‘een begrepen whiplashpatiënt functioneert beter!’
TRANSCRIPT
themanummer!
‘Een begrepenwhiplashpatiënt
functioneertbeter!’
WHIPLASH MAGAZINE
In dit nummer:
De stand van zaken rondwhiplash anno 2012
24e jaargang | nummer 2 | november 2012
Met trots presenteren wij u deze speciale uitgave van het Whiplash
Magazine. In deze uitgave geven wij een actuele stand van zaken rond
de aandoening whiplash.
De presentatie van actuele feiten en cijfers. De visie van prominente
vertegenwoordigers op diverse relevante gebieden uit onze maatschappij.
Maar ook laten we mensen met een whiplash en hun naasten vertellen
over hun persoonlijke ervaringen en wat ze zoal in de praktijk tegenkomen.
Kortom met deze special brengen we in beeld: Waar staan we nu met
whiplash? Wat zijn de drempels en hoe kunnen we die slechten?
Als patiëntenorganisatie willen we vooral probleemoplossend bezig zijn.
Publicitair maar ook praktisch. Alleen met hulp en ondersteuning van veel
vrijwilligers en vele professionals kunnen we daarin slagen. Steunt u ons?
Louk de Both, voorzitter Bestuur
De wereld rond de whiplashpatiënten en de mensen in diens directe
omgeving bestaat uit een aantal belangrijke aandachtsgebieden zoals
medisch & zorg, werk & inkomen, letselschade & juridisch en leven &
welzijn.
Per cluster leest u de stand van zaken, de drempels en de mogelijke
oplossingen. In artikelen van specialisten, patiënten, vrijwilligers en derden
en met verwijzing naar interessante artikelen of initiatieven. De actiepagina
op www.whiplashstichting.nl bevat behalve links en verwijzingen naar
deze artikelen, ook aanvullende informatie van verschillende auteurs.
Inhoud pagina’s
Medisch & zorg 4-15
Werk & inkomen 16-23
Totaaloverzicht 24-25
Letselschade 28-37
Leven & welzijn 38-43
Diensten van de WSN 26/27 en 44/45
Adverteerders 46/47
Alle links en doorverwijzingen 48
De Whiplash Stichting Nederland streeft naar contact, voorlichting en ondersteuning ten behoeve van mensen met whiplash.
BeschermheerProf. mr. Pieter van Vollenhoven
Bestuurdhr. L. de Both dhr. L. Geeraedts
dhr. P. van der Wiel dhr. W. Lorjé
dhr. H. Kalfsterman mw. I. vd Dobbelsteen-Kegels
Uitgifte en oplageDit nummer van het Whiplash Magazine staat in
het teken van Whiplash Anno 2012.
Oplage 6.000 exemplaren.
ISSN nummer: 1878-898X
Redactiemw. I. Jansen dhr. H. Kalfsterman
mw. J. Kocx-Perquin mw. F. van Leeuwen
mw. K. van der Sluis
Beeldredactie: mw. F. van Leeuwen,
i.s.m. mw. L. Zantman. Dank aan André Lusa
dhr. M. van Zaane, dhr. N. Groen en Daniëlle
van Eden
EindredactieHerman Kalfsterman
RedactieadresPostbus 105, 3980 CC Bunnik, T: 088-6565700
Opmaak WEES Kreatief, Streefkerk
Technische realisatie PD Graffic Support, Groningen
© Niets uit deze uitgave mag worden
overgenomen of gekopieerd, zonder schriftelijke
toestemming van de Whiplash Stichting Nederland.
* De Whiplash Stichting Nederland is niet
aansprakelijk voor eventuele gevolgen van de
producten of diensten die in de advertenties
worden aangeboden.
Beste lezer(es),Colofon
Hoe leest u de informatiein dit magazine?
Als Whiplash Stichting Nederland wensen wij natuurlijk dat de
publicatie van dit magazine een verandering ten goede mag
inluiden. Met onder meer aandacht voor het onderschatte pro-
bleem Whiplash. Want wie kent de cijfers? Nederland kent
100.000 chronische whiplashpatiënten. Per jaar komen er
15.000-20.000 whiplashongevalllen bij! 17 % van whiplashlet-
selschadezaken is na een jaar niet afgehandeld.
Maar de grootse wens is dat onze leden, vrijwilligers en alle
andere whiplashpatiënten concrete verbeteringen in hun toe-
stand tegemoet mogen zien.
Wat is daarvoor nodig?Uit alle beschikbare onderzoeken en reacties die wij als patiën-
tenorganisatie dagelijks ontvangen kunnen wij een concreet lijst-
je van essentiële verbeterpunten afleiden. Die willen we graag
met hulp van tal van sympathisanten en partners realiseren*.
Onze wens: help ons met de top 5 verbeterpunten:
1 Onderschat whiplash nietVerdiep je als betrokkene in wat whiplash met een mens doet. Laat mensen met whiplash niet in de kou staan, omdat je
denkt dat allemaal wel meevalt. Stel je open voor klachten die
moeilijk te zien zijn, luister goed en neem ze serieus. Juist
door de onduidelijkheid rond whiplash ontstaat onzekerheid
en is er veel behoefte aan steun. Investeer in de relatie, denk
in oplossingen en zoek een match.
2 Investeer in herstelGeef aandacht aan snelle diagnose, tijdige verwijzing, ef-fectieve behandeling en goede follow-up.Door whiplash te benoemen en snel een diagnose te stellen
kun je mensen op weg helpen. Via goede diagnostiek en (reva-
lidatie)behandelingen kunnen alle mogelijkheden voor herstel
gericht ingezet worden en vinger aan de pols gehouden wor-
den. Huisarts, behandelaar, begeleider: pak die handschoen op.
Zoek de beste weg voor uw patiënt. Ook al is whiplash medisch
nog niet helemaal begrepen, geef het beste wat mogelijk is!
3 Stimuleer actieve inbreng van whiplashpatiëntenMaatwerk geeft resultaat; de sleutel hiervoor ligt bij men-sen met whiplash. Zij weten met welke klachten ze te maken hebben en wat het
effect is op hun functioneren. Behandelaars, begeleiders en
beoordelaars: benut deze informatie en ondersteun whiplash-
patiënten om hun ervaringen in te brengen. Niet eenmalig,
maar steeds weer. Evalueer, zodat tijdig ingegrepen kan wor-
den als dat nodig is. Registratie-instrumenten zijn waardevol
voor patiënten om een nieuwe balans te vinden en inzicht te
krijgen in hun beperkingen en mogelijkheden. Verzekeraars:
vergoed een zelfmanagementtraining.
4 Ontwikkel en deel (medische) kennisStilstand is achteruitgang. Investeer dus in kennisgroei en de verspreiding van nieuwe ervaringen. Overheid, wetenschappers, medici: stimuleer onderzoek, stel
desnoods een leerstoel in voor whiplash en soortverwante
aandoeningen. Dat kan meer aangrijpingspunten bieden voor
diagnostiek en behandeling.
Wetenschappers en medici: lever ons een duidelijk whiplash-
specifiek diagnosticum met een effectieve behandeling. Alle
betrokkenen: creëer partnerships om samen te werken aan
oplossingen voor behandeling, herstel en re-integratie, maar
ook voor een snelle en zorgvuldige afhandeling van een let-
selschadeproces. Meer samenspraak tussen professional en
patiënt hoort hierbij (individueel en collectief). Heb oog voor
good-practices.
5 Voorkomen is beterDe grootste risicofactor voor een ongeluk in het verkeer blijft de mens zelf. Wees je bewust dat een whiplash iedereen kan overkomen.
Dus houd afstand en stel uw hoofdsteun goed af. Dat vermin-
dert de kans op nekletsel.
* Reageren op deze oproep?
Dat kan via [email protected] of via
www.whiplashstichting.nl/actie/steun
Whiplash vraagt steun voor …
Wensen en verbeterpunten
3
4
De symptomen van een whiplash zijn vaak niet eenduidig en
hebben niet alleen een fysieke component. Er kunnen ook
cognitieve stoornissen, zoals geheugen- en concentratiepro-
blemen optreden. En psychische klachten. Dat maakt dat een
diagnose whiplash moeilijk te stellen is, ook al heeft de patiënt
soms diverse medische onderzoeken achter de rug.
Het kunnen stellen van de diagnose betekent helaas niet dat
er ook een pasklare behandeling kan worden opgesteld. Juist
de verscheidenheid aan klachten en de vaak moeilijk te trace-
ren fysieke oorzaak zorgt ervoor dat een behandeling waar de
een baat bij heeft, voor de ander geen effect heeft.
Bij de behandeling is samenwerking tussen de diverse me-
dische specialisten van groot belang. Een multidisciplinaire
aanpak waarbij in ieder geval een revalidatiearts, een fysio-
therapeut en een (neuro)psycholoog betrokken zijn, lijkt een
succesvol traject te zijn. In bepaalde gevallen kan verwijzing
naar een neuroloog noodzakelijk zijn. Als de klachten lang
aanhouden kan de patiënt beter af zijn met een verwijzing
naar een pijnspecialist.
De patiënt zelf kan bijdragen aan het herstelproces door zich
uitgebreid te (laten) informeren over whiplash. Het actief blij-
ven na het ongeluk dat de whiplash veroorzaakte, lijkt een po-
sitief effect te hebben op de klachten.
Hoe kijken al deze betrokkenen aan tegen de medische kan-
ten van whiplash? Waar liggen de knelpunten in diagnose, be-
handeling, voorzieningen, bereidheid tot samenwerking?
Zijn technische middelen, zoals een ‘hoge resolutie’ MRI,
oplossingen die leiden tot een betere diagnose? Of zijn juist
gewijzigde attitudes van mensen ten opzichte van elkaar de
doorbraak?
In de hierna volgende artikelen komen zij aan het woord.
Whiplash 2012 vanuit medisch perspectief
Inleiding Medisch & zorg
5 WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 24
Project ‘dialooggestuurde re-integratie’http://www.whiplashstichting.nl/nl/
projecten/project-dialooggestuurde-re-
integratie.html
Patientenorganisaties bundelen de
krachten voor versterking van de
positie van de zieke werknemer.
Onderzoek naar primaire whiplashklachtenOnder 550 mensen met whiplash is
onderzoek gedaan (2010-2012) en dit
zijn de meest voorkomende klachten:
nekpijn, hoofdpijn, schouderpijn, ver-
moeidheid, concentratie- en geheu-
genproblemen. Vaak komen ook voor:
duizeligheid, slaapproblemen, stijve
nekspieren, verminderde beweeglijk-
heid van de halswervelkolom en over-
gevoeligheid voor licht en geluid.
CBO-richtlijn ‘Diagnostiek en behandeling van WAD I&II (2008)www.cbo.nl
Richtlijnen zijn landelijk geldende, vak-
inhoudelijke aanbevelingen voor opti-
male zorg voor een patiënt. Ze bieden
artsen en andere zorgverleners onder-
steuning bij de klinische besluitvorming.
Project ‘Zicht op pijn’http://www.sarcoidose.nl/actueel/263-
project-zicht-op-pijn.html
Partijen, waaronder de WSN, ont-
wikkelen een CQ-index module met
algemene vragen over pijnbeleving en
pijnbestrijding.
Project SHON ‘Kwaliteit van hersenletselzorg in beeld’www.samenvoornah.nl
In dit project worden kwaliteitscriteria
ontwikkeld voor de zorg aan mensen
met niet-aangeboren hersenletsel.
Zichtbaar wordt waarin de kwaliteitsver-
schillen zitten tussen zorgaanbieders.
Dutch Pain Societywww.dutchpainsociety.nl
De Dutch Pain Society (D.P.S.)
stelt zich ten doel heeft het
wetenschappelijk pijnonderzoek en de
praktische pijnbestrijding in Nederland
te bevorderen en te verbeteren.
International Whiplash Trauma Congress IWTCIWTC is het belangrijkste
wetenschappelijke congres op het
terrein van het whiplash trauma.
Bij medische downloads vindt u
ook info over IWTC: http://www.
whiplashstichting.nl/nl/openbaar/
downloads/medische-downloads.html.
Er zijn tal van Initiatieven op het gebied van bijvoorbeeld medische zorg, whiplash gericht of verwant. Wij geven een over-
zicht van bij ons bekende projecten, acties, activiteiten en organisaties die op een of ander manier betrekking hebben op het
verkrijgen van inzicht en kennis, het bij elkaar brengen van partijen en/of het informeren van de keten van belanghebben-
den. De lijst is wellicht niet compleet; de WSN ontvangt graag melding van niet genoemde initiatieven.
Wist u dat...? Medisch & zorg
6
Dr. Kees Vos* en Dr Leo Geeraedts**
Met instemming van de overige leden
van de Medisch Advies Raad van de
Whiplash Stichting Nederland:
R. Blaauw, chiropractor
Mw. G. Filippini de Moor,
anaesthesioloog
K. Lanser, MSR, stress- en
re-integratiedeskundige
R. Groenink, optometrist en
functioneel optometrist
Mw. P. van Genugten,
osteopaat DO-mro
J. Rondhuis, orthopeed
Prof. Dr. R. Geenen, psycholoog
Mw. M. van Hoffen, bedrijfsarts
Mw. Q van Veen Snijders,
revalidatiearts
* Voorzitter Medisch Advies Raad (MAR) van de
WSN, huisarts, wetenschapper
** Bestuurslid WSN, arts, anatoom, neuroweten-
schapper (ret.), lid MAR
Waar staan we, wat ontbreekt nog, en wat is nodig om een beter inzicht te krijgen in de
aandoening whiplash?
Wat is een whiplash?
Een whiplash (letterlijk ’zweepslag’) is
een aandoening die het gevolg is van
een plotselinge, meestal onverwachte,
heftige slingerbeweging (whiplashme-
chanisme) van hoofd en nek. Daardoor
kunnen weefsels van het hals-nek gebied
beschadigd worden en de hersenen bin-
nen de schedel heen en weer schudden.
Dit kan leiden tot beschadigingen (whip-
lashletsels) van de hals-nek weefsels
(spieren, gewrichtsbanden en gewrichts-
kapsels, tussenwervelschijven, botten,
bloedvaten, zenuwen, en ruggenmerg)
en tot Mild Traumatic Brain Injury (MTBI),
vergelijkbaar met een hersenschudding.
Een whiplash wordt meestal veroorzaakt
door een autobotsing, maar kan ook het
gevolg zijn van een val op het hoofd of
een slag tegen het hoofd. Ook het heftig
aan de schouders heen en weer schud-
den van baby of kind kan een whiplash
veroorzaken.
Voorkomen
Hoeveel nieuwe gevallen van whiplash
vinden er per jaar in Nederland plaats?
In een schatting van het TNO in 1995
worden 15.000 tot 30.000 nieuwe ge-
vallen per jaar genoemd.(1) Echter, van
een zeer groot werknemersbestand zijn
recente, nog niet gepubliceerde, cijfers
bekend geworden die er op wijzen dat
sinds 2002 een geleidelijke afname van
het aantal nieuwe gevallen per jaar heeft
plaats gevonden. Uit dit bestand kan te-
vens worden afgeleid dat het geschatte
aantal nieuwe gevallen per jaar thans
15.000-20.000 bedraagt. Veranderde
wetgeving inzake arbeidsongeschikt-
heid en schadeafwikkeling naast toene-
mende preventieve maatregelen dragen
waarschijnlijk bij aan deze afnemende
tendens. Een verbeterde registratie in
de eerste (huisartsen) en tweede lijn
(medisch specialisten) geneeskunde is
noodzakelijk.
Standpunt Medische Adviesraad WSN Medisch & zorg
Medische aspecten van Whiplash anno 2012
7 WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 26
Mechanisme
Een whiplash kan door velerlei oorzaken
ontstaan. De meest bekende oorzaak is
een achteraanrijding door een auto. Wat
er gebeurt met het hoofd en de nek tijdens
zo´n achteraanrijding is vooral door het
werk van Grauer en medewerkers duide-
lijk geworden(2). Zij onderscheiden daarbij
twee bewegingsfasen. In de eerste fase
ontstaat in de halswervelkolom een S-
vorm, die bestaat uit een sterk voorover
buigen hoog in de nek en versterkt ach-
terover buigen laag in de nek. Dit gebeurt
in de eerste 50-75 milliseconden (ms) na
de impact (zie figuur 1). In de tweede fase
vindt achterover buigen plaats op alle
niveaus van de nek. Het whiplashletsel
ontstaat voornamelijk in de eerste fase,
dus nog voordat de nek volledig wordt
uitgestrekt. Daarbij worden vooral de la-
gere delen van de nek beschadigd. Bij
hogere snelheden is er een tendens tot
beschadiging in de bovenste delen van
de nek(2). Omdat het ongeval vaak plotse-
ling gebeurt, zijn de inzittenden niet voor-
bereid en zijn de nekspieren ontspannen,
hetgeen de kans op beschadiging van
spieren en wervelkolomstructuren ver-
groot. Een onvoorbereid persoon heeft
ongeveer 200 ms nodig om voldoende
spierkracht te ontwikkelen teneinde de
bewegingen van zijn halswervelkolom te
stabiliseren. Deze stabilisatie komt echter
te laat; de beschadigingen hebben in min-
der dan 100 ms plaatsgevonden.
Letsels
Het whiplashmechanisme geeft rek en/of
beknelling van verschillende anatomische
structuren in de nek en in het hoofd. Over-
zichtsartikelen noemen een groot aantal
mogelijk beschadigde anatomische struc-
turen zoals de facetgewrichten, de tussen-
wervelschijven, de spieren, de ligamenten,
het gewricht tussen hoofd en nek, de her-
senen, de hersenstam, het ruggenmerg,
de nekwervels, de wervelslagaders, de
spinale ganglia en het kaakgewricht(3,4,5).
Letsels gaan o.a. gepaard met pijn. Een af-
wijking die ook veel voorkomt is een gevoel
van instabiliteit van de halswervelkolom.
Door de pijn ontstaat een vermindering van
de spierkracht van de kleine, diep gelegen
nekspieren. Een gevoel van instabiliteit is
daarvan het gevolg(6).
Het is meestal niet mogelijk om aan te
geven of een letsel van een anatomische
structuur aanwezig is en waar dit letsel
dan is gelokaliseerd. Gewoon beeldvor-
mend onderzoek vlak na het ongeval
laat meestal geen afwijkingen zien en
geeft meestal geen aanwijzingen voor
weke-delen-letsel(7). De medische wereld
spreekt dan al gauw van niet-objectiveer-
bare letsels. Toch kunnen met speciale
beeldvormende technieken en research-
matige onderzoekstechnieken een aantal
whiplashletsels worden gediagnosticeerd.
Deze technieken behoren echter niet tot
de algemeen aanvaarde diagnostische
technieken in de reguliere gezondheids-
zorg. Een voorbeeld van zo´n techniek
is het recent ontwikkelde radioactieve
deprenyl – Positron Emissie Tomografie
onderzoek bij chronische whiplashpatiën-
ten. Daarmee kunnen chronische ontste-
kingshaarden in de nek van deze patiën-
ten worden gevonden(8). Méér onderzoek
naar de pijngeneratoren bij whiplash is
zeer wenselijk.
Indeling
Het woord whiplash is verwarrend want
het beschrijft zowel het beschadigend
mechanisme, als de letsels, als de daar-
uit volgende verzameling klachten. In de
praktijk proberen artsen het woord mede
daarom te mijden en noemen het een
nekverstuiking of een verrekte nek wat de
verwarring alleen nog maar groter maakt.
Internationaal spreekt men over Whiplash
Associated Disorders (WAD). WAD wordt
geclassificeerd in 5 graden of categorieën
van toenemende ernst(9). Echter, in de
praktijk blijkt meer dan 95% van alle whip-
lashpatiënten in categorie WAD graad 2
te vallen. Bovendien zegt de huidige clas-
sificatie niets over de kans op herstel of
de respons op behandeling. Er is dus een
duidelijke behoefte aan een méér onder-
scheidende classificatie(10). Een voorstel
om WAD 2 te verdelen in subgraden 2a,
2b, en 2c, naar oplopende mate van afwij-
kingen van het bewegingsapparaat, heeft
weinig navolging gekregen(11).
Figuur 1. Bewegingen van de nek op verschillende momenten gemeten in milliseconden
na een achteraanrijding (2). NP: neutrale positie ten tijde van de impact.
NP 25 ms 50 ms 75 ms 100 ms 125 ms 150 ms 175 ms
Standpunt Medische Adviesraad WSN Medisch & zorg
8
Klachten
Enkele tientallen studies beschrijven de
klachten na een whiplash waarin telkens
opvalt dat de spreidingsbreedte van de
percentages groot is. Bijna al deze stu-
dies zijn gedaan met kleine aantallen
patiënten. Een grote, liefst internationale,
studie met 1.000 patiënten of meer is
nodig.
De 10 meest frequent voorkomende
klachten in de acute fase (vanaf het on-
geval tot 6-8 weken later) zijn in volg-
orde van frequentie: pijn in de nek
nekstijfheid en bewegingsbeperking
hoofdpijn
duizeligheid
vermoeidheid
concentratie- en geheugenstoornissen
pijn in schouder, arm, en hand
overgevoeligheid voor licht en geluid
gevoelens van angst, depressie,
en frustratie
slaapstoornissen
Whiplashpatiënten hebben aanzienlijke
problemen met het werkgeheugen, de
aandacht, de onmiddellijke en uitgestelde
herinnering, de visuomotorische coördi-
natie en de cognitieve flexibiliteit(12).
De gevolgen van een whiplash zijn zeer
uiteenlopend. De ene persoon ondervindt
geen enkele hinder na een dergelijk onge-
val; een ander heeft klachten gedurende
enkele weken en weer een ander blijft
langdurig klachten houden. Persisterende
klachten kunnen leiden tot beperkingen in
activiteiten en tot participatieproblemen in
relatie tot werk, hobby’s, sport en activitei-
ten in het dagelijks leven (ADL).
In een veel geciteerd artikel wordt be-
schreven dat één jaar na het ongeval on-
geveer 50% van de patiënten nog klachten
heeft(13). In langere termijn studies, tot 15
jaar follow-up, rapporteren de meeste pati-
enten nog steeds langdurig aanhoudende
klachten en functionele beperkingen(14,15).
In de praktijk komt het erop neer dat als
er na 2-3 maanden nog steeds klachten
zijn, het merendeel van de patiënten een
traject van aanhoudende klachten ingaat.
Er bestaan een aantal prognostische fac-
toren die de kans op herstel vertragen of
verhinderen en daarmee de kans op het
chronisch worden van whiplashklachten
doen toenemen. Zoals hoge initiële inten-
siteit van pijn in nek en/of rug; optreden
van veel en ernstige klachten of bewe-
gingsbeperkingen kort na de impact; al
eerder bestaande nek-, hoofd-, of schou-
derpijn; als klachten direct na de impact
optreden, zoals geheugen- en concentra-
tiestoornissen, slaapproblemen, koude-
en druk hyperalgesie, post traumatische
stress symptomen, depressie symptomen
en katastroferen van pijn; zelf weinig/geen
hoop meer hebben op herstel en toekom-
stige werkhervatting(16,17).
Diagnostiek
Tot op heden zijn in de reguliere gezond-
heidszorg geen specifieke onderzoeken
beschikbaar die de diagnose whiplash
kunnen onderbouwen. Het is vooral het
soort beschadiging dat onderzoek moei-
lijk maakt. Vele maar kleine beschadi-
gingen in een veelheid aan weefsels die
met de beperkte resolutie van het gewone
beeldvormend onderzoek niet zichtbaar
zijn te maken. Zeker wanneer dit wordt
afgezet tegen de natuurlijke, vooral leef-
tijdsgebonden, degeneratie van de hals-
wervelkolom. Ziektespecifieke vragenlijs-
ten zoals de NDI (Neck Disability Index),
VAS (Visual Analog Scale) pijnscores en
neuropathische pijnvragenlijsten kunnen
klachten en beperkingen in maat en getal
weergeven. Voor het aantonen van MTBI
Tabel 1. Indeling Whiplash Associated Disorders in graden 0 - 4(9)
0 geen klachten van de nek, geen andere lichamelijke symptomen en/of afwijkingen bij lichamelijk onderzoek
1 nekklachten (pijn, stijfheid en/of gevoeligheid in nek), maar geen andere lichamelijke symptomen en/of afwijkingen
bij lichamelijk onderzoek
2 nekklachten en andere klachten van het houdings- en bewegingsapparaat (afgenomen beweeglijkheid van
gewrichten, drukpunt gevoeligheid)
3 nekklachten en neurologische verschijnselen zoals verminderde of afwezige peesreflexen, verminderde spierkracht
en sensibele uitvalsverschijnselen
4 nekklachten en fracturen of dislocaties
Standpunt Medische Adviesraad WSN Medisch & zorg
Verschijnselen die zich in iedere graad kunnen voordoen zijn: doofheid, duizeligheid, oorsuizen, hoofdpijn,
geheugenverlies, slikstoornis, en pijn in kaakgewricht (9)
9 WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 28
klachten is een Nederlandse vertaling en
validatie van de Rivermead Postconcus-
sion Symptom Questionnaire dringend
gewenst. Neuropsychologisch onderzoek
maakt cognitieve beperkingen aantoon-
baar. Neurologisch onderzoek heeft al-
leen waarde bij de weinig voorkomende
WAD 3. Fysiotherapeutisch onderzoek
kan bewegingsbeperking, actieve instabi-
liteit en positieve triggerpoints aantonen.
Er is behoefte aan een whiplashspecifiek
diagnosticum. Al langer wordt gespecu-
leerd dat het een biochemische test van
beschadigde celstructuren van spieren,
zenuwweefsel, kraakbeen en bot ge-
meten op nanogram niveaus zou kun-
nen worden(18). Sommige onderzoekers
beschouwen de cervico-oculaire reflex
test, die gestoord is bij whiplash, als de
gouden standaardtest voor de diagnose
whiplash(19). Er zijn diagnostische vragen-
lijsten voor whiplash ontwikkeld maar die
ontberen zeggingskracht omdat whiplash
bestaat uit een verzameling van klachten
die ook bij meerdere andere aandoenin-
gen passen. Mogelijk biedt de zes Tesla
functionele MRI, met zijn hoge resolutie,
de beelden die ‘het bewijs’ van whiplash
leveren. Neuropsychologisch onderzoek
en behandeling van de MTBI en cognitie-
ve klachten wordt nog te weinig gedaan.
Behandeling
Ongeveer 70% van de nieuwe gevallen
melden zich als eerste bij de huisarts; de
overige 30% wordt via de Spoed Eisende
Hulp naar de huisarts verwezen(20). De
huisarts kan voor zijn behandelingsbe-
leid gebruik maken van de richtlijn Beleid
Eerste Opvang Whiplashpatiënten(21).
Vooral de lichte tot milde gevallen worden
begeleidt door de huisarts die ongeveer
de helft uiteindelijk voor fysiotherapie en/
of manuele behandeling verwijst(22). Van
de niet verwezen patiënten is na 1 jaar
ongeveer 80% klachtenvrij. De verwezen
groep doet het na 1 jaar slechter (50%
klachtenvrij). De huisarts blijkt vooral de
patiënten met een slechte prognose te
verwijzen. De fysiotherapeut richt zich
op het verbeteren van de mobiliteit, de
instabiliteit en de principes van belasting-
belastbaarheid. Graded activity is een
manier om stapsgewijs de belastbaar-
heid te verhogen en de patiënt te laten re-
integreren in zijn dagelijkse bezigheden
en werk. Verwijzing naar de tweede lijn
is traditioneel naar de neuroloog. Zijn di-
agnostische werk voegt echter weinig toe
omdat de meeste patiënten in WAD graad
2 vallen. Behandeling en begeleiding vin-
den, met een enkele uitzondering, niet bij
de neuroloog plaats.
Multidisciplinaire behandeling door een
team van minimaal een revalidatiearts,
psycholoog en fysiotherapeut, lijkt een
succesvoller vervolgtraject te zijn (23). De
kans op een goed effect hangt af van het
moment van starten. Als na een periode
van 6 weken geen verbetering ontstaat,
is het zinvol om een start te maken met
zo´n vervolgtraject. Dat betekent dat de
eerste lijn de whiplashpatiënt actief dient
te begeleiden en op tijd te verwijzen. Het
betekent ook bijscholing van de eerste lijn
en uitbreiding van de multidisciplinaire re-
validatie capaciteit.
Verwijzing naar de neuroloog dient (met
uitzondering van WAD 3) achterwege te
blijven.
Een whiplashpatiënt die langer dan 1 jaar
klachten heeft is mogelijk beter af met een
verwijzing naar een pijnspecialist voor
chronische pijnbehandeling of met een
verwijzing naar de revalidatiearts voor
een interdisciplinaire chronische pijnreva-
lidatiebehandeling.
Literatuurlijst/voetnoten:
www.whiplashstichting.nl/actie
Standpunt Medische Adviesraad WSN Medisch & zorg
10
Wat kan de neuropsycholoog
betekenen?
De neuropsycholoog brengt de klachten
en het verloop van de klachten in kaart.
Samen wordt ook de voorgeschiedenis
besproken. Het is vaak prettig wanneer
een partner of een andere belangrijke
persoon aanwezig is bij een eerste ge-
sprek. Het kan daarna zinvol zijn om
middels een neuropsychologisch on-
derzoek het cognitieve- en psychologi-
sche functioneren in kaart te brengen.
Bij zo’n onderzoek wordt iemand ge-
test om na te gaan hoe de functies van
denken, taal, concentratie, geheugen,
planning en organisatie zijn. Bij het psy-
chologische deel wordt met behulp van
vragenlijsten onder andere stemming,
klachtendruk, persoonlijkheid, coping
(oplossingsvaardigheden) en draaglast
– draagkracht evenwicht in beeld ge-
bracht.
De uitslagen worden besproken in een
nabespreking, waarbij het wenselijk is
dat de medische diagnose inmiddels
ook helder is. Een neuropsychologisch
onderzoek is altijd een momentopname
en geeft weer hoe de persoon op dat
moment functioneert. Bovendien wordt
het afgezet tegen het functioneren zoals
dat verwacht wordt op grond van de ver-
zamelde informatie.
Het geeft de persoon duidelijkheid over
het hier en nu, en over de diverse facto-
ren die een rol spelen.
Duidelijkheid betekent zelfinzicht, min-
der onzekerheid en vaker geeft het
perspectief voor de toekomst. Zeker
als hersenletsel niet in het spel blijkt te
zijn (vaak bij een postwhiplash trauma).
Daarbij zijn een flinke dosis geduld en
leervermogen essentieel. En, niet te
vergeten, het zichzelf toestaan fouten te
maken, daar kan je immers alleen maar
van leren.
Op de vraag ‘wat nodig zou zijn voor een
doorbraak’ kan ik als meest essentiële
zaken noemen: mensen serieus nemen,
tijd en aandacht voor de soms hardnek-
kige problematieken nemen vanuit de,
voor de mens om wie het gaat, juiste in-
valshoek, vertrouwen op het menselijke
herstel- en aanpassingsvermogen dat
een biologisch gegeven is, en uitgaan
van menselijkheid.
Kortom: begrip, kennis en maatschap-
pelijke erkenning!
Mevr. drs. Akkie Zaal
Gz- en neuropsycholoog
Emdr – practitioner
Psychologen Praktijk Best
(Neuro)Psychologische aspecten en nuances Als mensen de diagnose post-whiplashsyndroom krijgen, is het altijd een multifactorieel probleem,
dat wil zeggen dat meerdere factoren bijdragen aan de problematiek die soms lang kan aanhouden
en vaker helaas nogal beperkend is. Dit leidt tot een verminderde kwaliteit van leven.
De factoren zijn: de fysieke en de traumatische componenten, de nog niet voldoende wetenschap-
pelijke kennis, het medisch model in de gezondheidszorg, het feit dat bij het post-whiplash trauma
vaker wordt verondersteld dat sprake is van hersenletsel en psychologische factoren.
De neuropsycholoog Medisch & zorg
11 WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 210
Veel patiënten die lijden aan ‘een whip-
lash’ oftewel WAD (Whiplash Associated
Disorder) komen pas in de chronische
fase in aanraking met een pijnkliniek.
Deze behandelingen hebben een wis-
selend resultaat. Hoe komt dit?
Ten eerste vindt verwijzing pas laat
plaats. Veel artsen zijn niet goed bekend
met de behandelmogelijkheden van
een modern pijncentrum of geloven hier
niet in.
Helaas geloven nog steeds veel artsen
dat WAD een niet bestaande ziekte is
of een somatisatiestoornis of iets der-
gelijks. Door dit oponthoud wordt de be-
handeling vaak moeilijker dan nodig is,
omdat er al centrale sensitisatie is op-
getreden.
Ten tweede (pag. 6) is, zoals ook in het
artikel van Vos wordt gesteld, de diag-
nostiek naar de pijnfocus niet goed mo-
gelijk. Hierdoor worden verschillende
behandelingen vrij proefondervindelijk
toegepast. Dat wat bij lichamelijk onder-
zoek en provocatietesten de meeste pijn
oplevert, wordt als eerste behandeld. Zo
worden bijvoorbeeld facetgewrichten
in de nek, nekwervelzenuwen, achter-
hoofdszenuwen en de zenuwen boven
het schouderblad behandeld. Deze be-
handelingen werken in het begin meest-
al maar enige weken, pas bij herhaal-
delijk behandelen wordt de pijn blijvend
minder. Dit vraagt de nodige motivatie
van patiënt en behandelaar.
Ten derde is een goede coördinatie met
andere behandelaren zoals revalidatie-
arts en fysio- of manueeltherapeut no-
dig, om zo optimaal mogelijk aan graded
exposure1) te kunnen doen.
Ten vierde is er, mede door bovenstaan-
de oorzaken, weinig goed evidence
based onderzoek over het effect van
de verschillende behandelingen en de
eventuele volgorde waarin deze zouden
moeten plaats vinden.
Wat betreft de toekomst heb ik hoge
verwachtingen van een drietal zaken.
Ten eerste zal door de toegenomen
mogelijkheden van diagnostiek het stel-
len van een juiste diagnose steeds ac-
curater kunnen gebeuren. Hierdoor ligt
de weg open voor gerichte behandeling
van aangedane structuren en veel beter
onderzoek naar de effecten van deze
behandelingen. Dus uiteindelijk efficiën-
tere behandelingen.
Verder het toekomstige gebruik van
simpele testsetjes, waarbij kan worden
gekeken naar individuele gevoeligheid
voor verschillende pijnmedicijnen. Er
kan dan veel meer ‘op maat’ pijnmedi-
catie worden voorgeschreven, die beter
werkt en minder bijwerkingen heeft.
Als laatste: ik verwacht veel van toe-
komstige meer subtiele mogelijkheden
van neuromodulatie bij diverse pijnsyn-
dromen, waaronder WAD.
Vergeet niet dat het pas 50 jaar geleden
was dat wij ‘een maagzweer’ behandel-
den door middel van een ziekenhuisop-
name met een zogenaamd papdieet.
Hierbij kreeg de patiënt gedurende enige
weken alleen pap te eten. Daarna zijn wij
de klachten gaan behandelen door mid-
del van vrij grote maagoperaties, waarbij
een gedeelte van de maag werd verwij-
derd. Weer later werden selectief maag-
zenuwen operatief doorgesneden om de
zuurproductie af te remmen. Vervolgens
werd dit met medicijnen geprobeerd. Nu
weten wij dat het om een infectie gaat,
die wordt veroorzaakt door de Helicobac-
ter bacterie. En dat een relatief simpele
antibioticumkuur een maagzweer kan
genezen ……..
Dus: er is zeker hoop voor de toekomst!
Wilco E. van Genderen, anesthesioloog/
pijngeneeskundige
DC/Pijncentrum Alkmaar
1) Graded exposure is een cognitieve en fy-
sieke behandelmethode bij fysieke klachten.
Huidige problemen en toekomstige verwachtingen in pijnbestrijding
De anesthesioloog Medisch & zorg
12
‘Whiplash’ heeft als begrip zijn intrede
gedaan in de jaren ‘50. Sedertdien is
het een veelomvattend begrip gewor-
den, waarbij het beeld uiteen kan lopen
van ernstige aantoonbare beschadigin-
gen van de halswervelkolom en aanlig-
gende structuren, zoals zenuwletsel en
wervelfracturen, tot moeilijk te begrijpen
klachten die ontstaan na minimale ge-
weldinwerking.
Een neuroloog kan op twee manieren
betrokken worden bij whiplashklachten;
als behandelaar en als beoordelaar in
juridische en verzekeringsgeneeskun-
dige zaken.
Bij whiplashpatiënten bestaan vaak
klachten die op een neurologische aan-
doening zouden kunnen wijzen, zoals
hoofdpijn, nekpijn, tintelingen, kracht-
verlies, geheugenstoornissen en/of pro-
blemen met het zien. Als een neuroloog
een patiënt ziet met zulke klachten na
een ongeval zal een zorgvuldig neuro-
logisch onderzoek worden gedaan met,
bij twijfel, eventueel beeldvormend on-
derzoek zoals een MRI.
Het is niet ongebruikelijk dat dan noch
bij neurologisch noch bij aanvullend on-
derzoek een afwijking wordt gevonden.
Als goed arts zal de neuroloog dan vaak
toch enige vorm van behandeladvies
geven.
Dat ligt anders wanneer de neuroloog
om een oordeel in een verzekerings-
geneeskundige of juridische procedure
wordt gevraagd. Als er geen verklaring
voor de klachten op neurologisch vakge-
bied wordt gevonden, zal de neuroloog
geen uitspraken doen over de grootte
van een letsel of over beperkingen in het
dagelijks leven en de beroepsuitoefe-
ning. De reden hiervoor is het algemeen
aanvaarde principe dat medisch specia-
listen geen uitspraken doen in dergelijke
zaken als deze hun eigen vakgebied
niet betreffen. Wel kan de neuroloog op
grond van zijn visie als arts een mening
geven over het inschakelen van een
andere medisch specialist, zoals een
KNO-arts, een orthopedisch chirurg of
een psychiater.
E.M.H.Van den Doel
Nederlandse Vereniging voor
Neurologie (NVN)
Wat was het achttien jaar geleden een
worsteling na mijn ongeluk waarbij ik
een whiplash opliep. Het was een ski-
ongeluk. Die hoorde nog niet in het rijtje
van whiplash thuis. De pijn zat tussen
de oren. Al zat het dan spreekwoordelijk
tussen de oren, waar kwam die pijn van-
daan en hoe kwam ik er van af. Wie kon
mij helpen? Ik had al heel wat artsen en
therapeuten bezocht, maar niet een kon
mij echt helpen.
Tot ik op een dag een advertentie in ons
dagblad zag staan: “whiplash, wat een
zeur”, stond er.
Ik heb meteen contact opgenomen met
de Whiplash Stichting en tot mijn verba-
zing herkende de vrouw aan de andere
kant van de lijn mijn klachten. Zij was de
eerste die echt naar mij luisterde, mij ad-
vies gaf en mij het gevoel gaf geen zeur
te zijn. Op haar advies kwam ik bij een
terzake deskundige arts terecht.
Eindelijk kwam er een eind aan mijn
zoektocht, werd ik begrepen en gehoord.
Toen ik mijzelf weer op de rit had, heb ik
nogmaals de Whiplash Stichting gebeld.
Nu met de mededeling dat ik ook graag
vrijwilligster wilde worden, ook een luiste-
rend oor wilde zijn voor andere mensen
die met een whiplashtrauma in het zelfde
doolhof terecht waren gekomen waar ik
eens in zat. José Kocx, vrijwilligster sinds 1998
Whiplash en de neuroloog
Waarom ik vrijwilligster geworden ben
Vereniging voor Neurologie Medisch & zorg
12
13 WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 212
Diagnose
De diagnose ‘whiplash’ berust in belang-
rijke mate op een anamnese (het verhaal
van de patiënt) en lichamelijk onderzoek.
Uit het verhaal van de patiënt blijkt altijd
een ongeval. Vaak worden ook herken-
bare klachten gemeld, zoals pijn in nek,
hoofd en schouder, vermoeidheid en
concentratieproblemen.
Het beeld kan ondersteund worden door
aanvullend onderzoek naar specifieke
klachten of functionele stoornissen. Eén
standaardtest voor de diagnose whip-
lash is helaas echter nog steeds niet
beschikbaar.
Regelmatig wordt de diagnose ‘whip-
lash’ niet gesteld of niet verteld. In elk
geval niet kort na het ongeval. Dan spre-
ken artsen over een stijve nek of nek-
verstuiking. Of soms ’whiplashachtige
klachten’. Dit alles met de uitgesproken
verwachting dat het vanzelf weer beter
wordt.
De eerste weken
En… wordt het vanzelf weer beter? De
kans is zeker aanwezig. We weten dat
je die kans vergroot als je zoveel mo-
gelijk je gewone activiteiten uit blijft voe-
ren. Verder is het verstandig te letten op
je lichaamshouding en regelmatig oe-
feningen te doen. Pijnstilling kan zinvol
zijn, als je merkt dat je door pijn beperkt
wordt in je doen en laten. Toch is het ook
belangrijk je grenzen in acht te nemen.
Bekijk per dag wat je kunt doen en pak
op tijd je rust. Als het beter gaat, kun je
de activiteiten uitbreiden.
Behandeling
Maar wat als het niet steeds wat beter
gaat en klachten na een aantal weken
aanhouden of verergeren? Dan is het
belangrijk terug naar de huisarts te
gaan. In de praktijk zal de huisarts bij
stijfheid en bewegingsbeperking vaak
verwijzen naar de fysio- of manueel the-
rapeut.
Multidisciplinaire behandeling door een
team van minimaal een revalidatie arts,
psycholoog en fysiotherapeut, lijkt een
succesvoller vervolgtraject te zijn voor
de whiplashpatiënten die langer dan 3
maanden klachten hebben. Een patiënt
beschrijft: ‘Na de intake bleek dat ik in
kon stromen in een multidisciplinair pro-
gramma. Ik dacht: dat heb ik toch niet
nodig? Dat kan ik toch zelf wel! Maar
omdat ik eigenlijk, diep van binnen, ook
wel wist dat me dat niet zou lukken, heb
ik het aanbod aangenomen. Ik heb de
tips – haal er uit wat er in zit en pak op
waar je iets aan hebt – opgevolgd. In
mijn geval was het vooral fysiek heel
zwaar. Maar daarna ging het steeds be-
ter. Ook aan de mentale aspecten van
het programma heb ik veel gehad. Het
positivisme en het realisme waarmee
mijn begeleiders mij benaderden was
belangrijk. Doorzetten, doe wat je wel
kunt doen en waar je achter staat.’
Toch komt een aanzienlijke groep niet
of pas erg laat in aanmerking voor een
multidisciplinaire behandeling. Bijvoor-
beeld vanwege de wachtlijsten of omdat
Patiëntenperspectief Medisch & zorg
Geef ons duidelijkheid!Whiplashpatiënten zijn niet alleen; in ons land zijn er ongeveer 100.000 (chronisch). Toch voelen
veel mensen met whiplash zich alleen staan. Door gebrek aan duidelijkheid over whiplash circu-
leren er in Nederland verschillende hypothesen over de aard en oorzaak van het whiplashsyn-
droom. Helaas brengt dit ook onbegrip met zich mee, een geringe bereidheid tot diagnostisch
onderzoek en een algemene zoektocht naar de juiste behandeling. Dit alles heeft zijn weerslag op
herstelmogelijkheden en de kwaliteit van leven van whiplashpatiënten.
12
14
ze niet geaccepteerd worden. Als er een
letselschadetraject loopt, verwachten
sommige revalidatiecentra dat dit de
behandeling teveel verstoord. Of als de
klachten al lang bestaan, zijn er soms
revalidatiecentra die geen verbetering
meer verwachten en dus ook geen be-
handeling opstarten. Tijdige verwijzing
door de huisarts is belangrijk, maar ge-
beurt niet altijd.
Soms kan een klachtgerichte diagnos-
tiek en behandeling veel verbetering ge-
ven. De huisarts kan dan doorverwijzen
naar andere specialisten of therapeuten
(zie tabel 15).
Klachten na whiplash zijn divers en
dat vraagt daarom om maatwerk. In de
praktijk gebeurt dat regelmatig niet, of
pas heel laat. Zo komt het wel eens voor
dat pas na 2 jaar blijkt dat iemand een
beschadiging in de wervels heeft, die
behandeld kan worden.
De multidisciplinaire richtlijn CBO geeft
hier ook geen adviezen over. Als de
klachten niet over zijn na een stuk ge-
ruststelling van de arts, het oppakken
van de dagelijkse activiteiten, begelei-
ding van fysiotherapeut of psycholoog of
een multidisciplinaire behandeling, dan
is het onduidelijk wat er moet gebeuren.
Een whiplashpatient: “Ik heb enorm last
van het onbegrip en de doodlopende we-
gen bij de reguliere geneeskunde. Ik vind
dat uit de tijd en het maakt de duur van
de klachten langer.”
Als er in de reguliere zorg geen gehoor
gevonden wordt, ontstaat eerder een
zoektocht naar mogelijkheden in het
complementaire en alternatieve circuit.
“Het was een lange reis langs verschil-
lende artsen, fysiotherapeuten en di-
verse andere behandelmethoden. Ik
heb van alles geprobeerd. Ze beloven
allemaal dat ze het kunnen verhelpen,
maar niemand heeft de pijn nog weg
kunnen halen of zelfs verminderen. Je
probeert van alles. Maar het is steeds
een gevecht om aan te tonen dat er iets
met je aan de hand is.”
Er mee leren leven?
Wat dan? Er maar mee leren leven? Dat
is niet eenvoudig, omdat veel whiplash-
patiënten twijfelen of alle mogelijkheden
benut zijn om hun klachten te behande-
len. Is er wel zorgvuldig naar gekeken?
Word ik wel serieus genomen? Deze
twijfel heeft veel te maken met alle on-
duidelijkheid en meningsvorming rond
whiplash. Zoals het ontbreken van een
duidelijke meetbare medische verkla-
ring.
Dat leidt ertoe dat behandelaars andere
verklaringen gaan zoeken. In Nederland
zijn er medici die er vanuit gaan dat
langdurende whiplashklachten geen li-
chamelijke basis meer hebben. Zij zijn
van mening dat psychologische factoren
dan een rol spelen. Medisch onderzoek
en behandeling vinden zij daarom ver-
der niet nodig, eigenlijk af te raden. Er
is geen wetenschappelijk bewijs voor de
stelling dat psychologische factoren de
klachten in stand houden.
Een ander belangrijk aspect van de on-
duidelijkheid is de bedekte communica-
tie over whiplash. Er is het idee ontstaan
dat het stellen van de diagnose whip-
lash het herstel zou belemmeren. Het
zou een soort doemdenken in gang zet-
ten, waardoor de klachten alleen maar
langer duren.
Het niet benoemen van whiplash ver-
oorzaakt echter alleen maar onrust en
onbegrip. Whiplashpatiënten willen grip
krijgen op hun klachten, maar kunnen
dat niet gericht doen. Als whiplash niet
wordt benoemd, dan weten ze niet waar
ze mee te maken hebben en hoe ze
daar het best mee om kunnen gaan. Het
staat hun mogelijkheden in de weg om
zelf het heft in handen te nemen. Ook is
het lastig om aan anderen uit te leggen
wat er met je aan de hand is, als je dat
zelf niet begrijpt. Dat werkt dan weer on-
begrip in de hand. “Je voelt je verloren,
alsof je valt en blijft vallen en niemand
die je hand vastpakt.”
Grip krijgen
Omdat er veel onduidelijkheid heerst
rond whiplash is het des te belangrij-
ker zelf weer zoveel mogelijk grip op je
leven te krijgen. In de praktijk zien we
veel mensen die graag zo snel mogelijk
terug willen naar hun oude niveau van
functioneren. Daarbij gaan ze dan soms
zo lang over hun grenzen, dat dit op de
lange termijn niet vol te houden is en er
een terugslag volgt. Ook te weinig doen
is niet goed. Het is dus belangrijk een
goede verhouding tussen belasting en
belastbaarheid te vinden. Er zijn diverse
instrumenten die daarin kunnen onder-
steunen, zoals een dagboek, de Pijn- en
Energiemeter, de NDI (Neck Disability
Index) bij nekklachten of de VAS (Visu-
eel Analoge Schaal) bij pijnklachten of de
Activiteitenweger. Het helpt ook om met
anderen te praten over oplossingen en
keuzes te maken die je leven verrijken.
Patiëntenperspectief Medisch & zorg
15 WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 214
Positieve ontwikkelingen voor
patiënten op medisch gebied
Er zijn goede ervaringen met multidisci-
plinaire programma’s en met cognitieve
gedragstherapie die gebaseerd is op ad-
viezen rond balans vinden in inspanning,
ontspanning en rust. Internationaal wordt
er gewerkt aan nieuwe en veelbelovende
diagnosemethodes. Er komt gelukkig
steeds meer aandacht voor pijn en pijn-
behandeling en meer ziekenhuizen heb-
ben een pijnpoli, waar pijnbehandeling
centraal staat. Pijnmedicatie kan helpen
om de klachten te verminderen. Maar
pijnklachten zijn ook met bepaalde inter-
venties te te behandelen.
Drempels voor patiënten op
medisch gebied
Zolang letsels en klachten niet of nau-
welijks aantoonbaar en grijpbaar ge-
maakt kunnen worden, zullen er ook
geen of weinig passende en succesvolle
behandelmethoden ter beschikking ko-
men. En worden klachten onvoldoende
serieus genomen. Mede daardoor wor-
den whiplashpatiënten niet altijd op een
positieve manier bejegend. Vaak wordt
gezegd dat zij passief met hun klach-
ten omgaan. Door mensen in dat hokje
te plaatsen overschrijden zij soms hun
eigen grenzen, met alle gevolgen van
dien. De effectiviteit van behandelingen
varieert van goed tot onduidelijk of ge-
brekkig.
De zorg die op dit moment voor patiën-
ten met een whiplash wordt geboden is
geen zorg op maat, maar zorg waarbij te
vaak uitgegaan wordt van de standaard
whiplashpatiënt. De huidige richtlijn
Whiplash van het CBO (2008) die zorg-
verleners zou moeten ondersteunen bij
het geven van kwalitatief goede zorg
geeft weinig houvast. Ernstige vormen
van whiplash worden in de richtlijn bui-
ten beschouwing gelaten en ook hier
wordt teveel uitgegaan van een stan-
daard whiplashpatiënt.
Tevens zijn medische behandelingen
vaak een grote kostenpost, mede van-
wege de beperkte vergoedingen door
de zorgverzekeraar. Patiënten kunnen
alleen een vergoeding krijgen voor
gangbare behandelingen als bezoek
aan de huisarts, revalidatie en fysiothe-
rapie. Voor revalidatiebehandelingen
zijn er vaak lange wachtlijsten of toela-
tingscriteria.
Doorbraak
Hoe kan de zorg meer aansluiten bij de
wensen en behoeften van whiplashpa-
tiënten?
Hiervoor zijn doorbraken nodig op het
gebied van diagnostiek en behande-
ling. Er is erg veel behoefte om letsel
en klachten aantoonbaar en grijpbaar
te maken. Dan kan er een perspec-
tief geschetst worden en handvatten
gegeven voor wat de patiënt zelf kan
doen.
Eerlijkheid zorgt voor vertrouwen in
de uit te zetten lijn voor diagnostiek,
behandeling en begeleiding.
Er zou meer samenspraak moeten
komen tussen de arts en de patiënt,
waarbij gezamenlijke besluitvorming
centraal staat. Er zou meer rekening
kunnen worden gehouden met de
emoties en de vragen van de patiënt.
Veelbelovende onderzoeken en be-
handelingen die nog geen praktijk
zijn, zouden in Nederland geïmple-
menteerd kunnen worden.
Zorgverleners herkennen of erken-
nen het ziektebeeld niet altijd. Maar
het beperkte inzicht in whiplash hoeft
niet te worden gezien als een tekort-
koming van de patiënt.
Er is geen bewijs dat psychologische
factoren de klachten in stand houden.
Helaas gaan sommige zorgverleners
daar wel vanuit. Onderzoek naar het
effect van een interventie van de psy-
choloog zou hier uitkomst aan kunnen
bieden.
Klachtgerichte behandeling bij
specifieke klachten:
pijn: anesthesiologie of pijnpoli’s
beperkingen van het bewegings-
apparaat: fysiotherapie, (ortho)ma-
nueel therapie
cognitieve en gedragsmatige
klachten: neuropsychologie. Bij-
voorbeeld door cognitieve ge-
dragstherapie of neurofeedback
oogproblemen: functionele opto-
metrie
overgevoeligheid voor geluid: be-
handeling in een audiologisch
centrum
slaapproblemen: behandeling in
centra voor slaap- en waakstoor-
nissen
praktische problemen bij het uitvoe-
ren van dagelijkse activiteiten: er-
gotherapie, maatschappelijk werk
Redactie
Patiëntenperspectief Medisch & zorg
416
Na een whiplash wil je het liefst zo snel mogelijk weer aan het
werk of aan de studie. In 85 procent van de gevallen lukt dat
ook binnen zes tot twaalf maanden. Dat wil niet zeggen dat
deze mensen klachtenvrij zijn. Toch komt het ook regelmatig
voor dat mensen al meer gaan werken dan ze aankunnen,
omdat ze dat zelf erg graag willen of door druk van buitenaf.
Niet iedereen kan begrip opbrengen voor whiplashklachten.
Er is wel gereedschap waarmee je voor jezelf en anderen dui-
delijk kunt maken wat je wel en niet kunt: de Pijn en Energie
Meter (PEP). Dat is belangrijk voor het begrip en de acceptatie
voor jezelf, voor je werkgever en voor collega’s, maar ook in
gesprekken met een bedrijf- of verzekeringsarts.
Niet kunnen werken vanwege een whiplash kan aanzienlijke
financiële gevolgen hebben. Liefst willen jij en je werkgever
ook dat je aan het werk kunt blijven of snel weer gaat wer-
ken. Werk actief mee aan een re-integratieproject, maar geef
je grenzen aan. Laat weten wanneer en hoeveel je denkt te
kunnen werken. Kom met eigen initiatieven tijdens de re-in-
tegratie en wat je daar voor nodig hebt. Maar geef ook aan
wat je niet kunt. Vraag je werkgever je daarin te steunen en
met je mee te denken. Ook de bedrijfsarts, behandelaar of
patiëntenorganisaties(s) kunnen je helpen.
Als je na twee jaar nog niet aan het werk kunt, krijg je te ma-
ken met keuringsartsen van het UWV. Dan is het belangrijk
een goed overzicht te hebben van wat je wel en niet kunt, en
dat ook duidelijk aan te geven. Breng het re-integratieproces
in kaart en leg details vast. Dat geeft een goed beeld van wat
je geprobeerd hebt, wat je kunt en wat je helaas niet kunt.
Zo wordt een individuele beoordeling mogelijk en ontstaat er
meer begrip voor jouw specifieke situatie.
Waar lopen whiplashpatiënten tegenaan tijdens de fase van
herstel en werkhervatting? Wat kunnen de diverse artsen en
de werkgever doen? En wat kan iemand met whiplash zelf
doen om weer aan het werk te kunnen?
Deze en andere vragen komen aan de orde
in de volgende artikelen.
Werken en inkomen na een whiplash
Inleiding Werk & inkomen
WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 216 17
NVAB-visiedocument ‘belastbaarheid en re-integratie bij WAD I/II (2010)www.nvab.artsennet.nl
Sinds 2010 is er voor hulpverleners een
checklist om mensen met whiplash zorg-
vuldig te begeleiden bij ziekteverzuim.
De checklist is onderdeel van de multi-
disciplinaire visie op belastbaarheid en
re-integratie bij whiplash (WAD I & II).
Verzekeringsgeneeskundig protocol WAD I/II (2008)www.nvvg.nl
Per 1 april 2009 is het ‘Verzekerings-
geneeskundig Protocol WAD I/II’ van
kracht geworden.
WAD staat voor Whiplash Associated
Disorders ofwel: de klachten die ver-
band houden met een whiplashongeval.
De toevoeging I/II verwijst naar de clas-
sificatie van de ernst van de klachten.
De verzekeringsarts gebruikt dit proto-
col bij het beoordelen van uw arbeids-
ongeschiktheid.
Project DIAlooggestuurde re-integratiewww.whiplashstichting.nl/nl/
projecten/project-dialooggestuurde-re-
integratie.html
Dit project ontwikkelt instrumenten om
zieke werknemers te ondersteunen in
het gesprek met de bedrijfsarts en om
actief te participeren in het re-integratie-
traject.
Project Kennis en Kracht: samen naar een betere keuringspraktijkwww.whiplashstichting.nl/nl/
projecten/Kennis-en-Kracht-samen-
naar-een-betere-keuringspraktijk.html
Advies- en meldpunt waar mensen met
whiplash en ME/CVS terecht kunnen
met vragen en meldingen over ziekte-
verzuim, arbeidsongeschiktheidskeurin-
gen en bezwaar- of beroepsprocedures.
Project Patientenperspectief opMediprudentiehttp://www.steungroep.nl/index.php/me-
diprudentie
www.whiplashstichting.nl/nl/
projecten/mediprudentie.html
Een project van de Steungroep ME &
Arbeidsongeschiktheid in samenwer-
king met WSN en de Nierpatiënten Ver-
eniging Nederland (NVN). Dit project wil
een bijdrage te leveren aan een verbe-
tering van de gang van zaken rond ver-
zekeringsgeneeskundige keuringen bij
arbeidsongeschiktheid.
Er zijn tal van Initiatieven op het gebied van werk & inkomen; whiplash gericht of verwant. Wij geven in dit nummer
een overzicht van bij ons bekende projecten, acties, activiteiten en organisaties die op een of ander manier betrekking
hebben op het verkrijgen van inzicht en kennis, het bij elkaar brengen van partijen en/of het informeren van de keten
van belanghebbenden. De lijst is wellicht niet compleet; de WSN ontvangt graag melding van niet genoemde initiatieven.
Wist u dat...? Werk & inkomen
418
Je omgeving reageert met begrip. Je
doet het een paar dagen rustig aan. Blijft
thuis van je werk. Even niet in de auto.
Overdag af en toe op bed. Minder lezen,
niet naar de TV kijken. Na een week
gaat het nog niet beter. Soms lijkt het
zelfs erger te worden. Je hebt moeite
om je te concentreren. Krant lezen, een
gesprek voeren, het is erg vermoeiend.
De huisarts onderzoekt je, vindt niets
ernstigs en adviseert je om het nog
maar even rustig aan te doen. Soms laat
hij een foto van de nek maken: die laat
vrijwel altijd zien dat er niets gebroken
is en dat alle nekwervel netjes op hun
plaats zitten.
Na een week of drie komt de bedrijfsarts
in beeld. Die vraagt naar de klachten en
laat je een aantal bewegingen uit voe-
ren met je nek. Dat is pijnlijk, maar niet
onmogelijk. De bedrijfsarts dringt erop
aan dat je overdag actief blijft, niet op
bed blijft liggen, maar zoveel mogelijk je
normale activiteiten blijft doen. Heb je
kantoorwerk dan zal hij je adviseren om
een paar uur per dag te gaan werken.
Ook dat gaat moeizaam, en soms hele-
maal niet. De bedrijfsarts voert dan een
driesporenbeleid: hij spoort je aan actief blijven en zo-
veel mogelijk de ‘gewone’ bewegin-
gen en activiteiten blijven uitvoeren;
hij adviseert om geforceerde bewe-
gingen en bovenmatige krachtsuitoe-
fening met nek, schouders of armen
te vermijden;
hij overlegt met je leidinggevende
wat wel en wat niet mogelijk is en ad-
viseert je om contact te onderhouden
met het werk, bijvoorbeeld door en-
kele uren per dag (eventueel aange-
paste) werkzaamheden te verrichten.
Herstel kost tijd en geduld ...
Herstellen van een whiplash vergt soms
een paar weken, soms een paar maan-
den en soms nog langer. In die herstel-
periode wordt het geduld van de patiënt
soms behoorlijk op de proef gesteld. Hij of
zij voelt zich vaak tot niets in staat. Alsof
je niet meer van je lichaam op aan kunt!
En vanuit de omgeving is er toenemende
druk om meer te doen. Werkgever, lei-
dinggevende, bedrijfsarts; zij blijven aan-
dringen dat je weer aan de slag gaat. Dat
geeft een gevoel van machteloosheid en
soms ook conflicten. Het kan voorkomen
dat de bedrijfsarts vindt dat jij weer aan de
slag kunt, maar zelf vind je dat absoluut
niet. Dan moet je voor een second opinion
naar een dokter van het UWV.
… maar je kunt er zelf aan meewerken en het herstel
bespoedigen …
Probeer als patiënt/werknemer zelf zo-
veel mogelijk grip op de situatie te hou-
den. Houd zelf de touwtjes in handen!
Zorg ervoor dat je na een ongeval
waarbij mogelijk sprake is van whip-
lash zo spoedig mogelijk, liefst binnen
2 maar uiterlijk binnen 3 weken, door
de bedrijfsarts wordt gezien. Wacht
niet tot er een oproep in de brieven-
bus valt.
Vertel de bedrijfsarts duidelijk wat er
gaat en wat niet gaat. Geef zelf aan
waar sprake is van belemmeringen.
Breng samen met de bedrijfsarts de
belastende factoren in het werk in
kaart, zoals: tillen, duwen, trekken,
reiken, boven schouderhoogte wer-
ken, werktempo, werkdruk, dubbel-
taken, overige cognitieve belasting,
duurbelasting. Maak zelf een plan van aanpak hoe je
bepaalde activiteiten weer gaat oppak-
Hoe kom je met een whiplash weer zo goed mogelijk aan het werk? Een ongeval met een whiplashletsel is een donderslag bij heldere hemel. Van het ene op het andere
moment voel je je gebroken, zit je met hevige pijn, kun je je nek niet goed bewegen en voel je je
duizelig. Je bent uit balans.
De bedrijfsarts Werk & inkomen
WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 218 19
ken. Overleg daarover met je leiding-
gevende en je bedrijfsarts. Houd zelf
de regie!
… en anderen kunnen je daarbij helpen:
De bedrijfsarts heb ik al genoemd. Van
een goede bedrijfsarts mag je verwachten
dat hij zich realiseert dat voor elke
werknemer met whiplash een zorg-
vuldige en individuele aanpak van
groot belang is en voldoende tijd re-
serveert voor de begeleiding;
dat hij eraan meewerkt dat het werk
niet schadelijk is voor de gezondheid;
dat hij werknemers informeert dat ar-
beid heilzaam is voor de gezondheid;
dat hij ervoor zorgt dat onnodig onder-
zoek en behandeling worden voor-
kómen, want dat kan het herstel juist
tegenwerken.
De bedrijfsarts spreekt en handelt van-
uit zijn kennis en bevindingen over de
belemmeringen die een werknemer met
whiplash ondervindt. Hij geeft aan waar
hij een verschil ziet tussen de beleving
van de werknemer en zijn eigen bevin-
dingen.
De leidinggevende is ook van grote bete-
kenis voor een goed verloop van het her-
stelproces. Hij moet het werk aanpassen
voor zover dat nodig of gewenst is.
Hoe kun je vaststellen wat
de gevolgen van whiplash zijn
voor het werk?
Whiplash kan tijdens de herstelperi-
ode gepaard gaan met verminderde
inzetbaarheid voor het werk. Taken die
de klachten kunnen verergeren, zoals
tillen, duwen, trekken, reiken, boven
schouderhoogte werken, werktempo,
werkdruk en geestelijk inspannend werk
moeten in kaart worden gebracht, en
waar nodig, worden vermeden.
Vrijwel altijd gaat het om tijdelijke aan-
passingen, die voor een periode van en-
kele weken tot hooguit een paar maan-
den nodig zijn.
Welke werkaanpassingen komen in
aanmerking bij de re-integratie na
whiplash?
Veel voorkomende tijdelijke werkaan-
passingen bij whiplash zijn:
geen tilbelasting (beginnen met maxi-
maal 5 kg);
geen zware duw- en trekbewegingen
(beginnen met maximaal 5 kg);
niet boven schouderhoogte werken;
beperken van mentale belasting;
werken in rustig tempo met voldoen-
de pauzemomenten;
afwisseling van in-/ontspanning bij
computergebonden werk;
vermijden van piekbelasting en over-
werk.
Werknemer, bedrijfsarts en leidinggeven-
de stellen samen een individueel opbouw-
schema op. Het schema moet zowel een
planmatige opbouw in stappen bevatten
als rekening houden met de fase van
herstel waarin de cliënt zich bevindt.
Begin met enkelvoudige taken en bouw
op. Wissel fysieke en mentale belasting
af. Zorg voor afwisseling en ontspan-
ning. Weeg zowel werk- als privéfacto-
ren hierbij mee.
Het is belangrijk dat het opbouwsche-
ma regelmatig, bijvoorbeeld elke twee
weken, wordt ge-evalueerd door werk-
nemer en leidinggevende. De leiding-
gevende kan ook de collega’s inlichten
over wat de werknemer wel en niet kan
oppakken. Zonodig wordt de bedrijfsarts
om advies gevraagd.
Hoe kunnen we de re-integratie
bij whiplash verbeteren?
door goede bij- en nascholing aan te
bieden aan bedrijfsartsen, met aan-
dacht voor de belastende factoren in
het werk (mentaal, fysiek, sociaal),
thuis (huishouden, kinderen) en voor
de interventies die het herstel kun-
nen bespoedigen (een taak voor de
bedrijfsartsenvereniging);
door het belang te benadrukken van
een zorgvuldige en respectvolle beje-
gening door collega ́s, leidinggeven-
den, bedrijfsartsen (een taak voor de
Whiplash Stichting Nederland);
door goede voorlichting aan werkne-
mers met een whiplash waardoor on-
nodige angst om (meer) te bewegen
wordt voorkomen (een taak voor de
behandelaar maar ook voor de be-
drijfsarts);
door goede afstemming en samen-
werking tussen de actoren (werkne-
mer, bedrijfsarts, behandelaars, lei-
dinggevende, collega’s en thuisfront);
onnodige diagnostiek en behandeling;
door onnodige diagnostiek en behan-
deling te vermijden (behandelaar, be-
drijfsarts);
door binnen acht weken na het letsel
een plan van aanpak / opbouwsche-
ma (zie boven) op te stellen (werkne-
mer, leidinggevende, bedrijfsarts).
Dr André Weel, bedrijfsarts
Kwaliteitsbureau NVAB, Utrecht
De bedrijfsarts Werk & inkomen
420
Beoordelingen in het kader van de
WIA1) van werknemers die een Whip-
lashtrauma opliepen kunnen aanleiding
geven tot dilemma’s. Het verzekerings-
geneeskundige protocol WAD2) II van
de Gezondheidsraad (juli 2008) biedt
zeker houvast aan de verzekeringsarts
bij de beoordeling van de functionele
mogelijkheden van een werknemer met
Whiplash. Maar het laat ruimte voor in-
terpretatieverschillen. Het dilemma hangt
samen met de eis die het MAOC3) stelt
aan objectivering van de beperkingen
die een directe relatie moeten hebben
met ziekte/gebrek en de beperkte mo-
gelijkheden om met onderzoek de ge-
claimde beperkingen te objectiveren.
Een zorgvuldige beoordeling vormt de
basis voor oplossing van het dilemma.
Het protocol geeft aan wat dat is: een
zorgvuldige beoordeling. Na twee jaar is
er veel gebeurd en spelen andere facto-
ren een rol bij terugkeer naar werk dan
bij de aanvang van het ziekteverzuim.
Het protocol schrijft voor dat in de voor-
afgaande periode sprake moet zijn van
een actieve begeleiding met aandacht
voor stagnatie in de re-integratie. Als
er stagnatie is moet goed geanalyseerd
worden wat de reden is en wat gedaan
kan worden om deze op te heffen. Goed
vastleggen van het resultaat is nodig,
net als een overleg tussen behande-
laars en bedrijfsarts. Voorkomen moet
worden dat professionals tegenstrijdige
adviezen geven. Alles moet goed vast-
gelegd worden in een dossier dat inzicht
geeft in wat er aan de hand is, wat er
aan gedaan is, wat het effect daarvan
is en waarom. Een op die manier opge-
bouwd dossier biedt de verzekerings-
arts houvast bij zijn beoordeling. Het
maakt duidelijk wat haalbaar was en wat
niet. Het lost het mogelijke dilemma niet
op, maar het helpt wel om er samen uit
te komen.
Prof. dr. H. Wind, verzekeringsarts
Bijzonder Hoogleraar Sociale
Verzekeringsgeneeskunde Coronel
Instituut voor Arbeid en Gezondheid
Kenniscentrum Verzekeringsgenees-
kunde AMC, UvA
1) WIA: Wet Inkomen naar Arbeidsvermogen2) WAD: Whiplash Associated Disorder3) MAOC: Medisch Arbeidsongeschiktheids-
criterium
Two Ticks: Engels initiatief om werken
met beperking te bevorderen
“Bedrijven in Engeland kunnen duidelijk
laten zien dat ze positief staan tegen-
over het in dienst nemen en houden van
mensen met een beperking of chroni-
sche ziekte. Bijvoorbeeld door het voe-
ren van het symbool ‘ Two Ticks’. Yolan
Koster, directeur van het kenniscentrum
CrossOver, ziet veel in zo’n systeem.
“Bedrijven sluiten een convenant en mo-
gen na een grondige procedure het label
gebruiken in een personeelsadvertentie.
Ze laten daarmee zien dat ze positief
staan tegenover mensen met een be-
perking. Als een sollicitant aan de eisen
in een advertentie voldoet en vermeldt
dat hij een beperking heeft, dan wordt hij
in ieder geval voor een eerste gesprek
uitgenodigd. Je kunt daarin van begin af
aan open zijn. Dat werkt stimulerend’.
Nederland
Two Ticks is nog niet ingevoerd in Ne-
derland. Er is al wel onderzoek naar
gedaan in opdracht van het ministerie
van Sociale Zaken. Partijen blijven met
elkaar in gesprek. Bron: http://www.crohnopjewerk.nl/
nieuwsbrief/april.html
Verzekeringsgeneeskundige aspecten bij Whiplash
Two Ticks binnenkort in Nederland?
20
De verzekeringsarts Werk & inkomen
WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 220 21
Balans vinden in functioneren
Probeer als het even mogelijk is, om aan
het werk te blijven of het werk snel weer
op te pakken. Maar bouw je herstel en
werkhervatting na een whiplash zorgvul-
dig op en stel haalbare doelen. Dit begint
bij een goed inzicht in je eigen belast-
baarheid, beperkingen en mogelijkheden
om te werken. Na het ongeval moet je op
zoek naar een nieuw evenwicht tussen
inspanning, ontspanning en rust, met een
acceptabel klachtenniveau. Over- en on-
derbelasting dragen niet bij aan je herstel.
Door tijdelijk je activiteiten en klachten
bij te houden, krijg je beter zicht op wat
je aankunt en waar je grenzen liggen.
Er zijn hulpmiddelen die je daar bij kun-
nen helpen, zoals het bijhouden van een
dagboek of het invullen van de Pijn- en
Energiemeter (PEP).
Breng in kaart welke beperkingen je op
het werk en in je dagelijks leven ervaart.
Veel mensen met whiplash merken dat
ze het werk minder lang vol kunnen hou-
den, minder energie hebben en dat de
belastbaarheid per werkdag of werkweek
wisselend kan zijn. Ook nek- en schou-
derklachten, pijn en cognitieve beperkin-
gen hebben invloed op de mogelijkheden
om te werken.
Om het werk beter vol te kunnen houden,
kan het noodzakelijk zijn om (tijdelijk)
enkele aanpassingen in je werksituatie
door te voeren. Denk na wat je zou kun-
nen helpen. En maak het bespreekbaar.
Ben je gebaat bij flexibele werktijden,
thuiswerken, meer pauzes, minder uren,
afwisseling van lichamelijke en geeste-
lijke activiteiten, minder omgevingsprik-
kels op de werkplek, geen piekbelasting
(stress) of bijvoorbeeld deskundige on-
dersteuning vanuit het bedrijf?
Verwachtingen op de werkvloer
Een goede verstandhouding met werk-
gever en collega’s kan helpen om de re-
integratie te laten slagen. Bij whiplash zie
je van buiten niet wat er van binnen mis
is: je bent niet zichtbaar ziek. Voor col-
lega’s en je leidinggevende is het moeilijk
in te schatten wat je wel en niet kunt. Om
samen te werken aan oplossingen is het
heel belangrijk dat er ook op de werkvloer
erkenning is voor de aandoening en de
daarbij behorende klachten en belem-
meringen. Maar dat begrip is er niet altijd.
Werkgevers hebben bepaalde verwach-
tingen van werknemers. Want arbeid is
geld en andersom. En als jij je verplich-
tingen niet kunt nakomen, wordt er aan
de bel getrokken. De onvoorspelbaarheid
van je inzetbaarheid vraagt ook wat van
de werkgever. Probeer je daarom ook in
te leven in diens positie. Informatiema-
teriaal over de aandoening kan je eigen
uitleg over je beperkingen en mogelijkhe-
den voor werk ondersteunen.
Betrokkenheid bedrijfsarts
De bedrijfsarts adviseert jou en je werk-
gever over jouw werkhervatting. Wees
naar de bedrijfsarts zo duidelijk en con-
creet mogelijk over de beperkingen voor
werk die je ervaart, en de maatregelen
die je herstel of re-integratie kunnen be-
Weer aan de slag?Uit recent TNO-onderzoek (2012) blijkt dat whiplash gepaard gaat met aanzienlijke belemmeringen
op het werk. Wanneer en in welke mate je weer aan de slag kunt, verschilt per persoon. Het hangt
onder meer af van de aanwezige beperkingen, het soort werkzaamheden, de werkduur, mogelijke
werkaanpassingen, steun uit het bedrijf, etc. De Quebec Task Force (QTF) beschrijft een gunstige
prognose: ongeveer 85% van de patiënten heeft binnen zes maanden tot een jaar na een whip-
lashongeval de werkzaamheden weer opgepakt. Toch komt het regelmatig voor dat mensen meer
werken dan ze aankunnen, omdat ze dat zelf erg graag willen of door druk van buitenaf. Zij lopen
door een terugslag vertraging op in het proces van herintreden.
Pijn- en Energie Meter
De PEP-meter is een digitale tool
om meer inzicht te krijgen in je be-
lastbaarheid en de activiteiten die
je het meeste pijn en vermoeidheid
bezorgen.
20
Patiëntenperspectief Werk & inkomen
422
vorderen. Hoe actiever je meedenkt en
je ervaringen deelt, des te beter de be-
geleiding op jouw situatie aangepast kan
worden. Maatwerk dus.
Van de bedrijfsarts mag verwacht worden
dat hij je serieus neemt, zorgvuldig jouw
persoonlijke situatie bekijkt en regelmatig
evalueert hoe het gaat: is een bijstelling
in de probleemanalyse of het plan van
aanpak nodig? Het is belangrijk dat de
bedrijfsarts, maar ook jij en de werkgever
hier een verslag van bijhouden. Daaruit
blijkt wat jullie doen om het werk te her-
vatten, wat wel lukt, wat (nog) niet, en
vervolgstappen die genomen worden.
In de praktijk is men meestal redelijk te-
vreden over de begeleiding van de be-
drijfsarts. Een zorgvuldige persoonlijke
beoordeling, en een onbevooroordeelde
blik worden nog wel eens gemist. De
druk op werkhervatting neemt in het
tweede ziektejaar meer en meer toe.
Aanleiding is de naderende toetsing van
de re-integratie-inspanningen van werk-
gever en werknemer en angst voor mo-
gelijke loonsancties.
De bedrijfsarts staat jammer genoeg on-
der tijdsdruk en wordt steeds minder in-
gezet, omdat een arbo-arts goedkoper is.
Keuringen
Als je na twee jaar nog niet (volledig)
kunt werken, speelt het oordeel van de
UWV-verzekeringsarts een belangrijke
rol bij de vraag of je een WIA-uitkering
krijgt. De verzekeringsarts zal op basis
van het ‘whiplash’-protocol nagaan of je
alle mogelijkheden op het gebied van
diagnostiek, behandeling en werkhervat-
ting hebt benut. De verzekeringsarts kijkt
niet alleen naar de huidige situatie, maar
beoordeelt de gehele ziekteperiode en
wat je daarin gedaan en gelaten hebt op
het gebied van herstel en werkhervatting.
Daarom is een systematisch verslag van
de eerste twee ziektejaren zo essentieel.
Het is heel belangrijk dat je inzichtelijk
kunt maken dat je alle kansen op her-
stel en werkhervatting benut hebt. Breng
waardevolle informatie van jezelf, de
huisarts, andere behandelaars, de werk-
omgeving en mogelijk anderen bij de ver-
zekeringsarts onder de aandacht.
Veel whiplashpatiënten laten ons we-
ten dat de verzekeringsarts geen goed
beeld van hen heeft gekregen door de
keuring. Er is in praktijk een groot ver-
schil tussen de uren die de patiënt denkt
te kunnen werken en de inschatting van
de verzekeringsarts. Mogelijkheden tot
urenbeperking worden nauwelijks benut.
Eigen informatie, van behandelaars of
anderen wordt niet altijd opgevraagd of
meegewogen. Vaak bestaat het gevoel
dat het oordeel van de verzekeringsarts
al vóór de keuring vaststaat. Die voorin-
genomenheid uit zich in opmerkingen als
‘whiplash geeft geen recht op een uitke-
ring’, ‘whiplash is geen ziekte’, ‘whiplash
is niet aantoonbaar’, ’whiplash duurt niet
langer dan 6 maanden’, ‘ik geloof niet in
whiplash’, etc.
Financiële zorgen
Als je door een whiplash minder gaat
werken, gekort wordt op je loon, in de
ziektewet terecht komt of een uitkering
ontvangt kan dat je financiële plaatje be-
hoorlijk veranderen. Je moet misschien
ineens met minder rondkomen dan voor-
heen. En een whiplash kan extra kosten
met zich mee brengen. Met een beperkt
inkomen of een uitkering kan het dus
best puzzelen zijn om financieel rond te
komen. In je uitgavenpatroon zul je mis-
schien een keuze moeten maken in wat
je wit blijven doen en wat niet. Een huis-
houdboekje kan je daar inzicht in geven.
Maak er een sport van om ergens profijt
van te hebben en iets te vinden voor zo
min mogelijk geld. Verschillende instan-
ties zoals het Nibud geven je nuttige bud-
get- en bespaartips.
‘Je rijk voelen heeft niet per se met geld
te maken. Je kunt je rijk voelen door te
genieten van het leven en jezelf goed te
voelen. Tel de dingen die je bezit die niet
met geld te koop zijn.’
Regelingen en tegemoetkomingen
Ook financiële regelingen kunnen helpen
om over een inkomen te beschikken. De
overheid verstrekt subsidies en toeslagen
waar je als whiplashpatiënt recht op hebt.
Die regelingen veranderen regelmatig.
Studeren met een whiplash
Niet alleen werkenden, maar ook stude-
rende jongeren kunnen hinder ondervin-
den van een whiplash. Tijdens de studie
kunnen er als gevolg van de whiplash
energie- en concentratieproblemen ont-
staan. Dit heeft gevolgen voor het vol-
gen van lessen, deelname aan groeps-
werk, thuis studeren of het volgen van
een stage. Meestal is er een regeling
die inspeelt op functiebeperkingen, maar
die regels zijn niet altijd buigbaar. Pro-
Patiëntenperspectief Werk & inkomen
WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 222 23
beer zoveel mogelijk te overleggen met
een decaan of studieadviseur. Docenten
kunnen de absentieregeling versoepe-
len en van studiegenoten kun je aante-
keningen lenen.
Voor studenten met een beperking be-
staan er speciale regels binnen de studie-
financieringsregeling, zoals extra studie-
financiering, een afstudeerfonds, verlen-
ging van diplomatermijn, kwijtschelding
van schulden en de mogelijkheid om van
studie te switchen. Kijk voor meer infor-
matie op regelhulp.nl, een website van
de Rijksoverheid.
Breekpunten
Veel bedrijfs- en verzekeringsartsen vin-
den het lastig om vast te stellen wat de
gevolgen van een whiplash zijn voor
iemands’ mogelijkheden om te werken.
De mogelijkheden om dit objectief vast
te stellen zijn beperkt. En aan methoden
met een meer subjectieve component
wordt door artsen veelal minder waarde
gehecht. Dat maakt het voor patiënten
extra moeilijk om goed duidelijk te maken
wat hun beperkingen zijn. En kan er van
alles misgaan.
Als de arts de beperkingen onvoldoende
onderzoekt of het de zieke werknemer
onvoldoende lukt om het goed duidelijk
te maken, zal het plan van aanpak of de
beoordeling van de verzekeringsarts on-
voldoende recht doen aan de situatie van
de zieke werknemer. Dit kan bijvoorbeel-
den leiden tot een druk om meer te wer-
ken dan haalbaar is, of juist tot te weinig
initiatieven om de mogelijkheden te ver-
beteren. Het verzamelen van informatie
om te komen tot een zorgvuldige bege-
leiding en beoordeling van de arbeids-
mogelijkheden gebeurt weinig systema-
tisch. Samenwerking tussen artsen in de
zorg, het bedrijf en bij de verzekerings-
geneeskundige beoordeling is er weinig,
waardoor inzichten uit andere disciplines
beperkt benut worden.
Vaak is er in de eerste 2 ziektejaren ook
sprake van gebrekkige dossiervorming.
Dit terwijl de opgedane ervaringen juist
belangrijke informatie bevatten voor een
beoordeling door de verzekeringsarts.
Onduidelijkheid over wat er met de zieke
werknemer met whiplash aan de hand is,
de onzichtbare klachten en het onvoor-
spelbare verloop, kunnen leiden tot on-
begrip op de werkvloer of zelfs conflicten.
Dit belemmert herstel en werkhervatting.
Wat is nodig voor een doorbraak
De kans op re-integratie na uitval wordt
sterk vergroot door in een vroeg stadium
maatwerk te bieden. Het gaat daarbij om
een op het individu toegespitste goede
werkdiagnose, plan voor herstel en werk-
hervatting en evaluatie van het verloop.
Onderdeel hiervan is het maken van
afspraken over benodigde aanpassing
in werktijden- en omstandigheden. Ook
omgang met collega’s, thuiswerkmoge-
lijkheden en een positieve begripvolle
benadering deskundige ondersteuning
vanuit de werkgever/organisatie werken
bevorderend voor het herstel.
Om maatwerk te kunnen bieden, is de
inbreng van de zieke werknemer een be-
langrijk element bij vaststellen beperkin-
gen en mogelijkheden door bedrijfsarts
en verzekeringsarts. Het is van groot be-
lang dat de zieke werknemer voorbereid
is om vanuit de eigen rol hier het gesprek
over aan te gaan met de bedrijfsarts, en
actief te participeren in het re-integratie-
traject. Patiëntenorganisaties, werkge-
vers, collega’s en bedrijfsartsen kunnen
hierbij steun bieden.
Om de beperkingen en mogelijkheden zo
inzichtelijk mogelijk te maken is het slim
om systematisch een verslag bij te hou-
den over het gehele traject van herstel en
werkhervatting. Dit ondersteunt de voort-
gang in het de eerste twee ziektejaren en
de beoordeling door de verzekeringsarts
als het tot een aanvraag voor een WIA-
uitkering moet komen.
Redactie
Patiëntenperspectief Werk & inkomen
MeDISCH & zOrG
U
LeVeN & WeLzIjN
Wer
k &
INk
OM
eN
24
OVerzICHT WHIPLASH ANNO 2012
Harde* cijfers over whiplash 100.000 chronische whiplashpatiënten in Nederland 15.000-20.000 nieuwe whiplashongevallen per jaar* 40-50% heeft na 1 jaar nog klachten (klinische bevindingen)** 17% heeft na 1 jaar nog een lopende letselschadezaak* Per 100.000 werknemers zijn er 25.5 mensen met whiplash (30% mannen/
70% vrouwen)*** met een gemiddeld aantal ziektedagen van 206 per jaar Schadeverzekeraar en Arbodienst nemen daling waar.
Welke drempels, in hoofdlijnen, ervaren whiplashpatiënten?
MeDISCH & zOrG Gemis van onderzoek om specifiek whiplash vast te stellen Klachten worden niet serieus bekeken/onbegrip Geen coördinerend behandelaar die verloop volgt en begeleidt Te late verwijzing en gebrek aan effectieve behandelingen
Werk & INkOMeN Geen passend plan van aanpak en weinig evaluatie van verloop Moeilijk in te schatten wat de gevolgen van whiplash voor werk zijn Onvoldoende benutten van de ervaringen van zieke werknemer Druk op werkhervatting Onbegrip, vooroordelen Financiële zorgen: niet of beperkt kunnen werken dus
beperkt inkomen/(geen)uitkering
LeTSeLSCHADe Wisselende kwaliteit en kennis van belangenbehartiger Lange looptijd whiplashzaken Uitputtingsslag; ongelijke positie tussen verzekeraar en slachtoffer Gebrek aan transparantie Met regelmaat een negatieve bejegening
LeVeN & WeLzIjN Patiënten vaak in de verdediging door onzichtbaarheid
aandoening en gevolgen daarvan Dat kost veel energie en ondermijnt zelfvertrouwen en waardering De druk om te voldoen aan verwachtingen van jezelf en anderen Veel instanties (verplichtingen) maar wie zorgt voor
samenhang/coördinatie?
help ons deze 5 verbeterpunten te realiseren
Onderschat whiplash niet en toon begrip Investeer in herstel Stimuleer actieve inbreng van whiplashpatiënten Ontwikkel en deel opgedane (medische)kennis Voorkomen is beter dan genezen
Onze wens:
* Beschikbaar gesteld door grote schadeverzekeraar, geëxtrapoleerd naar Nederland (16.000 whiplash-
zaken per jaar) en licht gecorrigeerd op whiplashongevallen zonder aansprakelijke partij (TNO, 1996).
** Zie artikel p. 6.
*** Gegevens 2011 beschikbaar gesteld door landelijke arbodienst.
MeDISCH & zOrG
U
LeVeN & WeLzIjN
LeTSeLSCHA
De
25 WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 224
OVerzICHT WHIPLASH ANNO 2012
Harde* cijfers over whiplash 100.000 chronische whiplashpatiënten in Nederland 15.000-20.000 nieuwe whiplashongevallen per jaar* 40-50% heeft na 1 jaar nog klachten (klinische bevindingen)** 17% heeft na 1 jaar nog een lopende letselschadezaak* Per 100.000 werknemers zijn er 25.5 mensen met whiplash (30% mannen/
70% vrouwen)*** met een gemiddeld aantal ziektedagen van 206 per jaar Schadeverzekeraar en Arbodienst nemen daling waar.
Hoe zijn deze drempels te nemen?
MeDISCH & zOrG Uitbreiding mogelijkheden diagnostiek voor effectiever
behandeling Meer samenspraak tussen arts en patiënt en begrip tonen Benoem whiplash, schets perspectief en ondersteun
zelfmanagement Tijdige doorverwijzing Centrale rol huisarts Kwaliteit van leven centraal stellen
Werk & INkOMeN Meenemen informatie en ervaringen van zieke werknemers
bij beoordeling arbeidsmogelijkheden Ondersteuning actieve inbreng van zieke werknemers Individuele werkdiagnose, plan van aanpak en evaluatie
van verloop Steun uit de organisatie Systematische verslaglegging van werkhervattingstraject Meer samenwerking tussen zorg en arbeid
LeTSeLSCHADe Focus op herstel /re-integratie Standaard inschakelen goede belangenbehartiger Onderbouwing van schade obv redelijkheid en ervaring
met herstel Toegang tot recht (kosten) Efficiënt traject, niet onbestraft rekken van termijnen Transparantie over afhandeling whiplashzaken
LeVeN & WeLzIjN (Hulp bij het) leren vinden van een nieuwe balans Respectvolle benadering, open staan voor klachten
die moeilijk te zien zijn Steun partners Vergoeding zelfmanagementtraining door verzekeraars
* Beschikbaar gesteld door grote schadeverzekeraar, geëxtrapoleerd naar Nederland (16.000 whiplash-
zaken per jaar) en licht gecorrigeerd op whiplashongevallen zonder aansprakelijke partij (TNO, 1996).
** Zie artikel p. 6.
*** Gegevens 2011 beschikbaar gesteld door landelijke arbodienst.
Dienstverlening: Persoonlijke hulpverlening Voorlichting Informatie-uitwisseling en lotgenotencontact
www.whiplashstichting.nlPostbus 105, 3980 CC BunnikT. 030-6565000/088-6565700
Kennis vormt de basis van een
goede dienstverlening
De Whiplash Stichting Nederland biedt
een breed scala aan diensten. De ba-
sis hiervoor wordt gevormd door de
opgebouwde kennis over alle aspec-
ten en gevolgen van whiplash: me-
disch, werk en inkomen, juridisch en
welzijn. De WSN verzamelt perma-
nent kennis en ervaringen bij weten-
schappers, (para-)medische behande-
laars, deskundigen op allerlei gebie-
den en bij de whiplashpatiënten zelf.
De vrijwilligers van de WSN krijgen
een gedegen opleiding en permanente
bijscholing om de kennis optimaal te
kunnen inzetten bij voorlichting en hulp-
verlening. De WSN kan deze leidende
rol spelen omdat zij, sinds de oprichting
in 1989, investeert in kennis en relaties
met de belangrijke spelers in het veld.
Daarom is de stichting de eerste whip-
lashpatiëntenorganisatie, die door het
Ministerie van Volksgezondheid erkend
is.
Drie peilers van de dienstverlening
De WSN streeft ernaar om mensen met
een whiplash optimaal te ondersteunen bij
het voeren van de regie over hun leven
met beperkingen. Deze ondersteuning be-
rust op drie pijlers (zie ook pagina 44):
Voorlichting
De voorlichtingsactiviteiten zijn op de
eerste plaats bedoeld voor de whiplash-
patiënten en hun omgeving. Maar de
WSN wil ook in de samenleving meer
bekendheid geven aan het whiplashlet-
sel en meer begrip kweken bij profes-
sionals en het brede publiek voor de
gevolgen.
De kennis van de WSN is toegankelijk
via de website (www.whiplasstichting.nl)
en een aantal folders en brochures. Het
voorlichtingsmateriaal biedt algemene
informatie over whiplash en de gevol-
gen daarvan. Nieuwe leden van de WSN
Dienstverlening Whiplash Stichting Nederland
26
Informatie-uitwisseling en lotgenotencontact Bijeenkomsten
Website-communities
Facebook en Twitter
Voorlichting Folders en brochures
Website WSN
Markten en lezingen
Whiplash Magazine
Persoonlijke hulpverlening Helpdesks telefonisch en email
kennis
ontvangen een welkomstpakket met
deze algemene informatie. Daarnaast
is heel veel gedetailleerde informatie
over deelaspecten beschikbaar, zoals
behandelingen, arbeid, letselschade en
preventie. Sinds 2011 kent de website
een print- en spraakmodule voor men-
sen, die moeite hebben met het (lang-
durig) lezen van teksten vanaf een
beeldscherm. De webshop biedt ook
de mogelijkheid om schriftelijk voor-
lichtingsmateriaal te bestellen. Steeds
meer mensen bezoeken de website.
Inmiddels zijn dat 3.000 tot 4.000 be-
zoekers per maand.
Drie keer per jaar verschijnt het Whip-
lash Magazine. Het magazine besteedt
aandacht aan ontwikkelingen op we-
tenschappelijk gebied, therapieën, er-
varingen van patiënten en natuurlijk de
activiteiten van de stichting. Het Whip-
lash Magazine verschijnt in een oplage
van 3.000 exemplaren. Losse nummers
kunnen ook via de website besteld wor-
den.
De WSN neemt jaarlijks deel aan ver-
schillende informatiemarkten en bijeen-
komsten, die direct of indirect te maken
hebben met whiplash. Voorbeelden zijn
activiteiten in het kader van de Week
Chronisch Zieken en lezingen / bijeen-
komsten van andere patiëntenvereni-
gingen, bijvoorbeeld voor hersenletsel,
ME/CVS, fibromyalgie. Dit jaar orga-
niseerde de WSN samen met andere
patiëntenorganisaties een congres over
het thema ‘pijn’. Er vonden lezingen en
workshops plaats, maar op deze dag
konden whiplashpatiënten en hun naas-
ten ook uitgebreid contact leggen met
lotgenoten en contactpersonen van de
WSN.
Regelmatig houdt de WSN lezingen
voor specifieke beroepsgroepen. Zo
zijn de aflopen jaren lezingen gehouden
voor groepen EHBO-ers, Slachtoffer-
hulp, de ANWB, de Nederlandse Ver-
eniging voor Orthomanuele Therapie,
een groep letselschadeadvocaten en
studenten in (para-)medische beroepen.
Informatie-uitwisseling en
lotgenotencontact
De ervaring heeft geleerd dat er onder
whiplashpatiënten veel behoefte bestaat
aan het onderling delen van ervaringen
en informatie. Informatie-uitwisseling en
lotgenotencontact vinden steeds meer
plaats via de digitale communicatieka-
nalen.
De website van de WSN biedt een digi-
taal platform, waarop diverse ‘Whiplash-
communities’ actief zijn. Een openbare
community voor het delen van ervarin-
gen en het voeren van een opbouwende
dialoog, een patiëntencommunity toe-
gankelijk voor leden, waar in een veilige
omgeving contacten gelegd worden en
exclusieve informatie voor leden be-
schikbaar is en een aparte ‘vrijwilligers-
community’.
Sinds medio 2012 is de WSN actief op
Facebook en Twitter. Deze social me-
dia worden ingezet om zoveel moge-
lijk mensen te bereiken en bij te staan
met informatie, advies en (h)erkenning.
Whiplash vraagt steun, dus volg de
WSN op twitter en like ons op facebook.
Via www.whiplashstichting.nl kunt u
doorlinken naar twitter en facebook.
Katy van der Sluijs
Zie vervolg op pagina 44
Dienstverlening Whiplash Stichting Nederland
27 WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 226
U ziet van links naar rechts: Cobi van Keulen (linksonder), Gonny Hippmann (links-
boven), Petra Hendrickx, Gerard Lambregts, Karin van der Maas, Cees van Houten,
Jopie Lambregts. Werkgroep deskundigheid.
428
De schaderegeling na een whiplash kent veel haken en ogen.
De veroorzaker van het ongeval kan aansprakelijk gesteld
worden om de opgelopen schade te compenseren. Maar wat
is de schade, hoe stel je dat vast? In de meeste gevallen zal
een verzekeringsmaatschappij het op zich nemen om dit met
je te regelen. Als de schade beperkt is, ontstaan er veelal wei-
nig problemen. Maar hoe hoger de schade, hoe ingewikkelder
het wordt.
Zeker als de klachten na een whiplash langer aanhouden, ont-
staan er veel discussies en kunnen de verhoudingen zich ver-
harden. De verzekeraar vraagt of er wel klachten zijn (bewijs)
en of die klachten wel het gevolg zijn van een ongeval.
De kritische houding van verzekeraars is versterkt na de in-
voering van de richtlijn ‘De bepaling van functieverlies en
beperkingen bij neurologische aandoeningen’ van de Neder-
landse Vereniging van Neurologen (2007). Hierin wordt het
whiplashsyndroom als tijdelijk gezien. Als de klachten na een
ongeluk langer dan zes maanden aanhouden, zijn deze vol-
gens die richtlijn niet meer te beschouwen als het gevolg van
dat ongeluk.
Dat staat wel haaks op een uitspraak van de Hoge Raad uit
2001. Hierin stelde de Raad dat het slachtoffer niet met kei-
harde bewijzen hoeft te komen, omdat algemeen bekend is
dat whiplash moeilijk te herleiden is tot waarneembare medi-
sche stoornissen,. Bovendien moet de medisch deskundige,
die in de eventuele rechtszaak wordt gehoord, niet alleen oog
hebben voor medisch waarneembare afwijkingen of bescha-
digingen, maar ook voor de klachten die het slachtoffer heeft.
In de letselschadebranche ontstaan de laatste jaren steeds
meer initiatieven om de problemen en strijdpunten in whip-
lashzaken aan te pakken. Voor patiënten is de ontwikkeling
interessant dat de focus meer komt te liggen op herstel, en
daarna pas op afronding van de schade.
Maar…wat is nu de beste manier om de schade na een whip-
lashongeval te verhalen? Meteen een letselschadeadvocaat
in de arm nemen? Zelf de dialoog aangaan met de verze-
keringsmaatschappij? Of, als tussenweg, een bemiddelaar
(mediator) inschakelen? Is een kritische houding van de ge-
troffene hierbij op zijn plaatst of juist meewerken maar met
een redelijk portie van gezonde voorzichtigheid?
In de volgende artikelen zien we verschillende invalshoeken
en uitgangspunten terug.
Meer juridisering (ASP), dejuridisering (PIV) of demedicalise-
ring én dejuridisering (Letselschaderaad).
Schade bij whiplash
Inleiding Letselschade
WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 228 29
Helpdesk letselschadehttp://www.whiplashstichting.nl/assets/
files/downloads%20oc/Convenant%20
ASP-WSN.pdf
Convenant WSN met ASP voor specifie-
ke juridische dienstverlening aan whip-
lashpatiënten.
http://www.whiplashstichting.nl/nl/activi-
teiten/helpdesk-letselschade.html
ASP-blog over jurisprudentie op de websitehttp://www.whiplashstichting.nl/nl/open-
baar/blogs/Advocatenblog.html
Gedragscode behandeling letselschade (2006)http://www.deletselschaderaad.nl/li-
brary/repository/GedragscodeBehandel
ingLetselschadeVersie1.0.pdf
De Gedragscode Behandeling Letsel-
schade beschrijft hoe de schadebehan-
deling zo goed mogelijk kan verlopen.
NVN richtlijn bepaling functieverlies (2007)http://www.artsennet.nl/Richtlijnen/
Richtlijn/42967/Bepaling-van-functie-
verlies-en-beperkingen-bij-neurologis-
che-aandoeningen.htm
Keurmerk letselschadewww.stichtingkeurmerkletselschade.nl
De Stichting Keurmerk Letselschade
ontwikkelt en handhaaft kwaliteitsnor-
men voor rechtshulpverleners die actief
zijn in letselschadezaken zoals letsel-
schadeadvocaten en letselschade-ex-
perts. Het keurmerk omvat een aantal
belangrijke waarborgen: onafhanke-
lijkheid, deskundigheid, transparantie,
communicatie en duidelijkheid.
Deelgeschillenprocedurehttp://www.wetdeelgeschillen.nl/
Vanaf 1 juli 2010 bestaat er de mogelijk-
heid deelgeschillen ‘kosteloos’ voor te
leggen aan de rechter via de Wet deel-
geschillen voor letsel en overlijdens-
schade.
Bemiddelaar voor slachtoffers letselschade www.stichtingpiv.nl/zoekdetail/
?article=763196
Slachtoffers van letselschade krijgen
recht op onafhankelijke bemiddeling als
een zaak langer dan drie jaar loopt en
er ontevredenheid is over de aanpak
van de verzekeraar. De aanbevelingen
sluiten aan bij eerdere voorstellen van
De Letselschade Raad en Stichting De
Ombudsman.
Pandorawww.ced-pandora.nl
‘Pandora’: een initiatief uit de markt,
waarbij verzekeraars, letselschadead-
vocaten en -bureaus samen een nieu-
we aanpak van whiplashzaken hebben
ontwikkeld. Zij geven prioriteit aan het
herstel van het slachtoffer, hebben meer
aandacht voor de emotionele kant van
het schaderegelingproces en zorgen
voor een snellere afwikkeling van za-
ken. De pilot is in 2011 afgerond.
Er zijn tal van Initiatieven op het gebied van letselschade; whiplash gericht of verwant. Wij geven in dit nummer een
overzicht van bij ons bekende projecten, acties, activiteiten en organisaties die op een of ander manier betrekking heb-
ben op het verkrijgen van inzicht en kennis, het bij elkaar brengen van partijen en/of het informeren van de keten van
belanghebbenden. De lijst is wellicht niet compleet; de WSN ontvangt graag melding van niet genoemde initiatieven.
Wist u dat...? Letselschade
430
Na een whiplashtrauma moeten alle in-
spanningen er op zijn gericht om het
slachtoffer diens activiteiten zo goed mo-
gelijk te laten hervatten. De praktijk laat
gelukkig zien dat het merendeel van de
slachtoffers na verloop van tijd in staat
is de draad weer op te pakken. Een klei-
ne groep blijft echter ernstige, en soms
chronische, problemen houden. Zij staan
in deze bijdrage centraal.
Ruim zes jaar na ondertekening van het
WSN-ASP convenant strijdt deze groep
van whiplashslachtoffers nog steeds om
begrip, erkenning en vergoeding van
schade. Hun positie is er niet makkelij-
ker op geworden nadat de Nederlandse
Vereniging van Neurologen (NVN) in
november 2007 een richtlijn inzake ‘De
bepaling van functieverlies en beper-
kingen bij neurologische aandoeningen’
introduceerde. In die richtlijn wordt het
post-whiplashsyndroom als een tijdelijk
pijnsyndroom gezien. Wanneer de klach-
ten langer dan zes maanden aanhouden,
is het klachtenpatroon niet meer te be-
schouwen als gevolg van het ongeval.
ASP heeft al langer geleden kritische
kanttekeningen geplaatst bij de NVN-
richtlijn. Hoe kan worden gerechtvaardigd
om langer dan zes maanden aanhouden-
de pijnklachten in alle gevallen niet meer
als ongevalsgevolg te beschouwen? Het
heeft er kennelijk mee te maken dat het
post-whiplashsyndroom volgens de richt-
lijn moet worden gezien als een chro-
nisch pijnsyndroom zonder neurologisch
substraat. Daarom kunnen er volgens
de NVN geen percentage functieverlies
en beperkingen worden toegekend. Op-
vallend is dat de NVN hiermee expliciet
afstand neemt van de wijze waarop het
post-whiplashsyndroom binnen het ka-
der van de American Medical Association
(AMA-guides) wordt beoordeeld, ‘omdat
het anders zou inhouden dat louter de
door de onderzochte aangegeven klach-
ten tot een (fors) functieverlies aanleiding
geven.’
Dat de klachten die ontstaan na een
whiplashtrauma in de regel niet zijn terug
te voeren op een aanwijsbare neurologi-
sche beschadiging is niet nieuw. Sterker
nog, het is algemeen bekend dat het zo
is. Wat in de richtlijn uit 2007 wel nieuw
was, is dat de problemen van whiplash-
slachtoffers na 6 maanden niet meer
voor rekening van de aansprakelijke
partij worden gebracht. Deze zienswijze
steunt niet op erkend en gepubliceerd
medisch-wetenschappelijk onderzoek.
Met deze benadering ontstaat ook een
verschil tussen de manier waarop whip-
lash in letselschadezaken wordt beoor-
deeld en hoe er in behandelingssituaties
mee wordt om gegaan. De bestaande
CBO-richtlijn voor de behandeling van
whiplashpatiënten gaat er – anders dan
de keuringsrichtlijn uit 2007 – niet van uit
dat alle problemen na 6 maanden niets
meer met het ongeval te maken hebben.
Zo bestaat er een situatie dat whiplash-
patiënten ook na 6 maanden voor de
ongevalsklachten worden doorbehan-
deld terwijl zij in diezelfde fase van de
keurende richtlijnneuroloog horen dat
hun klachten niet langer aan het ongeval
kunnen worden toegerekend. Dat is niet
uit te leggen.
Whiplash anno 2012John Beer is sinds 1977 werkzaam als advocaat te Amsterdam en een van de oprichters van ASP
(Advocaten voor Slachtoffers van Personenschade). Hij is partner bij Beer advocaten. Zijn praktijk ligt
op het gebied van aansprakelijkheid en letselschade waarbij hij uitsluitend voor slachtoffers optreedt.
Als toenmalig voorzitter van ASP ondertekende hij het WSN-ASP convenant.
De advocaat Letselschade
WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 230 31
ASP heeft de NVN er uitvoerig op gewe-
zen dat door de richtlijn een probleem bij
de afwikkeling van letselschades werd ge-
creëerd. Immers, neurologen werden ge-
dwongen om beoordelingen in juridische
kwesties anders te doen dan de Hoge
Raad al in 2001 heeft voorgeschreven.
De Hoge Raad heeft op 8 juni 2001 een
arrest gewezen waarin werd geoordeeld
over de schadevergoedingsvordering
van een slachtoffer van een whiplash-
trauma bij wie nadien sprake was van
persisterende klachten. In deze uitspraak
onderschreef de Hoge Raad het navol-
gende: Ofschoon iemand die stelt schade
te lijden in het algemeen die schade
aannemelijk dient te maken, brengt de
omstandigheid dat het hier gaat om
een syndroom (post-whiplash) waar-
van algemeen bekend is dat dit moei-
lijk of slechts in beperkte mate tot
concreet waarneembare medische
stoornissen valt te herleiden, met zich
mede dat de eisen die aan het bewijs
kunnen worden gesteld niet al te hoog
dienen te zijn. Het komt dan – tot op
zekere hoogte – voor risico van de
veroorzaker van het ongeval dat het
oorzakelijke verband tussen ongeval
en klachten zich niet rechtstreeks laat
aantonen en dat de klachten evenmin
te herleiden zijn tot medisch vaststel-
bare afwijkingen.
Waar de rechter door de medische
deskundige wenst te worden voorge-
licht over het bestaan van bij de be-
trokkene bestaande stoornissen dient
de medische deskundige ervan uit te
gaan dat niet enkel wordt gedoeld op
‘stoornissen’ in de zin van medisch
waarneembare beschadigingen, af-
wijkingen of gebreken (van orthopedi-
sche of van neurologische aard) doch
ook op het bestaan van ‘klachten’ die
natuurlijk per definitie een subjectief
karakter hebben maar waarvan niette-
min objectief vastgesteld kan worden
dat zij aanwezig, reëel, niet ingebeeld,
niet voorgewend, en niet overdreven
zijn. Met dit onderdeel van de beslis-
sing heeft de Hoge Raad zich dus
mede tot de medische deskundige
gericht.
Dit arrest geldt als het standaardarrest
waarin onze hoogste rechter heeft aan-
gegeven hoe de problematiek van slacht-
offers van een post-whiplashsyndroom
moet worden beoordeeld. In dat kader
heeft de Hoge Raad dus ook expliciet
aangegeven op welke wijze de rechter
in dergelijke gevallen dient te worden
voorgelicht. De rechter, die beslist over
het causaal verband tussen ongeval en
klachten, heeft er geen moeite mee dat
een specifieke medisch aantoonbare ver-
klaring voor de klachten van een whip-
lashslachtoffer ontbreekt. Indien komt vast
te staan dat het slachtoffer de klachten
niet had, deze klachten op zich door het
ongeval veroorzaakt kunnen zijn en een
alternatieve verklaring voor de klachten
ontbreekt, zal het bewijs van het causaal
verband daarmee veelal geleverd zijn.
Rapportages van richtlijnneurologen zijn
in strijd met de wijze waarop de Hoge
Raad vindt dat de civiele rechter dient
te worden voorgelicht. De NVN-richtlijn
schrijft immers voor dat wel van medisch
waarneembare problematiek moet wor-
den uitgegaan.
Ik zou menen dat keuringen in whiplash-
zaken niet door neurologen moeten
plaatsvinden zolang de NVN de betref-
fende richtlijn handhaaft. Een oplossing
zou naar mijn mening gezocht moeten
worden in keuringen door een revalida-
tieteam, inclusief een revalidatiearts, dat
een meer multidisciplinaire benadering
heeft en waarbij objectief beoordeeld
kan worden of klachten aanwezig, reëel,
niet ingebeeld, niet voorgewend, en niet
overdreven zijn.
Onlangs las ik in Medisch Contact een
stukje van een neuroloog die de boos-
heid beschreef van een whiplashpatiënt
die hem verweet dat hij alle klachten psy-
chisch verklaarde. Het betrof een patiënt
die een jaar tevoren met flinke snelheid
van achteren was aangereden en wiens
leven daarna geleidelijk was ingestort en
daar boos over was. Het had kennelijk
geleid tot boze discussie in de behandel-
kamer. De frustratie van een benadeeld
slachtoffer tegenover een dokter die er
niet of nauwelijks iets mee kan. Door
lezing van dit stukje werd ik weer beves-
tigd in de gedachte dat whiplashslacht-
offers weinig tot niets bij neurologen te
zoeken hebben.
De juridische oplossing voor deze groep
whiplashslachtoffers ligt niet bij de richt-
lijnneuroloog maar bij de rechter. Voor de
letselschadepraktijk is van groot belang
dat in 2010 de ‘deelgeschilprocedure’
werd geïntroduceerd. Het is nu moge-
lijk om aan de rechter op een versnelde
wijze een beslissing te vragen over een
discussiepunt dat aan een regeling van
de zaak in de weg staat. In whiplash-
De advocaat Letselschade
432
zaken gebeurt dat regelmatig om het
causaal verband tussen ongeval en
klachten vastgesteld te krijgen. Een be-
langrijk voordeel voor slachtoffers is dat
de kosten van deze procedure door de
aansprakelijke partij vergoed moeten
worden, ook als het slachtoffer niet in het
gelijk wordt gesteld.
Neurologen, en andere artsen, zijn ge-
wend om invaliditeit in percentages uit
te drukken. Zulke percentages zijn ook
terug te vinden in de NVN-richtlijn. Der-
gelijke percentages zijn alleen van be-
lang voor verzekeringszaken, bijvoor-
beeld als een slachtoffer voor het onge-
val zelf een ongevallenverzekering had
afgesloten. Het percentage bepaalt dan
welk deel van de verzekerde som tot uit-
kering komt. In aansprakelijkheidszaken
(= de letselschadepraktijk) zijn deze per-
centages volstrekt onbelangrijk en gaat
het uitsluitend om de beperkingen die
door het ongeval zijn veroorzaakt. Het
bekende voorbeeld is de concertpianist
die een handletsel oploopt. Op grond van
invaliditeitstabellen is hij zeer beperkt in-
valide terwijl zijn beperkingen dusdanig
groot zijn dat hij helemaal niet meer kan
werken.
Van richtlijnneurologen hebben slachtof-
fers van whiplash weinig te verwachten.
Het is in veel gevallen de vraag of het
überhaupt zin heeft een dergelijke neu-
rologische expertise te ondergaan. Het is
de rechter die over het causaal verband
tussen ongeval en klachten beslist. De
deelgeschilprocedure is daarvoor het ge-
eigende middel.
John Beer
Vier aandachtspunten bij de afwikkeling van een whiplashclaimHoewel de schaderegeling van (chronisch) nekletsel altijd wel iets weer-
barstigs zal blijven houden, hoeft dit niet te betekenen dat deze regeling
altijd erg lang moet duren, laat staat dat er gedonder van komt.
Vier punten behoeven dan echter
aandacht:
Het regelingstraject moet zoveel
mogelijk gedejuridiseerd worden.
Gelukkig is de aansprakelijkheids-
vraag meestal niet aan de orde,
maar zeker in het begin moet de
zaak juridisch gezien niet op
scherp staan. Dus niet direct over
het gordelverweer of het ontbre-
ken van causaal verband discus-
siëren. De aandacht in die eerste
fase moet gericht zijn op het her-
stel van het slachtoffer. Het een
paar jaar geleden geïntroduceer-
de Pandora-project heeft hiervoor
goede kaders geschapen. Wel moet vanaf het begin de focus
gelegd worden op re-integratie;
zowel ten aanzien van de normale
werkzaamheden als het sociale
leven. Hierbij moet een goede ba-
lans gevonden worden tussen em-
pathie en aansporing.
Daar de discussies tussen de ver-
zekeraar en de belangenbehar-
tiger vaak een medische impact
hebben is het aan te bevelen dat
de beide medische adviseurs over
dezelfde informatie beschikken.
Door de onlangs gepresenteerde
Medische Paragraaf bij de Ge-
dragscode Behandeling Letsel-
schade hebben slachtoffers vol-
doende waarborgen voor een
zorgvuldige omgang door de ver-
zekeraar met deze gegevens. Wanneer desondanks een zaak
drie jaar na de melding bij de ver-
zekeraar nog niet (geheel) is af-
gewikkeld kan mediation goede
diensten bewijzen. Buitenrechte-
lijke afwikkeling verdient naar mijn
mening de voorkeur boven proce-
deren. Ik denk dat we daarmee de
rechters ook een plezier doen.
Het moet dus bij whiplash niet om
de vraag gaan: Hoe kom je er aan?,
maar veeleer om: Hoe kom je er van-
af?
Theo Kremer
Directeur Stichting Personenschade
Instituut van Verzekeraars (PIV)
De schadeverzekeraar LetselschadeDe advocaat
WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 232 33
Controverse hindert afhandeling schadeclaims
De Letselschade Raad zet zich in voor
een soepele en snelle schadeafhan-
deling, waarbij het slachtoffer centraal
staat. De Raad werkt daartoe nauw sa-
men met de organisaties die actief zijn
op het gebied van letselschade. De Raad
geeft voorlichting via de website www.de-
letselschaderaad.nl.
Sinds 2007 geldt de Gedragscode Be-
handeling Letselschade (GBL) en sinds
6 juni 2012 is daar, onder coördinatie van
De Letselschade Raad, de Medische Pa-
ragraaf aan toegevoegd – zie www.de-
letselschaderaad.nl/MedischeParagraaf.
In de GBL staat het slachtoffer centraal.
Sinds de introductie van de GBL en het
verbindend verklaren van de GBL door
het Verbond van Verzekeraars is in de
letselschadepraktijk veel in positieve zin
veranderd. Er is echter nog het nodige te
verbeteren, zeker in de afhandeling van
whiplashzaken.
Regels en termijnen
De GBL bevat gedragsregels die de
afhandeling van letselschadezaken in
goede banen leiden. Belangenbeharti-
gers en verzekeraars die de GBL volgen,
focussen hun aandacht op het vinden
van oplossingen voor de aanwezige pro-
blemen. Zij voorkomen daarmee dat de
afhandeling van een letselschadezaak
een onnodig lange strijd wordt. Wie de
GBL naleeft, respecteert ook termijnen:
de verzekeraar behoort binnen drie
maanden een besluit te nemen over de
aansprakelijkheid en binnen twee jaar de
schade af te handelen. Het slachtoffer,
al dan niet via zijn belangenbehartiger,
dient daar medewerking aan te verle-
nen. Alleen met goede redenen mogen
partijen van deze termijnen afwijken. Een
langere termijn kan overigens in het be-
lang zijn van het slachtoffer, bijvoorbeeld
omdat binnen twee jaar niet duidelijk is
wat de blijvende beperkingen als gevolg
van het ongeval zijn.
De afhandeling van claims in verband
met whiplash is ingewikkeld als gevolg
van de controverse in de medische we-
reld over de vraag of en in welke mate
whiplash leidt tot beperkingen. Medisch
adviseurs beoordelen daardoor verschil-
lend of klachten zijn veroorzaakt door het
ongeval. Over de gevolgen op termijn be-
staat al helemaal geen eensgezindheid.
Focus op hier en nu
Intussen is het whiplashslachtoffer de
dupe van deze controverses. Na een
ongeval wil iedereen zo snel mogelijk
zijn leven weer oppakken. De werk-
groep Materiële Normering van De
Letselschade Raad pleit daarom voor
‘demedicalisering’ of ‘dejuridisering’ bij
de schadeafhandeling van whiplashpa-
tiënten. Door te focussen op het hier en
nu ontstaat ruimte om samen te werken
aan concrete oplossingen voor de ge-
volgen van een ongeval. Een goed voor-
beeld van een pragmatische aanpak is
het project ‘Pandora’, een initiatief uit
de markt, waarbij verzekeraars, letsel-
schadeadvocaten en -bureaus samen
een nieuwe aanpak van whiplashzaken
hebben ontwikkeld. Zij geven prioriteit
aan het herstel van het slachtoffer, heb-
ben meer aandacht voor de emotionele
kant van het schaderegelingproces en
zorgen voor een snellere afwikkeling
van zaken. In het besef dat een snelle
re-integratie van het slachtoffer in het
belang van alle partijen is.
Deborah Lauria,
directeur De Letselschade Raad
Whiplashpatiënten hebben vaak grote moeite om hun letselschade
vergoed te krijgen. Meer eenheid in de schadeafhandeling bij een
whiplash is hoog nodig. Uit een probleemanalyse van de werkgroep
Materiële Normering van De Letselschade Raad blijkt dat de juri-
disering en de medicalisering van whiplashzaken het vinden van
oplossingen in de weg staan.
De schadeverzekeraar Letselschade De Letselschade raad Letselschade
434
De aansprakelijke partij, in de meeste
gevallen krijg je direct te maken met
diens verzekeraar, hoort alle schade te
vergoeden die voortvloeit uit het ongeluk.
Deze vergoeding doet recht aan de ernst
van het letsel en de geleden en te lijden
schade. Dat gaat veel verder dan alleen
het vergoeden van tastbare zaken, zoals
blikschade aan een auto. Het probleem
zit in het vaststellen van de beperkin-
gen die je ondervindt van het ongeval.
Wat is de omvang van de dingen die je
niet meer kan en wat is daar een reële
compensatie voor? Bijvoorbeeld werk:
wat is je verlies aan verdienvermogen.
Nu, op dit moment, maar ook tot aan het
einde van je beroepscarrière. En denk
ook aan kosten voor thuiszorg omdat je
zelf je huis niet meer kunt schoonmaken
of behandelingskosten die niet worden
vergoed door jouw zorgverzekeraar. Een
ander belangrijk vraagstuk is de causa-
liteit: komt de schade die je ondervindt
voort uit het ongeval?
Deskundige hulp bij
juridische trajecten
Om te beginnen is het aan te raden al-
tijd een belangenbehartiger in te scha-
kelen en niet alleen met de verzekeraar
van de aansprakelijk te stellen partij in
gesprek te gaan. Waarom een juridisch
belangenbehartiger? Over het algemeen
zijn whiplashzaken complex. En jij hebt
door je whiplash beperking letterlijk en
figuurlijk immers al genoeg aan je hoofd.
Kies daarom altijd voor een deskundige,
zoals een schaderegelaar of een letsel-
schadeadvocaat met stevige kennis van
letselschade en whiplash om tot een pas-
sende afwikkeling te komen. De uitkomst
van je letselschadeproces is namelijk
mede afhankelijk van de kwaliteit van de
belangenbehartiger die je inschakelt.
Wie in te schakelen?
Het is belangrijk is om een belangenbe-
hartiger te vinden bij wie je het vertrou-
wen hebt dat deze jouw zaken optimaal
zal behartigen. Dan wordt je daar zelf
minder mee belast en kan jij je focussen
op herstel. Bij het kiezen van de juiste
belangenbehartiger kun je op diverse
zaken letten zoals: wat is de kennis en
ervaring met whiplashzaken? Dragen
ze een keurmerk van de branche of be-
roepsvereniging? Werken ze alleen voor
slachtoffers (om belangenverstrengeling
te voorkomen)? Kunnen de kosten ver-
goed worden? Is er tijd voor gesprekken
met de cliënt? Hoe zit het met vertegen-
woordiging bij de rechter?
Houd er rekening mee dat belangenbe-
hartigers van rechtsbijstandverzekeraars
zich veelal maar tot een beperkt niveau
qua tijd en budget kunnen inzetten. Het is
vaak ook mogelijk om vanuit de rechtsbij-
standsverzekering een belangenbeharti-
ger van je eigen keuze in te schakelen.
Als er naast whiplash sprake is van bij-
voorbeeld ontslag, WIA of de overgang
van loondienst naar zelfstandig onder-
nemerschap is het handig een letsel-
schadeadvocaat of schaderegelaar met
een groot netwerk zoeken. Of een advo-
catenkantoor met kennis van arbeids-
recht, sociale zekerheidsrecht en even-
tueel ondernemingsrecht.
Schaderegelaar is een vrijgevestigd be-
roep en zij mogen volgens no-cure, no
pay constructies werken. In de meeste
gevallen is dat niet gunstig voor slacht-
offers, maar er zijn situaties waarin het
een uitkomst kan zijn (bijvoorbeeld bij
onduidelijkheid over de vaststelling van
de aansprakelijkheid, te verwachte dis-
cussies over causaliteit en een onzekere
financiële positie van een slachtoffer).
Kijk uit voor malafide constructies, zoals
onnodige gebruik of dubbel declareren.
Als je er met de verzekeraar niet uitkomt,
kan je kiezen voor het inschakelen van
de rechter via een deelgeschil of proce-
dure. Let op: schaderegelaars kunnen
niet naar de rechter, dat mogen alleen
advocaten. Dus als je gebruik wilt maken
Balans tussen herstel, recht en respectLetselschade is de lichamelijke en geestelijke schade die iemand heeft ten gevolge van een onge-
luk. In Nederland heeft een slachtoffer recht op een vergoeding van de letselschade als een ander
hiervoor aansprakelijk is. Hierbij moet de betrokkenheid en aansprakelijkheid van de veroorzaker
bewezen worden.
Patiëntenperspectief Letselschade
WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 234 35
van de wet deelgeschillen of een gerech-
telijke procedure, dan heb je (in elk geval
voor dat deel) een advocaat nodig.
Sinds 2010 is het door invoering van een
nieuwe wet mogelijk dat slachtoffer, be-
langenbehartiger en verzekeraar deel-
geschillen tussentijds aan een rechter
kunnen voorleggen. Het doel is om ein-
deloze discussies over een geschilpunt
te voorkomen, zodat de schadeafwikke-
ling niet onnodig lang hoeft te duren.
Een andere mogelijkheid is mediation.
Dan bemiddelt een onafhankelijke partij
tussen jou en de verzekeraar om tot een
gezamenlijke aanpak of oplossing te ko-
men.
Vraag advies
Dus let op kwaliteit en bevoegdheid: kijk
om je heen, vraag het de WSN, de Let-
selschaderaad, lotgenoten en check bij
www.keurmerkletselschade.nl. Maar ook
de Letselschade Helpdesk die de WSN
in samenwerking met ASP heeft opge-
richt, kan je helpen.
Een vermoeiend traject
In de praktijk blijkt een letselschadetra-
ject vaak een lange en moeizame weg
te zijn. Het traject is complex en je moet
telkens weer je verhaal doen. Dat kost
veel energie voor jou als slachtoffer. Ze-
ker als het langer duurt en jouw verhaal
in twijfel wordt getrokken. Zijn je klach-
ten wel zo erg? Zijn ze wel het gevolg
van het ongeval? Op zich logisch vanuit
het perspectief van de verzekeraar om
argumenten te zoeken om jouw verhaal
te ontkrachten (want alleen voor de on-
gevalschade zijn zij verantwoordelijk),
maar die bejegening kan heel negatief
en kwetsend zijn. En het voelt al snel als
een strijd om jouw integriteit. Bovendien
beschikt de verzekeringsmaatschappij
over veel meer uithoudingsvermogen,
kennis en expertise dan jij als slachtoffer.
Als de gevolgen van het ongeval beperkt
zijn, dan komen de verzekeraar en het
slachtoffer er gezamenlijk nog redelijk
goed uit. Over het algemeen geldt: hoe
groter en langduriger de gevolgen, hoe
meer de belangen uit elkaar gaan lopen,
en hoe scherper het traject. Er zijn echter
wel verschillen tussen verzekeraars. Een
aantal verzekeraars staat zelfs bekend
om hun scherpe whiplashbeleid, andere
verzekeraars zijn constructiever.
Expertise
Om inzicht te krijgen in het letsel en de
gevolgen ervan, wordt een expertise ge-
daan. Deskundigen uit verschillende dis-
ciplines kunnen hiervoor gevraagd wor-
den. De resultaten van hun bevindingen
drukken ze uit in een geschat percentage
functieverlies.
Neurologen treden steeds minder vaak
als medisch expert op in whiplashzaken,
nu de NVN de richtlijn tot bepaling van
functieverlies heeft aangepast. Daarin is
per november 2007 vastgesteld dat het
post-whiplashsyndroom moet worden
gezien als een chronisch pijnsyndroom
zonder neurologisch (objectiveerbare af-
wijking/letsel van het zenuwstelsel) sub-
straat. Zonder een objectiveerbare afwij-
king van het zenuwstelsel kan de richt-
lijnneuroloog geen beperking duiden
en dus geen percentage functieverlies
toekennen. De deskundige mening van
een neuroloog die de richtlijn van de
NVN gemotiveerd niet volgt, wordt wel
in de rechtbank meegenomen. Zij kun-
nen ook kiezen voor het hanteren van
de AMA-guide. Dit is een internationale
index waarmee invaliditeit bij letselscha-
de bepaald kan worden. Maar het wordt
steeds lastiger om een neuroloog te vin-
den die van de NVN-richtlijn wil afwijken.
In de praktijk is sprake van polarisering.
Verzekeraars willen een richtlijnneuro-
loog, slachtoffers een andere.
Patiëntenperspectief Letselschade
436
Vanwege de veranderde positie van
neurologen worden ook andere beroeps-
groepen benaderd voor een expertise,
zoals revalidatie-artsen en verzekerings-
artsen.
Vervolgtraject
Bij een grote schade volgt er na de medi-
sche expertise meestal nog een vervolg-
traject in de vorm van een arbeidsdes-
kundige expertise. Hierbij wordt gekeken
naar welke gevolgen het ongeval heeft
voor het uitoefenen van je huidige werk
en je mogelijkheden tot (ander passend)
werk in de toekomst. De arbeidsdeskun-
dige beoordeelt in welke mate je beperkt
bent om werk uit te voeren.
Wanneer afronden en waarom?
Het is begrijpelijk dat je het graag wilt
afronden, omdat het traject al de no-
dige energie heeft gekost. Maar… wik-
kel je zaak niet af, voordat je het ge-
voel hebt dat je gezondheidstoestand
stabiel is en er geen grote verbetering
of verslechtering meer te verwachten
is. Er kunnen allerlei argumenten mee-
wegen bij de beslissing om wel of niet
versneld af te ronden. Hoe belangrijk
is maximale financiële compensatie?
Hoe staat het met je uithoudingsvermo-
gen? Wil je tot het randje gaan? Etc.
Dit hangt helemaal af van je persoon-
lijke situatie. Zeker in zaken waarin de
verhoudingen zich verharden en de
bejegening te wensen over laat, kan
het een principekwestie worden om tot
een zorgvuldige afwikkeling te komen.
Het gaat niet alleen om een financiële
compensatie van de schade, maar ze-
ker ook om zorgvuldigheid, respect en
erkenning.
Breekpunten
Niet iedere belangenbehartiger beschikt
over voldoende kennis en kwaliteit. Het is
van belang dat slachtoffers op de hoogte
zijn van de kwaliteitsverschillen tussen
belangenbehartigers en dat de keuze
van een belangenbehartiger een cruciale
invloed heeft op het schadevergoedings-
proces.
Een letselschadetraject kan een uitput-
tingsslag zijn door de ongelijke posities
van de verzekeraar en het slachtoffer als
het gaat om expertise, uithoudingsver-
mogen, tijd en geld. Dit kan je veel frus-
traties, ergernis en dus energie kosten.
Maar ook geld. Het komt niet zelden voor
dat voorschotten worden ingehouden of
dat er geen reactie komt van een verze-
keraar of een belangenbehartiger. Of dat
ze onzorgvuldig omgaan met de privacy
en het medisch dossier van een slachtof-
fer. Het opstellen van een behandelplan
letselschade (onderdeel GBL) kan een
oplossing bieden om hier afspraken over
te maken, al biedt het geen garanties.
Grote belangen die op het spel staan hou-
den oplossingen tegen. Er is nog altijd
sprake van een wisselend beleid van ver-
zekeraars, rechters en artsen als het gaat
om bewijs. De discussie blijft actueel of er
een medisch aantoonbare oorzaak moet
zijn of dat het voldoende is om klachten
en beperkingen aannemelijk te maken.
Nodig voor een doorbraak
Positief is dat er steeds meer initiatieven
in het veld komen om naar oplossingen
te zoeken. Te denken valt aan het op-
stellen van een gedragscode, Pandora
(daarin bepaalde de cliënt zelf zijn be-
handeltraject), mediation, etc.
Zeker is dat de men bij de afwikkeling
van letselschade profijt zou hebben van
beter medisch inzicht.
Op korte termijn kan dit worden onder-
vangen door te investeren in herstel,
waarbij good practices in de zorg en re-
integratie input kunnen geven voor wen-
selijke interventies. De overgebleven
schade na het hersteltraject (na circa
2 jaar) is de basis voor de financiële
compensatie. Zo is een goede balans
te vinden tussen het belang van een
slachtoffer om zijn leven weer zo goed
mogelijk op te kunnen pakken en het
belang van de verzekeraar de schade te
beperken.
Daarnaast is het wenselijk om goede
voorlichting te geven aan slachtoffers.
Bijvoorbeeld door inzicht te geven in de
kwaliteitsverschillen die er tussen belan-
genbehartigers zijn. Ook liggen er verbe-
terpunten op het terrein van toegankelijk-
heid tot het recht, vooral ten aanzien van
de betaalbaarheid. De Wet deelgeschil-
len is een enorme stap vooruit.
Het letselschadetraject zou een effici-
ent traject moeten zijn en geen traject
waarbij onbestraft termijnen kunnen
worden gerekt en waarbij sprake is van
belangenverstrengeling door onder-
hands gemaakte afspraken. Ook is meer
transparantie over de afhandeling van
whiplashzaken gewenst. Daarnaast is
het wenselijk dat verzekeraars en belan-
genbehartigers de slachtoffers van een
ongeval met respect bejegenen. Er zijn
richtlijnen voor zorgvuldige omgang met
privacy en informatie. De vraag is hoe
deze getoetst worden op naleving.
Redactie
Patiëntenperspectief Letselschade
WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 236 37
Sinds september 2011 ben ik portefeuillehouder voorlichting
en PR in het bestuur van de WSN.
De keuze voor een rol als vrijwilliger in een patiëntenorgani-
satie maak je niet zo maar. Daar kun je naar op zoek gaan, of
het overkomt je. Net als whiplash.
Mijn dochter, toen 23, overkwam dat laatste nu twee en een
halfjaar geleden, door een ski-ongeval. Ondanks dat wil ze per
se haar studie afmaken. Dat vraagt de nodige aanpassingen
aan haar studie- en revalidatieprogramma en haar sociale le-
ven. Door haarzelf en door haar omgeving.
Storend element daarin is de opstart en de eerste fase van
een letselschadeprocedure. Je zoekt een advocaat die ge-
specialiseerd, toegankelijk en gemotiveerd is. Je wordt
meerdere keren door de molen van vragen en antwoorden
geperst. Bovendien moet je meer dan één keer een verkla-
ring afleggen en die van anderen beoordelen. Tijdrovend,
vervelend en emotioneel want het roept herinneringen op en
het is confronterend.
Er gaat veel tijd verloren, voordat je voor de rechter staat met
de principiële uitspraak ‘onrechtmatige daad’ - en daarmee de
erkenning van aansprakelijkheid van de veroorzaker.
Want de uitkomst bepaalt toch voor een belangrijk deel je
financiële speelruimte. En daarmee de leefomstandigheden
op korte én langere termijn. Het uitblijven van duidelijkheid
daarover vergroot je zorgen.
Op basis van de hopelijk voor haar gunstige uitspraak, kun-
nen we met de tegenpartij zaken doen over afhandeling. Ver-
goeding van gemaakte en nog te maken kosten maar ook de
afkoop van die jaren die een patiënt later in het arbeidsproces
kan instromen. Die gederfde inkomsten zijn helder gedefini-
eerd in de Letselschade Richtlijn Studievertraging.
Maar als dat allemaal niet zo mag zijn: wat dan?
En, hoe snel of hoe langzaam we kunnen rekenen op een con-
crete afhandeling?
Met die onzekerheid in gedachten zeg ik: ‘het wordt tijd voor
snelle en duidelijke procedures!’
Herman Kalfsterman
Vooral lange weg naar afhandeling
ervaring Letselschade
WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 2 37
438
De impact van whiplash reikt soms veel verder dan alleen de
fysieke klachten. De patiënten hebben te maken met pijn en
beperkingen in het dagelijkse leven, maar ook andere zaken
houden hen bezig. Onzekerheid bijvoorbeeld. Gaat het over?
Wanneer? En wat als het niet over gaat? En onbegrip, uit de
(al dan niet directe) omgeving.
Door mediastilte lijkt het alsof whiplash niet meer voorkomt of
eenvoudig te genezen is. Niet waar. Per jaar komen er zo’n
10-20.000 nieuwe gevallen bij. En behandeling kan een lang-
durige, individuele zaak zijn zonder garantie voor succes.
Vaak is er eerst veel begrip vanuit de omgeving, maar naar-
mate de klachten langer duren neemt dat begrip af. Dat is een
extra belasting voor degene met whiplash. In sommige geval-
len leidt dat er toe dat mensen met pijn en andere klachten
toch maar gaan werken. In andere gevallen heeft dit grote
invloed op het sociale leven. In beide gevallen komt het de
kwaliteit van leven niet ten goede.
Voor iemand met whiplash is het een enorme opluchting om
serieus te worden genomen. Als patiënt kun je bijdragen aan
dat begrip door zo goed mogelijk aan te geven wat je wel en
niet kunt. Zo wordt het geven van een passende behande-
ling of het kiezen van een succesvolle benadering en omgang
eenvoudiger.
Belangrijker nog, hoewel makkelijker gezegd dan gedaan, is
jezelf begrijpen en accepteren. Luister naar je lichaam en pro-
beer die dingen te doen die plezierig én haalbaar zijn. Accep-
teer dat je beperkingen hebt. Daar mag je verdrietig om zijn,
maar praat jezelf niet helemaal de put in. Begrip en hulp van
anderen speelt daarbij vaak een onmisbare rol.
Hoe kijken betrokkenen aan tegen de invloed van whiplash
op het leven en welzijn van de patiënt? Waar liggen de knel-
punten in acceptatie, begrip en de bereidheid tot dialoog om
samen een aanpak zoeken?
Ligt de bal voor een verbetering van de situatie bij de patiën-
ten? Die de muur van onbegrip zelf moet slechten, het initiatief
moet nemen en open moet zijn over wat hij of zij wel en niet
kan?
Of mogen we van professionele hulpverleners verwachten dat
zij zich meer verdiepen in de kwaliteit van leven van hun pa-
tiënten zodat er samen aan oplossingen gewerkt kan worden?
In de hierna volgende artikelen komen zij aan het woord.
Whiplash: fysieke en mentale beproeving
Inleiding Leven & welzijn
WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 238 39
Zelfmanagementwww.zelfmanagement.com
Het is een hele klus de ziekte of beperking
een plaats te geven in het dagelijks
leven. Er voor zorgen dat uw ziekte past
in uw leven in plaats van andersom, dat
is de gedachte achter het heft in eigen
hand nemen. In de zorg wordt dit laatste
ook wel zelfmanagement of zelfzorg ge-
noemd.
Zie ook het filmpje: http://www.zelf-
management.com/patienten/
Pijn- en Energiemeterhttp://www.whiplashstichting.nl/nl/
activiteiten/pepmeter.html
Als u last heeft van pijn en vermoeidheid,
is het belangrijk om te weten waardoor
dat veroorzaakt wordt en waar uw
grenzen liggen. Door uw bezigheden
tijdens twee ‘normale’ weken in te vullen
in de PEP-meter krijgt u meer inzicht
in uw belastbaarheid en de activiteiten
die u het meeste pijn en vermoeidheid
bezorgen.
Gezondheid 2.0 is participatie / patiënt 2.0 RVZ:http://www.zorgvisie.nl/Nieuws/07155/
RVZ-Gezondheid-2.0-versterkt-positie-
patient.htm
De Raad voor de Volksgezondheid en
Zorg (RVZ) omschrijft Gezondheid 2.0
als het gebruik van sociale media via
internet in de zorg waardoor patiënten
meer betrokken worden bij hun eigen
behandeling. Gezondheid 2.0 versterkt
de positie van de patiënt en kan de zorg
kwalitatief beter en efficiënter maken.
Er zijn tal van Initiatieven op het gebied van leven & welzijn. Whiplash gericht of verwant. Wij geven in dit nummer een
overzicht van bij ons bekende projecten, acties, activiteiten en organisaties die op een of ander manier betrekking heb-
ben op het verkrijgen van inzicht en kennis, het bij elkaar brengen van partijen en/of het informeren van de keten van
belanghebbenden. De lijst is wellicht niet compleet; de WSN ontvangt graag melding van niet genoemde initiatieven.
Wist u dat...? Leven & welzijn
440
Leven en welzijn
Presentietheorie en kwaliteit
Whiplash wordt meestal veroozaakt
door een ander. Op den duur zit echter
vooral het slachtoffer met de nadelige
gevolgen. Kort na het ongeluk is er alle
begrip vanuit de omgeving, maar dat be-
grip neemt af als de symptomen blijven
bestaan, maar de schade niet langer
zichtbaar is. De symptomen van whip-
lash hebben nadelige gevolgen voor het
welbevinden, lichamelijke functioneren
en het sociale leven.
De grote uitdaging voor mensen na een
whiplash is om – ondanks de belemme-
ringen – weer een betekenisvol leven te
leren leiden dat plezier geeft.
Voor hen is er de uitdaging om niet weg
te zakken in hulpeloosheid. Daarbij kan
de directe omgeving helpen door begrip
te tonen en steun te bieden. Wat niet
meer is te veranderen, zal men moeten
leren accepteren. En om ondanks alle
belemmeringen weer een leven te lei-
den dat voldoening geeft. Vier leefregels
kunnen daarbij helpen:
1) Kies een plezierige bewegings-
activiteit
2) Maak een plan waarin staat wanneer
je precies met wie welke plezierige
dingen gaat doen
3) Stel haalbare doelen
4) Sta je toe om af en toe verdrietig te
zijn, maar pak wel na een verdrietige
dag de draad weer op
In onderzoek en behandeling zal daarbij
aandacht moeten zijn de ontwikkeling
van praktische handvatten die daar-
aan kunnen bijdragen. Vooral mensen
die hulpeloos zijn en kwetsbaar voor
onbegrip moeten hierbij professionele
hulp kunnen krijgen. Een netwerk van
bekwame, begripvolle en oplossingsge-
richte kan die hulp bieden.
Prof.dr. Rinie Geenen
Universiteit Utrecht
Afdeling Klinische en Gezondheids-
psychologie.
De psycholoog Leven & welzijn
Meer en meer stijgen er geluiden op over
kwaliteitskaders voor het leveren van
goede zorg. Vanuit huidige discoursen
zijn we geneigd om ons te richten op
medisch technische aspecten van
kwalen en op ‘kracht’ en ‘empowerment’.
Dat kan behulpzaam zijn, maar dat
verliest mogelijk ook iets heel belang-
rijks uit het oog. Juist bij ziekten die
moeilijker te doorgronden zijn en waar-
bij het klachtenpatroon soms grillig ver-
loopt, zoals bij whiplash. ‘Goede zorg’
volgens verantwoordingskaders kan
patiënten dan toch nog emotioneel in
de kou laten staan. Vanuit de zorgethiek
streven we naar kwaliteitskaders die
recht willen doen aan de kwetsbaarheid
van patiënten. ‘Afgestemd raken op wat
er toe doet voor de ander’ is waar het
dan om draait. Goede zorg valt dan vast
te stellen door gevoelig te worden voor
mismatch en een gebrek aan ‘fit’, zoals
de filosoof Schuijt dat in het licht van
zorgzaamheid beschrijft. Dat is nader
uit te werken naar de vraag wat er van
een patiënt gezien wordt en wat niet, in
hoeverre er sprake is van reductie tot
een ziektebeeld, kortom waar kansen
liggen om het begrip tussen hulpverlener
en patiënt te vergroten. Bij voorkeur in
de richting van een perspectiefwisseling
(zo kan de hulpverlener zicht krijgen op
de logica, leefwereld en knellingen van
de patiënt), op grond waarvan passende
zorg kan worden geboden. Ook als het
hulptraject al enige tijd op gang is, blijft het
checken van de kwaliteit van afstemming
van grote waarde. Zo komen we tot
kwaliteitsystemen die voorkomen dat er
leed wordt toegevoegd aan het leven van
mensen die zich al in kwetsbare posities
bevinden.
Meer lezen hierover kan via www.
zorgethiek.nu of www.presentie.nl
Prof. dr. Anne Goossensen
Hoogleraar presentie en geestelijke
gezondheidszorg aan de UvH
Hoogleraar presentie Leven & welzijn
WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 240 41
(*) Cees Renckens is voormalig gynaecoloog en voorzitter van de Vereniging tegen Kwakzalverij.
(**) Kees Vos is huisarts, onderzoeker naar chronische pijn en voorzitter van de Medische Advies Raad van de WSN.
Wat gebeurt er na whiplash
met je leven?
Een whiplash valt altijd onverwacht je
leven binnen. Al is het scenario voor
iedere whiplashpatiënt anders en heeft
iedereen zijn unieke verhaal en omstan-
digheden.
Maar plots staat je leven op zijn kop en
kun je na een ongeval niet meer wat je
zou willen. Je kampt met lichamelijke
klachten en soms ook met concentratie
–en geheugenstoornissen. De uitdaging
is om ergens genezing te vinden en ook
te leren omgaan met je beperkingen.
Een (juiste) diagnose krijgen en een
passende therapie vinden, blijkt regel-
matig niet eenvoudig. Whiplash is moei-
lijk te diagnosticeren. En de therapie
waar de één baat bij heeft, hoeft voor
een ander niet te werken. Als de klach-
ten langer aanhouden dan verwacht,
kun je er niet omheen dat het leven een
andere wending neemt. Want je norma-
le ritme is verstoord door een diversiteit
aan klachten. In geval van een gebroken
arm weet iedereen welke hulp, beleid
en termijn er voor herstel nodig is. Welk
perspectief je na een whiplash wacht is
moeilijker in te schatten. Dit brengt vaak
onzekerheid met zich mee.
Ervaringen met het imago van
whiplash (Is het wel echt?)
Hoe staat het met het imago whiplash
anno 2012? In de media wordt de laat-
ste jaren weinig over whiplash bericht.
Onlangs schrok ik van de reactie van
een bekende, die zei: Whiplash bestaat
toch helemaal niet, het is een verzeke-
ringsziekte en hype geweest. Je hoort er
toch nooit meer over? Uit de cijfers blijkt
niet dat er een trendbreuk is in het aan-
tal mensen wat whiplash oploopt. Ge-
lukkig komen er ook andere reacties bij
onze stichting binnen, zoals van een lei-
dinggevende die bij de WSN tips vraagt
hoe hij rekening kan houden met de
klachten van zijn medewerker. Of advo-
caten, artsen en fysiotherapeuten die bij
de WSN informeren of ze op de goede
weg zitten. De onzichtbare- en moeilijk
aanwijsbare klachten blijven het imago
van whiplash echter parten spelen en
geven ruimte aan allerlei interpretaties.
Zoals blijkt tijdens een gesprek op radio
1 afgelopen september tussen de art-
sen Cees Renckens(*) en Kees Vos(**).
Dr. Renckens stelt dat RSI en Whiplash
modeverschijnselen zijn waarbij geen
objectiveerbare afwijkingen te vinden
zijn. Door psychologische besmettelijk-
heid verdubbelt volgens hem het onge-
zorg dragen voor je leven en welzijn
Patiëntenperspectief Leven & welzijn
442
mak bij patiënten. Dr. Vos stelt dat door
deze denigrerende houding patiënten
zich niet serieus genomen voelen. De
negatieve voorstelling van whiplash
brengt schade aan patiënten en staat
het ontwikkelen van goede diagnostiek
en behandeling in de weg. De ziekte
whiplash bestaat wereldwijd. Patiënten
verzinnen dat niet mondiaal.
In de praktijk blijkt dat als klachten lan-
ger aanhouden, vaker druk van buitenaf
ontstaat om weer gewoon te gaan pres-
teren zoals men van je gewend is. Over
het algemeen is er minder ruimte dan
vroeger om aan herstel te werken. En
er is niets aan je te zien. Dat is lastig.
De onberekenbaarheid van bepaalde
klachten kunnen je omgeving en jezelf
enorm op de proef stellen. Zijn je klach-
ten niet van psychische aard? Dik je je
klachten niet aan? Moet je nu gewoon
niet eens doorzetten! Helaas blijkt een
centraal thema na whiplash het vinden
van (h)erkenning en begrip. Zowel voor
degene die de klachten doormaakt als
voor een partner of het gezin. Bij whip-
lash ben je er afhankelijk van in welke
mate de klachten door de omgeving
worden aanvaard. Het imago whiplash
roept het beeld op van een lastige pati-
ent of een mogelijke ziektewinstzoeker.
Dit heeft een beperkend effect op de be-
reidheid klachten op waarde te schatten.
De kloof die ontstaat tussen de inschat-
ting van wat je kunt door je omgeving
en die door jezelf, geeft spanningen. Dat
is belastend. Terwijl voor herstel nu juist
rust en ondersteuning nodig is. Het zal
geen verrassing zijn dat onbegrip diep
ingrijpt op het gevoel van welbevinden.
Zeker als er wordt getwijfeld aan de per-
soonlijke integriteit of de psychische ge-
zondheid. Onbegrip ondermijnt het zelf-
vertrouwen en de zelfwaardering. Een
patiënt schreef: “Als ik begrip krijg doet
dat veel met me: Ik tel mee en er wordt
gezien wie ik ben met (helaas) de beper-
kingen die ik heb. Door begrip te ontvan-
gen voel ik dat ik weer meetel”. Begrip is
dus belangrijk. Van belang is ook dat je
zelf de muur van onbegrip afbreekt daar
waar je hem ontmoet.
Het leven met de
klachten na whiplash:
Hoe de ervaringen met je omgeving ook
zijn, je krijgt te maken met je eigen om-
gang met de situatie. Des te ingrijpender
een whiplash je ontwricht, des te meer
noodzaak er ontstaat om je leven onder
de loep te nemen. Dat vraagt om zelf-
management.
Als startpunt is het belangrijk je te
(gaan) realiseren wat er met je is en wat
je wel en niet kunt. Dat geeft de moge-
lijkheid je leven anders te gaan indelen
en opnieuw op te pakken. Door de regie
zoveel mogelijk in eigen hand te nemen
kun je actief voor jezelf zorgen. Dat kan
ook inhouden dat je gericht hulp vraagt
waardoor je minder tegen je beperkin-
gen hoeft te vechten.
Als je niet tegen je klachten en je situatie
vecht, maar er mee werkt, heb je minder
stress. Leven met een verminderde of
onbetrouwbare belastbaarheid is lastig.
In verschillende mate kan dat een ver-
minderde controle over je leven beteke-
nen. Dat kan angst, woede of het ver-
driet veroorzaken. Door hier aandacht
aan te besteden is er een omgang mee
te vinden. Je lichaam hoeft geen vijand
te worden maar een vriend die je de weg
helpt wijzen. Hoe vervelend de klachten
ook zijn. Door te ontdekken naar welke
signalen je moet luisteren om niet over
je grenzen te gaan, bouw je vertrouwd-
heid met je veranderde conditie op. Pro-
beer ook niet alles in één keer op te los-
sen. Als je dagelijks het meest urgente
probleem aanpakt, vermijd je chaos en
uitputting. Gun jezelf op tijd ontspanning
en rust. Of neem eens een dagje ‘vrij’
van hoe het allemaal zou moeten. Zorg
voor (leuke) uitdagingen op het niveau
wat je denkt aan te kunnen. Daarmee
krijg je zicht op hoe je grenzen werken.
Tja, als dan blijkt dat je er een paar da-
gen fysiek voor moet boeten, gaat het
erom of het de moeite waard geweest is.
Mentaal kan je je soms weer helemaal
opgeladen voelen en blijft de balans uit-
eindelijk positief. Als je initiatieven suc-
cesvol zijn, voed je ook je zelfvertrouwen
Patiëntenperspectief Leven & welzijn
WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 242 43
en zelfwaardering. Dat stimuleert het ge-
voel een zinvol leven te leiden. Bewust
ervaren en kiezen wat je nodig hebt,
zorgt ervoor dat je de regie behoud. Dit
stilstaan bij wat wezenlijk van belang is in
je leven brengt ook bewuster genieten en
kwaliteit met zich mee. Als je goed voor
jezelf zorgt en kijkt hoe je je talenten in
je leven kunt laten stromen, is er een be-
langrijke basis voor balans of herstel.
Drempels in de communicatie:
Het kan een wederzijdse beproeving zijn
om de ontstane situatie na een whip-
lashtrauma op waarde geschat te krijgen.
Waar loopt men tegenaan en hoe kan
deze drempel overbrugd worden?
Drempels voor jezelf:
In zakelijke relaties, bijvoorbeeld met
de( bedrijfs)arts of werkgever is het
van belang om rustig en helder te ver-
woorden hoe je klachten je leven be-
invloeden. Door hoofd- en bijzaken te
scheiden. Tevens open te staan voor
datgene wat de ander inbrengt. Pro-
beer eventueel onbegrip te overbrug-
gen door inzicht te blijven geven, vra-
gen te stellen en voorstellen te doen
waar je oplossingen ziet. Onderzoek
bijvoorbeeld of strikte regels flexibeler
gehanteerd kunnen worden. In de privésfeer kun je je naast het
bovenstaande afvragen in hoeverre
de ander altijd om uitleg vraagt. In
sommige gevallen kan het handig zijn
de ander een folder of een klein infor-
matieboekje te laten lezen. De neiging
kan bestaan om vaker in de verdedi-
ging te gaan dan nodig is. In prakti-
sche situaties is het stellen van de
condities die je nodig hebt vaak prima
werkbaar, zonder verdere uitleg te ge-
ven. In partnerrelaties is het belangrijk
om aandacht te besteden aan hoe de
klachten invloed hebben op het geza-
menlijk leven. De veranderingen kun-
nen een grote impact op een partner
hebben. De bespreekbaarheid en het
vinden van een gezamenlijke omgang
is van belang om ook een nieuw even-
wicht te vinden in de relatie.
Drempels voor de ander:
In zakelijke relaties: Het openstaan
voor klachten die moeilijk objectiveer-
baar zijn. Zodat er waargenomen kan
worden wat degene met whiplash ver-
teld en meegedacht kan worden met
de beperkingen en mogelijkheden.
In de privésfeer blijken partners soms
te beschermend te worden uit angst
de partner weer onderuit te zien gaan.
Meevoelen is belangrijk en men moet
ook wennen aan de veranderingen.
Toch is van belang degene met whip-
lash zijn eigen leerproces te laten
doorlopen en de grenzen niet voor de
ander te willen vaststellen. Voor beide
partijen is het belangrijk ziekte-inzicht
te verwerven en dit bespreekbaar te
maken. Het maakt dat er voor beiden
ruimte blijft voor de eigen invulling en
verantwoordelijkheid in het leven.
Breekpunt:
In zakelijke relaties: Openstaan voor
de diversiteit aan klachten die whip-
lash met zich mee kan brengen. Door
wederzijds vertrouwen ontstaat een
basis waarin onderzocht kan worden
hoe een optimaal functioneren, be-
reikt kan worden.
In de privésfeer: Tijd en aandacht
(blijven) schenken aan de impact van
een whiplash op het leven van beide
partners. Dit vraagt geduld, medele-
ven, loslaten, soms ook humor en het
openstaan voor elkaar. Als er voor
beide partners ruimte is, hoeft whip-
lash op den duur geen centraal the-
ma meer te zijn in de relatie, als het
in het leven samen vergroeien kan.
Wensen voor de toekomst:
In zakelijke relaties: Vooral accepta-
tie en begrip. Daarnaast bereidheid
om mee te willen denken in creatieve
omgangsmogelijkheden met de be-
perkingen als gevolg van whiplash.
Opdat mensen zich maximaal op een
passende manier in de maatschappij
kunnen ontplooien. Dat zou enorme
steun geven!
In de privésfeer: Vooral wederzijdse
bereidheid om veranderingen be-
spreekbaar en draagbaar te maken,
voorzien van een grote dosis humor
en liefde.
Redactie
Patiëntenperspectief Leven & welzijn
Algemene hulpverlening via de telefoon en e-mail:
Wie de telefonische hulpdienst belt, wordt via ’optie 1 – vragen
over whiplash’ doorverbonden met een contactpersoon van de
WSN. De contactpersonen zijn op bepaalde tijden van de dag
bereikbaar. Wilt u weten welke tijden dit zijn? Raadpleeg hier-
voor de website van de WSN.
De meeste bellers zijn patiënt, maar circa 15% is partner, fa-
milie of hulpverlener.
Onderwerpen, die veel aan de orde komen zijn:
Algemene vragen over whiplash en de WSN;
Reguliere en alternatieve therapieën en behandelaars;
Revalidatie en het dagelijks leven;
Zaken die met werk en inkomen te maken hebben.
Maar veel mensen worstelen ook met vragen over de kwaliteit
van leven met een whiplash. Ze zoeken en vinden daarvoor
een luisterend oor, tips en adviezen. De gesprekken helpen
vaak om een beter inzicht te krijgen in de beperkingen en
de manier van omgaan daarmee. ‘Na een telefoontje zijn de
mensen vaak opgelucht dat ze hun verhaal kwijt konden. Ze
kunnen weer even vooruit,’ vertelt Rina Floris, één van de con-
tactpersonen.
Wie een telefonisch gesprek lastig vindt en een gerichte vraag
heeft, kan via een e-mail hulp vragen bij de WSN. Meer dan de
helft van de vragen per e-mail gaat over behandelingen / the-
rapieën en over whiplash in het algemeen. Een vraag per e-
mail wordt binnen vijf werkdagen beantwoord. Zo nodig houdt
de contactpersoon die de mail beantwoordt ruggespraak met
collegae of andere deskundigen.
De WSN investeert veel in hulpverlening over alle onderwerpen, die relevant kunnen zijn voor mensen met een whip-
lash. Centraal staat de vraag van de betrokkene, aan de hand waarvan de contactpersonen van de WSN informatie
geven, maar ook ondersteuning en begeleiding bieden. Ook familieleden en hulpverleners maken regelmatig gebruik
van de hulpverleningsdiensten.
Feiten en cijfers over de individuele hulpverleningAlgemene telefonische
hulpverlening
Algemene hulpverlening
via email
Advies- en meldpunt
Ziekte-verzuim en
arbeidsongeschiktheid
Letselschade-
helpdesk
Organisatie WSN WSN Steunpunt voor ME/CVS
en WSN
WSN en ASP(*)
Bestemd voor Whiplashpatiënten,
hun omgeving en
hulpverleners
Whiplashpatiënten,
hun omgeving en
hulpverlener
Whiplashpatiënten en
betrokkenen uit werkveld
Whiplash-patiënten
Alleen leden
Openingstijden Alle werkdagen 24 uur per dag;
Antwoord binnen
5 werkdagen
Op werkdagen;
9.00 tot 13.00 uur
Op donderdag;
15.00 tot 17.00 uur
Onderwerpen Informatie, advies en
een luisterend oor over
alle aspecten
Informatie en advies
over alle aspecten
Informatie, advies en be-
geleiding bij ziekteverzuim,
reïntegratie en WIA/WAO
Vrijblijvend advies
over letselschade-
procedures
Hulpverleners 23 WSN-contactpersonen 10 WSN-contactpersonen 2 Professionele krachten en
1 zeer ervaren vrijwilliger
25 ASP-advocaten
Gemiddeld aantal
contacten per jaar
350 165 150 90
Gemiddelde
gespreksduur
30 minuten n.v.t. 30-60 minuten 20-30 minuten
(*) Advocaten voor Slachtoffers van Personenschade (ASP)
44
Vervolg van dienstverlening (pag 27)Persoonlijke hulpverlening
45 WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 244
Alle contactpersonen hebben een uitgebreide opleiding gehad
en volgen twee maal per jaar een bijscholing. De contactper-
sonen hebben direct toegang tot alle informatie van de WSN,
waaronder een overzicht van ervaringen met behandelaars en
therapeuten in heel Nederland. Zo nodig verwijzen ze door naar
de specialistische helpdesks voor ziekteverzuim/arbeidsonge-
schiktheid en letselschade of naar de telefoondiensten op maat:
voor (aanstaande) ouders, voor partners, over sensorische inte-
gratie en in de Friese en Limburgse taal.
Advies- en meldpunt ziekteverzuim
en arbeidsongeschiktheid
Via het advies- en meldpunt krijg je informatie en advies over
het hele traject van ziekteverzuim tot en met keuring door het
UWV en eventueel bezwaar en beroep. De medewerkers bie-
den ook begeleiding gedurende het proces. Meer dan 50%
van de bellers zijn ‘vaste klanten’, ze doen regelmatig een be-
roep op het meldpunt.
‘We streven ernaar dat whiplashpatiënten zelf de regie kun-
nen voeren over het traject en bieden daarvoor instrumenten
aan,’ vertelt Gemma de Meijer, contactpersoon. ‘We bieden
op de eerste plaats brochures en daarnaast, naar behoefte,
telefonische uitleg en begeleiding. We doen dit stap voor stap,
zodat iemand niet overvoerd raakt.’
De meest voorkomende thema’s zijn: De verzekeringsarts wil de term whiplash niet gebruiken,
maar spreekt van chronische rug- en nekklachten;
Het UWV wil bij de keuring geen beperking van de belast-
baarheid in uren aangeven;
Bezwaar- en beroepsprocedures tegen het UWV.
“Maar we zijn er ook om mensen een luisterend oor te bieden
en stoom af te laten blazen. Het blijkt dat de keuringen ge-
middeld gezien beter verlopen, als mensen goed voorbereid
zijn,” vertelt Gemma. “Reacties als ‘Ik voel me niet meer zo
machteloos’ of ‘Had ik maar eerder van jullie bestaan gewe-
ten’, motiveren ons team.”
Letselschade helpdesk
Bij de letselschadehelpdesk kunnen bellers een vrijblijvend
en kosteloos advies krijgen over letselschadeprocedures door
een advocaat. Alle advocaten die meewerken aan de help-
desk zijn lid van de ASP en hebben zich aangesloten bij het
juridisch netwerk van de WSN. De aangesloten advocaten
hebben meerjarige ervaring in whiplashongevallen en volgen
minimaal één maal per jaar een bijscholingsbijeenkomst van
de WSN. De meeste mensen die bellen, zijn onzeker over de
kwaliteit van hun huidige belangenbehartiger. Vaak is dit een
rechtsbijstandsverzekering. De betrokkenen voelen zich vaak
slecht geïnformeerd en hebben vooral vragen over: De voortgang van de procedure;
Schadeposten mogelijk vergoed kunnen worden;
Medische onderzoeken in het kader van de procedure.
‘Vaak is het mogelijk mensen gerust te stellen door zaken uit
te leggen,’ vertelt Arjan Rittersma, één van de medeoprichters
van de helpdesk. ‘Ik raad mensen soms aan om meer aandacht
voor hun zaak te vragen bij hun belangenbehartiger. Als de
zaak complex of onduidelijk is, adviseren we een second
opinion bij een ASP-advocaat of we verwijzen rechtstreeks
naar een andere advocaat.’
De helpdesk voorziet duidelijk in een behoefte. Regelmatig hoort
Arjan tot zijn verrassing, dat de bellers in het telefoongesprek
van dertig minuten meer informatie gekregen hebben dan van
hun belangenbehartiger in de afgelopen twee jaar.
Katy van der Sluijs
Persoonlijke hulpverlening
46
Whiplash enonbegrepen!
de Juricon Adviesgroep
gespecialiseerd in Sociaal Verzekeringsrecht
(WAZ, WAO, WW), Sociale Voorzieningen (WVG en Pgb)
en reïntegratie (REA). Bezwaar-, beroeps- en
hoger beroepszaken en praktische reïntegratie.
Landelijk werkend.
Roel Beukema - ASSEN - tel. 0592 - 405336
Heeft u last van nek- of rugklachten of wilt u gewoon uw slaap -houding verbeteren en zo het maximale uit de nacht halen? Kies nu voor het revolutionaire M Line Athletic Pillow!
Dit unieke kussen is getest onder een panel whiplashpatiënten en 80% van deze groep gaf aan dat het Athletic Pillow heeft geholpen bij het verbeteren van hun nachtrust.
M Line Athletic Pillow®
is het eerste hoofd kussen dat
uw slaaphouding corrigeert
Uitholling Schouderuitsparing Nekgleuf Ooruitsparing Universele slaapzijde
www.mline.nl
advertenties
47 WHIPLASH MAGAZINE | t h e m a n u m m e r 2 0 1 246
Advocaten voor Slachtoffers van Personenschade
Op 6 februari 2006 is een convenant gesloten tussen de WSN en ASP. Doel van dit convenant is om de juridische dienstverlening aan
whiplashpatiënten te optimaliseren. Door de ervaringsdeskundigheid van de WSN te combineren met de juridische expertise van de
leden van de ASP kunnen beide organisaties elkaar op een hoger niveau brengen.
Wat doet de ASP advocaat?
De ASP advocaat behartigt de belangen van het slachtoffer in
diens letselschade dossier. Bij deze belangenbehartiging staan
een optimaal resultaat, betrokkenheid, voortvarendheid en
goede communicatie hoog in het vaandel.
De ASP advocaat is specialist op het gebied van letselschade en
beschikt over ruime ervaring. De ASP advocaat treedt in letsel-
schade zaken uitsluitend op voor slachtoffers en behartigt dus
niet (tevens) de belangen van aansprakelijkheidsverzekeraars.
ASP Advocaten voor Slachtoffers van Personenschade
•ASPisdelandelijkeverenigingvangespecialiseerde
letselschade advocaten die uitsluitend voor slachtoffers
optreden
•ASPondersteuntdebelangenvanwhiplashslachtoffers
•ASPbevordertdekwaliteitvanhaarleden
•ASPisdejuridischepartnervandeWhiplashStichting
Nederland
Landelijke dekking
ASP advocaten verdeeld over heel Nederland nemen deel aan
het samenwerkingsconvenant. Dankzij deze landelijke dekking
zullen leden van de WSN in voorkomende gevallen dus altijd
een beroep kunnen doen op een ASP advocaat in de buurt.
Unieke samenwerking
Met het convenant tussen de WSN en ASP is een unieke samen-
werking tot stand gekomen tussen ervaringsdeskundigheid en
betrokken juridische dienstverlening waarvan de resultaten aan
de leden van de WSN ten goede zullen komen.
Contact
Wanneer u als lid contact opneemt met de Whiplash Stichting
Nederland, tel. 030 - 656 50 00 wordt u doorverwezen naar een
ASP advocaat bij u in de buurt.
Voor meer informatie:
www.asp-advocaten.nlPostbus 650, 8901 BL Leeuwarden
advertenties
Voor
Aanvullingen op artikelen uit dit Whiplash Magazine
Literatuurlijst bij het artikel op de pagina’s 6/9 van de
Medische Advies Raad van de WSN
Toelichting op pagina 10 mevr. drs. Akkie Zaal,
Gz- en neuropsycholoog
Gaat u naar www.whiplashstichting.nl/actie
Veel meer informatie over whiplash via de website
van de Whiplash Stichting Nederland
www.whiplashstichting.nl
.. of naar
www.whiplashstichting.nl/nl/openbaar/links.html
Hier treft u directe links aan naar
geautoriseerde sites over:
Pijn
Hersenletsel
Zorg
Letselschade
Welzijn en ondersteuning
Financiën
Onderzoek
Belangenorganisaties
Overig zoals:
Whiplash en toch de keuken in
Preventie
www.whiplashstichting.nl/actie
Alles over de actie
...of ga direct naar
www.whiplashstichting.nl/nl/over-whiplash.html
Hier treft u meer achtergrondinformatie aan over:
Wat is whiplash?
Diagnose
Eerste opvang
Behandeling
Hoe verder?
www.whiplashstichting.nl/nl/themas.html
Hier treft u meer informatie aan over thema’s zoals:
Arbeid
Letselschade
Preventie
www.whiplashstichting.nl/nl/projecten.html
Hier treft u meer informatie aan over projecten zoals:
Kennis en Kracht: samen naar een betere keuringspraktijk
Dialooggestuurde re-integratie
Patiëntenperspectief op mediprudentie
www.whiplashstichting.nl/nl/openbaar/downloads.html
Hier treft u informatie over downloads op het gebied van:
Arbeid en inkomen
Letselschade
Medisch
Preventie
Plus de algemene WSN folder
‘Whiplash kan iedereen overkomen’
Downloads, links en (achtergrond)informatie