een geschiedenis van het sociaal wonen vanuit architecturaal perspectief dr. sofie de caigny centrum...
TRANSCRIPT
Een geschiedenis van het sociaal wonen vanuit architecturaal perspectief
dr. Sofie De Caigny
Centrum Vlaamse Architectuurarchieven / Vlaams Architectuurinstituut
Architectuurgeschiedenis
- Ingebed in een sociale, economische en politieke context
- Nauw verweven met stedenbouwkundige visie
- Wederopbouw na WO I en WO II: belangrijke katalysator
- Dus geen neutraal kunsthistorisch gegeven, drukt steeds een bepaalde ideologie of maatschappijvisie uit
‘Belgische’ geschiedenis van het sociale wonen vanaf ca. 1830 > heden
Begin negentiende eeuw- Sterke industrialisatie van België (Wallonië + Vlaamse steden) begin 19e.
eeuw
- Werkgevers staan in voor huisvesting van werknemers
- speculatie & controle
- verlichte werkgevers
coherentie, wooncomfort en architecturale eenheid
utopistische ideologie: Claude Henri de Saint-Simon en Charles Fourier
(Godin baseerde zich hierop voor het bouwen van zijn Familistère in Guise)
voorbeeld: Grand Hornu van B. Renard (1816-1835)
Midden 19e. eeuw
- Bewustzijn groeit over belang van kwalitatieve arbeidershuisvesting
- Huisvesting wordt ingeschreven in sociaal-opvoedende programma’s, waaronder huishoudonderwijs
- nadruk: eigendom
- conformeren
- maatschappelijke orde
- angst collectivering en opstanden
ideaal: eengezinswoning met tuin (sociaal stigma over meergezinswoningen)
1889: eerste wet op sociale huisvesting
- eigendomsverwerving
- ASLK: premies
- de facto: wet voor het platteland
Voorbeeld woning wet 1889
Geen nieuwe stedenbouwkundige visie, geen nieuwe visie op wonen en eigendom:
1 kavel = 1 huis =
1 gezin = 1 eigenaar
Collectieve ideaal van de utopisten
Cité Hellemans in Marollen1912-1917 270 woningen 7 parallelle straten
Eeuwwisseling
Tuinwijken van de Limburgse steenkoolmijnen
~ traditie steenkoolwijken van Waalse werkgevers
NIEUW stedenbouwkundig plan > revolutionair voor arbeidershuisvesting
Engelse tuinstadbeweging, Howard
onderscheid voetgangers – doorgaand verkeer
kronkelende wegen
ideaal: verloop van het perceel volgen
gemeenschappelijke en individuele tuinen
semi-publieke binnenplaatsen (sociale interactie)
‘beste’ van de stad x ‘beste’ van het platteland
Smets, 1977, 83
Adrien Blomme: Winterslag (ca. 1910)- eerste tuinwijk voor arbeiders in België- architectuur: inspiratie cottage-architectuur +
villawijken aan de kustpuntdaken grote dakvolumesverdeling ramenbow windows
- idem: stedenbouw: kronkelende wegen die natuurlijk verloop van terrein volgen
Wederopbouw na WO I- Congres Londen 1915, voorzitter Joris Helleputte
- 300 Belgen in Verenigd Koninkrijk: leren tuinwijkidee kennen
- Raphaël Verwilghen: pleit voor ‘wetenschappelijke stedenbouw’
- wet ter aanneming van de gemeenten
- Bouwdienst van de Dienst der Verwoeste Gewesten
Aangenomen gemeenten
Mogelijkheid om ideeën over volkshuisvesting in praktijk te brengen
Bouwdienst van de Dienst der Verwoeste Gewesten < Raphaël Verwilghen
° december 1919
Batavia, Roeselare
Verwilghen met Bodson en Pompe
Zaalhofwijk Ieper – L’Emulation 1921
Zaalhofwijk Ieper http://www.architectuur.ugent.be/wederopbouw/
Interbellum
Een sterk geëvolueerde context
- algemeen enkelvoudig stemrecht voor mannen 1917
- socialistische regeringsdeelname
- ‘volk heeft gestreden’ > compensatie: investering in huisvesting
- in alle maatschappelijke sectoren: groter geloof en belang in volksopvoeding (huishoudonderwijs, disciplinering op de werkvloer, sociale organisaties // wonen ...)
- commerciële interesse in de huisvrouw en wonen:elektrische apparaten, comfort,
bouwmaatschappijen, ...
Internationaal nieuwe tendensen in architectuur
- verzakelijking, versobering
- interesse in wonen van de gewone man
- geloof in de emancipatorische kracht van architectuur
- internationale netwerken van modernisten: CIAM, Bauhaus, ...
- internationale ‘voorbeeldwoningen en wijken’: Weisenhoffsiedlkung Stuttgart, Siemenswijk in Berlijn, ...
- licht, lucht en ruimte
- nieuwe bouwtechnieken: asbeton, glas, staal > geven uitdrukking aan nieuwe opvattingen over wonen
- nieuwe planindeling
- nieuwe technieken in de woning: stromend (warm) water + centrale verwarming
19e.-eeuwse wonen = burgerlijk, had afgedaan
In België
- Oprichting in 1919 van de Nationale Maatschappij Maatschappij voor Goedkoope Woningen en Woonvertrekken (NMGWW)
1956: Nationale Huisvestingsmaatschappij
1990: Vlaamse, Waalse en Brusselse huisvestingsmaatschappij
- aanvankelijk: ruimte voor experiment
- technieken en bouwmaterialen
- planindeling
- esthetiek en vormgeving
- stedenbouwkundig
- sociaal/maatschappelijk: huurdercoöperatieven
- belang gemeenschappelijke voorzieningen: tuinen, speelterreinen, groenaanleg, wandelpaden, ...
begin jaren 1920: gouden periode van de sociale huisvesting in België
Le Logis-Floréal (1921 en 1922)
Jean-Jules Eggericx, Louis Van der Swaelmen
Cité moderne 1922-1925
Victor Bourgeois
Kapelleveld (1923-1926)Huib Hoste – Antoine Pompe
Unitaswijk 1923
Edward Van Steenbergen
Architectuur
-Cottagestijl
-Kubisme
-Nieuwe zakelijkheid, functionalisme
-Regionalisme
Stedenbouw + ligging ten opzichte van de ‘moederstad’
Universiteitsarchief KUL
Tendens tot centralisatie in de tuinwijken
Fer à Cheval in Floréal Cité Moderne
Deze evolutie is internationaal gekaderd
CIAM: congres internationaux d’architecture moderne
°1928: Sarraz Zwitserland
1929: Frankfurt – Minimumwoning: egalitaire + emancipatorische ideologie
1930: Brussel – Stedenbouw: rationele aanleg van woonwijken
hoogte van de woonvolumes
oriëntatie van de woonvolumes
rationele besteding woonruimte
rationele inzet technologie en materialen
ook Belgische deelnemers raken overtuigd dat de tuinwijk te duur is per wooneenheid: lost krottenprobleem niet op hoogbouw
1933: Charter van Athene – Functionele stad
zonering van de stad:
1 wonen, 2 werken, 3 oude stad, 4 recreatie, 5 vervoer
Dat belette niet dat er binnen de kaders van de NMGWW door lokale maatschappijen ook steeds traditioneel werd gebouwd, met het oog op koopwoningen.
Erg afhankelijk van lokale maatschappijen in België
Habitation à Bon Marché, 11(1938) 247 en 3(1937)54
A. Francken -Stuyvenberg Mechelen
1935: Nationale Maatschappij voor de Kleine Landeigendom
- Context van crisis en verlangen naar platteland
- Ideologie van zelfvoorzienendheid
- Vervoerswegen: goedkoop arsenaal arbeiders op het platteland
- Architectuur: landelijkheid en regionalisme
Wonen in welvaart, 2006, 84
Jaren 1950-1970
Veranderende context:
- Wederopbouw
- ‘Welvaart moet voor iedereen beschikbaar zijn’
- Uitbreiding vrije tijd, transport (autobezit stijgt langzaam), wonen in suburbs en platteland wordt meer een optie
Wonen wordt een speerpunt van welvaart, de bouwsector moet de economie aanzwengelen.
Het wonen is volop in verandering en draagt de modernisering van de maatschappij uit.
A. 1948: Wet De Taeye
100.000ste premiewoning De Taeye (1954) in Waregem
Wonen in welvaart, 2006, 70
B. 1949: Wet Brunfaut
C. 1953: Wet op krotopruiming
vb. Marollen in Brussel
Charles Van Nueten
1955
Bouwstenen van sociaal woonbeleid, 1997, 397
D. Modelplannen van de NMGWW
Disciplinering van het dagelijkse leven
- Scheiding dag en nachtvertrekken
- Opheffing ‘voorste kamer’
- Badkamer en toilet
vb. EGKS-woning
Léon Palm en Willy Van Der Meeren 1954
- Kritiek op ‘verkwisting’ bij goedkope woningbouw
- Probleem van huisvesting van arbeiders kan niet worden opgelost met traditionele bouwtechnieken
OPLOSSING:
Doorgedreven prefabricatie: snel (3 weken) en goedkoop (prijs van een Ford) voor een volledig ingerichte woning (keuken, badkamer, ingebouwde kasten, ...)
E. Doorgedreven industrialisatie en rationalisatie
Inzet: subsidie EGKS voor ‘experimenteel bouwprogramma voor arbeiderswoningen’
- staal: portiek, voor- en achtergevel, schuifdeuren, trap
- verwarming: steenkool // open plan
- modern comfort
Maar polemiek met NMGWW owv ‘bouwtechnische gronden’
↓Slechts 8 realisaties in Moorsel bij Tervuren (Vierwindenbinnenhof) 1955
Wonen in welvaart, 2006, 173 – VA&S
1 in Leuven, enkele in Kraainem maar in gealterneerde vorm (3e. verdieping)
Evere nabij ‘Ieder Zijn huis’-hoogbouw van Van Der Meeren
F. Hoogbouw
Principes van Charter van Athene (1933)
hoge gebouwen op pilotis
optimale oriëntatie
modulaire systemen en prefabricatie
collectieve voorzieningen
scheiding van verkeersstromen
- emancipatorisch objectief
- collectieve boven het individuele: parkomgeving, culturele infrastructuur, ...: 90% van de wijken moest uit open ruimte bestaan, maar door de bouwheer vaak verwaarloosd > kwaliteitsverlies
- modern comfort en minimumwoning in functie van ontwikkeling van het individu
Hoogbouwcomplexen in sociale woningbouw droegen vaak sociaal stigma en socialistische stempel
Braem: profilering als communist
zijn architectuur = pleidooi voor een nieuwe maatschappij en nieuw mensbeeld, te beginnen bij het wonen
Bouwstenen van sociaal woonbeleid, 1997, 347
Braem, Het lelijkste land, 1953
Kiel in Antwerpen (Renaat Braem) 1949-1954 en 1956-58
Modelwijk in Laken (Renaat Braem en oa Bontridder, L’Equerre, ...) 1957-1974
Wonen in welvaart, 2006, 178 – VIOE
Luchtbal Hugo Van Kuyck iov Onze Woning (1948-1961)
- opdracht: late jaren 1930, CIAM principes
- realisatie: baksteenarchitectuur
Bouwstenen van sociaal woonbeleid, 1997, 359
Nood aan renovatie
Watersportbaan
Modelwijk
Sint-Maartendal Braem Leuven
Kiel
Luchtbal
Silvertop Jul De Roover Antwerpen
Casablanca Stynen Kessel-Lo
...
a33 a33
Vanaf 1968: protest
- Revival van de binnenstad:
AAM / Sint-Lukasarchief
- Pleidooi voor diversiteit
nieuwe gezinssamenstellingen
eenoudergezinnen: jongeren en ouderen
- Kernen van sociaal contact moeten herleven: gezin, wijk en dorp krijgen hernieuwde aandacht ifv identificatie van personen met
leefomgeving + toe-eigening van de omgeving
- Meer oog voor monumentenzorg (1975: Monumentenjaar)
in sociale huisvesting: voor het eerst echt aandacht voor het bestaand patrimonium
- Milieubewustzijn groeit: nieuwe wijken zijn symbool voor ecologisch onverantwoorde stadsvlucht
Voorbeeld: Vleeshuiswijk van Frans Groothaert in Antwerpen 1974-1981
Na jaren van verkrotting in de buurt werd uiteindelijk de hele wijk herbouwd als sociale woningwijk, met ondergronds een parking.
De traditionele architectuur rondom het Vleeshuis en het stratenpatroon werden geënsceneerd in het nieuwe ontwerp voor de wijk.
Volgens Bekaert betekende deze wijk ‘het einde van het modernisme’ (Contemporary architecture in Belgium, p 89).
Gedifferentieerde ontwikkeling vanaf jaren 1980 > heden
- (Stads)inbreiding en nieuwbouwwijken
- Sociale huisvestingsprojecten als hefboom voor stadsontwikkeling
- Genius loci van plekken wordt geïntegreerd
- Diversiteit in wooneenheden // diversiteit in noden doelpubliek
- Herwaardering en herbestemming bestaand patrimonium
De Smet en Vermeulen, wedstrijd 1990, oplevering 1997
Kortrijk (Jaarboek Architectuur 1996-97, 107
Ludo Bekker, 1992, School 4, Leuven
Bouwstenen van een sociaal woonbeleid, 1997, 350
HEDENDAAGSE ARCHITECTUUR VAN SOCIALE HUISVESTING
Jaarboeken Architectuur Vlaanderen (vanaf 1990 tot heden)
Online databank van VMSW
Onzichtbaar aanwezig. Sociale huisvesting in Vlaanderen, vandaag. Vlaams Bouwmeester, 2007.
Studie van geschiedenis van sociale huisvesting:
BELANG VAN ARCHITECTUURARCHIEVEN
VMSW en voorgangers: geen goede huisvaders wat betreft hun archief, vooral de splitsing door de federalisering heeft unieke documenten doen verloren gaan
Lokaal: vaak schatten bewaard
briefwisseling
bestekken
plannen
dossiers van onderhoud en huurders
…
Centrum Vlaamse Architectuurarchieven: helpt bij bewaren en overdracht
Algemeen Rijksarchief is bereid het archief op te nemen