"een wit blad is angstaanjagend" - de standaard - wouter lenaerts

1
10 ZOMERREEKS DE STANDAARD DINSDAG 25 AUGUSTUS 2009 Uw zus, Anneleen, is een internationaal bekende harpiste. U bent een veelgelauwerde componist. Is dat toeval? ‘Mijn oudste zus, Liesbeth, de enige van de drie die van de muziek niet haar beroep heeft gemaakt, is met muziek begonnen. Toen zij negen was, hebben mijn ouders een piano gekocht. Nog voor ik naar de mu- ziekles ging, vond ik het fijn om liedjes na te spelen die ik op de radio hoorde, gewoon op het gehoor. Toen was ik een jaar of ze- ven, acht. De “Lambada” was een van mijn topfavorieten (lacht).’ ‘Ik heb daar nooit bij stilgestaan, het was een evidentie. We hebben alledrie het ge- luk gehad een leraar notenleer tegen te ko- men die ons heel erg gestimuleerd heeft om door te gaan in de muziek.’ Componeerde u ook al op jonge leeftijd? ‘Ja, zeer jong al schreef ik kleine stukjes voor piano, maar dat zijn echte beginner- stukjes. Als ik ze nu bekijk, vind ik ze best grappig. Toch kloppen ze melodisch en harmonisch wel, en er zit ook al muzikale expressie in.’ ‘Toen ik achttien was, ging ik piano stude- ren aan het Conservatorium van Brussel, omdat ik ervan overtuigd was dat dat de beste basis zou zijn om later dirigent en componist te worden. Ik was ook wel in we- tenschappen geïnteresseerd, maar er was maar één ding dat ik mijn hele leven wilde doen: muziek.’ ‘Mijn opleiding heeft me natuurlijk heel erg gestuurd. Als je mijn stukken van vroe- ger tot nu bekijkt, dan zie je hoe mijn com- posities zich ontwikkelen. Harmonisch worden ze steeds rijker, technisch beter. Elke componist blijft volgens mij evolue- ren, hij zal zijn laatste stuk ook altijd zijn beste werk vinden.’ Waar haalt u uw inspiratie? ‘Als ik een stuk in opdracht schrijf, dan ben ik natuurlijk gebonden aan bepaalde ei- sen. Maar als ik vrij ben, dan ben ik vaak geïnspireerd door legendes, mysteries en religieuze verhalen. Niet vanuit religieuze motieven, maar louter uit een historisch standpunt. De Bijbel interesseert me bij- voorbeeld heel erg.’ ‘Het beeld dat ik dan voor ogen heb, geeft me muzikale ideeën, een bepaalde sfeer die ik wil uitdragen. Als je dat thema eenmaal hebt uitgewerkt, dan begin je te puzzelen, te werken aan het grote geheel. Maar ik be- gin altijd vanuit één idee: een akkoord, een thema, een toonladder, iets kleins. Daarin zit het hele werk al vervat.’ Ik heb in het verleden zelf een aantal van uw werken uitgevoerd. Mij viel altijd op dat ze niet bepaald optimistisch zijn. ‘Dat hangt echt af van de periode waarin ik aan een stuk werk. Mensen die mijn mu- ziek horen, vragen me weleens of ik de- pressief ben (lacht). Helemaal niet, maar ik voel me erg aangetrokken tot het mysteri- euze, het donkere, het onopgeloste. Het mysterie is voor mij interessanter dan het antwoord. Een stuk dat eindigt met een open vraag, vind ik interessant.’ ‘Ik ben altijd al heel erg geïnspireerd ge- weest door filmmuziek, net omdat die mu- ziek ook zo aansluit bij het beeld. Maar ook componisten als Bach, Mozart, Sjostako- vitsj, Bartók, Ravel en Debussy zijn grote voorbeelden. Net als Piet Swerts, trou- wens. Als componist word je sowieso beïn- vloed, maar het is vooral belangrijk je ei- gen taal te vormen.’ Hoe lang werkt u gemiddeld aan een com- positie? ‘Ik heb echt deadlines nodig. Aan een or- kestwerk van een tiental minuten werk ik gemiddeld drie tot vier weken. Aan één stuk, elke dag, tot het werk klaar is. Niet echt van ’s morgens tot ’s avonds, maar van de voormiddag tot de nacht (lacht).’ ‘Een werk is pas klaar als ik tevreden ben over elke noot, en dat kan soms echt lang duren. Elke noot moet in het geheel pas- ‘Een wit blad is angstaanjagend’ Speel je vandaag in een blaasorkest, dan is de kans groot dat je een stuk van Wouter Lenaerts voor de neus krijgt. Lenaerts is 28 en rijgt de prijzen voor compositie nu al aan elkaar. En dan te weten dat het ooit begon met het naspelen van de lambada. ‘Als ik begin, kan ik niet meer stoppen. STIJN DE WOLF Piet Swerts stelt voor Wouter Lenaerts U HOORT NOG VAN ONS ‘Mijn eerste contacten met Wou- ter zijn eigenlijk toevallig verlopen, via zijn zus Anneleen. Zij studeerde harp bij een collega van me, Lieve Robbroeckx, en Anneleen heeft ooit als 14-jarige harpiste meegewerkt aan een concert van het Leuvens Alumni Orkest (LAO), waar ik toen De Notenkrakerssuite dirigeerde. Zij zette toen vlekkeloos en met flair de grote solo van de fameuze Bloemenwals neer als ware het een koud kunstje. Ik was zeer onder de indruk van het muzikale talent van deze dame, die nadien ook interna- tionale prijzen wegkaapte voor harp.’ ‘Ik wist toen nog niet dat zij een even muzikale broer had, Wouter, wiens eerste werken ik gehoord heb tijdens jureringen van provin- ciale kampioenschappen voor or- kest. Wat mij opviel was de aparte sound die hij in zijn composities creëerde. Hij heeft een perfect gevoel voor timing, en meer nog: hij brengt een heel frisse wind in de dikwijls toch conventionele klankwereld van de HaFaBra (Har- monie, Fanfare en Brassband, red.). Hij componeert ook werken in de andere genres die niet onopge- merkt blijven.’ ‘Wouter Lenaerts is een musicus om rekening mee te houden in de toekomst. Zoals men dikwijls zegt in de wereld van muziekjungle: men moet niet kijken naar wie voor je loopt, maar vooral naar wie ach- ter je komt. Laat Wouter maar komen.’ Piet Swerts over Wouter Lenaerts ‘Ik ken Piet Swerts als docent aan het Leuvense Lemmensinsti- tuut, en daar heb ik vaak werken van hem horen uitvoeren. Een van de eerste werken die ik heb ge- hoord, was zijn opgelegde werk op de Koningin Elisabethwedstrijd voor piano. Toen was ik nog heel jong, maar het maakte al veel in- druk op mij.’ ‘Ik heb nooit les van hem gekregen, maar ik heb hem een aantal keer ontmoet en met hem gepraat. Het zou kunnen dat hij mij op de een of andere manier geïnspireerd heeft, dat kan ik moeilijk zeggen, maar ik heb in elk geval altijd naar hem opgekeken als een van de grootste Vlaamse componisten.’ ‘Peter Verhoyen, de piccolospeler van de Filharmonie van Antwer- pen, werkt nu aan een cd, Birds, waarvoor hij een aantal Vlaamse componisten heeft gevraagd om een werk te schrijven voor piccolo en piano. Dat was het laatste stuk dat ik voorlopig heb geschreven, en op die cd staat ook een werk van Piet Swerts. We staan dus samen op die cd, en dat vind ik een heuse eer.’ ‘Ik ben heel vereerd dat Piet mijn naam heeft genoemd voor deze reeks. Hij heeft zelf een composi- tieklas met studenten die hij zelf opleidt, dus had hij volgens mij keuze genoeg. Misschien komt het wel doordat onze stijlen niet zo heel erg van elkaar verschillen. Piet heeft net als ik een heel eigen stijl — dat vind ik ook belangrijk als componist — en hij is een van de weinige componisten die iets au- thentieks kunnen maken wat echt puur van henzelf is. Als je een werk van hem hoort, denk je meteen: dit is Piet Swerts. Zijn muziek is tege- lijkertijd toegankelijk en expres- sief, maar ook heel vernieuwend. Hij heeft een heel eigen muzikaal idioom, en dat bewonder ik.’ Wouter Lenaerts over Piet Swerts 11 ZOMERREEKS DE STANDAARD DINSDAG 25 AUGUSTUS 2009 sen, anders haal ik ze er weer uit. Soms ge- beurt het dat ik alles wat ik de dag voor- dien heb geschreven, gewoon weer schrap.’ ‘Het belangrijkste voor een componist is de wetenschap dat zijn werk zal worden uit- gevoerd. Ik zou niet kunnen werken met het idee dat mijn compositie twintig jaar de kast in gaat. Daarom is het best fijn om in opdracht te werken. Ik wil weten welk effect mijn muziek op het publiek heeft.’ U speelt zelf piano. Is het niet moeilijk om muziek te schrijven voor instrumenten die u zelf niet beheerst? ‘Schrijven voor je eigen instrument is na- tuurlijk het meest voor de hand liggend, maar dankzij een grondige studie van de orkestratie is het ondertussen geen pro- bleem om de andere instrumenten ten vol- le te begrijpen. In elk werk probeer ik wel elk instrument tot zijn recht te laten ko- men, elke partij interessant te maken. Ik ga ook altijd opnieuw op zoek naar een zo uniek mogelijke klank, een verrassend sa- menspel.’ Kunt u tijdens het componeren weten hoe een werk precies zal klinken? ‘Het is een vereiste dat een componist zich zijn werk volledig kan voorstellen terwijl hij het schrijft. Maar natuurlijk is er ook de piano die kan inspireren en die nieuwe klankideeën aanbrengt. Bij het compone- ren pendel ik dan ook altijd tussen de pia- no en de schrijftafel. Pas als het werk klaar is, trek ik naar de computer om het volledig uit te schrijven.’ Welk gevoel geeft het als uw werk voor het eerst wordt uitgevoerd? ‘Dat is heel spannend, dan ben ik altijd doodnerveus. Het is alsof je kind zijn eer- ste dansje doet op het podium. Ik ben be- nieuwd naar de reactie van het publiek en hoop natuurlijk ook dat er niks misgaat.’ ‘Het gebeurt weleens dat ik niet tevreden ben over een uitvoering. Natuurlijk klinkt het stuk nooit voor honderd procent zoals ik het in mijn hoofd had, maar het is be- langrijk dat de dirigent de dingen eruit haalt die ik wil. Soms dirigeer ik daarom gewoon zelf.’ ‘Dat is het rare aan muziek: een partituur op zich is geen muziek. Bij muziek heb je altijd een tussenstap nodig, bij een schilde- rij bijvoorbeeld niet. De dirigent moet je muziek herontdekken en opnieuw creëren. Dat kan tegenvallen, maar soms word je ook aangenaam verrast door de interpreta- tie van de uitvoerders.’ Moet je een bepaalde persoonlijkheid heb- ben om te componeren? ‘Ik denk wel dat je geleefd moet hebben om inspiratie te hebben. Je moet ook veelei- send zijn en kritisch voor jezelf, secuur zijn tot in de details, en uiteraard veel geduld hebben. Je moet altijd willen bijleren, je kunt namelijk nooit genoeg weten. Je moet weten waar je staat en wat je nog niet kunt, voortdurend op zoek gaan naar nieuwe kleuren, naar nieuwe ideeën.’ Is het geen eenzame stiel, in je eentje zit- ten te componeren aan je bureau of piano? ‘Uiteraard is componeren een werk dat je alleen moet doen. Maar ik vind het ook be- langrijk om mijn werk te laten zien aan vrienden of collega-muzikanten. Zelf ben je zo ondergedompeld in je werk dat soms een frisse en objectieve kijk van een af- stand nodig is. Dan is het belangrijk dat ie- mand je daarop wijst. Daar hou ik altijd re- kening mee.’ Komt er ook niet veel wiskunde bij kijken, zoals in de werken van Bach? ‘Ja. Net zoals in elk vak komen er heel wat technische aspecten aan te pas. Die heb je immers nodig om die creativiteit in een ka- der te gieten.’ ‘Het begin is altijd het moeilijkst. Ik heb al veel kunstenaars horen zeggen dat het angstaanjagend is om telkens weer voor een wit blad te zitten. Dan vraag je je af: ga ik opnieuw inspiratie krijgen? Ook ik heb dat elke keer weer, maar zodra ik een nieuw begin heb gemaakt, kan ik niet meer stoppen.’ En wat als het niet lukt? ‘Het gebeurt weleens dat ik niet op gang kom. Dat ik zoek naar iets nieuws, maar het niet goed genoeg vind. Dan moet je ge- woon wachten, of een frisse neus halen, of vroeg naar bed gaan en hopen dat het de volgende dag wel lukt.’ Wat is je grote ambitie? ‘Elke componist weet dat de grootste uit- daging ligt in het schrijven van een symfo- nie. Daarvoor moet je echter een zekere maturiteit hebben. Kijk maar naar Brahms; die was al de veertig voorbij toen hij zijn eerste symfonie schreef. Ik droom er ook van ooit filmmuziek te schrijven.’ Schrijft u weleens stukken voor uw zus? ‘Ja, ik heb al een aantal werken geschreven voor harp in combinatie met andere in- strumenten. Als ik Anneleen hoor spelen, en zeker als ze mijn muziek speelt, dan klinkt het echt precies zoals ik het in mijn hoofd hoor en zou willen dat het klinkt. Dat heb ik nog nooit met een andere uit- voerder meegemaakt. Echt heel speciaal.’ - ONLINE www.wouterlenaerts.com Wouter Lenaerts: ‘Als componist moet je altijd willen bijleren, je kunt nooit genoeg weten.’ © © Eric de Mildt ‘Als een stuk voor het eerst wordt uitgevoerd, is het net alsof mijn kind zijn eerste dansje moet doen op het podium’ Van wie mogen we de komende jaren nog heel wat verwachten? Welke landge- noten hebben al hun neus aan het venster gestoken, maar groeien straks door tot de nieuwe spraakmakers? De Standaard zocht het niet zelf uit, maar legde zijn oor te luisteren bij mensen die het beter kunnen weten. De schrijver Tom Lanoye, het model Kim Peers, de regisseur Erik Van Looy, de wetenschapster Christine Van Broeckhoven en vele anderen stellen u als het ware hun opvolgers voor. Wilt u graag weten van welke talenten we de komende jaren nog veel gaan horen, dan vindt u het antwoord in deze zomerreeks van De Stan- daard. In deze laatste aflevering stelt de componist Piet Swerts zijn jonge collega Wouter Lenaerts voor. All rights reserved. Gebruik en reproductie enkel mits toelating van de uitgever via Mediargus NV, F. Pelletierstraat 8A 1030 Brussels, TEL:(+32)2 7400970 FAX:(+32)2 7400971

Upload: wouter-lenaerts

Post on 23-Mar-2016

214 views

Category:

Documents


2 download

DESCRIPTION

De Standaard - Wouter Lenaerts

TRANSCRIPT

10 ZOMERREEKS DE STANDAARDDINSDAG 25 AUGUSTUS 2009

Uw zus, Anneleen, is een internationaalbekende harpiste. U bent een veelgelauwerdecomponist. Is dat toeval?‘Mijn oudste zus, Liesbeth, de enige van dedrie die van de muziek niet haar beroepheeft gemaakt, is met muziek begonnen.Toen zij negen was, hebben mijn ouderseen piano gekocht. Nog voor ik naar de mu-ziekles ging, vond ik het fijn om liedjes nate spelen die ik op de radio hoorde, gewoonop het gehoor. Toen was ik een jaar of ze-ven, acht. De “Lambada” was een van mijntopfavorieten (lacht).’‘Ik heb daar nooit bij stilgestaan, het waseen evidentie. We hebben alledrie het ge-luk gehad een leraar notenleer tegen te ko-men die ons heel erg gestimuleerd heeftom door te gaan in de muziek.’

Componeerde u ook al op jonge leeftijd?‘Ja, zeer jong al schreef ik kleine stukjesvoor piano, maar dat zijn echte beginner-stukjes. Als ik ze nu bekijk, vind ik ze bestgrappig. Toch kloppen ze melodisch enharmonisch wel, en er zit ook al muzikaleexpressie in.’‘Toen ik achttien was, ging ik piano stude-ren aan het Conservatorium van Brussel,omdat ik ervan overtuigd was dat dat debeste basis zou zijn om later dirigent encomponist te worden. Ik was ook wel in we-tenschappen geïnteresseerd, maar er wasmaar één ding dat ik mijn hele leven wildedoen: muziek.’‘Mijn opleiding heeft me natuurlijk heelerg gestuurd. Als je mijn stukken van vroe-ger tot nu bekijkt, dan zie je hoe mijn com-posities zich ontwikkelen. Harmonischworden ze steeds rijker, technisch beter.Elke componist blijft volgens mij evolue-ren, hij zal zijn laatste stuk ook altijd zijnbeste werk vinden.’

Waar haalt u uw inspiratie?‘Als ik een stuk in opdracht schrijf, dan benik natuurlijk gebonden aan bepaalde ei-sen. Maar als ik vrij ben, dan ben ik vaak

geïnspireerd door legendes, mysteries enreligieuze verhalen. Niet vanuit religieuzemotieven, maar louter uit een historischstandpunt. De Bijbel interesseert me bij-voorbeeld heel erg.’‘Het beeld dat ik dan voor ogen heb, geeftme muzikale ideeën, een bepaalde sfeer dieik wil uitdragen. Als je dat thema eenmaalhebt uitgewerkt, dan begin je te puzzelen,te werken aan het grote geheel. Maar ik be-gin altijd vanuit één idee: een akkoord, eenthema, een toonladder, iets kleins. Daarinzit het hele werk al vervat.’

Ik heb in het verleden zelf een aantal vanuw werken uitgevoerd. Mij viel altijd op dat zeniet bepaald optimistisch zijn.‘Dat hangt echt af van de periode waarin ikaan een stuk werk. Mensen die mijn mu-ziek horen, vragen me weleens of ik de-pressief ben (lacht). Helemaal niet, maar ikvoel me erg aangetrokken tot het mysteri-euze, het donkere, het onopgeloste. Hetmysterie is voor mij interessanter dan hetantwoord. Een stuk dat eindigt met eenopen vraag, vind ik interessant.’‘Ik ben altijd al heel erg geïnspireerd ge-weest door filmmuziek, net omdat die mu-ziek ook zo aansluit bij het beeld. Maar ookcomponisten als Bach, Mozart, Sjostako-vitsj, Bartók, Ravel en Debussy zijn grotevoorbeelden. Net als Piet Swerts, trou-wens. Als componist word je sowieso beïn-vloed, maar het is vooral belangrijk je ei-gen taal te vormen.’

Hoe lang werkt u gemiddeld aan een com-positie?‘Ik heb echt deadlines nodig. Aan een or-kestwerk van een tiental minuten werk ikgemiddeld drie tot vier weken. Aan éénstuk, elke dag, tot het werk klaar is. Nietecht van ’s morgens tot ’s avonds, maar vande voormiddag tot de nacht (lacht).’‘Een werk is pas klaar als ik tevreden benover elke noot, en dat kan soms echt langduren. Elke noot moet in het geheel pas-

‘Een wit blad isangstaanjagend’

Speel je vandaag in een blaasorkest, dan is dekans groot dat je een stuk van Wouter Lenaertsvoor de neus krijgt. Lenaerts is 28 en rijgt deprijzen voor compositie nu al aan elkaar. En dante weten dat het ooit begon met het naspelenvan de lambada. ‘Als ik begin, kan ik niet meerstoppen.’ STIJN DE WOLF

Piet Swerts stelt voor Wouter LenaertsU HOORT NOG VAN ONS

‘Mijn eerste contacten met Wou-ter zijn eigenlijk toevallig verlopen,via zijn zus Anneleen. Zij studeerdeharp bij een collega van me, LieveRobbroeckx, en Anneleen heeft ooitals 14-jarige harpiste meegewerktaan een concert van het LeuvensAlumni Orkest (LAO), waar ik toenDe Notenkrakerssuite dirigeerde.Zij zette toen vlekkeloos en metflair de grote solo van de fameuzeBloemenwals neer als ware het eenkoud kunstje. Ik was zeer onder deindruk van het muzikale talent vandeze dame, die nadien ook interna-tionale prijzen wegkaapte voorharp.’ ‘Ik wist toen nog niet dat zij eeneven muzikale broer had, Wouter,wiens eerste werken ik gehoordheb tijdens jureringen van provin-ciale kampioenschappen voor or-kest. Wat mij opviel was de apartesound die hij in zijn compositiescreëerde. Hij heeft een perfectgevoel voor timing, en meer nog:hij brengt een heel frisse wind inde dikwijls toch conventioneleklankwereld van de HaFaBra (Har-monie, Fanfare en Brassband, red.).Hij componeert ook werken in deandere genres die niet onopge-merkt blijven.’‘Wouter Lenaerts is een musicusom rekening mee te houden in detoekomst. Zoals men dikwijls zegtin de wereld van muziekjungle:men moet niet kijken naar wie voorje loopt, maar vooral naar wie ach-ter je komt. Laat Wouter maarkomen.’

Piet Swerts overWouter Lenaerts

‘Ik ken Piet Swerts als docentaan het Leuvense Lemmensinsti-tuut, en daar heb ik vaak werkenvan hem horen uitvoeren. Een vande eerste werken die ik heb ge-hoord, was zijn opgelegde werk opde Koningin Elisabethwedstrijdvoor piano. Toen was ik nog heeljong, maar het maakte al veel in-druk op mij.’‘Ik heb nooit les van hem gekregen,maar ik heb hem een aantal keerontmoet en met hem gepraat. Hetzou kunnen dat hij mij op de een ofandere manier geïnspireerd heeft,dat kan ik moeilijk zeggen, maar ikheb in elk geval altijd naar hemopgekeken als een van de grootsteVlaamse componisten.’‘Peter Verhoyen, de piccolospelervan de Filharmonie van Antwer-pen, werkt nu aan een cd, Birds,waarvoor hij een aantal Vlaamsecomponisten heeft gevraagd omeen werk te schrijven voor piccoloen piano. Dat was het laatste stukdat ik voorlopig heb geschreven, enop die cd staat ook een werk vanPiet Swerts. We staan dus samen opdie cd, en dat vind ik een heuse eer.’‘Ik ben heel vereerd dat Piet mijnnaam heeft genoemd voor dezereeks. Hij heeft zelf een composi-tieklas met studenten die hij zelfopleidt, dus had hij volgens mijkeuze genoeg. Misschien komt hetwel doordat onze stijlen niet zoheel erg van elkaar verschillen. Pietheeft net als ik een heel eigen stijl— dat vind ik ook belangrijk alscomponist — en hij is een van deweinige componisten die iets au-thentieks kunnen maken wat echtpuur van henzelf is. Als je een werkvan hem hoort, denk je meteen: ditis Piet Swerts. Zijn muziek is tege-lijkertijd toegankelijk en expres-sief, maar ook heel vernieuwend.Hij heeft een heel eigen muzikaalidioom, en dat bewonder ik.’

Wouter Lenaertsover Piet Swerts

11ZOMERREEKSDE STANDAARDDINSDAG 25 AUGUSTUS 2009

sen, anders haal ik ze er weer uit. Soms ge-beurt het dat ik alles wat ik de dag voor-dien heb geschreven, gewoon weer schrap.’‘Het belangrijkste voor een componist is dewetenschap dat zijn werk zal worden uit-gevoerd. Ik zou niet kunnen werken methet idee dat mijn compositie twintig jaarde kast in gaat. Daarom is het best fijn omin opdracht te werken. Ik wil weten welkeffect mijn muziek op het publiek heeft.’

U speelt zelf piano. Is het niet moeilijk ommuziek te schrijven voor instrumenten die uzelf niet beheerst?‘Schrijven voor je eigen instrument is na-tuurlijk het meest voor de hand liggend,maar dankzij een grondige studie van deorkestratie is het ondertussen geen pro-bleem om de andere instrumenten ten vol-le te begrijpen. In elk werk probeer ik welelk instrument tot zijn recht te laten ko-men, elke partij interessant te maken. Ik gaook altijd opnieuw op zoek naar een zo

uniek mogelijke klank, een verrassend sa-menspel.’

Kunt u tijdens het componeren weten hoeeen werk precies zal klinken?‘Het is een vereiste dat een componist zichzijn werk volledig kan voorstellen terwijlhij het schrijft. Maar natuurlijk is er ook depiano die kan inspireren en die nieuweklankideeën aanbrengt. Bij het compone-ren pendel ik dan ook altijd tussen de pia-no en de schrijftafel. Pas als het werk klaaris, trek ik naar de computer om het vollediguit te schrijven.’

Welk gevoel geeft het als uw werk voor heteerst wordt uitgevoerd?‘Dat is heel spannend, dan ben ik altijddoodnerveus. Het is alsof je kind zijn eer-ste dansje doet op het podium. Ik ben be-nieuwd naar de reactie van het publiek enhoop natuurlijk ook dat er niks misgaat.’‘Het gebeurt weleens dat ik niet tevredenben over een uitvoering. Natuurlijk klinkt

het stuk nooit voor honderd procent zoalsik het in mijn hoofd had, maar het is be-langrijk dat de dirigent de dingen eruithaalt die ik wil. Soms dirigeer ik daaromgewoon zelf.’‘Dat is het rare aan muziek: een partituurop zich is geen muziek. Bij muziek heb jealtijd een tussenstap nodig, bij een schilde-rij bijvoorbeeld niet. De dirigent moet jemuziek herontdekken en opnieuw creëren.Dat kan tegenvallen, maar soms word jeook aangenaam verrast door de interpreta-tie van de uitvoerders.’

Moet je een bepaalde persoonlijkheid heb-ben om te componeren?‘Ik denk wel dat je geleefd moet hebben ominspiratie te hebben. Je moet ook veelei-send zijn en kritisch voor jezelf, secuur zijntot in de details, en uiteraard veel geduldhebben. Je moet altijd willen bijleren, jekunt namelijk nooit genoeg weten. Je moetweten waar je staat en wat je nog niet kunt,voortdurend op zoek gaan naar nieuwekleuren, naar nieuwe ideeën.’

Is het geen eenzame stiel, in je eentje zit-ten te componeren aan je bureau of piano?‘Uiteraard is componeren een werk dat jealleen moet doen. Maar ik vind het ook be-langrijk om mijn werk te laten zien aanvrienden of collega-muzikanten. Zelf benje zo ondergedompeld in je werk dat somseen frisse en objectieve kijk van een af-stand nodig is. Dan is het belangrijk dat ie-mand je daarop wijst. Daar hou ik altijd re-kening mee.’

Komt er ook niet veel wiskunde bij kijken,zoals in de werken van Bach?‘Ja. Net zoals in elk vak komen er heel wat

technische aspecten aan te pas. Die heb jeimmers nodig om die creativiteit in een ka-der te gieten.’‘Het begin is altijd het moeilijkst. Ik heb alveel kunstenaars horen zeggen dat hetangstaanjagend is om telkens weer vooreen wit blad te zitten. Dan vraag je je af: gaik opnieuw inspiratie krijgen? Ook ik hebdat elke keer weer, maar zodra ik eennieuw begin heb gemaakt, kan ik niet meerstoppen.’

En wat als het niet lukt?‘Het gebeurt weleens dat ik niet op gangkom. Dat ik zoek naar iets nieuws, maarhet niet goed genoeg vind. Dan moet je ge-woon wachten, of een frisse neus halen, ofvroeg naar bed gaan en hopen dat het devolgende dag wel lukt.’

Wat is je grote ambitie?‘Elke componist weet dat de grootste uit-daging ligt in het schrijven van een symfo-nie. Daarvoor moet je echter een zekerematuriteit hebben. Kijk maar naarBrahms; die was al de veertig voorbij toenhij zijn eerste symfonie schreef. Ik droomer ook van ooit filmmuziek te schrijven.’

Schrijft u weleens stukken voor uw zus?‘Ja, ik heb al een aantal werken geschrevenvoor harp in combinatie met andere in-strumenten. Als ik Anneleen hoor spelen,en zeker als ze mijn muziek speelt, danklinkt het echt precies zoals ik het in mijnhoofd hoor en zou willen dat het klinkt.Dat heb ik nog nooit met een andere uit-voerder meegemaakt. Echt heel speciaal.’

- ONLINEwww.wouterlenaerts.com

Wouter Lenaerts: ‘Als componist moet je altijd willen bijleren, je kunt nooit genoeg weten.’ © © Eric de Mildt

‘Als een stuk voor het eerstwordt uitgevoerd, is hetnet alsof mijn kindzijn eerste dansje moetdoen op het podium’

Van wie mogen we de komende jaren nog heel wat verwachten? Welke landge-noten hebben al hun neus aan het venster gestoken, maar groeien straks doortot de nieuwe spraakmakers?De Standaard zocht het niet zelf uit, maar legde zijn oor te luisteren bij mensendie het beter kunnen weten. De schrijver Tom Lanoye, het model Kim Peers, deregisseur Erik Van Looy, de wetenschapster Christine Van Broeckhoven en vele

anderen stellen u als het ware hun opvolgers voor. Wilt u graag weten van welke talenten we de komende jaren nog veelgaan horen, dan vindt u het antwoord in deze zomerreeks van De Stan-daard.In deze laatste aflevering stelt de componist Piet Swerts zijnjonge collega Wouter Lenaerts voor.

All rights reserved. Gebruik en reproductie enkel mits toelating van de uitgever via Mediargus NV, F. Pelletierstraat 8A 1030 Brussels, TEL:(+32)2 7400970 FAX:(+32)2 7400971