eén in christus
TRANSCRIPT
WelkomWelkom
Voorganger ds ViezeeVoorganger ds ViezeeOrganist Joh. De VriesOrganist Joh. De Vries
VDD ELB 233 – 1,3, 7VDD ELB 233 – 1,3, 7Koester nimmer de gedachteKoester nimmer de gedachte
11Koester nimmer de gedachte,Koester nimmer de gedachte,
dat God u verstoten zou.dat God u verstoten zou.Groot zijn Gods genadekrachten,Groot zijn Gods genadekrachten,grenzeloos Gods liefd' en trouw.grenzeloos Gods liefd' en trouw.
O mijn hart, vertwijfel niet!O mijn hart, vertwijfel niet!De verzoening is geschied.De verzoening is geschied.
Hij toch heeft zijn Zoon gezondenHij toch heeft zijn Zoon gezondenter vergeving van uw zonden.ter vergeving van uw zonden.
33Welke herder zoekt zijn schapenWelke herder zoekt zijn schapen
zoals deze Herder doet,zoals deze Herder doet,die niet sluimren zal noch slapen,die niet sluimren zal noch slapen,
die zo trouw zijn kudde hoedt?die zo trouw zijn kudde hoedt?Als er éen is afgedwaald,Als er éen is afgedwaald,'t wordt door Hem weer 't wordt door Hem weer
thuisgehaald.thuisgehaald.Ja Hij wil zijn eigen levenJa Hij wil zijn eigen leven
voor 't behoud der zijnen geven.voor 't behoud der zijnen geven.
77Wil de poort dan open makenWil de poort dan open maken
tot uw heil, laat mij altijdtot uw heil, laat mij altijdbij U zijn en doe mij smaken,bij U zijn en doe mij smaken,
Here, dat Gij liefde zijt.Here, dat Gij liefde zijt.Geef dat ik van dag tot dagGeef dat ik van dag tot dag
in uw liefde groeien magin uw liefde groeien magen U wederom beminnenen U wederom beminnen
met geheel mijn hart en zinnen.met geheel mijn hart en zinnen.
WelkomWelkom
Voorganger ds ViezeeVoorganger ds ViezeeOrganist Joh. De VriesOrganist Joh. De Vries
Opw 518Opw 518Heer U doorgrondt en kent mijHeer U doorgrondt en kent mij
Heer, U doorgrondt en kent mij (Opw 518) t. & m. M. Zimmer
Heer, U doorgrondt en kent mij (Opw 518) t. & m. M. Zimmer
Heer, U doorgrondt en kent mij (Opw 518) t. & m. M. Zimmer
Heer, U doorgrondt en kent mij (Opw 518) t. & m. M. Zimmer
Heer, U doorgrondt en kent mij (Opw 518) t. & m. M. Zimmer
Heer, U doorgrondt en kent mij (Opw 518) t. & m. M. Zimmer
Heer, U doorgrondt en kent mij (Opw 518) t. & m. M. Zimmer
Heer, U doorgrondt en kent mij (Opw 518) t. & m. M. Zimmer
Heer, U doorgrondt en kent mij (Opw 518) t. & m. M. Zimmer
Heer, U doorgrondt en kent mij (Opw 518) t. & m. M. Zimmer
Votum en groetVotum en groetAansluitend G 21 - 1, 7Aansluitend G 21 - 1, 7
Alles wat adem heeft love de Here (LB 146c)
v. A. den Besten; m. Ansbach 1664
Alles wat adem heeft love de Here (LB 146c)
v. A. den Besten; m. Ansbach 1664
Alles wat adem heeft love de Here (LB 146c)
v. A. den Besten; m. Ansbach 1664
Alles wat adem heeft love de Here (LB 146c)
v. A. den Besten; m. Ansbach 1664
De WetDe Wet
P 116 -1P 116 -1God heb ik liefGod heb ik lief
Psalm 116 (LvdK) t. K. Heeroma; m. Genève 1562
GebedGebed
Kinderlied JdH 889Kinderlied JdH 889Nu gaan de bloemen nog doodNu gaan de bloemen nog dood
Nu gaan de bloemen nog dood.Nu gaan de bloemen nog dood.Nu gaat de zon nog onder.Nu gaat de zon nog onder.En geen mens kan zonderEn geen mens kan zonder
water en zonder brood.water en zonder brood.
Refrein: Refrein: Stil maar, wacht maar, alles wordt Stil maar, wacht maar, alles wordt
nieuw,nieuw,de hemel en de aarde.de hemel en de aarde.
Stil maar, wacht maar, alles wordt Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw,nieuw,
de hemel en de aarde. de hemel en de aarde.
22Nu ben je soms nog alleen.Nu ben je soms nog alleen.
Nu moet je soms nog huilen.Nu moet je soms nog huilen.En als je weg wilt schuilen,En als je weg wilt schuilen,kun je haast nergens heen. kun je haast nergens heen.
Refrein: Refrein: Stil maar, wacht maar, alles wordt Stil maar, wacht maar, alles wordt
nieuw,nieuw,de hemel en de aarde.de hemel en de aarde.
Stil maar, wacht maar, alles wordt Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw,nieuw,
de hemel en de aarde. de hemel en de aarde.
33Nu heb je nooit genoeg.Nu heb je nooit genoeg.
Nu blijf je steeds iets missen.Nu blijf je steeds iets missen.En in het ongewisseEn in het ongewisse
of je ooit krijgt wat je vroeg.of je ooit krijgt wat je vroeg.
Refrein: Refrein: Stil maar, wacht maar, alles wordt Stil maar, wacht maar, alles wordt
nieuw,nieuw,de hemel en de aarde.de hemel en de aarde.
Stil maar, wacht maar, alles wordt Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw,nieuw,
de hemel en de aarde. de hemel en de aarde.
44Daar is geen zon en geen maan.Daar is geen zon en geen maan.
Daar zal God ons verlichten.Daar zal God ons verlichten.Daar zullen alle gezichtenDaar zullen alle gezichtenvol van heerlijkheid staan.vol van heerlijkheid staan.
Refrein: Refrein: Stil maar, wacht maar, alles wordt Stil maar, wacht maar, alles wordt
nieuw,nieuw,de hemel en de aarde.de hemel en de aarde.
Stil maar, wacht maar, alles wordt Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw,nieuw,
de hemel en de aarde. de hemel en de aarde.
55Daar is geen dorst of verdriet.Daar is geen dorst of verdriet.Daar zal God ons omgeven.Daar zal God ons omgeven.
Daar is gelukkig levenDaar is gelukkig levenen het eindigt niet. en het eindigt niet.
Refrein: Refrein: Stil maar, wacht maar, alles wordt Stil maar, wacht maar, alles wordt
nieuw,nieuw,de hemel en de aarde.de hemel en de aarde.
Stil maar, wacht maar, alles wordt Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw,nieuw,
de hemel en de aarde. de hemel en de aarde.
66Zing voor de eeuwige dag.Zing voor de eeuwige dag.
Zing voor Zijn komst en zeg: Amen.Zing voor Zijn komst en zeg: Amen.Zing voor de Heer die ons samen,Zing voor de Heer die ons samen,
daar al voor eeuwigheid zag.daar al voor eeuwigheid zag.
Refrein: Refrein: Stil maar, wacht maar, alles wordt Stil maar, wacht maar, alles wordt
nieuw,nieuw,de hemel en de aarde.de hemel en de aarde.
Stil maar, wacht maar, alles wordt Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw,nieuw,
de hemel en de aarde. de hemel en de aarde.
Lezen Ef. 2 : 11 t/m 22 NBVLezen Ef. 2 : 11 t/m 22 NBVEén in ChristusEén in Christus
1111 Bedenk daarom dat u – u die Bedenk daarom dat u – u die eigenlijk door uw afkomst eigenlijk door uw afkomst
heidenen bent en heidenen bent en onbesnedenen genoemd wordt onbesnedenen genoemd wordt
door hen die door door hen die door mensenhanden besneden zijn –mensenhanden besneden zijn – 1212 bedenk dat u destijds niet bedenk dat u destijds niet verbonden was met Christus,verbonden was met Christus,
geen deel had aan het geen deel had aan het burgerschap van Israël en niet burgerschap van Israël en niet
betrokken was bij de betrokken was bij de verbondssluitingen en de verbondssluitingen en de
beloften die daarbij hoorden. U beloften die daarbij hoorden. U leefde in een wereld zonder leefde in een wereld zonder
hoop en zonder God. hoop en zonder God.
1313 Maar nu bent u, die eens ver Maar nu bent u, die eens ver weg was, in Christus Jezus weg was, in Christus Jezus
dichtbij gekomen, door dichtbij gekomen, door zijn bloed. zijn bloed. 1414 Want hij is Want hij is
onze vrede, hij die met zijn onze vrede, hij die met zijn dood de twee werelden één dood de twee werelden één heeft gemaakt, de muur van heeft gemaakt, de muur van vijandschap ertussen heeft vijandschap ertussen heeft
afgebroken afgebroken
1515 en de wet met zijn geboden en de wet met zijn geboden en voorschriften buiten en voorschriften buiten
werking heeft gesteld, om uit werking heeft gesteld, om uit die twee in zichzelf één nieuwe die twee in zichzelf één nieuwe mens te scheppen. Zo bracht mens te scheppen. Zo bracht hij vrede hij vrede 1616 en verzoende hij en verzoende hij door het kruis beide in één door het kruis beide in één
lichaam met God,lichaam met God,
door in zijn lichaam de door in zijn lichaam de vijandschap te vijandschap te
doden. doden. 1717 Vrede kwam hij Vrede kwam hij verkondigen aan u die ver weg verkondigen aan u die ver weg
was en vrede aan hen die was en vrede aan hen die dichtbij waren: dichtbij waren: 1818 dankzij hem dankzij hem
hebben wij allen door één hebben wij allen door één Geest toegang tot de Vader.Geest toegang tot de Vader.
1919 Zo bent u dus Zo bent u dus geen vreemdelingen of gasten geen vreemdelingen of gasten meer, maar burgers, net als meer, maar burgers, net als de heiligen, en huisgenoten de heiligen, en huisgenoten van God, van God, 2020 gebouwd op het gebouwd op het
fundament van de apostelen en fundament van de apostelen en profeten, met profeten, met
Christus Jezus zelf als Christus Jezus zelf als de hoeksteen. de hoeksteen.
2121 Vanuit hem groeit het hele Vanuit hem groeit het hele gebouw, steen voor steen, uit gebouw, steen voor steen, uit tot een tempel die gewijd is tot een tempel die gewijd is
aan hem, de Heer, aan hem, de Heer, 2222 in wie ook in wie ook u samen opgebouwd wordt tot u samen opgebouwd wordt tot
een plaats waar God woont een plaats waar God woont door zijn Geest.door zijn Geest.
P 25 – 4P 25 – 4God is goed, God is goed,
Psalm 25 (LvdK) t. W. Barnard, K. Heeroma; m. L. Bourgeois 1551
Psalm 25 (LvdK) t. W. Barnard, K. Heeroma; m. L. Bourgeois 1551
VerkondigingVerkondiging
P 98 – 1P 98 – 1Zingt een nieuw liedZingt een nieuw lied
Psalm 98 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. 1543 / Genève 1551
Psalm 98 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. 1543 / Genève 1551
DankgebedDankgebed
Collecte voor st MensenkinderenCollecte voor st Mensenkinderenen de eigen gemeenteen de eigen gemeente
Opw 354Opw 354Glorie aan GodGlorie aan God
Glorie aan God (EL 245) t. & m. M. Williams; v. J. Visser
Glorie aan God (EL 245) t. & m. M. Williams; v. J. Visser
Glorie aan God (EL 245) t. & m. M. Williams; v. J. Visser
Glorie aan God (EL 245) t. & m. M. Williams; v. J. Visser
Glorie aan God (EL 245) t. & m. M. Williams; v. J. Visser
Glorie aan God (EL 245) t. & m. M. Williams; v. J. Visser
Glorie aan God (EL 245) t. & m. M. Williams; v. J. Visser
Glorie aan God (EL 245) t. & m. M. Williams; v. J. Visser
Glorie aan God (EL 245) t. & m. M. Williams; v. J. Visser
Glorie aan God (EL 245) t. & m. M. Williams; v. J. Visser
Glorie aan God (EL 245) t. & m. M. Williams; v. J. Visser
Glorie aan God (EL 245) t. & m. M. Williams; v. J. Visser
Glorie aan God (EL 245) t. & m. M. Williams; v. J. Visser
Zegen,Zegen,Opw 346 - 3Opw 346 - 3
Maak ons tot een stralend licht (EL 390) t. & m, C. Christensen; v. R. Zuiderveld