt de zes Tesla

functionele MRI, met zijn hoge resolutie,

de beelden die ‘het bewijs’ van whiplash

leveren. Neuropsychologisch onderzoek

en behandeling van de MTBI en cognitie-

ve klachten wordt nog te weinig gedaan.

Behandeling

Ongeveer 70% van de nieuwe gevallen

melden zich als eerste bij de huisarts; de

overige 30% wordt via de Spoed Eisende

Hulp naar de huisarts verwezen(20). De

huisarts kan voor zijn behandelingsbe-

leid gebruik maken van de richtlijn Beleid

Eerste Opvang Whiplashpatiënten(21).

Vooral de lichte tot milde gevallen worden

begeleidt door de huisarts die ongeveer

de helft uiteindelijk voor fysiotherapie en/

of manuele behandeling verwijst(22). Van

de niet verwezen patiënten is na 1 jaar

ongeveer 80% klachtenvrij. De verwezen

groep doet het na 1 jaar slechter (50%

klachtenvrij). De huisarts blijkt vooral de

patiënten met een slechte prognose te

verwijzen. De fysiotherapeut richt zich

op het verbeteren van de mobiliteit, de

instabiliteit en de principes van belasting-

belastbaarheid. Graded activity is een

manier om stapsgewijs de belastbaar-

heid te verhogen en de patiënt te laten re-

integreren in zijn dagelijkse bezigheden

en werk. Verwijzing naar de tweede lijn

is traditioneel naar de neuroloog. Zijn di-

agnostische werk voegt echter weinig toe

omdat de meeste patiënten in WAD graad

2 vallen. Behandeling en begeleiding vin-

den, met een enkele uitzondering, niet bij

de neuroloog plaats.

Multidisciplinaire behandeling door een

team van minimaal een revalidatiearts,

psycholoog en fysiotherapeut, lijkt een

succesvoller vervolgtraject te zijn (23). De

kans op een goed effect hangt af van het

moment van starten. Als na een periode

van 6 weken geen verbetering ontstaat,

is het zinvol om een start te maken met

zo´n vervolgtraject. Dat betekent dat de

eerste lijn de whiplashpatiënt actief dient

te begeleiden en op tijd te verwijzen. Het

betekent ook bijscholing van de eerste lijn

en uitbreiding van de multidisciplinaire re-

validatie capaciteit.

Verwijzing naar de neuroloog dient (met

uitzondering van WAD 3) achterwege te

blijven.

Een whiplashpatiënt die langer dan 1 jaar

klachten heeft is mogelijk beter af met een

verwijzing naar een pijnspecialist voor

chronische pijnbehandeling of met een

verwijzing naar de revalidatiearts voor

een interdisciplinaire chronische pijnreva-

lidatiebehandeling.

Literatuurlijst/voetnoten:

www.whiplashstichting.nl/actie

Standpunt Medische Adviesraad WSN Medisch & zorg

Page 10: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

10

Wat kan de neuropsycholoog

betekenen?

De neuropsycholoog brengt de klachten

en het verloop van de klachten in kaart.

Samen wordt ook de voorgeschiedenis

besproken. Het is vaak prettig wanneer

een partner of een andere belangrijke

persoon aanwezig is bij een eerste ge-

sprek. Het kan daarna zinvol zijn om

middels een neuropsychologisch on-

derzoek het cognitieve- en psychologi-

sche functioneren in kaart te brengen.

Bij zo’n onderzoek wordt iemand ge-

test om na te gaan hoe de functies van

denken, taal, concentratie, geheugen,

planning en organisatie zijn. Bij het psy-

chologische deel wordt met behulp van

vragenlijsten onder andere stemming,

klachtendruk, persoonlijkheid, coping

(oplossingsvaardigheden) en draaglast

– draagkracht evenwicht in beeld ge-

bracht.

De uitslagen worden besproken in een

nabespreking, waarbij het wenselijk is

dat de medische diagnose inmiddels

ook helder is. Een neuropsychologisch

onderzoek is altijd een momentopname

en geeft weer hoe de persoon op dat

moment functioneert. Bovendien wordt

het afgezet tegen het functioneren zoals

dat verwacht wordt op grond van de ver-

zamelde informatie.

Het geeft de persoon duidelijkheid over

het hier en nu, en over de diverse facto-

ren die een rol spelen.

Duidelijkheid betekent zelfinzicht, min-

der onzekerheid en vaker geeft het

perspectief voor de toekomst. Zeker

als hersenletsel niet in het spel blijkt te

zijn (vaak bij een postwhiplash trauma).

Daarbij zijn een flinke dosis geduld en

leervermogen essentieel. En, niet te

vergeten, het zichzelf toestaan fouten te

maken, daar kan je immers alleen maar

van leren.

Op de vraag ‘wat nodig zou zijn voor een

doorbraak’ kan ik als meest essentiële

zaken noemen: mensen serieus nemen,

tijd en aandacht voor de soms hardnek-

kige problematieken nemen vanuit de,

voor de mens om wie het gaat, juiste in-

valshoek, vertrouwen op het menselijke

herstel- en aanpassingsvermogen dat

een biologisch gegeven is, en uitgaan

van menselijkheid.

Kortom: begrip, kennis en maatschap-

pelijke erkenning!

Mevr. drs. Akkie Zaal

Gz- en neuropsycholoog

Emdr – practitioner

Psychologen Praktijk Best

(Neuro)Psychologische aspecten en nuances Als mensen de diagnose post-whiplashsyndroom krijgen, is het altijd een multifactorieel probleem,

dat wil zeggen dat meerdere factoren bijdragen aan de problematiek die soms lang kan aanhouden

en vaker helaas nogal beperkend is. Dit leidt tot een verminderde kwaliteit van leven.

De factoren zijn: de fysieke en de traumatische componenten, de nog niet voldoende wetenschap-

pelijke kennis, het medisch model in de gezondheidszorg, het feit dat bij het post-whiplash trauma

vaker wordt verondersteld dat sprake is van hersenletsel en psychologische factoren.

De neuropsycholoog Medisch & zorg

Page 11: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

11 WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 210

Veel patiënten die lijden aan ‘een whip-

lash’ oftewel WAD (Whiplash Associated

Disorder) komen pas in de chronische

fase in aanraking met een pijnkliniek.

Deze behandelingen hebben een wis-

selend resultaat. Hoe komt dit?

Ten eerste vindt verwijzing pas laat

plaats. Veel artsen zijn niet goed bekend

met de behandelmogelijkheden van

een modern pijncentrum of geloven hier

niet in.

Helaas geloven nog steeds veel artsen

dat WAD een niet bestaande ziekte is

of een somatisatiestoornis of iets der-

gelijks. Door dit oponthoud wordt de be-

handeling vaak moeilijker dan nodig is,

omdat er al centrale sensitisatie is op-

getreden.

Ten tweede (pag. 6) is, zoals ook in het

artikel van Vos wordt gesteld, de diag-

nostiek naar de pijnfocus niet goed mo-

gelijk. Hierdoor worden verschillende

behandelingen vrij proefondervindelijk

toegepast. Dat wat bij lichamelijk onder-

zoek en provocatietesten de meeste pijn

oplevert, wordt als eerste behandeld. Zo

worden bijvoorbeeld facetgewrichten

in de nek, nekwervelzenuwen, achter-

hoofdszenuwen en de zenuwen boven

het schouderblad behandeld. Deze be-

handelingen werken in het begin meest-

al maar enige weken, pas bij herhaal-

delijk behandelen wordt de pijn blijvend

minder. Dit vraagt de nodige motivatie

van patiënt en behandelaar.

Ten derde is een goede coördinatie met

andere behandelaren zoals revalidatie-

arts en fysio- of manueeltherapeut no-

dig, om zo optimaal mogelijk aan graded

exposure1) te kunnen doen.

Ten vierde is er, mede door bovenstaan-

de oorzaken, weinig goed evidence

based onderzoek over het effect van

de verschillende behandelingen en de

eventuele volgorde waarin deze zouden

moeten plaats vinden.

Wat betreft de toekomst heb ik hoge

verwachtingen van een drietal zaken.

Ten eerste zal door de toegenomen

mogelijkheden van diagnostiek het stel-

len van een juiste diagnose steeds ac-

curater kunnen gebeuren. Hierdoor ligt

de weg open voor gerichte behandeling

van aangedane structuren en veel beter

onderzoek naar de effecten van deze

behandelingen. Dus uiteindelijk efficiën-

tere behandelingen.

Verder het toekomstige gebruik van

simpele testsetjes, waarbij kan worden

gekeken naar individuele gevoeligheid

voor verschillende pijnmedicijnen. Er

kan dan veel meer ‘op maat’ pijnmedi-

catie worden voorgeschreven, die beter

werkt en minder bijwerkingen heeft.

Als laatste: ik verwacht veel van toe-

komstige meer subtiele mogelijkheden

van neuromodulatie bij diverse pijnsyn-

dromen, waaronder WAD.

Vergeet niet dat het pas 50 jaar geleden

was dat wij ‘een maagzweer’ behandel-

den door middel van een ziekenhuisop-

name met een zogenaamd papdieet.

Hierbij kreeg de patiënt gedurende enige

weken alleen pap te eten. Daarna zijn wij

de klachten gaan behandelen door mid-

del van vrij grote maagoperaties, waarbij

een gedeelte van de maag werd verwij-

derd. Weer later werden selectief maag-

zenuwen operatief doorgesneden om de

zuurproductie af te remmen. Vervolgens

werd dit met medicijnen geprobeerd. Nu

weten wij dat het om een infectie gaat,

die wordt veroorzaakt door de Helicobac-

ter bacterie. En dat een relatief simpele

antibioticumkuur een maagzweer kan

genezen ……..

Dus: er is zeker hoop voor de toekomst!

Wilco E. van Genderen, anesthesioloog/

pijngeneeskundige

DC/Pijncentrum Alkmaar

1) Graded exposure is een cognitieve en fy-

sieke behandelmethode bij fysieke klachten.

Huidige problemen en toekomstige verwachtingen in pijnbestrijding

De anesthesioloog Medisch & zorg

Page 12: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

12

‘Whiplash’ heeft als begrip zijn intrede

gedaan in de jaren ‘50. Sedertdien is

het een veelomvattend begrip gewor-

den, waarbij het beeld uiteen kan lopen

van ernstige aantoonbare beschadigin-

gen van de halswervelkolom en aanlig-

gende structuren, zoals zenuwletsel en

wervelfracturen, tot moeilijk te begrijpen

klachten die ontstaan na minimale ge-

weldinwerking.

Een neuroloog kan op twee manieren

betrokken worden bij whiplashklachten;

als behandelaar en als beoordelaar in

juridische en verzekeringsgeneeskun-

dige zaken.

Bij whiplashpatiënten bestaan vaak

klachten die op een neurologische aan-

doening zouden kunnen wijzen, zoals

hoofdpijn, nekpijn, tintelingen, kracht-

verlies, geheugenstoornissen en/of pro-

blemen met het zien. Als een neuroloog

een patiënt ziet met zulke klachten na

een ongeval zal een zorgvuldig neuro-

logisch onderzoek worden gedaan met,

bij twijfel, eventueel beeldvormend on-

derzoek zoals een MRI.

Het is niet ongebruikelijk dat dan noch

bij neurologisch noch bij aanvullend on-

derzoek een afwijking wordt gevonden.

Als goed arts zal de neuroloog dan vaak

toch enige vorm van behandeladvies

geven.

Dat ligt anders wanneer de neuroloog

om een oordeel in een verzekerings-

geneeskundige of juridische procedure

wordt gevraagd. Als er geen verklaring

voor de klachten op neurologisch vakge-

bied wordt gevonden, zal de neuroloog

geen uitspraken doen over de grootte

van een letsel of over beperkingen in het

dagelijks leven en de beroepsuitoefe-

ning. De reden hiervoor is het algemeen

aanvaarde principe dat medisch specia-

listen geen uitspraken doen in dergelijke

zaken als deze hun eigen vakgebied

niet betreffen. Wel kan de neuroloog op

grond van zijn visie als arts een mening

geven over het inschakelen van een

andere medisch specialist, zoals een

KNO-arts, een orthopedisch chirurg of

een psychiater.

E.M.H.Van den Doel

Nederlandse Vereniging voor

Neurologie (NVN)

Wat was het achttien jaar geleden een

worsteling na mijn ongeluk waarbij ik

een whiplash opliep. Het was een ski-

ongeluk. Die hoorde nog niet in het rijtje

van whiplash thuis. De pijn zat tussen

de oren. Al zat het dan spreekwoordelijk

tussen de oren, waar kwam die pijn van-

daan en hoe kwam ik er van af. Wie kon

mij helpen? Ik had al heel wat artsen en

therapeuten bezocht, maar niet een kon

mij echt helpen.

Tot ik op een dag een advertentie in ons

dagblad zag staan: “whiplash, wat een

zeur”, stond er.

Ik heb meteen contact opgenomen met

de Whiplash Stichting en tot mijn verba-

zing herkende de vrouw aan de andere

kant van de lijn mijn klachten. Zij was de

eerste die echt naar mij luisterde, mij ad-

vies gaf en mij het gevoel gaf geen zeur

te zijn. Op haar advies kwam ik bij een

terzake deskundige arts terecht.

Eindelijk kwam er een eind aan mijn

zoektocht, werd ik begrepen en gehoord.

Toen ik mijzelf weer op de rit had, heb ik

nogmaals de Whiplash Stichting gebeld.

Nu met de mededeling dat ik ook graag

vrijwilligster wilde worden, ook een luiste-

rend oor wilde zijn voor andere mensen

die met een whiplashtrauma in het zelfde

doolhof terecht waren gekomen waar ik

eens in zat. José Kocx, vrijwilligster sinds 1998

Whiplash en de neuroloog

Waarom ik vrijwilligster geworden ben

Vereniging voor Neurologie Medisch & zorg

12

Page 13: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

13 WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 212

Diagnose

De diagnose ‘whiplash’ berust in belang-

rijke mate op een anamnese (het verhaal

van de patiënt) en lichamelijk onderzoek.

Uit het verhaal van de patiënt blijkt altijd

een ongeval. Vaak worden ook herken-

bare klachten gemeld, zoals pijn in nek,

hoofd en schouder, vermoeidheid en

concentratieproblemen.

Het beeld kan ondersteund worden door

aanvullend onderzoek naar specifieke

klachten of functionele stoornissen. Eén

standaardtest voor de diagnose whip-

lash is helaas echter nog steeds niet

beschikbaar.

Regelmatig wordt de diagnose ‘whip-

lash’ niet gesteld of niet verteld. In elk

geval niet kort na het ongeval. Dan spre-

ken artsen over een stijve nek of nek-

verstuiking. Of soms ’whiplashachtige

klachten’. Dit alles met de uitgesproken

verwachting dat het vanzelf weer beter

wordt.

De eerste weken

En… wordt het vanzelf weer beter? De

kans is zeker aanwezig. We weten dat

je die kans vergroot als je zoveel mo-

gelijk je gewone activiteiten uit blijft voe-

ren. Verder is het verstandig te letten op

je lichaamshouding en regelmatig oe-

feningen te doen. Pijnstilling kan zinvol

zijn, als je merkt dat je door pijn beperkt

wordt in je doen en laten. Toch is het ook

belangrijk je grenzen in acht te nemen.

Bekijk per dag wat je kunt doen en pak

op tijd je rust. Als het beter gaat, kun je

de activiteiten uitbreiden.

Behandeling

Maar wat als het niet steeds wat beter

gaat en klachten na een aantal weken

aanhouden of verergeren? Dan is het

belangrijk terug naar de huisarts te

gaan. In de praktijk zal de huisarts bij

stijfheid en bewegingsbeperking vaak

verwijzen naar de fysio- of manueel the-

rapeut.

Multidisciplinaire behandeling door een

team van minimaal een revalidatie arts,

psycholoog en fysiotherapeut, lijkt een

succesvoller vervolgtraject te zijn voor

de whiplashpatiënten die langer dan 3

maanden klachten hebben. Een patiënt

beschrijft: ‘Na de intake bleek dat ik in

kon stromen in een multidisciplinair pro-

gramma. Ik dacht: dat heb ik toch niet

nodig? Dat kan ik toch zelf wel! Maar

omdat ik eigenlijk, diep van binnen, ook

wel wist dat me dat niet zou lukken, heb

ik het aanbod aangenomen. Ik heb de

tips – haal er uit wat er in zit en pak op

waar je iets aan hebt – opgevolgd. In

mijn geval was het vooral fysiek heel

zwaar. Maar daarna ging het steeds be-

ter. Ook aan de mentale aspecten van

het programma heb ik veel gehad. Het

positivisme en het realisme waarmee

mijn begeleiders mij benaderden was

belangrijk. Doorzetten, doe wat je wel

kunt doen en waar je achter staat.’

Toch komt een aanzienlijke groep niet

of pas erg laat in aanmerking voor een

multidisciplinaire behandeling. Bijvoor-

beeld vanwege de wachtlijsten of omdat

Patiëntenperspectief Medisch & zorg

Geef ons duidelijkheid!Whiplashpatiënten zijn niet alleen; in ons land zijn er ongeveer 100.000 (chronisch). Toch voelen

veel mensen met whiplash zich alleen staan. Door gebrek aan duidelijkheid over whiplash circu-

leren er in Nederland verschillende hypothesen over de aard en oorzaak van het whiplashsyn-

droom. Helaas brengt dit ook onbegrip met zich mee, een geringe bereidheid tot diagnostisch

onderzoek en een algemene zoektocht naar de juiste behandeling. Dit alles heeft zijn weerslag op

herstelmogelijkheden en de kwaliteit van leven van whiplashpatiënten.

12

Page 14: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

14

ze niet geaccepteerd worden. Als er een

letselschadetraject loopt, verwachten

sommige revalidatiecentra dat dit de

behandeling teveel verstoord. Of als de

klachten al lang bestaan, zijn er soms

revalidatiecentra die geen verbetering

meer verwachten en dus ook geen be-

handeling opstarten. Tijdige verwijzing

door de huisarts is belangrijk, maar ge-

beurt niet altijd.

Soms kan een klachtgerichte diagnos-

tiek en behandeling veel verbetering ge-

ven. De huisarts kan dan doorverwijzen

naar andere specialisten of therapeuten

(zie tabel 15).

Klachten na whiplash zijn divers en

dat vraagt daarom om maatwerk. In de

praktijk gebeurt dat regelmatig niet, of

pas heel laat. Zo komt het wel eens voor

dat pas na 2 jaar blijkt dat iemand een

beschadiging in de wervels heeft, die

behandeld kan worden.

De multidisciplinaire richtlijn CBO geeft

hier ook geen adviezen over. Als de

klachten niet over zijn na een stuk ge-

ruststelling van de arts, het oppakken

van de dagelijkse activiteiten, begelei-

ding van fysiotherapeut of psycholoog of

een multidisciplinaire behandeling, dan

is het onduidelijk wat er moet gebeuren.

Een whiplashpatient: “Ik heb enorm last

van het onbegrip en de doodlopende we-

gen bij de reguliere geneeskunde. Ik vind

dat uit de tijd en het maakt de duur van

de klachten langer.”

Als er in de reguliere zorg geen gehoor

gevonden wordt, ontstaat eerder een

zoektocht naar mogelijkheden in het

complementaire en alternatieve circuit.

“Het was een lange reis langs verschil-

lende artsen, fysiotherapeuten en di-

verse andere behandelmethoden. Ik

heb van alles geprobeerd. Ze beloven

allemaal dat ze het kunnen verhelpen,

maar niemand heeft de pijn nog weg

kunnen halen of zelfs verminderen. Je

probeert van alles. Maar het is steeds

een gevecht om aan te tonen dat er iets

met je aan de hand is.”

Er mee leren leven?

Wat dan? Er maar mee leren leven? Dat

is niet eenvoudig, omdat veel whiplash-

patiënten twijfelen of alle mogelijkheden

benut zijn om hun klachten te behande-

len. Is er wel zorgvuldig naar gekeken?

Word ik wel serieus genomen? Deze

twijfel heeft veel te maken met alle on-

duidelijkheid en meningsvorming rond

whiplash. Zoals het ontbreken van een

duidelijke meetbare medische verkla-

ring.

Dat leidt ertoe dat behandelaars andere

verklaringen gaan zoeken. In Nederland

zijn er medici die er vanuit gaan dat

langdurende whiplashklachten geen li-

chamelijke basis meer hebben. Zij zijn

van mening dat psychologische factoren

dan een rol spelen. Medisch onderzoek

en behandeling vinden zij daarom ver-

der niet nodig, eigenlijk af te raden. Er

is geen wetenschappelijk bewijs voor de

stelling dat psychologische factoren de

klachten in stand houden.

Een ander belangrijk aspect van de on-

duidelijkheid is de bedekte communica-

tie over whiplash. Er is het idee ontstaan

dat het stellen van de diagnose whip-

lash het herstel zou belemmeren. Het

zou een soort doemdenken in gang zet-

ten, waardoor de klachten alleen maar

langer duren.

Het niet benoemen van whiplash ver-

oorzaakt echter alleen maar onrust en

onbegrip. Whiplashpatiënten willen grip

krijgen op hun klachten, maar kunnen

dat niet gericht doen. Als whiplash niet

wordt benoemd, dan weten ze niet waar

ze mee te maken hebben en hoe ze

daar het best mee om kunnen gaan. Het

staat hun mogelijkheden in de weg om

zelf het heft in handen te nemen. Ook is

het lastig om aan anderen uit te leggen

wat er met je aan de hand is, als je dat

zelf niet begrijpt. Dat werkt dan weer on-

begrip in de hand. “Je voelt je verloren,

alsof je valt en blijft vallen en niemand

die je hand vastpakt.”

Grip krijgen

Omdat er veel onduidelijkheid heerst

rond whiplash is het des te belangrij-

ker zelf weer zoveel mogelijk grip op je

leven te krijgen. In de praktijk zien we

veel mensen die graag zo snel mogelijk

terug willen naar hun oude niveau van

functioneren. Daarbij gaan ze dan soms

zo lang over hun grenzen, dat dit op de

lange termijn niet vol te houden is en er

een terugslag volgt. Ook te weinig doen

is niet goed. Het is dus belangrijk een

goede verhouding tussen belasting en

belastbaarheid te vinden. Er zijn diverse

instrumenten die daarin kunnen onder-

steunen, zoals een dagboek, de Pijn- en

Energiemeter, de NDI (Neck Disability

Index) bij nekklachten of de VAS (Visu-

eel Analoge Schaal) bij pijnklachten of de

Activiteitenweger. Het helpt ook om met

anderen te praten over oplossingen en

keuzes te maken die je leven verrijken.

Patiëntenperspectief Medisch & zorg

Page 15: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

15 WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 214

Positieve ontwikkelingen voor

patiënten op medisch gebied

Er zijn goede ervaringen met multidisci-

plinaire programma’s en met cognitieve

gedragstherapie die gebaseerd is op ad-

viezen rond balans vinden in inspanning,

ontspanning en rust. Internationaal wordt

er gewerkt aan nieuwe en veelbelovende

diagnosemethodes. Er komt gelukkig

steeds meer aandacht voor pijn en pijn-

behandeling en meer ziekenhuizen heb-

ben een pijnpoli, waar pijnbehandeling

centraal staat. Pijnmedicatie kan helpen

om de klachten te verminderen. Maar

pijnklachten zijn ook met bepaalde inter-

venties te te behandelen.

Drempels voor patiënten op

medisch gebied

Zolang letsels en klachten niet of nau-

welijks aantoonbaar en grijpbaar ge-

maakt kunnen worden, zullen er ook

geen of weinig passende en succesvolle

behandelmethoden ter beschikking ko-

men. En worden klachten onvoldoende

serieus genomen. Mede daardoor wor-

den whiplashpatiënten niet altijd op een

positieve manier bejegend. Vaak wordt

gezegd dat zij passief met hun klach-

ten omgaan. Door mensen in dat hokje

te plaatsen overschrijden zij soms hun

eigen grenzen, met alle gevolgen van

dien. De effectiviteit van behandelingen

varieert van goed tot onduidelijk of ge-

brekkig.

De zorg die op dit moment voor patiën-

ten met een whiplash wordt geboden is

geen zorg op maat, maar zorg waarbij te

vaak uitgegaan wordt van de standaard

whiplashpatiënt. De huidige richtlijn

Whiplash van het CBO (2008) die zorg-

verleners zou moeten ondersteunen bij

het geven van kwalitatief goede zorg

geeft weinig houvast. Ernstige vormen

van whiplash worden in de richtlijn bui-

ten beschouwing gelaten en ook hier

wordt teveel uitgegaan van een stan-

daard whiplashpatiënt.

Tevens zijn medische behandelingen

vaak een grote kostenpost, mede van-

wege de beperkte vergoedingen door

de zorgverzekeraar. Patiënten kunnen

alleen een vergoeding krijgen voor

gangbare behandelingen als bezoek

aan de huisarts, revalidatie en fysiothe-

rapie. Voor revalidatiebehandelingen

zijn er vaak lange wachtlijsten of toela-

tingscriteria.

Doorbraak

Hoe kan de zorg meer aansluiten bij de

wensen en behoeften van whiplashpa-

tiënten?

Hiervoor zijn doorbraken nodig op het

gebied van diagnostiek en behande-

ling. Er is erg veel behoefte om letsel

en klachten aantoonbaar en grijpbaar

te maken. Dan kan er een perspec-

tief geschetst worden en handvatten

gegeven voor wat de patiënt zelf kan

doen.

Eerlijkheid zorgt voor vertrouwen in

de uit te zetten lijn voor diagnostiek,

behandeling en begeleiding.

Er zou meer samenspraak moeten

komen tussen de arts en de patiënt,

waarbij gezamenlijke besluitvorming

centraal staat. Er zou meer rekening

kunnen worden gehouden met de

emoties en de vragen van de patiënt.

Veelbelovende onderzoeken en be-

handelingen die nog geen praktijk

zijn, zouden in Nederland geïmple-

menteerd kunnen worden.

Zorgverleners herkennen of erken-

nen het ziektebeeld niet altijd. Maar

het beperkte inzicht in whiplash hoeft

niet te worden gezien als een tekort-

koming van de patiënt.

Er is geen bewijs dat psychologische

factoren de klachten in stand houden.

Helaas gaan sommige zorgverleners

daar wel vanuit. Onderzoek naar het

effect van een interventie van de psy-

choloog zou hier uitkomst aan kunnen

bieden.

Klachtgerichte behandeling bij

specifieke klachten:

pijn: anesthesiologie of pijnpoli’s

beperkingen van het bewegings-

apparaat: fysiotherapie, (ortho)ma-

nueel therapie

cognitieve en gedragsmatige

klachten: neuropsychologie. Bij-

voorbeeld door cognitieve ge-

dragstherapie of neurofeedback

oogproblemen: functionele opto-

metrie

overgevoeligheid voor geluid: be-

handeling in een audiologisch

centrum

slaapproblemen: behandeling in

centra voor slaap- en waakstoor-

nissen

praktische problemen bij het uitvoe-

ren van dagelijkse activiteiten: er-

gotherapie, maatschappelijk werk

Redactie

Patiëntenperspectief Medisch & zorg

Page 16: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

416

Na een whiplash wil je het liefst zo snel mogelijk weer aan het

werk of aan de studie. In 85 procent van de gevallen lukt dat

ook binnen zes tot twaalf maanden. Dat wil niet zeggen dat

deze mensen klachtenvrij zijn. Toch komt het ook regelmatig

voor dat mensen al meer gaan werken dan ze aankunnen,

omdat ze dat zelf erg graag willen of door druk van buitenaf.

Niet iedereen kan begrip opbrengen voor whiplashklachten.

Er is wel gereedschap waarmee je voor jezelf en anderen dui-

delijk kunt maken wat je wel en niet kunt: de Pijn en Energie

Meter (PEP). Dat is belangrijk voor het begrip en de acceptatie

voor jezelf, voor je werkgever en voor collega’s, maar ook in

gesprekken met een bedrijf- of verzekeringsarts.

Niet kunnen werken vanwege een whiplash kan aanzienlijke

financiële gevolgen hebben. Liefst willen jij en je werkgever

ook dat je aan het werk kunt blijven of snel weer gaat wer-

ken. Werk actief mee aan een re-integratieproject, maar geef

je grenzen aan. Laat weten wanneer en hoeveel je denkt te

kunnen werken. Kom met eigen initiatieven tijdens de re-in-

tegratie en wat je daar voor nodig hebt. Maar geef ook aan

wat je niet kunt. Vraag je werkgever je daarin te steunen en

met je mee te denken. Ook de bedrijfsarts, behandelaar of

patiëntenorganisaties(s) kunnen je helpen.

Als je na twee jaar nog niet aan het werk kunt, krijg je te ma-

ken met keuringsartsen van het UWV. Dan is het belangrijk

een goed overzicht te hebben van wat je wel en niet kunt, en

dat ook duidelijk aan te geven. Breng het re-integratieproces

in kaart en leg details vast. Dat geeft een goed beeld van wat

je geprobeerd hebt, wat je kunt en wat je helaas niet kunt.

Zo wordt een individuele beoordeling mogelijk en ontstaat er

meer begrip voor jouw specifieke situatie.

Waar lopen whiplashpatiënten tegenaan tijdens de fase van

herstel en werkhervatting? Wat kunnen de diverse artsen en

de werkgever doen? En wat kan iemand met whiplash zelf

doen om weer aan het werk te kunnen?

Deze en andere vragen komen aan de orde

in de volgende artikelen.

Werken en inkomen na een whiplash

Inleiding Werk & inkomen

Page 17: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 216 17

NVAB-visiedocument ‘belastbaarheid en re-integratie bij WAD I/II (2010)www.nvab.artsennet.nl

Sinds 2010 is er voor hulpverleners een

checklist om mensen met whiplash zorg-

vuldig te begeleiden bij ziekteverzuim.

De checklist is onderdeel van de multi-

disciplinaire visie op belastbaarheid en

re-integratie bij whiplash (WAD I & II).

Verzekeringsgeneeskundig protocol WAD I/II (2008)www.nvvg.nl

Per 1 april 2009 is het ‘Verzekerings-

geneeskundig Protocol WAD I/II’ van

kracht geworden.

WAD staat voor Whiplash Associated

Disorders ofwel: de klachten die ver-

band houden met een whiplashongeval.

De toevoeging I/II verwijst naar de clas-

sificatie van de ernst van de klachten.

De verzekeringsarts gebruikt dit proto-

col bij het beoordelen van uw arbeids-

ongeschiktheid.

Project DIAlooggestuurde re-integratiewww.whiplashstichting.nl/nl/

projecten/project-dialooggestuurde-re-

integratie.html

Dit project ontwikkelt instrumenten om

zieke werknemers te ondersteunen in

het gesprek met de bedrijfsarts en om

actief te participeren in het re-integratie-

traject.

Project Kennis en Kracht: samen naar een betere keuringspraktijkwww.whiplashstichting.nl/nl/

projecten/Kennis-en-Kracht-samen-

naar-een-betere-keuringspraktijk.html

Advies- en meldpunt waar mensen met

whiplash en ME/CVS terecht kunnen

met vragen en meldingen over ziekte-

verzuim, arbeidsongeschiktheidskeurin-

gen en bezwaar- of beroepsprocedures.

Project Patientenperspectief opMediprudentiehttp://www.steungroep.nl/index.php/me-

diprudentie

www.whiplashstichting.nl/nl/

projecten/mediprudentie.html

Een project van de Steungroep ME &

Arbeidsongeschiktheid in samenwer-

king met WSN en de Nierpatiënten Ver-

eniging Nederland (NVN). Dit project wil

een bijdrage te leveren aan een verbe-

tering van de gang van zaken rond ver-

zekeringsgeneeskundige keuringen bij

arbeidsongeschiktheid.

Er zijn tal van Initiatieven op het gebied van werk & inkomen; whiplash gericht of verwant. Wij geven in dit nummer

een overzicht van bij ons bekende projecten, acties, activiteiten en organisaties die op een of ander manier betrekking

hebben op het verkrijgen van inzicht en kennis, het bij elkaar brengen van partijen en/of het informeren van de keten

van belanghebbenden. De lijst is wellicht niet compleet; de WSN ontvangt graag melding van niet genoemde initiatieven.

Wist u dat...? Werk & inkomen

Page 18: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

418

Je omgeving reageert met begrip. Je

doet het een paar dagen rustig aan. Blijft

thuis van je werk. Even niet in de auto.

Overdag af en toe op bed. Minder lezen,

niet naar de TV kijken. Na een week

gaat het nog niet beter. Soms lijkt het

zelfs erger te worden. Je hebt moeite

om je te concentreren. Krant lezen, een

gesprek voeren, het is erg vermoeiend.

De huisarts onderzoekt je, vindt niets

ernstigs en adviseert je om het nog

maar even rustig aan te doen. Soms laat

hij een foto van de nek maken: die laat

vrijwel altijd zien dat er niets gebroken

is en dat alle nekwervel netjes op hun

plaats zitten.

Na een week of drie komt de bedrijfsarts

in beeld. Die vraagt naar de klachten en

laat je een aantal bewegingen uit voe-

ren met je nek. Dat is pijnlijk, maar niet

onmogelijk. De bedrijfsarts dringt erop

aan dat je overdag actief blijft, niet op

bed blijft liggen, maar zoveel mogelijk je

normale activiteiten blijft doen. Heb je

kantoorwerk dan zal hij je adviseren om

een paar uur per dag te gaan werken.

Ook dat gaat moeizaam, en soms hele-

maal niet. De bedrijfsarts voert dan een

driesporenbeleid: hij spoort je aan actief blijven en zo-

veel mogelijk de ‘gewone’ bewegin-

gen en activiteiten blijven uitvoeren;

hij adviseert om geforceerde bewe-

gingen en bovenmatige krachtsuitoe-

fening met nek, schouders of armen

te vermijden;

hij overlegt met je leidinggevende

wat wel en wat niet mogelijk is en ad-

viseert je om contact te onderhouden

met het werk, bijvoorbeeld door en-

kele uren per dag (eventueel aange-

paste) werkzaamheden te verrichten.

Herstel kost tijd en geduld ...

Herstellen van een whiplash vergt soms

een paar weken, soms een paar maan-

den en soms nog langer. In die herstel-

periode wordt het geduld van de patiënt

soms behoorlijk op de proef gesteld. Hij of

zij voelt zich vaak tot niets in staat. Alsof

je niet meer van je lichaam op aan kunt!

En vanuit de omgeving is er toenemende

druk om meer te doen. Werkgever, lei-

dinggevende, bedrijfsarts; zij blijven aan-

dringen dat je weer aan de slag gaat. Dat

geeft een gevoel van machteloosheid en

soms ook conflicten. Het kan voorkomen

dat de bedrijfsarts vindt dat jij weer aan de

slag kunt, maar zelf vind je dat absoluut

niet. Dan moet je voor een second opinion

naar een dokter van het UWV.

… maar je kunt er zelf aan meewerken en het herstel

bespoedigen …

Probeer als patiënt/werknemer zelf zo-

veel mogelijk grip op de situatie te hou-

den. Houd zelf de touwtjes in handen!

Zorg ervoor dat je na een ongeval

waarbij mogelijk sprake is van whip-

lash zo spoedig mogelijk, liefst binnen

2 maar uiterlijk binnen 3 weken, door

de bedrijfsarts wordt gezien. Wacht

niet tot er een oproep in de brieven-

bus valt.

Vertel de bedrijfsarts duidelijk wat er

gaat en wat niet gaat. Geef zelf aan

waar sprake is van belemmeringen.

Breng samen met de bedrijfsarts de

belastende factoren in het werk in

kaart, zoals: tillen, duwen, trekken,

reiken, boven schouderhoogte wer-

ken, werktempo, werkdruk, dubbel-

taken, overige cognitieve belasting,

duurbelasting. Maak zelf een plan van aanpak hoe je

bepaalde activiteiten weer gaat oppak-

Hoe kom je met een whiplash weer zo goed mogelijk aan het werk? Een ongeval met een whiplashletsel is een donderslag bij heldere hemel. Van het ene op het andere

moment voel je je gebroken, zit je met hevige pijn, kun je je nek niet goed bewegen en voel je je

duizelig. Je bent uit balans.

De bedrijfsarts Werk & inkomen

Page 19: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 218 19

ken. Overleg daarover met je leiding-

gevende en je bedrijfsarts. Houd zelf

de regie!

… en anderen kunnen je daarbij helpen:

De bedrijfsarts heb ik al genoemd. Van

een goede bedrijfsarts mag je verwachten

dat hij zich realiseert dat voor elke

werknemer met whiplash een zorg-

vuldige en individuele aanpak van

groot belang is en voldoende tijd re-

serveert voor de begeleiding;

dat hij eraan meewerkt dat het werk

niet schadelijk is voor de gezondheid;

dat hij werknemers informeert dat ar-

beid heilzaam is voor de gezondheid;

dat hij ervoor zorgt dat onnodig onder-

zoek en behandeling worden voor-

kómen, want dat kan het herstel juist

tegenwerken.

De bedrijfsarts spreekt en handelt van-

uit zijn kennis en bevindingen over de

belemmeringen die een werknemer met

whiplash ondervindt. Hij geeft aan waar

hij een verschil ziet tussen de beleving

van de werknemer en zijn eigen bevin-

dingen.

De leidinggevende is ook van grote bete-

kenis voor een goed verloop van het her-

stelproces. Hij moet het werk aanpassen

voor zover dat nodig of gewenst is.

Hoe kun je vaststellen wat

de gevolgen van whiplash zijn

voor het werk?

Whiplash kan tijdens de herstelperi-

ode gepaard gaan met verminderde

inzetbaarheid voor het werk. Taken die

de klachten kunnen verergeren, zoals

tillen, duwen, trekken, reiken, boven

schouderhoogte werken, werktempo,

werkdruk en geestelijk inspannend werk

moeten in kaart worden gebracht, en

waar nodig, worden vermeden.

Vrijwel altijd gaat het om tijdelijke aan-

passingen, die voor een periode van en-

kele weken tot hooguit een paar maan-

den nodig zijn.

Welke werkaanpassingen komen in

aanmerking bij de re-integratie na

whiplash?

Veel voorkomende tijdelijke werkaan-

passingen bij whiplash zijn:

geen tilbelasting (beginnen met maxi-

maal 5 kg);

geen zware duw- en trekbewegingen

(beginnen met maximaal 5 kg);

niet boven schouderhoogte werken;

beperken van mentale belasting;

werken in rustig tempo met voldoen-

de pauzemomenten;

afwisseling van in-/ontspanning bij

computergebonden werk;

vermijden van piekbelasting en over-

werk.

Werknemer, bedrijfsarts en leidinggeven-

de stellen samen een individueel opbouw-

schema op. Het schema moet zowel een

planmatige opbouw in stappen bevatten

als rekening houden met de fase van

herstel waarin de cliënt zich bevindt.

Begin met enkelvoudige taken en bouw

op. Wissel fysieke en mentale belasting

af. Zorg voor afwisseling en ontspan-

ning. Weeg zowel werk- als privéfacto-

ren hierbij mee.

Het is belangrijk dat het opbouwsche-

ma regelmatig, bijvoorbeeld elke twee

weken, wordt ge-evalueerd door werk-

nemer en leidinggevende. De leiding-

gevende kan ook de collega’s inlichten

over wat de werknemer wel en niet kan

oppakken. Zonodig wordt de bedrijfsarts

om advies gevraagd.

Hoe kunnen we de re-integratie

bij whiplash verbeteren?

door goede bij- en nascholing aan te

bieden aan bedrijfsartsen, met aan-

dacht voor de belastende factoren in

het werk (mentaal, fysiek, sociaal),

thuis (huishouden, kinderen) en voor

de interventies die het herstel kun-

nen bespoedigen (een taak voor de

bedrijfsartsenvereniging);

door het belang te benadrukken van

een zorgvuldige en respectvolle beje-

gening door collega ́s, leidinggeven-

den, bedrijfsartsen (een taak voor de

Whiplash Stichting Nederland);

door goede voorlichting aan werkne-

mers met een whiplash waardoor on-

nodige angst om (meer) te bewegen

wordt voorkomen (een taak voor de

behandelaar maar ook voor de be-

drijfsarts);

door goede afstemming en samen-

werking tussen de actoren (werkne-

mer, bedrijfsarts, behandelaars, lei-

dinggevende, collega’s en thuisfront);

onnodige diagnostiek en behandeling;

door onnodige diagnostiek en behan-

deling te vermijden (behandelaar, be-

drijfsarts);

door binnen acht weken na het letsel

een plan van aanpak / opbouwsche-

ma (zie boven) op te stellen (werkne-

mer, leidinggevende, bedrijfsarts).

Dr André Weel, bedrijfsarts

Kwaliteitsbureau NVAB, Utrecht

De bedrijfsarts Werk & inkomen

Page 20: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

420

Beoordelingen in het kader van de

WIA1) van werknemers die een Whip-

lashtrauma opliepen kunnen aanleiding

geven tot dilemma’s. Het verzekerings-

geneeskundige protocol WAD2) II van

de Gezondheidsraad (juli 2008) biedt

zeker houvast aan de verzekeringsarts

bij de beoordeling van de functionele

mogelijkheden van een werknemer met

Whiplash. Maar het laat ruimte voor in-

terpretatieverschillen. Het dilemma hangt

samen met de eis die het MAOC3) stelt

aan objectivering van de beperkingen

die een directe relatie moeten hebben

met ziekte/gebrek en de beperkte mo-

gelijkheden om met onderzoek de ge-

claimde beperkingen te objectiveren.

Een zorgvuldige beoordeling vormt de

basis voor oplossing van het dilemma.

Het protocol geeft aan wat dat is: een

zorgvuldige beoordeling. Na twee jaar is

er veel gebeurd en spelen andere facto-

ren een rol bij terugkeer naar werk dan

bij de aanvang van het ziekteverzuim.

Het protocol schrijft voor dat in de voor-

afgaande periode sprake moet zijn van

een actieve begeleiding met aandacht

voor stagnatie in de re-integratie. Als

er stagnatie is moet goed geanalyseerd

worden wat de reden is en wat gedaan

kan worden om deze op te heffen. Goed

vastleggen van het resultaat is nodig,

net als een overleg tussen behande-

laars en bedrijfsarts. Voorkomen moet

worden dat professionals tegenstrijdige

adviezen geven. Alles moet goed vast-

gelegd worden in een dossier dat inzicht

geeft in wat er aan de hand is, wat er

aan gedaan is, wat het effect daarvan

is en waarom. Een op die manier opge-

bouwd dossier biedt de verzekerings-

arts houvast bij zijn beoordeling. Het

maakt duidelijk wat haalbaar was en wat

niet. Het lost het mogelijke dilemma niet

op, maar het helpt wel om er samen uit

te komen.

Prof. dr. H. Wind, verzekeringsarts

Bijzonder Hoogleraar Sociale

Verzekeringsgeneeskunde Coronel

Instituut voor Arbeid en Gezondheid

Kenniscentrum Verzekeringsgenees-

kunde AMC, UvA

1) WIA: Wet Inkomen naar Arbeidsvermogen2) WAD: Whiplash Associated Disorder3) MAOC: Medisch Arbeidsongeschiktheids-

criterium

Two Ticks: Engels initiatief om werken

met beperking te bevorderen

“Bedrijven in Engeland kunnen duidelijk

laten zien dat ze positief staan tegen-

over het in dienst nemen en houden van

mensen met een beperking of chroni-

sche ziekte. Bijvoorbeeld door het voe-

ren van het symbool ‘ Two Ticks’. Yolan

Koster, directeur van het kenniscentrum

CrossOver, ziet veel in zo’n systeem.

“Bedrijven sluiten een convenant en mo-

gen na een grondige procedure het label

gebruiken in een personeelsadvertentie.

Ze laten daarmee zien dat ze positief

staan tegenover mensen met een be-

perking. Als een sollicitant aan de eisen

in een advertentie voldoet en vermeldt

dat hij een beperking heeft, dan wordt hij

in ieder geval voor een eerste gesprek

uitgenodigd. Je kunt daarin van begin af

aan open zijn. Dat werkt stimulerend’.

Nederland

Two Ticks is nog niet ingevoerd in Ne-

derland. Er is al wel onderzoek naar

gedaan in opdracht van het ministerie

van Sociale Zaken. Partijen blijven met

elkaar in gesprek. Bron: http://www.crohnopjewerk.nl/

nieuwsbrief/april.html

Verzekeringsgeneeskundige aspecten bij Whiplash

Two Ticks binnenkort in Nederland?

20

De verzekeringsarts Werk & inkomen

Page 21: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 220 21

Balans vinden in functioneren

Probeer als het even mogelijk is, om aan

het werk te blijven of het werk snel weer

op te pakken. Maar bouw je herstel en

werkhervatting na een whiplash zorgvul-

dig op en stel haalbare doelen. Dit begint

bij een goed inzicht in je eigen belast-

baarheid, beperkingen en mogelijkheden

om te werken. Na het ongeval moet je op

zoek naar een nieuw evenwicht tussen

inspanning, ontspanning en rust, met een

acceptabel klachtenniveau. Over- en on-

derbelasting dragen niet bij aan je herstel.

Door tijdelijk je activiteiten en klachten

bij te houden, krijg je beter zicht op wat

je aankunt en waar je grenzen liggen.

Er zijn hulpmiddelen die je daar bij kun-

nen helpen, zoals het bijhouden van een

dagboek of het invullen van de Pijn- en

Energiemeter (PEP).

Breng in kaart welke beperkingen je op

het werk en in je dagelijks leven ervaart.

Veel mensen met whiplash merken dat

ze het werk minder lang vol kunnen hou-

den, minder energie hebben en dat de

belastbaarheid per werkdag of werkweek

wisselend kan zijn. Ook nek- en schou-

derklachten, pijn en cognitieve beperkin-

gen hebben invloed op de mogelijkheden

om te werken.

Om het werk beter vol te kunnen houden,

kan het noodzakelijk zijn om (tijdelijk)

enkele aanpassingen in je werksituatie

door te voeren. Denk na wat je zou kun-

nen helpen. En maak het bespreekbaar.

Ben je gebaat bij flexibele werktijden,

thuiswerken, meer pauzes, minder uren,

afwisseling van lichamelijke en geeste-

lijke activiteiten, minder omgevingsprik-

kels op de werkplek, geen piekbelasting

(stress) of bijvoorbeeld deskundige on-

dersteuning vanuit het bedrijf?

Verwachtingen op de werkvloer

Een goede verstandhouding met werk-

gever en collega’s kan helpen om de re-

integratie te laten slagen. Bij whiplash zie

je van buiten niet wat er van binnen mis

is: je bent niet zichtbaar ziek. Voor col-

lega’s en je leidinggevende is het moeilijk

in te schatten wat je wel en niet kunt. Om

samen te werken aan oplossingen is het

heel belangrijk dat er ook op de werkvloer

erkenning is voor de aandoening en de

daarbij behorende klachten en belem-

meringen. Maar dat begrip is er niet altijd.

Werkgevers hebben bepaalde verwach-

tingen van werknemers. Want arbeid is

geld en andersom. En als jij je verplich-

tingen niet kunt nakomen, wordt er aan

de bel getrokken. De onvoorspelbaarheid

van je inzetbaarheid vraagt ook wat van

de werkgever. Probeer je daarom ook in

te leven in diens positie. Informatiema-

teriaal over de aandoening kan je eigen

uitleg over je beperkingen en mogelijkhe-

den voor werk ondersteunen.

Betrokkenheid bedrijfsarts

De bedrijfsarts adviseert jou en je werk-

gever over jouw werkhervatting. Wees

naar de bedrijfsarts zo duidelijk en con-

creet mogelijk over de beperkingen voor

werk die je ervaart, en de maatregelen

die je herstel of re-integratie kunnen be-

Weer aan de slag?Uit recent TNO-onderzoek (2012) blijkt dat whiplash gepaard gaat met aanzienlijke belemmeringen

op het werk. Wanneer en in welke mate je weer aan de slag kunt, verschilt per persoon. Het hangt

onder meer af van de aanwezige beperkingen, het soort werkzaamheden, de werkduur, mogelijke

werkaanpassingen, steun uit het bedrijf, etc. De Quebec Task Force (QTF) beschrijft een gunstige

prognose: ongeveer 85% van de patiënten heeft binnen zes maanden tot een jaar na een whip-

lashongeval de werkzaamheden weer opgepakt. Toch komt het regelmatig voor dat mensen meer

werken dan ze aankunnen, omdat ze dat zelf erg graag willen of door druk van buitenaf. Zij lopen

door een terugslag vertraging op in het proces van herintreden.

Pijn- en Energie Meter

De PEP-meter is een digitale tool

om meer inzicht te krijgen in je be-

lastbaarheid en de activiteiten die

je het meeste pijn en vermoeidheid

bezorgen.

20

Patiëntenperspectief Werk & inkomen

Page 22: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

422

vorderen. Hoe actiever je meedenkt en

je ervaringen deelt, des te beter de be-

geleiding op jouw situatie aangepast kan

worden. Maatwerk dus.

Van de bedrijfsarts mag verwacht worden

dat hij je serieus neemt, zorgvuldig jouw

persoonlijke situatie bekijkt en regelmatig

evalueert hoe het gaat: is een bijstelling

in de probleemanalyse of het plan van

aanpak nodig? Het is belangrijk dat de

bedrijfsarts, maar ook jij en de werkgever

hier een verslag van bijhouden. Daaruit

blijkt wat jullie doen om het werk te her-

vatten, wat wel lukt, wat (nog) niet, en

vervolgstappen die genomen worden.

In de praktijk is men meestal redelijk te-

vreden over de begeleiding van de be-

drijfsarts. Een zorgvuldige persoonlijke

beoordeling, en een onbevooroordeelde

blik worden nog wel eens gemist. De

druk op werkhervatting neemt in het

tweede ziektejaar meer en meer toe.

Aanleiding is de naderende toetsing van

de re-integratie-inspanningen van werk-

gever en werknemer en angst voor mo-

gelijke loonsancties.

De bedrijfsarts staat jammer genoeg on-

der tijdsdruk en wordt steeds minder in-

gezet, omdat een arbo-arts goedkoper is.

Keuringen

Als je na twee jaar nog niet (volledig)

kunt werken, speelt het oordeel van de

UWV-verzekeringsarts een belangrijke

rol bij de vraag of je een WIA-uitkering

krijgt. De verzekeringsarts zal op basis

van het ‘whiplash’-protocol nagaan of je

alle mogelijkheden op het gebied van

diagnostiek, behandeling en werkhervat-

ting hebt benut. De verzekeringsarts kijkt

niet alleen naar de huidige situatie, maar

beoordeelt de gehele ziekteperiode en

wat je daarin gedaan en gelaten hebt op

het gebied van herstel en werkhervatting.

Daarom is een systematisch verslag van

de eerste twee ziektejaren zo essentieel.

Het is heel belangrijk dat je inzichtelijk

kunt maken dat je alle kansen op her-

stel en werkhervatting benut hebt. Breng

waardevolle informatie van jezelf, de

huisarts, andere behandelaars, de werk-

omgeving en mogelijk anderen bij de ver-

zekeringsarts onder de aandacht.

Veel whiplashpatiënten laten ons we-

ten dat de verzekeringsarts geen goed

beeld van hen heeft gekregen door de

keuring. Er is in praktijk een groot ver-

schil tussen de uren die de patiënt denkt

te kunnen werken en de inschatting van

de verzekeringsarts. Mogelijkheden tot

urenbeperking worden nauwelijks benut.

Eigen informatie, van behandelaars of

anderen wordt niet altijd opgevraagd of

meegewogen. Vaak bestaat het gevoel

dat het oordeel van de verzekeringsarts

al vóór de keuring vaststaat. Die voorin-

genomenheid uit zich in opmerkingen als

‘whiplash geeft geen recht op een uitke-

ring’, ‘whiplash is geen ziekte’, ‘whiplash

is niet aantoonbaar’, ’whiplash duurt niet

langer dan 6 maanden’, ‘ik geloof niet in

whiplash’, etc.

Financiële zorgen

Als je door een whiplash minder gaat

werken, gekort wordt op je loon, in de

ziektewet terecht komt of een uitkering

ontvangt kan dat je financiële plaatje be-

hoorlijk veranderen. Je moet misschien

ineens met minder rondkomen dan voor-

heen. En een whiplash kan extra kosten

met zich mee brengen. Met een beperkt

inkomen of een uitkering kan het dus

best puzzelen zijn om financieel rond te

komen. In je uitgavenpatroon zul je mis-

schien een keuze moeten maken in wat

je wit blijven doen en wat niet. Een huis-

houdboekje kan je daar inzicht in geven.

Maak er een sport van om ergens profijt

van te hebben en iets te vinden voor zo

min mogelijk geld. Verschillende instan-

ties zoals het Nibud geven je nuttige bud-

get- en bespaartips.

‘Je rijk voelen heeft niet per se met geld

te maken. Je kunt je rijk voelen door te

genieten van het leven en jezelf goed te

voelen. Tel de dingen die je bezit die niet

met geld te koop zijn.’

Regelingen en tegemoetkomingen

Ook financiële regelingen kunnen helpen

om over een inkomen te beschikken. De

overheid verstrekt subsidies en toeslagen

waar je als whiplashpatiënt recht op hebt.

Die regelingen veranderen regelmatig.

Studeren met een whiplash

Niet alleen werkenden, maar ook stude-

rende jongeren kunnen hinder ondervin-

den van een whiplash. Tijdens de studie

kunnen er als gevolg van de whiplash

energie- en concentratieproblemen ont-

staan. Dit heeft gevolgen voor het vol-

gen van lessen, deelname aan groeps-

werk, thuis studeren of het volgen van

een stage. Meestal is er een regeling

die inspeelt op functiebeperkingen, maar

die regels zijn niet altijd buigbaar. Pro-

Patiëntenperspectief Werk & inkomen

Page 23: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 222 23

beer zoveel mogelijk te overleggen met

een decaan of studieadviseur. Docenten

kunnen de absentieregeling versoepe-

len en van studiegenoten kun je aante-

keningen lenen.

Voor studenten met een beperking be-

staan er speciale regels binnen de studie-

financieringsregeling, zoals extra studie-

financiering, een afstudeerfonds, verlen-

ging van diplomatermijn, kwijtschelding

van schulden en de mogelijkheid om van

studie te switchen. Kijk voor meer infor-

matie op regelhulp.nl, een website van

de Rijksoverheid.

Breekpunten

Veel bedrijfs- en verzekeringsartsen vin-

den het lastig om vast te stellen wat de

gevolgen van een whiplash zijn voor

iemands’ mogelijkheden om te werken.

De mogelijkheden om dit objectief vast

te stellen zijn beperkt. En aan methoden

met een meer subjectieve component

wordt door artsen veelal minder waarde

gehecht. Dat maakt het voor patiënten

extra moeilijk om goed duidelijk te maken

wat hun beperkingen zijn. En kan er van

alles misgaan.

Als de arts de beperkingen onvoldoende

onderzoekt of het de zieke werknemer

onvoldoende lukt om het goed duidelijk

te maken, zal het plan van aanpak of de

beoordeling van de verzekeringsarts on-

voldoende recht doen aan de situatie van

de zieke werknemer. Dit kan bijvoorbeel-

den leiden tot een druk om meer te wer-

ken dan haalbaar is, of juist tot te weinig

initiatieven om de mogelijkheden te ver-

beteren. Het verzamelen van informatie

om te komen tot een zorgvuldige bege-

leiding en beoordeling van de arbeids-

mogelijkheden gebeurt weinig systema-

tisch. Samenwerking tussen artsen in de

zorg, het bedrijf en bij de verzekerings-

geneeskundige beoordeling is er weinig,

waardoor inzichten uit andere disciplines

beperkt benut worden.

Vaak is er in de eerste 2 ziektejaren ook

sprake van gebrekkige dossiervorming.

Dit terwijl de opgedane ervaringen juist

belangrijke informatie bevatten voor een

beoordeling door de verzekeringsarts.

Onduidelijkheid over wat er met de zieke

werknemer met whiplash aan de hand is,

de onzichtbare klachten en het onvoor-

spelbare verloop, kunnen leiden tot on-

begrip op de werkvloer of zelfs conflicten.

Dit belemmert herstel en werkhervatting.

Wat is nodig voor een doorbraak

De kans op re-integratie na uitval wordt

sterk vergroot door in een vroeg stadium

maatwerk te bieden. Het gaat daarbij om

een op het individu toegespitste goede

werkdiagnose, plan voor herstel en werk-

hervatting en evaluatie van het verloop.

Onderdeel hiervan is het maken van

afspraken over benodigde aanpassing

in werktijden- en omstandigheden. Ook

omgang met collega’s, thuiswerkmoge-

lijkheden en een positieve begripvolle

benadering deskundige ondersteuning

vanuit de werkgever/organisatie werken

bevorderend voor het herstel.

Om maatwerk te kunnen bieden, is de

inbreng van de zieke werknemer een be-

langrijk element bij vaststellen beperkin-

gen en mogelijkheden door bedrijfsarts

en verzekeringsarts. Het is van groot be-

lang dat de zieke werknemer voorbereid

is om vanuit de eigen rol hier het gesprek

over aan te gaan met de bedrijfsarts, en

actief te participeren in het re-integratie-

traject. Patiëntenorganisaties, werkge-

vers, collega’s en bedrijfsartsen kunnen

hierbij steun bieden.

Om de beperkingen en mogelijkheden zo

inzichtelijk mogelijk te maken is het slim

om systematisch een verslag bij te hou-

den over het gehele traject van herstel en

werkhervatting. Dit ondersteunt de voort-

gang in het de eerste twee ziektejaren en

de beoordeling door de verzekeringsarts

als het tot een aanvraag voor een WIA-

uitkering moet komen.

Redactie

Patiëntenperspectief Werk & inkomen

Page 24: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

MeDISCH & zOrG

U

LeVeN & WeLzIjN

Wer

k &

INk

OM

eN

24

OVerzICHT WHIPLASH ANNO 2012

Harde* cijfers over whiplash 100.000 chronische whiplashpatiënten in Nederland 15.000-20.000 nieuwe whiplashongevallen per jaar* 40-50% heeft na 1 jaar nog klachten (klinische bevindingen)** 17% heeft na 1 jaar nog een lopende letselschadezaak* Per 100.000 werknemers zijn er 25.5 mensen met whiplash (30% mannen/

70% vrouwen)*** met een gemiddeld aantal ziektedagen van 206 per jaar Schadeverzekeraar en Arbodienst nemen daling waar.

Welke drempels, in hoofdlijnen, ervaren whiplashpatiënten?

MeDISCH & zOrG Gemis van onderzoek om specifiek whiplash vast te stellen Klachten worden niet serieus bekeken/onbegrip Geen coördinerend behandelaar die verloop volgt en begeleidt Te late verwijzing en gebrek aan effectieve behandelingen

Werk & INkOMeN Geen passend plan van aanpak en weinig evaluatie van verloop Moeilijk in te schatten wat de gevolgen van whiplash voor werk zijn Onvoldoende benutten van de ervaringen van zieke werknemer Druk op werkhervatting Onbegrip, vooroordelen Financiële zorgen: niet of beperkt kunnen werken dus

beperkt inkomen/(geen)uitkering

LeTSeLSCHADe Wisselende kwaliteit en kennis van belangenbehartiger Lange looptijd whiplashzaken Uitputtingsslag; ongelijke positie tussen verzekeraar en slachtoffer Gebrek aan transparantie Met regelmaat een negatieve bejegening

LeVeN & WeLzIjN Patiënten vaak in de verdediging door onzichtbaarheid

aandoening en gevolgen daarvan Dat kost veel energie en ondermijnt zelfvertrouwen en waardering De druk om te voldoen aan verwachtingen van jezelf en anderen Veel instanties (verplichtingen) maar wie zorgt voor

samenhang/coördinatie?

help ons deze 5 verbeterpunten te realiseren

Onderschat whiplash niet en toon begrip Investeer in herstel Stimuleer actieve inbreng van whiplashpatiënten Ontwikkel en deel opgedane (medische)kennis Voorkomen is beter dan genezen

Onze wens:

* Beschikbaar gesteld door grote schadeverzekeraar, geëxtrapoleerd naar Nederland (16.000 whiplash-

zaken per jaar) en licht gecorrigeerd op whiplashongevallen zonder aansprakelijke partij (TNO, 1996).

** Zie artikel p. 6.

*** Gegevens 2011 beschikbaar gesteld door landelijke arbodienst.

Page 25: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

MeDISCH & zOrG

U

LeVeN & WeLzIjN

LeTSeLSCHA

De

25 WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 224

OVerzICHT WHIPLASH ANNO 2012

Harde* cijfers over whiplash 100.000 chronische whiplashpatiënten in Nederland 15.000-20.000 nieuwe whiplashongevallen per jaar* 40-50% heeft na 1 jaar nog klachten (klinische bevindingen)** 17% heeft na 1 jaar nog een lopende letselschadezaak* Per 100.000 werknemers zijn er 25.5 mensen met whiplash (30% mannen/

70% vrouwen)*** met een gemiddeld aantal ziektedagen van 206 per jaar Schadeverzekeraar en Arbodienst nemen daling waar.

Hoe zijn deze drempels te nemen?

MeDISCH & zOrG Uitbreiding mogelijkheden diagnostiek voor effectiever

behandeling Meer samenspraak tussen arts en patiënt en begrip tonen Benoem whiplash, schets perspectief en ondersteun

zelfmanagement Tijdige doorverwijzing Centrale rol huisarts Kwaliteit van leven centraal stellen

Werk & INkOMeN Meenemen informatie en ervaringen van zieke werknemers

bij beoordeling arbeidsmogelijkheden Ondersteuning actieve inbreng van zieke werknemers Individuele werkdiagnose, plan van aanpak en evaluatie

van verloop Steun uit de organisatie Systematische verslaglegging van werkhervattingstraject Meer samenwerking tussen zorg en arbeid

LeTSeLSCHADe Focus op herstel /re-integratie Standaard inschakelen goede belangenbehartiger Onderbouwing van schade obv redelijkheid en ervaring

met herstel Toegang tot recht (kosten) Efficiënt traject, niet onbestraft rekken van termijnen Transparantie over afhandeling whiplashzaken

LeVeN & WeLzIjN (Hulp bij het) leren vinden van een nieuwe balans Respectvolle benadering, open staan voor klachten

die moeilijk te zien zijn Steun partners Vergoeding zelfmanagementtraining door verzekeraars

* Beschikbaar gesteld door grote schadeverzekeraar, geëxtrapoleerd naar Nederland (16.000 whiplash-

zaken per jaar) en licht gecorrigeerd op whiplashongevallen zonder aansprakelijke partij (TNO, 1996).

** Zie artikel p. 6.

*** Gegevens 2011 beschikbaar gesteld door landelijke arbodienst.

Dienstverlening: Persoonlijke hulpverlening Voorlichting Informatie-uitwisseling en lotgenotencontact

www.whiplashstichting.nlPostbus 105, 3980 CC BunnikT. 030-6565000/088-6565700

Page 26: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

Kennis vormt de basis van een

goede dienstverlening

De Whiplash Stichting Nederland biedt

een breed scala aan diensten. De ba-

sis hiervoor wordt gevormd door de

opgebouwde kennis over alle aspec-

ten en gevolgen van whiplash: me-

disch, werk en inkomen, juridisch en

welzijn. De WSN verzamelt perma-

nent kennis en ervaringen bij weten-

schappers, (para-)medische behande-

laars, deskundigen op allerlei gebie-

den en bij de whiplashpatiënten zelf.

De vrijwilligers van de WSN krijgen

een gedegen opleiding en permanente

bijscholing om de kennis optimaal te

kunnen inzetten bij voorlichting en hulp-

verlening. De WSN kan deze leidende

rol spelen omdat zij, sinds de oprichting

in 1989, investeert in kennis en relaties

met de belangrijke spelers in het veld.

Daarom is de stichting de eerste whip-

lashpatiëntenorganisatie, die door het

Ministerie van Volksgezondheid erkend

is.

Drie peilers van de dienstverlening

De WSN streeft ernaar om mensen met

een whiplash optimaal te ondersteunen bij

het voeren van de regie over hun leven

met beperkingen. Deze ondersteuning be-

rust op drie pijlers (zie ook pagina 44):

Voorlichting

De voorlichtingsactiviteiten zijn op de

eerste plaats bedoeld voor de whiplash-

patiënten en hun omgeving. Maar de

WSN wil ook in de samenleving meer

bekendheid geven aan het whiplashlet-

sel en meer begrip kweken bij profes-

sionals en het brede publiek voor de

gevolgen.

De kennis van de WSN is toegankelijk

via de website (www.whiplasstichting.nl)

en een aantal folders en brochures. Het

voorlichtingsmateriaal biedt algemene

informatie over whiplash en de gevol-

gen daarvan. Nieuwe leden van de WSN

Dienstverlening Whiplash Stichting Nederland

26

Informatie-uitwisseling en lotgenotencontact Bijeenkomsten

Website-communities

Facebook en Twitter

Voorlichting Folders en brochures

Website WSN

Markten en lezingen

Whiplash Magazine

Persoonlijke hulpverlening Helpdesks telefonisch en email

kennis

Page 27: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

ontvangen een welkomstpakket met

deze algemene informatie. Daarnaast

is heel veel gedetailleerde informatie

over deelaspecten beschikbaar, zoals

behandelingen, arbeid, letselschade en

preventie. Sinds 2011 kent de website

een print- en spraakmodule voor men-

sen, die moeite hebben met het (lang-

durig) lezen van teksten vanaf een

beeldscherm. De webshop biedt ook

de mogelijkheid om schriftelijk voor-

lichtingsmateriaal te bestellen. Steeds

meer mensen bezoeken de website.

Inmiddels zijn dat 3.000 tot 4.000 be-

zoekers per maand.

Drie keer per jaar verschijnt het Whip-

lash Magazine. Het magazine besteedt

aandacht aan ontwikkelingen op we-

tenschappelijk gebied, therapieën, er-

varingen van patiënten en natuurlijk de

activiteiten van de stichting. Het Whip-

lash Magazine verschijnt in een oplage

van 3.000 exemplaren. Losse nummers

kunnen ook via de website besteld wor-

den.

De WSN neemt jaarlijks deel aan ver-

schillende informatiemarkten en bijeen-

komsten, die direct of indirect te maken

hebben met whiplash. Voorbeelden zijn

activiteiten in het kader van de Week

Chronisch Zieken en lezingen / bijeen-

komsten van andere patiëntenvereni-

gingen, bijvoorbeeld voor hersenletsel,

ME/CVS, fibromyalgie. Dit jaar orga-

niseerde de WSN samen met andere

patiëntenorganisaties een congres over

het thema ‘pijn’. Er vonden lezingen en

workshops plaats, maar op deze dag

konden whiplashpatiënten en hun naas-

ten ook uitgebreid contact leggen met

lotgenoten en contactpersonen van de

WSN.

Regelmatig houdt de WSN lezingen

voor specifieke beroepsgroepen. Zo

zijn de aflopen jaren lezingen gehouden

voor groepen EHBO-ers, Slachtoffer-

hulp, de ANWB, de Nederlandse Ver-

eniging voor Orthomanuele Therapie,

een groep letselschadeadvocaten en

studenten in (para-)medische beroepen.

Informatie-uitwisseling en

lotgenotencontact

De ervaring heeft geleerd dat er onder

whiplashpatiënten veel behoefte bestaat

aan het onderling delen van ervaringen

en informatie. Informatie-uitwisseling en

lotgenotencontact vinden steeds meer

plaats via de digitale communicatieka-

nalen.

De website van de WSN biedt een digi-

taal platform, waarop diverse ‘Whiplash-

communities’ actief zijn. Een openbare

community voor het delen van ervarin-

gen en het voeren van een opbouwende

dialoog, een patiëntencommunity toe-

gankelijk voor leden, waar in een veilige

omgeving contacten gelegd worden en

exclusieve informatie voor leden be-

schikbaar is en een aparte ‘vrijwilligers-

community’.

Sinds medio 2012 is de WSN actief op

Facebook en Twitter. Deze social me-

dia worden ingezet om zoveel moge-

lijk mensen te bereiken en bij te staan

met informatie, advies en (h)erkenning.

Whiplash vraagt steun, dus volg de

WSN op twitter en like ons op facebook.

Via www.whiplashstichting.nl kunt u

doorlinken naar twitter en facebook.

Katy van der Sluijs

Zie vervolg op pagina 44

Dienstverlening Whiplash Stichting Nederland

27 WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 226

U ziet van links naar rechts: Cobi van Keulen (linksonder), Gonny Hippmann (links-

boven), Petra Hendrickx, Gerard Lambregts, Karin van der Maas, Cees van Houten,

Jopie Lambregts. Werkgroep deskundigheid.

Page 28: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

428

De schaderegeling na een whiplash kent veel haken en ogen.

De veroorzaker van het ongeval kan aansprakelijk gesteld

worden om de opgelopen schade te compenseren. Maar wat

is de schade, hoe stel je dat vast? In de meeste gevallen zal

een verzekeringsmaatschappij het op zich nemen om dit met

je te regelen. Als de schade beperkt is, ontstaan er veelal wei-

nig problemen. Maar hoe hoger de schade, hoe ingewikkelder

het wordt.

Zeker als de klachten na een whiplash langer aanhouden, ont-

staan er veel discussies en kunnen de verhoudingen zich ver-

harden. De verzekeraar vraagt of er wel klachten zijn (bewijs)

en of die klachten wel het gevolg zijn van een ongeval.

De kritische houding van verzekeraars is versterkt na de in-

voering van de richtlijn ‘De bepaling van functieverlies en

beperkingen bij neurologische aandoeningen’ van de Neder-

landse Vereniging van Neurologen (2007). Hierin wordt het

whiplashsyndroom als tijdelijk gezien. Als de klachten na een

ongeluk langer dan zes maanden aanhouden, zijn deze vol-

gens die richtlijn niet meer te beschouwen als het gevolg van

dat ongeluk.

Dat staat wel haaks op een uitspraak van de Hoge Raad uit

2001. Hierin stelde de Raad dat het slachtoffer niet met kei-

harde bewijzen hoeft te komen, omdat algemeen bekend is

dat whiplash moeilijk te herleiden is tot waarneembare medi-

sche stoornissen,. Bovendien moet de medisch deskundige,

die in de eventuele rechtszaak wordt gehoord, niet alleen oog

hebben voor medisch waarneembare afwijkingen of bescha-

digingen, maar ook voor de klachten die het slachtoffer heeft.

In de letselschadebranche ontstaan de laatste jaren steeds

meer initiatieven om de problemen en strijdpunten in whip-

lashzaken aan te pakken. Voor patiënten is de ontwikkeling

interessant dat de focus meer komt te liggen op herstel, en

daarna pas op afronding van de schade.

Maar…wat is nu de beste manier om de schade na een whip-

lashongeval te verhalen? Meteen een letselschadeadvocaat

in de arm nemen? Zelf de dialoog aangaan met de verze-

keringsmaatschappij? Of, als tussenweg, een bemiddelaar

(mediator) inschakelen? Is een kritische houding van de ge-

troffene hierbij op zijn plaatst of juist meewerken maar met

een redelijk portie van gezonde voorzichtigheid?

In de volgende artikelen zien we verschillende invalshoeken

en uitgangspunten terug.

Meer juridisering (ASP), dejuridisering (PIV) of demedicalise-

ring én dejuridisering (Letselschaderaad).

Schade bij whiplash

Inleiding Letselschade

Page 29: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 228 29

Helpdesk letselschadehttp://www.whiplashstichting.nl/assets/

files/downloads%20oc/Convenant%20

ASP-WSN.pdf

Convenant WSN met ASP voor specifie-

ke juridische dienstverlening aan whip-

lashpatiënten.

http://www.whiplashstichting.nl/nl/activi-

teiten/helpdesk-letselschade.html

ASP-blog over jurisprudentie op de websitehttp://www.whiplashstichting.nl/nl/open-

baar/blogs/Advocatenblog.html

Gedragscode behandeling letselschade (2006)http://www.deletselschaderaad.nl/li-

brary/repository/GedragscodeBehandel

ingLetselschadeVersie1.0.pdf

De Gedragscode Behandeling Letsel-

schade beschrijft hoe de schadebehan-

deling zo goed mogelijk kan verlopen.

NVN richtlijn bepaling functieverlies (2007)http://www.artsennet.nl/Richtlijnen/

Richtlijn/42967/Bepaling-van-functie-

verlies-en-beperkingen-bij-neurologis-

che-aandoeningen.htm

Keurmerk letselschadewww.stichtingkeurmerkletselschade.nl

De Stichting Keurmerk Letselschade

ontwikkelt en handhaaft kwaliteitsnor-

men voor rechtshulpverleners die actief

zijn in letselschadezaken zoals letsel-

schadeadvocaten en letselschade-ex-

perts. Het keurmerk omvat een aantal

belangrijke waarborgen: onafhanke-

lijkheid, deskundigheid, transparantie,

communicatie en duidelijkheid.

Deelgeschillenprocedurehttp://www.wetdeelgeschillen.nl/

Vanaf 1 juli 2010 bestaat er de mogelijk-

heid deelgeschillen ‘kosteloos’ voor te

leggen aan de rechter via de Wet deel-

geschillen voor letsel en overlijdens-

schade.

Bemiddelaar voor slachtoffers letselschade www.stichtingpiv.nl/zoekdetail/

?article=763196

Slachtoffers van letselschade krijgen

recht op onafhankelijke bemiddeling als

een zaak langer dan drie jaar loopt en

er ontevredenheid is over de aanpak

van de verzekeraar. De aanbevelingen

sluiten aan bij eerdere voorstellen van

De Letselschade Raad en Stichting De

Ombudsman.

Pandorawww.ced-pandora.nl

‘Pandora’: een initiatief uit de markt,

waarbij verzekeraars, letselschadead-

vocaten en -bureaus samen een nieu-

we aanpak van whiplashzaken hebben

ontwikkeld. Zij geven prioriteit aan het

herstel van het slachtoffer, hebben meer

aandacht voor de emotionele kant van

het schaderegelingproces en zorgen

voor een snellere afwikkeling van za-

ken. De pilot is in 2011 afgerond.

Er zijn tal van Initiatieven op het gebied van letselschade; whiplash gericht of verwant. Wij geven in dit nummer een

overzicht van bij ons bekende projecten, acties, activiteiten en organisaties die op een of ander manier betrekking heb-

ben op het verkrijgen van inzicht en kennis, het bij elkaar brengen van partijen en/of het informeren van de keten van

belanghebbenden. De lijst is wellicht niet compleet; de WSN ontvangt graag melding van niet genoemde initiatieven.

Wist u dat...? Letselschade

Page 30: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

430

Na een whiplashtrauma moeten alle in-

spanningen er op zijn gericht om het

slachtoffer diens activiteiten zo goed mo-

gelijk te laten hervatten. De praktijk laat

gelukkig zien dat het merendeel van de

slachtoffers na verloop van tijd in staat

is de draad weer op te pakken. Een klei-

ne groep blijft echter ernstige, en soms

chronische, problemen houden. Zij staan

in deze bijdrage centraal.

Ruim zes jaar na ondertekening van het

WSN-ASP convenant strijdt deze groep

van whiplashslachtoffers nog steeds om

begrip, erkenning en vergoeding van

schade. Hun positie is er niet makkelij-

ker op geworden nadat de Nederlandse

Vereniging van Neurologen (NVN) in

november 2007 een richtlijn inzake ‘De

bepaling van functieverlies en beper-

kingen bij neurologische aandoeningen’

introduceerde. In die richtlijn wordt het

post-whiplashsyndroom als een tijdelijk

pijnsyndroom gezien. Wanneer de klach-

ten langer dan zes maanden aanhouden,

is het klachtenpatroon niet meer te be-

schouwen als gevolg van het ongeval.

ASP heeft al langer geleden kritische

kanttekeningen geplaatst bij de NVN-

richtlijn. Hoe kan worden gerechtvaardigd

om langer dan zes maanden aanhouden-

de pijnklachten in alle gevallen niet meer

als ongevalsgevolg te beschouwen? Het

heeft er kennelijk mee te maken dat het

post-whiplashsyndroom volgens de richt-

lijn moet worden gezien als een chro-

nisch pijnsyndroom zonder neurologisch

substraat. Daarom kunnen er volgens

de NVN geen percentage functieverlies

en beperkingen worden toegekend. Op-

vallend is dat de NVN hiermee expliciet

afstand neemt van de wijze waarop het

post-whiplashsyndroom binnen het ka-

der van de American Medical Association

(AMA-guides) wordt beoordeeld, ‘omdat

het anders zou inhouden dat louter de

door de onderzochte aangegeven klach-

ten tot een (fors) functieverlies aanleiding

geven.’

Dat de klachten die ontstaan na een

whiplashtrauma in de regel niet zijn terug

te voeren op een aanwijsbare neurologi-

sche beschadiging is niet nieuw. Sterker

nog, het is algemeen bekend dat het zo

is. Wat in de richtlijn uit 2007 wel nieuw

was, is dat de problemen van whiplash-

slachtoffers na 6 maanden niet meer

voor rekening van de aansprakelijke

partij worden gebracht. Deze zienswijze

steunt niet op erkend en gepubliceerd

medisch-wetenschappelijk onderzoek.

Met deze benadering ontstaat ook een

verschil tussen de manier waarop whip-

lash in letselschadezaken wordt beoor-

deeld en hoe er in behandelingssituaties

mee wordt om gegaan. De bestaande

CBO-richtlijn voor de behandeling van

whiplashpatiënten gaat er – anders dan

de keuringsrichtlijn uit 2007 – niet van uit

dat alle problemen na 6 maanden niets

meer met het ongeval te maken hebben.

Zo bestaat er een situatie dat whiplash-

patiënten ook na 6 maanden voor de

ongevalsklachten worden doorbehan-

deld terwijl zij in diezelfde fase van de

keurende richtlijnneuroloog horen dat

hun klachten niet langer aan het ongeval

kunnen worden toegerekend. Dat is niet

uit te leggen.

Whiplash anno 2012John Beer is sinds 1977 werkzaam als advocaat te Amsterdam en een van de oprichters van ASP

(Advocaten voor Slachtoffers van Personenschade). Hij is partner bij Beer advocaten. Zijn praktijk ligt

op het gebied van aansprakelijkheid en letselschade waarbij hij uitsluitend voor slachtoffers optreedt.

Als toenmalig voorzitter van ASP ondertekende hij het WSN-ASP convenant.

De advocaat Letselschade

Page 31: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 230 31

ASP heeft de NVN er uitvoerig op gewe-

zen dat door de richtlijn een probleem bij

de afwikkeling van letselschades werd ge-

creëerd. Immers, neurologen werden ge-

dwongen om beoordelingen in juridische

kwesties anders te doen dan de Hoge

Raad al in 2001 heeft voorgeschreven.

De Hoge Raad heeft op 8 juni 2001 een

arrest gewezen waarin werd geoordeeld

over de schadevergoedingsvordering

van een slachtoffer van een whiplash-

trauma bij wie nadien sprake was van

persisterende klachten. In deze uitspraak

onderschreef de Hoge Raad het navol-

gende: Ofschoon iemand die stelt schade

te lijden in het algemeen die schade

aannemelijk dient te maken, brengt de

omstandigheid dat het hier gaat om

een syndroom (post-whiplash) waar-

van algemeen bekend is dat dit moei-

lijk of slechts in beperkte mate tot

concreet waarneembare medische

stoornissen valt te herleiden, met zich

mede dat de eisen die aan het bewijs

kunnen worden gesteld niet al te hoog

dienen te zijn. Het komt dan – tot op

zekere hoogte – voor risico van de

veroorzaker van het ongeval dat het

oorzakelijke verband tussen ongeval

en klachten zich niet rechtstreeks laat

aantonen en dat de klachten evenmin

te herleiden zijn tot medisch vaststel-

bare afwijkingen.

Waar de rechter door de medische

deskundige wenst te worden voorge-

licht over het bestaan van bij de be-

trokkene bestaande stoornissen dient

de medische deskundige ervan uit te

gaan dat niet enkel wordt gedoeld op

‘stoornissen’ in de zin van medisch

waarneembare beschadigingen, af-

wijkingen of gebreken (van orthopedi-

sche of van neurologische aard) doch

ook op het bestaan van ‘klachten’ die

natuurlijk per definitie een subjectief

karakter hebben maar waarvan niette-

min objectief vastgesteld kan worden

dat zij aanwezig, reëel, niet ingebeeld,

niet voorgewend, en niet overdreven

zijn. Met dit onderdeel van de beslis-

sing heeft de Hoge Raad zich dus

mede tot de medische deskundige

gericht.

Dit arrest geldt als het standaardarrest

waarin onze hoogste rechter heeft aan-

gegeven hoe de problematiek van slacht-

offers van een post-whiplashsyndroom

moet worden beoordeeld. In dat kader

heeft de Hoge Raad dus ook expliciet

aangegeven op welke wijze de rechter

in dergelijke gevallen dient te worden

voorgelicht. De rechter, die beslist over

het causaal verband tussen ongeval en

klachten, heeft er geen moeite mee dat

een specifieke medisch aantoonbare ver-

klaring voor de klachten van een whip-

lashslachtoffer ontbreekt. Indien komt vast

te staan dat het slachtoffer de klachten

niet had, deze klachten op zich door het

ongeval veroorzaakt kunnen zijn en een

alternatieve verklaring voor de klachten

ontbreekt, zal het bewijs van het causaal

verband daarmee veelal geleverd zijn.

Rapportages van richtlijnneurologen zijn

in strijd met de wijze waarop de Hoge

Raad vindt dat de civiele rechter dient

te worden voorgelicht. De NVN-richtlijn

schrijft immers voor dat wel van medisch

waarneembare problematiek moet wor-

den uitgegaan.

Ik zou menen dat keuringen in whiplash-

zaken niet door neurologen moeten

plaatsvinden zolang de NVN de betref-

fende richtlijn handhaaft. Een oplossing

zou naar mijn mening gezocht moeten

worden in keuringen door een revalida-

tieteam, inclusief een revalidatiearts, dat

een meer multidisciplinaire benadering

heeft en waarbij objectief beoordeeld

kan worden of klachten aanwezig, reëel,

niet ingebeeld, niet voorgewend, en niet

overdreven zijn.

Onlangs las ik in Medisch Contact een

stukje van een neuroloog die de boos-

heid beschreef van een whiplashpatiënt

die hem verweet dat hij alle klachten psy-

chisch verklaarde. Het betrof een patiënt

die een jaar tevoren met flinke snelheid

van achteren was aangereden en wiens

leven daarna geleidelijk was ingestort en

daar boos over was. Het had kennelijk

geleid tot boze discussie in de behandel-

kamer. De frustratie van een benadeeld

slachtoffer tegenover een dokter die er

niet of nauwelijks iets mee kan. Door

lezing van dit stukje werd ik weer beves-

tigd in de gedachte dat whiplashslacht-

offers weinig tot niets bij neurologen te

zoeken hebben.

De juridische oplossing voor deze groep

whiplashslachtoffers ligt niet bij de richt-

lijnneuroloog maar bij de rechter. Voor de

letselschadepraktijk is van groot belang

dat in 2010 de ‘deelgeschilprocedure’

werd geïntroduceerd. Het is nu moge-

lijk om aan de rechter op een versnelde

wijze een beslissing te vragen over een

discussiepunt dat aan een regeling van

de zaak in de weg staat. In whiplash-

De advocaat Letselschade

Page 32: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

432

zaken gebeurt dat regelmatig om het

causaal verband tussen ongeval en

klachten vastgesteld te krijgen. Een be-

langrijk voordeel voor slachtoffers is dat

de kosten van deze procedure door de

aansprakelijke partij vergoed moeten

worden, ook als het slachtoffer niet in het

gelijk wordt gesteld.

Neurologen, en andere artsen, zijn ge-

wend om invaliditeit in percentages uit

te drukken. Zulke percentages zijn ook

terug te vinden in de NVN-richtlijn. Der-

gelijke percentages zijn alleen van be-

lang voor verzekeringszaken, bijvoor-

beeld als een slachtoffer voor het onge-

val zelf een ongevallenverzekering had

afgesloten. Het percentage bepaalt dan

welk deel van de verzekerde som tot uit-

kering komt. In aansprakelijkheidszaken

(= de letselschadepraktijk) zijn deze per-

centages volstrekt onbelangrijk en gaat

het uitsluitend om de beperkingen die

door het ongeval zijn veroorzaakt. Het

bekende voorbeeld is de concertpianist

die een handletsel oploopt. Op grond van

invaliditeitstabellen is hij zeer beperkt in-

valide terwijl zijn beperkingen dusdanig

groot zijn dat hij helemaal niet meer kan

werken.

Van richtlijnneurologen hebben slachtof-

fers van whiplash weinig te verwachten.

Het is in veel gevallen de vraag of het

überhaupt zin heeft een dergelijke neu-

rologische expertise te ondergaan. Het is

de rechter die over het causaal verband

tussen ongeval en klachten beslist. De

deelgeschilprocedure is daarvoor het ge-

eigende middel.

John Beer

Vier aandachtspunten bij de afwikkeling van een whiplashclaimHoewel de schaderegeling van (chronisch) nekletsel altijd wel iets weer-

barstigs zal blijven houden, hoeft dit niet te betekenen dat deze regeling

altijd erg lang moet duren, laat staat dat er gedonder van komt.

Vier punten behoeven dan echter

aandacht:

Het regelingstraject moet zoveel

mogelijk gedejuridiseerd worden.

Gelukkig is de aansprakelijkheids-

vraag meestal niet aan de orde,

maar zeker in het begin moet de

zaak juridisch gezien niet op

scherp staan. Dus niet direct over

het gordelverweer of het ontbre-

ken van causaal verband discus-

siëren. De aandacht in die eerste

fase moet gericht zijn op het her-

stel van het slachtoffer. Het een

paar jaar geleden geïntroduceer-

de Pandora-project heeft hiervoor

goede kaders geschapen. Wel moet vanaf het begin de focus

gelegd worden op re-integratie;

zowel ten aanzien van de normale

werkzaamheden als het sociale

leven. Hierbij moet een goede ba-

lans gevonden worden tussen em-

pathie en aansporing.

Daar de discussies tussen de ver-

zekeraar en de belangenbehar-

tiger vaak een medische impact

hebben is het aan te bevelen dat

de beide medische adviseurs over

dezelfde informatie beschikken.

Door de onlangs gepresenteerde

Medische Paragraaf bij de Ge-

dragscode Behandeling Letsel-

schade hebben slachtoffers vol-

doende waarborgen voor een

zorgvuldige omgang door de ver-

zekeraar met deze gegevens. Wanneer desondanks een zaak

drie jaar na de melding bij de ver-

zekeraar nog niet (geheel) is af-

gewikkeld kan mediation goede

diensten bewijzen. Buitenrechte-

lijke afwikkeling verdient naar mijn

mening de voorkeur boven proce-

deren. Ik denk dat we daarmee de

rechters ook een plezier doen.

Het moet dus bij whiplash niet om

de vraag gaan: Hoe kom je er aan?,

maar veeleer om: Hoe kom je er van-

af?

Theo Kremer

Directeur Stichting Personenschade

Instituut van Verzekeraars (PIV)

De schadeverzekeraar LetselschadeDe advocaat

Page 33: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 232 33

Controverse hindert afhandeling schadeclaims

De Letselschade Raad zet zich in voor

een soepele en snelle schadeafhan-

deling, waarbij het slachtoffer centraal

staat. De Raad werkt daartoe nauw sa-

men met de organisaties die actief zijn

op het gebied van letselschade. De Raad

geeft voorlichting via de website www.de-

letselschaderaad.nl.

Sinds 2007 geldt de Gedragscode Be-

handeling Letselschade (GBL) en sinds

6 juni 2012 is daar, onder coördinatie van

De Letselschade Raad, de Medische Pa-

ragraaf aan toegevoegd – zie www.de-

letselschaderaad.nl/MedischeParagraaf.

In de GBL staat het slachtoffer centraal.

Sinds de introductie van de GBL en het

verbindend verklaren van de GBL door

het Verbond van Verzekeraars is in de

letselschadepraktijk veel in positieve zin

veranderd. Er is echter nog het nodige te

verbeteren, zeker in de afhandeling van

whiplashzaken.

Regels en termijnen

De GBL bevat gedragsregels die de

afhandeling van letselschadezaken in

goede banen leiden. Belangenbeharti-

gers en verzekeraars die de GBL volgen,

focussen hun aandacht op het vinden

van oplossingen voor de aanwezige pro-

blemen. Zij voorkomen daarmee dat de

afhandeling van een letselschadezaak

een onnodig lange strijd wordt. Wie de

GBL naleeft, respecteert ook termijnen:

de verzekeraar behoort binnen drie

maanden een besluit te nemen over de

aansprakelijkheid en binnen twee jaar de

schade af te handelen. Het slachtoffer,

al dan niet via zijn belangenbehartiger,

dient daar medewerking aan te verle-

nen. Alleen met goede redenen mogen

partijen van deze termijnen afwijken. Een

langere termijn kan overigens in het be-

lang zijn van het slachtoffer, bijvoorbeeld

omdat binnen twee jaar niet duidelijk is

wat de blijvende beperkingen als gevolg

van het ongeval zijn.

De afhandeling van claims in verband

met whiplash is ingewikkeld als gevolg

van de controverse in de medische we-

reld over de vraag of en in welke mate

whiplash leidt tot beperkingen. Medisch

adviseurs beoordelen daardoor verschil-

lend of klachten zijn veroorzaakt door het

ongeval. Over de gevolgen op termijn be-

staat al helemaal geen eensgezindheid.

Focus op hier en nu

Intussen is het whiplashslachtoffer de

dupe van deze controverses. Na een

ongeval wil iedereen zo snel mogelijk

zijn leven weer oppakken. De werk-

groep Materiële Normering van De

Letselschade Raad pleit daarom voor

‘demedicalisering’ of ‘dejuridisering’ bij

de schadeafhandeling van whiplashpa-

tiënten. Door te focussen op het hier en

nu ontstaat ruimte om samen te werken

aan concrete oplossingen voor de ge-

volgen van een ongeval. Een goed voor-

beeld van een pragmatische aanpak is

het project ‘Pandora’, een initiatief uit

de markt, waarbij verzekeraars, letsel-

schadeadvocaten en -bureaus samen

een nieuwe aanpak van whiplashzaken

hebben ontwikkeld. Zij geven prioriteit

aan het herstel van het slachtoffer, heb-

ben meer aandacht voor de emotionele

kant van het schaderegelingproces en

zorgen voor een snellere afwikkeling

van zaken. In het besef dat een snelle

re-integratie van het slachtoffer in het

belang van alle partijen is.

Deborah Lauria,

directeur De Letselschade Raad

Whiplashpatiënten hebben vaak grote moeite om hun letselschade

vergoed te krijgen. Meer eenheid in de schadeafhandeling bij een

whiplash is hoog nodig. Uit een probleemanalyse van de werkgroep

Materiële Normering van De Letselschade Raad blijkt dat de juri-

disering en de medicalisering van whiplashzaken het vinden van

oplossingen in de weg staan.

De schadeverzekeraar Letselschade De Letselschade raad Letselschade

Page 34: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

434

De aansprakelijke partij, in de meeste

gevallen krijg je direct te maken met

diens verzekeraar, hoort alle schade te

vergoeden die voortvloeit uit het ongeluk.

Deze vergoeding doet recht aan de ernst

van het letsel en de geleden en te lijden

schade. Dat gaat veel verder dan alleen

het vergoeden van tastbare zaken, zoals

blikschade aan een auto. Het probleem

zit in het vaststellen van de beperkin-

gen die je ondervindt van het ongeval.

Wat is de omvang van de dingen die je

niet meer kan en wat is daar een reële

compensatie voor? Bijvoorbeeld werk:

wat is je verlies aan verdienvermogen.

Nu, op dit moment, maar ook tot aan het

einde van je beroepscarrière. En denk

ook aan kosten voor thuiszorg omdat je

zelf je huis niet meer kunt schoonmaken

of behandelingskosten die niet worden

vergoed door jouw zorgverzekeraar. Een

ander belangrijk vraagstuk is de causa-

liteit: komt de schade die je ondervindt

voort uit het ongeval?

Deskundige hulp bij

juridische trajecten

Om te beginnen is het aan te raden al-

tijd een belangenbehartiger in te scha-

kelen en niet alleen met de verzekeraar

van de aansprakelijk te stellen partij in

gesprek te gaan. Waarom een juridisch

belangenbehartiger? Over het algemeen

zijn whiplashzaken complex. En jij hebt

door je whiplash beperking letterlijk en

figuurlijk immers al genoeg aan je hoofd.

Kies daarom altijd voor een deskundige,

zoals een schaderegelaar of een letsel-

schadeadvocaat met stevige kennis van

letselschade en whiplash om tot een pas-

sende afwikkeling te komen. De uitkomst

van je letselschadeproces is namelijk

mede afhankelijk van de kwaliteit van de

belangenbehartiger die je inschakelt.

Wie in te schakelen?

Het is belangrijk is om een belangenbe-

hartiger te vinden bij wie je het vertrou-

wen hebt dat deze jouw zaken optimaal

zal behartigen. Dan wordt je daar zelf

minder mee belast en kan jij je focussen

op herstel. Bij het kiezen van de juiste

belangenbehartiger kun je op diverse

zaken letten zoals: wat is de kennis en

ervaring met whiplashzaken? Dragen

ze een keurmerk van de branche of be-

roepsvereniging? Werken ze alleen voor

slachtoffers (om belangenverstrengeling

te voorkomen)? Kunnen de kosten ver-

goed worden? Is er tijd voor gesprekken

met de cliënt? Hoe zit het met vertegen-

woordiging bij de rechter?

Houd er rekening mee dat belangenbe-

hartigers van rechtsbijstandverzekeraars

zich veelal maar tot een beperkt niveau

qua tijd en budget kunnen inzetten. Het is

vaak ook mogelijk om vanuit de rechtsbij-

standsverzekering een belangenbeharti-

ger van je eigen keuze in te schakelen.

Als er naast whiplash sprake is van bij-

voorbeeld ontslag, WIA of de overgang

van loondienst naar zelfstandig onder-

nemerschap is het handig een letsel-

schadeadvocaat of schaderegelaar met

een groot netwerk zoeken. Of een advo-

catenkantoor met kennis van arbeids-

recht, sociale zekerheidsrecht en even-

tueel ondernemingsrecht.

Schaderegelaar is een vrijgevestigd be-

roep en zij mogen volgens no-cure, no

pay constructies werken. In de meeste

gevallen is dat niet gunstig voor slacht-

offers, maar er zijn situaties waarin het

een uitkomst kan zijn (bijvoorbeeld bij

onduidelijkheid over de vaststelling van

de aansprakelijkheid, te verwachte dis-

cussies over causaliteit en een onzekere

financiële positie van een slachtoffer).

Kijk uit voor malafide constructies, zoals

onnodige gebruik of dubbel declareren.

Als je er met de verzekeraar niet uitkomt,

kan je kiezen voor het inschakelen van

de rechter via een deelgeschil of proce-

dure. Let op: schaderegelaars kunnen

niet naar de rechter, dat mogen alleen

advocaten. Dus als je gebruik wilt maken

Balans tussen herstel, recht en respectLetselschade is de lichamelijke en geestelijke schade die iemand heeft ten gevolge van een onge-

luk. In Nederland heeft een slachtoffer recht op een vergoeding van de letselschade als een ander

hiervoor aansprakelijk is. Hierbij moet de betrokkenheid en aansprakelijkheid van de veroorzaker

bewezen worden.

Patiëntenperspectief Letselschade

Page 35: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 234 35

van de wet deelgeschillen of een gerech-

telijke procedure, dan heb je (in elk geval

voor dat deel) een advocaat nodig.

Sinds 2010 is het door invoering van een

nieuwe wet mogelijk dat slachtoffer, be-

langenbehartiger en verzekeraar deel-

geschillen tussentijds aan een rechter

kunnen voorleggen. Het doel is om ein-

deloze discussies over een geschilpunt

te voorkomen, zodat de schadeafwikke-

ling niet onnodig lang hoeft te duren.

Een andere mogelijkheid is mediation.

Dan bemiddelt een onafhankelijke partij

tussen jou en de verzekeraar om tot een

gezamenlijke aanpak of oplossing te ko-

men.

Vraag advies

Dus let op kwaliteit en bevoegdheid: kijk

om je heen, vraag het de WSN, de Let-

selschaderaad, lotgenoten en check bij

www.keurmerkletselschade.nl. Maar ook

de Letselschade Helpdesk die de WSN

in samenwerking met ASP heeft opge-

richt, kan je helpen.

Een vermoeiend traject

In de praktijk blijkt een letselschadetra-

ject vaak een lange en moeizame weg

te zijn. Het traject is complex en je moet

telkens weer je verhaal doen. Dat kost

veel energie voor jou als slachtoffer. Ze-

ker als het langer duurt en jouw verhaal

in twijfel wordt getrokken. Zijn je klach-

ten wel zo erg? Zijn ze wel het gevolg

van het ongeval? Op zich logisch vanuit

het perspectief van de verzekeraar om

argumenten te zoeken om jouw verhaal

te ontkrachten (want alleen voor de on-

gevalschade zijn zij verantwoordelijk),

maar die bejegening kan heel negatief

en kwetsend zijn. En het voelt al snel als

een strijd om jouw integriteit. Bovendien

beschikt de verzekeringsmaatschappij

over veel meer uithoudingsvermogen,

kennis en expertise dan jij als slachtoffer.

Als de gevolgen van het ongeval beperkt

zijn, dan komen de verzekeraar en het

slachtoffer er gezamenlijk nog redelijk

goed uit. Over het algemeen geldt: hoe

groter en langduriger de gevolgen, hoe

meer de belangen uit elkaar gaan lopen,

en hoe scherper het traject. Er zijn echter

wel verschillen tussen verzekeraars. Een

aantal verzekeraars staat zelfs bekend

om hun scherpe whiplashbeleid, andere

verzekeraars zijn constructiever.

Expertise

Om inzicht te krijgen in het letsel en de

gevolgen ervan, wordt een expertise ge-

daan. Deskundigen uit verschillende dis-

ciplines kunnen hiervoor gevraagd wor-

den. De resultaten van hun bevindingen

drukken ze uit in een geschat percentage

functieverlies.

Neurologen treden steeds minder vaak

als medisch expert op in whiplashzaken,

nu de NVN de richtlijn tot bepaling van

functieverlies heeft aangepast. Daarin is

per november 2007 vastgesteld dat het

post-whiplashsyndroom moet worden

gezien als een chronisch pijnsyndroom

zonder neurologisch (objectiveerbare af-

wijking/letsel van het zenuwstelsel) sub-

straat. Zonder een objectiveerbare afwij-

king van het zenuwstelsel kan de richt-

lijnneuroloog geen beperking duiden

en dus geen percentage functieverlies

toekennen. De deskundige mening van

een neuroloog die de richtlijn van de

NVN gemotiveerd niet volgt, wordt wel

in de rechtbank meegenomen. Zij kun-

nen ook kiezen voor het hanteren van

de AMA-guide. Dit is een internationale

index waarmee invaliditeit bij letselscha-

de bepaald kan worden. Maar het wordt

steeds lastiger om een neuroloog te vin-

den die van de NVN-richtlijn wil afwijken.

In de praktijk is sprake van polarisering.

Verzekeraars willen een richtlijnneuro-

loog, slachtoffers een andere.

Patiëntenperspectief Letselschade

Page 36: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

436

Vanwege de veranderde positie van

neurologen worden ook andere beroeps-

groepen benaderd voor een expertise,

zoals revalidatie-artsen en verzekerings-

artsen.

Vervolgtraject

Bij een grote schade volgt er na de medi-

sche expertise meestal nog een vervolg-

traject in de vorm van een arbeidsdes-

kundige expertise. Hierbij wordt gekeken

naar welke gevolgen het ongeval heeft

voor het uitoefenen van je huidige werk

en je mogelijkheden tot (ander passend)

werk in de toekomst. De arbeidsdeskun-

dige beoordeelt in welke mate je beperkt

bent om werk uit te voeren.

Wanneer afronden en waarom?

Het is begrijpelijk dat je het graag wilt

afronden, omdat het traject al de no-

dige energie heeft gekost. Maar… wik-

kel je zaak niet af, voordat je het ge-

voel hebt dat je gezondheidstoestand

stabiel is en er geen grote verbetering

of verslechtering meer te verwachten

is. Er kunnen allerlei argumenten mee-

wegen bij de beslissing om wel of niet

versneld af te ronden. Hoe belangrijk

is maximale financiële compensatie?

Hoe staat het met je uithoudingsvermo-

gen? Wil je tot het randje gaan? Etc.

Dit hangt helemaal af van je persoon-

lijke situatie. Zeker in zaken waarin de

verhoudingen zich verharden en de

bejegening te wensen over laat, kan

het een principekwestie worden om tot

een zorgvuldige afwikkeling te komen.

Het gaat niet alleen om een financiële

compensatie van de schade, maar ze-

ker ook om zorgvuldigheid, respect en

erkenning.

Breekpunten

Niet iedere belangenbehartiger beschikt

over voldoende kennis en kwaliteit. Het is

van belang dat slachtoffers op de hoogte

zijn van de kwaliteitsverschillen tussen

belangenbehartigers en dat de keuze

van een belangenbehartiger een cruciale

invloed heeft op het schadevergoedings-

proces.

Een letselschadetraject kan een uitput-

tingsslag zijn door de ongelijke posities

van de verzekeraar en het slachtoffer als

het gaat om expertise, uithoudingsver-

mogen, tijd en geld. Dit kan je veel frus-

traties, ergernis en dus energie kosten.

Maar ook geld. Het komt niet zelden voor

dat voorschotten worden ingehouden of

dat er geen reactie komt van een verze-

keraar of een belangenbehartiger. Of dat

ze onzorgvuldig omgaan met de privacy

en het medisch dossier van een slachtof-

fer. Het opstellen van een behandelplan

letselschade (onderdeel GBL) kan een

oplossing bieden om hier afspraken over

te maken, al biedt het geen garanties.

Grote belangen die op het spel staan hou-

den oplossingen tegen. Er is nog altijd

sprake van een wisselend beleid van ver-

zekeraars, rechters en artsen als het gaat

om bewijs. De discussie blijft actueel of er

een medisch aantoonbare oorzaak moet

zijn of dat het voldoende is om klachten

en beperkingen aannemelijk te maken.

Nodig voor een doorbraak

Positief is dat er steeds meer initiatieven

in het veld komen om naar oplossingen

te zoeken. Te denken valt aan het op-

stellen van een gedragscode, Pandora

(daarin bepaalde de cliënt zelf zijn be-

handeltraject), mediation, etc.

Zeker is dat de men bij de afwikkeling

van letselschade profijt zou hebben van

beter medisch inzicht.

Op korte termijn kan dit worden onder-

vangen door te investeren in herstel,

waarbij good practices in de zorg en re-

integratie input kunnen geven voor wen-

selijke interventies. De overgebleven

schade na het hersteltraject (na circa

2 jaar) is de basis voor de financiële

compensatie. Zo is een goede balans

te vinden tussen het belang van een

slachtoffer om zijn leven weer zo goed

mogelijk op te kunnen pakken en het

belang van de verzekeraar de schade te

beperken.

Daarnaast is het wenselijk om goede

voorlichting te geven aan slachtoffers.

Bijvoorbeeld door inzicht te geven in de

kwaliteitsverschillen die er tussen belan-

genbehartigers zijn. Ook liggen er verbe-

terpunten op het terrein van toegankelijk-

heid tot het recht, vooral ten aanzien van

de betaalbaarheid. De Wet deelgeschil-

len is een enorme stap vooruit.

Het letselschadetraject zou een effici-

ent traject moeten zijn en geen traject

waarbij onbestraft termijnen kunnen

worden gerekt en waarbij sprake is van

belangenverstrengeling door onder-

hands gemaakte afspraken. Ook is meer

transparantie over de afhandeling van

whiplashzaken gewenst. Daarnaast is

het wenselijk dat verzekeraars en belan-

genbehartigers de slachtoffers van een

ongeval met respect bejegenen. Er zijn

richtlijnen voor zorgvuldige omgang met

privacy en informatie. De vraag is hoe

deze getoetst worden op naleving.

Redactie

Patiëntenperspectief Letselschade

Page 37: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 236 37

Sinds september 2011 ben ik portefeuillehouder voorlichting

en PR in het bestuur van de WSN.

De keuze voor een rol als vrijwilliger in een patiëntenorgani-

satie maak je niet zo maar. Daar kun je naar op zoek gaan, of

het overkomt je. Net als whiplash.

Mijn dochter, toen 23, overkwam dat laatste nu twee en een

halfjaar geleden, door een ski-ongeval. Ondanks dat wil ze per

se haar studie afmaken. Dat vraagt de nodige aanpassingen

aan haar studie- en revalidatieprogramma en haar sociale le-

ven. Door haarzelf en door haar omgeving.

Storend element daarin is de opstart en de eerste fase van

een letselschadeprocedure. Je zoekt een advocaat die ge-

specialiseerd, toegankelijk en gemotiveerd is. Je wordt

meerdere keren door de molen van vragen en antwoorden

geperst. Bovendien moet je meer dan één keer een verkla-

ring afleggen en die van anderen beoordelen. Tijdrovend,

vervelend en emotioneel want het roept herinneringen op en

het is confronterend.

Er gaat veel tijd verloren, voordat je voor de rechter staat met

de principiële uitspraak ‘onrechtmatige daad’ - en daarmee de

erkenning van aansprakelijkheid van de veroorzaker.

Want de uitkomst bepaalt toch voor een belangrijk deel je

financiële speelruimte. En daarmee de leefomstandigheden

op korte én langere termijn. Het uitblijven van duidelijkheid

daarover vergroot je zorgen.

Op basis van de hopelijk voor haar gunstige uitspraak, kun-

nen we met de tegenpartij zaken doen over afhandeling. Ver-

goeding van gemaakte en nog te maken kosten maar ook de

afkoop van die jaren die een patiënt later in het arbeidsproces

kan instromen. Die gederfde inkomsten zijn helder gedefini-

eerd in de Letselschade Richtlijn Studievertraging.

Maar als dat allemaal niet zo mag zijn: wat dan?

En, hoe snel of hoe langzaam we kunnen rekenen op een con-

crete afhandeling?

Met die onzekerheid in gedachten zeg ik: ‘het wordt tijd voor

snelle en duidelijke procedures!’

Herman Kalfsterman

Vooral lange weg naar afhandeling

ervaring Letselschade

WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 2 37

Page 38: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

438

De impact van whiplash reikt soms veel verder dan alleen de

fysieke klachten. De patiënten hebben te maken met pijn en

beperkingen in het dagelijkse leven, maar ook andere zaken

houden hen bezig. Onzekerheid bijvoorbeeld. Gaat het over?

Wanneer? En wat als het niet over gaat? En onbegrip, uit de

(al dan niet directe) omgeving.

Door mediastilte lijkt het alsof whiplash niet meer voorkomt of

eenvoudig te genezen is. Niet waar. Per jaar komen er zo’n

10-20.000 nieuwe gevallen bij. En behandeling kan een lang-

durige, individuele zaak zijn zonder garantie voor succes.

Vaak is er eerst veel begrip vanuit de omgeving, maar naar-

mate de klachten langer duren neemt dat begrip af. Dat is een

extra belasting voor degene met whiplash. In sommige geval-

len leidt dat er toe dat mensen met pijn en andere klachten

toch maar gaan werken. In andere gevallen heeft dit grote

invloed op het sociale leven. In beide gevallen komt het de

kwaliteit van leven niet ten goede.

Voor iemand met whiplash is het een enorme opluchting om

serieus te worden genomen. Als patiënt kun je bijdragen aan

dat begrip door zo goed mogelijk aan te geven wat je wel en

niet kunt. Zo wordt het geven van een passende behande-

ling of het kiezen van een succesvolle benadering en omgang

eenvoudiger.

Belangrijker nog, hoewel makkelijker gezegd dan gedaan, is

jezelf begrijpen en accepteren. Luister naar je lichaam en pro-

beer die dingen te doen die plezierig én haalbaar zijn. Accep-

teer dat je beperkingen hebt. Daar mag je verdrietig om zijn,

maar praat jezelf niet helemaal de put in. Begrip en hulp van

anderen speelt daarbij vaak een onmisbare rol.

Hoe kijken betrokkenen aan tegen de invloed van whiplash

op het leven en welzijn van de patiënt? Waar liggen de knel-

punten in acceptatie, begrip en de bereidheid tot dialoog om

samen een aanpak zoeken?

Ligt de bal voor een verbetering van de situatie bij de patiën-

ten? Die de muur van onbegrip zelf moet slechten, het initiatief

moet nemen en open moet zijn over wat hij of zij wel en niet

kan?

Of mogen we van professionele hulpverleners verwachten dat

zij zich meer verdiepen in de kwaliteit van leven van hun pa-

tiënten zodat er samen aan oplossingen gewerkt kan worden?

In de hierna volgende artikelen komen zij aan het woord.

Whiplash: fysieke en mentale beproeving

Inleiding Leven & welzijn

Page 39: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 238 39

Zelfmanagementwww.zelfmanagement.com

Het is een hele klus de ziekte of beperking

een plaats te geven in het dagelijks

leven. Er voor zorgen dat uw ziekte past

in uw leven in plaats van andersom, dat

is de gedachte achter het heft in eigen

hand nemen. In de zorg wordt dit laatste

ook wel zelfmanagement of zelfzorg ge-

noemd.

Zie ook het filmpje: http://www.zelf-

management.com/patienten/

Pijn- en Energiemeterhttp://www.whiplashstichting.nl/nl/

activiteiten/pepmeter.html

Als u last heeft van pijn en vermoeidheid,

is het belangrijk om te weten waardoor

dat veroorzaakt wordt en waar uw

grenzen liggen. Door uw bezigheden

tijdens twee ‘normale’ weken in te vullen

in de PEP-meter krijgt u meer inzicht

in uw belastbaarheid en de activiteiten

die u het meeste pijn en vermoeidheid

bezorgen.

Gezondheid 2.0 is participatie / patiënt 2.0 RVZ:http://www.zorgvisie.nl/Nieuws/07155/

RVZ-Gezondheid-2.0-versterkt-positie-

patient.htm

De Raad voor de Volksgezondheid en

Zorg (RVZ) omschrijft Gezondheid 2.0

als het gebruik van sociale media via

internet in de zorg waardoor patiënten

meer betrokken worden bij hun eigen

behandeling. Gezondheid 2.0 versterkt

de positie van de patiënt en kan de zorg

kwalitatief beter en efficiënter maken.

Er zijn tal van Initiatieven op het gebied van leven & welzijn. Whiplash gericht of verwant. Wij geven in dit nummer een

overzicht van bij ons bekende projecten, acties, activiteiten en organisaties die op een of ander manier betrekking heb-

ben op het verkrijgen van inzicht en kennis, het bij elkaar brengen van partijen en/of het informeren van de keten van

belanghebbenden. De lijst is wellicht niet compleet; de WSN ontvangt graag melding van niet genoemde initiatieven.

Wist u dat...? Leven & welzijn

Page 40: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

440

Leven en welzijn

Presentietheorie en kwaliteit

Whiplash wordt meestal veroozaakt

door een ander. Op den duur zit echter

vooral het slachtoffer met de nadelige

gevolgen. Kort na het ongeluk is er alle

begrip vanuit de omgeving, maar dat be-

grip neemt af als de symptomen blijven

bestaan, maar de schade niet langer

zichtbaar is. De symptomen van whip-

lash hebben nadelige gevolgen voor het

welbevinden, lichamelijke functioneren

en het sociale leven.

De grote uitdaging voor mensen na een

whiplash is om – ondanks de belemme-

ringen – weer een betekenisvol leven te

leren leiden dat plezier geeft.

Voor hen is er de uitdaging om niet weg

te zakken in hulpeloosheid. Daarbij kan

de directe omgeving helpen door begrip

te tonen en steun te bieden. Wat niet

meer is te veranderen, zal men moeten

leren accepteren. En om ondanks alle

belemmeringen weer een leven te lei-

den dat voldoening geeft. Vier leefregels

kunnen daarbij helpen:

1) Kies een plezierige bewegings-

activiteit

2) Maak een plan waarin staat wanneer

je precies met wie welke plezierige

dingen gaat doen

3) Stel haalbare doelen

4) Sta je toe om af en toe verdrietig te

zijn, maar pak wel na een verdrietige

dag de draad weer op

In onderzoek en behandeling zal daarbij

aandacht moeten zijn de ontwikkeling

van praktische handvatten die daar-

aan kunnen bijdragen. Vooral mensen

die hulpeloos zijn en kwetsbaar voor

onbegrip moeten hierbij professionele

hulp kunnen krijgen. Een netwerk van

bekwame, begripvolle en oplossingsge-

richte kan die hulp bieden.

Prof.dr. Rinie Geenen

Universiteit Utrecht

Afdeling Klinische en Gezondheids-

psychologie.

De psycholoog Leven & welzijn

Meer en meer stijgen er geluiden op over

kwaliteitskaders voor het leveren van

goede zorg. Vanuit huidige discoursen

zijn we geneigd om ons te richten op

medisch technische aspecten van

kwalen en op ‘kracht’ en ‘empowerment’.

Dat kan behulpzaam zijn, maar dat

verliest mogelijk ook iets heel belang-

rijks uit het oog. Juist bij ziekten die

moeilijker te doorgronden zijn en waar-

bij het klachtenpatroon soms grillig ver-

loopt, zoals bij whiplash. ‘Goede zorg’

volgens verantwoordingskaders kan

patiënten dan toch nog emotioneel in

de kou laten staan. Vanuit de zorgethiek

streven we naar kwaliteitskaders die

recht willen doen aan de kwetsbaarheid

van patiënten. ‘Afgestemd raken op wat

er toe doet voor de ander’ is waar het

dan om draait. Goede zorg valt dan vast

te stellen door gevoelig te worden voor

mismatch en een gebrek aan ‘fit’, zoals

de filosoof Schuijt dat in het licht van

zorgzaamheid beschrijft. Dat is nader

uit te werken naar de vraag wat er van

een patiënt gezien wordt en wat niet, in

hoeverre er sprake is van reductie tot

een ziektebeeld, kortom waar kansen

liggen om het begrip tussen hulpverlener

en patiënt te vergroten. Bij voorkeur in

de richting van een perspectiefwisseling

(zo kan de hulpverlener zicht krijgen op

de logica, leefwereld en knellingen van

de patiënt), op grond waarvan passende

zorg kan worden geboden. Ook als het

hulptraject al enige tijd op gang is, blijft het

checken van de kwaliteit van afstemming

van grote waarde. Zo komen we tot

kwaliteitsystemen die voorkomen dat er

leed wordt toegevoegd aan het leven van

mensen die zich al in kwetsbare posities

bevinden.

Meer lezen hierover kan via www.

zorgethiek.nu of www.presentie.nl

Prof. dr. Anne Goossensen

Hoogleraar presentie en geestelijke

gezondheidszorg aan de UvH

Hoogleraar presentie Leven & welzijn

Page 41: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 240 41

(*) Cees Renckens is voormalig gynaecoloog en voorzitter van de Vereniging tegen Kwakzalverij.

(**) Kees Vos is huisarts, onderzoeker naar chronische pijn en voorzitter van de Medische Advies Raad van de WSN.

Wat gebeurt er na whiplash

met je leven?

Een whiplash valt altijd onverwacht je

leven binnen. Al is het scenario voor

iedere whiplashpatiënt anders en heeft

iedereen zijn unieke verhaal en omstan-

digheden.

Maar plots staat je leven op zijn kop en

kun je na een ongeval niet meer wat je

zou willen. Je kampt met lichamelijke

klachten en soms ook met concentratie

–en geheugenstoornissen. De uitdaging

is om ergens genezing te vinden en ook

te leren omgaan met je beperkingen.

Een (juiste) diagnose krijgen en een

passende therapie vinden, blijkt regel-

matig niet eenvoudig. Whiplash is moei-

lijk te diagnosticeren. En de therapie

waar de één baat bij heeft, hoeft voor

een ander niet te werken. Als de klach-

ten langer aanhouden dan verwacht,

kun je er niet omheen dat het leven een

andere wending neemt. Want je norma-

le ritme is verstoord door een diversiteit

aan klachten. In geval van een gebroken

arm weet iedereen welke hulp, beleid

en termijn er voor herstel nodig is. Welk

perspectief je na een whiplash wacht is

moeilijker in te schatten. Dit brengt vaak

onzekerheid met zich mee.

Ervaringen met het imago van

whiplash (Is het wel echt?)

Hoe staat het met het imago whiplash

anno 2012? In de media wordt de laat-

ste jaren weinig over whiplash bericht.

Onlangs schrok ik van de reactie van

een bekende, die zei: Whiplash bestaat

toch helemaal niet, het is een verzeke-

ringsziekte en hype geweest. Je hoort er

toch nooit meer over? Uit de cijfers blijkt

niet dat er een trendbreuk is in het aan-

tal mensen wat whiplash oploopt. Ge-

lukkig komen er ook andere reacties bij

onze stichting binnen, zoals van een lei-

dinggevende die bij de WSN tips vraagt

hoe hij rekening kan houden met de

klachten van zijn medewerker. Of advo-

caten, artsen en fysiotherapeuten die bij

de WSN informeren of ze op de goede

weg zitten. De onzichtbare- en moeilijk

aanwijsbare klachten blijven het imago

van whiplash echter parten spelen en

geven ruimte aan allerlei interpretaties.

Zoals blijkt tijdens een gesprek op radio

1 afgelopen september tussen de art-

sen Cees Renckens(*) en Kees Vos(**).

Dr. Renckens stelt dat RSI en Whiplash

modeverschijnselen zijn waarbij geen

objectiveerbare afwijkingen te vinden

zijn. Door psychologische besmettelijk-

heid verdubbelt volgens hem het onge-

zorg dragen voor je leven en welzijn

Patiëntenperspectief Leven & welzijn

Page 42: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

442

mak bij patiënten. Dr. Vos stelt dat door

deze denigrerende houding patiënten

zich niet serieus genomen voelen. De

negatieve voorstelling van whiplash

brengt schade aan patiënten en staat

het ontwikkelen van goede diagnostiek

en behandeling in de weg. De ziekte

whiplash bestaat wereldwijd. Patiënten

verzinnen dat niet mondiaal.

In de praktijk blijkt dat als klachten lan-

ger aanhouden, vaker druk van buitenaf

ontstaat om weer gewoon te gaan pres-

teren zoals men van je gewend is. Over

het algemeen is er minder ruimte dan

vroeger om aan herstel te werken. En

er is niets aan je te zien. Dat is lastig.

De onberekenbaarheid van bepaalde

klachten kunnen je omgeving en jezelf

enorm op de proef stellen. Zijn je klach-

ten niet van psychische aard? Dik je je

klachten niet aan? Moet je nu gewoon

niet eens doorzetten! Helaas blijkt een

centraal thema na whiplash het vinden

van (h)erkenning en begrip. Zowel voor

degene die de klachten doormaakt als

voor een partner of het gezin. Bij whip-

lash ben je er afhankelijk van in welke

mate de klachten door de omgeving

worden aanvaard. Het imago whiplash

roept het beeld op van een lastige pati-

ent of een mogelijke ziektewinstzoeker.

Dit heeft een beperkend effect op de be-

reidheid klachten op waarde te schatten.

De kloof die ontstaat tussen de inschat-

ting van wat je kunt door je omgeving

en die door jezelf, geeft spanningen. Dat

is belastend. Terwijl voor herstel nu juist

rust en ondersteuning nodig is. Het zal

geen verrassing zijn dat onbegrip diep

ingrijpt op het gevoel van welbevinden.

Zeker als er wordt getwijfeld aan de per-

soonlijke integriteit of de psychische ge-

zondheid. Onbegrip ondermijnt het zelf-

vertrouwen en de zelfwaardering. Een

patiënt schreef: “Als ik begrip krijg doet

dat veel met me: Ik tel mee en er wordt

gezien wie ik ben met (helaas) de beper-

kingen die ik heb. Door begrip te ontvan-

gen voel ik dat ik weer meetel”. Begrip is

dus belangrijk. Van belang is ook dat je

zelf de muur van onbegrip afbreekt daar

waar je hem ontmoet.

Het leven met de

klachten na whiplash:

Hoe de ervaringen met je omgeving ook

zijn, je krijgt te maken met je eigen om-

gang met de situatie. Des te ingrijpender

een whiplash je ontwricht, des te meer

noodzaak er ontstaat om je leven onder

de loep te nemen. Dat vraagt om zelf-

management.

Als startpunt is het belangrijk je te

(gaan) realiseren wat er met je is en wat

je wel en niet kunt. Dat geeft de moge-

lijkheid je leven anders te gaan indelen

en opnieuw op te pakken. Door de regie

zoveel mogelijk in eigen hand te nemen

kun je actief voor jezelf zorgen. Dat kan

ook inhouden dat je gericht hulp vraagt

waardoor je minder tegen je beperkin-

gen hoeft te vechten.

Als je niet tegen je klachten en je situatie

vecht, maar er mee werkt, heb je minder

stress. Leven met een verminderde of

onbetrouwbare belastbaarheid is lastig.

In verschillende mate kan dat een ver-

minderde controle over je leven beteke-

nen. Dat kan angst, woede of het ver-

driet veroorzaken. Door hier aandacht

aan te besteden is er een omgang mee

te vinden. Je lichaam hoeft geen vijand

te worden maar een vriend die je de weg

helpt wijzen. Hoe vervelend de klachten

ook zijn. Door te ontdekken naar welke

signalen je moet luisteren om niet over

je grenzen te gaan, bouw je vertrouwd-

heid met je veranderde conditie op. Pro-

beer ook niet alles in één keer op te los-

sen. Als je dagelijks het meest urgente

probleem aanpakt, vermijd je chaos en

uitputting. Gun jezelf op tijd ontspanning

en rust. Of neem eens een dagje ‘vrij’

van hoe het allemaal zou moeten. Zorg

voor (leuke) uitdagingen op het niveau

wat je denkt aan te kunnen. Daarmee

krijg je zicht op hoe je grenzen werken.

Tja, als dan blijkt dat je er een paar da-

gen fysiek voor moet boeten, gaat het

erom of het de moeite waard geweest is.

Mentaal kan je je soms weer helemaal

opgeladen voelen en blijft de balans uit-

eindelijk positief. Als je initiatieven suc-

cesvol zijn, voed je ook je zelfvertrouwen

Patiëntenperspectief Leven & welzijn

Page 43: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 242 43

en zelfwaardering. Dat stimuleert het ge-

voel een zinvol leven te leiden. Bewust

ervaren en kiezen wat je nodig hebt,

zorgt ervoor dat je de regie behoud. Dit

stilstaan bij wat wezenlijk van belang is in

je leven brengt ook bewuster genieten en

kwaliteit met zich mee. Als je goed voor

jezelf zorgt en kijkt hoe je je talenten in

je leven kunt laten stromen, is er een be-

langrijke basis voor balans of herstel.

Drempels in de communicatie:

Het kan een wederzijdse beproeving zijn

om de ontstane situatie na een whip-

lashtrauma op waarde geschat te krijgen.

Waar loopt men tegenaan en hoe kan

deze drempel overbrugd worden?

Drempels voor jezelf:

In zakelijke relaties, bijvoorbeeld met

de( bedrijfs)arts of werkgever is het

van belang om rustig en helder te ver-

woorden hoe je klachten je leven be-

invloeden. Door hoofd- en bijzaken te

scheiden. Tevens open te staan voor

datgene wat de ander inbrengt. Pro-

beer eventueel onbegrip te overbrug-

gen door inzicht te blijven geven, vra-

gen te stellen en voorstellen te doen

waar je oplossingen ziet. Onderzoek

bijvoorbeeld of strikte regels flexibeler

gehanteerd kunnen worden. In de privésfeer kun je je naast het

bovenstaande afvragen in hoeverre

de ander altijd om uitleg vraagt. In

sommige gevallen kan het handig zijn

de ander een folder of een klein infor-

matieboekje te laten lezen. De neiging

kan bestaan om vaker in de verdedi-

ging te gaan dan nodig is. In prakti-

sche situaties is het stellen van de

condities die je nodig hebt vaak prima

werkbaar, zonder verdere uitleg te ge-

ven. In partnerrelaties is het belangrijk

om aandacht te besteden aan hoe de

klachten invloed hebben op het geza-

menlijk leven. De veranderingen kun-

nen een grote impact op een partner

hebben. De bespreekbaarheid en het

vinden van een gezamenlijke omgang

is van belang om ook een nieuw even-

wicht te vinden in de relatie.

Drempels voor de ander:

In zakelijke relaties: Het openstaan

voor klachten die moeilijk objectiveer-

baar zijn. Zodat er waargenomen kan

worden wat degene met whiplash ver-

teld en meegedacht kan worden met

de beperkingen en mogelijkheden.

In de privésfeer blijken partners soms

te beschermend te worden uit angst

de partner weer onderuit te zien gaan.

Meevoelen is belangrijk en men moet

ook wennen aan de veranderingen.

Toch is van belang degene met whip-

lash zijn eigen leerproces te laten

doorlopen en de grenzen niet voor de

ander te willen vaststellen. Voor beide

partijen is het belangrijk ziekte-inzicht

te verwerven en dit bespreekbaar te

maken. Het maakt dat er voor beiden

ruimte blijft voor de eigen invulling en

verantwoordelijkheid in het leven.

Breekpunt:

In zakelijke relaties: Openstaan voor

de diversiteit aan klachten die whip-

lash met zich mee kan brengen. Door

wederzijds vertrouwen ontstaat een

basis waarin onderzocht kan worden

hoe een optimaal functioneren, be-

reikt kan worden.

In de privésfeer: Tijd en aandacht

(blijven) schenken aan de impact van

een whiplash op het leven van beide

partners. Dit vraagt geduld, medele-

ven, loslaten, soms ook humor en het

openstaan voor elkaar. Als er voor

beide partners ruimte is, hoeft whip-

lash op den duur geen centraal the-

ma meer te zijn in de relatie, als het

in het leven samen vergroeien kan.

Wensen voor de toekomst:

In zakelijke relaties: Vooral accepta-

tie en begrip. Daarnaast bereidheid

om mee te willen denken in creatieve

omgangsmogelijkheden met de be-

perkingen als gevolg van whiplash.

Opdat mensen zich maximaal op een

passende manier in de maatschappij

kunnen ontplooien. Dat zou enorme

steun geven!

In de privésfeer: Vooral wederzijdse

bereidheid om veranderingen be-

spreekbaar en draagbaar te maken,

voorzien van een grote dosis humor

en liefde.

Redactie

Patiëntenperspectief Leven & welzijn

Page 44: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

Algemene hulpverlening via de telefoon en e-mail:

Wie de telefonische hulpdienst belt, wordt via ’optie 1 – vragen

over whiplash’ doorverbonden met een contactpersoon van de

WSN. De contactpersonen zijn op bepaalde tijden van de dag

bereikbaar. Wilt u weten welke tijden dit zijn? Raadpleeg hier-

voor de website van de WSN.

De meeste bellers zijn patiënt, maar circa 15% is partner, fa-

milie of hulpverlener.

Onderwerpen, die veel aan de orde komen zijn:

Algemene vragen over whiplash en de WSN;

Reguliere en alternatieve therapieën en behandelaars;

Revalidatie en het dagelijks leven;

Zaken die met werk en inkomen te maken hebben.

Maar veel mensen worstelen ook met vragen over de kwaliteit

van leven met een whiplash. Ze zoeken en vinden daarvoor

een luisterend oor, tips en adviezen. De gesprekken helpen

vaak om een beter inzicht te krijgen in de beperkingen en

de manier van omgaan daarmee. ‘Na een telefoontje zijn de

mensen vaak opgelucht dat ze hun verhaal kwijt konden. Ze

kunnen weer even vooruit,’ vertelt Rina Floris, één van de con-

tactpersonen.

Wie een telefonisch gesprek lastig vindt en een gerichte vraag

heeft, kan via een e-mail hulp vragen bij de WSN. Meer dan de

helft van de vragen per e-mail gaat over behandelingen / the-

rapieën en over whiplash in het algemeen. Een vraag per e-

mail wordt binnen vijf werkdagen beantwoord. Zo nodig houdt

de contactpersoon die de mail beantwoordt ruggespraak met

collegae of andere deskundigen.

De WSN investeert veel in hulpverlening over alle onderwerpen, die relevant kunnen zijn voor mensen met een whip-

lash. Centraal staat de vraag van de betrokkene, aan de hand waarvan de contactpersonen van de WSN informatie

geven, maar ook ondersteuning en begeleiding bieden. Ook familieleden en hulpverleners maken regelmatig gebruik

van de hulpverleningsdiensten.

Feiten en cijfers over de individuele hulpverleningAlgemene telefonische

hulpverlening

Algemene hulpverlening

via email

Advies- en meldpunt

Ziekte-verzuim en

arbeidsongeschiktheid

Letselschade-

helpdesk

Organisatie WSN WSN Steunpunt voor ME/CVS

en WSN

WSN en ASP(*)

Bestemd voor Whiplashpatiënten,

hun omgeving en

hulpverleners

Whiplashpatiënten,

hun omgeving en

hulpverlener

Whiplashpatiënten en

betrokkenen uit werkveld

Whiplash-patiënten

Alleen leden

Openingstijden Alle werkdagen 24 uur per dag;

Antwoord binnen

5 werkdagen

Op werkdagen;

9.00 tot 13.00 uur

Op donderdag;

15.00 tot 17.00 uur

Onderwerpen Informatie, advies en

een luisterend oor over

alle aspecten

Informatie en advies

over alle aspecten

Informatie, advies en be-

geleiding bij ziekteverzuim,

reïntegratie en WIA/WAO

Vrijblijvend advies

over letselschade-

procedures

Hulpverleners 23 WSN-contactpersonen 10 WSN-contactpersonen 2 Professionele krachten en

1 zeer ervaren vrijwilliger

25 ASP-advocaten

Gemiddeld aantal

contacten per jaar

350 165 150 90

Gemiddelde

gespreksduur

30 minuten n.v.t. 30-60 minuten 20-30 minuten

(*) Advocaten voor Slachtoffers van Personenschade (ASP)

44

Vervolg van dienstverlening (pag 27)Persoonlijke hulpverlening

Page 45: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

45 WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 244

Alle contactpersonen hebben een uitgebreide opleiding gehad

en volgen twee maal per jaar een bijscholing. De contactper-

sonen hebben direct toegang tot alle informatie van de WSN,

waaronder een overzicht van ervaringen met behandelaars en

therapeuten in heel Nederland. Zo nodig verwijzen ze door naar

de specialistische helpdesks voor ziekteverzuim/arbeidsonge-

schiktheid en letselschade of naar de telefoondiensten op maat:

voor (aanstaande) ouders, voor partners, over sensorische inte-

gratie en in de Friese en Limburgse taal.

Advies- en meldpunt ziekteverzuim

en arbeidsongeschiktheid

Via het advies- en meldpunt krijg je informatie en advies over

het hele traject van ziekteverzuim tot en met keuring door het

UWV en eventueel bezwaar en beroep. De medewerkers bie-

den ook begeleiding gedurende het proces. Meer dan 50%

van de bellers zijn ‘vaste klanten’, ze doen regelmatig een be-

roep op het meldpunt.

‘We streven ernaar dat whiplashpatiënten zelf de regie kun-

nen voeren over het traject en bieden daarvoor instrumenten

aan,’ vertelt Gemma de Meijer, contactpersoon. ‘We bieden

op de eerste plaats brochures en daarnaast, naar behoefte,

telefonische uitleg en begeleiding. We doen dit stap voor stap,

zodat iemand niet overvoerd raakt.’

De meest voorkomende thema’s zijn: De verzekeringsarts wil de term whiplash niet gebruiken,

maar spreekt van chronische rug- en nekklachten;

Het UWV wil bij de keuring geen beperking van de belast-

baarheid in uren aangeven;

Bezwaar- en beroepsprocedures tegen het UWV.

“Maar we zijn er ook om mensen een luisterend oor te bieden

en stoom af te laten blazen. Het blijkt dat de keuringen ge-

middeld gezien beter verlopen, als mensen goed voorbereid

zijn,” vertelt Gemma. “Reacties als ‘Ik voel me niet meer zo

machteloos’ of ‘Had ik maar eerder van jullie bestaan gewe-

ten’, motiveren ons team.”

Letselschade helpdesk

Bij de letselschadehelpdesk kunnen bellers een vrijblijvend

en kosteloos advies krijgen over letselschadeprocedures door

een advocaat. Alle advocaten die meewerken aan de help-

desk zijn lid van de ASP en hebben zich aangesloten bij het

juridisch netwerk van de WSN. De aangesloten advocaten

hebben meerjarige ervaring in whiplashongevallen en volgen

minimaal één maal per jaar een bijscholingsbijeenkomst van

de WSN. De meeste mensen die bellen, zijn onzeker over de

kwaliteit van hun huidige belangenbehartiger. Vaak is dit een

rechtsbijstandsverzekering. De betrokkenen voelen zich vaak

slecht geïnformeerd en hebben vooral vragen over: De voortgang van de procedure;

Schadeposten mogelijk vergoed kunnen worden;

Medische onderzoeken in het kader van de procedure.

‘Vaak is het mogelijk mensen gerust te stellen door zaken uit

te leggen,’ vertelt Arjan Rittersma, één van de medeoprichters

van de helpdesk. ‘Ik raad mensen soms aan om meer aandacht

voor hun zaak te vragen bij hun belangenbehartiger. Als de

zaak complex of onduidelijk is, adviseren we een second

opinion bij een ASP-advocaat of we verwijzen rechtstreeks

naar een andere advocaat.’

De helpdesk voorziet duidelijk in een behoefte. Regelmatig hoort

Arjan tot zijn verrassing, dat de bellers in het telefoongesprek

van dertig minuten meer informatie gekregen hebben dan van

hun belangenbehartiger in de afgelopen twee jaar.

Katy van der Sluijs

Persoonlijke hulpverlening

Page 46: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

46

Whiplash enonbegrepen!

de Juricon Adviesgroep

gespecialiseerd in Sociaal Verzekeringsrecht

(WAZ, WAO, WW), Sociale Voorzieningen (WVG en Pgb)

en reïntegratie (REA). Bezwaar-, beroeps- en

hoger beroepszaken en praktische reïntegratie.

Landelijk werkend.

Roel Beukema - ASSEN - tel. 0592 - 405336

Heeft u last van nek- of rugklachten of wilt u gewoon uw slaap -houding verbeteren en zo het maximale uit de nacht halen? Kies nu voor het revolutionaire M Line Athletic Pillow!

Dit unieke kussen is getest onder een panel whiplashpatiënten en 80% van deze groep gaf aan dat het Athletic Pillow heeft geholpen bij het verbeteren van hun nachtrust.

M Line Athletic Pillow®

is het eerste hoofd kussen dat

uw slaaphouding corrigeert

Uitholling Schouderuitsparing Nekgleuf Ooruitsparing Universele slaapzijde

www.mline.nl

advertenties

Page 47: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

47 WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 246

Advocaten voor Slachtoffers van Personenschade

Op 6 februari 2006 is een convenant gesloten tussen de WSN en ASP. Doel van dit convenant is om de juridische dienstverlening aan

whiplashpatiënten te optimaliseren. Door de ervaringsdeskundigheid van de WSN te combineren met de juridische expertise van de

leden van de ASP kunnen beide organisaties elkaar op een hoger niveau brengen.

Wat doet de ASP advocaat?

De ASP advocaat behartigt de belangen van het slachtoffer in

diens letselschade dossier. Bij deze belangenbehartiging staan

een optimaal resultaat, betrokkenheid, voortvarendheid en

goede communicatie hoog in het vaandel.

De ASP advocaat is specialist op het gebied van letselschade en

beschikt over ruime ervaring. De ASP advocaat treedt in letsel-

schade zaken uitsluitend op voor slachtoffers en behartigt dus

niet (tevens) de belangen van aansprakelijkheidsverzekeraars.

ASP Advocaten voor Slachtoffers van Personenschade

•ASPisdelandelijkeverenigingvangespecialiseerde

letselschade advocaten die uitsluitend voor slachtoffers

optreden

•ASPondersteuntdebelangenvanwhiplashslachtoffers

•ASPbevordertdekwaliteitvanhaarleden

•ASPisdejuridischepartnervandeWhiplashStichting

Nederland

Landelijke dekking

ASP advocaten verdeeld over heel Nederland nemen deel aan

het samenwerkingsconvenant. Dankzij deze landelijke dekking

zullen leden van de WSN in voorkomende gevallen dus altijd

een beroep kunnen doen op een ASP advocaat in de buurt.

Unieke samenwerking

Met het convenant tussen de WSN en ASP is een unieke samen-

werking tot stand gekomen tussen ervaringsdeskundigheid en

betrokken juridische dienstverlening waarvan de resultaten aan

de leden van de WSN ten goede zullen komen.

Contact

Wanneer u als lid contact opneemt met de Whiplash Stichting

Nederland, tel. 030 - 656 50 00 wordt u doorverwezen naar een

ASP advocaat bij u in de buurt.

Voor meer informatie:

www.asp-advocaten.nlPostbus 650, 8901 BL Leeuwarden

[email protected]

advertenties

Page 48: ‘Een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’

Voor

Aanvullingen op artikelen uit dit Whiplash Magazine

Literatuurlijst bij het artikel op de pagina’s 6/9 van de

Medische Advies Raad van de WSN

Toelichting op pagina 10 mevr. drs. Akkie Zaal,

Gz- en neuropsycholoog

Gaat u naar www.whiplashstichting.nl/actie

Veel meer informatie over whiplash via de website

van de Whiplash Stichting Nederland

www.whiplashstichting.nl

.. of naar

www.whiplashstichting.nl/nl/openbaar/links.html

Hier treft u directe links aan naar

geautoriseerde sites over:

Pijn

Hersenletsel

Zorg

Letselschade

Welzijn en ondersteuning

Financiën

Onderzoek

Belangenorganisaties

Overig zoals:

Whiplash en toch de keuken in

Preventie

www.whiplashstichting.nl/actie

Alles over de actie

...of ga direct naar

www.whiplashstichting.nl/nl/over-whiplash.html

Hier treft u meer achtergrondinformatie aan over:

Wat is whiplash?

Diagnose

Eerste opvang

Behandeling

Hoe verder?

www.whiplashstichting.nl/nl/themas.html

Hier treft u meer informatie aan over thema’s zoals:

Arbeid

Letselschade

Preventie

www.whiplashstichting.nl/nl/projecten.html

Hier treft u meer informatie aan over projecten zoals:

Kennis en Kracht: samen naar een betere keuringspraktijk

Dialooggestuurde re-integratie

Patiëntenperspectief op mediprudentie

www.whiplashstichting.nl/nl/openbaar/downloads.html

Hier treft u informatie over downloads op het gebied van:

Arbeid en inkomen

Letselschade

Medisch

Preventie

Plus de algemene WSN folder

‘Whiplash kan iedereen overkomen’

Downloads, links en (achtergrond)informatie